Pensioengids Groep 1 Deel 2: Jouw pensioenregeling Voor alle deelnemers werkzaam bij: Bleijenbergh-Fassaert Brakel Atmos Cebo Holland Cementbouw Cementbouw Bindmiddelen Cementbouw Mineralen Cementbouw Zand en Grind Cemtac CRH Bouwmaten CRH Bouwmaterialenhandel* CRH Nederland* CRH Roofing Materials De Schelde Bouwmarkten Delbouw
Pensioengids Deel 2 GROEP 1 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Dycore* Heembeton* Heras Nederland Kingspan Insulation (voorheen Ecotherm) Kingspan Unidek NVB Ubbens Bouwstoffen* Stoel Van Klaveren Bouwstoffen* Struyk-Verwo Aqua* Struyk-Verwo Groep* Struyk-Verwo Infra* Vaculux Van Neerbos Bouwmarkten Van Neerbos Bouwmaterialen* Zoontjens Beton
die: - geboren zijn op of ná 1 januari 1950 óf - geboren zijn vóór 1 januari 1950 én in dienst gekomen op of ná 1 januari 2007 Werk je bij een met een * gemerkt bedrijf en ben je de afgelopen jaren binnen de totale - 1 - groep van werkgever veranderd, dan kan het zijn dat je nog deelneemt aan je ‘oude‘ pensioenregeling.
Pensioengids groep 1, deel 2 De pensioengids voor de deelnemers aan de pensioenregeling bij Stichting CRH Pensioenfonds bestaat uit twee delen. Dit is Deel 2. Dit deel 2 van de pensioengids verschilt per groep deelnemers. Hierin vind je alle informatie over de regeling waar jij aan deelneemt.
Stichting CRH Pensioenfonds
Deel 1 van de pensioengids is voor alle deelnemers gelijk. Daarin vind je informatie over pensioen in het algemeen en bij welke veranderingen in je privé- of werkomstandigheden je extra op je pensioen moet letten.
Deze pensioengids is een uitgave van Stichting CRH Pensioenfonds. Waar in de tekst wordt gesproken over het pensioenfonds gaat het over de Stichting CRH Pensioenfonds. Mei 2012
Voorin elke gids staat voor wie die gids bestemd is. Weet je niet zeker aan welke regeling jij deelneemt? Neem dan contact op met het pensioenfonds. Telefoon: 070 - 414 24 00.
-2Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 3 3.1 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2 5.3 6 6.1 7 7.1 8 8.1 8.2
1
Over deze pensioengids ............................................................ 3 Waarom deze pensioengids? .................................................... 3 Hoe is deze pensioengids opgebouwd? .................................... 4 Je pensioenoverzicht: hoe sta je ervoor? .................................. 4 Meer weten? ............................................................................. 4 Aan welke regeling neem je deel? ............................................ 5 Wanneer neem je deel aan deze pensioenregeling? ................. 5 Wat mag je van je pensioenregeling verwachten? ................... 5 Hoe werkt je pensioenregeling? ............................................... 6 Pensioenopbouw gebaseerd op de hoogte van je salaris .......... 6 De opbouw van je pensioen...................................................... 8 Je pensioengrondslag................................................................ 8 Wanneer met pensioen?............................................................ 9 De hoogte van je pensioen........................................................ 9 Overgangsregeling voor extra ouderdomspensioen ................. 9 Inkomen voor je partner en kinderen ..................................... 10 Partnerpensioen ...................................................................... 10 Inkomen voor je partner, na je overlijden .............................. 11 Wezenpensioen....................................................................... 12 Hoe blijft de waarde van je pensioen op peil?........................ 13 Toeslag ................................................................................... 13 Straks: pensioen op maat ...................................................... 134 Mogelijkheden ........................................................................ 14 Wie betaalt je pensioen? ......................................................... 16 Gezamenlijke premiebetaling ................................................. 16 Premiedoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid....................... 16
Pensioen is je inkomen voor later: voor je oude dag en voor je nabestaanden als je komt te overlijden. Pensioen is naast je salaris je belangrijkste en kostbaarste arbeidsvoorwaarde. De pensioenregeling waar je aan deelneemt is één van de pensioenregelingen die worden uitgevoerd door Stichting CRH Pensioenfonds. Welke regeling voor jou geldt, is afhankelijk van bij welke werkgever je werkt en je leeftijd.
1.1 Waarom deze pensioengids? Als werknemer van een bij CRH Pensioenfonds aangesloten onderneming neem je deel aan een goede pensioenregeling. Maar daarmee is een goed pensioen straks nog niet vanzelfsprekend. De hoogte van je pensioen straks wordt bepaald door: - de hoogte van je salaris; - aan welke pensioenregeling (-en) je in je werkzame leven hebt deelgenomen; - het aantal jaren dat je hebt deelgenomen aan een pensioenregeling; - het moment waarop je het pensioen laat ingaan.
