Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) 2015-2020
1
Inhoudsopgave Samenvatting Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Waarom een IBOR plan? 1.2. Doel beleidsvisie IBOR 2015-2020 1.3. Leeswijzer
Hoofdstuk 2. Definities en beleidskaders 2.1. Inleiding 2.2. Definitiebepaling 2.2.1. Wat is beheer van de openbare ruimte? 2.2.2. Wat wordt bedoeld met kwaliteit van de openbare ruimte? 2.2.3. Wat wordt bedoeld met achterstallig onderhoud van de openbare ruimte? 2.2.4. Wat is een reconstructie? 2.3. Algemene beleidskaders 2.3.1. Beleidsdocumenten 2.3.2. Samenhang beleidsdocumenten met beheer
Hoofdstuk 3. Huidige situatie en ontwikkelingen 3.1. Inleiding 3.2. Huidig areaal 3.3. Huidige kwaliteit 3.4. Huidige middelen 3.5. Huidig onderhoudsachterstand 3.6. Toekomstige ontwikkelingen 3.6.1. Van groei naar beheergemeente 3.6.2. Opgave groot onderhoud en vervanging 3.6.3. Burgerparticipatie
Hoofdstuk 4. Voorstellen 4.1. Inleiding 4.2. Uitgangspunten 4.2.1. Beheervisie 4.2.2. Kwaliteit 4.2.3. Duurzaamheid en continuïteit 4.2.4. Nieuwe ontwikkelingen 4.3. Voorstellen onderhoudsachterstand 4.4. Voorstellen IBOR 2015 – 2020 4.4.1. Maatregelen wegen 4.4.2. Maatregelen kunstwerken 4.4.3. Maatregelen groen 4.4.4. Overige maatregelen 4.4.5. Financieel nog niet te kwantificeren maatregelen
2
Samenvatting
Bij deze treft u het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. Dit uitvoeringsplan geeft gedegen inzicht in de richting die Papendrecht met het beheer van de openbare ruimte op wil. Het plan is mede gebaseerd op feitelijke informatie: inspecties en onderzoek. Dit is een stap vooruit ten opzichte van het vorige IBOR-plan (IBOR 2009 - 2014) dat vooral steunde op algemene verwachtingen en landelijke normen. Er is nu meer inzicht in de werkelijke kwaliteit en kosten. Dit neemt met zich mee dat er inzicht is in het huidige stand van zaken onderhoud en de te nemen maatregelen voor IBOR 2015 - 2020. Papendrecht is aan het veranderen van een ontwikkelgemeente naar een beheergemeente. Recente ontwikkelingen zijn de Tiendzone, de Noordrand en Park Nieuwland en Land van Matena. Hiermee zijn de belangrijkste ontwikkelgebieden genoemd en komt het accent de komende periode meer en meer op beheer en onderhoud te liggen. Daarnaast zijn steeds meer elementen in de openbare ruimte de komende periode aan het eind van hun levensduur. Dat betekent dat de komende periode in het teken staat van groot onderhoud en vervanging. Voorbeelden van bovengenoemde ontwikkeling is het volgende. Het grootste deel van Papendrecht West is in de jaren ’60 van de vorige eeuw ontwikkeld en is in toenemende mate aan vervanging toe. In Molenvliet zijn deze planperiode de houten bruggen aan vervanging toe. Dit heeft gevolgen voor de kosten van het beheer van de openbare ruimte, met name voor wat betreft groot onderhoud en vervanging. Daarom worden in dit Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 voorstellen gedaan die ervoor zorgen dat deze uitgavepieken de komende planperiode zoveel mogelijk worden gedempt. Met de maatregelen die in dit Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 worden voorgesteld, wordt een toekomstbestendig en integraal uitvoeringsplan gepresenteerd. Het financiële resultaat in deze is een evenwichtige inzet van de diverse budgetten en een beperkte groei van de kosten de komende planperiode (tot 2020). In de afgelopen jaren is de kwaliteit van wegen en elementen geleidelijk in kwaliteit achteruitgegaan. Daarnaast is uit recent onderzoek naar de kwaliteit van asfaltwegen gebleken dat diverse wegen sneller versleten zijn dan vooraf was verwacht. Dit huidige onderhoudsachterstand is omkeerbaar, maar de uitvoering dient te gebeuren met hogere prioriteit. Dit om te voorkomen dat onderhoudsachterstand omslaat in achterstallig onderhoud waardoor er gevolgschade kan ontstaan bijvoorbeeld aan de fundering van wegen. Met de oplossingsrichtingen die in dit Uitvoeringsplan IBOR 2015 -2020 zijn geformuleerd, is hierin voorzien.
3
Hoofdstuk 1. Inleiding
1.1.
Waarom een IBOR-plan?
Met IBOR 2009 - 2014 is een kader en richting vastgesteld voor de (kwaliteit van de) integrale aanpak van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Papendrecht. Een ander doel van IBOR 2009 - 2014 was de kosten voor het beheer van de openbare ruimte inzichtelijk te maken en structureel meer financiële ruimte, in de vorm van een financiële IBOR-voorziening te creëren voor reparaties die het dagelijks onderhoud overstijgen. Met de uitvoering van het beleid 2009 - 2014 zijn onder andere het Groenplan 2013-2017, het Wegenplan 2013-2017 en de bomenverordening Groene Kaart opgeleverd. Met deze producten is het nodige bereikt. Inmiddels loopt IBOR 2009 - 2014 af. Dit is de aanleiding om het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 te formuleren. Dit biedt tevens de gelegenheid om de afspraken uit het collegeprogramma nader vorm te geven en het huidige beleid te herijken. Het formuleren van een Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 is tevens noodzakelijk om nieuwe thema’s en ontwikkelingen te integreren in beleid en maatregelen. Papendrecht is bezig met de transitie van groeigemeente naar beheergemeente. Tegelijkertijd heeft Papendrecht te maken met een economische crisis, veranderende verhoudingen tussen burgers en overheid, de roep om een duurzamer beheer van de aarde, nieuwe vormen van communicatie en nieuwe inzichten in beheer van de openbare ruimte. Al deze ontwikkelingen nopen tot bezinning: wat is de opgave vanuit de openbare ruimte in onze gemeente, welke richting willen we op. Met het voorliggende Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020 (Uitvoeringsplan IBOR 2015 -2020) wordt u meegenomen in voorstellen voor de gewenste richting tot en met 2020 met een doorkijk naar 2025.
1.2.
Doel Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020
Het voorliggende Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 brengt in beeld hoe de openbare ruimte in de komende jaren in stand gehouden zal worden. Het uitvoeringsplan biedt het kader voor integraal beheer en samenwerking en leidt tot samenhangende planvorming, logische en efficiënte uitvoering en een financieel beheersbaar geheel. Schematisch ziet IBOR er als volgt uit.
IBOR
Wegen
Groen
Bruggen
Verlichting
Overige
IBOR biedt handvatten voor communicatie met burgers. Het Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 wil het volgende bereiken. 1. Het beheren en onderhouden van de openbare ruimte op een zodanige manier dat de inwonertevredenheid gehandhaafd blijft tegen maatschappelijk verantwoorde kosten en dat de gemeente voldoet aan haar wettelijke zorgplicht. 2. Het doorontwikkelen van de betrokkenheid van de inwoners met als doel leefbaarheid te bevorderen. 3. Het verbeteren van de integrale afstemming bij de uitvoering van werkzaamheden. 4. Het realiseren van duurzaam beheer. 4
Sleutelwoorden hierbij zijn ‘integraal’, ‘duurzaam’ en ‘samen’. Met 'integraal' wordt bedoeld dat de samenhang wordt onderkend van de objecten die de openbare ruimte vormen. De ketting is zo sterk als de zwakste schakel. De gemeente kan groen, straatmeubilair en lichtmasten nog zo goed onderhouden, maar als bewoners struikelen over scheefliggende trottoirtegels, dan deugt de openbare ruimte niet. Integraal betekent ook dat de gemeente, waar mogelijk, de uitvoering van onderhoud in samenhang oppakt. Zo ervaart de inwoner de minste overlast. ‘Duurzaam beheer’ van de openbare ruimte houdt in dat de gemeente op een efficiënte wijze onderhoud en beheer uitvoert, waarbij gestreefd wordt naar een minimalisering van gebruik en uitstoot van milieubelastende stoffen. Met een duurzaam beheer van de openbare ruimte kan de gemeente samen met haar inwoners bijdragen aan verhoging van de kwaliteit van de woonomgeving. Inwoners vinden een veilige, schone en groene woonomgeving belangrijk en willen daarover meedenken. De gemeente kan individuele burgers bij elkaar brengen en zo samen met hen de wijk duurzaam beheren. Met 'samen' wordt bedoeld dat de gemeente verantwoordelijkheden wil delen. Burgers, bedrijven en gemeente hebben belang bij een goed functionerende en prettige woon- en werkomgeving. De gemeente is hierin niet meer alleen aan zet. Bewoners geven aan mee te willen denken en mee te willen werken. De gemeente stelt de kaders voor een optimale samenwerking.
