IVN Nederland Plantage Middenlaan 2c Amsterdam Postbus 20123 1000 HC Amsterdam tel. (020) 622 81 15 fax (020) 626 60 91 e-mail:
[email protected] internet: www.ivn.nl
notulen Workshop ‘Nieuwe competenties voor NME-ers?’ door Theo Kuijpers “We komen uit een groene hoek met een groene hoed en groene kant-en-klare lesproducten en we gaan naar een organisatie, waarin de NME-er moet kunnen ondersteunen, adviseren, makelen en schakelen”. Theo liet enkele oude personeelsadvertenties zien, waarin gevraagd werd naar onderwijservaring en -bevoegdheid en vooral een goede natuurkennis. Op basis van een fictieve advertentie voor een moderne projectleider NME/C werd in tweetallen gediscussieerd over de benodigde competenties voor een dergelijke NME-functie.
datum 19 juni 2009 betreft Verslag workshops Trenddag 2009 aanwezig afwezig
Uit een lijst van competenties voor educatief medewerker, programmaleider en leidinggevende konden we drie belangrijke kiezen of zelf bedenken. Bijna iedereen kwam met andere competenties. Genoemd werden o.a. communicatief, klantgerichtheid, samenwerken, creativiteit en doel- en resultaatgerichtheid. Ook omgevingsbewustzijn, kunnen netwerken en politieke gevoeligheid werden genoemd als belangrijke competenties. De drie leidinggevenden in de groep noemden als belangrijke competenties: ondernemerschap, marketing, en strategisch inzicht. Tot slot inventariseerde Theo in de groep wat we moeten we organiseren aan opleidingen om de juiste competenties aan te brengen. Genoemd werden: projectmatig werken, adviesvaardigheden en klantgerichtheid, maar ook tactisch management (arrangement-denken) en geef vooral voorbeelden van “best practices” en laat de cursist die ook zelf uitvoeren. Workshop ‘Complexe vraagstukken’ door Gerben de Vries, docent geschiedenis Marnix Academie Utrecht De workshop ging over de wijze waarop complexe vraagstukken (bijvoorbeeld energie, klimaat) aan leerlingen van de basisschool kan worden overgebracht. Gerben de Vries, docent geschiedenis van de Marnix Academie Utrecht, leidde de bijeenkomst. In zijn presentatie legde hij uit dat er in de kerndoelen voor het basisonderwijs wel verwijzingen zijn naar het leren over het verleden maar geen enkele naar het leren voor de toekomst. ‘En dat maakt jullie werk verrotte moeilijk’. Jongeren weten veel van de wereld, via internet en andere media. Je moet ze die informatie dan ook niet onthouden zoals lang in Nederlandse onderwijs- en
pagina 1
educatiekringen werd gedacht. ‘Het voorspiegelen van een wereld waarin alles in orde is, werkt verwarrend en ontwikkelingsremmend’ (Sohr e.a., 1998. ‘Politische Persönlichkeiten’). Verdere literatuur op de volgende websites: www.duurzamepabo.nl en www.senternovem.nl/mmfiles/T21_didaktik_nl_090224_2_tcm24-295526.pdf. Groepswerk aan de hand van een aantal gegeven thema- en didactische criteria leidde tot een veelheid aan ingangen voor het ontwerpen van educatieve/onderwijsprogramma’s rondom complexe (vaak mondiale) vraagstukken. Afronding van dit deel van de workshop vond plaats door een ‘carrousel’: op bezoek gaan bij andere tafels. In de laatste ronde – waar de eigen betrokkenheid aan de orde werd gesteld – kwamen diverse opmerkelijke zaken naar voren zoals de brede bereidheid om de gebruikte checklists over thema- en didactische aanknopingspunten direct te gaan gebruiken, de behoefte aan samenwerking tussen instellingen (in het bijzonder het betrekken van OCW hierbij!) en de wens de eigen instelling op dit ‘complexe spoor’ te zetten (het IVN werd expliciet genoemd).
