FNWI Master OER deel A
Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masteropleidingen FNWI Studiejaar 2007-2008
Preambule In deze Onderwijs- en Examenregeling zijn alle door de Wet Hoger Onderwijs (WHW) vereiste regels en regelingen opgenomen met betrekking tot de onderwijs en examens van de masteropleidingen bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en het Instituut voor Interdisciplinaire Studies, te weten: • • • • • • • • • •
• • • • • • • • •
Artificial Intelligence Astronomy and Astrophysics Biological Sciences Biomedical Sciences Chemistry Cognitive Science (research) Earth Sciences Forensic Science Grid Computing Information Studies
Life Sciences Logic Mathematics and Science Education Mathematical Physics Mathematics Physics Software Engineering Stochastics and Financial Mathematics System and Network Engineering
In deze OER wordt rekening gehouden met de door VU en UvA gezamenlijk aangeboden masteropleidingen, in die zin dat de OER-en van de betreffende opleiding zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. In dit document wordt een A en een B gedeelte onderscheiden. In deel A zijn de algemene bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op het totale aanbod aan masteropleidingen. In deel B komen per opleiding specifieke zaken aan de orde, namelijk doelstellingen, eindtermen, opbouw en inhoud van het opleidingsprogramma.
Deel A Algemene bepalingen Hoofdstuk 1. Reikwijdte en begripsbepaling Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Artikel 2 Begripsbepalingen Artikel 3 Voltijds/deeltijds Artikel 4 De examens van de opleiding Hoofdstuk 2. Structuur van de opleiding Artikel 5 Omvang van de opleiding Artikel 6 Opbouw van het curriculum Artikel 7 De taal van het onderwijs
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
1
FNWI Master OER deel A
Hoofdstuk 3. Toelating tot de opleiding Artikel 8 Vooropleidingseisen Hoofdstuk 4. De tentamens Artikel 9 Bepalingen met betrekking tot de toelating tot de tentamens en examen Artikel 10 Aanmelding en afmelding Artikel 11 Frequentie van de tentamens Artikel 12 Tentamenstof Artikel 13 Vorm van de tentamens Artikel 14 Mondelinge tentamens Artikel 15 Prakticum Artikel 16 Minder valide studenten Artikel 17 Vrijstelling Artikel 18 De orde van de tentamens Artikel 19 Fraude Hoofdstuk 5. Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24
Termijnen en beoordeling onderdelen Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslagen Geldigheidsduur Inzagerecht en nabespreking De beoordeling van onderdelen Elders behaalde onderdelen
Hoofdstuk 6. De examens Artikel 25 Tijdvakken en frequentie afleggen examens Artikel 26 Uitslag van de examens Artikel 27 Judicium ‘Cum Laude’ Artikel 28 Goedkeuring examenprogramma Artikel 29 Aanvraag doctoraalexamen Hoofdstuk 7. Kwaliteit Artikel 30 Kwaliteitsplan Hoofdstuk 8. Studiebegeleiding Artikel 31 Studieadviseur Artikel 32 Registratie Hoofdstuk 9. Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38
Slotbepalingen Beroepsrecht Wijziging Afwijking van de regeling Slotbepalingen
Deel B Opleiding X Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Doelstelling en eindtermen van de opleiding Toelatingseisen Opbouw van het curriculum Beschrijving van inhoud en omvang van de onderdelen
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
2
FNWI Master OER deel A
Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling De regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van elk van de masteropleidingen bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies van de Universiteit van Amsterdam, verder te noemen de opleiding. Artikel 2 Begripsbepalingen Afstudeeronderzoek: Een onderdeel dat bestaat uit uitvoering van een onderzoeksopdracht op het eigen vakgebied, dat uitmondt in een schriftelijke en één of meer mondelinge rapportages. Docententeam: Het team van docenten, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs van de gehele opleiding of een deel daarvan. Doorstroommaster: Masteropleiding waarin de student zonder extra voorwaarden direct kan instromen. Zie bijlage 1 voor een overzicht van bacheloropleidingen met bijbehorende doorstroommasters. Examen: Het masterexamen van de opleiding. Examencommissie: De commissie die verantwoordelijk is voor de examens en voor de coördinatie en organisatie van de tentamens (WHW artikel 7.12). Examinator: De docent die verantwoordelijk is voor het onderdeel. Onderdeel: De onderwijseenheid van de opleiding met een afsluitende beoordeling (artikel 7.3 WHW). Opleidingscommissie: de commissie bedoeld in de WHW artikel 9.17 Portfolio: Een verzameling documenten m.b.t. de prestaties van de student die relevant zijn voor het behalen van het diploma van de door hem gekozen opleiding. Practicum: Onderwijs met als werkvorm de oefening in praktische vaardigheden (laboratoriumvaardigheden, het uitvoeren van veldwerk en computervaardigheden). Project: Werkvorm, waarbij studenten individueel of in een groep in een aaneengesloten periode een resultaat presenteren tot beantwoording van een bepaalde (onderzoeks)vraag. Scriptie: Een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en/of een –bijdrage aan- wetenschappelijk onderzoek, in alle gevallen leidend tot een schriftelijk verslag daarover. Student: Hij/zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van tentamens en examens van de opleiding. Studiepunt: De studiepunten die binnen de Europese gemeenschap worden gehanteerd volgens het European Credit Transfer System (ECTS). De studielast van een studiejaar is 60 studiepunten. Tentamen: Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel, alsmede de afsluitende beoordeling van dit onderzoek. De beoordeling wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Een tentamen kan in gedeelten worden afgenomen met behulp van één of
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
3
FNWI Master OER deel A
Werkcollege: Wet:
meer deeltentamens. Een hertentamen bestrijkt dezelfde materie als het tentamen. Onderwijs gericht op oefening van theoretische vaardigheden. De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Artikel 3 Voltijds/deeltijds De masteropleidingen worden voltijds aangeboden. In deel B wordt aangegeven per opleiding of deze daarnaast ook deeltijds wordt aangeboden. Artikel 4 De examens van de opleiding Ter afsluiting van de opleiding moet het masterexamen worden afgelegd, resulterend in de graad Master of Science.
Hoofdstuk 2. Structuur van de opleiding Artikel 5 Omvang van de opleiding De omvang van de masteropleidingen staat vermeld in deel B. Artikel 6 Opbouw van het curriculum 1. De opleiding bevat de onderdelen met de daarbij vermelde studielast zoals omschreven in het van deze regeling deel uitmakende aanhangsel (deel B). 2. Binnen de doorstroommasteropleidingen met een omvang van 120 EC zijn drie afstudeervarianten mogelijk: de Onderzoeksvariant (O-variant), de Maatschappelijke (M-variant) en de Communicatieve en Educatieve variant (CE-variant). De M- en de CE-variant hebben een omvang van 60 EC. 3. Voor de toelating tot de M-variant moet de student een aparte intakeprocedure doorlopen. Voor de CE-variant geldt dat studenten het onderwijs van het eerste disciplinaire jaar van de disciplinaire master moeten hebben gevolgd. Artikel 7 De taal van het onderwijs 1. De taal waarin het onderwijs gegeven wordt, is het Engels, tenzij anders vermeld in deel B. 2. Indien voor onderwijs dat internationaal wordt aangeboden geen buitenlandse studenten zijn aangemeld, kan de examinator besluiten het onderwijs in het Nederlands te verzorgen. 3. De M- en CE-variant worden voornamelijk in het Nederlands aangeboden. Indien het onderwijs in een andere taal wordt gegeven, dan uitsluitend in de Engelse taal.
Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding Artikel 8 Vooropleidingseisen In deel B wordt per opleiding aangegeven welk Bachelordiploma rechtstreeks toegang geeft tot de Masterfase. Tevens wordt in deel B aangegeven welke toelatingseisen gehanteerd worden, indien de student niet beschikt over het relevante bachelordiploma. Met betrekking tot beheersing van de Engelse taal, gelden de volgende toelatingseisen: - kennis van het Engels op VWO-niveau of - minimale score op de TOEFL-test
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
4
FNWI Master OER deel A
-
o Internet-toets (iBT): 89 of o Computer-toets (CBT): 230 of o Papieren toets (PBT): 570 of Minimumscore op de IELTS-test van een 6.5 of Cambridge Examination Score met een minimum score CAE A of B+ of CPE B
Hoofdstuk 4. De tentamens Artikel 9 Bepalingen met betrekking tot de toelating tot de tentamens en examens. 1. Het masterexamen of een onderdeel daarvan kan niet worden afgelegd indien niet aan de vooropleidingseisen, zoals vermeld in hoofdstuk 3 is voldaan. 2. Als overgangsmaatregel naar de invoering van de ‘harde knip’1 met ingang 2009-2010 kan de examencommissie de student toelaten tot het afleggen van tentamens van de doorstroommaster nog voordat hij/zij het bachelorexamen heeft gehaald. De voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voor deze toelating zijn: a. het bachelorproject moet zijn afgerond; b. het bachelorprogramma moet zijn goedgekeurd door de examencommissie; c. minimaal 168 EC van de bacheloropleiding moet behaald zijn. De toelating geldt voor een termijn van ten hoogste twaalf maanden. Studenten die menen recht te hebben op een andere regeling op grond van eerdere Onderwijs- en Examenregelingen kunnen hiertoe een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie. 3. De examencommissie kan eisen stellen aan de volgorde waarin tentamens worden afgelegd. Deze eisen worden vermeld in de studiegids. 4. Naast de gestelde eisen in lid 1, 2 en 3, mag de student alleen deelnemen aan tentamens/onderwijs indien voldaan is aan de door de opleiding vastgestelde additionele ingangseisen van de desbetreffende onderwijseenheden (zie beschrijving in de studiegids) 5. Indien een student na gebruik te hebben gemaakt van twee tentamengelegenheden niet is geslaagd, dient de student, voordat deze opnieuw tentamen aflegt, hierover afspraken te maken met de examinator. De examinator bepaalt onder welke voorwaarden en op welke wijze het tentamen de volgende keer wordt afgelegd. De student dient het initiatief te nemen om hierover op tijd afspraken te maken met de examinator. 6. Een student kan, in tegenstelling tot het genoemde in lid 5, geen afspraak maken met de examinator indien de tweede herkansingsmogelijkheid is ingeroosterd. 7. Een student heeft geen recht op een derde tentamengelegenheid als hij/zij geen gebruik heeft gemaakt van één van de eerste twee tentamengelegenheden. 8. Met de eerste twee tentamengelegenheden zoals geformuleerd in lid 5 t/m 7 worden bedoeld de eerste tentamengelegenheid en de tweede, zijnde de eerste ingeroosterde herkansing. Artikel 10 Aanmelding en afmelding 1. Om toegelaten te worden tot een tentamen dient de student zich tijdig aan te melden. Indien een student verhinderd is voor een tentamen waarvoor hij zich heeft aangemeld, dient deze zich tijdig af te melden. De wijze van aanmelding en afmelding staat vermeld in de studiegids en op de website www.student.uva.nl.
1
Vanaf het studiejaar 2009-2010 geldt dat een student alleen toegang heeft tot tentamens uit de masteropleiding als de bachelor volledig is afgerond (de zogenaamde “harde knip”). Deze overgangsmaatregel komt op dat moment te vervallen.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
5
FNWI Master OER deel A
2. Indien een student zonder zich te hebben afgemeld niet aan een tentamen deelneemt, dan wordt dit geregistreerd als niet aan verplichtingen voldaan (n.a.v.).
