SCHOOL VOOR JONG TALENT

Koninklijk Conservatorium

SCHOOL VOOR JONG TALENT Schoolgids 2010-2011

Inhoudsopgave Voorwoord

8

Hoofdstuk 1 Algemene informatie De directie van het Koninklijk Conservatorium

10

Hoofdstuk 2 Doelstellingen van onze school Doelstellingen

13

Onze pedagogische opdracht jegens ouders en leerlingen

13

Kenmerken van de school

15

Ontwikkeling van de leerlingaantallen

16

Wat van ouders wordt verwacht

17

Hoofdstuk 3 De inrichting van het onderwijs in onze school Kleine geschiedenis

18

Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)

19

Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)

20

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)

20

De brugperiode (vmbo/havo/vwo-1,2)

20

De basisvorming vmbo/havo/vwo

21

De vakken van de basisvorming

22

Lessentabel klas 1 t/m 3

23

De tweede fase voor havo en vwo

23

Studiewijzers

26

Zo doen we dat in de tweede fase

27

Hoofdstuk 4 De dagelijkse onderwijspraktijk De organisatie van het dagelijks onderwijs

29

Lestijden vmbo, havo, vwo

29

Roosterwijzigingen, lesuitval

29

Telefoonketen

29

Rapportage

30

Excursies

30

School voor Jong Talent — Schoolgids 2010–2011

5

Verlof aanvragen

31

Hoofdstuk 5 Leerlingbegeleiding Algemene beschrijving

32

Klassenmentoren

32

Coördinator onderbouw/bovenbouw

33

Remedial teacher

33

Studiebegeleiders

33

Schoolpsycholoog

33

Schooldecaan

34

Vertrouwenspersonen

34

Medische begeleiding

34

Leerlingvolgsysteem

34

Hoofdstuk 6 Betrokkenen bij het onderwijs Betrokkenen vanuit de school

35

Leerlingen

35

Medezeggenschapsraad

35

Ouders

36

Oudercommissie

36

Leerlingenraad

38

Hoofdstuk 7 Praktische zaken Toelatingsbeleid

39

Bevordering

39

Gedragsregel

39

Schorsing

40

Verwijdering van school

40

Klachtenprocedure

40

Kosten

41

Fondsen

42

NS-korting

42

Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten

43

Boeken huren

43

Schoolverzekering voor leerlingen

43

6


Legitimatiekaart

44

Kluisjes

44

Vakantietijden

44

Vakantie en vrije dagen 2010-2011

46

Hoofdstuk 8 Onderwijsresultaten

47

Eindexamenresultaten voorgaande leerjaren

48

Kwaliteitskaart onderwijsinspectie

48

Bezoek inspectie 2010

49

Bijlagen

50

1 Schoolregels

50

2 Bevorderingsrichtlijnen

56

3 Leerlingenstatuut

61

4 Aanname - beleid School voor Jong Talent

71

5 Zorgprotocol

72


7

VOORWOORD Voor u ligt de schoolgids van de Interfaculteit School voor Jong Talent. Deze interfaculteit maakt deel uit van de Hogeschool der Kunsten (HdK), bestaande uit het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Binnen deze interfaculteit combineren jonge leerlingen een intensief voortraject op het gebied van de beeldende kunsten, muziek of dans met het reguliere voortgezet onderwijs of basisonderwijs. Deze schoolgids heeft met name betrekking op het voortgezet onderwijs zoals dat vorm wordt gegeven door de School voor Jong Talent, omvattende de onderwijstypen vwo (inclusief gymnasium), havo en vmbo (theoretische leerweg). Waarom een schoolgids voor ouders en leerlingen? Iedere school is wettelijk verplicht een schoolgids te presenteren. De schoolgids bevat nuttige informatie voor ouders, gastouders, verzorgers en leerlingen over de werkwijze van de school. Alle scholen in Nederland rapporteren door middel van een schoolgids wat ze onderwijskundig willen, hoe ze dat denken te bereiken en wat het concrete resultaat van dat alles is, gemeten in resultaten van examens en doorstroming. De schoolgids geeft ook de noodzakelijke praktische informatie, bijvoorbeeld over jaarplanning, vakantierooster, schoolregels enzovoort. Voor alle vragen of opmerkingen over onze school kunt u zich wenden tot de schoolleiding. Wat betekent Jong Talent? Aandacht voor Jong Talent is één van de specialismen van het Koninklijk Conservatorium. Daarom is er een speciale afdeling voor jonge talenten die van hun liefde voor muziek, dans of beeldende kunst hun beroep willen maken. Dit zijn leerlingen die zoveel aanleg en ambitie hebben dat ze vooral niet moeten wachten met écht studeren tot na het eindexamen voortgezet onderwijs. Deze leerlingen horen thuis op een bijzondere school waar kunst minstens zo belangrijk is als bijv. wiskunde. Daarnaast zijn de (inter)nationale beroepseisen in de kunsten, net als in de topsport inmiddels zo hoog geworden dat het zo vroeg mogelijk starten een noodzaak is geworden.

8


Het Koninklijk Conservatorium besteedt inmiddels meer dan vijftig jaar grote zorg aan het ontdekken, coachen en koesteren van muziek- en danstalenten en biedt daarom aan elke leerling een inspirerende leeromgeving met vele mogelijkheden. De gecombineerde vooropleiding vindt in zijn geheel plaats op het Koninklijk Conservatorium en integreert optimaal het onderwijs in onze eigen basisschool respectievelijk het voortgezet onderwijs met het voorbereidend muziekvakonderwijs, het dansvakonderwijs of voorbereidend onderwijs in de beeldende kunst. In principe staan wat betreft de discipline muziek alle instrumentale en vocale hoofdvakken en compositie open. We streven naar een goede balans tussen een brede algemene vorming (inclusief het behalen van een regulier diploma voortgezet onderwijs) en een professionele muzikale vooropleiding of een dansvakopleiding van hoog niveau. Dit geldt ook voor beeldende talenten: zij volgen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) een op maat gesneden voortraject en maken gebruik van de algemene onderwijsfaciliteiten in het gebouw van het koninklijke conservatorium (KC). We hopen u middels deze schoolgids een helder beeld te geven van deze in Nederland unieke school.

Jan van Bilsen Directeur interfaculteit School voor Jong Talent


9

HOOFDSTUK 1

Algemene informatie

Naam en adres van de school luiden voluit: Interfaculteit School voor Jong Talent Hogeschool der Kunsten, Juliana van Stolberglaan 1, 2595 CA Den Haag. telefoon: 070 315 15 15 telefax: 070 315 15 18 De interfaculteit School voor Jong Talent maakt deel uit van de Hogeschool der Kunsten. De signatuur van de school is algemeen-bijzonder. Dat houdt algemene toegankelijkheid in en gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke overtuigingen en maatschappelijke stromingen. Het bevoegd gezag wordt uitgevoerd door de Stichting Haagsche Schoolvereeniging en de Stichting Rijnlands Lyceum. Dit bevoegd gezag wordt echter via een bestuurscommissie, omschreven in het ‘convenant inzake de School voor Jong Talent’ (2004) gemandateerd aan de HdK. De directie van het Koninklijk Conservatorium • Henk van der Meulen, algemeen directeur Koninklijk Conservatorium en lid van het College van Bestuur van de HdK. • Jan van Bilsen, directeur interfaculteit School voor Jong Talent. De Hogeschool der Kunsten is ontstaan door een fusie van het Koninklijk Conservatorium (muziek en dans) en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. De afdeling School voor Jong Talent is 54 jaar geleden (1956) begonnen als driejarige ulo (voorloper van de mavo) ten behoeve van de leerlingen van de ‘Opleiding voor Danskunst’. De school heeft zich in de loop van de tijd steeds meer uitgebreid. Van oudsher is onze doelgroep het jong talent op het gebied van muziek en dans, sinds 2001 ook het talent op het gebied van de beeldende kunst. De school is uitsluitend toegankelijk voor kinderen die na een positieve auditie of toelatingstest zijn toegelaten. Daarom is de school bewust anders dan andere scholen en moeilijk te vergelijken met opleidingen elders. Leerlingen uit

10


Den Haag en omstreken, van ver daarbuiten en zelfs uit het buitenland afkomstig, bevolken onze school. In mei 2005 heeft de School voor Jong Talent een convenant ondertekend met de Stichting Rijnlands Lyceum en de Stichting Haagsche Schoolvereeniging om te komen tot een verregaande samenwerking. Door dit convenant kan de School voor Jong Talent haar leerlingen inschrijven via het Rijnlands Lyceum Wassenaar (vo- school voor vmbo, havo en vwo, inclusief tweetalig en internationaal onderwijs in Wassenaar) en via de Haagsche Schoolvereeniging (po- school voor basisonderwijs en internationaal basisonderwijs in Den Haag). Dit biedt een groot aantal voordelen waaronder: • Een betere formeel-juridische basis voor de School voor Jong Talent inclusief de daaraan gekoppelde bekostigingsstructuur. Hierdoor worden de financiële middelen sterker gewaarborgd. • Een verbreding van het leerstofaanbod. Door de samenwerking kunnen leerlingen andere profielen (mits roostertechnisch haalbaar) volgen in de tweede fase, maar ook een gymnasium-diploma behalen. • Samenwerking op het gebied van (culturele) onderwijskundige activiteiten. De School voor Jong Talent biedt onderwijsprogramma’s aan leerlingen die een voorbereidende beroepsopleiding volgen voor muziek, dans of beeldende kunst en vormgeving in combinatie met het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn er nog een aantal andere opleidingsvarianten waarbij leerlingen weliswaar een voorbereidende beroepsopleiding volgen maar dit combineren met basisonderwijs of voortgezet onderwijs op andere scholen. Deze schoolgids gaat vooral over het voortgezet onderwijs van de Hogeschool der Kunsten (de afdelingen vmbo, havo en vwo) en de relaties tot de sectoren muziek, dans en beeldende kunst en vormgeving. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geeft jaarlijks een Onderwijsgids uit voor het Voortgezet Onderwijs. Hierin worden de meer algemene zaken beschreven die gelden voor alle scholen, ouders en leerlingen in Nederland. Deze gids voor ouders en verzorgers is te verkrijgen via het Ministerie van OC&W en staat ook op website van OC&W: www.minocw.nl


11

Met vragen over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder kunt u terecht bij: Inspectie van het onderwijs Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 - 1113111. Vrijwel alle lessen worden gegeven in het gebouw van het Koninklijk Conservatorium. De lessen beeldende kunst worden gegeven in het gebouw van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beide instituten zijn uitstekend bereikbaar met het Openbaar Vervoer. Zowel het KC als de KABK zijn op loopafstand van het NS station Den Haag Centraal. De lessen lichamelijke opvoeding (l.o.) worden gegeven in Sporthal Overbosch. (Vlaskamp 1a, 2592 AA Den Haag, telefoon: 070-3474684) De sporthal is goed bereikbaar met bus 4 (halte Theresiastraat), uitstappen bij halte Overbosch.

12


HOOFDSTUK 2

Missie en doelstellingen van de SvJT

Missie Interfaculteit School voor Jong Talent De unieke weg voor jonge mensen die in de toekomst een rol van betekenis willen spelen op de (inter)nationale podia in de wereld van de muziek, dans of beeldende kunst.

Op de School voor Jong Talent combineren leerlingen een reguliere schoolopleiding met een intensief voortraject op het gebied van de beeldende kunst , muziek of dans. In een kleinschalige setting en gebruikmakend van de faciliteiten en expertise van twee gerenommeerde opleidingsinstituten KABK en het KC behalen de leerlingen uiteindelijk hun reguliere schooldiploma (vmbo, havo, atheneum of gymnasium) en stromen zij door naar de (eventueel verkorte) opleidingen van de Hogeschool der Kunsten of andere vergelijkbare (inter)nationale opleidingen. Uiteraard gaat onze missie gepaard met aandacht voor zaken als respect en verdraagzaamheid en proberen wij leerlingen op te voeden tot waardevolle leden van de samenleving die in staat zijn verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen bestaan en dat van anderen. Wij proberen onze doelstellingen te bereiken via een viertal kernbegrippen die zowel door team als leerlingen worden gedragen:

(met) (en)

(via)

(naar)

Gedrevenheid Zelfvertrouwen Uitdaging

Excellentie

Gedrevenheid • Gedrevenheid is de kurk waarop de interfaculteit drijft: er wordt gewerkt vanuit een passie, met enthousiasme en fanatisme om doelen te bereiken.


