Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Jaarverslag 2010
2
Voorwoord In 2010 heeft de FNWI een aantal bijzondere resultaten behaald en mijlpalen gevierd. Organisatie en management Een grote mijlpaal is de oplevering van de nieuwbouw op Science Park Amsterdam. In november hebben we de Koningin ontvangen voor de opening. In het nieuwe gebouw zijn alle bètadisciplines van de UvA ‐ onderwijs en onderzoek ‐ bij elkaar gebracht onder één dak. Onderwijs In het onderwijs zijn we trots op de realisatie van de nieuwe neuromastertracks binnen Biomedical Sciences en hernieuwde samenwerking met het AMC, onder andere op het gebied van gezamenlijk masteronderwijs. Studenten van de bachelors Bio‐medische wetenschappen en Psychobiologie kunnen nu kiezen uit een divers en aantrekkelijk masteraanbod binnen de FNWI. Onderzoek In 2010 hebben drie hoogleraren van de FNWI een ERC advanced grant ontvangen: prof. dr. Ralph Wijers (API), prof. dr. Erik Verlinde (ITF) en prof. dr. Eric Opdam (KdVI). Een andere mijlpaal is het feit dat prof. dr. Michiel van der Klis (API) voor vijf jaar is benoemd tot Akademiehoogleraar. Bedrijfsvoering De FNWI kent hoge prioriteit toe aan het vergroten van het aandeel vrouwen in de wetenschappe‐ lijke staf, in het bijzonder onder de hoogleraren. Het daarvoor ontwikkelde programma van Mac‐ Gillavry Fellowships is in 2010 zeer succesvol gebleken. Er zijn drie tenure tracks aangeboden aan veelbelovende vrouwelijke onderzoekers die een toekomstig hoogleraarschap ambiëren. Financiën De FNWI heeft een docentvergoedingenmodel (DVM) ontwikkeld voor het bepalen van docentkos‐ ten en de toerekening ervan aan het onderwijs. Voortbordurend op het DVM is tevens het zogehe‐ ten Onderwijs Dashboard ontwikkeld. Het Dashboard biedt inzicht in de totale, integrale opbreng‐ sten en kosten van onderwijs. De financiële gegevens kunnen vanuit verschillende invalshoeken worden geanalyseerd, op het niveau van zowel onderwijsinstituut, opleiding als individuele modu‐ le. Naast de mijlpalen heeft de faculteit ook zwaar weer te verduren gehad. De FNWI heeft de opgave om met een beperking in de eerste geldstroom de kwaliteit en de kwantiteit van zowel onderwijs als onderzoek te verbeteren. De faculteit zal met minder middelen meer moeten realiseren. Daar‐ voor is een herstelplan gemaakt. Onderdeel van het herstelplan is een aantal reorganisaties: de reorganisatie van het Technologie Centrum (gestart in 2009 en in 2010 afgerond) en opheffing van het AMSTEL Instituut en de afdeling röntgendiffractie van het onderzoeksinstituut HIMS. Een ander onderdeel van het herstelplan is het 100+ plan. De faculteit ambieert jaarlijks tenminste 100.000 studiepunten; 100 toppublicaties; en 100 promoties te realiseren. In dit jaarverslag doen we verslag van de doelstellingen die we begin 2010 hebben geformuleerd en de resultaten die we hebben behaald. Prof. dr. Bart Noordam, decaan FNWI Amsterdam, 29 april 2010
3
Toelichting bij het jaarverslag 2010 Het College van Bestuur van de UvA en de decaan van de FNWI hebben in het Bestuursconvenant 2010 – 2012 afspraken gemaakt over de hoofdlijnen van het facultaire beleid in de periode tot en met 2012. De realisatie van de beleidsdoelen wordt bewaakt met behulp van begrotingen en kwar‐ taal‐ semester‐ en jaarverslagen. Door middel van diverse vormen van overleg tussen het mana‐ gement en de bestuurder vindt terugkoppeling plaats over de gerealiseerde voortgang. Op deze wijze wordt zowel de decaan als het management van de faculteit in staat gesteld het zicht te hou‐ den op de voortgang van zowel de financiële cyclus als de beleidscyclus van de FNWI. De faculteit kent overigens aparte structuren en overlegvormen voor de primaire processen en de ondersteu‐ nende processen. De beleidscyclus van de primaire processen verloopt als volgt. De beleidsbegroting 2010 geeft aan welke voornemens in 2010 gerealiseerd dienen te zijn. Uiteindelijk ligt de waarde van de beleidsbegroting in de mate waarin we voornemens waar‐ maken. De realisatie van de gemaakte afspraken vindt plaats in de instituten voor onderwijs en onder‐ zoek. De stand van zaken binnen onderzoek wordt besproken tijdens bilateraal overleggen van de decaan met de onderzoekinstituutdirecteuren. Grote instituten hebben 6x per jaar een bila‐ teraal overleg met de decaan, kleine instituten 2x per jaar. In 2010 hebben ongeveer 40 van dergelijke bilateraal overleggen plaatsgevonden. De stand van zaken binnen onderwijs wordt besproken tijdens maandelijkse bilateraal overleg‐ gen van de directeur Onderwijs met de onderwijsinstituutdirecteuren. Voor beleidsoverleg over onderzoek‐ en onderwijszaken zijn aparte vergaderingen ingesteld: het OZIDO resp. het OWIDO. In totaal zijn deze twee gremia in 2010 elk ongeveer 10 maal bij‐ een geweest. De realisatie van de beleidsvoornemens wordt gerapporteerd in het jaarverslag 2010. Het jaar‐ verslag vormt de afsluiting van de beleidscyclus. De financiële cyclus valt buiten het bestek van dit verslag. Hoofdstuk 4 geeft een beknopte samen‐ vatting. In onderstaand overzicht wordt de indeling in de vier beleidsterreinen van de faculteit aangehou‐ den: onderwijs (hoofdstuk 1), onderzoek (2), bedrijfsvoering (3) en financiën (4). Dit jaarverslag en de andere documenten die zijn verschenen in het kader van de beleidscyclus van de FNWI zijn te downloaden van de medewerkerspagina van de FNWI: http://medewerker.uva.nl/fnwi/beleid.cfm
4
Inhoudsopgave 1. Onderwijs 1.1. Algemeen 1.2. Bacheloronderwijs 1.3. Masteronderwijs 1.4. PhD‐onderwijs 1.5. Education Service Centre 2. Onderzoek 2.1 Algemeen 2.2 Instituten 2.2.1 Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek (API) 2.2.2 Van ’t Hoff Instituut voor Molecular Sciences (HIMS) 2.2.3 Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica (IBED) 2.2.4 Swammerdam Institute for Life Sciences (SILS) 2.2.5 Institute for Language, Logic and Computing (ILLC) 2.2.6 Instituut voor informatica (IvI) 2.2.7 Korteweg de Vries Instituut voor Wiskunde (KdVI) 2.2.8 Instituut voor Theoretische Fysica Amsterdam (ITFA) 2.2.9 Van der Waals Zeeman Instituut voor Experimentele Fysica (WZI) 2.2.10 Instituut voor Hoge Energiefysica (IHEF) 2.3 Sectorplan natuur‐ en scheikunde 2.4 Onderzoekskwaliteit 2.5 Onderzoekzwaartepunten 2.6 Kennistransfer en valorisatie 2.7 Science Park Amsterdam 3. Bedrijfsvoering 3.1 Zoologisch Museum Amsterdam 3.2 AMSTEL Instituut 3.3 Administratief Centrum 3.4 Facilitair Centrum 3.5 ICT 3.6 Universiteitsbibliotheek 3.7 Huisvesting en vastgoed 3.8 Dienst Arbo, milieu en veiligheid 3.9 Personeel 4. Financiën
07 08 10 12 15
16 18 21 24 26 29 31 34 36 38 39 41 42 45 47 48
49 49 49 50 50 52 52 53 54
57
5
6
1.
Onderwijs
1.1
Algemeen
Voor het beleidsterrein onderwijs zijn voor het verslagjaar de activiteiten en doelstellingen vastge‐ legd in de Beleidsbegroting 2010. In dit hoofdstuk wordt per onderwerp verslag gedaan van de vorderingen. 100+ plan: studiepunten Eén van de drie ambities van het 100+ plan is om meer dan 100.000 EC te halen. In 2010 heeft de FNWI 106.142 bekostigde studiepunten gehaald.
Bekostigde studiepunten X 1000 EC 120 100
106 88
83
89
80 60 40 20 0 2006/2007
2007/2008
2008/2009
2009/2010 studiejaar
Onderwijsorganisatie In 2010 is gestart met een maandelijks onderwijsdirecteurenoverleg (OWIDO). In het OWIDO wordt alles m.b.t. het onderwijs besproken, vooral beleidsontwikkeling. Deelnemers zijn de onderwijsdi‐ recteuren en de directeur onderwijs, Jeanine Meerburg. De onderwijsdirecteuren zijn: Kees de Groot van het College of Science, Jan Bergsta van de Graduate School (GS) of Informatics en de GS of Professional Science, Jan de Boer van de GS of Sciences, Michel Haring van de GS of Life and Earth Sciences en Lucy Wenting van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies. In het OWIDO is onder andere een voorstel gemaakt voor de inrichting van de board of studies en de graduate studies committee. (De instelling van deze twee organen vloeit voort uit het Universi‐ teitsreglement 2008).
Instituut voor interdisciplinaire studies Plan 2010
Activiteiten Raadpleging medezeggenschapsorganen en besluit CvB over positionering IIS bij FNWI Inhuizingplan IIS op Science Park zowel fysiek als organisatorisch Onderzoek positionering FPS als zelfstandige opleiding of track
Prestaties / resultaten Overeenkomst IIS en FNWI over positionering Advies aan decaan/CvB
7
Realisatie activiteiten Het College van Bestuur heeft op 29 september 2010, na raadpleging van de medezeggenschaps‐ organen, het besluit genomen om het IIS als interfacultair instituut op te heffen en de opleidingen onder te brengen bij de FNWI. Eind december 2010 heeft het IIS zijn intrek genomen in Science Park 904. Het instituut zal naar buiten toe het eigen karakter behouden. De procedure voor de se‐ lectie van een wetenschappelijk directeur is gestart maar heeft nog geen voordracht opgeleverd. Het instituut is vooralsnog naar de FNWI gekomen in haar huidige vorm. De directeur van het IIS rapporteert aan de directeur onderwijs. In 2011 wordt gekeken hoe de opleidingen en het interfa‐ cultaire aanbod binnen de FNWI worden gepositioneerd. Opleidingen IIS Ter voorbereiding op de aanvraag tot accreditatie van de nieuwe opleiding Future Planet Studies is een zelfstudie geschreven en zijn de voorbereidingen voor de Toets Nieuwe Opleiding getroffen. De beoordeling van de aanvraag zal in 2011 plaatsvinden, bij een succesvolle aanvraag gaat de op‐ leiding per 1 september 2012 van start. In het voorjaar 2010 is de researchmaster Brain and Cognitive Science beoordeeld. Op basis van het positieve oordeel van de auditcommissie is in september de accreditatie verlengd tot mei 2017.
1.2
Bacheloronderwijs
Voor het bacheloronderwijs is de implementatie van de aanbevelingen van de Stuurgroep Studie‐ succes een belangrijk aandachtspunt. Alle bacheloropleidingen hebben gewerkt aan een herziening van het curriculum, zodanig dat van de studenten die in 2011 met de opleiding gaan beginnen, kan worden verwacht dat zij de opleiding binnen vier jaar afronden. Plan 2010
Activiteiten Uitvoeren scholierenonderzoek aantrekkings‐ kracht nieuw Bio‐exact Opzetten plan voor honoursonderwijs
Prestaties / resultaten Besluit over doorstart Bio‐exact onder andere naam Start Facultaire talentprogramma
Realisatie activiteiten Met betrekking tot de opleiding Bio‐exact is geconstateerd dat deze opleiding niet voldoende stu‐ denten trekt om in stand te houden, ook niet onder een andere naam. Het College van Bestuur is gevraagd deze opleiding te sluiten per 1 januari 2014. Voor Bio‐exact zal geen verlenging van de accreditatie worden aangevraagd. Zittende studenten wordt gelegenheid geboden het programma op een passende wijze af te ronden. Nog niet gerealiseerd Voor de ontwikkeling van een facultair talentprogramma voor de 10% best presterende studenten is de commissie Van der Schaar ingesteld. Deze commissie heeft een advies uitgebracht over de aard en invulling van een dergelijk programma. Binnen de opleidingen heeft de ontwikkeling van de nieuwe curricula dermate veel tijd gekost dat de start van het facultair talentprogramma per 1 september 2012 wordt voorzien. In het kader van het sectorplan Natuur‐ en Scheikunde is samen met de VU een start gemaakt om verschillende minoren te ontwikkelen. Het gaat hier om Sustainability, Energy, Particle Physics, Light and Matter, Astronomy, Complex Liquids, Life & Health en Forensic Sciences. Deze minoren zullen voor het eerst in het studiejaar 2012‐2013 worden aangeboden, als integraal onderdeel van de nieuwe curricula.
8
Studiesucces Voor alle bacheloropleidingen (behalve Bio‐exact) zijn in 2010 curriculumcommissies ingesteld, bestaande uit docenten en tenminste twee studenten. Bij de herziening van de curricula worden de aanbevelingen van de Werkgroep Studiesucces geïmplementeerd. Naast de structuurkenmer‐ ken als 8‐8‐4 en niet meer dan twee vakken tegelijkertijd, worden de programma’s en de vakken zodanig vormgegeven dat ze in sterke mate uitnodigen ‘nu of nooit’ te studeren. Ook spreiding van toetsen en tentamens over het jaar krijgt hierbij veel aandacht. In alle opleidingen krijgt het pro‐ gramma ‘Academic English’ een plaats. De keuzeruimte (30 EC) in de bacheloropleidingen is geclus‐ terd in één semester (eerste semester van het derde jaar). Deze indeling gaat in op 1 september 2011 voor de studenten die dan aan de opleiding beginnen.
Graduation days: op 12, 13, 14 en 15 oktober vonden voor het eerst de feestelijke bachelor diploma‐ uitreikingen plaats van alle bacheloropleidingen van de FNWI. Overige gerealiseerde activiteiten In de afgelopen drie jaar hebben telkens ongeveer zeven studenten per jaar de Educatieve Mi‐ nor gevolgd, het gaat hier om studenten uit de opleidingen Biologie (17), Scheikunde (2) en Na‐ tuurkunde (4). Deze studenten kunnen sinds september 2010 in een aansluitende masteroplei‐ ding met een programma van 30 EC (verzorgd door het ILO) hun eerstegraads bevoegdheid verwerven. In het studiejaar 2009‐2010 hebben vijf studenten de minor Entrepreneurship gevolgd, in 2010‐2011 volgen zeven studenten deze minor. De samenwerking met de VU heeft geresulteerd in een gedeelde bijdrage aan de bachelorop‐ leidingen Natuur‐ en sterrenkunde en Scheikunde (conform afspraken in het sectorplan). In 2010 is de voorlichting hierop afgestemd. Met ingang van het studiejaar 2011‐2012 zal een ge‐ zamenlijke eerstejaar bachelor Scheikunde starten. De samenwerking in het eerste jaar van de bachelor Natuurkunde is met een jaar uitgesteld.
9
Het Bètabrugtraject is omgezet naar een zomercursus, zodat aspirant studenten in korte tijd de voorbereiding op een succesvolle start in hun bacheloropleiding kunnen afronden. De opleiding Psychobiologie is verbreed met tracks die voorbereiden op de relevante tracks in de masteropleiding Biomedical Sciences en de opleiding Brain and Cognitive Science.
