BAS: Interactie Sfeer in de groep Versie
Versie 1 opgesteld door Erik
Datum
1 april 2016
Documenteigenaar
Erik
Borging vastgesteld in het team
Tijdens de vergadering van 7april 2016
Teamleden
Ria van der Meijden, Corné van den Bosch, Dianne Bredenhoff, Helmertina de Ruiter
Initiatief planning
Stuurgroep
Eerstvolgende toetsing
November 2016
Inhoud toetsing
Aantal pagina’s document Verwijzing
van
dit
De documenteigenaren evalueren met leerkrachten en directie de afspraken op school-, groeps-, en leerlingniveau. De evaluatie vindt plaats tijdens een teamvergadering. Na de toetsing en evaluatie zorgen de documenteigenaren voor de nodige aanpassingen in het document. Hierna volgt vaststelling in team.
5
Zie ook werkboek Sfeer in de groep in digitale BAS-map
Indicatoren / Kernkwaliteiten Inspectie WMK Kernkwaliteit Indicatoren
BAS Succes indicatoren
Volgt uit nieuw toezichtskader Sociaal emotionele ontwikkeling: 1. Onze school beschikt over een goede methode voor sociaal emotionele ontwikkeling. 2. We hebben alle aspecten van het pedagogisch klimaat met elkaar uitgewerkt en zo een optimaal klimaat op school en in de groepen gerealiseerd. 3. We gebruiken de uitkomsten van het leerlingvolgsyteem om kinderen te helpen bij problemen op sociaal emotioneel gebied. 4. We gebruiken het pestprotocol bij vermoedens van pestgedrag (incl. cyberpesten) 5. We kunnen kinderen met gedragsproblemen begeleiden door het pedagogische klimaat aan te passen 6. Er zijn duidelijke regels voor alle kinderen, die met vaste regelmaat worden besproken 1. Leerkrachten weten wat zij kunnen doen om de sfeer in de groep te beïnvloeden. a. Leerkrachten kunnen middels een interesse-sociogram de sfeer binnen de groep verbeteren. b. Leerkrachten weten hoe zij bepaalde spel- en werkvormen kunnen hanteren om de sfeer in de groep te verbeteren. c. Leerkrachten kunnen met de groep (feest) vieren. d. De groep kan zonder of met weinig steun van de leerkracht een (hulp)actie organiseren. 2. Er zijn schoolafspraken over de wijze waarop na de periode van groepsvorming wordt gewerkt aan de sfeer in de groep. a. ‘ De sfeer in de groep’ heeft als item een plek op de vergaderkalender van het team. b. Leerkrachten en ouders werken samen aan het herstel van de sfeer in een ‘moeilijke groep’ .
Verantwoording We willen op onze school een veilig klimaat creëren. Daarom zijn we: - alert op signalen van kinderen en ouders en nemen deze serieus - willen we preventief handelen.
Doel Realiseren van een positieve sfeer in de groep
Schoolafspraken We streven ernaar dat bij de groepsbespreking met de IB-er, de nieuwe leerkracht aanwezig is. Op die manier willen we ervoor zorgen dat belangrijke afspraken rondom een kind worden doorgegeven aan de volgende leerkracht. Voor kinderen met ADHD, autisme, PDD-NOS of lichamelijke problematiek is dit erg belangrijk. Aanpassingen doen we vanaf de eerste dag.
Elke leerkracht heeft bij de start van het jaar de informatie uit het groepsoverzicht gelezen. Is alert op belangrijke dingen - begeleiden van leerlingen waarvan we weten dat er problemen kunnen ontstaan in vrije situaties - leerlingen met een gedragsprobleem - leerlingen die beter niet met elkaar kunnen spelen en/of werken - belangrijke informatie vanuit de ouders Met deze informatie in ons achterhoofd gaan we zelf objectief naar het kind kijken EEN BLANCO START BESTAAT NIET De eerste weken vorm je je eigen beeld, mogelijk moeten er zaken bijgesteld worden.
We werken met een pleinwachtschriftje en noteren daarin voorvallen
De leerkrachten helpen kinderen moeite hebben met de sociale omgang met het invullen van de pauze en de pleinwacht ziet er op toe en ondersteunt wanneer dat nodig is.