13

In de discussies rondom talent is er één voortdurend in het oog springende component: talent kan zich niet ontwikkelen zonder gedrevenheid. Dit uit zich bij leerlingen in hun studiehouding: het vele uren studeren, het meedoen aan concoursen en voorstellingen, het voortdurend op zoek zijn naar verdieping, het bezoeken van voorstellingen etc. Dit geldt ook voor de schoolvakken: leerlingen zijn zich bewust van hun toekomstige werkveld en het belang van een diploma. Maar gedrevenheid speelt ook een belangrijke rol in het functioneren van de medewerkers van de school. Goede studiewijzers, het nauwlettend bewaken van de balans tussen school en discipline, flexibiliteit, het verzorgen van maatwerk en interesse voor de wereld van de kunsten en de rol van de leerlingen daarin zijn van groot belang. Zelfvertrouwen • Op de Interfaculteit wordt in een veilige omgeving en op pedagogische/didactische wijze gewerkt om te presteren op het gewenste niveau, waardoor zelfvertrouwen een vanzelfsprekendheid is. Op de School voor Jong Talent moeten leerlingen voortdurend presteren: niet alleen op het gebied van toetsen, maar vooral ook op het gebied van de kunsten. Exposities, concoursen, voorspeelavonden, beoordelingen, voorstellingen etc. zijn voortdurend aan de orde. Leerlingen staan daardoor vaker onder druk. Zelfvertrouwen is daarin van groot belang. Leerstof op het juiste niveau, spreiding van toetsing, een juiste pedagogische sfeer, een prettig lesklimaat, flexibiliteit in tijd, veiligheid etc. zijn allemaal aspecten die het zelfvertrouwen van leerlingen ten goede komen. Leerlingen, ouders, onderwijzend en niet-onderwijzend personeel spelen daar een belangrijke rol in. Uitdaging • Op de Interfaculteit worden leerlingen voortdurend geprikkeld en uitgedaagd door alle lessen die ze binnen de Interfaculteit krijgen. Hun gedrevenheid wordt daardoor gestimuleerd, hun zelfvertrouwen versterkt. Behalve het reguliere lesprogramma en de disciplinelessen stelt de interfaculteit hoge eisen aan de leerlingen. Hoge eisen, die ook noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de hoge eisen die het HBO en daarna het werkveld stelt. Dit betekent dat leerstof voortdurend gedifferentieerd

14


moet worden naar de capaciteiten van de leerlingen. Masterclasses, excursies, festivals, projectonderwijs etc., maar ook specifieke leerstof waarin avo en kunst geïntegreerd worden, zorgen ervoor dat de gedrevenheid gewaarborgd blijft. Docenten hanteren didactische werkvormen en gebruiken uitdagende leerstof waardoor een leerling actief betrokken blijft bij het leerproces. Excellentie • Op de Interfaculteit streven we naar topkwaliteit op het gebied van de kunst, dans, en muziek De huidige eisen die door het beroepenveld gesteld worden zijn zeer hoog. Dit vertaalt zich naar de HBO-opleidingen. Binnen de Interfaculteit streven we naar (inter) nationaal topniveau (gelieerd aan leeftijd). Dit betekent dat we streng selecteren, maar er ook voor zorgen dat leerlingen kunnen uitstromen zonder noemenswaardige problemen. Leerlingen binnen de interfaculteit krijgen dan ook les van “excellente” docenten waardoor zij probleemloos kunnen doorstromen naar de HdK of een andere gerenommeerde kunstvakopleiding. Leerlingen van de interfaculteit volgen in de HdK een aangepaste (eventueel verkorte) leerroute waarin verbreding en/of verdieping een belangrijke rol spelen. Kenmerken van de school • Een kleine, overzichtelijke schoolgemeenschap • Een centraal gelegen schoolgebouw, gemakkelijk bereikbaar met openbaar vervoer • Volledige integratie in de Hogeschool der Kunsten • Een inspirerende leeromgeving met een professionele artistieke infrastructuur • Een probleemloze aansluiting op de basisschool, en goede doorstroom naar onderwijs elders • Een gemengde brugklas, waarin leerlingen alle tijd krijgen om te laten

zien wat zij kunnen

• Persoonlijke aandacht en begeleiding voor elke leerling • Opvoeding tot verantwoordelijkheid: ruimte voor wie het aankan,

steun voor wie nog zelfstandigheid moet leren

• Een uitstekende opleiding voor vmbo (tl), havo en vwo


15

(eventueel gymnasium). • Hoog onderwijsrendement: goede examenresultaten gecombineerd met lage zittenblijverspercentages • Veel kunst en cultuur, dansvoorstellingen, concerten, voorspeelavonden, museumbezoek. Onze school kenmerkt zich door haar informele karakter en individuele leerlinggerichtheid. Achter dit beeld gaat een goed georganiseerd schoolsysteem schuil dat ervan uitgaat dat je zelfstandigheid kunt leren. Vanzelfsprekend is de weg naar zelfstandigheid een (be)geleide route en een van ‘vrijheid in gebondenheid’. De eisen die wij aan de leerlingen stellen, worden geleidelijk opgevoerd. In alle klassen wordt gewerkt met studiewijzers en studiewijzers. Hierin staan alle studietaken aangegeven, maar ook de wijze waarop deze kunnen of moeten worden uitgevoerd. Ontwikkeling van de leerlingaantallen

’04 ’05

‘06

’07

’08

’09

10*

’05 ’06 ’07

’08

’09

’10

11*

25

avo 1

19 30

21

21

24

26

avo-2

16 19

26

16

17

24

25

avo-3

18 21

21

23

11

16

29

havo 4

26

22

20

12

19

15

17

vwo 4

2

4

10

8

12

2

11

vmbo

2

4

3

8

5

5

6

havo 5

18

11

11

16

8

14

9

vwo 5

8

4

8

4

11

12

5

vwo 6 totaal avo

11

5

3

7

4

9

10

119

120

123

115

111

123

137

basisschool 39

31

21

28

25

28

36

jong kc extern 66

78

74

49

45

44

36

229

218

192

181

195

209

TOT

224

* Door tussentijdse instroom en uitstroom veranderen deze cijfers regelmatig.

16


Wat van ouders wordt verwacht en wat ouders van de school kunnen verwachten Ouders en school zijn effectieve partners bij de opvoeding. Wij verwachten van ouders dat zij betrokken zijn bij het wel en wee van de school van hun kind. De school zoekt contact met u, wanneer er vragen zijn over het functioneren van uw kind. De school rapporteert vijf keer per jaar over de voortgang bij de algemene vorming, de muziekopleiding stuurt twee keer per jaar een rapport, evenals de dansvakopleiding en de opleiding beeldende kunst. Op ouderavonden kunt u spreken met klassenmentoren, vakdocenten en de schoolleiding. Echter, wij verwachten ook van ouders dat zij het initiatief nemen om contact op te nemen. We gaan ervan uit dat ouders en de school een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Als ouders hun kinderen op onze school plaatsen verwachten wij dat ouders ons curriculum respecteren. Op het moment dat leerlingen worden afgewezen voor één van de disiplines muziek, dans of beeldende kunst zullen ze de school moeten verlaten. De resultaten van het onderwijs Een kleine school als de onze analyseert zijn kwantitatieve gegevens. Ook al zijn kleine getallen statistisch niet altijd even betrouwbaar, de eindexamenresultaten, de slaagpercentages en de doorstroom naar het hoger kunstonderwijs tellen voor ons zwaar.


17

HOOFDSTUK 3

De inrichting van het onderwijs in onze school

Kleine geschiedenis Op 1 september 1956 werd een school voor lager en uitgebreid lager onderwijs (ulo) gesticht die was gekoppeld aan de ‘Opleiding voor de Danskunst’ (nauw gelieerd aan het toenmalig Nederlands Ballet), en onderdeel van het ‘Koninklijk Conservatorium voor Muziek’. Na invoering van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (Mammoetwet) gingen lager onderwijs en ulo resp. basisonderwijs en mavo heten. Van begin af aan werd besloten de school ook open te stellen voor muzikaal begaafde leerlingen. Dr. J.A.M. Pennock legde in 1970 de basis van de onderwijskundige structuur voor een scholengemeenschap van gecombineerd algemeen vormend onderwijs met beroepsgericht onderwijs (dans en muziek). Het model ging uit van combinatie en integratie van onderwijs, ontleend aan ideeën uit Jenaplan, IVOen Daltononderwijs. Dr. Pennock was zich zeer bewust van de bezwaren die kleefden aan een beroepsopleiding die start op de jonge leeftijd van tien jaar, een vereiste voor de klassieke ballettraining. Hij meende dat een gevreesd isolement en maatschappelijke vervreemding van de leerlingen (zoals kenmerkend voor zoveel Oost-Europese dansopleidingen, waar men op achtjarige leeftijd begint) voorkomen zou kunnen worden door een klimaat van grote openheid, een gezonde wisselwerking van onderwijs aan zowel jonge dansers als musici, en een afwisselend programma van breed algemeen vormend onderwijs met vakgericht kunstonderwijs. De mogelijkheid tot doorstroming van de leerlingen naar andere schoolsoorten moest voortdurend open blijven. Dr. Pennock ontwierp in 1970 een kunst-mavoschool met tempo-groepen zonder huiswerk, één klassikaal jaarklassensysteem, zoveel mogelijk integratie van vakken, studielessen en een beperkt aantal (eindexamen)vakken. In 1977 werd in het kader van het experiment voorbereidend kunstonderwijs de mavo uitgebreid met een havo-afdeling. Vervolgens werd vanaf 1982 geprobeerd ook een atheneum-afdeling aan de school te verbinden, met name om de instroom van muziek begaafde leerlingen te stimuleren. Mede ter ondersteuning van de atheneum-aanvraag werd in 1985 het Atheneum Kamerorkest opgericht. Met het Plan van Scholen 1986-1987-1988 (gepubliceerd in het Staatsblad op 24.09.1985) werd het atheneum een feit.

18


Het atheneum ging met ingang van 1 augustus 1986 van start. De onderwijskundige idealen van dr. Pennock op het terrein van tempo-groepen en het ontbreken van jaarklassensysteem zijn in de onderwijspraktijk slechts kort staande gebleven. De groei van kleine mavo met gemiddeld 22 leseenheden per week naar een scholengemeenschap voor avo/vwo met gemiddeld 26 leseenheden per week en de strengere eisen van het examenprogramma havo/vwo maakten een strakkere onderwijsstructuur noodzakelijk. Het principe van huiswerkvrij onderwijs heeft het echter lang uitgehouden. In de nieuwe zakelijkheid deed het vak economie zijn intrede ten koste van aardrijkskunde. De invoering van de tweede fase havo/vwo met ingang van 1 augustus 1998 heeft de aandacht echter opnieuw gevestigd op studie-uren (die nu Z-uren heten, de Z staat voor zelfstandig studeren), taakkaarten (die nu studiewijzers heten), en integratie van vakken (literatuur, kunstvakken). De ontwikkelingen binnen de basisvorming, het vmbo en de tweede fase staan zeker niet stil. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Het voorbereidende wetenschappelijk onderwijs duurt zes jaar. De bovenbouw of tweede fase van het vwo duurt drie jaar. Het diploma geeft recht op doorstroming naar het hoger onderwijs (hbo en wo). Muziekleerlingen die naar de hbo-opleiding Muziek doorstromen kunnen dit soms combineren met een universitaire (deel)studie elders. Met ingang van september 2001 hebben de Universiteit Leiden en het KC/ KABK besloten tot een vergaande vorm van institutioneel samengaan. Dit heeft geleid tot de oprichting van de Academie der Kunsten, een zelfstandig instituut binnen de Universiteit Leiden. De combinatie van een kunstopleiding met een wetenschappelijke opleiding zal voor een substantiële groep studenten, die zowel artistiek als wetenschappelijk begaafd is, mogelijk zijn. Meer informatie over de programma’s kunsten en wetenschappen is te verkrijgen bij Tim Soekkha ( [email protected] ).


19

Daarnaast is de School voor Jong Talent partner van het Pre-University College van de Universiteit Leiden en kunnen ook leerlingen van de School voor Jong Talent gebruik maken van het aanbod van het Pre-University College. Hoger algemeen voortgezet onderwijs De cursusduur bedraagt vijf jaar. De havo-opleiding geldt als de koninklijke weg naar het hbo. De bovenbouw of tweede fase duurt bij het havo twee jaar. Het diploma geeft recht op doorstroming naar het hbo, of onder bepaalde voorwaarden doorstroom naar vwo (klas 5). Als de propedeuse van het hbo is behaald kan men desgewenst doorstromen naar het wetenschappelijk onderwijs. Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs De opleiding vmbo duurt vier jaar. In het derde en vierde leerjaar worden de vmbo-leerlingen als eindexamenklas gescheiden van de havo/vwoleerlingen. In augustus 2001 zijn de eerste leerlingen ingestroomd in de theoretische leerweg (klas 3 vmbo). Een leerweg is de route die de leerling volgt van de basisvorming naar het onderwijs dat daarop aansluit. Het Koninklijk Conservatorium biedt slechts de theoretische leerweg aan, dit is een vooropleiding voor het mbo. Echter, de nadruk ligt op doorstroming naar de havo. Dit houdt beperkingen in met betrekking tot de keuze van vakken. Het niveau van de theoretische leerweg is vergelijkbaar met het hoogste niveau van mavo oude stijl. Het Koninklijk Conservatorium biedt alleen de sector Economie aan, met name in verband met de doorstroming naar de havo. De brugperiode vmbo/havo/vwo 1,2 Plaatsing in de brugklas vindt plaats naar aanleiding van het advies dat leerlingen in groep acht krijgen. Leerlingen met een vmbo- of een havoof een vwo-advies kunnen worden geplaatst in de brugklas, mits zij voldoen aan de gestelde eisen van de Dans-, de muziekvakopleiding of de opleiding beeldende kunst. Bij een vmbo-advies wordt in overleg met de basisschool en de ouders bekeken of de leerling bij ons wel op zijn plaats is. De lengte van de brugperiode is in principe twee jaar. We houden graag zo lang als nodig alle mogelijkheden open. Als een leerling duidelijk vmbo-geschikt is aan het eind van het eerste leerjaar, kan hij gericht op

20


een vmbo-programma worden bevorderd. De leerling blijft deel uitmaken van de gecombineerde 2 mhv-klas. Aan het eind van het tweede leerjaar geeft de lerarenvergadering een advies voor de studierichting (schoolloopbaan): vmbo, havo of vwo. Op basis hiervan en de bevorderingsrichtlijnen komt de leerling in de derde klas gericht in de vmbo-, havoof vwo-stroom. De klassengrootte in het de School voor Jong Talent kan per schooljaar verschillen. De instroom is afhankelijk van de kwaliteit. Niet elk jaar is er evenveel aanbod van instromend jong talent. Een andere reden is dat alle leerlingen elk schooljaar opnieuw zorgvuldig worden beoordeeld op hun artistieke en technische ontwikkeling. Ieder jaar opnieuw is er dus ook uitstroom. Het voortgangstentamen bepaalt wie doorgaat of wie moet stoppen. Leerlingen vanaf klas 3 vmbo, 4 havo of 5 vwo die moeten stoppen met de Dansvakopleiding of met hun hoofdvak muziek of beeldende kunsten kunnen desgewenst de school afmaken en zich met eventuele aanpassingen in het onderwijsprogramma voorbereiden op de keuze van een passende vervolgstudie. Echter: De vrijgekomen studielast dient wel te worden gecompenseerd door het volgen van b.v. extra vakken. De basisvorming, de nieuwe onderbouw Per 1 augustus 2006 is de wet- en regelgeving voor de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs aangepast. De lesstof in die onderbouw is voor alle leerlingen grotendeels gelijk. De nieuwe regeling biedt ruimte aan scholen om zelf keuzes te maken die passen bij de leerlingen, bij het lerarenteam en bij de school. Het kan zijn dat een school veel bij het oude laat, of juist de ruimte aangrijpt om het onderwijs heel anders te organiseren. In ieder geval kan de school meer maatwerk bieden aan de leerlingen. De regeling is een uitwerking van de aanbevelingen van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming. De voornaamste verandering is die in de verdeling van verantwoordelijkheid tussen de (rijks)overheid en scholen en onderwijzend personeel. De overheid geeft met kerndoelen het ‘wat’ aan; de scholen het ‘hoe’. De keuze voor een onderwijsmodel is aan de school. Die keuzevrijheid is ook de grote lijn van het OCW-beleidsplan Koers VO. Grotere vrijheid betekent wel dat scholen zich moeten verantwoorden.


