HENRY VAN DE &awards labels VELDE 20 11
loopbaan bedrijf jong talent ovam ecodesign PRO publiek 2010
awards 2 0 11 loopbaan / career ...8
Sofie Lachaert bedrijf / company ...16
BuzziSpace jong talent / young talent ...22
Sara De Bondt ovam ecodesign award pro ...30 laureaten / winners ...33 nominaties / nominations ...35 publiek 2010 / public 2010 ...36
& labels 2 0 11 Deseo, Klaas Arnout & Sandra Maes ...40 Doutreligne 7, GBO Design ...41 Cyclo, Christophe Vervaeke ...42 BuzziBooth, Alain Gilles ...43 Scotty, Couvreur & Devos ...44 Knijper, Enthoven Associates ...45 Hopper, Dirk Wynants (dw²) ...46 Multiple, Raphaël Charles Studio ...47
1
woord vooraf / foreword Vlaanderen is een innovatieve en creatieve regio die op designgebied blijft presteren. Dat bewijst deze achttiende uitgave van de Henry van de Velde Awards & Labels opnieuw. Jaar na jaar worden er in Vlaanderen producten gecreëerd en op de markt gebracht, die zowel internationaal als in eigen land grote belangstelling en succes genieten. Dankzij hun hoge kwaliteit kunnen ze zich meten met de producten van wereldspelers in deze niche. Meer nog, heel wat wereldfirma’s doen beroep op de diensten van onze Vlaamse designers en designstudio’s om hun producten te ontwerpen. In deze moeilijke sociaaleconomische periode zijn de prestaties van deze designers en bedrijven een hart onder de riem.
HENRY VAN DE &awards labels VELDE 2 0 1 1
loopbaan bedrijf jong talent ovam ecodesign PRO publiek 2010
Design is meer geworden dan een esthetische ver-van-mijn-bed show waarvan enkel een bepaalde elite of fanclub kan genieten. De Henry van de Velde Labels tonen dat design voor iedereen toegankelijk is, dat het kleinste, eenvoudigste product een meesterwerk kan worden en het leven van de gewone mens aangenamer kan maken. Design moet voor ons ook ten volle Flanders is an innovative and creative region, and in terms of design it een hefboom zijn voor een vernieuwd industrieel beleid. delivers a very high standard. This eighteenth edition of the Henry van de Velde Awards & Labels confirms that once again. Year after year design products are conceived and produced in Flanders, and consequently brought to the market. Their quality remains very high, which is appreciated both at home and abroad. Our designers attract enormous interest and enjoy great success. Furthermore, many top level international companies call upon the services of Flemish designers and design studios to develop their products. In this difficult socio-economic period, the performance of these companies and designers is certainly heartening. Design is expressed in many forms and functions. The Henry van de Velde Labels show that design is not necessarily synonymous with exclusivity,
De Henry van de Velde Awards & Labels zijn de jaarlijkse evaluatie van deze evolutie in een aantal takken van het bedrijfsleven in Vlaanderen. Die evaluatie is van jaar tot jaar nog meer bemoedigend. Dat Design Vlaanderen, als sterke tak van het Agentschap Ondernemen, hiervoor samenwerkt met de OVAM, het Vlaams Parlement en sinds dit jaar ook met CultuurInvest, versterkt de waarde van deze Awards en Labels. Kris Peeters
Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid
but can be accessible to everyone. It has become a form of innovation, that very often is a means of doing things faster and easier. It also pleases me that in both the business world and in the public sector, design is attracting more attention and appreciation. The cooperation with the OVAM, the Flemish Parliament, and CultuurInvest testifies to this. It is a well-deserved and encouraging result for Design Flanders, as a strong branch of the Enterprise Agency. I therefore wish them continued success. Kris Peeters Minister-President of the government of Flanders and Minister of Economy, Foreign Affairs, Agriculture and Fisheries
3
The eighteenth edition of the Henry van de Velde Awards and Labels is now upon us. We introduced these prizes in 1994 because at the time there were no Belgian or Flemish awards with which to recognise professionals from design and other fields. There were of course the Provincial Prizes, but that was all. Along with a cash prize, we attached several symbols of success to the Henry van de Velde Awards, such as
inleiding / introduction
a silver trophy and a calligraphic certificate. We wanted these to emphasise the prestige of the awards. The first trophy was designed by Siegfried De Buck, whose work made him an icon of Belgian silversmithing. We used his design of a staff for the first five editions. The next trophy was designed by Nedda El-Asmar and the third by David Huycke, recently the first designer/ artist to become a Doctor of Arts. Helena Schepens, one of our youngest silversmiths, is now the fourth talented designer to design and make the trophy for us. Each of the trophies is used for five years. The certificate had to be calligraphic to illustrate, as does the trophy, the importance of the craft aspect. The first calligrapher was Bert Binneweg, and the second was Brody Neuenschwander, the Texan from Bruges, who worked with Peter Greenaway on films such as The Pillow Book, Prospero’s Books and others. This year Brody is again doing the calligraphy for the certificates that the winners take home with them. The winners of the Henry van de Velde Awards for Career, Young Talent and Company, each receive a cash prize of EUR 5,000. The winner of the Public Award receives EUR 2,500. In 2011, the Career Award goes to Sofie Lachaert and her partner Luc d’Hanis at the same time. Not everyone manages, in a discipline as long-standing and traditional as silversmithing or jewellery design, to market objects created through a quirky and groundbreaking vision. Sofie and Luc have done remarkably
We zijn al toe aan de achttiende editie van de Henry van de Velde Awards & Labels. In 1994 hielden we deze prijzen boven de doopvont omdat er toen geen awards bestonden die op Belgisch of Vlaams vlak professionelen in design en aanverwante gebieden lauwerden. Er waren wel Provinciale Prijzen, maar dat was alles. Samen met een geldprijs koppelden we aan de Henry van de Velde Awards een aantal symbolen, zoals een zilveren trofee en een kalligrafisch getuigschrift. We wensten er het prestige van de awards mee te onderlijnen. De eerste trofee werd ontworpen door Siegfried De Buck, wiens werken uitgroeiden tot iconen van de zilversmeedkunst in België. We gebruikten zijn ontwerp voor een staf voor de eerste vijf edities. De volgende trofee was van de hand van Nedda El-Asmar en de derde werd ontworpen door David Huycke, recent als eerste designer-kunstenaar bevorderd tot doctor in de kunsten. Helena Schepens, een van onze jongste edelsmeden, is nu al het vierde talent dat de trofee voor ons ontwerpt en uitvoert. Elke trofee wordt vijf jaar gebruikt. Het getuigschrift moest kalligrafisch zijn, om – net zoals de trofee – de kracht van het ambachtelijke te illustreren. De eerste kalligraaf was Bert Binneweg, de tweede Brody Neuenschwander, de Texaanse Bruggeling die samenwerkte met Peter Greenaway voor films als The Pillow Book en Prospero’s Books. Brody kalligrafeert ook dit jaar weer de getuigschriften die de laureaten mee naar huis nemen. De laureaten van de Henry van de Velde Awards voor Loopbaan, Jong Talent en Bedrijf ontvangen elk 5000 euro, de winnaar van de Publieksprijs 2500 euro. De Award voor Loopbaan gaat in 2011 naar Sofie Lachaert, en in dezelfde beweging ook naar haar partner Luc d’Hanis. Het is niet iedereen gegeven om in een eeuwenoude discipline als zilversmeedkunst of juweelontwerp, via een eigenzinnige en grensverleggende visie, toch succesvolle objecten op de
well at this, not only in the above disciplines, but in their fashion design, their scenography, and even their carpet designs for the Italian firm Nodus. This Henry van de Velde Award recognises all they have done to run an uncompromising gallery while at the same time following an uncompromising artistic path.
Trofee voor de laureaten 2009-2013 Trophy for the winners 2009-2013 design Helena Schepens foto / photo Lieven Herreman
5
The Company Award goes to BuzziSpace, the firm set
our region bringing groundbreaking design products of
up by Steve Symons and featuring the designs of Sas
clear quality to market, despite these economically
Adriaenssens and recently Alain Gilles. The firm has
challenging times.
already won awards, including the Design at Work Award for its BuzziScreen, but now scoops the Henry van de Velde Company Award for its overall contribution since its formation. Central to this is its coupling of design to ecology, to produce saleable products in a very attractive way.
markt te kunnen brengen. Sofie en Luc slagen daar wonderwel in, niet alleen in de bovengenoemde disciplines, maar ook in hun meubelontwerp, hun scenografie, of zelfs in hun tapijtontwerpen voor de Italiaanse firma Nodus. Met deze Henry van de Velde Award worden hun inspanningen beloond om tegelijkertijd een compromisloze galerie te runnen én een compromisloos artistiek parcours te volgen. De Award voor Bedrijf wordt uitgereikt aan BuzziSpace, de firma van Steve Symons met ontwerpster Sas Adriaenssens en recent ook Alain Gilles. Het bedrijf viel al eerder in de prijzen, onder meer met de Design at Work Award voor zijn BuzziScreen, maar krijgt nu de Henry van de Velde Award voor Bedrijf voor de totaliteit aan inspanningen die het leverde sinds zijn ontstaan. Centraal daarin staat het koppelen van design aan ecologie, om zo op een zeer aantrekkelijke manier voor koopbare producten te zorgen. Sara De Bondt wordt gelauwerd als Jong Talent, niet alleen omdat ze als grafisch vormgeefster reeds enkele jaren op internationaal niveau werkt, maar vooral omdat ze erin slaagt om via haar typografie verbindingen te leggen met andere werelden, specifiek met de beeldende kunst. Uit de producten die vorig jaar een Henry van de Velde Label mochten ontvangen, koos het publiek via stemming voor de elegante eenvoud van Kaspar Hamachers boekenplank Das Brett. Kaspar ontvangt dit jaar dus de Publieksprijs van de Henry van de Velde Awards 2010.
gained in stature and importance. Their ties with the Flemish Parliament have a great deal to do with this. The fact that the award ceremony and exhibition take place in the ‘De Schelp’ and ‘De Loketten’ chambers of this honourable institution is a particularly important
Sara De Bondt wins the Young Talent Award, not only
factor. The import and allure of the Flemish Parliament
because she has graced the international scene as a
is a great benefit to our designers and design compa-
graphic designer for several years now, but because
nies, and something we greatly appreciate. This year
she has succeeded in forging links with other worlds
our Henry van de Velde Awards enjoy the support of
through her typography, and with the visual arts in
CultuurInvest, an investment fund for the creative
particular.
industry. By participating in this way the fund is bridging
From among last year’s recipients of the Henry van de Velde Label the public chose Kaspar Hamachers’ Das Brett bookshelf for its elegant simplicity. This year,
the gap between culture and the economy, and is therefore the ideal partner to issue the most prestigious design prizes in Flanders.
then, Kaspar receives the Henry van de Velde Public Award 2010. Johan Valcke Since 2008, an Ecodesign Award PRO has been issued in association with the OVAM. Two products, one of which is already on the market, the other still in development, are crowned for their exceptional concern for environment, ecology and sustainability. The winning products are awarded EUR 4,000 and 2,000 respectively. The winner now present on the market is LWD, designed by hegge ID. LWD is a design that shaves 20% off the normal weight of a car door. The prize for the product in development goes to Solarwind by Raf Van Hulle, a cycle trailer fitted with a solar panel that charges the battery on the cycle.
In samenwerking met de OVAM wordt sinds 2008 ook een Ecodesign Award PRO uitgereikt. Twee producten, waarvan één op de markt en één in ontwikkeling, worden gelauwerd voor hun uitzonderlijke aandacht voor milieu, ecologie en duurzaamheid. De winnende producten worden beloond met respectievelijk 4000 en 2000 euro. Het winnende product op de markt
Over the years, the Henry van de Velde Awards have
The Henry van de Velde Awards & Labels have continued to evolve with the times. The Labels in particular have been a radical change. It’s all about quality labels that are attributed to products that are on the market
Director of Design Flanders
is LWD, ontworpen door hegge ID. LWD is een opstelling van een autodeur die een gewichtsreductie van 20% van het normale gewicht betekent. De prijs voor het product in ontwikkeling gaat naar Solarwind van Raf Van Hulle, een fietstrailer voorzien van een zonnepaneel dat de batterij van de elektrische fiets oplaadt. De Henry van de Velde Awards & Labels evolueerden steeds mee met de tijd. Vooral de Labels zijn een ingrijpende rol gaan spelen. Het gaat om kwaliteitslabels toegekend aan producten die op de markt zijn en duidelijk nieuwe inzichten en perspectieven bieden. Het product mag van dit Henry van de Velde Label gebruikmaken op de manier die het verkiest. Dit jaar mochten acht producten een label ontvangen. Dat is blijkbaar een quasi constant aantal, vooral omdat de jury voortdurend naar meerwaarde blijft zoeken. Het is echter een opsteker dat in onze regio bedrijven en ontwerpers kwalitatieve en grensverleggende designproducten op de markt blijven brengen, ondanks economisch ongunstige tijden. De Henry van de Velde Awards hebben in de loop van de jaren aan gewicht en belang gewonnen. De samenwerking met het Vlaams Parlement draagt daar veel aan bij. Dat de uitreikingsceremonie en tentoonstelling plaatsvinden in zalen De Schelp en De Loketten van deze eerbiedwaardige instelling, is bijzonder belangrijk. Het sérieux en de uitstraling van het Vlaams Parlement komt onze designers en designbedrijven ten goede, en dat wordt zeer gewaardeerd. Onze Henry van de Velde Awards mochten dit jaar ook rekenen op de steun van CultuurInvest, een investeringsfonds dat zich richt naar de creatieve industrie. Op die manier slaat het fonds een brug tussen cultuur en economie, en is daarmee ook een ideale partner in de uitreiking van dé designprijzen in Vlaanderen.
and that clearly offer new insights and perspectives.
