Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014
Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014
1
Introductie
In de periode 1 september – 31 oktober 2014 hebben de scholen voor praktijkonderwijs weer deelgenomen aan de uitstroommonitor en volgmodules. Met dat instrument brengen zij in kaart waar de leerlingen na het praktijkonderwijs naar toe gaan en hoe hun loopbaan in de twee jaar na uitstroom verloopt. In deze beknopte samenvatting doen we verslag van de uitkomsten van deze meting. Herziening vragenlijsten en werkomgeving In de voorbereiding op deze meting zijn op verzoek van de scholen en in nauw overleg met een werkgroep de vragenlijsten bekeken en aangepast op de actualiteit. Ook zijn in de werkomgeving van het digitale instrument diverse aanpassingen doorgevoerd om de gebruikersvriendelijkheid te vergroten. Informatie over de aanpassingen die zijn doorgevoerd treft u desgewenst aan op de website van het Platform; deze informatie is ook opvraagbaar bij het secretariaat. Wat biedt deze samenvatting? In deze samenvatting bespreken we die landelijke gemiddelden. We vergelijken we deze met de uitkomsten van de uitstroommonitor en volgmodules in de voorgaande periode. Welke gegevens hebben de scholen in september en oktober ingevoerd? In tabel 1.1 wordt dat schematisch in beeld gebracht. De scholen hebben dit keer ingevoerd: • De uitstroomgegevens van de leerlingen die in of direct na het schooljaar 2013-2014 de school hebben verlaten; • De gegevens van de ex-leerlingen die in het schooljaar 2012-2013 zijn uitgestroomd; dit noemen we ook wel ‘volgmodule 2; • De gegevens van de ex-leerlingen die in het schooljaar 2011-2012 zijn uitgestroomd; dit duiden we aan als ‘volgmodule 4.’ tabel 1.1
Uitstroommetingen in het najaar van 2014
Cohort
Najaar 2012
Begin 2013
Najaar 2013
Begin 2014
Najaar 2014
Cohort 2013-2014
-
-
-
-
Uitstroom 2013-2014
Cohort 2012-2013
-
-
Uitstroom
Volg 1
Volg 2
Volg 3
Volg 4
2012-2013 Cohort 2011-2012
Uitstroom
Volg 1
Volg 2
2011-2012
In de volgende paragrafen bespreken we kort de belangrijkste uitkomsten van respectievelijk de uitstroom 2013-2014, volgmodule 2 en volgmodule 4. Daarbij maken we zoals gezegd een vergelijking met de uitkomsten bij vorige edities.
2
Criteria Daarbij plaatsen we de uitkomsten tegen de achtergrond van de afspraken die zijn gemaakt over plaatsing en bestendigheid. Deze afspraken houden het volgende in. • Minimaal 90% van de leerlingen wordt geplaatst in werk, onderwijs of een traject gericht op het verkrijgen van werk of een opleiding. • Minimaal 75% van de uitstroom is te kenschetsen als bestendig. Bij deze criteria geldt voor de scholen uitdrukkelijk het beginsel van ‘pas toe of leg uit’. Er zijn immers omstandigheden denkbaar waardoor het onmogelijke niet van een school kan worden gevraagd. Lager scoren op de norm kan in zo’n situatie dus worden beargumenteerd of uitgelegd.
