OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bacheloropleidingen FNWI Studiejaar 2003-2004
Preambule In deze OER wordt de regeling vastgesteld voor onderwijs en examens van de Bacheloropleidingen bij de onderwijsinstituten Exacte Wetenschappen en Levens- en Aardwetenschappen van de FNWI. In dit document wordt een A en een B gedeelte onderscheiden. In het A-deel zijn de algemene bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op het totale aanbod aan Bachelor-opleidingen. In deel B komen per opleiding specifieke zaken aan de orde, namelijk doelstellingen, eindtermen, opbouw en inhoud van het opleidingsprogramma.
Deel A Algemene bepalingen Hoofdstuk 1. Reikwijdte en begripsbepaling Art. 1 Toepasselijkheid van de regeling Art. 2 Begripsbepalingen Art. 3 Voltijds/deeltijds Art. 4 De examens van de opleiding Hoofdstuk 2. Structuur van de opleiding Art. 5 Samenstelling van de opleiding Art. 6 Opbouw van het curriculum Art. 7 De taal van het onderwijs Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding Art. 8 Vooropleidingseisen Art. 9 Colloquium Doctum Hoofdstuk 4. De tentamens Art. 10 Bepalingen met betrekking tot de toelating tot de tentamens en examen Art. 11 Volgorde Art. 12 Aanmelding en afmelding Art. 13 Frequentie van de tentamens Art. 14 Tentamenstof Art. 15 Vorm van de tentamens Art. 16 Mondelinge tentamens Art. 17 Praktisch werk Art. 18 Gehandicapte studenten Art. 19 Vrijstelling 1
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
Art. 20 De orde van de tentamens Art. 21 Fraude Hoofdstuk 5. Tentamenuitslagen Art. 22 vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag Art. 23 Geldigheidsduur Art. 24 Inzagerecht en nabespreking Art. 25 De beoordeling van tentamens Hoofdstuk 6. De examens Art. 26 Tijdvakken en frequentie afleggen examens Art. 27 Uitslag van de examens Art. 28 Goedkeuring examenprogramma Hoofdstuk 7. Kwaliteit Art. 29 Kwaliteitsplan Hoofdstuk 8. Studiebegeleiding Art. 30 Studiebegeleidingplan Art. 31 Studieadviseur Art. 32 Registratie Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Art. 33 Beroepsrecht Art. 34 Wijziging Art. 35 Afwijking van de regeling Art. 36 Slotbepalingen
Deel B Opleiding X Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Doelstelling en eindtermen van de opleiding Toelatingseisen Opbouw van het curriculum Beschrijving van inhoud en omvang van de onderdelen
2
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
Hoofdstuk 1 Algemeen Art. 1 Toepasselijkheid van de regeling De regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van elk van de bacheloropleidingen bij de onderwijsinstituten Levens- en Aardwetenschappen en Exacte Wetenschappen van Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam, verder te noemen de opleiding. Art. 2 Begripsbepalingen Wet: De wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) Student: Hij/zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van tentamens en examens van de opleiding. Examen: Het bachelorexamen van de opleiding. Onderdeel: De onderwijseenheid van de opleiding met een afsluitende beoordeling (art. 7.3 WHW) Practicum: Een onderdeel gericht op de oefening in praktische vaardigheden. Afstudeeronderzoek: Een onderdeel dat bestaat uit uitvoering van een onderzoeksopdracht op het eigen vakgebied, dat uitmondt in een schriftelijke en één of meer mondelinge rapportages. Scriptie: Een onderdeel dat bestaat uit literatuuronderzoek en een schriftelijk verslag daarover. Tentamen: Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student betreffende een onderdeel, alsmede de afsluitende beoordeling van dit onderzoek. Studiepunt: De studiepunten die binnen de Europese gemeenschap worden gehanteerd volgens het European Community Course Credit Transfer System (ECTS). De studielast van een studiejaar is 60 studiepunten. Examencommissie: De commissie die verantwoordelijk is voor de examens en voor de coördinatie en organisatie van de tentamens (WHW art. 7.12). Examinator: De docent die verantwoordelijk is voor het onderdeel. Portfolio: Een verzameling documenten m.b.t. de prestaties van de student binnen de door hem gekozen opleiding. Art. 3 Voltijds/deeltijds De bacheloropleidingen worden voltijds aangeboden. In deel B wordt aangegeven per opleiding of deze daarnaast ook deeltijds of duaal wordt aangeboden. Art. 4 De examens van de opleiding Ter afsluiting van de opleiding kan het bachelorexamen worden afgelegd Hoofdstuk 2 Structuur van de opleiding Art. 5 Samenstelling van de opleiding De opleiding heeft een omvang van 180 studiepunten. Art. 6 Opbouw van het curriculum De opleiding bevat de onderdelen met de daarbij vermelde studielast zoals omschreven in het van deze regeling deel uitmakende aanhangsel (deel B)
