Thuis na succesvolle piratenjacht
Alle Hens
07-08|12
Shanghai naar Rotterdam: risicovolle reis
Colofon: Coverfoto: Hr.Ms. Evertsen is weer terug in Den Helder na een succesvolle anti-piraterijmissie. (Foto: Rob van Eerden) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend. Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel
Shanghai-Rotterdam: risicovolle route
Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Met medewerking van: LTZ2OC Astrid Talma-van Dam LTZSD2OC Joost Margés Lay-out: Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk: OBT B.V., Den Haag Voor adreswijzigingen 0223 657386
4 De 1000e plof
Adreswijzigingen KM-personeel: 0223 657386 Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 | 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 | 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 17 september. Abonnementenwet Sinds 1 december 2011 is de nieuwe Abonnementenwet van kracht. Deze is van invloed voor abonnementen van betalende abonnees. Kijk voor meer informatie op de website www.aboland. nl en de specifieke pagina voor dit blad/ deze krant.
12 Marinemuseum bestaat 50 jaar
22 Hr.Ms. Rotterdam multi-inzetbaar tegen piraten
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
29
8 Interview | 32 Logboek | 38 Mensen & Mutaties
Alle Hens | juli-augustus 2012
2
column
Bescherm de welvaart van Nederland Het grootste gedeelte van Nederland is na een welverdiende zomervakantie weer aan het werk gegaan. Wij kunnen terugkijken op een drukke operationele zomerperiode waarin de Koninklijke Marine opnieuw een flink aantal relevante bijdragen leverde aan het bevorderen van vrede en veiligheid in de wereld. In Kunduz leiden onze marinecollega’s samen met andere krijgsmachtdelen politieagenten op in hoog operationeel tempo. We doen dat goed, het politietrainingscentrum wordt gezien als hét voorbeeld voor de hele internationale gemeenschap, die inzet op stabiliteit en bevordering van recht en orde in Afghanistan. Ook op zee lag het tempo hoog. Marineteams beschermden koopvaardijschepen en zowel Hr. Ms. Evertsen en Hr.Ms. Rotterdam boekten successen in de bestrijding van piraterij, onder andere door het bevrijden van de gegijzelde bemanningen van gekaapte dhows. Hr.Ms. Tromp, het huidige stationsschip in de West, boekte een grote drugsvangst in. En de mijnendienst maakte (met een supersnelle actie van Hr.Ms. Willemstad) een mijn in de vaarroute naar Antwerpen onschadelijk, terwijl kort daarna ook het 1000ste explosief in de Noordzee werd geruimd sinds een verdwaalde zeemijn in 2005 het leven kostte van drie Nederlandse vissers. Deze wapenfeiten tonen echter ook aan dat de wereld nog lang niet veilig is. En het lijkt voorlopig niet beter te worden. Deze zomer liep de situatie in Syrië verder uit de hand. In de Golfregio neemt de spanning toe. Iran heeft het afgelopen jaar gedreigd de Straat van Hormuz af te sluiten met mijnenvelden. Dit soort acties heeft ook in Nederland direct effect op de prijzen van brandstof en energie.
Maar ook andere, voor Europa belangrijke goederentransporten, worden hierdoor gehinderd. Dit raakt onze Nederlandse economie. Vaak nog véél meer dan Nederlanders denken. Revoluties, burgeroorlogen en conflicten in Afrika, het Midden-Oosten en Azië zorgen voor omvangrijke vluchtelingenstromen. Maar ook de smokkel van illegale wapens en drugs vindt in grote mate via zee plaats. Deze illegale stromen dragen bij aan de groeiende sociale onrust in Europa. Daarom valt ook een toenemende behoefte te constateren aan het bieden van veiligheid op en vanuit zee, met name aan de Europese buitengrenzen. Het grootste gevaar dat ons echter bedreigt, zijn mogelijk verdere bezuinigingen op Defensie. Onze huidige minister, de Commandant der Strijdkrachten en vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen springen voor ons op de bres. Toch zijn er ook politieke partijen die menen dat er nog minder aan Defensie moet worden besteed. Het is daarom belangrijker dan ooit tevoren dat het grote publiek zich bewust wordt van het belang van Defensie. Belangrijk voor de bescherming van Nederland, maar vooral ook van onze wereldwijde handelsstromen. Daarom heb ook ik de petite ondertekend die aangeeft dat het nu even genoeg is geweest bij Defensie. De Koninklijke Marine, en de andere krijgsmachtdelen, vertegenwoordigen samen een belangrijk vermogen. Het vermogen om ons land, onze manier van leven en onze economie te beschermen. Een vermogen om een relevante bijdrage te leveren aan de bondgenootschappen waartoe we behoren. Het is belangrijk dat wij de komende tijd blijven aantonen dat de Koninklijke Marine op een efficiënte manier een concrete bijdrage levert aan de veiligheid en welzijn van onze maatschappij. Ondertussen gaan wij door met onze kerntaak: het bieden van veiligheid op en vanuit zee…
Vice-admiraal Matthieu Borsboom Commandant Zeestrijdkrachten, Admiraal Benelux Twitter: @VADMBORSBOOM
3
Alle Hens | juli-augustus 2012
A chtergrond
Marine onmisbaar onderdeel van economische motor
Een zee vol risico’s De risico’s waaraan de wereldwijde handel over zee aan bloot staat, nemen toe. Maar de mogelijkheden van de Koninklijke Marine om die te verkleinen, nemen door de verregaande reorganisatie steeds verder af. Waar ligt de kritische grens? De toekomst zal het leren. Maar dat de Nederlandse havens niet zonder veiligheid, toegankelijkheid en betrouwbaarheid kunnen, staat als een paal boven water. Foto’s: Archief (AVDD) De inzet van fregatten, patrouilleschepen, mijnenjagers en onderzeeboten is van grote waarde voor de economie. Piraten die voor de kust van Somalië een bulkcarrier kapen om losgeld te vragen, trekken een zware wissel op de wereldhandel, die valt of staat bij een onbelemmerde scheepvaart. Om dat belang af te dekken, is de marine onmisbaar. Maar ook dichter bij huis bewijst het varende krijgsmachtdeel zijn nut. Een zeemijn uit de Tweede Wereldoorlog die in de Eurogeul terechtkomt kan zomaar voor miljoenen euro’s schade zorgen. Daarnaast zijn er zaken die niet snel in het oog springen. De ervaring leert dat handelspartners kiezen voor havens van landen die zich bereid toont op het gebied van internationale veiligheid bij te dragen. Denk hierbij
Alle Hens | juli-augustus 2012
4
criminaliteitsbestrijding op zee, maar ook aan het veilig laten passeren van schepen langs instabiele staten en door conflictregio’s. Kortom, de inzet van de Koninklijke Marine ver van huis dient rechtstreeks het belang van de Nederlandse havens en daarmee het belang van de Nederlandse economie. Spil daarin is de haven van Rotterdam. Veiligheid is voor dit industriële complex van ruim tienduizend hectare van grote betekenis. Het is dan ook zaak dat allerlei verstoringen, zoals terrorisme en georganiseerde misdaad (drugshandel, illegale wapenhandel en mensensmokkel) zo ver mogelijk buiten de Europoort moeten blijven. Maar ook de permanente toe-
A chtergrond
Een zeemijn uit de Tweede Wereldoorlog in de Eurogeul kan zomaar voor miljoenen euro’s schade zorgen.
gankelijkheid is een factor van belang. Op al die gebieden speelt de marine een rol. Maar haar verantwoordelijkheid gaat verder dan de landsgrenzen. Om de haven optimaal te laten draaien, dient ook de veiligheid van internationale handelspartners te zijn gewaarborgd. Schepen uit andere landen escorteren in door piraterij geteisterde gebieden is daarvan een spin off.
circa 28 procent daar naartoe (bron: portofrotterdam.com). Het gaat om alle denkbare goederen: olie, olieproducten, kolen, mineralen, metalen, palmolie, agrarische grondstoffen, voedsel, auto’s, chemische producten en stukgoed in containers, zoals textiel, elektronica, computerbenodigdheden, meubilair en huishoudelijke artikelen. Voor de Rotterdamse containersector is Azië sinds 1995 de belangrijkste markt, met een aandeel van 45 procent.
De inzet van de marine dient rechtstreeks het belang van de Nederlandse havens Veilige haven Gelukkig is Rotterdam een veilige bestemming. Van een eventuele terroristische dreiging valt in het Rijnmondgebied weinig te bespeuren. Wie niet beter weet, realiseert zich niet direct hoe bijzonder het eigenlijk is dat jaarlijks tienduizenden internationale goederentransporten ongeschonden de Eurogeul binnenvaren. De goederen die worden aan- en afgevoerd gaan vaak de halve wereld over voordat zij hun uiteindelijke plaats van bestemming bereiken. Zo is Rotterdam verreweg de belangrijkste Europese haven voor lading vanuit en naar Azië. Volgens het Rotterdamse Havenbedrijf komt ongeveer zeventien procent van alle aanvoer uit Azië en gaat
5
Dat olietankers ongehinderd hun weg vinden naar de Rotterdamse haven is van groot economisch belang.
Alle Hens | juli-augustus 2012
A chtergrond
ren via Kaap de Goede Hoop maken de zeereis van Shanghai naar Rotterdam bijna anderhalf keer zo lang. Deze route kost ook meer brandstof en heeft eveneens als nadeel dat het traject dwars door een ander piratengevaarlijk gebied loopt, aan de westflank van Afrika.
Ook in delen van Azië (met name rond Indonesië) en aan de westkust van Afrika (vooral in de wateren bij Nigeria) beschieten, enteren en beroven piraten regelmatig koopvaardijschepen.
Piraterij neemt wereldwijd toe Het bedrijf ICC Commercial Crime Services houdt op zijn website een actueel overzicht bij van zeepiraterij en gewapende overvallen op schepen wereldwijd. Begin augustus telde deze lijst al 192 gemelde incidenten. Het actuele overzicht van op de wereldkaart geplotte locaties (www.icc-ccs.org/piracy-reporting-centre/live-piracy-map) laat zien dat piraterij zich niet alleen voordoet in en rond het Somalisch Bassin. Ook in delen van Azië (met name rond Indonesië) en aan de westkust van Afrika (vooral in de wateren bij Nigeria) beschieten, enteren en beroven piraten regelmatig koopvaardijschepen. De bemanningsleden worden in het gunstigste geval alleen gegijzeld voor losgeld, maar vaak toch ook bedreigd, mishandeld of vermoord. Het mijden van de Golf van Aden en omva-
Voor de Rotterdamse containersector is Azië sinds 1995 de belangrijkste markt, met een aandeel van 45 procent.
Alle Hens | juli-augustus 2012
6
Onrust stuwt prijzen op Dat de olieprijs direct verband houdt met de veiligheidssituatie in Arabische landen is algemeen bekend. Instabiliteit in het olieproducerende Libië heeft recentelijk bijgedragen aan een stijging van de olieprijs, net als onrust in Syrië en Irak. Omdat zo’n 80 procent van de voor Europa bestemde olie afkomstig is uit het Midden-Oosten, is de impact van stagnerende aanvoer voor iedereen in Nederland voelbaar. Een stijgende olieprijs maakt niet alleen het varen met schepen kostbaarder, ook energie- en brandstofprijzen gaan omhoog. Talloze andere producten waarin olie is verwerkt, variërend van petflessen tot lippenstift en matrassen, worden dan ook duurder. Dat olietankers uit de Golfregio ongehinderd hun weg vinden naar de haven van Rotterdam is dan ook van groot belang voor onze economie. Een andere dreiging komt door toenemende spanning tussen landen, die kan ontaarden in een gewapende conflict, waarbij ook op zee strijd woedt. In ‘De zee: speeltuin van de supermachten’ stelt The Hague Centre for Strategic Studies vast dat India in 2011 de grootste importeur van wapens ter wereld was. Vooral de Indiase marine wordt in hoog tempo gemoderniseerd en vergroot. India, maar ook China, heeft een niet-aflatende behoefte aan grondstoffen en energie. Beide landen betwisten bepaalde zeegebieden. In augustus vorig
A chtergrond
jaar nog kwamen de landen voor de kust van Vietnam met elkaar in conflict. Ook Noord- en Zuid-Korea leven op gespannen voet met elkaar en laten hun militaire macht gelden op zee. De opbouw van Aziatische marines heeft inmiddels al gezorgd voor een verschuiving in het maritiem-militaire machtsevenwicht.
Tachtig procent van de voor Europa bestemde olie is afkomstig uit het Midden-Oosten Budget krimpt Wat de bescherming van onze handelsbelangen betreft, vertrouwt Nederland steeds meer op samenwerking met internationale partners. Die samenwerking met marines van andere landen draagt bij aan de slagvaardigheid van de internationale gemeenschap bij de beheersing van crises en het terugdringen van criminaliteit. Echter, decennia van bezuinigingen op defensiebudgetten hebben ook bij andere Europese landen geresulteerd in forse reducties van het aantal marineschepen. De 27 lidstaten van de Europese Unie geven samen jaarlijks circa 194 miljard euro uit aan defensie; dat is slechts iets meer dan een derde van wat de Verenigde Staten eraan besteden. In Nederland moet de Koninklijke Marine de exploitatie doen met een jaarbudget van zo’n 590
7
miljoen euro; minder dan een tiende van het totale budget voor Defensie van 7,2 miljard euro. En het budget krimpt nu al tientallen jaren. De Koninklijke Marine is sinds haar oprichting in 1488 een loyale uitvoerder van het beleid van de Nederlandse regering. De organisatie is er altijd geweest als het er echt op aankwam. Als maritieme handelsnatie heeft Nederland heel wat te verliezen. De haven van Rotterdam is veilig en floreert vooralsnog ook in deze economisch moeilijke tijden, maar of dit zo blijft en of het zeeverkeer van en naar Rotterdam mogelijk zelfs kan groeien, hangt sterk af van wat ons land in de rest van de wereld presteert. De inzet van de Koninklijke Marine is daarbij een onmisbare factor.