21

Aan de inspectie legt de school verantwoording af of ze alle kerndoelen aanbiedt en leerlingen goed voorbereidt op de bovenbouw. De vakken van de basisvorming Nederlandse taal

Natuurkunde

Engels

Biologie/verzorging

Frans en Duits

Verzorging

Geschiedenis en staatsinrichting

Informatiekunde (*)

Aardrijkskunde

Techniek (*)

Economie

Lichamelijke Opvoeding

Wiskunde

Muziek

Latijn/Grieks(**)

Beeldende vorming

De School voor Jong Talent beschikt door de combinatie met de muziekof dansopleiding over een weekrooster van aanzienlijk minder lesuren voor de reguliere vakken, naast bijvoorbeeld ca. 20 uur dans. De basisvorming is daarom hier en daar wat aangepast. De vakken met een (*) worden niet aangeboden. Het aantal avo-uren in de klassen 1-3 is bewust beperkt gehouden om voldoende ruimte te maken voor de hoge eisen van de dansvakopleiding, de vooropleiding muziek en beeldende kunst. De vakken met een (**) worden slechts aangeboden indien een leerling de motivatie en capaciteiten heeft in de toekomst een gymnasiumdiploma te halen. Lichamelijke opvoeding wordt als vak alleen aan de muziek- en beeldende kunstleerlingen aangeboden. Muziek wordt als vak alleen aan de ballet- en beeldende kunstleerlingen aangeboden. Beeldende vorming wordt als vak alleen aan de muziek- en balletleerlingen aangeboden. Via projecten worden aspecten van diverse vakken met elkaar in verband gebracht.

22


Lessentabel klas 1 t/m 3 De lesuren in de eerste drie leerjaren avo/vwo op het Koninklijk Conservatorium in het cursusjaar 2009 - 2010. In het derde jaar is er een verschil tussen de vmbo-stroom en de havo/vwo-stroom Schoolvak

II

III

IIII

vmbo

havo/vwo

1

Nederlands

I

3

3

3

3

2 Engels

3

2

3

3

3 CKV / KV1

-

-

1

-

4 Maatschappijleer

-

-

2

-

5 Frans

3

3

3

3

6 Duits

-

3

3

3

7 Latijn/Grieks

2

2

-

2

8 Geschiedenis

2

2

2

2

9 Aardrijkskunde

2

2

-

2

10 Economie

-

-

3

2

11 Wiskunde

4

3

3

3

12 Biologie en Verzorging

2

2

-

2

13 Muziek

2

2

1

1

14 Dansgeschiedenis

-

-

2

2

15 Lichamelijke opvoeding

2

2

2

2

16 Natuurkunde

-

1

-

1

17 Studieles

1

1

1

1

19 Beeldende vorming

2

2

2

2

Opmerking: Door de grote fluctuatie in leerlingenaantallen kunnen klassen gekoppeld worden of kunnen uren in de tabel vervallen. De uiteindelijke lessentabel kan in de praktijk dus afwijken van de hierboven getoonde tabel. De tweede fase voor havo en vwo Binnen het kunstonderwijs wordt altijd al van leerlingen veel gevraagd op het gebied van eigen verantwoordelijkheid, studieplanning en zinvolle tijdsindeling. Het studiehuis sluit binnen de School voor Jong Talent daarom ook goed aan bij onze onderwijsfilosofie.


23

Verreweg de meeste leerlingen kiezen het profiel Cultuur en Maatschappij. Hierop baseren we onze lessentabel. Ook het profiel Economie en Maatschappij behoort tot de mogelijkheden. Een profiel bestaat uit 4 delen: • Een gemeenschappelijk deel: dit deel is voor alle profielen gelijk. Het bestaat uit vakken die voor alle leerlingen hetzelfde zijn. • Een profieldeel: dit deel is in alle profielen anders en kenmerkt het gekozen profiel. • Een profiel keuze deel: in dit deel kunnen leerlingen nog één of twee vakken kiezen die het profiel versterken • Het geheel vrije deel waarin leerlingen een extra examenvak kiezen,

maar dat voor een belangrijk deel door de school wordt ingevuld

In het overzicht hieronder staat welke de vakken zijn van het gemeenschappelijk deel en uit welke vakken het profieldeel (in dit geval het profiel C&M) is samengesteld. Havo

vwo

Gemeenschappelijk deel

Gemeenschappelijk deel

Nederlands

Nederlands

Engels

Engels

Maatschappijleer

2e moderne vreemde taal

Culturele en kunstz. vorming

Maatschappijleer

Lichamelijke opvoeding

Culturele en kunstz. vorming

Lichamelijke opvoeding**

ANW*

Profiel keuze deel

Profiel keuze deel

Economie

Economie

Kunstvak

Kunstvak

Keuze eindexamenvak

Keuze eindexamenvak

Vrije deel

Vrije deel

beeldende kunst, muziek of dans,

beeldende kunst, muziek of dans,

bestaande uit vaktheorie en

bestaande uit vaktheorie en

vakpraktijk

vakpraktijk

24


Opmerkingen * balletleerlingen en muziekleerlingen krijgen een vrijstelling voor het

vak ANW

** balletleerlingen krijgen vrijstelling voor het vak LO • in het profiel keuze deel heeft de school al keuzes gemaakt voor de vakken economie en het kunstvak. • Balletleerlingen en muziekleerlingen mogen een keuze eindexamenvak kiezen. Echter, dit is op basis van de raamregeling geen verplichting. Leerlingen beeldende kunst dienen wel een keuze eindexamenvak te kiezen Samenwerking met het Rijnlands Lyceum Wassenaar leidt ertoe dat er ook (delen van) andere profielen kunnen worden aangeboden. Overigens worden er ook nu al extra vakken aangeboden. Leerlingen kunnen altijd extra vakken kiezen (Frans, Duits, Wiskunde A of B, Russisch etc.) Het is echter wel van groot belang dat daarbij de totale studiebelasting van een leerling goed bewaakt wordt. Aangezien vrijwel alle leerlingen op de School voor Jong Talent het profiel Cultuur en Maatschappij volgen hebben we ons beperkt tot het vakkenpakket van dit profiel. De samenstelling van alle andere profielen inclusief het gymnasium, kunt u terugvinden op www.eindexamen.nl of op de website www.tweedefase-loket.nl. Uiteraard kunt u ook de coördinator bovenbouw (Joris Workel) of de directeur van de Interfaculteit School voor Jong Talent (Jan van Bilsen) benaderen voor gedetailleerdere informatie. Eén van de opvallendste veranderingen in de tweede fase is dat er wordt gesproken in termen van studielast, studielasturen (SLU). Het principe is vrij eenvoudig. Een schooljaar bestaat uit ca. 40 weken. Elke week telt 40 uur, waarop de leerling verondersteld wordt te studeren. Dat geeft een totaal van 1600 klokuren per jaar. In dit urenaantal zitten de contacturen (de lessen), de zelfstudieuren (Z-uren) op school en de huiswerkuren. Binnen dat tijdsbestek moet er een heleboel gedaan worden: werkstukken maken, boeken lezen, excursies, trainen, verzamelen, onderzoeken, enz. Voor alle grotere opdrachten wordt ingeschat hoeveel uur de gemiddelde leerling nodig heeft om een bepaalde hoeveelheid stof onder de knie te krijgen. Op deze manier wordt het programma van de examenvakken ingevuld. Inmiddels zijn voor alle vakken nieuwe, actuele examenprogramma’s van kracht geworden. Zowel kennis als vaardigheden worden getoetst. Gelet op de snelle veranderingen in onze samenleving staan nieuwe inzichten in de wetenschappen en op het gebied van


25

leren en studeren centraal. De vernieuwing in de tweede fase van havo en vwo vraagt ook een nieuwe didactische aanpak van het onderwijs. Naast ‘lesgeven of doceren’ is er veel tijd nodig voor ‘actief en zelfstandig leren’. De verantwoordelijkheid voor het plannen, organiseren en aanpakken van het leren komt meer dan voorheen bij de leerling zelf te liggen. Deze verandering van aanpak biedt scholen en docenten de mogelijkheid meer in te spelen op de verschillen tussen leerlingen. Actief en zelfstandig leren stelt (soms zeer) hoge eisen aan leraren en leerlingen. Het zelfstandig(er) werken wordt mede mogelijk gemaakt door: • Studiewijzers: hierin staat vermeld wat leerlingen achtereenvolgens moeten doen per vak, welke lessen verplicht zijn, wanneer het werk af moet zijn en wanneer er een toetsing plaatsvindt. • Studiebegeleiders: zij begeleiden en volgen hun leerlingen op het moeilijke pad van het zelfverantwoordelijk studeren, adviseren, controleren en sturen waar nodig bij. • Schoolboeken en andere leermiddelen: hulpmiddelen om zelfstandig werken mogelijk te maken; ook het kunnen samenwerken staat voorop. • Vaardigheidsonderwijs / praktische opdrachten. • Onderzoeken, werkstuk schrijven, probleem oplossen, omgaan met bronnen en informatie, communiceren en presenteren etc. Studiewijzers Leerlingen van de School voor Jong Talent missen soms lessen i.v.m. concoursen, stages, masterclasses, voorstellingen etc. We hechten dus veel waarde aan de studiewijzers die gebruikt worden in alle leerjaren. Deze studiewijzers staan op het internet (www.svjt.nl). Het schooljaar is - afhankelijk van de klas - ingedeeld in vijf perioden, waarvoor een afzonderlijke planner is ontwikkeld. Voor de leerling en zijn studiebegeleider/mentor is de studiewijzer een instrument om de taken die horen bij een bepaald schoolvak dagelijks en wekelijks helder in kaart te brengen, zodat een goed overzicht ontstaat over de studiebelasting, de efficiency van het studeren en het resultaat. Leerlingen zijn verplicht regelmatig overleg te voeren met de mentor/studiebegeleider over hun studieplanning en de leerresultaten. Aan het eind van iedere periode zal een voortgangscontrole plaatsvinden en moeten eventuele achterstanden worden weggewerkt.

26


In het schooljaar 2005-2006 hebben we een aantal nieuwe afspraken gemaakt over de gang van zaken binnen de 2e fase. Deze afspraken zijn gebundeld in het protocol ‘Zo doen we dat in de 2e fase van de SvJT’: Zo doen we dat in de 2e fase van de School voor Jong Talent! Het studiehuis is voor onze leerlingen zeer geschikt Onze leerlingen hebben een specifiek doel: succesvol worden in de wereld van de dans, muziek en beeldende kunsten. Het reguliere schoolprogramma wordt daardoor aangepast en vaak doorkruist door activiteiten (concoursen, exposities, voorstellingen etc. Een individueel en flexibel traject, waarin de leerling zelf keuzes maakt, zijn/haar eigen tijd indeelt, zelfverantwoordelijk werkt in of buiten de school is daarbij onontbeerlijk. We geven in de tweede fase vaak geen huiswerk meer, maar gaan uit van het feit dat de leerlingen met studiewijzers (kunnen) werken Leerlingen kunnen, maar hoeven niet met agenda’s te werken. De studiewijzer is de belangrijkste planner. Docenten refereren in de lessen aan de studiewijzers. Studiebegeleiders bewaken het gebruik van de studiewijzer bij de leerlingen. De studiewijzers zijn in orde Docenten hebben de taak om m.b.t. hun eigen vak de juiste content aan te leveren voor de studiewijzer. Er wordt gestreefd naar homogeniteit. De studiewijzers worden per periode gemaakt en zien er goed verzorgd uit. De studiewijzers staan ook op de website. In onze tweede fase geven we geen rapportcijfers meer, alleen nog maar PTA-cijfers Vanaf het vierde leerjaar werken leerlingen aan hun eindexamen. Alle resultaten die zij behalen zijn eindexamenresultaten. Andere toetsen kunnen wel gegeven worden. Deze toetsen hebben vooral een studie- of diagnostisch karakter. Leerlingen krijgen vanaf de vierde klas dus geen rapporten meer, maar PTA-overzichtskaarten. Een leerling die doubleert, kan vrijstellingen voor het volgende jaar krijgen Een leerling die doubleert kan vrijstellingen krijgen voor bepaalde stofonderdelen, toetsen, werkstukken etc. Deze vrijstellingen worden per vak bepaald door de vakdocent. Voor de MVT (moderne vreemde talen) gelden gezamenlijke afspraken. In de eerste maand van het nieuwe schooljaar worden bij iedere doubleur deze vrijstellingen schriftelijk vastgelegd volgens een vast protocol/formulier. De vrijgekomen studietijd kan besteed worden aan leerstof uit het volgende leerjaar.


27

Achterstanden/gemiste toetsen/praktische opdrachten worden altijd uitgedrukt in het cijfer 1.0 In het studiehuis zijn inleveren toetsdata ‘heilig’. Niet-ingeleverd werk/gemaakte toetsen hebben altijd als resultaat het cijfer 1. Dit cijfer weerspiegelt dus geen geleverde prestatie maar duidt slechts de achterstand. In de tweede fase is er na iedere toetsweek één herkansingsmoment waarop leerlingen één toets uit de toetsweek kunnen herkansen Deze mogelijkheid staat omschreven in het PTA. Het bevoegd gezag kan in bijzondere individuele gevallen (bv. langdurige ziekte of bijzondere familie-omstandigheden) afwijken van het totale aantal herkansingen van een leerling of het tijdstip van de herkansingsmogelijkheid ten gunste van de leerling.

