2/2012 – mei 2012 INHOUD
Vrouwen bij de politie: standpunten van de minister Eerste piste: de ondersteuning van het loopbaanparcours en van de ‘high potentials’ Tweede piste: verzoening tussen privéleven en beroepsleven Derde piste: gender mainstreaming Over gender binnen de politie durven te spreken? En waarom niet! Varia
MANNEN EN VROUWEN IN DE INSTELLING: EEN GENDERKWESTIE? Vrouwen bij de politie: standpunten van de minister Naar aanleiding van de internationale vrouwendag organiseerde mevrouw Milquet, minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke kansen, op 7 maart een seminarie in de Senaat. Het thema van die dag was ‘Vrouwen en Politie’. Verscheidene politiepersoneelsleden, voornamelijk vrouwen, hebben hun meningen, beschouwingen en ervaringen over de situatie van de vrouw in het algemeen in de politieorganisatie kunnen formuleren. Mevr. Milquet wenst in het kader van haar bevoegdheden op het vlak van gelijke kansen en als minister van Binnenlandse Zaken concreet werk te leveren en de gelijkheid van de geslachten bij de politie te bevorderen. Ze beschrijft ons met haar eigen woorden de situatie van de vrouw in onze organisatie “ …
Het is niet eenvoudig om een vrouw te zijn in een instelling die al eeuwen mannelijk is. Alle traditioneel mannelijke beroepen hebben hun codes, hun werkwijzen, hun waarden. Het instituut ‘Politie’ wijkt hier niet van af … “ De eerste vrouwen traden toe tot de politie in de
jaren 1950. Vandaag de dag moeten we vaststellen dat ze nog steeds hun bekwaamheid moeten bewijzen en moeten vechten om posten met verantwoordelijkheid te verkrijgen. De minister leidt eruit af dat “er nog werk aan de winkel is. De politie weerspiegelt immers
ook onze samenleving: ook zij heeft haar vooroordelen en stereotypes. Er is nog nood aan verandering …”. Om die verschillen kleiner te maken en de gelijkheid tussen de geslachten te bevorderen, legt mevrouw Milquet de doelstelling vast om “minimaal dertig procent vrouwen te hebben op alle niveaus met verantwoordelijkheid … “ In januari 2012 waren er binnen de
geïntegreerde politie slechts 8 % vrouwelijke officieren, 10,5 % vrouwen in het middenkader en 21,1 % in het basiskader. Op het niveau van de agenten van politie is er een evenwicht met 50,1 % vrouwelijke personeelsleden. Binnen het administratieve en logistieke kader is 68,5 % van de personeelsleden van het vrouwelijke geslacht.
Om te voldoen aan de doelstelling van 30% vrouwen op alle niveaus vroeg mevrouw Milquet aan de dienst gelijkheid en diversiteit (DSID) “… om een werkgroep op te zetten die zal
nadenken over mogelijke pistes (de ondersteuning van het loopbaanparcours en van de ‘High potentials’, de verzoening tussen privéleven en beroepsleven, de implementatie van gender mainstreaming en gender budgeting…)” De volledige toespraak is toegankelijk via de volgende link: www.milquet.belgium.be/nl/nieuws?page=5 Daarom brachten de dienst gelijkheid en diversiteit en Eric Cobut, directeur van de directie van de interne relaties (DSI), die voorzitter van die werkgroep is, een groep experts samen van wie de opdracht erin bestaat na te denken over en het verbeteren van het genderbeleid volgens de drie voornoemde pistes van de minister. Deze ‘task force’ is reeds twee keer samengekomen. De resultaten van die ontmoetingen zullen zeker en vast worden opgenomen in een volgende nieuwsbrief. De opdracht van de task force is dus een antwoord te bieden op de wil van mevrouw Milquet om de genderkwestie binnen de politie volgens voornoemde pistes te verbeteren. Om ze aan te snijden, leggen we u enkele getuigenissen van vrouwen voor. We zullen ook definiëren wat gender mainstreaming is, een term die steeds vaker wordt gebruikt en niet altijd eenvoudig te begrijpen is.
