●
●
●
Tekst en ©: Hubert van Onna, Drebboloog en Voorzitter van het Tweede Drebbel Genootschap e-mail:
[email protected], mobile tel: 00310653 996 111. www.drebbel.net (i.o.) 30 maart 2007
●
●
●
1
Drebbel wandeling door Alkmaar 1572, Cornelis Drebbel wordt te Alkmaar geboren. Op 28 juni kiest de stad Alkmaar de kant van de Staten-Generaal. 8 oktober 1573. Bij Alkmaar begint de overwinning, de Victorie. Een roemloze aftocht van het Spaanse leger na een beleg van zeven weken. Diezelfde maand verliest de Spaanse vloot, onder leiding van Admiraal Graaf de Bossu, een belangrijke zeeslag van de Geuzen, op de Zuiderzee. 1576; de Staten van Zeeland sluiten zich bij het opstandige Holland aan. De Unie van Utrecht, 23 januari 1579, het geboortejaar van de Staat der Nederlanden. 1581; de Apologie of Plakkaat van Verlaetinghe, de afzwering van de Spaanse koning Philip als soeverein van de Nederlandse Provincies.
1597
Kaart van Alkmaar, in koper gedreven door Cornelis Drebbel en Anthonisz Anthoniszn. ALCMAER vermaert, leyt wel bewaert Rondt om met Meeren seer pleysant: Oock met schone weyden, zaedland va[n] beyden En veel treffelycke dorpen wel bemant Van elcker cant,comt lyftocht in over vloet: De Soutnering die Stadt oock florere[n] doet
Cornelis Jacobszoon Drebbel 1572 Alkmaar 1633 Londen
2
Parkeren: auto in Singel Garage bij Molen van Piet aan de Singel, vlakbij Alkmaarsch stadscentrum. Route wandeling: Start wandeling bij stadsuitgang Parkeergarage, Ritsevoort, Koorstraat en Cultuurplein, bezoek aan Stedelijk Museum Alkmaar (maandag gesloten), via Koningsweg, Doelenstraat, Hoogstraat, Langestraat, vdBoschstr, Nieuwe Sloot, Lombardstraat, Koningsweg, Korte Nieuwe Sloot, Magdalenastr., Houttil, Waagplein, PAUZE in de Boom, de Mient, Visbanken, Hekelstr. Appelsteeg, Fnidsen, Bierkade, Oude Gracht, Hofstraat, Vijvertje, Ridderstraat, Oude Gracht, terug bij de Molen van PietParkeergarage. Bron. Foto‟s, o.a: boek Geschiedenis van Alkmaar, www.alkmaar.nl/monument; tekst, Hubert van Onna, Drebboloog mobiel: 0653 996 111
Molen van Piet Clarissenbuurt 4 (Bolwerk) Dit karakteristieke monument heet officieel molen De Groot. De voorloper van de huidige molen was een standaardmolen en werd gebouwd in 1605. Op oude kaarten is te zien dat er vroeger wel tien molens op de wallen rondom de stad hebben gestaan. Behalve deze molen zijn ze alle uit de binnenstad verdwenen.
Nadat Haarlem in 1573 door de Spanjaarden werd ingenomen en uitgemoord was Alkmaar aan de beurt. Met man en macht werd de stad versterkt. Door middel van een nieuwe ring van vestingwerken. De oude ring, rond de Oudegracht, werd vervangen door een bolwerk met op deze plek de Kennemerpoort.
Bij herberg het Gulden Vlies, Koorstraat / Oude gracht, stond de oorspronkelijke stadspoort. Vader Drebbel, toen nog Dremmel geheten, werkte aan de vestingwerken, die door Antonis Anthoniszoon, de vader van de gebroeders Metius, werden ontworpen. In 1563 wordt Andries Cloeck, waard van Het Gulden Vlies, ingeschreven als poorter van Alkmaar. .Het Hofje van Splinter is uit 1646; na Drebbel.
3
In 1470 begon de bouw van de Grote of Sint Laurenskerk, die in 1520 werd voltooid. De Kerk is gebouwd op een oude zandrug. Vlakbij, aan het begin van de Langestraat, is in de bestrating het hoogste natuurlijke punt aangegeven met een kleine halve maan van grijze kinderkopjes. De Grote Kerk, bedoeld voor de rooms-katholieke eredienst, is gebouwd in Brabants gotische stijl. Na de Reformatie in 1572 werd het gebouw door de hervormden in gebruik genomen. Evenals de Kapelkerk en de kloosters.