28


HOOFDSTUK 4

De dagelijkse onderwijspraktijk

De organisatie van het dagelijkse onderwijs In het lesrooster worden de lessen in de schoolvakken vermeld met naam van het vak, de docenten en het vaklokaal waar de les plaatsvindt. Daarnaast bevat het rooster de tijden van muzieklessen, balletlessen, studieuren enzovoorts. Het rooster is overzichtelijk en wil efficiënt werken bevorderen, bijvoorbeeld door het creëren van blokuren of periodiseren. Tussenuren en, indien enigszins mogelijk, piekbelasting worden zo goed mogelijk vermeden. Muzieklessen, balletlessen en lessen beeldende kunsten sluiten direct aan en worden in het schoolrooster verweven. Lestijden avo/vwo-afdeling 1e uur 09.00 uur tot 09.45 uur

5e uur 12.45 uur tot 13.30 uur



pauze 10.30 uur tot 10.45 uur

pauze 14.15 uur tot 14.30 uur





pauze 12.15 uur tot 12.45 uur Roosterwijzigingen, lesuitval Roosterwijzigingen en belangrijke mededelingen worden steeds gemeld in de vitrine bij de kamers van de schoolleiding op de eerste verdieping. Als een les vervalt, wordt dat aangegeven op het mededelingenbord. Ook wordt aangegeven wat er dan dient te gebeuren. De huisregels Regels omtrent te laat komen, geoorloofd verzuim, ziek- en betermelding en verwijdering uit de les kunt u vinden in bijlage 1: ‘Schoolregels’ Telefoonketen Leerlingen en docenten spreken samen een systeem af van waarschuwing, dat in werking treedt wanneer onverwacht een les geen doorgang kan vinden. Er wordt een telefoonketen afgesproken, die begint bij de leerling die het meest veraf woont (het langst moet reizen,


29

dus het vroegst moet opstaan), die vervolgens twee klasgenoten belt, die op hun beurt twee klasgenoten bellen enz. Aldus kan er snel een bericht worden doorgezonden om te voorkomen dat leerlingen ‘voor niets’ naar school komen. Het functioneren van de telefoonketen hangt af van de sterkte van de schakels: het tijdig kunnen bellen, bereikbaar zijn (eventueel op meerdere nummers, ook gsm-nummers of ‘geheime’ nummers) en het up to date zijn van de gegevens. Wanneer een telefoonnummer verandert, of er een nummer bijkomt, verwachten we dat de leerling zelf initiatief neemt dat te melden. Een telefoonketen biedt echter geen garantie. Soms is er sprake van overmacht of komt een ziekmelding zo laat op de juiste plek binnen, dat we geen actie meer kunnen ondernemen. Rapportage De (gast)ouders/verzorgers worden regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun zoon of dochter. Jaarlijks worden vijf schoolrapporten uitgereikt. De leerlingen uit de bovenbouw ontvangen ook regelmatig een overzicht van de PTA-gegevens. Regels omtrent bevordering kunt u vinden in bijlage 3: ‘Bevorderingsrichtlijnen’. Excursies De School voor Jong Talent organiseert ieder jaar een aantal excursies naar het buitenland. In de laatste jaren bezochten we als school Venetië, Berlijn, Parijs, Florence, Praag, Veneto Vittorio en Barcelona. De excursies maken een essentieel onderdeel uit van ons curriculum en zijn voor alle leerlingen een verplicht onderdeel. De doelstellingen van de excursies kunnen verschillend zijn. Zo heeft een aantal excursies een sterke verdieping van de discipline tot doel (Praag, Venetië) terwijl een aantal andere excursies een veel bredere oriëntatie op de kunst en cultuur tot doel heeft (Berlijn, Parijs, Florence). Daarnaast streven we ook naar zogenaamde “exchanges” waarbij leerlingen rechtstreeks met leeftijdsgenoten uit andere steden in contact komen. (Barcelona, Praag, Veneto Vittorio). Ouders voor wie de excursiekosten te hoog worden kunnen altijd een beroep doen op de Stichting Cultuurfonds School voor Jong Talent, of een beurs aanvragen bij het College van Bestuur (Zie ook onze website www.svjt.nl)

30


Verlof aanvragen Een leerling kan altijd verlof vragen in verband met verschoven hoofdvaklessen, extra repetities, concoursen, masterclasses etc. Dit kan echter alleen met het zogenaamde “groene formulier” dat bij de balletbalie opgehaald kan worden. Het formulier dient ruim van te voren (liefst een week) te worden ingevuld en te worden ondertekend door de directeur.


31

HOOFDSTUK 5

Leerlingbegeleiding

Algemene beschrijving Het Koninklijk Conservatorium kent een samenhangend stelsel van leerlingbegeleiding met daarin verschillende niveaus, mentoren en begeleiders: a Klassenmentoren b Coördinator onderbouw/bovenbouw c Remedial teacher d Studiebegeleiders e Schoolpsycholoog f Schooldecaan g Vertrouwenspersonen h Medische begeleiding i Begeleiding buitenlandse leerlingen De begeleiding wordt gecoördineerd door de schoolleiding die ervoor zorgt dat met regelmaat overleg en afstemming tussen betrokkenen plaatsvindt. a Klassenmentoren De klassen 1, 2, 3 vwo, havo en vmbo hebben een mentor. In deze klassen is een van de docenten benoemd tot mentor. Voor de leerlingen is de mentor degene die hen als eerste vertrouwd maakt met de school en hen op de hoogte brengt van allerlei zaken. Het is degene bij wie ze met hun problemen terecht kunnen. De mentor is vraagbaak en contactpersoon aangaande de mentorklas. Voor de ouders is de mentor de eerst aangewezen contactpersoon en gesprekspartner. De klassenmentor rapporteert aan de (gast)ouders wanneer er zaken zijn, die op school niet naar behoren verlopen of neemt contact op wanneer op school vragen ontstaan omtrent het functioneren van een leerling. Voor de docenten is de mentor de collega die over de meeste informatie beschikt m.b.t. de persoonlijke omstandigheden van de leerlingen. In de school als geheel speelt de mentor een heel centrale rol.

32


b Coördinator onderbouw en coördinator bovenbouw De coördinator onderbouw (Alexandra van Blitterswijk) maakt leerlingen wegwijs in het voortgezet onderwijs en onderhoudt ook contact met de basisscholen van waaruit onze leerlingen zijn ingestroomd. De coördinator overlegt regelmatig met de mentoren en de schoolleiding over de begeleiding van de leerlingen. In specifieke gevallen worden individuele leerlingen rechtstreeks begeleid door de onderbouwcoördinator. De coördinator voor de bovenbouw (Joris Workel) regelt de schoolzaken voor de leerlingen van de bovenbouw. Hij overlegt regelmatig met de studiementoren en de schoolleiding. Als de klassenmentor/studiementor niet (goed) bereikbaar is, kunnen ouders ook contact opnemen met een van de coördinatoren. c Remedial teacher De leerlingen die in aanmerking komen voor remedial teaching kunnen worden doorverwezen naar Anja Stijlen, Lisette de Boer en Alexandra van Blitterswijk. Afhankelijk van de resultaten van diagnostisch onderzoek wordt een handelingsplan opgesteld, dat wordt uitgevoerd onder supervisie van Anja Stijlen, Lisette de Boer en Alexandra van Blitterswijk. In sommige gevallen kan voor nader onderzoek worden doorverwezen naar een centrum voor onderwijsbegeleiding. In overleg met mentoren en remedial teacher wordt bezien of en hoelang extra studiebegeleiding in de vorm van RT-lessen, steunlessen of hulplessen worden geprogrammeerd. d Studiebegeleiders De leerlingen van de klassen 4 en 5 havo, en 4, 5 en 6 atheneum krijgen een studiebegeleider toegewezen (Joris Workel, Frank Veenstra, Reinard Maarleveld, Isabella Lanz, Peter de Graaf en Peter Müller). De studiementoren bespreken de planning en voortgang van de studie aan de hand van studiewijzers, -planners en de leerresultaten. Ook private kwesties kunnen daarbij aan de orde komen. e Schoolpsycholoog Het Koninklijk Conservatorium heeft een studenten- en leerlingcounselor in de persoon van Paul Deneer, psycholoog. Hij is vier dagen per week op het Koninklijk Conservatorium aanwezig. Men kan zich op afspraak tot hem wenden voor een adviserend gesprek of goede raad.


33

f Schooldecaan De schooldecaan van de School voor Jong Talent, Frank Veenstra, begeleidt en informeert leerlingen die zoeken naar een of meerdere vervolgopleidingen. Ook adviseert hij bij doorstroming naar scholen elders. Hij beheert een informatiecentrum waar leerlingen gegevens kunnen opzoeken over opleidingen in het Hoger Onderwijs. g Vertrouwenspersonen Leerlingen die behoefte hebben aan begeleiding, goede raad of ondersteuning in verband met een persoonlijke problematiek of strikt persoonlijke aangelegenheden, kunnen zich altijd wenden tot Diane Booman of Peter de Graaf of één van de studiebegeleiders/ mentoren. h Medische begeleiding Aan de Dansvakopleiding is een medisch team verbonden bestaande uit een schoolarts, fysiotherapeute en diëtiste: Kaj Wage (arts) Veronica Gruben (fysiotherapeut) Madeleine Teekamp-Duin (diëtist) Leerlingvolgsysteem De ontwikkeling van de leerlingen in de beide studierichtingen wordt nauwgezet gevolgd en geregistreerd. Van alle leerlingen wordt een persoonlijk dossier aangelegd waarin de verzamelde gegevens worden opgeslagen. Door de regelmatige besprekingen kunnen eventuele problemen in een vroeg stadium gesignaleerd worden, zodat er zo snel mogelijk iets aan gedaan kan worden. In geval van leerproblemen wordt bezien of remediale hulp een oplossing kan bieden.

34


Hoofdstuk 6

Betrokkenen bij het onderwijs

Betrokkenen vanuit de school Bij het onderwijs zijn vele collega’s in diverse professionele functies betrokken: a de docenten in de avo/vwo-vakken, dansvakken, muziekvakken, beeldende vakken b het medisch team c de balletpianisten d de correpetitoren e gastdocenten f het onderwijs-ondersteunend personeel g de schoolleiding avo/vwo, Dansvakopleiding, muziekvakopleiding, vakopleiding beeldende kunsten h de directie van het Koninklijk Conservatorium en het College van Bestuur i

de (deel)medezeggenschapsraad

j

de oudercommissie

k de leerlingenraad Leerlingen Het Koninklijk Conservatorium vindt het belangrijk dat studenten en leerlingen betrokken zijn bij het onderwijs. De school is er immers voor hen. Wij organiseren onderwijs volgens de wettelijke richtlijnen en naar onze eigen kwalitatieve maatstaven. Wij willen zo helder mogelijk zijn in wat wij van scholieren verwachten. De rechten en plichten van leerlingen zijn geregeld in een leerlingenstatuut. Daarin staat ook vermeld hoe te handelen bij klachten of beroepsprocedures. De inspraak is geregeld via de mogelijkheid te participeren in de medezeggenschapsraad. Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) van onze hogeschool bestaat uit afgevaardigden van twee deelraden, die van het Koninklijk Conservatorium en die van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Vanuit het Koninklijk Conservatorium zitten er docenten in van de


35

hbo opleiding muziek en de School voor Jong Talent, onderwijsondersteunend personeel en student. In de MR kunnen alle aangelegenheden van de hogeschool besproken worden waarbij de nadruk ligt op het bevorderen van openheid, openbaarheid en overleg. De MR is betrokken bij alle belangrijke wijzigingen in onze school. Onderwerpen kunnen zijn: de begroting, subsidie-aanvragen, kwaliteitsbevordering, relaties met andere conservatoria, personeelszaken, uitbreiding openingstijden, etc. In een groot aantal zaken zal het College van Bestuur volgens wettelijk voorschrift de MR om advies of instemming vragen, voordat besluiten genomen kunnen worden. Wie een probleem heeft dat niet opgelost kan worden in overleg met alle betrokkenen kan zich richten tot de MR. De procedure is eenvoudig: het probleem opschrijven, eigen ideeën erbij zetten en het in een gesloten envelop sturen naar het Koninklijk Conservatorium met vermelding: Medezeggenschapsraad. Ook e-mail is mogelijk: [email protected]. Ouders Twee keer per jaar wordt een ouderavond gehouden waarbij ouders met leraren kunnen spreken over de vorderingen van de leerling op het gebied van muziek-, dans-, beeldende kunst- of algemeen onderwijs. In de brugklas is er ten minste drie keer per jaar een ouderavond. Daarnaast worden er enkele algemene informatie-avonden georganiseerd. Ook buiten de avonden om kunnen ouders contact zoeken met een mentor of vakleraar, of kan een docent de ouders benaderen. Oudercommissie De schoolleiding staat in voortdurend contact met de oudercommissie. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn van algemene aard. Op de jaarvergadering van de oudercommissie staat meestal een gemeenschappelijk onderwerp centraal uit de opleiding dans, muziek, beeldende kunst of de School voor Jong Talent.

36


De leden van de oudercommissie worden gekozen uit de (gast)ouders van de leerlingen. De oudercommissie behartigt gemeenschappelijke belangen van ouders en leerlingen. Teven stimuleert de oudercommissie activiteiten op het gebied van kind, kunst en cultuur. De oudercommissie stelt jaarlijks een aanmoedigingsprijs ter beschikking. winnaars: 1994

Esmeralda van Jaarsveld, 5 havo

1995

Michael Verheyen, 5 havo

1996

Ina Boonen, 6 atheneum

1997 Vincent Corver, Chantal Fransen, Ary van Giesen, Marieke Hopman en Roxanne Timmer, 4 mavo 1998

Carina Vinke, 5 havo

1999

Iva Lesic, 5 havo

2000 Adar Jaber, 5 havo 2001 Misha Sporck, 5 havo 2002 niet uitgereikt 2003

Jaap Relou, 4 vmbo

2004 Ilse van Haastrecht, 6 vwo 2005 Jacolin van Manen, 6 vwo 2006 Anastasia Safarowa, 5 havo 2007 Guido van der Linden, 5 havo 2008 niet uitgereikt 2009 Loeki Mulder, 5 havo 2010

Michelle Chow, 4 vmbo

De oudercommissie heeft zogeheten contactouders muziek, ballet en beeldende kunsten die als verbinding kunnen functioneren tussen ouders, de oudercommissie en schoolbreed de onderwijsorganisatie. Zij vangen in eerste instantie vragen en opmerkingen van ouders in ontvangst en ondernemen zo nodig verdere actie. Het gaat hierbij niet om individuele belangenbehartiging, bijvoorbeeld bij conflicten. De oudercommissie kan in bijzondere gevallen echter besluiten een bemiddelende rol te spelen in eventuele geschillen tussen ouders en docenten, c.q. de schoolleiding van het Koninklijk Conservatorium.


