Dr. Margreth Hoek
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ Verslag van een LinkedIn-discussie over professionele kennis en ouderschap Samenvatting In dit artikel gaat de auteur na hoe professionele kennis en ouderschap elkaar kunnen beïnvloeden. Over dit thema is nog niet veel gepubliceerd, maar dat wil niet zeggen dat het onbelangrijk is. Deze verkenning laat onder andere zien dat werken met ouders zonder kennis van ouderschap nadelig uitwerkt voor professionals en ouders. Ervaring met het eigen ouderschap zorgt ervoor dat professionals meer zicht krijgen op de zorgen van ouders, maar het eigen ouderschap kan ook een valkuil zijn bij het begeleiden van ouders. Verder lijkt het erop dat professionals de opgedane kennis over ontwikkeling van kinderen en opvoedmethoden als norm internaliseren om daarmee de kwaliteit van hun eigen ouderschap te meten. Tot op heden is het aanreiken van ouderschapskennis, vaardigheden in de gespreksvoering met ouders en het innemen van een ouderbegeleidende positie in het curriculum van de opleiding onderbelicht. Als we mensen willen die goed opgeleid worden om met ouders te werken, dan moeten deze thema’s meer aan bod komen. De basis moet in de werkpraktijk verder worden uitgebouwd, bijvoorbeeld door intervisie, zodat het eigen ouderschap geen valkuil wordt tijdens gesprekken met ouders. Trefwoorden: ouderschap, professional, normerende werking, kennis, reflectie, ouderschapskennis, scholing, intervisie. Margreth Hoek is eigenaar van Bureau Hoek. Zij geeft advies en verricht onderzoek rond zorg voor jeugd en ouderschap. E-mailadres:
[email protected] Het idee voor dit artikel ontstond tijdens een gesprek met een kwaliteitsmanager van een grote kraamzorgorganisatie over het groeiproces van prille ouders naar aanleiding van mijn artikel Ouderschapsgroei van beginnende ouders. Van besef van verantwoordelijkzijn tot ‘goede ouder’-ervaringen (Hoek, 2010). Je eerste kind krijgen is een ervaring waarop je je niet kunt voorbereiden. Ouders hebben vaak bewust voor een kind gekozen en ervaren blijdschap en dankbaarheid omdat ze een kind hebben gekregen. Tegelijkertijd merken zij dat hun leven onomkeerbaar is veranderd en dat terugkeren naar de oude situatie onmogelijk is. Sommige ouders hebben van tevoren een ‘masterplan’ bedacht, maar moeten constateren dat dit niet blijkt te werken. Alles is nieuw en ouders zoeken naar een nieuw levensritme. Moeders zijn dankbaar en blij, maar voelen zich ook ont-
53
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 53 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
Ouderschapskennis - jaargang 17 - nr. 1 - maart 2014
hand want ze willen ‘het goede’ doen maar ze weten niet goed hoe ze dat kunnen verwezenlijken. Ze moeten afrekenen met hoge verwachtingen (supermama) en roze wolken (intuïtief moederschap). Ze trekken zich terug, want het is toch vanzelfsprekend dat je weet hoe je voor je baby kunt zorgen! Ze verhullen hun onervarenheid en ze zwijgen over hun niet-weten. Met vallen en opstaan en kijkend naar anderen doen ze (als het goed gaat) steeds meer succeservaringen op en ontwikkelen ze langzaam maar zeker steeds meer zelfvertrouwen als ouder: ‘Ik kan dit!’ In deze overdonderende periode gaat het niet alleen over de baby leren kennen en verzorgen, maar ook over de ingrijpende uitbreiding van het partnerschap met ouderschap (Cowan & Cowan, 2000). Er is veel meer te doen, er zijn veel veranderingen, stress, gebroken nachten. En veelal is er geen tijd voor overleg. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat tijdens deze periode het aantal conflicten tussen partners enorm toeneemt (zie ook Hoek, 2012). Het leven lijkt zich af te spelen in een snelkookpan. Samen met de kwaliteitsmanager verkende ik de mogelijkheden van kraamverzorgsters om ouders niet alleen te leren hoe ze hun baby moeten verzorgen, maar ze ook te steunen bij dat veranderingsproces. De kwaliteitsmanager vertelde over een van haar beste kraamverzorgsters die recent een kind had gekregen. Terug op haar werk na haar bevallingsverlof vertelde ze dat ze had gehuild toen de kraamverzorgster haar werk beëindigde. De baby van anderen verzorgen