6
The product may make use of this Henry van de Velde Label in the way it sees fit.
Johan Valcke
Directeur Design Vlaanderen Eight products have received a label this year. This number seems to remain fairly constant, probably because the jury is always looking for added value. And yet, it is a boost to see businesses and designers from
Trofee voor de laureaten 2009-2013 Trophy for the winners 2009-2013 design Helena Schepens foto / photo Lieven Herreman
7
Sofie Lachaert pushes boundaries, but not alone In 1980 there was a significant exhibition of contemporary jewellery in Temse. It had the title of Atelier 35 and was the first of its type to show work by fresh, young and innovative precious metal workers. Daniël Weinberger was one of the participants and back then he was already questioning a lot of things. Prior to that Belgium had – bar the jewellery experiments of a few sculptors – been a non-entity in the field of innovative gold and silver work. Wim Ibens and later Jean Lemmens were the exceptionally involved teachers at Atelier 35, the jewellery workshop set up by Ibens at the Royal Academy of Fine Art in Antwerp. There they laid the foundations for a discipline that today has resulted in David Huycke’s doctorate, as well as the appointment of two lecturers-in-charge of two very important courses in the silversmiths’ trade: Hilde De Decker at Sint Lucas Antwerp and Nedda El-Asmar at the Antwerp Royal Academy of Fine Arts, now Artesis Hogeschool. As a young art historian I picked up on this remarkable exhibition and fell in love with it. I felt a sense of joy that finally our country, our region, had a generation of trained silversmiths who questioned the concept of jewellery in an open and artistically qualitative way. In 1968 – that magical year in which a great many things were possible – the course started up on a small scale, but grew ten years later to become a statement in the creation of ornaments. Only that wasn’t the word they used back then. The term was: jewellery. Gold, silver and precious metals were the materials; the circle, the straight line and the square were the geometric design basis. Perspex and non-precious materials were initially frowned on, but won their place in the creation of ornaments in 1983. The ‘craft’ was learned and was one of high standing, but above all there was the opening out of the free spirit of the artist. It was that spirit that somehow broke down the walls of traditional craftsmanship and gave jewellery the opportunity to come of age as an artistic medium. A lot happened in the world of the ornament between the late 60s and the early 90s of the last century. In the Netherlands, Germany and the UK, the ornament
Pas de deux Lachaert & d’Hanis 2011 foto / photo Joris Luyten
HENRY VAN DE awards 20 11 VELDE loopbaan / career
sofie lachaert Sofie Lachaert verlegt grenzen, maar niet alleen In 1980 vond er in Temse een belangrijke tentoonstelling plaats over hedendaagse juwelen. De titel luidde Atelier 35. Het was de eerste in zijn soort die het werk van frisse, jonge en vernieuwende edelsmeden toonde. Daniël Weinberger was een van de deelnemers en hij stelde tóen al heel veel in vraag. Voordien was België – op de juweelexperimenten van enkele beeldhouwers na – onbestaande op het vlak van de vernieuwende edelsmeedkunst. Wim Ibens en later Jean Lemmens waren de bijzonder geëngageerde docenten van het door Ibens gestarte juwelenatelier Atelier 35 van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Ze legden er de basis voor een discipline waarin we vandaag het doctoraat van David Huycke mogen meemaken, alsook de aanstelling van twee titularissen van twee heel belangrijke opleidingen op het vlak van de edelsmeedkunst: Hilde De Decker in Sint Lucas Antwerpen en Nedda El-Asmar in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, nu Artesis Hogeschool. Als jonge kunsthistoricus merkte ik deze merkwaardige tentoonstelling op en verloor er mijn hart aan. Ik ervoer een gevoel van vreugde dat er eindelijk in ons land, in onze regio, een generatie edelsmeden was opgeleid die het gegeven juweel in vraag stelden op een open en artistiek kwalitatieve manier. De opleiding was in 1968 – het magische jaar waarin heel veel mogelijk was – gestart op kleinschalige wijze, maar was tien jaar later uitgegroeid tot een statement op het gebied van de creatie van sieraden. Dat woord werd toen echter niet gebruikt. De terminologie was: juwelen. Goud en zilver en edele metalen waren de materialen; cirkel, lijn en vierkant de basis voor de vormgeving. Plexiglas en niet-edele materialen waren in aanvang uit den boze, maar kregen 9 na 1983 hun plaats in de creatie van sieraden. Het ‘metier’ werd aangeleerd en kon op hoge waardering rekenen, maar er was vooral de opening naar de
was redefined. Silver- and goldsmiths took a fresh look at wearability and value. Jewellery was magnified to become sculptures, even though, unfortunately, sculpturing doctrine still dominated the new discipline. Techniques of all kinds came and went and were tested in terms of tenability. There were cross-pollinations with other disciplines, such as textile design, ceramics, paper, etc. The gold and silversmith’s trade, which over the centuries had been a decorative, class confirming and stereotyping applied art, stood up and demanded
vrije geest van de kunstenaar. Het was die geest die hoe dan ook de ambachtelijke muren sloopte en het juweel als artistiek medium de kans gaf om volwassen te worden. In de wereld van het sieraad gebeurde er heel veel vanaf eind jaren 60 tot begin jaren 90 van de vorige eeuw. In Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië werden nieuwe paradigma’s over het sieraad voorgesteld. Edelsmeden stelden vragen over draagbaarheid en kostbaarheid. Juwelen werden uitvergroot tot beelden, hoewel er helaas nog steeds beelden werden verkleind tot juwelen. Allerlei technieken passeerden de revue en werden op hun houdbaarheid getest. Er kwamen kruisbestuivingen met andere disciplines, zoals textieldesign, keramiek, papier enz. De edelsmeedkunst, die in de loop van de eeuwen een decoratieve, maatschappij- en rollenpatroonbevestigende toegepaste kunst was, eiste in die periode zijn autonomie op. Het juweel werd sieraad, maar diende niet meer. Het eiste aandacht en verdraagzaamheid van de koper-drager, maar wilde eigenlijk de houding van de drager bepalen. Het sieraad stelde zich niet meer ten dienste van een bepaalde status, maatschappelijke visie of situatie, maar verkondigde de visie van zijn schepper, de kunstenaar. Wie het object droeg, speelde geen rol meer.
its independence in that time. Jewel became orna-
In dit tijdsgewricht studeerde Sofie Lachaert juweelkunst. Geboren in een creatief gezin, met een moeder als modeontwerpster, en na de nodige turbulente adolescente jaren, koos ze voor een opleiding edelsmeedkunst in het KASKA. Sofie wilde per se geen mode doen, ondanks een succesvolle overgrootmoeder, grootmoeder en moeder in de modewereld. Mode vond
hout where Paul Bourgeois, a man who brought out
ment, but served no other purpose. It demanded attention and forbearance from its buyer or wearer, but actually sought to define the bearing of the wearer. The ornament no longer said something about status, social vision or situation, but propounded the vision of its creator, the artist. When you wore the object you were no longer playing a role. It was in this time that Sofie Lachaert studied jewellery design. Born to a creative family, with a mother in fashion design, and following the obligatory turbulent adolescence, she decided to follow a goldsmiths’ course at KASKA. Sofie didn’t want to do fashion per se, despite having a great grandmother, grandmother and mother who were successful in the fashion world. She found fashion too ephemeral, too transitory. She 5 Marcell Lachaert & d’Hanis, 2004
boarded at the Heilig Graf secondary school in Turn-
foto / photo Joris Luyten
the tactile, the poetic in her, was one of her teachers.
3 Changed Values Sofie Lachaert, 1985
His charisma amazed her, even just the way he thought. She graduated from KASKA in 1982 and
foto / photo Sofie Lachaert
6 Lucky dice Sofie Lachaert, 1996
quickly found her way to Design Flanders, then still in the VIZO (Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Onder-
foto / photo Joris Luyten
nemen: Flemish Institute for Entrepreneurship). In 1983 I invited her to exhibit at the Strombeek-Bever Cultural Centre, where for the last five years I had been exhibiting the work of fledgling, recently graduated jewellery designers. Back then, her ornaments looked different to the trivial stuff churned out by the
10
commercial gold world, but fitted in perfectly with the
11
designs and ideas of contemporaries from her generation: Pia Clauwaert, Linda Liket, Pascaline Goossens, Daniël Weinberger, later Hilde Van Der Heyden, Henk
35 Frietvork Sofie Lachaert, 1999
Byl, Anne Zellien, etc. The exhibition in Strombeek-
foto / photo Joris Luyten
Bever was probably one of her first encouragements
3 The belly rules the mind Sofie Lachaert voor/for Sergio Herman, 2011
to take this discipline further, for a year never went by
foto / photo Joris Luyten
when she didn’t participate in lots of exhibitions, even international ones. In 1986 I set up the first overview exhibition entitled Art Jewellery in Belgium from Gothic to Date in the Design Museum in Ghent, and, of course, it included Sofie’s work. I also took it with me to the Gulbenkian Museum in Lisbon in 1987, for an exhibition on contemporary art jewellery in Belgium. In 1989 Sofie had an exhibition at the renowned Schmuckszene ‘89 in Munich, nowadays the world’s leading event for modern ornaments. She took also part in renowned events like the Triennale du Bijou in Paris, exhibitions in the Gallery Marzee in Nijmegen, the Ademloos Gallery in The Hague (unfortunately
Pedestal Lachaert & d’Hanis, 2009 voor de tentoonstelling / for the exposition 'Le fabuleux destin du quotidien' (MAC's Grand Hornu) foto / photo Sofie Lachaert
now gone), exhibitions in Japan and much, much more. In 1989 she came over to my place one evening, at Sint-Amandsberg near Ghent, to talk to me about a new initiative. She was thinking about setting up her own gallery to display the sorts of things to which she could really lend her support and couldn’t really find in the design world around her. She asked me for my advice, or perhaps for a little encouragement to follow this road further. She wanted to exhibit wild, young talents, people who sought to break through timehonoured barriers, and she wanted to support them through this would-be initiative. She didn’t have the money, just the uncompromising desire to do it. I agreed with her, adding that an initiative like this wouldn’t necessarily go smoothly, but was certainly worth the effort. I was amazed by the courage that young Sofie showed in starting out on an adventure like this. The rest is history, though it was a long time in the making. The early 90s of the 20th century were pivotal years in her career. Sofie set up her gallery in Ghent in 1989 and organised amongst other the exhibition entitled Le palais sur les vagues (The palace on the waves), in which she showed for the first time her vision of the contemporary jewellery scene. She told the story through a breathtaking, completely new
12
ze te efemeer, te vluchtig. Middelbare school liep ze in het internaat van het Heilig Graf te Turnhout waar ze Paul Bourgeois als leraar had, een man die het tactiele, het poëtische in haar naar boven haalde. Hij had een charisma dat ze bewonderde, alleen al door zijn manier van denken. Ze studeerde in 1982 af aan het KASKA en vond heel snel de weg naar Design Vlaanderen, toen nog in het VIZO (Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen). In 1983 nodigde ik haar uit om tentoon te stellen in het Cultureel Centrum van Strombeek-Bever, waar ik gedurende een vijftal jaren startende, net afgestudeerde juweelontwerpers tentoonstelde. Haar sieraden zagen er toen reeds anders uit dan de triviale spullen uit de commerciële goudwereld, maar pasten perfect binnen de vormen en gedachten van haar generatiegenoten: Pia Clauwaert, Linda Liket, Pascaline Goossens, Daniël Weinberger, later Hilde Van Der Heyden, Henk Byl, Anne Zellien, enz. De tentoonstelling in Strombeek-Bever was blijkbaar een van de eerste aanmoedigingen om in deze discipline verder te gaan, want er ging geen jaar voorbij zonder dat ze deelnam aan tal van exposities, ook internationaal. In 1986 stelde ik de eerste overzichtstentoonstelling Juweelkunst in België van gotiek tot heden in het Designmuseum in Gent samen, met uiteraard werk van Sofie. Ik nam het ook mee naar het Gulbenkian Museum in Lissabon in 1987, voor een tentoonstelling over de hedendaagse juweelkunst in België. In 1989 stelde Sofie tentoon in de gerenommeerde Schmuckszene ’89 in München, vandaag het belangrijkste evenement voor hedendaagse sieraden in de wereld.Verder nog deelnames aan gerenommeerde manifestaties zoals de Triennale du Bijou in Parijs, tentoonstellingen in Galerie Marzee in Nijmegen, in de helaas verdwenen Galerie Ademloos in Den Haag, expo’s in Japan, en nog vele andere.
structure. In 1993 I invited her to the exhibition Een schitterend feest (A dazzling feast) which was held as
5 Tafelgesprekken / Table Talks: Schervenservies / Shards Collection Sofie Lachaert voor/for Sergio Herman, 2011 Foto / photo Tony Le Duc / Minestrone Cookbooks
3 Tafelgesprekken / Table Talks: Winter Landscape Sofie Lachaert voor/for Sergio Herman, 2009-2011 Foto / photo Sofie Lachaert
13 In 1989 kwam ze op een avond bij mij thuis, in Sint-Amandsberg bij Gent, om te praten over een nieuw initiatief. Ze wilde haar eigen galerie op poten zetten, waarin ze dingen kon brengen waar ze helemaal achter stond en die ze
part of the ‘Antwerp Cultural Capital of Europe’ celebrations. It was then that she forged for the first time an object in silver, a three-tiered dessert dish, and this made her start to think differently about her medium.