Artikel 11 Frequentie van de tentamens 1. Tot het afleggen van de schriftelijke tentamens van de in deel B genoemde onderdelen wordt tenminste tweemaal per jaar de gelegenheid gegeven. 2. De eerste gelegenheid tot het afleggen van (schriftelijke) (deel)tentamens is aan het eind van de onderwijsperiode waarin het betreffende examenonderdeel wordt afgesloten. De data hiervan worden voorafgaand aan de start van het onderdeel bekend gemaakt. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 vindt de beoordeling van een praktisch onderdeel alleen plaats in aansluiting op de verzorging van het onderdeel. 4. Een door de examencommissie aangewezen examinator kan niet-schriftelijke tentamenvormen afnemen op alle met een redelijke tussenruimte te bepalen tijdstippen. 5. Gelegenheid tot de eerste schriftelijke herkansing voor examenonderdelen wordt zo spoedig mogelijk na de eerste gelegenheid geboden, als regel binnen twee maanden daarna en uiterlijk in de periode direct voorafgaand aan het nieuwe academisch jaar. 6. De datum van de eerste schriftelijke herkansing wordt uiterlijk 10 weken tevoren bekend gemaakt. 7. In bijzondere gevallen kan de examencommissie toestaan dat op verzoek van de examinandus wordt afgeweken van de tijdvakken, vermeld in de leden 2 en 5. 8. In afwijking van het bepaalde in lid 1, wordt van een studieonderdeel dat is gegeven in het voorgaande studiejaar en dat in het huidige studiejaar niet wordt aangeboden vanwege wijzigingen in het programma, in het huidige studiejaar tenminste eenmaal de gelegenheid geboden om het tentamen af te leggen. Artikel 12 Tentamenstof 1. De bronnen waaraan de tentamenstof wordt ontleend, worden, voor zover het door de student aan te schaffen boeken betreft, worden tenminste een maand voor de aanvang van het onderdeel schriftelijk, dan wel via blackboard (http://blackboard.ic.uva.nl) bekend gemaakt. Bij aanvang van het onderdeel wordt de precieze omvang van de tentamenstof via de website zoals vermeld bij de vakomschrijving in de studiegids of via blackboard bekend gemaakt. 2. De vragen van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen en tentamenstof niet te buiten. 3. De vragen van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en zijn zodanig dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. De onderwerpen van de vragen zijn evenwichtig gespreid over de examenstof. Artikel 13 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgenomen in de taal waarin het onderwijs is verzorgd. Studenten mogen tentamenvragen in het Nederlands beantwoorden indien zij daar de voorkeur aan geven. 2. Voor ieder studieonderdeel wordt bij aanvang van het onderdeel duidelijk vermeld hoe het tentamen wordt afgenomen, waaronder: a) de vorm van het tentamen, dan wel ieder deeltentamen; b) de wijze waarop eventuele deeltentamens bijdragen aan de eindbeoordeling; c) de wijze waarop eventuele schriftelijke werkstukken en praktische opdrachten en mondelinge presentaties bijdragen aan de eindbeoordeling; d) de geldigheidsduur van deeltentamens;
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
6
FNWI Master OER deel A
e) afwijkende tentamenvormen bij een tweede of latere tentamengelegenheid. 3. Op verzoek van de student kan de examencommissie c.q. examinator toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan hiervoor vermeld wordt afgelegd. 4. In bijzondere gevallen kan, op voorstel van de desbetreffende examinator en met instemming van de betrokken studenten, een tentamen op een andere wijze dan hiervoor beschreven worden afgenomen. Artikel 14 Mondelinge tentamens 1. De examinator kan in overleg met de student een schriftelijk tentamen vervangen door een mondeling tentamen. 2. Het mondeling afnemen van tentamens is openbaar, tenzij de examencommissie of examinator in bijzondere gevallen anders heeft bepaald dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator en elk van de studenten overeenkomen dit met meer personen te doen. 4. Zowel de examinator als de student kan verzoeken een derde persoon als observator bij het mondelinge tentamen aanwezig te laten zijn. Artikel 15 Prakticum 1. De examinator bepaalt of een vak in het cursorisch gedeelte van het masterprogramma bestaat uit het gedeeltelijk of geheel uitvoeren van een practicum. Dit wordt vastgesteld en bekend gemaakt tenminste 10 weken voor aanvang van het onderdeel. De opdrachten voor dit werk worden verstrekt bij aanvang van het tijdvak waarin het moet worden uitgevoerd. Het werk moet zijn afgerond voor het einde van het laatstgenoemde tijdvak. Als het werk niet tijdig afgerond is wordt het gedane werk als niet gedaan beschouwd en moet opnieuw aan het prakticum worden deelgenomen als het betreffende vak opnieuw wordt gegeven. Over de schriftelijke verslaglegging kunnen in deel B nadere bepalingen worden opgenomen. 2. Voor een aantal onderdelen, vast te stellen door de examencommissie, is deelname aan het tentamen slechts toegestaan indien het bijbehorend prakticum met een voldoende is beoordeeld. Deze onderdelen worden voor de aanvang van het tijdvak waarin het onderwijs plaatsvindt bekend gemaakt. 3. Een tentamen dat bestaat uit zowel een theoretisch als een prakticum is pas met goed gevolg afgelegd als beide gedeelten met goed gevolg zijn afgelegd. 