37

Voor haar werkzaamheden vraagt de oudercommissie jaarlijks een bescheiden (vrijwillige) financiële bijdrage. Voor het schooljaar 2009-2010 was de bijdrage vastgesteld op €30,-. De bijdrage wordt gebruikt voor het geheel of gedeeltelijk financieren van een aantal activiteiten, zoals bijvoorbeeld: • introductiedag brugklas • excursies • sinterklaas- en kerstfeest • bloemen en cadeaus eindexamenkandidaten • subsidie theaterbezoek • verzorging van de auditiedagen • aanmoedigingsprijs Leerlingenraad De leerlingenraad behartigt de belangen van de leerlingen bij de schoolleiding. Ook ziet de raad toe op het naleven van het leerlingenstatuut waarin de rechten en plichten van de leerlingen en de klachtenregeling zijn vastgelegd. Op dit moment is er geen actieve leerlingenraad. Bij start van het schooljaar 2010-2011 zal er weer gezocht worden naar een nieuwe actieve leerlingenraad.

38


HOOFDSTUK 7

Praktische zaken

Toelatingsbeleid Leerlingen kunnen slechts aangenomen worden op de School voor Jong Talent indien er een positief advies is gegeven door één van de verschillende disciplines (muziek/dans/beeldende kunst) Bij dit deel van het aannameproces worden de algemeen vormende vakken nog niet betrokken. Leerlingen die niet door de disciplines worden toegelaten worden nooit op de SvJT geplaatst. Na een positieve toelating voert de leerling een gesprek met de directeur van de SvJT ondersteund door een mentor en/ of coördinator. In de meeste gevallen kan een leerling geplaatst worden op de SvJT. Indien er echter twijfels bestaan kan er contact opgenomen worden met de toeleverende school. Dit kan leiden tot een directe plaatsing op de SvJT of tot een proefperiode van minimaal 1 week. (Bij voorkeur echter een langere periode – afhankelijk van het moment van toelating) Na deze proefperiode zal er een korte vergadering belegd worden door de docenten die de definitieve beslissing nemen om de leerling te plaatsen of niet te plaatsen. (Zie plaatsingsschema in bijlage 4) Bevordering Over de bevordering van leerlingen wordt besloten in een vergadering van leraren. De overgangsrichtlijnen staan in bijlage 2 van deze schoolgids vermeld. Wijzigingen worden schriftelijk aan de ouder(s) en leerlingen medegedeeld. Gedragsregels Gedrags- en houdingsregels zijn erg vanzelfsprekend. Gedragsregels zouden dan ook eigenlijk hier niet meer hoeven te worden opgeschreven. Wat we verwachten aan gedrag en houding van onze leerlingen komt in het kort op het volgende neer: Respect hebben voor elkaar. De specifieke schoolregels staan beschreven in bijlage 1.


39

Daarnaast hangt in alle lokalen van de school het volgende document: Op de School voor Jong Talent: • tonen leerlingen en docenten respect voor elkaar. • gaan we op een verantwoorde manier om met materialen, eigen spullen en die van anderen. • moet iedereen zich prettig en veilig kunnen voelen. • dragen we met elkaar zorg voor een schoon en bewoonbaar lokaal en schoolgebouw. • is het streng verboden om drugs/alcohol te gebruiken. Binnen het gebouw mag er niet gerookt worden en wordt elkaars gezondheid niet in gevaar gebracht. • wordt een gemaakte afspraak nagekomen. • hebben de leerlingen de benodigde lesmaterialen bij zich die nodig zijn voor de les. • storen leerlingen de andere lessen niet als ze op dat moment zelf vrij zijn. • beginnen de lessen op tijd. • melden leerlingen die uit de les verwijderd worden zich meteen bij de directeur (SvJT/Dans) of als deze afwezig is bij èèn van de coördinatoren. • is het gebruik van mobiele telefoons in de klas niet toegestaan. • wordt er in kleedkamers en leslokalen niet gedronken of gegeten. • zijn leerlingen zelf verantwoordelijk voor het noteren van het huiswerk, proefwerken en afspraken. Wie een les heeft gemist, stelt zich tijdig op de hoogte van het eventueel opgegeven werk. • worden vrijstellingen voor lessen ruim van te voren aangevraagd via het daarvoor bedoelde formulier bij de balletbalie. • worden absenties door de ouders doorgegeven via de telefoon of via een briefje aan de balletbalie • komen er geen jongens in de meisjeskleedruimtes of meisjes in de jongenskleedruimtes. Niet-balletleerlingen komen helemaal niet in de kleedruimtes. Schorsing De regels voor schorsing staan in bijlage 1 van deze schoolgids vermeld. Verwijdering van school De regels voor verwijdering van school staan in bijlage 1 van deze schoolgids vermeld. Klachtenprocedure Ouders en de leerlingen hebben de mogelijkheid om bij de College van

40


Bestuur van de school een klacht in te dienen indien zij van mening zijn dat hun belangen geschaad worden of de schoolorganisatie zich niet houdt aan beloften die in het verleden zijn gedaan. Er bestaat binnen de hogeschool een aparte klachtencommissie voor seksuele intimidatie. Ook de School voor Jong Talent heeft hierin een meldingsplicht. De klacht kan worden gericht aan de secretaris van de klachtencommissie, p/a postbus 11670, 2502 AR Den Haag. De commissie bestaat uit drie docenten plus een secretaris en werkt samen met een aantal vertrouwenspersonen. Via de bestuurs-assistent Mw. Catharina Boon kan men de privé-telefoonnummers van deze personen verkrijgen. Kosten van de dansvakopleiding • Toelatingskeuring, medische keuring voor de Dansvakopleiding. • Kosten theaterbezoek (leerlingen kunnen met de KC-pas korting krijgen bij het HNB en NDT). • Kleding: a) in groep 7 en 8 van de basisschool, uitgaande van een minimumpakket: meisjes ca. €275,- jongens ca. €225,–

b) in hogere leerjaren: meisjes ca.€455,- jongens ca. €275,–

Kosten muziekopleiding: • Kosten concertbezoek (reizen, entree); vaak met korting op vertoon van Koninklijk Conservatorium-studentenpas. • Aanschaf bladmuziek • Eventueel concertkleding Kosten Avo/Vwo-school: • Cursusgeld: €860,– voor het schooljaar 2010-2011 • Vrijwillige ouderbijdrage, €30,– • Huur van een locker (kluisje),€5,– • Excursie naar Florence ca. €600,– voor leerlingen klas 5 vwo. • Excursie naar Berlijn ca. €350,– voor leerlingen klas 4 havo, vwo • Excursie naar Rome ca. €600,– voor leerlingen klas 5 havo en 6 vwo • Exchange met partnerschool te Veneto Vittord voor de bk-leerlingen bovenbouw. • Concertreis voor de musici in het AKO naar Dresden.


41

Fondsen In sommige gevallen kunnen ouders een aanvraag indienen voor ondersteuning door een of meer fondsen. Deze fondsen of stichtingen hebben specifieke doelstellingen en stellen voorwaarden of richtlijnen, waaraan iemand moet voldoen voordat een aanvraag in behandeling wordt genomen. De schoolleiding kan hierover nadere informatie verschaffen of doorverwijzen naar betreffende contactpersonen. Daarnaast kunt u bij het college van bestuur een beurs aanvraag indienen indien u de studiekosten financieel niet/nauwelijks kunt dragen. 1 College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten (toekenning beurzen i.v.m. college- en/of excursie gelden) 2 de Stichting Instrumentenfonds (renteloze leningen voor aanschaf van muziekinstrumenten voor leerlingen van de muziekvakopleiding) 3 de Stichting Cultuurfonds School voor Jong Talent (tegemoetkoming in de studiekosten) 4 het Kledingfonds (onderdeel van het cultuurfonds SvJT) (voor de dansvakopleiding)

42


Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Via de IB-Groep kunt u voor deze onkosten wellicht een tegemoetkoming krijgen. U moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Op 1 augustus 2001 is de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten ingegaan. De tegemoetkoming ouders kan bestaan uit: 1 een tegemoetkoming in de schoolkosten 2 een tegemoetkoming in het lesgeld Tegemoetkoming in de schoolkosten Hieronder vallen kosten voor boeken en leermiddelen, reiskosten, stages en dergelijke. In het voortgezet onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen onderbouw en bovenbouw. Omdat de kosten in de bovenbouw hoger zijn, is ook de tegemoetkoming hoger. De bovenbouw bestaat uit de klassen 4 en 5 havo, 4, 5 en 6 vwo. Alle andere klassen en opleidingen vallen onder de onderbouw. Boeken Schoolboeken en leermiddelen (bijvoorbeeld cd’s) worden aan leerlingen ter beschikking gesteld. Aan het eind van het cursusjaar, of per datum dat een leerling eerder stopt dienen de boeken en materialen in goede staat te worden ingeleverd . Leerlingen worden geacht zorgvuldig om te gaan met de boeken en rekwisieten. Het kaften van boeken is verplicht en een stevige schooltas draagt bij aan het behoud. De naam van de leerling moet in het boek worden genoteerd. Onze boeken gaan in de regel vijf jaar mee. De boeken moeten uiterlijk op de laatste dag van de examens respectievelijk de proefwerkweek worden ingeleverd. Wanneer bij het inleveren van de boeken blijkt dat deze onzorgvuldig zijn behandeld worden de kosten van herstel of vervanging in rekening gebracht. Wie zijn boeken kwijt raakt of niet inlevert, ontvangt eveneens een rekening voor gemaakte onkosten. Schoolverzekering voor leerlingen De leerlingen van het Koninklijk Conservatorium zijn collectief verzekerd tegen ongevallen. Deze verzekering geldt tijdens de schooltijden en de reistijden onderweg van en naar school.


43

Legitimatiekaart Alle leerlingen krijgen ieder jaar opnieuw een legitimatiekaart. Op vertoon van hun kaart kunnen leerlingen eventueel korting krijgen bij ballet- en muziekvoorstellingen buiten het Koninklijk Conservatorium. Muziekleerlingen hebben deze kaart nodig om bij de receptie aan de hoofdingang een sleutel voor een studiekamer te krijgen. De legitimatiekaarten zijn af te halen aan de avo/ballet-balie vanaf de eerste schooldag. Kluisjes Op de eerste en tweede etage van de avo-vleugel bevinden zich leerlingkluisjes. Leerlingen kunnen voor een jaar een kluisje huren, waarbij muziekleerlingen voorgaan op balletleerlingen, aangezien deze laatsten ook gebruik kunnen maken van kluisjes in de kleedkamers (borgsom € 3,-) Wie een kluisje wil huren, meldt dat bij de balletbalie. (borgsom: € 5,-). Vakantietijden en aanvragen extra vakantieverlof De School voor Jong Talent heeft een vakantieregeling die gebaseerd is op de vakantieregeling onderwijs van de gemeente Den Haag. De leerlingen hebben ieder jaar ca. 12 weken per jaar vakantie. We gaan ervan uit dat dit u en uw gezin voldoende de mogelijkheid geeft om samen vakantie te vieren. Toch hebben we in de laaste jaren een toename geconstateerd van verlofaanvragen buiten deze vakantieregeling om en willen we ons beleid op dit gebied aanscherpen. Hierbij verwijzen we naar het beleid van de Afdeling Leerplicht van de Gemeente Den Haag: Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (een van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden: - in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was;

44


- de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; - de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden. (de volledige tekst kunt u vinden op www.denhaag.nl ) Een verlofaanvraag dient minimaal acht weken van te voren ingediend te worden bij de directeur van de School voor Jong Talent. In de beoordeling van de aanvraag wordt tevens (indien het een leerling van de dansvakopleiding betreft) de directeur van de Dansvakopleiding betrokken. Buiten de schoolvakanties om wordt over het algemeen geen toestemming gegeven voor extra vakanties of vrije dagen. In bijzondere gevallen kan de directeur binnen de strikte wettelijke bepalingen verlof geven voor vervroegde vakantie of verlate terugkeer.


45

Vakantieschema Koninklijk Conservatorium 2009-2010 Herfstvakantie

ma. 18 oktober 2010 t/m vr. 22 oktober 2010

Kerstvakantie:

ma. 20 december 2010 t/m vr. 31 december 2010

Voorjaarsvakantie:

ma. 28 februari 2011 t/m vr. 4 maart 2011

Paasvakantie:

vr. 22 april 2010 t/m ma. 25 april 2011

Mei-vakantie:

Alleen voor de School voor Jong Talent!

ma.. 2 mei 2011 t/m vr. 6 mei 2011

Hemelvaart:

do. 2 juni 2011 t/m vr. 3 juni 2011

Tweede Pinksterdag:

ma. 13 juni 2011

Zomervakantie: a)

ma. 4 juli 2011 t/m vr. 19 augustus 2011

(School voor Jong Talent +

Dansvakopleiding)

Begin studiejaar 2011-2012, School voor Jong Talent en Dansvakopleiding: maandag 22 augustus 2011 Dit rooster staat los van de openstellling van de gebouwen

46


HOOFDSTUK 8

Onderwijsresultaten

Eindexamenresultaten

2007

2008

2009

2010

N

%

N

%

N

%

N

%

Mavo

4

100

3

100

8

100

5

80

Havo

11

100

10

94

16

100

14

100

Vwo

5

100

2

100

6

100

8

100

Totaal

15

30

17

27

N=aantal examenkandidaten

Resultaten per vak centraal examen 2010 Koninklijk Conservatorium, Hierbij dient te worden opgemerkt dat door de soms zeer geringe leerlingenaantallen per eindexamenvak de gemiddelde scores met een zekere terughoudendheid bekeken moeten worden. Alle vakken waarin slechts één leerling eindexamen heeft gedaan zijn in dit schema weggelaten.