Alle Hens | juli-augustus 2012
I nterview
Voorzitter redersvereniging pleit voor goed uitgeruste marine
Garantie voor vrije doorvaart op zee Als minister van Verkeer en Waterstaat was Tineke Netelenbos ooit al sterk betrokken bij de zeevaart. Ook in haar huidige functie van voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders is er grote verbondenheid met het water, de handel overzee en – uiteraard – de Koninklijke Marine. “De inzet van de marine wordt door mijn achterban ontzettend gewaardeerd”, aldus Netelenbos. Natuurlijk heeft de voorvrouw van de reders nog wel wat te wensen over. Tekst: Joost Margés I│Foto’s: Maurits van Hout Het instellen van Vessel Protection Detachments (VPD) door het huidige, demissionaire kabinet ziet Netelenbos als een zegen. “Eerder bestond er geen politieke steun voor mariniers aan boord. Dat het nu wel kan, is een geweldige ontwikkeling. En het is natuurlijk ook de taak van de Koninklijke Marine om de vrije doorvaart op zee te garanderen. Vooropgesteld, de marine doet het geweldig en de inzet wordt door mijn achterban zeer gewaardeerd…” Er klinkt een ‘maar’ en die blijkt te maken te hebben met het aantal beschikbare VPD’s, hun grootte plus kostprijs, de flexibiliteit van hun inzet en het feit dat rederijen niet mogen werken met particuliere beveiligers. “Nederland heeft niet veel grote koopvaardijschepen waarvoor een detachement van elf man nodig is. Voor zware ladingschepen is 5.000 euro per dag minder bezwaarlijk dan voor een normaal schip. Een gemiddeld koopvaardijschip mag tegenwoordig al blij zijn wanneer er enige winst wordt geboekt op een reis. In Nederland zijn we vooral groot in short sea-verbindingen, met kleinere schepen. De opbrengst is navenant en dan liggen de kosten voor een groot VPD dus veel te hoog.”
“Voor de economische en geografische positie van Nederland is een sterke marine toch vanzelfsprekend?” Verlengde zwaardmacht Wat ziet Netelenbos als oplossing of aanvulling? “Er is behoefte aan meer flexibiliteit – met soms kleinere teams van vier tot acht mariniers en een snellere inzetbaarheid.” Nu nog blijken diplomatieke beperkingen en internationale afspraken tijd te kosten bij de inzet van mariniers. “Daarnaast moet de prijs marktconform zijn, vind ik. En waarom kan het eigenlijk niet gratis, net als in bijvoorbeeld Italië? Collectief moeten we als Nederland toch bereid zijn om de Defensieorganisatie te financieren?” Iedereen heeft volgens de voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) belang bij een gezonde koopvaardij die ook in Nederland gevestigd blijft. “Vindt een verlader een Nederlandse reder te duur – omdat deze een VPD moet doorberekenen – Alle Hens | juli-augustus 2012
8
dan gaat een opdracht naar een niet-Nederlands schip dat gebruik maakt van goedkopere, particuliere, beveiliging. Maar ook wij kunnen toch werken met een ‘verlengde zwaardmacht’ van gecertificeerde Private Armed Guards die gebonden is aan strikte Rules of Engagement? Binnen de International Maritime Organisation (IMO) zijn hier al mondiale afspraken over gemaakt.” Hiervoor biedt de Nederlandse wet geen ruimte, aangezien deze stelt dat de ‘zwaardmacht’ exclusief bij de overheid ligt. Aan Defensie dan ook de taak en verantwoordelijkheid om zo goed mogelijk aan de vraag naar bescherming te voldoen. Vandaar ook dat er steeds meer mariniers worden klaargestoomd voor inzet binnen VPD’s. Tegelijkertijd wordt er momenteel hard aan gewerkt om de kosten van VPD-inzet te verlagen, door het samenstellen van kleinere teams met vooruitgeschoven bewapening. Prangende vraag Als ander argument, om ook privébeveiliging toe te laten, noemt Netelenbos ‘flexibiliteit’. “De marktsector koopvaardij valt niet te voorspellen. Soms is het lastig om op tijd een VPD aan boord te krijgen bij wisselingen in het vaarschema. Zeker bij de wilde vaart en de termijnhandel weet je vaak pas op het laatste moment waar je vracht moet laden en afleveren. Neem nou bijvoorbeeld een schip vol benzine; zelfs nog tijdens de vaart wordt er dooronderhandeld en kan er plotseling een andere bestemming komen.” Inmiddels lukt het Defensie steeds beter om op de prangende vraag naar snelle, flexibele, inzet een antwoord te vinden, bijvoorbeeld dankzij aanleg van meer depots en uitvalsbases in landen binnen het risicogebied. Hierdoor valt de reactietijd voor operaties aanzienlijk te verkorten. Netelenbos ziet dit als een positieve ontwikkeling, maar met in het achterhoofd toch graag het uitgangspunt: ‘VPD, tenzij’. De KVNR-voorzitter zou het betreuren als reders schepen zogenoemd ‘uitvlaggen’ om toch meer de vrije hand te hebben in de keuze van beveiligers. “Om fiscale redenen is het ook voor Nederlandse zeevarenden van belang dat schepen onder Nederlandse vlag blijven; zeker ook voor jonge
I nterview
KVNR-voorzitter Netelenbos: “Een goed geëquipeerde marine is voor een land met de grootste haven van Europa noodzakelijk.”
mensen in opleiding die hierdoor anders kansen op de arbeidsmarkt mislopen. Daarnaast kost elk uitgevlagd schip de Nederlandse schatkist gemiddeld 750.000 euro per jaar. Ik doe graag een oproep aan de politiek: regel het nou goed! Of zorg voor flexibel en liefst gratis in te zetten militairen of sta gecertificeerde beveiliging toe, volgens Europese of IMOnormen.” Sterke marine vanzelfsprekend Hoewel Nederlandse reders nu uit kostenoverwegingen over een alternatief zouden willen beschikken, werken ze volgens Netelenbos toch ook zelf het liefst met militairen . “Wij raden reders ook altijd aan om bescherming te vragen bij Defensie. Het is belangrijk dat zij laten zien hoe groot de behoefte is. Zo’n 150 aanvragen per jaar lijkt ons als KVNR reëel; dat bleek uit gesprekken met de CEO’s van betrokken rederijen met wie ik voor de zomer bij de minister van Defensie om de tafel zat. Er zijn echter ook rederijen die er al voor kiezen om niet meer door het piraatgevaarlijke gebied van India tot en met de Golf van Aden te varen. Voorheen waren er zo’n 500 scheepsbewegingen door deze Golf door schepen onder Nederlandse vlag, maar sinds de piraterijexplosie nog maar 250. Ik weet zeker dat de markt weer aantrekt, wanneer we de beveiliging nog beter op orde krijgen.” Onder deze beveiliging rekent de oud-minister niet alleen gewapende teams aan boord van koopvaarders, maar vooral ook varende marine-eenheden in het risicogebeid. 9
“Een goed geëquipeerde marine is voor een land met de grootste haven van Europa noodzakelijk; noblesse oblige - adel verplicht”, stelt zij nadrukkelijk. “Voor de economische en geografische positie van Nederland is een sterke marine toch vanzelfsprekend? En dat vraagt nu eenmaal om investeringen. Daar hebben we vroeger binnen het kabinet ook wel discussie over gehad. Vanuit de politiek werd er dan soms gedacht: ‘Ach, die onderzeeboten, hebben we die nou wel nodig?’ Maar als je ziet welke rol die spelen bij de informatievoorziening bij antipiraterij- en counterdrugs-operaties! Je kunt daarnaast ook niet alles door een ander laten opknappen. Europa begint in dit opzicht ook wel achterop te raken, ten opzichte van de VS en China die hun marines sterk doorontwikkelen. Een voorbeeld: in de toekomst wordt deepsea mining – de ontginning van grondstoffen diep in de oceanen – steeds belangrijker. Het zou een slechte zaak zijn als alleen de supermogendheden daarvan profiteren, omdat zij wel in staat zijn om hun belangen op zee te beschermen.” Al met al tonen Netelenbos en haar achterban zich ingenomen met de inspanningen van de KM om de koopvaardij te beschermen. En daarin staat de redersvereniging niet alleen, zo laat Netelenbos ten slotte weten: “Ook de Bond van Verzekeraars en de vakbonden steunen ons hier nadrukkelijk in; het gaat ten slotte om veiligheid van personeel en lading.” Alle Hens | juli-augustus 2012
operationeel
Van Durban naar Dubai
Marineteams beveiligen kwetsbare scheepvaart Foto’s: Peter van Bastelaar (AVDD)
Defensie en de reder maken duidelijke afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is. De kapitein richt zich de navigatie van het schip. Bij eventueel gebruik van geweld, is Defensie verantwoordelijk. Aan het gebruik van geweld zijn strikte voorwaarden verbonden, zo moet het bijvoorbeeld proportioneel zijn. Eventueel geweldgebruik wordt volgens bestaande procedures aan het Openbaar Ministerie gemeld en vervolgens door het Openbaar Ministerie beoordeeld.
Voor de rest van dit jaar kan Defensie nog ruim 80 keer een beveiligingsteam inzetten om de Nederlandse handelsbelangen te beschermen. Voor volgend jaar houdt Defensie rekening met de inzet van 175 teams, maar mocht dit aantal niet voldoende blijken dan kunnen er meer teams worden ingezet. Eerder dit jaar verlaagde Defensie de kosten voor de inzet van een VPD naar 5000 euro per dag.
Alle Hens | juli-augustus 2012
10
operationeel
Een beveiligingsteam van het Korps Mariniers beveiligt het Nederlandse schip MS Swan van de firma Dockwise. Dit schip, wat vanwege zijn snelheid en lage reling extra kwetsbaar is voor aanvallen van piraten, voer met haar lading en de mariniers aan boord van Durban in Zuid-Afrika naar Dubai.
Sinds vorig jaar zet Nederland met succes VPD’s in. Al ruim 20 teams beschermden kwetsbare schepen te beschermen tegen aanvallen van piraten. Zij beoefenen noodprocedures met de bemanning in geval van een aanval en passen beveiligingsmaatregelen toe om de kans op een kaping zo klein mogelijk te maken.
11
Alle Hens | augustus-september 2012
O perationeel
Hr.Ms. Willemstad maakt 1000e explosief onschadelijk
Mijlpaal bereikt in het mijnenruimen Het kost enige moeite om het sabel door de taart te snijden maar dat symboliseert tegelijkertijd de zware taak die Hr.Ms. Willemstad en haar mede-mijnenjagers voor de kiezen heeft. "Het is goed dat we stilstaan bij dit moment maar het betekent niet dat we nu klaar zijn op de Noordzee’’, aldus Commandant Zeestrijdkrachten na de vernietiging van het 1000e explosief . Tekst: Doenja Zwaan I Foto’s: Rob van den Eerden en Joyce Rutjes (AVDD) Op een afstand van zo’n 150 meter van de mijnenjager ligt een rubberboot te wachten op het sein vanuit de mijnenjachtcentrale van Hr.Ms. Willemstad. Een geoefend oog zag op de beeldschermen die het sonarplaatje weergeven even daarvoor een duiker afdalen richting het te vernietigen projectiel. Hij liet een blik met achttien kilogram springstof achter bij de bom. Een speciale dit maal, niet vanwege de herkomst, grootte of lading maar vanwege het volgnummer. Op 6 april 2005 kwamen drie Ouddorpse vissers om het leven nadat zij zo’n projectiel in hun net vonden, met een desastreuze explosie tot gevolg. Daarmee kreeg de mijnenjacht op de Noordzee – onder de noemer Beneficial Cooperation – een nieuwe dimensie. Sinds het ontstaan van de operatie zijn na vandaag duizend mijnen en bommen op de Noordzeebodem vernietigd. Wie zich realiseert dat er in dat relatief kleine stukje water, van vaargeul tot ankergebied van vislocatie tot
De taart wordt aangesneden ter ere van de 1000e ruiming.
Alle Hens | juli-augustus 2012
12
havenmonding, nog naar schatting tussen de 30.000 en 300.000 explosieven bevinden, begrijpt dat mijnenjacht een voortdurende noodzaak is. Explosieve groei in meldingen Sinds er mijnen en bommen in de Noordzee zijn gelegd en gedumpt is een mensenleven verstreken maar veelal is de explosieve lading nog intact. Sterker nog, door het opvissen, verplaatsen of de invloeden van het getij worden die projectielen alleen maar instabieler. “Het ironische is dat de vliegtuigbommen, waarvan er een heleboel in zee zijn gedumpt, van de geallieerden waren”, vertelt luitenant-ter-zee 1 Michel Woltman, commandant Hr.Ms. Willemstad. Immers, voor vliegtuigen – in dit geval Britse – terugkeerden van een vlucht moesten ze de overgebleven explosieven uit veiligheidsoverwegingen dumpen in zee. Maar veiligheid is be-
O perationeel
Hr.Ms. Willemstad ligt op ongeveer 150 meter van het te ploffen explosief.
trekkelijk, zo bleek wel toen drie vissers in 2005 om het leven kwamen. Dat ongeval gaf aanleiding om mijnenjacht op de Noordzee te intensiveren. “Dat wil niet zeggen dat we er voor die tijd niets mee deden”, legt Woltman uit, “Een lijst van gemelde explosieven die vernietigd moeten worden heeft altijd al bestaan”. Maar na dat ongeluk was wel degelijk een ‘explosieve’ groei in het aantal meldingen merkbaar. Woltman hield zich toentertijd zelf bezig met die meldingen, bijgehouden op de UXO-lijst (Unexploded Ordnance). “Vissers zagen weer de risico’s in en gaven massaal posities door”. De scheepvaart wijzen op de gevaren en te nemen acties bij het vinden van een explosief is een taak van de Kustwacht. Voor-
“Dankzij het ruimen van explosieven leveren we een bijdrage aan een veilige Noordzee” al de visserij– want dat is de belangrijkste doelgroep – wordt door voorlichters van de Kustwacht gewezen op de gevaren van explosieven. De Nederlandse vissers (boomkorkotters) slepen met hun netten over de bodem van de zee, met alle gevaren van dien. De marine maakt onschadelijk Om nog een ongeval te voorkomen voorziet de Kustwacht zodoende in informatie en een explosievenkaart waarmee een gevonden explosief kan worden geïdentificeerd. De vinder zet het explosief liefst met een reflector weer rustig over boord en noteert die locatie. Samen met gegevens over het schip wordt bij het Kustwachtcentrum een melding ingediend. Daarna wordt de afhandeling overgedragen aan de marine, die zich ontfermt over het onschadelijk maken van het projectiel. Explosieven op zee worden vanaf een mijnenjager met behulp van een seafox (onderwater robot voorzien van lading) of door duikers vernietigd. Wanneer het projec13
tiel dusdanig ondiep ligt kan ook een eenheid van de Maritieme Explosieven Opruimingsdienst Defensie (M-EOD) worden ingezet om de klus te klaren. De uitvoering van Beneficial Cooperation komt voor rekening van de marine en de Kustwacht is verantwoordelijk . De marine stelt voor deze taken 140 dagen per jaar een mijnenjager ter beschikking. Aan boord van deze schepen bevinden zich gespecialiseerde duikteams die deel uitmaken van de Defensie Duik Groep (DDG). Internationale steun De verankering van Beneficial Cooperation geeft het de internationale aandacht die het nodig heeft. Is een mijnenvrije Noordzee wel haalbaar? Woltman erkent dat het een taak is die Nederland niet alleen aan kan: “Het is dan ook belangrijk dat NAVO-eenheden ons hierin assisteren”. Met het afstoten van vier mijnenjagers is de capaciteit drastisch afgenomen. “Dat neemt niet weg dat we nog steeds met dezelfde effort ons werk doen, maar met minder middelen bereik je nu eenmaal minder resultaat”. Gelukkig is er wel de samenwerking met de Belgische marine en ook vanuit de NAVO kan op steun worden gerekend. “Het bundelen van onze krachten in de binationale samenwerking heeft zeker geleid tot het efficiënter opruimen van explosieven, maar het aantal niet ontplofte bommen en mijnen uit WOI en WOII is zeer groot”, licht de Belgische korvetkapitein Yvo Jaenen toe. Jaenen voert op dit moment het commando over het NAVOmijnenbestrijdingsflottielje Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG1) en kijkt vanaf BNS Godetia dat als stafschip fungeert toe op de vernietiging van bom nummer 1000. “De deelname van het SNMCMG1 eskader aan Beneficial Cooperation komt op een uniek moment. Een Belgische commandant, bijgestaan door een Belgisch-Nederlandse staf voert momenteel het bevel over het NATO-eskader. Dit draagt ongetwijfeld bij aan een optimale integratie en coördinatie van de operatie.” Terwijl Hr.Ms. Willemstad zich voorbereid op de vernietiging van het explosief met het magische getal, wordt aan boord van BNS Bellis ook met spanning afAlle Hens | juli-augustus 2012
O perationeel
gewacht. Het zusterschip ligt nabij contact 1001 en zal kort na haar voorganger het sein tot ontploffing geven. “Het getal maakt uiteindelijk niet uit. Iedere vernietiging is weer bijzonder en iedere ruiming brengt risico’s met zich mee”, ligt Woltman toe.
