Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
HANDBOEK KWALITEITSZORG ONDERWIJS
Vastgesteld in het directieteam FNWI 19 juni 2012
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................... 3 1
2
3
Taken en bevoegdheden onderwijsorganisatie .............................................................................. 4 1.1
Inrichting facultaire onderwijsorganisatie .............................................................................. 4
1.2
Planning en Controlcyclus Onderwijs ..................................................................................... 6
1.3
Medezeggenschap en Advies .................................................................................................. 8
1.4
Taken en verantwoordelijkheden per onderwijsfunctie ...................................................... 10
1.5
Opleidings- en examencommissies ....................................................................................... 17
Kwaliteitszorgsysteem onderwijs ................................................................................................. 20 2.1
Inleiding................................................................................................................................. 20
2.2
Toelichting op PDCA-cycli ..................................................................................................... 20
2.3
PDCA-cyclus per onderdeel................................................................................................... 21
Onderwijsevaluaties...................................................................................................................... 41 3.1
Beschrijving evaluaties .......................................................................................................... 41
3.2
Vormen van evaluaties ......................................................................................................... 41
3.3
Evaluatieprocedure op opleidingsniveau.............................................................................. 44
Bijlage A
Opleidingen FNWI ............................................................................................................. 48
Bijlage B
Jaarkalender Onderwijs .................................................................................................... 49
Bijlage C
Examencommissies FNWI ................................................................................................. 51
Bijlage D
Opleidingscommissies FNWI ............................................................................................. 52
Bijlage E
Overzicht formats.............................................................................................................. 53
Bijlage F
Begrippenlijst .................................................................................................................... 54
2
Inleiding Aanleiding Het Kader Kwaliteitszorg Onderwijs 1 van de UvA heeft geleid tot het voorliggende Handboek Kwaliteitszorg Onderwijs FNWI (in de rest van dit document Handboek genoemd). Dit Handboek bestaat volgens het format van de UvA uit de volgende delen2: 1. Een beschrijving van de taken en bevoegdheden in de onderwijsorganisatie. Dit deel is de nadere uitwerking van het facultaire besturingsmodel, voor zover het de onderwijsorganisatie betreft. 2. Een beschrijving van de instrumenten en activiteiten die worden ingezet om de kwaliteit van het onderwijs op opleidingsniveau te bewaken, met daarin een onderscheid in drie aspecten: de opleiding, de staf en de voorzieningen. 3. Beschrijving van de procedures voor de evaluaties van het onderwijs. De keuze voor deze drie delen vloeit voort uit de eisen die de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) stelt in haar kaders voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Het doel van de Instellingstoets Kwaliteitszorg is vast te stellen of het bestuur van een instelling een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg hanteert, waarmee zij de kwaliteit van de aangeboden opleidingen kan garanderen. De centrale vraag is dan ook “is de instelling in control?”. Doel van het Handboek Voordat wordt ingegaan op de inhoud is het noodzakelijk om het doel van het Handboek te expliciteren. Er is onderscheid tussen enerzijds het onderwijsbeleid dat een afgeleide (concretisering) is van de onderwijsvisie FNWI en anderzijds het onderliggende systeem van kwaliteitszorg. Uiteraard zijn deze twee met elkaar verbonden, maar ze zijn verschillend van aard. Het onderwijsbeleid is meer dynamisch van aard (reageert op ontwikkelingen in de omgeving, bijvoorbeeld studiesuccesafspraken met OC&W). Het systeem van kwaliteitszorg kent meer stabiliteit en continuïteit (met als minimum de eisen van de NVAO). Dit Handboek beperkt zich tot het systeem van kwaliteitszorg. Het Handboek legt vast welke rolverdeling, taken en activiteiten over een langere periode de kwaliteit van de opleidingen waarborgen. Hiermee levert het Handboek een praktisch instrument voor alle betrokkenen bij het onderwijs binnen FNWI. Door de processen te expliciteren dient het Handboek tevens het doel de buitenwereld inzicht te geven in de opbouw en uitvoering van het systeem van kwaliteitszorg. Iedere vier kalenderjaren zal het Handboek ge-update worden aan de hand van ontwikkelingen en wensen van de opleidingen binnen de faculteit. Context Dit Handboek is in overeenstemming met de volgende documenten: • • • • • •
Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) 3 Besturingsmodel UvA november 2011 Kader Kwaliteitszorg Onderwijs UvA juni 2011 Universiteitsreglement Faculteitsreglement augustus 2011 Onderwijs- & Examenreglement FNWI (OER)
1
Zie Kader Kwaliteitszorg Onderwijs UvA, juni 2011 Zie Format Handboek Kwaliteitszorg UvA, november 2011 3 Zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0005682 2
3
1 Taken en bevoegdheden onderwijsorganisatie De basis van het Handboek is een beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen bij de kwaliteitszorg van het onderwijs. Het betreft hier de facultaire verdeling van taken, bevoegdheden en (deel)verantwoordelijkheden van bestuurlijk, wetenschappelijk en ondersteunend personeel dat betrokken is bij het onderwijs. De beschrijving is daarmee een nadere van het facultaire besturingsmodel voor het onderwijs.
1.1 Inrichting facultaire onderwijsorganisatie De faculteit kent vijf onderwijsinstituten: een college waarin bacheloropleidingen zijn ondergebracht, een instituut dat zich bezig houdt met interdisciplinair onderwijs (bachelor én master), en drie graduate schools die masteropleidingen verzorgen: • • • • •
Het College of Science (CoS) De Graduate School of Life and Earth Sciences (GSLES) De Graduate School of Informatics (GSI) De Gratuate School of Sciences (GSS) Het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS)
Elk instituut bestaat uit een aantal CROHO geregistreerde opleidingen. In het CoS zijn alle facultaire bacheloropleidingen ondergebracht en in de drie Graduate Schools alle disciplinaire facultaire masteropleidingen. Het IIS biedt interdisciplinaire bachelor- en masteropleidingen aan en heeft een interdisciplinair onderwijsaanbod. Zie bijlage A voor een overzicht van alle opleidingen. De onderwijsinstituten worden bij de organisatie van het onderwijs ondersteund door het Education Service Centre (ESC) en bij de voorlichting aan potentiële studenten door de afdeling Communicatie. De taken van de afdeling Communicatie bestaan o.a. uit het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van (marketing)communicatieprogramma's voor de FNWI en het uitvoeren van het wervingsbeleid voor de studenteninstroom. De eindverantwoordelijkheid voor de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs binnen de faculteit ligt bij de decaan. In de FNWI heeft de decaan de portefeuille onderwijs belegd bij de directeur onderwijs. De directeur onderwijs is verantwoordelijk voor de facultaire onderwijsorganisatie en de samenwerking van de Graduate Schools met de masteropleidingen van de VU in de Amsterdam Graduate School of Science (AGSS). De voortgang van de AGSS is afhankelijk van de voorgenomen samenwerking met de VU. Aan het hoofd van elk onderwijsinstituut staat een onderwijsdirecteur die leiding geeft aan een team van opleidingsdirecteuren. 4 Alle onderwijsdirecteuren, het hoofd ESC en het hoofd communicatie voor de onderwijsvoorlichting leggen verantwoording af aan de directeur onderwijs. De wijze waarop de onderwijsorganisatie van de faculteit is geordend is samengevat in figuur 1.
4
Een beschrijving van de benoemingsprocedures van de directeur onderwijs, onderwijsdirecteur, opleidingsdirecteur, leden Examencommissie en Opleidingscommissie, staat in de notitie Procedures voor benoemingen in de onderwijsorganisatie FNWI, Afdeling Bestuurszaken FNWI, vastgesteld door het directieteam op 24 januari 2012.
4
DT Directeur onderwijs
Bestuurszaken Onderwijsbeleid
College of Sciences Onderwijsdirecteur
Opleiding X Opleidingsdirecteur
Graduate School of Informatics Onderwijsdirecteur
Graduate School of Sciences Onderwijsdirecteur
Communicatie Onderwijsvoorlichting
Graduate School of Life and Earth Sciences
Onderwijsdirecteur
IIS Onderwijsdirecteur
ESC Hoofd ESC
Opleiding Y Opleidingsdirecteur
Figuur 1 Onderwijsorganisatie met aan het hoofd de directeur onderwijs die verantwoordelijk is voor de onderwijsinstituten, het ESC, het onderwijsbeleid en de onderwijsvoorlichting.
Bij het Education Service Centre zijn de onderwijsondersteunende taken van de faculteit ondergebracht. De drie kerntaken van het ESC zijn: uitvoering van onderwijs administratieve processen; uitvoerende ondersteuning van de opleidingen en; ondersteuning van kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling. Zoals blijkt uit figuur 2 bestaat het ESC uit vier afdelingen: Administratie, Opleidingsondersteuning, Onderwijskwaliteit (in de vorm van een projectenbureau) en Bedrijfsvoering / Stafdienst. Het Hoofd ESC geeft leiding aan het managementteam (MT ESC) dat naast het hoofd ESC bestaat uit het hoofd van de afdeling administratie en de bedrijfsvoerder (tevens hoofd van de Stafdienst). Het hoofd ESC stuurt zelf de afdelingen Opleidingsondersteuning en Onderwijskwaliteit aan. 5
Figuur 2 Organisatiestructuur ESC
5
Zie de notitie Education Service Centre – FNWI. Voorstel voor de toekomstige ondersteuning van het onderwijs binnen de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica door het Education Service Centre (ESC-FNWI), Vastgesteld in het Directieteam op 29 mei 2012.
5
1.2 Planning en Controlcyclus Onderwijs De planning en control van het onderwijs kent een cyclisch verloop. Figuur 3 laat zien dat de planning en controlcyclus voor onderwijs op elk niveau van de onderwijsorganisatie een eigen instrumentarium kent voor de elementen Plan, Do, Check, Act in de cyclus (PDCA cyclus). In hoofdstuk 2 wordt de PDCA cyclus verder uitgewerkt voor verschillende onderdelen van het onderwijs. BIJSTURING (ACT) PLAN
BESLUITVORMING Instellingsplan Onderwijsvisie Bestuursconvenant
CHECK Jaarverslag / Jaarrekening UvA via PBO
College van Bestuur
Kaderbrief (€) Beleidsbegroting FNWI Bestuurlijke agenda Begroting (€)
Decaan
Jaarverslag / Directieverslag FNWI Halfjaar en kwartaalverslagen b.a. via BILA
Onderwijsvisie
Directeur onderwijs
via BILA
Jaarplan college/school
Onderwijsdirecteur
Jaarverslag college/school via BILA
Voornemens opleiding
Opleidingsdirecteur
Verslag opleiding
UITVOERING (DO) Figuur 3 PDCA cyclus onderwijs. De richting van de pijlen suggereert dat het uitsluitend om eenrichtingsverkeer gaat. In de praktijk vindt geregeld overleg plaats tussen de opeenvolgende niveaus.
De PDCA cyclus is in bijlage B uitgewerkt in een jaarkalender voor het onderwijs. In bijlage E staat een opsomming van de te gebruiken formats, zoals voor het jaarplan/ jaarverslag van de onderwijsinstituten.
Uitgelicht: Jaarplan & jaarverslag onderwijsinstituut Elk onderwijsinstituut stelt in november-december een gecombineerd jaarverslag en jaarplan op. Het verslag kijkt terug op het academische jaar dat op 1 september daarvoor is afgerond en gebruikt de meest recente gegevens die op het moment van opstellen beschikbaar zijn. De opleidingsjaarverslagen worden op basis van het beschikbare format als bijlage toegevoegd. Het jaarplan van het onderwijsinstituut kijkt, mede op basis van de voornemens van de opleidingen, vooruit naar het academische jaar dat in de maand september van het volgende jaar van start zal gaan en naar de voorbereidingsperiode daarop (januari-augustus). 6
Het totale document bestrijkt daarmee dus een periode van 3 jaar. Op basis van dit document maakt de onderwijsdirecteur, mede namens alle opleidingen en medewerkers, afspraken met de decaan over de doelen die het onderwijsinstituut zal behalen. Die afspraken zijn daarna de meetlat waarlangs de prestaties worden gevolgd en bijsturing plaatsvindt als dat noodzakelijk is. 1.2.1 Bilateraal overleg De directeur onderwijs voert tenminste twee keer per jaar een bilateraal overleg met elke onderwijsdirecteur en het hoofd ESC (aan het begin van elk semester). Agendapunten zijn in ieder geval:
Uitvoering onderwijsbeleid op basis van het jaarplan van het onderwijsinstituut Onderwijsaanbod en -kwaliteit Onderwijsorganisatie Instroom / studenttevredenheid Studiesucces Financiën
Van deze bilaterale overleggen wordt een verslag gemaakt. Daarnaast vindt werkoverleg plaats met iedere onderwijsdirecteur en met het hoofd ESC. De frequentie staat niet vast maar wordt ingevuld naar behoefte. De onderwijsdirecteuren hebben twee keer per jaar bilateraal overleg met de opleidingsdirecteuren in verband met de halfjaarlijkse verantwoording over de opleiding. De wijze van overleg binnen de onderwijsinstituten wordt verder bepaald door de onderwijsdirecteur. 1.2.2 Overleg onderwijsdirecteuren (OWIDO) De onderwijsdirecteuren en het hoofd ESC hebben minstens eens per maand overleg onder leiding van de directeur onderwijs. In dit overleg vindt afstemming plaats over universitaire kaders voor onderwijs, het facultaire onderwijsaanbod, de organisatie van het onderwijs, de kwaliteitszorg, de uitvoering van het onderwijs, de organisatie en kwaliteit van de ondersteuning van het onderwijs door het ESC en het facultair studentenbeleid. Besluiten of voornemens daartoe worden vastgelegd in een verslag. De onderwijsdirecteuren zijn verantwoordelijk voor de terugkoppeling van de besluiten en informatie naar de opleidingsdirecteuren en het hoofd ESC naar de medewerkers in het ESC. 1.2.3 Afdelingsoverleg Onderzoek & Onderwijs Minimaal tweemaal per jaar vindt per discipline (Levenswetenschappen, Informatica, Exacte Wetenschappen en Interdisciplinaire studies) een afdelingsoverleg plaats . In dit overleg van onderwijsdirecteuren (van CoS en betrokken Graduate School), onderzoeksinstituutsdirecteuren /afdelingsvoorzitters en directeur onderwijs onder leiding van de decaan worden actuele en of gewenste ontwikkelingen binnen het onderzoek en onderwijs en de daaruit voortvloeiende personele consequenties besproken. Als de inzet van docenten in de opleidingen op de agenda staat, bereidt de betreffende onderwijsdirecteur het overleg voor met de meest aangewezen opleidingsdirecteur(en).