3
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
Art. 7 De taal van het onderwijs Het onderwijs wordt voornamelijk in het Nederlands verzorgd. Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding Art. 8 Vooropleidingseisen 1. Een persoon wordt tot de opleiding toegelaten indien deze in bezit is van een VWOdiploma bedoeld in artikel 7.24 WHW, dan wel indien deze op grond behaalde examens bij andere opleidingen hiervan is vrijgesteld (art. 7.28 WHW). In deel B wordt aangegeven welke nadere vooropleidingseisen gelden per opleiding. (art. 7.25 WHW) 2. Indien de student niet voldoet aan de vooropleidingseisen in lid 1, kan deze alleen tot de opleiding worden toegelaten indien deficiënties zijn weggewerkt doordat de student heeft voldaan aan inhoudelijk vergelijkbare eisen. De student die niet voldoet aan de toelatingseisen mag niet deelnemen aan examens. Artikel 9 Colloquium Doctum 1 De eisen die gesteld worden bij het toelatingsonderzoek als bedoeld in art. 7.29 van de wet worden in deel B per opleiding aangegeven. 2 De examencommissie van de desbetreffende opleiding kan vrijstelling verlenen van één of meer colloquium doctum-eisen, indien zij van mening is dat de aspirant-student over voldoende kennis beschikt. Hoofdstuk 4 De tentamens Art. 10 Bepalingen met betrekking tot de toelating tot de tentamens en examen 1 Het bachelor-examen of een onderdeel daarvan kan niet worden afgelegd indien niet aan de vooropleidingseisen, zoals vermeld in hoofdstuk 3 is voldaan 2 Indien een student na tweemaal te hebben deelgenomen aan een tentamen niet is geslaagd, dient de student voordat deze opnieuw tentamen wil afleggen hierover afspraken te maken met de examinator. De examinator kan bepalen onder welke voorwaarden en op welke wijze het tentamen de volgende keer kan worden afgelegd. De student dient het initiatief te nemen om hierover op tijd afspraken te maken met de examinator. Indien deze afspraak niet is gemaakt kan de examinator de student uitsluiten van deelname aan een tentamen van het betreffende onderdeel. Art. 11 Volgorde De examencommissie kan eisen stellen aan de volgorde waarin tentamens worden afgelegd. Deze eisen worden vermeld in de studiegids. Art. 12 Aanmelding en afmelding 1 Om toegelaten te worden tot een tentamen dient de student zich tijdig aan te melden. Indien een student verhinderd is voor een tentamen waarvoor hij zich heeft aangemeld, dient deze zich tijdig af te melden. De wijze van aanmelding en afmelding staan vermeld in de studiegids. 2 Indien een student zonder zich te hebben afgemeld niet aan een tentamen deelneemt, telt dit als een niet behaald tentamen (dit wordt geregistreerd als n.a.v). Art. 13 Frequentie van de tentamens
4
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
1. Tot het afleggen van de tentamens van de in deel B genoemde onderdelen wordt tenminste twee maal per jaar de gelegenheid gegeven 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt van een studieonderdeel dat wordt gegeven in jaar X min 1, en dat in studiejaar X niet wordt aangeboden vanwege wijzigingen in het programma, in jaar X tenminste eenmaal gelegenheid geboden om het tentamen af te leggen. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 vindt de beoordeling van een praktisch onderdeel alleen plaats in aansluiting op de verzorging van het onderdeel 4. De data van (deel)tentamens die direct volgen op het onderwijs worden voorafgaand aan de start van het onderdeel bekend gemaakt, de data van overige tentamengelegenheden worden uiterlijk 2 maanden tevoren bekend gemaakt. Art. 14 Tentamenstof De bronnen waaraan de tentamenstof worden ontleend worden voor de aanvang van het onderdeel schriftelijk bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor de examendatum wordt de precieze omvang van de tentamenstof schriftelijk dan wel via de website bekend gemaakt. De vragen van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen en tentamenstof niet te buiten. Art. 15 Vorm van de tentamens 1. Tentamens worden afgenomen in het Nederlands. 