was geen probleem, maar je eigen kindje leren kennen en verzorgen was iets heel anders. Deze prachtige anekdote illustreert hoe ontregelend de geboorte van een kind kan zijn en inspireerde mij tot het schrijven van een blog (zie kader). Het voorval bleef me bezighouden en zette me aan het denken over professionele kennis en ervaringskennis. Ik was er verbaasd over hoe weinig baat deze moeder had van haar professionele kennis. Het leek net of er twee domeinen waren met elk eigen regels en kennisgebieden en ik vroeg me af of er verschillen zijn tussen professionele kennis en ervaringskennis van het ouderschap. En als dat zo was, hoe zouden die elkaar dan beïnvloeden? Het waren vragen waar ik in mijn eentje geen antwoord op kon vinden. Dus besloot ik gebruik te maken van de sociale media en ik startte een discussie op de LinkedIn-groep van het Nederlands Jeugdinstituut. Deze LinkedIn-groep heeft meer dan 7000 leden en is een open faciliteit van het NJi om discussies te voeren, kennis te delen, aandacht te vragen voor interessante bijeenkomsten, voor publicaties en dergelijke. Ik plaatste een link naar mijn blog met de volgende oproep: Als professional weet je veel over kinderen, maar kun je daar ook iets mee als je zelf ouder wordt? Ik schreef een blog over een kraamverzorgster die zelf moeder werd. Pril ouderschap zet het leven op zijn kop en met de geboorte van haar kind verdwenen haar professionele kennis en vaardigheden. Ik denk niet dat zij de enige is met deze ervaring en ik ben benieuwd naar de verschillen tussen ervaringskennis als ouder en professionele kennis. Wat zijn de verschillen? Kunnen deze soorten van ervaring elkaar voeden en versterken of juist niet? Tien mensen (negen vrouwen en een man) reageerden op de oproep en op elkaars bijdragen. Zij zijn werkzaam als relatie- en gezinscoach, orthopedagoog, opvoedcoach,
54
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 54 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ - Dr. Margreth Hoek
pedagogisch medewerker, coach, therapeut en leidinggevende opvoedondersteuning. In zestien berichten gaven de deelnemers zicht op het samenspel van ouderschap en professionele kennis. Verder gaven elf anderen aan dat ze de discussie leuk vonden. Mensen deelden op een integere en open wijze hun ervaringen als ouder en als professional. Het was niet mijn opzet om een artikel over deze discussie te schrijven; dit idee ontstond langzamerhand naar aanleiding van de reacties. De deelnemers gaven achteraf toestemming om hun bijdragen met naam en toenaam te verwerken in een artikel. Maar in overleg met de redactie heb ik de bijdragen geanonimiseerd en zijn de gebruikte namen gefingeerd. Voor dit artikel analyseerde ik de bijdragen aan de LinkedIn-discussie: Wat is de hoofdboodschap van elke bijdrage? Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? Mijn bevindingen en een concept van dit artikel legde ik voor aan een aantal ouderbegeleiders en hun feedback heb ik verwerkt. Ten slotte kregen de deelnemers aan de LinkedIndiscussie de gelegenheid om het artikel te lezen en van aanvullend commentaar te voorzien. Ik vang dit artikel aan met een bespreking van de invloed van kindkennis op het ouderschap en de bruikbaarheid van professionele vaardigheden bij het ouderschap, waarbij ik de volgende vijf constateringen onderbouw: 1 Kindkennis over de ontwikkeling van kinderen maakt je rustiger. 2 Kindkennis over wat er allemaal fout kan gaan, kan je als ouder in de weg zitten. 3 Kindkennis heeft een normerende werking. 4 Er is sprake van een dichotomie: ouderschap = emotie versus professionaliteit = ratio. 5 Als ouder heb je vooral veel aan je vaardigheden als professional – reflecteren en analyseren – en je kunt terugvallen op opvoedadviezen. Vervolgens bespreek ik de invloed van de ervaringen als ouder op het werken met ouders aan de hand van drie constateringen: 1 Ouderschap helpt om echt naar ouders te luisteren. 2 Ouderschap als valkuil bij het luisteren naar ouders. 3 Ouderschap biedt de startende professional een kritische blik. Ik sluit af met enkele aanbevelingen richting onderwijs en de werkpraktijk van professionals die met ouders werken.
