V O S S E N S T R E K E N
VOSSENSTREKEN Handleiding Handleiding voor voor de de leerkracht leerkracht
Een l itera tu voor groep urpro j e c t het p 7 en rimai 8 van r ond er w i j s
Inhoud Over de Reinaert
3
1
Les . Hoe het begon 45 min. Een rap en een graphic novel over Reinaert de Vos
6
2
45 min.
8
3
45 min.
10
4
45 min.
12
Les . Reinaerts streken Zelf een vossenstreek schrijven Les . Voor de koning gebracht De voordracht of rap oefenen Les . Vertel, vertel! Nieuwe verhalen en raps voordragen
Het verhaal van Reinaert de Vos is al zo oud als de weg naar Rome... nou ja, bijna dan. De oorspronkelijke middeleeuwse vertelling werd op rijm voorgedragen en op een gegeven moment door een zekere ‘Willem die Madocke maakte’ op papier gezet. In die tijd rouleerde er ook een stripversie van het verhaal, zoals we die ook kennen van verhalen uit de Bijbel: wie niet kan lezen, kijkt plaatjes. Vóór Willem liepen de details van het verhaal uiteen, maar ook naderhand bleef de inhoud van verteller tot verteller variëren. Wie zoekt in de bibliotheek of op internet zal een schat aan Reinaertversies aantreffen voor jonge en oudere lezers, van Rein als grappige schavuit tot Reinaert als moordenaar of zedenprediker.
Naast al die varianten ontbrak er toch nog een: een versie van Reinaert de Vos die allereerst recht doet aan de rijkdom van de taal, het prachtige ritme dat Willems versie kenmerkt en erom schreeuwt voorgedragen te worden; een versie bovendien die recht doet aan de middeleeuwse traditie van illustreren om mensen te leren. En dan ook nog eens op het niveau van de leerlingen... Een uitdaging die Kunstbalie in samenwerking BoekieBoekie is aangegaan en bij verschillende auteurs en illustratoren heeft neerlegd. Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen herschreven het eerste hoofdstuk van de Reinaert; ze deden dat zo fenomenaal dat rapper Curtley Mooring er zowaar een geweldige rap van maakte. Daarnaast werkten mensen als Thé Tjong-Khing en Lida Dijkstra fantastisch samen om tot een prachtige graphic novel te komen.
VOSSENSTREKEN
Over de Reinaert
3
Die graphic novel, dat is wat: geen ordinaire strip à la Donald Duck, slechts ter vermaak, maar een ‘hoogstaand’ stukje literatuur! Zo helder is het onderscheid tussen de graphic novel en de strip natuurlijk niet, er bevindt zich van alles tussen Art Spiegelmans Maus (de beroemde graphic novel over de Tweede Wereldoorlog) en Suske en Wiskes Rebelse Reinaert. Voor ons doet het er niet toe: de graphic novel waarover al jaren gesproken wordt, blijkt op de een of andere manier niet voor kinderen bedoeld te zijn, want de variant voor kinderen bleek onvindbaar. Daarom hebben we VOSSENSTREKEN bedacht: een graphic novel/strip door verschillende auteurs en illlustratoren, met een interactieve versie en een rap.
U kunt in ieder geval uw hart ophalen: uw leerlingen kunnen nu stripverhalen lezen en naar een rap luisteren zonder dat iemand zich afvraagt ‘of dat nu wel moet op school’. In vier lessen lezen leerlingen de streken van Reinaert de Vos, verdiepen ze zich verder in het verhaal via de ‘Vossenstreken’BoekieBoekie en de gelijknamige vlonder op www.klunky.nl en dragen ze ook nog eens hun zelfgeschreven verhaal of rap voor ter afsluiting van dit project. Wij wensen u veel - uiterst verantwoord - lees-, kijken luisterplezier!
4
De zes episodes v an de Re in a ert
H et v e rh a a l v a n Re i n a er t d e V o s i s i n z e s ep i s o de s o pg e d e el d . He t o or s p r on k e l ij k e ve r h a al k e nt n o g w a t ex t r a ’s , d ie h i er z i jn w e gg e l a te n . I n d e ‘V o s s en s t r ek e n ’ -B o e k ie B o e ki e z i jn d e z e s ep i s o de s v an h e t o r i gi n e l e v er h a a l t e r ug t e v i n d en o p p . 1 6- 3 5 . Da a r o mh e e n z i j n n i e u we s t re k e n , w ee t j e s e n sp e l l et j e s g e s c hr e v e n. E en k o rt e b es c h r ij v i n g p e r e p i s od e :
E ER S T E D E E L
H et i s h o f d ag i n h e t ri j k va n k on i n g No b e l : a l l e d i e re n k om e n bi j d e k on i n g e n d oe n h un b e kl a g ov e r Re i n a e rt d e V o s , d i e he e l wa t o p z i j n k er f s t ok h e ef t .
