Uw pensioengids
WWW.ING.BE
Inhoud Woord vooraf
4
Wat gaat er schuil achter de term “pensioen”?
5
Waarom voor uw pensioen sparen?
6
Het pensioen, een gebruiksaanwijzing
8
Het wettelijk rustpensioen: de eerste pijler
8
Berekening van het pensioen
8
Verschil tussen netto en bruto bij pensioenen
8
Vroegtijdig vertrek?
9
Het aanvullend pensioen: de tweede pijler Mijn pensioen, mijn initiatief: derde (en vierde) pijler Het pensioen in zicht ...
9 10 11
De aanvraag
11
Wanneer hebt u recht op een overlevingspensioen?
11
Wat is het gewaarborgd inkomen voor gepensioneerden?
12
Kunt u als gepensioneerde nog een beroepsactiviteit uitoefenen?
12
Wettelijke pensioenen en fiscaliteit
13
Ben ik goed voorbereid?
13
Nuttige adressen
14
Het pensioen: er komt heel wat bij kijken. Velen onder ons kijken ernaar uit: eindelijk tijd om van het leven te genieten en zich op hobby’s en gezin toe te leggen. Voor heel wat anderen is het echter een bron van bekommernis. Hoe dan ook, we staan voor een keerpunt in ons leven waarbij tal van vragen rijzen. Over welke inkomsten zal ik beschikken als gepensioneerde? Hoe zal mijn pensioen worden betaald? Zal ik nog belastingen moeten betalen?
Meestal komen dergelijke vragen wanneer de wettelijke pensioenleeftijd nadert, enkele maanden of jaren voor het zover is. Het pensioen is echter iets waar we niet licht mogen overgaan. Het is niet voor niets dat de pensioenkwestie tegenwoordig steeds vaker het voorwerp van discussie is. Het is dus van belang dat u er zich zo vroeg mogelijk over informeert, om u zo goed mogelijk voor te bereiden en geen troeven te verspelen.
In deze brochure vindt u nuttige informatie en duidelijke antwoorden op de belangrijkste vragen. U vindt hier ook praktische inlichtingen en kostbare tips.
4
Wat gaat er schuil achter de term “pensioen”? Voor een goed inzicht in de term “pensioen” overlopen we eerst even de belangrijkste begrippen.
Het wettelijk rustpensioen Dit is het pensioen waarop elke werknemer recht heeft vanaf de pensioenleeftijd. Het wordt berekend op basis van de bijdragen die werden betaald tijdens uw loopbaan. Het vervroegd pensioen Dit is het rustpensioen dat u kunt aanvragen vóór de pensioengerechtigde leeftijd maar ten vroegste op 60 jaar en voor zover u kunt terugkijken op een loopbaan van 35 jaar (gelijkgestelde jaren inbegrepen). Het brugpensioen Dit is geen pensioen in de eigenlijke zin van het woord maar eerder een hogere werkloosheidsuitkering toegekend aan de werknemer die na een bepaalde leeftijd is ontslagen, en die wordt vastgelegd in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De uitkering wordt betaald door de RVA en aangevuld door de laatste werkgever van de bruggepensioneerde. Het overlevingspensioen Dit is het pensioen dat van rechtswege toekomt aan de wettelijke overlevende echtgeno(o)t(e) voor wie de overleden echtgeno(o)t(e) bijdragen heeft betaald. Alleen gehuwden kunnen dit pensioen krijgen. Het pensioen van alleenstaande Dit is het pensioen voor alleenstaande loontrekkende werknemers of voor de twee echtgenoten van een gezin als die allebei tijdens hun actieve leven beroepsinkomsten of vervangings-
inkomsten hebben gekregen. Het wordt ook uitgekeerd als het gecumuleerde inkomen van de twee pensioenen van alleenstaande hoger ligt dan het bedrag van het gezinspensioen. Het gezinspensioen Dit pensioen wordt toegekend aan elke gehuwde werknemer van wie de partner geen beroep heeft uitgeoefend. Het wordt ook toegekend als het totaal van de twee pensioenen berekend volgens het tarief van alleenstaande lager ligt dan het gezinspensioen. Herwaarderingscoëfficiënt Dit is de coëfficiënt ter berekening van het pensioen om een voorafgaand salaris of inkomen te herwaarderen op basis van de stijging van de index van de consumptieprijzen. Uw pensioen wordt namelijk berekend op basis van uw inkomsten uit het verleden. Maar wat is vandaag de waarde van een loon van pakweg twintig jaar geleden? De reële waarde van dat loon is als gevolg van de inflatie onvermijdelijk gedaald. Om de waardevermindering te compenseren wordt het inkomen uit het verleden vermenigvuldigd met een vaste herwaarderingscoëfficiënt voor elk gewerkt jaar. Welvaartscoëfficiënt De bedoeling van deze coëfficiënt is het pensioen aan te passen aan de huidige levensstandaard op basis van de algemene welvaart. Het betreft een rechtstreekse pensioensverhoging die in principe niet gelijk is voor alle gepensioneerden.