Kindkennis en professionele vaardigheden met betrekking tot ouderschap 1 Kindkennis over de ontwikkeling van kinderen maakt je rustiger De meeste deelnemers aan de discussie zijn geschoold in (pedagogische) kindkennis en ze geven aan dat deze kennis hun ouderschap beïnvloedt. Bij sommigen was deze invloed positief. Zo stelt Mariska de Groot dat haar professionele kennis haar helpt en haar als moeder rustiger maakt. Ze benoemt twee dingen: kennis over de ontwikkeling van kinderen helpt haar om bewuster aan te sluiten bij de fase waarin haar kind zich bevindt en die kennis helpt haar ook om dingen makkelijker los te laten. ‘Waar anderen
55
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 55 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
Ouderschapskennis - jaargang 17 - nr. 1 - maart 2014
zich zorgen maken of hun kindje wel op tijd begint met praten en lopen, wacht ik rustig af in de wetenschap dat ieder kindje dit in zijn eigen tempo doet.’ Vertaald naar ouderschapstheorie steunt kindkennis deze ouder zowel op de ouderlijke werkvloer als in de metapositie. Op de ouderlijke werkvloer geeft kennis haar beter zicht op haar kind waardoor ze zich waarschijnlijk zekerder voelt in de timing en dosering van haar opvoedgedrag. Ze kan aansluiten bij de ontwikkeling van haar kind en ze verwacht geen onmogelijke dingen. Dit voedt haar zelfvertrouwen als moeder. In de metapositie geeft kennis over de ontwikkeling van kinderen deze ouder rust: ze raakt niet verzeild in zorgen over de mogelijk achterblijvende ontwikkeling van haar kind, zorgen die ze wel waarneemt bij andere ouders. Het verhaal van Mariska laat zien dat kindkennis kan helpen en het maakt twee aspecten daarvan zichtbaar: kennis van kindontwikkeling helpt je om aan te sluiten bij je eigen kind en helpt je om te bepalen of er echt iets mis is met je kind. Opvoedondersteuning en ouderbegeleiding maken gebruik van dit resultaat van kennis op ouders. Zij reiken algemene kindkennis aan om ouders meer zicht te geven op het gewone of ongewone gedrag van hun kind. Bij het overdragen van kindkennis is het van belang om goed aan te sluiten bij de vraag van ouders en om door te vragen, anders is het zinloos. Dit is echter geen standaardrecept, want het aanreiken van kennis hoeft lang niet altijd positief uit te pakken. Ouders kunnen boos worden of ze worden onnodig bezorgder als ze bijvoorbeeld moeite hebben om de realiteit goed in te schatten. Denk daarbij aan een schooladvies waarbij ouders de mogelijkheden van hun kind ver overschatten. Als je ze dan probeert te overtuigen van wat een kind zou moeten kunnen voor een bepaald schooltype, dan kun je snel in een welles-nietestoestand terechtkomen. Verder helpt genuanceerde kindkennis ouderbegeleiders en opvoedondersteuners om te bepalen of het door de ouders beschreven kindgedrag past bij de leeftijd van het kind. Zo komen nachtmerries veel voor bij kinderen van twee jaar en pas met zes jaar is nog niet zindelijk zijn echt een aandachtspunt. Genuanceerde kennis helpt dus om te bepalen wanneer doorvragen nodig is en om de juiste vragen te stellen. Ouderbegeleiders die dit artikel lazen gaven echter aan dat deze kennis nog niet aanwezig was na het afronden van de opleiding, maar is opgedaan en uitgebouwd in hun werkzame leven en tijdens scholingen en teambesprekingen met psychologen, psychiaters en jeugdartsen die hun kennis deelden. De vraag is of genuanceerde kennis altijd nodig is. Als je ouders serieus neemt, help je hen om uit te zoeken of iets afwijkend is, maar je hoeft die kennis niet altijd bij de hand te hebben.
2 Kindkennis over wat er allemaal fout kan gaan, kan je als ouder in de weg zitten Kennis hebben over de ontwikkeling van kinderen wordt als positief gezien. Toch is het niet zo dat kindkennis voor iedereen steunend is. Sommigen geven aan dat zij als ouder last hadden van hun professionele kindkennis. Zij beschikken dan ook wel over zeer specifieke kindkennis. Zo schrijft Tineke Zilver dat zij bij haar eerste kind zich ontzettend zorgen maakte over haar ontwikkeling en de gevaren die zij liep. Zij koppelt deze zorgen rechtstreeks aan haar professionele kennis: ‘Ik wist zoveel over ingrijpende dingen wat betreft gezondheid en andere gevaren dat ik werkelijk de neiging had overal een groot gevaar in te zien en haar voor alles wilde beschermen.’
56
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 56 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ - Dr. Margreth Hoek
Haar reactie als ouder op haar professionele kennis en ervaring is begrijpelijk als je bedenkt dat ouders het als hun eerste taak zien om hun kinderen veiligheid te bieden en te beschermen. De meeste ouders zijn niet op de hoogte van de vele gevaren en kennen de rust van onwetendheid. Kennis van mogelijke gevaren kan belastend zijn, want kennis betekent niet dat je ze ook kunt vermijden. Ouders leren hun kinderen om risico’s te verkleinen en zo om te gaan met de gevaren van het dagelijks leven: de hete thee of koffie, de trap, het drukke verkeer, de schoonmaakmiddelen in het keukenkastje enzovoort. Maar hoe je ook je best doet, het is toch een van de pijnlijke ervaringen van het ouderschap dat je je kind niet kunt beschermen tegen het lot en dagelijkse ongevallen (Van Panama, 2013, pp. 11-14; Schauwbroeck, 2010). Van der Pas (2013, p. 32) beschrijft in haar boek Opvoedproblemen nader verklaard een ongeval van een peuter die ongelukkig met haar slaap in de punten van een telefoonstekker valt. Gelukkig loopt dit ongeluk met een sisser af: het kind heeft geen blijvende schade opgelopen. Voor het kind is het een van vele dagelijkse boems, maar de ouder heeft de schrik van haar leven gehad en is na deze traumatische ervaring overgeschakeld op overreageren en overmatige alertheid. Zij zegt: ‘Wat een geluk dat het zo is afgelopen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat zoiets haar nooit meer overkomt?’ Tineke heeft in haar werk misschien vaak gezien dat ongelukken niet met een sisser aflopen en kreeg zo een ander beeld van de werkelijkheid dan de meeste ouders. Het gedrag dat zij beschrijft – alertheid en overreageren – lijkt op de reactie van ouders als hun kind iets is overkomen. Haar verhaal laat zien dat kennis het gedrag op de ouderlijke werkvloer negatief kan beïnvloeden.