T WE E D E D E E L
B ru u n de B e er i s e r d oo r d e k o n in g o p u i t g es t u u rd o m R e i n ae r t na a r de k on i n g t e b re n g e n. R e in a e r t i s sl u w : hi j l ok t B ru u n na a r ee n g es p l e te n b oo m m et d e s m o e s d a t e r h on i n g t e v i nd e n is . I n d e sp l e e t h e e ft h i j e e n w ig g e st o k e n e n al s B ru u n zi j n ne u s e r i n st e e k t, t r ek t R ei n a e rt d e w i g e ru i t . B r u u n z i t k l e m , w o r dt t o t o v e r ma a t va n r am p o ok n o g e e n s a c h te r n a g ez e t e n d o o r d e do r p e li n g e n e n mo e t o nv e r r ic h t e r z a k e t e r ug n a ar d e k on i n g .
D ER D E DE E L
K on i n g N o b e l s t u ur t T ib e e r t d e Ka t e r op p a d o m Re i n a er t t e h a l en . R ei n l aa t d e g o e dg e l o vi g e Ti b e e rt z i jn k o p i n e en k i er v a n d e sc h u u r b i j d e p as t o o r s t e ke n e n e e n k i p st e l e n. D e pa s t o or b e tr a p t T i b e er t , di e g ew o n d t er u g k ee r t na a r de k o ni n g . D a n kr i j g t G r i m be e r t d e D as d e o p d r ac h t Re i n t e h a l en .
V IE R D E D E E L
G ri m b e er t p oo g t zi j n ne e f Re i n a er t t e o v e r re d e n m e e te g a an n a ar d e k o n i ng o m z o ee n e er l i j k p r o ce s t e k r i jg e n . Ko n i n g N o b el v e ro o r d ee l t Re i n a er t t ot d e s t r op , m aa r v an z e l fs p r e ke n d on t k o m t R e i n m e t e e n sm o e s .
V IJ F D E D E E L
R ei n a e rt h e ef t g oe d i n d e ga t e n d a t k on i n g N o b e l i j d el e n o p r ij k d o m e n m ac h t be l u s t i s . H i j ho u d t N o b e l v o o r d a t er b i j d e Kr i e k ep u t ee n s ch a t l ig t b eg r a v en e n h o e f t v a n d e k on i n g , d i e ve r b l in d i s d o o r h e t i d e e v a n e en s c ha t e n m e e nt d a t d e z e n u bi n n e n z i j n b e r e ik i s , n i e t a a n d e s tr o p , m aa r w or d t op p e lg r i m st o c h t g e s tu u r d om b o et e t e d o e n. ( D it d e el i s i n d e B o e ki e B o ek i e ni e t zo e e nv o u d ig v e r be e l d .)
Z ES D E DE E L
O nd e r be g e l ei d i n g v a n B e l i jn d e R a m e n C u w ae r t de H a as m a g R e i na e r t n a a r h ui s o m a f s ch e i d t e n em e n va n z ij n v r ou w e n k i n de r e n . M a a r C u w ae r t is l et t e r li j k ‘h e t ha a s j e’ : h ij g a at m e e h e t vo s s e nh o l in , w aa r h ij w o rd t o pg e d i en d a ls a v on d m a al v o or R e in t j e s v r o u w e n ki n d e re n . Cu w a e rt s k op g aa t i n e e n t a s di e d oo r B el i j n n a a r de k o ni n g wo r d t g e b r ac h t zo n d e r t e w e t en w a t e r in z i t. V a na f d at m o m en t i s R e i n o n v in d b a ar . H i e r e i n d i g t VOSSENSTREKEN e n b e g i n t h e t b o e k v a n L i d a D i j k s t r a , S tr e k e n v a n d e v os s e n br o e r tj e s .
5
Les
1: Hoe het begon
Een rap en een graphic novel over Reinaert de Vos
M A TE R I A L EN
-
cd met rap of digibord (met geluid) en de vlonder ‘Vossenstreken’ op www.klunky.nl Reinaert de Vos-tas voor elke leerling een BoekieBoekie; p.2 en p.14-19 presentatiekussen 1 de kroon
V O OR B E R E ID I N G
- Lees p.2 (‘Een onsterfelijk sluwe vos’), p.14-15 (‘Even voorstellen’) en p.16-35 van BoekieBoekie 86, ‘Vossenstreken’ (in 6 hoofdstukken wordt het oorspronkelijke Reinaertverhaal verteld). - Leg het presentatiekussen op een goed zichtbare plek klaar en zet het eerste voorwerp erop (de kroon).