6 7 Keyholes Sofie Lachaert, 2008 foto / photo Joris Luyten
4 Anamorphosis Lachaert & d’Hanis, 2008 foto / photo Joris Luyten
But it was the opening of the Sofie Lachaert Gallery in Tielrode, in a romantic rural location on the Scheldt, where she now lives with Luc d’Hanis, her husband,
66 Dumbwaiter Sofie Lachaert, 1993 foto / photo Joris Luyten
that nudged her career in a firm direction. Luc is a painter and on the face of it he didn’t have much to
niet onmiddellijk terugvond in de haar omringende designwereld. Ze vroeg me advies, eigenlijk meer een aanmoediging om verder te stappen op deze weg. Ze wilde jonge stormers brengen, gasten die de aloude grenzen wilden doorbreken, en ze wilde hen via dit op te richten forum ondersteunen. Geld was er niet, alleen de onverzettelijke wil om het te doen. Ik gaf haar gelijk, met de bemerking dat een dergelijk initiatief niet echt van een leien dakje zou lopen, maar wel degelijk de moeite waard was. Ik bewonderde de moed van die jonge Sofie om een dergelijk avontuur aan te vatten. De rest is geschiedenis, hoewel die zich heel langzaam opbouwde. De vroege jaren 90 van de 20ste eeuw waren scharnierjaren in haar loopbaan. Sofie stichtte haar galerie in Gent in 1989 en organiseerde er ondermeer de tentoonstelling Le palais sur les vagues, waarin ze voor het eerst haar eigen visie op de hedendaagse sieradenscene toonde. Ze toonde die als een verhaal in een adembenemende, compleet nieuwe samenstelling. In 1993 nodigde ik haar uit voor de tentoonstelling Een schitterend feest in het kader van ‘Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa’. Ze smeedde toen voor het eerst een zilveren object, een dessertschaal in drie verdiepingen, waardoor ze anders begon na te denken over haar medium. De opening van de Galerie Sofie Lachaert in Tielrode, op een ruraal romantische locatie aan de Schelde, waar ze nu woont, met Luc d’Hanis, haar man, duwde haar loopbaan in een definitieve richting. Luc is schilder en moeide zich aanvankelijk niet openlijk met de loopbaan van zijn vrouw, maar was uiteraard erg geëngageerd en steunde haar. Blijkbaar was hij er altijd, al trad hij niet echt op de voorgrond. Die eer gaf hij aan Sofie. Dat veranderde in de 21ste eeuw. Vanaf dan werken Sofie Lachaert en Luc d’Hanis samen. Marjolijn Van Duyn, vroegere galeriehoudster van Galerie Ademloos, schreef erover: “Leven en werk zijn onlosmakelijk met elkaar verweven, ‘delen’ is dan ook een rode draad doorheen hun werk.” Internationale roem is vervolgens hun deel. Ze komen in contact met Droog, het bekende Nederlandse design14 collectief opgericht door Renny Ramakers en Gijs Bakker. Hun deelnames aan de presentaties van Droog blijven niet onopgemerkt, zeker niet in Milaan vanaf 2005 tot op vandaag. Het is de vrucht van de samenwerking tussen de
do with his wife’s career, although he was, of course, highly involved and gave her all his support. Obviously he was there all the time, al-though he never took centre stage. That honour he gave to Sofie. All this changed in the 21st century. As of then, Sofie Lachaert and Luc d’Hanis worked together. Marjolijn Van Duyn, former owner of Galerie Ademloos, wrote: “Life and work are inseparably bound, and ‘sharing’ is one of the themes that run through their work.” Their fate was to enjoy international fame. They came into contact with Droog, a well-known Dutch design collective set up by Renny Ramakers and Gijs Bakker. The part they have played in Droog presentations has not gone unnoticed, certainly not from 2005 to the present day in Milan. It is the fruit of a collaboration between silversmith and visual artist. Design Flanders has kept up its end too and invited them to participate in a number of exhibitions, one of which Je suis dada, was conceived for Turin, the world’s first design city in 2008, and won international acclaim, later travelling to cities including Milan, Vienna, Prague, Madrid, Brussels and even Sint-Niklaas. Lachaert and d’Hanis took part with their legendary sugar pot, disguised as a tiny bird cage, Marcell. Their stands in the biennial Interieur in Kortrijk were original and inspirational. “In their objects, furniture and installations they try to break down the boundaries between (applied) art and design. Meanings and functions are shifted. With subtle twists they give everyday objects new meaning and recharge them with unexpected beauty.” This line from their CV is as fine a summary of their work as any. They truly deserve the Henry van de Velde Career
edelsmid en de beeldende kunstenaar. En ook Design Vlaanderen laat zich niet onbetuigd maar nodigt hen meermaals uit om deel te nemen aan diverse tentoonstellingen, waarvan Je suis dada, geconcipieerd voor Turijn, in 2008 eerste wereldhoofdstad van design, internationaal hoge ogen gooide en die later zou doorreizen naar onder meer Milaan, Wenen, Praag, Madrid, Brussel en zelfs Sint-Niklaas. Lachaert en d’Hanis nemen deel met onder meer hun legendarische suikerpotje, vermomd als vogelkooitje, Marcell. Hun stands in de biënnale Interieur in Kortrijk zijn bijzonder origineel en inspirerend. “Zowel in hun objecten, meubilair als installaties trachten ze de grenzen tussen de (toegepaste) kunst en design te doorbreken. Betekenissen en functies worden verschoven. Met subtiele interventies geven ze alledaagse voorwerpen een nieuwe betekenis en herladen ze met onverwachte schoonheid.” Deze zin uit hun cv kan hun werk niet beter samenvatten. De Henry van de Velde Award 15 voor Loopbaan is dan ook meer dan verdiend.
Award.
www.lachaert.com www.lachaert.com Johan Valcke Johan Valcke
A lot can happen in a lifetime. Steve Symons studied economics in Antwerp. Steve worked for MasterFoods for a while after graduating, but had always been fascinated by interior design. He shared digs with a few student architects and used to lend a hand when they were making models and doing projects. In 1995 he set up his own business: TecnoSpace. In the early days they focused on the management of corporate relocation projects, but this soon developed into the fitting of wall systems. TecnoSpace Space Dividers are flexible wall systems that are easy to (re)assemble and move, yet have plenty more to offer in the way of style, functionality and acoustics. Working in tandem with its subsidiary Debaere, a fitter of plasterboard and acoustic ceilings, TechnoSpace can tackle just about any office fitting project. A few years ago, when TecnoSpace was asked to fit out offices belonging to trade fair organisers Artexis, they were also asked to take part in one of their fairs. Nothing is ever that simple. Artexis interior fairs are mostly geared to the public, but at that time TecnoSpace didn’t really have a product that was suited to the private market. A little later Design Brussels was organised in Brussels, as part of Cocoon, and this seemed the ideal time to launch. In May, Sas Adriaenssens was commissioned to design a sound-
HENRY VAN DE awards 11 bedrijf / company VELDE 20 buzzispace Het kan verkeren in het leven. Steve Symons studeerde economie in Antwerpen. Na zijn studie werkte hij even voor MasterFoods, maar Steve was altijd al gefascineerd door interieurvormgeving. Hij zat op kot bij architectuurstudenten en hielp hen onder meer bij het maken van maquettes. In 1995 richtte hij zijn eigen bedrijf op: TecnoSpace. Dat bedrijf richtte zich aanvankelijk op projectmanagement voor bedrijven die verhuisden, maar al snel evolueerden de activiteiten naar het plaatsen van wandsystemen. De TecnoSpace Space Dividers zijn flexibele systeemwanden die gemakkelijk te (her-)monteren en te verplaatsen zijn, en die rekening houden met zowel stijl, functionaliteit als akoestiek. Samen met het dochterbedrijf Debaere, dat gipsplaten en akoestische plafonds plaatst, kunnen zij elke opdracht voor kantoorinrichting aan.
absorbent felt product made from recycled materials. The initial results were presented in November under the name TecnoCoustics. To their amazement the product won them a Design Brussels Award and brought them in contact with Design Flanders. Johan Valcke suggested that Steve take part in the group stand at the Milan fashion fair in 2008. In Milan they presented four products: BuzziZone, BuzziBoard, BuzziLight and BuzziScreen, all made from the eco felt BuzziFelt, a material 100% recycled from plastic bottles. BuzziSpace were overwhelmed by the huge response they received from home and abroad. In 2009 they hired their own stand in the Zona Tortona in Milan, right across from the Flemish group stand. They soon expanded the range, always from the same philosophy, with the emphasis on ecology, flexibility and acoustic quality. They won more awards: a L’Esprit Marie-Claire Maison Award from Maison&
BuzziCube BuzziSpace Design Team poef / hassock, 2010
Toen TecnoSpace enkele jaren geleden de opdracht kreeg de kantoren van beursorganisator Artexis in te richten, kregen zij op hun beurt de vraag om eens aan een van hun beurzen deel te nemen. Voor wat, hoort wat. Nu zijn de interieurbeurzen van Artexis vooral publieksgericht, terwijl TecnoSpace toen niet echt een product had voor de particuliere markt. In de rand van Cocoon in Brussel vond iets later Design Brussels plaats, en dit leek wel een ideaal lanceermoment. Sas Adriaenssens kreeg in mei de opdracht om een product te ontwerpen met een geluiddempend vilt uit gerecycleerd materiaal. In november werden de eerste resultaten gepresenteerd onder de naam TecnoCoustics. Tot hun eigen verbazing sleepten ze er de Design Brussels Award mee in de wacht, en leerden Design Vlaanderen kennen. Johan Valcke stelde Steve voor om deel te nemen aan de groepsstand tijdens de meubelbeurs in Milaan in 2008. 17 In Milaan presenteerden ze vier producten: BuzziZone, BuzziBoard, BuzziLight en BuzziScreen, alle gemaakt uit het ecovilt BuzziFelt, een 100% uit petflessen gerecycleerd materiaal. BuzziSpace werd overweldigd door de vele reacties uit binnen- en buitenland. In 2009 huurden ze een eigen ruimte in de Zona Tortona in Milaan, vlak tegenover de Vlaamse groepsstand. Het gamma werd al snel uitgebreid, telkens vanuit dezelfde filosofie, met een klemtoon op eco-
Objet and a Design at Work Award from Interieur 08. Not only that, but in 2009 they won their first Henry van de Velde Label and an OVAM Ecodesign Award PRO. The material is not the only element of the product
33 BuzziSkin Sas Adriaenssens geluidsabsorberende wandbekleding sound absorbent wall covering 2009
with ecological credentials. The cradle-to-cradle principle is applied wherever possible in the production process. Besides BuzziFelt, the company has devel-
3 BuzziBlind Alain Gilles space divider, 2011
oped BuzziFabric, a material for seating elements that contains 70% recycled wool, 25% recycled polyacrylate and 5% recycled material off-cuts. The material can also be used in smaller runs and the number of colours available has now reached twenty.
logie, flexibiliteit en akoestiek. Ze vielen weer in de prijzen: een L’Esprit Marie-Claire Maison Award op Maison&Objet en een Design at Work Award op Interieur 08. In 2009 kregen ze bovendien een eerste Henry van de Velde Label en een OVAM Ecodesign Award PRO.
BuzziSpace sets high acoustic requirements for its absorption, achieved through the material itself and through its design. All products have their own resonance time. BuzziSpace aims to achieve optimal sound
Niet alleen het materiaal is ecologisch. Het cradle-to-cradle-principe wordt ook in de productie zoveel mogelijk toegepast. Naast het BuzziFelt werd ook het BuzziFabric ontwikkeld, een stof voor zitelementen uit 70% gerecycleerde wol, 25% gerecycleerd polyacryl en 5% gerecycleerde stoffenresten. Dit materiaal laat ook toe in kleinere oplagen te werken en is beschikbaar in meerdere kleuren, ondertussen een twintigtal.
absorption within speaking distance. The BuzziBooth
Voor zijn producten stelt BuzziSpace hoge akoestische eisen. In de huidige landschapskantoren is het belangrijk dat geluid goed geabsorbeerd wordt, zowel door het materiaal zelf als door de vormgeving. Voor alle producten wordt een resonantietijd aangegeven. Voor de BuzziSpace wordt gemikt op een optimale geluidsabsorptie in het bereik van de spraak. In de BuzziBooth kan je zelfs in de luidruchtigste ruimte even alleen zijn. Met BuzziSkin is een vilten behangpapier op de markt, beschikbaar in rollen van 10 meter. Waar de eerste generatie producten uit vlak vilt gemaakt zijn, is sinds enige tijd een tweede generatie in 3D-vilt op de markt. Men had in Nederland een stoffeerderij voor caravans leren kennen die niet echt mee was met de laatste trends in de sector, maar wél over een innovatieve 3D-technologie beschikte. Door deze techniek, waarvoor bovendien geen matrijzen meer nodig zijn, is het mogelijk kleine series of unieke stukken te maken. Intussen heeft men het 18 Nederlandse bedrijf overgenomen en produceert men er niet alleen zijn eigen stoffen, maar ook voor Kvadrat, MDF Italia en B&B Italia. Sas Adriaenssens stond vanaf het prille begin in voor de ontwerpen, maar nu 5 BuzziZone Sas Adriaenssens, space divider, 2008
werkt BuzziSpace ook samen met designers zoals Alain Berteau, Alain Gilles en Anthony Duffeleer. Projecten met internationale grote namen zoals Alfredo Häberli en Roger Webb zitten in de pipeline, en op Orgatec 2012 wil men een revolutionair ontwerp van ontwerpers Couvreur-Devos lanceren.
products. Today’s open plan offices require good sound
gives you a sense of quiet even in the noisiest of open spaces. BuzziSkin sells as a felt wallpaper, available in 10-metre rolls.