3
2
Kengetallen uit de uitstroommonitor 2013-2014
In totaal hebben 155 van de 171 scholen in september-oktober 2014 meegedaan aan de uitstroommonitor. Landelijk gezien is dat 91% van het totaal. De deelname van het aantal scholen ligt grosso modo op hetzelfde niveau als in voorgaande jaren. In tabel 2.1 is de deelname per regio vermeld. tabel 2.1
Deelname van scholen aan de uitstroommonitor per regio LWV-Pro Monitor 2011-2012
Monitor 2012-2013
Monitor 2013-2014
#
deelname
%
#
deelname
%
#
deelname
%
Groningen
9
7
78%
9
7
78%
9
6
67%
Friesland
8
8
100%
8
8
100%
8
8
100%
Drenthe
8
8
100%
8
8
100%
8
8
100%
Overijssel
15
15
100%
15
15
100%
16
15
94%
Flevoland
4
4
100%
6
5
83%
6
6
100%
Geld-Oost
11
10
91%
11
10
91%
10
9
90%
Geld- West
15
14
93%
15
15
100%
15
14
93%
Utrecht
10
10
100%
10
8
80%
10
8
80%
N-Holland
15
14
93%
15
14
93%
15
14
93%
7
6
86%
7
6
86%
7
6
86%
14
13
93%
14
13
93%
14
13
93%
6
5
83%
6
4
67%
6
5
83%
16
15
94%
16
15
94%
16
14
88%
Zeeland
6
5
83%
6
6
100%
6
6
100%
W-Brabant
3
3
100%
3
3
100%
3
3
100%
O-Brabant
14
13
93%
14
12
86%
14
12
86%
8
8
100%
8
8
100%
8
8
100%
169
158
93%
171
157
92%
171
155
91%
Amsterdam Z-H R’dam Z-H Dordt Z-H Z'meer
Limburg Totaal
De scholen hebben gezamenlijk van in totaal 5567 leerlingen de gegevens ingevoerd. Het leerlingenaantal schommelt iets over de jaren heen. Zo telde de uitstroommonitor 2011-2012 5876 leerlingen en die van 2012-2013 5490 leerlingen. Wat is de uitstroomstatus van de leerlingen die in het schooljaar 2013-2014 de school hebben verlaten? Tabel 2.2 geeft daarvan het overzicht. Omdat de vragenlijst van de uitstroommonitor voor deze meting is veranderd, verschillen de rubrieken over de jaren heen enigszins.
4
Tabel 2.2
Uitstroombestemming per schooljaar 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
(n=5184)
(n=5745)
(n=5876)
(n= 5490)
(n= 5666)
26%
27%
27%
28%
25%
-
-
-
-
7%
Arbeid en leren
14%
11%
11%
9%
9%
Leren
30%
33%
32%
32%
29%
Andere school voor pro
5%
5%
6%
7%
8%
Vmbo
2%
2%
2%
2%
2%
Vso
3%
3%
4%
4%
5%
-
-
-
-
2%
Andere opleiding in de regio
3%
2%
2%
2%
-
Onderwijs buiten de regio
4%
4%
4%
4%
-
Dagbesteding
3%
3%
3%
4%
4%
Geen werk of school
8%
8%
6%
7%
6%
Onbekend
3%
2%
2%
1%
1%
100%
100%
100%
100%
100%
Arbeid Beschermde arbeid
Verhuizing buitenland
Totaal
25% van de leerlingen heeft na het praktijkonderwijs een reguliere baan; nog eens 7% van de leerlingen gaat aan de slag onder de noemer van ‘beschermde arbeid’. Het percentage leerlingen dat na het pro begint aan een leertraject in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl, arbeid en leren) aan het mbo daalt over de jaren heen. Deze daling doet zich overigens ook onder alle mbo-studenten landelijk voor. Anders gezegd, deze teruggang is naar alle waarschijnlijkheid niet specifiek voor voormalige pro-leerlingen. Het percentage leerlingen dat doorstroomt naar beroepsopleidende opleidingen in het mbo (bol, leren) lijkt iets te dalen, maar ten opzichte van 2010 is deze daling niet zo groot. Het percentage leerlingen dat geen werk of school heeft ligt rond de 6%; van 1% van de leerlingen is de status bij uitstroom niet bekend. Ten opzichte van het criterium van 90% plaatsing, zien we op landelijk niveau dat gemiddeld genomen het praktijkonderwijs daar boven blijft namelijk op 93,6%.
5
3
Kengetallen uit de volgmodules
Met de volgmodules kunnen de scholen in beeld brengen hoe het de voormalig leerlingen van hun school vergaat, gedurende de twee jaar volgend op hun uitstroom. Er worden steeds twee cohorten gevolgd.