Eerste piste: de ondersteuning van het loopbaanparcours en van de ‘high potentials’ We hebben mevrouw Merckx geïnterviewd. Zij is korpschef van de politiezone Rupel en voorzitster van het Belgische netwerk van politievrouwen vzw ‘Womenpol’ en maakt deel uit van bovengenoemde werkgroep. Ze denkt veel over dit thema na en beoogt verscheidene werkwijzen en mogelijke veranderingen die de huidige situatie van de vrouw bij de politie echt kunnen verbeteren.
“Er is niet alleen nood aan gendermainstreaming maar ook aan ‘diversiteitsmainstreaming’.” Aan het woord is Gwen Merckx, al 6 jaar korpschef van de Lokale Politie Zone Rupel. Deze zone telt 122 medewerkers, van wie 37% vrouwen. Bij de politieambtenaren is 27% politievrouw. Hiermee is de zone Rupel één van de 10 zones die het meeste aantal vrouwen tewerk stelt. “En men mag gerust zijn: dit vormt geen enkel probleem”, zo stelt Gwen Merckx. Naast korpschef is Gwen Merckx sinds 1997 ook voorzitter van vzw Belgisch Netwerk van Politievrouwen (afgekort: Womenpol). Womenpol werd in 1994 opgericht naar aanleiding van de derde Europese conferentie voor politievrouwen in België. Het netwerk tracht de positie van alle vrouwen werkzaam bij de Belgische politie te verbeteren. Daarom wil Womenpol niet alleen meer vrouwen bij de politie, maar ook een betere integratie van vrouwen binnen de korpsen en gelijke rechten en kansen voor politievrouwen tijdens hun loopbaan. Womenpol tracht deze doelstellingen te bereiken door het realiseren van zeer concrete maatregelen. “We proberen stap voor stap zaken te realiseren door in dialoog te gaan met de
mensen die beslissingsmacht hebben. Bijvoorbeeld trachten we ervoor te zorgen dat in elke selectiejury beide geslachten vertegenwoordigd zijn, met stemrecht. Hoewel dit een zeer eenvoudige en goedkope maatregel is die de diversiteit binnen de politie kan bevorderen, werd deze tot op heden niet gerealiseerd. Ook de huidige organisatie van de promotieopleidingen is problematisch. Het huidige opleidingstraject is niet afgestemd op het leven in een gezin, bijvoorbeeld met kleine kinderen. Daarom kiezen een aantal vrouwen er bewust voor niet deel te nemen aan promotie-examens. Om promotie te kunnen maken zou je nochtans niet moeten kiezen tussen je carrière en je privéleven. De opleidingen kunnen namelijk ook op een andere manier worden georganiseerd. Womenpol stelt voor om te werken met modules, waarbij men credits kan opbouwen. Men moet een aantal verplichte vakken volgen, maar daarnaast kan men ook zelf een aantal vakken kiezen. Op deze manier kan de promotieopleiding beter afgestemd worden op het gezins- en privéleven. Een dergelijk traject zou daarenboven ook meer afgestemd zijn op de filosofie van een lerende organisatie.”, aldus Gwen Merckx. Daarnaast heeft Womenpol ook enkele prioritaire actiepunten. “Vooral wat betreft de doorstroming van vrouwen naar sleutelfuncties hebben we nog heel wat werk voor de boeg”, zo vertelt Gwen Merckx. “Sinds eind jaren ’90 heeft men diversiteit geïntegreerd in de missie
en de visie van de rekrutering en de selectie. Hierdoor is er vandaag een gegarandeerde instroom van 30 à 35% vrouwen bij de politie. Er zijn echter weinig vrouwen die doorstromen naar het leidinggevende niveau. In het middenkader is slechts 1 op 10 hoofdinspecteurs vrouw. Wanneer we kijken naar het officierenkader, is slechts 8% vrouw. 1 op 3 vrouwelijke commissarissen werkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er zijn momenteel nog altijd 119 lokale zones die geen politievrouwen op beleidsniveau hebben.” Volgens Womenpol kan dit probleem het best aangepakt worden door te werken op het niveau van de politiecultuur.