The home market is harder to penetrate, because it is a lot more traditional and governed to a much larger a degree by prevailing prices. This is why they work with several office equipment manufacturers. They also try
Whereas the first generation of products was made of
to set their prices just below those of the main inter-
smooth felt, a second generation, 3D felt has been on
national players. Ninety percent of this turnover is
the market for a while now. They met a caravan uphol-
generated through exports. The biggest customer is in
ster from the Netherlands which wasn’t quite up to
Australia, but France is doing really well too, while
speed with the latest developments in the sector, but
Germany is a little more conservative. There are new
was in possession of some innovative 3D technology.
customers in India and Italy. In January BuzziSpace is
With this technique, which does away with the need
opening its own showroom in Clerkenwell, London’s
for moulds, you can manufacture small series or uni-
design area. In November they attended the Boutique
que pieces. In the end they bought out the Dutch
Design New York in the United States, where they
business and now produce materials not only for
were asked to fit out a lounge. In June 2012 they will
themselves, but also for Kvadrat, MDF Italia and B&B
be at NeoCon in Chicago with a showroom of their
Italia.
own for the first time. In view of the enormous growth potential, they are now also turning their sights to Asia.
Sas Adriaenssens provided the designs at the very beginning, but BuzziSpace now works with designers
What has Steve Symons learned in the design world?
like Alain Berteau, Alain Gilles and Anthony Duffeleer
“Never blindly follow what other people say!” Lots of
too. They have projects in the pipeline with big inter-
successes are shouted from the rooftops, but the sales
national names like Alfredo Häberli and Roger Webb,
figures tell the real story. This is why they work the
and at Orgatec 2012 the company intends to launch
international market on a daily basis. BuzziSpace
a revolutionary design by the designers Couvreur-
attends trade fairs around the world, and not just the
Devos.
best known fairs, but new ones like Qubique in Berlin. The fact that BuzziSpace achieved success in less than
Last year BuzziSpace increased its turnover by a factor
5 years is no miracle, but the reward for all their hard
of 10. They are particularly active in the office market.
work!
Architects are learning about their products and getting to know more about the possibilities they offer.
www.buzzispace.com Christian Oosterlinck
Het jongste jaar vergrootte BuzziSpace zijn omzet met een factor 10. Vooral de office-markt wordt bespeeld. Architecten leren hun producten en de mogelijkheden ervan beter kennen. De home-markt is moeilijker te bereiken, want ook wat traditioneler en veel meer bepaald door heersende prijzen. Ze werken daarom samen met verschillende fabrikanten van kantoormateriaal. Men probeert ook naar prijszetting iets goedkoper te zijn dan de internationale hoofdrolspelers. Negentig percent van de omzet wordt dan ook gerealiseerd door export. De grootste klant zit in Australië, maar ook Frankrijk loopt heel goed, terwijl Duitsland dan weer iets conservatiever is. Er zijn nieuwe klanten in Indië en Italië. In januari opent BuzziSpace een eigen showroom in Clerkenwell, de Londense designwijk. In november stonden ze in de Verenigde Staten op Boutique Design New York en mochten ze er een lounge aankleden. In juni 2012 zullen ze voor het eerst met een eigen showroom vertegenwoordigd zijn op NeoCon in Chicago. Gezien de enorme groeimogelijkheden wordt nu ook op Azië gemikt. Wat heeft Steve Symons geleerd in de designwereld? “Nooit blind afgaan op wat anderen zeggen!”. Vele successen worden rondgebazuind, maar het zijn de uiteindelijke verkoopresultaten die tellen. Daarvoor wordt dagelijks de internationale markt bewerkt. BuzziSpace stelt zich dan ook voor op beurzen over de hele wereld, niet alleen op de gevestigde waarden, maar ook op nieuwe beurzen als Qubique in Berlijn. Dat BuzziSpace zijn succes uitbouwde op 19 minder dan 5 jaar is dan ook geen mirakel, maar het resultaat van hard werk! www.buzzispace.com Christian Oosterlinck
20
21
BuzziLight Sas Adriaenssens verlichting / lighting 2008
Ecological graphic design Sara De Bondt occupies an unassailable position in the cultural domain as a graphic designer. She works from her base in London for clients across the length and breadth of Europe, and not just any clients: the V&A Museum, the Barbican Art Gallery, the Tate and BOZAR to name but a few. She employs two people in her studio and has already prepared a string of trainees to be designers. In addition to this she has given countless guest lectures, taught for a while at the Royal College of Art and currently teaches at the KASK in Ghent. She organises conferences and runs a publishing house for affordable art books. Indeed, her ambitions seem to stretch out endlessly and from her impressive CV you would be forgiven for thinking that
HENRY VAN DE awards 20 11 VELDE jong talent / young talent
sara de bondt
we are giving Sara De Bondt a lifetime achievement
Ecologisch grafisch design
award. No. For the time being she will have to make
Sara De Bondt heeft als grafisch ontwerpster een onwrikbare positie verworven in het culturele domein. Vanuit Londen werkt ze voor opdrachtgevers uit heel Europa, en niet de minste: V&A Museum, Barbican Art Gallery, Tate en BOZAR zijn slechts enkele van haar klanten. In haar studio geeft ze leiding aan twee medewerkers en stoomde ze al een rist stagiairs klaar voor het zelfstandige ontwerperschap. Daarnaast vervulde ze talloze gastdocentschappen en gaf ze een tijdlang les aan het Royal College of Art, tegenwoordig aan het KASK in Gent. Ze organiseert conferenties en runt een uitgeverij voor betaalbare kunstboeken. Enfin, haar ambitie lijkt grenzeloos uit te waaieren en op basis van haar indrukwekkende cv zou u kunnen besluiten dat we aan Sara De Bondt een lifetime achievement award geven. Voorlopig moet ze het stellen met een Henry van de Velde Award voor Jong Talent. Als u vindt dat we daar dan rijkelijk laat mee zijn, zou u geeneens ongelijk hebben.
do with a Henry van de Velde Award for Young Talent. But if you thought that award had been a long time coming, you wouldn’t be wrong. Normally a piece like this would open with a chronological overview, starting with the laureate’s studies. But you can find out more on that subject in the many places where she has already been written about, or the 2010 Canvas documentary on her. Perhaps we should just start with the here and now. Her most recent project was the communication campaign for the Italian art fair Artissima. Since it is hard to encapsulate the diversity of modern art in a single image, Sara came up with an ingenious solution: she suggested using infographics – visual representations of statistical data. Every item of content was the result of a small survey. On one occasion the data even led to sociologically relevant insights, such as a comparison of the numbers of female and male artists. On another occasion, they revealed the mundane reality behind such a high-profile event, as in the number of oversized packages or poster tubes that were delivered. Sara is enthusiastic about the concept, but admits that the amount of work it involved snowballed. Nothing was too much effort. During the fair the entire Sara De Bondt Studio actually moved to Turin to set up – on the trade fair floor – their own ‘office of statistics’, where new statistics were generated live. She took the
Infographic Artissima, 2011
Traditioneel begint een tekst als deze met een chronologisch overzicht, te beginnen bij de studie van de laureaat. Maar daarover kan u meer vernemen op de talrijke plaatsen waar al over haar geschreven werd, of in de documentaire die Canvas in 2010 aan haar wijdde. Misschien moeten we gewoon beginnen bij het nu. Haar laatste realisatie is de communicatiecampagne rond de Italiaanse kunstbeurs Artissima. Omdat de diversiteit van hedendaagse kunst moeilijk in één beeld te vatten is, kwam Sara met een ingenieuze oplossing: ze stelde voor om met infographics, visualisaties van statistische data, te werken. Alles wat opgeleverd werd, was het resultaat van een klein onderzoekje. De ene keer leidden de gegevens tot sociologisch relevante inzichten, zoals in de vergelijking tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke kunstenaars. Een 23 andere keer verrieden ze de kleine anekdotiek van zo’n beurs, wanneer we bijvoorbeeld vernamen hoeveel buitenmaatse pakketjes afgeleverd werden.
concept all the way: around her own stand there were all kinds of colourful bar charts on perspex panels, and pie charts chalked on blackboards were being constantly updated. Fate played a hand here and there: the glass façade of the trade hall looks something like a set of Cartesian axes waiting to have a graph drawn on them. The infographics were the binding agent that brought the visual identity of Artissima together. This is graphic design that creates itself, or just about. The Artissima concept illustrates Sara De Bondt’s design outlook, which you could describe as a sort of ‘ecological awareness’. You can take that literally, because she is forever exploring environmentally friendly alternatives in the printing process, but interpret
Sara is enthousiast over het concept, maar geeft tegelijk toe dat er ontzettend veel werk in kroop. Maar geen moeite was haar te veel. Tijdens de beurs verhuisde de gehele Sara De Bondt Studio zelfs naar Turijn, om daar – op de beursvloer – een office for statistics op te zetten, waar live nieuwe statistieken gegenereerd werden. Het concept werd helemaal doorgedreven: rond haar eigen beursstand vormden plexiglazen panelen veelkleurige staafdiagrammen en met krijt werden op schoolborden allerlei taartdiagrammen geüpdatet. Soms helpt het toeval een handje: de glazen façade van de beurshal lijkt wel een cartesisch assenstelsel dat gemaakt werd om er een lijndiagram op aan te brengen. Samen vormen de infographics het bindmiddel in de visuele identiteit van Artissima. Het is grafisch ontwerp dat zichzelf maakt, of toch bijna.
it broadly too: she likes to steer clear of the unneces-
Het Artissima-concept illustreert de designopvatting van Sara De Bondt, die je zou kunnen omschrijven als een vorm van ‘ecologisch bewustzijn’. Dat mag u letterlijk opvatten, want ze verkent voortdurend milieubewuste alternatieven in het drukprocedé, maar u kan het ook ruimer interpreteren: ze vermijdt in haar opdrachten liever het overbodige. In een oververzadigde informatiemaatschappij is alle communicatie die niets wezenlijks toevoegt, per definitie een verspilling. Ze houdt niet van grafisch ontwerp als arbitraire vorm, als een verplicht nummertje in een verder doelloze marketingstrategie. Idealiter is de vorm meer dan een vehikel voor de boodschap en wordt die vorm zelf (deel van) de boodschap. The medium is the message, maar dan op een goede manier.
take for granted. In 2006, for the arts centre Wiels,
sary in her projects. In an oversaturated information society such as ours communication that doesn’t actually add anything is, by definition, wasteful. She doesn’t like to think of graphic design as an arbitrary form, a necessary part of an otherwise pointless marketing strategy. Ideally, the form is more than a vehicle for the message and is actually (part of) the message itself. ‘The medium is the message’, but in a good way. In setting out to uncover that added value she tries wherever possible to question the things we normally for example, she had designed a visual identity that exploited to the full the long-established elements of colour, logo and typeface. Everything that followed was a reaction against it: “I think that that visual identity still works really well for Wiels, but what do you do afterwards, when you have done something already? You yourself try to evolve too, in your work... For Nottingham Contemporary we built an actual exhibition around the search for a logo. They ask every artist who comes there to design them a logo. Admittedly, artists
In het op zoek gaan naar die toegevoegde waarde probeert ze zo veel mogelijk gegevenheden in vraag te stellen. Zo tekende ze in 2006 voor kunstencentrum Wiels nog een visuele identiteit die optimaal gebruikmaakte van het klassieke 24 stramien van kleur, logo en lettertype. Alles wat erna kwam, was een reactie daartegen: “Volgens mij werkt de visuele identiteit voor Wiels nog steeds erg
like to be a little contrary at times and some of the logos may not be very useful, but that’s what actually makes it so interesting!” To give the ‘permanent collection’ of logos a sort of unifying theme, however, they always use the same typeface. Together with Jo De Baerdemaeker they went in search of a typeface
5 Infographic Artissima, 2011 4 Infographic Artissima, 2011
that had a firm link with Nottingham. In the St Bride Library they came across books that were produced
6 Affiche / Poster MK Gallery, 2011 4 Gevel / Facade MK Gallery, 2011
by a 1930s Nottingham printing school, in which the
Sara De Bondt doesn’t rely on images to show off her
same typeface always appeared: Elegant Grotesk.
work. She prefers to show the tangible output of her
They made a new digital version of this font.