“Het getal maakt niet uit. Iedere vernietiging is bijzonder” Veiligheid voorop Sergeant ODOPS Mirjam van der Vinne is assistent mijnenjachtofficier aan boord van Hr.Ms. Willemstad en kijkt met toewijding naar het sonarplaatje. Een glimlach kan ze niet onderdrukken: “Het mooie van dit werk is dat je daadwerkelijk resultaat boekt. Dankzij het ruimen van explosieven lever je een bijdrage aan een veilige Noordzee. Het sonarplaatje is in de loop der jaren behoorlijk verbeterd, je kunt veel verder kijken. Daarmee kun je de afstand van het schip tot het explosief vergroten en dat komt de veiligheid weer ten goede”, legt Van der Vinne uit. En veiligheid staat uiteindelijk voorop. Een belangrijke taak ligt er dus ook voor de assistent mijAlle Hens | juli-augustus 2012
14
nenjachtofficier, maar Van der Vinne blijft bescheiden: “Maar ik doe het niet alleen, het is echt een team-effort”. En daar zit ook de kracht achter deze tak van sport meent Commandant Woltman. “Die 1000e plof doe ik niet persoonlijk, dat doen we met zijn allen”. En dan is het zover, even voor twaalven, staat een groot deel van de bemanning op het voorschip van Hr.Ms. Willemstad. De spanning is van de gezichten af te lezen. De rubberboot van de mijnenjager neemt een grotere afstand tot het oranje boeitje dat de bom markeert. Na een korte stoot op de scheepshoorn dreunt het geluid van de explosie door tot in de wijde omgeving. Een indrukwekkende waterzuil visualiseert de knal en het schip trilt. De bemanning applaudisseert en natuurlijk is ook de trots van het gezicht van Woltman af te lezen. Aan boord van het Belgische zusterschip brengt de vernietiging van het 1001e explosief eenzelfde reactie teweeg. “Maar dit betekent niet dat we nu klaar zijn op de Noordzee’’, besluit vice-admiraal Borsboom. En na de taart maakt de bemanning zich op voor het volgende contact
H ardware
Civiel medegebruik Defensiehaven moet bedrijven en investeerders trekken
Marine, centrum van regionale economie Het goud ligt voor het oprapen in Den Helder. De infrastructuur van de marinestad in combinatie met de aanwezige kennis en kunde bieden unieke mogelijkheden. Zo stelt de Taskforce ‘Civiel medegebruik Defensiehaven Den Helder’, die de afgelopen maanden onderzocht hoe civiel-militaire samenwerking de economische groei in de regio Den Helder kan stimuleren.- Tekst: Marlous de Ridder De rapportage van de Taskforce komt op het moment dat de marine door de krimpende budgetten alle hulp van buiten kan gebruiken. Het onderzoek naar civiel medegebruik van de marinehaven staat dan ook niet op zichzelf. Vorig jaar kwam Defensie met gemeente en provincie tot een oplossing om het met sluiting bedreigde Maritiem Vliegkamp De Kooy open te houden dankzij civiel-militaire samenwerking. “De Kooy is het schoolvoorbeeld van slimme partnership.”
De VOS Trapper, een offshoreschip van de firma Vroon, wordt door de Defensiesleepdienst naar steiger 61 van het Marinebedrijf gebracht.
Den Helder zou zelfs een van de grootste offshoreknooppunten van West-Europa kunnen worden. Om deze ambitie waar te maken, moeten kennis en faciliteiten beschikbaar komen en de samenwerking met het bedrijfsleven intensiveren. De Taskforce noemt het civiele medegebruik van onder meer haven- en onderhoudsfaciliteiten, apparatuur en opleidingsinstituten daarom de sleutel naar economisch succes. Tijdens het maritiem symposium ‘Samen Slagvaardig’ begin juli, overhandigde de voorzitter van de Taskforce Ivo Weekenborg een ‘actieplan’ aan demissionair minister van defensie Hans Hillen.
"We bereiken een win-win-situatie door civiel-militaire samenwerking" Winst “Het is een heel concreet stappenplan waarin mogelijkheden worden geschetst die voor alle partijen winst en uiteindelijk werkgelegenheid in de regio opleveren”, zegt commandeur Kees Boelema Robertus. Als nieuwe algemeen directeur Marinebedrijf én Directeur Ondersteuning vertegenwoordigt Boelema Robertus het Commando Zeestrijdkrachten in de Taskforce. Boelema Robertus: “De gemeente en provincie willen de economische activiteiten uitbreiden, de marine is op haar beurt gebaat bij een technisch hoogwaardig en innovatief maritiem instandhoudingscluster, met als kern het Marinebedrijf. Alleen door civiel-militaire samenwerking bereiken we een win-win situatie.” 15
Beveiliging Een gezamenlijk havenbedrijf, één bedrijfsbrandweer, het delen van opleidingsinstituten en civiel medegebruik van de simulatoren. Zomaar een greep uit mogelijke samenwerkingsverbanden. De komende tijd worden daarom diverse proefprojecten gehouden. “De nadruk ligt op het woord ‘proef’”, zegt Boelema Robertus beslist. “We moeten kijken wat past binnen onze bedrijfsvoering. Natuurlijk gooien we niet zomaar onze hekken open. Net zo min als we aan broodroof doen. We gaan geen haventje spelen met de overslag van grote containerschepen. Bovendien zakken die door onze steigers. Op het gebied van beveiliging, vergunningen, aansprakelijkheid en veiligheid en milieuwetgeving onderzoeken we dus heel goed wat haalbaar is en wat niet.” Proefballon Inmiddels zijn de eerste concrete stappen, de zogeheten quick wins, op weg naar civiel medegebruik van de defensiehaven zichtbaar. Zo verwelkomde het Marinebedrijf op 18 juli een offshore schip. Het schip maakte gebruik van de militaire infrastructuur terwijl civiele partijen reparaties uitvoerden. Ook verlaat de marine op korte termijn het gebied Buitenveld om meer ruimte voor technologische ontwikkeling te bieden en heeft het bedrijf Imtech aangekondigd een gedeelte van haar activiteiten voortaan vanuit Den Helder uit te voeren. Het project is een kwestie van de lange adem. Maar wel één met veel potentie, meent Boelema Robertus. “Eentje die past bij het toekomstbeeld van defensie, die de regionale economie versterkt en die zorgt dat kennis, personeel en infrastructuur voor de Marine behouden blijft.” Alle Hens | juli-augustus 2012
oefening
Eerste Mariniersbataljon gecertificeerd tijdens Certifex 12
Mariniers op nieuwste stukje Nederland Midden in de nacht verschijnt er groepje zwarte schimmen op de rand van een duintop. Een ‘terrorist’ opent het vuur. Snel wordt hij door de mariniers uitgeschakeld, de groep sluipt verder het kamp in op zoek naar informatie. “Iedereen wist wat van hem verwacht werd.” Tekst: Jochem van Wijk I Foto’s: Henry Westendorp
“Van de compagniecommandant tot de individuele marinier, de hele keten wordt bekeken”, legt luitenant kolonel der mariniers Peter Hengeveld, commandant van het Eerste Mariniers bataljon, uit. Zijn eenheid is een jaar lang bezig geweest met opwerken naar de oefening Certifex 12. De oefening vond plaats op de Tweede Maasvlakte en Budel en is bedoeld om het bataljon uit Doorn te testen op hun operationele gereedheid. De commandant is tevreden met de oefening. “Het geeft een goed gevoel dat we gecertificeerd zijn, dan weet je dat alles werkt.” Nieuw terrein In een realistische scenario voeren de mariniers amfibische operaties uit en treden op in verstedelijkt gebied. Hierbij hebben de eenheden beschikking over verschillende landingsvaartuigen en een Cougar Helikopter. De landing op de Maasvlakte worden uitgevoerd en gecoördineerd vanaf het Engelse transportschip RFA Mounts Bay. “Het plaatje is compleet. Alle ingrediënten zitten in de oefening”, aldus de commandant. Daarnaast is de Maasvlakte nieuw terrein voor zijn mannen en kloppen, door de recente drooglegging, de kaartAlle Hens | juli-augustus 2012
16
gegevens niet, wat voor een extra uidaging zorgt. Eerste luitenant der mariniers Simon Aardema wijst naar een stukje blauw op zijn kaart. “Dat is nu land. Vannacht landen we daar om ongezien het terroristenkamp te benaderen.” Op het nieuwste stukje land van Nederland halen de mariniers alles uit de kast om een zo realistisch mogelijke Amphibious Raid uit te voeren op een ‘terroristenkamp’. Deze is tijdelijk neergezet en ‘bewoont’ door reservisten van de marine
Mariniers stappen op een LCRM (Landingcraft Rubber Motorized) op de achtergrond de RFA Mounts Bay transportschip.
oefening
Twee mariniers houden ‘terroristen’ onder schot tijdens een nachtelijke actie.
die zich niet snel zullen overgeven. Een Amphibous Raid is een snelle en kortstondige aanval vanuit zee op land. Samenwerking tussen SOC (Special Operations Capable) eenheden van Eerste Mariniers Bataljon en SOF (Special Operations Forces) teams van het Unit Interventie Mariniers (UIM) staat centraal bij de acties die in de nacht worden uitgevoerd.
“Van de compagniecommandant tot de individuele marinier, de hele keten wordt bekeken” Nachtelijke actie Aardema stuurt de ruim vijfenvijftig man tellende Task Group tijdens één van de operaties aan. Hij heeft de opdracht gekregen om het kamp te doorzoeken, informatie te verzamelen en logistieke middelen te vernietiging en daarbij zo min mogelijk geweld te gebruiken. Hij is tevreden over het verloop van de operatie: “De actie verliep volgens plan, iedereen wist wat van hem verwacht werd, zo konden we het kamp tot ongeveer zeventig meter ongezien naderen.” Daarna stuiten de mariniers op weerstand. “Hierbij zijn drie tegenstanders uitgeschakeld en zeven tijdelijke gevangen genomen”, aldus Aardema. Na doorzoeking van het kamp en vernietiging van wapens zijn de krijgsgevangen weer vrij gelaten en keert de Task Group terug naar het RFA Mounts Bay transportschip. Internationale samenwerking Het Engelse schip RFA Mounts Bay is een 176 meter lang multifunctioneel amfibisch transportschip dat plaats biedt aan helikopters, landingsvaartuigen, voertuigen en circa 356 passagiers. Al 40 jaar werken de Nederlandse mariniers uitstekend samen met Engelsen in de UK/NL Amphibious Force en ook nu weten de partners elkaar goed te vinden. “We kwamen 17
Majoor der mariniers Theo Mestrini overlegt met zijn Engelse collega’s.
Het Engelse transportschip RFA Mounts Bay van waaruit de Mariniers tijdens de oefening opereerden.
hier op zondag en op maandagochtend waren we operationeel en kon de oefening beginnen,” zegt Amphibisch Operatieofficier majoor der mariniers Theo Mestrini tevreden. Vanaf het schip is hij mede verantwoordelijke voor de planning en uitvoering van de amfibische operatie en logistieke zaken aan boord. Ook is hij zeer te spreken over de oefenlocatie. “We moeten er rekening mee houden dat we steeds vaker acties in bewoonde gebieden gaan uitvoeren. Er is hier veel burgerscheepvaart, een ideale plek om te trainen.” Alle Hens | juli-augustus 2012
O efening
Korps Mariniers traint in Martinique en Frans Guyana
It’s a jungle out there! Twee pelotons van de 32e infanteriecompagnie uit Aruba, het bootpeloton uit Curaçao en Aruba en een peloton van de 21e infanteriecompagnie uit Nederland trotseerden in Martinique en Frans Guyana hitte, water, modder, ongedierte en schreven amfibische geschiedenis. “Dit is waar het Korps voor staat!” Tekst: Vanessa Strijbosch I Foto’s: Henry Westendorp (AVDD) Een jungletraining met een sterk amfibisch karakter. Een omschrijving die het beste past bij de jungletraining van de mariniers van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB). In twee landen, Martinique en Frans Guyana, werden de militairen van de compagnie en het bootpeloton in samenwerking met de bemanning van Hr.Ms. Pe-
“Bijna continu liepen we tot onze schenen door het water en modder” likaan onderworpen aan een veelzijdige training die in het teken stond van leven, overleven, bewegen en vechten in en rondom de jungle. In Frans Guyana voegde zich nog een peloton van de 21e infanteriecompagnie uit Nederland bij de groep.
Zeker in het Caribisch gebied zijn operaties vanaf water heel belangrijk omdat de meeste landen na een ramp vrijwel alleen bereikbaar zijn via het water.
