Uitvoeringsprogramma Klimaat 2013-2016 ‘Slim samenwerken aan een CO2-neutraal Breda’
Stand van zaken per deelthema t.b.v. bijeenkomst 10 oktober 2013 1
Energiezuinige gebouwde omgeving (GO) Verduurzaming energievoorziening t.b.v. gebouwde omgeving Er wordt steeds gezocht naar een optimale combinatie van energiemaatregelen op woning/bedrijfsniveau en een duurzame energie-infrastructuur gekozen. T.a.v. de energieinfrastructuur vindt onderzoek plaats naar de overgang van gas naar warmte en all-electric. De gasvoorziening is beperkt te verduurzamen en groen gas is nodig voor hoogwaardig gebruik, ondermeer voor de procesindustrie. Samen met stakeholders is gestart met het opstellen van het warmteplan, waarbij kaders worden opgesteld voor verduurzaming, optimalisatie en lange termijnontwikkeling van de stadsverwarming. De huidige verkoop van het stadsverwarmingsnet door RWE heeft hier invloed op. Bijstook van de stadsverwarming op piekmomenten vindt momenteel met gas plaats, contractvorming rond (deels) bijstook met bio-olie is gaande. In Bouverijen wordt gebruik gemaakt van groene warmte van de rioolwaterzuivering. Voor het Stadskantoor wordt dit momenteel onderzocht. Het realiseren van een ringleiding van de stadsverwarming lijkt uit eerste onderzoek vooralsnog minder haalbaar. De verlaging van de aanvoertemperatuur van de stadsverwarming levert CO2-besparing op, zonder dat er een probleem ontstaat bij levering Het opstellen van gastransitie-plan wordt momenteel voorbereid, samen met stakeholders. Het toepassen van KWO-systemen wordt gestimuleerd, o.a. via bodem-masterplannen. Verder loopt er onderzoek naar het gebruik van geothermie (diepe warmte-ontrekking). Het warmteplan en gastransitieplan zullen niet in 2013 zijn afgerond, maar in 2014. Dit komt doordat het vormen van draagvlak meer tijd kost dan gedacht. Verduurzaming van de gebouwde omgeving heeft in de Structuurvisie 2030 een belangrijke plaats gekregen, in bestemmingsplannen en in de woonvisie wordt hieraan ook invulling gegeven. Conform de landelijke afspraken wordt in 2015 de EPC (energieprestatie), norm voor energiezuinigheid aangescherpt naar 0,4 en dienen in 2020 woningen energieneutraal te zijn. Aanpak bestaande woningen In de energieaanpak van de gebouwde omgeving worden veel kansen door marktpartijen gezien voor het organiseren van werk voor onder andere bouw- en installatiebedrijven, in het bijzonder bij bestaande woningen. Meerdere projecten richten zich hierop. Een clustering van een aantal bestaande bouw projecten is aangebracht. Hierbij werken meerdere partijen in de stad samen vanuit hun eigen specialisme. BRES heeft in de wijk Zandberg, Prinsenbeek en Kroeten een project in uitvoering, de eerste woningen zijn gerenoveerd. Door een totaalpakket aan particulier woningeigenaren aan te bieden, inclusief financiering, wordt getracht zo veel mogelijk te ontzorgen. BRES, Gemeente Breda, de provincie en financiële instellingen werken aan innovatieve financieringsmogelijkheden. Er wordt in de projecten zoveel mogelijk gekozen voor maatregelen die een verdere doorgroei naar energieneutraal mogelijk maken, zoals een lage temperatuursysteem, smart grid en een dak zo veel mogelijk geschikt voor PV-panelen of zonnecollectoren. De woningcorporaties hebben een groot woningbezit die blijvende aandacht verdient voor energiemaatregelen. Woningen die in het kader van het onderhoudsprogramma worden aangepast worden minimaal twee labelstappen verbeterd en er wordt gestreefd naar label B. De nieuwe landelijke Aedes-afspraken en het SER-energieakkoord zetten in op een hogere ambitie, het energieakkoord gaat dit ondersteunen (ook financieel). Twee corporaties hebben het landelijke versnellingsprogramma ondersteund, gezamenlijk proberen we dit tot realisatie te brengen. Voor particuliere woningeigenaren bevat het landelijke energieakkoord en de landelijke versnellingsprogramma’s ook extra kansen, hier proberen we in de projecten op aan te sluiten. In de verdieping van het woonlastenonderzoek wordt de aanpak van de aandachtsgebieden nader bepaald. De resultaten uit dit onderzoek moeten aanbevelingen geven voor de specifieke benadering van huishoudens waar de energielasten/woonlasten een probleem vormen. Naast aandacht voor fysieke maatregelen wordt in de projecten aandacht besteed aan energiegedrag. Het energieteam geeft energiebesparingsadvies en brengt kleine energiemaatregelen aan, met bijzondere aandacht voor lage inkomens.