Instroom De instroomambitie zoals beschreven in het bestuursconvenant is: 2010 600
2011 650
2012 750
De gerealiseerde instroom voor het studiejaar 2010‐2011 is 970 (incl. 157 Bètagamma). Kritische Prestatie Indicatoren Onderwijs Bachelorniveau 1 Marktaandeel bachelorinstroom 2 Tevredenheid over studieinhoud 3 Studiepunten eerste studiejaar 4 Numeriek rendement opleiding 5 Internationale Studenten‐mobiliteit 6 Honoursprogramma's
1.3 Plan 2010
Resultaat
Doel
t‐2
t‐1
t nul‐meting
t+1
t+1
17% 88% 45 x x x
17% x 44 49% x x
17% (08/09) 77% (07/08) 45 (07/08) 52% (04/05) x x
22% (09/10) 81% (09/10) 43 (08/09) 60% (05/06) x x
18% 85% 45 55%
Masteronderwijs Activiteiten Ontwikkeling specialisatierichtingen binnen master Biomedical Sciences. Gezamenlijke specialisatie voor de masters Bio‐ logie en Aardwetenschappen op het gebied van duurzaamheid.
Prestaties / resultaten Per 1 september 2010 een aanbod van minimaal één track als uitstroommogelijkheid voor de afgestudeerde bachelorstudenten Psychobiolo‐ gie. Uitbreiding tracks in Biomedical Sciences
Realisatie activiteiten In nauwe samenwerking tussen de FNWI en het AMC zijn voor 2011‐2012 vijf nieuwe tracks binnen de masteropleiding Biomedical Sciences ontwikkeld. De tracks zijn een kwalitatief sterke toevoe‐ ging aan het programma van de opleiding. In 2010 is het bestaande Biomedische masteronderwijs herzien en gestart. Daarnaast zijn drie nieuwe tracks die de doorstroming van studenten uit de bacheloropleiding Psychobiologie mogelijk maakt. Deze nieuwe neurotracks zijn gestart in septem‐ ber 2010. Er is door het IIS een programma ‘Science in Society’ ontwikkeld (20 EC) voor masterstudenten Bio‐ logy en Earth Sciences. Dit programma is per september 2010 gestart.
10
Amsterdam Graduate School of Science (AGSS) Voor de masteropleidingen (en de vier graduate schools) geldt dat de samenwerking met de VU binnen de AGSS een belangrijk aan‐ dachtspunt is geweest. In 2010 is de eerste dean van de AGSS be‐ noemd, prof. dr. Wim Hoogervorst, die het werk overnam van kwar‐ tiermaker prof. dr. Willem Stiekema. Door persoonlijke omstandigheden heeft hij een aantal maanden later zijn functie neer moeten leggen. Met ingang van 1 december 2010 is een opvolger benoemd: prof. dr. Nico van Straalen (FALW VU). Binnen de AGSS is een aantal ontwikkelingen in gang gezet: Sirius aanvraag; De gezamenlijke aanvraag voor financiering van een traject voor de ontwikkeling van excellen‐ tie in het masteronderwijs met Siriusgelden is afgewezen. De faculteit zal nu met inzet van ei‐ gen middelen in 2011 verder werken aan de ontwikkeling van dit thema. Ontwikkeling master Systems Biology, aanvraag joint degree onder de AGSS; De ontwikkeling van dit programma in samenwerking met de VU verloopt volgens planning, naar verwachting zal de gezamenlijke opleiding starten per 1 september 2011. Definitief regelen inschrijvingssituatie en bijvakkers bij elkaar; In direct overleg tussen de onderwijsadministraties van de VU (FEW en FALW) en UvA (FNWI) wordt voor de studenten een zo optimaal mogelijke procedure ontwikkeld. Dit proces is in vol‐ leg gang, maar blijkt een complex traject dat ook in 2011 zal worden voortgezet. Uitwerken onderling verrekeningsafspraken; In de FNWI is in 2010 een dashboard voor alle opleidingen ontwikkeld. Dat zijn digitale over‐ zichten van de kosten en opbrengsten van het onderwijs (tot op cursusniveau). Het dashboard biedt een uitgangspunt voor de onderlinge verrekeningsafspraken tussen UvA en VU. Inrichting website AGSS; In 2010 is een eerste versie van de website gelanceerd. Nog op te starten in de AGSS Afstemming front‐ en backoffice. Ontwikkelen tijdpad en procedure om te komen tot een eventuele herordening in het master‐ aanbod. Het beleid hiervoor zal worden opgesteld in 2011 met als doel om 2012 te starten. NWO aanvraag Graduate Program. De aanvraag is uitgesteld tot de tweede ronde. Sectorplan Natuur‐ en Scheikunde In het sectorplan staat twee nieuwe opleidingen aangekondigd: Renewable Energy & Sustainability en Systems Biology. De ontwikkeling van de master Systems Biology verloopt volgens planning (zie AGSS). Het initiatief voor de master Renewable Energy & Sustainability ligt bij de VU. Overleg hier‐ over heeft plaatsgevonden, maar er is nog geen nieuwe master ontwikkeld. Overige gerealiseerd activiteiten De instroom voor de master Mathematics and Science Education zal vanwege te weinig studenten en onvoldoend gekwalificeerd wp‐staf per september 2011 worden beëindigd. In 2010 is het CvB verzocht om deze opleiding te sluiten per 1 januari 2014 zodat lopende cohorten hun opleiding kunnen afronden. In 2010 is gewerkt aan een verdere integratie van de eerstegraads lerarenopleiding in de E‐variant van de masteropleidingen. Wan‐ neer een student in de bacheloropleiding de educatieve minor heeft gevolgd, kan deze in de masteropleiding met een program‐
11
ma van 60 EC de eerstegraads bevoegdheid halen van 30 EC in de master. Dit programma wordt door het ILO verzorgd. Vanaf 2010 kunnen studenten het programma van de lerarenop‐ leiding (60 EC) geheel integreren in hun masteropleiding. Op basis van door de faculteit vervaardigde managementrapportages is een start gemaakt met de monitoring van de studievoortgang in de masteropleidingen. Dit project, met als doel een masterrendement van 80% in drie jaar (voor de tweejarige opleidingen) loopt in 2011 door. Ter voorbereiding op de aanvraag tot verlenging van de accreditatie is in 2010 door de nieuw aangestelde opleidingsdirecteur, mw. dr. Andrea Haker, een zelfstudie over de opleiding Fo‐ rensic Science ingediend bij de beoordelende instantie.
Resultaat
Kritische Prestatie Indicatoren Onderwijs Masterniveau 7 Instroom Masters (eindcohort) 8 Tevredenheid over studie‐inhoud Fac 9 Tevredenheid alumni over studieinhoud breedte (5‐pt schaal) diepgang (5‐pt schaal) 10 Rendement Masteropleiding(en) 1‐jarige master 2‐jarige master 11 Rendement instromers vanuit HBO 1‐jarige master UvA 2‐jarige master UvA 12 Aandeel buitenlandse studenten Contractonderwijs 13 Baten in k€
1.4
t‐2
t‐1
314 61% 59% 68% 76% 58% 81% ‐ 25% 261
403 ‐ 70% 60% 73% 62% 74% 40% 21% 182
Doel
t nul‐ meting
t+1
t+1
367 (07/08) 77% (07‐08) x x 71% (06/07) 70% (05/06) 67% (06/07) 63% (05/06) 19% (07/08) 238 (2008)
419 (09/10) 76% (09/10) 82% (09/10) 78% (09/10) 54% (07/08) 69% (06/07) 54% (07/08) 53% (06/07) 26% (08/09) 259 (2009)
400 85% 65% 75% 80% 80% 70% 70% 20% 250
PhD‐onderwijs
Plan 2010
Activiteiten Inventariseren promotieduur en % uitvallers Inventarisatie onderwijsaanbod door onderzoeksscholen. Uitwerken van het platformmodel in overleg met betrokkenen.
Prestaties / resultaten Plan van aanpak vaststellen om rendement te verhogen. Opstellen van een facultaire regeling Start van overlegplatform (4 bijeenkomsten per jaar)
Realisatie activiteiten In 2010 is de eerste ‐informele‐ PhD‐Council aangetreden. Een groep van ongeveer 6 promovendi uit verschillende onderzoeksinstituten spreekt op regelmatige basis (1x per 8 weken) met de direc‐ tie over de zaken die de promovendi aangaan. Onderwerpen van overleg zijn huisvesting, scholing, arbeidsomstandigheden en begeleiding. Het is de bedoeling dat dit platform in het komende jaar uitgroeit tot een vast adviserend orgaan in de faculteit, vergelijkbaar met de Facultaire Studenten‐ raad.
12
Een eerste inventarisatie van de promotieduur in de instituten analyse heeft plaatsgevonden, in het komende jaar zal een plan van aanpak worden ontwikkeld om de promotieduur verder te ver‐ korten.
Op 30 november was de kick‐off borrel voor de PhD‐council. De toespraken werden gegeven door de rector magnificus, de decaan en één van de leden van de council.
Nog niet gerealiseerd De inventarisatie van bestaand PhD‐onderwijs is doorgeschoven naar 2011. Resultaat
Kritische Prestatie Indicatoren Promovendi 17 Instroom promovendi 18 Aandeel buitenlandse promovendi 19 Aantal gerealiseerde promoties
Doel
t‐2
t‐1
t nul‐meting
t+1
t+1
79 59% 73
82 63% 74
66 (2008) 56% (2008) 82 (2008)
78 (2009) 72% (2009) 79 (2009)
70 56% 80
13
100+ plan: promoties De tweede van de drie ambities van het 100+ plan is om minimaal 100 promoties te halen. In 2010 heeft de FNWI exact deze ambitie gehaald.
Promoties 120 100 100 73
74
2007
2008
80
79
60 40 20 0 2009
2010
kalenderjaar
Instituut API HIMS IBED ILLC IvI KdVI SILS ITF IHEF WZI totaal FNWI
Aantal promoties 2010 9,5 13,5 15 11 21,5 7 12,5 3,5 2 4,5 100
* FNWI deel van ILLC
14
1.5 Plan 2010
Education Service Centre
Activiteiten Analyseren en stroomlijnen van procedures bij opleidingen Start digitaliseren studentendossiers
Prestaties / resultaten Reductie van tenminste 30% aan procedures
Realisatie van activiteiten De faculteit heeft in 2010 gewerkt aan de voorbereidingen op de ingebruikname ‐ in de zomer van 2011 ‐ van het nieuwe administratiesysteem Campus Solutions (het project ‘SIS’). Hierbij zijn alle procedures met betrekking tot de onderwijsorganisatie geanalyseerd met als doel na te gaan hoe deze procedures met behulp van het nieuwe systeem zullen verlopen. Deze analyse sloot direct aan op de periode waarin het ESC vanuit een positie op twee locaties in de nieuwbouw als één af‐ deling werd gehuisvest, waarbij ook de werkprocessen op elkaar zijn afgestemd. Deze twee ont‐ wikkelingen hebben er toe geleid dat de facultaire onderwijsadministratie op basis van heldere afspraken kan worden ingericht. Kritische Prestatie Indicatoren Dienstverlening 23 Tevredenheid van studenten over faciliteiten Bachelor Master 24 Tevredenheid van studenten over organisatie Bachelor Master Alg tevredenheid van personeel over dienstver‐ 25 lening kwaliteit faciliteiten onderwijs kwaliteit faciliteiten onderzoek
Resultaat
Doel
t‐2
t‐1
t nul‐meting
t+1
t+1
59% 50% 34% 30%
‐ ‐ ‐ ‐
57% (07/08) 52% (07/08) 34% (07/08) 48% (07/08)
85% (09/10) 70% (09/10) 51% (09/10) 57% (09/10)
65% 65% 50% 55%
x x
x x
6,2 (2008) 6,5 (2008)
6,5 (2009) 6,8 (2009)
6,5 6,7
15
2.
Onderzoek
Algemeen
2.1
De beleidsbegroting van de faculteit is in het jaar 2010 doorvertaald naar de onderzoekinstituten. Elk van de tien onderzoeksinstituten heeft voor de hele planperiode (2010, 2011 en 2012) vastge‐ legd wat de activiteiten en de prestaties en resultaten zullen zijn. De beoogde resultaten zijn per jaar vastgelegd. De clustering van de drie Natuurkunde instituten WZI, ITFA en IHEF is in 2010 voorbereid, onder andere door afspraken te formuleren over de naam van het nieuwe instituut (Institute of Physics UvA), de interne structuur (drie divisies met zekere eigen bevoegdheden), het management van het instituut en zijn divisies (namen, wijze van opvolging) en de participatie van het IoP manage‐ ment in de diverse overlegstructuren van de faculteit. De institutenfusie is formeel gerealiseerd door opname van het IoP in het faculteitsreglement met ingang van 1 januari 2011. Het beoogde samenwerkingsverband van instituten op gebied van Forensisch Onderzoek kon in 2010 (nog) niet worden ge‐ realiseerd. De verwachting is dat dit later in de planperiode wel het geval zal zijn. Een belangrijke stap om tot een passen‐ de samenwerkingsstructuur en agenda voor het forensisch onderwijs en onderzoek te komen is in december 2010 gezet met de aanbieding van 12 aanbevelingen aan de decaan van prof. dr. Jan Wiegerinck (namens het onderzoek) en prof. dr. Jan Bergstra (namens het onderwijs). De directie heeft de in 2010 behaalde resultaten op het gebied van onderzoek geëvalueerd aan de hand van de gestelde doe‐ len op KPI’s.
Kritische Prestatie Indicatoren Onderzoek 14 Toegekende prijzen door NWO 15 Aantal wetenschappelijke publicaties 16 Inkomsten 2e geldstroom
Resultaat
Doel
t‐2
t‐1
t nul‐meting
t+1
t+2
t+2
7 1576 9441
10 1584 9662
2008 16 1414 7854
2009 6 1445 11428
2010 11 1441 9500
12 1450 9000
16
100+ plan: toppublicaties De laatste van de drie ambities van het 100+ plan is om minimaal 100 toppublicaties te halen. In 2010 heeft de FNWI 70 toppublicaties gerealiseerd.
Toppublicaties 120 92
100 73
80
* 70
65 60 40 20 0 2007
2008
2009
2010 kalenderjaar
* voor 2010 is het aantal nog niet defintief vastgesteld
17
2.2
Instituten
2.2.1
Sterrenkunde (API)
Prof. dr. Michiel van der Klis benoemd tot Akademiehoogleraar (mei 2010) Bij aanvang van 2010 zijn met het Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek de volgende afspraken gemaakt. Plan 2010
a b c d
Activiteiten Opzetten zwaartepunt APP. Master Astronomy & Astrophysics. Inrichten APO. Realisatie instrumenten.
a b c d
Prestaties / resultaten 2 fte UD/UHD/HL bij ITFA/IHEF/API voor facultair zwaartepunt. Instroom 10 studenten; master in de AGSS. Dome 1/Observatie Platforms operationeel. SPHERE/Zimpol subsystem; OPTIMOS Phase A.
Realisatie van activiteiten Het facultaire zwaartepunt GRavitation And AstroParticle Physics Amsterdam (GRAPPA), een geza‐ menlijke activiteit van de astronomen en fysici van de FNWI, is dit jaar geselecteerd als UvA zwaar‐ tepunt (activiteit a). Het enthousiasme hierover is groot. De werving van onder meer 5 vaste en tenure track onderzoekers is in volle gang. Het is de bedoeling GRAPPA te huisvesten op de vierde verdieping van het nieuwe faculteitsgebouw op het Science Park, ingebed tussen de sterrenkunde en natuurkunde instituten. De instroom in de Master Astronomy & Astrophysics was 12 studenten in de cursus 2009/2010 en 5‐7 studenten in 2010/2011 (activiteit b). Het laatste getal is beneden de verwachting, maar de variaties vallen echter net als bij promoties binnen de normale bandbreedte van fluctuaties, dus een trend valt hier niet uit af te leiden. De sterrenkundige masteropleiding is gereed voor opname in de Amsterdam Graduate School of Science. De ontwikkelingen op dit vlak verlopen door externe oorzaken wat langzamer dan aanvankelijk was gehoopt.
