Kindermishandeling: samen zorgen voor veiligheid en herstel Kristof Desair Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Vlaams-Brabant
Kindermishandeling
Waarom doen we iets aan kindermishandeling? Wanneer moeten we iets doen? Hoe beslissen we dat? Wat moeten we doen?
Kindermishandeling: daar moeten we iets aan doen! gevolgen op korte termijn! Gevolgen op lange termijn! Gevolgen op de ontwikkeling van onze hersenen! Gevolgen op de expressie van onze genen! Transgenerationele overdracht van geweld! … ⇒
‘turning gold into lead’ (Felitti, 2002)
1
Kindermishandeling: Wanneer moeten we iets doen?
Alles begint met een gevoel van verontrusting…
Kindermishandeling: Wanneer moeten we iets doen? Internationaal verdrag voor de rechten van het kind: Alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik, zolang het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft. Decreet Integrale Jeugdhulp: Elke vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld waarvan een minderjarige het slachtoffer is, actief door het schadelijk optreden of passief door een ernstige nalatigheid van ouders of van iedere andere persoon ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid staat.
Kindermishandeling? Seksueel misbruik: verkrachting (art. 375-376 SW), aanranding van de eerbaarheid (art. 372-374 SW), aanzetting tot ontucht (379-380 SW).
Fysieke kindermishandeling slagen en verwondingen (art. 392- art. 396 – art. 405bis SW), het verminken van de vrouwelijke genitaliën (art. 409 Sw), het folteren van een minderjarige (art. 417ter Sw), het onmenselijke behandelen van een minderjarige (art. 471 quater).
Verwaarlozing het verlaten van een minderjarige (art.423 SW), het in gebreke blijven inzake het onderhoud van het kind zodat zijn gezondheid in het gedrang wordt gebracht (art. 424 SW), het opzettelijk onthouden van voedsel en verzorging (art. 425 SW).
2
Veiligheid?
Smalle opvatting: fysieke veiligheid Brede opvatting: veiligheid als basisvoorwaarde voor een gezonde ontwikkeling (ten Berge & Bakker, 2005) Spanningsveld tussen smal en breed => Afweging ! buitenwereld (media/publieke opinie/kamercommissie) heeft mogelijks andere opvatting
Overlap kindermishandeling - VOS
Verontrustend situatie
Een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fysieke of seksuele integriteit of die van een of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen, waardoor het aanbieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.
Kindermishandeling?
=> Relationeel concept: de professional komt in de focus
3
De professional moet beslissen? Beslissen over tussenkomen of niet, op welke manier, op welke termijn, ... Geen eenvoudige beslissingen omdat de omstandigheden waaronder de hulpverlener moet beslissen niet optimaal zijn (ten Berge & Vinke, 2006). Beperkte informatie, binnen een beperkt tijdsbestek, een beperkt aantal handelingsmogelijkheden Geen hulpvraag, weinig motivatie. Ingrijpende gevolgen voor de betrokken kinderen, de ouders en de werker.
Beslissen Onderscheid maken tussen: hoe schat ik de situatie in? = beoordelen / assessment / taxatie wat ga ik doen? Welke actie onderneem ik? = besluit over interventie
Kwalitatief andere factoren zijn aan de orde bij assessment en besluitvorming capaciteit om de nood tot actie te detecteren versus de bereidheid om actie te ondernemen Onderzoek toont aan dat deze vaak door elkaar lopen (Dalgleish, 2007)
Beslissen over verontrustende situaties
⇒ ⇒
Onzekerheid Discretionaire ruimte
Wat hebben professionals nodig? ⇒ Handvatten bij de inschatting van de situatie? ⇒ Handvatten bij (onze besluitvorming over) wat te doen?
4
Handvat gestructureerd inschatten van de situatie Vormen van kindermishandeling? Risicofactoren? (kind, opvoedingsverantwoordelijke, interactie tussen beide, gezin) Protectieve factoren? Responsieve factoren? Hoe meer dimensies in de knoei, hoe meer groter de kans op kindermishandeling
Wat doe je met je ongerustheid ? Bij kindermishandeling: 4 basisingrediënten van een een goede aanpak 1.
Tijdige detectie !
2.
Het geweld moet stoppen !
3.
Nieuw geweld voorkomen !
4.
Kind en gezin moeten kunnen herstellen !