7
1.2.4 Board of Studies De decaan stelt een Board of Studies in voor het CoS, de drie Graduate Schools en het IIS. De samenstelling en werkwijze van de Board of Studies staan vermeld in artikel 17 van het faculteitsreglement. 1.2.5 Jaargesprekken De hiërarchisch leidinggevende en medewerker hebben (tenminste) eenmaal per jaar een jaargesprek. Het doel van dit gesprek is om de resultaten van de medewerker in het werk te evalueren, afspraken te maken voor het komende jaar en vast te stellen welke ontwikkeling nodig en/ of gewenst is. Leidraad in het jaargesprek zijn de hoofdtaken onderwijs, onderzoek en organisatie. Het jaargesprek dient ook om verwachtingen van de afdeling en de wensen en mogelijkheden van de medewerker nader op elkaar af te stemmen. Met het oog op het jaargesprek levert de medewerker (WP) met onderwijstaken bijtijds relevante informatie (waaronder evaluatiegegevens) aan over zijn/haar onderwijsprestaties, zowel aan zijn/haar hiërarchisch leidinggevende als aan de onderwijs- /opleidingsdirecteur. Het spreekt vanzelf dat de hiërarchisch leidinggevende zich (ook) een oordeel vormt over de onderwijsprestaties en de daarin gewenste ontwikkeling van de medewerker, en dit in het jaargesprek bespreekt met de medewerker, zowel bij positieve resultaten als bij minder positieve resultaten . Indien nodig hebben leidinggevende en onderwijsdirecteur (of opleidingsdirecteur) rechtstreeks contact met elkaar over het functioneren en/of ontwikkeling van de medewerker in het onderwijs. De onderwijsdirecteuren hebben jaarlijks een (voorbereidend) jaargesprek met de directeur Onderwijs. Uitkomsten hiervan worden teruggekoppeld aan de hiërarchisch leidinggevende t.b.v. het jaargesprek. De decaan voert het jaargesprek met de directeur onderwijs en het CvB met de decaan. De jaargesprekken worden uitgevoerd conform de afspraken over de jaargesprekken. 6
1.3 Medezeggenschap en Advies 1.3.1 Ondernemingsraad De FNWI kent een gedeelde medezeggenschapsstructuur. De medezeggenschap van medewerkers in de facultaire ondernemingsraad (OR) wordt uitgeoefend overeenkomstig de Wet op Ondernemingsraden (WOR), Universiteitsreglement en Faculteitsreglement. Specifiek voor onderwijs geldt het adviesrecht over de OER en de benoeming van de onderwijsdirecteuren. 1.3.2 Facultaire Studentenraad De facultaire studentenraad (FSR) kent 12 leden die jaarlijks verkozen worden conform de universitaire en facultaire richtlijnen. In het Faculteitsreglement worden de bevoegdheden van de FSR nader omschreven (§ 2.3). De FSR heeft instemmingsrecht ten aanzien van het studentenstatuut, de klachtenregeling van individuele studenten, (wijzigingen van) het Faculteitsreglement en een aantal in de WHW (art.7.13) aangegeven onderdelen van de Onderwijs- en Examenregelingen.
6
Zie CvB, Functioneren aan de UvA, 10 januari 2006
8
Daarnaast heeft de FSR het adviesrecht inzake het strategische beleid van de FNWI (bestuursconvenant, jaarlijkse beleidsbegroting met betrekking tot onderwijs), het financiële jaarverslag en aangelegenheden betreffende ‘het voortbestaan van de goede gang van zaken binnen de faculteit’. Er vindt 6 maal per jaar overleg plaats tussen de decaan en de FSR. De decaan laat zich hierbij bijstaan door de directeur onderwijs en desgewenst de directeur bedrijfsvoering. FSR en decaan verschaffen elkaar de informatie die voor een goede uitoefening van taken en verantwoordelijkheden wenselijk is. 1.3.3 Gesprek decaan / student Eén keer in de zes weken voert de decaan een informerend gesprek met een student. De decaan wijst de student aan op basis van een voordracht van de FSR. De student voert deze functie minimaal één jaar uit. 1.3.4 Adviesraad onderwijs De FNWI kent een adviesraad onderwijs, bestaande uit tenminste vijf leden van buiten de UvA. De adviesraad brengt op basis van haar expertise gevraagd en ongevraagd advies uit aan het directieteam over het facultaire opleidingsaanbod, het onderwijsbeleid van de FNWI en de kwaliteit van de (onderwijs)organisatie. De raad representeert het toeleverend veld (vertegenwoordiging van het VWO) en het afnemend veld (vertegenwoordiger van bedrijfsleven en publieke organisaties waar afgestudeerden van de FNWI werkzaam zijn). De adviezen van de raad hebben betrekking op onderwerpen zoals het bevorderen van excellentie in het onderwijs, studiesucces en aansluiting op het werkveld van bepaalde masteropleidingen. De adviesraad komt in de regel twee maal per jaar bijeen. Uitgelicht: Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) Het IIS biedt, in tegenstelling tot de college en de schools, zowel bachelor als masteropleidingen aan. Daarnaast heeft IIS zowel de ondersteuning als de communicatie intern belegd. Er vindt hier wel afstemming over met respectievelijk het ESC en de afdeling Communicatie van FNWI. Bij het IIS vindt overleg plaats binnen het managementteam, het coördinatorenoverleg en de education board. Ook heeft het IIS een eigen adviesraad. 1.3.5 PhD Council De PhD Council bestaat uit een afvaardiging van de facultaire promovendi die de decaan adviseert over alle onderwerpen die de belangen van promovendi betreffen. Het advies heeft betrekking op zaken zoals algemeen onderwijs- en onderzoekbeleid van de faculteit, opleidings- en begeleidingsplan voor promovendi, de kwaliteit van de opleiding, arrangementen voor buitenlandse promovendi, huisvesting, carrièreperspectief e.d. De council vergadert in beginsel 6 keer per jaar. De decaan ziet er op toe dat de PhD Council niet treedt in de reguliere bevoegdheden van medezeggenschapsorganen. 7 1.3.6 Graduate Studies Committee Het Graduate Studies Committee (GSC) bestaat uit drie onderzoeksdirecteuren, de onderwijsdirecteuren van de onderscheiden Graduate Schools en 2 PhD studenten. De leden worden benoemd door de decaan voor een termijn van drie jaren. Het GSC bewaakt de rendementen van de
7
Zie voor beschrijving van de PhD council de Regeling voor de PhD Council van de FNWI, van 17 januari 2012
9
promotietrajecten en doet aanbevelingen voor verbetering. 8 Het GSC adviseert de decaan over de kwaliteit van het opleidingsprogramma van promovendi en het monitoren van promotietrajecten. De (planning van) activiteiten en de uit te brengen adviezen worden afgestemd met de directeur onderwijs. 1.3.7 Opleidingscommissies De opleidingscommissies staan nader omschreven in paragraaf 1.5.2.
1.4 Taken en verantwoordelijkheden per onderwijsfunctie In deze paragraaf worden de taken en verantwoordelijkheden van de onderwijsfunctionarissen beschreven. De directeur onderwijs wordt bij de uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden bijgestaan door de bedrijfsvoerder onderwijs (aangesteld bij het ESC) en stafmedewerkers bij het faculteitsbureau. De onderwijs- en opleidingsdirecteuren worden ondersteund door de opleidingscoördinatoren en onderwijsmedewerkers in het ESC. 1.4.1 Directeur Onderwijs De eindverantwoordelijkheid voor de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs binnen de faculteit ligt bij de decaan. In de FNWI heeft de decaan de portefeuille onderwijs belegd bij de directeur onderwijs. Doel van de functie is de verantwoordelijkheid voor het facultaire onderwijsbeleid (inclusief financiën en voorzieningen) bij een persoon te beleggen zodat de verschillende voorwaarden voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs gewaarborgd worden. De directeur onderwijs is verantwoordelijk voor: Facultaire onderwijsvisie en strategisch beleid o
Het aanbod van opleidingen (in relatie tot het profiel van de UvA, het landelijk aanbod en in het bijzonder tot de zusterfaculteiten bij de VU)
o
Het opstellen van de onderwijsvisie FNWI
o
Het ontwikkelen van facultair onderwijsbeleid dat gericht is op vernieuwing en innovatie en de vastlegging hiervan in de facultaire beleidsbegroting
o
Het bevorderen van de afstemming tussen onderzoeks- en onderwijsbeleid
o
Het opstellen van het facultaire studentenbeleid
o
Het beleid aangaande onderwijsvoorlichting en -marketing en studentenwerving
Onderwijskwaliteit o
Het vastleggen van een systeem van onderwijskwaliteitszorg op facultair niveau en het toezicht houden op de uitvoering daarvan
o
Het bevorderen van de kwaliteit van het docerend personeel en het toezien op de balans onderzoek en onderwijs in het loopbaanontwikkelingsbeleid
o
Het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijsondersteunend personeel in het ESC
8
Zie voor een meer uitgebreide beschrijving: Inrichting Graduate Studies Committee (GSC) FNWI, vastgesteld door de decaan op 13 december 2011.