notulen Workshop ‘Hoe duurzaam is NME’ door Petra Jansen, Stichting Veldwerk Nederland ‘Hoe ben JIJ nou in contact gekomen met en geïnteresseerd geraakt in natuur?’ Met die vraag start de workshop. Zoete herinneringen worden opgehaald en het blijkt dat in deze groep zowel ouders als het ‘buiten spelen’ een grote invloed hebben gehad. Sommige onderzoeken beweren dat door een investering in NME ervaringen in het basisonderwijs bij diezelfde jongeren jaren later een grotere impact in natuurbeleving merkbaar is dan bij leeftijdsgenoten zonder deze ervaringen. Een ander onderzoek spreekt dat tegen en zegt dat NME niets toe doet. Uit het totaal aan onderzoeken (inclusief het eigen onderzoek van Stichting Veldwerk Nederland) worden de volgende conclusies getrokken: Om interesse voor de natuur te ontwikkelen/stimuleren zijn binnen NMEarrangementen nodig: • Een diversiteit aan activiteiten, zodat verschillende competenties van de jongeren aangesproken worden. • Magische momenten (momenten van verbazing en/of spanning) • Meerdaags (samenzijn) • Wilde natuur (het gevoel dat je alleen bent, alles mag, niet door je ouders of wie dan ook op de vingers gekeken wordt) • Zelf een bijdrage kunnen leveren aan/in de natuur • Aanspreken van de zintuigen. Workshop ‘Jongeren bereiken we zo…. ‘ door Kris van Koppen, Universitair hoofddocent Wageningen Universiteit en researchcentrum en bijzonder hoogleraar NME Universiteit Utrecht. In de inleiding door Van Koppen werd een beeld geschetst van de algemene ontwikkeling van jongeren en jongeren en natuur. Tussen 12-17 jaar ontstaat bij jongeren een tijdelijke dip in aandacht voor natuur. Om hen te interesseren zijn met name directe natuurervaringen, een eigen inbreng en samenwerking met andere jongeren van belang. Vier NME centra (Amsterdam, Den Haag, Zoetermeer en Dordrecht) gaven voorbeelden van succesvolle projecten gericht op jongeren en de factoren die dit succes helpen verklaren, zoals investeren in – en zorgen voor continuïteit in de relatie met docenten, een vraaggerichte aanpak, een coachende rol naar jongeren, het leveren van maatwerk. Discussie met de deelnemers leverde een boeiende uitwisseling op van nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor aansluiting op de leefwereld van jongeren.
datum 19 juni 2009 betreft Verslag workshops Trenddag 2009 pagina 2
Citaat uit de discussie: “ Er zijn zoveel ingangen om jongeren te bereiken, dat het gewoon tof wordt!”
Workshop ‘Werken met het arrangementenmodel’ door Corrie Reijnhout en Bas Bresters, AGDO In deze workshop wordt belicht hoe de Adviesgroep Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (A-GDO) werkt met het arrangementenmodel. Zij zoeken samenwerking met het NME-werkveld en laten concrete voorbeelden zien van groene en energiearrangementen voor het basisonderwijs die op dit moment ontwikkeld worden. Citaat (Corrie): “Het is niet ons doel dat er in elke gemeente een NME-centrum te vinden is, maar wel moet in elke gemeente onderkend worden dat NME een sterk instrument is voor Duurzame Ontwikkeling.” Er zijn interessante ontwikkelingen op het gebied van NME en beleid, en de verbinding daartussen. Kenmerkend is dat de stroom ‘omhoog’ gaat; lokaal wordt er het initiatief genomen om invloed uit te oefenen op landelijk beleid. Een omslag, want meestal is het juist landelijk beleid dat sturend is voor lokale uitvoering. Ook het A-GDO, de Adviesgroep voor het GDO (Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling) volgt deze lijn. Bij het GDO zijn inmiddels meer dan honderd gemeenten aangesloten. In de Adviesgroep vind je de ‘Koplopers’ van het NME-veld, o.a. alle grote NME-centra met een gemeentelijke opdracht. Het A-GDO heeft een korte lijn met het programmabureau NME, maakt afspraken met 2e lijnsorganisaties als IVN, SVN en SME, professionaliseert de centra en pakt de witte vlekken aan door per provincie structuur aan te brengen. A-GDO en GDO staan samen voor een vernieuwing van NME, waar er d.m.v. succesvolle arrangementen zakelijk, effectief en inspirerend NME wordt aangeboden in samenwerking met bedrijfsleven, wetenschap, onderwijs en maatschappelijke organisaties.