Alle Hens | juli-augustus 2012
18
Unieke tocht Het te water laten van Boston Whalers vanaf Hr.Ms. Pelikaan is geen bijzonderheid te noemen. Echter, door de locatie in Frans Guyana en de tocht die de bestuurders van de zes boten te wachten stond, schreven zij een stukje geschiedenis. Geheel in de traditie van het Korps Mariniers voeren de zeesoldaten vanaf zee de junglerivier L’Approuague op het binnenland van Frans Guyana in. Iets wat zelfs door de Franse marine nog niet eerder op deze manier is gedaan. Kerntaak “Deze training omvatte precies waar het Korps Mariniers voor staat”, reageerde eerste luitenant der mariniers Michiel Alberts, de commandant van het bootpeloton, vanuit de jungle van het Zuid-Amerikaanse land. “Dit is onze kerntaak. Vanuit zee diep in het land infiltreren en daar verschillende operaties uitvoeren. Het was mooi om dit op deze manier
oefening
De beloning Instructeurs van het kenniscentrum ‘Militair Optreden onder eXtreme omstandigheden (KC MOX) waren gedurende de training aanwezig voor observatie. Ze hebben besloten om de mariniers het kwaliteitsnummer Jungle Movement & Survival Course’ uit te reiken, zonder het combatgedeelte. In dit gebied van Frans Guyana is het niet toegestaan om met scherpe munitie te trainen. Daardoor kon het onderdeel live firing niet beoefend worden. Dat is een substantieel onderdeel om volledig jungle getraind te worden. Na afloop van de training stond de mariniers een verrassing te wachten. De Franse legionairs waren onder de indruk van de prestaties van de militairen en beloonden hen met een Franse jungle bagde. “Een eer om te dragen”, aldus marinier Huisman. “Niet veel militairen hebben er zo’n eentje.”
“We kregen alleen een parang, machete, gevechtsvest en een wapen mee en moesten daarmee overleven.”
Overleven en vechten Nadat in Martinique de eerste survival basislessen waren afgevinkt, stond de mariniers in de jungle van Frans Guyana een stevige vervolgtraining te wachten. “Met pittige momenten”, zegt koporaal der mariniers Richard Doorn. Twee weken lang verbleven de mariniers continu in het veld waarvan ze bijna drie dagen compleet op zichzelf waren aangewezen. “We kregen alleen een parang, machete, gevechtsvest en een wapen mee. Verder helemaal niets. We moesten ons eigen voedsel zoeken, onderkomen en vlotten maken. Bijna continu liepen we tot onze schenen door het water en modder.” Volgens Doorn heeft dat de cohesie binnen de groep alleen maar goed gedaan. “We zijn als groep gegroeid. Iedereen ging ervoor en hielp elkaar.” Ondanks een vervelende blessure en andere ongemakken, zette Doorn toch door en rondde de training netjes af. “Het was mooi om mee te maken maar ik ben wel blij dat het erop zit.” Marinier 1 Joost Huisman had nog wel wat langer door willen gaan. “Ik vond het leuk en leerzaam”, is de eerste reactie van de marinier die zijn plaatsing in de West afrondt met deze jungletraining. “Sommigen zijn tien keer liever in Noorwegen of in de bergen, maar dit ligt mij wel.” Huisman was vooral onder de indruk van de schoonheid van de omgeving. “Het is een behoorlijk veredeld oerwoud dat er prachtig uitziet. Je hoort de vreemdste geluiden om je heen. Best bijzonder.”
Optreden in rivierrijke gebieden, Riverine Operations, is een expertise van het Korps Mariniers.
mee te maken”, aldus Alberts. Optreden in rivierrijke gebieden, Riverine Operations, is een expertise die steeds belangrijker wordt. Zeker in het Caribisch gebied waar de meeste landen na een ramp vrijwel alleen bereikbaar zijn via het water. Het Korps Mariniers van het maritieme krijgsmachtdeel is gespecialiseerd in dit soort operaties. 19
De jungletraining in Martinique en Frans Guyana geldt als een verkorte training. Niettemin dwongen de Nederlandse mariniers respect af bij commando mariniers van Martinique en de Franse legionairs in Frans Guyana. De bilaterale banden tussen CZMCARIB en de Franse marine zijn wederom aangehaald. Als ‘compensatie’ voor het faciliteren van deze jungletraining nemen de Franse eenheden jaarlijks deel aan trainingen en oefeningen in de droge en amfibische omgeving van de Benedenwindse eilanden. Alle Hens | juli-augustus 2012
Succesvolle missie voor Hr.Ms. Evertsen Na deelname aan de antipiraterij-operatie Ocean Shield is Hr. Ms. Evertsen zaterdag 19 augustus thuishaven Den Helder binnengelopen. Minister Hans Hillen benadrukte het belang van de missie voor Nederland. “Onze welvaart is immers afhankelijk van vrije handel, van onbelemmerd vervoer van goederen over zee en afhankelijk van de vrije toegang tot grondstoffen. Kleding, schoenen, elektronica, auto's en brandstof bereiken zo ongehinderd Nederland en blijven voor ons allemaal betaalbaar.” Het luchtverdedigings- en commandofregat opereerde drie maanden in de wateren rond de Hoorn van Afrika. Naast het bestrijden van piraterij en het beschermen van koopvaardijschepen, voerde Hr. Ms. Evertsen dicht onder de Somalische kust diverse patrouilles uit. Hierbij werd waardevolle informatie verkregen over de kustactiviteiten en de normale levenspatronen. Met deze informatie kunnen mogelijk afwijkende patronen
snel worden herkend en piraterij effectiever bestreden. Ten overstaan van honderden familieleden en vrienden reikten Hillen, enkele Kamerleden en plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten, generaal-majoor der mariniers Rob Verkerk, de medaille voor vredesoperaties uit aan de bemanning. Maar in het bijzonder stond de bewindsman stil bij de bevrijding op 29 juni van een gekaapt vissersschip en de aanhouding van 7 piraten. “De Somalische piraten hadden de bemanning gegijzeld en gebruikten de veroverde boot om handelsschepen aan te vallen.” Na een 2-daagse achtervolging wist de Evertsen de kapers te lokaliseren. “Niet eenvoudig. We hebben het immers over een gebied van meer dan 2 miljoen vierkante kilometer. Met kustlijnen zo lang als die van Den Helder tot en met Zuid-Portugal.” Foto: Rob van Scherpenzeel
Alle Hens | augustus-september 2012
20
21
Alle Hens | augustus-september 2012
H istorie
Marinemuseum 50 jaar
Het geheugen van de marine Het Marinemuseum vierde deze zomer haar vijftigjarig bestaan. Een mijlpaal om bij stil te staan, maar niet te lang. Want het Marinemuseum kijkt vooruit naar de volgende decennia. Een gesprek met directeur kapitein-luitenant-ter-zee Harry de Bles over hoe een expositie op een zolderkamertje kon uitgroeien tot volgens ANWB-leden het ‘leukste uitje van Noord-Holland’. Tekst: Ingmar Kooman I Foto’s: Marinemuseum Wat oude uniformen, een verzameling prenten en foto’s, wapenschildjes en scheepsmodellen. De allereerste expositie van het Marinemuseum was bescheiden en vooral traditioneel. Objecten met wat teksten, dat was het in 1962. Grootste bezienswaardigheid op de zolder van het Peperhuisje: een periscoop van een onderzeeboot. Dwars door het dak geslagen. Zo’n 500 objecten telde de collectie van de toenmalige Stichting Helders Marinemuseum. “Tegenwoordig zijn dat er zo’n 35.000, daar kun je wel iets van onze groei aan aflezen”, zegt kapitein-luitenant-ter-zee Harry de Bles. De afgelopen vijftig jaar is een tijd van forse schaalvergroting: de omvang van de collectie, de oppervlakte, het budget maar ook de bezoekersaantallen, vertelt De Bles. “In de eerste 25 jaar ontving het museum ongeveer 1 miljoen bezoekers. Tussen 1987 en 2011 waren dat er bijna dubbel zoveel, zo’n 1,8 miljoen.” Ook maakt het museum een flinke professionalisering door, ondermeer in het collectiebeheer, vervolgt hij. “Toen ik in 1987 bij het museum begon, was onze depotruimte een voormalige sporthal, het centrum voor fysieke training en sport (CFTS). De wind en de regen sloegen daar soms letterlijk
Alle Hens | juli-augustus 2012
22
doorheen. Bij een flinke regenbui stonden echt overal pannetjes en schaaltjes.” Museale horrorscenario’s, maar De Bles kan hier inmiddels hartelijk om lachen. “Voor beheer, conservatie en registratie hebben we nu gekwalificeerde medewerkers. Ook zijn de museumobjecten opgeslagen in geacclimatiseerde depots, helemaal volgens moderne museummaatstaven.” Dienstondergoed Een onderzeeboot, een modeshow en een struisvogel. Voorbeelden van de inventiviteit van De Bles en zijn mensen in het trekken van bezoekers. De wijze waarop het Marinemuseum de maritieme geschiedenis presenteert is met de jaren ook sterk veranderd. “Vroeger had je alleen objecttentoonstellingen, mooie spullen met teksten erbij. Een verhaal werd niet of nauwelijks verteld. Met dat traditionele concept alleen ben je er niet als museum. Je moet bezoekers prikkelen.” De kans om Hr.Ms. Tonijn aan de collectie toe te voegen, grijpt hij dan ook met beide handen aan. Sinds 1993 is de onderzeeboot letterlijk een publiekstrekker van formaat, niet alleen voor het museum maar voor heel Den Helder. Met
H istorie
‘Panties, pumps en lipstick’, over 50 jaar vrouwen bij de marine gooit het Marinemuseum het in 1994 over een heel andere publicitaire boeg. Op een heuse catwalk tonen mannequins marva-kleding, tot het dienstondergoed aan toe. Met ‘De voorspelling van de Vogelstruys’ heeft het museum in 2002 haar eerste echte kindertentoonstelling. “Naar je pu-
bliek luisteren is erg belangrijk. Door geregeld publieksonderzoek te doen, willen we leren hoe kan het nog beter, wat missen we nog?” Belevingswaarde “Als Marinemuseum zijn we meer dan alleen een attractie”, stelt De Bles. “We verzamelen niet alleen de topstukken, maar objecten en documenten die het verhaal van de marine over de hele breedte kunnen vertellen”, legt hij uit. “We zijn het geheugen van de marine. Bovendien verbinden we de operationele marine met de maatschappij.” Als recent voorbeeld noemt hij de antipiraterijtentoonstelling. De eveneens lopende expositie Werfwerk belicht de band van de toenmalige Rijkswerf op Den Helder. “Bijna elke basisschoolleerling uit de buurt is hier wel een of twee keer geweest”, weet De Bles. “We nodigen iedereen uit: stap in de wereld die marine heet. Want de belevingswaarde van onze collectie, de verhalen uit de eerste hand zijn van belang voor een modern museum. Juist daarom zijn we zo blij met onze vele vrijwilligers, merendeels oud-marinemensen. Zij zijn onze gastheren en gastvrouwen. Het verhaal van de Onderzeedienst op de Tonijn gaat pas echt leven als je het hoort van een oud-bemanningslid.” De tientallen vrijwilligers vormen dan ook een zeer gewaardeerde aanvulling op de tien medewerkers van het Marinemuseum. “Zonder hen zouden we niets kunnen. Ze verzorgen rondleidingen, zorgen voor de veiligheid en verrichten allerlei onderhoud. Zo sparen we ontzettend veel kosten uit. We zijn een hecht en gedreven team.” Aan de horizon gloren wel de nodige veranderingen voor dat team. Het Marinemuseum zal ontvlochten worden uit het CZSK en vanaf 2014 deel gaan uitmaken van het Nationaal Militair Museum in Soesterberg. Dat betekent niet dat de verhuisdozen gepakt moeten worden. Wel zal het museum het als ‘dependance’ met een kleiner budget dan nu moeten zien te rooien. Dat biedt ruimte voor “cultureel ondernemerschap”, meent De Bles. “Ik zie wel degelijk kansen om van buitenaf meer fondsen aan te trekken. We kunnen nu én in de toekomst leuke, spannende dingen blijven doen, daarvan ben ik overtuigd. De marine, Den Helder en het Marinemuseum hebben bloedband. We zijn en blijven een bruisend en eigentijds onderdeel van de marinestad Den Helder.”
23
Alle Hens | juli-augustus 2012
H istorie
Ultieme zoektocht naar verloren onderzeeboot Hr.Ms. O 13
Nog steeds op patrouille Op een mijn gelopen, getorpedeerd, een aanvaring of toch een technisch mankement? Het lot van Hr.Ms. O 13 is ruim zeventig jaar na haar vermissing nog altijd onduidelijk. De Koninklijke Marine vaart na zeven decennia met civiele partners uit om alsnog het oorlogsgraf van de onderzeebootbemanning te lokaliseren. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: NIMH
van de onderzeeboot te over. Een technisch mankement, een aanvaring met een Poolse onderzeeboot, getorpedeerd of dan toch tegen een mijn gevaren? Antwoorden blijven decennialang uit. “Na de oorlog heeft men letterlijk de hele zee afgevist”, schetst kapitein-luitenantter-zee Jouke Spoelstra. Hij coördineert namens de Staf CZSK, de Onderzeedienst, de Dienst der Hydrografie en de Duik- en Demonteer Groep deze ultieme zoektocht naar de laatste verloren onderzeeboot. Een fikse uitdaging, zo schetst hij. “Ons zoekgebied is het totale operatiegebied van de O 13, zo’n 100 kilometer bij 360 kilometer groot.”
57 graden noorderbreedte, 5 graden oosterlengte, met die peiling vertrekt de O 13 op 12 juni 1940 vanuit het Schotse Dundee voor een patrouille bij het Skagerrak. Ze zal de Duitse scheepvaart gaan observeren en waar mogelijk ook verstoren. Maar de onderzeeboot keert nooit terug naar haar basis. ‘O 13 is reported overdue’, meldt het Britse War Office op 25 juni. 31 Nederlanders en 3 Britten zijn op zee gebleven. Speculaties over het lot
Periscoop Met de hulp van particulieren en het bedrijfsleven hoopt het zoekteam nu de O 13 daadwerkelijk te kunnen lokaliseren. Behalve de eigen hydrografische gegevens kunnen ze zich in hun zoektocht nu ook op de zeekaarten van de offshore-industrie en de visserij baseren, vertelt Spoelstra. “Dit soort commerciële gegevens kan voor ons van grote waarde zijn. Ze markeren alle onderwaterobstakels. Een visser loopt daar namelijk het risico zijn netten te verspelen. De boosdoener kan van alles zijn: een grote kei, een container, maar ook een periscoop van een vermiste onderzeeboot. Elke hint, elk aanknopingspunt, overal zijn we blij mee. Ondanks de moderne zoektechnieken blijft het namelijk nog steeds een enorm puzzelwerk.” Door zoveel mogelijk gegevens aan elkaar te knopen, denken Spoelstra en de zijnen dat ze nu de precieze sector hebben ge-
Onzekerheid Zeven Nederlandse onderzeeboten gaan tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Oost en in de Noordzee verloren ten gevolge van vijandelijk handelen. Eentje valt in de haven van het Indische Soerabaja ten prooi aan een bombardement, zes boten verdwijnen op zee. Behalve de marine speurt ook het Comité Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945 actief naar de verdwenen onderzeeboten. Vijf zeegraven zijn tot dusver getraceerd. Vorig jaar stuitten wrakduikers voor de kust van Borneo op de locatie van Hr.Ms. K XVI. Voor de nabestaanden komt daarmee een einde aan een lange periode van onzekerheid. Die van de O 13 wachten nog.