10
o
De accreditatie van opleidingen
o
Het realiseren van het rendement van de bachelor- en masteropleidingen, alsmede van de PhD trajecten, overeenkomstig de in het bestuursconvenant vastgelegde doelen
o
Het jaarlijks rapporteren over de uitvoering van de jaarplannen van de onderwijsinstituten in het facultair jaarverslag
Organisatie van het onderwijs o
Het leiding geven aan de onderwijsdirecteuren en het hoofd ESC, het voeren van jaargesprekken met onderwijsdirecteuren en hoofd ESC en het voorzitten van het OWIDO
o
Het toezicht houden op en waar nodig participeren in de interne onderwijs overleg- en adviesstructuur (i.c. het overleg met de FSR, het Afdelingsoverleg, het Graduate Studies Committee, de PhD council, de Adviesraad onderwijs, overleg met de studieverenigingen)
o
De facultaire onderwijsbegroting over de verdeling van middelen en het jaarlijks verantwoorden over de uitgaven in het financieel verslag van het onderwijs
Onderhouden contacten met CvB en externe partijen o
Het afstemmen van het facultair onderwijsbeleid op het beleid van de UvA
o
Het afstemmen van het onderwijsaanbod van de FNWI met andere instellingen, in het bijzonder de VU
o
Het vertegenwoordigen van de onderwijsorganisatie van de faculteit in contacten met externe partijen
1.4.2 Onderwijsdirecteur Aan het hoofd van elk onderwijsinstituut staat een onderwijsdirecteur. De onderwijsdirecteur geeft functioneel leiding aan de opleidingsdirecteuren en is voorzitter van de Board of Studies van het onderwijsinstituut. De onderwijsdirecteur participeert in de interne onderwijs overleg- en adviesstructuur (i.c. het Afdelingsoverleg en het OWIDO) van de faculteit. Doel van de functie is een samenhangend kwalitatief hoogwaardig opleidingsaanbod te realiseren, dan wel in stand te houden. En daarnaast de afstemming tussen de verschillende opleidingen van het instituut te coördineren en vernieuwing en innovatie in het onderwijs te stimuleren. Uitgelicht: Verschillen tussen onderwijsinstituten De taken van de onderwijsdirecteuren van de Graduate Schools, van het IIS en van het CoS komen in hoofdlijn overeen, al zijn er enkele verschillen die voortkomen uit de aard van de opleidingen. Het belangrijkste verschil is dat de directeur van het College te maken heeft met instroom van studenten uit het VWO. Hij zal een deel van zijn tijd besteden aan voorlichtings- en wervingsactiviteiten (outreach) en zal daarnaast goed geïnformeerd moeten blijven over de ontwikkelingen in het VWO om aan de kant van de faculteit de aansluiting zo soepel mogelijk te laten verlopen. De directeuren van de Graduate Schools zullen meer aandacht besteden aan de afstemming op het onderzoek in de faculteit en op de eisen van het afnemend (werk)veld. Voor de directeur van het IIS geldt de combinatie van de genoemde aandachtsgebieden omdat het IIS zowel bachelor- als masteropleidingen organiseert. 11
De onderwijsdirecteur is verantwoordelijk voor: Strategisch onderwijsbeleid instituut o
Het opleidingsaanbod, rekening houdend met het landelijk aanbod en het facultaire opleidingenaanbod
o
Het implementeren van het facultaire studenten- en onderwijsbeleid
o
Het realiseren van de doelen uit het bestuursconvenant voor de opleidingen in het instituut alsmede van de doelen uit het jaarplan van het onderwijsinstituut
o
Het implementeren van de facultaire onderwijsvisie in het onderwijsinstituut
o
Het doen van voorstellen voor jaarlijkse aanpassing van deel A van de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) en het bewaken van de jaarlijkse oplevering van deel B door de opleidingsdirecteuren van het onderwijsinstituut
o
De organisatie van de voorlichting over de opleidingen van het onderwijsinstituut
Onderwijskwaliteit o
Het opstellen van het jaarplan/verslag van het onderwijsinstituut
o
Het toepassen en eventueel aanvullen van het facultaire systeem van onderwijskwaliteitszorg op het niveau van het onderwijsinstituut
o
Het gebruiken van bestuurlijke informatie op het niveau van het onderwijsinstituut ten behoeve van maatregelen voor kwaliteitsverbetering. Onder bestuurlijke informatie wordt onder meer begrepen de onderwijskengetallen en de uitkomsten van opleidingsevaluaties
o
Het realiseren van het studiesucces binnen het onderwijsinstituut conform de doelen zoals vastgesteld in het bestuursconvenant en waar nodig het treffen van maatregelen om het studiesucces te bevorderen
o
Het bewaken van de uitvoering van de opleidingsaccreditaties
Organisatie van het onderwijs o
Het functioneel leiding geven aan de opleidingsdirecteuren en het voorzitten van de Board of Studies
o
Het voeren van (bilaterale) overleggen met de opleidingsdirecteuren o.m. over de instroom, studiesucces, uitvoering toetsbeleid, kwaliteit onderwijs, begroting en financieel verslag
o
Het opstellen van de begroting van het onderwijsinstituut waarin opgenomen de verdeling van middelen over de opleidingen en de verantwoording van de uitgaven in het financieel verslag van het instituut
o
Het maken van afspraken met het hoofd ESC over de ondersteuning van het ESC bij de opleidingen van het instituut
o
Het voeren van een voorbereidend gesprek met opleidingsdirecteuren t.b.v. het jaargesprek van de onderzoeksinstituutsdirecteur.
Onderhouden contacten 12
o
Het optreden als vertegenwoordiger van het onderwijsinstituut in contacten met externe partijen, zowel nationaal als internationaal
o
Het afstemmen van het onderwijsaanbod van het instituut met het facultaire onderwijsaanbod
o
Het deelnemen aan incidentele dan wel structurele commissies en overlegorganen op het niveau van de instelling
1.4.3 Opleidingsdirecteur De WHW definieert opleiding als ‘een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit behoort te beschikken’ 9. Elke opleiding staat onder leiding van een opleidingsdirecteur 10, die verantwoordelijk is voor alle aspecten van de opleiding. Doel van de functie is het functioneel leiding geven aan verschillende betrokkenen die zich bezig houden met het uitvoeren van het curriculum van de opleiding in overleg met de onderwijsdirecteur, de docenten, de afdelingsvoorzitter, de opleidingscoördinator en andere medewerkers van het ESC zodat de kwaliteit van de opleiding is gewaarborgd. De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor: Uitvoering Onderwijsbeleid o
Het implementeren van het onderwijsbeleid van het onderwijsinstituut in de opleiding
o
Het zorgdragen voor de uitvoering van de OER
o
Het voorbereiden van deel B van de OER voor het volgende studiejaar
o
Het indien nodig instellen van een curriculumcommissie bij grondige herziening van het curriculum
o
Het toetsplan, afstudeerhandleiding en beoordelingscriteria voor scripties en stages van de opleiding
Onderwijskwaliteit
9
o
Een goed verloop van de kwaliteitscyclus van de opleiding
o
Het uitvoeren, evalueren en bijstellen van maatregelen gericht op het verbeteren van studiesucces en rendementen
o
Het opleveren van de zelfstudie ten behoeve van de opleidingsaccreditatie
o
Het opstellen van een opleidingsjaarverslag incl. voornemens van de opleiding
o
Het organiseren van feedback op de kwaliteit van het onderwijs via student- en docentevaluaties, volgens een daartoe opgesteld evaluatieplan. Over de bevindingen worden de opleidingscommissie en de onderwijsdirecteur geïnformeerd
WHW art. 7.3 lid 2 Facultair Reglement art. 23, lid 3.
10
13
o
Het organiseren van excellentieprogramma’s in afstemming met collega opleidingsdirecteuren
o
Het opstellen, uitvoeren en evalueren van de intakeprocedure in overleg met de onderwijsdirecteur en het hoofd ESC
Organisatie van het onderwijs o
Het functioneel leiding geven aan het docententeam van de opleiding waarin naast de docenten ook de practicumdocenten, opleidingscoördinator en studieadviseur kunnen participeren
o
Het functioneel aansturen van de opleidingscoördinator(en)
o
Het participeren in de interne onderwijs overleg- en adviesstructuur i.c. de Board of Studies
o
Het programmeren en organiseren van de opleiding binnen de budgettaire kaders en het verantwoorden van de uitgaven in het (financieel) verslag
o
Het verstrekken van voldoende informatie aan Examen- en Opleidingscommissie en terugkoppeling aan deze gremia wat er met (on)gevraagd advies van OC en EC wordt gedaan
o
Het overleggen met de afdelingsvoorzitter(s) over de inzet van docenten
o
Het verzorgen van de inhoudelijke aspecten van de voorlichtingsactiviteiten voor de opleiding (in samenwerking met de afdeling Communicatie)
Representatie van de opleiding o
Het optreden als vertegenwoordiger van de opleiding bij voorlichtings- en wervingsactiviteiten (outreach)
o
Contact onderhouden over de kwaliteit van de opleiding met vertegenwoordigers van het werkveld en alumni
1.4.4 Trackcoördinator Binnen vrijwel alle masteropleidingen bestaan verschillende specialisaties of tracks. In de delen B van de OER-en staan de doelstelling, inhoud en omvang van de tracks opgenomen. De coördinatie van een track ligt bij een trackcoördinator, die hierover rapporteert aan de opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur is eindverantwoordelijkheid voor de track. Bij de rol van trackcoördinator behoren de volgende taken: o
het adviseren van de examencommissie over de toelating van studenten tot van de betreffende mastertrack binnen de masteropleiding
o
het maken van afspraken met studenten over het te volgen studieprogramma (eventueel samen met de studieadviseur)
o
Het adviseren van de opleidingsdirecteur over de inzet van docenten uit de onderzoeksinstituten
o
Het rapporteren aan de opleidingsdirecteur ten behoeve van het opleidingsjaarverslag en ten behoeve van de zelfstudies 14
o
Het zorgdragen voor een goede voorlichting wat betreft inhoud van de track, keuzevakken, stages en afstudeerprojecten aan studenten
o
Het leveren van informatie voor de studiegids, de onderwijswebsite mededelingen en nieuwsbrieven
o
Het verzorgen van voorlichtingsmateriaal in overleg met de afdeling Communicatie en Voorlichting
1.4.5 Opleidingscoördinator De opleidingscoördinator geeft organisatorische ondersteuning aan de opleidingsdirecteur. De coördinatoren worden hiërarchisch aangestuurd door het hoofd ESC, en functioneel (lees: inhoudelijk) door de opleidingsdirecteuren van de opleidingen die zij in portefeuille hebben. Het doel van de functie is het ondersteunen van de opleidingsdirecteur bij alle aspecten van het onderwijsproces behalve de inhoudelijke (waarvoor de opleidingsdirecteur verantwoordelijk is). De opleidingscoördinator is binnen het ESC het algemene aanspreekpunt voor alle opleiding specifieke organisatorische zaken. Met onderstaande taken en verantwoordelijkheden is een invulling gegeven aan het basispakket van de opleidingscoördinatoren. Het is goed mogelijk dat opleidingsdirecteuren een beroep doen op het ESC voor meer ondersteuning. Een verzoek daartoe dient via de onderwijsdirecteur te worden gedaan aan het hoofd ESC. Het hoofd ESC beslist over de inzet van medewerkers van het ESC. De opleidingscoördinator ondersteunt de opleidingsdirecteur inzake: Uitvoering Onderwijsbeleid o
Het voorbereiden van deel B van de OER voor het volgende studiejaar
o
Het begeleiden van en adviseren over de inrichting en uitvoering van studievoorlichting aan studenten, de inschrijving- en toelatingsprocedures,
o
In samenwerking met studieadviseurs rapporteren over de studievoortgang van studenten, de inrichting van studentenvoorzieningen en het signaleren van knelpunten en het doen van aanbevelingen ter verbetering
Onderwijskwaliteit o
Het uitvoeren van maatregelen gericht op het verbeteren van studiesucces en rendementen
o
Het aanleveren van informatie voor de kritische zelfreflectie ten behoeve van de opleidingsaccreditatie
o
Het leveren van informatie voor het opstellen van het jaarverslag van de opleiding
o
Het aanleveren van informatie omtrent (vak)evaluaties
o
Het adviseren van de opleidingsdirecteur, kwaliteitszorgmedewerkers en het hoofd ESC over de opzet, de uitvoering en het feitelijk functioneren van de het systeem van kwaliteitszorg 15
Organisatie van het onderwijs o
Het aanleveren van informatie ten behoeve van het overleg in het docententeam van de opleiding
o
Het bewaken van de voortgang van de roostering, de oplevering van de studiegids, organisatie tentamens, groepsindeling, intake, het beheer van de opleidingswebsites e.d.