notulen
datum 19 juni 2009 betreft Verslag workshops Trenddag 2009 pagina 3
Meer informatie vind je op: http://www.lokale-nmc.nl Workshop ‘Leerlijnen’ door Sonja Verheijen en Kris van Koppen In deze workshop vertellen Sonja Verheijen en Kris van Koppen over hun onderzoek naar leerlijnen. Dit onderzoek is onderdeel van het project ‘Kennistransfer NME’. Na een korte inleiding wordt de deelnemers gevraagd om stelling te nemen. Er zijn papieren opgehangen met stellingen over welk aspect het belangrijkst is bij een leerlijn. De deelnemers gaan bij de stelling van hun keuze staan. De stelling ‘ervaringen in de eigen omgeving’ kan op de meeste aanhang rekenen. Na een korte uitwisseling gaan de deelnemers in de ontstane groepjes aan de slag. Ze bespreken wat hun aspect betekent voor de uitwerking van een leerlijn. De groepjes presenteren kort hun bevindingen aan elkaar. Citaat: het belangrijkste in een leerlijn is het zelf ervaren van de natuur. Het gaat eerst om emotie, pas daarna om didactiek (stelling 3). En het helpt kinderen met ADHD, dus met die ontwikkeling van het kind zit het ook goed (stelling 1).
Workshop ‘Welke rol kunnen traditionele NME-activiteiten hebben in een arrangement’ door Olle Mennema en Leendert Koudstaal, Gemeente Den Haag Olle en Leendert zijn in Den Haag een project rond bomen gestart met een lespakket, een les naar buiten en een tentoonstelling. Een groot succes dat aangevuld met activiteiten als GPS, het planten van bomen door leerlingen, excursies en een bomenwagen (wagen verbouwd als lespakket) – als doorgaande leerlijn werd overgedragen aan de Stichting ElemenTree. Er wordt naar gestreefd om iedere nieuw aan te planten boom te koppelen aan een
leerling, zodat behoud van deze boom iets meer gewaarborgd is. Later in het traject werden hier nog aan vastgekoppeld de boombelevingstas voor NSO, aanplanten van grootschaliger bos en zogenaamde Green Courts (plekken die in samenwerking met scholen, gemeenten, leerlingen en andere partijen een groenere invulling toebedeeld kregen). Workshop ‘Maak meer van maatschappelijke stages’ door Aafke Hoek, CPS De workshop ging over de wijze waarop NME (beter) gebruik kan maken van maatschappelijke stages. Aafke Hoek, specialist op dit gebied bij het CPS te Amersfoort, leidde de bijeenkomst. In haar presentatie gaf ze een uitgebreid overzicht van hetgeen zich momenteel op politiek en praktisch gebied met betrekking tot maatschappelijke stages afspeelt. Over ruim een jaar is iedere school in het voortgezet onderwijs verplicht haar leerlingen in de gelegenheid te stellen om gedurende de schoolloopbaan 72 maatschappelijke stages te doen.