18
Het observatieplatform en de sterrenkoepel van het Anton Pannekoek Observatorium (APO) zijn het afgelopen jaar voor het eerst voor het bacheloronderwijs natuur‐ en sterrenkunde ingezet (ac‐ tiviteit c). Spectaculaire opnamen van sterrenhopen, planetaire nevels en melkwegstelsels, opge‐ nomen met de 50 cm telescoop, tonen aan dat de FNWI beschikt over de meest geavanceerde uni‐ versitaire sterrenwacht in Nederland. Waarnemingen van het Sombrero melkwegstelsel (M104) van twee eerstejaarsstudenten resulteerden in de eerste prijs van de postercompetitie van het Eerstejaarsproject. De koepels vormen een trekpleister voor bezoekers. Ondermeer de stadsdeel‐ raad kwam langs om de koepels (en in het donker kleumende studenten) te zien. Een aantal werk‐ zaamheden aan het APO moet nog worden afgerond wegens enig oponthoud in de organisatie. In december heeft de faculteit belangrijke principebesluiten genomen over verbetering. In maart 2010 is de fase‐A studie van de multi‐object spectrograaf OPTIMOS voor de European Ex‐ tremely Large Telescope (E‐ELT) succesvol afgerond (activiteit d). De definitieve beslissing om de E‐ ELT te bouwen wordt in 2011 verwacht. Dit jaar heeft de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) als locatie de berg Amazones aangeduid, op ongeveer 40 km van de Very Large Telescope op Pa‐ ranal. Het ZIMPOL subsysteem van het SPHERE instrument bedoeld voor de VLT is voor meer dan 95% klaar. Het SPHERE project als geheel is door externe oorzaken enigszins vertraagd, daarom was oplevering van ZIMPOL voor integratie in Grenoble nog niet vereist. De vijfjaarlijkse nationale onderzoeksevaluatie sterrenkunde is via een visitatie door een commissie van zes internationale topastronomen in maart bekroond met een zeer gunstig oordeel over de Nederlandse sterrenkunde. API, hoewel relatief klein, behoort volgens de commissie kwalitatief tot de top 25 sterrenkundige instituten in de wereld (evenals Leiden). Amsterdamse sterrenkundigen spelen een vooraanstaande rol in NOVA, de nationale toponderzoekschool sterrenkunde. De eva‐ luatie van NWO van de zes nationale toponderzoekscholen leidde tot de conclusie dat NOVA als “voorbeeldig” moet worden aangemerkt. In de terminologie van deze beoordeling is dat nog beter dan “excellent”. In 2010 zijn 10 promoties gerealiseerd. Voor komend jaar staan er vier op de rol. Het Europese Ma‐ rie Curie Initial Training Network over Black Holes organiseerde een succesvolle internationale zo‐ merschool op het Science Park, die werd bijgewoond door 40 promovendi en postdocs. Prijzen en persoonsgebonden sub‐ sidies In januari werd aangekondigd dat Ralph Wijers een Advanced Grant van 3.5 miljoen euro ontvangt van de European Research Council. Daarvan is 1 miljoen euro in sa‐ menwerking met ASTRON te spen‐ deren aan LOFAR instrumentatie ten behoeve van onderzoek aan radiouitbarstingen van zwarte ga‐ ten. In oktober ontving Michiel van der Klis een NWO Top beurs voor onderzoek aan accretiefysica. In ERC advanced Grant voor prof. dr. Ralph Wijers (januari 2010) december werd hij door de KNAW benoemd tot Akademiehoogleraar. Uit hoofde van deze prijs legt hij eind van het jaar zijn functie als directeur API neer; hij wordt op‐
19
gevolgd door Ralph Wijers. In november aanvaardde Rens Waters de functie van wetenschappelijk directeur van de nationale organisatie voor ruimteonderzoek SRON. Waters blijft voor 1 dag per week als hoogleraar verbonden aan de UvA. Komend jaar start de werving van een opvolger. In het vernieuwingsimpuls programma van NWO ontving API een nieuwe postdoc, Saskia Hekker, met een VENI beurs. Wetenschappelijke hoogtepunten Tot de wetenschappelijke highlights van het jaar behoorden ondermeer de publicatie van het spe‐ cial issue van Astronomy en Astrophysics Letters over de eerste resultaten van het Nederlandse HIFI instrument aan boord van ESA's Herschel satelliet, met diverse bijdragen van API infrarood en submillimeter astronomen. Daarnaast kunnen genoemd worden de ontdekking van een neutro‐ nenster met een massa van 2 maal de van de zon, met belangrijke consequenties voor de funda‐ mentele eigenschappen van materie bij zeer hoge dichtheid (Nature artikel) en een belangrijke serie publicaties over de gammastraling van pulsars gemeten met NASA's nieuwe Fermi satelliet (meerdere Science artikelen). Waarnemingen aan een exoplaneet op het La Palma observatorium door twee van onze masterstudenten leidden tot een publicatie in Astrophysical Journal Letters.
20
2.2.2
Scheikunde (HIMS)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Van ’t Hoff Institute for Molecu‐ alr Science. Plan 2010
a b c d e f g
Activiteiten Werving van buiten‐ en gedetacheerde promovendi. Rendement van de promoties door bete‐ re controle en begeleiding. Beleid ontwikkelen voor aanstelling 3‐5 (bij voorkeur onbezoldigde) bijzonde‐ re hoogleraren. Gesprekken met onderwijs‐ en oplei‐ dingdirecteuren binnen en buiten FNWI over groter aandeel door HIMS te verzor‐ gen onderwijs buiten de scheikunde. Voor alle 3 HIMS thema’s met onze VU collega’s Centers of Expertise (CoE) op‐ zetten. Nieuwe onderzoeksinitiatieven samen met de VU, waarbij op het nieuwe gebied van duurzame energie (inclusief natuur‐ kunde UvA en VU). Nieuwe onderzoeksprojecten op gebied van forensisch ‐ en art sciences met di‐ verse partners, gebaseerd op o.a nieuwe NWO (begin 2010) en EU programma’s.
a b c d e f g
Prestaties / resultaten 1 à 2 extra promovendi per jaar langs deze weg bin‐ nenhalen. Beleid ontwikkelen en vastleggen; leren van zuster‐ instituten. Voorbereiden en aanstellen 1‐2 nieuwe (bijzonder) hoogleraren. Vergroting onderwijsaandeel HIMS zal worden vast‐ gelegd in studiejaar 2010‐2011. Strategische visie afspreken, opstellen en vastleggen met VU collega’s voor CoE Synthese & Katalyse en voor CoE Analyse en Spectroscopie. Nieuwe onderzoeksinitiatieven voorbereiden en indienen samen met VU collega’s. Indienen projecten in nieuwe NWO en EU program‐ ma’s samen met diverse relevante partners en in samenspraak met de Kwartiermaker FS (Kimmo Himberg).
Prof.dr. Aart Kleijn heeft per 15 oktober dr. Rob Zsom opgevolgd als directeur van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences. Realisatie van activiteiten Het instituut heeft vier buitenpromovendi aangesteld in 2010, namelijk 2 aio’s bij Prof. Huib Bakker (FOM Amolf) en 2 aio’s bij Prof. Jos Oomens (FOM Rijnhuizen) (activiteit a). De promoties worden ver‐ wacht in 2014‐2015. Nieuwe aanstellingen van buitenpromovendi zijn nog te verwachten bij Prof. Schoenmakers, Prof. Kleijn en Prof. Buma en Dr. Zhang. Aanstellingen vanuit de Chinese Academy of Sciences zijn lastig vanwege de benodigde beurzen voor het laatste jaar van onderzoek. In 2010 zijn drie buiten‐ promoties gerealiseerd: een aio bij Prof. Schoenmakers (Lurie) en twee aio’s bij Prof. H. Bakker (Timmer en Tielrooy). De promotie van I.S. Lurie is de eerste bij de UvA gerealiseerde promotie op het gebied van Forensic Sciences.
21
Het instituut heeft een financiële regeling getroffen om het promotierendement te bevorderen (activiteit b). Indien een proefschrift gereed is en goedgekeurd door de promotiecommissie, dan keert het instituut een vergoeding uit als bijdrage bij de drukkosten van het proefschrift, namelijk 2000 euro binnen 4 jaar en 1 maand goedkeuring of 500 euro binnen 5 jaar goedkeuring. Nieuw beleid om promotierendement verder te verhogen is onderwerp van het reguliere overleg met de staf. De directeur zal een mentorsysteem opzetten. Overwogen wordt meer druk op promovendi uit te oefenen via de koppeling van toestemming voor congresbezoek aan de realisatie van een wetenschappelijke publicatie (bij voorkeur 1 publicatie per jaar). De opvolging van Prof. Schoemaker van DSM op de leerstoel Industriële Fijnchemie via de Stichting Beta‐Plus (groep Hiemstra) is gaande (activiteit c). Tevens zijn verkenningen gaande in de groepen Reek en Bolhuis (samen met WZI). Een optie is om tot uitwisseling van deeltijd leerstoelen te ko‐ men met de VU. Prof. Kleijn geeft onderwijs in het nieuwe mastertraject bij natuurkunde over Advanced Matter and Energy Physics, een gezamenlijke Master met de VU (activiteit d). De ambititie van het instituut om te participeren in het 3e jaar van het Amsterdam University College (duurzaamheid module) is nog niet gerealiseerd. Het HIMS in overleg met SILS over het overnemen van het biochemie onderwijs (m.n. in de bachelor scheikunde) en mogelijk onderwijs aan eerstejaars Psychobiologie. Verder is het instituut in overleg over de bijdrage van HIMS stafleden in het onderwijs op gebied van Foren‐ sic Sciences en Art Sciences. Het instituut heeft het voornemen om tot twee deeltijd aanstellingen te komen op het gebied van Forensic Sciences (0,2 f.t.e.), namelijk een in de groep Schoenmakers en een in de groep Buma/Brouwer. Het instituut streeft naar een traject dat mogelijk eindigt in een aanstelling als bijzonder hoogleraar. Het instituut is in overleg met Prof. Visscher van de VU over de toe‐ komstige samenwerking in een Center of Excellence op het gebied van modellering (activiteit e). Het plan is drie CoE’s te koppelen aan de onderzoekszwaartepunten van HIMS. Dit betreft Duurzame Chemie en Energie (een bundeling van voornamelijk Synthese en Katalyse groepen), Analyse en Spectroscopie (gekoppeld aan respectievelijk TI‐ COAST en het LaserLab Amsterdam) en Multiscale Modelling (de sa‐ menwerking in het Amsterdam Center for Multiscale Modeling (ACMM). De SAC heeft overigens geadviseerd om niet te streven naar meerdere CoE’s, maar te streven naar bundeling tot één instituut sa‐ NWO‐TOP Subsidie voor men met de VU. TI‐COAST (Comprehensive Analytical Science and Prof. dr. Joost Reek (juni 2010) Technology) is een landelijk onderzoek‐ en onderwijsinitiatief onder Ontwikkeling van enzym geïn‐ regie van NWO en de Regiegroep Chemie en heeft tot doel technieken spireerde katalysatoren in de analytische chemie en spectroscopie te clusteren en doorbraken te generen, gebruik makend van informatica en nanotechnologie. HIMS is erin geslaagd het hoofd‐ kantoor van TI‐COAST te huisvesten. Er heeft afstemming met de VU plaatsgevonden voor investeringsaanvragen in het kader van de sectorplannen bij NWO‐BAZIS (activiteit f). De aanvragen voor 2010 zijn gerealiseerd, nieuwe aan‐ vragen zullen volgen voor de ronde 2011. HIMS groepen werken aan gezamenlijke onderzoeksiniti‐ atieven met de VU (o.a. Computational vanuit ACMM, Analyse vanuit TI‐COAST en Fotonica vanuit het LaserLab Amsterdam en TI‐COAST). Diverse projecten met HIMS participatie zijn of worden ingediend bij de nieuwe NWO Forensic Sci‐ ences en Art Sciences programma’s en voor het EU/FS programma (activiteit g). Waar mogelijk
22
wordt samengewerkt met partners uit het applicatieveld, o.a. het Nederland Forensisch Instituut (NFI), Instituut Collectie Nederland (ICN) en het Rijksmuseum. Naast de voormalige HIMS directeur (Dr. Zsom) hebben HIMS hoogleraren een bijdrage geleverd aan de nieuwe NWO programma’s voor Forensic Sciences (Prof. Schoenmakers) en Art Sciences (Prof. Iedema).
23
2.2.3
Biologie (IBED)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica. 2010
a b c d e
Activiteiten Herschikking van IBED onderzoeks‐ groepen. Implementatie IBED participatie zwaar‐ tepunt Systeembiologie. Consolidatie externe acquisitie. Implementatie nieuw opleidings‐ en be‐ geleidingstraject promovendi. Versterking expertise dynamiek van bio‐ diversiteit.
a b c d e
Prestaties / resultaten Dekkend plan voor eerste geldstroom capaciteit voor komende 5 jaar. Invulling als geformuleerd in zwaartepunts‐voorstel 2009. Doel is 3.5 m€ extern geld, ca. 12 startende promo‐ tietrajecten. Promotierendement conform doelstelling faculteit. Aanstellingen toponderzoekers gerealiseerd.
Realisatie van activiteiten IBED heeft in 2010 een dekkend plan voor de eerste geldstroom capaciteit opgesteld in haar meer‐ jarenbegroting (activiteit a). Onderdeel hiervan is ondermeer het besluit de onderzoeksgroep Mili‐ eukunde niet te continueren nadat de leerstoelhouder in 2011 met emeritaat gaat. De invulling van de IBED participatie in het zwaartepunt Systeembiologie loopt conform de daartoe gemaakte afspraken (activiteit b). Belangrijk onderdeel hiervan vormt de werving en selectie van de vanuit het zwaartepunt gefinancierde en aan IBED gebonden WP‐positie. Het profiel hiervoor is opgesteld en de werving en selectieprocedure is gestart. In 2010 is in totaal 3.8 M€ geac‐ quireerd in de tweede en derde geldstroom (activiteit c), wat zich ondermeer vertaald heeft in 15 nieuw verworven promotietrajec‐ ten. Voor tien projecten is inmid‐ dels een promovendus aange‐ steld. Voor de overige vijf geldt dat de werving en selectie in een NWO‐TOP Subsidie voor Jef Huisman (april 2010) vergevorderd stadium is. Belang‐ Effects of rising CO2 concentrations on resource competition in rijk aandeel is geleverd vanuit de plankton communities voorfinanciering van NWO voor LifeWatch (500 k€), met het doel de leidende rol van Nederland binnen het LifeWatch programma te waarborgen nu de preparatory phase is afgerond. De externe acquisitie in 2010 omvatte ook een aantal prestigieuze persoonsge‐ bonden subsidies. Daaronder vallen een TOP subsidie van ALW voor Jef Huisman, een VIDI subsidie voor Eric Schranz en een VENI subsidie voor Jasper de Goeij. Daarnaast is IBED in gesprek met een externe VIDI laureaat die heeft aangegeven zijn onderzoek gedeeltelijk bij IBED uit te willen voeren. Genoemde persoonsgebonden subsidies hebben samen met de aanstelling van Astrid de Groot op een MacGillavry tenure track bijgedragen aan een belangrijke versterking van de expertise van dy‐
24
namiek van ecosystemen in 2010. De verhuizing in 2010 naar het Science Park is aangegrepen voor een ingrijpende vernieuwing en uitbouw van de laboratorium faciliteiten van IBED. Daarbij is ter ondersteuning ook een nieuwe analist aangesteld en loopt de werving en selectieprocedure voor een tweede nieuwe analist. Deze investeringen zijn nodig om toponderzoek binnen IBED te facilite‐ ren en de aantrekkelijkheid van IBED voor toekomstig te werven toponderzoekers te vergroten. Om de externe acquisitie de komende vijf jaar verder te verstevigen, zijn in 2010 een drietal maat‐ regelen geïnitieerd. Ten eerste vormt een actieve inzet van het vaste wetenschappelijke personeel m.b.t. de acquisitie van externe projecten een expliciet onderdeel van de jaargesprekken tussen de directeur IBED en de leerstoelhouders van IBED, die op hun beurt worden geacht vergelijkbare af‐ spraken in de jaargesprekken met het vaste wetenschappelijke personeel van hun respectievelijke leerstoelgroepen te maken. Ten tweede wordt het wetenschappelijke personeel van IBED actief geïnformeerd over relevante mogelijkheden tot aanvragen van externe financiering in de tweede en derde geldstroom. Ten derde is op instituutsniveau overleg geïnitieerd met externe partners (waaronder ARCADIS) over de mogelijkheid van strategische samenwerking. De maatregelen m.b.t. het consolideren van externe acquisitie betreffen meerjarige maatregelen, die in 2011 verder zullen worden uitgebouwd.