Drebbel is in 1595 getrouwd met Sophia Goltzius, een zuster van de beroemde Hendrik Goltzius uit Haarlem. Zij krijgen 6 kinderen. De eerste twee, een tweeling, overlijdt kort na de geboorte en wordt begraven in de Grote Kerk.
Het huidge Hooge Huys, hoek Koorstraat / Langestraat, stamt uit 1930-1931, traditionalistische stijl, gebaseerd op de middeleeuwse vormentaal door A.J. Krophőller ontworpen voor 't Hooge Huys. In de zijgevel, een kleine terracotta gedenksteen met twee vissen, ter herinnering aan Jacob Cabeliau ,bevelhebber tijdens het beleg van Alkmaar in 1573, die in 1574 in 't Hooge Huys stierf. Hier stond in de tijd van Drebbel de Prinsenhof. In 1587/6 wordt Robert Dudley, Graaf van Leicester (1532-1588) en zijn gevolg door de Stad Alkmaar ontvangen. Leicester, een favoriet en wellicht minnaar van Koningin Elizabeth (the Virgin Queen) was hier als haar plaatsvervanger. Engeland steunde toen de Republiek der 7 Verenigde Provinciën in de strijd tegen de Spanjaarden. Als hij zich te koninklijk gaat gedragen, wordt hij door Elizabeth op het matje geroepen.
4
>>
Stedelijk Museum Alkmaar op het Cultuur Plein. Bezoek aan expositie Alkmaar in de Gouden eeuw, Panorama 1 en 2.
Doelenkluft hoek Koningsweg: Heeft Drebbel hier gewoond ? „daar waar „de Hoorn‟ uithangt‟ ? De Nieuwe of St Sebastiaans-doelen was het onderkomen van de Alkmaarse schutterij. Typisch voorbeeld van de Hollandse Renaissance en dateert blijkens de gevelsteen uit 1618. Tot januari 2000 was hier het Stedelijk Museum Alkmaar gevestigd. In de toekomst Museum Alkmaar‟s Gouden Eeuw ??
Van Doelenstraat, even t hoekje om naar Koningsweg 78. Dit pand bestaat ruim 400 jaar; bouwjaar 1598. De zijgevels en het plafond, inclusief plafondplanken, dateren nog uit die tijd. Op de achterplaats zijn nog een waterkelder en een welwaterput aanwezig. De klokgevel stamt uit 1787 en is in 1925 verhoogd. In de Doelenstraat was na 1595 de Latijnse school gevestigd in het kerkje van de Jonge Begijnhof. Tijdens Drebbel‟s jeugd, was de Latijnse school nog achter het stadhuis in de Breestraat (Kaksloot). Waarschijnlijk heeft hij enige jaren op die school gezeten. Naast het gebouw van het Klooster de Jonge Hof, dat in 1576 wordt ingericht als Weeshuis en Leprozenhuis. 1606. Is van de Minnebroederskerk in de Doelenstraat een artilleriehuis gemaakt. In de gevel staat een hardsteen 1604 en hierneffens het stadswapen en noch een leeuw en een constapel afgebeeld met twee tromme van geschut. Het Artilleriehuis staat tegenover t Hofje van Bijleveld.
5
>>
Door Doelenstraat en Hoogstraat naar Langestraat.
Custingbrief van Jan Claesz voor de kinderen van wijlen Floris van Teylingen, groot 2648 carolusgulden, wegens de koop van het eertijds door Floris voornoemd bewoonde huis, staande aan de noordzijde van de Langestraat, tegenover het stadhuis op de hoek van de Hoogstraat, 4 februari 1586
Langestraat: Het Stadhuis werd in 1509-1520 gebouwd in gotische stijl, compleet met slanke hoektoren met open peerspits. In 1911-1913 vond er een ingrijpende restauratie plaats onder leiding van de architect Jan Stuyt (1868-1934). Bij die gelegenheid werd –helaas- de voorgevel in moderne materialen maar volgens het oorspronkelijke model opgetrokken.