2. Voor ieder studieonderdeel wordt, hetzij in de studiegids, hetzij bij aanvang van het onderdeel duidelijk vermeld hoe het tentamen wordt afgenomen, waaronder: a de vorm van het tentamen, dan wel ieder deeltentamen b de wijze waarop eventuele deeltentamens bijdragen aan de eindbeoordeling c. de wijze waarop eventuele schriftelijke werkstukken en praktische opdrachten bijdragen aan de eindbeoordeling d de geldigheidsduur van deeltentamens e afwijkende tentamenvormen bij een tweede of latere tentamengelegenheid. 3 Op verzoek van de student kan de examencommissie c.q examinator toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan hiervoor beschreven wordt afgelegd. 4 In bijzondere gevallen kan, op voorstel van de betreffende examinator en met instemming van de betrokken studenten, eententamen op andere wijze dan hiervoor bedoeld worden afgenomen. Art. 16 Mondelinge tentamens 1 De examinator kan in overleg met de student een schriftelijk tentamen vervangen door een mondeling tentamen. 2 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders beslist, dan wel de student daar tegen bezwaar heeft gemaakt 3 Mondeling wordt niet meer dan een persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator en de student overeenkomen dit met meerderen te doen. Art. 17 Praktisch werk Een onderdeel dat bestaat uit zowel een theoretisch als een praktisch gedeelte is pas met goed gevolg afgelegd als beide delen met goed gevolg zijn afgelegd. Art. 18 Gehandicapte studenten Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie cq examinator wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
5
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
Art. 19 Vrijstelling 1. De examencommissie kan vrijstelling verlenen van een onderdeel van de opleiding, indien de student bij een andere opleiding één of meer onderdelen met goed gevolg heeft afgelegd die qua inhoud en studielast overeenkomen met het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verleend. Vrijstelling kan ook verleend worden indien de student beschikt over een bewijs van beroepservaring op het betrokken vakgebied. 2. De examencommissie kan de examinator machtigen om vrijstelling te geven voor een studieonderdeel 3. Voor verleende vrijstellingen voor tentamens (of gedeelten daarvan) geldt eenzelfde geldigheidsduur als voor tentamens 4. De student kan bij de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktische oefeningen. Deze vrijstelling kan ondermeer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt aan welke aanvullende eisen de student moet voldoen. Art. 20 De orde van de tentamens 1 De examinator zorgt voor het goede verloop van een tentamen 2 De student is verplicht zich op verzoek van de examinator (of diens vertegenwoordiger) te legitimeren met een bewijs van inschrijving of een geldig legitimatiebewijs 3 a Indien een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, worden studenten tot maximaal 30 minuten na het officiële tijdstip van aanvang tot het tentamen toegelaten b Indien een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, mogen studenten gedurende de eerste 30 minuten van het tentamen de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen niet verlaten. 4 De duur van het tentamen is zodanig dat studenten, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden. Een schriftelijk (deel)tentamen duurt maximaal 3 uur. 5 Aanwijzingen van de examinator, c.q. surveillant die voor, tijdens of onmiddellijk na afloop van het tentamen worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd 6 Een tentamen dient geheel zelfstandig door de student te worden afgelegd, tenzij door de examinator anders is bepaald 7 Het is verboden tijdens het afleggen van het tentamen van ander materiaal gebruik te maken dan door de examinator is toegestaan. 