2
In Benelux-verband wordt aandacht gegeven aan de verduurzaming van de bestaande bouw, in dit kader tekenen de koploper-gemeenten uit de Benelux een intentie-overeenkomst en heeft de Gemeente Breda een Europese subsidie-aanvraag ingediend. Tussen de projecten uit het uitvoeringsprogramma wordt actief kennis uitgewisseld. Dit gebeurt ondermeer via een bijeenkomst twee maal per jaar en de nieuwe klimaatwebsite die momenteel wordt opgezet, van en voor de partners van het klimaatuitvoeringsprogramma. Het samenbrengen van het vraag en het aanbod naar verduurzaming van bijv. bedrijven of woningen wordt via dit systeem gedaan. Momenteel wordt onderzocht of digitale systeem kan worden opgezet waarbij huishoudens hun duurzaamheid in beeld kunnen brengen en advies kunnen krijgen over maatregelen. Duurzame Energie-opwekking (DE) Het cluster ‘solar projecten’ verloopt volgens planning. De aandacht voor zonne-energie in Breda heeft een positieve impuls gekregen door het openen van het solar loket (DE 1) en het beschikbaar komen van de solar scan (DE 6). Het aanbod van de regio West-Brabant (‘Benut je zon’) heeft een plek in het solar loket. Het solar maatschap (DE 3) is nog niet van de grond gekomen maar de verwachting is dat dit mogelijk alsnog dit jaar een voorzichtige start gaat maken. Aan het idee van een solar voorbeeldhuis (DE4) wordt nu gewerkt door een digitale variant hiervan te ontwerpen die voorbeeldhuizen toont op internet. 2014 zal als gevolg van de effecten van de genoemde projecten voor zonne-energie in Breda een oogstjaar gaan worden. Het cluster ‘windenergie’ (DE 5 en DE13) floreert eveneens, vooral door de ontwikkelingen rond het lopende project Windpark Bedrijventerrein Hazeldonk. De inzet in de afgelopen 4 jaar is in augustus beloond met de toekenning van de SDE+ subsidie voor de komende 15 jaar. Het doel voor 2013 is daarmee voor 100% bereikt. Breda is de eerste gemeente in Nederland die met succes de hele voorbereidingsfase t/m de SDE-subsidieaanvraag voor een windpark-project heeft uitgevoerd en voorgefinancierd (en zo het afbreukrisico voor projectontwikkelaars in deze fase heeft weggenomen). Ook het regionale aanbod Windenergieclusters A16 is op gang gekomen. Er zijn diverse burgerinitiatieven opgericht, die al in een vroeg stadium met potentiële initiatiefnemers in contact zijn gebracht (de bestemmingsplannen moeten nog eerst worden aangepast op basis van concrete planvorming). Het is daardoor voor alle stakeholders een interessant innovatief traject, waarin wordt gestreefd naar een optimaal draagvlak bij de bevolking en met name omwonenden. De windturbines op Hazeldonk worden naar verwachting in 2014 opgeleverd. Het cluster ‘DE & Kennisontwikkeling’ loopt iets minder hard. Hier is de gemeente toch meer dan in de andere projecten afhankelijk van de inzet externe partijen, die zich voor de projectengroepen hebben gemeld. Wel is er een hechte samenwerking ontstaan tussen de projectpartners Grontmij, Avans Hogeschool, provincie Brabant, netbeheerder Enexis en zijdelings ook de TU-Eindhoven. Deze deelnemers in de werkgroep rond