1.3.
Leeswijzer
Onderhavige Uitvoeringsplan IBOR 2015- 2020 is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1. Inleiding. In hoofdstuk 1 is de aanleiding weergegeven tot het formuleren van een Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 en is de doelstelling van de beleidsvisie weergegeven. Hoofdstuk 2. Kaders. In hoofdstuk 2 wordt een aantal kaders weergegeven waarbinnen dit Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 tot stand is gekomen. In paragraaf 2.1. zijn een aantal begrippen gedefinieerd die veel zullen voorkomen in dit Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. Tevens is in paragraaf 2.2. aangegeven hoe het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 moet worden gezien in het geheel van beleidsdocumenten van de gemeente. Hoofdstuk 3. Huidige situatie en ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 is allereerst de bestaande situatie uiteengezet met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte in Papendrecht. Dit betreft het huidige areaal, de huidige kwaliteit van de openbare ruimte, de middelen die Papendrecht tot haar beschikking heeft voor het beheer van de openbare ruimte en de huidige stand van het onderhoud. Tevens zijn de ontwikkelingen beschreven waar Papendrecht de komende planperiode mee te maken krijgt. Hoofdstuk 4. Voorstellen. In hoofdstuk 4 worden de voorstellen gedaan, gegeven de huidige ontwikkelingen zoals beschreven in hoofdstuk 3. Er zijn voorstellen gedaan voor zowel de stand van zaken onderhoud als voor IBOR 2015 - 2020. Deze voorstellen zijn ingebed in de uitgangspunten zoals verwoord in paragraaf 4.1.
5
Hoofdstuk 2. Definities en beleidskaders
2.1. Inleiding In dit hoofdstuk zijn de kaders beschreven waarbinnen deze beleidsvisie is geformuleerd. Allereerst worden een aantal definities geformuleerd van begrippen en thema’s die in dit document vaak voorkomen (paragraaf 2.2.). Daarnaast wordt in paragraaf 2.3. weergegeven hoe het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 is ingekaderd in het geheel van de beleidsvisies en beleidsplannen van de gemeente Papendrecht.
2.2. Definitiebepaling 2.2.1. Wat is beheer van de openbare ruimte? In dit document staat het beheer van de openbare ruimte centraal. Beheer wordt gedefinieerd als alle maatregelen waarmee de openbare ruimte in stand wordt gehouden. Beheer betreft het streven naar eeuwigdurende instandhouding (CROW), waarbij de levensduur wordt gerealiseerd door gericht onderhoud. Naast het uitvoeren van fysieke onderhoudsmaatregelen betekent dit sturing geven, bijvoorbeeld door beleidsontwikkeling, het optimaliseren van de bedrijfsvoering en het optimaliseren van het samenspel met diverse actoren zoals bewoners en bedrijfsleven. Het betekent ook inspelen op maatschappelijke, technische en andere ontwikkelingen. Denk hierbij aan klimaatadaptatie en bewonersparticipatie. En het omvat de regulering van gebruik (handhaving, communicatie). Bij het fysieke onderhoud wordt de verzorging van de openbare ruimte en de technische staat van de objecten onderscheiden. Onder verzorging wordt grasmaaien, het verwijderen van zwerfvuil, graffiti en dergelijke verstaan. Onder technische staat wordt de duurzame instandhouding van de objecten verstaan. Belangrijk hierbij is dat zowel het klein onderhoud als het planmatig groot onderhoud en tijdige vervanging bijdragen aan een voldoende technische staat. Naast verzorging en technische staat wordt ook wel onderscheid gemaakt op basis van de organisatie van het onderhoud en de frequentie van uitvoering. Er is dan sprake van: Dagelijks en klein onderhoud. Dit zijn maatregelen die meerdere malen per jaar worden uitgevoerd, zoals grasmaaien, e.d. alsmede technische onderhoudsmaatregelen die op kleine schaal worden uitgevoerd, inclusief reageren op meldingen (losliggende tegels, scheuren, e.d.) Dekking hiervan vindt plaats binnen de beschikbare budgetten in de lopende begroting. Groot onderhoud. Dit zijn maatregelen die met een meerjaarlijkse frequentie planmatig worden uitgevoerd en tot doel hebben de kwaliteit op niveau te houden en de levensduur te realiseren. Dekking hiervan vindt plaats vanuit de voorzieningen. Vervangingsonderhoud. Dit is vervanging van de voorziening aan het einde van de levensduur. Veelal in het kader van projecten. Dekking hiervan vindt plaats vanuit de voorzieningen. Deze maatregelen beïnvloeden elkaar onderling: als er te weinig klein onderhoud op een weg wordt uitgevoerd, is deze weg eerder aan groot onderhoud toe. Als er te lang gewacht wordt met groot onderhoud aan asfalt, raakt de constructie in gevaar en is de weg eerder aan vervanging toe. In onderstaande grafiek is de samenhang tussen de genoemde vormen van onderhoud schematisch weergegeven aan de hand van de levenscyclus van een weg.
6
Aanleg
Onderhoudstoestand
Vervanging Klein onderhoud / IBOR
Groot onderhoud
Onderhoudscyclus
0
Tijd (jaren)
40 - 60 jaar
Groot onderhoud van groen en wegen heeft financieel een speciale positie: bij rioolwerkzaamheden wordt dit onderhoud meegenomen en voor een groot deel gefinancierd vanuit de rioolheffing. Voor 'solo' grootonderhoud /vervanging van groen en elementen is de voorziening IBOR gecreëerd.
2.2.2. Wat wordt bedoeld met kwaliteit van de openbare ruimte? In dit uitvoeringsplan worden twee soorten kwaliteitsaspecten van de openbare ruimte onderscheiden en gebruikt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘technische kwaliteit’ van de openbare ruimte en ‘beeldkwaliteit’ van de openbare ruimte. - Met technische kwaliteit wordt bedoeld dat de openbare ruimte technisch op orde dient te zijn. Kunstwerken, wegen en constructies dienen ‘heel en veilig’ te zijn om hun functie voor de burger te kunnen garanderen. Hierin heeft de gemeente ook een wettelijke plicht. Dit wordt gedaan door de onderliggende technische inspecties, rapporten en plannen die er zijn (zoals het asfaltonderzoek en meerjarenplan kunstwerken) te volgen. - De beeldkwaliteit gaat over de beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte (zoals het begrip ‘schoon’). Hieronder valt ook het versterken van de ecologische waarden en het vergroten van de bruikbaarheid van het groen en blauw in de openbare ruimte.
2.2.3 Wat wordt bedoeld met achterstallig onderhoud en onderhoudsachterstand? In dit uitvoeringsplan zal het begrip ‘onderhoudsachterstand aan de orde komen. Hiervan is sprake als de kwaliteit van een inrichtingselement, zoals bijv. een weg of een beplantingsvak, lager is dan afgesproken, door het achterwege blijven van (voldoende) onderhoud. Onderhoudsachterstand is niet altijd zichtbaar (beeldkwaliteit), maar wordt voor bijvoorbeeld asfaltwegen en kunstwerken in beeld gebracht door inspecties (technische kwaliteit). Kortweg kan onderhoudsachterstand worden gedefinieerd als “hetgeen niet aan het gestelde kwaliteitsniveau voldoet”. Onderhoudsachterstand is omkeerbaar en is dus te plannen in de uit te voeren onderhoudsplannen, uitvoering dient in deze gevallen wel te gebeuren met hogere prioriteit. Dit in tegenstelling tot achterstallig onderhoud waarbij er sprake is van gevolgschade die voorkomen had kunnen worden. Bij achterstallig onderhoud is sprake van aanvullende schade die voorkomen had kunnen worden door voldoende onderhoud. Ter illustratie treft u in onderstaand figuur twee profielweergaven van een asfaltweg. Bij het eerste profiel is sprake van onderhoudsachterstand; er is alleen schade aan de toplaag. In het tweede geval is sprake van achterstalligonderhoud. Hier is ook schade aan de onderlaag, de steenslagfundering en de onderfundering. Hier is sprake van fundamentele schade.