work, the printed volumes themselves. And rightly so,
Though Sara De Bondt does love to see flexibility in an identity programme, she drew a very radical line through the concept of ‘visual identity’ in a recent assignment. Instead of coming up with an expensive manual full of impeccable instructions that everyone would eventually make fun of anyway, she sought to
goed, maar wat doe je daarna, als je dat al eens gedaan hebt? Je probeert toch ook te evolueren in je werk ... Voor Nottingham Contemporary hebben we dan van de zoektocht naar een logo een heuse tentoonstelling gemaakt. Aan elke kunstenaar waarmee ze samenwerken, vragen ze een logo te ontwerpen. Toegegeven, kunstenaars willen nog wel eens tegendraads zijn en daardoor zijn sommige logo’s misschien minder bruikbaar, maar dat maakt het net zo interessant!” Om toch enige lijn in de ‘permanente collectie’ van logo’s te brengen, wordt wel steeds hetzelfde lettertype gebruikt. Samen met Jo De Baerdemaeker ging ze daarvoor op zoek naar typografie die verband hield met Nottingham. In de St Bride Library stootten ze op boeken van een drukkerijschool in Nottingham uit de jaren 30, waarin steeds hetzelfde lettertype voorkwam: Elegant Grotesk. Daarvan werd een nieuwe, digitale versie gemaakt. Sara De Bondt houdt van flexibele identiteitsprogramma’s, maar voor een recente opdracht haalde ze een wel erg radicale streep door het begrip ‘visuele identiteit’. In plaats van een dure handleiding met gemillimeterde instructies waar iedereen na een tijdje toch een loopje mee neemt, zocht ze naar de grootst mogelijke reductie: voor de MK Gallery in Milton Keynes schafte ze niet alleen een logo af, maar ook een voorgeschreven kleurenpalet of een exclusief lettertype. Werknemers kunnen kiezen uit zes standaardlettertypes die op elke computer terug te vinden zijn: “Iedereen kan het logo maken. De identiteit zit eerder in de plaatsing van de grafische elementen op een grid. Dat verwijst naar Milton Keynes, een stad die uitgezet werd op een raster. Het gebouw zelf is ook bijna een kubus. Op de website gebruiken we wisselende kleuren, die wel altijd verwijzen naar de gepresenteerde foto’s van de kunstwerken. Op die manier staat de identiteit van de galerie niet los van wat ze doet, van haar aanbod.” Het is weer een mooi voorbeeld van Sara’s ecologische designprincipe: door het aantal voorschriften te beperken, komt er ruimte vrij voor de inhoud. 26 Sara De Bondt houdt niet van afbeeldingen om haar werk te tonen. Liever laat ze het drukwerk zelf inkijken en betasten. Zo moet het ook, want haar realisaties zijn precieuze hebbedingen. Dat wil niet zeggen dat ze er duur of chic uitzien, maar wel dat je voelt dat ze met grote toewijding en volle overgave gemaakt zijn. Ze zijn doordacht, oprecht, doelgericht en ‘af’: niets is aan het toeval overgelaten, ook al kan hun verschijning soms als vanzelfsprekend of speels overkomen. Haar realisaties zijn duurzaam, zelfs wanneer hun bood-
reduce as much as possible: for the MK Gallery in Milton Keynes she dispensed not only with a logo, but with a predefined colour scheme and exclusive font too. Staff can choose between six of the standard fonts available on any computer: “Anyone can design the logo. The actual identity lies in the placement of
because her creations are precious things. That doesn’t mean that they look expensive or chic, but that they feel as though they are made with great dedication and complete abandonment to the task. They are well thought-out, genuine, effective and ‘finished’: nothing is left to chance, although their appearance can sometimes come across as obvious or playful. Her creations are timeless, even if their message is limited in time. Who, for example, would be heartless enough to bin a newsletter from the British Council if it had been drawn entirely by hand, including all the running text and photos?
graphic elements on a grid. This is a reference to
Sara De Bondt’s projects reveal an ongoing pursuit of
Milton Keynes, a town that was conceived on a grid.
added value. The execution itself has to follow the
The building itself is almost a cube. On the website we
underlying idea, even if that means exploring the limits
use alternating colours that always refer to the art
of what is technically possible. She doesn’t see that as
works themselves. This prevents the gallery’s identity
being too much of a problem, because her innate
from breaking loose from what it does, from what it
curiosity can turn just as easily to the more practical
offers.” This is yet another nice example of Sara’s eco-
side of the profession. When star author Jonathan
logical design principle: by reducing the number of
Safran Foer wanted to cut entire passages from a book
rules, space is created for content.
to create a new novel, the printers told him it couldn’t be done. Sara took this challenge on. It was eventually to become a titanic work of trial and error, but she enjoyed every single step of the process.
schap van tijdelijke aard is. Wie zou het bijvoorbeeld over zijn hart krijgen om een nieuwsbrief van de British Council weg te gooien als die helemaal met de hand getekend werd, inclusief alle lopende tekst en foto’s? De projecten van Sara De Bondt laten een voortdurend streven naar meerwaarde zien. De concrete uitwerking moet de achterliggende idee dan maar volgen, ook als dat betekent dat ze de grenzen van het technisch mogelijke moet opzoeken. Dat vindt ze niet erg, want haar aangeboren nieuwsgierigheid richt zich evengoed naar de meer praktische kant van het metier. Toen sterauteur Jonathan Safran Foer uit een bestaand boek hele passages wilde knippen om zo tot een nieuwe roman te komen, zei elke drukkerij dat het niet gerealiseerd kon worden. Sara nam de uitdaging aan. Het zou uiteindelijk een titanenwerk van trial and error worden, maar ze heeft genoten van elke stap in het proces.
In all the diversity of Sara’s portfolio it is hard to find a ‘style’. At most we can tease out a few recurring elements, such as the use of bright colours. Designing with a vast colour pallet often means running the risk of tastelessness, a challenge from which many of her fellow designers would prefer to shrink. But Sara De Bondt proves that colour still has a place in a contemporary visual grammar. Sara wants to make sure that she doesn’t slip into a particular style and so she is always open to different ideas and influences. This explains her many collaborations over the years. Indeed, she doesn’t actually believe in the myth of the individual as a creative genius. But her urge for innovation also has much to do with her vision of the profession itself: “I don’t see graphic design as something that revolves around a visual ‘imprint’, the stamp of the designer, but around
Doorheen de verscheidenheid in Sara’s portfolio kan je moeilijk een ‘stijl’ ontwaren. Hooguit kunnen we enkele terugkerende elementen isoleren, zoals bijvoorbeeld het gebruik van heldere kleuren. Ontwerpen met een uitgebreid kleurenpalet is vaak dansen op de slappe koord van de smakeloosheid, een uitdaging die vele collega-ontwerpers liever uit de weg gaan. Sara De Bondt bewijst echter dat kleur nog een plaats heeft in een hedendaagse visuele grammatica. Sara wil vermijden dat ze in een bepaalde stijl vervalt en staat daarom altijd open voor andere ideeën en invloeden. Dat verklaart de vele samenwerkingen die ze over de jaren is aangegaan. Ze gelooft trouwens niet in de mythe van het individu als creatief genie. Maar haar vernieuwingsdrang heeft ook te 27 maken met haar visie op het vak zelf: “Grafische vormgeving gaat voor mij niet om een visuele ‘opdruk’, een stempel van de designer, maar wel om ideeën. Hoe dat idee er uiteindelijk zal uitzien, hangt af van de opdracht, van de context en van de klant. Ik wil mezelf ook niet herhalen, omdat ik dan niets bijleer. Er is bijvoorbeeld een periode geweest dat ik veel kunstboeken maakte, en daar ging ik naar mijn gevoel te weinig in vooruit. Op den duur
ideas. How an idea will eventually look depends on the
departments that expect her to mindlessly carry out
assignment, the client and the context. And I don’t
what she is told to do. We can only conclude that
want to end up repeating myself, because I’ll stop
things aren’t quite so bad in our own cultural sector:
learning. For example, there was a time when I
“In Belgium, for example, you as the designer have
designed lots of art books, but started feeling that I
direct contact with a curator and there is no marketing
wasn’t making enough progress. After a while you get
department in between. Here, we still have the sort of
to know the tricks of the trade and it is like flying on
mentality that allows us to work through something in
autopilot.” Her aversion to the very latest trends and
dialogue. My best clients are without doubt the
her fear of repeating herself are deeply engrained:
Belgians. Practical considerations aside, the best thing
“Clients often approach me because they have seen
I could do is move back to Flanders.” That’s what we
ken je de trucjes wel en dan wordt het een automatisme.” De aversie tegenover de trend van het moment en de angst om zichzelf te herhalen, zitten goed ingebakken: “Vaak benaderen klanten mij omdat ze iets gezien hebben en dan iets gelijkaardigs willen. Zo had Kunsthal Charlottenborg in Kopenhagen mijn werk voor Wiels gezien, met die felle kleuren. Voor hen heb ik dan iets gemaakt met veel zwart!” [lacht]
something in my work and would like something simi-
like to hear.
Rather than a style, she allows her projects to be
residence in Stockholm. She was able to relax there
Eerder dan door een stijl, laat ze de opdrachten liever beheersen door een manier van werken, een benadering. Die aanpak is vooral gericht op het ontwikkelen van een sterk concept, en dat maakt het niet altijd gemakkelijk om klanten te vinden: “Misschien schrikt het sommige opdrachtgevers wel af dat ik zo veel over dingen babbel, dat ik alles in vraag stel. Ik merk soms dat andere bureaus pitches winnen omdat ze gewoon doen wat van hen gevraagd wordt.” Dat betekent niet dat Sara een principiële dwarsligger of een ‘moeilijk karakter’ is, wel integendeel. Haar kritische instelling wil gewoon zeggen dat ze graag met een onbevangen blik op zoek gaat naar het onbenutte potentieel van een opdracht. Ze denkt graag mee met de opdrachtgever om te vermijden dat die zichzelf tekort zou doen.
guided by a way of doing things, an approach. That
and think a bit about where she wants to go. She has
approach tends to centre on the development of a
worked, among other things, on a historiography of
strong concept, and that can mean that it is not always
graphic design. The book will be published by
easy to find clients: “The fact that I babble so much
Occasional Papers, a publisher of good quality
about things, that I question everything, might scare a
but affordable art books which she set up with her
few clients off. I sometimes notice that other agencies
husband. She thinks it important that people reflect
win pitches because they simply do what is asked of
on and write about design processes and subjects and
them.” This doesn’t mean that Sara is hard work, or an
that designers share their experiences with each other.
‘awkward customer’. On the contrary. Her critical
For her, it is a subject of continual self-study and a way
disposition simply means that she likes to seek with an
of filling in the gaps in her education. In the future she
open mind the untapped potential of an assignment.
would even like to write a history of Belgian graphic
She likes to think along with the client so that he gets
design. She just has to find the time...
Sara vindt de voorafgaande ideeënfase noodzakelijk, maar ze schept ook plezier in de uitwerking. Ze vindt het trouwens onzin dat je een idee zou kunnen scheiden van de vorm waarin die gegoten wordt. Daarom dat ze haar eerste baan in Londen snel voor bekeken hield. Bij Daniel Eatock draaide alles om de ideeën, maar ze mocht er – ocharm – maar één lettertype gebruiken. Toevallig kwam ze daarna James Goggin tegen, en ze besloten het werk te verdelen. Zo kon Sara voor zichzelf beginnen in Londen. Ze geeft toe dat de uitstraling van haar uitvalsbasis wellicht geholpen heeft in het vinden van klanten, maar ze is niet onverdeeld enthousiast over de Londense designscene: alles is er beter georganiseerd, maar tegelijkertijd ook meer beregeld en ‘gladder’. Ze krijgt er vaak te maken met marketingafdelingen die verwachten dat ze klak28 keloos uitvoert wat haar opgedragen wordt. We besluiten dat het zo slecht nog niet is gesteld met onze culturele sector: “In België heb je als ontwerper bijvoorbeeld rechtstreeks contact met een curator, zonder dat daar een marketingafdeling gaat tussenzitten. Hier heerst nog een mentaliteit die toelaat om iets in dialoog uit te werken. Mijn beste klanten zijn zonder twijfel de Belgische. Afgezien van praktische bezwaren, zou ik eigenlijk best naar Vlaanderen willen terugkeren.” We horen het graag.
lar. For example Kunsthal Charlottenborg in Copenhagen had seen my work for Wiels, with all those vivid colours. I did a project for them that involved lots of black!” [Laughs]
Sara De Bondt is at once designer, lecturer, researcher, business manager, accountant, publisher, editor, curator and conference organiser. That’s quite something. She spent the last months of 2011 in an artists’
all he can from the interaction. Sara thinks that the preliminary phase of playing with
www.saradebondt.com
ideas is necessary, but she also enjoys the execution. It is nonsense, she thinks, to try to separate an idea from the mould in which it is cast. This is why she soon quit her first job in London. Everything revolved around ideas at Daniel Eatock’s, but she was only
steven cleeren
Sara De Bondt is tegelijk ontwerper, docent, onderzoeker, bedrijfsleider, boekhouder, uitgever, redacteur, curator en organisator van conferenties. Het is nogal wat. De laatste maanden van 2011 bracht ze door in een kunstenaarsresidentie in Stockholm. Daar kon ze wat tot rust komen en zich bezinnen over waar ze naartoe wil. Ze heeft er onder meer gewerkt aan een boek over de geschiedschrijving van grafische vormgeving. Dat boek wordt uitgegeven bij Occasional Papers, de uitgeverij voor inhoudelijke maar betaalbare kunstboeken die ze samen met haar echtgenoot opstartte. Ze vindt het belangrijk dat er nagedacht en geschreven wordt over designprocessen en -inhouden, dat ontwerpers hun ervaringen met elkaar delen. Voor haar is het een onderwerp van voortdurende zelfstudie en een manier om de lacunes in haar opleiding op te vullen. In de toekomst zou ze graag zelfs nog een geschiedenis van Belgisch grafisch ontwerp willen schrijven. Ze moet er alleen de tijd nog voor vinden ... www.saradebondt.com
allowed – the poor girl – to use the one typeface. Coincidentally she then met James Goggin and they
steven cleeren
decided to share the work. This enabled Sara to start up on her own in London. She admits that the allure of her base of operations may well have helped her find clients, but she is not overly enthusiastic about the London design scene: it is all better organised there, but, at the same time, it is more regulated and ‘smoother’. She often has to deal with marketing
29 33 Logo WIELS, 2006 3 The Form of the Book Book Occasional Papers, 2009 5 Tree of Codes Visual Editions, 2010
HENRY VAN DE awards 01 1 ecodesign award PRO VELDE 2OVAM De OVAM en ecodesign
The OVAM and ecodesign
The 2011 Ecodesign Award PRO
Environment and ecodesign are gradually becoming
In recognition of the environmental work of our
more noticeable aspects of design in Flanders.