het project CO2-reductie & ruimtelijke plannen (DE 9) is enkele keren bijeen geweest en heeft verschillende ideeën opgeleverd die uitgewerkt gaan worden. De ontwikkeling van een Eco Campus(DE 7) is ernstig vertraagd als gevolg van bezuinigingen in het MBO-onderwijs. De functie van kwartiermaker van het ROC West Brabant is geschrapt. Toch wil het Prinsentuin College (als kersvers Centrum voor Innovatief Vakmanschap) alsnog een invulling gaan geven aan de onderliggende doelstellingen van dit project. Hierover vind overleg plaats in het najaar. Riothermie(DE10) lijkt nog een brug te ver. De beschikbare gekomen kennis hierover, in overleg tussen deskundigen bij het waterschap en de gemeente Breda, geven nog geen eenduidig beeld over de haalbaarheid van deze optie. Eerst wordt nog onderzocht of riothermie rendabel kan worden gewonnen in combinatie met een schredder van GFT-keukenafval. Het idee van een Kenniscentrum voor Energieopslag (DE11) bevindt zich nog in de opstartfase. De ZonneWIJde is een van de pilots in het kader van DE-12; de kans op realisatie lijkt dichterbij te komen. Grontmij ( een projectpartner uit het project CO2-reductie & Ruimtelijke plannen, DE 9) heeft een kansrijk voorstel aangemeld. Het in augustus opgepakte idee om een Power to Gas project in te dienen voor een TKI gas subsidie is gestrand omdat het niet binnen de gestelde deadline kon worden opgesteld. De betrokken stakeholders zijn bereid om tussen november 2013 en juni 2014 mee te werken aan een breder onderzoek (opdracht aan Grontmij) naar de opties voor energieopslag, specifiek voor het kunnen beheersen van het groeiende aanbod (ontwikkeling van wind- en zon energie in de regio) van lokaal op het net in te voeren elektriciteit. Doel van het onderzoek is om in 2014 onderbouwd een projectvoorstel in te kunnen dienen voor een te bouwen pilot-inrichting met TKI-subsidie. Een projectvoorstel hiervoor van Grontmij wordt medio oktober 2013 verwacht.
3
Schone en zuinige mobiliteit (MO) Dit jaar is het thema schone en zuinige mobiliteit opgestart. Een aantal sprekende voorbeelden: duurzaamheid binnen de Structuurvisie 2030: zowel in de bijhorende MER als binnen het mobiliteitsonderdeel van de visie zelf heeft duurzame mobiliteit een belangrijke rol gespeeld. Verduurzaming van het systeem en structuur van de stad heeft ertoe geleid dat er nadrukkelijker ingezet wordt op de rol van het openbaar vervoer en de fiets in de stad. Dit heeft geresulteerd in een veranderende concurrentiepostie tussen auto, fiets en openbaar vervoer ten gunste van de laatste twee modaliteiten. Dit heeft een positief effect op CO2 emissies en op het ruimtebeslag. Dit is eveneens doorvertaald naar de binnenstadsvisie; pilot flexibele parkeernormering. Samen met Wonen Bredurg en SOAB wordt onderzocht of binnen gebiedsontwikkeling minder parkeren mogelijk is door alternatieven aan te bieden. Gedacht wordt aan het aanbieden van deelconcepten (auto, fiets etc) en OV concepten. Het wordt maatwerk gebaseerd op de leefstijlen van potentiele bewoners. De aanvragen is verantwoordelijke voor jaarlijkse