5
Waarom voor uw pensioen sparen? In België werkt het pensioenstelsel volgens het principe van de herverdeling, met andere woorden de solidariteit tussen de generaties. Dat betekent dat de pensioenen die nu worden uitgekeerd, gefinancierd worden door de socialezekerheidsbijdragen van degenen die nu actief zijn. Momenteel staan we echter voor een reeks demografische ontwikkelingen die op termijn het argument versterken dat de actieve bevolking niet langer zal volstaan om het huidige systeem te financieren.
We kunnen vaststellen dat de beroepsbevolking in de komende jaren niet zal volstaan om het hoofd te bieden aan de behoeften van de gepensioneerden. We beginnen later te werken dan vroeger (24 jaar in 2000 tegenover 20 jaar in 1990) en de levensverwachting blijft stijgen, van 70 jaar in 1960 tot 78 jaar in 2005 (mannen en vrouwen samen). In 2000 bedroeg de afhankelijkheidsgraad, die de verhouding meet tussen 65-plussers en de bevolking tussen 15 en 64 jaar, een vierde. Volgens de demografische prognoses van de Verenigde Naties zal die tegen 2050 bijna de helft bedragen.
6
Het jongste verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) in België (juni 2007) toont dat die breuk niet alleen verzwaart vanwege de laatste demografische ontwikkelingen, maar ook als gevolg van de maatregelen die de overheid onlangs nam. De financiering van het stelsel van wettelijke pensioenen komt op losse schroeven te staan. Het verbaast dus niet dat de pensioenproblematiek onophoudelijk op de agenda staat en het voorwerp is van de huidige debatten. Wilt u in de toekomst financiële bekommernissen vermijden, dan is het belangrijk om actie te ondernemen om uw pensioen veilig te stellen, en wel zo snel mogelijk. Uw pensioen goed voorbereiden vereist een regelmatige evaluatie van uw financiële situatie, in elke stap van uw leven.
De pensioenpijlers in België De eerste pijler: het wettelijk pensioen
De derde pijler: het individuele sparen
Voor de meeste Belgen is het wettelijk pensioen vaak de enige bron van inkomsten als ze stoppen met werken. Het wordt gefinancierd door de socialezekerheidsbijdragen van de werknemers en werkgevers en is gebaseerd op herverdeling: de actieve bevolking van vandaag betaalt voor de gepensioneerden van vandaag. De tweede en derde pijler werken daarentegen volgens een systeem van kapitalisatie: ieder spaart voor zichzelf.
• Het fiscaal aftrekbare pensioensparen De derde pijler is bestemd voor eenieder die zelf een aanvullend kapitaal wil opbouwen met het oog op het pensioen en dat binnen de grenzen van de wettelijke context vastgelegd door het fiscale kader. Het betreft een aanvullend pensioenkapitaal dat u individueel opbouwt en waarvoor u kunt profiteren van de fiscale voordelen die de overheid biedt. U bepaalt zelf het bedrag van uw bijdragen, rekening houdend met de aanvullende inkomsten die u later wilt ontvangen en uiteraard, van uw financiële mogelijkheden. Dit systeem geeft recht op bepaalde fiscale voordelen tijdens de periode waarin het gespaarde kapitaal wordt opgebouwd.