Deze pensioengids is met de grootste zorg samengesteld. In deze gids wordt je pensioenregeling op een eenvoudige en begrijpelijke manier uitgelegd. Daardoor bestaat de kans dat de tekst juridisch gezien niet helemaal volledig of correct is. Je kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze gids. Dat kan alleen aan het formele pensioenreglement.
Daarnaast zijn ook andere zaken bepalend voor de hoogte van je pensioen. Zo kunnen veranderingen in je privé-situatie of werk gevolgen hebben voor je pensioensituatie. Bijvoorbeeld verandering van werkgever, trouwen of scheiden. Maar ook de financiële positie -3-
Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Over deze pensioengids
van het pensioenfonds kan van invloed zijn op de hoogte van je pensioen.
1.3 Je pensioenoverzicht: hoe sta je ervoor? Elk jaar ontvang je een pensioenoverzicht. Hierop staat precies hoeveel pensioen je inmiddels in je pensioenregeling hebt opgebouwd en wat je verder aan pensioenopbouw kunt verwachten als je bij je huidige werkgever blijft werken.
Je pensioen is je aandacht waard Je pensioen is goed geregeld. Maar dat wil niet zeggen dat je straks automatisch kunt rekenen op een goed pensioen. Zorgen voor een goed pensioen is ook een kwestie van zélf verantwoordelijkheid nemen. Bijvoorbeeld door te weten wanneer je zelf actie moet ondernemen.
Je pensioenoverzicht geeft je antwoord op twee belangrijke vragen: - Wat is je inkomen als je met pensioen gaat? - Wat is het inkomen voor je gezin als je vóór en wat is het inkomen als je na je pensioendatum komt te overlijden?
Samen met het pensioenoverzicht dat je elk jaar ontvangt, helpt deze pensioengids je om inzicht te krijgen in je pensioen. Inzicht in waar je op kunt rekenen als je met pensioen gaat, of als je komt te overlijden. Maar ook inzicht in wanneer je pensioen extra aandacht vraagt. Kortom, deze gids helpt je om te zorgen voor een goed pensioen straks.
Het is belangrijk dat je dit overzicht goed bekijkt. Als je weet hoe je persoonlijke pensioensituatie eruitziet, weet je ook of het nodig is om zelf bij te sturen.
1.4 Meer weten?
1.2 Hoe is deze pensioengids opgebouwd?
Op www.crhpensioenfonds.nl vind je altijd de meest actuele informatie over jouw pensioenregeling en overige informatie zoals de financiële situatie van ons fonds.
De pensioengids bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een specifiek deel.
Deel 1: informatie voor alle deelnemers
Vragen?
In deel 1 (Pensioen bij CRH Pensioenfonds) vind je informatie die bestemd is voor alle deelnemers. Wat is pensioen? Aan welke regeling neem je deel? En wanneer moet je zélf extra aandacht geven aan je pensioensituatie?
Pensioen is een persoonlijke zaak. Je werkgever en je pensioenfonds helpen je graag om ervoor te zorgen dat je pensioen aansluit bij je verwachtingen. Heb je vragen? Neem dan gerust contact op met ons.
Deel 2: informatie over jouw pensioenregeling
Stichting CRH Pensioenfonds
In deel 2 (Jouw pensioenregeling) lees je hoe jouw pensioenopbouw precies is geregeld, op welk moment je met pensioen gaat en hoe je het pensioen straks precies op jouw wensen kunt afstemmen.
Einsteinlaan 26 2289 CC RIJSWIJK (Z-H) Telefoon: 070-414 2400 E-mail:
[email protected] www.crhpensioenfonds.nl
-4Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
2
Werk je bij een met een * gemerkt bedrijf en ben je de afgelopen jaren binnen de totale groep van werkgever veranderd, dan kan het zijn dat je nog deelneemt aan je ‘oude‘ pensioenregeling. Weet je niet zeker aan welke pensioenregeling je deelneemt, neem dan contact op met het pensioenfonds.
Aan welke regeling neem je deel?