evaluatie. Mocht de pilot niet werken dan is er sprake van een terugvaloptie. De gemeente participeert binnen deze pilot; pilot fietsverkeer. Op het vlak van fietsen zijn vanuit het klimaatprogramma een aantal onderwerp mede opgepakt. Zo is er extra mogelijk gebleken binnen het project van de E-bike-doorgeeffiets. Een project waar 10 E-bikes een jaar lang door de stad ‘zwerven’.Het gaat om ervaring op te doen met verschillende concepten en het ervaren van de mogelijkheden. De E-bike is belangrijk omdat verwacht wordt dat dit vervoersmiddel een belangrijker aandeel in de mobiliteitsmarkt kan innemen. En, een mogelijke oplossing is voor de fileproblematiek op de stadsinvalswegen. Dit project wordt samen met Mobycon en de fietsbranche opgepakt. pilot businesscase vraaggericht openbaar vervoer. Breda is van mening dat een schaalsprong binnen het reguliere openbaar vervoer noodzakelijk is. Het aandeel blijft ver achter en zonder ingrijpen bestaat deze vervoerswijze in de huidige vorm binnen nu en 15 jaar niet meer. Aanbodgericht vervoer is niet meer van deze tijd. Vandaar dat samen met Bonds gerekend wordt aan de (on)mogelijkheden van alternatieven. Concreet wordt er momenteel gerekend aan de inpasbaarheid van de zogenaamde ultra-PRT. Dit zijn onbemande karretjes, eigenlijk een horizontale lift, die gebieden ontsluit op het station. Technisch is het haalbaar maar maatschappelijk en betsuurlijk is dit nog een lastige. Ook dit wordt opgepakt maar partnes hiervoor zijn welkom. pilot Singelmijden Breda. Samen met Rijk en de Provincie wordt is een vorm van stedelijk spitsmijden in voorbereiding. Specifiek voor Breda gaat het om het mijden van de Singels. Dit beschermde stadsgezicht wordt nu te vaak gebruikt voor doorgaande (interne) autoritten. We gaan automobilisten verleiden om andere routes te nemen en/of op een ander tijdstip. Vanuit het klimaatprogramma is een stimuleringsimpuls gegeven om het project te kunnen opstarten. In november wordt bekend of deze Bredase proef ook in andere Europese steden uitgevoerd kan worden. E-drive evenement Breda, zie deelthema ‘Duurzaam ondernemen’ pilot mobiliteitsmanagement ‘eigen personeel’. Voor gemeentepersoneel wordt momenteel gerekend aan een vervoersplan. Onderdeel hiervan vormt ook het verschonen van het eigen wagenpark. Partners worden nog gezocht. Daarnaast zijn pilots in gang gezet die naar verwachting in 2014 kunnen starten. Denk hierbij aan een pilot “gratis OV”, pilot flexibilisering parkeernormering, pilot E-auto-delen, pilot groene golf fietspaden etc. In 2013 zijn grote projecten opgestart en de contouren voor 2014 bepaald. Werkdruk heeft er wel toe geleid dat de proceskant van de Klimaattafel Mobiliteit niet de aandacht heeft gehad die het verdiende. In 2014 verandert dit. Belangrijke ervaringen voor 2013 zijn met name dat we meer bekendheid moeten geven aan de mogelijkheden om projectinvesteringen aan te vragen, dat er meer duidelijkheid moet komen over de voorwaarde voor verstrekking van deze micro-investeringen en dat we meer inzicht willen krijgen in alternatieve financieringsconstructies.