In de Langestraat woonde in Drebbel‟s tijd, Maria Tesselschade Roemers(dochter) Visscher (Amsterdam 25 maart 1594 – aldaar 20 juni 1649). Tesselschade, zo door haar vader genoemd vanwege door hem geleden averij aan zijn schepen op de rede van Texel. Dochter van Roemer Visscher, en de elf jaar jongere zuster van Anna Roemersdr. Visscher. Maria „dicht en graveerst‟; correspondeert met Hooft, Huijgens, Vondel, Brederode, die allemaal een oogje op haar lijken te hebben. Brederode begint een van zijn gedichten, opgedragen aan Tesseltje met de volgende zinnen: Goddinne die de naam van 'tschip-rijck Eylant voert En Edele siel verheven, groots en schoon-“. Maria trouwt met Allart Janz. Crombalch, van Alkmaar en vestigde te Alkmaar, waar haar man, een gewezen officier, in 1634 overleed. Binnen één dag verloor zij zowel haar oudste dochtertje, de negenjarige Teetgen, als haar echtgenoot: Teetgen stierf aan de pokken, Allard aan een bloedspuwing. Een familie-aantekening luidt: nicht maria tesselschae Salgr. overleet 20 Juni 1649, R.I.P., en het grafboek van de Oude Kerk heeft: 24 Juni 1649, Tesselscha Roemer Visschers, wed. van Allart Crombalck, comt van de [Nieuwe-Zijds?] Colck; is 2 uijren beluijt met de grote clock.Haar bekendste werk is Onderscheyt tusschen een wilde en een tamme zangster.
6
>> Van Langestraat door Van den Bosch straat, door Lombardsteeg, waar in 1544 op 31 januari de Bank van Leninge, nu Kredietbank geheten, begon. Langs Doelenveld, naar Koningsweg. Wellicht was Drebbel doopsgezind. Hij droeg geen wapen. Echter, in 1625/27 construeert hij in opdracht van de George Villiers, Hertog van Buckingham, 1598 en vermoord in 1628, favoriet van Koning Jacob I – VI, aanvoerder van de Engelse marine-, „mijnen, torpedo‟s en ander moordtuig‟. Dat bij de twee pogingen van de Engelse vloot, om hun geloofsgenoten, de Hugenoten, te ontzetten uit het door Kardinaal Richelieu belegerde La Rochelle wordt ingezet.
De Doopsgezinde kerk, gebouwd in 1617 op initiatief van de beroemde voorganger Hans de Ries, is een van de oudste stenen doopsgezinde kerken in ons land. Het was aanvankelijk een schuilkerk. In de 19de eeuw werden het gebouw en de inrichting van de kerk sterk gewijzigd
Nu, gedempte Nieuwesloot. Op de plaats van het huidige Hof van Sonoy lag vroeger het Witte Hof, ook genoemd, het Sint Maria Magdalena Klooster. Het klooster kwam in 1572 in handen van de stad en het hof werd toen gebruikt om stedelingen onder te brengen die dakloos waren geworden, omdat hun huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. Na het beleg werd het Hof verkocht aan Diederick Sonoy, gouverneur van het Noorderkwartier, die hier enige jaren heeft gewoond. Sonoy had een sleutelrol in de overwinning op de Spanjaarden in 1573. Zijn naam is aan deze plek verbonden gebleven. Onder zijn leiding werden de roomse kerken en het klooster in Egmond verwoest. De Ruinekerk in Bergen, ondermeer. Sonoy voert een schrikbewind ten opzichte van katholieken. Zo is hij verantwoordelijk voor de dood van onder andere de martelaren van Alkmaar, die op de Platte Stenenbrug worden opgehangen. Sonoy verbindt zich met de Engelse protector Robert Dudley, graaf van Leicester. Nadat deze in 1587 de Nederlanden gedwongen verlaten had, bleef Sonoy zich verzetten tegen de Staten van Holland. Na een belegering van 6 weken door het leger van prins Maurits geeft Medemblik zich op 11 augustus 1588 over en raakt Diederik Sonoy zijn macht kwijt. In 1597 sterft Diederik Sonoy op de borg Dijksterhuis nabij Pieterburen.