“Het niveau van de beslissingnemers, dat de politiecultuur uitmaakt, is weinig divers. Er is weinig diversiteit in gender, maar ook in afkomst, leeftijd, enz. Nochtans zou diversiteit de rode draad moeten zijn doorheen het beleid. Gendermainstreaming is hierbij een eerste stap, maar eigenlijk zou er ook aan ‘diversiteitsmainstreaming’ moeten gedaan worden. Diversiteit is nodig voor een betere dienstverlening ten aanzien van de bevolking. Diversiteit betekent creativiteit en dus ook beter inspelen op wat verandert in de maatschappij. Een meer diverse politiecultuur zal tot gevolg hebben dat men meer bevolkingsgroepen kan bereiken. Diversiteit is volgens ons de kritieke succesfactor in het realiseren van excellente politiezorg.” Meer informatie over vzw Womenpol kan u vinden via www.womenpol.be
Tweede piste: verzoening tussen privéleven en beroepsleven Tijdens het seminarie liet Jinnih Beels ons het beeld zien van een vrouw die zich goed voelt en die het gezins- en beroepsleven, ondanks een functie met verantwoordelijkheden, zo vlot mogelijk combineert. Het leek ons interessant haar en haar man, eveneens politieambtenaar, het woord te geven.
“De combinatie werk-gezin is in geen enkele functie evident. Maar hoe hoger de functie, hoe moeilijker het wordt beiden op elkaar af te stemmen.” Voor ons zit Jinnih Beels, commissaris van politie en sinds 2008 diensthoofd diversiteit van de lokale politie Antwerpen. Naast haar zit haar echtgenoot Alain Dooms, inspecteur van politie en als cartomedewerker van de lokale politie Antwerpen verantwoordelijk voor nationale en internationale seiningen en ontseiningen van personen en voorwerpen. Samen hebben zij een zoontje van 5 jaar oud. Hoe combineren jullie vandaag jullie job met jullie gezin? Wat doen jullie bijvoorbeeld wanneer jullie zoontje ziek is? Zijn er afspraken over wie in dat geval gaat werken en wie thuis blijft?
“We proberen dergelijke situaties zoveel mogelijk zelf op te lossen. We bekijken de werkplanning van beiden. Wie belangrijke afspraken heeft, gaat werken; de andere vangt ons zoontje op. Het is echter niet evident om zomaar te zeggen dat we niet kunnen komen werken. Het gebeurt regelmatig dat we beiden op het werk aanwezig moeten zijn. Dan zijn we blij dat we beroep kunnen doen op onze ouders.”, zo vertellen Jinnih en Alain ons. “Dit is trouwens niet alleen het geval wanneer ons zoontje ziek is. Het gebeurt regelmatig dat onze werkplanningen niet overeenstemmen en dat we beroep moeten doen op onze ouders, bijvoorbeeld om ons zoontje naar school te brengen. Ook bij ziekte van collega’s of schoolvakanties moeten wij steeds onze agenda’s naast elkaar leggen. Het is dus helemaal niet vanzelfsprekend om onze job en ons gezin met elkaar te combineren.” Welke maatregelen zouden er moeten gerealiseerd worden om de combinatie tussen werk en gezin te vergemakkelijken?
“Er moet meer rekening gehouden worden met het feit dat vrouwelijke leidinggevenden ook een gezin hebben. Bijvoorbeeld zou de vergaderstructuur kunnen omgegooid worden door er rekening mee te houden dat sommigen hun kinderen naar school moeten brengen. Verder zouden er ook opvangmogelijkheden, gelinkt aan de organisatie, kunnen voorzien worden. Ook de promotiecyclus zou moeten herzien worden, zodat mannen en vrouwen beiden kansen krijgen om door te stromen naar hogere functies. Ten slotte is er nood aan een verplicht geïntegreerd diversiteitsbeleid, zoals dit bijvoorbeeld al het geval is in Nederland.”, zo stelt Jinnih. “Ik heb er bewust voor gekozen geen hoofdinspecteur te worden. We weten dat we dit niet zouden kunnen combineren met ons gezin. Bij het opstellen van de dienstregelingen probeert men wel rekening te houden met het gezin, maar er zijn steeds grenzen.”, aldus Alain. Is er, naast bepaalde structurele maatregelen, ook nood aan een verandering van de politiecultuur?