Is dit niet voor jou van toepassing? Dan neem je deel aan een andere pensioenregeling. Kijk daarvoor in pensioengids Deel 1 of op www.crhpensioenfonds.nl
2.2 Wat mag je van je pensioenregeling verwachten?
De regeling waar je aan deelneemt is de regeling die gebaseerd is op: CRH Pensioenreglement 1 én CRH Reglement voor de overgangsregeling op CRH Pensioenregeling 1
Je bent deelnemer aan de pensioenregeling als je 21 jaar of ouder bent. Je pensioenregeling houdt het volgende in: - elk jaar dat je deelneemt wordt een stukje pensioen voor je opgebouwd; - je standaardpensioenleeftijd is 65 jaar, maar je kunt je pensioen ook eerder of later laten ingaan; - je bent verzekerd voor een partner- en wezenpensioen voor wanneer je komt te overlijden; - je bent verzekerd voor (gedeeltelijke) doorbetaling van je pensioenpremie wanneer je (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt; - er wordt naar gestreefd de waarde van je opgebouwde pensioen op peil te houden door het jaarlijks toekennen van een toeslag (indexatie). Deze indexatie is voorwaardelijk. Je hebt geen recht op indexatie en ook is het voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre indexatie zal plaatsvinden. Voorwaarde voor indexatie is dat Stichting CRH Pensioenfonds over voldoende reserves beschikt. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarde van voldoende reserves dan beperkt Stichting CRH Pensioenfonds de indexatie of wordt er in het geheel niet geïndexeerd.
2.1 Wanneer neem je deel aan deze pensioenregeling? Je neemt alleen deel aan deze pensioenregeling als je in dienst bent bij één van onderstaande werkgevers en - bent geboren op of ná 1 januari 1950 óf - bent geboren vóór 1 januari 1950 én op of ná 1 januari 2007 in dienst bent gekomen. Bleijenbergh-Fassaert B.V. Brakel Atmos B.V. Cebo Holland B.V. Cementbouw B.V. Cementbouw Bindmiddelen B.V. Cementbouw Mineralen B.V. Cementbouw Zand en Grind B.V. Cemtac B.V. CRH Bouwmaten B.V. CRH Bouwmaterialenhandel B.V.* CRH Nederland B.V.* CRH Roofing Materials B.V. De Schelde Bouwmarkten B.V. Delbouw B.V.
Dycore B.V.* Heembeton B.V.* Heras Nederland B.V. Kingspan Insulation B.V. (Ecotherm) Kingspan Unidek B.V. NVB Ubbens Bouwstoffen B.V.* Stoel Van Klaveren Bouwstoffen B.V.* Struyk-Verwo Aqua B.V.* Struyk-Verwo Groep B.V.* Struyk-Verwo Infra B.V.* Vaculux B.V. Van Neerbos Bouwmarkten B.V. Van Neerbos Bouwmaterialen B.V.* Zoontjens Beton B.V. -5-
Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Ben je jonger dan 21 jaar? Dan ben je aspirant-deelnemer. Je bouwt dan nog geen ouderdomspensioen op, maar als je overlijdt hebben je nabestaanden wel recht op partnerpensioen en wezenpensioen. Daarnaast ben je bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid verzekerd voor vrijstelling van (een deel van de) premiebetaling.
3
Soort regeling Je neemt deel aan een zogenaamde ‘collectieve beschikbare premieregeling’. Dit wil zeggen dat je werkgever een vaste premie betaalt aan het pensioenfonds voor de uitvoering van de voor jou geldende pensioenregeling. Zelf betaal je ook een deel van die premie.
Hoe werkt je pensioenregeling?
Pensioen is inkomen voor later. Niet alleen voor als je gestopt bent met werken, maar ook voor je nabestaanden als je komt te overlijden.
Voor het totaal van de door je werkgever en jou betaalde pensioenpremie wordt je pensioenregeling uitgevoerd. Tegelijk biedt die premie het pensioenfonds ook ruimte om financiële reserves op te bouwen. Desondanks kunnen er zich situaties voordoen waarin het pensioenfonds kostenbesparende maatregelen moet nemen. In ongunstige situaties kan dit leiden tot een lagere uitkomst van je pensioen. Dit risico is voor jou.
3.1 Pensioenopbouw gebaseerd op de hoogte van je salaris Elk jaar dat je deelneemt aan de pensioenregeling wordt er pensioenpremie voor je betaald. De hoogte van die pensioenpremie is gekoppeld aan de hoogte van je salaris. Met die premie wordt voor dat ene jaar werken een stukje pensioen voor je opgebouwd. Je uiteindelijke pensioenopbouw is dus een afspiegeling van wat je gemiddeld per jaar hebt verdiend gedurende de tijd dat je aan de pensioenregeling deelnam. Dit wordt ook wel het ‘middelloonsysteem’ genoemd. Wat gebeurt er met je pensioenpremie? Het grootste deel van je pensioenpremie wordt gebruikt voor het opbouwen van ouderdomspensioen. Een ander deel van je pensioenpremie wordt gebruikt om je gedurende je deelname aan de pensioenregeling te verzekeren voor: - een nabestaandenpensioen voor als je komt te overlijden vóór je pensioendatum. Je partner en kinderen blijven dan dus niet onverzorgd achter; - doorbetaling van je pensioenpremie als je arbeidsongeschikt wordt. Is dat het geval, dan gaat je pensioenopbouw voor het gedeelte dat je arbeidsongeschikt bent, gewoon door. Deze verzekering geldt voor iedereen. -6-
Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Vanaf je pensionering ontvang je maandelijks een pensioenuitkering van je pensioenfonds. Deze pensioenuitkering ontvang je levenslang. Vanaf je 65ste ontvang je ook je AOW. Dat is het basispensioen voor iedereen. Iedereen die in Nederland verblijft bouwt tussen zijn 15e en 65ste automatisch AOW op.