o
Het in overleg met studieadviseurs rapporteren over studieloopbanen van studenten, studieadviezen en eventuele verbetermaatregelen die de opleidingsdirecteur op grond hiervan kan nemen
o
Het aansturen van een team van medewerkers (onderwijsmedewerkers en studieadviseurs) voor de betreffende groep van opleidingen
Zie voor de organisatorische inbedding van de opleidingscoördinator het door het directieteam vastgestelde herijkingsplan van het ESC. 1.4.6 Studieadviseur Voor verschillende clusters van opleidingen zijn studieadviseurs aangesteld bij het ESC en het IIS. De primaire focus is de studieloopbaanbegeleiding van studenten. Het doel van de functie is een goede studievoortgang van studenten te bevorderen en de studenten in staat te stellen gefundeerde keuzes te maken binnen hun opleidingen. De studieadviseurs werken binnen een opleidingsteam dat wordt aangestuurd door een opleidingscoördinator. Daarnaast werken ze onderling samen en met de studentenadministratie en de opleidingsdirecteuren. Het takenpakket van de studieadviseur bestaat uit: o
Het verzorgen van de studiebegeleiding en advisering aan studenten van de opleidingen waarvoor de studieadviseur werkt
o
Het stimuleren van een verantwoorde studievoortgang en indien nodig bij studieproblemen naar bevoegde instanties verwijzen en daarbij zo nodig bemiddelen
o
Begeleiding van studenten in verband met individuele regelingen omtrent onderwerpen als studiefinanciering, studievertraging vanwege persoonlijke omstandigheden, bezwaar en beroep
o
Bij de bacheloropleidingen het voorbereiden van het Bindend Studie Advies
o
Het uitvoeren en bijdragen aan de ontwikkeling van het studieloopbaanbeleid
o
Het voorlichten van belangstellenden over de inhoud van de studie en het beroepsperspectief, in samenwerking met de studievoorlichters
o
Het voeren van overleg met docenten, opleidingscoördinatoren, opleidingsdirecteuren, opleidingscommissies en examencommissies in het kader van de bovengenoemde taken
o
Het bijhouden van relevante ontwikkelingen in het vakgebied van studieadvisering en een actieve bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van de studieadviseurs
16
1.4.7 Hoofd Education Service Center (ESC) Het ESC is de dienst binnen de FNWI die het onderwijs(proces) ondersteunt en zorg draagt voor de uitvoering van alle administratieve, opleidingsondersteunende en logistieke processen. Het ESC is het centrale punt waar studenten, docenten en externe belangstellenden terecht kunnen voor actuele en betrouwbare informatie over het onderwijs in de faculteit en de daarbij te volgen procedures en geldende regels. Het hoofd ESC geeft leiding aan de dienst. Het doel van de functie is het geven van sturing aan de onderwijsondersteunende processen in de faculteit in afstemming met de directeur onderwijs en de onderwijsdirecteuren en met oog voor de ontwikkeling van de expertise van de medewerkers van het ESC. Het hoofd ESC is verantwoordelijk voor: Organisatie van de onderwijsondersteuning o Het adequaat en samenhangend functioneren van alle onderwijsondersteunende functies en taken o
Het leidinggeven aan het managementteam van het ESC
o
Het hiërarchisch aansturen van de clusters Opleidingsondersteuning en Onderwijskwaliteit
o
Het laten opstellen van de begroting voor het ESC binnen de financiële kaders van de faculteit
o
Het rapporteren over de uitgaven in een jaarlijks op te stellen financieel verslag
o
Het op peil houden en bevorderen van de professionele expertise en deskundigheid van de medewerkers van het ESC
Afstemming met onderwijsdirecteuren en directeur onderwijs o
Het participeren in het owido
o
Het voeren van bilateraal overleg met de directeur onderwijs
o
Het maken van afspraken met onderwijsdirecteuren over de inzet van medewerkers van het ESC ten behoeve van het onderwijs
o
Het voeren van bilateraal overleg met onderwijsdirecteuren
1.5 Opleidings- en examencommissies 1.5.1
Examencommissie (EC)
Bevoegdheid De bevoegdheid om vast te stellen dat een student de in de OER gestelde doelen heeft gehaald, ligt bij de examencommissie (WHW artikel 7.12). Die oefent in feite het monopolie op de verlening van academische graden uit en het is dan ook van het grootste belang dat haar werk van onbesproken kwaliteit is. In de recente wetswijziging (2010) is de positie en onafhankelijkheid van de examencommissie versterkt. De examencommissie is niet primair een adviescommissie. Zij houdt zich niet 17
bezig met het onderwijs als proces maar met het beoordelen van de resultaten van het onderwijs. Uit dien hoofde kan zij wel tot adviezen komen, onder andere over de OER (volgens het UR, artikel 30, vraagt de decaan om dat advies). De examencommissie stelt waar nodig ter uitwerking van de OER nadere regels over de uitvoering van haar taken en bevoegdheden, kan vrijstellingen verlenen en wijst de examinatoren aan die bevoegd zijn tot het afnemen van een tentamen (artikel 7.12c). De examencommissie wordt ingesteld en benoemd door de decaan (WHW artikel 9.15, eerste lid sub e), en rapporteert ook aan de decaan (artikel 7.12b). Voor de instelling en werking van de examencommissies heeft de UvA een modelreglement examencommissie. Volgens dit modelreglement dient elke EC een jaarverslag op te stellen en aan te bieden aan de decaan. Ook stelt de EC jaarlijks een jaarplanning op. Samenstelling en werkwijze De examencommissie wordt door de decaan ingesteld voor elke opleiding of groep van opleidingen. Zie bijlage C voor een overzicht van de examencommissies bij de FNWI. Het CvB heeft een handreiking voor examencommissies opgesteld waarin onder meer aandacht voor de plaats van de examencommissie in de organisatie, de samenstelling, ondersteuning en werkzaamheden 11. Wat betreft de samenstelling is vastgesteld dat een examencommissie uit minimaal drie leden moet bestaan: de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en een extern lid. Binnen de EC moeten vakinhoudelijke deskundigheid op het gebied van de opleiding(en) en toetsdeskundigheid geborgd zijn. Hiermee worden tevens eisen gesteld aan de individuele leden van de examencommissie. Vanwege “het gewicht” van de examencommissie is het wenselijk dat minimaal een van de leden UHD of hoogleraar is bij de betreffende opleiding(en). De onderwijsdirecteur draagt kandidaatleden voor aan de decaan. Hij/zij houdt daarbij rekening met bovenstaande criteria en kan voor voordracht aanvullende criteria hanteren, bijvoorbeeld de resultaten van onderwijsevaluaties. 1.5.2
Opleidingscommissie (OC)
Bevoegdheid Elke opleiding of groep van opleidingen kent een opleidingscommissie (OC) die de volgende bevoegdheden heeft 12: • • •
Advies uitbrengen aan de decaan over de onderwijs- en examenregeling Het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de OER (i.c. de kwaliteit van de wijze waarop het onderwijs is verzorgd) Het gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen aan de opleidingsdirecteur, de onderwijsdirecteur, de directeur onderwijs en de decaan over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs van de opleiding(en)
De OC wordt in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg met de opleidingsdirecteur en heeft recht op schriftelijke mededeling omtrent de opvolging ervan. Haar adviezen gaan bovendien ter kennisneming naar de facultaire medezeggenschap. De opleidingsdirecteur heeft ten minste 11
‘Concept Handreiking voor de Examencommissies’, Bestuursstaf UvA, 9 januari 2012 en ‘Notitie Examencommissies’, Bestuursstaf UvA, 9 januari 2012 12 Zie voor meer uitgebreide beschrijving van de taken en werkwijze van de Opleidingscommissie het door het CvB opgestelde model Huishoudelijk reglement van opleidingscommissies.
18
twee maal per jaar overleg met de OC over de uitvoering van de OER. De OC stelt elk jaar een jaarplanning en een jaarverslag op. Bij de jaarplanning is het belangrijk om afspraken te maken met de onderwijs- en/of opleidingsdirecteur. Naast de punten die worden ingebracht door de onderwijsdirecteur kan de OC zelf enkele thema’s kiezen waaraan zij dat jaar aandacht wil besteden. Het jaarverslag bevat een evaluatie van de resultaten van de werkzaamheden van het afgelopen studiejaar. Dit jaarverslag wordt als input gebruikt voor het onderwijsjaarverslag van het college of de graduate school en voor het jaarverslag van de faculteit. Samenstelling en werkwijze De OC bestaat voor de helft uit de bij de betreffende opleiding(en) 13 ingeschreven studenten en voor de andere helft uit wetenschappelijk personeel dat de opleiding verzorgt. De leden van de OC worden benoemd door de decaan op voordracht van de onderwijsdirecteur. De docentleden worden benoemd voor een termijn van ten hoogste twee jaren. De studentleden worden benoemd voor een termijn van één jaar. De OC vergadert tenminste 4 keer per jaar en verder zo vaak de voorzitter beslist dat het nodig een vergadering te houden. Er wordt vanuit gegaan dat elk OC lid tenminste een keer de specifieke scholing voor OC-leden die jaarlijks wordt aangeboden, heeft gevolgd. De opleidingscommissies zijn veelal ingesteld voor de combinatie van bachelor- en verwante masteropleiding. Zie voor een overzicht bijlage D.
13
WHW artikel 9.18 en FR art. 26.2.
19
2 Kwaliteitszorgsysteem onderwijs 2.1 Inleiding Kwaliteitszorg staat centraal in het FNWI onderwijs. In dit hoofdstuk wordt de kwaliteitszorg formeel uitgewerkt in een systeem van Plan-Do-Check-Act (PDCA). Het systeem van kwaliteitszorg voor het onderwijs leidt tot kwaliteitsverbetering als de PDCA-cyclus consequent en adequaat wordt toegepast op alle aspecten van het onderwijs: opleidingen, staf en voorzieningen. Deze drie aspecten zijn in het Kader Kwaliteitszorg 14 uitgewerkt in de volgende onderwerpen, die voortkomen uit het NVAO kader. 15 1. Kwaliteit van de opleiding 1.1 Doelstellingen en eindtermen 1.2 Opbouw van het curriculum 1.3 Toetsing 1.4 Gerealiseerd eindniveau 1.5 Rendementen 1.6 Kwaliteit van instroom 2. Staf (kwaliteit en kwantiteit) 3. Voorzieningen 3.1 Studiebegeleiding 3.2 Onderwijsondersteuning 3.3 Materiële voorzieningen Elk onderwerp is verder opgedeeld in een serie activiteiten of instrumenten. Een deel van deze activiteiten of instrumenten dient uitgevoerd te worden omdat ze voortkomen uit het NVAO-kader, of overeengekomen zijn binnen de universiteit en/of FNWI. Het systeem van kwaliteitszorg heeft een facultaire signatuur door middel van een aantal aanvullende activiteiten of instrumenten. Voor elk onderwerp van de drie genoemde aspecten wordt in dit deel kort de PDCA-cyclus beschreven. Hierbij wordt, indien nodig, verwezen naar achterliggende documenten waarin de procedure nader is beschreven. Aanvullend is er een tabel opgenomen waarin is vastgelegd wie de belangrijkste actor is en wie verantwoordelijk is voor de verschillende elementen van kwaliteitszorg.
2.2 Toelichting op PDCA-cycli In een organisatie waarin kwaliteitszorg wordt toegepast staat continue verbetering van de kwaliteit centraal. Deze continue verbetering wordt door de verbetercyclus van Deming, de zogenaamde Plan – Do – Check – Act cyclus (PDCA), weergegeven. Een systematische PDCA-aanpak leidt tot kwaliteitsbeheersing, kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering, zoals is weergegeven in figuur 4. De cyclus bestaat uit de volgende vier stappen: 1. Plan: bepalen van richting en ambities, het ontwikkelen van beleid en het uitwerken hiervan naar doelen en het plannen van activiteiten op basis van een systematische analyse van de omgeving en beschikbare middelen. 2. Do: uitvoering van de geplande activiteiten 3. Check: evalueren van de uitvoering, meten van de resultaten, kritische beschouwing van de resultaten en het vergelijken van de uitkomsten met de gestelde doelen. 14 15
Universiteit van Amsterdam, Kader kwaliteitszorg Onderwijs UvA, juni 2011 Zie NVAO: Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, Opleidingsbeoordeling (beperkt), 22 november 2011
20
4. Act: conclusies trekken en het formuleren van verbeterpunten, plannen zonodig bijstellen en/of het formuleren van doelen voor de komende periode. Wanneer het doel bereikt is, is het van belang het beleid te borgen. In dat geval staat de A voor Adapt.
Figuur 4 PDCA cyclus (Bron: Kader Kwaliteitszorg Onderwijs UvA)
Het succesvol kunnen doorlopen van de PDCA-cyclus vereist dat doelen zo concreet mogelijk worden verwoord en (verbeter)plannen zo worden opgesteld, dat er helderheid bestaat over de manier waarop het plan moet worden uitgevoerd. In de planfase moet ook aangegeven worden hoe de resultaten van het traject in de checkfase geëvalueerd zullen worden. Dit alles om te garanderen dat men achteraf goed kan vaststellen wat de oorzaak van een eventueel tegenvallend resultaat kan zijn en verbetertrajecten vervolgens concreet ingezet kunnen worden.
2.3 PDCA-cyclus per onderdeel In de onderstaande tabellen staat de pdca-cycli vermeld voor de verschillende onderdelen uit paragraaf 2.1. Tevens worden de belangrijkste actoren en verantwoordelijken rond deze stappen benoemd. De beschreven PDCA-cycli zijn ingericht met als uitgangspunt het niveau van de opleiding. Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de verschillende functies die vermeld worden in de PDCA-cycli. Verantwoordelijkheid: Het initiatief voor de te nemen stap ligt bij degene die verantwoordelijk is voor de activiteit. De uitvoering kan in sommige gevallen bij een andere actor liggen dan de verantwoordelijke zelf. Een voorbeeld is de uitvoering van het curriculum, wat onder de verantwoordelijkheid van de opleidingsdirecteur valt maar uitgevoerd wordt door de docenten. Wanneer dit verschil tussen verantwoordelijkheid en uitvoering plaatsvindt, is dit aangegeven in de desbetreffende PDCA-cyclus. De verschillende actoren opereren niet geïsoleerd binnen de faculteit maar zijn onderdeel van een groter geheel. Daarom is het belangrijk om de link tussen de verschillende lagen in het oog te houden en het functioneren van het kwaliteitszorgsysteem inzichtelijk te maken door middel van 21
verslaglegging. De verantwoordelijkheden tussen de opleidingsdirecteur, onderwijsdirecteur en decaan worden op de volgende wijze uitgesplitst: •
•
•
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het kwaliteitszorgsysteem ligt bij de opleidingsdirecteur. Elk opleiding heeft een systeem van kwaliteitszorg dat minimaal de UvA en FNWI eisen omvat. De opleidingsdirecteur beschrijft in de voornemens van de opleiding hoe hij/zij het kwaliteitszorgsysteem binnen de opleiding toepast of bijstelt en legt verantwoording af over deze uitvoering in een jaarverslag. Dit document vormt de bijlage van het jaarplan en jaarverslag van de desbetreffende college of school. De onderwijsdirecteur is verantwoordelijk voor de opzet van het kwaliteitszorgsysteem. De college en schools beschrijven in hun jaarplan hoe ze dat jaar invulling geven aan het kwaliteitszorgsysteem binnen de desbetreffende college of school en leggen hierover verantwoording af in hun jaarverslag. De directeur onderwijs is de eindverantwoordelijke voor het geheel. De directeur onderwijs beschrijft op grote lijnen in het Bestuursconvenant op welke punten de komende vier jaar de focus ligt binnen het kwaliteitszorgsysteem. De verantwoording hiervan is terug te vinden in het facultaire jaarverslag.