3 Kindkennis heeft een normerende werking Tineke merkt ook op dat ze op basis van haar kennis hoge eisen aan zichzelf stelde en aan de kleuters met wie ze werkte. De ontwikkeling van haar eigen kinderen maakte haar echter duidelijk dat er dingen zijn die vierjarigen echt niet kunnen. Verder zorgde haar opleiding en ervaring in het werken met ouders ervoor dat zij met zelfvertrouwen met haar kinderen kon omgaan: ‘Ik leerde dat ik niet perfect hoefde te zijn, en mijn kinderen ook niet.’ Het lukte Tineke om haar hoge eisen bij te stellen door de observatie van haar eigen kinderen, door kennis te verwerven over ouderschap en gesprekken te voeren met ouders. Achteraf weet ze dat ze de lat voor zichzelf hoog heeft gelegd. Het verhaal van Tineke en dat van andere deelnemers aan de discussie laat zien dat kindkennis normerend doorwerkt in de verwachtingen die je hebt van je kinderen en van je eigen gedrag op de ouderlijke werkvloer: je wilt je kinderen beschermen en je stelt hoge eisen aan jezelf als ouder. Ook Cynthia Koster wil het als moeder en professional heel goed doen: ‘Ik zou het mij persoonlijk erg aantrekken als mijn kinderen zich niet optimaal kunnen ontwikkelen of dat ze later aangeven dat ze geen gelukkige jeugd hebben gehad.’ In deze zin valt mij de frase ‘zich optimaal kunnen ontwikkelen’ op, het is een tekst die ik ken uit beleidsteksten, maar die ik nog nooit een ouder heb horen zeggen. Dit voorbeeld laat zien hoe het professionele discours binnendringt in het persoonlijke domein en het toont ook aan dat mensen professionele normen internaliseren. Daarentegen sluit het tweede deel van deze zin (‘dat ze later aangeven geen gelukkige jeugd te hebben gehad’) aan bij de wens van het gros van de Nederlandse ouders: dat hun kinderen gelukkig zijn en wor-
57
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 57 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
Ouderschapskennis - jaargang 17 - nr. 1 - maart 2014
den. En natuurlijk is willen dat je kinderen gelukkig zijn ook een norm die bijvoorbeeld wordt versterkt door reclames met afbeeldingen van stralende kinderen en ouders. De alomtegenwoordigheid van de schijnbare maakbaarheid van het gelukkige kinderleven verhoogt de druk op goed ouderschap. De bijdrage van Petra Winkel voegt nog een extra dimensie toe aan de totstandkoming van de ouderlijke meetlat: zij wijst op het effect van haar werk als adviseur op haar ouderschap: ‘Ik heb ervoor gestudeerd en adviseer anderen over opvoeding, dus ik móét zelf ook slagen.’ Petra kan prima beredeneren waarom deze gedachte niet klopt, ‘maar soms voelt het niet zo’. Zij beschrijft haar worsteling als ouder: ‘Kennis hebben is één, het daadwerkelijk toepassen is twee.’ Ook Carla Bakker benoemt haar ouderlijke twijfels: ‘Professionals kijken naar gezondheid en opvoeden vanuit rationeel denken. Op het moment dat je moeder wordt, gaan emoties meespelen en voor mij daarbij de twijfel; ik wil het beste voor mijn kind en heb ik die kennis wel?’ In haar opmerking klinkt, naast twijfel over haar eigen kunnen, ook een groot vertrouwen in de psycho-educatieve visie door: met de juiste kennis redden ouders het wel. De bijdrage van Ellen Gravensteijn relativeert deze visie: ‘Het is altijd makkelijker om anderen te adviseren, dan om hetzelfde advies persoonlijk toe te passen.’ Ook Mariska de Groot benoemt het verschil tussen theorie en praktijk: ‘Ik ervoer dat opvoeden niet zo makkelijk is als ik altijd dacht en in de boeken las. Een voorbeeld: tijdens mijn werk met peuters en schoolkinderen handelde ik zo consequent mogelijk en dat werkte vrijwel altijd. Ik adviseerde dat dus ook klakkeloos aan ouders en vond dat ze maar even moesten doorbijten wanneer het niet een-twee-drie lukte om hun kinderen in het gareel te krijgen. Nu kom ik erachter dat factoren als bijvoorbeeld stemming en vermoeidheid een groot aandeel hebben in hoe je in staat bent om te reageren. Aan het einde van een drukke, lange dag merk ik dat ik niet altijd meer even pedagogisch kan reageren.’ Kortom: het beschikken over kind- en opvoedkennis betekent niet dat je als ouder deze kennis eenvoudig kunt toepassen. Deskundig zijn betekent niet dat je gevrijwaard bent van opvoedtwijfels en worstelingen. Emoties, stemmingen en vermoeidheid hebben grote invloed op ouderlijk gedrag, ook als je professional bent en ouders adviseert. De dagelijkse praktijk blijkt weerbarstiger dan in de boeken wordt beschreven.
