TOEKOMSTPLAN GLASTUINBOUW HOEKSCHE WAARD Februari 2012
Voorwoord Voor u ligt het Toekomstplan Glastuinbouw Hoeksche Waard. Na jaren van discussie ben ik blij dat we nu een gedegen plan hebben voor het Hoeksche Waardse glas. We gaan de komende jaren het verspreid liggende glas saneren waardoor de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Hoeksche Waard verder versterkt worden. Door de sanering van het glas wordt de openheid van het landschap en de zichtbaarheid van de dijken en kreken hersteld. Om de Hoeksche Waardse glastuinbouw een toekomstperspectief te bieden ontwikkelen we twee glastuinbouwconcentratiegebieden, één in de noordrand en één in de zuidrand. Dit worden duurzame locaties die op zorgvuldige wijze in het landschap worden ingepast. Het is immers ons doel om per saldo de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De komende vier jaar willen we in fase 1 circa 20 ha verspreid liggend fysiek glas en circa 35 ha bestemd glas saneren. Dit wordt gefinancierd door de realisatie van 65 Ruimte-voor-Ruimte woningen nabij bestaande dorpen. Door de woningen op een landschappelijke passende wijze aan de randen van de dorpen te bouwen wordt de ruimtelijke kwaliteit op die plekken verbeterd. Hiermee slaan we twee vliegen in één klap. Naast de woningen hebben we nog vier miljoen euro nodig aan aanvullende financiering om onze saneringsplannen voor de komende vier jaar te realiseren. Voor twee miljoen euro vragen we een provinciale subsidie aan. De andere helft komt uit de uitgifte van het concentratiegebied van 40 ha fysiek glas. Per m2 uitgeefbare glastuinbouwkavel vragen we 5 euro regiofondsbijdrage. Deze bijdrage stoppen we als regio weer in de sanering. Zo ontstaat er een gesloten financieringsconstructie. Na de eerste fase wordt de stand van zaken opgemaakt en afhankelijk van de glasopgave op dat moment en de financieringsmogelijkheden, starten we met de sanering van het resterende glas. In dit Toekomstplan Glastuinbouw Hoeksche Waard is tevens rekening gehouden met de wens van de provincie om extra 30 ha glastuinbouw van buiten de Hoeksche Waard te accommoderen. De nieuw in te richten concentratiegebieden bieden ook hiervoor ruimte. Met het Toekomstplan Glastuinbouw Hoeksche Waard zetten we denk ik een goede stap in de richting van het versterken van de Hoeksche Waardse kernkwaliteiten en het bieden van een toekomstperspectief aan de tuinders die verder willen.
Wethouder W.W. Joosten Bestuurlijk trekker glastuinbouw Hoeksche Waard
2
Inhoudsopgave 1) Voorgeschiedenis 2) De opgave 2.1 Inleiding 2.2 De ambitie voor de langere termijn 2.3 De ambitie voor 2012-2016 3) De betrokken partijen 3.1 Inleiding 3.2 Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard 3.3 Provincie Zuid-Holland 3.4 LTO Noord 3.5 De individuele glastuinders 3.6 Marktpartijen 3.7 Maatschappelijk middenveld 4) Aanpak 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
van de sanering Inleiding De te saneren bedrijven De saneringsambitie voor 2012-2016 De wijze van sanering De locatie voor de Ruimte-voor-Ruimte woningen
5) Ontwikkeling concentratiegebieden 5.1 Inleiding 5.2 Concentratiegebied in de noordrand 5.3 Concentratiegebied in de zuidrand 6) De financiering 6.1 Inleiding 6.2 De financiering van de sanering 6.3 De financiering van de concentratiegebieden 7) De uitvoering 7.1 Inleiding 7.2 Betrokken partijen bij uitvoering 7.3 Uitvoeringsorganisatie en planning 8) De risico’s 8.1 Inleiding 8.2 De belangrijkste risico’s Bijlagen Bijlage 1: Uitvoeringsorganisatie Glastuinbouw Hoeksche Waard; Grontmij 2009 Bijlage 2: Globale businesscase glastuinbouw Hoeksche Waard; Grontmij 2011 Bijlage 3: Beeldkwaliteitplan glastuinbouw Hoeksche Waard; Wissing 2011
3
Hoofdstuk 1: Voorgeschiedenis Het glastuinbouwdossier kent een lange voorgeschiedenis. Het toekomstplan is dankzij en ondanks deze lange voorgeschiedenis tot stand gekomen. Onderstaand is de meest relevante voorgeschiedenis ten behoeve van de nu voorleggende besluitvorming in beeld gebracht. Besluitvorming Afsprakenkader Hoeksche Waard en Provincie Zuid-Holland uit 2004 “Partijen zijn bereid mee te werken aan een locatie voor de opvang van de verspreid liggende glastuinbouwbedrijven in de Hoeksche Waard, waarbij ook rekening wordt gehouden met de autonome groei en waarbij op incidentele basis ruimte beschikbaar wordt gehouden voor het accommoderen van uitgeplaatste glastuinbouw van het ZuidHollandse glastuinbouwcomplex. Daarbij zal de Hoeksche Waard komen met onderbouwde voorstellen voor een locatie in de Hoeksche Waard. Het uitgangspunt voor de omvang van de locatie is maximaal 50 ha netto waarbij de uiteindelijke omvang afhankelijk is van de actuele vraag in de markt, de invulling van de behoefte aan autonome groei en incidentele opvang van bovenregionaal glas. Zulks onder de voorwaarden: • Een goede landschappelijke inpassing en gelijktijdige verbetering van het groenblauwe raamwerk; • Faseerbaarheid van de uitgifte; • Voldoende ontsluiting en bereikbaarheid in alle fasen van de ontwikkeling; • Duurzaam(heid).” Streekplan 2007 van de provincie Zuid-Holland De tekst van het streekplan uit 2007 is onderstaand integraal overgenomen. “Bedrijvigheid in de Hoeksche Waard betekent ook ruimte voor glastuinbouwbedrijven. De provincie streeft naar een duurzame voortzetting van de glastuinbouw in het gebied. Wellicht is daarvoor de ontwikkeling van een glastuinbouwconcentratiegebied noodzakelijk. Zo’n locatie is bestemd voor de opvang van glastuinbouwbedrijven die thans verspreid over het eiland gesitueerd zijn. Het bestaande verspreid gelegen glas kan dan ten behoeve van landschap op de oude plaats gesaneerd worden en naar de concentratielocatie verplaatst worden. Voorafgaand aan de keuze voor een locatie van een dergelijk glastuinbouwconcentratiegebied zal onderzocht worden of er uit de Hoeksche Waard zelf voldoende vraag is om een glastuinbouwlocatie van circa 50 hectare netto te ontwikkelen. Het kan hierbij gaan om ruimte -
voor tuinders uit de Hoeksche Waard die kunnen en willen groeien maar waarvan het ongewenst is dat deze uitbreiding vanwege de huidige ligging conform de kwaliteitszonering op dezelfde locatie wordt gerealiseerd (duurzame ontwikkeling);
-
voor tuinders waarvan het gewenst is dat hun bedrijf op de huidige locatie conform de kwaliteitszonering wordt beëindigd en die willen en kunnen verplaatsen (compensatieruimte);
4
-
voor ontwikkeling van nieuwe glastuinbouwbedrijven waarmee de beëindiging en sanering van bedrijven mede gefinancierd kan worden op plaatsen waar deze sanering uit het oogpunt van de kwaliteitszonering gewenst is (glas voor glas).