We maken een kort overzicht in het pleinwachtschriftje welke kinderen dat zijn en wat ze nodig hebben
In de eerste week bespreken we in alle klassen de schoolregels en de groepsregels (inc. 10 beloften pesten). De regels worden door alle leerlingen ondertekend en hangen eind van de eerste week op in de klas
De schoolregels hangen in elke klas zichtbaar op. De schoolregels hangen bij de deuren, zichtbaar voor de kinderen op het plein . Bij het grote plein hangen ook de vijf puzzelstukjes van: wie,wat,waar,hoe en wanneer Dit kan de pleinwacht gebruiken wanneer er ruzie is en er dingen uitgesproken moeten worden. De schoolregels worden als weekregel opgenomen in de jaarlijst en staan centraal in de aangegeven periode.
We geven de lessen uit kinderen en hun sociale talenten. (preventief) Week 1 de les geven. De volgende week evalueren we steeds, gebruiken daarbij de kaarten met de knijpers. Week 3 de volgende les
We doen dit volgens een vooraf opgesteld schema. Indien nodig kun je wijzigen
We zijn bewust bezig met spelletjes die de groepsvorming bevorderen. Bv spelletjes op het plein en in de klas. We maken gebruiken van energizers, de pauze activiteiten en de spelkisten
Bij de evaluatie van blok 1 vullen we voor alle kinderen de ZIEN in en maken we een sociogram van de groep. De kinderen van groep 5-8 vullen ook leerling-ZIEN in. De kinderen vanaf groep 3 vullen ook de schoolveiligheidslijst in. Bij de groepsbespreking wordt dit besproken met de IB-er. Het kan zijn dat er dingen in het groepsoverzicht bijgesteld moeten worden. Wanneer er specifieke problemen naar voren komen passen we onze lessen voor sova hier op aan. We hebben hierna met alle ouders gesprekken over de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Na elke vakantie herhalen we de regels en passen we ze weer consequent toe
Wanneer we signalen krijgen van pestgedrag ondernemen we direct actie. We nemen dit serieus en handelen volgens het pestprotocol. IB-er wordt op de hoogte gesteld.
Werkwijze ‘Gewenst gedrag in de groep’ (PV febr 2015) Stap 1 Realiseren van een veilig pedagogisch klimaat voor de hele groep Pedagogisch handelen van de leraar: zie competenties leraren CNS Putten. o De leraar toont in gedrag en taalgebruik respect voor kinderen (voorbeeldig taalgedrag) door het geven van complimentjes en correcties. o De leraar toont oprechte belangstelling voor de kinderen en geeft hen positieve persoonlijke aandacht o De leraar zorgt voor een veilig leef-en werkklimaat o De leraar zorgt voor een verzorgde, aantrekkelijke en functionele leeromgeving o De leraar bevordert het onderling respect ( de omgang met elkaar) tussen kinderen door het stellen, bespreken en hanteren van gedragsregels o De leraar stimuleert zelfstandigheid, persoonlijke ontwikkeling en de eigen verantwoordelijkheid van de kinderen Communicatie: laat weten aan ouders bijv. bij de informatieavond wat je belangrijk vindt in het pedagogisch klimaat in je groep (zie ook het genoemde schooldocument). Stap 2 Individuele aanpak wanneer stap 1 niet tot het gewenste resultaat leidt. -
in kaart brengen ‘wat het kind nodig heeft’ volgens de HGW-principes (driehoek ouder-kindleraar) en opnemen in het groepsoverzicht toepassen time-out door de groepsleraar volgens de stappen: o wanneer een kind zich niet houdt aan de samen afgesproken klassenregels om het voor ieder prettig te houden in de klas, wordt na een 2e waarschuwing, zonder emotie, het kind aangegeven dat het ervoor gekozen heeft niet mee te werken dus even niet in de groep mee kan doen (waar hij/zij wel hoort te zitten: zie belang om het ‘groepsgevoel’ te ontwikkelen) 5 minuten op de gang geplaatst wordt (onder toezicht van de leraar met bijv. een timer) de leraar vraagt het kind (zonder emotie) excuus aan te bieden voor het storende gedrag en laat het kind uitspreken dat hij/zij zich aan de afspraken wil houden het kind komt vervolgens terug in de groep (wanneer de emotie is gezakt) tip: blijf aandacht houden voor positief gedrag en benoem het concreet deze stap moet leiden tot verbetering van gewenst gedrag waarbij oog is voor toepassing bij het jonge/oudere kind (let op opbouw met gerichte aandacht voor bijv. 1 verbeterpunt)
Communicatie: zorgen om het gedrag worden besproken met de ouders. Wanneer de time-out procedure wordt toegepast bij fors grensoverschrijdend gedrag wordt dit gemeld bij ouders.