“Inderdaad. Over het algemeen is de politiecultuur nog steeds een witte, mannelijke cultuur, waarbij er weinig rekening gehouden wordt met vrouwen die een hogere functie combineren met een gezin. De cultuur is niet veranderd door de recente grotere instroom van vrouwen, want het wijzigen van een cultuur vraagt heel veel tijd. Onze moeilijkheden hebben echter ook te maken met het feit dat we beiden een operationele functie uitoefenen. Zo is het voor het CALog-personeel eenvoudiger om bijvoorbeeld halftijds of 4/5e te werken. Er zijn dus wel maatregelen voorzien, maar operationelen maken er geen gebruik van omdat hun functie het niet toelaat of omdat ze de maatregelen niet kennen. Men zou het HR-beleid dus transparanter moeten maken en meer moeten promoten naar de werknemers toe.”
Privé- en beroepsleven combineren is ook het onderwerp van het proefschrift van Emilie Sanchez, sociologe aan de Katholieke Universiteit van Louvain-La-Neuve. Zij had belangstelling voor de combinatie van privé- en beroepsleven bij de lokale politie. Mevr. Sanchez baseerde zich daarvoor op een enquête, interviews en waarnemingen bij verschillende politiezones in het Franstalige landsgedeelte. Zoals het koppel Jinnih Beels en Alain Dooms aangaf is ‘zich uit de slag trekken’ het kernidee. Het is het lot van iedere politieagent/ouder dat er moet worden gegoocheld met uurroosters, met de prioriteiten van iedere ouder en dat er een beroep moet worden gedaan op de familie (grootouders …). Niettemin stelt mevr. Sanchez vast dat binnen de politie werken als operationeel personeelslid ook als een voordeel kan worden ervaren. Ook al moet men afwisselen tussen de verplichtingen van het gezinsleven en een flexibel en variabel uurrooster, toch lijkt het gemakkelijker het tijdsgebruik op te vangen (een uur vroeger vertrekken, een uur later aankomen), nachtdiensten met collega’s om te wisselen en gebruik te maken van de vrije tijd overdag om ommetjes te maken tussen twee opdrachten door wanneer dit vereist is voor het gezin (voor administratieve rompslomp, kinderen af te zetten …). Een ambtenaar met gewone kantooruren heeft deze mogelijkheden echter niet. Als zijn kind bijvoorbeeld ziek is, kan hij zijn uurrooster niet met dat van zijn collega omwisselen om bij zijn kind te blijven. Wat voornamelijk werd aangehaald in het proefschrift is de moeilijkheid om thuis afstand te nemen van zijn beroep en om thuis te kunnen komen zonder bekommernissen of dossiers. Het menselijke en emotionele aspect van het beroep is soms zwaar om dragen en wordt door de echtgeno(o)t(e) niet altijd begrepen. De sociologe heeft trouwens vastgesteld dat politieagenten (en meer misschien nog vrouwelijke politieagenten) na een scheiding (van een echtgeno(o)t(e) die geen deel uitmaakte van de politiecultuur) geneigd zijn te gaan samenwonen met iemand die hetzelfde beroep uitoefent.
In verband met dit thema verwijzen we ook naar de woorden van Cynthia Vermeire, ook lid van bovenvermelde werkgroep en geïnterviewd als lid van de algemene inspectie van de politiediensten (AIG) en van het netwerk van politievrouwen Womenpol. De combinatie van privé- en beroepsleven wordt door haar gezien als een kwestie die betrekking heeft op “de
verzoening van het vermogen om zijn brood te verdienen op de arbeidsmarkt en de bekommernis te zorgen voor de familie in de ruime zin van het woord (jonge kinderen, adolescenten, ouders, echtgenoot)” en op “zowel mannen als vrouwen en dit meer voor de generaties Y”. Om dit project te doen slagen, doet het politiepersoneel een beroep op verschillende middelen, zo onderstreept Cynthia Vermeire. Ze onderscheidt “de wetgevende en
organisatorische middelen zoals glijdende werkuren, telewerk, ouderschapsverlof, deeltijdse arbeid, loopbaanonderbreking, de verloven om persoonlijke redenen…” , de betrokkenheid van de gezinsomgeving” en “de strategieën ontwikkeld in de beroepscontext die verschillen naargelang van de ploeg en de hiërarchie en die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een aanpassing van uurroosters, dienstaanpassingen, een verwisseling van post of in een voor borstvoeding ingerichte ruimte.“ Het slagen van die informele organisatorische steun varieert naargelang van de ”in de organisatie tot stand gekomen diversiteitscultuur in termen van persoonlijke ervaringen en visies”. “Het individuele en collectieve welzijn, de motivatie en de externe oriëntering” zouden eveneens positieve effecten hebben.