Als de noodzaak aanwezig blijkt te zijn, wordt de specifieke locatie voor dit glastuinbouwconcentratiegebied bepaald. Deze moet dan via een streekplanherziening in procedure gebracht worden. In het geval dat er onvoldoende vraag is naar een dergelijke glastuinbouwlocatie en een concentratiegebied dus niet te rechtvaardigen is, moeten er oplossingen op maat gevonden worden voor die glastuinbouwbedrijven in de Hoeksche Waard die willen kunnen groeien, maar waarvoor de huidige vestigingsplaats niet geschikt is. Ook voor de sanering van glastuinbouwbedrijven waarvan de ligging niet past in de kwaliteitszonering of de ontwikkeling van het nationaal landschap, moet dan een alternatieve oplossing worden gevonden. Uitbreiding van glastuinbouwbedrijven in de kwetsbare landschapseenheden is conform de kwaliteitszonering niet mogelijk. Voor uitbreiding van glastuinbouwbedrijven buiten concentratiegebieden geldt de provinciale Nota Regels voor Ruimte als uitgangspunt. Voor sanering zijn er mogelijkheden met de regeling Ruimte voor Ruimte.” Regionale structuurvisie Hoeksche Waard uit 2009 De tekst van het Ruimtelijk Plan is hieronder integraal opgenomen. “De regio wil verspreid liggend glas op kwetsbare locaties saneren (via ruimte-voorruimte) en tegelijkertijd voldoende toekomstperspectief bieden voor bedrijven binnen de regio die door willen groeien. Op basis van de resultaten van het door Provincie Zuid Holland uitgevoerde onderzoek heeft de regio samen met de sector een plan van aanpak opgesteld, waarin de mogelijkheden voor sanering en ontwikkeling zijn onderzocht en uitgewerkt, Op basis hiervan is vervolgonderzoek gestart. Hierbij zal ook de sanering van zogenaamd ‘papieren glas’ op kwetsbare locaties worden betrokken. Mits de financiering goed geregeld wordt, wil de regio meewerken aan de aanwijzing van één of meerdere locaties voor vervangend glas. Op dit moment zijn hiervoor twee opties in beeld: • Aanwijzing van een groot glasconcentratiegebied in de noordrand, voor circa 60 ha netto glas. Voorwaarde is dat dit landschappelijk goed ingepast wordt. Vanwege de vele andere ruimteclaims in de noordrand is dit niet eenvoudig en bestaat het gevaar van verdere verrommeling. Anderzijds is de ontsluiting hier relatief goed en biedt de ligging nabij bedrijventerreinen en woongebieden goede mogelijkheden voor warmtekrachtkoppeling en innovatieve waterberging. • Aanwijzing van enkele kleinere concentratiegebieden verspreid over de Hoeksche Waard, voor 10 tot 20 ha netto glas. Ook hiervoor is uiteraard een goede landschappelijke inpassing vereist. Daarnaast is extra nodig aandacht nodig voor de ontsluiting. De kleinere concentratiegebieden zouden in principe aan moeten sluiten bij bestaande, moderne glastuinbouwbedrijven, zodat deze beter ingepast kunnen worden en geen kapitaalvernietiging optreedt.” De definitieve keuze hangt mede af van de resultaten van het door de regio op te stellen Plan van Aanpak. Daarom kan in de structuurvisie nog geen definitieve keuze gemaakt worden. Beide opties zullen moeten passen binnen het Nationaal Landschap en in beide opties zullen daarvoor stevige inpassingsmaatregelen nodig zijn. Op voorhand is op grond van ruimtelijke overwegingen geen voorkeur uit te spreken.”
5
Provinciale structuurvisie (inclusief herziening) uit 2010/2011 De provincie Zuid-Holland hecht een groot belang aan het binnen haar grenzen behouden en versterken van de glastuinbouw. Deze sector biedt aan velen werkgelegenheid en levert een substantiële bijdrage aan de Zuid-Hollandse economie. In het provinciale ruimtelijke ordeningsbeleid wordt ingezet op het in stand houden en versterken van het teeltareaal. Deze inzet is de afgelopen jaren uitgemond in de notitie Behoud areaal glastuinbouw provincie Zuid-Holland waarover door Provinciale Staten op 10 november 2010 een besluit is genomen. De ruimtelijke aspecten van dit besluit zijn verwerkt in de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte. In de actualisering 2011 van de Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte worden een deel (circa 35 ha) van de vloeivelden van Suiker Unie in Puttershoek aangewezen als glastuinbouwconcentratiegebied. Onderzoeken De afgelopen jaren is er een aantal rapporten over de glastuinbouw in de Hoeksche Waard opgesteld. Alle drie de rapporten zijn opgesteld door de Grontmij. In januari 2008 heeft Grontmij in opdracht van de provincie Zuid-Holland de nut en noodzaak van een concentratiegebied onderzocht. In januari 2010 heeft Grontmij in opdracht van de Commissie Hoeksche Waard een rapport over de uitvoeringsstrategie opgesteld. Als laatste heeft de Grontmij is januari 2011 een globale businesscase opgesteld. Op basis van al deze rapporten is het mogelijk definitieve besluitvorming voor te bereiden over de toekomst van de glastuinbouw in de Hoeksche Waard. De uitkomsten van de onderzoeken zijn verwerkt in dit toekomstplan.