Stap 3 Individuele aanpak wanneer stap 1 en 2 niet tot het gewenste resultaat leiden: ‘Stop, je stoort’-methode Een leerling vraagt langdurig negatieve aandacht. De groepsleraar weet op het laatst niet meer wat zij/hij moet doen (=handelingsverlegen, zie stap 1), het kind blijft steeds de grenzen opzoeken. De naam van het kind wordt veelvuldig genoemd. De sfeer in de klas wordt er niet beter op. Andere kinderen hebben er last van en krijgen een hekel aan het kind. Ook is het mogelijk dat het kind zich ontwikkeld tot een negatieve leider in de groep (zie rollen groepsvorming). Hoe kun je dit gaan doorbreken? Doel: -
Ontlasting van de leerkracht op een moment dat het hoog op loopt Ruggensteun van de omgeving voor de leerkracht De leerkracht even ruimte geven om afstand te nemen, te reflecteren en het pedagogisch handelen te versterken (zie stap 1) Doorbreken van een negatieve gedragsspiraal Door een strakke, consequente aanpak het negatieve, aandacht vragende gedrag van de leerling ombuigen naar een positief gedrag Voorkomen dat het kind door zijn eigen gedrag niet meer wordt geaccepteerd door de groep
Wat doen we: Bespreek van te voren met het kind wat je gaat doen. Als hij/zij lastig is o 1e x stop, je stoort zonder emotie, stemverheffing!! o 2e x stop, je stoort zonder emotie/stemverheffing 3e x stop, je stoort je laat een ander kind ( van te voren afgesproken) de persoon halen die op dat moment de achtervang is Blijf opletten dat je zelf niet reageert. De sfeer in de klas blijft zo veel beter en je hoeft zelf het conflict niet aan te gaan. Wat is erg belangrijk: Iedereen heeft het document goed doorgelezen en reageert op de afgesproken manier Het kind mag niet in andere klassen opgenomen worden De leerkracht moet reageren zonder emotie – niet boos worden – op die manier blijft de sfeer inde klas positiever Er moet iemand continu stand-by staan. Die moet onvoorwaardelijk, direct komen als hij/zij geroepen wordt. De achtervanger moet op de afgesproken wijze reageren o Andere persoon neemt het kind mee uit de groep. o Gaat naar een ruimte vlak bij, waar je met het kind praat. o Geen emotie, niet boos, niet blij, o geen belangstelling voor omstandigheden, bv hoe is het met je broertje. o Geen hand geven, arm om schouder of wat ook. Deze persoon praat met het kind, wat is er gebeurd, wat deed jij, waarom enz. Je geeft geen straf. Na vijf minuten breng je het kind terug. Het mag dan weer een nieuwe start maken. De leerkracht komt er ook niet meer op terug! Gaat het kind direct daarna weer in de fout, dan start de procedure opnieuw. Aarzel dan niet.
-
Dus weer: stop, je stoort. Enz. tip: blijf aandacht houden voor positief gedrag en benoem het concreet Het is erg belangrijk dat dit de eerste dagen heel consequent wordt toegepast en de achtervang moet dus ook echt zo snel mogelijk naar de klas toe gaan deze stap moet leiden tot verbetering van gewenst gedrag waarbij oog is voor toepassing bij het jonge/oudere kind De achtervang wordt geregeld volgens een weekrooster
Communicatie: zorgen om het gedrag worden besproken met de ouders. Wanneer de time-out procedure ‘Stop, je stoort’ wordt toegepast bij fors grensoverschrijdend gedrag wordt dit vooraf, in mondeling overleg, gemeld bij ouders. De ouders worden geïnformeerd over de voortgang (ook als het positief is) en toepassing. Stap 4 Aanpak wanneer stap 1, 2, 3 niet tot het gewenste resultaat leidt In overleg met Ib’er en ouders wordt advies gevraagd bij de Onderwijszorgkoepel.