8 Een student die niet voldoet aan het bepaalde in lid 2 tot en met 7 (met uitzondering van lid 4) kan door de examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het betreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld. 9 De examenopgaven mogen door de student na afloop van het tentamen worden meegenomen Art. 21 Fraude 1 Constatering of vermoeden van fraude moet door de examinator c.q. surveillant terstond en schriftelijk beargumenteerd aan de examencommissie worden gerapporteerd. De examinator kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen. Een weigering hiertoe wordt in de rapportage vermeld 2 De student wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk of mondeling commentaar te leveren op het rapport van de examinator 3 De examencommissie besluit over het toepassen van sancties uiterlijk 4 weken nadat het tentamen is afgenomen
6
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
4 Als de examencommissie oordeelt dat fraude is bewezen, kan de examencommissie de student uitsluiten van verder deelname aan het betreffende tentamen. Bovendien kan zij de student uitsluiten van alle tentamens van de opleiding voor zover verzorgd door het onderwijsinstituut waarbinnen die opleiding valt. De uitsluiting geldt voor een periode van ten hoogste een jaar na de constatering van de fraude. 5 De examencommissie verleent geen vrijstellingen op grond van elders behaalde resultaten, behaald in de periode waarvoor de student, krachtens het vorige lid was uitgesloten van deelname aan tentamens bij de opleiding. Hoofdstuk 5 Tentamenuitslagen en termijnen Artikel 22 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1 De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit 2 De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 15 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd. De examinator brengt de uitslag terstond schriftelijk en ondertekend naar het Onderwijsbureau. Het Onderwijsbureau draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslag aan de student. 3 De uitslag van een tentamen moet minstens 10 werkdagen voor het eerstvolgende (herhalings)tentamen van het betreffende vak bij de student bekend zijn. 4 Ten aanzien van een af te leggen practicum-tentamen bepaalt de examencommissie binnen welke termijn de uitslag moet worden vastgesteld. Deze termijn is nooit langer dan 22 werkdagen. 5 Onder bijzondere omstandigheden kan de examencommissie bepalen dat wordt afgeweken van de termijnen die in dit artikel zijn vastgesteld. 6 Bij het bekendmaken van de tentamenuitslag wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 24, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de examens. 7 Indien een student meerdere keren deelneemt aan hetzelfde tentamen, geldt het hoogst behaalde resultaat. Artikel 23 Geldigheidsduur 1 De geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde onderdelen behorende tot het bachelorexamen bedraagt 6 jaar. 2 In bijzondere gevallen kan de examencommissie de geldigheidsduur van een of meer met goed gevolg afgelegde onderdelen, op verzoek van de student, eenmalig verlengen dan wel een aanvullend of vervangend tentamen opleggen. Artikel 24 Inzagerecht en nabespreking 1. Gedurende 1 maand (of twee maanden bij tentamens afgelegd in de maanden juni en juli) na de bekendmaking van de uitslag kan een student op zijn verzoek inzage krijgen in het beoordeelde werk of om een nabespreking verzoeken. 2 Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kunnen belangstellenden kennis nemen van vragen en opdrachten van het tentamen en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3 Op verzoek van de student wordt hem een kopie verschaft van het gemaakte werk 4 De examinator is verplicht het beoordeelde werk en de normen van de beoordeling te bewaren tenminste gedurende 1 jaar na de tentamendatum. Artikel 25 De beoordeling van tentamens
7
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