VMBO

Havo

Vwo

SE CE

SE CE

SE CE

Nederlands

66 65

65 72

68 59

Frans

-

-

74

68

70 71

Duits

61

58

61

64

73

70

Engels

66 70

67

72

74

73

Geschiedenis

61

59

68 74

70 69

Wiskunde C

-

-

-

70 79

Wiskunde A

-

-

64 65

69 59

Wiskunde B

-

-

-

-

82

81

Economie

58 53

62

55

72

63

Kunstvak Algemeen

-

-

73

61

82

63

Wiskunde

63

67

-

-

-

-

-

Omdat de School voor Jong Talent specifiek voorbereidt op een doorstroming naar het Hogere Kunstonderwijs is het schema met doorstroompercentages van groot belang. Zie volgende pagina.


47

Doorstroom eindexamenleerlingen/contractleerlingen School voor Jong Talent: Doorstroom naar

2006

2007

2008

2009

2010

(N = 20)

(N=18)

(N = 31)

(N = 20)

(N=27)

Havo / vwo (svjt)

15 %

11%

19 %

15 %

15 %

KC VB

5 %

0%

0 %

0 %

0%

KC 1e jaars

30 %

50%

39 %

40 %

37 %

KABK

20 %

23%

10 %

10 %

7%

65 %

59%

15 %

Totale doorstroom naar Hogeschool BK,M & D

70%

84%

68 %

Balletopleiding (inter) nationaal

-

5%

10 %

10 %

Conservatorium elders

5 %

5%

3 %

5 %

7%

Kunstacademie elders

5 %

5%

3 %

0 %

7%

10 %

9%

16 %

15 %

29 %

80 %

93%

84 %

80 %

88 %

5 %

9%

15 %

11 %

Totale doorstroom naar Hoger Kunstonderwijs elders Totale doorstroom naar Hoger Kunst onderwijs

HBO-studie elders (geen kunst-studie)

15 %

0%

3 %

WO-studie elders (geen kunst-studie)

3 %

6%

Onbekend/diversen

15 %

6%

6%

Kwaliteitskaart Inspectie van Onderwijs Sinds enkele jaren geeft de Inspectie van het Onderwijs een zogeheten kwaliteitskaart uit op basis van de doorstroomgegevens en de examenresultaten. In 1999 werd de avo-school voor het eerst opgenomen in de gids voor de regio Den Haag, Leiden, Delft, Zoetermeer.

48


De school voor Jong Talent heeft echter een zeer specifiek karakter: • zeer kleine groepen • een vlottende leerlingpopulatie (veel in- en uitstroom door alle leerjaren heen) • de meeste uitstroom van dansleerlingen wordt veroorzaakt door fysieke ontwikkeling, hetgeen niets met schoolprestaties te maken heeft Dit maakt vergelijking met andere scholen vrijwel onmogelijk. Inmiddels maakt inspectie voor Onderwijs geen kwaliteitskaart voor de SvJT meer. Bezoek inspectie 2010 In mei 2010 werd de School voor Jong Talent bezocht door inspectie van onderwijs.De belangrijkste conclusie van dit periodiek kwaliteitsonderzoek is het feit dat “de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie vereist”. Dit betekent dat inspectie geen aanleiding ziet de school verder te onderzoeken en pas over 4 jaar een nieuw kwaliteitsonderzoek zal doen. Het inspectierapport is uiteraard veel gedetailleerder en (indien gewenst) beschikbaar voor belangstellenden. U kunt daarvoor een copie bij de directeur van de school opvragen. Bijlagen De volgende documenten zijn als bijlagen in deze schoolgids opgenomen: 1 Schoolregels 2 Bevorderingsrichtlijnen 3 Leerlingenstatuut 4 Aanname-beleid School voor Jong Talent


49

BIJLAGE 1

Schoolregels

Elke schoolorganisatie kent algemene afspraken (geschreven en ongeschreven) die de dagelijkse gang van zaken in de school regelen. De bedoeling daarvan is de leer-, werken leefsituatie zo in te richten, dat iedereen met respect voor elkaars eigenheid, in alle openheid en verantwoordelijkheid zijn eigen bijdrage kan leveren aan de schoolsamenleving als geheel. Op die manier kan worden bereikt, dat het schoolklimaat voor allen prettig en leefbaar is, en vooral blijft. Deze spelregels gelden dan ook zonder uitzondering voor iedereen. A Algemene informatie 1 Roosterwijzigingen en belangrijke mededelingen worden steeds gemeld in de vitrine bij de kamers van de schoolleiding op de eerste verdieping. Ga nooit af op geruchten. 2 Als een les vervalt wordt dat aangegeven op het mededelingenbord. Ook wordt aangegeven wat er dan dient te gebeuren. Voor de eerste lesuren van een klas wordt het bericht zo mogelijk tijdig telefonisch doorgegeven via een telefoonketen. Geef eventuele adres- of telefoonwijzigingen onmiddellijk door aan de administratie, de docenten en je medeleerlingen, zodat de gegevens van de telefoonketen steeds up to date blijven. B Te laat komen en schoolverzuim 1 Alle lessen beginnen stipt op tijd. Wie te laat is, om wat voor reden dan ook, begeeft zich eerst naar de balletbalie voor een briefje, pas dan word je toegelaten tot de les. Laatkomers met een geldig excuus èn die als bewijs daarvan een briefje bij zich hebben dat is ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger(s), leveren dit zo snel mogelijk bij de balletbalie, uiterlijk de volgende dag voor het begin van de lessen. Bij te laat inleveren vervalt de geldigheid van het briefje. 2 Wie stelselmatig in een bepaalde les te laat komt, of de les zonder rechtmatige reden verzuimt, vraagt om moeilijkheden. De school heeft het recht passende disciplinaire maatregelen te nemen zoals terugkomen, het verrichten van extra werkzaamheden, het inhalen van lesstof buiten lestijd, enz. 3 Wie te veel te laat komt, dat wil zeggen zonder dat er voor het te laat

50


komen een geldige reden is, of een les onrechtmatig verzuimt, wordt door de schoolleiding of de mentor ter verantwoording geroepen. De schoolleiding kan een notoire telaatkomer de toegang tot een bepaalde les voor onbepaalde tijd ontzeggen. Voor spijbelaars geldt, dat de schoolleiding in overleg met de klassen- of studiementor passende disciplinaire maatregelen zal treffen. 4 Wie te veel te laat blijft komen, of volhardt in onrechtmatig schoolverzuim, loopt onvermijdelijk het risico van schorsing. De schorsing wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs. Voor examenkandidaten gelden de betreffende bepalingen en mogelijke maatregelen die vermeld staan in het examenreglement in het hoofdstuk: ‘Onregelmatigheden voorgevallen tijdens het examen’. 5 Wie ziek is, of wegens een andere geldige reden gewettigd afwezig is, laat dit zo snel mogelijk melden bij de medewerkers van de ballet-balie. Men deelt daarbij ook meteen mede welke muziekdocenten voor de geschatte duur van de ziekteperiode hiervan op de hoogte moeten worden gesteld. Bij voorkeur telefonisch vóór 09.00 uur ‘s ochtends (070-3151505) door ouder of verzorger. 6 Als een leerling tijdens de lesdag wegens ziekte naar huis wil, moet hij/zij zich afmelden bij de balletbalie. Of, als die niet bemand is, bij de schoolleiding. Ook dan moet de leerling, als hij weer op school komt, een schriftelijke verklaring ondertekend door de ouder/verzorger afgeven bij de balletbalie. 7 Wie wegens dwingende redenen een les of meer lessen moet verzuimen, heeft altijd toestemming nodig van de schoolleiding. Toestemming wordt tijdig vooraf schriftelijk aangevraagd, dat wil zeggen tenminste drie dagen van tevoren. Buiten de schoolvakanties om wordt over het algemeen geen toestemming gegeven voor extra vakanties of vrije dagen. 8 Een leerling die ziek is geweest moet op de dag waarop hij weer op school komt een briefje van de ouder/verzorger afgeven bij de avo/ balletbalie. 9 Muziekleerlingen die wegens blessures niet aan de gymnastiekles mee kunnen doen, melden dat bij de schoolleiding. Leerlingen die gedurende langere tijd niet aan de gymnastieklessen mogen deelnemen, moeten een medische verklaring overleggen aan de schoolarts waaruit de ongeschiktheid blijkt. Een dergelijke verklaring moet jaarlijks worden overlegd. Balletleerlingen, die door blessures e.d. niet in staat zijn de lessen in de dansvakafdeling te volgen, School voor Jong Talent — Schoolgids 2010–2011

51

behoren bij deze lessen aanwezig te zijn. 10 Muziekleerlingen die wegens een avondoptreden (in het Koninklijk Conservatorium of elders) de volgende ochtend lessen moeten verzuimen dienen tijdig vóóraf toestemming te vragen aan de schoolleiding. De groene formulieren moeten hiervoor worden gebruikt. Optredens georganiseerd buiten Koninklijk Conservatorium-verband dienen, gelet op de studiebelasting, vooraf en tijdig met de schoolleiding te worden overlegd. De schoolleiding van de Jong Talent-afdeling overlegt hierover mede met de hoofdvakdocent(en) van de desbetreffende leerling(e). 11 Muziekleerlingen die wegens extra (hoofdvak)lessen, bijwonen van of medewerken aan examens, masterclasses en overige activiteiten avolessen (menen te) moeten verzuimen, vragen dit vooraf en tijdig aan bij de schoolleiding. De groene formulieren moeten hiervoor worden gebruikt. Zonder toestemming vooraf is het verzuimen van avo-lessen niet toegestaan. 12 Indien de docent niet tijdig aanwezig is in de les, meldt een van de leerlingen dit bij de schoolleiding. Het is de bedoeling dat de leerlingen zelfstandig in het lokaal gaan werken. Leerlingen mogen niet weg zonder toestemming. C Schorsing Een leerling kan door de schoolleiding de toegang tot bepaalde of tot alle lessen binnen het Koninklijk Conservatorium worden ontzegd voor ten hoogste een week. De schoolleiding deelt haar beslissing binnen drie dagen mee aan de leerplicht ambtenaar eninspecteur voortgezet onderwijs, het College van Bestuur, de leraren en, indien het een minderjarige leerling betreft, aan de ouders, gastouders, voogden of verzorgers van de leerling en wijst belanghebbenden op de mogelijkheid tot het instellen van beroep. De leerling, dan wel de ouders, voogden of verzorgers van een minder jarige leerling kunnen tegen de beslissing van de schoolleiding in beroep gaan bij het College van Bestuur. Hangende het voorstel geldt de beslissing van de schoolleiding. D Verwijdering van school Op voorstel van de schoolleiding kan het College van Bestuur een leerling die bij herhaling de voorschriften van de school overtreedt of die zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag, definitief verwijderen van de school. De voordracht tot definitieve verwijdering noemt de redenen die

52


tot dit voorstel hebben geleid. Het voorstel wordt slechts gedaan nadat zowel leerling als ouders ter zake zijn gehoord. Alvorens op het voorstel te besluiten treedt het College van Bestuur in overleg met de onderwijsinspectie en de leerplicht ambtenaar. Het College van bestuur zorgt ervoor dat de ouders en de leerling zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie dagen nadat het besluit genomen is, bij aangetekende brief van het besluit op de hoogte worden gesteld. De Inspecteur, alsmede de leerplichtambtenaar van de gemeente waarin de leerling woonachtig is, ontvangen een afschrift van het besluit tot definitieve verwijdering. Tegen dit besluit kan bij het College van Bestuur door de leerling, respectievelijk de ouder/verzorger bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaar dient binnen zes weken na datum van verzending ingediend te zijn overeenkomstig het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Aan de hand van het bezwaarschrift kan de College van Bestuur het oorspronkelijk besluit heroverwegen, hetgeen al of niet tot een herziening kan leiden. Als het College van Bestuur bij zijn besluit blijft, kan de leerling, respectievelijk de ouder/verzorger binnen een termijn van zes weken bij de arrondissementsrechtbank tegen dit besluit beroep aantekenen. E Pauzeruimten, gangen en milieu 1 Iedereen streeft ernaar het gebouw zo netjes mogelijk te houden. Een docent is bevoegd opdracht te geven om rommel in de foyer of in de gang op te ruimen, ongeacht wie de betreffende rommel heeft veroorzaakt. 2 Roken is voor de leerlingen en docenten in de school verboden. 3 Eten en drinken is slechts toegestaan in de kantine en de pauzeruimten. In de klas wordt niet gegeten en gedronken. F Orde 1 Het spreekt vanzelf dat leerlingen, wanneer ze geen les hebben, zich niet zodanig in de school ophouden dat daardoor andere lessen gestoord worden. 2 Het spreekt ook vanzelf dat men op tijd in de les is. Balletleerlingen moeten vijf minuten voor aanvang van de les in de studio aanwezig zijn.


53

3 Het is niet toegestaan om de muziekinstrumenten in de balletstudio’s te bespelen of aan de apparatuur te zitten zonder uitdrukkelijke toestemming van de schoolleiding, cq. de daarvoor verantwoordelijke docent. 4 Docenten stellen hun eigen regels tijdens de les, eventueel in overleg met de klas. Regels kunnen per docent verschillen. 5 Leerlingen die uit de les verwijderd worden melden zich altijd meteen bij de directeur of als die afwezig is bij een van de coördinatoren. In het geval dat de schoolleiding afwezig is, of op dat moment niet te spreken, melde men zich bij de ballet/avo-balie. Later op die dag of de volgende dag dient men zich alsnog bij de schoolleiding te melden om te vertellen waarom men de klas is uitgestuurd. 6 Het gebruik van mobiele telefoons in de klas is niet toegestaan. G Proefwerken en overhoringen 1 Er worden ten hoogste twee proefwerken op één dag gepland. Om de studielast te spreiden worden in klas 1 tot en met 3 maximaal drie proefwerken per week gegeven. Dit geldt niet voor individuele herkansingen en proefwerkweken. Proefwerken worden vermeld in de studieplanner of tenminste één week van tevoren aangekondigd onder opgave van de stofomschrijving. 2 Een proefwerk kan zwaarder wegen dan een overhoring (schriftelijk of mondeling). Een overhoring hoeft niet van tevoren te worden aangekondigd. 3 Bepaalde werkstukken of proeven (bij moderne vreemde talen bijvoorbeeld teksten met meerkeuzevragen) kunnen als proefwerk worden gekwalificeerd, ook als zij niet van te voren zijn aangekondigd. 4 Wanneer een les uitvalt door afwezigheid van de docent, verschuiven alle reeds geplande activiteiten (bijvoorbeeld een overhoring, proefwerk of het eventuele thuiswerk) naar de eerstvolgende les in het betreffende vak tenzij anders wordt overeengekomen. 5 Wanneer een leerling de les mist waarin een proefwerk of overhoring wordt gegeven, verschuift deze toets automatisch naar de eerstvolgende les in het betreffende vak tenzij anders wordt overeengekomen. 6 Leerlingen zijn zelf altijd verantwoordelijk voor het noteren van het huiswerk, proefwerken en afspraken. Wie een les heeft gemist, stelt zich tijdig op de hoogte van het eventueel opgegeven werk.