De les
L E ZE N - S P RE K E N -L U I S TE R E N
Laat de leerlingen in de digitale pdf op de Klunky-vlonder ‘Vossenstreken’ de dieren zien en horen die zich voorstellen (zie ook p.14-15, ‘Even voorstellen’ van BoekieBoekie 86, ‘Vossenstreken’). Bespreek kort wat voor verhaal de leerlingen gaan lezen en stel vragen als: - Kenden jullie Reinaert de Vos al? (Denk aan uitdrukkingen als ‘zo sluw als een vos’ en ‘een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken’, maar ook aan ‘Reintje de Vos’ uit Donald Duck). - Waar zou het verhaal over gaan? Lees nu gezamenlijk p.2, ‘Een onsterfelijk sluwe vos’. De kroon is op het kussen tentoongesteld: in het eerste hoofdstuk is deze, als symbool voor de koning, belangrijk. - Nu je dat weet: waar zou het eerste hoofdstuk van Reinaert de Vos over gaan?
Beluister nu de rap op cd of via www.klunky.nl; laat de leerlingen de tekst meelezen in de BoekieBoekie. Laat de leerlingen reageren: - Wat zie je, voel je, denk je? - Wat valt je op? - Wat vind je bijzonder, vreemd of grappig? - Wat weet je, wat weet je niet, en wat zou je willen weten?
6
Rapper Curtley Mooring maakte deze rap van het eerste hoofdstuk van Reinaert de Vos op tekst van Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen. De illustraties bij dit hoofdstuk zijn van Wendy Panders. Strips werden vroeger vaak gemaakt om mensen die niet konden lezen verhalen te vertellen. De teksten werden vaak op rijm en ritme voorgedragen om ze beter te kunnen onthouden. Op de ‘Vossenstreken’-vlonder op www.klunky.nl staat een voorbeeld van een middeleeuwse Reinaert de Vos-strip.
Rein DOEN
Het verhaal van Reinaert de Vos is in zes hoofdstukken verdeeld en Wendy Panders tekende ze alle zes ook op ruitjespapier. Maak een kopie van deel 1 (aan de binnenzijde van de kaft en als kopieerblad in de handleiding) en laat de leerlingen in elk spreekballonnetje in twee dichtregels de streek die Reinaert heeft geleverd beschrijven. Bij de hond (die niet in de tekst, maar wel in de afbeeldingen van hoofdstuk 1 voorkomt) bedenken ze zelf een tekst.
‘Rein mijn sluwe oom vos/ is de grapjas van het bos’
Koning Nobel
Grimbeert de Das Isengrijn de Wolf
Cantecleer de Haan ? 7
Les
2: Reinaerts streken
Zelf een vossenstreek schrijven
M A T E RI A L E N
-
Reinaerts verteltas voor elke leerling een BoekieBoekie, p.20-23 voor elke leerling het BoekieBoekiejournaal de presentatiekussens 1, 2 en 3 uit de verteltas: de kroon, de honingpot en de kip per tafelgroepje een klein verteltasje met daarin twee voorwerpen: een blokfluit en een setje breinaalden + bolletje wol
V O O R BE R E I DI N G
Lees p.20 en 23, ‘Hoe het Bruun verging’ en ‘Het verhaal van Tibeert’. Lees de tips in het BoekieBoekiejournaal en de opdrachtjes.
De les
Er ligt één voorwerp op het eerste kussen: grijp heel kort terug op deze episode. Hang de Vossenstrekentas aan uw schouder en haal er een voor een de nieuwe voorwerpen uit. Vraag de leerlingen wat ze in de komende twee episodes verwachten bij het zien van de nieuwe voorwerpen op de kussens (in de rap hebben ze er al iets over kunnen horen). Laat de leerlingen nu in stilte p.20-23 van de BoekieBoekie ‘Vossenstreken’ lezen.
Stel dan vragen als: - Klopt het verhaal met wat je verwachtte? - Met wie haalt Reinaert een streek uit in het eerste verhaal? En in het tweede? - Wat voor streken waren dat? - Wat wordt er niet in woorden, maar wel met plaatjes verteld? - Wat vinden jullie van Reintjes streken? (gemeen, vals, grappig, flauw of...)