Wat gebeurt er op je pensioendatum? Op je pensioendatum1 stopt de automatische verzekering en wordt je ouderdomspensioen standaard omgezet in: - een levenslang ouderdomspensioen; plús - een partnerpensioen voor als je overlijdt ná je pensionering. Ook dan blijft je partner dus niet onverzorgd achter.
Door de vergrijzing en doordat mensen gemiddeld langer leven zullen de kosten van de AOW aanzienlijk stijgen. Om de kosten in de hand te houden is de overheid van plan om een aantal wijziging in de AOW door te voeren. Zo is de verwachting dat de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd word. Ook kun je per 1 januari 2013 ervoor kiezen je AOW later in te laten gaan met als gevolg dat deze dan iets hoger wordt. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog wel behandelen.
Heb je bij je pensionering geen partner dan vindt deze omzetting niet plaats. Je ontvangt dan zelf een hoger ouderdomspensioen.
Vanaf 1 april 2012 gaat het AOW-pensioen in op de dag waarop je 65 jaar wordt en niet meer op de eerste dag van de maand waarin je 65 jaar wordt. (Op www.svb.nl vind je meer informatie over de AOW.)
1
Deze omzetting vindt ook standaard plaats bij eerdere beëindiging van je deelname aan de
pensioenregeling
-7Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Rekenvoorbeeld
4
Henk is 35 jaar en deelnemer aan de pensioenregeling. Zijn pensioengevend salaris bedraagt in 2012 € 27.180.
De opbouw van je pensioen
pensioengevend salaris franchise pensioengrondslag opbouwpercentage 2,45% Totale pensioenopbouw: 2,45% over € 13.000 =
Het uitgangspunt voor de opbouw van je pensioen is je pensioengevend salaris. Dit is je vaste jaarsalaris inclusief vakantietoeslag en je eventuele vaste eindejaarsuitkering.
€ 318,50
Als Henk op zijn 65ste met pensioen gaat, geeft dat ene jaar werken hem recht op: - een levenlang ouderdomspensioen van € 245,25 bruto per jaar - een levenlang nabestaandenpensioen voor zijn partner als Henk ná zijn pensionering komt te overlijden van € 171,67 bruto per jaar.
4.1 Je pensioengrondslag Vanaf je 65ste ontvang je AOW. Voor dat deel van je inkomen straks hoef je dus zelf geen pensioen op te bouwen. Daarom bouw je alleen pensioen op over je pensioengevend salaris vanaf € 14.180 (bedrag 2012). Dit bedrag wordt de franchise genoemd. De franchise wordt elk jaar aangepast aan de loonontwikkeling. Het deel van je salaris waar je pensioen over opbouwt, wordt je pensioengrondslag genoemd. Dat is dus je pensioengevend salaris min de franchise.
Als Henk geen partner heeft op het moment dat hij met pensioen gaat, of als zijn partner zelf een goed inkomen heeft, dan kan hij het partnerpensioen gebruiken voor extra ouderdomspensioen. Doet hij dat, dan geeft dat ene jaar werken hem recht op een ouderdomspensioen van € 318,50 bruto per jaar.
Deeltijdfunctie Als je werkzaam bent in een deeltijdfunctie, dan is je deeltijdfactor ook van toepassing op je pensioenopbouw. Voor de berekening van je pensioen wordt dan uitgegaan van je salaris omgerekend naar fulltime. Vervolgens wordt op de uitkomst van de pensioenberekening je deeltijdfactor toegepast.
Je pensioenopbouw Elk jaar dat je aan de regeling deelneemt, bouw je 2,9% aan ouderdomspensioen op van de in dat jaar voor jou geldende pensioengrondslag. Het op die manier opgebouwde ouderdomspensioen wordt indien je een partner hebt op je pensioendatum standaard omgezet in een levenslang ouderdomspensioen én een levenslang partnerpensioen. Doordat de marktrente de afgelopen tijd structureel laag is, ontvangt het pensioenfonds naar verwachting in de toekomst minder rente op de ingelegde premie. De premie is daarom niet meer voldoende om de pensioenopbouw van 2,9 te handhaven. Voor 2012 is het opbouwpercentage daarom tijdelijk verlaagd naar 2,45%.