Schoolafspraken – gouden regels
We praten met eerbied over God. We zijn aardig voor elkaar en doen elkaar geen pijn. We zorgen ervoor dat de juf of meester goed les kan geven. We zorgen ervoor dat iedereen het fijn vindt op school. We zorgen ervoor dat iedereen goed kan (samen)werken en spelen. We zijn zuinig op de spullen van onszelf, van een ander en van school. Ben je boos, tel eerst tot 10. De waarheid vertellen is geen klikken. Kom je er samen niet uit, ga dan naar de juf of meester.
De 10 beloften om niet te pesten Ik beloof, 1. Dat ik niemand zal pesten. 2. Dat ik iemand die gepest wordt, zal helpen. 3. Dat ik geen vervelende dingen over iemand anders zeg. 4. Dat ik een ander niet zal uitlachen. 5. Dat ik geen rare woorden tegen een ander zeg. 6. Dat ik geen rare dingen zeg over hoe iemand eruit ziet. 7. Dat ik niet aan de spullen van iemand anders zit. 8. Dat ik het (samen met de meester of juf) weer goed maak als ik ruzie heb gehad. 9. Dat ik het tegen de meester of juf en tegen papa of mama zeg als er iemand gepest wordt. 10. Dat ik eerlijk ben en me, ook als ik niet op school ben, aan de regels houd.
Pleinafspraken De pleinafspraken zijn: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
De kinderen van groep 1 en 2 mogen gebruik maken van de zandbak en de spullen uit de kleuterberging (het speelgoed van de kleuters blijft tegen de muur staan van 12:55-13:15) De kinderen die overblijven mogen tot 12.55 uur spelen met het overblijfmateriaal. Het materiaal van de kleuters wordt alleen gebruikt door kinderen uit groep 1-4. De kinderen van groep 3 - 4 mogen op de schommels en in het klimhuisje in de pauze van 10.15-10.30. Voor half 9 en voor kwart over 1 mogen de andere kinderen ook. Bal in de tuin tijdens het buitenspelen? Kinderen mogen de bal halen (via de manpoort) onder toezicht van de leerkracht. De tafeltennistafel en het voetbalveld worden gebruikt door de groepen die op het rooster staan. Met de fiets aan de hand lopen we op het plein.
De fiets wordt netjes in de fietsenberging gezet. De kinderen van groep 1 t/m 4 zetten de fiets aan de zijkant van de gymzaal en komen vervolgens naar het plein. De kinderen van de andere groepen zetten de fiets in de fietsenberging op het plein. In de fietsenberging kan niet worden gespeeld. 7. Als je in de pauze buiten bent, dan blijf je buiten. Je mag met toestemming van de pleinwacht naar binnen, bijvoorbeeld om naar de wc te gaan. 8. We spelen tot de witte lijn van de gymzaal. De pleinwacht kan dan iedereen zien. 9. Bij het voetballen blijft de bal zoveel mogelijk binnen het veld. Zodra de bal buiten het veld komt, weer uitnemen vanaf de witte lijn. 10. We zorgen er met elkaar voor dat iedereen fijn kan spelen. De afspraken voor balgebruik zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
De groep die volgens rooster aan de beurt is, mag in de pauze gebruik maken van het voetbalveld en de tafeltennistafel. Er worden geen ballen van thuis meegenomen In de groep liggen gemerkte ballen van de spelkisten en een gemerkte voetbal De leerkracht houdt toezicht op het opruimen van de spelkisten De ballen die op het dak liggen worden op woensdag en vrijdag tijdens de ochtend pauze eraf gehaald (met ladder en aanwezigheid volwassene).