Toen ik klein was, was ik bezig om groot te worden. Nu ik groot ben, probeer ik soms weer klein te worden. Het eerste was vanzelfsprekend. Het tweede vanzelfsprekend niet.
Geert De Kockere
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Sommige bossen zijn kathedralen van nature. Heel boombastisch en met echte zijbeuken.
Geert De Kockere
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
O, ik weet het niet O, ik weet het niet, maar besta, wees mooi. Zeg: kijk een vogel en leer me de vogel zien. Zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, zeg iets. Leer me huilen, en als ik huil leer me zeggen: het is niets.
Herman de Coninck
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Er lopen overal riviertjes onder mijn vel Er lopen overal riviertjes onder mijn vel. En ik zie die blauwe adertjes wel, maar ik voel ze niet, ik hoor ze niet, ik weet niet waarheen ze stromen. Mijn lijf is een terrein waar ik zelf niet kan komen. Mijn lijf is een geheim met een huid, hier aan de buitenkant. Ik kan niet bij mezelf naar binnen. Ik ben mijn eigen buitenland. “Er lopen overal riviertjes onder mijn vel” Edward van de Vendel In: De groeten van Superguppie (Querido, 2008)
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
De pad en de roos Een pad die op een tuinpad zat, riep: ‘Wat een mooie bloemen! Op zoveel schoonheid zal ik mij nooit kunnen beroemen!’ Toen sprak een witte roos: ‘Wees blij dat jij nog iets bewondert. Ik vind mezelf ook meer dan fraai, maar ’t wordt alleen ontzettend saai wanneer je niets echt mooi meer vindt, jezelf dan uitgezonderd.’
“De pad en de roos” Hans Andreus In: Tikken tegen de maan (Ons Erfdeel, 2010)
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Er woonde op de aarde Er woonde op de aarde een vrouw van honderd jaar die veel te veel bewaarde, ik weet alleen niet waar. Wat iemand had vergeten, wat iemand niet meer zag, wat bijna was versleten, wat in een laatje lag. Wat in antieke kasten en diepe putten bleef, wat nergens meer in paste, wat schonkig was en scheef. En niet als in de dromen en elke dag te moe, ze heeft het meegenomen, ik weet niet waar naartoe.
“Er woonde op de aarde” Joke van Leeuwen. In: Ozo heppiejer (Querido, 2012)
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Voor een raam Ik sta voor een raam. Ik zie woorden komen. Sommige woorden herken ik: ofschoon, rood, alvorens, niettegenstaande in zijn wapperende jas, waarachtigheid, onvolkomen… Sommige klimmen op elkaars schouders. ‘Wie ben jij?’ roepen ze. ‘Bewolkt,’ roep ik. ‘Zwaar of half?’ vragen ze. ‘Licht,’ zeg ik. ‘Licht bewolkt.’ Ik sla mijn ogen neer. Ik wou dat ik glinsterend was of enigszins of liever nog: desalniettemin. Het begint te regenen. Ofschoon kijkt omhoog, haar wangen worden nat. Wijd en zijd hollen weg. Duisternis valt.
Toon Tellegen
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Een Menigte Verbaasd merkte de moeder dat zij een menigte werd. Binnen enkele dagen was het gebeurd, bleek zij uiteengevallen in een waaier van vrouwen. De weerloos-blije liep daar van haar geheugen te genieten; de verslagene, die snel op weg wilde naar welke dood dan ook; de trieste die er niets van begreep, die alleen zachte vlindervleugels tegen de wangen van het kind zag slaan, onophoudelijk. Rond het groepje stormde de furie, pamfletten en woedende brieven in de handen. Achteraan ging de wanhoopsmoeder die al maanden de kapper niet had gezien. Hoe het te hoeden, ze zorgen dat elk de voeten in dezelfde richting sleept? Ons is iets overkomen, kan ze zeggen, wij zijn de menigte die moeder heet. En zij die in de verte aan het water staat, en wenk, is een van ons.
Anna Enquist
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Een kind De hemel naar alle zijden op een helder voorjaar vol wind: eens danste door deze weiden een eenzaam gelukkig kind. Wat is van dat kind geworden? De sloten zijn dichtgegroeid, het groen werd dof en verdorde, de meiroos heeft uitgebloeid. Het spelend kind werd een knaap en een man, aan de anderen gelijk. Soms ligt zijn gezichtje te slapen nog in het water, als ik láng kijk.
Anton Van Wilderode
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Een jongen in een stad…
Een jongen in een stad is klein. Zijn ogen zijn zijn hele lijfje, groot van kijken, als hij langs gouden uitstalramen loopt. Daar komt de tram, verpletterend en schijnend. De jongen loopt door straten in de avond. Steeds groter wordt zijn kijken. Een stad woont in zijn lijfje. Hij is bomen, winkels, straten en geluiden. Zelfs de tram rijdt tussen jagend hart en jonge longen.
Geert van Istendael
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Hand Kleiner dan de hand van een kindje is er niets. Zoals dat in het rond graait en huilt en kraait, zonder te weten naar waar, waarom. Nooit meer, totdat we dood gaan, zullen onze handen nog zo eindeloos klein zijn van niets te kunnen vatten.
Jo Govaerts
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Wat vrouwen van alle kleuren kunnen maken uit één groot wit laken Doeken voor de kinderen, doeken voor de neus en voor de tranen uit je ogen. Verband voor de wonden, een sluier voor de zonden. Een rok, een hemd, een broek, een hoes voor een verboden boek, een handdoek voor de vaat of iets dat nog niet bestaat. Doeken om te zeven, doeken voor nieuw leven, slingers voor een feest. Stroken om iets te binden, linten om je weg te vinden. Sterke touwen voor de vlucht, doeken om een kind te dragen. Lappen om alles schoon te vegen, proppen om te stelpen. Alles om te helpen. En voor de donkerste dag: een witte vlag. Erindera (Hilde Van Cauteren)
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering
Anders Jij bent heel anders dan ik. Je haar is kroezig en je huid is bruiner. Je ogen zijn diep en donker. In je armen en benen zit elastiek. Jij viert feest op andere dagen. Het eten bij jou thuis ruikt vreemd. De muziek die je draait klinkt naar woestijn. Je houdt van fellere kleuren. Maar als je lacht, ben je net zo blij als ik. Jouw god is vast dezelfde als de mijne, Ook al heeft hij een andere naam. Jij hoort bij mij en ik hoor bij jou, Ook al zijn we allebei anders. Tussen ons ligt een wereld van verschil. Maar om elkaar te begrijpen Hebben we aan een half woord genoeg.
Kolet Jansen. Uit: Uit het blote hoofd. Gedachten voor liefs en leed, Lannoo, 2004
Gedichtendag 2014 – Thema: Verwondering