7
>>
Door Magdalenastraat (Schapensteeg) naar Houttil en Waagplein
1606, mei 31. Harck Claesz. Boonstoppel en Cornelis Heyndricxsz. Boom, schepenen in Alcmaer, verklaren dat Jan van Teylingen verkocht heeft aan burgemeesters, een huis en erve aan de westzijde van de Mient, belend ten zuiden het lege erf of plaetse van de Waech, ten noorden de stad met het huis, gekomen van Teet Mielis, ten westen de camer gekomen van Gerrit Jansz. Cramer, belast met 600 Carolusgulden hoofdsom ten laste van Jacob Maertsz., die de verkoper zal betalen van de koopsom van 3700 Carolusgulden, te ontvangen in 6 jaarlijkse termijnen. Jan Jacobsz. Stoop, zijn zwager heeft zich borg gesteld. In dorso: Van Jan van Teylinghen huys naest die Waech afghebroken. Het Waagplein was oorspronkelijk veel kleiner.
Het Waag-gebouw werd oorspronkelijk als Lakenhal, vleeshal en als kerkdiensten en zieken-huis gebruikt. In 1581 krijgt Alkmaar het Waagrecht terug, als dank voor de dapperheid in 1573. Wat oorspronkelijk de Heilige Geest kapel was met aanpalend een ziekenhuis, werd in 1582 verbouwd tot Waaggebouw. Naar een ontwerp van Pieter Cornelisz is op de kruising van de vroegere kapel een toren opgetrokken. Ludolf Potter, rector van de Latijnse school in de Doelenstraat, bedenkt het opschrift „in goud‟ aan de voorkant: S.P.Q.A. restituit virtus ablatae jura bilancis (Regering en Volk van Alkmaar. Dapperheid herstelde de ontnomen waagrechten) Een opmerkelijk gebouw: de Houttil-kant Gotische stijl, gebouwd in 1300/1400, de Mient-kant, Hollandse renaissance. Boven de aanbouw uit 1582 is een grote kamer gemaakt, waar Drebbel en tijdgenoten wellicht samenkwamen. De oudste "Ordonnantie opte caesdragers" dateert van 17 juni 1593, de officiele oprichtingsdatum van het Kaasdragersgilde. Het devies van het Alkmaarse gilde was en is: "Een valse waag is de Heer een gruwel en daarentegen een vol gewicht is zijn welbehagen". In de 17e eeuw werd de kaas elk jaar vanaf mei tot Allerheiligen verhandeld op vrijdagen en zaterdagen. In die periode had iedere groep kaasdragers, ofwel 'veem', een eigen kaasweegschaal. De Alkmaarder Gerrit Pieterszoon Schagen, (1573-1616), boekbinder, wetenschapper, alchemist, astronoom en filosoof geeft in 1607 Drebbel‟s verhandeling over het perpetuum mobile uit met de titel: 'Wonder-Vondt van de eeuwighe bewegingh die den Alkckmaersche Philosooph Cornelis Drebbel/ door een eeuwigh bewegende gheest/in een Cloot besloten/te weghe ghebrocht heeft/ welckers toeeygeningh (in't vereeren desselvigen aen den grootmachtigen Coningh Jacob van Groot Brittangen) alhier naecktelijck vertoont wordt. Het werkje wordt „Ghedruckt tot Alckmaer, by Jacob de Meester, voor Gerrit Pietersz. Boeckvercooper/ woonende op den hoeck van de Meent/op de Waegh/tot Alckmaer/anno 1607’. De Meester woont in de Langestraat. In 1610 drukt hij ook de verzamel-dichtbundel Den Nederduytsen Helicon, waarin een gedicht van Scaghen is opgenomen.
8
PAUZE:
Cafe de Boom
In Alkmaar waren in Drebbels tijd een aantal brouwerijen actief, zoals De Gryeckse A, de Witte Leeuw, de Boom (van 1647 tot 1749) en ‟t Lam. In 1614 worden de bierstekers, die voor de distributie van buitenstadse bieren zorgen, gedwongen om zich op het in 1612 aangelegde Veneetse eiland te vestigen. En zij moeten een kelder onder hun woning of pakhuis te bouwen. Een gevelsteen aldaar meldt: “als men 1614 schreef, ons alhier op dit eylandt dreef’. Waarschijnlijk was deze maatregel bedoeld om een betere greep op de inning van het bier-acciijns te krijgen.