De onderzeeboten Hr.Ms. O 12, O 13 en O 14 op volle zee in 1935.
Alle Hens | juli-augustus 2012
24
H istorie
De onderzeeboten Hr.Ms. O 11 en Hr.Ms. O 13 in het Nieuwe Diep op 2 oktober 1937.
vonden waar de O 13 moet liggen. In dit gebied van 25 bij 25 kilometer lag vroeger een Duits mijnenveld. Spoelstra: “Met een inspectievaartuig van Rijkswaterstaat gaan we daar in september in vijf tot tien dagen alle obstakels langs. Die brengen we in kaart met hydrografische opnameapparatuur en onze eigen onderwaterrobot Remus. Uiteindelijk hopen we zo op de O 13 te stuiten.” Of een van de vier andere vermiste onderzeeboten. Want behalve de O 13 zijn in dit gebied ook de Duitse U-36, de Britse HMS Thames, HMS Salmon en de Poolse ORP Orzel verloren gegaan. Still on patrol, zoals het in de onderzeebootterminologie heet. En zolang de patrouille van deze onderzeebootbemanningen voortduurt, zullen de hedendaagse collega’s blijven zoeken, verzekert Spoelstra. “Deze verloren onderzeebootbemanningen verdienen een bekende laatste rustplaats. De O 13, maar ook de anderen zullen gevonden worden. Het is gewoon een kwestie van tijd.”
Ligging en lot onbekend Niet alleen de ligging, maar ook het lot van de O 13 is nog altijd duister. Stuk voor stuk zijn alle gangbare theorieën nagelopen. Een technisch mankement acht Spoelstra onwaarschijnlijk. “Kort voor de patrouille is de O 13 getest en in orde bevonden. De onderzeeboot bestond bovendien voor driekwart uit oudgedienden. Het was een ervaren club, met een goed inzetbare boot.” Een andere lezing spreekt van een aanvaring met een Poolse onderzeeboot. ORP Wilk zou de O 13 hebben aangezien voor een Duitse onderzeeboot en hebben geramd. “Met zijn scherpe voorsteven zou de Wilk een andere onderzeeboot in de flank hebben geraakt. Een licht tikje kon een onderzeeboot al gevoelige schade toebrengen.” Een spannende theorie, maar gezien de schaderapporten toch erg onwaarschijnlijk, stelt de overste. Eerder moet worden gedacht aan een boei. Ten prooi gevallen aan de U-99 die tussen Kiel en Wilhelmshafen patrouilleerde wellicht? Uit de krijgsrapportages blijkt echter niet dat de U-Boot of een andere Duitse eenheid in die periode acties heeft ondernomen. Het meest waarschijnlijk acht Spoelstra dat de O 13 in een Duits mijnenveld is terechtgekomen. Dergelijke ‘gordijnen des doods’ waren enkele honderden meters breed en tot wel vijftien mijl lang, alles bij elkaar zo’n duizend contactmijnen. “Eind mei 1940 hebben de Duitsers twee nieuwe mijnenvelden aangelegd. Mogelijk stonden deze nog niet op de kaart en is dat de O 13 noodlottig geworden.”
De feestelijke tewaterlating van de O 13 op de werf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen op 3 oktober 1931.
25
Alle Hens | juli-augustus 2012
O perationeel
En ondertussen in Kunduz…
Flinke vooruitgang, fragiele veiligheid De heetste maanden van het jaar hebben de mariniers van de Police Training Group 3 in de Afghaanse provincie Kunduz weer achter zich gelaten. Ook bij temperaturen tot dik in de 40 graden Celsius ging het werk van de politietrainers gewoon door. Halverwege zijn missie maakt PTG-3 commandant kolonel der mariniers Jarst de Jong de balans op. Hij toont zich tevreden met de behaalde doelstellingen en kijkt alvast voorzichtig vooruit naar een tijd waarin de Afghanen de eigen boontjes gaan doppen op het gebied van veiligheid. Tekst: Joost Margés I Foto’s: PTG-3 De afgelopen twee maanden waren temperaturen van 44 graden in de schaduw geen uitzondering. “De energie vloeit dan uit je lichaam; zelfs bij de Afghanen. In die periode startten we dus vroeger met de training en stopten we wat eerder. Met je helm op en kogelwerend vest om (ongeveer 25 kilo gewicht op je lichaam) is patrouilleren dan niet grappig.” Deze afgelopen maanden is er veel bereikt, vervolgt De Jong. “We hebben inmiddels honderden verschillende agenten
Lezen en schrijven Als een ander succes ziet De Jong de start van de bouw van dertien justitiële vestigingen, verspreid over alle districten van Kunduz. “Hiermee hebben burgers ook in de minder druk bevolkte en moeilijker toegankelijke gebieden toegang tot het formele rechtssysteem. Dit laatste is zeker ook gediend door de recente registratie van 42 advocaten als lid van de Afghan Independant Bar Association, inclusief drie vrouwen. Voor hen was er onlangs ook een conferentie over toegang tot rechtshulp, opgezet door collega's van de Europese Politie EUPOL en het ministerie van Buitenlandse Zaken.” Om hun goede bedoelingen en successen toe te lichten, verschijnen De Jong en de civiele vertegenwoordiger Simon van der Burg geregeld in radioprogramma’s om vragen te beantwoorden van luisteraars. “In deze uitzendingen vragen we ook aandacht voor het politietrainingsprogramma en de inspanningen voor het instellen van een rechtsstaat. Ook de Nederlandse Senior Police Advisor en de Rule of Law Advisor hebben bijgedragen aan die programma’s die overigens goed worden ontvangen.” Luisteren is één, maar lezen en schrijven is iets anders. En bepaald geen sinecure voor veel Afghanen. “Inmiddels hebben ruim 1300 het alfabetiseringspro-
KOLMARNS De Jong: “Er zit veel Schwung in de missie, de sfeer is goed en iedereen werkt hard”.
Alle Hens | juli-augustus 2012
opgeleid en begeleid in diverse opleidingen en trainingen. Zo hebben we agenten op het German Police Trainingscentre de basisopleiding gegeven en de voortgezette onderofficiersopleiding. Daarnaast hebben onze POMLT-teams op de police substations van Kunduz stad en in de districten de voortgezette basisopleiding en de highway patrol course gedraaid. Dames volgden de vrouwen basisopleiding; zo begon op 25 augustus de eerste vrouwelijke Initial Police Training Course in de noordelijke regio, onder leiding van onze collega's van de NATO Training Mission Afghanistan van de Koninklijke Marechaussee (KMAR). Verder hebben we in vier maanden tijd ons operatiegebied uitgebreid van twee naar vier districten. Toen we hier kwamen werden alleen agenten in Kunduz Stad, het district eromheen en in Khanabad getraind en gementord. Inmiddels zijn ook Imam Saheb en Aliabad daar bijgekomen. Hiermee hebben we de gehele strategische noord-zuid lijn in de provincie Kunduz onder toezicht.”
26
O perationeel
"Inmiddels hebben 1.200 agenten het alfabetiseringsprogramma gevolgd. Dat is misschien wel de mooiste opleiding die we hier te bieden hebben"
gramma gevolgd of volgen ze dat nu”, vertelt De Jong enthousiast. “Dit is misschien wel de mooiste opleiding die we hier te bieden hebben. Als je eenmaal hebt leren lezen en schrijven, dan vergeet je dat nooit meer.” Spreekt tot de verbeelding Ook op het gebied van gender zijn er de afgelopen maanden in Kunduz stappen gezet, naast het opleiden van vrouwelijke agenten. “We maken geregeld gebruik van een rondreizend
plan, de manier waarop onze Police Operational Mentor and Liaison Teams zijn samengesteld en hoe wij de politie in de districten begeleiden, spreken zeer tot de verbeelding. Het Commanders Assessment and Advisory Team van de commandant van de International Stability Assistent Force (ISAF) is zelfs op bezoek geweest en heeft vervolgens een zeer positief stuk geschreven richting deze generaal Allen.” Wachten op bovenliggende partij “Kortom, er zit veel schwung in de missie, de sfeer is goed en iedereen werkt hard”, vat De Jong een en ander kernachtig
“Het alfabetiseringsprogramma is misschien wel de mooiste opleiding die we hier te bieden hebben” gezelschap van BBC Afghanistan dat toneelvoorstellingen opvoert waarin sociale thema's zoals de rechten van vrouwen aan de orde komen. Hierna volgt dan discussie en dialoog met de zaal over het thema.” Andere landen beginnen volgens De Jong geïnteresseerd te raken in de Nederlandse aanpak. “De commandant van Regional Command North heeft ons een paar keer bezocht en benadrukt dat hij een groot voorstander is van de zogenoemde comprehensive Dutch approach - de gecombineerde aanpak door onze ministeries van Veiligheid & Justitie, Buitenlandse Zaken en Defensie. Het gezamenlijk geschreven campagne27
“De Afghanen zijn zich er echt van bewust dat wij in 2014 weggaan en dat ze dan zelf de volledige verantwoordelijkheid dragen.”
Alle Hens | juli-augustus 2012
O perationeel
samen. “Of laat ik het zo zeggen: ons geïntegreerde team van Buitenlandse Zaken en Defensie - van KMAR tot mariniers en vloot en van landmacht tot luchtmacht – vaart op volle kracht een strakke koers. Wat de mariniers betreft, heeft de missie een minder spannend en afwisselend karakter dan ze wellicht gehoopt hadden. De sfeer tussen hen en de KMAR – waar ze voornamelijk mee optrekken - is echter uitstekend. Er is wederzijds begrip voor elkaars werkgebied en expertise. We zien resultaten en tevens veel enthousiasme bij de Afghaanse agenten; ze zijn enthousiast en leergierig. De Afghanen geven steeds weer aan dat ze bewondering hebben voor het feit dat wij Nederlanders helemaal hier naar toe komen om hen te helpen. Ze weten dat we een klein land zijn dat
“Veel mensen zitten te wachten wie de bovenliggende partij wordt als ISAF verdwijnt” zonder bijbedoelingen of politieke agenda's hier belangeloos komt helpen. Onze respectvolle manier van benaderen spreekt ook tot de verbeelding.” Ondanks de vriendschappelijke band met veel Afghanen, blijft de veiligheidssituatie een punt van zorg, moet de Jong wel toegeven. “We hebben vorige maand de verantwoorde-
“We zien resultaten en tevens veel enthousiasme bij de Afghaanse agenten; ze zijn enthousiast en leergierig.”
Alle Hens | juli-augustus 2012
28
lijkheid van de veiligheid overgedragen aan de Afghanen. Als je kijkt naar het aantal veiligheidstroepen in de noordelijke regio, dan blijkt dat 75% van die troepen al Afghaans is en slechts 25% ISAF. Daarmee zijn de Afghanen dus al ruimschoots in the lead. De Afghanen zijn zich er echt van bewust dat wij in 2014 weggaan en dat ze dan zelf de volledige verantwoordelijkheid dragen. De veiligheidsdiensten beginnen weliswaar steeds effectiever te worden, maar daarmee is de veiligheid nog niet gegarandeerd. Daarvoor is die te fragiel; ook zijn er nog veel onzekerheden voor de toekomst. Veel mensen zitten te wachten wie de bovenliggende partij wordt als ISAF verdwijnt. Als dat de huidige overheid is, dan zul je zien dat meer partijen eieren voor hun geld kiezen en aan die kant gaan staan. Mocht een andere beweging de bovenliggende partij worden, dan bestaat de kans dat mensen zich juist daarbij aansluiten. Wij noemen dat opportunisme, maar volgens Afghaanse normen is dat heel gewoon.” Tot die tijd zal PTG3 er alles aan doen om zoveel mogelijk agenten op te leiden om daarmee de veiligheid van de Afghanen helpen te verbeteren..“Op 30 oktober is de commando-overdracht aan PTG-4 en rond 22 november keert onze laatste rotatie terug. Voordat dat moment aanbreekt moeten we er zorg voor dragen dat de missie op goede wijze wordt overgedragen aan onze opvolgers. We zullen er uiteraard alles aan doen om hen een vliegende start te geven.”
O perationeel
Hr. Mr. Rotterdam als Zwitsers zakmes voor de kust van Somalië
“Het schip komt hier echt tot zijn recht.” Voor de NAVO antipiraterij missie Ocean Shield opereren militairen van marine, landmacht en luchtmacht gezamenlijk vanaf Hr. Ms. Rotterdam. Commandant van het amfibische transportschip kapitein-ter-Zee Jan-Hubert Hulsker klapt zijn ‘Zwisters zakmes’ open in de Golf van Aden: “We hebben gezamenlijk één doel: het bestrijden van piraterij.” Tekst: Jochem van Wijk I Foto’s: Eva Klijn (AVDD) De ontwerpers van Hr. Ms. Rotterdam hadden het niet kunnen verzinnen. Het Landing Platform Dock (LPD), dat gebouwd is om grote hoeveelheden eenheden zonder haven aan land te zetten, voert patrouilles uit om schepen te beschermen en piraten te vangen. “Het schip is misschien niet voor deze missie ontworpen, maar we kunnen er wel goed mee uit te voeten,” zegt commandant van het schip kapitein-ter-zee
“Door onze aanwezigheid is het hier al veiliger” Jan-Hubert Hulsker. “We hebben genoeg ruimte en hutten om alle middelen en mensen die we aan boord hebben te kunnen huisvesten. Ik vergelijk het schip met een Zwitsers zakmes, waar we extra tools uit kunnen klappen. Hr. Mr. Rotterdam komt hier echt tot zijn recht.” Tijdens de eerste weken voor de kust van Somalië wordt het ‘mes’ met succes opengeklapt . De Cougars en ScanEagle voeren dag en nacht IRS (Intelligence Surveillance and Reconnaissance) missies uit, de landingsvaartuigen patrouilleren sa-
Zes verdachten opgepakt Hr. Ms Rotterdam maakte in de vroege avond van 13 augustus een einde aan de geplande strooptocht van een groep vermoedelijke piraten afkomstig uit Somalië. Zes van piraterij verdachte personen werden opgepakt en veertien mensen werden bevrijd op de vrachtdhow, de Bourjan Nour. De actie was het einde van een dagenlange operatie van schepen en patrouillevliegtuigen van de NAVO, EU en de havenautoriteiten van Bosaso in Puntland. Na een tip van het Duitse fregat Sachsen kon Hr. Ms. Rotterdam de verdachte dhow opsporen. Door het afschermen van de kust met een Cougar helikopter en verschillende landingsvaartuigen konden de verdachten niet naar de kust terugkeren en waren omsingeld. Na enkele waarschuwingen via de omroepinstallatie en twee waarschuwingsschoten, gaven ze snel op. Het boardingteam van de mariniers was daarna snel aan boord en binnen 20 minuten waren de verdachten opgepakt en de opvarenden bevrijd.