Meeste garanties op succes als: Systemische benadering Integrale benadering Aanklampende benadering
Systeembenadering ?
Vanuit diagnostisch oogpunt:
Het kind / de jongere staat centraal Ecologisch model: geweld in een complexe relationele, sociale en culturele systemen Slachtoffers en plegers: gedrag bepaald door aantal lichamelijke en psychische systemen een ontwikkelingsgeschiedenis ingebed in een sociaalculturele context.
Interactie tussen slachtoffers en plegers ⇒
een visie op hulp moet aan deze complexiteit recht doen
5
Systeembenadering ?
Vanuit doe-oogpunt: Elk individueel geval wordt opnieuw geanalyseerd: welk systeem of welke systemen zijn bij de problematiek betrokken? op dat niveau taxaties verrichten en eventueel behandelinterventies ontwerpen.
Vader, moeder, kinderen en eventueel de directe omgeving zo veel mogelijk gezamenlijk en gelijktijdig helpen bij het stoppen van het geweld.
Aanklampende hulp ?
Om het systeem ten volle te bereiken i.f.v. de 4 basiselementen “een werkwijze waarbij de hulpverlener de potentiële en/of actuele cliënt opspoort, benadert en blijft contacteren vanuit de overtuiging dat de cliënt zelf de stap naar hulpverlening (nog) niet kan, wil of durft zetten terwijl er toch hulpverlening nodig is.” Aanklampende hulp = expliciet betrekken van geweldplegende betrokkene(n) in het gezin Zorgen / ongerustheid benoemen Bemoei-zorg?
Integrale benadering ? het samenleggen en coördineren van inspanningen tussen verschillende diensten en sectoren, met het oog op beter inspelen op de 4 basiselementen: Betere hulp aan alle betrokken partijen (moeder, vader, kind) Opvangen van hiaten in de hulp ‘Sluitende keten’, maar nog liever een ‘wrap’ Aandacht voor preventie en vroegsignalering …
6
Werken met jezelf
In voeling staan met jezelf, want je voegt jezelf toe… Wat weet ik? => kennis Wat kan ik? => eigen toolbox, vaardigheden Wie ben ik? => eigen persoonlijkheid, stijl
Ieder kan op zijn niveau stukken opnemen. Praten met kinderen/jongeren/ouders: “Ik maak me zorgen!” Melden aan anderen/overleg
Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Iedere professional die met minderjarigen omgaat, die weet heeft of een vermoeden heeft dat een kind mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt wordt, kan contact opnemen met het VK, kan met zijn bezorgdheid terecht op het VK. Niet-professionelen (familie, ouders, buren, kennissen, …) => 1712, Hulplijn voor Geweld, Misbruik en Kindermishandeling!
Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Het VK is een hulpverleningscentrum Vrijwillige hulpverlening in situaties van kindermishandeling, Niet verbonden met justitie Missie: Detectie van kindermishandeling Kindermishandeling stoppen Nieuwe kindermishandeling voorkomen Herstel mogelijk maken
7
Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Instrumenten om die visie te realiseren? Advies, coördinatie, ondersteuning van betrokken hulpverlening, consult Zelf installeren van hulp gemandateerde voorziening voor maatschappelijke noodzaak 1712 Chat “Nu praat ik er over”
Plaats van GV Zie missie: onderzoek MaNo als een van de instrumenten in de aanpak van KMH en de invulling van onze missie Zelfde waarden en principes aan de grondslag (vb. systemisch, integraal en aanklampend) 3 basisvragen: 1)
Is er reden tot verontrusting?
2)
Welke hulp is nodig?
3)
1)
Om geweld te stoppen
2)
Om herval tegen te gaan
3)
Om herstel mogelijk te maken.
Is er daar voldoende bereidheid en vrijwilligheid toe?
Succes = vrijwillige hulpverlening is gepast en mogelijk
Krachtlijnen Inschatten wat er aan de hand is én beslissen over wat te doen Ons uitgangspunt = hulp en zorg ! Vroege detectie => een vermoeden is voldoende Systeemgericht: Kind staat centraal Gezinsgericht
Aanklampend: vanuit verantwoordelijkheid en betrokkenheid verontrusting benoemen Tussenkomen en empoweren
Doorgedreven samenwerking Werk met jezelf en werk samen
8