1 De wijze van beoordeling is zo inzichtelijk dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van het examenonderdeel tot stand is gekomen. 2 Een examenonderdeel is met goed gevolg afgelegd indien daarvoor het cijfer 6 of hoger is gegeven. 3 De uitslag van een examenonderdeel wordt gegeven in hele en halve cijfers. Het cijfer 5,5 wordt niet gegeven als eindbeoordeling van een examenonderdeel. Hoofdstuk 6 De examens Art. 26 Tijdvakken en frequentie afleggen examens 1 Tot het afleggen van de examens wordt tenminste 5 maal per jaar gelegenheid geboden. De buluitreiking kan plaats vinden op een later tijdstip dan de examendatum 2 De data van de examens en de buluitreikingen worden, evenals de aanvraagprocedure, vermeld in de studiegids Art. 27 Uitslag van de examens 1 De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast nadat de student de bewijsstukken overlegt van de door hem behaalde onderdelen. De student is geslaagd indien alle onderdelen van het programma zijn behaald 2 In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende onderdelen hiertoe aanleiding geven. 3 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad “bachelor of science” uitgereikt 4 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Bij het getuigschrift wordt een bijlage uitgereikt, ondertekend door de voorzitter van de examencommissie, waarop de onderdelen van het examen, de studielast en de beoordeling worden vermeld. 5 De buluitreiking is openbaar 6 De examencommissie kan aan een getuigschrift een judicium toekennen. De judicia worden vermeld op de bulbijlage. De opleiding kent het judicium “cum laude”. 7 Het judicium ‘cum laude’ wordt niet toegekend indien het gewogen gemiddelde van de behaalde cijfers minder is dan 8,0 en evenmin als het programma voor meer dan 50% uit vrijstellingen bestaat. 8 In het opleidingsspecifieke deel (B) kunnen per opleiding nadere regels worden vastgelegd over toekenning van het judicium. Art. 28 Goedkeuring examenprogramma’s 1 Voor vrijstellingen en andere afwijkingen van het programma van de opleiding is toestemming van de examencommissie vereist. 2. De voorwaarden voor een vrije opleiding zijn opgenomen in deel B. 3. De examinandus dient zo spoedig mogelijk, maar tenminste drie maanden voor de examenaanvraag, het studieprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de betreffende examencommissie. Hoofdstuk 7 Kwaliteit Art. 29 Kwaliteitsplan
8
OER Bacheloropleidingen UvA FNWI
deel A
De opleiding beschikt over een kwaliteitsplan voor het onderwijs. Dit plan wordt voor een nader te bepalen termijn vastgesteld door de decaan. Hoofdstuk 8 Studievoortgang en studiebegeleiding Art. 30 Studiebegeleidingsplan De opleiding beschikt over een beleidsdocument studiebegeleiding. Art. 31 Studieadviseur Studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven kunnen voor begeleiding een beroep doen op de studieadviseur van de opleiding Art. 32 Registratie De opleiding draagt zorg voor de registratie van studieresultaten van de opleiding en draagt er zorg voor dat de student minstens een maal per semester een overzicht krijgt van de door haar of hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs en examenprogramma van de opleiding. Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Art. 33 Beroepsrecht Tegen beschikkingen van de examencommissie dan wel examinatoren staat, binnen 4 weken na de bekendmaking van de uitslag, beroep open bij het college van beroep voor de examens (art. 7.61 van de WHW) Art. 34 Wijziging 1 Wijziging van deze regeling is niet mogelijk dan nadat advies van de opleidingscommissie, advies en/of instemming van de Facultaire Studentenraad en advies van de Ondernemingsraad is verkregen 2 Geen wijzigingen vinden plaats in het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Art. 35 Afwijking van de regeling De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat ten voordele van de examinandus wordt afgeweken van de bepalingen in de Onderwijs en Examenregeling. Art. 36 Slotbepalingen 1. De regeling is op 24 september 2003 door de decaan vastgesteld, na instemming en advies van de Facultaire Studentenraad en advies van de Facultaire Ondernemingsraad. 2. De regeling treedt in werking op 1 september 2003 3. De regeling wordt bekend gemaakt via de website en het Onderwijsbureau 4. In zaken waarin deze regeling niet voorziet beslist de examencommissie.
9