Op 13 augustus bevrijdde het boardingteam van Hr.Ms. Rotterdam 14 mensen op de vrachtdhow Bourjan Nour.
29
Alle Hens | juli-augustus 2012
O perationeel
(kleine motorbootjes) om informatie in te winnen. Als klap op de vuurpijl worden, na goede internationale samenwerking tussen havenautoriteiten van Bosaso in Puntland, NAVO en de EU, 14 gijzelaars op een dhow bevrijdt en zes vnan piraterij verdachte personen gevangen genomen (zie kader.) Even wennen Het is voor de eerste keer dat er zo’n grote club militairen van de marine, landmacht en luchtmacht aan boord van een schip samenwerken. De ervaringen na zes weken op zee zijn goed, al was het in het begin wennen. “Ik voel me soms net de burgemeester van een stad met verschillende wijken. Natuurlijk ontstaan er wel eens irritaties, we zitten met 350 uiteenlopende mensen aan boord. In het begin was nog niet iedereen gewend aan het werken op zee. Maar we hebben tijdens het begin van de missie, de pre-deployment tussen Den Helder en Kreta, onze procedures verder op elkaar afgestemd. We zien dat nu alles bij elkaar komt.” De commandant benadrukt dat het joint werken niet komt door de bezuinigingen. “We werken niet joint omdat het moet, we werken joint omdat we samen sterker zijn en de opdracht beter kunnen uitvoeren.”
Landmacht, luchtmacht en marine patrouilleren langs de kustlijn.
men met de nieuwe, snelle FRISC’s langs de kustlijn en er worden verschillende boarding teams van de mariniers met de RHIB’s afgezet op dhows (kleine vrachtschepen) en skiffs
Alle Hens | juli-augustus 2012
30
Vlaggenschip Naast al deze middelen en mensen heeft het schip op 4 augustus de staf van Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) aan boord gekregen. De Nederlandse commandeur Ben Bekkerring leidt de NAVO antipiraterij missie Ocean Shield vanaf Hr. Ms. Rotterdam met een internationale staf van 24 militairen.
O perationeel
Hulsker is niet bang voor twee ‘kapiteins’ op één schip. “De staf geeft aan wat ze willen. Het schip bepaalt hoe het moet gebeuren. Het is makkelijk communiceren als de staf aan boord is, dus daar hebben we hele duidelijke afspraken over gemaakt.” Wel zorgen die extra collega’s voor extra logistieke druk. “Commandeur Bekkering ontvangt met regelmatig buitenlandse collega’s. Dat is soms een belasting voor het schip, maar het is tegelijkertijd ook bijzonder als we bijvoorbeeld collega’s uit Japen en China mogen ontvangen. Het geeft duidelijk aan dat de internationale gemeenschap hier voor hetzelfde doel is: het bestrijden van piraterij.”
“We zijn hier voor de maritieme rechtsorde” Concrete missie Door de internationale marine inspanningen, de beschermende maatregelingen en de beveiligingsteams op de koopvaardijschepen zijn de piraterij-activiteiten in de wateren van Somalië het afgelopen jaar meer dan gehalveerd. Het aantal gekaapte schepen daalde fors en de afgelopen twee maanden zijn er geen succesvolle aanvallen op koopvaardij schepen geweest. “Met de bestrijding van piraten gaat het de goede kant op, maar als we hier vertrekken zullen ze terug komen. We zijn hier voor de maritieme rechtsorde en het bestrijden van misdaad op zee. Iedereen vind dat piraterij niet kan, dat maakt het ook voor het thuisfront tastbaar. Door onze aanwezigheid is het hier al veili-
ger. Nederland is afhankelijk van vrije handel op zee. Daarom is het zo belangrijk dat we hier zijn.” Ook als straks de moessonwinden gaan liggen en de piraten ook ten oosten van Somalië kunnen opereren is het schip er klaar voor. “Met onze acties tot nu toe zie je dat de internationale samenwerking op zee en het joint optreden tussen onze krijgsmachtsdelen op Hr. Ms. Rotterdam bij elkaar komt en werkt. Dat geeft een goed gevoel en vertrouwen voor de toekomst.”
Ocean Shield Hr. Ms. Rotterdam vertrok op 11 juli uit Den Helder en bevindt zich momenteel in de Golf van Aden. Het 166 meter lange Landing Platform Dock (LPD) is sinds 4 augustus het vlaggenschip van NATO Task Force 508 en vervolgt haar patrouille in het kader van de antipiraterijmissie Ocean Shield. De missie staat onder leiding van de Nederlandse commandeur Ben Bekkering met een internationale staf van 24 mensen uit zeven landen. Op het schip bevinden zich ruim 350 bemanningsleden van marine, landmacht en luchtmacht. Doel van de missie is het aanpakken van piraterij activiteiten, het patrouilleren in de Golf van Aden, het beveiligen van schepen en het aanhalen van de banden met internationale partners. Ondanks het afnemen van piraterij, zijn er nog steeds zeven schepen gekaapt en worden er rond de 177 mensen gegijzeld. Het schip zal op eind december weer in de haven van Den Helder binnenlopen.
Er worden boarding teams van de mariniers met de RHIB’s afgezet op dhows en skiffs om informatie in te winnen.
31
Alle Hens | juli-augustus 2012
LOGBOEK
2012
21|08
10|08
Rectificatie
Eerste binnenkomst Groningen
Zwaargewicht geruimd
Het vierde en tevens laatste patrouilleschip voor de Koninklijke Marine, de Groningen, is voor het eerst feestelijk onthaald in haar toekomstige thuishaven Den Helder. Bij de eerste binnenkomst van de Groningen heeft een delegatie van het Korps Adelborsten het eerbewijs ‘joelen’ uitgebracht. Deze traditie is na jaren weer in ere hersteld tijdens de eerste binnenkomst van eerste patrouilleschip Holland. Het eerbewijs dient als welkom voor elke nieuwe eenheid die de vloot komt versterken. De Groningen is op 21 april door minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, gedoopt.
Hr.Ms. Willemstad heeft in de Wielingen, de zeer druk bevaren westelijke hoofdgeul naar de Westerschelde, een zware zeemijn tot ontploffing gebracht. Deze vormde een direct gevaar voor de scheepvaart. Actie werd ondernomen nadat het bericht binnenkwam dat een visserskotter een mijnachtig object had opgevist en weer overboord had geplaatst. De Hr.Ms. Willemstad Willemstad zette direct koers naar de locatie, om het explosief op te sporen met de sonar. Het betrof een Duitse invloedsmijn van het type GC, een van de meest beruchte mijnen uit de Tweede Wereldoorlog. “Deze mijn is niet alleen voorzien van een akoestische en magnetische ontsteking, maar ook van boobytraps. Dus een direct gevaar voor de scheepvaart in deze drukbevaren route”, legt de commandant, luitenant-ter-zee 1 Michel Woltman, uit. Marineduikers hebben na identificatie een explosieve lading op de mijn geplaatst, waarna deze gecontroleerd tot ontploffing is gebracht.
In het mei/juni-nummer van Alle Hens is een artikel verschenen over het deadline?? diversiteitsprogramma van het Marinebedrijf, waarbinnen vooral kansarme vrouwen aan een uitdagende baan in de techniek worden geholpen. Op pagina 24 stond hierbij een foto afgebeeld van Esther Foppen, senior medewerker Laser & Waarneming Optronica. Hierbij is de onterechte indruk ontstaan dat Foppen via een hulpprogramma haar positie heeft verkregen. Zij is na afronding van haar MTS-opleiding (niveau 4) met open armen ontvangen door het Marine bedrijf, waar zij inmiddels drieënhalf jaar senior medewerker is.en zelfs al eerste vrouwelijke burgermedewerster van het Marinebedrijf is uitgezonden naar Afghanistan.
2012
10|08
Gezocht: vrijwilligers Marinekazerne VlissinDe Mud Masters Obstacle Run 2012 is op gen ondersteunt “Reszoek naar vrijwilligers die dit sportevenecue Vlissingen 2012”. ment met militair tintje op 6 oktober op het Floriadeterrein in Haarlemmermeer willen ondersteunen. Wel zin om aanwezig te zijn maar niet om moe of vies te worden? Geef je op via de site www. mudmasters.nl
In het kader van Rescue Vlissingen 2012 heeft de Marinekazerne Vlissingen de organisatie en een aantal deelnemende groepen op de kazerne en in Vlissingen gefaciliteerd. Een Seaking helikopter van het Duitse Marinefliegergeschwader 5 landde op de helipad van de Marinekazerne. Het squadron maakt onderdeel uit van de Deutsche Marine en is gestationeerd op vliegbasis Kiel-Holtenau. Naast de helikopter hebben de road show, diverse landelijke reddingsbrigades, hulpdiensten uit Duitsland en zelfs originele Amerikaanse brandweerwagens gebruik gemaakt van de accommodaties en heeft de Koninklijke Marechaussee met een YPR de kazerne als staging area gebruikt.
Alle Hens | juli-augustus 2012
32
01|08
Very Shallow Water duik -team naar U.S.A.
Rim of the Pacific is één van de grootste maritieme oefeningen ter wereld waarin alle domeinen van maritieme oorlogsvoering worden beoefend. Onder hoge temperaturen werden van Hawaii tot de kust van Californië, in alle lagen van de atmosfeer en tot diep onder water de krachten gemeten. Doel: het gezamenlijk opereren, het leren van elkaar en het afstemmen van procedures en tactieken. Nederland heeft gedurende de maand juli deelgenomen aan het Mine Counter Measure (MCM) gedeelte van de >>
logboek
oefeningen. Daartoe is een samengestelde eenheid van de Defensie Duikgroep (DDG) en Maritieme EOD (MAREODD) ingezet. Samen met Canadese mijnenjagers, Amerikaanse MCM-heli’s, Marine Mammal Systems (dolfijnen), Unmanned Underwater Vehicles (UUV’s) en VSW-teams uit Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Chili zijn in en vanuit San Diego geoefend in alle aspecten van mijnenbestrijding. De eerste week is de apparatuur gereed gemaakt, zijn de duikers gebrieft en hebben kennis gemaakt met de nieuwe omgeving.
De aansluitende twee weken hebben de duikteams opgewerkt en hun procedures en tactieken op elkaar afgestemd. Met alle vizieren dezelfde kant op gericht zijn er vele oefenmijnen onschadelijk gemaakt. De laatste twee weken stonden in het teken van de tactische fase waarbij de teams in een operationeel scenario vooral ’s nachts zijn ingezet. Voor transport naar het oefengebied is gebruik gemaakt van 11 meter lange RHIBS. Achterop deze RHIB werd een rubberboot meegenomen (piggy-baggen) die dienst deed als duikplatform in het VSW-domein. In het drukke programma was ook ruimte
samen met de heli’s (Sea Dragon, ruimte voor 55 pax) te trainen in ‘pouncer-ops’ waarbij de duiker uit een heli springt om een lading bij een mijn te plaatsen.
23|07
Kleinste detachement van de Vierdaagse Dit detachement, bestaand uit mariniers en vlootmedewerkers, bestond slechts uit 11 personen. Hoewel het door drukte van opleidingen, oefeningen en allerlei externe aanvragen onmogelijk was voor het Amfibisch Logistiek Bataljon Doorn om als detache-
ment voor te oefenen, kwamen de mannen toch elke dag als eerste KM-detachement over de finish. Dankzij de orde op zaal en het strakke marcheren, wist deze groep de eerste prijs binnen te halen.
09|07
Clusterindeling Marinedagen werkt verhelderend Groter kon het verschil niet zijn tussen de beide Marinedagen. Na een zonovergoten zaterdag kwam de regen op zondag met bakken uit de hemel. Waar 55.000 bezoekers op de eerste dag genoten van demonstraties en de zon, weerstonden zo’n 35.000 mensen de tweede dag de elementen om shows en schepen te bekijken en te genieten van het inter-
actieve programma. Voor het eerst was het Marinedagenterrein tactisch ingedeeld in vier zones die aandacht gaven aan de clusters Nationale Taken, Internationale Missies, Kennis & Innovatie en Maritieme Instandhouding & Ondersteuning. Zo waren mijnenjagers te zien bij Nationale Taken en lag er een door mariniers beveiligde koopvaarder bij Internationale Missies. Op het gebied van Kennis en Innovatie toonde hightechonderdelen van de KM de laatste snufjes. Maritieme Instandhouding en Innovatie maakte indruk met een prachtige lichtshow, geprojecteerd op een Belgisch fregat in het droogdok van het Marinebedrijf. Andere
buitenlandse fregatten die veel bekijks trokken waren de Britse HMS Lancaster en de Rus RFS Kaliningrad. In het water naast deze schepen toonden mariniers hoe je piraten te lijf gaat en – met hulp van een helikopter – een drugstransport onderschept. Een vaste demo was de amfibische landing, waarbij zeesoldaten met voertuigen onder de ogen van het publiek aan land kwamen. De Marinierskapel sloot de Marinedagen af met de taptoe. Eerder dit weekend had de kapel ook twee zeer gewaardeerde lunchconcerten verzorgd. Die bijval bleek ook uit het berichtenverkeer op social media, waar de Marinedagen uitgroeide tot trending topic.
09|07
Personeel Mariniers Trainings Commando doneert bloed Het personeel van het Mariniers Trainings Commando (MTC) heeft bloed gedoneerd aan de Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Deze stichting levert bloedproducten aan de militaire bloedbank. Zij bewerken de opbrengst tot lang houdbare, diepgevroren bloedproducten die in missiegebieden gebruikt kunnen worden. Momenteel is er een strategische
voorraad bloed voor de trainingsmissie in Kunduz en de antipiraterijmissies. In de afgelopen zes jaar zijn in Afghanistan ongeveer 7000 bloedproducten aan circa 1000 patiënten toegediend. Mede dankzij deze bloedproducten hebben vele patiënten hun verwondingen overleefd.