De tweede pijler: het extralegaal aanvullend pensioen De tweede pijler bestaat uit de extralegale pensioenen georganiseerd binnen bedrijven (bedrijfspensioenstelsels) of sectoren (sectorale pensioenstelsels). Op het niveau van de onderneming sluit dat per definitie iedereen uit die geen beroepsactiviteit uitoefent. Aan de basis van het systeem bevinden zich de bijdragen van de werkgever en – maar niet altijd – de werknemer. De bijdragen en intresten van dat kapitaal worden aangewend om de aanvullende pensioenen te betalen. Voor wat de sectorale pensioenstelsels betreft zijn het de sociale partners die door middel van een collectieve overeenkomst een pensioenstelsel in het leven roepen ten gunste van een activiteitssector.
• Niet-fiscale individuele beleggingen Hier gaat het ook om een aanvullend kapitaal dat u zelf opbouwt maar zonder te kunnen profiteren van een fiscaal voordeel. Dit systeem wordt doorgaans opgenomen onder de benaming “vierde pijler”.
7
Het pensioen, een gebruiksaanwijzing Om uw pensioen zo goed mogelijk te kunnen plannen is het belangrijk om stap voor stap inzicht te krijgen in de manier waarop het systeem in België werkt. Hierna schetsen we de grote lijnen van het Belgische pensioenstelsel.
Het wettelijk rustpensioen: de eerste pijler Het wettelijk rustpensioen zal meer dan waarschijnlijk de basis van uw inkomsten vormen zodra u de wettelijke pensioenleeftijd bereikt zult hebben. Het is dus cruciaal dat u tijdig weet wat u mag verwachten. Hieronder overlopen we de verschillende aspecten. Berekening van het pensioen Bij de berekening van de pensioentoelage wordt er met verschillende elementen rekening gehouden, zoals de bewezen loopbaan, de inkomsten en de gezinssituatie. De bewezen loopbaan wordt uitgedrukt als een breuk. Voor werknemers en zelfstandigen (en helpers) is een loopbaan volledig na 45 jaar professionele of gelijkgestelde activiteit1 (dat geldt vanaf januari 2009 ook voor vrouwen). Voor ambtenaren wordt de loopbaan ook als volledig beschouwd na 45 jaar dienst, maar wordt er gerekend in zestigsten. Het pensioenbedrag is lager voor een onvolledige loopbaan. Er wordt een minimumpensioen toegekend vanaf 20 jaar bewezen loopbaan. Het rustpensioen wordt berekend op basis van reële, fictieve en forfaitaire lonen die de werknemer tijdens zijn loopbaan ontvangen heeft. Voor die lonen is een maximum vastgelegd. Er bestaat ook een bescherming naar beneden toe. Als u een volledige loopbaan of ten minste twee derde kunt bewijzen, hebt u recht op het minimumpensioen (zie tabel). 1 Gelijkgestelde activiteiten zijn bijvoorbeeld de militaire en burgerdienst, werkloosheid, ziekte, invaliditeit, loopbaanonderbreking, periode van het brugpensioen ...
8
Tabel: minimumpensioen (gegevens 2006, brutobedragen in euro)2 Alleenstaande
Gezin
Werknemer
€ 883,60
€ 1.104,20
Zelfstandige
€ 754,30
€ 996,05
€ 1.076,75
€ 1.345,94
Ambtenaar
Bron: Rijksdienst voor Pensioenen (RVP), Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS)
De uitkeringen worden aangepast aan de levensduurte. Voor alle stelsels, behalve dat van ambtenaren, wordt er bij de berekening bovendien een onderscheid gemaakt tussen pensioenen voor alleenstaanden of voor het gezin. De coëfficiënten voor de herwaardering van de uitkeringen bedragen respectievelijk 60% of 75%. Voor zelfstandigen wordt het pensioen sinds 1 januari 1984 berekend op de reële beroepsinkomsten. De jaren voordien worden forfaitair berekend. Als zelfstandige hebt u recht op het minimumpensioen als u een volledige loopbaan of minstens twee derde daarvan als zelfstandige of helper kunt bewijzen. Sinds 1 januari 1990 tellen de jaren die u hebt gewerkt als werknemer ook mee om te kunnen beantwoorden aan de voorwaarden van een tweederdeloopbaan. Voor ambtenaren worden de pensioenen berekend op basis van het gemiddelde loon van de laatste vijf dienstjaren. Verschil tussen netto en bruto bij pensioenen Het nettopensioen wordt berekend door bepaalde bijdragen af te trekken van het brutopensioen, met name de Riziv- (ziekte- en invaliditeitsverzekering) en de solidariteitsbijdrage. Die laatste 2 Sinds 1 april 2007 zijn de minima van gezinspensioenen voor zelfstandigen verhoogd van 996,05 euro naar 1.005,50 euro.