4
Er is sprake van een dichotomie: ouderschap = emotie versus professionaliteit = ratio Veel deelnemers wijzen op de tegenstelling tussen ratio en emotie als zij het verschil tussen ouderschap en professionaliteit proberen te benoemen. De ratio wordt daarbij gereserveerd voor het professionele domein waarin men met kennis van zaken vanuit een objectieve blik analyseert en vervolgens adviseert. Op de ouderlijke werkvloer zijn het vooral de ontregelende emoties waarvan de deelnemers last hebben. Het onderscheiden van twee domeinen aan de hand van de dichotomie ratio en emotie heeft tot gevolg dat beide domeinen eendimensionaal worden. Door vooral de rationaliteit van de hulpverleningswerkvloer te onderstrepen, blijft de emotionaliteit van de opvoedondersteuner of ouderbegeleider onderbelicht. Dat deze emoties wel degelijk in de begeleiding van ouders meespelen, komt verderop nog uitgebreid aan bod. Ik focus nu op de ouderlijke werkvloer. Emoties kunnen de timing en dosering van ouders laten
58
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 58 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:20
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ - Dr. Margreth Hoek
ontsporen: ouders die dan met onverdunde woede op hun kind reageren. Evaluatieve emoties, zoals schuld en schaamte over deze woede, kunnen aanleiding geven tot reflectie op het eigen handelen en op de emoties (zie het artikel van Weille in dit nummer over de gelaagdheid van ambivalente emoties en reflectie van ouders). Naast emoties speelt de ratio ook een belangrijke rol in de ouderlijke reflectie. Petra Winkel stelt dat zij als stiefmoeder let op mogelijke (negatieve) gevolgen van bepaald gedrag (op lange termijn). ‘Wij zijn er bijvoorbeeld alert op dat we nooit negatief zijn over de biologische moeder waar mijn “bonus-dochter” bij is. Wanneer zij praat over haar moeder, zijn we neutraal of enthousiast (afhankelijk van de boodschap). Ik maak tekeningen met haar voor haar moeder of ík zeg tegen haar als we teruglopen naar de auto: “Zwaai maar naar mama.”’ Zo hoopt Petra ruimte te maken voor haar stiefdochter om over haar moeder te praten en probeert ze het loyaliteitsconflict van haar stiefdochter zoveel mogelijk te beperken. Ook haar bijdrage laat zien dat kennis invloed heeft op de manier waarop professionals zich als ouders gedragen. Ook Petra geeft aan dat zij de lat soms (te) hoog voor zichzelf legt en ook herkent ze de zorgen van Tineke: ‘Het “zoveel weten” over de ontwikkeling van kinderen kan ook een valkuil zijn.’ Ofwel: kennis kan behulpzaam zijn, maar is dat lang niet altijd en dan moet er correctie plaatsvinden op de veeleisende inhoud van diverse stemmen. Het lijkt wel of deze ouders in de metapositie te maken hebben met een uitgebreid stemmenkoor dat uit deskundigen bestaat. Als professionals hebben zij kennis en standpunten geïnternaliseerd en dit stemmenkoor laat van zich horen als de ouder zijn/haar oordeel vormt over het kind, over wat de beste opvoedmethode is en over het eigen ouderschap. Verschillende deelnemers zijn echter tot de conclusie gekomen dat de ouderlijke meetlat wel een stukje lager mag worden gelegd.