7
Scheurvorming Toplaag Onderlaag Steenslagfundering Onderfundering
Toplaag Onderlaag Steenslagfundering Onderfundering
2.2.4 Wat is een reconstructie? Tenslotte wordt de term reconstructie gebruikt. Hiermee worden grotere werken bedoeld in de bestaande omgeving, waarbij functieaanpassing de aanleiding is. Voor deze aanpassing worden separate gelden beschikbaar gesteld. Voorbeelden van reconstructies zijn: een wegverbreding en invoering van 30 km-zones.
2.3 . Algemene beleidskaders 2.3.1. Beleidsdocumenten De instandhouding van de openbare ruimte van Papendrecht is gestoeld op diverse beleidsplannen. Op basis van deze plannen wordt onderhoud uitgevoerd, worden objecten gerenoveerd en worden burgers betrokken. De gemeentelijke visie op de openbare ruimte is onder andere beschreven in de volgende plannen (dit betreft een niet limitatieve opsomming): - Structuurvisie Papendrecht 2020 - Visie op het groenblauwe netwerk - Dijkvisie - Stedelijk waterplan - Groenbeleidsplan 2015-2024 - Beleidsvisie IBOR 2009-2014; de voorganger van voorliggende uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. - Voorjaarsnota 2011, gevolg Heroverweging 1 - Programmabegrotingen - Groenplan Papendrecht 2013-2017 - Wegenplan Papendrecht 2013-2017 - Bomenverordening 2013 Groene Kaart - vGRP 2014-2018 - diverse beheerplannen
8
2.3.2. Samenhang beleidsdocumenten met beheer Bovenstaande plannen staan niet op zichzelf, maar hangen onderling (hiërarchisch) met elkaar samen. In onderstaand gedeelte wordt uiteengezet op welke manier het Uitvoeringsplan IBOR 20152020 samenhangt met plannen zoals structuurvisie, dijkvisie en het Groenbeleidsplan 2014-2024. Beleidsvisies en beleidsplannen Door de gemeente Papendrecht worden beleidsvisies en beleidsplannen geformuleerd voor de openbare ruimte. Dit zijn beleidsvisies als de structuurvisie Papendrecht 2020, de Dijkvisie en beleidsplannen als het Wegenplan Papendrecht 2013-2017 en het Groenbeleidsplan 2014 - 2024. In deze beleidsvisies en -plannen worden de inhoudelijke kaders weergegeven voor de inrichting van de openbare ruimte van Papendrecht. Veelal betreffen dit plannen die voor een lange termijn zijn opgesteld (zoals het Groenbeleidsplan 2015 - 2024 dat een periode van 10 jaar bestrijkt). In deze plannen wordt aangegeven wat de visie is op de inrichting van de openbare ruimte van Papendrecht op de langere termijn. Een voorbeeld hiervan is de Dijkvisie waarin het specifieke karakter van het dijklint wordt aangegeven met bijbehorende ideale inrichting van de openbare ruimte. IBOR en beheerplannen Het Uitvoeringsplan IBOR 2015 - 2020 (en haar ‘voorganger’, IBOR 2009 - 2014) heeft als invalshoek niet zozeer het maken van inhoudelijke keuzes over de inrichting, maar het integrale beheer van de openbare ruimte en de financiering daarvan. Gegeven de ruimtelijke inrichtingsplannen van de gemeente, nu en in de toekomst, dient de openbare ruimte integraal beheerd te worden met de financiële en organisatorische middelen die daarvoor beschikbaar worden gesteld. Daarvoor is een Uitvoeringsplan IBOR geformuleerd. Het Uitvoeringsplan IBOR is dan ook kort gezegd een integraal plan waarin - gegeven de visie- en beleidsdocumenten - een integraal overzicht wordt gegeven van het beheer van de openbare ruimte en de financiering daarvan op de kortere termijn (vijf jaar). In IBOR 2015-2020 zijn de financiële middelen voor vervanging en groot onderhoud van elementen in de openbare ruimte opgenomen op basis van onderliggende inspecties en gegevens als levensduur. Wanneer vervolgens een reconstructie aan de orde is, worden in het ontwerp de beleidsvisies en beleidsplannen als kader beschouwd. Dit betreffen de plannen rondom de inrichting van het groen “hoe moet het groen eruit zien conform groenbeleidsplan?”, maar ook bijvoorbeeld “hoe is de doorstroming van het verkeer geregeld (wegenplan)?”. Meer algemene kaders zijn beleidsvisies zoals de structuurvisie. Op deze manier ontstaat een integraal voorstel. Schematisch kan het bovenstaande als volgt worden weergegeven: Beleid
Beheer
Beleidsvisies zoals Structuurvisie Visie op het Groenblauw netwerk Dijkvisie Uitvoeringsplan IBOR
Beleidsplannen zoals groenbeleidsplan wegenplan gemeentelijk Rioleringsplan
9
Hoofdstuk 3. Huidige situatie en ontwikkelingen
3.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de bestaande situatie weergegeven van de openbare ruimte in Papendrecht en de huidige middelen die Papendrecht beschikbaar heeft voor het beheer van de openbare ruimte. Aan de orde komen het huidige areaal, het huidige kwaliteitsniveau en de bestaande middelen. Tevens worden als vertrekpunt voor beleid de ontwikkelingen weergegeven waar Papendrecht de komende periode mee te maken krijgt.
3.2.
Huidig areaal
Papendrecht bevindt zich in de transitie van ontwikkelgemeente naar beheergemeente. Recente ontwikkelingen zijn de Tiendzone, de Noordrand en Park Nieuwland, en het nog in ontwikkeling zijnde Land van Matena. Het accent komt daarmee meer en meer op beheer, onderhoud, vervanging en herinrichting te liggen en minder op nieuwe ontwikkelingen. Het beheerareaal van het bestaande openbare gebied in Papendrecht is vastgelegd in een beheersysteem. Het gaat om groen, verhardingen, water, rioleringen, kunstwerken, straatmeubilair, etc. De totale oppervlakte bedraagt 5.543.000 m². Dit is exclusief Land van Matena, wat nog in ontwikkeling is.
Openbare ruimte Papendrecht 5.543.000 m2
overige 4% verharding 34%
water 30%
groen 32%
De openbare ruimte is - met elk een aandeel van ongeveer één derde - redelijk evenwichtig verdeeld over groen, wegen en water.
10
Beheerareaal (m2)
1.559.000
Gemeente Papendrecht Derden
3.985.000
Een deel van de openbare ruimte is eigendom van derden, zoals het Waterschap, Rijkswaterstaat en particuliere instanties. Deze instanties hebben over het algemeen ook de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud. De gemeente beheert in totaal 3.985.000 m² openbaar gebied. In deze oppervlakte zijn ook de sportvelden en de begraafplaats inbegrepen. Deze gebieden, in totaal 148.000 m², maken geen deel uit van het IBOR-plan. De rest is als volgt verdeeld: • •
•
Water: dit betreft een aanzienlijk deel (611.000 m²) van het totale wateroppervlak in de gemeente (16% van het te beheren gebied); Verharding: de 1.761.000 m² oppervlakte aan gemeentelijke wegen bestaan voor 79 % uit elementenverharding (betontegels, klinkers), 19% is asfalt, de overige 2% betreft beton en halfverhardingen. (Verharding vormt 46% van het te beheren gebied); Groen: Het openbaar groen beslaat 1.465.000 m². De samenstelling van het groen wordt op dit moment geleidelijk aan veranderd. Een deel van het gazon en bosplantsoen is omgevormd naar ruw gras en extensief gras, met als doel de beheerkosten omlaag te brengen. Was het aandeel gazon in 2011 nog 49% van de totale grasoppervlakte, nu is dat gedaald tot 37%. Op dit moment is de groensamenstelling zoals in onderstaande grafiek is weergegeven. (Groen vormt 38% van het te beheren gebied).