Ondersteuning: De ondersteuning wordt verzorgd vanuit het ESC en kan op verschillende manieren vorm gegeven worden. Het Hoofd ESC en de onderwijsdirecteur maken nadere afspraken met elkaar over de uitvoering van de activiteiten, daar waar de opleidingscoördinator staat vermeld als ondersteuner. Dit geldt met name voor activiteiten die niet vallen onder de basistaken van de opleidingscoördinator, zoals genoemd in deel 1. Advisering: De advisering over de te nemen stap wordt uitgevoerd door de eerstvolgende die in de hiërarchische lijn boven de degene staat die verantwoordelijke is voor de stap of die deze taak op met een andere reden toebedeeld heeft gekregen. De beleidsmedewerker kwaliteitszorg adviseert de onderwijs- en opleidingsdirecteuren over de uitvoering van het gehele kwaliteitszorgsysteem. Controle: De controle op de te nemen stap wordt uitgevoerd door de eerstvolgende die in de hiërarchische lijn boven de degene staat die verantwoordelijke is voor de stap. Frequentie: De frequentie van de te nemen stap is zoveel mogelijk afgestemd met bestaande (verantwoordings-) rapportages die worden opgesteld binnen de faculteit en instelling. Tijdstip: Het tijdstip van de te nemen stap is zoveel mogelijk afgestemd met bestaande procedures binnen de faculteit en instelling, zoals het proces van het opstellen van de OER-en en jaarplannen. Verwijzing: regelgeving/beleid: In de laatste kolom staan verwijzingen naar relevante regelgeving en beleidsdocumenten waarin bepaalde acties of bevoegdheden zijn vastgelegd. Ook wordt er naar ‘good practices’ binnen de faculteit verwezen, indien van toepassing.
22
1. Kwaliteit van de opleiding 1. Doelstellingen en eindtermen Activiteit / instrument Plan A Doelstellingen en eindtermen vaststellen conform: I. Dublin descriptoren; II. internationale benchmarking; III. domein specifiek referentiekader; IV. onderwijsvisie; V. eisen vanuit werkveld; VI. aansluiting vooropleiding; VII. aansluiting vervolgopleiding; VIII. research based teaching.
B
Relatie eindtermen en leerdoelen helder maken.
Do A Doelstellingen en eindtermen verwerken in programma en vastleggen in OER. B
16
Leerdoelen operationeel beschrijven per opleidingsonderdeel inclusief hun bijdrage aan doelstellingen en eindtermen, weergeven in studiegids.
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur, Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar of bij wijziging curriculum
Maart-april
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur, Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar of bij wijziging curriculum
Maart-april
I. www.nvao.nl II. www.nvao.nl III. www.nvao.nl IV. Onderwijsvisie UvA, onderwijsvisie FNWI V. www.nvao.nl VI. www.nvao.nl VII. www.nvao.nl VIII. Onderwijsvisie UvA; onderwijsvisie FNWI www.nvao.nl
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Januarifebruari
Model OER UvA
Opleidings16 directeur
Opleidingscoördinator, docenten(team)
Opleidingscommissie, examencommissie Opleidingscommissie, Examencommissie,
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Maart-mei
Model Studentenstatuut UvA
De verantwoordelijkheid voor het curriculum ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering van het curriculum ligt bij de docenten.
23
Check A Evaluatie relevantie van doelstellingen en eindtermen door contact met afnemend werkveld, docenten en studenten. B
Evaluatie operationele beschrijving leerdoelen in relatie tot doelstellingen en eindtermen.
Act A Aanpassing eindtermen en doelstellingen, vervolgens curriculumherziening. B
17
Aanpassing leerdoelen naar aanleiding van aanpassing eindtermen en doelstellingen.
toets17 deskundige Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie, Examencommissie Opleidingscommissie, Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Novemberfebruari
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Novemberfebruari
Opleidingscommissie, Examencommissie Opleidingscommissie, Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Decemberjanuari
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Decemberjanuari
De functie van toetsdeskundige wordt binnen FNWI op tijdelijke basis vervuld. Mogelijkerwijs worden de taken waarbij de toetsdeskundige vermeld staat in de toekomst door een andere functie vervuld.
24
1. Kwaliteit van de opleiding 2. Opbouw van het curriculum Activiteit / instrument Plan A Programmaplan m.b.t. curriculum vaststellen met daarin: I. verdeling leerdoelen per vak; II. relatie leerdoelenonderwijsvormen-toetsvormen; III. onderlinge aansluiting van vakken; IV. ingangseisen per vak; V. specialisaties/keuzevakken. B Afspraken opstellen omtrent studierendement, met name op vakniveau (bijvoorbeeld Studiesucces). Do A Programmaplan uitvoeren, bijvoorbeeld vakomschrijvingen in studiegids. B
Afspraken omtrent studierendement uitvoeren, met name op vakniveau, bijvoorbeeld handhaving ingangseisen opleiding en vakken, handhaving deadlines. Check A Evaluatie uitvoering programmaplan bijvoorbeeld door middel van het analyseren van managementinformatie, zak/slaag-percentages en identificatie van struikelvakken.
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Docenten(18 team)
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Oktobernovember
Onderwijsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Decaan / directeur onderwijs
Iedere vier jaar
Oktobernovember
Bestuursconvenant, plan van aanpak Studiesucces
Opleidings19 directeur
Docenten(team)
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Model Studentenstatuut UvA
Opleidings20 directeur
Opleidingscoördinator, docenten(team) Docenten(team)
Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie, studieadviseur
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Juli september
18
Bij sommige opleidingen wordt dit het opleidingsteam genoemd. De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering van het programmaplan ligt bij de docenten. 20 De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering van de afspraken ligt bij de docenten. 19
25
B
Evaluatie uitvoering programmaplan door contact met docenten, bijvoorbeeld middels docenten(-team)overleg. Evaluatie uitvoering programmaplan door contact met studenten, bijvoorbeeld middels onderwijsevaluaties zoals vakevaluaties, jaarevaluatie, 21 opleidingsevaluatie. Evaluatie uitvoering afspraken omtrent studierendement, met name op vakniveau, te zijner tijd op te nemen in jaarverslag.
Act A Bijstellen programmaplan. B
21
Bijstellen afspraken omtrent studierendement, met name op vakniveau.
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Docenten(team)
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Docenten(team)
Onderwijsdirecteur
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Juli – september
Opleidingsdirecteur Onderwijsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingsdirecteur
Docenten(team) Opleidingsdirecteur
Onderwijsdirecteur Decaan
Jaarlijks
Novemberfebruari
Zie tabel 5 met een overzicht van evaluaties binnen FNWI.
Iedere vier jaar
Format jaarverslag
Septemberoktober
26
1. Kwaliteit van de opleiding 22 3. Toetsing Activiteit / instrument
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur
Toetsdes23 kundige
Examencommissie
Jaarlijks
April- juni
Handleiding Toetsing FNWI
Docent
Toetsdeskundige
Toetsdeskundige, docenten(team) Toetsdeskundige
Examencommissie
Doorlopend
Doorlopend
Handleiding Toetsing FNWI
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Toetsdeskundige Toetsdeskundige
Examencommissie Examencommissie
Iedere drie jaar
Maart-mei
Beoordelingscriteria voor scripties en stages opstellen.
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Iedere drie jaar
Maart-mei
Kader Toetsbeleid UvA www.nvao.nl
Doorlopend
Afstudeerhandleiding toepassen.
Docent
Doorlopend
Doorlopend
D
Beoordelingscriteria toepassen.
Docent
Examencommissie Examencommissie Examencommissie Examencommissie
Doorlopend
C
Toetsdeskundige Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Doorlopend
Vakdossiers toepassen.
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Doorlopend
B
Opleidingsdirecteur Docent
Doorlopend
Doorlopend
Plan A Toetsplan opstellen.
B C D
Vakdossiers per vak opstellen, waarin bijvoorbeeld toetsmatrijs en antwoordmodel zijn opgenomen. Afstudeerhandleiding opstellen.
Do A Toetsplan uitvoeren.
Check
Opleidingsdirecteur
Handleiding Toetsing FNWI Handleiding Toetsing FNWI Kader Toetsbeleid UvA www.nvao.nl
22
De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor de vormgeving en uitvoering van de opleiding en zorgt dat het onderwijs en de opleiding aan de kwaliteitsstandaard voldoet. Onderdeel van deze taak is het opstellen van een toetsplan, waarin staat aangegeven hoe er met toetsing omgegaan wordt binnen de opleiding. De opleidingscommissie adviseert de opleidingsdirecteur en de decaan over de (wijze van uitvoering van de ) OER. Deze advisering kan gaan over toetsing, als onderdeel van een advies over specifieke vakken en/of het onderwijsprogramma. De examencommissie beoordeelt de resultaten van het onderwijs; zij is immers “het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet”. Tevens staat in de WHW aangegeven dat de examencommissie de kwaliteit van tentamens en examens borgt. Dit betekent onder andere dat de examencommissie de uitvoering van het toetsplan, dat opgesteld is door de opleidingsdirecteur, controleert. 23 De functie van toetsdeskundige wordt binnen FNWI op tijdelijke basis vervuld. Mogelijkerwijs worden de taken waarbij de toetsdeskundige vermeld staat in de toekomst door een andere functie vervuld.
27
24
A
Toetsplan evalueren.
B
Steekproefsgewijze evalueren vakdossiers.
C
Steekproefsgewijze evalueren toepassing afstudeerhandleiding. Steekproefsgewijze evalueren toepassing beoordelingscriteria. Steekproefsgewijze controle kwaliteit tentamens en afstudeerwerken.
D E
Act A Bijstellen toetsplan.
Opleidingsdirecteur Examencommissie Examencommissie Examencommissie Examencommissie
Opleidingscoördinator Ambtelijk secretaris Ambtelijk secretaris Ambtelijk secretaris Ambtelijk secretaris
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Examencommissie Examencommissie Examencommissie Examencommissie Examencommissie
Jaarlijks
Februari-maart
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Kader Toetsbeleid UvA
Opleidingsdirecteur
Toetsdeskundige
Examencommissie
Jaarlijks
April-juni
Handleiding Toetsing FNWI
Toetsdeskundige Toetsdeskundige Toetsdeskundige
Toetsdeskundige, docenten(team) Toetsdeskundige Toetsdeskundige Toetsdeskundige
Examencommissie Examencommissie Examencommissie
Doorlopend
Doorlopend
Iedere drie jaar
Maart-mei
Iedere drie jaar
Maart-mei
Handleiding Toetsing FNWI Kader Toetsbeleid UvA www.nvao.nl
B
Bijstellen vakdossiers.
Docent
C
Bijstellen afstudeerhandleiding.
D
Bijstellen beoordelingscriteria.
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
24
De opleidingscommissie ontvangt de evaluatie van het toetsplan ter informatie.
Handleiding Toetsing FNWI Handleiding Toetsing FNWI Kader Toetsbeleid UvA www.nvao.nl
28
1. Kwaliteit van de opleiding 4. Gerealiseerd eindniveau Activiteit / instrument Plan A Vaststellen eindtermen opleiding.
B
Opstellen richtlijnen voor vrijstellingen, cum laude en keuzevakken.
Do A Eindtermen verwerken in programma en vastleggen in OER. B
Richtlijnen voor vrijstellingen, cum laude en keuzevakken toepassen. Check A Evalueren eindtermen opleiding, bijvoorbeeld middels contact met afnemend werkveld, Raad van Advies, beroepsgroep en alumni, en doorstroom naar vervolgopleiding. Steekproefsgewijs controleren of afstudeerwerken voldoen aan eindtermen. B Evalueren richtlijnen voor vrijstellingen, cum laude en keuzevakken.
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur
Onderwijsdirecteur
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar of bij wijziging curriculum
Oktober – november
Model OER UvA
Examen25 commissie
Opleidingscoördinator, docenten(team) Ambtelijk secretaris
Opleidingsdirecteur
Interne audit , 27 externe audit
Iedere drie jaar
Oktober november
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
November februari
Examencommissie
Ambtelijk secretaris
Opleidingscommissie, examencommissie Opleidingsdirecteur
Interne audit, externe audit
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Mei-september
Examencommissie Examencommissie
Ambtelijk secretaris Ambtelijk secretaris
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Interne audit, externe audit Interne audit, externe audit
Doorlopend
Doorlopend
Iedere drie jaar
Mei-juni
26
25
In het geval van disfunctioneren van een examencommissie kan de decaan maatregelen treffen. Bijvoorbeeld centrale auditcommissie ingesteld door CvB. 27 Bijvoorbeeld Inspectie van het Onderwijs, visitatiecommissie i.v.m. accreditatie opleiding. 26
29
Act A Bijstellen eindtermen opleiding. B
Bijstellen richtlijnen voor vrijstellingen, cum laude en keuzevakken.