6
Hoofdstuk 2: De opgave 2.1 Inleiding De Hoeksche Waard is een Nationaal Landschap. De kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard zijn het polderpatroon, het reliëf van kreken en dijken en de openheid. Vooral de oude opwaspolders en een aantal open polders dienen beschermd te worden en de kwaliteiten verder versterkt. Om deze kwaliteiten te versterken is het wenselijk om het verspreid liggende glas te saneren. De kwaliteitsverbetering is de belangrijkste reden dat dit toekomstplan voor de glastuinbouw in de Hoeksche Waard is opgesteld. Voor de bedrijven die verder willen maar op de huidige locatie niet meer kunnen groeien wordt ruimte geboden in twee concentratiegebieden in de Hoeksche Waard. In incidentele gevallen en onder voorwaarden is het voor een enkele individuele tuinders mogelijk door middel van de glas-voor-glas regeling op de bestaande locatie uit te breiden. In de Hoeksche Waard stond in 2010 59 ha fysiek glas en 109 ha bestemd glas. De 56 glastuinbouwbedrijven liggen verspreid over de Hoeksche Waard, 23 liggen er in kwetsbaar landschap. De aard van de glastuinbouwbedrijven in de Hoeksche Waard is zeer divers. Uiteenlopend van eenvoudige kleine, oude kassen tot grootschalig modern, tot goed uitgeruste glastuinbouwbedrijven met meerdere locaties. De gemiddelde omvang van een glastuinbouwbedrijf in de Hoeksche Waard is gering in relatie tot de andere glastuinbouwbedrijven in Zuid-Holland en de gemiddelde leeftijd van de opstallen relatief hoog. Van het totale areaal fysiek glas in de Hoeksche Waard is 55% gevestigd in Gemeente Binnenmaas. De overige 45% is verdeeld over de andere vier gemeenten. Bijna de helft van de glastuinbouwbedrijven heeft in 2009 aangegeven nu of op termijn te willen stoppen. Circa 20 bedrijven hebben aangegeven te willen uitbreiden en de uitbreidingsbehoefte van deze bedrijven bedraagt circa 48 ha fysiek glas. 2.2 De ambitie voor de langere termijn Op de langere termijn, rond 2030, dient nagenoeg al het verspreide glas in de Hoeksche Waard gesaneerd te zijn. De sanering in de Hoeksche Waard kan het beste door de private sector worden opgepakt. De vijf gemeenten ondersteunen hierbij de private sector actief. In de periode tot 2030 wordt optimaal gebruik gemaakt van de op dat moment beschikbare publieke en private instrumenten om het uiteindelijke doel te realiseren. Om dit doel te bereiken is het saneringsproject geknipt in twee fasen. De eerste fase loopt gelijk met de periode van de provinciale subsidie. In deze periode wordt ook één concentratiegebied ontwikkeld. De tweede fase start nadat (of gedurende) de eerste is afgerond en die bestaat uit de sanering van het overblijvende verspreide glas en de ontwikkeling van een tweede glastuinbouwconcentratiegebied. In de tweede fase wordt opnieuw gebruik gemaakt van de dan beschikbare saneringsinstrumenten. Voor de tweede fase wordt opnieuw een uitvoeringsplan opgesteld dat bestaat uit een saneringsregeling en een concentratieregeling. Ook wordt er dan opnieuw naar de gewenste woningbouwlocaties gekeken. De sanering en de ontwikkeling van de twee concentratiegebieden gaan hand in hand. Met andere woorden het totaal areaal glas mag in 2030 niet meer bedragen dan het
7
totaal areaal glas op het moment van de vaststelling van de regionale structuurvisie. Hierbij wordt het totaal areaal aan bestemd glas gemaximeerd op 109 ha. Bij de vaststelling van de regionale structuurvisie was de wens van de provincie om extra 30 ha glas in de Hoeksche Waard te accomoderen niet bekend. Tot 2030 wordt de ontwikkeling van het aantal ha glas gemonitord. 2.3 De ambitie voor 2012-2016 Op basis van de huidige beschikbare instrumenten voor de sanering van het verspreid liggende glas is het nodig om een ambitie voor de komende vier jaar (1 juli 2012-30 juni 2016) vast te stellen. Deze ambitie loopt gelijk op met de termijn van de provinciale subsidieregeling. De ambitie van de Hoeksche Waard is om tot 1 juli 2016 circa 20 ha fysiek glas te saneren. Bijna 35 ha aan planologisch glas (fysiek plus papieren glas) wordt dan gesaneerd. De bedrijven zijn geselecteerd op basis van ligging in kwetsbare gebieden en/of op basis van het feit dat ze hebben aangeven (op termijn) voornemens te zijn te stoppen. Hierbij is flexibiliteit echter gewenst. Gedurende het proces van sanering kunnen er nieuwe mogelijkheden ontstaan. Zo kan een tuinder die niet op de in bijlage opgenomen lijst staat richting de gemeenten aangeven te willen saneren. Uiteraard ondersteunen de gemeenten een dergelijk initiatief. Om deze ambitie te realiseren is er een investeringsbedrag nodig van 13 miljoen euro. Dit bedrag dekken wij door middel van de bouw van 65 RvR woningen met een verwachte gemiddelde opbrengst van € 150.000 per woning. Het resterende bedrag van 4 miljoen euro wordt deels gedekt door de aangevraagde provinciale subsidie van 2 miljoen euro en een regionale bijdrage van 2 miljoen euro. 2.4 Provinciale glasopgave De provincie heeft in haar zoektocht naar sprokkellocaties voor glas een deel van de vloeivelden aangewezen voor provinciaal glas. De provincie gaat uit van de realisatie van circa 30 ha fysiek glas. Dit om het totaal areaal glas in de provincie Zuid-Holland op peil te houden. Voor de ruimtelijke kwaliteit van de noordrand is het van belang dat er geen twee kleinere concentratiegebieden in de noordrand ontwikkeld worden. Om die reden is er binnen de regio draagvlak om de provinciale en regionale glasopgave te faciliteren in één concentratiegebied in de noordrand. Voorwaarde is wel dat de regio de ruimte krijgt om zelf de locatie te bepalen en dat de regionale saneringsopgave in de Hoeksche Waard gerealiseerd wordt.
8
Hoofdstuk 3: De betrokken partijen 3.1 Inleiding Bij het glastuinbouwproject is een groot aantal partijen betrokken. Het project wordt getrokken door het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW). Daarnaast is de Provincie Zuid-Holland betrokken als overheid die actief beleid voert ten aanzien van de sanering van verspreid liggend glas. Bovendien acht de provincie het van belang om het areaal glas in de provincie op peil te houden. Het glastuinbouwproject is mede bedoeld om de glastuinbouwsector te helpen. LTO Noord vertegenwoordigt de belangen van de sector. Daarnaast is er bij de sanering sprake van een individuele tuinder die voor zijn eigen bedrijf een afweging moet maken voor sanering, doorgroeien of blijven zoals het is. De expertise voor de ontwikkeling van woningen en voor een concentratiegebied ligt bij de marktpartijen. Deze partijen zijn noodzakelijk om de ambitie te realiseren. 