11
Areaalverdeling groen (m2)
15.424
145.415
264.704
Natuurlijke beplanting Cultuurlijke beplanting
648.094
Gazon Ruw gras/extensief gras Speel-/trapveld
391.834
Het beheerareaal omvat verder onder andere: 13.800 bomen 72 km oevers en beschoeiing 6.000 lichtmasten 393 speeltoestellen * 173 bruggen 2.208 m¹ walmuren en damwanden 3 waterbuspontons 3.850 m¹ geluidsscherm 5 verkeersregelinstallaties (verkeerslichten) banken, afvalbakken, verkeersmeubilair, belijning en markering, etc. * Behalve deze gemeentelijke toestellen zijn er nog 152 stuks in beheer bij scholen en 38 bij speeltuinverenigingen waarvan de gemeente de veiligheidsinspectie uitvoert.
3.3.
Huidige kwaliteit
Het uitgangspunt IBOR 2009 - 2014 is het kwaliteitsniveau basis te realiseren met in het centrum een hoge kwaliteit. Voor belangrijke onderdelen wordt dit niveau gehaald. Het gemiddelde beeld van elementenverharding bijvoorbeeld, is voldoende te noemen (gebaseerd op een spreiding van resultaten). Ook straatmeubilair en verkeersvoorzieningen halen het gewenste niveau. Op onderdelen wordt zelfs een hoger kwaliteitsniveau gerealiseerd, bijvoorbeeld voor het aspect zwerfafval. Dit mede dankzij de actieve inzet van bewoners (de 200 Zappers). Op sommige onderdelen worden voor de komende periode aandachtspunten gesignaleerd. Dit geldt met name voor onderdelen die langzaam in kwaliteit achteruitgaan, zoals de civiele kunstwerken (bruggen, kademuren, e.d.) en verhardingen (zie paragraaf ontwikkelingen).
12
De kwaliteit is niet voor de hele gemeente hetzelfde. Veel hangt af van de leeftijd van een element. Een indicatie geeft de leeftijd van de wijk. In oudere wijken zal met name de kwaliteit van wegen en riolering verminderd zijn, door het bereiken van het einde van de levensduur. De riolering is daarbij, in de meeste gevallen, leidend voor de te nemen maatregelen. Door middel van rioolinspecties wordt de kwaliteit gemonitord. De kwaliteit van wegen wordt tweejaarlijks beoordeeld door middel van weginspecties. Uit de weginspectie van 2013 blijkt dat de kwaliteit van de wegen in de periode 2003-2013 geleidelijk afneemt. De kwaliteit van de elementenverharding is nog voldoende te noemen maar heeft een dalende tendens die de komende jaren doorzet bij onveranderd beleid. Uit recentelijk asfaltonderzoek met bijbehorende projectvoorstellen blijkt dat een aanzienlijk aantal wegen structureel is versleten, de verhardingsconstructie heeft het einde levensduur bereikt. De kwaliteit van het groen is in 2011 eenmalig gemeten. Uit deze inspectie bleek dat 88% van het groenareaal aan het gewenste kwaliteitsniveau Basis of hoger voldoet (Bij 9% werd zelfs het niveau hoog gehaald). Daartegenover had 12% een te lage kwaliteit. Met name bij heesters werd de kwaliteit niet gehaald, bij 40% van de heesters werd kwaliteitsniveau Laag of Zeer laag aangetroffen. Gazon en ruw gras voldeden voor het grootste deel wel aan de kwaliteitsambities. De huidige kwaliteit is niet noemenswaardig gewijzigd ten opzichte van 2011.
3.4.
Huidige middelen
De waarde van de openbare ruimte is maatschappelijk gezien groot. Het belang van goed berijdbare ontsluitingswegen, goed functionerende groenvoorzieningen, veilige straatverlichting etc. is enorm. De openbare ruimte is belangrijk voor de bereikbaarheid, als ontmoetingsruimte en voor de identiteit van Papendrecht. Goede openbare ruimte heeft bijvoorbeeld invloed op bedrijvigheid, op woongenot en op de waarde van vastgoed. De waarde van de openbare ruimte kan ook (direct) in geld worden uitgedrukt. Alle objecten hebben een vervangingswaarde. De totale vervangingswaarde van de objecten in beheer bij de gemeente bij de huidige stand van de techniek bedraagt ca € 400.000.000,-.
Jaarlijkse kosten
De dekking van de kosten voor onderhoud en vervanging komt uit verschillende bronnen. Het reguliere onderhoud wordt vrijwel geheel betaald vanuit het onderhoudsbudget. Vervanging vindt vaak plaats in de vorm van projecten, soms een specifiek object zoals het vervangen van een brug, maar vaak gaat het om integrale projecten, waarbij riolering, wegen, groen en straatmeubilair gezamenlijk worden aangepakt. Verder zijn - om de vervangingspieken op te vangen - voor diverse objecten voorzieningen in het leven geroepen. Onderstaande grafiek geeft hiervan het principe weer.
Groot onderhoud en vervanging vanuit voorzieningen
Regulier onderhoud Tijd (jaren)
In onderstaand overzicht is weergegeven welke middelen beschikbaar zijn voor beheer en onderhoud (uitgezonderd afval en begraafplaats). Het overzicht is gebaseerd op de programmabegroting voor 2014. In de begroting voor 2014 is voor de openbare ruimte zo’n € 10,5 miljoen beschikbaar, inclusief riolering. Het genoemde bedrag betreft de uitvoering van het beheer en onderhoud en is inclusief apparaatskosten, voorbereiding en toezicht, rentelasten, afschrijvingslasten, stortingen in voorzieningen, e.d. Een deel van het beschikbare budget wordt gebruikt voor storting in
13
voorzieningen, hiermee worden pieken en dalen in de benodigde middelen voor groot onderhoud volgens bovengenoemde methode afgevlakt.
PRODUCT Wegen Verkeersvoorzieningen VRI's, Poller, verlichting BK-weg, DRIS Civiele kunstwerken Openbare verlichting waterbuspontons Groen Spelen Straatreiniging Vijvers/beschoeiingen Baggeren havens Kabels en leidingen Riolering TOTAAL
€ 1.758.000 € 316.000 € 57.000 € 158.000 € 355.000 € 113.000 € 2.957.000 € 203.000 € 388.000 € 472.000 € 155.000 € 48.000 € 3.583.000 € 10.563.000
Grafisch geeft dit het volgende beeld:
4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000
le rin g Ri o
S pe le St n ra a tre V ijv in er ig s/ in be g sc ho ei in B ge ag n ge re n Ka ha ve be ns ls en le id in ge n
G ro en
Ve rk W ee eg rs en vo or zi en in ge n VR Ci I's vi el et e c ku ns O tw pe er nb ke n ar e ve r li ch W t in at er g bu sp on to ns
-
Hierbij dient te worden opgemerkt dat het bij riolering genoemde bedrag voor een deel gebruikt wordt voor vervanging van wegen en groen (conform het GRP wordt vervanging van de bovengrondse infrastructuur voor 80% gefinancierd vanuit de rioleringsgelden). De beschikbare budgetten zijn de laatste jaren niet aangepast met prijscompensatie of voor areaaluitbreiding. Dat houdt onder meer in dat binnen het beschikbare budget de parken Noordrand en Tiendzone worden onderhouden. Dat deze zogenoemde extra werkzaamheden binnen de bestaande budgetten worden uitgevoerd, heeft gevolgen voor de rest van de openbare ruimte: de extra benodigde inspanningen worden verdeeld over een groter gebied, waardoor het moeilijker wordt om overal het afgesproken kwaliteitsniveau te realiseren.
14
3.5.
Huidig onderhoudsachterstand
In de afgelopen jaren is de kwaliteit van wegen en elementen geleidelijk in kwaliteit achteruitgegaan. Daarnaast is uit recent onderzoek naar de kwaliteit van asfaltwegen gebleken dat diverse wegen sneller versleten zijn dan vooraf was verwacht (paragraaf 3.3). Een voorbeeld hiervan is de slijtage van asfaltlagen vanwege weersomstandigheden. Beide redenen hebben ervoor gezorgd dat er sprake is van onderhoudsachterstand op de producten elementverharding, kunstwerken en asfalt. Op basis van de verwachtingen uit het systeem en de nadere inspecties is de achterstand als volgt begroot: kunstwerken (€ 0,6 miljoen), asfaltwegen (€ 1,4 miljoen) en elementen verharding (€ 0,6 miljoen). Het totale onderhoudsachterstand bedraagt dus € 2,6 miljoen. Hierbij valt de kanttekening te maken dat de achterstand bij de brug in de Jan Steenlaan, na goedkeuring door de raad, is opgenomen in het werk van de Burgemeester Keijzerweg. Dit werk a € 0,5 miljoen kan dus afgetrokken worden van het totaal zodat een onderhoudsachterstand resteert van € 2,1 miljoen.