Op 5 oktober 2010 heeft de minister van OCenW de Nederlandse intentieverklaring voor deelname aan Life‐ Watch ondertekend. Prof. dr. Peter van Tienderen (directeur IBED) is benoemd als Nederlandse vertegen‐ woordiger in het Stakeholders Board.
Met betrekking tot het promotierendement (activiteit d) heeft intensieve begeleiding er in 2010 toe geleid dat een aantal langlopende trajecten succesvol is afgerond. Dit heeft bijgedragen aan een totaal van 15 afgeronde promoties in 2010 t.o.v. 7 promoties in 2009. Het opleidings‐ en bege‐ leidingstraject van promovendi is in 2010 kritisch onder de loep genomen. Opstellen en implemen‐ tatie van een nieuw opleidings‐ en begeleidingstraject heeft in afwachting van facultair beleid op dit vlak nog niet plaatsgevonden. De beoogde versterking van expertise op het gebied van dynamiek van biodiversiteit (activiteit e) kon nog niet worden gerealiseerd. Op advies van de Wetenschappelijke Advies Commissie van IBED is een externe adviesprocedure gestart m.b.t. de invulling van de Leerstoel Paleo‐ecologie en Land‐ schapsecologie na het emeritaat van de huidige Leerstoelhouder in 2012. In dat kader wordt ook kritisch gekeken naar de toekomstige invulling van de huidige vacante Leerstoel Diersystematiek. Bij de toekomstige invulling van deze en overige eerste geldstroom posities zal net als bij de acqui‐ sitie in de 2e en 3e geldstroom expliciet gestreefd worden (vrouwelijk) toptalent aan te trekken.
25
2.2.4
Levenswetenschappen (SILS)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Swammerdam Institute for Life Science. 2010
a b c d
Activiteiten Systeembiologie als zwaartepunt UvA en FNWI. Werving van tenminste 3 HGL’s en 4 U(H)D’s. Inrichting nieuwe mastertracks. Instelling PhD/PD committee.
a b c d
Prestaties / resultaten Verdere versterking samenwerking tussen alle clus‐ ters. Versterking en focus onderzoek/onderwijs plus ren‐ dement. Vergroting van Masterinstroom + 20% t.o.v. 2009. Input in management vergroten en rendementsver‐ hoging PhD opleiding inzetten.
Prof.dr. Willem Stiekema heeft per 1 juli dr. Dick Veldhuis opgevolgd als di‐ recteur van SILS. Realisatie van activiteiten De systeembiologie is versterkt (activiteit a). Binnen het zwaartepunt sys‐ teembiologie wordt samengewerkt met het AMC en IBED. In december heeft het College van Bestuur een werkbezoek gebracht aan FNWI. Tijdens dit be‐ zoek hebben SILS, IBED en AMC gezamenlijk de stand van zaken van het UvA‐ zwaartepunt gepresenteerd. De samenwerking tussen de SILS clusters en het NISB is verder gestimuleerd door het uitzetten van een interne FNWI call voor AIO projecten. Van de 12 binnengekomen projecten uit SILS, IBED en IvI zijn er drie geselecteerd door een externe adviescommissie. Twee van de drie projecten betreffen een samenwerking tussen de Nuclear Organization Group (NOG; Verschure) en Molecular Cytology Group (MCG; Gadella) van SILS waarbij Bruggeman, onderzoeker bij NISB, een belangrijke rol speelt. Het derde project is een samenwerking tussen NOG en het Microarray Department van SILS waarbij twee buitenlandse onderzoeksgroepen zijn betrokken. Voor de vacante hoogleraarpositie Systeembiologie heeft zich een uitstekende kandi‐ daat gemeld die naar verwachting half 2011 zal worden aangesteld. Dan kan ook de invulling van de beschikbare UD en AIO posities zijn beslag krijgen. VIDI laureaat dr. M. Postma is als UD in de zomer begonnen met zijn systeembiologisch onderzoek. Bij het NISB is een door het besluit van AMOLF om geen deel meer te willen uitmaken van dit samenwerkingsverband besloten de mana‐ gementstructuur aan te passen. Er is een breed gedragen, uitvoerend Management Team met een dagelijks bestuur bestaande uit één vertegenwoordiger van ieder partner. Dit zijn prof. dr. B. Teu‐ sink (VU), prof. dr. A. Smilde (UvA) en dr. R. Merks (CWI). Werving van hoogleraren en andere vaste staf medewerkers (activiteit b): de procedure voor de benoeming van de hoogleraar Moleculaire Neurobiologie heeft een uitstekende kandidaat opgele‐ verd, die naar verwachting in het voorjaar van 2011 wordt benoemd. Ook is de benoeming van één van de medewerkers van SILS tot persoonlijk hoogleraar dan te verwachten. Prof. dr. M. van Ham (Sanquin) is in het najaar benoemd tot bijzonder hoogleraar Biologische Immunologie. Van een aantal bijzonder hoogleraren zijn de aanstellingen met 5 jaar verlengd. Het betreft hier prof.dr. J. Hugenholtz (Coca Cola Research Department), prof. dr. J. Borst (NKI), prof. dr. M. Oitzl (RU Leiden) terwijl de benoeming in het voorjaar 2011 van nog twee bijzonder hoogleraar verwacht wordt.
26
VIDI laureaat dr. H. van den Burg zal begin 2011 starten met zijn fytopathologisch onderzoek via een tenure track positie, net zoals dr. L. Budovskaya dat gaat doen via een MacGillavry fellowship. In september is de nieuwe neuro‐mastertrack Neuropathology & Pathophysiology gestart met 19 studenten (activiteit c). Naar verwachting zullen in september 2011 nog twee nieuwe neuro‐ mastertracks starten, namelijk Neurobiology: Cognition and Computation en de track Basic and Applied Neuroscience. Dan zal ook het nieuwe master curriculum Biomedical Sciences worden aangeboden. Het curriculum bestaat uit 5 verschillende tracks, die samen met AMC, NKI en San‐ quin worden vormgegeven. In het najaar is de SILS PhD/PD Committee ingesteld (www.science.uva.nl/sils/phdpd/home.cfm) om de feedback van promovendi en postdoc naar het management te verbeteren (activiteit d). Zij zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de maandelijkse SILS Lectures, waar 2 promovendi hun onderzoek presenteren, en de jaarlijkse SILS Research Day waar het onderzoek van SILS wordt gepresenteerd. Daarnaast zijn zij actief op het sociale vlak, gericht op versteviging van de coheren‐ tie tussen de SILS groepen. Dit doen zijn o.a. via het organiseren van regelmatige PhD/PD borrels. De plantengroepen van SILS (Haring, Cornelissen) hebben samen met groepen van het IBED (Van Tienderen) het voorstel Green Life Sciences opgesteld en ingediend als facultair zwaartepunt. Het voorstel is goed ontvangen waarbij de kanttekening is gemaakt dat de samenwerking op dit terrein met de VU gestalte moet krijgen via een convenant en dat de samenwerking met het plantenvere‐ delingbedrijfsleven (Seed Valley) substantieel gemaakt moet worden via gezamenlijke projecten. Wetenschappelijke hoogtepunten Ook dit jaar zijn medewerkers van SILS er in geslaagd hun werk uit te dragen via meer dan 150 peer‐reviewed publicaties o.a. in toptijdschriften als Cell (T. den Blaauwen), Nature (M. Rep, D. Gadella) en Science (G. Smit, A. Otte). Verder zijn in totaal 12 promovendi bij SILS gepromoveerd, waaronder 2 buitenpromovendi bij prof.dr. J. Borst (NKI). VICI voor dr. Martijn Rep (maart 2010) Chromosome exchange in fungi.
27
Het onderzoek van Dr. M. Rep is gehonoreerd met een VICI beurs terwijl dr. C. Fitzsimons, M. Postma en H. van den Burg een VIDI beurs ontvingen. Daarnaast zijn een groot aantal extern gefi‐ nancierde projecten verkregen waaronder het project Ultrasensitive Confocal Microscopy met een waarde van k€ 683 van dr. E. Manders. In totaal hebben SILS medewerkers in 2010 voor € 8.7 mil‐ joen externe financiering binnengehaald. Vooral de groepen van Cornelissen, Gadella, Lucassen, Pennartz en Breit waren dit jaar erg succesvol. Management In december is de SILS Heidag georganiseerd in Oud Poelgeest, Oegstgeest. In totaal waren 28 me‐ dewerkers, 2 vertegenwoordigers per groep plus het management aanwezig. Een aantal onder‐ werpen zijn de revue gepasseerd zoals ‘de organisatie van SILS in clusters’, ‘is er één thema waar al het SILS onderzoek onder valt’, ‘hoe moet de door SILS geboden ondersteuning er uitzien’, ‘hoe verkrijgen we meer synergie binnen SILS’ en ‘is de valorisatie van het onderzoek te verbeteren’. De uitkomsten van deze dag krijgen in 2011 een vervolg via directe acties zoals het aanpakken van de ondersteuning of via projectgroepjes zoals de ontwikkeling van een SILS logo.
28
2.2.5
Logica (ILLC)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Institute for Logic, Language and Computation. 2010
a b c d
Activiteiten Herziening en versteviging interne struc‐ tuur. Institutionalisering contacten China (Tsinghua) en India (Assoc. for Logic). Opzet van een nieuw landelijk seminar mathematische logica. Popularisering en verbetering zichtbaar‐ heid.
a b
Prestaties / resultaten Versterken dwarsverbanden o.a. met ACLC, CSCA en CWI. Dit zal 1 a 2 nieuwe promovendi opleveren. Nieuwe onderzoeksaanvragen tweede en derde geldstroom.
Realisatie van activiteiten Het proces van herziening van de interne structuur van het instituut is flink gevorderd (activiteit a). De drie onderzoeksprogramma’s LoCo, LaCo en LoLa hebben ieder een nieuwe programmaleiding gekregen. Er is een vaste commissie ingesteld voor UHD benoemingen en bevorderingen. Zowel aio’s als postdocs zijn georganiseerd in een eigen council, die meevergadert in het programmalei‐ dersoverleg. De councils zijn verantwoordelijk voor de verdeling van onderwijstaken in de verschil‐ lende geledingen. Van belang is ook dat Venema benoemd is tot hoogleraar. Hij zal in september 2011 het directoraat van Leen Torenvliet overnemen. Honing is benoemd tot Muller hoogleraar (KNAW) voor vijf jaar. Daarmee neemt het ILLC binnen het CSCA een positie op hoogleraarsniveau in. De op handen zijnde benoeming van Bod als hoogleraar in zowel FNWI als FGw voorziet in een versteviging van de samenwerking tussen beide faculteiten en versterking van het Logic and Lan‐ guage project. De opvolging van de deeltijdhoogleraar theoretische informatica is in haar eindsta‐ dium en zal hernieuwing en versteviging van het samenwerkingsverband met het CWI betekenen. Het samenwerkingscontract met het ILC te Ghangzou (China) is vernieuwd (activiteit b). Er is een start gemaakt met een door de KNAW ondersteund samenwerkingsverband met de Tsinghua uni‐ versiteit te Beijing. Met het IAS te Leiden wordt dit jaar een exploratief congres over de geschiede‐ nis van logica in China gehouden. Contacten met de Indian Association of Logic hebben enkele promovendi in het Erasmus Mundus programma opgeleverd. Het instituut heeft in 2010 een nieuw landelijk seminar mathematische logica opgezet (activiteit c). Ook is een eerste seminar georganiseerd (http://www.ru.nl/math/conferences/logics) in nieuwe stijl. De mathematische logica is verder verrijkt met een event (TACL) dat dit jaar voor de 9e keer werd georganiseerd. Het TSCA initiatief, bedoeld om de samenwerking UvA/VU/CWI op het gebied van de theoretische informatica te intensiveren werd dit jaar voor de 2e keer georganiseerd.
29
De zichtbaarheid van het ILLC is verbeterd door de installatie van nieuwe webpagina’s (activiteit d). Dit betreft de webpagina’s van de Logic in Action groep voor een algemeen geïnteresseerd publiek (http://staff.science.uva.nl/~jaspars/logicinaction) en zelfstudie (www.logicinaction.org). Het ILLC is bezig haar eigen webpagina’s (www.illc.uva.nl) geheel te vernieuwen. Van Benthem ontwierp een cursus logica voor de Open Universiteit (http://www.spinoza.ou.nl/johan‐van‐benthem). Ver‐ der verdient de deelname aan het Talentkracht programma vermelding, inclusief kinderlezingen (van Benthem). In totaal organiseerde het instituut acht regulier terugkerende evenementen (we‐ kelijks, tweewekelijks en maandelijks) en 15‐20 minder frequente of eenmalige evenementen. Met de opname van een cursus logica in het forensic science curriculum is de zichtbaarheid van het ILLC in het onderwijs uitgebreid. De instroom in de Master of Logic is opnieuw toegenomen en rende‐ menten blijven goed. Zorgen vormen het basisonderwijs in de logica in het AUC en in het wiskunde curriculum. Andere belangrijke activiteiten 2010 was voor het ILLC vooral het jaar van een zeer succesvol verlopen midterm review. Er zijn geen cijfers gegeven, maar de review commissie beoordeelde het ILLC op alle punten als excellent. Het ILLC participeert in twee van de vier projecten van het Brain & Congition zwaartepunt. De FGw heeft deze participatie gehonoreerd met de toekenning van een promovendus, zowel voor het ILLC als voor het ACLC, waarmee de samenwerking is geïntensiveerd. Er zijn in 2010 binnen het ILLC twee nieuwe vernieuwingsimpulsen binnengehaald. Katrin Schulz won een VENI en Catharina Duthil‐Novaes won een VIDI. Verder zijn twee ERC start aanvragen in‐ gediend, en komt in 2011 nog een nieuwe VENI op het gebied van cryptografie naar het ILLC. Ra‐ quel Fernandez Rovira won een MEERVOUD beurs, waardoor ze in een termijn van vier jaar kan indalen in de vaste formatie van het ILLC. Dit is in lijn met het facultaire beleid dat is ingezet om meer vrouwen in de hogere rangen van het wetenschappelijk personeel te krijgen. In 2010 hebben er 11 promoties aan het ILLC plaatsgevonden. Dat is drie meer dan voorzien: twee promoties werden eerder afgerond dan verwacht en er werd een buitenpromotie aangedragen.
30
2.2.6
Informatica (IvI)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Instituut voor Informatica. Plan 2010
a b c d e f g a b c d e
Activiteiten Onderwijs Een nieuwe researchmaster: Internatio‐ nal Master of Computational Science (IMCS). Actieve deelname in het AUC. Uitbreiden van onderwijsinzet in faculteit en UvA‐breed. Verbeteren studierendement. Optimaliseren onderwijsinzet. Onderzoek samenwerking met HvA rondom gaming/virtual worlds op bache‐ lor‐ en masterniveau. Afronden plannen voor AGSS in samen‐ werking met de VU. Onderzoek Start zwaartepunt e‐Science. Actief werken aan het beloofde aantal aio’s. COMMIT initiëren. CCCT‐initiatieven in samenwerking met GW en FMG uitbreiden. Organisatie van de International Confe‐ rence on Computational Science.
a b c d a b c
Prestaties / resultaten IMCS gaat op voor accreditatie door de KNAW in november 2009. Aanwezig in elk van de drie jaren van het AUC. Studierendement in de IvI bachelor‐opleidingen verhogen overeenkomstig tabel KPI’s. Meer dan 10 master studenten starten in de IMCS. Samen met IBED en SILS een (tenure‐track). Hoogleraar ‘decision support’ definiëren en e‐ Science‐onderzoek integreren. Start van project met gezamenlijk door IvI en ASCOR begeleide aio’s.