3.2 Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) Het SOWH is een door de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard (Binnenmaas, OudBeijerland, Cromstrijen, Korendijk en Strijen) opgericht samenwerkingsorgaan. Het Hoeksche Waardse glastuinbouwproject is opgenomen in het uitvoeringsprogramma van de structuurvisie Hoeksche Waard. Het glastuinbouwproject valt onder de regie van het SOHW. 3.3 Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland is de initiator van de sanering van het verspreid liggende glas. De afgelopen jaren is de Provincie Zuid-Holland erin geslaagd een groot aantal hectares glas te saneren. Voor dit collegeperiode heeft de provincie 8 miljoen aan subsidie voor de sanering van verspreid glas beschikbaar gesteld. Daarnaast is het mogelijk om op kosten van de provincie een gebiedsbemiddelaar in te schakelen. Deze bemiddelaar staat tussen de partijen en spreekt de taal van de tuinder waardoor de processen vlotter doorlopen kunnen worden. Verder stelt de provincie, indien gewenst, ambtelijk capaciteit beschikbaar. De provincie heeft in 2011 in de herziening van de provinciale structuurvisie een deel van de vloeivelden op het suikerfabriekterrein in Puttershoek aangewezen om provinciaal glas te realiseren. Tevens ondersteunt de provincie de inzet van de regio om voor de regionale glastuinbouwbedrijven één of twee concentratiegebieden te ontwikkelen. 3.4 LTO Noord Voor de uitvoering van het project is het van belang dat de belangenorganisatie voor de tuinders de inhoud en aanpak ondersteunen. LTO Noord ondersteunt de integraliteit van het toekomstplan om zowel in te zetten op de sanering van de verspreid liggende glastuinbouwbedrijven en de ontwikkeling van concentratiegebieden. Het ook in de toekomst ruimte bieden aan glastuinders staat bij LTO Noord hoog in het vaandel. LTO Noord heeft aangegeven het toekomstplan te ondersteunen en ze zijn bereid actief te participeren in de uitvoeringsorganisatie. 3.5 De individuele glastuinders Er is sprake van een vrijwillige regeling. Dit betekent dat geen enkele tuinders gedwongen zal worden om te saneren. Individuele stoppers willen graag een heldere en daadkrachtige aanpak. Bij de ontwikkeling van de glastuinbouwconcentratiegebieden kunnen kapitaalkrachtige individuele tuinders mogelijk een rol spelen. 3.6 Marktpartijen Het uiteindelijke slagen van het glastuinbouwproject is in grote mate afhankelijk van de vraag of marktpartijen bereid zijn te investeren in zowel de woningbouwopgave als de glastuinbouwopgave. Wat betreft de woningbouwopgave hebben er een aantal onderzoekende gesprekken plaatsgevonden met potentiële ontwikkelaars. In de periode
9
mei-augustus 2012 vindt er naar verwachting een marktconsultatie plaats. Uit de onderzoeksfase is gebleken dat er voldoende vertrouwen in de markt is om de saneringsopgave te realiseren. Voor de ontwikkeling van het eerste concentratiegebied moeten nog oriënterende gesprekken plaatsvinden. Deze vinden in de maanden mei en juni plaats. Indien er geen marktpartij (ontwikkelaar of groep tuinders) te vinden is, vindt een heroverweging plaats over de concentratieambitie. 3.7 Maatschappelijk middenveld Het maatschappelijk middenveld ondersteunt de sanering van het verspreid liggende glas. Bij de ontwikkeling van de concentratiegebieden is het wenselijk om vanaf de start het maatschappelijk middenveld te betrekken.
10
Hoofdstuk 4: Aanpak van de sanering 4.1 Inleiding De sanering van verspreid liggend glas is een goede manier om de kwaliteiten van het landschap te versterken. In de periode 2007-2011 hebben verschillende gemeenten, het Rijk en de Provincie Zuid-Holland afspraken gemaakt over de sanering van 200 hectare verspreid liggend kassen buiten de concentratiegebieden. Er resteert nu nog 290 hectare aan verspreide glastuinbouwbedrijven in prioritaire gebieden waarover geen saneringsafspraken zijn gemaakt. Van deze 290 hectare ligt er circa 59 ha fysiek glas in Nationaal landschap Hoeksche Waard. 4.2 De te saneren bedrijven In 2009 heeft Grontmij voor het SOHW alle glastuinbouwbedrijven in beeld gebracht. Met de tuinders hebben ze gesprekken gevoerd en zijn er globale taxaties uitgevoerd. De opgestelde rapporten zijn opgenomen in de bijlage van dit toekomstplan. In de onderstaande tabel zijn de gegevens over de glastuinbouw per 2009 opgenomen. Aantal bedrijven en ha. Fysiek glas per gemeente Aantal bedrijven Gemeente Binnenmaas 35 Gemeente Cromstrijen 5 Gemeente Korendijk 3 Gemeente Oud-Beijerland 4 Gemeente Strijen 9
Aantal hectaren fysiek glas 32,7 8,2 2,4 6,7 9,1
Van de bedrijven zijn de toekomstwensen in beeld gebracht. Van de 57 glastuinbouwbedrijven willen er circa 20 bedrijven nu of op termijn stoppen. Nu twee jaar later blijkt in de praktijk dat ook bedrijven die toen hebben aangegeven door te willen gaan nu overwegen te stoppen. De glastuinbouwbedrijven zijn verspreid over de Hoeksche Waard gevestigd. De Grontmij heeft in het kader van de eerder genoemde onderzoeken een aantal workshops gehouden met verschillende partijen die zich bezighouden met de landschappelijke ontwikkeling in de Hoeksche Waard. Hierbij zijn een aantal belangrijke gezamenlijke punten benoemd: • Er mag geen glas gebouwd of uitgebreid (en moet zelfs gesaneerd) worden in de opwaspolders en zogenoemde open polders; • Glastuinbouwbedrijven in de oude dijklinten zijn niet gewenst en mogen zeker niet uitbreiden, met uitzondering van de reeds verstedelijkte gebieden. 4.3 De saneringsambitie voor 2012-2016 De provinciale subsidieregeling heeft als doelstelling om binnen de huidige collegeperiode een aantal hectaren glastuinbouw te saneren. Dit maakt het wenselijk om als Hoeksche Waard een ambitie voor deze periode vast te stellen. Onze ambitie richt zich op de bedrijven in de meest kwetsbare gebieden en de bedrijven die hebben aangegeven te willen stoppen. In totaal gaat het om circa 20 ha fysiek en circa 35 ha aan bestemd glas. De locaties zijn zorgvuldig gekozen, maar ook andere locaties kunnen in aanmerking komen om gesaneerd te worden. De gekozen locaties geven een goed beeld van het effect van de sanering op het landschap van de Hoeksche Waard. Deze glastuinbouwbedrijven bevinden zich vooral in de meest kwetsbare gebieden. De sanering levert hier de meeste ruimtelijke kwaliteitswinst. Voor de beoordeling van de kwaliteitsverbetering is gekeken naar de regionale, landschap specifieke kenmerken en kwalitatieve richtlijnen zoals vastgelegd in de
11