4. In bijzondere gevallen kan de examencommissie de termijn voor de afronding van het prakticum zoals vermeld in het eerste of tweede lid verlengen of ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste of tweede lid. Artikel 16 Minder valide studenten Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 17 Vrijstelling 1. De examencommissie kan vrijstelling verlenen van een onderdeel van de opleiding, indien de student bij een andere opleiding één of meer onderdelen met goed gevolg heeft afgelegd die qua inhoud, studielast en academische basiscompetenties overeenkomen met het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verleend met in acht neming van het bepaalde in artikel 28, lid 3. Vrijstelling kan ook verleend worden indien de student beschikt over een bewijs van beroepservaring op het betrokken vakgebied.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
7
FNWI Master OER deel A
2. Voor verleende vrijstellingen voor tentamens (of gedeelten daarvan) geldt eenzelfde geldigheidsduur als voor tentamens. 3. De student kan bij de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktische oefeningen. Deze vrijstelling kan ondermeer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt aan welke aanvullende eisen de student moet voldoen. Artikel 18 De orde van de tentamens 1. De examinator bepaalt de orde tijdens het afnemen van het tentamen. De examinator zorgt voor toezicht op het goede verloop van een tentamen. 2. Aanwijzingen van de examencommissie c.q. examinator, c.q. surveillant die voor de aanvang van het tentamen via de website of blackboard bekend zijn gemaakt, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd. 3. De student is verplicht zich op verzoek van de examinator (of diens vertegenwoordiger) te legitimeren met een bewijs van inschrijving of een geldig legitimatiebewijs a. Indien een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, worden studenten tot maximaal 30 minuten na het officiële tijdstip van aanvang tot het tentamen toegelaten; b Indien een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, mogen studenten gedurende de eerste 30 minuten van het tentamen de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen niet verlaten. 4. De duur van het tentamen is zodanig dat studenten, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden. Een schriftelijk (deel)tentamen duurt maximaal 3 uur. 5. Een tentamen dient geheel zelfstandig door de student te worden afgelegd, tenzij door de examinator anders is bepaald. 6. Het is verboden tijdens het afleggen van het tentamen van ander materiaal gebruik te maken dan door de examinator is toegestaan 7. Een student die niet voldoet aan het bepaalde in lid 2 tot en met 6 (met uitzondering van lid 4) kan door de examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het betreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld. 8. De examenopgaven mogen door de student na afloop van het tentamen worden meegenomen. Artikel 19 Fraude2 1. Onder fraude wordt verstaan het door de examinandus opzettelijk handelen of nalaten van een handeling, dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn of haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Tevens wordt onder fraude verstaan, het zonder bronvermelding overnemen van teksten of (programma)code van anderen, bijvoorbeeld uit tijdschriften, boeken of van internet. 2. Constatering of vermoeden van fraude tijdens een tentamen of na afloop van een tentamen dient terstond gemeld worden aan de student. Direct na het tentamen moet door de examinator c.q. surveillant schriftelijk beargumenteerd aan de examencommissie worden gerapporteerd, nadat de student in de gelegenheid is gesteld het tentamen af te maken in de beschikbaar gestelde tijd. Bij de beoordeling van individuele werkstukken kan de examinator gebruik maken van antiplagiaatsoftware. 2
Dit artikel komt in deze vorm te vervallen op het moment dat een UvA-breed Fraudeprotocol is vastgesteld en de examencommissies van de FNWI eventueel aanvullende bepalingen hierop hebben geformuleerd.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
8
FNWI Master OER deel A
3. De examinator kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen. Een weigering hiertoe wordt in de rapportage vermeld. 4. De student wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk of mondeling commentaar te leveren op het rapport van de examinator. 5. De examencommissie besluit over het toepassen van sancties uiterlijk vier weken nadat het tentamen is afgenomen of nadat de docent fraude heeft geconstateerd bij een schrijfopdracht. 6. Als de examencommissie oordeelt dat fraude is bewezen, kan de examencommissie de student uitsluiten van verder deelname aan het betreffende tentamen. Bovendien kan de commissie de student uitsluiten van alle tentamens van de opleiding voor zover verzorgd door de faculteit waarbinnen die opleiding valt. De uitsluiting geldt voor een periode van ten hoogste een jaar na de constatering van de fraude. 7. De examencommissie verleent geen vrijstellingen op grond van elders behaalde resultaten, behaald in de periode waarvoor de student, krachtens het vorige lid was uitgesloten van deelname aan tentamens bij de opleiding.