8
Vertel de leerlingen dat ze nu zelf een vossenstreek mogen schrijven en dat een van hun verhalen zal worden ingestuurd voor de schrijfwedstrijd van BoekieBoekie. Deel de BoekieBoekiejournaals uit aan de leerlingen en geef per tafel elk groepje een kleine verteltas met daarin twee voorwerpen (een blokfluit en een setje breinaalden + bolletje wol).
Nu ze al twee vossenstreken gelezen hebben, hebben de leerlingen misschien ideeën gekregen voor een eigen verhaal. De twee voorwerpen mogen uit de verteltasjes worden gehaald en dienen ter inspiratie. De leerlingen kiezen één voorwerp uit om te gebruiken in hun verhaal.
In het BoekieBoekiejournaal staan schrijftips en -oefeningen die de leerlingen kunnen doen. Laat hen zelf beslissen of ze hun verhaal in een groepje, een tweetal of alleen willen schrijven en laat hen in diezelfde samenstelling de tien schrijftrucs doen. De tips staan achter de nummertjes, de trucs (oefeningetjes) in de losse vakjes.
Als ze het hele werkblad ingevuld hebben deelt u papier uit waarop de leerlingen hun verhaal echt gaan schrijven. Bij het schrijven houden ze de tien tips uit het BoekieBoekiejournaal erbij. Open op de ‘Vossenstreken’vlonder het tabblad ‘Een verhaal heeft...’.
E E N VE R H A AL H E E FT
1. een begin: - over wie gaat het? - waar speelt het zich af, hoe ziet het eruit, wanneer was het? 2. een midden: - er gebeurt iets: je voorwerp komt in het verhaal - komt er nog iemand bij? 3. een einde: - hoe loopt het af? - wees verrassend, maar blijf geloofwaardig: je verhaal is geen droom of toverstreek
Het verhaal kan ineens geschreven worden, maar ook later afgemaakt worden. Op www.klunky.nl is op de ‘Vossenstreken’-vlonder een digitale versie van de zes episodes uit de BoekieBoekie te vinden. Er zitten opdrachtjes in verstopt die de leerlingen zelfstandig kunnen doen.
9
Les M A T E RI A L E N
-
3: Voor de koning gebracht De voordracht of rap oefenen
Reinaerts verteltas voor elke leerling een BoekieBoekie, p.24-35 alle presentatiekussens de kroon de honingpot de kip gouden munten de rechtershamer de hazenoren
V O O R BE R E I DI N G
Lees p.24-35 van de BoekieBoekie ‘Vossenstreken’. Deze drie verhalen zijn wat lastiger te volgen dan de eerdere drie. Lees daarom zelf nog even de inhoud van alle episodes door (in de inleiding). Lees de verhalen van de leerlingen. Besluit of u de kinderen hun verhaal laat voordragen in het klaslokaal of bijvoorbeeld op een podium voor de rest van de school.
De les In deze les lezen de leerlingen de laatste drie episodes van het Reinaertverhaal en bereiden zij zich voor op de voordracht in de afsluitende les, met als doel het kiezen van één verhaal per klas om in te sturen voor de schrijfwedstrijd. Er liggen nu drie voorwerpen op de kussens: grijp heel kort terug naar de eerdere episodes. Hang de Vossenstrekentas aan uw schouder en haal er een voor een de laatste drie voorwerpen uit. Vraag de leerlingen wat ze verwachten in deze episodes bij het zien van de voorwerpen op de kussens.
De leerlingen lezen vervolgens in stilte p.24-35 van de BoekieBoekie ‘Vossenstreken’. Stel na afloop vragen als: - Klopt het verhaal met wat je verwachtte? - Wat gebeurt er in het eerste verhaal? - Wat voor grap haalt de auteur van het tweede verhaal uit en hoe zie je dat aan de plaatjes? - Wat voor streek haalt Reinaert in het laatste verhaal uit? - Hoe loopt het af met Reinaert, denken jullie?
10
Vertel dat de leerlingen de volgende les om beurten hun verhaal gaan voordragen en dan Reinaerts verteltas krijgen om hun eigen voorwerp in te stoppen. De leerlingen kiezen zelf welk voorwerp ze eruit laten. Bij elke voordracht stoppen ze een van de voorwerpen op de presentatiekussens in de tas en halen ze hun eigen voorwerp tevoorschijn om op een kussen te leggen. Om de voordracht eenvoudiger en aantrekkelijker te maken, draait u er de achtergrondmuziek bij die op de cd te vinden is.