Kwaliteitskaart bij de Provinciale Structuurvisie en in de Structuurvisie Hoeksche Waard. De kwaliteitswinst van de verschillende saneringslocaties is afhankelijk van hun ligging in het landschap. De 18 saneringslocaties zijn in te delen naar 4 thema’s: • recreatie en toerisme • openheid • rafelrand aan de dorpsrand • vergroenen dijken In opdracht van SOHW heeft Bureau Wissing uit Barendrecht een beeldkwaliteitplan opgesteld van de saneringslocaties en de mogelijke woningbouwlocaties. Uit dit beeldkwaliteitplan blijkt dat er door de sanering een behoorlijke landschappelijke winst te behalen valt. Om deze ambitie te realiseren zijn er 65 Ruimte-voor-Ruimte woningen nodig. Om de marktkansen te vergroten is het in ons plan ook mogelijk om de woningen om te zetten in bouwvolume. Op deze wijze kan afhankelijk van de woningbouwlocatie en de specifieke vraag op die locatie een divers programma gerealiseerd worden. Er resteert dan nog een negatief saldo van circa 4 miljoen euro. Het tekort wordt gedekt door een provinciale subsidie van 2 miljoen euro en een eigen regionale bijdrage van 2 miljoen euro. 4.4 De wijze van sanering Voor de sanering van verspreid liggend glas is er een ruimtelijk instrument, namelijk de ruimte-voor-ruimte regeling (RvR-regeling) beschikbaar. Bij de RvR regeling zijn twee regelingen te onderscheiden. De eerste betreft de individuele RvR-regeling en de tweede de gebiedsgerichte regeling. Beide regelingen zijn in de Verordening Ruimte van de Provincie Zuid-Holland opgenomen. Naast het ruimtelijke instrument is het mogelijk om overheidsgeld in te zetten. Zowel het Rijk, Provincie Zuid-Holland als de regio zelf kan subsidiegelden beschikbaar stellen. Naast deze twee instrumenten heeft de Provincie Zuid-Holland een glas-voor-glas regeling opgesteld. Per instrument is hieronder aangegeven op welke wijze de Hoeksche Waard deze wil inzetten. 4.4.1 De gebiedsgerichte RvR-regeling Voor het realiseren van de ambitie tot 2016 heeft de Hoeksche Waard 65 RvR-woningen nodig. Op basis van de gebiedsgerichte regeling met per 5000m2 een woning zijn er op basis van de te saneren oppervlakte glas circa 42 RvR-woningen beschikbaar. Vanwege de benodigde financiering heeft de Hoeksche Waard echter 65 woningen nodig. Dit betekent een opslagfactor van circa 1,50. Met deze 65 woningen en een aanvullende subsidie is het mogelijk om circa 20 ha fysiek glas te saneren. Met de gebiedsgerichte aanpak is het mogelijk het verspreid liggende glas te saneren en de terug te bouwen RvR-woningen op een andere locatie te realiseren. Het gaat hierbij om locaties nabij een bestaande kern en als voorwaarde dient de ruimtelijke kwaliteit in zijn totaliteit toe te nemen. 4.4.2. De subsidie De provincie Zuid-Holland heeft voor de periode 2012-2016 8 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld voor de sanering van verspreid liggend glas in de provincie. Op basis van de Hoeksche Waardse plannen is een provinciale subsidie van 2 miljoen noodzakelijk om deze te realiseren. De Hoeksche Waard investeert net als de provincie 2 miljoen in de sanering van het verspreid liggende glas. De bijdrage komt vanuit het regiofonds en indien mogelijk vanuit de inbreng van gemeentelijke gronden. Omdat de gemeenten in de Hoeksche Waard hebben aangegeven geen aanvullende financiële middelen ter beschikking te willen stellen is gekozen voor een gesloten financieringsregeling. De ontwikkeling van nieuw glas, in een concentratiegebied of bij de glas voor glas regeling, dient een bijdrage van 5
12
euro per m2 aan het regiofonds af te dragen. Daarnaast wordt onderzocht of het verschil tussen de taxatiewaarde en de inbrengwaarde van de ingebrachte gemeentelijke gronden als bijdrage ingezet kan worden. De provincialesubsidie en regionale bijdrage is bedoeld om de onrendabele top van de sanering te financieren. Deze kan tevens gebruikt worden voor de voorfinanciering. 4.4.3. De glas-voor-glas regeling De provincie heeft bij de herziening van de provinciale structuurvisie 2011 een glas voor glas regeling geïntroduceerd. De nieuwe regeling ‘glas voor glas’ biedt een afwijkingsmogelijkheid op het concentratiebeleid van de provincie. Per saldo komt er geen glas bij omdat elders fysiek glas wordt gesaneerd. In de verordening is het volgende hierover opgenomen: “Een bestemmingsplan kan bepalingen bevatten die erin voorzien dat bij een bestaand volwaardig glastuinbouwbedrijf een oppervlakte van meer dan 2 hectare kassen per bedrijf wordt mogelijk gemaakt, mits wordt voldaan aan diverse voorwaarden” Een belangrijke voorwaarde is dat per saldo de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd. Daarnaast is een belangrijke voorwaarde dat de verplaatsing van het glastuinbouwbedrijf op de uitbreidingslocatie naar een concentratiegebied voor de glastuinbouw geen reële mogelijkheid is. Op basis van de landschappelijke kwaliteiten en de globale taxatiewaardes komen er een beperkt aantal glastuinbouwbedrijven in aanmerking voor de glas-voor-glas regeling. Naar verwachting kan de glas-voor-glas regeling incidenteel voor een oplossing zorgen. De glastuinder moet immers een collega glastuinder opkopen, het glas saneren, gronden rondom zijn eigen bedrijven opkopen en dan investeren in nieuwe glasopstallen. 4.5 De locaties voor de Ruimte-voor-Ruimte woningen Een groot deel van de financiering voor de sanering van het verspreid liggende glas komt vanuit het realiseren van Ruimte-voor-Ruimte (RvR) woningen. Voor de realisatie van de Hoeksche Waardse plannen voor de komende vier jaar wordt uitgegaan van de realisatie van 65 RvR woningen. De RvR-woningen, behalve de woningen die op de glastuinbouwkavel zelf worden gebouwd, worden gerealiseerd op één of meerdere van de volgende (gemeentelijke) locaties: a. Locatie A: Polderdijk Maasdam b. Locatie B: Nieuwland Westmaas c. Locatie C: Westzijde en oostzijde Piershil d. Locatie D: Zuidzijde Zuid-Beijerland e. Locatie E: Tienvoet Heinenoord f. Locatie F: Voetbalvelden en oostzijde Goudswaard g. Locatie G: Nieuw-Beijerland Zuidzijde Bij de ontwikkeling van de bovenstaande locaties zijn naast de ruimtelijke en landschappelijke afwegingen de mogelijkheden vanuit de markt doorslaggevend. Een goede verdeling over de verschillende locaties kan hierbij wenselijk zijn. Een mogelijk verdeling van de woningen over de verschillende locaties zijn door Wissing in het beeldkwaliteitsplan opgenomen. Niet opgenomen in het beeldkwaliteitplan is de locatie Numansdorp-Zuid in Cromstrijen. De komende periode wordt nader onderzocht of ook deze locatie ingezet kan worden voor de realisatie van een deel van deze Ruimte-voorRuimte woningen. Indien de woningen op de bovenstaande genoemde locaties uiteindelijk vanwege planologische of markttechnische redenen niet gerealiseerd kunnen worden treden de
13
provincie en de Hoeksche Waard opnieuw in overleg om een geschikte locatie aan te wijzen. Dit geldt sowieso voor de eventuele RvR-woningen die gekoppeld zijn aan de sanering van de vervolgfasen. Voor deze woningen vindt opnieuw een inventarisatie plaats van potentiele locaties waar de woningen gerealiseerd kunnen worden. In incidentele gevallen is het mogelijk dat een RvR-woning op een glaslocatie teruggebouwd kan worden. Ter onderbouwing is een landschappelijke analyse noodzakelijk.