Stel dat in bovenstaand rekenvoorbeeld Henk een 50% deeltijdfunctie zou hebben, dan bedraagt zijn fulltime pensioengevend salaris weliswaar € 27.180, maar bedraagt zijn pensioenopbouw in dat jaar slechts 50% van € 318,50, ofwel € 159,25. -8-
Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
€ 27.180 € 14.180 -/€ 13.000
4.3 De hoogte van je pensioen
Echtscheiding kan grote gevolgen hebben voor je pensioen Als je een partner hebt en je gaat scheiden, dan heeft je partner recht op de helft van het tijdens je partnerschap opgebouwde recht op ouderdomspensioen. Dit is geregeld in de Wet Pensioenverevening. Je kunt hier zelf eventueel andere afspraken over maken in een echtscheidingsconvenant.
Hoe hoog je pensioenuitkering straks is, wordt bepaald door vier factoren: • De hoogte van je salaris. • De kwaliteit van de pensioenregeling(en) waar je in je werkzame leven aan hebt deelgenomen (in de ene regeling bouw je nu eenmaal meer pensioen op dan in de andere). • Het aantal jaren dat je aan een pensioenregeling hebt deelgenomen. Als vuistregel geldt dat je een volledig pensioen hebt opgebouwd als je veertig jaar aan een pensioenregeling hebt deelgenomen. Heb je minder jaren deelgenomen, dan heb je straks dus ook een lager pensioen. • Je pensioendatum. Hoe eerder je met pensioen gaat, over hoe meer jaren je opgebouwde pensioen moet worden uitgesmeerd. Eerder met pensioen gaan betekent dus een verlaging van je pensioenuitkering.
4.2 Wanneer met pensioen? Je standaardpensioenleeftijd is 65 jaar. Maar, je kunt je pensioen ook eerder laten ingaan, al vanaf je 60ste. Eerder of later met pensioen gaan heeft wel gevolgen voor de hoogte van je pensioenuitkering. Hoe langer je blijft doorwerken, hoe hoger je pensioenuitkering uitvalt. Ga je vóór je 65ste met pensioen dan moet je er wel rekening mee houden dat je minder lang pensioen opbouwt. Bovendien ontvang je tot je 65ste nog geen AOW. Dit laatste kun je (gedeeltelijk) opvangen door je pensioenuitkering daarop te laten afstemmen (zie hoofdstuk 7: ‘Straks: Pensioen op maat’).
4.4 Overgangsregeling voor extra ouderdomspensioen In 2006 (Pensioenfonds Cementbouw) en 2007 (CRH Pensioenfonds) is het vroegpensioen afgeschaft. Voor bepaalde groepen deelnemers is destijds een overgangsregeling gemaakt. De overgangsregeling geeft voorwaardelijk recht op een stukje extra pensioen. Dit stukje pensioen wordt toegekend op je pensioendatum of, als je dan nog niet met pensioen bent, op 31 december 2020. Je dient wel tot deze datum deelnemer aan deze pensioenregeling te zijn. Als dit voor jou van toepassing is ben je er al op de hoogte van gebracht en vind je dit terug op je pensioenoverzicht.
-9Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
5
Bij overlijden na beëindiging van je deelname aan de regeling, maar vóór je pensionering Als je een partner hebt, wordt het bij beëindiging van je deelname aan de pensioenregeling opgebouwde pensioenrecht standaard gesplitst in een recht op ouderdomspensioen en een recht op partnerpensioen in een verhouding van 100:70. Kom je na beëindiging van je deelname aan de pensioenregeling te overlijden dan ontvangt je partner dit partnerpensioen.
•
Bij overlijden ná je pensionering Als het bij je pensionering opgebouwde ouderdomspensioen is gesplitst in een ouderdomspensioen en een partnerpensioen, dan heeft je partner recht op dat partnerpensioen, wanneer jij komt te overlijden.
Inkomen voor je partner en kinderen
Wanneer je overlijdt hebben je partner en je kinderen recht op een pensioenuitkering.
5.1 Partnerpensioen Je pensioenregeling voorziet in een goed partnerpensioen. Dat wil zeggen dat als je overlijdt, je partner niet onverzorgd achterblijft.
Anw-uitkering In bepaalde gevallen komt je partner in aanmerking voor een Anwuitkering van de overheid. Dat is het geval als hij of zij: - jonger is dan 65 jaar en - geboren is vóór 1950, of - minimaal voor 45% arbeidsongeschikt is, of - één of meer kinderen onder de achttien jaar te verzorgen heeft.