Hoofdstuk 5 Termijnen en beoordeling onderdelen Artikel 20 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een examenonderdeel vast binnen 15 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, tenzij in deel B een andere termijn is vermeld. De examinator maakt de uitslag terstond schriftelijk bekend aan het Onderwijsbureau. Het Onderwijsbureau draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslag aan de student uiterlijk vijf werkdagen nadat de examinator de uitslag geautoriseerd heeft. 3. De uitslag van een tentamen moet minstens 10 werkdagen voor het eerstvolgende (her)tentamen van het betreffende vak bij de student bekend zijn. 4. Indien een student meerdere keren deelneemt aan hetzelfde tentamen, geldt het hoogst behaalde resultaat. Artikel 21 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde onderdelen behorende tot het masterexamen van de tweejarige masteropleidingen bedraagt 4 jaar en van de éénjarige masteropleidingen drie jaar. 2. Deelcijfers blijven geldig tot een jaar na aanvang van het onderdeel, tenzij in deel B een andere termijn wordt aangegeven. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie de geldigheidsduur van één of meer met goed gevolg afgelegde onderdelen, op verzoek van de student, eenmalig verlengen dan wel een aanvullend of vervangend tentamen opleggen. Artikel 22 Inzagerecht en nabespreking 1. Gedurende 22 werkdagen (of 45 werkdagen bij tentamens afgelegd in de maanden juni en juli) na de bekendmaking van de uitslag kan een student op zijn verzoek inzage krijgen in het beoordeelde werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kunnen belangstellenden kennis nemen van de vragen en opdrachten van het tentamen en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
9
FNWI Master OER deel A
3. Op verzoek van de student wordt hem een kopie verschaft van het gemaakte werk. 4. De examinator is verplicht het beoordeelde werk en de normen van de beoordeling te bewaren tot 31 augustus van het studiejaar volgend op het studiejaar waarin het examenonderdeel is afgelegd. 5. De examinator dient de student de gelegenheid te geven om zijn uitwerking te vergelijken met door de examinator zelf voorgestelde antwoorden. Artikel 23 De beoordeling van onderdelen 1. De wijze van beoordeling is zo inzichtelijk dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van het examenonderdeel tot stand is gekomen. 2. De uitslag van een examenonderdeel wordt gegeven in hele of halve cijfers tussen 1 en 10. Het cijfer 5,5 wordt niet gegeven als eindcijfer van een examenonderdeel. 3. Een examenonderdeel is met goed gevolg afgelegd indien daarvoor het cijfer 6 of hoger is gegeven. 4. In afwijking van het gestelde in lid 2 kan een examenonderdeel worden afgesloten met het predikaat ‘voldaan’. Deze onderdelen worden in deel B nader gespecificeerd. Artikel 24 Elders behaalde onderdelen De examencommissie kan voorafgaande toestemming verlenen een onderdeel van de opleiding te vervangen door een qua inhoud en studielast overeenkomstig tentamen, afgelegd in het kader van uitwisseling of van samenwerking met een andere universiteit.
Hoofdstuk 6. De examens Artikel 25 Tijdvakken en frequentie afleggen examens 1. Tot het afleggen van de examens wordt tenminste drie maal per jaar gelegenheid geboden. De buluitreiking kan plaats vinden op een later tijdstip dan de examendatum. 2. De data van de examens en de buluitreikingen worden, evenals de aanvraagprocedure, bekend gemaakt door het onderwijsbureau en staan vermeld op de website www.student.uva.nl. Artikel 26 Uitslag van de examens 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast nadat de student de bewijsstukken van de door hem behaalde onderdelen heeft overlegd. De student is geslaagd indien alle onderdelen van het programma zijn behaald. 2. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot één of meer onderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende onderdelen hiertoe aanleiding geven. 3. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad “Master of Science” uitgereikt. 4. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Bij het getuigschrift wordt een bijlage uitgereikt, ondertekend door de voorzitter van de examencommissie, waarop de onderdelen van het examen, de studielast en de beoordeling worden vermeld. 5. De uitreiking van de bul is openbaar.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
10
FNWI Master OER deel A
Artikel 27 Judicium ‘Cum Laude’ Indien de student tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan de examencommissie besluiten dit op de bul te laten vermelden met de kwalificatie ’cum laude’. Bij een examen is sprake van uitzonderlijke bekwaamheid wanneer de student aan de onderstaande voorwaarden heeft voldaan: • Er mogen geen onderdelen met een resultaat beneden 7,0 voorkomen. • Het (gewogen) gemiddelde voor de cursorische onderdelen moet minimaal een 8,0 zijn. • Het gewogen gemiddelde van het (de) afstudeeronderzoek(en) moet minimaal een 8,0 zijn. De examencommissie kan besluiten het judicium “cum laude” te onthouden indien de student voor minimaal twee examenonderdelen gebruik heeft gemaakt van meer dan één tentamengelegenheid of de master niet binnen drie jaar bij een voltijdse opleiding of binnen vijf jaar bij een deeltijdopleiding heeft afgerond. Bij het bepalen van het gewogen gemiddelde krijgt elk cijfer voor een onderdeel een gewichtsfactor, die evenredig is met de omvang in studiepunten van dat onderdeel.Examenonderdelen, beoordeeld met het predikaat ‘voldaan’, worden bij de berekening van het gewogen gemiddelde buiten beschouwing gelaten. Examenonderdelen, waarvoor een vrijstelling is verleend, blijven buiten beschouwing. Er wordt geen aantekening ‘cum laude’ gegeven indien het programma uit meer dan 1/3 vrijstellingen bestaat.