14
Hoofdstuk 5: Ontwikkeling concentratiegebieden 5.1 Inleiding Uit het onderzoek van de Grontmij uit 2009 blijkt dat de totale uitbreidingsbehoefte in de Hoeksche Waard 48 ha fysiek glas beslaat. Alle bedrijven tezamen zullen in de toekomst een ruimtebeslag kennen van 87 ha fysiek glas, uitgaande van de wens van de tuinders. In de Hoeksche Waard is de inzet om het totaal areaal fysiek glas niet meer worden dan de in 2009 aanwezig planologische ruimte van 109 ha glastuinbouw. Bij voorkeur moet er een vermindering plaatsvinden van het totaal areaal aan bestemd glas. De glasuitbreidingen vinden in de Hoeksche Waard plaats door de ontwikkeling van twee concentratiegebieden en de toepassing van de glas-voor-glas regeling. Daarnaast is de verwachting dat er een beperkt deel van het verspreid liggende glas behouden blijft. Uitgaande van de verwachting dat een deel opgevangen kan worden door de glas-voorglas regeling, het feit dat er een aantal bedrijven op de huidige locatie door blijven gaan en dat de concentratielocatie rondom al grote aanwezige glastuinbouwbedrijven gerealiseerd wordt, is de verwachting voor de concentratiebehoefte dat er circa 60 ha fysiek glas nodig is. Twee locaties van 30 ha fysiek glas zijn dan voldoende. Mede gezien de actuele situatie in de glastuinbouw en het feit dat er een aantal grote glastuinbouwbedrijven in de Hoeksche Waard al buiten de Hoeksche Waard hun activiteiten hebben uitgebreid, is waarschijnlijk één locatie van 50 ha fysiek glas al voldoende. De provincie heeft in haar zoektocht naar sprokkellocaties voor glas een deel van de vloeivelden aangewezen voor provinciaal glas. De provincie gaat uit van de realisatie van circa 30 ha fysiek glas. De totale glasopgave voor de Hoeksche Waard bedraagt op basis van de bovenstaande redenering circa 80 ha fysiek glas. In de onderstaande tabel is de indicatieve glasverdeling in 2025 opgenomen. De indicatieve opbouw van glas per 2025 Glastuinbouw Periode ontwikkeling 1. 2. 3. 4.
Concentratiegebied 1 Concentratiegebied 2 Glas voor glas bedr. Overig
Totaal
2012-2018 2018-2024 2012-2024 2009
Aantal hectares 40 40 15 14
ha ha ha ha
fysiek fysiek fysiek fysiek
109 ha fysiek
De concentratiegebieden worden gefaseerd ontwikkeld. Afhankelijk van de behoefte nadat (en/of gedurende) het eerste concentratiegebied ontwikkeld is, wordt een go/no go besluit genomen over de tweede locatie. Bij de ontwikkeling van de concentratiegebieden is ruimte voor de ontwikkeling van 30 ha fysiek provinciaal glas. Dit onder de voorwaarde van de Hoeksche Waard dat de regio de locatie kan bepalen. De ‘glas voor glas’ bedrijven, indien niet gelegen in een concentratiegebied kunnen in totaal uitbreiden tot circa 15 ha fysiek glas. Een specifieke ha verdeling over deze glas-voor-glas bedrijven moet nog op basis van landschappelijke en financiële overwegingen gemaakt worden. Naar verwachting komen er maar een beperkt aantal bedrijven in aanmerking voor de toepassing van de glas-voor-glas regeling. Drie belangrijke aandachtspunten bij de ontwikkeling van een glastuinbouwconcentratiegebied zijn de landschappelijke inpassing, infrastructuur en duurzaamheid.
15
5.2.1 Landschappelijke inpassing De twee concentratiegebieden en de glas-voor glas locaties dienen op zorgvuldige wijze in het landschap te worden ingepast. Bij de inpassing moet rekening gehouden worden met de specifieke kenmerken van de locatie en de betreffende omgeving. Bij de ontwikkeling van een glastuinbouwconcentratiegebied in de noordrand moet rekening gehouden worden met de op dit moment in voorbereiding zijnde visie voor het Regiopark Noordrand. Naar verwachting is het Masterplan Regiopark Noordrand medio 2012 gereed. 5.2.2 Infrastructuur Glastuinbouwconcentratiegebieden trekken veel verkeer aan. Uitgangspunt is dat dat de kassencomplexen niet via de wegen door de dorpen ontsloten worden. De vermenging met recreatief en langzaam verkeer over de dijken is minimaal. Vanwege de noodzakelijk investeringen in infrastructuur is het verstandig om op zoek te gaan naar andere kostendragers dan glastuinbouw. De rendabiliteit van de glastuinbouw is te beperkt om grote investeringen in infrastructuur te kunnen dragen. 5.2.3 Duurzaamheid Er zijn behoorlijk wat mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid bij de ontwikkeling van een glastuinbouwconcentratiegebied. Hierbij geldt hoe groter hoe meer mogelijkheden. Tevens zijn er mogelijkheden bij de combinatie van glastuinbouw en andere nieuwbouw in de directe omgeving bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw en bedrijventerreinen. Als Nationaal Landschap streven wij naar innovatief duurzame concentratiegebieden. 5.2 Concentratiegebied in de noordrand Het eerste concentratiegebied wordt in de noordrand ontwikkeld. Er zijn de afgelopen periode een tweetal onderzoeken uitgevoerd naar de effecten van een glastuinbouwconcentratiegebied in de noordrand en naar verschillende mogelijke locaties in de noordrand. Hierbij wordt uitgegaan van een locatie van circa 40 ha fysiek glas groot. Dit concentratiegebied is bedoeld voor bedrijven uit de regio en onder voorwaarden deels voor bedrijven buiten de regio. Dit in het kader van de wens van de provincie om glas in de Hoeksche Waard te realiseren. De Hoeksche Waard heeft zich tot op heden negatief opgesteld over de ontwikkeling van bovenregionaal glas in Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Toch is het streven van de Hoeksche Waard om tot één concentratiegebied in de noordrand te komen. 5.3 Concentratiegebied in de zuidrand Afhankelijk van de marktbehoefte wordt na de ontwikkeling van het eerste glastuinbouwconcentratiegebied en de toepassing van de glas voor glas regeling een afweging gemaakt voor de ontwikkeling van een tweede concentratiegebied. In de regio is afgesproken dat een eventuele tweede locatie in de zuidrand ontwikkeld wordt. Deze locatie is met name bedoeld voor de opvang van regionale glastuinbouwbedrijven. Omdat hier pas na 2017 sprake van is, heeft het nog geen zin om op dit moment de discussie over de precieze locatie op te starten. We streven wel naar meer duidelijkheid over de locatie, uiterlijk in 2013. Deze locatie wordt, indien mogelijk, qua planning meegenomen in de nog op te stellen visie “Zuidrand aan de Delta” Als de locatie in de noordrand door voldoende vraag sneller ontwikkeld wordt, is het mogelijk om de realisatie van de zuidelijke locatie voor 2018 op te starten.