Wie geldt als partner? Voor je pensioenregeling geldt als partner degene met wie je: • gehuwd bent; • een geregistreerd partnerschap bent aangegaan; • een notarieel vastgelegd samenlevingscontract hebt. Voorwaarde is dat het partnerschap is aangegaan vóór je pensioendatum. •
•
Daarnaast geldt voor de Anw een inkomenstoets. Als je partner meer verdient dan circa € 723,- bruto per maand (bedrag 2012), vindt er al korting plaats. Verdient je partner meer dan circa € 2.391,- bruto per maand (bedrag 2012)? Dan ontvangt hij of zij helemaal geen Anwuitkering. Meer informatie over de Anw vind je op www.svb.nl.
Bij overlijden tijdens deelnemerschap Zolang je deelneemt aan de pensioenregeling is het partnerpensioen geregeld op basis van een verzekering. Alle informatie daarover vind je in 5.2.
- 10 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
- tot je standaardpensioendatum aan de pensioenregeling had kunnen deelnemen. Voor de berekening wordt uitgegaan van de laatst voor jou geldende partnerpensioengrondslag vóór je overlijden.
5.2 Inkomen voor je partner, na je overlijden Zolang je aan de pensioenregeling deelneemt is je partner verzekerd voor partnerpensioen indien je overlijdt. Dat partnerpensioen bestaat uit een tijdelijk partnerpensioen (tot je partner 65 jaar wordt en dan AOW gaat ontvangen) en een levenslang partnerpensioen. Het partnerpensioen gaat in per de 1ste van de maand waarin je overlijdt. Als je werkzaam bent in een deeltijdfunctie, dan is je deeltijdfactor ook van toepassing op de berekening van je levenslange partnerpensioen, maar niet voor de berekening van het tijdelijk partnerpensioen.
Let op! Sommige deelnemers hebben vóór 1 januari 2007 al nabestaandenpensioen opgebouwd. Hoeveel dat is kun je zien op je pensioenoverzicht.
Tijdelijk partnerpensioen De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen is gelijk aan de AOWuitkering voor alleenstaanden, zoals die gold in het jaar van je overlijden (€ 13.286 bruto per jaar; bedrag 2012).
Rekenvoorbeeld Ivo is 37 jaar als hij begin 2012 overlijdt. Ivo is getrouwd met Esther en sinds 4 jaar deelnemer aan de pensioenregeling. In 2012 bedraagt zijn pensioengevend salaris € 30.093.
Let op! Neem je ook deel aan een bedrijfstakpensioenfonds? Dan geldt het tijdelijk partnerpensioen niet voor jou!
Waar heeft Esther recht op? Tot haar 65ste ontvangt Esther in elk geval een tijdelijk partnerpensioen van € 13.286 bruto per jaar. Daarnaast heeft zij recht op een levenslang partnerpensioen. Dit levenslange partnerpensioen voor Esther wordt als volgt berekend.
Levenslang partnerpensioen Naast het tijdelijk partnerpensioen heeft je partner recht op een levenlang partnerpensioen. De hoogte daarvan is gekoppeld aan je pensioengevend salaris. Net als bij je ouderdomspensioen wordt daarbij rekening gehouden met een franchise: een deel van je pensioengevend salaris dat niet meedoet voor de pensioenberekening. Voor het partnerpensioen is dat € 19.093 (bedrag 2012). Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het loonindexcijfer. Je pensioengevend salaris min deze partnerpensioenfranchise is je partnerpensioengrondslag.
Uitgangspunten - Pensioengevend salaris: - Franchise voor partnerpensioen: - Pensioengrondslag voor partnerpensioen:
Hoe hoog is het levenslange partnerpensioen? Het recht op partnerpensioen bedraagt 0,8% van je partnerpensioengrondslag voor elk jaar dat je: - aan de pensioenregeling hebt deelgenomen én
-
- 11 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
€ 30.093 € 19.093 -/€ 11.000
Aantal jaren tussen start van deze pensioenregeling en Ivo’s standaardpensioenleeftijd: 32
5.3 Wezenpensioen Vervolg rekenvoorbeeld Levenslang partnerpensioen: Over periode tussen 2008 en Ivo’s pensioenleeftijd: (32 jaar x 0,8% x € 11.000) =
€ 2.816
Situatie voor Esther Tot haar 65ste heeft Esther dus recht op: tijdelijk partnerpensioen: levenlang partnerpensioen: Totaal bruto per jaar:
€ 13.286 € 2.816 € 16.102
Wanneer je overlijdt hebben je kinderen recht op een wezenpensioen. Dat geldt voor je eigen kinderen en voor pleeg- en stiefkinderen die deel uitmaken van je gezin. Het wezenpensioen is gekoppeld aan het partnerpensioen en gaat in per de 1ste van de maand waarin je overlijdt. Het wezenpensioen loopt door tot je kind 18 jaar wordt. Invalide kinderen (volgens de Algemene Kinderbijslagwet) ontvangen wezenpensioen tot maximaal hun 27ste jaar. Dat geldt in de meeste gevallen ook voor studerende kinderen. Waar mogen je kinderen op rekenen? • Overlijd je als deelnemer vóór je pensioendatum? Dan bedraagt het wezenpensioen per kind 35% van het levenslange partnerpensioen. • Overlijd je ná beëindiging van je deelname aan de pensioenregeling, maar vóór je pensionering? Dan hebben je kinderen recht op wezenpensioen ter grootte van 20% van het dan geldende partnerpensioen. • Overlijd je na je pensionering? Dan hebben je kinderen standaard recht op 20% van het dan geldende partnerpensioen.