Opleidingsdirecteur Examencommissie
Opleidingscoördinator Ambtelijk secretaris
Opleidingscommissie Opleidingsdirecteur
Onderwijsdirecteur Interne audit, externe audit
Iedere drie jaar Iedere drie jaar
OktoberNovember Oktober november
30
1. Kwaliteit van de opleiding 5. Rendementen Activiteit / instrument Plan A Afspraken en maatregelen opstellen ten behoeve van studierendement, met name op opleidingsniveau (bijvoorbeeld Studiesucces). Do A Afspraken en maatregelen ten behoeve van studierendement uitvoeren, met name op opleidingsniveau, bijvoorbeeld middels handhaving ingangseisen opleiding en vakken, en handhaving deadlines. Check A Evaluatie uitvoering afspraken en maatregelen en hun effectiviteit ten behoeve van studierendement, met name op opleidingsniveau, bijvoorbeeld door analyseren van rendementsgegevens opleiding in vergelijking met universitaire en landelijke rendementen, zak-/slaagpercentages, uitvalpercentages en aantal EC behaald per cohort. Act A Bijstellen afspraken en maatregelen ten behoeve van studierendement, met name op opleidingsniveau.
28
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Onderwijsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Decaan
Iedere vier jaar
September – oktober
Plan van aanpak Studiesucces, bestuursconvenant, prestatieafspraken, sectorplan
Opleidings28 directeur
Docenten(team), opleidingscoördinator
Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Docenten(team), opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Doorlopend
Onderwijsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Opleidingsdirecteur
Decaan
Iedere vier jaar
Septemberoktober
De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering van de maatregelen ligt bij de docenten.
31
1. Kwaliteit van de opleiding 6. Kwaliteit van instroom Activiteit / instrument Plan A Opstellen toelatingseisen en vastleggen in OER. 29
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Maart-april
Model OER UvA
Afdeling Communicati, onderwijsdirecteur Examencommissie Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Novemberfebruari
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
November december November december
B
Opzetten voorlichting en marketing .
Opleidingsdirecteur
Afdeling Communicatie
C
Opstellen intakeprocedure.
D
Opstellen regeling BSA en vastleggen in 30 OER .
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Examencommissie Afdeling Communicatie Opleidingsdirecteur
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Examencommissie
Interne audit, externe audit Onderwijsdirecteuren Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
(BSAcommissie)
Ambtelijk secretaris Afdeling Communicatie Varieert per opleiding, bijvoorbeeld docenten, tutoren Opleidingscoördinator
Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Examencommissie
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
OktoberDecember
Do A Toepassen toelatingseisen. B
Uitvoeren voorlichting en marketing.
C
Uitvoeren intakeprocedure.
D
Uitvoeren regeling BSA.
Check A Evalueren toelatingseisen, bijvoorbeeld middels controle voldoende instroom per
Jaarlijks
29
De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de voorlichting. De afdeling Communicatie is verantwoordelijk voor de vorm van de voorlichting. De onderwijsdirecteur is verantwoordelijk voor het strategische aspect van de voorlichting. 30 In het geval van een bacheloropleiding.
32
C
jaar en redenen studie-uitval in eerste jaar achterhalen. Evalueren voorlichting en marketing, bijvoorbeeld redenen studie-uitval in eerste jaar achterhalen en correcte beeldvorming over opleiding in voorlichting gehanteerd. Evalueren intakeprocedure.
D
Evalueren regeling BSA.
B
Act A Bijstellen toelatingseisen. B
Bijstellen voorlichting en marketing.
C
Bijstellen intakeprocedure.
D
Bijstellen regeling BSA.
Opleidingsdirecteur
Afdeling Communicatie
Afdeling Communicatie
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Examencommissie Examencommissie
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Novemberfebruari November februari
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Afdeling Communicatie Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Examencommissie Afdeling Communicatie Examencommissie Examencommissie
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Iedere drie jaar
Februari- maart
Jaarlijks
Juniseptember NovemberDecember November december
Jaarlijks
Iedere drie jaar Jaarlijks
33
2. Staf (kwaliteit en kwantiteit)
31
Activiteit / instrument Plan 32 A Facultair beleid omtrent kwaliteit en kwantiteit docenten vaststellen, bijvoorbeeld profielschetsen opstellen.
B
Plan omtrent inzet van docenten opstellen.
Do A Facultair beleid omtrent kwaliteit en kwantiteit docenten uitvoeren. B Plan omtrent inzet van docenten uitvoeren, bijvoorbeeld middels het maken van afspraken met afdelingen. Check A Facultair beleid omtrent kwaliteit en kwantiteit docenten evalueren.
B
31 32
Inzet van docenten evalueren, waarbij de uitkomsten onderdeel kunnen vormen van het jaargesprek tussen docent en afdelingsvoorzitter, en een verbeterplan voor de opleiding zelf.
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Directeur bedrijfsvoering
Afdeling personeelszaken
Decaan
Iedere vier jaar
December
Plan van aanpak BKO
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Directeur onderwijs, onderwijsdirecteur, afdelingsvoorzitter Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Iedere vier jaar
December
Afdelingsvoorzitter Opleidingsdirecteur
Opleidingsdirecteur Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs Directeur onderwijs
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Directeur bedrijfsvoering
Afdeling personeelszaken
Decaan
Jaarlijks
December februari
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Directeur onderwijs, onderwijsdirecteur, afdelingsvoorzitter Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Jaarlijks
Decemberfebruari
Met staf wordt bedoeld het HRM beleid voor wetenschappelijk personeel dat werkzaam is als docent in het onderwijs. Het is van belang dat de docent niet alleen didactische kwaliteiten bezit, maar ook over voldoende inhoudelijke kennis bezit over het desbetreffende vak dat hij of zij doceert.
Jaarverslag FNWI
34
Act A Facultair beleid omtrent kwaliteit en kwantiteit docenten bijstellen.
B
Plan omtrent inzet docenten bijstellen.
Directeur bedrijfsvoering
Afdeling personeelszaken
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Directeur onderwijs, onderwijsdirecteur, afdelingsvoorzitter Onderwijsdirecteur
Decaan
Iedere 4 jaar, kleinschalig jaarlijks
December
Directeur onderwijs
Iedere 4 jaar, kleinschalig jaarlijks
December
Beleidsbegroting FNWI
35
3. Voorzieningen 1. Studiebegeleiding Activiteit / instrument Plan A Facultair beleid opstellen omtrent studiebegeleiding, gelinkt aan onderwerpen als rendementen, studiesucces en (in geval van Bachelor) bindend studie advies. B Implementatieplan opstellen naar aanleiding van facultair beleid. C
Tutoraat inrichten.
33
Do A Facultair beleid uitvoeren omtrent studiebegeleiding. B Implementatieplan naar aanleiding van facultair beleid uitvoeren. 35 C Tutoraat uitvoeren. Check A Facultair beleid evalueren omtrent studiebegeleiding, bijvoorbeeld studenttevredenheid onderzoeken. B Implementatieplan naar aanleiding van facultair beleid evalueren. C
Tutoraat evalueren, bijvoorbeeld student-
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Directeur onderwijs
Onderwijsdirecteur
Decaan
Iedere vier jaar
Novemberfebruari
Plan van aanpak Studiesucces
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Studieadviseur, opleidingsdirecteur Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Iedere vier jaar
Februari-mei
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator, docenten(team)
Tutor / abvdocent, studieadviseur
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Februari-mei
Onderwijsdirecteur Opleidings34 directeur Opleidingsdirecteur
Studie-adviseur
Opleidingsdirecteur Onderwijsdirecteur Opleidingsdirecteur
Directeur onderwijs Directeur onderwijs Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Onderwijsdirecteur
Opleidingscoördinator
Studie-adviseur
Directeur onderwijs
Jaarlijks
Septemberoktober
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Directeur onderwijs
Jaarlijks
Septemberoktober
Opleidings-
Opleidings-
Onderwijsdirecteur, studieadviseur Tutor / abv-
Onderwijs-
Jaarlijks
September-
Opleidingscoördinator Tutor / abvdocent
Plan van aanpak tutoraat
33
In het geval van een bacheloropleiding. De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering ligt bij de studieadviseur. 35 De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering ligt bij de tutoren. 34
36
en docenttevredenheid onderzoeken. Act A Facultair beleid bijstellen omtrent studiebegeleiding. B C
Implementatieplan naar aanleiding van facultair beleid bijstellen. Tutoraat bijstellen.
directeur
coördinator, tutor / abvdocent
docent, docenten(team)
directeur
oktober
Directeur onderwijs
Onderwijsdirecteur
Decaan
Iedere vier jaar
Novemberfebruari
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator, docenten(team)
Studieadviseur, opleidingsdirecteur Onderwijsdirecteur Tutor / abvdocent
Directeur onderwijs Onderwijsdirecteur
Iedere vier jaar
Novemberfebruari Januarifebruari
Jaarlijks
37
3. Voorzieningen 36 2. Onderwijsondersteuning Activiteit / instrument Plan A Facultair beleid opstellen omtrent onderwijsondersteuning, bijvoorbeeld betreffende organisatie en informatievoorziening opleiding. B Plan per opleiding naar aanleiding van facultair beleid omtrent onderwijsondersteuning opstellen. Do A Facultair beleid uitvoeren omtrent onderwijsondersteuning. B Plan naar aanleiding van facultair beleid omtrent onderwijsondersteuning uitvoeren. Check A Facultair beleid evalueren omtrent onderwijsondersteuning, bijvoorbeeld middels Nationale Studenten Enquête (NSE) en docenttevredenheid onderzoeken. C Plan naar aanleiding van facultair beleid omtrent onderwijsondersteuning evalueren. Act A Facultair beleid bijstellen omtrent onderwijsondersteuning.
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Directeur onderwijs
Hoofd ESC
Onderwijsdirecteuren
Decaan
Iedere vier jaar
September
Bestuursconvenant
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Iedere vier jaar
Oktober
Hoofd ESC
Medewerkers ESC Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteuren Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs Directeur onderwijs
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Doorlopend
Hoofd ESC
Medewerkers ESC
Onderwijsdirecteuren
Directeur onderwijs
Jaarlijks
Mei
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Jaarlijks
Mei
Directeur onderwijs
Hoofd ESC
Onderwijsdirecteuren
Decaan
Iedere vier jaar
Juni-juli
Opleidings37 directeur
36
De gehanteerde termen van functies in deze PDCA-cyclus zijn gangbaar binnen het ESC. Eenzelfde soort functies bestaan binnen het IIS onder andere termen. Echter, de inhoudelijke kant van de functies is hetzelfde en de toepassing van deze PDCA-cyclus geldt ook voor het IIS. De ondersteuning uitgevoerd door de Afdeling Communicatie op gebied van externe communicatie en voorlichting valt ook onder deze categorie. 37 De verantwoordelijkheid ligt bij de opleidingsdirecteur maar de uitvoering ligt bij verschillende, ondersteunende medewerkers.
38
B
Plan naar aanleiding van facultair beleid omtrent onderwijsondersteuning bijstellen.
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Directeur onderwijs
Iedere vier jaar
Juni-juli
39
3. Voorzieningen 38 3. Materiële voorzieningen Activiteit / instrument
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Plan A Beleid opstellen omtrent materiële voorzieningen.
Directeur bedrijfsvoering
Directeur onderwijs
Decaan
Iedere vier jaar
April
Do A Beleid uitvoeren omtrent materiële voorzieningen.
Afdeling gebouwen en voorzieningen
Directeur bedrijfsvoering
Directeur onderwijs
Decaan
Doorlopend
Doorlopend
Check A Beleid evalueren omtrent materiële voorzieningen.
Afdeling gebouwen en voorzieningen
Directeur bedrijfsvoering
Directeur onderwijs
Decaan
Jaarlijks
September
Act A Beleid bijstellen omtrent materiële voorzieningen.
Afdeling gebouwen en voorzieningen
Directeur bedrijfsvoering
Afdeling gebouwen en voorzieningen
Directeur onderwijs
Decaan
Iedere vier jaar, kleinschalig jaarlijks
Septemberapril
38
Verwijzing: regelgeving/beleid
Dit betreft materiële voorzieningen die op facultair niveau beheerd worden, zoals computers, labzalen, e.d.
40
3 Onderwijsevaluaties Aangezien onderwijsevaluaties een cruciale rol in het systeem van kwaliteitszorg spelen gaat dit deel van het Handboek afzonderlijk in op de (vormen van) evaluaties op de verschillende niveaus. Per type evaluatie is een korte beschrijving van de evaluatieprocedure opgenomen.
3.1 Beschrijving evaluaties De beschrijving per evaluatie omvat de volgende elementen: • • • • • • • •
Doelgroep van de evaluatie Hoe de verantwoordelijkheid is belegd voor de uitvoering van de evaluaties Door wie de evaluatie wordt uitgevoerd Frequentie en tijdstip van de evaluatie Wie de evaluatiegegevens verzamelt en op welke wijze(n) Wie de evaluatiegegevens ontvangt met welk doel Omschrijving van besliscriteria (kritische grenzen) waarbij verdere actie ondernomen dient te worden De werkwijze bij gewenste of noodzakelijke actie
3.2 Vormen van evaluaties In tabel 1 staan de universiteitsbrede (onderwijs)evaluaties waaraan FNWI deelneemt. In tabel 2 staat een overzicht met (onderwijs)evaluaties binnen FNWI. Bij deze tabel is aangegeven welke evaluaties verplicht uitgevoerd dienen te worden en welke optioneel zijn. Bij de optionele evaluaties zijn de opleidingen vrij om deze evaluaties uit te voeren of niet. De tabellen beperken zich niet tot de schriftelijke evaluaties; ook evaluaties door middel van panelgesprekken en eventuele andere vormen die worden gehanteerd, worden genoemd.