wordt aangewend voor het aanvullen van de laagste pensioenen en wordt dus toegepast op de hoogste pensioenen. Voor de overheidssector moet u ook nog rekening houden met een bijdrage “begrafeniskosten”. Het pensioen is als inkomen uit een beroepsactiviteit ook aan de voorheffing onderworpen. Vroegtijdig vertrek? Het vervroegd pensioen (vanaf 60 jaar) is onderworpen aan het bewijs van een voldoende lange loopbaan (35 jaar sinds 1 januari 2005). Als u voor die formule kiest, gaat dat ten koste van uw pensioeninkomen. Meer specifiek moet een zelfstandige voor deze keuze 1/45ste van het pensioenbedrag inleveren per jaar dat hij vroeger met pensioen gaat onder dit flexibel pensioenstelsel (pensioen gaat in na 1 januari 2007), afhankelijk van de leeftijd waarop het pensioen aanvangt. De pensioenleeftijd voor een vastbenoemde ambtenaar ligt op 65 jaar. Hij kan er echter voor kiezen om vanaf 60 jaar vervroegd met pensioen te gaan. Het enige gevolg van die keuze is het verlies van meerdere loopbaanjaren bij de uiteindelijke berekening. Daar bestaan echter talrijke uitzonderingen op (onderwijzend personeel, militairen ...). Sinds de wet van 23 december 2005 inzake het Generatiepact kent de overeenkomst een pensioenbonus toe aan iedereen die langer aan het werk blijft. Deze maatregel is van toepassing op pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 januari 2007. Hiervoor moet u uw beroepsactiviteit blijven uitoefenen na uw 62ste verjaardag of 44 loopbaanjaren kunnen bewijzen.
Het aanvullend pensioen: de tweede pijler De laatste jaren is er heel wat veranderd op het gebied van het aanvullend pensioen. Sinds de invoering van de nieuwe wet op de aanvul-
lende pensioenen, ingevoerd door oud-minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke, wil het systeem de opbouw van aanvullende plannen veralgemenen naar de sectoren. De bedoeling van deze wet is de sociale bescherming via de tweede pijler uit te breiden maar bovenal om het systeem van aanvullende pensioenen te democratiseren. Tot nu was dat bedoeld voor bedienden en kaders en arbeiders binnen een door kmo’s overheerst industrieel klimaat. Als u aangesloten bent bij een groepsverzekering of pensioenfonds is de pensioenleeftijd bepaald in het reglement van die instelling. Sinds 1 januari 2007 ligt de normale pensioenleeftijd echter op 65 jaar voor pensioenplannen die na die datum worden gestart. In geval van beëindiging van uw arbeidsovereenkomst kunt u uit de volgende mogelijkheden kiezen voor wat betreft de reserves waarop u recht hebt: • overdracht van de verworven reserves naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever waarmee u een arbeidsovereenkomst hebt afgesloten, voor zover u ook in aanmerking komt voor de toekenning van een pensioen bij de nieuwe werkgever; • overdracht van de reserves naar een instelling voor het beheer van extralegale pensioenen; • behoud van beperkte pensioenrechten bij de instelling waar u reserves hebt opgebouwd. Als u geen uitdrukkelijke keuze hebt gemaakt binnen de wettelijke termijn, dan wordt u verondersteld gekozen te hebben voor de derde mogelijkheid. Voor meer inlichtingen over uw specifieke situatie bevelen we u aan binnen de termijn contact op te nemen met het sociaal secretariaat of de sociale dienst van uw werkgever. Als u via uw werkgever (of de verzekeringsmaatschappij) recht hebt op een aanvullend pensioenkapitaal, dan is dat op uw vraag beschikbaar vanaf de leeftijd bepaald in het reglement. Vanaf
9
dat moment beschikt u over een kapitaal of een rente die u naar eigen goeddunken kunt herbeleggen. Het pensioenfonds of de groepsverzekering is wettelijk verplicht u jaarlijks het verworven bedrag en een overzicht van de totstandkoming ervan mee te delen. Dat kapitaal maakt deel uit van uw portefeuilleplanning zodra u gepensioneerd bent. Het betreft dus een belangrijke parameter in het kader van de voorbereiding op het pensioen.