3.6.
Toekomstige ontwikkelingen
3.6.1. Van groei naar beheergemeente Papendrecht is aan het veranderen van een ontwikkelgemeente naar een beheergemeente. Zoals in bovenstaand gedeelte is weergegeven, zijn recente ontwikkelingen de Tiendzone, de Noordrand en Park Nieuwland en Land van Matena. Hiermee zijn de belangrijkste ontwikkelgebieden genoemd en komt het accent de komende periode meer en meer op beheer en onderhoud te liggen. 3.6.2. Opgave groot onderhoud en vervanging Naast het feit dat gemeente Papendrecht steeds meer ontwikkelt naar een beheergemeente, is in bovenstaand gedeelte geconstateerd dat steeds meer elementen in de openbare ruimte de komende periode aan het eind van hun levensduur raken. Dat betekent dat de komende periode in het teken staat van groot onderhoud en vervanging. Een indicatie voor de ontwikkeling is de leeftijd van de wijken.
Voorbeelden van bovengenoemde ontwikkeling is het volgende. Het grootste deel van Papendrecht West is in de jaren ’60 van de vorige eeuw ontwikkeld en is in toenemende mate aan vervanging toe. 15
In Molenvliet zijn deze planperiode de houten bruggen aan vervanging toe. En uit recentelijk asfaltonderzoek blijkt dat een aanzienlijk aantal wegen is versleten, de verhardingsconstructie heeft het einde van de levensduur bereikt (zie onderhoudsachterstand). Overigens zijn er per wijk en in de wijk verschillen. Een voorbeeld hiervan is onderstaande plattegrond. In deze plattegrond is een aantal kreekruggen te zien die door Papendrecht heenlopen (grijs gearceerd). De ondergrond op deze kreekruggen zal minder verzakken dan de overige ondergrond.
Het bovenstaande heeft gevolgen voor de kosten van het beheer van de openbare ruimte, met name voor wat betreft groot onderhoud en vervanging. Voor groot onderhoud en vervanging hebben we - als gevolg van de leeftijdsopbouw van de wijken - vooral na 2020 te maken met pieken in de uitgaven. In hoofdstuk 4 worden voorstellen gedaan die ervoor zorgen dat deze pieken de komende planperiode zoveel mogelijk worden gedempt (zie bijvoorbeeld het uitstellen van vervanging groen). Risico hierbij is dat regulier onderhoud kan stijgen.
3.6.3. Burgerparticipatie Een andere - landelijke - ontwikkeling is de toenemende betrokkenheid van inwoners bij het beleid van de gemeente in de openbare ruimte. Ook in Papendrecht is deze ontwikkeling te signaleren. De gemeente vindt deze ontwikkeling positief. Papendrecht wil burgers actief betrekken bij het beheer van de openbare ruimte. Dit kan uiteenlopen van inlichten en voorlichten van burgers tot actieve inbreng bij het onderhoud door burgers. Papendrecht biedt de mogelijkheid om mee te denken over ontwikkelingen. Grote reconstructieprojecten worden conform het inspraakprocedurebesluit voorbereid. Tevens vindt een aanzienlijke informatievoorziening plaats via gemeentenieuws en internet (pagina; actueel/werkzaamheden). Een opvallende vorm van participatie, waar de Papendrechtse gemeenschap trots op kan zijn, zien we in de ongeveer 200 Zappers: burgers die het zwerfvuil in de woonomgeving verwijderen, daarin gefaciliteerd door de gemeente. De inzet van deze bewoners levert, naast een grote betrokkenheid, een aanzienlijke bijdrage in de netheid van de openbare ruimte. Als dit kwaliteitsniveau voor zwerfvuil door marktpartijen of eigen personeel had moeten worden bereikt, dan zouden de kosten enkele tonnen aan euro's bedragen!
16
Hoofdstuk 4. Voorstellen
4.1.
Inleiding
In hoofdstuk 3 is de huidige stand van zaken van de openbare ruimte weergegeven en zijn de belangrijkste ontwikkelingen geduid. Zoals in bovenstaand gedeelte is aangegeven, gaan deze ontwikkelingen gepaard met hogere kosten in de komende periode. Deze hogere kosten zijn vooral ingegeven doordat de uitgaven voor groot onderhoud en de kosten voor vervanging van wegen zullen toenemen als gevolg van de leeftijdsopbouw van de openbare ruimte. Het feit dat Papendrecht steeds meer ontwikkelt naar een beheergemeente speelt hierin ook een belangrijke rol. In de inleiding van dit Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 is aangegeven dat gemeente Papendrecht te maken heeft met diverse omgevingsveranderingen. Genoemd zijn de economische crisis, veranderende verhoudingen tussen burgers en overheid, de roep om een duurzamer beheer van de aarde, nieuwe vormen van communicatie en nieuwe inzichten in beheer van de openbare ruimte. Mede gezien deze opgaven in verhouding tot de financiële middelen van Papendrecht (zie hoofdstuk 3) is grote budgetgroei niet wenselijk. Om op een verantwoorde manier de opgaven voor de komende periode aan te pakken, zijn maatregelen noodzakelijk die ervoor zorgen dat de uitgavenpieken de komende planperiode zoveel mogelijk worden gedempt. In dit hoofdstuk worden hiervoor voorstellen gedaan. Uiteraard zijn deze voorstellen geformuleerd vanuit een aantal (bestaande) uitgangspunten die door het bestuur zijn meegegeven. Deze uitgangspunten worden in paragraaf 4.2. weergegeven.
4.2.
Uitgangspunten
4.2.1. Beheervisie Een belangrijk uitgangspunt is de bestaande beheervisie van Papendrecht. De beheervisie van Papendrecht geeft aan welke richting de gemeente op wil met het beheer. 1 Deze visie is als volgt. Beheer is gericht op instandhouding van een goed functionerende openbare ruimte. De openbare ruimte heeft vele functies: het is dé ontmoetingsplek van de samenleving, het is de plek voor vele economische en maatschappelijke activiteiten, voor transport en vervoer en voor ontspanning, de plek waar kinderen spelen en opgroeien, bewoners en bezoekers genieten van groen, water en buitenlucht. Door middel van beheer en onderhoud streven we ernaar de functies van de openbare ruimte blijvend te garanderen. Hiertoe plegen we onderhoud aan wegen, groen, lichtmasten, enz. en vervangen we ze aan het einde van de levensduur. Als de functie van objecten in de openbare ruimte vervalt, of als maatschappelijke ontwikkelingen er aanleiding toe geven, wordt rekening gehouden met functieverandering. Zo vervult een speelplek in een woonwijk met jonge kinderen een belangrijke functie, met het ouder worden van de buurt kan de behoefte aan een andere invulling van deze locatie ontstaan. Papendrecht is en blijft een groene gemeente. Het groene karakter zorgt voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, dat bewegen, ontspannen en recreëren mogelijk maakt. Om hier uitvoering aan te geven is gelijktijdig met dit Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 een groenbeleidsplan opgesteld. Dit plan heeft duurzaam groenbeleid als doel, dat behoud van bestaand groen, behoud en versterking van ecologische waarden, vergroting van de samenhang tussen groene en blauwe structuren en de vergroting van de bruikbaarheid van groen en blauw voor ogen heeft.
1
De beheervisie is uitgebreid beschreven in het Groenplan en het Wegenplan. Deze beheervisie op de openbare ruimte is op 7 november 2013, door de gemeenteraad, herbevestigd met de vaststelling van de begroting 2014.