33
Alle Hens | juli-augustus 2012
logboek
09|07
Marine duikt in eigen verleden Vanaf het duikhulpvaartuig Hydra hebben duikers van de Defensie Duikgroep mogelijke restanten van het historische schip Walcheren opgedoken. Dit vlaggenschip – dat aan tal van grote zeeslagen meedeed – verging in 1689 in het zicht van de haven van Vlissingen. Hierbij kwamen 24 opvarenden om. De provincie Zeeland had de marine verzocht om onderzoek te verrichten voor de rede van Vlissingen. Onderzoek leidde tot de aanname dat de Walcheren na de botsing met het Westerhoofd van de Koopmanshaven van Vlissingen na een vreemde zwenking tot zinken kwam ter hoogte van de voormalige ingang van de Nieuwe Haven. Zowel sonar- als magnetisch onderzoek toonde hier veel verstoringen in de bodem. Op de aangemerkte locatie deed de marine onderzoek met een onderwaterrobot, sonar en duikers. Zowel de sterke stroming als het zeer slechte
zicht onder water maakten de zoektocht complex. Bij het onderzoek zijn twee balken van twee en acht meter aangetroffen. Waar de kortere versie eeuwenoud blijkt te zijn, lijkt de langste balk echter van een jongere datum. Daarnaast is een eeuwenoud bakstenen muurtje aangetroffen. Dit laatste kan volgens een Zeeuwse archeoloog onderdeel uitgemaakt hebben van de broodbakoven van De Walcheren. Voor de marine bood de duikopdracht een ideale gelegenheid voor opleiding en training van duikers en ander personeel. Daarnaast wordt vanuit marinehistorisch oogpunt grote waarde gehecht aan de zoektocht. De gevonden voorwerpen zullen in overleg met de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en culturele instellingen aan nader onderzoek onderworpen worden.
07|07
07|07
Burgers Zoo in teken van thuisfrontcontactdag Eerste patrouillevaarRuim 400 familieleden van de militairen die ook een videoverbinding opgezet met tuig Hollandklasse in deelnemen aan de derde rotatie van de Police Kunduz waardoor militairen kort met hun dienst gesteld Training Group (PTG3) waren in Burgers Zoo in Arnhem aanwezig bij een thuisfrontcontactdag. Het joint karakter van deze eenheid kwam duidelijk naar voren door de aanwezigheid van de directeuren operaties van zowel het CZSK als van de Koninklijke Marechaussee. Naast informatie over de huidige stand van zaken in het missiegebied werd er
naasten konden spreken. Momenteel zijn ruim 900 militairen van de landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee wereldwijd uitgezonden. Zij maken deel uit van verschillende missies in Europa, Azië en Afrika. (Foto: Angela Bosman)
Met de indienststelling tijdens de Marinedagen is patrouilleschip Holland officieel een van Harer Majesteits marinevaartuigen. "Het bewijs dat civiel-militaire samenwerking en innovatie daadwerkelijk tot prachtige resultaten leidt, drijft hier onder onze voeten: het patrouilleschip Harer Majesteits Holland", aldus Defensieminister Hans Hillen bij de indienststelling. "Dit toppunt van technologisch vernuft vaart straks niet meer met tweehonderd, maar met slechts vijftig man over de wereldzeeën. Door het gebruik van niet draaiende radars en camera's in de unieke mast, kan het schip bovendien tot dicht onder de kust worden ingezet." Op de dag van haar indienststelling schonk Hr. Ms. Holland een cheque aan KIKA. Vlak voor het ceremonieel was de heer Schimmel, een van de medeoprichters van KIKA, aan boord van Hr.Ms. HOLLAND om het bedrag van 1000 euro in ontvangst te nemen. KIKA financiert ondermeer onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe behandelingsmogelijkheden om kinderkanker vaker te >>
Alle Hens | juli-augustus 2012
34
logboek
kunnen genezen en 'vriendelijker' te kunnen behandelen. Elk kind dat kanker heeft of krijgt, wordt dan tijdens én na de behandeling veel meer kwaliteit van leven gegeven.
05|07
VGKAZ toneel van grote BHV-oefening De Bedrijfs Hulp Verlening-organisatie (BHV) van de Van Ghentkazerne (VGKAZ) heeft in samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam een grote BHV-oefening gedraaid. Op de kazerne was een instructeur hoegenaamd met zijn voertuig bekneld geraakt onder een munitietransport dat stond te wachten om te tanken. Tijdens de brand die hierdoor ontstond, heeft de BHV getracht het slachtoffer uit het voertuig te halen. Toen dit niet lukte is het voertuig gekoeld, opdat het slachtoffer niet zou verbranden. De lokale Defensie Bewakings en Beveiligings Organisatie (DBBO) had de handen vol aan het weghouden van cursisten die hun instructeur probeerden te bevrijden uit het wrak. Na enige tijd arriveerden ook andere hulpdiensten, zoals brandweer, ambulance, politie en marechaussee. Deze besloten in overleg met de DBBO en BHV om de veilige zone rond de wagens uit te breiden naar 500 meter. Dit had tot gevolg dat de BHV de gehele kazerne diende te ontruimen. Met assistentie van diverse brandweervoertuigen is de brand uiteindelijk geblust en kon het slachtoffer alsnog uit het wrak worden bevrijd. De BHV-organisatie van de VGKAZ waarborgt de veiligheid van iedereen op het kazerneterrein. Om zo goed mogelijk voorbereid te blijven op calamiteiten, vinden geregeld oefeningen plaats, waarbij de samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam, marechaussee en civiele hulpdiensten van groot belang is.
25|06 06|07
Pilot opwerktraject voor de Friesland en de Zeeland Onder leiding van Command Seatrain hebben het marinedetachement Friesland en Zeeland een pilot van de Safety and Readiness Checks (SARC) 4 uitgevoerd. Doel van deze pilot was om gezamenlijk een realistisch trainingsprogramma voor de patrouilleschepen te ontwikkelen. De schepen beoefenden verschillende scenario’s. Om zo goed mogelijk beeld te krijgen van de mogelijkheden van een patrouilleschip werden alle oefeningen afwisselend op beide schepen gehouden. Met behulp van de FRISC werd de trainingsstaf overgezet op het schip dat die dag oefening zou uitvoeren. Na een rustige start met basiscalamiteiten werd toegewerkt naar een complex scenario met een diversiteit aan dreiging en calamiteiten. Voor zowel de Friesland als de Zeeland was deze reis de eerste mogelijkheid om de FRISC operationeel te beproeven. Naast het uitvoeren van de dagelijkse boottransfers werd de, pas opgeleide, bemanning dan ook ingezet voor diverse patrouilles, zowel bij dag als bij nacht. Na de eerste week bezochten de schepen Londonderry. De Friesland en de Zeeland hebben hier het clipperfestival ondersteund. De belangstelling voor de nieuwste schepen van de Koninklijke Marine was zeer groot. Tijdens het open huis op beide eenheden zijn er meer dan vijfduizend bezoekers aan boord ontvangen. Hierna trainden de schepen samen met de Ierse marine. Zo hebben de Ieren een boarding uitgevoerd op de Zeeland, zijn er sleepoefeningen gehouden en
35
heeft de Friesland zijn schip-in-noodrol kunnen beoefenen tijdens een (gesimuleerde) brand op het Ierse patrouilleschip. Tweede havenbezoek van de reis was Plymouth. Nadat de staf van STC van boord was gestapt stonden beide schepen ter beschikking aan de mensen van Flagofficer Seatraining (FOST). Voor velen was dit een eerste kennismaking met het patrouilleschip. Op de eerste dag werden er briefings en rondleidingen gegeven aan afgevaardigden van de diverse afdelingen van FOST. De tweede dag is er op zee een gevechtswachtsoefening gehouden aan boord van de Friesland onder leiding van de seariders van FOST. Voor de bemanning van de Friesland was dit een goede oefening voor de komende SARC 4 periode, voor de seariders van de FOST een goede voorbereiding op de komst van Hr. Ms. Holland medio 2013. Voor zowel de schepen en hun bemanning als de staf van STC is het een nuttige en leerzame periode geweest. Het doel om gezamenlijk tot realistisch trainingsprogramma voor de patrouilleschepen te komen is behaald. Begin december is de Friesland het eerste patrouilleschip dat officieel de SARC 4 in gaat.
Alle Hens | juli-augustus 2012
logboek
Uit de West 15|08
Marine onderschept grote partij drugs In de drugsbestrijdingsoperatie Operation Martillo in het Caribisch Gebied voorkwam het stationsschip Hr.Ms. Tromp de smokkel van 2000 kilogram drugs over zee. In verband met het vervolgonderzoek en nog lopende operaties kon deze informatie niet eerder vrijgegeven worden. Na de detectie van een snelle drugsboot, een go fast, werd er vanuit het operatiecentrum op Marinebasis Parera te Curaçao direct een grootschalige zoekoperatie opgezet. Diverse varende en vliegende internationale eenheden, waaronder het maritiem patrouillevliegtuig van de Kustwacht de Dash 8 en Hr.Ms. Tromp met aan boord haar Belgische helikopter Alouette, zetten een spectaculaire achtervolging in op de go fast, die zich met hoge snelheid verplaatste. Het heeft ertoe geleid dat de opvarenden de
contrabande over boord gooiden. Brigadegeneraal Dick Swijgman, commandant zeemacht Caribisch Gebied en directeur van de Kustwacht Caribisch gebied, noemt de recente onderschepping een groot succes voor de drugsbestrijding in de regio. “Tij-
dens deze actie is nadrukkelijk schouder aan schouder samengewerkt met internationale partners, de Kustwacht Caribisch gebied en de Koninklijke Marine. Het toont aan dat gezamenlijk optreden de sleutel tot succes is.”
06|08
Hr.Ms. Tromp trekt veel bekijks De open dag van Hr.Ms. Tromp in Willemstad heeft veel mensen naar het stationsschip getrokken. 421 Bezoekers liepen de valreep op en konden met eigen ogen zien hoe een luchtverdedigings- en commandofregat (LCF) er van dichtbij uitziet. Het
was voor velen een unieke kans om dit type marineschip te kunnen bewonderen. Want niet eerder voer een LCF als stationsschip in de Caribische Zee. “De reacties zijn heel leuk”, vertelde matroos ODVB Niels Los die op de bak eventuele vragen van mensen be-
Alle Hens | juli-augustus 2012
36
antwoordde. “Ik vind het een hele grote en mooie boot”, was de enthousiaste reactie van de zesjarige Chayenne Rozalina die breed glimlachend poseerde bij de vlag voor haar fotograferende vader.
logboek
WieWatWaar 09|07 Aan boord van Hr.Ms. De Ruyter kreeg LTZ2OC Vincent van Maren het certificaat voor de CCO typeopleiding LCF uitgereikt. Hij verkreeg dit certificaat op basis van de competenties die hij opdeed tijdens een uitdagend en afwisselend vaarprogramma. Er is een grote behoefte aan gekwalificeerde CCO’s in de rang van LTZ2OC. Het traject van de Eerder
Verworven Competenties (EVC) heeft zich in de praktijk bewezen. Dit succes is vooral te danken is aan het initiatief van de commandant van de Operationele School en de commandant van Hr.Ms. De Ruyter.
Aankondigingen
29|08 Benefiet muzikaal evenement ‘Vrienden van Pazaric’ In Studio 62 op Willemsoord begint om 15.00 uur een twaalf uur-durend muzikaal evenement waarvan de opbrengst naar de gehandicapteninstelling Pazaric in Bosnië-Herzegovina gaat. Deze instelling is geadopteerd door twee inwoners van Den Helder die ermee in aanraking kwamen tijdens hun missie in Sarajevo. Het instituut is verdeeld over drie locaties en draagt zorg voor
bijna vierhonderd geestelijk en lichamelijk gehandicapte mensen van alle etniciteiten afkomstig uit heel Bosnië. Pazaric ontvangt hier een overheidsbijdrage voor van slechts 13 Euro per inwonende per dag, maar moet hiervan alle kosten betalen. Niet alleen de medicatie, voeding en kleding van de bewoners, maar ook de salarissen van de medewerkers, onderhoud van de gebouwen, gas, licht en water. Kaarten voor dit evenement kosten 5 Euro. Voor vragen of een bijdrage:
[email protected]
Reünies 27|09 Veteranen/
oud-militairen bijeenkomst. De ontmoetingsbijeenkomst wordt gehouden in de Gen.Maj. De Ruyter van Stevenic kazerne in Oirschot. De reünie begint om 10.00 uur. De toegangsprijs bedraagt €15 over te maken op 2940268 t.n.v. S.V.O.M. in Gemonde. De sluitingsdatum is 20 september. Voor meer informatie: Gijs Bertens, telnr 073-5518842 of 0653471991. E-mail:
[email protected]
04|13 Reunie ex-schrijvers/ logistieke dienst administratie Op woensdag 17 april 2013 wordt de 2-jaarlijkse reünie voor ex-schrijvers/lo-
gistieke dienst administratie gehouden. De reünie in het evenementencentrum op het Marine Etablissement Amsterdam begint om 09.30 uur en is toegankelijk voor actief-/postactief dienenden en tevens zijn van harte welkom echtgenotes, partners en introducés. De toegangsprijs bedraagt € 17,50 over te maken op 55.65.51.664 t.n.v. exschrijvers/LDA-personeel der KM te Den Helder, o.v.v. naam, adres, woonplaats, actief dienend cq postactief en/of veteraan. Tevens vermelden uw kenteken, indien u per auto komt. De sluitingsdatum is 17 maart 2013. Aanmelden via de website http://www.schrijvers-lda.nl, dan wel schriftelijk bij W. Kram, Com-
37
mandeursplein 15, 1785 NE Den Helder, e-mail
[email protected] .
06|13 Reünie
opvarenden Hr.Ms. Limburg en Hr.Ms. van Galen Op 7 juni 2013 houdt FERTH1973 een reünie in de Dukdalf te Den Helder. Deze reünie is voor alle opvarenden van Hr.Ms. Limburg en Hr.Ms. van Galen in de periode mei 1973 tot december 1973 en alle anderen die aan deze reis hebben deelgenomen. Kosten bedragen € 20.00 p.p. over te maken op 461752492 o.v.v. reünie 2013. Opgeven kan via
[email protected]. voor 15 mei 2013.Na opgave en betaling zal een programma worden toe gestuurd.