5
Als ouder heb je vooral veel aan je vaardigheden als professional – reflecteren en analyseren – en je kunt terugvallen op opvoedadviezen Professionals hebben niet alleen kennis, maar ze leren ook vaardigheden. Diverse mensen gebruiken als ouder hun professionele vaardigheden, zoals reflecteren op en analyseren van opvoedsituaties. Als professional zijn ze gewend om op afstand naar een situatie te kijken en deze vaardigheid wordt door diverse mensen genoemd als zeer bruikbaar in het ouderschap. Als ouder lukt het dan mogelijk ook vaker om afstand te nemen van de ouderlijke werkvloer en vanuit deze metapositie te bezien welke oplossing wenselijk is. Mariska de Groot merkt op: ‘Mijn achtergrond zorgt ervoor dat ik wel telkens reflecteer op mijn handelen en bijvoorbeeld eerder mijn partner vraag om te reageren, wanneer ik merk dat het mezelf even niet lukt.’ Haar bijdrage laat zien dat het innemen van de metapositie meer behelst dan zicht hebben op het kind; het betekent ook zicht hebben op je eigen functioneren als ouder en op mogelijke alternatieven. Mariska zoekt de oplossing niet in het reguleren van haar emoties, maar in het aanpassen van de taakverdeling waarmee ze ruimte schept voor zichzelf als ouder. Verschillende deelnemers wijzen op de ontregelende werking van emoties op de ouderlijke werkvloer. Zo helpt professionele ervaring Cynthia Koster om in het contact
59
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 59 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:21
Ouderschapskennis - jaargang 17 - nr. 1 - maart 2014
met haar kinderen niet te verzuipen in haar emoties. Ook Sjoerd Berkenveld wijst op emotieregulatie en de bruikbaarheid van zijn professionele kennis en vaardigheden bij het snel herkennen en kunnen parkeren van zijn eigen emoties. Vanuit deze emotionele kalmte kan hij naar zijn kinderen rustiger reageren of gewoon niet reageren. Niet alleen de professionele gewoonte om te reflecteren en te analyseren is voor hem bruikbaar. Hij zet ook zijn gespreksvaardigheden in: ‘Ik kon mijn kinderen meer vragen gaan stellen in plaats van vooral zelf aan het woord te zijn (in mijn bezorgdheid of goede bedoelingen).’ Vragen stellen en de antwoorden die hij kreeg, gaven hem meer vertrouwen in de kracht van zijn kinderen. Cynthia Koster noemt ook de professionele gewoonte om te reflecteren en past de adviezen die ze aan ouders geeft zelf toe: ‘Door mijn werk ben ik sneller in staat afstand te nemen en te reflecteren op wat er gebeurt in mijn gezin. Als ik bijvoorbeeld voor de vijfde keer waarschuw, denk ik aan het advies dat ik aan andere ouders geef om niet eindeloos te blijven waarschuwen, maar een actie te ondernemen die wel effect heeft.’ De professional in Cynthia helpt haar bij de timing en dosering op de ouderlijke werkvloer; het stellen van grenzen of het formuleren van eisen. Deze ouders hebben baat bij hun professionele vaardigheden: reflecteren en gesprekstechnieken toepassen (zoals bevragen) helpen om meer zicht te krijgen op het kind, waardoor ouderlijke angstbeelden worden geneutraliseerd. Professionals kunnen terugvallen op tips en adviezen die ze ouders geven en passen die dan zelf ook toe. In het voorgaande is echter ook duidelijk geworden dat niet elke ouder deze adviezen bruikbaar vindt voor de eigen opvoedpraktijk.
De invloed van de ervaringen als ouder op het werken met ouders 1 Ouderschap helpt om echt naar ouders te luisteren Tot nu toe besprak ik de invloed van professionele kennis en vaardigheden op het ouderschap. Maar deelnemers schrijven ook over de invloed van hun ouderschap op het werken met ouders. Zelf ouder worden wordt gepresenteerd als een eyeopener; men krijgt oog voor het perspectief van ouders. Zo stelt Cynthia Koster dat ze als moeder pas echt in staat was om aan te sluiten bij wat ouders bezighoudt. Toen ze nog geen moeder was, maar wel werkte als opvoedondersteuner, dacht ze ouders wel te begrijpen, maar na zelf moeder te zijn geworden constateert ze dat dit niet zo is. Voor haar betekent ouderschap dat ze als professional meer zicht krijgt op de zorgen van ouders. Maar dat is niet het enige. Reflectie op haar groeiproces als ouder zorgt ervoor dat ze vanuit een andere houding naar ouders kan luisteren. ‘Door mijn eigen leerproces als moeder te erkennen, vielen oordelen nog meer weg’, aldus Cynthia. Zij noemt het oordelen over ouders een valkuil van de professional: (ver)oordelen bemoeilijkt het luisteren. Om te kunnen luisteren en nieuwsgierig te zijn naar het verhaal van de ouder en om door te kunnen blijven vragen, ontwikkelde Van der Pas (2013) het concept ‘ouderbegeleidende positie’ waarin de ouderbegeleider veronderstelt dat ouders een besef van verantwoordelijk-zijn hebben. Cynthia lijkt door reflectie op haar groeiproces als ouder ook een uitgangspunt over ouderschap te hebben ontwikkeld dat haar helpt om naar ouders te luisteren zonder te (ver)oordelen: ‘Alle ouders staan voor eenzelfde opgave en
60
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 60 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:21
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ - Dr. Margreth Hoek
het is de kunst om je eigen weg daarin te vinden.’ Haar bijdrage maakt duidelijk dat je attitude ten opzichte van ouders enorm belangrijk is bij de gespreksvoering met ouders. Werken met ouders vraagt kennis, vaardigheden en de juiste houding.