17
Beheer is gericht op duurzaamheid en op participatie. In algemene zin speelt duurzaamheid een grote rol in de beheervisie voor Papendrecht. Duurzaam in de zin van goed voor mens, milieu en economie (de drie P's: People, Planet, Profit). Voor de openbare ruimte is niet alleen de gemeente verantwoordelijk. Bewoners, bedrijven en andere overheden hebben hun eigen rol, niet alleen als gebruikers, maar ook in beheer. Het motto van het collegeprogramma geeft dit weer: "Duurzaam samen - Samen doen". Hierbij kan men denken aan: - Samen optrekken met bedrijven en burgers; - Nauwere samenwerking met andere instanties zoals Waterschap en Rijkswaterstaat. (Samen met het Waterschap wordt al intensief samengewerkt bij het onderhoud van waterkeringen in Papendrecht, deze samenwerking is vastgelegd in een overeenkomst); - Streven naar minimalisering van gebruik en uitstoot van milieubelastende stoffen; - Versobering van het beheer waar mogelijk, maar met behoud van huidige kwaliteit. 4.2.2. Kwaliteit Een tweede uitgangspunt is dat de kwaliteit van de openbare ruimte de komende planperiode (IBOR 2015-2020) dezelfde zal zijn als in IBOR 2009 -2014 is weergegeven. Tevens worden voorstellen gedaan om tekortkomingen op te lossen en in de toekomst te voorkomen (zie paragraaf voorstellen onderhoudsachterstand en paragraaf IBOR 2015 - 2020). Dit kwaliteitsniveau is weergegeven in hoofdstuk 3. Dit wordt verwerkt door de twee kwaliteitsbegrippen die in hoofdstuk 2 zijn gedefinieerd als vertrekpunt te nemen, te weten ‘technische kwaliteit’ en ‘beeldkwaliteit’. - Met de keuzes die in deze beleidsvisie worden gemaakt, blijft de technische kwaliteit de komende planperiode (2015-2020) gelijk. Dit wordt gedaan door onderliggende technische inspecties, rapporten en plannen (zoals het asfaltonderzoek en meerjarenplan kunstwerken) te volgen. - In het groen is er voor gekozen meer differentiatie toe te passen. Te denken valt aan het omvormen van groen in minder onderhoudsintensief groen of het kiezen voor meer natuurlijk groen waar het kan en meer gecultiveerd groen waar de situatie erom vraagt. Hierbij is er ruimte voor burgers om conform het groenbeleidsplan in de ‘niet-hoofdstructuren’ - te participeren. Voorbeelden hiervan zijn buurtmoestuintjes. Hierdoor blijft dit kwaliteitsaspect op niveau.
4.2.3. Duurzaamheid en continuïteit Duurzaamheid en continuïteit dient te worden gewaarborgd conform het in hoofdstuk 1 beschreven doel van dit uitvoeringsplan. Hierdoor wordt geen (financiële) claim gelegd op de jaren na de komende planperiode. Daarom wordt een financiële doorkijk gepresenteerd tot 2025. Hierbij wordt aangetekend dat de cijfers tot en met 2020 voornamelijk zijn gebaseerd op onderzoeksgegevens (inspecties, beheerplannen etc.) en dat de cijfers vanaf 2021 theoretisch zijn gebaseerd op basis van levensduur. Dit betekent dat in de toekomst bij de formulering van een IBOR plan 2021 - 2025 het beeld na 2021 op onderdelen kan afwijken. Een voorbeeld hiervan is het GRP. Deze wordt conform de cyclus in 2017 geformuleerd. Dit kan consequenties hebben. Een ander voorbeeld zijn de visuele inspecties kunstwerken die in 2020 plaatsvinden. Van belang is echter dat met deze exercitie inzichtelijk is gemaakt wat de financiële richting is voor de lange termijn. Hierbij wordt opgemerkt dat de waarborging van de kwaliteit op de langere termijn (na 2020), gegeven de huidige financiële middelen versus de opgaven een belangrijk aandachtspunt is. 4.2.4. Nieuwe ontwikkelingen Onderhavige voorstellen zijn geformuleerd gegeven de huidige inzichten en de huidige stand van de openbare ruimte. Dat betekent dat toekomstige ontwikkelingen of incidenten (zoals incidenten naar aanleiding van een storm of ziektes van bomen) niet zijn meegenomen. Hiervoor dienen aparte voorstellen te worden voorgelegd waarin de (financiële) consequenties worden weergegeven. Te denken valt hierbij aan ontwikkelingen als chemisch vrije onkruidbestrijding, areaaluitbreiding, nieuwe wet en regelgeving etc.
18
4.3.
Voorstellen onderhoudsachterstand
Uit de definitie van onderhoudsachterstand (paragraaf 3.3) is gebleken dat onderhoudsachterstand omkeerbaar is maar dat uitvoering dient te gebeuren met hogere prioriteit. Dit om te voorkomen dat onderhoudsachterstand omslaat in achterstallig onderhoud waardoor er gevolgschade kan ontstaan bijvoorbeeld aan de fundering van wegen. Om uitvoering te kunnen geven aan de werken worden de volgende oplossingen doorgevoerd: 1. Inzetten van de “overcapaciteit werkvoorraad”. Binnen de komende 10 jaar wordt er voor ca. €45 miljoen geïnvesteerd in groot onderhoud en vervanging. Door middel van een andere en meer actuele planning is de werkvoorraad (in feite het kasritme) beter in beeld gebracht. Het resultaat van deze planning is onderstaand grafisch weergegeven. Uit onderstaande grafiek blijkt dat met de huidige capaciteit de werkvoorraad af te bouwen is en dat er een financiële ruimte ontstaat van ca. € 700.000. 2. Aanbestedingsvoordeel. Doordat de afgelopen periode diverse grotere werken zijn aanbesteed zoals de Burgemeester Keijzerweg is er meer zicht gekomen op de werkelijk benodigde bedragen. Ondanks dat deze werken nog niet zijn afgerond kan een deel van het gerealiseerde aanbestedingsvoordeel worden aangewend voor andere projecten. Het gaat hier om een bedrag van €700.000. 3. De resterende middelen voor het onderdeel onderhoudsachterstand moeten eenmalig worden toegevoegd aan de voorziening IBOR. Hiervoor zal een dekkingsvoorstel worden gedaan bij het raadsvoorstel.
Onderhanden werk onderhoudsvoorzieningen € 18.000.000 € 16.000.000 € 14.000.000 € 12.000.000 € 10.000.000 € 8.000.000 € 6.000.000 € 4.000.000 € 698.000
€ 2.000.000 €2014
4.4.
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Voorstellen IBOR 2015-2020
Vanaf paragraaf 4.4.1. worden de maatregelen weergegeven voor IBOR 2015 -2020. Dit zijn maatregelen die financiële impact hebben op de bestaande begroting van ongeveer € 10,5 miljoen, zie hoofdstuk 3 (zowel negatief als positief). Dit kan zijn een verhoging of verlaging van de voorzieningen (zoals bij wegen en kunstwerken). Dit zijn ook maatregelen die een impact hebben op onderhoudsbudgetten (zoals onderhoud groen sportvelden). De onderstaande voorstellen worden als volgt weergegeven. Allereerst worden de maatregelen genoemd voor de drie belangrijkste onderdelen van de openbare ruimte: wegen, kunstwerken en groen. Vervolgens wordt een aantal andere maatregelen genoemd die niet in deze categorieën zijn te rubriceren. Daarnaast is er een aantal maatregelen die op dit moment nog geen financiële impact hebben, maar die kansrijk zijn. Deze maatregelen worden als laatste weergegeven.
19
De maatregelen genoemd vanaf paragraaf 4.4.1. leveren het onderstaande financiële overzicht op tot en met 2020. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de komende planperiode (2015 – 2020) ten opzichte van het bestaande budget een lichte stijging van het IBOR budget kent (een stijging € 155.000 in 2016 tot Een stijging van € 205.000 in 2020).