TIP
Als de leerlingen erg enthousiast zijn kunnen ze van hun verhaal een rap maken. Op internet zijn verschillende stukjes te vinden over het zelf maken van een rap, bijvoorbeeld http://www.apeldoorn-onderwijs.nl/rap/ (Hier kunnen de kinderen o.a. zelf een beat kiezen om als achtergrond te gebruiken.) Op de cd is ook een beat te vinden.
Geef voor het oefenen van de voordracht de volgende tips, die ook te vinden zijn op het tabblad ‘Vertel vertel!’ op de ‘Vossenstreken’-vlonder op www.klunky.nl.
- Sta goed rechtop en zet je voeten een beetje uit elkaar. - Jij weet al waar het verhaal over gaat, maar je publiek niet: spreek daarom rustiger en langzamer dan je misschien gewend bent. - Spreek hard genoeg en haal steeds goed adem voordat je aan een nieuwe zin begint. - Zinnen waar je bij het oefenen steeds over struikelt, zijn niet goed. Herschrijf ze tot ze lekker klinken en je ze makkelijk kunt voorlezen. - Lees je samen met anderen voor? Spreek dan duidelijk af wie wanneer leest en geef iedereen een kopie van de tekst. - Onderstreep woorden in de tekst die je harder, zachter of op een andere manier bijzonder wilt uitspreken, dan vergeet je dat niet tijdens je voordracht. - Probeer terwijl je voorleest af en toe de zaal in te kijken. - Misschien lukt het om (een deel van) je verhaal uit het hoofd te vertellen. Je zinnen zijn dan niet precies zoals je ze hebt opgeschreven, maar dat geeft niet: je kunt de mensen makkelijker aankijken, zodat ze nog beter naar je luisteren.
11
Les
4: Vertel, vertel!
Nieuwe verhalen en raps voordragen De leerlingen hebben individueel, in tweetallen of in groepjes een nieuwe vossenstreek geschreven. Per klas mag het beste, mooiste, spannendste verhaal ingestuurd worden om mee te doen aan de schrijfwedstrijd van BoekieBoekie. Het verhaal dat wint, komt in BoekieBoekie of in de BoekieBoekieagenda te staan.
In deze les dragen de leerlingen hun verhalen voor en kiezen ze de verhalen uit die ingestuurd zullen worden. Afhankelijk van een voordracht in de klas of voor een groter publiek laat u de leerlingen stemmen of stelt u een jury samen die de winnende verhalen kiest. De gekozen verhalen stuurt u in via www.boekie-boekie.nl. Maakt u opnames tijdens de voordrachten? Upload dan een filmpje naar het tabblad ‘Jullie voordracht’ > op de vlonder Vossenstreken > op www.klunky.nl.
M AT E R I AL E N
-
Reinaerts verteltas met inhoud alle presentatiekussens voorwerpen die de leerlingen hebben uitgekozen www.klunky.nl > ‘Vossenstreken’-vlonder cd met achtergrondmuziek, cd-speler
V OO R B E RE I D I NG
Zet op beamer/digibord de website klaar op de ‘Vossenstreken’-vlonder, tabblad ‘BoekieBoekie digitaal’. Zet de track met achtergrondmuziek (op de cd) klaar op de cd-speler. Leg de presentatiekussens met de voorwerpen neer.
De les D OE N
De nieuwe vossenstreken (verhalen en/of raps) worden voorgedragen en per klas wordt het mooiste, beste, spannendste verhaal gekozen om in te sturen.
M AA K E R E E N S P E T TE R E N DE M I DD A G VA N !
12
13
C O L O FO N
Een uitgave van Kunstbalie ©2012 Handleiding: Renske van Dillen, consulent literatuur Kunstbalie Tekstredactie: Laura van Campenhout Vormgeving: Huub van Deijck
Illustratoren: Jeroen Funke: voorkant Thé Tjong-Khing; pagina 4, 10, 15, binnenzijde kaft, achterkant Annette Andela; pagina 6 Wendy Panders; pagina 7 Boris Peeters; pagina 8 Randall Casaer; pagina 9 Aimée de Jongh & Pieter van Oudheusden; pagina 11 Jort van der Jagt-Brief van vos aan haas; pagina 13 Afbeelding pagina 3 stadsvos uit de collectie van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam
De illustraties komen uit Boekieboekie nummer 86 Vossenstreken
Met dank aan Jet Manrho, Stichting Boekieboekie, www.boekie-boekie.nl
www.kunstbalie.nl
[email protected]