Als overbrugging van de Voordam naar het Waagplein kwam in 1577 de eerste houten ophaalbrug. Vanwege gemeentelijke onenigheid over de definitieve locatie werd de brug Kijfbrug genoemd. Later de Schapenbrug genoemd. In 1912 is het huidige ijzeren exemplaar geplaatst.
9
>>
Langs Voordam met zicht op het Luttik (=klein) Oudorp, dat vanaf 1573 bij Alkmaar gaat horen. En waar de groentemarkt plaats vond, met aanvoer per schuit uit de regio. Alkmaar werd wel de de „Hooftstadt van de grutterij‟ genoemd, met ca, 70 grutterijen in 1630, waarvan de meeste op het Luttik Oudorp. Alkmaarse gort was veel gevraagd in heel Nederland.
>>
Nu door naar de Mient Via de Mient en Platte Stenenbrug, langs de Visbanken. Uit oude rekeningen blijkt dat Alkmaar al in de 16e eeuw visbanken had. Door de deuren in de muur achter de visbanken werd de zoetwatervis, hangend in gevlochten korven, in het Verdronkenoord vers gehouden. Tijdens de vernieuwing van de banken in de 17de eeuw werden in 1755 de oorspronkelijk houten kolommen vervangen door stenen zuilen. De houten galerijen rusten nu op 19de-eeuwse gietijzeren kolommen.
>>
Via de Hekelstraat, voor de reformatie, Sint Janstraat en nog vroeger, de wat kromme dijk van de Voormeer, die met huisvuil langzaam werd gedempt. In 1606 wordt het eiland tegenover het Venitsen uit de Voormeer opgehaald. De bierstekers moesten op dit eiland gaan wonen en bier van buiten de stad, mocht alleen daar afgeleverd worden.
10
>>
door `t Fnidsen naar de Appelsteeg.
Appelsteeg 2. 'Het huis met de kogel' dankt zijn naam aan het feit, dat hier tijdens het Spaanse beleg –1573- een Spaanse kanonskogel insloeg.Het pand is waarschijnlijk kort voor het beleg gebouwd en is een zogenaamde voor 3/4 deel versteend-houten huis. Het overstek van de stenen zijgevel op de eerste verdieping is bij de verbouwing in de 19e eeuw verdwenen. De kogel links boven op de gevel herinnert aan de strijd tegen de Spanjaarden. Deze strijd werd onder anderen gewonnen door water. Door sluizen open te zetten liep het land rondom de stad onder water. De Spanjaarden, tot aan hun middel in het water, bliezen de aftocht en zo begon bij Alkmaar.
>>
Terug naar de Fnidsen, langs de Remonstrantse schuilkerk, aan de Achtervenisse (1659) door naar de Bierkade
Verdronkenoord Bierkade: Het Schippers-gildehuis is waarschijnlijk kort na 1607 ontstaan. Toentertijd stond hier een pand met (ter hoogte van Verdronkenoord 4) een voorgevel met renaissance bekroning in de vorm van een trapgevel. Het was een van de grootste gildehuizen in Alkmaar. Het gedeelte op de hoek was ingericht tot veerhuis met een tapperij. In 1607 besloot het stadsbestuur dat het vertrekpunt van het veer naar Amsterdam in de buurt bij de Accijnstoren moest komen. In het gildehuis, dat vlakbij de Accijnstoren lag, kwamen daarom voornamelijk Amsterdamse schippers bijeen.
11
Bierkade 23. De Accijnstoren werd in 1622 gebouwd. Accijnzen vormden vroeger een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. De Accijnstoren heeft een nagenoeg vierkante plattegrond en is opgetrokken in baksteen met natuurstenen banden. Boven de trans (= omgang) verrijst een sierlijke houten toren met luidklok. De toren heeft een peervormige bekroning met vergulde bol en als windwijzer een binnenschip. Op een landtong bij de accijnstoren stond een kraan. Dit was geen waterkraan, maar een houten hijssysteem met tredmolen om zware lading van een schip de kade op te hijsen. Deze kraan is ooit verplaatst naar de Kraanbuurt, aan de andere kant van het Verdronkenoord (straat tegenover de Accijnstoren). Op de gevelsteen van Kraanbuurt nummer 2 is het werktuig nog te zien. In 1622 heeft Alkmaar ca. 12500 inwoners, die in ca. 2600 huizen wonen. Wat minder inwoners dan Enkhuizen – ruim 20.000- en Hoorn, met ca. 14.000 burgers.