Deze Cum Laude regeling vervangt alle eerdere Cum Laude-regelingen. Studenten die menen een beroep te kunnen doen op gewekte verwachtingen ontleend aan de regeling in de OER van eerdere studiejaren, kunnen een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie om als nog het judicium “Cum Laude” te krijgen.
Artikel 28 Goedkeuring examenprogramma’s 1. Voor de invulling van keuzevakken, buiten de geboden lijst met keuzevakken, is de toestemming van de examencommissie vereist. Hetzelfde geldt voor vrijstellingen en andere afwijkingen van het programma van de opleiding. 2. Examenonderdelen op grond waarvan het bachelordiploma is uitgereikt tellen niet ook mee voor het examen van de masteropleiding. 3. De student heeft de mogelijkheid om zelf uit de onderdelen die door een instelling worden verzorgd een programma samen te stellen. Indien deze samenstelling voor tenminste de helft uit onderdelen van de betreffende opleiding bestaat, kan dit programma in aanmerking komen als vrije opleiding. De student dient dit programma inclusief een motivatie, ter goedkeuring voor te leggen aan de betreffende examencommissie. 4. De examinandus dient, indien er geen standaardprogramma gevolgd wordt, in overleg met de mastercoördinator het studieprogramma ter goedkeuring aan de desbetreffende examencommissie voor te leggen voordat het examen kan worden aangevraagd. De termijnen voor aanvraag van de goedkeuring het studieprogramma staan vermeld in de studiegids.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
11
FNWI Master OER deel A
Artikel 29 Aanvraag doctoraalexamen Er bestaat voor studenten die voor 1 september 2003 gestart zijn met de ongedeelde opleiding (vierjarig en vijfjarig programma) nog beperkte mogelijkheid om het kandidaats- en doctoraalexamen aan te vragen. In bijlage 2 is per opleiding opgenomen de uiterste datum waarop nog een kandidaats- en doctoraaldiploma kan worden verstrekt. Na die datum worden nog uitsluitend bachelor- en masterdiploma’s verstrekt, uitsluitend aan die studenten die aan de eisen van het bachelor- en masteropleiding voldoen en als bachelor- en masterstudent staan ingeschreven.
Hoofdstuk 7 Kwaliteit Artikel 30 Kwaliteitsplan 1. De opleiding beschikt over een kwaliteitsplan voor het onderwijs. Het kwaliteitsplan staat gepubliceerd op de website www.science.uva.nl onder onderwijszaken, kwaliteitszorg. 2. De opleiding beschikt over een evaluatieplan. De opleidingscommissie evalueert aan de hand van dit evaluatieplan de kwaliteit van het onderwijs. 3. Voor de gemeenschappelijke opleidingen van UvA en VU vindt de evaluatie plaats op een gezamenlijk geregelde wijze en wordt beoordeeld door de gezamenlijke opleidingscommissies. De gemeenschappelijke opleidingen hebben hetzelfde evaluatieplan. 4. De examencommissie is verantwoordelijk voor de bewaking van het niveau van de opleiding. Hiertoe behoort de bewaking van het niveau van de instromende studenten, van het niveau van de uitstromende studenten en van het niveau en kwaliteit van alle examenonderdelen.