Flemish designers, the OVAM presents one annual
OVAM, the Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaat-
Ecodesign Award for students and one for professional
schappij [the Public Waste Agency of Flanders] and
designers. Products can participate in the Ecodesign
Design Flanders once again join forces to present the
Award PRO if they have a proven link with Flanders
OVAM Eco-design Award PRO, an additional cate-
and have been on the market for no more than 3 years.
gory of the Henry van de Velde Awards.
There are two categories: ‘product on the market’ and
Ecodesign is of immense importance to one of the
‘product in development’.
De Ecodesign Award PRO 2011
main objectives and challenges facing Flemish envi-
The jury selects several ‘product on the market’ entries
ronmental policy, namely that of making the transition
for an ‘OVAM Ecodesign Nomination’. One of these
or switch from a traditional to a sustainable waste
nominees then goes on to win the OVAM Ecodesign
policy. The measures we take to prevent waste and
Award PRO. The winner receives a cash prize of EUR
reuse or recycle materials are no longer confined to
4,000 and a trophy. The selected designers and com-
producers and consumers these days. They focus
panies may then use the logo to refer to this nomina-
Ecodesign is van groot belang voor één van de belangrijkste doelstellingen en uitdagingen van het Vlaamse milieubeleid, namelijk de transitie of de omschakeling van het klassieke afvalbeleid naar een duurzaam materialenbeleid. De maatregelen die we vandaag nemen om afval te voorkomen en materialen te hergebruiken en te recycleren richten zich niet langer exclusief tot producenten en consumenten. Meer en meer richten we ons op alle actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van een product en op alle levensfases van een product: van designer tot consument, van producent tot distributeur, van aan de ontwerptafel tot aan de demontage- of recyclagefase, en terug tot aan de ontwerptafel. Die evolutie is cruciaal: afvalstoffen moeten de materialen worden voor nieuwe producten, de grondstoffen voor een nieuwe toekomst.
more and more on all of the actors involved in the life-
tion in all their communication. Nominated products
cycle of a product and on all of a product’s life phases:
also receive recognition through the press, digital
from designer to consumer; from producer to distri-
newsletters and other channels, and are listed in the
butor; from design table to the dismantling or recy-
OVAM databank of examples (see below). The
cling phase, and then back to the design table. This
‘product in development’ category covers designs that
development is crucial: waste must become materials
are ready for production but have not yet been intro-
for new products – the raw materials for a new future.
duced to market, for one reason or another. From this
Een doordachte aanpak in het begin van die keten is daarbij essentieel. Precies daar vallen immers de grootste milieuwinsten te behalen. De ontwerp- en ontwikkelingsfase is één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste fase in de levenscyclus van een product. Het is de ontwerper die beslist over de materialen die ingezet zullen worden en het productieproces dat toegepast 30 zal worden, wat de verdere levenscyclus van het product zal bepalen.
Milieu en ecodesign worden stilaan een opmerkelijk facet van design in Vlaanderen. De OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, en Design Vlaanderen slaan dan ook opnieuw de handen in elkaar voor het organiseren van de OVAM Ecodesign Award PRO, als extra categorie in de Henry van de Velde Awards.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij ondersteunt Vlaamse ontwerpers om hiervoor de nodige competenties te ontwikkelen. De beste ecodesigners worden in de kijker gezet met de uitreiking van de OVAM Ecodesign Award PRO.
It is crucial that things be well conceived at the start of this chain, because this is where the greatest envi-
category a single winner is chosen for a cash prize of EUR 2,000.
ronmental benefits are to be had. The design and
When assessing entries, the jury looks first and fore-
development phase is one of the most important, if
most at the level to which ecodesign has been incor-
not the most important phase in the lifecycle of a pro-
porated in the process: has the designer considered
duct. It is the designer who decides the materials to be
the environmental aspects in every phase of the life-
used and the production process to be employed, and
cycle, or in as many phases as possible? Naturally, the
this determines the further lifecycle of the product.
jury also looks at the general quality and the styling,
The Public Waste Agency of Flanders (OVAM) helps Flemish designers develop the right skills for this job. It places the best ecodesigners in the limelight by issuing the OVAM Ecodesign Award PRO.
distribution potential and innovative character of the product. Visit www.ovam.be/ecodesign for the full competition rules and past winners of the Ecodesign Awards.
Om de milieu-inspanningen van onze Vlaamse ontwerpers te belonen, reikt de OVAM jaarlijks een Ecodesign Award uit voor studenten én voor professionele ontwerpers. Deelname aan de Ecodesign Award PRO kan met producten die een duidelijke ‘Vlaamse’ link vertonen en die niet langer dan drie jaar op de markt zijn. Er zijn twee categorieën: ‘product op de markt’ en ‘product in ontwikkeling’. De jury kent aan een aantal inzendingen van de producten op de markt een ‘OVAM Ecodesign Nominatie’ toe. Aan één van deze genomineerden wordt de OVAM Ecodesign Award PRO toegekend. Deze winnaar ontvangt een geldprijs van 4000 euro en een trofee. De gelauwerde ontwerpers en bedrijven kunnen dankzij een logo in al hun communicatie met deze nominatie uitpakken. De genomineerde producten krijgen ook de nodige aandacht via pers, digitale nieuwsbrieven en andere kanalen en worden ook opgenomen in de voorbeeldendatabank van de OVAM (zie verder). De categorie ‘product in ontwikkeling’ bevat ontwerpen die productierijp zijn, maar om bepaalde redenen nog geen marktintroductie kenden. Uit deze categorie wordt één winnaar gekozen die een geldprijs van 2000 euro wint. Bij de beoordeling van de inzendingen houdt de jury vooral rekening met de mate waarin ecodesign toegepast werd. Houdt de ontwerper in elke fase of in zoveel mogelijk fases van de levenscyclus van het product rekening met milieu-aspecten? Daarnaast houdt de jury uiteraard ook rekening met de algemene kwaliteit en vormgeving, het verspreidingspotentieel en het vernieuwende karakter. Op www.ovam.be/ecodesign vindt u het volledige 31 reglement en de winnaars van de vorige edities van de Ecodesign Awards. Om ontwerpers te ondersteunen om ecodesign op een eenvoudige maar wetenschappelijke manier in de praktijk te brengen, ontwikkelde de OVAM de Ecolizer. De Ecolizer 2.0 is een instrument waarmee de ontwerper op een
LAUREAAT / WINNER OVAM ECODESIGN AWARD PRO 2011 [PRODUCT OP DE MARKT - PRODUCT ON THE MARKET]
To help designers apply ecodesign in practice in a simple yet scientific way, the OVAM has developed the Ecolizer. Ecolizer 2.0 is a tool which was developed to enable the designer to make a relatively quick and easy but rigorous assessment of the environmental impact of his product or product design.
relatief eenvoudige en snelle wijze een wetenschappelijk onderbouwde inschatting kan maken van de milieu-impact van zijn product of productontwerp.
demonstratiemodel van een lichtgewicht autodeur a lightweight functional door demonstrator
LWD
Ecolizer is now to be enhanced with the addition of the
hegge ID
OVAM SIS (Sustainable Innovation System) toolkit,
www.hegge-id.com
which was developed by the OVAM to better integrate sustainability principles in innovation and design processes. The SIS Toolkit covers a multitude
Het project LWD, ontworpen door hegge ID, is een initiatief van Flanders' DRIVE. Het doel is om in te spelen op de vraag van de automobielsector om lichtere, comfortabele en duurzame materialen toe te passen in de productie van voertuigen. Binnen het project zijn materialen, bewerkingen, technieken en combinaties op een innovatieve manier uitgewisseld, gecombineerd en getest. Het resultaat is een demonstratiemodel van een autodeur die een gewichtsreductie van 20% van het normale gewicht betekent. Een gewichtsreductie van een voertuig leidt tot een lager brandstofgebruik en een lagere CO2-uitstoot. The project LWD, designed by hegge ID, is an initiative by Flanders’ DRIVE. The aim is to cater to the automobile sector’s demand for lighter, comfortable and sustainable materials for use in vehicle production. The project exchanges, combines and tests in an innovative way a variety of materials, processes, techniques and combinations. The result is a demonstrator that signifies a 20% reduction in the weight of a normal car door. Reducing the weight of a vehicle leads to lower fuel consumption and a lower CO2 emission.
of sustainability issues, namely the technical, human,
De Ecolizer zal nu ook versterkt worden door de OVAM SIS (Sustainable Innovation System)-toolkit die door de OVAM ontwikkeld werd om duurzaamheidsprincipes beter te integreren in innovatie- en designprocessen. De SIS-Toolkit brengt een veelheid van duurzaamheidsaspecten samen, namelijk het technisch, menselijk, sociaal, financieel en ecologisch aspect. Het is een creatief hulpmiddel voor wie op zoek wil gaan naar duurzame oplossingen, in alle aspecten van het ontwerp en de bedrijfsvoering en daarbij ook verder wil gaan dan een strikt ecologische dimensie.
social, financial and ecological aspects. It is a creative tool for anyone who is looking for sustainable solutions in all aspects of design and operational management, and therefore wants to look beyond the strictly ecological dimension. Designers and producers in search of inspiration can always turn to our database of examples at www.ovam.be/voorbeeldendatabank. This database
Ontwerpers of producenten die inspiratie zoeken, kunnen terecht in onze voorbeeldendatabank op www.ovam.be/voorbeeldendatabank. Deze databank bevat honderden bedrijfsgetuigenissen, projecten en voorbeelden van ecodesign en eco-efficiëntie.
contains hundreds of business testimonies, projects and examples of ecodesign and eco-efficiency. Miranda Geusens (OVAM)
Miranda Geusens (OVAM)
32
33
LAUREAAT / WINNER OVAM ECODESIGN AWARD PRO 2011
NOMINATIE / NOMINATION OVAM ECODESIGN AWARD PRO 2011
[PRODUCT IN ONTWIKKELING - PRODUCT IN DEVELOPMENT]
[PRODUCT OP DE MARKT - PRODUCT ON THE MARKET]
trailer met zonnecellen voor een elektrische fiets trailer containing solar cells for an electrical bicycle
Solarwind Raf Van Hulle 123 x 52 cm www.vanhulleraf.be
De elektrische fiets kent de laatste jaren een enorme opmars. Het gebrek aan bagageruimte op de fiets en de beperkte autonomie van de batterij, maken de elektrische fiets minder geschikt voor het afleggen van lange afstanden. Solarwind, ontworpen door architect Raf Van Hulle, biedt de oplossing. De trailer zorgt voor extra bagageruimte en is uitgerust met een zonnepaneel dat ervoor zorgt dat de batterij van de elektrische fiets oplaadt en op peil blijft. The electric bicycle has come a very long way in recent years. However, the lack of luggage space and limited range of the battery makes the electric bike less suited to long distances. Solarwind, designed by architect Raf Van Hulle, offers a solution. The trailer provides extra luggage space and is fitted with a solar panel to keep the electric bicycle’s battery charged.
karaf en beker / carafe and beaker
drinKraantjeswater hegge ID 20,1 cm x 10,5 cm / 9,2 cm x 8,4 cm www.hegge-id.com
De drinKraantjeswater-karaf, ontworpen door hegge ID, wil het gebruik van leidingwater als drinkwater stimuleren. Er werd gekozen voor een iconische en tijdloze vormgeving met als inspiratiebron de grote verscheidenheid aan watertorens in het Limburgse landschap. De karaf is vervaardigd uit porselein en werd dikwandig uitgevoerd om de kans op breken te verkleinen. Bovenop zit een gelijkaardige dop, die ook kan dienen als drinkbeker. De karaf kost 10 euro en de opbrengst gaat integraal naar een drinkwaterproject van de vzw Protos in Mali. De karaf werd ontworpen naar aanleiding van de ontwerpwedstrijd drinKraantjeswater georganiseerd door de Provincie Limburg, Limburg.net, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), de Intercommunale Watermaatschappij IWM en de Bond Beter Leefmilieu.