16
Hoofdstuk 6: De financiering 6.1 Inleiding In de regel zijn er twee instrumenten om de sanering van verspreid liggend glas te financieren: subsidies en RvR-woningen. Daarnaast kan een deel van financiering gezocht worden bij de tuinders zelfs. Hierbij is dat de gedachte dat de tuinders die verder willen, zullen moeten investeren en dat de tuinders die willen stoppen uiteindelijk niet alle kosten terugkrijgen. Dit laatste is immers ook een ondernemersrisico. Binnen de Hoeksche Waard zijn er twee trajecten met grote financiële gevolgen. Dit is de sanering van het verspreid liggende glas en de ontwikkeling van de concentratiegebieden. Voor beide trajecten is binnen het toekomstplan aangegeven hoe daar mee omgegaan wordt. Voor de gemeenten in de Hoeksche Waard geldt dat het financiële risico geminimaliseerd moet worden en dat er geen extra gemeentegelden ingezet worden. 6.2 De financiering van de sanering • Het saneren van de glastuinbouwbedrijven kost geld. Dit heeft vooral te maken met de sloop en affinanciering van de glasopstallen en met de verlaging van de bestemmingsplanwaarde. • Binnen de gebiedsgerichte regeling is in artikel 3 lid1c van de Verordening Ruimte het volgende weergegeven: “er worden niet meer compensatiewoningen of andere functies toegestaan dan noodzakelijk is om de sloop van de bestaande bebouwing en de herbestemming te realiseren”. • Binnen de Hoeksche Waard is het mogelijk om met 65 RvR woningen voor de periode 2012-2016 de vastgelegde ambitie te realiseren. De opbrengsten zijn hierbij niet voldoende om de gehele saneringsambitie te financieren; • Aanvullend op de woningen is nog een subsidie noodzakelijk van 4 miljoen euro; • Van deze 4 miljoen neemt de regio 2 miljoen voor haar rekening en de provincie ZuidHolland de andere 2 miljoen euro; • De 2 miljoen uit de regio wordt gefinancierd vanuit de ontwikkeling van het glastuinbouwconcentratiegebied en door als gemeenten gronden in te brengen. Bij de ontwikkeling van de concentratiegebieden wordt een bijdrage van 5 euro per m2 uitgeefbare grond gevraagd aan het regiofonds. Er wordt vanuit gegaan dat bij de 1e fase sanering 40 ha fysiek glas wordt ontwikkeld. Bij de inbreng van gemeentegronden wordt onderzocht of het verschil tussen de taxatiewaarde en inbrengwaarde als subsidie ingezet kan worden. • Onderzocht wordt of de bestemmingsplanprocedure voor de woningen vooruitlopend op de sanering doorlopen kan worden. Er moet dan wel een juridische koppeling te maken zijn tussen de sanering en de te bouwen woningen. 6.3 De ontwikkeling van de concentratiegebieden • De gemeenten stellen een kader vast omtrent de ontwikkeling van de twee concentratiegebieden. Dit betreft in ieder geval de locatiekeuze. Door de openbaarheid van de discussie over de locatie kunnen er grondspeculaties ontstaan. Vanwege de geringe opbrengsten voor glastuinbouw en het feit dat de gemeenten vanwege het risicoprofiel geen actief grondbeleid voeren is het risico beperkt. Bovendien is bij de ontwikkeling van glastuinbouw een Wet Voorkeursrecht Gemeenten niet mogelijk. • Op basis van de locatiekeuze worden marktpartijen benaderd om de opgave te realiseren. De uitvoeringsorganisatie maakt met de grondeigenaren (marktpartijen) afspraken over uitgiftetempo, herkomst kopende partijen, landschappelijke inpassing, ontsluiting etc. • Gemeenten voeren geen actief grondbeleid en zijn niet bereid financieel risico te lopen. • Alvorens tot uitvoering overgegaan kan worden, is een sluitende businesscase noodzakelijk. • Indien er geen marktpartijen (glasontwikkelaars, tuinders en/of andere partijen) bereid zijn te ontwikkelen, wordt de totale ambitie heroverwogen.
17
Hoofdstuk 7: De uitvoering 7.1 Inleiding De Hoeksche Waard wil samen met betrokken partijen de uitvoering oppakken. Ten eerste omdat de regio van mening is dat er bij de glastuinbouwopgave sprake is van een gezamenlijk belang en verantwoordelijkheid en ten tweede omdat de regio niet risicodragend wil participeren in de uitvoering. 7.2 Betrokken partijen bij uitvoering Naast de vijf gemeenten verenigd in het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard zijn de volgende partijen betrokken bij de realisatie van het toekomstplan: • Individuele glastuinders die willen saneren • Individuele tuinders die op de eigen plek willen doorgroeien • Individuele tuinders die in een concentratiegebied verder willen • De vijf gemeenten in de Hoeksche Waard • De provincie Zuid-Holland • LTO Noord • Ontwikkelende partijen voor de RvR woningen • Ontwikkelende partijen voor de glastuinbouwconcentratiegebieden Deze partijen kunnen afhankelijk van de nog te kiezen samenwerkingsvorm participeren in de uitvoeringsorganisatie. Elke mogelijke samenwerkingsvorm heeft consequenties voor het project. Risicoprofiel partijen In de huidige markt zijn er weinig partijen te vinden die nog een marktrisico willen lopen. Dit betekent dat elke betrokken partij een eventueel financieel risico bij een andere partij wil neerleggen. Hierbij ontstaat het “risico” dat het project niet op gang komt. Het is dus van belang om respecterend de verschillende risicoprofielen tot een samenwerkingsvorm te komen waarbij er wel met enige daadkracht tot realisatie gekomen kan worden. Er zijn verschillende vormen waarmee de opgave gerealiseerd kan worden. Hierbij kiest de Hoeksche Waard voor een moderne aanpak. Dit is een combinatie van de actieve overheid (actief grondbeleid) en de faciliterende overheid (volledig aan de markt overlaten). De moderne overheid In deze vorm voert de overheid geen actief grondbeleid maar heeft wel oog voor de risicoprofielen van de marktpartijen en voelt zich wel verantwoordelijk voor het realiseren van de eigen ambities in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De regio heeft immers vanuit de provinciale subsidieverstrekking een taakstelling om de saneringsambitie te realiseren. Bij deze vorm wordt er bezien welke nieuwe samenwerkingsvormen er zijn die passen binnen de moderne overheid. Hierbij kan gedacht worden aan een bepaalde vorm van publiek-private samenwerking. De inbreng van de gemeenten bestaat dan uit de subsidies, gemeentelijke gronden en de planologische medewerking. Het ontwikkelrisico wordt binnen deze samenwerking neergelegd bij de marktpartijen (ontwikkelaars en/of individuele tuinders). In de periode maart-juni 2012 wordt hier samen met de tuinders en marktpartijen een definitief model voor ontwikkeld. Hierbij is een marktconsultatie gevolgd door een aanbestedingstraject een serieuze optie. 7.3 Uitvoeringsorganisatie en planning Er wordt een daadkrachtige uitvoeringsorganisatie opgezet. Deze uitvoeringsorganisatie heeft mandaat om het toekomstplan verder tot uitvoering te brengen. Een aantal van de verschillende taken op een rij.