41
Tabel 1: Overzicht universiteitsbrede (onderwijs)evaluaties onder verschillende stakeholders Evaluatie Aspecten Populatie Vorm Frequentie NSE Veel aspecten van de Eerstejaars schriftelijk Jaarlijks opleiding en de UvA bachelor, ouderejaars bachelor, masterstudenten WO-monitor
International Student Barometer (entry wave)
International Student Barometer (exit wave)
Medewerkersmonitor
De arbeidsmarktpositie en de UvA-opleiding in relatie tot de arbeidsmarkt.
Onderwijs, leefomgeving, algemene begeleiding en ondersteuning voorafgaand aan en rondom aankomst in Nederland Onderwijs, leefomgeving, algemene begeleiding, algemene tevredenheid, toekomstplannen Werkbeleving en de kwaliteit van de interne dienstverlening
Alumni van de master die maximaal 2 jaar zijn afgestudeerd
schriftelijk
Buitenlandse studenten
schriftelijk
Buitenlandse studenten
schriftelijk
Medewerkers
schriftelijk
Tweejaarlijks
Uitvoering ResearchNed via UvA/BI
IVA via UvA/BI
Resultaten naar CvB decanen onderwijsdirecteurenkwaliteitszorgmedewerkers ontsluiting via: Website, Fact, UvAdata CvB decanen onderwijsdirecteuren kwaliteitszorgmedewerkers ontsluiting via: Website, Spui, UvAdata hoofden communicatie
Jaarlijks (afname: novdec, resultaten: feb-mrt)
i-graduate via UvA/bC
Jaarlijks (afname: meijuni, resultaten: okt-nov) iedere 1.5 jaar
i-graduate via UvA/bC
hoofden communicatie
IVA via UvA/BI
CvB decanen
contactpersonen internationalisering
contactpersonen internationalisering
ontsluiting via: UvAdata
42
Tabel 2: Overzicht evaluaties binnen FNWI onder verschillende stakeholders Evaluatie Aspecten Populatie Vorm Vakevaluatie Kwaliteit van vak en Studenten die Schriftelijk docent desbetreffend vak d.m.v. evasys volgen Bachelor jaar 1 Samenhang en Studenten die Schriftelijk evaluatie of Master afstemming vakken betreffend jaar volgen 39 track evaluatie binnen jaar, etc. Opleidingsevaluatie Onderwijs, algemene Studenten die de Schriftelijk begeleiding, opleiding gevolgd d.m.v. evasys algemene hebben en hun diploma tevredenheid aanvragen Semesterevaluatie Samenhang en Studenten die Schriftelijk of afstemming vakken desbetreffend semester panel binnen semester, etc. volgen Panelgesprek
Meerdere aspecten rond opleiding
Tussenevaluatie vak Studentenoordeel over docenten
Tussentijdse evaluatie bij vak acht weken, zodat vak bijgesteld kan worden Oordeel studenten over docent
Docentenoordeel over opleiding
Oordeel docenten over opleiding
Alumni-enquete
Oordeel over opleiding
Frequentie Minimaal één keer per drie jaar Jaarlijks
Initiator uitvoering Opleidingscoördinator
Resultaten naar Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie
Verplicht / optioneel Verplicht
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie
Verplicht
Per cohort
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie
Verplicht
Per semester
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie
Optioneel
Studenten die betreffend onderwijs(onderdeel) volgen Studenten die desbetreffend vak volgen
Panel
Wisselend
Opleidingscoördinator
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie
Optioneel
Mondeling
Wisselend
Opleidingsdirecteur
Opleidingscommissie
Optioneel
Studenten die onderwijs van desbetreffende docent volgen Docenten die onderdeel vormen van het docenten(-team) Afgestudeerde studenten
Schriftelijk of mondeling
Wisselend Wisselend
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie, afdelingsvoorzitter Opleidingscommissie
Optioneel
Schriftelijk of mondeling
Opleidingscoördinator en/of -directeur Opleidingsdirecteur
Schriftelijk of mondeling
Tenminste eens per zes jaar
Opleidingscoördinator en/of -directeur
Opleidingsdirecteur, opleidingscommissie, afdelingsvoorzitter
Optioneel
Optioneel
Uiteraard zijn er andere evaluaties mogelijk naast de in de tabel genoemde opties. Uit een korte inventarisatie bij een aantal opleidingsdirecteuren blijkt dat de volgende evaluaties door één of meerdere van hen worden uitgevoerd: evaluatie van de voorlichting, cohortevaluatie cq. monitoring, afstudeer enquête, major 39
In het geval van een eenjarige masteropleiding vervalt deze evaluatie aangezien dit ondervangen wordt door de opleidingsevaluatie.
43
evaluatie, toets evaluatie, tutoraat evaluatie, stoppers enquête, evaluatie van de intake en evaluatie onder studiekiezers. De opleidingsdirecteuren zijn logischerwijs vrij om andere evaluaties hieraan toe te voegen, zoals evaluatie breder afnemend (werk)veld en hun mening over programma, evaluatie door een Raad van Advies.
3.3 Evaluatieprocedure op opleidingsniveau In tabel 3 worden de aspecten en onderwerpen rond de evaluatieprocedure voor de opleiding uitgesplitst in de verschillende stappen van de PDCA-cyclus. Tevens worden de belangrijkste actoren en verantwoordelijken rond deze stappen benoemd. De beleidsmedewerker kwaliteitszorg adviseert de opleidingsdirecteuren over de uitvoering van de gehele PDCA-cyclus. Tabel 3 Onderwijsevaluaties Activiteit
Verantwoordelijke
Ondersteuning
Advisering
Controle
Frequentie
Tijdstip
Verwijzing: regelgeving/beleid
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie Opleidingscommissie
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Oktober november Juli september
Kader kwaliteitszorg
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Doorlopend
Doorlopend
Uitvoeren vakevaluaties
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Eens per 3 jaar
Doorlopend
Uitvoeren evaluatie BA1/MA track
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Juli september
Uitvoeren evaluatie opleiding
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Onderwijsdirecteur
Per cohort
Doorlopend
Verzamelen managementinformatie
Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator
Beleidsmedewerker kwaliteitszorg Beleidsmedewerker kwaliteitszorg Beleidsmedewerker kwaliteitszorg Beleidsmedewerker kwaliteitszorg Beleidsmedewerker management info. ESC
Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Oktober november
Plan A Vaststellen beleid onderwijsevaluaties B
Plannen evaluaties
Do A Uitvoeren beleid onderwijsevaluaties B
Jaarlijks
Standaard UvA evaluatieformulieren
44
Check A Evalueren beleid onderwijsevaluaties B
Beoordelen vakevaluaties Beoordelen evaluatie BA1/MA track Beoordelen evaluatie opleiding Beoordelen managementinformatie (optioneel)
Act A Bijstellen beleid B
Verbeterplannen: I. Opstellen II. Openbaar maken III. Bewaken uitvoering opgestelde verbeteringen
Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingsdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator Opleidingscoördinator
Opleidingscommissie Opleidingscommissie Opleidingscommissie Opleidingscommissie Opleidingscommissie
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
Juli -september
Eens per 3 jaar
Doorlopend
Jaarlijks
Juli september Doorlopend
Jaarlijks
Juli september
Opleidingsdirecteur Onderzoeksdirecteur
Opleidingscoördinator Opleidingsdirecteur
Opleidingscommissie Opleidingscommissie
Onderwijsdirecteur Onderwijsdirecteur
Jaarlijks
November februari Doorlopend
Per cohort
Doorlopend
45
Toelichting bij tabel 3 Onderwijsevaluaties Vakevaluatie • De vakevaluatie vindt plaats aan het einde van het schriftelijke tentamen of (bij afwezigheid daarvan) in de laatste week van de cursus. • Een vak dient jaarlijks geëvalueerd te worden door middel van een schriftelijke evaluatie of panelgesprek dat de opleidingsdirecteur met studenten houdt. Op deze wijze wordt een vinger aan de pols gehouden. Een vak dient ten minste één keer per drie jaar via het evaluatieformulier geëvalueerd te worden. Wanneer de evaluatieresultaten voortkomend uit een vorige vakevaluatie negatief waren, er grote wijzigingen hebben plaatsgevonden, een vak voor het eerst gegeven wordt of bij signalen van studenten dient de jaarlijkse evaluatie van het vak middels het evaluatieformulier plaats te vinden. • Aanvullend op de vakevaluatie kan eventueel ook het hertentamen apart worden geëvalueerd. • De vakevaluatie wordt uitgevoerd met behulp van EvaSys via standaard UvA evaluatieformulieren. De opleidingsdirecteur kan zelf bepalen of de vakevaluatie schriftelijk of digitaal wordt afgenomen, afhankelijk van de afnamemogelijkheden. Uiteraard dient hierbij de anonimiteit van de student gewaarborgd te worden, bijvoorbeeld door het correct instrueren van de docent dit het evaluatieformulier uitdeelt en inneemt. Aanvullend kunnen onder andere panelgesprekken met studenten en klankbordgroepen met docenten gehouden worden. Jaarevaluatie • De jaarevaluatie (BA1 en MA track) vindt plaats aan het einde van het studiejaar. Bij de jaarevaluaties (BA1 en MA track) kan een keuze worden gemaakt tussen evalueren door middel van formulieren of panelgesprekken met studenten. Er kunnen aanvullend klankbordgesprekken gehouden worden met onder andere betrokken trackcoördinatoren, vakcoördinatoren en/of docenten. Opleidingsevaluatie • De opleidingsevaluatie vindt plaats op het moment dat het diploma wordt aangevraagd. • De opleidingsevaluatie wordt uitgevoerd met behulp van EvaSys via standaard UvA evaluatieformulieren. Algemeen • Evaluatieresultaten worden, indien nodig geanonimiseerd, openbaar gemaakt. • Bij het beoordelen van de evaluatieresultaten is het van belang om ook de eerder opstelde verbeterplannen in ogenschouw te nemen, om te beoordelen of de voorgestelde verbeterpunten afdoende resultaat hebben opgeleverd. • Aandachtspunten voortvloeiend uit de onderwijsevaluaties die het opleidingsniveau overstijgen en betrekking hebben op de FNWI-brede opleidingsstructuur worden door de opleidingsdirecteur aan de onderwijsdirecteur gecommuniceerd. • Indien er urgente en/of buitengewone aandachtspunten voortkomen uit de onderwijsevaluaties die betrekking hebben op toetsing en/of beoordeling van het niveau van de opleiding als geheel, dan worden deze zo spoedig mogelijk aan de examencommissie gecommuniceerd door de opleidingsdirecteur.
46
Verbeterplannen en terugkoppeling daarvan Uit een korte inventarisatie bij een aantal opleidingsdirecteuren blijkt dat er behoefte is aan suggesties voor terugkoppeling van evaluatieresultaten en verbeterpunten naar diverse betrokkenen. Hieronder worden een aantal suggesties gegeven voor de wijze waarop dit vormgegeven kan worden, mede aangedragen door de Facultaire Studentenraad. 1. Het publiceren van evaluatieresultaten en verbeterplannen via de Blackboardpagina van de opleiding. Deze documenten dienen geanonimiseerd te worden indien ze ter herleiden zijn tot docenten. 2. Het publiceren van documenten opgesteld door de opleidingscommissies, zoals verslagen en adviezen. Deze adviezen worden ook verwerkt in het jaarverslag van de opleidingscommissie, welke gepubliceerd kan worden. Ook deze documenten dienen geanonimiseerd te worden indien ze ter herleiden zijn tot docenten. Verder dient de opleidingscommissie met de opleidingsdirecteur te overleggen of bepaalde documenten vertrouwelijk zijn of niet. 3. Het bespreken van evaluatieresultaten en bijbehorende verbeterplannen (zoals binnen de opleiding uitgevoerde evaluaties zoals vakevaluaties en opleidingsevaluaties, als landelijk uitgevoerde evaluaties zoals de Nationale Studenten Enquête) met een eenmalige vertegenwoordiging van studenten. Deze vertegenwoordiging is groter dan alleen de studentleden in de opleidingscommissie. Dit kan ook georganiseerd worden voor docenten. 4. Bij de start van een vak aangegeven wat de verbeterpunten van het vak het vorige jaar waren, voortkomend uit de evaluatie die toen gehouden is onder het vorige cohort studenten en het verbeterplan dat is opgesteld. Wanneer aangegeven wordt hoe dit is aangepakt, wordt ook meer inzicht gegeven in de rollen van verschillende actoren en de achterliggende PDCA-cycli. Deze informatie kan gegeven worden door de coördinator van het desbetreffende vak. 5. Bij de start van een semester aangeven wat de verbeterpunten van hetzelfde semester in het vorige jaar waren, voortkomend uit de evaluaties gehouden onder het vorige cohort studenten en het opgestelde verbeterplan. Tevens kan er teruggeblikt worden op het voorliggende semester, om aan te geven wat er gebeurt is met de input die het huidige cohort studenten heeft gegeven over het semester dat door hen gevolgd is. Naast het inzicht geven in de rollen van de verschillende actoren en de achterliggende PDCA-cycli, wordt hiermee ook helder gemaakt wat er gebeurt met de input die gegeven worden door studenten. Dit kan een positief effect hebben op de bereidheid tot het meewerken aan evaluaties. Deze informatie kan gegeven worden door de opleidingscoördinator. 6. Bij emails aan studenten, zoals de periodieke email verstuurd door de studieadviseurs binnen het IIS over zaken aangaande het onderwijs, kunnen verbeterpunten opgenomen worden ter informatie. 7. Verbeterpunten kunnen gecommuniceerd worden middels posters per vak, naar het voorbeeld van de FSR over de extra openingstijden van de bibliotheek. Dit kan ook de openingsslide van een college zijn, die te zien is wanneer studenten binnenkomen en vóór het college zelf aanvangt. 8. Er kan een banner op de studenten- en docentenwebsite gezet worden bij grote wijzigingen naar aanleiding van evaluaties, waarop doorgeklikt kan worden voor meer informatie. Dit kan ook middels een pop-up bij het inloggen op een UvA-computer binnen FNWI. 9. Het door de faculteit faciliteren van een systeem waarin automatisch een email met een kort overzicht van de evaluatieresultaten plus eventuele verbeterpunten naar de studenten van het desbetreffende systeem gestuurd werd, naar het voorbeeld van de opleiding Informatica die dit in het verleden kon uitvoeren. Inmiddels is dit niet meer mogelijk door een upgrade van Blackboard maar wellicht kunnen vergelijkbare systemen opgezet worden.