54


7. Wie een geldige reden heeft om niet deel te nemen aan een proefwerk, test of overhoring maakt dat tijdig kenbaar aan de docent en/ of de schoolleiding. Na overleg wordt dan bepaald of de leerling het werk wel of niet maakt, hoe de weging is of wanneer men in aanmerking komt voor een herkansing. In principe treedt bij niet maken de regeling in werking als onder artikel 5. H Bruikleen 1 Alle materiaal (boeken, kleding, rekwisieten e.d.) dat je van het Koninklijk Conservatorium in bruikleen krijgt, dient aan het einde van het schooljaar weer in goede orde te worden ingeleverd. Noodzakelijke reparaties en eventuele nieuwe aanschaf zijn voor eigen rekening. I Kleding 1 Tijdens de balletlessen dient men gekleed te zijn volgens de voorschriften van de school. In bijzondere omstandigheden kan de verantwoordelijke docent(e) toestemmen om daarvan af te wijken. 2 Leerlingen begeven zich niet in balletkleding buiten de balletafde-ling. Balletleerlingen houden zich aan de kledinginstructies van de Dansvakopleiding. J Maatregelen 1 Leerlingen die schade toebrengen aan de school of eigendommen van de school of van medeleerlingen worden daarvoor wettelijk aansprakelijk gesteld. 2 Tegen leerlingen die de schoolregels overtreden of zich op andere wijze misdragen, kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen na het horen van de betrokkenen. Deze maatregelen binnen de geldende wettelijke voorschriften, zijn ter beoordeling van de schoolleiding en worden schriftelijk aan de ouder(s) van de leerling(e) medegedeeld. K Slot In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleiding.


55

BIJLAGE 2

Bevorderingsrichtlijnen

1 Jaarlijks worden vijf schoolrapporten uitgereikt waarop in de vorm van cijfers het niveau tot uitdrukking komt van de gemeten schoolprestaties en de bereikte leerresultaten. 2 Voor de rapportcijfers worden de cijfers 1 tot en met 10 gebruikt met ten hoogste 1 decimaal. Een cijfer lager dan 3 wordt apart toegelicht. 3 Rapportcijfers worden zonder komma genoteerd, dus: 5,6 wordt genoteerd als 56, 7,2 wordt genoteerd als 72. 4 De rapporten komen tot stand op basis van een ‘voortschrijdend gemiddelde’. Alle in een cursusjaar behaalde cijfers en beoordelingen tellen mee voor de berekening van het gemiddelde. 5 De afronding bij het eindrapport vindt plaats conform de eindexamenregeling. Alleen de eerste decimaal telt voor de afronding naar een heel cijfer. Bijvoorbeeld: het eindgemiddelde 6,49 wordt gelezen als 6,4 en dus afgerond naar 6. 6 Eindexamenkandidaten ontvangen geen schoolrapporten maar een overzicht van de (cijfer)resultaten van de schoolexamens: een PTA -overzicht. 7 Bij het kerst- en het paasrapport ontvangt een leerling zowel een beoordeling voor de avo/vwo-afdeling als een muziekof balletrapport of een rapport beeldende kunst. 8 De leerlingen worden bevorderd op grond van de afgeronde eindcijfers conform de geldende bevorderingsrichtlijnen. I Algemene bevorderingsrichtlijnen 1 Een leerling wordt bevorderd wanneer hij voldoet aan de algemene en per klas vastgestelde eisen met betrekking tot de cijferreeks. 2 De docentenvergadering is autonoom. 3 Een docentenvergadering kan besluiten tot: a Bevorderen b Niet bevorderen (doubleren van de klas) c gericht bevorderen naar een andere afdeling d onder voorwaarden bevorderen of voorwaardelijk plaatsen

56


4 De voorwaarden waaronder een leerling wordt bevorderd, kunnen zijn: a het uitvoeren van een taak of aantal taken vóór of ná de vakantie b het afleggen van herexamen(s) vóór of ná de vakantie c een verbod voor de keuze van een bepaald examenvak d een verbod voor de keuze van een (bepaald) extra vak e het opleggen van de verplichting om te voldoen aan een bepaalde minimum cijferreeks bij het eerstvolgende rapport. 5 Taken en herexamens worden door de docentenvergadering besproken. Op grond van een positief oordeel kan de leerling worden bevorderd. Bij een negatief oordeel wordt de leerling niet in het volgende leerjaar toegelaten. 6 Een leerling mag, tenzij de docentenvergadering anders beslist, in twee opeenvolgende jaren slechts éénmaal doubleren. 7 Alle schoolvakken tellen mee voor de beoordeling. 8 Onvoldoendes worden gemeten in “tekorten”, in aantallen tekortpunten gerekend vanuit het cijfer zes. Het cijfer 5 telt voor één tekortpunt, het cijfer 4 voor twee tekortpunten en het cijfer 3 voor drie tekortpunten. 9 In ieder geval na de tweede klas avo/vwo wordt een schooladvies gegeven op grond van de resultaten in de basisvorming. In bepaalde gevallen kan de docenten-vergadering al eerder een bindende uitspraak doen over de determinatie. 10 Vuistregel bij de determinatie is, bij niet meer dan drie tekortpunten (3x vijf of 1x5 en 1x4): • Gemiddeld een zes: advies vmbo • Gemiddeld een zeven: advies havo • Gemiddeld een acht: advies vwo


57

II Bijzondere bevorderingsrichtlijnen 1 Eerste klas avo/vwo Schoolvakken: Nederlands, Engels, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, biologie, lichamelijke opvoeding, muziek, beeldende vorming natuurkunde, Latijn, Grieks. • Een leerling wordt naar de tweede klas avo/vwo bevorderd als het gemiddelde van de schoolvakken tenminste een 6 is. Er mogen niet meer dan drie tekortpunten voorkomen. 2 Tweede klas avo/vwo Schoolvakken: Nederlands, Engels, Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en informatiekunde, economie, biologie, lichamelijke opvoeding en muziek, natuurkunde, Latijn/Grieks, beeldende vorming • Een leerling wordt naar de derde klas vmbo bevorderd als het gemiddelde van de schoolvakken een 6 is. Er mogen niet meer dan vier tekortpunten voorkomen. • Een leerling wordt naar de derde klas havo bevorderd als het gemiddelde van de schoolvakken een 7 is. Er mogen niet meer dan drie tekortpunten voorkomen. • Een leerling wordt naar de derde klas vwo bevorderd als het gemiddelde van de schoolvakken een 8 is. Er mogen niet meer dan twee tekortpunten voorkomen. 3.1 Derde klas vmbo Schoolvakken: Nederlandse taal, Engels , maatschappijleer en kunstvakken I, (lichamelijke opvoeding), economie, wiskunde, Frans , Duits , geschiedenis en staatsinrichting, muziek, dans, beeldende kunst (kunstvakken II) • Een leerling wordt naar de vierde klas vmbo bevorderd als: - voor ten hoogste een van de examenvakken het eindcijfer 5 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger. Binnen de gehele cijferlijst mogen niet meer dan drie tekortpunten voorkomen, of - voor ten hoogste een van de examenvakken het eindcijfer 4 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste een 7 of hoger, of - voor twee van de examenvakken, waarvan ten hoogste een behorend

58


tot het sectordeel, het eindcijfer 5 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste een 7 of hoger. Bij doubleren in de derde klas bepaalt de school in overleg met de leerling welke onderdelen van het schoolexamen blijven staan en welke onderdelen de leerling moet overdoen. 3.2 Derde klas havo/vwo Schoolvakken: Nederlandse taal, Engels, Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, biologie en verzorging, (lichamelijke opvoeding), muziek, beeldende vorming. 3.2.1 havo-3 • Een leerling wordt naar de vierde klas havo bevorderd als het gemiddelde van het eindrapport een 6 is of hoger, met daarbij niet meer dan drie tekort-punten. 3.2.2 vwo-3 • Een leerling wordt naar de vierde klas vwo bevorderd als het gemiddelde cijfer op vwo-niveau tenminste een 6 is. Er mogen binnen de gehele cijferlijst niet meer dan drie tekort-punten voorkomen. 4 Vierde klas havo/vwo, profiel Cultuur en Maatschappij 4.1 havo-4 • Een leerling wordt naar 5 havo bevorderd als de indicatoren ‘resultaat’ en ‘voortgang’ positief zijn. A Het resultaat: de leerling wordt bevorderd als: - alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: - er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of - er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is B Voortgang: bij achterstand aan het eind van het jaar moet de leerling aan de eisen voldoen voordat de definitieve bevordering plaatsvindt. Bij doubleren in de vierde klas bepaalt de school in overleg met de leerling welke onderdelen van het schoolexamen blijven staan en welke onderdelen de leerling moet overdoen.


59

4.2 vwo-4 • Een leerling wordt naar de vijfde klas vwo bevorderd als de indicatoren ‘resultaat’ en ‘voortgang’ beide positief zijn. A Het resultaat: de leerling wordt bevorderd als: - alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: - er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of - er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is B voortgang: bij achterstand aan het eind van het jaar moet de leerling aan de eisen voldoen voordat de definitieve bevordering plaatsvindt. Bij doubleren in de vierde klas bepaalt de school in overleg met de leerling welke onderdelen van het schoolexamen blijven staan en welke onderdelen de leerling moet overdoen. 5 Vijfde klas vwo • Een leerling wordt naar de zesde klas vwo bevorderd als de indicatoren ‘resultaat’ en ‘voortgang’ beide positief zijn. A Het resultaat: de leerling wordt bevorderd als: - alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: - er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of - er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is B Voortgang: bij achterstand aan het eind van het jaar moet de leerling aan de eisen voldoen voordat de definitieve bevordering plaatsvindt. Bij doubleren in de vijfde klas bepaalt de school in overleg met de leerling welke onderdelen van het schoolexamen blijven staan en welke onderdelen de leerling moet overdoen.

60


BIJLAGE 3

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut De rechtspositie van de hbo-studenten is geregeld in het studentenstatuut van de Hogeschool als bedoeld in artikel 7-59 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Studentenstatuut en Leerlingenstatuut vormen een eenheid. De leerlingen van de SvJT volgen de vooropleiding tot het Hoger Beroepsonderwijs (Muziek, Dans of Beeldende kunst) in combinatie met basisonderwijs, algemeen voortgezet of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Formeel maken zij (nog) geen deel uit van het hoger onderwijs en is op hen de rechtspositie van scholier van toepassing. A Algemeen 1 Betekenis Het leerlingenstatuut beoogt de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren. Het leerlingenstatuut is gebaseerd op het model leerlingenstatuut van het LAKS, 1989. 2 Begrippen In dit statuut wordt bedoeld met leerlingen: leerlingen die op school staan ingeschreven; ouders:ouders, voogden, wettelijk vertegenwoordigers;ad ministratief-technische medewerkers: personeelsleden met een andere taak dan lesgeven; docenten: personeelsleden met een onderwijstaak binnen de afdeling avo/vwo; schoolleiding: de directeur voor de School van Jong Talent; instellingsbestuur: het bevoegd gezag: het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten; (deel)medezeggenschapsraad (MR):het vertegenwoordigend orgaan van de faculteit Muziek, Dans en Beeldende Kunst, zoals bedoeld in artikel 4 van de WMO; geleding:een groepering binnen de school;mentor: docent, aangewezen om een leerling of een groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden; geschillencommissie: orgaan dat klachten over vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling kan nemen en hierover bindende uitspraken doet.


61

3 Procedure Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het CvB op voorstel van de directie van de School voor Jong Talent. 4 Geldigheidsduur Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Daarna wordt het opnieuw besproken en - al dan niet gewijzigd of aangevuld - voor een volgende periode van twee schooljaren vastgesteld. Indien geen bespreking plaatsvindt, wordt het leerlingenstatuut geacht opnieuw voor twee schooljaren te zijn vastgesteld. 5 Toepassing Het leerlingenstatuut is bindend voor: • de leerlingen • de docenten • de administratief-technische medewerkers • de schoolleiding • het instellingsbestuur • de ouders. Dit geldt behoudens wettelijk vastgestelde bevoegdheden en reglementen. 6 Publicatie Het leerlingenstatuut wordt op school gepubliceerd en ieder jaar bij de aanvang van het schooljaar aan een ieder voor wie het leerlingenstatuut bindend is uitgereikt. Dit geschiedt onder verantwoordelijkheid van het instellingsbestuur.