2 Ouderschap als valkuil bij het luisteren naar ouders De discussie toont de kwetsbaarheid van de professional die zonder ouderschapskennis met ouders werkt. Het eigen ouderschap lijkt dan de goede weg om zicht te krijgen op het perspectief van ouders en om aan te sluiten bij hun zorgen. Maar deze weg is niet zonder gevaren. Zelf ouder zijn geeft inzichten, maar maakt ook kwetsbaar. Ouderbegeleiders die eerdere versies van dit artikel lazen, vertelden dat zij of hun collega’s zo nu en dan last hadden van hun eigen ouderschap. Zo kunnen ze zich bijvoorbeeld ergeren aan stommiteiten en ongevoeligheid en gezeur van ouders. Het artikel van Van Daele in dit nummer toont het parallelle proces van breakdown van empathie bij ouder én ouderbegeleider. Een ander voorbeeld is dat ouderbegeleiders boos kunnen reageren op een cliënt, omdat ze in het gedrag van de cliënt hun eigen falen als ouder herkenden. Zij confronteerden hun cliënten met misplaatste woede die eigenlijk op henzelf was gericht en absoluut niet bedoeld was voor de cliënt. Ook kunnen ouderbegeleiders een blinde vlek ontwikkelen doordat ze hun eigen falen als ouder niet onder ogen willen zien. Iemand die met ouders werkt, kan dus op diverse manieren last hebben van eigen ouderschap en dit komt ook in de LinkedIn-discussie aan bod. Tineke Zilver beschrijft hoe haar eigen ervaringen en ideeën over opvoeden haar in de weg konden zitten. ‘Ik heb wel altijd moeite gehad met werkende ouders die geen tijd hebben voor hun kinderen, ouders die alles in vakjes stoppen: tijd voor werk, tijd voor hobby, tijd voor vrienden, tijd voor uitgaan, o ja tijd voor kind ... Ik vond het lastig om hen goed te helpen bij hun vragen over opvoeding.’ Tineke geeft niet aan wat zij heeft gedaan om minder moeite te hebben met deze ouders. De ouderbegeleiders die meelazen, wijzen op het belang van goede begeleiding op de werkplek: casusbesprekingen waarin diverse visies op de casus worden uitgewisseld, intervisie gericht op overdracht en tegenoverdracht, overlegmomenten over casuïstiek, supervisie door een ervaren collega. Dit blijft altijd nodig, of je nu zelf ouder bent of niet, of je een jonge onervaren of juist doorgewinterde collega bent. 3 Ouderschap biedt de startende professional een kritische blik Tot nu toe hebben we gezien dat het eigen ouderschap een hulpbron kan zijn voor een professional, maar ook een valkuil. Net zoals kindkennis een hulpbron kan zijn voor een ouder, maar ook een last. De bijdrage van Trudy Kuyper laat zien dat het voordelen kan hebben om eerst ouder te worden voordat je een opleiding als (jeugd)hulpverlener volgt. Trudy voelt zich bevoorrecht: ‘Ik kon eerst vanuit mijn hart, samen met mijn partner/ (schoon)ouders/brussen/vriendinnen/goede boeken enzovoort, mijn eigen weg en eigen stijl als opvoeder vinden ...’ Zij kon haar ouderschap ontwikkelen zonder de ballast van het hierboven genoemde stemmenkoor dat hoge eisen helpt formuleren. Daarnaast maakt haar ervaring als ouder haar kritisch tegenover de kennis die zij in haar opleiding kreeg aangereikt. ‘Misschien dat ik daardoor altijd meer vertrouwen heb in de natuurlijke “bronnen” van ouders (de band en de loyaliteit tussen ouders en kind, de intuïtie
61
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 61 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:21
Ouderschapskennis - jaargang 17 - nr. 1 - maart 2014
en kennis van ouders over hun eigen kind, het netwerk om het gezin heen) dan “oplossingen van buitenaf”, vanuit theorieën en modellen. Hoewel die zeker hun waarde hebben, maar op een zeer bescheiden niveau ...’ De ervaringen van Trudy als ouder en het vinden van haar eigen weg maakt dat ze meer vertrouwen heeft in ouders die hun eigen weg kunnen vinden dan in van buitenaf aangedragen oplossingen.