Bestaand budget (uitgangspunt)
Planperiode
2015-2020
2015
2016
2017
2018
2019
€ 10.565.000
€ 10.565.000
€ 10.565.000
€ 10.565.000
€
10.565.000
2020 € 10.565.000
Gewenste mutaties Extra storting voorziening wegen
€
100.000
€
100.000
€
100.000
€
200.000
€
200.000
€
200.000
Extra storting voorziening asfalt
€
100.000
€
100.000
€
100.000
€
100.000
€
100.000
€
100.000
Extra storting VRI
€
75.000
€
75.000
€
75.000
€
75.000
€
75.000
€
75.000
€
200.000
€
200.000
€
200.000
€
200.000
€
200.000
Extra storting voorziening kunstwerken* Extra storting Openbare verlichting (OVL) Extra storting pontons
€
30.000
€
30.000
€
30.000
€
30.000
€
30.000
€
30.000
Herverdeling groen; vermindering budget
€
200.000-
€
200.000-
€
200.000-
€
200.000-
€
200.000-
€
200.000-
€
-
€
Vermindering baggeren havens
€
30.000-
€
30.000-
€
30.000-
€
30.000-
€
30.000-
€
30.000-
Groen nabij sportcomplexen
€
20.000-
€
35.000-
€
35.000-
€
35.000-
€
35.000-
€
35.000-
Onderhoudskosten nutsbedrijven
€
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
Sanering niet functionele elementen
€
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
€
10.000-
€
10.000-
€
10.000-
€
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
€
10.000-
€
10.000-
€
10.000-
€
10.000-
€
10.000-
Participatie in de openbare ruimte
€
10.000-
€
10.000-
€
20.000-
Fietsenstalling
€
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
€
40.000-
€
40.000-
€
40.000-
€ 10.780.000
€
10.780.000
Groei land van Matena
€
Evenementen minder faciliteren Vermindering gebruik hondenpoepzuiger
€
5.000-
Marktwerking bij aanbesteding
€
20.000-
Budgettotaal na mutaties
€ 10.565.000
€
-
40.000-
€ 10.720.000
€
€
-
40.000-
€ 10.720.000
€
-
-
€ 10.770.000
* incl. benutting reserve geluidsschermen € 778.000
Een van de uitgangpunten van deze beleidsvisie IBOR is duurzaamheid en continuïteit (paragraaf 4.2.). Daarom is er voor gekozen ook de ontwikkelingen na 2020 weer te geven. Deze ontwikkelingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. Te zien is dat de onderhoudsvraag naar verwachting zal stijgen. Dit heeft te maken met de ontwikkelingen zoals in hoofdstuk 3 zijn geschetst. Na 2020 zullen de opgaven voor groot onderhoud en de vervangingsopgave zich doorzetten. Hierbij dient te worden aangetekend dat deze ontwikkelingen worden bijgesteld door de inspecties die plaatsvinden (zie uitgangspunten). De verwachting is echter dat de genoemde algemene trend zich zal doorzetten. Tijd volgordelijk worden beleidstukken bestuurlijk behandeld en vastgesteld. Deze behandeling vindt in verschillende jaren plaats en looptijden van de stukken zijn niet gelijk, dit terwijl de beleidstukken samenhang hebben. Als voorbeeld kan het GRP en IBOR gegeven worden. Het verdient de aanbeveling om de samenhang van de stukken te vergroten door een betere integrale afstemming voor wat betreft de bestuurlijke behandeling en looptijden gelijk te houden. Het aantal voorzieningen beperkt de schuifruimte bij het opstellen van de planning. Het verdient daarom de voorkeur het aantal voorzieningen drastisch te verminderen. Te denken valt aan
20
rioolgerelateerde voorzieningen (reconstructies en baggeren) in verband met financiering vanuit de rioolheffing en een voorziening openbare Ruimte.
€ 13.000.000 € 12.500.000
Onderhoudsvraag IBOR 2015-2025
€ 12.000.000 € 11.500.000 € 11.000.000 € 10.500.000 € 10.000.000 € 9.500.000 € 9.000.000 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
4.4.1. Maatregelen wegen Asfalt Naast werkzaamheden vanuit het asfaltonderzoek (tot 2024) vinden asfaltwerkzaamheden plaats aan deklagen die cyclisch zijn ingepland vanuit het beheersysteem (op basis van de visuele inspectie). Voor het benodigd budget is een verhoging van de voorziening Asfalt met € 100.000 voorzien tot 2020, na 2020 is een verhoging van € 260.000,- voorzien. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van stillere deklagen die aan vervanging toe zijn. In 2020 wordt een nieuw grootschalig asfaltonderzoek uitgevoerd conform het wegenplan. Elementenverharding Op basis van levensduur en areaalomvang is geanalyseerd dat de kosten voor elementenverharding (vervanging en onderhoud) na 2020 toenemen. Naast groei is er ook gekeken naar beperking. Door de minimale en de meest urgente maatregelen uit te voeren is na de planperiode toenemend budget benodigd, dat geleidelijk doorgroeit naar € 500.000,- . Deze groei is nodig om aan de zorgplicht te voldoen. Voorgesteld wordt om vanaf 2018 de storting in de voorziening IBOR te verhogen van € 100.000,- naar € 200.000,- en deze geleidelijk door te laten groeien. Op deze wijze worden de meest urgente wegvakken aangepakt. 4.4.2. Maatregelen kunstwerken Maatregelen kunstwerken Voorgesteld wordt de voorziening IBOR te vullen vanuit de reserve geluidsschermen met € 778.000 ten behoeve van groot onderhoud en vervanging van kunstwerken. Op basis van de beheerrapportages en uitgevoerde visuele inspecties blijkt - met in achtneming van de scoop tot 2025 - dat daarnaast een jaarlijkse extra storting in deze voorziening van € 200.000 voor groot onderhoud en vervanging noodzakelijk is. Aandachtpunt is de rapportage die over 5 jaar plaatsvindt naar aanleiding van de inspecties. Pas dan kan bepaald worden of er in de vervangingsbehoefte en/of groot onderhoud is voorzien. Elementen in de openbare ruimte Een voorgestelde maatregel is het saneren van niet functionele elementen in de openbare ruimte. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om verkeersborden, afvalbakken, zitbanken en voetgangersbruggen etc. (straatmeubilair). Deze maatregel vindt op natuurlijke wijze plaats door uitvoering op het moment dat vervanging of verwijdering planmatig aan de orde is. Met deze werkwijze worden de initiële kosten 21
voorkomen. Van deze sanering wordt een kostenvoordeel in de planperiode verwacht, startend met € 5.000 en oplopend tot € 10.000 per jaar. 4.4.3. Maatregelen groen Omvormen van groen Maatregelen die in het groen worden genomen, zijn onder andere het omvormen van groen. Dit betreft het omvormen van arbeidsintensieve groentypen naar gemakkelijker (en daarmee goedkoper) te beheren groen. Zo kunnen heestervakken aan het einde van de levensduur worden vervangen door gras. Gazon wordt op daartoe geschikte locaties omgevormd tot ruw gras of bloemrijke kruidenvegetatie. Daarnaast geldt bij de inrichting ‘de juiste boom op de juiste plaats’. Liever één goede boom dan een groep van drie slechte. Bij de inrichting van groenvakken wordt altijd rekening gehouden met de functie, onderhoudsarm is het streven. Daarnaast wordt de plantafstand van bomen vergroot. Differentiatie van groen Bij de uitgangspunten is aangegeven dat gekozen wordt voor differentiatie in het groen. Dit betekent dat de hoofdstructuren op een andere manier worden beheerd dan de nevenstructuren. Elementen hierin zijn het kiezen voor meer natuurlijk groen waar het kan en meer gecultiveerd groen waar de situatie erom vraagt. Door bovenstaande maatregelen kan de komende planperiode voorzien in een verlaging het budget van € 200.000. Hierbij een aantal opmerkingen. - Bomen. Op basis van de genoemde analyse van de levensduur wordt verwacht dat de vervangingsbehoefte van bomen vanaf 2020 toe zal nemen. Gezien de financiële middelen is in het groenplan vastgesteld dat plantafstanden worden vergroot en dat kritisch wordt gekeken naar de vervangingsbehoefte van bomen. Op basis daarvan wordt aangenomen dat een kwart van de bomen niet wordt vervangen. Hiermee komen de meerkosten voor het vervangen van bomen vanaf 2021 op € 90.000,- Om hier naartoe te werken wordt voorgesteld het budget vanaf 2020 jaarlijks cumulatief met € 18.000,- te verhogen. - Beplanting: de gemiddelde leeftijd van de beplanting in Papendrecht is hoger dan 20 jaar. Veel beplanting is aan vervanging toe. Deze vervangingsbehoefte is uit te stellen, maar vanaf 2020 zal de vervanging daadwerkelijk nodig zijn. De meerkosten hiervan zijn circa € 75.000,-. Om hier naar toe te werken wordt voorgesteld het budget vanaf 2021 t/m 2025 jaarlijks met € 15.000,- te verhogen. In het verleden was het gebruikelijk jaarlijks areaalgroei in de onderhoudsposten te verwerken. Als gevolg van de bouw- en aansluitend de financiële crisis is de areaalgroei in de afgelopen jaren vrijwel tot stilstand gekomen. Papendrecht kent nog een grotere nieuwbouw locatie: Land van Matena. Dit plan komt de komende jaren tot ontwikkeling. Areaaluitbreiding wordt in dit IBOR plan buiten beschouwing gelaten en wanneer aan de orde separaat voorgelegd (zie uitgangspunt 3). Dit betreft structureel € 75.000. Participatie in het groen Inzet van participatie is bevordering van de betrokkenheid van bewoners en bedrijven voor hun omgeving in brede zin. Het groenbeleidsplan is een belangrijk kader voor participatie in de openbare ruimte. Bij initiatieven wordt bij aanvang een andere inzet van de gemeente gevraagd om participatie een aanzet te geven. Mogelijkerwijs ontstaat in het tweede deel van de planperiode een voordeel. Vooralsnog wordt uitgegaan van een vermindering op groenonderhoud van € 10.000 per jaar vanaf 2018 oplopend naar € 20.000 vanaf 2020. Onderhoud groen sportvelden Het onderhoud van het groen rond de sportcomplexen kent een samenhang met het onderhoud van het speelgras. Het omliggende groen heeft een functie voor het gebruik en de beleving op en om de velden. In die zin is het passend om een deel van het omliggend groen rond de velden ten laste te brengen van de posten onderhoud sportvelden. Deze kosten kunnen binnen de onderhoudsposten sportvelden opgevangen worden. Voor het onderhoud van het gemeentelijke groen heeft dit een aanvullend resultaat van € 35.000 per jaar.