4
Duurzame overheid (DO) De medewerkers van de gemeente Breda worden gestimuleerd om hun CO2-uitstoot te verlagen. Hiertoe wordt op 10-10-2013 een informatiebeurs in de kantine gehouden, waaraan een wedstrijd is gekoppeld. Tevens zijn twee elektrische fietsen aangekocht. Medewerkers van de gemeente Breda kunnen deze tijdelijk gebruiken voor hun woon-werk verkeer, zodat men kan bepalen of dit een alternatief is voor de auto. De verduurzaming van de gebouwen wordt meegenomen in het Meerjaren onderhoudsprogramma. Alle maatregelen die binnen 10 jaar terugverdient worden, worden gerealiseerd. Ook is het contract voor de inkoop van groene stroom en gas verlengd. Gemeente Breda heeft een contract met een lage inkoopsprijs. Op zich is dit gunstig, maar dit vertaald zich terug in het aantal maatregelen die worden uitgevoerd. Omdat gemeente Breda een lage energieprijs betaald, verdienen minder maatregelen zich terug binnen 10 jaar. Ook binnen de openbare verlichting vind verdere verduurzaming plaats. Vanuit het UP Klimaat is een financiële impuls vrij gekomen voor de vervanging van oude traditionele lampen met LED-lampen. Hierdoor wordt minder energie gebruikt. De kostenbesparingen die hiermee gepaard gaan, wordt gestort in een revolverend fonds. Het geld uit dit fonds wordt weer gebruikt voor investeringen in nieuwe, energiezuinige lampen. We beginnen klein, maar dit heeft potentie om uit te groeien naar een groter fonds. Energiemaatregelen voor gemeentelijke gebouwen worden zoveel mogelijk meegenomen in de onderhoudsplanning. Dit beperkt zich tot maatregelen die zich binnen 10 jaar terug verdienen. Voor maatregelen met een langere terugverdientijd zijn momenteel geen financieringsmogelijkheden binnen de gemeente. Hierdoor zal het lastig zijn om de doelstelling te bereiken van een energieneutral gemeentelijke organisatie in 2020.
Duurzaam Ondernemen (DON) De route voor DON 1, De Bredase energie uitdaging voor bedrijven, is uitgezet om zoveel mogelijk bedrijven uit te dagen de CO2 uitstoot in drie jaar te verminderen. Het concept convenant ligt er, ipv 2013 zoals eerst gepland, zal men in 2014 gereed zijn om de eerste bijeenkomsten in kader van dit project te organiseren. Stimuleren blijft een continu aandachtspunt waar zwaar op wordt ingestoken middels diverse projecten die in elkaars verlengde liggen en elkaar versterken. Voor DON-2 (MVO-bedrijven in beeld) zijn momenteel 40 Avans studenten actief. De studenten leggen momenteel bij 16 bedrijven bezoeken af die al goed presteren op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Zij maken beschrijvingen van deze bedrijven en deze bedrijven zullen als voorbeeld gevraagd worden zich ook op de kaart ‘Duurzaam Breda op de kaart’ (DON 5) te profileren. Op deze kaart worden kennis gedeeld en ervaringen uitgewisseld tussen particulieren en organisaties. Voorgaande projecten zijn tevens een start voor (en geven input aan) het project DON-10, Verkiezing van de Duurzame Ondernemer, die in 2014 van start gaat. Breda Barst heeft deelgenomen aan een landelijke duurzaamheidskring voor evenementen. Gezocht wordt naar een eventuele tweede deelnemer zodat zij samen een start kunnen zijn voor het opzetten van een duurzaamheidskring voor alle Bredase evenementen begin 2014. De Bredase duurzaamheidskring Grafische cirkel bestaat dit jaar 15 jaar. Deze kring heeft landelijke navolging gekregen. (Don 6 en Don 11) In augustus is het samenwerkingsverband van Bredase Ondernemers in Duurzame Samenwerking (BOnDS) officieel opgericht. In 2013 wordt een website ontwikkeld en contacten gelegd met de drie O’s om professionalisering van de verduurzaming van bedrijven te bevorderen. Komende drie jaar kunnen alle Bredase bedrijven gebruik maken van de milieubarometer. Een monitoringstool om de eigen bedrijfsvoering te verduurzamen is aangeschaft. Zowel de Milieubarometer van Stimular als Kansen bij Verkassen worden kosteloos aangeboden. Evenals de nudge kaart van DON5 moeten zij wel frequenter onder de aandacht gebracht worden zodat er meer respons komt. De duurzame energie-Rally (DON 8) heeft dit jaar geen start kunnen maken. Het vinden van samenwerkingspartners is hier debet aan. Verwacht wordt dat eind 2013 de contouren duidelijk zijn zodat men alsnog kan starten met het aantonen dat voor distributie men niet uitsluitend is aangewezen op gangbare voertuigen maar dat elektrische voertuigen ook , zo niet beter, geschikt zijn. Bij dit project is er nog veel behoefte aan ondersteuning door en samenwerking met een communicatiebureau en partners die in het bezit zijn van duurzame voertuigen .