18
Belangrijkste taken van de uitvoeringsorganisatie • Informatieloket glastuinders. • Verzorgt en ondersteunt planologische procedures. • Stelt overeenkomsten op met private partijen (verkoopovereenkomsten gronden concentratielocaties en gronden RvR-woningen). • Beheert en verleent subsidies en bijdragen regiofonds. • Verzorgt de communicatie richting tuinders en overheidspartijen. • Monitoren voortgang saneringsopgave mede i.r.t. concentratiegebieden en van de te realiseren en gerealiseerd RvR-woningen. Bemensing van de uitvoeringsorganisatie • Er wordt een stuurgroep opgericht met bestuurlijke vertegenwoordigers van SOHW, LTO en Provincie Zuid-Holland (in plaats van de Gedeputeerde kan dit ook een afdelingshoofd zijn). SOHW levert de voorzitter. • Binnen het projectteam zijn de volgende rollen aanwezig: o Projectleider o Procesmanager (extern bureau voor begeleiding) o Gebiedsbemiddelaar (betaald door pzh) o Projectsecretaris o Vertegenwoordiging provincie Zuid-Holland o Vertegenwoordiging LTO o Algemene Projectteamleden Planning In de onderstaande tabel is een globale planning opgenomen voor de totstandkoming en uitvoering van het toekomstplan glastuinbouw Hoeksche Waard. Wanneer
Wat
Wie (primair)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
tot april 2012 tot jun 2012 mei-aug 2012 aug-dec 2012 aug-dec 2012 aug-dec 2013 jan-mrt 2013 jan-mrt 2013 mrt-jul 2013 mrt-jul 2013
Vaststellen toekomstplan Vaststellen toekomstplan Marktconsultatie en aanbesteding Onderzoek samenwerkingsvormen Oprichting uitvoeringsorganisatie Opstellen gedetailleerde businesscase Aanmelding deelnemers sanering Go /no go besluit uitvoering Opzet/start planologische procedures Contracten glastuinders/ontwikkelaars
11. 12. 13. 14. 15.
jul-dec 2013 Jul-dec 2013 Jan-dec 2014 2014-2016 2014-2020
Onderzoek bestemmingsplanprocedure Opstellen exploitatieovereenkomsten Afronding planologische procedures Sloop glastuinbouwopstallen - Ontwikkelen woningen - Uitgeven concentratiegebieden - Restant glasopstallen slopen
Colleges Gemeenteraden Projectbureau Samenwerkingspartners Samenwerkingspartners Extern bureau Individuele tuinders Colleges Projectbureau Gebiedsbemiddelaar / projectbureau Extern bureau Extern/projectbureau Projectbureau Ontwikkelende partijen Ontwikkelende partijen
19
Capaciteit (in uren) Functie/jaar 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Extern bureau Interne projectleider Gebiedsbemiddelaar Projectsecretaris Projectm. PZH Projectm. LTO Projectm. 5 gemeenten Plantoetsing Communicatie Stedenbouwkundige Planeconoom Verkeerskundige Civieltechniek Totaal extern inhuur Totaal extern partners Totaal intern
2012
2013
2014
2015
2016
100 150
100
500 150 150 100 50 100 150 50 50 50 100
500 150 150 100 50 100 150 50 50 50 100 50 50
500 150 150 100 50 100 150 50 50 50 100 50 50
500 150 150 100 50 100 150 50 50 50 100 50 50
200 150 400
600 300 550
600 300 650
600 300 650
600 300 650
100 50 100 150
20
Hoofdstuk 8: De risico’s in beeld 8.1 Inleiding Geen project zonder risico’s. Vanwege de risico-realiteitszin van de vijf gemeenten is binnen het toekomstplan naar mogelijkheden gezocht om de risico’s te beperken. Binnen het toekomstplan zijn de verschillende te benoemen risico’s beheersbaar gemaakt. 8.2 De grootste risico’s Het gaat hierbij om beheersmaatregelen.
de
volgende
belangrijkste
risico’s
en
bijbehorende
RvR woningen worden niet verkocht De woningbouwmarkt staat op dit moment behoorlijk onder druk. Er bestaat zodoende een risico dat de RvR woningen niet verkocht worden terwijl de kosten voor de sanering al gemaakt zijn. Er is hierbij een aantal zaken voor de beheersing van belang: • De RvR woningen zijn woningen die net buiten of binnen de bestaande contouren worden gerealiseerd en vallen onder het landelijk wonen. Uit het Hoeksche Waardse woningbouwbehoefteonderzoek de provinciale woningbouwonderzoeken is gebleken dat er vraag is naar duurder segment woningen in een landelijke omgeving; • Door de genoemde ontwikkelperiode van een aantal jaar en het feit dat de RvRwoningen (deels) in de plaats komen van de in de regionale structuurvisie opgenomen woningen in de groene setting, verkleint het afzetrisico; • Door het inschakelen van een ontwikkelende partij kan het afzetrisico beter gedragen worden door een private partij. Overigens kan ook het afzetrisico bij de glastuinders blijven, indien hij hiertoe bereid is; • Ook planologisch kunnen zekerheden ingebouwd worden. Het planologisch mogelijk maken van een locatie waar RvR-woningen gerealiseerd kunnen worden is een risico op zich. Er zullen immers weerstanden ontstaan als ergens net buiten de contour een woningbouwlocatie ontwikkeld gaat worden. Zodoende kan het van belang zijn om enige planologische zekerheid in te bouwen door alvast de ontwikkeling van RvR woningen planologisch vast te leggen. Er is geen vraag naar de kavels op de concentratiegebieden Bij de aankoop van gronden voor de realisatie van de glastuinbouwconcentratiegebieden bestaat het risico dan uiteindelijk na alle gemaakte kosten er vanwege bijvoorbeeld marktomstandigheden de kavelverkoop tegenvalt. Als de gemeenten zelf of samen met een private partij de gronden gaat uitgeven ontstaat er een risico. Hierbij zijn de volgende beheersopmerkingen te plaatsen: • We laten de aankoop van de gronden over aan private partijen. • De vijf gemeenten kunnen wel opties tot koop op de gronden nemen maar de daadwerkelijke aankoop geschied door een private partij. Dit kan door middel van een zogenoemde abc-constructie. o Hierbij wordt wel gekozen voor de meest fiscaal vriendelijke systematiek. Afstemming met de fiscus is hiervoor nodig. o Bij de verkoop van de gronden aan de ontwikkelende partij worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het uitgifteprotocol. Dit om in enige mate zeker te stellen dat het concentratiegebied ook daadwerkelijk bestemd wordt voor de Hoeksche Waardse glastuinders. • Door de koppeling van de ontwikkeling van het concentratiegebied en de regionale bijdrage aan de sanering ontstaat het risico dat er wel geld naar de sanering vloeit terwijl de uitgifte van het concentratiegebied tegenvalt. Om dit tegen te gaan is het verstandig een groot deel van de subsidiegelden voorwaardelijk beschikbaar te stellen. De beschikbaarheid is dan afhankelijk van de uitgifte van de concentratiegebieden. De RvR woningen kunnen wel al beschikbaar gesteld worden.
21