Op haar 65ste stopt het tijdelijk partnerpensioen en ontvangt zij voortaan naast het levenslange partnerpensioen ook AOW.
Gevolgen van echtscheiding voor je partnerpensioen
Wanneer beide ouders zijn overleden wordt het wezenpensioen verdubbeld.
Als je een ex-partner hebt, dan heeft deze recht op het partnerpensioen dat was opgebouwd tot het moment van scheiding. Dit zogenoemde bijzondere partnerpensioen wordt in mindering gebracht op het partnerpensioen voor een eventuele nieuwe partner.
- 12 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
6
Het pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van je pensioen uit beleggingsrendement en is daarnaast afhankelijk van de financiële situatie van het fonds. Een verhoging in enig jaar geeft niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
Hoe blijft de waarde van je pensioen op peil?
Om waardevermindering tegen te gaan kent je pensioenfonds een toeslagbeleid.
6.1 Toeslag Een bedrag van € 100 is nu minder waard dan dat zelfde bedrag enkele jaren geleden. Omgekeerd heeft € 100 nú, meer waarde dan diezelfde € 100 over tien of twintig jaar. Datzelfde geldt voor je pensioen. Om die waardevermindering tegen te gaan kent je pensioenfonds een toeslagbeleid.
Voorwaardelijkheidsverklaring Het pensioenfonds probeert ieder jaar je pensioen te verhogen met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, reeks alle huishoudens afgeleid. Het pensioen is dit jaar (over 2011) niet verhoogd. De prijzen gingen toen omhoog met 2,33%. Het pensioenfonds heeft je pensioen over de afgelopen drie jaar ook niet verhoogd: - De prijzen gingen over het jaar 2010 met 1,38% omhoog. - De prijzen gingen over het jaar 2009 met 0,40% omhoog. - De prijzen gingen over het jaar 2008 met 2,53% omhoog.
- 13 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
7
Let op! Voor alle keuzemogelijkheden geldt een aanvraagtermijn van minimaal 3 maanden vóór je pensioendatum. De hoogte van pensioenuitkeringen is aan fiscale regels gebonden. Bij de uitvoering van je keuzemogelijkheden wordt rekening gehouden met wat daarvoor fiscaal is toegestaan.
Straks: pensioen op maat
Voor alle keuzemogelijkheden (en combinaties daarvan) geldt dat je vooraf een berekening van de financiële gevolgen kunt laten maken door het pensioenfonds. Je kunt een dergelijke berekening schriftelijk aanvragen met exacte vermelding van de door jou gemaakte (voorlopige) keuzes (ingangsdata, eventuele uitruilpercentages). Je kunt hiervoor een keuzeformulier downloaden via de website van het pensioenfonds.
Tegen de tijd dat je met pensioen gaat, zijn er verschillende mogelijkheden om je pensioen op je persoonlijke wensen af te stemmen.
7.1 Mogelijkheden • Eerder dan op je 65ste met pensioen Je kunt eerder stoppen met werken en je pensioen eerder laten ingaan. Dat kan al vanaf je 60ste. Met deeltijdpensioen gaan is niet mogelijk. Als je het pensioen eerder laat ingaan, moet je er wel rekening mee houden dat je minder lang pensioen opbouwt én dat het pensioen waar je recht op hebt, over een langere periode moet worden uitgesmeerd. Je pensioenuitkering wordt dus lager. Bovendien moet je er rekening mee houden dat je vóór je 65ste geen AOW ontvangt.
Je hebt daarbij de volgende mogelijkheden: - eerder dan op je 65ste met pensioen; - later dan op je 65ste met pensioen; - uitruilen van recht op partnerpensioen voor ouderdomspensioen; - eerst een hogere en daarna een lagere pensioenuitkering.