Dr. Deniz van Heijnsbergen heeft per 15 oktober prof.dr. Peter Sloot opge‐ volgd als directeur ad interim van het IvI. Realisatie van onderwijsactiviteiten De nieuwe research master “International Master of Computational Science” (activiteit a) is niet begonnen. In plaats daarvan is een task force benoemd die het huidige aanbod van informaticaopleidingen in de bachelor en master tracks onder de loep neemt. Aan de hand van de bevindingen van de task force, waarbij een grotere samenwerking met de VU nagestreefd wordt, worden opleidingen begonnen, gestopt of aangepast.
31
De aanwezigheid van informaticaonderwijs binnen het AUC is groot (activiteit b), met meerdere vakken in alle drie AUC studiejaren. De uiteindelijke invulling van de docenten voor het derdejaars‐ curriculum van het AUC is nog gaande. IvI dingt mee voor vijf vakken. Het verder optimaliseren van de inzet van de staf (activiteit c) blijft een doel in 2011 en zal gehol‐ pen worden door het in 2010 ontwikkelde Docent Vergoedingen Model. Begin 2011 vindt overleg plaats tussen de HvA en de faculteit FNWI over de doorstroom van studenten in het informatica masteronderwijs. Een doorlopende activiteit is ook het volledig in kaart krijgen van de rol van IvI expertise in AGSS. Daarnaast blijft in 2011 gewerkt worden aan het verbeteren van instroom en rendement (activiteit d). Het studierendement laat verbetering zien, maar de gewenste 70% wordt nog steeds niet gehaald. Realisatie van onderzoekactiviteiten In 2010 is het zwaartepunt e‐Science niet gestart (activiteit a). De voorbereidingen voor het indie‐ nen van een nieuw zwaartepunt in de facultaire selectieronde 2011 zijn gestart. Daarnaast heeft wel het gezamenlijke IvI en ILLC zwaartepunt Semantiek vorm gekregen onder de nieuwe naam Informatie en Betekenis en Beeld, Tekst en Redeneren. De prognose van het aantal promoties van het IvI (18,5) is ruimschoots overschreden (21,5) (activiteit b). Het landelijke initiatief COMMIT is gerealiseerd (activiteit c). Trekker van dit omvangrijke project is prof.dr.ir. Arnold Smeulders. COMMIT zal de ko‐ mende jaren een grote impact hebben op het on‐ derzoek van het IvI. Naast de voortdurende initia‐ tieven in CCCT‐verband (activiteit d) is er ook suc‐ ces te melden in een uitgebreide samenwerking met de staatsuniversiteit St. Petersburg door het verkrijgen van de Russische Leading Scientist Award door prof. Peter Sloot. De organisatie van de 10de International Conference on Computational Science is succesvol verlopen (juni 2010) (activiteit e). In november kent Rusland een onderzoekssubsidie van 3,3 miljoen euro toe aan prof. dr. Peter Sloot. Onderzoeksevaluatie In 2010 vond een externe onderzoeksevaluatie plaats in landelijk verband. Op instituutsniveau worden kwalitatieve oordelen geformuleerd en daarnaast worden een overall rating en leadership rating gegeven, respectievelijk 4 en 3,5. In paragraaf 2.4. staat een overzicht van de beoordeling van de acht leerstoelgroepen. De mening van de commissie over het Instituut voor Informatica (IvI) kan worden samengevat met het volgende citaat:
32
The institute has a research program that balances well fundamental research in computer science with applications. The institute is well positioned in the university, and overall the size and scope of the groups are appropriate. A number of the groups are world class, and the institute has been able to attract strong young talent. The leadership of the institute is thoughtful about how to stimulate strong research and maintain quality control.
33
2.2.7
Wiskunde (KdVI)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Korteweg – de Vries Instituut voor Wiskunde. Plan 2010
a b
Activiteiten Actieve werving van ‘buitenpromovendi’ door het PhD programma als een oplei‐ ding binnen KdVI en AGSS te positioneren en een ‘PhD at distance’ programma te starten. Plan van aanpak wiskunde service‐ onderwijs in FNWI voltooien. Gesprekken met onderwijs‐ en onderzoeksdirecteu‐ ren binnen de FNWI over eerste fase, i.e. groter aandeel KdVI in bestaande wis‐ kundeonderdelen in opleidingen van FNWI.
a b
Prestaties / resultaten 1 à 2 promovendi langs deze weg werven, leidend tot 0,5 extra promotie per jaar. Afspraken over inzet in curricula studiejaar 2010‐ 2011
Realisatie van activiteiten De doelstelling voor buitenpromovendi is ruimschoots gehaald (activiteit a). Het instituut heeft drie promovendi van buiten verworven, respectievelijk bij Prof. dr. Michel Mandjes, Prof. dr. Chris Klaas‐ sen en Dr. Ben Moonen. De ambitie van het instituut m.b.t. het serviceonderwijs kon nog niet worden afgerond (activiteit b). Dit is een langdurig en gecompliceerd proces. De aanstellingen ten behoeve van het serviceonder‐ wijs van Marco Swaen en Andre Heck binnen het KdVI zijn gerealiseerd. Voortschrijdend inzicht en de ontwikkelingen op onderwijsgebied binnen de faculteit leidden ertoe dat de eindverantwoorde‐ lijkheid voor het voltooien van het plan van aanpak naar het faculteitsbestuur (Jeanine Meerburg) is verplaatst. Prijzen en persoonsgebonden subsidies In 2010 werd een VIDI grant toegekend aan Dr. Jochen Heinloth, en een ERC Senior grant aan Prof. dr. Eric Opdam. Een NWO open competitieaanvraag van Prof. Jason Frank werd gehonoreerd, uit te voeren aan CWI. Hiermee is de ambitie van het KdVI in termen van 2e geldstroom en Europese grants al verwezenlijkt. Prof. Michel Mand‐ jes verkreeg opnieuw een subsidie van Surfnet (derde geldstroom). ERC Advanced Grant voor prof.dr. Eric Opdam (oktober 2010) Wetenschappelijke hoogtepunten Prof. Eric Opdam en zijn student Dr. Maarten Solleveld zagen een artikel van hun hand geacccep‐ teerd in Acta Math., een toptijdschrift dat meetelt in het financiële model van de FNWI.
34
In 2010 vond een externe onderzoeksevaluatie plaats in landelijk verband. Op instituutsniveau worden alleen kwalitatieve oordelen geformuleerd. In paragraaf 2.4 staat een overzicht van de beoordeling van de drie onderzoeksprogramma’s. De mening van de commissie over het Korteweg‐ de Vries Instituut voor Wiskunde (KdVI) kan worden samengevat met het volgende citaat: The aca‐ demic relevance and quality of KdVI is very high. Its reputation inside and outside the Netherlands is outstanding.
35
2.2.8
Theoretische natuurkunde (ITFA)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Institute for Theoretical Physics Amsterdam. 2010
Plan
Ambities a. ITFA, IHEF en API starten een centrum voor astrodeeltjesfysica en gravitatie. Gestreefd wordt naar financiering als facultair zwaartepunt vanaf 2010. b1. Sectorplan Natuur‐ en Scheikunde: bij het ITFA per 2011 twee nieuwe posities binnen het thema Quantum Universe (astrodeeltjesfysica en quantummaterie/quantuminformatie), en op termijn een derde op het gebied van Complex Systems. b2. In dit kader ontwikkelen van het thema Quantum Information Science i.s.m. WZI en CWI. c. Bundeling van krachten en afstemming van onderzoek met de theoretische fysica aan de UU en UL in het Delta Institute for Theoretical Physics (DITP). Streefgetallen: jaarlijks 90 Masterstudenten en 18 PhD’s aan de drie ITF’s. Activiteiten Prestaties / resultaten a Astrodeeltjesfysica en gravitatie. a 2 fte UD/UHD/HL bij ITFA/IHEF/API (gefinancierd uit zw‐FNWI). b Delta Institute. b Oprichting in voorjaar 2010.
Realisatie van activiteiten De oprichting van GRAPPA is in 2010 tot stand gekomen (Ambitie a en b1). GRAPPA staat voor het centre for Gravity and Astroparticle Physics Amsterdam, een zwaartepunt in samenwerking met IHEF en API. Het zwaartepunt is door het College van Bestuur uitgeroepen tot center of excellence en geniet aanvullende financiering vanuit drie bronnen, namelijk het Sectorplan Natuur‐ en Schei‐ kunde, de status als FNWI zwaartepunt en de status als zwaartepunt van het CvB UvA. Er wordt geworven voor in totaal 4‐6 posities. De evaluatie van de kandidaten vangt aan in januari 2011. ITFA werft kandidaten voor een tenure track positie op het gebied van quantummaterie en quan‐ tuminformatie die gefinancierd is uit middelen van het Sectorplan (ambitie b2). De evaluatie van de kandidaten vangt aan in januari 2011. Bovendien is bij de decaan FNWI een voorstel ingediend voor een zwaartepunt Quantum Materie en Quantum Informatie, in samenwerking met het WZI, KdVI en CWI. In het kader van het DITP is een graduate level educational program opgezet (ambitie c), gericht op masterstudenten in het 2e jaar van de opleiding. In het academisch jaar 2010‐2011 wordt door docenten van de UvA, UU en UL een tiental modules aangeboden. De formele oprichting van het DITP is voorzien voor 2011.
36
ERC Advanced Grant voor prof.dr. Erik Verlinde (oktober 2010)
Prijzen en persoonsgebonden subsidies Het ITFA is in 2010 buitengewoon succesvol geweest in het verwer‐ ven van onderzoeksgelden. E. Verlinde ontving een ERC advanced grant voor het voorstel Emergent Gravity, String Theory and the Holographic Principle, en C. Castelnovo kreeg een VIDI beurs voor het project Quantum Matter: new forms of magnetism and quan‐ tum information. Daarnaast is een Veni beurs toegekend (aan B. Pozsgai), heeft het instituut de leiding van en deelname in FOM programma’s verworven (E. Verlinde, J.‐S. Caux), FOM projectruim‐ te toegekend gekregen (E. Verlinde en J. de Boer) en FNWI en CvB middelen ontvangen voor GRAPPA. Sander Bais ontving de Sta penning van de UvA. Shanna Haaker werd onderscheiden met de Pieter Zeemanprijs voor haar MSc scriptie en een viertal MSc stu‐ denten Theoretical Physics ontvingen een Shell Stipendium (E. Bos‐ driesz, J. Dekdebrun, L. Ellerbroek, B. Verouden).
Andere belangrijke activiteiten In overleg met WZI en IHEF is een regeling tot stand gekomen voor de oprichting van het Institute of Physics UvA per 1 januari 2011. Kareljan Schoutens wordt tijdens 2011‐2012 de eerste directeur van het IoP. Ter voorbereiding van de onderzoeksvisitatie 2011 is een zelfstudie opgesteld waarin het onder‐ zoeksprogramma van het IoP integraal gepresenteerd wordt. Twee van de in totaal zes onder‐ zoeksprogramma’s van het IoP worden uitgevoerd binnen het ITFA: Particle Physics, Cosmology and Quantum Gravity (programmaleiders E. Verlinde en E. Laenen) en Quantum Matter and Com‐ plex Systems (programmaleiders B. Nienhuis en K. Schoutens). Het ITFA organiseerde een symposium bij gelegenheid van de 65e verjaardag van Sander Bais (15 en 16 juni) en een String Theory Amsterdam Summer Workshop (28 juni – 9 juli). Savdeep Sethi bezette van 1 april tot 30 juni de van der Waals wisselleerstoel. Hij gaf een reeks colleges Introduction to supergravity and flux compactifications.
37
2.2.9
Experimentele natuurkunde (WZI)
Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Van der Waals – Zeeman Insti‐ tuut. 2010
a b
Activiteiten Nieuwe specialisatie Advanced Matter and Energy Physics in masteropleiding Physics (in AGSS, met VU & AMOLF). Activering van para‐universitaire netwerk externe promovendi.
a b
Prestaties / resultaten Mastercurriculum, 'business plan' (doelgroep, wer‐ vingsstrategie), voorbereiding KNAW‐erkenning. Voordragen bijzondere hoogleraren quantummate‐ rie (één vaste stof en één quantumgassen).
Realisatie van activiteiten De specialisatie Advanced Matter & Energy Physics (AMEP) van de Physics master is van start ge‐ gaan (activiteit a). Er zijn 19 studenten ingeschreven die volgens de verhouding 13:6 verspreid zijn over het eerste en het tweede instroommoment. De feedback van studenten over het inmiddels afgesloten eerste semester is zeer positief. Er wordt nog overlegd over de juiste timing voor een erkenningsverzoek. In 2010 lag de nadruk op de goede start van de nieuwe leerlijn. Een punt van zorg is dat de AGSS is nog niet in staat is effectief als paraplu voor de AMEP specialisatie te dienen. Dit jaar heeft een langdurig onderhandelingsproces plaatsgevonden met het Stanford Linear Acce‐ lerator Center (SLAC) van Stanford University over mogelijke bijdragen van een beoogde bijzonder hoogleraar Ultrafast X‐ray Science (activiteit b). Eind 2010 heeft de SLAC management besloten dat een band met de UvA – als bridgehead ook voor andere Nederlandse en Europese samenwerking‐ verbanden – een goede zaak is. Het instituut hoopt dat de activiteiten in het kader van de bijzonder leerstoel in voorjaar van 2011 zullen beginnen. De aandacht op het gebied van quantumgassen gaat uit naar het aantrekken van een nieuwe gewoon hoogleraar als onderdeel van de Sectorplan Natuur‐ en Scheikunde. Daarnaast zijn er discussies lopende met AMOLF met betrekking tot een bijzonder leerstoel op het gebied van quantumgassen en quantumoptica. Andere belangrijke activiteiten 2010 was een goed jaar voor high profile publicaties, met negen artikelen in Physical Review Let‐ ters, een bijdrage in Nature Nanophotonics en een bijdrage in Nature Physics. In het gebied van onderzoeksfinanciering heeft Erik van Heumen een VENI grant gekregen. Verder was er dubbel succes in de FOM Projectruimte (Robert Spreeuw, Peter Schall), zijn twee nieuwe FOM program‐ ma’s goedgekeurd met WZI bijdragen (Daniel Bonn, Mark Golden), een NWO Complexity project goedgekeurd (Peter Schall) en zijn er twee NanoNextNL projecten vanuit het WZI gestart (Tom Gregorkiewicz, Daniel Bonn). In overleg met ITFA en IHEF is een regeling tot stand gekomen voor de oprichting van het Institute of Physics UvA (IoP), ingaande 1 januari 2011. De gelegenheid is meteen te baat genomen om het instituutsdeel van de zelfstudie voor de komende onderzoeksvisitatie (2011) als IoP te schrijven. Drie van de zes onderzoeksprogramma’s van het IoP worden uitgevoerd binnen het WZI: Hard Condensed Matter (programmaleider Mark Golden), Soft Condensed Matter (programmaleider Daniel Bonn) en Quantum Gases / Quantum Information (programmaleider Jook Walraven). Binnen het samenwerkingsverband Quantum Materie en Quantum Informatie (IoP, KdVI en CWI) vormen de groepen van ITFA en WZI de hoeksteen van een voorstel voor de vorming van een zwaartepunt dat in 2010 bij de decaan is ingediend.
38
2.2.10 Hoge Energie Fysica (IHEF) Bij aanvang van 2010 zijn de volgende afspraken gemaakt met het Instituut voor Hoge Energie Fysi‐ ca. 2010
a b c d
Activiteiten Aanvraag interfacultair zwaartepunt APP. Invulling 2 fte uit FNWI zwaartepunt met API en ITFA. Start exploitatie LHC/ATLAS en Antares. Uitvoeren onderwijs en outreach.