62


B Regels over het onderwijs 7 Het geven van onderwijs door docenten De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven. Het gaat hierbij om zaken als: • redelijke verdeling van de lesstof over de lessen; • goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof; • kiezen van de geschikte schoolboeken; • aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde lesstof. Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de schoolleiding. De schoolleiding geeft binnen tien schooldagen de leerling(en) een reactie op de klacht. Is deze reactie naar het oordeel van de leerling(en) niet afdoende, dan kan een beroep bij de geschillencommissie worden aangetekend. 8 Het volgen van onderwijs door leerlingen De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken dat gebaseerd is op een overdracht van informatie die ordelijk moet verlopen. Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. 9 Toetsing van leerresultaten Toetsing van de leerresultaten kan op vier wijzen geschieden: a oefentoetsen b overhoringen c proefwerken d werkstukken Een oefentoets is uitsluitend bedoeld om de leerlingen en de docent inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof begrepen en geleerd heeft. De oefentoets kan ook onverwachts gehouden worden. Van oefentoetsen wordt het cijfer niet meegeteld voor het rapport. Van een overhoring, proefwerk en werkstuk moet tevoren duidelijk zijn hoe het cijfer geteld wordt bij het vaststellen van een rapportcijfer. Een overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en kan


63

zonder vooraankondiging gehouden worden. Proefwerken worden vermeld in de studieplanner of ten minste een week van tevoren aangekondigd met vermelding van de stofomschrijving. Een leerling mag niet meer dan twee proefwerken per schooldag krijgen. Klas 1 tot en met 3 hebben maximaal 4 proefwerken per week. Alleen bij individuele herkansing en in de proefwerkweek mag van deze regel afgeweken worden. Een proefwerk mag alleen de behandelde lesstof bevatten die vijf dagen van tevoren is afgerond en opgegeven. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. De vorm van het proefwerk moet tevoren duidelijk zijn. De docent moet de uitslag van een proefwerk of overhoring binnen tien (10) schooldagen bekend maken. Een proefwerk wordt altijd nabesproken in de les. Een leerling heeft het recht van inzage in een gemaakte toets. De normen van de beoordeling van een toetsing worden door de docent medegedeeld en zo nodig toegelicht. Wie het niet eens is met de beoordeling van een toetsing, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan de beoordeling aan de schoolleiding worden voorgelegd. De leerling die met een voor de docent of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toetsing heeft recht alsnog aan de toetsing deel te nemen. De leerling neemt het initiatief tot het maken van de afspraak. Leerlingen zijn verplicht om hen opgegeven toetsingen te maken. Indien een leerling hiertoe niet in staat is dient deze voor aanvang van de toetsing de docent een schriftelijke verklaring van de reden, ondertekend door de ouder/verzorger te overhandigen. De leerling die bij toetsing onregelmatig handelt, krijgt voor het betreffende werk het cijfer één (1). 10 Werkstukken Wanneer het maken van werkstukken van welke soort ook, onderdeel is van het onderwijsprogramma en meetelt in een rapportcijfer, dan dient van tevoren duidelijk te zijn aan welke normen een werkstuk moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en wat er gebeurt bij niet of te laat inleveren. 11 Rapporten Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Het rapport is gericht aan de leerling

64


en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Het moet voorkomen worden dat een rapportcijfer op grond van slechts één proefwerk wordt vastgesteld. 12 Overgaan en zittenblijven Tevoren dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. De bevorderingsrichtlijnen worden bij aanvang van ieder cursusjaar aan de leerling uitgereikt. 13 Huiswerk De docenten die lesgeven aan een bepaalde klas, zorgen voor een redelijke totale belasting aan huiswerk. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken. De leerling die niet in de gelegenheid is geweest het huiswerk te maken, meldt dit bij de aanvang van de les aan de docent. Indien de docent van de leerling de reden waarom de leerling het huiswerk niet heeft kunnen maken niet aanvaardbaar acht, wordt dit aan de desbetreffende mentor voorgelegd. C Regels over de school als organisatie en gebouw 14 Toelating Toelating tot de School voor Jong Talent is afhankelijk van een positieve uitslag van een toelatingsexamen of auditie. Het instellingsbestuur stelt daartoe een toelatingsexamen-commissie samen onder voorzitterschap van een directielid van de faculteit Muziek, Dans of de faculteit Beeldende Kunst. Als een aspirant-leerling niet wordt toegelaten, dan geeft de verantwoordelijke studieleiding de gronden waarop deze beslissing is gebaseerd. Een aspirant-leerling dient te beschikken over een schooladvies voor Vmbo of hoger. De schoolleiding van de School voor Jong Talent draagt zorg voor voldoende informatie over de gang van zaken op school aan de aspirant-leerling en zijn ouders.Deze regeling maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut. 15 Aanstelling van docenten en benoeming van de schoolleiding Het instellingsbestuur, gehoord de medezeggenschapsraad, stelt de procedure vast om docenten aan te stellen en de schoolleiding te benoemen. Deze regeling maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut.


65

16 Vrijheid van meningsuiting Een ieder heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten. Wie zich door een ander beledigd voelt, kan handelen volgens de in hoofdstuk D aangegeven procedure. 17 Vrijheid van uiterlijk Een ieder heeft het recht op vrijheid van uiterlijk. De school kan echter bepaalde kleding verplicht stellen of eisen stellen aan bijvoorbeeld haardracht (zie bijvoorbeeld de eisen van de dansvakopleiding met betrekking tot kleding en haardracht) wanneer deze kleding aan bepaalde vak- of veiligheidseisen moet voldoen. 18 Bijeenkomsten De leerlingen hebben het recht te vergaderen over zaken aangaande het schoolgebeuren en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. De schoolleiding is bevoegd een bijeenkomst van leerlingen te verbieden, indien deze het volgen van lessen door de leerlingen verhindert. Anderen dan leerlingen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen, als de leerlingen dat toestaan. De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen, een en ander binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade. 19 Leerlingenraad Leerlingen hebben het recht uit hun midden een leerlingenraad te kiezen. De schoolleiding stelt aan een leerlingenraad in redelijke mate faciliteiten gratis beschikbaar en voorzieningen die de goede gang van zaken bevorderen (ruimte, opslag, drukfaciliteiten e.d.). Activiteiten van de leerlingenraad kunnen tijdens de lesuren plaatsvinden. Leerlingenraadsleden kunnen voor hun werkzaamheden lesuren vrij nemen na toestemming van de schoolleiding. 20 Leerlingenregistratie en privacybescherming Gegevens van leerlingen worden opgenomen in een leerlingendossier. Het leerlingendossier staat onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. Een leerling heeft de bevoegdheid tot inzage van de

66


gegevens die over hem en/of zijn ouders genoteerd zijn en het doen van voorstellen aan de schoolleiding om correcties aan te brengen. De schoolleiding geeft binnen vijf schooldagen aan de betrokkene(n) te kennen of de gewenste correcties al dan niet uitgevoerd zullen worden. Indien betrokkene(n) niet tevreden is/zijn met het antwoord van de schoolleiding kan/kunnen de betrokkene(n) zich direct wenden tot de geschillencommissie. Het leerlingendossier is in principe uitsluitend toegankelijk voor de schoolleiding of voor de daartoe door de schoolleiding gemachtigde functionarissen. De leden van de geschillencommissie hebben recht op inzage van de relevante genoteerde gegevens gedurende de behandeling van de klacht. Behoudens de wettelijke voorschriften worden de gegevens over een leerling vernietigd, nadat de leerling het Koninklijk Conservatorium heeft verlaten. De regeling maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut. 21 Orde Het instellingsbestuur, gehoord de medezeggenschapsraad, stelt op voorstel van de schoolleiding van de School voor Jong Talent een reglement van orde (schoolregels) vast. Leidraad bij het opstellen van een reglement van orde zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. Iedereen is verplicht de schoolregels na te leven. Overtreding van het reglement kan door ieder aan de schoolleiding worden gemeld. Dit reglement maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut. 22 Ongewenste intimiteiten Een leerling heeft er recht op als persoon tegemoet te worden getreden. Indien de leerling zich gekwetst voelt door een benadering of intimiteit van de kant van medeleerlingen of schoolpersoneel, die de leerling niet gewenst heeft, dan kan hij zich wenden tot de mentor, de schoolleiding, de vertrouwensinspecteur of tot een persoon die hiervoor door het instellingsbestuur is aangewezen. Het College van Bestuur stelt op voorstel van de medezeggenschapsraad een regeling op waarin gerichte maatregelen worden getroffen om ongewenste intimiteiten binnen de schoolgemeenschap te voorkomen.De regeling maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut.


67

23 Aanwezigheid Leerlingen zijn verplicht alle lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. Leerlingen kunnen bij de schoolleiding wijzigingen in het schoolrooster voorstellen. 24 Te laat komen Het instellingsbestuur, gehoord de medezeggenschapsraad, stelt op voorstel van de schoolleiding van de School voor Jong Talent een regeling op voor leerlingen die te laat komen. Deze regeling wordt opgenomen in het stelsel van schoolregels. De regeling maakt na vaststelling door het College van Bestuur deel uit van het leerlingenstatuut. 25 Strafbevoegdheden De bevoegdheid een straf aan een leerling op te leggen komt toe aan de schoolleiding en/of de docent. Tegen een opgelegde straf kan een leerling rechtstreeks in beroep gaan bij de geschillencommissie. De straf wordt hangende het beroep opgeschort. 26 Straffen Lijf- en tuchtstraffen zijn ten strengste verboden. Bij het opleggen van een straf dient een zekere verhouding te bestaan tussen de strafmaat en de ernst van de overtreding. Ook dient er zo mogelijk een verhouding te bestaan tussen de aard van de overtreding en het soort straf. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. Bij de praktische uitvoering van een straf wordt met de mogelijkheden van een leerling rekening gehouden. D handhaving van het leerlingenstatuut 27 Klacht Wie meent dat het leerlingenstatuut ten opzichte van hem onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast kan daartegen bezwaar aantekenen bij degene die zodanig heeft gehandeld (docent of leerling) met het verzoek de handelwijze in overeenstemming te brengen met het leerlingenstatuut.

68


28 Bemiddeling door de mentor Indien de klager van een leerling tegen wie de klacht is gericht geen bevredigende reactie heeft ontvangen, stelt hij de desbetreffende mentor op de hoogte. De mentor heeft drie schooldagen de gelegenheid een bemiddelende rol te spelen. 29 Samenstelling geschillencommissie De geschillencommissie is samengesteld uit twee docenten, twee leerlingen en één ouder. Zij worden door de vertegenwoordigende lichamen van de eigen geleding benoemd. Op verzoek van één van de partijen kan een lid van de geschillencommissie zich terugtrekken. Hij wordt dan vervangen door een andere aangewezen vertegenwoordiger uit de geleding. De geschillencommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan. 30 Beroep bij de geschillencommissie De geschillencommissie kan elke klacht betreffende vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling nemen. Een klacht kan zowel individueel als collectief worden ingediend en wordt schriftelijk gericht aan de geschillencommissie. De geschillencommissie stelt de klager in de gelegenheid de klacht mondeling toe te lichten en stelt degene, tegen wie een klacht is ingediend, in de gelegenheid verweer te voeren. Degene die een klacht heeft ingediend en degene tegen wie een klacht is ingediend, kunnen zich bij de behandeling van de klacht door de geschillencommissie laten bijstaan door een ander. Door betrokkenen kunnen getuigen worden opgeroepen. De zitting van de geschillencommissie is openbaar, tenzij één van de betrokkenen verzoekt de zitting besloten te verklaren. De uitspraken van de geschillencommissie zijn openbaar. De afhandeling van een klacht door de geschillencommissie geschiedt binnen tien schooldagen na indiening van de klacht. De geschillencommissie kan een klacht gegrond, ongegrond of gedeeltelijk gegrond verklaren. De uitspraak is voor betrokkenen bindend.


69

De schoolleiding van de School voor Jong Talent draagt zorg voor uitvoering van de uitspraak van de geschillencommissie. Indien een klacht de schoolleiding van de School voor Jong Talent betreft, draagt het faculteitscollege (de directie) van het Koninklijk Conservatorium zorg voor de uitvoering van de uitspraak van de geschillencommissie. versie September 2010

70


BIJLAGE 4

Aannamebeleid School voor Jong Talent STAP 1

Dans:

Muziek:

Beeldende Kunst:

• Via de verschillende

• Informeel voorspelen

• beoordeling portfolio

auditie-ronden

• toelatingsexamen Indien positieve uitslag STAP 2

Gesprek: • Directeur SvJT • Gesprek Mentor/ coördinator met school (telefonisch contact)

Twijfel I:

Twijfel II:

Positieve uitkomst:

• nieuw gesprek

• Proefperiode van

• Plaatsing op de SvJT

minimaal 1 week

Negatieve uitkomst: • Afgewezen of naar

• Korte vergadering docententeam

Twijfel II

Positieve uitkomst: • Plaatsing op de SvJT

Negatieve uitkomst:

Positieve uitkomst:

• Afgewezen

• Plaatsing op de SvJT


71

BIJLAGE 5

Zorgprotocol

Inleiding In de tweede helft van het schooljaar 2007-2008 heeft zich een aantal cases voorgedaan waarbij leerlingen bepaalde zorg/begeleiding nodig hadden. Door de kleinschaligheid van de SvJT en de relatief grote groep zorgbegeleiders die de school kent, worden deze cases in het algemeen vrij snel opgepakt en kunnen we de leerlingen ook meestal die zorg bieden waarnaar ze vragen. Toch is er behoefte aan een wat duidelijker omschreven protocol om misverstanden en miscommunicatie te voorkomen. In dit protocol proberen we op beknopte wijze aan te geven hoe te handelen op het moment dat een leerling bepaalde zorg nodig heeft. Betrokken personen Intern: • Mentor • Afdelingscoördinator • Remedial teachers • Schoolpsycholoog • Decaan • Vertrouwenspersonen • Schoolarts • Orthopeed • Fysiotherapeut • Diëtist • Alexandertechniek Extern: • GGZ • Leerplichtambtenaar • Bureau Halt • AMK NB: • De SvJT is een landelijke school, leerlingen komen uit het hele land. Dit betekent dat het lastig is om vaste aanspreekpunten te hebben m.b.t. externe begeleiders. Dit is namelijk vaak afhanke lijk van de woonplaats waar de leerling staat ingeschreven.

72


• Binnen de SvJT is er speciale aandacht voor de fysieke begeleiding

van jonge dansers en musici.

Niet-medische zorg De mentor ontvangt signalen van bv.: Leerling Docent Ouders Klasgenoot Externen Vertrouwenpersoon*

Centrale rol:

Mentor

Mentor overlegt met de verschillende begeleiders a.h.v. de problematiek en formeert een klein/groot “zorgadviesteam”. Ouders GGZ Leerling .............. ..............

Mentor*) formuleert i.s.m. betrokkenen afspraken of behandelingsplannen

....Informeert SL ....Informeert collega’s

*) Het kan voorkomen dat een leerling zich specifiek wendt tot een collega, zijnde geen mentor. In dat specifieke geval neemt de betreffende collega de rol van de mentor over. Uiteraard wordt de mentor wel geïnformeerd, maar de “actie” ligt bij de collega.


73

SCHOOL VOOR JONG TALENT

Recommend Documents