5
Op 11 september heeft de Bredase E drive plaatsgevonden. (Don 9 Bredase probeerweken.) Er is niet gekozen voor het direct uitvoeren van scans maar gekozen voor de filosofie van Proberen-OvertuigenDoen waarmee wordt verwacht dat de beoogde transities van woon-werkverkeer per auto naar verkeer per e-bike /e-cooter en e-auto te hebben bereikt. Dit event is door 2000 mensen bezocht. Een intensiever contact met bedrijvenverenigingen en het verder ontwikkelen van pilots op het gebied van Mobiliteit zou helpen een nog beter resultaat te behalen. Klimaatadaptatie (KL) Door klimaatadaptatie mee te nemen in de Structuurvisie Breda 2030 is de (beleids)basis gelegd voor een Klimaatbestendige Stad. Met andere woorden, een stad waar het, ondanks de klimaatverandering, goed wonen, werken en verblijven is. Als doelstellingen zijn o.a. opgenomen om het hitte-effect in het stadscentrum te verminderen door: Aanleg van geveltuinen/groene gevels stimuleren door o.a. het verstrekken van informatie. Bij kansrijke ontwikkelingen in de binnenstad aandringen op toepassing van groene gevels en daken. Aanbevelingen met betrekking tot klimaatadaptatie opnemen in de Visie Binnenstad. Naast de inzet van groen is onderdeel van een klimaatbestendige stad een robuust klimaatbestendig watersysteem. Een robuust watersysteem is veel meer dan bovenmatig gedimensioneerd rioleringssysteem. Het gaat er juist om om de balans te vinden tussen droge voeten, kosten en inrichting van de (beperkte), openbare ruimte. Bovendien is water verkoelend en kan dus worden ingezet tegen hitte-(stress), water is recreatief en een bovendien de voedingsbron voor ons groen. Er is gestart met een eerste opzet voor een handboek voor een duurzame(re) inrichting van het watersysteem. In de wijk Brabantpark zijn langs de Molenleij diverse locaties ingericht voor het waterspelen. In 2013 is gestart met het opstellen van een uitvoeringsagenda voor ‘vergroening’ van de binnenstad. In de uitvoeringsagenda worden maatregelen beschreven. De afstemming door participatie in de werkgroep/platform Cool Brabant (samenwerking B5 gemeenten / TU Delft / waterambassadeurs / provincie is ook in 2013 voortgezet. Monitoring CO2-reductie MON-1 Breda heeft sinds 2009 een eigen monitor van de stedelijke CO2-emissie bijgehouden. Analoog aan de gemeentebrede doelstellingen is er ook voor gekozen een gemeentebrede monitor te starten. Dit in tegenstelling tot veel andere gemeenten, die vooral de CO2-emissies van het eigen gemeentelijke organisatie berekenen. Om een volledig beeld te hebben van de uitstoot van CO2 in de stad Breda, en daarbij de specifieke effecten van het lokaal ingezette klimaatbeleid in beeld wil hebben, kan men zich niet baseren op een getalsmatige interpretatie van landelijke monitors. De in Breda opgezette monitor is daarom gebaseerd op lokaal beschikbare feitelijke databestanden. Dit betreft allereerst de informatiebron “Energie in Beeld” van netbeheerder Enexis, waarmee Breda tegen betaling (€ 6.000,/jaar) inzicht heeft in de feitelijke jaarlijkse gebruikscijfers voor elektriciteit en gas. Dit betreft zowel de zakelijke als particuliere aansluitingen, waarvan de op postcode 6 (geanonimiseerde) gegevens worden gebruikt. Daarnaast is gebruik