Hierna bespreken we eerst de stand van zaken van het cohort dat in het schooljaar 2012-2013 de school heeft verlaten. Logischerwijs betreft het daarbij de tweede meting. Daarna komen de uitkomsten aan bod van de vierde volgmeting op het cohort 2011-202.
3.1
Volgmodule 2 van cohort 2012-2013 In september – oktober 2014 hebben de scholen de status van de leerlingen ingevuld die een jaar eerder de school hebben verlaten. Dit is gedaan door in totaal 153 scholen, waarbij zij de actuele status van in totaal 5078 ex-leerlingen hebben ingevoerd. Vier van de 157 scholen die wél de uitstroommonitor voor dit cohort hebben ingevuld, hebben afgezien van dit tweede meetmoment. tabel 3.1 Regio
Totaal
Uitstroom
Volg 1
Volg 2
Volg 3
Volg 4
LWV-PrO
aantal
2012-2013
begin 2014
najaar 2014
begin 2015
najaar 2015
Groningen
9
7
7
7
Friesland
8
8
8
8
Drenthe
8
8
7
8
Overijssel
15
15
15
15
Flevoland
6
5
6
6
Geld-Oost
11
10
8
8
Geld- West
15
15
13
14
Utrecht
10
8
8
9
N-Holland
15
14
14
14
7
6
6
6
14
13
13
13
6
4
4
5
16
15
11
12
Zeeland
6
6
6
5
W-Brabant
3
3
3
3
O-Brabant
14
12
12
12
8
8
7
8
171
157
148
153
Amsterdam Z-H R’dam Z-H Dordt Z-H Z'meer
Limburg Totaal
6
Deelname van scholen aan de volgmodules cohort 2012-2013
Het aantal van 5078 leerlingen is 89,6% van het aantal waarvoor in het najaar van 2013 de uitstroommonitor is ingevuld. De respons op de tweede volgmodule ligt met deze aantallen hoger dan de respons op voorgaande edities van de tweede volgmodule. Tabel 3.2 geeft in de laatste kolom de actuele situatie van de ex-leerlingen weer, één jaar nadat zij hun school voor praktijkonderwijs hebben verlaten. tabel 3.2
Status van de ex-leerling, één jaar na uitstroom Uitstroom
Volg 1
Volg 2
Najaar ‘13
Voorjaar ‘14
Najaar ‘14
n=5686
n=4850
n = 5078
28%
29%
30%
-
-
2%
9%
10%
9%
32%
34%
29%
Andere school voor pro
-
-
1%
Vmbo
-
-
2%
Vso
-
-
4%
Verhuizing buitenland
-
-
1%
4%
3%
1%
15%
9%
0%
Dagbesteding
4%
5%
5%
Geen werk of school
7%
9%
9%
Onbekend
1%
2%
5%
100%
100%
100%
Arbeid Beschermde arbeid Arbeid en leren Leren
Verhuizing Andere opleiding in de regio
Totaal
Zoals eerder aangegeven is zijn de vragenlijsten bij deze meting veranderd; daardoor verschillen de rubrieken over de jaren heen enigszins. De verdeling van de ex-leerlingen over de rubrieken verschilt bij deze meting echter niet of nauwelijks ten opzichte van het tweede meetmoment op voorgaande cohorten. Dat wil zeggen: ook bij deze meting van cohort 2012-2013 is circa 30% van de exleerlingen aan het werk, terwijl het percentage dat nog een mbo-opleiding volgt, is gedaald naar 29%. 9% van de ex-leerlingen uit dit cohort heeft een jaar na uitstroom geen werk en volgt ook geen opleiding. Van nog eens 5% is de status onbekend. De status van de ex-leerlingen uit cohort 2012-2013 voldoet één jaar na hun uitstroom met 86,5% als ‘bestendig’ aan de gestelde criteria.