Aanbevelingen Deze verkennende LinkedIn-discussie tussen tien professionals geeft enig zicht op hoe professionele kennis en ouderschap elkaar kunnen beïnvloeden. Hun bijdragen laten zien dat als deze professionals zelf ouder worden, zij baat kunnen hebben bij algemene kennis van de ontwikkeling van kinderen. Maar ook dat zij last kunnen hebben van kindkennis als het vooral informatie betreft over wat er allemaal mis kan gaan met kinderen. Verder blijkt dat kindkennis als norm wordt geïnternaliseerd waarmee het eigen ouderschap, het kind en de timing en dosering op de ouderlijke werkvloer worden gemeten. Als ouders moeten zij moeite doen om deze ouderlijke meetlat lager te leggen. Zij hebben als ouders vooral baat bij hun vaardigheden, zoals kunnen reflecteren, gespreksvaardigheden en het kunnen putten uit adviezen. Zelf ouder worden beschrijven ze als een eyeopener in het werken met ouders. Het citaat van een deelnemer, dat ook de titel is van dit artikel, maakt dat heel duidelijk: ‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen.’ Zolang professionals niet worden geschoold in ouderschapskennis zorgt hun ervaring als ouder ervoor dat ze als professional ook oog krijgen voor het perspectief van ouders. Maar deze leerroute via het eigen ouderschap maakt professionals kwetsbaar omdat ouderschap er ook voor kan zorgen dat een professional in valkuilen trapt. Ouders hebben belang bij reflectieve professionals die niet alleen geschoold zijn in basale kindkennis, maar ook in basale ouderschapskennis. Begeleiders kunnen dan meerdere perspectieven innemen en met een kritische blik naar deze beide vormen van kennis kijken. Kindkennis is noodzakelijk omdat het helpt om ouders te bevragen over het gedrag van hun kind. Een visie op ouderschap is noodzakelijk om de juiste houding aan te kunnen nemen en te behouden, om zo onbevooroordeeld het gesprek met ouders te kunnen blijven voeren. Naast kennis en de juiste attitude hebben professionals ook vaardigheden nodig, zoals gespreksvoering, relatiehantering en hantering van jezelf als ouderbegeleider. In de dagelijkse praktijk zijn kennis, houding en vaardigheden echter niet voldoende. Professionals zijn gebaat met casusbesprekingen met collega’s die hen helpen om hun kindkennis en ouderschapskennis verder te verdiepen en vanuit een breder perspectief naar hun cases te kijken. Verder is intervisie noodzakelijk om zicht te krijgen op het eigen aandeel en de emoties in het begeleidingsproces, zodat het eigen ouderschap geen valkuil wordt in de begeleiding van ouders.
62
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 62 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:21
‘Toen ik nog geen moeder was, dacht ik ouders wel te begrijpen’ - Dr. Margreth Hoek
Mijn eigen ouderschap, dat is een ander verhaal Pril ouderschap zet het leven op zijn kop. Een kraamverzorgster wijst ouders de weg tijdens de eerste dagen van het ouderschap. Zij mag er bij zijn wanneer ouders overvallen worden door het besef dat dit kindje niet meer weggaat en dat zij verantwoordelijk zijn. Het moment dat ze constateren dat inruilen geen optie is, dat de gebruiksaanwijzing ontbreekt en niets meer hetzelfde is. Gelukkig kent de kraamverzorgster de trucjes van het wassen van de baby, het aankleden en het op gang brengen van de borstvoeding. Zij helpt het dagelijkse leven gaande te houden. De veelomvattendheid van de veranderingen die een kleintje teweegbrengt, werd treffend geïllustreerd door een kwaliteitsmanager van een kraamzorgorganisatie. Zij sprak over haar collega, een zeer goede kraamverzorgster die zelf net moeder was geworden. Terug van haar zwangerschapsverlof vertelde die collega dat ze huilde toen de kraamverzorgster haar werk beëindigde. Tot haar verbazing leken na de bevalling haar professionele kennis en vaardigheden verdwenen. Voor haar eigen kindje zorgen was een heel ander verhaal.
Literatuur Cowan, C. & Cowan, P. (2000). When Partners Become Parents. Mahwah (NJ): Lawrence Erlbaum. Hoek, M. (2010). Ouderschapsgroei van beginnende ouders. Van besef van verantwoordelijk-zijn tot ‘goede ouder’-ervaringen. Tijdschrift Ouderschap & Ouderbegeleiding, 1, 27-38. Hoek, M. (2012). Ouderschap: een caleidoscopische ervaring die je als mens verandert. Een moeder denkt al pratend na over haar ouderschap. Tijdschrift Ouderschapskennis, 1, 25-47. Panama, P. van (2013). Alledaags Ouderschap. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Pas, A. van der (2013). Handboek Methodische Ouderbegeleiding 3. Opvoedproblemen nader verklaard. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Schauwbroeck, K. (2010). Een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid. Waarom ouders zich altijd schuldig voelen. Breda: De Geus.
63
bw OuderschapsKennis 1 2014.indb 63 Afgedrukt voor:
[email protected]; IP84.86.159.93
28-2-2014 16:37:21