22
4.4.4. Overige maatregelen Verkeersregelinstallaties (Vri’s) In de komende planperiode is rekening gehouden met de vervanging van drie VRI’s. Na 2020 komt ook het onderhoud aan de VRI BK-weg/Platanenlaan in 2023 in beeld, inclusief de herprogrammering van de programmatuur van de VRI. Binnen het product VRI valt ook het onderhoud/vervanging van de DRIS-palen. De eerste DRIS-palen (8 stuks) zijn aangelegd in 2009. De vervanging van de DRIS-palen valt in planjaar 2024. Tevens betreft dit het vervangen van pollers in 2023 en 2024. De jaarlijkse storting in de voorziening IBOR bedraagt € 75.000,-. Openbare verlichting Om onderhoud en vervanging van openbare verlichting binnen de planperiode te kunnen bekostigen wordt uitgegaan van verlenging van de levensduur van de masten en armaturen. Uit onderzoek blijkt dat de risico’s hiervan aanvaardbaar zijn. Ondanks de verlenging van levensduur moet rekening worden gehouden met extra investeringen na de planperiode om de toekomstige vervangingsgolf te kunnen opvangen. Na 2020 is een forse stijging in kosten waar te nemen in vervanging lichtmasten/armaturen. Deze stijging zorgt ervoor dat het gemiddeld budget voor OVL hoger komt te liggen. De meerkosten bedragen jaarlijks vanaf 2021 € 40.000,-; vanaf 2024 wordt dit € 70.000,-. Minder/Niet meer faciliteren van evenementen De gemeente faciliteert vele evenementen op verschillende wijzen (zoals het plaatsen van hekken etc). De kosten komen ten laste van de reguliere posten van de afdeling. Voorgesteld wordt de kosten in rekening te brengen bij de organisatoren van de evenementen. Vooralsnog wordt uitgegaan van een structureel belang van € 5.000 per jaar. Vermindering onderhoudsbudget hondenpoep In de openbare ruimte wordt hondenpoep verwijderd met een hondenpoepzuiger. Daarnaast vindt er intensief onderhoud plaats op de uitrenvelden. Voorgesteld wordt de inzet van de hondenpoepzuiger te halveren. In verband met de bruikbaarheid van de uitrenvelden wordt afgezien van verder vermindering van inzet. De inzetbeperking betreft een belang van € 10.000 per jaar. Bewaakte fietsenstalling beperken De fietsenstalling op de markt werkt tijdens de openingstijden van de winkels met een toezichtsysteem. Bewoners krijgen bij aankomst een kaartje waarop zij bij terugkomt de fiets weer ophalen. Buiten de winkeltijden is er geen toezicht. De fietsenstalling op de huidige locatie is een tijdelijke voorziening. Gezien de bezetting en het risicoprofiel wordt voorgesteld de bezetting te beperken met 40 % bij het betrekken van de definitieve locatie in het centrum. Dit betreft een indirect belang van € 25.000 per jaar. Aanbestedingsvoordeel In het voorliggende IBOR zijn de prijzen voor de budgetramingen meer aan de praktijk van dit moment aangepast. Gezien de sterke concurrentie op dit moment, is het mogelijk dat bij aanbestedingen jaarlijks een voordeel wordt gehaald. Voorgesteld wordt dan ook een aanbestedingsvoorstel in te boeken van € 20.000 in 2015 en vanaf 2016 € 40.000 op jaarbasis. Pontons De komende jaren wordt groot onderhoud voorzien voor de pontons van de waterbus. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag van € 30.000 gereserveerd. Baggeren havens Voor het product “baggeren van havens” wordt in 2024 het baggeren van de Jachthaven verwacht. Dit op basis van cyclisch ingepland onderhoud. Onderhoudskosten nutsbedrijven De nutsbedrijven maken voor hun kabels en leidingen gebruik van de gemeentelijke openbare ruimte. Bij het aanleggen en onderhouden van hun kabels en leidingen vergoeden ze de gemeente voor de kosten van de achteruitgang van de openbare ruimte bij deze werkzaamheden (de zogenaamde degeneratie vergoeding). Het merendeel van deze kosten vallen in het groot onderhoud elementenverhardingen. Voorgesteld wordt vergoeding op te nemen voor het groot onderhoud elementenverharding IBOR. De inkomsten zijn afhankelijk van de omvang van deze 23
kabelwerkzaamheden. Een gemiddelde van de afgelopen jaren bedraagt € 25.000 per jaar. Voorgesteld wordt deze inkomsten te betrekken bij de financiering IBOR. 4.4.5 Financieel nog niet te kwantificeren voorstellen Naast bovengenoemde maatregelen is een aantal maatregelen om uiteenlopende redenen (nog) niet te kwantificeren. In onderstaand gedeelte worden deze benoemd. Snippergroen Op dit moment wordt nader onderzoek ingezet voor verkoop van snippergroen. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan kan verkoop van snippergroen een aandeel leveren voor areaalvermindering van groen. Dit betekent dat een eenmalige opbrengst (verkoop) en een structurele kostenvermindering (minder onderhoud) kan worden behaald. Daarnaast zal er nog een traject worden gestart dat ziet op illegaal in gebruik genomen gronden. Dit is echter op dit moment niet financieel te kwantificeren aangezien de financiële uitkomsten van deze trajecten nog niet bekend zijn. Verder is een traject ingezet tot het actualiseren en inventariseren van de onderhoudscontracten voor de semi-openbare ruimte bij particulieren. Een eerste onderzoek wijst uit dat een beperkt financieel voordeel behaald kan worden. Kanttekeningen hierbij zijn echter zaken als juridische haalbaarheid. Dit is de reden dat vooralsnog geen financieel voordeel is ingeboekt. Samenwerking openbare ruimte Er zijn tal van voorbeelden waarbij samenwerking tussen de afdelingen beheer en uitvoering van de Drechtstedengemeente lonend is. Te denken valt aan samenwerking op het gebied van inkoop, het aanschaffen van een beheersysteem, etc. Deze praktische vorm van samenwerking wordt de komende planperiode gecontinueerd en verdiept maar zijn niet te kwantificeren. Organisatorische / efficiencymaatregelen Dit betreffen maatregelen op het gebied van de organisatie en efficiency. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de buitendienst, dat in 2015 wordt uitgevoerd. SROI Inzetten op SROI leidt tot voordelen op andere taakvelden (MO). Hiervan kan in de toekomst mogelijk meer gebruik worden gemaakt. Of dit (financieel) voordeel oplevert dient nog nader te worden onderzocht. Overig Naast bovengenoemde maatregelen worden ook andere verbetermaatregelen onderzocht. Te denken valt aan zaken als parkmanagement.
24