Prestaties / resultaten a Realisatie van het centrum APP samen met API en ITFA. b Definitief standpunt over participatie in groter insti‐ tuut. c Publicaties ATLAS en Antares data. d Landelijk marktaandeel van bachelors Natuur‐ en Sterrenkunde cohort op peil houden.
Realisatie van activiteiten Het facultaire zwaartepunt GRavitation And AstroParticle Physics Amsterdam (GRAPPA) is dit jaar geselecteerd als UvA zwaartepunt. Samen met de toekenningen vanuit de faculteit en de gelden uit het sectorplan Natuur‐ en Scheikunde wordt hiermee het centre of excellence opgericht en vorm gegeven. De invulling van de bijbehorende posities is inmiddels in volle gang. Daarnaast is de samenwerking met de instituten ITF en WZI verder uitgewerkt. Dit heeft geresul‐ teerd in de oprichting van het overkoepelende ‘Institute of Physics’ waar het IHEF deel van uit‐ maakt. IHEF zal gehuisvest blijven op Nikhef.
Hoog energetische proton botsing bij ATLAS. Bij deze botsing zijn top‐quarks geproduceerd, waarvan de vervalsproducten zichtbaar zijn in de detector.
39
Wetenschappelijke activiteiten 2010 is een bijzonder jaar voor de LHC versneller en de ATLAS detector. Eind maart werden voor het eerst botsingen tussen protonen met hoge energie geproduceerd door de versneller en waar‐ genomen door de ATLAS detector. Gedurende het jaar nam de intensiteit van botsingen exponen‐ tieel toe, en werd afgesloten met een run met botsingen tussen zware lood kernen. De ATLAS detector heeft zonder problemen de botsingen kunnen registreren en verwerken. De onderdelen waar IHEF medewerkers aan hebben gebouwd en geïnstalleerd, de binnenste silicium sporen kamers (SCT), werkten uitstekend en waren voor 99.2% efficiënt. Door de lange expertise en analyse van kosmische straling van het jaar daarvoor waren de detectoren bovendien uitste‐ kend gekalibreerd en uitgelijnd. Al bij de analyse van de eerste botsingen werd de uitzonderlij‐ ke kwaliteit van de data duidelijk. Met de sporenkamers wer‐ den sporen van geladen deeltjes gereconstrueerd, en op deze manier vonden IIHEF medewerkers grote hoeveelheid ‘reso‐ nanties’ terug (zoals het Kaon en het Phi meson) – die typisch corresponderen de state‐of‐the‐art deeltjes fysica uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. De data bleken goed overeen te komen met de simulaties van de botsingen. IHEF wetenschappers waren ook zeer actief betrokken bij de herontdekking van het top‐quark. Dit zwaarste (en meest lastig te reconstrueren) elementaire deeltje werd in 1995 ontdekt bij de Tevatron – en nu heeft ATLAS ook het bestaan van Euro‐ peese top‐quarks aangetoond. Hiermee is de herontdekking van de bekende deeltjes van het Standaard Model rond. De volgende stap, de speurtocht naar nieuwe vormen van materie, is in volle gang – en er wordt uit‐ gekeken naar 2011 waar nog vele malen meer botsingen wor‐ den verwacht. Prof. dr. Stan Bentvelsen in de film De ATLAS collaboratie heeft in 2010 in totaal 21 publicaties HIGGS (februari 2010) ingediend bij verschillende tijdschriften. Ook de Antares collaboratie heeft een uitstekend jaar beleefd. De 12 detectorlijnen met meer dan 900 optische modules waren allemaal actief, en de data van de eerste twee jaar is gebruikt om te zoeken naar neutrino puntbronnen. De IHEF medewerkers zijn de drijvende kracht achter deze centrale analyse. Het resultaat was dat er vooralsnog geen puntbronnen zijn ontdekt, waardoor de limieten op neutrino flux zijn verscherpt voor een aantal kandidaat bronnen. Er is gezocht naar neutrino’s die afkomstig zijn van Gamma Ray Bursts, en ook naar hoogenergeti‐ sche neutrino’s afkomstig van de zon en van het galactische centrum, als indicatie van de annihila‐ tie van donkere materie. IHEF medewerkers kijken hier niet alleen naar de reguliere sporen van muonen in de detector, maar bestuderen ook effecten van electron‐ en tau neutrino’s. De eerste resultaten hiervan worden verwacht in 2011. Ondertussen wordt er gewerkt aan de opvolger van Antares, de KM3Net detector. IHEF medewer‐ kers hebben meegewerkt aan het Technical Design Rapport, en vooral bijgedragen aan de ontwik‐ keling van nieuwe optische sensoren. Hiervan zal in 2011 een prototype van worden gemaakt.
40
2.3 Sectorplan natuur‐ en scheikunde
Realisatie van activiteiten In het voorjaar 2010 hebben de commissie Breimer en de Minister uitspraken gedaan over de toe‐ kenning van middelen naar aanleiding van de sectorplannen Natuurkunde en Scheikunde. FNWI ontvangt 1,45 miljoen. Via tweejaarlijkse monitoring en auditing zal de commissie de implementa‐ tie van de plannen volgen. De doelstellingen in het sectorplan UvA/VU zijn onder meer: versterking van de instroom uit het voortgezet onderwijs en hoger beroepsonderwijs in de wetenschappelijke opleidingen, samenwer‐ king en vernieuwing in het bachelor‐ en masteronderwijs, meer focus en massa in het onderzoek, meer vrouwen in het hogere WP rangen en meer valorisatie van het onderzoek. In 2010 zijn binnen de faculteit de volgende activiteiten rondom het sectorplan gerealiseerd. De harmonisatie van het curriculum van de bacheloropleidingen Scheikunde van UvA en VU is afgerond. De harmonisatie van het curriculum van de bacheloropleidingen Natuurkunde van UvA en VU is in gang gezet. De voortgang wordt vertraagd door verschillen van inzicht met de VU over de profileringen. Er is een begin gemaakt met de harmonisatie van het masteronderwijs op het gebied van Na‐ tuurkunde en Scheikunde van UvA en VU. De versterking van het zwaartepunt Astroparticle Physics and Gravitation heeft geleid tot de oprichting van GRAPPA, het centrum for Gravitation and Astroparticle Physics Amsterdam. GRAPPA is erkend als facultair zwaartepunt en als center of excellence van de UvA. Er is een begin gemaakt met de invulling van 4‐5 posities, waarvan 0,5 hoogleraar en twee tenure track posities worden gefinancierd vanuit het sectorplan N&S. De opbouw van het zwaartepunt Quantum Matter & Quantum Information is van start gegaan door werving van een tenure track positie bij het ITFA en de voorbereiding van de werving van een hoogleraar Quantum Gassen bij het WZI. Het sectorplan financiert 1 hoogleraarspositie. Er zijn plannen gesmeed voor versterking van het zwaartepunt Complex Systems & Soft Matter via de inzet van eigen middelen door WZI en ITFA. Er is een begin gemaakt met de opbouw van het zwaartepunt Analytische Chemie door het opstellen van het profiel voor een hoogleraar Supramoleculaire Scheidingen. Er is een begin gemaakt met de opbouw van het zwaartepunt Moleculair Design, Synthese en Katalyse door het opstellen van het profiel voor een hoogleraar Biokatalyse. Tijdens de totstandkoming en beoordeling van de sector‐ plannen N&S van de instellingen is sprake geweest van een Babylonische spraakverwarring over de vergelijkbaarheid en definitie van de data, in het bijzonder de onderwijsgegevens. Om de onderlinge vergelijkbaarheid te kunnen garanderen, is in november na consultatie van de bètadecanen een kleine ambtelijke commissie met deskundigen ingesteld voor de bestuurlijke informatievoorziening. Deze commissie zal in overleg met de commissie Breimer zorgen voor een passend format van de informatievoorziening voor de Minister en de Commissie. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de bestuursstaven van de FOM, de UvA (FNWI, dr. Hanneke Lips), Leiden en Groningen.
41
2.4
Onderzoekskwaliteit
Voornemens volgens het convenant De decaan heeft in zijn convenant met het College van Bestuur de volgende afspraken gemaakt.
Plan 2010
Activiteiten Midterm review ILLC Landelijke onderzoeksvisitatie Natuurkun‐ de en Scheikunde Onderzoeksbeoordeling Sterrenkunde (in NOVA‐verband) Kwaliteit wetenschappelijke output
Prestaties / resultaten Gemiddelde score tenminste 4.0 Gemiddelde score tenminste 4.0 Gemiddelde score tenminste 4.0 85 publicaties in toptijdschriften1
Vanaf 2009 vinden externe onderzoeksevaluaties in het bètadomein plaats in landelijk verband. Dit vergt een zorgvuldige voorbereiding en afstemming m.n. wat betreft de samenstelling van de eva‐ luatiecommissie en de indeling en het aggregatieniveau van de te beoordelen onderzoeksgroepen. Als gevolg hiervan neemt de totale evaluatieprocedure gewoonlijk meer dan een jaar in beslag. In 2010 vonden de volgende activiteiten plaats. Wiskunde De evaluatie, waarvan de visitatie plaatsvond in 2009, is in 2010 afgerond met het definitieve rap‐ port. De evaluatiecommissie wiskunde heeft op programmaniveau een kwantitatieve beoordeling gegeven, uitsluitend in gehele getallen op de gebruikelijke 5‐puntsschaal, welke in het rapport worden toegelicht; op instituutsniveau worden alleen kwalitatieve oordelen geformuleerd. De me‐ ning van de commissie over het Korteweg‐de Vries Instituut voor Wiskunde (KdVI) kan worden sa‐ mengevat met het volgende citaat The academic relevance and quality of KdVI is very high. Its re‐ putation inside and outside the Netherlands is outstanding. De beoordeling van de drie onderzoeksprogramma’s is als volgt. Programmes Algebra, Geometry, and Mathematical Physics Analysis (pure and applied) Stochastics (statistics and probability)
Quality
Productivity
Relevance
Viability
5 4
4 4
5 3
5 4
4
4
5
4
De bestuurlijke reactie is besproken in de Universitaire Onderzoekscommissie. Informatica Ook bij informatica vond de visitatie plaats in 2009 en is de evaluatie in 2010 afgerond met het definitieve rapport. De evaluatiecommissie informatica heeft op leerstoelgroepniveau een kwanti‐ 1
Volgens de lijst die de decaan in overleg met onderzoeksdirecteuren heeft opgesteld (oplopend van 73 in 2008 naar 100 in 2012). Nog niet alle onderzoeksinstituten participeren in de lijst. Het is de bedoeling dat dit aan het eind van de planperiode wel het geval is.
42
tatieve beoordeling gegeven, in gehele en halve getallen, welke in het rapport worden toegelicht. Op instituutsniveau worden kwalitatieve oordelen geformuleerd en daarnaast worden een overall rating en leadership rating gegeven, respectivelijk 4 en 3,5. De beoordeling van de acht leerstoel‐ groepen is als volgt. Research groups (chairs)
Research Program (overall judgement)
Quality
3.5
3.5
3
3
4
4
4
4
4
3
Intelligent Autonomous Systems
4.5
4.5
5
4.5
4.5
Information and Language Proc‐ essing Systems Intelligent Sensory Information Systems
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Computational Science
4
3.5
4
4
4.5
3.5 4.5
3.5 5
4 4
4 4
4 3.5
Computer Systems Architecture Human Computer Studies
System and Network Engineering Section Software Engineering
Productivity Relevance
Vitality & Feasibility
De bestuurlijke reactie is besproken in de Universitaire Onderzoekscommissie.
De groepen van prof. dr. Arnold Smeulders (Intelligent Sen‐ sory Information Systems) en prof. dr Maarten de Rijke (In‐ formation and Language Processing Systems) scoren allebei het hoogst mogelijke: een vijf op alle onderdelen. Scheikunde De evaluatie, waarvan de visitatie plaatsvond in 2010, zal in 2011 worden afgerond met het defini‐ tieve rapport.
43
Sterrenkunde De evaluatie, waarvan de visitatie plaatsvond in 2010, zal in 2011 worden afgerond met het defini‐ tieve rapport. Natuurkunde De planning van de evaluatie van natuurkunde heeft enige vertraging opgelopen en zal plaatsvin‐ den in 2011. Naast de externe evaluaties welke volgens het Standard Evaluation Protocol (SEP) elke zes jaar worden uitgevoerd, vindt halverwege de evaluatieperiode een mid‐term review plaats. In 2010 vond bij ILLC een mid‐term review plaats. Mid‐term review ILLC De mid‐term review is door de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) uitgevoerd. Het is niet ge‐ bruikelijk om bij een mid‐term review kwantitatieve beoordelingen te geven. Het oordeel van de commissie was zeer positief: “We saw continued excellent work in every program, leading research internationally. We saw dedicated younger researchers, and good career development. Both were consistent with the excellent quantitative assessment in the preceding final review of the last cycle. We note the broadness of the overall program and see promising potential applications, for in‐ stance in the significance of logic for modeling interaction or in the integration of logic with algo‐ rithmics. These modern facets of logic open many possibilities for potential concrete applications. For example, the work in formal semantics, computational linguistics, and cognitive modeling is directly relevant to potential applications in information extraction from text on the scale of the world‐wide‐web. In the currently adverse financial climate, it may be time to “think big” about this broader relevance.” In het rapport worden een aantal aspecten nader uitgewerkt. ILLC heeft een bestuurlijke reactie opgesteld die is besproken met de decanen en ter informatie is gestuurd aan het College van Be‐ stuur.
44
2.5
Onderzoekszwaartepunten
Realisatie van activiteiten De faculteit maakt onderscheid tussen drie verschillende categorieën van zwaartepunten. 1. Facultaire zwaartepunten die beschikken over aanvullende financiering van het College van Bestuur. 2. Facultaire zwaartepunten die geaccordeerd zijn door het College van Bestuur als één van de universitaire zwaartepunten, maar die (nog) niet over universitaire financiering beschikken. 3. Brede onderzoeksthema’s (clusters) die volgens de decaan de potentie hebben om uit te groei‐ en tot een facultair en/of universitair zwaartepunten. De faculteit beschikt over twee zwaartepunten van de eerste categorie: Systeembiologie en GRAP‐ PA (Gravity and Astroparticle Physics Amsterdam). Daarnaast kent de faculteit zes “clusters” die tot de derde categorie worden gerekend, te weten Duurzame Chemie (HIMS), Green Life Sciences (SILS en IBED), Global Ecology (IBED), Quantum Materie en Quantum Informatie (IoP en KdV), Soft Mat‐ ter (IoP) en Informatie en betekenis in beeld, tekst en gebruik (IvI en ILLC). Dit is de situatie ultimo 2010. In de loop van 2011 zal de faculteit bepalen welke van deze clusters de status van facultair zwaartepunt kunnen verwerven. Een of twee daarvan zullen vervolgens voorgedragen worden als universitair zwaartepunt. Ten behoeve van de selectie heeft de decaan de volgende criteria vastge‐ steld voor onderzoekclusters die de status van facultair zwaartepunt willen verwerven. 1. Een facultair zwaartepunt omvat een inhoudelijk onderwerp waarbij UvA een leidende rol speelt in academische wereld en waarbij kans is op een wetenschappelijke doorbraak. 2. Een facultair zwaartepunt beschikt over tenminste één gezichtsbepalende coryfee die am‐ bassadeur van het zwaartepunt kan zijn. 3. Een facultair zwaartepunt omvat een significant aantal onderzoekers dat samen aan dit onderwerp werkt aan de UvA. De massa kan uit een instituut komen, maar ook door sa‐ menwerkende instituten en faculteiten. Het zwaartepunt versterkt de samenwerking, maar initieert die niet. 4. Een facultair zwaartepunt heeft potentie voor groei: externe profilering als zwaartepunt zorgt voor groei met externe subsidie en/of samenwerking. 5. Een facultair zwaartepunt heeft of ontwikkelt een eigen mastertrack, met een instroom van minimaal 20 studenten. Op 21 oktober heeft het College van Bestuur besloten het GRAPPA zwaartepunt uit de centrale middelen van de UvA een additionele financiering te verlenen van 327 duizend euro per jaar. Samen met de financiering die reeds uit andere bronnen beschikbaar was – het Sectorplan Natuurkunde en Scheikunde en facultaire middelen – is een budget gecreëerd van ongeveer 850 duizend euro per jaar. Dit budget is toerijkend voor vijf of zes structurele wetenschappelijke posities, afhankelijk van het functieniveau waarvoor geworven gaat worden. Inmiddels heeft de decaan een breed samengestelde commissie ingesteld, die de selectie gaat doen voor alle GRAPPA posities.