termijnsparen. Die bedraagt 1.950 euro per persoon (inkomsten 2007). Uw fiscale voordeel hangt af van uw inkomen. Merk ook op dat die enveloppe eveneens betrekking heeft op de kapitaalaflossingen van uw hypotheeklening en op de premies voor uw schuldsaldoverzekering. Het fiscale voordeel hangt dus af van het product waarvoor u kiest en van de overblijvende mogelijkheden inzake belastingaftrek. De bedragen van de verschillende enveloppes veranderen elk jaar.
Bent u zelfstandige, dan is het nog van groter belang om vooruitziend te zijn. U kunt inschrijven op een aanvullend pensioen voor zelfstandigen en zo bijkomende spaartegoeden opbouwen om de tekortkomingen in de sociale zekerheid aan te vullen.
Het fiscaal sparen levert u een quasi onmiddellijk voordeel op via de belastingaftrek maar blijkt toch vaak ontoereikend. Het gaat er immers niet alleen om uw koopkracht op peil te houden zodra u met pensioen bent, maar vooral om een bevredigend welvaartsniveau te behouden. Een aanvulling via andere vormen van langetermijnsparen zonder fiscaal voordeel (vierde pijler) kan dus worden overwogen en deel uitmaken van een zo volledig mogelijke pensioenplanning.
Mijn pensioen, mijn initiatief: derde (en vierde) pijler Het aanvullend pensioen mag het risico op koopkrachtverlies op het moment van de pensionering dan wel dekken, het strekt toch tot aanbeveling om een appeltje voor de dorst achter de hand te houden om uw financiële positie op het einde van de beroepsloopbaan te versterken. De Belgische overheid moedigt dit privé-initiatief aan door een fiscale stimulans (derde pijler). U hebt de keuze uit verschillende mogelijkheden: u kunt spaartegoeden opbouwen via een pensioenspaarfonds (niet-gewaarborgd rendement) of een levensverzekering (gewaarborgd rendement, verhoogd met een winstdeelname) gekoppeld aan een fiscale aftrek. In het geval van pensioensparen profiteert u van een fiscaal voordeel van 30% tot 40% van de stortingen binnen de fiscale enveloppe van het betreffende jaar (maximaal 810 euro voor aanslagjaar 2008, inkomsten 2007). In het geval van een levensverzekering spreekt men doorgaans van de fiscale enveloppe van het lange-
10
Het pensioen in zicht ... Laat ons nu eens uw pensioenrechten onderzoeken en de stappen bekijken die u moet zetten wanneer u de wettelijke pensioenleeftijd nadert of wanneer u overweegt uw loopbaan vroeger te beëindigen.