gemaakt van de warmtelevering cijfers op dezelfde postcodeaanpak aangeleverd (vanaf 2012 tegen betaling) door ELES, de beheerder van het warmtenet Breda. Voor de berekening van de CO2-uitstoot van het stedelijk verkeer in Breda wordt gebruik gemaakt van verkeerstellingen en het verkeersmodel, wat weer wel een berekende inschatting is van de feitelijke uitstoot. Bij elkaar levert dit een compleet stedelijk CO2-emissie beeld op. Het agentschapNL biedt al enige jaren de landelijke monitor www.klimaatmonitor.databank.nl. Aanvankelijk was dit een voornamelijk op inschattingen gebaseerde monitor, die langzaam steeds meer gebruik is gaan maken van feitelijke bronnen. Sinds eind 2012 is deze landelijke monitor nu ook gebaseerd op feitelijke databestanden die worden aangeleverd door de diverse netbeheerders. Hiervoor is na veel onderhandelen een data-leveringsovereenkomst tot stand gekomen. Deze data zijn nu door de monitor van AgentschapNL kostenloos verkrijgbaar voor gemeenten. Wel is het nog steeds nodig voor gemeenten om zelf data van specifieke lokale aspecten, bijvoorbeeld een warmtenet en lokaal opgewekte energie, erbij te betrekken. Daarvoor is o.a. samen met collega’s van de afdeling O&I (Breda) gesproken met het Informatie & Kenniscentrum van de gemeente 6
Tilburg, die hier inmiddels ervaring mee heeft opgedaan. Eind 2013 wordt een definitieve CO2-monitor e (oude stijl) over de 1 4 jaar van het Uitvoeringsprogramma Klimaat (2009-2012) afgerond. Breda heeft per 1-1-2013 het contract met Energie in Beeld (Enexis) opgezegd . Vanaf deze datum zal een jaarlijkse monitor worden bijgehouden via www.klimaatmonitor.databank.nl. Deze monitor sluit aan bij de gevraagde data-aanlevering voor lidgemeenten (o.a. Breda) van het Europese “Covenant of Mayors”. In samenwerking tussen verschillende gemeentelijke diensten, die werken aan datainzameling, zal de komende jaren verder worden gewerkt aan een zo realistisch mogelijk beeld van de CO2-emissie in Breda. MON-2 Ten behoeve van meer inzicht in de ontwikkeling van het moeilijk te ‘meten’ maar alom gebruikte term “duurzaamheid” is vanaf 2013 ook de “Monitor Duurzaamheid” als project opgenomen. In 2013 is, op basis van o.a. de deelname van de Gemeente Breda aan een pilotproject van de Universiteit van Amsterdam, de duurzaamheidstool DPL-Bt (Duurzaamheid Prestatie op Locatie voor bedrijventerreinen) verder ontwikkeld. De Gemeente Breda en de BOM gaan hiermee de komende jaren de duurzaamheid en de –potenties van bedrijventerreinen in Breda (en Brabant) in kaart te brengen. Nog in 2013 worden hierover i.s.m. de BOM afspraken gemaakt. Achtergrond: Matchen Europese Programma’s & Subsidies Voor de externe financiering van het Up Klimaat, met de eigen ureninzet als cofinanciering, is in de eerste 4 jaar (2009-2012) gebruik gemaakt van landelijke subsidies, o.a. SLOK. Voor 2013 en 2014 is intern budget ingezet uit ISV-gelden. Vanaf 2015 is er nog geen zicht op programmafinanciering. De samenwerkende organisaties moeten op zoek naar nieuwe bronnen en financieringsmethodes. Maar de ambitie van Breda ligt hoog. Te hoog voor de stad om het alleen te willen bereiken. Breda heeft ‘brothers in arms’ nodig, én investeerders. Hoe pakken we gaan dat aan? Stap 1 is