45
Op 1 december heeft een werkbezoek van het College van Bestuur plaatsgevonden met de bedoe‐ ling een update te krijgen van activiteiten rond het zwaartepunt Systeembiologie. Het College is geïnformeerd over de voorgang van het zwaartepunt. De directeur van het penvoerende instituut – prof. Stiekema van SILS – en hoogleraren die betrokken zijn bij het zwaartepunt zijn ingegaan op de vraag hoe het zwaartepunt zich zal organiseren nadat de nieuwe hoogleraar Systeembiologie bij SILS is aangesteld. Aansluitend hebben vertegenwoordigers van de betrokken partijen – SILS, IBED en AMC – een korte inhoudelijke presentatie verzorgd. De tweede helft van het Collegebezoek is besteed aan bezoekjes aan de labs van prof. dr. Jef Huisman (IBED) en prof. dr. Klaas Hellingwerf (SILS).
46
2.6 Kennistransfer en valorisatie
Resultaat
Kritische Prestatie Indicatoren Kennisvalorisatie/kennistransfer, 3e geldstroom 20 Aantal populariserende publicaties 21 Aantal octrooien 22 Inkomsten 3e geldstroom in K€
t‐2
t‐1
31 46 9 10 12.277 13.279
t nul‐ meting 2008 44 12 15.337
Doel t+1
t+2
t+2
2009 2010 2010 18 14 45 14 16 14 14.722 16.750 16.000
Realisatie van activiteiten Op 1 januari 2010 had Bureau Kennistransfer (BKT) 14 octrooien in portefeuille die gebaseerd zijn op kennis die voorkomt uit onderzoek van de FNWI. In de loop van het jaar zijn vier octrooien niet verlengd, zijn zeven nieuwe aanvragen ingediend en is een octrooi doorgeschoven voor beheer naar een andere universiteit. Eind 2010 had BKT 16 octrooien van de FNWI in portefeuille. In 2010 zijn twee nieuwe spin‐off bedrijven van start gegaan: Euclid en ThirdSight. Beide bedrijven zijn gelieerd aan het Instituut voor Informatica. Sinds 2007 zijn elf spin‐offs van de faculteit start gegaan, waarvan er eind 2010 nog acht actief zijn. Het beheer c.q. de begeleiding van deze bedrij‐ ven ligt bij de UvA Holding wanneer de UvA een meerderheid van de aandelen in bezit heeft of bij BKT wanneer de UvA een minderheidsbelang heeft. De aandelen worden in alle gevallen gehouden door de UvA Holding.
47
2.7
Science Park Amsterdam
Realisatie van activiteiten Het overleg tussen de verschillende belanghebbenden (grondeigenaren, directies wetenschappelij‐ ke instituten, beheerders) over afstemming en coördinatie van verschillende taken is volop gaande en hoogstwaarschijnlijk worden in 2011 daarover besluiten genomen. Dit betreft met name park‐ management, acquisitie van profit en non‐profit organisaties en afstemming van wetenschappelijk onderzoek. Het eScience Research Center zal hoogstwaarschijnlijk begin 2011 van start gaan, gevestigd in Ma‐ trix I. De voorbereidingen voor het laten participeren van Nederland in LifeWatch en het naar Am‐ sterdam halen van het hoofdkantoor vorderen zeer goed (zie paragraaf 2.2.3 IBED). De procedure voor besluitvorming over het hoofdkantoor zal in 2011 worden vastgesteld. De huidige partners van het Netherlands Institute for Systems Biology (NSIB), UvA, CWI en VUA, hebben besloten de samenwerking enigszins aan te passen, waardoor meer nadruk wordt gelegd op versterking van de onderlinge contacten en het gezamenlijk aanvragen van onderzoeksgelden. De leiding van het NISB is in handen gelegd van een managementteam bestaande uit jonge(re) on‐ derzoekers.
48
3.
Bedrijfsvoering
3.1
Zoölogisch Museum Amsterdam
Op 28 januari 2010 is het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB) opgericht. In 2010 is een samenwerkingsovereenkomst voor fase I tot stand gekomen. Daarbij is het Zoölogisch Museum Amsterdam (ZMA) onder regie van het NCB gekomen. De verwachting was dat de medewerkers van het Zoölogisch Museum Amsterdam, alsmede grote delen van de collectie, in 2010 fysiek naar Leiden verhuizen (het pand van Naturalis). Dat bleek uiteindelijk niet haalbaar. Eind 2010 is als pilot de apencollectie uit het ZMA naar Leiden overgebracht met als doel te meten wat bepaalde hande‐ lingen aan tijd kosten en eerdere berekeningen te toetsen. Deze pilot is succesvol verlopen. In de herziene planning zullen de medewerkers en de collectie van het ZMA in 2011 naar Leiden verhui‐ zen.
3.2
AMSTEL Instituut
Plan 2010
Activiteiten Doorlopen reorganisatietraject AMSTEL Instituut Implementatie nieuwe organisatie en plaatsing medewerkers Passende oplossing zoeken voor activitei‐ ten die door faculteit gestopt worden.
Prestaties / resultaten Geen AMSTEL Instituut als organisatie‐ eenheid meer Nieuwe organisatie in september 2010 opera‐ tioneel
Realisatie van activiteiten In september 2010 is het AMSTEL Instituut als organisatie‐eenheid opgeheven en is de formele reorganisatie afgerond. Vanaf die datum zijn de medewerkers van het AMSTEL Instituut onderge‐ bracht in een transitieorganisatie onder leiding van dr. Dick Veldhuis. De belangrijkste taak van
de directeur transitieorganisatie is het toezien op een zorgvuldig herplaatsingtraject en begeleidingsplan voor alle ontslagbedreigde medewerkers in de transitieorganisatie. Van de 27 medewerkers zijn er eind 2010 met 16 medewerkers finale afspraken gemaakt over hun toekomst (variërend van vrijwillig ontslag tot herplaatsing). Voor een deel van de outreachactiviteiten die door de faculteit gestopt zijn, zijn afspraken met de VU gemaakt. De resterende activiteiten zijn ondergebracht bij de afdeling Commu‐ nicatie. Over de activiteiten die het AMSTEL Instituut verrichtte voor de Stichting CMA vindt nog overleg plaats.
3.3 Plan 2010
Administratief Centrum (AC)
Activiteiten Zelfstandig bepaalde invoer efficiënt kunnen bewerkstelligen van faculteitsei‐ gen diensten Overlegstructuur met AC over praktische invulling arbeidsvoorwaarden bij FNWI
Prestaties / resultaten Invoersnelheid hoger Verhoogde accuraatheid Accurate kennis bij helpdesk over implementa‐ tie arbeidsvoorwaarden bij FNWI
49
Realisatie activiteiten De zelfstandige invoer is in 2010 niet gerealiseerd en zal in 2011 met het AC besproken worden in het kader van verschillende programma’s voor procesverbeteringen. Er vindt periodiek overleg plaats tussen PZ‐FNWI enerzijds en de Personeels‐/salarisadministratie AC anderzijds. Dit overleg is mede bedoeld om de dienstverlening zo goed mogelijk op elkaar te stemmen.
3.4
Facilitair Centrum (FC)
Plan 2010
Activiteiten Tweemaandelijkse rapportages per pand Goede terugkoppeling leermomenten fase 1
Prestaties / resultaten Vergrote transparantie dienstafname Verbeterde en snellere facilitaire inrichting fase 2
Realisatie van activiteiten Er is geleerd van fase 1. Dat heeft er onder andere toe geleid dat de verhuizing van fase 2 een stuk sneller is verlopen. Dit geldt ook voor het grootste deel van de facilitaire inrichting. Niet gerealiseerd De tweemaandelijkse rapportages per pand zijn niet gerealiseerd. Wel zijn er om kosten te bespa‐ ren minder variabele diensten afgenomen in 2010. Voorbeelden hiervan zijn de schoonmaak van de koelkasten en de audiovisuele dienstverlening voor vergaderruimtes.
3.5 Plan 2010
ICT
Activiteiten Werven medewerker UvA werkplek uitrollen CMDB verbeteren Analyse diensten voor differentiatie Randvoorwaarden scheppen voor oprich‐ ting eigen ICT expertgroep
Prestaties / resultaten Nieuwe 0.5 fte IC bestuursmedewerker >80% van werkplekken aangesloten CMDB > 97% accuraat Differentiatie invoeren voor werkplekken en storage Nieuwe expertgroep operationeel najaar 2010
Realisatie van activiteiten In het voorjaar van 2010 is Boy Menist gestart als Facultair Informatiemanager en Hoofd ICT FNWI (1 fte). Het hoofd ICT is gestart met het inrichten van de ICT‐organisatie. Eerst met het oprichten van een aantal platforms: 1. Facultair Informatiemanagement Platform (FIMP) In het FIMP zit een afvaardiging van alle instituten. In het platform worden alle structurele kwesties op ICT gebied geadresseerd. Het FIMP is een organisatorische constructie om de ICT‐ vraag vanuit instituten en het aanbod vanuit IC te begeleiden. 2. Facultair Operationeel ICT Platform (FOIP) Ook in het FOIP zit een afvaardiging van alle instituten, meestal de ICT‐contactpersonen. In dit platform worden alle operationele ICT‐zaken besproken.
50
3. Adviesraad High Performce Computing (HPC) Het HPC fonds is bedoeld om hoogwaardige ICT‐componenten aan te schaffen voor de UvA. De decaan van FWNI heeft het mandaat van het College van Bestuur om middelen te besteden. De HPC‐adviesraad adviseert de decaan hierbij. In 2010 is een start gemaakt met de oprichting van een expertgroep, de zogenaamde facultaire expert‐ICT‐ondersteuningsgroep (FEIOG). Van deze expertgroep zijn 2 fte ingevuld. De andere 2 fte zijn bewust tot 2011 vacant gehouden. De primaire taak van deze expertgroep is ondersteuning van onderzoek en onderwijs op ICT gebied. Het betreft hierbij expliciet niet kantoorautomatisering. CMDB staat voor Configuration Management Database en dat is de administratie van alle produc‐ ten van het IC. In 2010 is de database verbeterd en heeft het een percentage van ongeveer 97% nauwkeurigheid bereikt. Een hoger percentage is onder de huidige omstandigheden niet mogelijk.
Nog niet afgerond In 2010 zijn alle infrastructurele voorbereidingen voor de uitrol van UvA‐werkplek voltooid. Door een probleem op communicatief vlak is een lichte vertraging ontstaan en is de uitrol over de jaar‐ wisseling heen getild. Voor het invoeren van differentiatie voor werkplekken en storage is het project zelfsupport gestart. De looptijd van het project zal nog een groot deel van 2011 beslaan. Ten behoeve van onderzoek en de kantooromgeving is een zware storage ofwel dataopslag nodig. Ook voor de opslag worden verschillende niveaus en prijzen ingevoerd. De voorbereidingen zijn het derde kwartaal van 2010 gestart en lopen door tot het eerste kwartaal van 2011. Realisatie overige activiteiten In 2010 is de eigen serverruimte van de FNWI ingericht. Vóór de oplevering van de nieuwbouw stond deze server in het F‐gebouw. Aan het begin van 2010 was de server voor 60% in gebruik en aan het eind van 2010 voor 95%. Het informatiemanagersplatform van de UvA is in 2010 zodanig heringericht dat het op een hoger niveau opereert. Het platform houdt zich bezig met thema’s als managementinformatie, beveili‐ ging, sourcing en architectuur. In 2010 heeft het platform bereikt dat er een scheiding tussen be‐ leid en operatie aangebracht is en dat er structureel verbinding gemaakt is met andere gremia (waaronder ICT in onderwijs en organen wat betreft beleid). Diverse processen tussen FNWI en IC zijn ingericht. Een voorbeeld hiervan is changemanagement. Zodra het IC een wijziging wil of moet doorvoeren, moet er eerst aan een aantal voorwaarden worden voldaan: de wijziging moet tijdig bij het hoofd ICT worden aangekondigd, alle betrokken loketten worden vooraf geïnformeerd, er is een communicatieprotocol afgesproken en uiteindelijk volgt een definitieve goedkeuring. Tot slot heeft 2010 in het teken gestaan van het verhuizen en inrichten van de technische infra‐ structuur naar nieuwbouw (MER‐SER, glasvezels, DISPA).
51
3.6
Universiteitsbibliotheek (UB)
Plan 2010
Activiteiten Verandering kostentoekenning UB Analyse ruimtegebruik Enquête literatuurgebruik
Prestaties / resultaten 20% kostenreductie voor FNWI in de af te ne‐ men diensten van het UB
Realisatie van activiteiten In 2010 is er een wijziging doorgevoerd in de kostentoekenning UB. De kosten voor de bewaarfunc‐ tie worden niet meer doorbelast aan de faculteit. Echter met een gelijk bedrag is het budget van de faculteit aangepast. Daarmee is er geen kostenbesparing voor de faculteit. De Facultaire Studentenraad is intensief betrokken geweest bij het in kaart brengen van de moge‐ lijke toekomstige scenario’s van de facultaire bibliotheek. Zij hebben het advies gegeven aan de UB en de faculteit om de ruimte zo aan te passen dat er meer stilte‐werkplekken komen voor individu‐ ele studenten. Dit omvat het aanpassen van de hoeveelheid collectie en het veranderen van de ruimtelijke indeling van de kasten. De UB heeft bevestigd dat dit momenteel hun grootste aan‐ dacht heeft en het is dan ook de verwachting dat een aangepaste indeling in het eerste kwartaal van 2011 gereed is. Niet gerealiseerd De enquête literatuurgebruik is vanwege andere prioriteiten uitgesteld.
3.7
Huisvesting en vastgoed
Plan 2010
Activiteiten Verschillende geïnteresseerde partijen, zoals de Hogeschool van Amsterdam en Amsterdam University College, worden benaderd voor de verhuur van vierkante meters. Inhuizing tweede fase FNWI
Prestaties / resultaten Huurcontract voor langere termijn met geïnte‐ resseerde partijen. Hele nieuwbouw FNWI gevestigd in Science Park
Realisatie van activiteiten In december 2010 is het Instituut voor Interdisciplinaire Studies ingehuisd. De voorbereidingen om Bureau Kennistransfer (BKT) in te huizen zijn in volle gang. Gestreefd wordt om begin 2011 de ver‐ huizing van BKT af te ronden. Na oplevering van de tweede fase is gestart met het inhuizen van de experimentele instituten. Ge‐ zien de omvang en de complexiteit is de inhuizing soepel verlopen. In 2010 zijn circa 900 medewer‐ kers verhuisd en is 10.650 m2 labruimte in gebruik genomen (8250 m2 laboratoria en 2400 m2 prac‐ tica).