34
Hegge ID’s design of the drinKraantjeswater [drink tap water] carafe aims to encourage people to drink water from the tap. An iconic and timeless design has been chosen, inspired by the huge variety of water towers in the landscape of Limburg. The carafe is made of porcelain, but has thick sides to make it less likely to break. It has a similar cap on top, which serves as a drinking beaker. The carafe costs EUR 10 and all proceeds go to the drinking water project run by Protos NPO in Mali. The carafe was designed for the drinKraantjeswater design competition organised by the Province of Limburg, Limburg.net, the Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) [Flemish Water Board], the Intercommunale Watermaatschappij IWM [Intercommuncal Water Board] and the Bond Beter Leefmilieu [Federation for a Better Environment].
foto / photo Paul Delaet
35
HENRY VAN DE awards 01 1 2010 / public 2010 VELDE 2publiek
boekenplank / bookshelf
das brett Kaspar Hamacher
Het publiek van de Henry van de Velde Awards & Labels 2010 kon vorig jaar kiezen uit zeven producten, alle tentoongesteld in de Loketten van het Vlaams Parlement. Het werd uiteindelijk een spannende strijd die gewonnen werd door de boekenplank Das Brett van Kaspar Hamacher. Das Brett is een massieve eiken plank die ambachtelijk bewerkt is. Eigen aan deze boekenplank is dat de boeken op de plank elkaar ondersteunen doordat de plank naar het midden afloopt. Deze boekenplank is dus legger en steun tegelijkertijd. De concave bovenkant staat diametraal tegenover de rechte onderkant, wat een bijzondere esthetische spanning geeft.
4,5 x 220 x 20 cm massieve eik, ambachtelijk bewerkt traditionally crafted solid oak 2008-2009/2010 www.kasparhamacher.be
Das Brett past helemaal in de filosofie van Kaspar Hamacher. Zelf zegt hij het volgende over zijn werk: “Ik probeer werken te maken met duidelijke lijnen. Ik heb het dan vooral over basismeubels als stoelen, tafels, rekken of kasten. Ik wil op een artistieke manier betekenis geven aan mijn werk, zonder de functionaliteit, zowel naar vorm als naar gebruik, uit het oog te verliezen. Het ruwe en het echte van de natuur staan centraal in mijn werk. De natuur is mijn inspiratiebron. Ik geloof in pure en eerlijke objecten met uitgebalanceerde vormen. Het verschil tussen het puur natuurlijke en het technologische product is duidelijk voelbaar. Sommige zaken, zoals de warmte van het hout, de geur en het gevoel van leder, het individuele,… kunnen niet nagemaakt worden.”
Last year, visitors to the Henry van de Velde Awards & Labels 2010 exhibition could choose from seven products, all of which were exhibited in the ‘Loketten’ hall of the Flemish Parliament building. It turned into an exciting contest which was won by the bookshelf Das Brett from Kaspar Hamacher. Das Brett is a massif oak shelf made using traditional methods. The unique feature of this bookshelf is that the books on the shelf support each other because the shelf slopes into the middle. This makes the bookshelf both a joist and a support. The concave top is diametrically opposed to the flat underside, giving it a special aesthetic tension.
36
Das Brett is completely in keeping with Kaspar Hamacher’s philosophy. This is what he has to say about his work: “I try to create objects with clear lines. Meaning mainly basic furniture such as chairs, tables, shelves or cupboards. I want to bring meaning to my work in an artistic manner, without losing sight of functionality, both with respect to the form and use of the object. The rawness and authenticity of nature are of central importance in my work. Nature is my source of inspiration. I believe in pure and honest objects with well-balanced forms. There is a clearly perceptible difference between the purely natural and the technological product. Some things, such as the warmth of the wood, the smell and feel of leather, the individual elements and so on are impossible to reproduce.”
37
foto / photo Liesje Reyskens
The Henry van de Velde Label is a quality label for Flemish design. Selected products may bear the label for as long as they are in production. The label recognises the authenticity, innovation, creativity, finish and added value of the product and guarantees its quality for the general public. There is no prize money attached to the granting of this label, it is a reward for the vision of the designer and the producer.
HENRY VAN DE labels 2 0 11 VELDE
The jury’s task was to make a rigorous selection from the 114 products that competed this year for a label. After two selection rounds, it was finally decided to award a Henry van de Velde Label to 8 products that
Het Henry van de Velde Label is een kwaliteitslabel voor Vlaams design. Geselecteerde producten mogen het label dragen zolang ze in productie zijn. Het label erkent de authenticiteit, vernieuwing, creativiteit, afwerking en meerwaarde van het product en garandeert zijn kwaliteit naar het grote publiek toe. Aan de toekenning is geen geldprijs verbonden, het is een bekroning van de visie van de ontwerper en de producent.
may henceforth bear the label for high-quality design when they are marketed. Naturally, the label is also a promotional tool for designers and companies, who can now proudly proclaim their quest for originality and perfection. The Henry van de Velde Labels jury always consists of professionals with extensive experience and expertise.
De jury kreeg de opdracht om een strenge keuze te maken in de 114 producten die dit jaar meedongen voor een label. Na twee selectierondes werd uiteindelijk besloten om een Henry van de Velde Label toe te kennen aan 8 producten die voortaan het label voor kwaliteitsdesign mogen dragen wanneer ze vermarkt worden. Het label is uiteraard ook een promotiemiddel voor de ontwerpers en bedrijven, die nu met trots hun streven naar originaliteit en perfectie kunnen uitdragen.
This year’s jury consisted of Nicolas Block (Business Manager, King George), Hilde Bouchez (Curator and Lecturer Sint-Lucas Ghent), Laure Capitani (Coordinator, Walloon-Brussels Design/Mode), Anne Decruy (Interior Designer and Business Manager, ’t Casteelken), Chris De Roock (Director, Economics Department of Fedustria), Klara De Smedt (Manager, Designcenter De Winkelhaak), Liesbeth Longueville (Design Coordinator, Flanders InShape), Giovanna Massoni (Freelance Design Journalist and Consultant), Pierre Misseghers (Business Manager, Cargo), Fátima Pombo (Lecturer, Sint-Lukas Brussels and K.U.Leuven), Dany Snokx (Project Director, Humin and and Lecturer, MAD Faculty), Wouter Ulburghs (Innovation Staff Member, OVAM), Kurt Vanbelleghem (coördinator Sint Lucas Antwerp, freelance curator en consultant) and Guy Vermeirsch (Business Manager, ’t Huis van Oordeghem). Johan Valcke, Director of Design Flanders, was the Chairman of the jury.
De jury van de Henry van de Velde Labels wordt steeds samengesteld met professionelen met een grote ervaring en vakkennis. Dit jaar bestond de jury uit Nicolas Block (zaakvoerder King George), Hilde Bouchez (curator en docent Sint-Lucas Gent), Laure Capitani (coördinator Wallonie-Bruxelles Design/Mode), Anne Decruy (interieurarchitecte en zaakvoerster ’t Casteelken), Chris De Roock (directeur Economisch Departement Fedustria), Klara De Smedt (manager Designcenter De Winkelhaak), Liesbeth Longueville (designcoördinator Flanders InShape), Giovanna Massoni (freelance designjournaliste en consultant), Pierre Misseghers (zaakvoerder Cargo), Fátima Pombo (docent Sint-Lukas Brussel en K.U.Leuven), Dany Snokx (projectdirecteur Humin en docent MAD-faculty), Wouter Ulburghs (Innovatiemedewerker OVAM), Kurt Vanbelleghem (coördinator Sint Lucas Antwerpen, 39 freelance curator en consultant) en Guy Vermeirsch (zaakvoerder ’t Huis van Oordeghem). Johan Valcke, directeur van Design Vlaanderen, zat de jury voor.
room controller
Deseo Klaas Arnout en/and Sandra Maes voor/for Basalte 8 x 8 x 0,8 cm geborsteld, geanodiseerd of gelakt aluminium, vernikkelde of verbronsde messing brushed, anodised or painted aluminium, nickel-plated or bronzed brass 2010-2011 www.basalte.be
Doutreligne 7 combineert doorgedreven eenvoud met pure elegantie. Lijnen worden tot hun essentie herleid om het karakter van de piano te versterken. Met zijn schuine poten knielt de piano uitnodigend voor zich uit om te worden bespeeld. Het is een instrument met een pittige ziel en een drang naar hedendaagse cultuur. Alle onderdelen van Doutreligne 7 werden zorgvuldig geselecteerd en gemonteerd. Het is het resultaat van 70 jaar vakmanschap. De Color Label 7 piano’s zijn in wit, met uitzondering van de bekleding van het bankje en de binnenkant van het klavierdeksel die in verschillende kleuren beschikbaar zijn. De Black Label piano’s zijn, op de snaren en het klavier na, in zwart uitgevoerd.
Deseo is ontworpen vanuit een zoektocht naar een evenwicht tussen functionaliteit, gebruiksgemak, en een streng minimalistische, uitgepuurde esthetische vormgeving. Voor een domoticasysteem is gebruiksvriendelijkheid heel belangrijk. De room controller is hierbij een essentieel onderdeel. De meest gebruikte functies, zoals verlichting en het oproepen van voorgeprogrammeerde sferen, worden met schakelaars bediend. Deseo bundelt deze functies, bedient zonnewering, airco en ventilatie en dient tevens als thermostaat. Deseo bevat geen overbodige knopjes of lichtjes, geen groot scherm met eindeloos ingewikkelde keuzemogelijkheden en scroll-functies, maar een duidelijke boodschap in een grote typografie, die enkel de functie toont waar de gebruiker op dat moment mee bezig is. Bij aanraking van het volledige oppervlak treedt de multitouch-functie in werking, en kunnen in één beweging alle functies aan- of uitgeschakeld worden. De aanraking van de room controller wordt gedetecteerd door een innovatieve elektronische schakeling op basis van capacitieve technologie. De aanraakgevoelige oppervlakten van Deseo worden gemaakt in hoogwaardige materialen zoals geborsteld of gelakt aluminium. In de Classic Line zijn dit tijdloze materialen als brons en nikkel op basis van messing.
The design of Deseo arises from a search for balance between functionality, ease-of-use and a rigorously minimalist, refined aesthetic design. For a home automation system, user-friendliness is of prime importance. The room controller is an essential part of this. The most commonly used functions, such as lighting and calling up pre-defined atmospheres, are operated with switches. Deseo combines these functions, operates the blinds, air conditioning and ventilation and also serves as a thermostat. Deseo does not have any unnecessary buttons or lights or a big screen with endless, complicated options and scroll functions. All it has is a clear message in a large font size, which only displays the function currently being used by the user. Touching anywhere on the surface activates the multi-touch function, and all functions can be switched on or off with a single movement. The touching of the room controller is detected by an innovative electronic circuit based on capacitive technology.
De nieuwe hedendaagse vleugel is geen kunstobject, maar een instrument dat door vele muzikanten geliefd wordt. Het is de vertaling en stilering van het klassieke instrument tot een hedendaags meubel dat integreert met actuele tendensen in het interieur. Kortom een klassiek instrument, ontworpen met het oog op morgen.
vleugelpiano / grand piano
Doutreligne 7
Doutreligne 7 combines simplicity with pure elegance. Lines are reduced to their essence to strengthen the character of the piano. With its oblique legs, the piano appears to kneel, inviting you to play it. It is an instrument with a vibrant soul and a desire for contemporary culture. All parts of Doutreligne 7 have been carefully selected and assembled. It is the result of 70 years of craftsmanship. The Color Label 7 pianos are finished in white, except for the upholstery of the seat and the inside of the lid, which are available in different colours. The Black Label pianos are finished in black, except for the strings and the keys. The new, contemporary grand piano is not an object of art, but an instrument loved by many musicians. It is the translation and styling of the traditional instrument into a contemporary piece of furniture that merges with current trends in interiors. In short, a traditional instrument designed for tomorrow.
GBO Design voor/for Piano's Maene 100 x 144 x 185 cm hout, gietijzer / wood, cast iron 2009-2010 www.gbo.be www.maene.be
The touch-sensitive surfaces of Deseo are made of high-quality materials such as brushed or painted aluminium. In the Classic Line, timeless materials such as brass base bronze and nickel have been used.
40
41
foto / photo Julien Lanoo
foto / photo GBO Design
Het is een algemene tendens om zowel kantoren als woningen open te maken. Grote lofts zonder deuren en gigantische werkplateau’s met verschillende eilanden zijn vandaag meer regel dan uitzondering. Ze geven een gevoel van vrijheid en openheid, waardoor we ons goed voelen. Toch wil de mens af en toe graag eens wat privacy; om even alleen te werken met zijn laptop, in alle rust te telefoneren of gewoon even relaxed na te denken, om even alleen te zijn tussen de mensen. Cyclo maakt deel uit van de Papilio-collectie, een label van Prado Rugs. Een nederige binnenband wordt een tweede leven geschonken, na een lange staat van dienst als onderdeel van ’s werelds populairste vervoermiddel: de fiets. De oude banden worden verzameld bij lokale fietsherstellers, waar ze anders toch maar bij het andere afval zouden terecht komen. De banden worden opgesneden en geweven. Tijdens het productieproces worden geen chemische producten gebruikt, evenmin als voor de afwerking. Een klein detail: wie goed kijkt, kan hier en daar nog een maat op de banden gedrukt zien staan. Het is een verwijzing naar het vorig leven, de fiets, de fietser en de afstand die afgelegd is. Dit robuuste tapijt is tevens geschikt om buiten te gebruiken. Het tapijt werd eveneens bekroond met een Red Dot Award.
tapijt / rug
Cyclo Christophe Vervaeke voor/for Papilio (Prado Rugs)
Cyclo is part of the Papilio Collection, a Prado Rugs label. A humble inner tube is given a second life, after a long service record as part of the world’s most popular means of transport: the bicycle. The old tyres are collected from local bicycle repair shops, where they would otherwise end up with other waste. The tyres are then cut up and woven. No chemical products are used either during the production process or for the finishing. A small detail: if you look closely, you can still see the dimensions printed on the tyres here and there. It is a reference to a previous life, the bicycle, the cyclist and the distance travelled. This robust rug is also suitable for outdoor use. This rug has also received a Red Dot Award.