47
Bijlage A
Opleidingen FNWI
Het College of Science bestaat uit de opleidingen: o B Psychobiologie o B Informatiekunde o B Scheikunde o B Biologie o B Informatica o B Wiskunde o B Kunstmatige Intelligentie o B Natuur- en Sterrenkunde o B Aardwetenschappen o B Biomedische Wetenschappen De Graduate School of Informatics bestaat uit de opleidingen: o M System and Network Engineering o M Software Engineering o M Information Studies o M Logic o M Grid Computing o M Artificial Intelligence De Graduate School of Sciences bestaat uit de opleidingen: o M Physics o M Chemistry o M Mathematics o M Stochastics and Financial Mathematics o M Astronomy and Astrophysics o M Mathematical Physics De Graduate School of Life and Earth Sciences bestaat uit de opleidingen: o M Biological Sciences o M Life Sciences o M Earth Sciences o M Biomedical Sciences Het Instituut voor Interdisciplinaire Studies bestaat uit de opleidingen: o B Beta Gamma o B Future Planet Studies o M Brain and Cognitive Sciences (research) o M Forensic Science NB De Bachelor opleiding Bio-exact en de Master Mathematics and Science Education zijn in bovenstaand overzicht niet opgenomen omdat ze in afbouw zijn en er geen instroom meer mogelijk is.
48
Bijlage B
Jaarkalender Onderwijs
Jaarkalender onderwijs WAT WIE Jaarplan en jaarverslag
Onderwijsintituut
December
HOE VAAK Jaarlijks
Jaarverslag (sociaal jaarverslag) Halfjaarlijkse verantwoording
Faculteit
Februari
Jaarlijks
K
P4
Onderwijsintituut en Opleiding
Februari / september
2 x per jaar
A
P9
OER deel A
Faculteit
Jaarlijks
A
OER deel B
Opleiding
Jaarlijks
A
Beleidsbegroting
Faculteit
April (onder voorbehoud) April (onder voorbehoud) Oktober
Jaarlijks
K
P 10 P 10 P4
Oktober
Jaarlijks
A
Jaarverslag en Opleiding voornemens opleiding
WANNEER
JAAR*
P**
INHOUD
OPVOLGING
A
P8
Jaarverslag over afgelopen academisch jaar en reflectie op doelen uit IP en onderwijsvisie. Jaarplan beslaat aankomend academisch jaar en voorbereiding daarop, gebaseerd op ontwikkelingen in de opleidingen. Via vastgesteld format. Verantwoording aan CvB en publiek.
Vaststelling door decaan. Input voor facultair jaarverslag en evt. aanpassing OER.
Halfjaarlijkse verantwoording via bilateraal tussen onderwijs- en opleidingsdirecteur. Algemeen geldende regels m.b.t. het onderwijs. Opleidingsspecifieke regels m.b.t. het onderwijs. Plannen voor komend jaar voor hele faculteit, waaronder onderwijs.
Bespreking in opleidingscommissie.
P 8,9
Via het vastgesteld format bij jaarplan/verslag onderwijsinstituut.
Vaststelling door decaan. Vaststelling door decaan. Input voor bestuurlijke agenda. Verspreiding in faculteit. Bespreking in opleidingscommissie. Bijlage voor jaarplan en jaarverslag OWI
49
WAT
WIE
WANNEER
Jaarplanning en jaarverslag examencommissie
Examencommissie
Jaarplanning en jaarverslag opleidingscommissie
Opleidingscommissie
4-jarige kalender onderwijs WAT WIE
JAAR*
P**
INHOUD
OPVOLGING
Oktober
HOE VAAK Jaarlijks
A
P9
Oktober
Jaarlijks
A
P8
Jaarplanning voor komend academisch jaar en jaarverslag over de werkzaamheden in afgelopen academisch jaar. Jaarplanning met afgesproken thema’s met opleidingsdirecteur en eigen thema’s waarover advies zal worden uitgebracht. Jaarverslag over werkzaamheden in afgelopen academisch jaar.
Aangeboden aan decaan, verspreiding binnen betrokken OWI’s Aangeboden aan decaan, verspreiding binnen betrokken OWI’s
WANNEER
HOE VAAK 1 x in 4 jaar
JAAR*
P**
INHOUD
OPVOLGING
K
P4
Meerjarig plandocument voor de koers en strategie van de UvA
Input voor bestuursconvenant
1 x in 4 jaar
K
P4
Meerjarig plandocument dat bestaat uit Kernafspraken met het CvB en meerjarenbeleidsbegroting Zie besturingsmodel voor inhoud
Input voor beleidsbegroting
Zie programmaplan voorbereiding instellingstoets kwaliteitszorg UvA
Input voor jaarplan OWI
Instellingsplan
UvA
Bestuursconvenant
Faculteit
December (looptijd & maand niet voorgeschre ven) December
Meerjarig onderwijsbeleidsplan
Faculteit
December
1 x in 4 jaar
K
P9
Onderwijsvisie
Faculteit
December
1 x in 4 jaar
K
P9
* **
Is onderdeel van Bestuursconvenant
K = kalenderjaar, A = academisch jaar Pagina uit beschrijving Besturingsmodel UvA
50
Bijlage C
Examencommissies FNWI
Examencommissies FNWI Opleiding B is bacheloropleiding M is masteropleiding B Psychobiologie B Aardwetenschappen & M Earth Sciences B Bio-exact (nb opleiding in afbouw) B Betagamma B Biologie & M Biological Sciences B Bio-med. Wetenschappen M Biomedical Sciences B Informatica & M Grid Computing B Informatiekunde & M Information Studies B Kunstmatige Intelligentie & M Artificial Intelligence M Life Sciences M Logic M Mathematics and Science Education (nb opleiding in afbouw) B Natuur- en Sterrenkunde & M Physics & M Astronomy and Astrophysics B Scheikunde & M Chemistry M Software Engineering M System and Network Engineering B Wiskunde & M Mathematics & M Math Physics & M Stoch and Fin Math M Brain & Cognitive Science M Forensic Science Binnen de FNWI zijn de meeste examencommissies ingesteld voor een groep van opleidingen waarbij het overwegend gaat om de bachelor en de (verwante) doorstroommaster. Vanwege het feit dat de harde knip tussen bachelors en masters steeds verder wordt doorgevoerd en omdat bij een aantal opleidingen de samenwerking met de VU steeds intensiever wordt zal de indeling van de examencommissies opnieuw worden bezien. Binnen AGSS verband zal in 2012 een voorstel voor een andere ‘groepsindeling’ van opleidingen worden uitgewerkt. Daarbij zal het gaan om clusters van masteropleidingen van VU en UvA gezamenlijk. Daarnaast zal een voorstel worden gedaan voor samenvoeging van de examencommissies voor de gemeenschappelijke bachelor opleidingen Scheikunde en Natuur- en Sterrenkunde. Bij de herziening van de examencommissies zal de handreiking van het CvB gevolgd worden. Om e.e.a. t e realiseren zal een plan van aanpak worden opgesteld voor een herziene indeling van examencommissies.
51
Bijlage D
Opleidingscommissies FNWI
Opleidingscommissies FNWI Opleidingcommissie van de opleiding(en): B is bacheloropleiding M is masteropleiding B Psychobiologie B Aardwetenschappen & M Earth Sciences B Beta-Gamma B Bio-exact (nb opleiding in afbouw) B Biologie & M Biological Science & M Life Science B Bio-medische wetenschappen & M Biomedical Sciences B Informatica & M Grid Computing B Informatiekunde & M Information Studies B Kunstmatige intelligentie & M Artificial Intelligence M Logic M Mathematics and Science education (nb opleiding in afbouw) B Natuur- en Sterrenkunde & M Physics & M Astronomy & M Astrophysics B Scheikunde & M Chemistry M Software Engineering & M System and Network Engineering B Wiskunde & M Mathematics & M Mathematical Physics & M Stochastics and Financial Mathematics M Brain and Cognitive Sciences M Forensic Science Ter ondersteuning van de faculteiten heeft de UvA een Model Huishoudelijk Reglement van Opleidingscommissies beschikbaar gesteld. Binnen de FNWI vigeert sinds 2008 een huishoudelijk reglement van OC’s . In 2012 wordt het facultaire modelreglement herzien, rekening houdend met het model reglement van de UvA en de ervaringen met het facultaire reglement in de afgelopen jaren. De UvA heeft verder een handreiking opgesteld voor leden van OC’s. Deze wordt gebruikt bij de jaarlijkse training voor nieuwe OC-leden. Elk jaar wordt in oktober/november een training aangeboden aan nieuwe OC leden en de organisatie daarvan ligt in handen van de afdeling bestuurszaken. Hoewel de training niet verplicht is, wordt deelname zeer sterk aanbevolen. Evenals voor de EC geldt voor opleidingscommissies van gemeenschappelijke opleidingen met de VU dat er een herziene indeling zal worden opgesteld in samenspraak met de VU.
52
Bijlage E
Overzicht formats
De volgende formats zijn beschikbaar of worden beschikbaar gesteld: • • • • • • •
Format Jaarplan en jaarverslag onderwijsinstituut. Format Jaarplan en jaarverslag OC en EC Format Toetsplan Format Kwaliteitsplan Format Toetsmatrijs Format Afstudeerhandleiding Format Bilateraal overleg
53
Bijlage F • • •
• •
• • • • •
• • •
•
Begrippenlijst
Afstudeerhandleiding: handleiding waarin per opleiding de informatie over het afstudeerwerk zo duidelijk en volledig mogelijk is vastgelegd. Beleidsbegroting: facultair jaarplan gericht op alle onderdelen van de faculteit (onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering e.d.). Bestuursconvenant: afspraken tussen de FNWI en het College van Bestuur van de UvA over de speerpunten voor vier jaar binnen de domeinen onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en financiën. BKO: basiskwalificatie onderwijs voor docenten BSA: bindend studieadvies houdt in dat een student die in de eerste fase van zijn/haar opleiding de gestelde norm niet haalt binnen een studiejaar of afgesproken periode, zich in aansluitende studiejaren niet voor deze opleiding kan inschrijven. Cursusdossier: het cursusdossier bevat alle informatie die per vak uitgewerkt en beschikbaar moet zijn, zoals het toetsplan. Zie Handleiding toetsing voor verdere uitwerking. Evaluatie: verzamelen en analyseren van feiten en ervaringen, ten behoeve van een verdere verbetering. Externe audit: controle op de uitvoering door een organisatie buiten de UvA, zoals de NVAO, onderwijsinspectie. Interne audit: controle op de uitvoering door de UvA zelf, bijvoorbeeld via de controle in de lijn of via een audit van CvB. Plan onderwijsinstituut: plan per onderwijsinstituut voor bepaald jaar waarin de onderwijsdirecteur samen met de opleidingsdirecteuren alle plannen opneemt die betrekking hebben op de opleidingen in het instituut zoals doelen en kpi’s; toetsplan; voorlichting. OER: onderwijs- en examenregeling bevat per opleiding of groep van opleidingen de geldende procedures en rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs en de examens. Programmaplan: het totaal en de samenhang van de onderdelen, de onderwijsvormen, de contacturen, de toets- en tentamenvormen, de voorgeschreven literatuur. Regels en Richtlijnen: de Regels en Richtlijnen bevatten de werkwijze van de examencommissie met betrekking tot tentamen- en examenaangelegenheden. De inhoud van de R&R behoort volgens de wet tot de bevoegdheid van de examencommissie. Toetsplan: het toetsplan is een concrete uitwerking van het UvA Kader Toetsbeleid en de Handleiding toetsing FNWI en legt de procedures en afspraken vast t.a.v. toetsing binnen de opleiding.
54