Cynthia Vermeire beveelt een optimalisering van die verzoening aan. Deze zou moeten berusten op “de aanpassing van de wettelijke en organisatorische maatregelen aan de
evolutie van de vragen en de feitelijke situaties van de leden die bij de politie werken zoals de wens tot meer betrokkenheid van de vader, het verdwijnen van het ‘ male breadwinner model’1 en de toename van eenoudergezinnen met co-ouderschap”. Ze steunt ook “de noodzaak de ‘presenteïsmecultuur’ in te perken aangezien ze geen voorwaarde voor beroepskwaliteit zou vormen”. Bovendien oppert ze het voorstel van een “modulair opleidingssyteem voor de directiebrevetten en andere titels” waardoor de kandidaten hun
onderricht zouden kunnen organiseren door opties en een periode te kiezen die aan hun project en beschikbaarheid beantwoorden. Tot slot zouden de volgende strategieën streven naar een vergroting van de wil om de combinatie privéleven – beroepsleven te bevorderen: “een groter aantal crèches en strijkdiensten bij de geïntegreerde politie”; “een
beroepsomgeving tot stand brengen die beter aangepast is aan de gezinsverantwoordelijkheden (geen vergaderingen in de ochtend of geen late vergaderingen ...)” ; “een opleiding in het domein van die verzoening ontwikkelen” ; “de zorg voor kinderen financieel ondersteunen en een groter aantal dagen waarop de gezinnen op de werkplaats welkom zijn .
Door die denkoefeningen en de projecten ter verbetering van die verzoening, steunt ze het belang om het dagelijkse leven van de personeelsleden te vergemakkelijken alsook om te vermijden dat het gezinsleven wordt opgeofferd, want dit heeft nadelige gevolgen voor het beroepsleven en ook voor de maatschappij en de economie.
1
Het ‘male breadwinner model’ verwijst naar het model waarin het inkomen van de man de enige financiële bijdrage van het gezin vormt.
Derde piste: gender mainstreaming Een woord dat steeds vaker wordt gebruikt maar waarvan de betekenis niet gemakkelijk te begrijpen is. Om beter te begrijpen wat achter dit Engelse woord schuilgaat, hebben we de definitie overgenomen die wordt gebruikt door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Definitie: Mainstreaming, afgeleid van mainstream (‘hoofdstroom’), betekent integratie in het Nederlands. Met elkaar verbonden en in de context van het overheidsbeleid, staat de term gender mainstreaming dus voor het proces van de integratie van gender in het geheel van de thema’s die het voorwerp uitmaken van een beleid.
Gender mainstreaming impliceert dus dat er rekening wordt gehouden met de door de maatschappij ingegeven verschillen tussen mannen en vrouwen en hun potentiële impact in alle domeinen en in elke fase van het beleidsproces. Met andere woorden, elke politieke beslissing heeft een genderdimensie waarvan de positieve of negatieve impact moet worden geëvalueerd opdat de beslissingen met kennis van zaken zouden worden genomen.