7
3.2
Volgmodule 4 van cohort 2011-2012 Hoe staat het er voor met de leerlingen die nóg een jaar eerder het praktijkonderwijs hebben verlaten, namelijk in het schooljaar 2011-2012? In tabel 3.3 is de deelname van de scholen aan deze vierde volgmodule vermeld (laatste kolom). Bij deze editie hebben 160 scholen meegedaan, dat is aanzienlijk meer dan bij voorgaande edities van de volmodule. tabel 3.3 Regio
Totaal
Uitstroom
Volg 1
Volg 2
Volg 3
Volg 4
LWV-PrO
aantal
2011-2012
begin 2013
najaar 2013
begin 2014
najaar 2014
Groningen
9
7
6
6
7
7
Friesland
8
8
8
8
8
8
Drenthe
8
8
7
8
8
8
Overijssel
15
15
12
14
16
16
Flevoland
4
4
4
6
6
6
Geld-Oost
11
10
9
8
8
9
Geld- West
15
14
13
13
13
14
Utrecht
10
10
10
9
9
9
N-Holland
15
14
13
15
14
15
7
6
5
5
5
6
14
13
11
13
12
14
6
5
5
5
4
5
16
15
12
11
11
15
Zeeland
6
5
5
4
4
5
W-Brabant
3
3
3
3
3
3
O-Brabant
14
13
13
12
12
12
8
8
7
8
7
8
169
158
143
148
147
Amsterdam Z-H R’dam Z-H Dordt Z-H Z'meer
Limburg Totaal
1
8
Deelname van scholen aan de volgmodules cohort 2011-2012
160
1
Het aantal deelnemende scholen bij volgmodule 4 ligt hoger dan het aantal scholen (158) dat in eerste aanleg voor dit cohort de uitstroommonitor heeft ingevuld. Dit verschil wordt verklaard doordat na het eerste invulmoment nog een aantal extra scholen is ingestapt op de monitor en deze met terugwerkende kracht heeft ingevuld.
De scholen hebben bij deze meting van in totaal 5096 ex-leerlingen de gegevens ingevoerd. Dat is ruim 86% van het aantal ex-leerlingen uit dit cohort waarvoor de uitstroombestemming is ingevoerd. In tabel 3.4 is in de laatste kolom de actuele situatie van deze ex-leerlingen samengevat. Tabel 3.4
Ontwikkeling cohort 2011-2012 Uitstroom
Volg 1
Volg 2
Volg 3
Volg 4
Najaar ‘12
Voorjaar ‘13
Najaar ‘13
Voorjaar ‘14
Najaar ‘14
n=5900
n=4984
n=4967
n=4904
n=5096
27%
28%
31%
32%
37%
-
-
-
-
2%
Arbeid en leren
11%
12%
10%
9%
8%
Leren
32%
32%
29%
29%
21%
Andere school voor pro
-
-
-
-
0%
Vmbo
-
-
-
-
2%
Vso
-
-
-
-
3%
Verhuizing buitenland
-
-
-
-
1%
4%
3%
3%
3%
1%
14%
9%
6%
6%
0%
Dagbesteding
3%
4%
4%
4%
4%
Geen werk of school
6%
9%
12%
11%
11%
Onbekend
2%
3%
6%
6%
9%
100%
100%
100%
100%
100%
Arbeid Beschermde arbeid
Verhuizing Andere opleiding in de regio
Totaal
In de aanloop tot de vierde meting is ook voor dit cohort de vragenlijst aangepast, waardoor de rubrieken iets zijn verschoven. Desondanks laat de uitkomst van de volgmodule ook nu een grote overeenkomst zien met de vierde metingen op voorgaande cohorten: 47% van de ex-leerlingen is al dan niet in combinatie met een opleiding aan het werk (37% arbeid, 2% beschermde arbeid en 8% arbeid en leren). Het percentage ex-leerlingen dat in de vierde meting nog een opleiding volgt is net als bij voorgaande cohorten nu flink gedaald, naar 21%. Voor 11% van de ex-leerlingen geldt dat zij niet op school zitten en ook niet aan het werk zijn, terwijl voor 9% van deze leerlingen geldt dat hun status twee jaar na uitstroom onbekend is. De vierde meting op dit cohort laat zien dat 81,9% van de uitstroom geldt als ‘bestendig’, dat is ruim binnen de afgesproken norm.
9