De aanvraag Ten vroegste een jaar voor de gekozen aanvangsdatum (dus ten vroegste op uw 59ste verjaardag) kunt u een pensioenaanvraag indienen. U woont in België Dien uw pensioenaanvraag in bij het gemeentebestuur. Werknemers kunnen hun aanvraag ook indienen bij het regionale kantoor van de Rijksdienst voor Pensioenen, dat u een ontvangstbewijs van uw aanvraag zal bezorgen. Ambtenaren moeten hun verzoek indienen bij de administratie waar ze het laatst hebben gewerkt. U hoeft de uittreksels van uw pensioenbijdragen niet mee te brengen. De pensioendienst zorgt zelf voor het verzamelen van al uw gegevens. Zelfs als u een gemengde loopbaan hebt, contacteert de dienst alle andere bevoegde instanties, alleen de DOSZ (Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid) moet u zelf contacteren. Probeer hoe dan ook een zo volledig mogelijk overzicht van uw loopbaan voor te leggen: de plaatsen waar u hebt gewerkt (zorg voor eventuele bewijzen van bijdragebetalingen, werkgeversattesten, arbeidsovereenkomsten ...), wanneer u er werkte en ook periodes van werkloosheid of ziekte. Zo vermijdt u dat uw dossier vertraging oploopt bij het aanvragen van bijkomende inlichtingen. U woont in het buitenland Dien een schriftelijk verzoek in, bij voorkeur aangetekend, bij de centrale dienst van de Rijksdienst voor Pensioenen of de RSVZ, tenzij
akkoorden tussen België en het land waar u verblijft een andere procedure terzake bepalen. In dat geval kunt u de aanvraag ook indienen bij de bevoegde instelling van het land waar u sociale zekerheid betaalt. Om eventuele problemen of betwistingen achteraf te vermijden, adviseren we u het ontvangstbewijs dat u voor uw aanvraag van de bevoegde ambtenaar krijgt, goed te bewaren.
Wanneer hebt u recht op een overlevingspensioen? Beide echtgenoten hebben recht op een overlevingspensioen als de andere echtgeno(o)t(e) overlijdt. Voor werknemers en zelfstandigen moet de weduwe of weduwnaar minstens 45 jaar zijn, minstens één kind ten laste hebben of voor minstens 66% permanent arbeidsongeschikt zijn. Het overlevingspensioen wordt alleen betaald als het overlijden plaatsvindt na het eerste jaar huwelijk, tenzij er een kind uit dat huwelijk wordt geboren, als het overlijden het gevolg is van een ongeluk na de huwelijksdatum of het gevolg van een beroepsziekte of als een van de echtgenoten op het moment van het overlijden kinderbijslag ontving voor een kind ten laste. Voor ambtenaren geldt er geen leeftijdsvoorwaarde. De aanvraag moet binnen 12 maanden na het overlijden worden ingediend bij de dienst die de overledene tewerkstelde. Cumulatie van een overlevingspensioen van werknemer met andere sociale uitkeringen Tot 31 december 2006 kon u vergoedingen voor ziekte, invaliditeit of ongewilde volledige werkloosheid, toegekend uit hoofde van Belgische of buitenlandse wetgeving, niet cumuleren met
11
uw overlevingspensioen. U moest een keuze maken tussen beide. Sinds 1 januari 2007 kunt u zowel uw overlevingspensioen als die uitkeringen krijgen op voorwaarde dat u jonger bent dan 65 jaar en geen rustpensioen ontvangt. Voor meer informatie kunt u de website van de Rijksdienst voor Pensioenen raadplegen op www.rvponp.fgov.be.
Wat is het gewaarborgd inkomen voor gepensioneerden? Het gewaarborgd inkomen is bedoeld om een soort van bestaansminimum te garanderen voor iedereen die geen of een te laag pensioen trekt. Er moet geen enkele bijdrage worden betaald om ervan te kunnen profiteren. Het spreekt voor zich dat dit gewaarborgde minimum niet wordt uitbetaald alvorens de bestaansmiddelen van de aanvrager grondig zijn onderzocht. Bovendien moeten er ook een aantal voorwaarden vervuld zijn (raadpleeg hiervoor de site www.rvponp.fgov.be). Als u denkt dat men u “vergeten” is of als uw situatie is gewijzigd sinds het moment waarop u met pensioen bent gegaan, dan kunt u altijd zelf
12
een aanvraag voor gewaarborgd inkomen indienen bij het gemeentebestuur van uw woonplaats.