een goed doordachte Financieringsstrategie, op basis van een lange termijn visie, verbonden aan de programmatische horizon (2044) van de Klimaatnota. Covenant of Mayors Breda is sinds 2009 ondertekenaar (door de burgemeester) van het Europese convenant “Covenant of Mayors” (COM), waarin is vastgelegd dat de gemeenten zich zullen inspannen om in 2020 een energiebesparing van 20% te hebben bereikt, de CO2 met 20% is teruggedrongen en 20 % van de benodigde energie duurzaam wordt opgewekt. Breda heeft voldaan aan de primaire voorwaarde om een ‘Sustainable Energie Action Plan’ in te dienen (Bredase Klimaatnota en het bijbehorende uitvoeringsprogramma). Ook is het verplichte onderdeel CO2-monitoring via het AgentschapNL geaccepteerd. In 2012 heeft het Klimaatverbond Nederland, waar Breda ook lid van is, het COMNET opgericht, dat nu formeel de ondersteuningsstructuur is voor Nederlandse gemeenten die lid zijn van het COM. Het COM organiseert jaarlijks in mei een Europabreed congres (Energy Days) in Brussel waar de ondertekeningsplechtigheid van steeds nieuwe gemeenten (nu ruim 4000) plaatsvindt in combinatie met een keur aan ‘duurzame energie’ workshops en netwerkactiviteiten. Ook vindt in Brussel jaarlijks (oktober) de “Open Days” plaats (i.h.k.v. European Week of Regions and Cities), een aan het COM verbonden evenement. Hier is een ruimere klimaatagenda aan de orde. Het is een uitgelezen kans voor gemeenten om deze bijeenkomsten te gebruiken om in contact te komen met andere gemeenten met duurzaamheid ambities en zich hierdoor te laten inspireren. Vanaf 2010 heeft Breda zich uitsluitend ambtelijk laten vertegenwoordigen. Europese financiering In Europa zijn diverse netwerken actief van gemeenten en duurzaamheidorganisaties die partijen bij elkaar proberen te brengen om gezamenlijk plannen in te dienen voor de vele soms zeer ruime subsidiefondsen (zoals INTERREG, IEE, ELENA, JESSICA). Vaak zijn de procedurele verplichtingen, zeker voor de kleinere gemeenten, een grote barrière. Onder begeleiding van genoemde netwerken (o.a. ERAC, ERRIN) kan hier effectiever gebruik van worden gemaakt. Breda is via deze netwerken het afgelopen jaar benaderd voor participatie in een aantal nieuw op te zetten Europa brede projecten. Eind 2013 wordt bekend of de subsidieaanvragen (IEE) voor deze projecten gehonoreerd worden. Uitvoeringsprogramma Klimaat van Breda & Europa
7
Bij Europese projecten is gebleken dat er in een zeer korte tijd heel veel werk verricht moet worden om een goede aanvraag in te kunnen dienen. Beter is het om als gemeente zelf een projectplan goed voor te bereiden en daarvoor Europese partners te zoeken. Met het UP Klimaat 2013-2016 (en de horizon voor 2044) heeft Breda een instrument in handen om op programmaniveau (mits goed verpakt in aantrekkelijk Europees jargon) samenwerking aan te gaan met gelijkgestemde gemeenten elders in Europa. Daarmee komen de genoemde grote Europese subsidiefondsen binnen bereik. Een hierop anticiperend strategisch financieringsplan, met een conceptuele benadering (werktitel: Breda, Organic City) is in voorbereiding. In 2014 start Breda hiermee een partner-search onder Europese gemeenten, ten behoeve van een lange termijn programmafinanciering vanaf 2015.
8