Alle Hens | juli-augustus 2012
mensen & M U T A T I E S
officieren Bevorderingen CDRE M.G.L.H. Tossings KOLMARNS E.J.M. Blommestijn KTZE J. van der Wal KLTZ J.W. Stricker KLTZ E.C.W. Jansen KLTZ J. Veken KLTZT M.J. Windt LTKOLMARNS B.C.A. Vlasman LTZ 1 R. Arriëns Dwarshuis LTZT 1 R.T.Q. Bierman MAJMARNS G.J. Schoe MAJMARNS S.M. Mastenbroek MAJMARNS F. van den Brink LTZAR 2OC J.C. Fockens LTZ 2OC O.P. Middelkoop LTZ 2OC F.P.W. Smeets LTZE 2OC O. Zeijpveld LTZ 2OC H. Ju LTZ 2OC R.A. van Hulst LTZT 2OC J. Hamer LTZA 2OC M. Verhoef LTZT 2OC B.F. van Rijssen LTZE 2OC B.F. Duursma LTZA 2OC G.J.J. Meijer KAPTMARNS M.G.J. Mesters LTZA 2 R.J. Koppe LTZ 2 J.W. Griffioen LTZA 2 A.L.C. Kipp LTZE 2 R.S.A. Domburg LTZ 2 L.J. Meijer LTZA 2 J. Havik LTZSD 2 H. Wessels LTZT 2 J. Mosterd LTZ 2 F. Dijkstra LTZ 2 A. Bakker LTZT 2 P.A.T.C. Janssen LTZSD 2 H.J. de Raat
SGTTDW J.M. Hempenius SGTTDW G.J. Kranenburg SGTODVB B.B. Balke SGTLDV C.B. Schnelle SGTTDW D.D.J.J.M. Brekelmans SGTMARNALG E.J. Bouwmeester SGTMARNALG D. Buchner SGTMARNALG B. Rossenaar SGTMARNALG E. de Vos SGTMARNALG P.F.M. Haasnoot SGTMARNALG A.A. Domselaar SGTMARNVB H. Elbers SGTMARNALG A.A.W. Lucius SGTMARNALG C.P. Berghout SGTMARNALG S. Lokers SGTMARNALG O. Polák SGTMARNALG R.H.A. Doomen SGTMARNALG W.H. Barboza SGTMARNALG C.J.H.M. van As SGTMARNALG L. Knol SGTMARNALG J. Brink SGTMARNALG H.J.F. Navarro SGTMARNALG C.H.A. Vos SGTMARNALG M. Straatman SGTMARNALG G.B. Toonen SGTMARNALG R. Klein SGTMARNALG J.J.M. Groeneveld KPLLDGD R.B. Nijkamp
LTZAR 1 M.A. Hagenbeek (98-1) LTZ 1 J.A. Kommers LTZ 1 A.M. Bombeeck LTZT 1 R. Dorsman LTZA 1 R.W.I.M. Tromp LTZ 2OC R. Hondema LTZT 2OC D. Krijger LTZT 2OC A. Kruijswijk LTZE 2OC B.G.M. Mertens LTZAP 2OC C.A. Parra Cuadros LTZ 2OC F.E. van Dam
Bevorderingen: AOOBDSD J.P.M. Stooker AOOODND J.J. van den Nieuwendijk AOOODVB H.A. Banga AOOODVB H. Kooistra AOOMARNVB K.W. Boon AOOMARNALG P.L.C. Roos AOOMARNALG J.P.M. Suijkerland AOOMARNALG F. Stam AOOMARNALG A.L.M. Broere SMJRODVB E.T.P. Kompier SMJRLDV W.J. Smit SMJRODVB J.H.M. van Daelen SMJRODVB J.W. van der Heijden SMJRODND C.J. Dijkstra SMJRTDE A.F.M. Ooijevaar SMJRMARNALG E.M. Henkes SMJRMARNALG R. Kooijker SMJRMARNALG P.G. de Groot SMJRMARNALG A.R. Jonker SMJRMARNALG R. Boudewijn SMJRMARNALG G. Steenis SMJRMARNALG R.S.S. Hardjokoesoemo SMJRMARNALG J.G. Herman SMJRMARNALG S.F. van der Kraan SMJRMARNALG D.J. Gram SMJRMARNALG N.B. Amanfo SMJRMARNALG R. Loeve SMJRMARNALG A.J.P. Meurs SMJRMARNALG M.S. Broekhuizen SGTWDS M.O. Lagemaat SGTODOPS D.J. van der Ree SGTWDS F.A. Mulder SGTTDW A. Hozee SGTLDGB M.C.F. Timmermans SGTODND R.J.A. Broens SGTTDW J.A.C. Mol
SGTMARNALG A. Grashuis KPLODOPS A.C. Doorn KPLTDW F.H.C. Huider KPLWDS R. de Jong KPLODVB J. Jutte KPLODOPS S.P.A. Knoop KPLWDS J.J. Koot KPLTDW M. Mentink KPLTDW R. Onrust KPLODVB R. de Oude KPLWDS B.P. Welfing KPLODOPS R. Beekhof KPLLDV J.C. Cuperus KPLLDV H.J. van Katwijk KPLTDW F.J. Kreuger KPLODVB G.H. Kuipers KPLAOVLGR Y. Roschar KPLWDS M.R. Slagter KPLTDE W. Spreij KPLLDA J. Tjepkema KPLDTW T.R. Tjong-Ayong KPLTDW P.G.B. Werné KPLTDW D. de Boer KPLODND M. Demoitie KPLWDS T.E. van Egmond KPLLDA C.W. van Kampen KPLLDV D.R. Pasveer KPLODOPS A. Polak KPLWDS M.A. Schikan KPLBDTAA M. Tensen KPLMARNALG W.E.S. Ramakers van Praag KPLMARNALG X. Visser
onderofficieren Dienstverlaters AOODOPS R. Niesing AOOODVB W.F. de Graaf AOOWDW R.R.A. de Wit SMJRBDMZKT S.J.A.P. van der Loo SMJRMARNALG M.A.M. Kerremans SMJRMARNALG F. Wijenberg SMJRWDE R.S. Cairo SMJRLDV H. Fijn SMJRWDV P. van der Spek SGTLDA S.M.I. Boddeke SGTLDGB E.H. de Groot SGTTDE G.F. Hart SGTLDV R. Holm SGTLDV H.A. Muurling SGTODOPS J.A.A. Smits SGTTDE M. Jansen SGTTDW N.H. Janssen SGTWDS R. van der Kam SGTBDMZKT M. van der Kooi SGTTDE B. Küsters SGTTDW Z.K. van Slochteren SGTMARNALG M.J.J. Broers SGTMARNALG J. Meijer
In Memoriam AOOLDA R.J. van Leeuwen SMJRTDE R.C.G. Blokker SGTODVB W.M. de Nijs
manschappen Dienstverlaters KTZ M.J Biekart KTZ P.F. de Boer KTZAR C.P. Bleeker KTZ C.J.H. Trimpe Burger KOLMARNS M.J.M.S. Hekkens KLTZA G.M. Hellings KLTZ R.P.C van Leeuwen KLTZSD P.J.G. ten Thije KLTZ E.P. Bussemaker LTZ 1 J. Bakker LTZT 1 J.J.M. Bogaert
burgers Alle Hens | juli-augustus 2012
38
mensen & M U T A T I E S
officieren Bevorderingen MATR 1 LDV T.J. van Vlierden MATR 1 OD R.R. Hilst MATR 1 OD M. Kalk MATR 1 TD O.P.P. Segers MATR 1 LDV J. Riteco MATR 1 TD P. de Kort MATR 1 LDV J. van Bekkum MATR 1 TD R.M.K. Jonker MATR 1 LDV C. den Breejen MATR 1 TD R. Gijzen MATR 1 OD R. Hiemstra MATR 1 TD W. Boonstra MATR 1 OD R.L.A. Huijding MARN 1 MNT B.A.L. Bremer MARN 1 MNT M.L. Gaal
Dienstverlaters: ADBA D. van de Geijn ADBM P.T.L. Oudendijk MATR 1 ODOPS D. Botman MATR 1 ODVB J.C. Egelie MATR 1 BDMTD A. Hensema MATR 1 OD B.G.C. Nieuwenburg MATR 1 OD D.A.H. Soethaert MATR 1 WDS J. van Schendel MATR 1 LDA L.D.A. Bezouw MATR 1 LDGB I. Dubbeld MATR 1 OD A.W. Groenendijk MATR 1 TD N. Hogenbirk MATR 1 OD D.H.A. Jamin MATR 1 TD D. Langerak MATR 1 LDA R.M. van Mazijk MATR 1 TD M.C. Spaargaren MATR 1 TDW T.M. Stigter MARN 1 ALG A. Oosting MARN 1 ALG J. Pieters MARN 1 ALG J. Havenaar MARN 1 ALG T. van der Sluijs MARN 1 ALG M.H.M. de Groot MARN 1 ALG B. Harmsen MARN 1 ALG M. Jagt MARN 1 ALG B. de Lange MARN 1 ALG D. van der Linde MARN 1 ALG M. Melissant MARN 1 ALG J. Tawaäng MARN 1 ALG R. Vennix MARN 1 ALG B. Wijn MARN 1 VB M. van der Linden MARN 1 ALG J.J. Wouters MARN 1 ALG Z. Geensen
MARN 1 ALG M. de Boer MARN 1 ALG S.R. Elink Schuurman MARN 1 ALG S. Reus MARN 1 ALG J.J. Schoneveld MARN 1 ALG S.A. Veldhuis MARN 1 ALG J.W. de Wagt MARN 1 ALG J. Saanen MATR 2 TD M.D. Dorsselaer MATR 2 TD T.W. Riewald MATR 2 OD F. van Rijn MATR 2 LDV D. Scheffer MATR 2 ODVB K.D.C. Ling MATR 2 OD M. Stigter MATR 2 TD H.L.R. Swinkels MATR 2 LDV M.P. Schans MATR 2 TD J. Smithuis MATR 2 TD L.B. de Wit MATR 2 TD A. van de Worp MARN 2 ALG E. Baggen MATR 2 WDS J. Bokhove MATR 2 ODVB M. de Haan MARN 2 ALG M.C.P. Lemson MARN 2 ALG R.B. Meijerink MATR 3 TD C.E.J. van den Heuvel MATR 3 ODVB D. Olthof MATR 3 WDS T.W.M. Otten MATR 3 LDV R.L.M. Dix MATR 3 ODVB R.W.G. Hengst MATR 3 LDV R. Bijlsma MATR 3 OD R.J. Wormgoor MATR 3 OD K. Maijer MARN 3 C. van Rijn MARN 3 ALG M. de Winter MARN 3 S. Heuijerjans MARN 3 J.P. Huijbers MARN 3 G.X. Bödeker MARN 3 ALG T. Korsuize MARN 3 D.E. van de Scheur MARN 3 S.C.M. ter Veld MARN 3 R.A.G. van Velthuijsen MARN 3 S. Wokke MARN 3 J. Bakkenes MARN 3 W.C.A.M. van Berkel MARN 3 S. Boudewijns MARN 3 M.H. Floor MARN 3 A. Geel MARN 3 C.A. Hoekmeijer MARN 3 G.J. Houwers MARN 3 P. Immers MARN 3 E.B. Koeze MARN 3 N. Maarseveen MARN 3 B. Pama MARN 3 R. Wiggers
MARN 3 C.J. de Zwaan MARN 3 J. Zwets
E.L. van Mourik, 05 H. Oostindiër, 05
In Memoriam MARN 1 ALG R.A.M. Bakker
Dienstverlaters J.P. Hof, 11 J. Alserda, 11 J. Ricken, 11 W. Dust, 10 M.C. Petter, 10 J.A. Pieterse, 10 J. Hoekman, 10 E. Elbers, 09 W.F. de Jongh, 09 C.J. van Zoest, 09 R. Oudshoorn, 09 J. Regeling, 09 J.T.L. Steenbergen, 09 M. Asselman, 09 J. Buijs, 08 W.P. Reijerkerk, 08 U.H. Jaasma, 07 H.F. Medendorp, 07 J.H. Visje, 07 T.A. Wijnker, 06 J.F. van Groesen, 06 M.R. de Haan, 06 B. Gharbaran, 06 J.H.F. Willemsen, 06 C.J. de Boer, 05 E.M.A.P. Grotzinger, 05 H. Nota, 05 C.J. de Wit, 05 F.J. Fischer, 04 J. Heesakkers, 04 L. van der Kraats, 04 J. Schouwe, 04 R.E. Kemble, 05 D. Smit, 05 T.J.M. Hoogenbosch, 04 J.C. Buisman, 04 P.H. Strooper, 04 B. de Does, 03 N. Barhorst, 02 S. Vos, 02 F. Aydoun, 02
Bevorderingen J. Pas, 11 R. Kwast, 11 M.A. Pronk, 11 M.E. de Koning, 11 E. Sirach, 10 A. Vicenzetto, 10 B.A. Dehne, 10 P.M.M. van Schie, 09 M. Stolte, 09 R.E. Hulsebosch, 09 A.A.A. Buijks, 09 P.M.M. van Schie, 09 F.E. Schuijt, 08 R. Veld, 08 R. de Boer, 08 D.C. Feller, 08 B.R.F. Kuilman, 08 A. de Haan, 08 E.A. van der Mee, 08 R. de Boer, 08 J.G.H. de Boer, 08 V.S. Stigt, 08 O. Kramer, 08 D. Margés, 07 M. Gerssen, 07 P.W. Terpstra, 07 M.A. Veenstra, 07 F.W. Tuithof, 07 R.J. de Vries, 07 M.J. Huisman, 07 F. Tompot, 06 E.D. van der Linden, 06 E.N. Lackroij, 06 S. de Hoo, 06 W.H.G. Severins, 06 J.M. Clements, 06 B. Ivulic, 06 P.A. Dekker, 06 M.L.E. Bron, 06 R.W. Bootsma, 05 R. Reuvers, 05 K. Woort, 05
onderofficieren
manschappen In Memoriam J.J.A. Vlaar, 12
burgers 39
Alle Hens | juli-augustus 2012
Doe mee! Als medewerker van de Koninklijke Marine ben jij het gezicht van onze organisatie. Jij hebt een bijzondere taak in een bijzondere organisatie en daar mag je best trots op zijn. De Koninklijke Marine vindt het belangrijk om dit te delen met de buitenwereld. We willen je daarom oproepen om hier aan mee te helpen. Deel jouw ervaringen binnen de marine via Facebook, Hyves of Twitter en laat aan jouw vrienden zien hoe jij je inzet voor veiligheid op en vanuit zee.
De Koninklijke Marine, dat zijn wij. Het visitekaartje, dat ben jij.
Ik ben ambassadeur van de marine Facebook.com/KoninklijkeMarine