52
Op woensdag 24 november opende de Koningin het nieuwe gebouw van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wis‐ . kunde en Informatica (FNWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op Science Park Amsterdam
3.8 Plan 2010
Dienst Arbo, milieu en veiligheid Activiteiten Onderzoek naar geluidsoverlast in fase 1 Inzetten RIE‐traject fase 1 nieuwbouw Aanbesteding loopt voor BHV‐opleidingen Inrichten chemicaliënmagazijn Opzetten voorschriften goederen‐ transport Werving algemeen hoofd BHV
Prestaties / resultaten Rapport met aanbevelingen voor verbetering geluidsoverlast gevolgd door maatregelen RIE‐rapport fase 1 nieuwbouw Start aanbod vernieuwde BHV‐opleidingen Ingebruikname nieuw chemicaliënmagazijn Nieuw eenduidig hoofd BHV voor FNWI Uitvoering klein‐ en grootschalige BHV‐oefeningen Hoofd BHV werkzaam in 2e kwartaal Organisatiestructuur BHV verbeterd en gereed
53
Realisatie van activiteiten Het onderzoeksverslag naar geluidsoverlast in fase 1 is verschenen. Op basis van de aanbevelingen in dit rapport is in de zomer en in het najaar van 2010 een groot aantal vides dichtgezet. Eind 2010 is een pilot voor geluidsoverlast fase 2 uitgevoerd. De maatregelen die in de pilot genomen zijn, zijn het plaatsen van wanden, gebruik van geluidsabsorberend materiaal, vloerbedekking, aanpas‐ singen aan het plafond en een herinrichting van werkkamers. Begin 2011 wordt de pilot geëvalu‐ eerd en worden definitieve maatregelen doorgevoerd. Er is een projectteam gevormd onder leiding van Kick Maurer voor de RIE. Naast medewerkers van de afdeling Arbo, Milieu en Veiligheid (AMV FNWI) zijn ook twee medewerkers van de Arbo Milieu Dienst (AMD UvA) lid van dit team. Er zijn vier thema’s waarvoor een RIE uitgevoerd moet worden: gebouwen, gebruikers, beleid, en werkbeleving (voorheen welzijn). De RIE‐gebouwen fase 1 is sa‐ men met de RIE‐BHV afgerond en op 1 december 2010 aangeboden aan de decaan en de OR. Voor RIE‐gebouwen fase 2 is de vragenlijst uitgezet. Naar verwachting zal deze RIE in het voorjaar 2011 gereed zijn. De afdeling AMV heeft in samenwerking met Facilitair Centrum het Milieujaarverslag 2009 geschreven. Dit is in december 2010 aangeboden aan de decaan en de OR. De vijf aandachtsgebieden voor BHV zijn: (1) aanwezigheid BHV en aanwezigheid medewerkers; (2) materiaal BHV; (3) opleiding; (4) BHV‐organisatie zelf; (5) BHV‐oefening calamiteiten. In 2010 is per aandachtsgebied de realisatie: (1) Het aantal BHV’ers is uitgebreid tot 75 personen. Daarmee is een goede verdeling BHV’ers en EHBO’ers per bouwdeel gerealiseerd binnen het complex SPA. (2) Het pagersysteem is verfijnd. (3) De keuringen, opleidingen en herhalingsopleiding voor de BHV worden door de firma Paraat geor‐ ganiseerd. (4) Per 1 oktober 2010 is Pieter van Egmond als hoofd BHV voor twee dagen in de week aangesteld. De continuïteit van de BHV‐organisatie staat nu centraal. Als een medewerker stopt met zijn BHV‐activiteiten wordt actief naar plaatsvervangers gezocht. (5) In alle bouwdelen A t/m G zijn BHV‐oefeningen gehouden. Het chemicaliënmagazijn functioneert naar behoren. De faculteit is niet alleen gebruiker, maar ook beheerder van het chemicaliënmagazijn. Alle chemicaliën uit de oudbouw zijn in het magazijn on‐ dergebracht en worden in Tracelab gezet. Dat proces loopt nog. Begin 2011 worden laatste chemi‐ caliën in Tracelab gezet. Voor het goederentransport, ofwel hoe je met chemicaliën door het gebouw loopt, zijn twee veili‐ ge routes beschreven. Eén complex onderdeel ervan is de lift. Een vervoerder mag niet met de chemicaliën in de lift aanwezig zijn. 3.9 Personeel Jaargesprekken Plan 2010
Activiteiten Afronden trainingen jaargesprekken voor leidinggevenden Activeren van leidinggevenden in het re‐ gelmatig voeren van jaargesprekken
Prestaties / resultaten Nagenoeg alle leidinggevenden hebben de training gevolgd Met 75% van de medewerkers wordt éénmaal per jaar een jaargesprek gevoerd
Nagenoeg alle leidinggevenden hebben de training voor jaargesprekken gevolgd. Eind november 2010 heeft de afdeling personeelszaken een inventarisatie gemaakt van het aantal gevoerde jaargesprekken (zie tabel hieronder). Het resultaat daarvan was teleurstellend. Slechts
54
27,7% van de FNWI‐medewerkers heeft het volledige traject doorlopen. Dat wil zeggen dat er een een jaargesprek heeft plaatsgevonden, dat er een verslag is opgemaakt en dat een kopie hiervan naar Personeelszaken is gestuurd voor het personeelsdossier. Het verhogen van het aantal jaarge‐ sprekken is in de beleidsbegroting 2011 nogmaals opgenomen. In verband met het lage percentage in 2010 is de ambitie van 2011 bijgesteld naar 60%. Inventarisatie jaargesprekken Doelgroep* Aantal geregistreerde jaargesprekken** WP OBP Totaal WP OBP Totaal Aantal % Aantal % Aantal % FNWI 347 289 636 93 26,8 83 28,7 176 27,7 * Alle tijdelijke en vaste medewerkers op 30‐9‐2010 met uitzondering van promovendi, > 12 maanden in dienst en op 25‐11‐2010 nog steeds in dienst. ** Aantal tot 25‐11‐2010 bij PZ‐geregistreerde jaargesprekken, gehouden tussen 1‐10‐2009 en 1‐10‐2010. Beoordelingen tijdens een "tijdelijke aanstelling ter beoordeling van de geschiktheid" tellen in dit verband mee als jaargesprek.
Tenure Track Plan 2010
Activiteiten Nieuw beleid tenure track uitwerken, be‐ kend maken en invoeren
Prestaties / resultaten Notitie tenure track. Aanstelling van WP‐ers via tenure track in 2010, daar waar opportuun
Nieuw beleid ten aanzien van tenure track is in concept gereed. De concept notitie wordt in 2011 nog verder besproken en in 2011 door het directieteam vastgesteld. Stimuleringsprogramma vrouwelijke wetenschappers Plan 2010 2010
2010
Activiteiten Uitwerken stimuleringsprogramma, bekend maken en invoeren BAC t.b.v. UHD en HGL posities bestaat uit tenminste één vrouw en wordt aangevuld met een personeelsadviseur Carrièrebegeleiding van vrouwelijke onder‐ zoekers
Prestaties / resultaten Eerste ronde MacGillavry fellows aangesteld
Na een succesvolle werving (met als resultaat 218 sollicitanten)2 en een eerste selectieronde, zijn 20 top wetenschappers op een shortlist geplaatst en uitgenodigd voor een dag op de faculteit. Naast een uitgebreide kennismaking zijn zij aan een stevige selectieprocedure onderworpen, te weten een openbare presentatie en een sollicitatiegesprek met de voltallige selectiecommissie. De selectiecommissie bestond uit 10 instituutsdirecteuren, aangevuld met twee vrouwen uit het WiF‐ netwerk en een personeelsadviseur.
De selectie heeft geresulteerd in een top 10. De faculteit is er trots op dat zij drie vrouwe‐ lijke, internationale topwetenschappers, heeft kunnen aantrekken. Na een succesvol ver‐ lopen tenure track zal met hen loopbaanafspraken gemaakt worden naar een hoogleraar‐ schap aan de faculteit. 2
Waarvan meer dan 90% voldeed aan de gestelde criteria en waarvan 18 sollicitanten op dat moment werkzaam waren bij een universiteit uit de top 10 van de beste universiteiten)
55
Nog niet afgerond In 2010 heeft er geen werving en selectie van UHD en HGL plaatsgevonden. Verder wordt in 2011 bepaald op welke wijze carrièrebegeleiding van vrouwelijke onderzoekers vormgegeven kan wor‐ den. Andere gerealiseerde activiteiten Het programma Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) is voortgezet. In 2010 zijn zestien certificaten uitgereikt. Tot slot is in 2010 een start gemaakt met de inventarisatie van nevenwerk WP. Eind 2010 is 70% geïnventariseerd.
56
4. Financiën Plan 2010
Activiteiten Gedetailleerd bezuinigingsplan Reorganisatie TC afgerond Reorganisatie AMSTEL implementeren
Prestaties / resultaten Financieel resultaat M€ 3,5 negatief (exclusief reorganisatievoorziening)
Realisatie van activiteiten Het begrote operationele resultaat was een verlies van € 3,5 miljoen. In de halfjaarprognose werd dit bijgesteld naar € 4,0 miljoen. Door enkele onvoorziene tegenvallers komt het werkelijke opera‐ tionele resultaat 2010 uiteindelijk uit op € 4,5 miljoen negatief. Daarbovenop komt € 3,2 miljoen voor de getroffen reorganisatievoorziening en het beroep op een bestemmingsreserve. Daar stond, als laatste, een meevaller tegenover van € 1,5 miljoen, vanwege het vrijvallen van in voorgaan‐ de jaren gereserveerde middelen voor outreachactiviteiten. Het totale verlies 2010 is dan € 6,2 miljoen. Kosten-/batensoort Totaal exploitatieresultaat
Werkelijk
Werkelijk
2010
2010
2009
-3.540
-6.202
-4.515
108.257
112.358
107.274
30.310
32.110
29.291
0
895
631
26.415
26.147
24.803
3.895
4.954
3.056
0
114
801
77.947
80.228
77.983
76.624
77.164
77.983
1.323
3.064
0
-111.797
-118.540
-111.789
-62.205
-66.906
-64.575
Personele lasten extern
-59.802
-63.766
-64.107
Personele lasten intern
-2.404
-3.140
-468
-49.592
-51.634
-47.214
-16.871
-18.184
-17.563
0
0
2
-32.721
-33.481
-29.622
31
-30
Baten Externe baten Rijksbijdrage en collegegelden Baten uit contractactiviteiten Overige baten Financiële baten Interne baten Budgetverdeling Opbrengst uit Interne verrekening Lasten Personele lasten
Overige lasten Primaire overige lasten Financiële lasten Toerekening diensten GDS Overhead op activiteiten
Begroting
57
De belangrijkste verklaringen voor de verschillen ten opzichte van de begroting zijn: 1.Reorganisatie AMSTEL Instituut, opheffing afdeling Röntgendiffractie (HIMS), gedeeltelijke vrijval reorganisatievoorziening Technologie Centrum : ‐M€ 3,0. 2. Vrijval opgespaarde outreachmiddelen: +M€1,5 (Vanwege succesvolle werving van externe mid‐ delen konden de in de loop der jaren opgespaarde outreachmiddelen vrijvallen. Er stonden geen verplichtingen meer tegenover.) 3. Hogere kosten onderwijsdienstverlening FMG (Psychologie): ‐ k€ 500 4. Oude afrekeningen FC: ‐k€140. 5. Afsluiting KNAW‐projecten bij SILS, onttrekking bestemmingsreserve: ‐k€ 225 6. Afwikkeling Artis‐tentoonstellingen (ZMA): ‐k€ 160. Op 23 februari is het reorganisatieplan van het Technologiecentrum (TC) vastgesteld en op 27 april het personeelsplan. Per 1 mei is de nieuwe organisatie gestart en is het TC ondergebracht in de portefeuille bedrijfsvoering. De structurele besparing bedraagt M€ 0,9. Begin juli zijn het reorganisatieplan en het personeelsplan voor het AMSTEL Instituut vastgesteld. Per 1 september is het AMSTEL Instituut opgeheven en zijn de medewerkers ondergebracht in een transitieorganisatie. De structurele besparing bedraagt M€ 0,7. Facultair allocatiemodel en onderwijsbekostiging Plan 2010
Activiteiten Invoering nieuw allocatiemodel Invoering docentvergoedingenmodel Vijfjaren begroting Tweemaandelijkse budgetrapportage
Prestaties / resultaten
Realisatie van activiteiten Met ingang van 2010 worden onderzoek en onderwijs apart gebudgetteerd. Traditioneel dragen de onderzoeksinstituten de verantwoordelijkheid voor het overgrote deel van de onderwijskosten. In de nieuwe situatie krijgen het College of Sci‐ ence en de Graduate Schools een budget waar‐ mee zij de integrale kosten van het onderwijs moeten betalen. Het doel van deze nieuwe bud‐ gettering is om de integrale management‐ verantwoordelijkheid bij het College en de Gra‐ duate Schools te versterken en de transparantie van de bedrijfsvoering te vergroten. Een beter inzicht ontstaat zodoende in de kosten van on‐ derwijs, de doelmatigheid van opleidingen en eventuele kruissubsidiëring tussen opleidingen onderling dan wel tussen onderzoek en onder‐ wijs.
58
Uit de integrale budgetten die het College of Science en de Graduate Schools krijgen toegekend, moeten zij de (integrale) kosten van het onderwijs betalen. Deze verandering roept de vraag op hoe docentkosten moeten worden bepaald en worden toegerekend aan het onderwijs. De FNWI heeft daartoe een docentvergoedingenmodel (DVM) ontwikkeld. Dat model bepaalt aan de hand van een aantal normen de geleverde onderwijsinzet in uren. Die uren worden vervolgens door de onderwijsorganisatie tegen van te voren vastgestelde uurtarieven vergoed aan de onderzoeksinsti‐ tuten waar het WP de facto is aangesteld en waar in eerste instantie alle salarislasten landen. Voortbordurend op het DVM is tevens het zogeheten Onderwijs Dashboard ontwikkeld. Het Dash‐ board biedt inzicht in de totale, integrale opbrengsten en kosten van onderwijs. De financiële ge‐ gevens kunnen vanuit verschillende invalshoeken worden geanalyseerd, op het niveau van zowel onderwijsinstituut, opleiding als individuele module. De faculteit heeft in 2010 het door haar gestelde doel bereikt om per twee maanden exploitatie‐ rapportages op te leveren. De rapportagecyclus van de faculteit is hier nu op ingericht. Herstelplan FNWI De faculteit moet in totaal een ombuiging verwezenlijken van € 10 miljoen op jaarbasis. Om de tegenspoed het hoofd te bieden heeft de faculteit in 2009 het Herstelplan FNWI opgesteld. Belang‐ rijke maatregelen die al zijn genomen betreffen onder meer de reorganisatie van het Technologie Centrum en het opheffen van het AMSTEL Instituut. In de zomer van 2010 zijn in overleg met het CvB de laatste maatregelen van het Herstelplan vastgesteld. Naar het oordeel van de faculteit bood de in het verleden beproefde methode van de kaasschaaf niet langer uitkomst en is daarom gekozen voor gerichte bezuinigingen, die hoofdzakelijk landen bij het IvI (€ 0,9 miljoen) en IBED (€ 0,3 miljoen). Een maatregel die financiële verlichting brengt betreft de vervroegde financiële af‐ scheiding van het Zoölogisch Museum Amsterdam (€ 1,5 miljoen), waarvan al enige jaren geleden is vastgesteld dat het niet langer als kernactiviteit van de FNWI beschouwd dient te worden en dat opgaat in het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB Naturalis). De cruciale pijler onder het Herstelplan is de groei in het onderwijs. Het toegenomen aantal stu‐ denten en de verwachte verbetering van de studieprestaties (minder uitval, beter studierende‐ ment) moeten leiden tot een groei van het onderwijsbudget van ruim € 7,0 miljoen in de periode 2011‐2014. Doelstelling van het herstelplan is dat het operationeel resultaat van de FNWI in 2012 weer positief is. Voor 2011 wordt nog een operationeel resultaat verwacht van € 1,1 miljoen, oftewel 1,0 % van de omzet. Ten dele gerealiseerd De instituten van de FNWI stellen gedetailleerde meerjarenbegrotingen op volgens een vast stra‐ mien. Door de budgetaanpassingen (onder andere Herstelplan), bekostigingssystematiek (alloca‐ tiemodel) en kostentoerekening (Docentvergoedingenmodel) verloopt de uitwerking van de vijfja‐ renbegrotingen trager dan gewenst. Het streven is om in 2011 het begrotingstraject nauwer samen te laten lopen met de UvA‐brede P&C‐cyclus.
59