Als je ervoor kiest om eerder met pensioen te gaan, wordt er bij de berekening van je pensioen rekening mee gehouden dat je tot je 65ste nog geen AOW ontvangt. Afhankelijk van je persoonlijke situatie ontvang je daarom tót je 65ste een overbruggingspensioen ter grootte van maximaal tweemaal de dan geldende AOW voor gehuwden (zonder toeslag). Dit overbruggingspensioen komt in mindering op je ouderdomspensioen. Vanzelfsprekend maak je over eerdere pensionering eerst afspraken met je werkgever. - 14 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
• Later met pensioen Je kunt er in overleg met je werkgever voor kiezen om later dan op je 65ste met pensioen te gaan. Vanaf je 65ste bouw je geen pensioenrechten meer op, maar als je de pensionering uitstelt, wordt je pensioenuitkering wel hoger. Het aantal jaren waarover je pensioenuitkering straks moet worden uitgesmeerd, wordt immers minder. Uitstel van pensionering is mogelijk tot je 70ste, of tot het moment dat je ouderdomspensioen het fiscaal toegestane maximum heeft bereikt (je pensioen mag nooit hoger worden dan 100% van je laatste pensioengevend salaris, inclusief AOW).
• Eerst een hogere en daarna een lagere pensioenuitkering Standaard ontvang je vanaf je pensioendatum levenslang dezelfde pensioenuitkering. Je kunt er echter voor kiezen om eerst gedurende een beperkt aantal jaren een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna - levenslang - een lagere. Je kunt hierbij kiezen uit de volgende verhoudingen: hoog : laag = 100 : 75 hoog : laag = 100 : 80 hoog : laag = 100 : 85 hoog : laag = 100 : 90 hoog : laag = 100 : 95
• Uitruilen partnerpensioen voor hoger ouderdomspensioen Als je een partner hebt, wordt bij beëindiging van je deelname aan de regeling of bij pensionering standaard een deel van je recht op ouderdomspensioen omgezet in partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt dan 70% van je ouderdomspensioen. Je kunt op twee manieren van deze standaardomzetting afwijken.
Deze keuze heeft geen gevolgen voor de hoogte van het partnerpensioen. Je eventuele partner moet voor deze keuze wel schriftelijk toestemming geven.
In beide gevallen levert dit een hoger ouderdomspensioen op: - je kunt het partnerpensioen verlagen tot 50% van je ouderdomspensioen; - je kunt helemaal afzien van partnerpensioen. Voor deze uitruil heb je schriftelijke toestemming nodig van je partner. Uitruil van partnerpensioen betekent automatisch ook uitruil van wezenpensioen. Het wezenpensioen bedraagt standaard 20% van het partnerpensioen. Bij afzien van partnerpensioen vervalt dus ook het wezenpensioen!
- 15 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
8
Door Marco te betalen bijdrage aan zijn pensioen: 4,9% over € 12.633 =
€
619,02
7,5% over (€ 18.000 - € 12.633) = 7,5% x € 5.367 = € 402,53 Totaal per jaar: € 1.021,55
Wie betaalt je pensioen?
Dit komt ongeveer overeen met 5,7% van zijn pensioengrondslag.
Voor je pensioen betaalt je werkgever elke maand een premie aan het pensioenfonds. Zelf betaal je ook een deel van die premie.
8.2 Premiedoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid Als je geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, neemt het pensioenfonds de premiebetaling geheel of gedeeltelijk van je over. Uitgangspunt daarvoor is dat je arbeidsongeschikt bent volgens het UWV en in aanmerking komt voor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Door deze premievrijstelling gaat je pensioenopbouw dan gewoon door. Daarbij wordt uitgegaan van 70% van je pensioengrondslag voordat je arbeidsongeschikt werd. De hoogte van de premievrijstelling hangt samen met de mate van je arbeidsongeschiktheid.
8.1 Gezamenlijke premiebetaling De bijdrage van de werkgever bedraagt 23,30% van de pensioengrondslag van alle deelnemers en aspirant deelnemers gezamenlijk. De hoogte van jouw bijdrage is afhankelijk van je pensioengrondslag. Over je pensioengrondslag tot € 12.633 (bedrag 2012) betaal je 4,9% premie, over je pensioengrondslag boven € 12.633 betaal je 7,5%. Dit bedrag van € 12.633 wordt jaarlijks aangepast volgens het loonindexcijfer. Jouw premiebijdrage wordt automatisch ingehouden op je salaris. Een aspirant deelnemer is geen eigen bijdrage verschuldigd. Rekenvoorbeeld Het pensioengevend salaris van Marco bedraagt: De franchise bedraagt: Marco’s pensioengrondslag is:
€ 32.180 € 14.180 -/€ 18.000
- 16 Versie: Mei 2012 Met deze versie komen alle eerder verschenen versies te vervallen.
Mate van je arbeidsongeschiktheid volgens het UWV
Voortzetting van je pensioenopbouw op basis van premievrijstelling
0% tot 35% 35% tot 45% 45% tot 55% 55% tot 65% 65% tot 80% 80% of meer
0% 40% 50% 60% 72,5% 100%