(Uittreksel uit ‘Handleiding voor de toepassing van gender mainstreaming binnen de Belgische federale overheid’ door het Insitituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen2)
2
2
Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen
Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen is de federale overheidsinstelling die sinds 2002 instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van het geslacht. Het Instituut is onderverdeeld in verschillende cellen die werken rond diverse actiedomeinen zoals gender mainstreaming, tewerkstelling, de strijd tegen partnergeweld, onderzoek … de juridische cel van het Instituut behandelt klachten van slachtoffers van geslachtsdiscriminatie. De belangrijkste actiedomeinen van het Instituut zijn: Link naar de site: igvm-iefh.belgium.be
Over gender binnen de politie durven te spreken? En waarom niet! Binnen het politiekorps praten over gender, is een reeks aspecten beogen die zowel vrouwen als mannen betreffen. Het is ook praten over het privéleven in het algemeen en de beste manier van leven vinden zodat er een harmonie ontstaat tussen het werk en het privéleven. Vroeger waren de carrière voor de man en een geslaagd gezinsleven voor de vrouw van belang. Vandaag de dag willen zowel mannen als vrouwen een goed evenwicht vinden tussen het persoonlijke leven, het gezinsleven, het relationele en de beroepseisen. Over ‘gender’ spreken, is denken aan de toekomst en aan het individuele traject waarvan iedereen droomt (sommigen voelen zich een leider, anderen niet). Het is ook de diversiteit in het dagelijkse leven aanvaarden (de vrouw heeft een ander beeld van de werkelijkheid en heeft andere oplossingen voor ogen die even efficiënt zijn als die van haar mannelijke collega). Denken in termen van ‘gender maintreaming ‘ is rekening willen houden met het aspect ‘gender’ in alle domeinen en het gender vooral willen bekijken als een noodzakelijk en constructief begrip voor de verbetering van het maatschappelijke leven in het algemeen en voor een betere integratie van allen in de politieorganisatie.
Varia - Marjorie Desoignies is de auteur van de scriptie « Comment se positionner en tant que leader au sein des hautes fonctions de l'organisation et ainsi mieux appréhender le phénomène du 'plafond de verre' ? ». Mevr. Desoignies heeft haar scriptie voorgesteld tijdens een lunch georganiseerd door Felink (beschikbaar op Mosaic) - Onderzoek KU Leuven ‘Diversiteit: een vloek of een zegen? Werk maken van diversiteit op het werk.’
Hoe divers zijn de teams binnen de federale politie? Hoe ervaren de werknemers diversiteit? Welke invloed heeft diversiteit op de werking van de teams? … Dit zijn enkele van de vragen
die het onderzoek ‘Diversiteit: een vloek of een zegen? Werk maken van diversiteit op het werk’ wil beantwoorden. Deze studie wordt uitgevoerd door onderzoekers van de KU Leuven in samenwerking met de dienst gelijkheid en diversiteit van de federale politie. De studie zal plaatsvinden in de maanden mei en juni. Verschillende teams zullen worden gecontacteerd om deel te nemen aan de enquête. De eerste resultaten worden verwacht in het najaar van 2012 en kunnen ons helpen werk te maken van diversiteit binnen de federale politie. - Links naar opleidingen diversiteit U kunt ons opleidingenaanbod diversiteit raadplegen via: Polsupport > Personeel > Human resources > Dienst gelijkheid en diversiteit > ‘Mosaic’ database > Opleidingen - Links naar Mosaic – Good practices Polsupport > Personeel > Human resources > Dienst gelijkheid en diversiteit > ‘Mosaic’ database > Good practices – Statistieken van de geïntegreerde politie Polsupport > Personeel > Human resources > Dienst gelijkheid en diversiteit > ‘Mosaic’ database > Statistieken - Bibliografie Force, violence et virilité [Article/Artikel]: les conditions de l'intégration des femmes policiers / par Geneviève Pruvost. - 2006 . - (Les cahiers de la sécurité ; N° 60 (2006), blz. 69-91) Transformationeel leiderschap en carrière maken [Article/Artikel]: seksverschillen in consequenties van effectief leiderschap / Marloes L. van Engen ; Claartje J. Vinkenburg. 2005. - (Gedrag & organisatie ; Vol. 18, n° 2 (april 2005), blz. 103-137) A1 [ART]
REAGEER
De inhoud van de toekomstige nieuwsbrieven kan u mee bepalen. Vragen, ervaringen, suggesties, kortom alle gegevens die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van deze e-nieuwsbrief kan je toesturen aan DSID via onderstaande coördinaten: Federale politie Algemene Directie van de Ondersteuning en het Beheer Directie van de Interne Relaties Dienst gelijkheid en diversiteit Fritz Toussaintstraat, 8 1050 Brussel Tel: +32 (0)2 554 41 32 Fax: +32 (0)2 642 60 97 Mail:
[email protected] Of via Teamware t.a.v. Xavier Van Der Roost