notulen Een aantal deelnemers heeft al ervaring opgedaan met leerlingen die een ‘groene’ maatschappelijke stage volgden. En daarbij kwamen nogal wat knelpunten naar voren: • de ontvangende instelling krijgt in principe geen vergoeding (wat zeker voor de kleinere instellingen een groot probleem is), • indien de instelling vrijwilligers voor de begeleiding van de stage inzet, dan moet er eerst worden gewerkt aan het overbruggen van de verschillende ‘werelden’ waarin scholieren en vrijwilligers leven en werken, • veel jongeren hebben het idee: ‘Klus klaar, klaar’, • niet altijd passen de timing van de instelling en de school en de vraag is wie hierin beslissend moet zijn,vaak is er in het geheel geen contact met de school; zeker wanneer scholieren worden weggestuurd van school met de boodschap: ‘Ga maar een stageplaats zoeken’, • soms wordt de maatschappelijke stage eenzijdig ingevuld: ‘Ze kwamen naar Milieudefensie en moesten op de jongerenafdeling alleen maar typen’, • de periode van de stage kan worden verdeeld over alle leerjaren; dat leidt er vaak toe dat scholieren maar heel kort bij de instelling zijn: ‘Op de eerste dag vertel ik een beetje hoe het bij ons allemaal zit, op de tweede dag gaan ze al wat doen en op de derde dag zijn ze alweer weg; dat doen we dus niet’. Maar ook, gelukkig, zijn er diverse voorbeelden van stages die zonder al teveel problemen zijn uitgevoerd. De deelnemers kwamen op dat vlak met een aantal situatieschetsen waarna er plenair een discussie op gang kwam. Uiteindelijk concludeerde men dat deze bijeenkomst bijzonder informatief was geweest. Workshop ‘Meer dan de som der delen; het benutten van diversiteit in arrangementen door middel van sociaal leren’ door Arjen Wals, Wageningen Universiteit Sociaal leren werd in de inleiding van Wals omschreven als een manier van leren binnen arrangementen die nieuwe energie geeft en leerprocessen voor duurzame ontwikkeling stimuleert. Diversiteit in de groep (zoals bij vertegenwoordigers van de verschillende assen in een arrangement) stimuleert dit leerproces omdat dit onverwachte botsingen van waarden en belangen naar boven brengt waarmee oude denkwijzen en patronen doorbroken kunnen worden. ‘ Eindgebruikers’ zijn er niet; iedereen leert. Via verschillende werkvormen die perspectiefwisseling en co-creatie van kennis benadrukten, ervoeren de deelnemers de betekenis van deze theorie aan den lijve. Voorbeelden zijn het met aandacht elkaar voorstellen aan de
datum 19 juni 2009 betreft Verslag workshops Trenddag 2009 pagina 4
groep (eenvoudiger gezegd dan gedaan) en het in een groep van mensen van verschillende achtergronden ontwerpen van een nieuw arrangement. Citaat van een deelnemer: “ Zeg arrangement, dóe arrangement; we zeggen wel dat we al in arrangementen werken, maar doen we het ook echt?” Een arrangement is een combinatie van bestuurlijke partijen, aanbieders, eindgebruikers en vernieuwers; opdat projecten en producten een brede basis hebben, bestuurlijk ingebed worden en afname vinden bij de eindgebruiker doordat er vraaggericht gewerkt wordt. Wat het Programmabureau NME wil bereiken met arrangementen is dat de verantwoordelijkheid van NME bij het bestuur komt te liggen, in tegenstelling tot zoals nu bij de NME-instelling. Aan het NME-werkveld de uitdaging om bestuurders duidelijk te maken dat veel van hun beleid zich laat vertalen naar NME, dus de kracht van NME als beleidsinstrument. Nadrukkelijk werd gesteld om bij een arrangement het gesprek gedurfd en open in te gaan: wat kan ik bijdragen. Dit kan tot verrassende uitkomsten leiden en voorkomt in gebaande paden denken. Voor een bestuurlijke partij is het aantrekkelijk mee te werken in een arrangement vanwege de cofinanciering tot maximaal 50%. . Citaat: “Wie gaat zich in Nederland verantwoordelijk voelen voor NME?” Of: “We zijn te bellen!” Literatuur sociaal leren en inspirerende werkvormen: Hoeven, N. van der ; Wals, A. ; Blanken, H. (2007) De akoestiek van sociaal leren : handreikingen voor de inrichting van sociale leerprocessen die bijdragen aan een duurzame wereld. Utrecht : Programmabureau Leren voor Duurzame Ontwikkeling (2007). Waal, M. van der, Wals, A (2009) Onderzoek inspirerende werkvormen en leeromgevingen (ILO) voor NME. Wageningen Universiteit Houdt, J. van den; Siebering, V. (2009). En nu naar buiten! Werkvormen voor training en coaching. Zadoks Uitgeverij. Workshop De rol van NME in arrangementen door Bowine Wijffels en Marieke van der Werf
notulen
datum 19 juni 2009 betreft Verslag workshops Trenddag 2009 pagina 5