De BuzziBooth is de oplossing voor deze noden: een akoestische cocon, gemaakt van geluidsabsorberend BuzziFabrik (op basis van 100% gerecycleerde materialen), dat het omringende geluid dempt en opslorpt. Met de BuzziBooth creëer je op een stijlvolle manier een rustpunt in kantoor- of loftinterieur. Hij is praktisch en esthetisch, met de mooie afgeronde vormen en zijn tactiele huid. Met de 20 verschillende kleuren zijn vele creatieve toepassingen mogelijk. akoestische cocon & werkplek acoustic cocon & workplace
BuzziBooth Alain Gilles voor/for BuzziSpace 215 x 129 x 120 cm 70% gerecycleerde wol, 20% gerecycleerd poly-acryl, 5% andere gerecycleerde materialen 70% recycled wool, 20% recycled poly-acrylic, 5% other recycled materials 2010
There is a general trend towards creating open offices and homes. Today, large lofts without doors and gigantic work plateaus with various islands are more the rule than an exception. These give a sense of freedom and openness, which makes us feel good. Nevertheless, people sometimes want to have a bit of privacy, to work alone for a while on one’s laptop, make phone calls in private or just to relax and think, to be alone while among other people. The BuzziBooth is the solution for these needs: an acoustic cocoon, made of sound-absorbing BuzziFabrik (made from 100% recycled materials), that muffles and absorbs ambient noise. The BuzziBooth allows you to create a refuge within the office or loft interior in a stylish manner. It is practical and aesthetic, with its well-rounded shapes and tactile skin. With the 20 different colours, many creative applications are possible.
www.alaingilles.com www.buzzispace.com
230 x 160 cm oude binnenbanden van fietsen, polypropyleen old bicycle inner tubes, polypropylene 2010-2011 www.papilio.be
42
43
foto / photo Alain Gilles
Deze ergonomische wasknijper bestaat volledig uit kunststof, dus zonder de traditionele metalen veer. Ontwikkeling, materiaalkeuze, prototypering en testen resulteerden in een bladveer met goede knijpresultaten over korte en lange termijn. De kracht van de veer is geoptimaliseerd, met voldoende kracht om het wasgoed vast te houden, maar vraagt een minimale kracht van de gebruiker. De nieuwe vormvrijheid van de bladveer is optimaal benut bij de integratie in de knijper. Deze is volumineus en organisch vormgegeven, waarmee het uiting geeft aan zachtheid en de delicate wijze waarop wasgoed behandeld wordt. Aan de buitenzijde van de knijper is een soft touch materiaal gebruikt, wat hem prettig doet aanvoelen en de grip verhoogt. Aan de binnenzijde zorgt ditzelfde materiaal ervoor dat er geen afdrukken op het materiaal achterblijven.
inbouwspot – led / built-in led spotlight
Scotty Couvreur & Devos voor/for Modular 8,5 x 27 x 27 cm aluminium 2010-2011 www.couvreurdevos.be www.supermodular.com
44
Scotty is een opvallende en uitgepuurde lichtarmatuur die zich perfect in de architectuur weet te versmelten, en dit zowel in een residentiële als professionele omgeving. Bij volledige inbouw loopt de armatuur naadloos over in het plafond, zowel in een vals plafond als een betonnen structuur. Bij gedeeltelijke opbouw komt de armatuur minder diep te liggen, en is een subtiele opstaande boord zichtbaar tegen het plafond. De dunne LEDbehuizing, met een dikte van slechts 12,5 mm, bevat 16 LED’s. Dankzij een spiegelreflector en heroriëntatieplaat wordt het licht omgeleid en via een lens gefocust in een krachtige lichtbundel met een straalhoek van 32° of 56°. Een ingebouwde sensor dimt het licht wanneer in extreme omstandigheden een bepaalde temperatuur wordt overschreden. Scotty is een typische downlighter. De diepliggende LED-schijf, asymmetrisch geplaatst in een kelk, creëert een krachtige lichtstraal. Dankzij het brede oppervlak is er een betere afkoeling, wat een levensduur van 50 000 branduren garandeert, en schijnt het licht nooit hinderlijk in de ogen. De Scotty Adjustable is zowel downlighter als wallwasher (voor het uitlichten van wanden). De twee rotatiepunten, zowel de LED-schijf als de draaiplaat kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen en zorgen voor een horizontale rotatie van 360° en een verticale inclinatie van 60°. Deze ongeziene richtbaarheid garandeert een optimale uitlichting.
Scotty is an eye-catching and refined luminaire that is able to blend perfectly into the architecture, both in a residential and professional environment. When completely built-in, the fixture merges seamlessly into the ceiling, be it a false ceiling or a concrete structure. If partially built-in, the fixture lies less deep and a subtle upright disc is visible against the ceiling. The thin LED housing, with a thickness of only 12.5 mm, contains 16 LEDs. Thanks to a reflector plate and a reorientation plate, the light is diverted and focused via a lens into a powerful beam of light with a beam angle of 32° or 56°. A built-in sensor dims the lights when a certain temperature is exceeded under extreme circumstances. Scotty is a typical downlighter. Set deep inside and positioned asymmetrically in its chalice, the LED disc creates a powerful beam of light. The broad surface area helps the LEDs cool down faster, which guarantees a life of 50,000 burning hours, and the light never disturbs by shining directly into the eyes. The Scotty Adjustable is both a downlighter and a wall washer (for wall lighting). The two rotation points, where both the LED disc and the rotary plate can move independently of one another, ensure a horizontal rotation of 360° and a vertical inclination of 60°. This unprecedented directionality guarantees optimal lighting.
wasspeld / clothes peg
Knijper
This ergonomic clothes peg is made entirely of plastic and therefore without the traditional metal spring. Development, material selection, prototyping and testing resulted in a leaf spring with effective clasping results in the short and long term. The strength of the spring is optimised, so that it has sufficient strength to hold the laundry but requires a minimum application of force by the user. The new freedom of form of the leaf spring is fully utilised by integrating it into the peg. It is voluminous and organic in shape, which expresses softness and the delicate way in which laundry is handled. On the outside of the peg, a soft-touch material has been used, which makes it feel pleasant and improves the grip. The same material on the inside ensures that the peg leaves no mark on the material.
Enthoven Associates voor/for Moerman 4,6 x 2,7 x 8,3 cm PP, TPE, POM 2009-2010 www.ea-dc.com www.moermangroup.com
45
De Hopper brengt mensen samen en combineert functionaliteit met innovatie. De Hopper pikt in op de herkenbaarheid van de lange picknicktafel, maar zorgt tegelijk voor extra comfort. Dankzij vier instapplaatsen is er geen reden meer om over banken of tafelgenoten te klauteren. De afgeschuinde tafelrand ligt in het verlengde van de poten. Wie zich omdraait kan het tafelblad als ideale ruggensteun gebruiken. De inspiratie komt uit de hoppecultuur, lange biertafels, Brueghel en de bijhorende feesten. De Hopper is uiterst robuust waardoor ze alle seizoenen buiten kan blijven staan. Optioneel zorgt een gemonteerd zeil voor de nodige lommer. Dankzij de vaste banken staat het geheel altijd netjes. Met een grondbevestiging kan de Hopper ook dienen als straatmeubilair. De verpakking is geconcipieerd als een handige hulp bij de montage.
bijzettafel / side table
Multiple Raphaël Charles (Raphaël Charles Studio)
Hopper
The Hopper brings people together and combines functionality with innovation. The Hopper picks up on the recognisability of the long picnic table, but also provides for extra comfort. With four entry points, there is no longer any need to scramble over benches or table companions. The bevelled edge of the table is an extension of the legs. Anyone who turns around can use the table top as an ideal back rest. The inspiration comes from hop cultivation, long beer tables, Brueghel and the accompanying festivities.
Dirk Wynants (dw ) voor/for Extremis
The Hopper is extremely robust, so it can be kept outside all year round. An optional upper awning provides pleasant shade. The fixed benches ensure that the entire piece always stays together as a neat whole. Fixed to the ground, the Hopper can also serve as street furniture. The packaging has been designed as a handy tool for the assembly.
tafel / table
2
74 x 160 x 300 cm Iroko-hardhout, gegalvaniseerd staal, gepoedercoat aluminium Iroko hardwood, galvanised steel, powder-coated aluminium 2010
38 cm massief beukenhout, permanente magneten solid beech, fixed magnets 2010
Raphaël Charles houdt ervan materialen te onderzoeken en te manipuleren. Hij wil het materiaal ‘temmen’. In zijn ontwerpen speelt hij met de illusie van het materiaal. Dergelijke strategieën verrassen de toeschouwer en provoceren hem ook een beetje. Bovendien stelt Raphaël voortdurend de vorm en de functionaliteit in vraag. De tafel Multiple bestaat uit een reeks modules in massief beukenhout, aan elkaar geplakt door een onzichtbaar magnetisch systeem. Hierdoor kan de tafel op oneindig veel manieren samengesteld en ontleed worden. Multiple werd in 2010 reeds bekroond met de Design Vlaanderen-prijs op Interieur in Kortrijk. Het eerste prototype van deze tafel, in de vorm van een kaart van België, is opgenomen in de privécollectie van Prins Filip. Charles is een ontwerper in hart en nieren. Hij geeft een nieuwe invulling aan bestaande voorwerpen, waarbij de objecten eenvoudig en relevant blijven en steeds hun functionele en menselijke kenmerken behouden.
www.raphaelcharles.com Raphaël Charles enjoys examining and manipulating materials. He wants to ‘tame’ the material. He plays with the illusion of the material in his designs. Such strategies surprise the observers and also provoke them slightly. Raphaël is also continuously bringing the form and functionality into question. The Multiple table consists of a group of modules in solid beech that are ‘glued’ to one another by an invisible magnetic system. As a result, the table can be assembled and taken apart in an endless number of ways. In 2010, Multiple received the Design Flanders award at the Design Biennale Interieur in Kortrijk. The first prototype of this table, in the shape of the map of Belgium, is part of the private collection of Prince Philippe of Belgium. Charles is every inch a designer. He gives new meaning to existing objects, whereby the objects remain simple and relevant and always retain their functional and human characteristics.
www.extremis.be
46
47
HENRY VAN DE &awards labels VELDE 2 0 1 1 EEN INITIATIEF VAN DESIGN VLAANDEREN I.S.M. DE OVAM, PMV/CULTUURINVEST EN HET VLAAMS PARLEMENT AN INITIATIVE OF DESIGN FLANDERS IN COOPERATION WITH THE OVAM, PMV/ CULTUURINVEST AND THE FLEMISH PARLIAMENT
Design Vlaanderen
Koloniënstraat 56 (7de verd.) – 1000 Brussel – België T +32 (0)2 227 60 60 – F +32 (0)2 227 60 69
[email protected] – www.designvlaanderen.be OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij)
Stationsstraat 110 – 2800 Mechelen – Belgiê T +32 (0)15 28 42 84 – F +32 (0)15 20 32 75
[email protected] – www.ovam.be management
Johan Valcke, directeur Design Vlaanderen
De tentoonstelling n.a.v. de Henry van de Velde Awards & Labels 2011 en de OVAM Ecodesign
Ceremonie / ceremony
Award PRO 2011 vindt plaats in het Vlaams
coördinatie / coordination
Parlement, De Loketten, te Brussel van 18 januari 2012 t/m 25 februari 2012.
Bie Luyssaert, Pia De Winter (Design Vlaanderen) pers & communicatie / press & communication
King George, Bie Luyssaert (Design Vlaanderen), Jan Verheyen (OVAM) CATALOGUS / CATALOGUE
The exhibition in the framework of the Henry van
coördinatie / coordination
Mies Van Roy (Design Vlaanderen)
de Velde Awards & Labels 2011 and the OVAM
vormgeving / graphic design
Ecodesign Award PRO 2011 is to be held in the
Leen Depooter – quod. voor de vorm.
Flemish Parliament, De Loketten, in Brussels
redactie / editors
from 18 January 2012 till 25 February 2012.
Steven Cleeren, Miranda Geusens, Christian Oosterlinck, Johan Valcke vertaling / translation
Data Translations
ISBN nr. 9789074886437 Wettelijk Depotnummer D/2012/10987/1
TENTOONSTELLING / EXHIBITION coördinatie / coordination
Inge Vranken (Design Vlaanderen) scenography / exhibition architecture
Venlet Interior Architecture trofee / trophy
48
Helena Schepens getuigschrift / certificate
Brody Neuenschwander secretariaat / administration
Vincent De Pauw, Greta Laermans (Design Vlaanderen)
www.designvlaanderen.be