Kunt u als gepensioneerde nog een beroepsactiviteit uitoefenen? U hebt het recht om een inkomen te ontvangen bovenop uw pensioen. Zolang de aanvullende inkomsten de jaarlijkse bij wet bepaalde limiet niet overschrijden (zie www.rvponp.fgov.be), heeft dat geen invloed op de betaling van uw pensioen. Anders loopt u het risico uw pensioenrechten gedeeltelijk of volledig te verliezen. Elke beroepsactiviteit die u als gepensioneerde uitoefent, moet op voorhand of ten laatste binnen 30 dagen na het begin van de activiteit of de toekenning van het pensioen worden gemeld (daarvoor bestaat een formulier) bij de instelling die uw pensioen betaalt. Er bestaat bovendien een voorkeurregeling voor weduwen en weduwnaars inzake toegelaten arbeid. Om daarvoor in aanmerking te kunnen komen, moeten twee voorwaarden tegelijkertijd zijn vervuld: de weduwe/weduwnaar is minstens 65 jaar en krijgt alleen een overlevingspensioen.
Wettelijke pensioenen en fiscaliteit Voor uw belastingaangifte blijven de principes dezelfde. Met andere woorden, u blijft belastingplichtig en bent onderworpen aan het traditionele progressieve tarief. U krijgt een inkomensfiche van de instelling die uw pensioen betaalt en u vult uw aangifte in op basis van de gegevens op die fiche.
Het eerste pensioenjaar is een overgangsjaar waarin u mogelijk zowel een pensioenuitkering als een loon ontvangt. Het is perfect denkbaar dat er geen of een te lage bedrijfsheffing is ingehouden op uw pensioentoelagen, waardoor u wellicht belastingen zult moeten bijbetalen.
Ben ik goed voorbereid? Die vraag moet u zich op elke leeftijd stellen. “Pensioen” is een nogal negatief beladen woord. Toch mag u het onderwerp niet uit de weg gaan en denkt u er het best zo vroeg mogelijk aan. Om uw pensioen goed te plannen, stellen we u voor in verschillende stappen te werken.
Begin met een pensioencheck-up. Elk goed plan vereist een voorbereidende fase. Een raming van uw wettelijk pensioen en van uw behoeften als gepensioneerde (op basis van de eventuele inkomsten en de mogelijke uitgaven) lijkt een goed begin. Vergeet niet rekening te houden met de plannen die u nog hebt zodra u met pensioen bent. Begin zo vroeg mogelijk te sparen, om uw spaarinspanningen te spreiden. Bereid
die periode zeer bewust voor, om verrassingen te vermijden, en vergeet niet uw financiële situatie regelmatig te evalueren om ze eventueel te optimaliseren, ook als u eenmaal gepensioneerd bent. Voor uw pensioencheck-up, inlichtingen en het plannen van uw pensioen, nodigen we u uit op onze site www.ing.be/pensioen.
13
Nuttige adressen U begrijpt dat we niet alle vragen in deze brochure kunnen beantwoorden. Sommige gevallen zijn immers veel te specifiek. Richt u voor meer inlichtingen tot de pensioendienst van uw gemeente of tot een van de drie onderstaande pensioendiensten.
Rijksdienst voor Pensioenen Zuidertoren 3 1060 Brussel Tel. 02 529 24 32 – Fax 02 529 21 72 E-mail:
[email protected] Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Tel. 02 546 42 11 – Fax 02 511 21 53 E-mail:
[email protected] Pensioendienst voor de Overheidssector Victor Hortaplein 40 – bus 30 1060 Brussel Tel. 02 558 60 00 – Fax 02 558 60 10 E-mail:
[email protected]
14
Wilt u meer weten over een van de onderwerpen die in deze brochure aan bod kwamen? Aarzel niet om contact op te nemen met een ING-adviseur of om te bellen naar ING Info op het nummer 02 464 60 01, van maandag tot vrijdag van 7 tot 22 uur en ‘s zaterdags van 9 tot 17 uur. U kunt ook terecht op onze site www.ing.be.
ING België nv – Bank – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – btw BE 0403.200.393 – BIC (SWIFT): BBRUBEBB – Rekening: 310-9156027-89 (IBAN: BE45 3109 1560 2789) Verantwoordelijk uitgever: Philippe Wallez – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – Z23000N – 08/07.