Hoofdstuk 8 Studievoortgang en studiebegeleiding Artikel 31 Studieadviseur Studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven kunnen voor begeleiding een beroep doen op de studieadviseur van de opleiding. Artikel 32 Registratie Het Education Service Center draagt zorg voor de registratie van studieresultaten van de opleiding. De student heeft te allen tijde toegang via Studieweb tot een overzicht van de door haar of hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs en examenprogramma van de opleiding. De student kan een rechtsgeldige uitdraai van dit overzicht opvragen bij de onderwijsbalie.
Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 33 Beroepsrecht Tegen beschikkingen van de examencommissie dan wel examinatoren staat, binnen 4 weken na de bekendmaking van de uitslag, beroep open bij het College van Beroep voor de Examens (artikel 7.61 van de WHW).
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
12
FNWI Master OER deel A
Artikel 34 Wijziging 1. Wijziging van deze regeling is niet mogelijk dan nadat advies van de opleidingscommissies, advies en/of instemming van de Facultaire Studentenraad en advies van de Facultaire Ondernemingsraad is verkregen. 2. Geen wijzigingen vinden plaats in het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor niet worden geschaad. 3. Wijzigingen op deze regeling of van regelingen vermeld in de studiegids of op de website worden op de website www.student.uva.nl gepubliceerd en via e-mail aan de studenten kenbaar gemaakt. Artikel 35 Afwijking van de regeling De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de bepalingen in de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 36 Slotbepalingen 1. De regeling is op 11 september 2007 door de decaan vastgesteld, na instemming en advies van de Facultaire Studentenraad en van de opleidingscommissies 2. De regeling treedt in werking op 1 september 2007 3. De regeling wordt bekend gemaakt via de website (www.student.uva.nl) en het Onderwijsbureau. 4. In zaken waarin deze regeling niet voorziet beslist de examencommissie.
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
13
FNWI Master OER deel A
Bijlage 1: Overzicht bacheloropleidingen en masteropleidingen Voor alle niet-doorstroommasters kunnen aanvullende toelatingsvoorwaarden gesteld worden en is een toelatingsverklaring nodig.
Bacheloropleiding Aardwetenschappen Beta-gamma Bio-exact Biologie Biomedische wetenschappen Informatica Informatiekunde Kunstmatige Intelligentie Natuur- en Sterrenkunde
CROHO 56986 50250 50012 56860 56990 56978 56842 56981 56984
Natuurwetenschappen Psychobiologie Scheikunde Wiskunde
50013 50014 56857 56980
Doorstroommaster Earth Sciences1 Afhankelijk van major Life Sciences Biological Sciences Biomedical Sciences Grid Computing1 Information Studies1 Artificial Intelligence Physics Astronomy and Astrophysics Afhankelijk van major Biomedical Sciences Chemistry1 Mathematics
CROHO 66986 60225 60707 66990 60299 60229 66981 60202 60230 66990 66857 66980
Niet-doorstroommasters Voor alle niet-doorstroommasters kunnen aanvullende toelatingsvoorwaarden gesteld worden en is een toelatingsverklaring nodig. Master Computer Science Cognitive Science (research) Forensic Science Life Sciences Logic1 Mathematics and Science Education Mathematical Physics Software Engineering1 Stochastics and Financial Mathematics System and Network Engineering1 1
CROHO 60300 60323 60338 60225 60226 60231 60232 60228 60801 60227
Ook deeltijd
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
14
FNWI Master OER deel A
Bijlage 2: Overzicht ongedeelde opleidingen en einddata
Het kandidaats- / doctoraaldiploma kan worden aangevraagd tot de datum einde opleiding.
VIERJARIGE OPLEIDINGEN
Opleiding Informatiekunde
CROHO 06842
Datum einde opleiding 31 - 08 - 2008
CROHO 06986 06860 06990 06978 06981 06984 06857 06980
Datum einde opleiding 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008 31 - 08 - 2008
VIJFJARIGE OPLEIDINGEN
Opleiding Aardwetenschappen Biologie Biomedische Wetenschappen Informatica Kunstmatige Intelligentie Natuur- en Sterrenkunde Scheikunde1 Wiskunde2 1 2
Ook deeltijd Ook duaal
Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008
15