Vanuit deze hoek, bij de Accijnstoren, hebben wij een goed zicht op het Zeglis. Rond 1600 het eerste industrie terrein van Alkmaar. Met molens, scheepswerven, zoutziederijen, etc. Alkmaar Industrie stad: 1604, september 16. Cornelis Heyndticxsz. Boom en IJff Maertsz. Laeckencooper, schepenen van Alcmaer, verklaren dat Willem Biesman, trijpwercker, getuigd heeft ontvangen te hebben van Nanning van Foreest, secretaris der stad, tweehonderd Carolusgulden, zijnde de helft van de som, welke burgemeesters hem hebben toegezegd, aangezien hij zich voor vier jaren verbonden heeft met acht getouwen trijp, damast, bombazijn en andere sayen te weven.
12
1607: 5 maart. Wierd een accoord gemaekt tussen de burgemeesteren van Alkmaar en Pasquir Lambertjn (welke ao 1607 zijn woning tot Haerlem hadt) dat burgemeesteren hem uytloofden en ook voor den 5 Juny des selven jaers betaelt hebben 3000 gulden, mits dat hij zijn fabricq te Alkmaer wilde voortzetten. De brouwerij het Visje wiert hem geschonken met de zijnen, en zijn kinderen vrijgehouden van de schutterij. De stad Alkmaar trachtte zo de textielindusrie te stimuleren. In 1591 was de overdekte laken-, vlas- en garenmarkt al gestart. Door de damastweverij werd een beter betaald en kwaliteit hoger produkt geintroduceerd. Lambertin – Lammertijn- komt uit oorspronkelijk uit Kortrijk, waar damastweven al op een hoog peil stond. Hij ontwikkelt een verbeterd procede, waardoor fraaie patronen kunnen worden geweven. Het Rijksmuseum heeft werk van Lammertijn in de collectie, een damasten servet, dat in 1613 aan prins Moritz werd gegeven.
detail Kaart van Drebbel, 1597
In 1582 krijgt de Vlaming Andries van Moerbeek toestemming om een wind-oliemolen te bouwen. In onderdelen wordt het machien uit Vlaanderen aangevoerd. Hij komt te staan op het Oosterbolwerk. Wellicht heeft deze eerste molen inspiratie gegeven voor de ontwikkeling van een hele serie industrie-wind-molens. Zo hebben in Alkmaar s ‟werelds eerste wind-papiermolen (1586) en windhoutzaagmolen gedraaid. De papiermolen werd gebouwd door de Vlaming Jan Jacobszoon du Bois, en Cornelis Corneliszoon uit Uitgeest bouwt in 1585 de eerste hout-zaagmolen. Aan de noordzijde van het Seggelis.
13
Aan de Schelphoek stonden een aantal keten, zoutziederijen. De produktie van fijnzout was een belangrijke bezigheid in Alkmaar. Zeewater werd net zo lang gekookt (koken = zieden) tot het zout overbleef.
De Stadstimmerwerf is vermoedelijk rond 1600 als opslagloods gebouwd. Het gebouw werd waarschijnlijk tussen 1723 en 1726 belangrijk uitgebreid. De Keetgracht heette voorheen Zoutkeets graggie, naar de nabij gelegen zoutziederij de Eendracht. Dit grachtje was de (mogelijk overwelfde) waterverbinding tussen Laat en Oudegracht.
14
Hofstraat. De voormalige Synagoge. Was hier het woonhuis van Drebbel ? Daar zijn geen harde bewijzen voor. De Hofstraat is in 1582 ontstaan, doordat een huis op de Laat tegenover de Huigbrouwerstraat is afgebroken. Zo werd een doorgang naar de stadsvesten bij de Oudegracht gemaakt. Vanaf 1611 is het water stukje bij beetje gedempt. De Oudegracht wordt in 1536 gegraven, door de Bagijnweiden, langs de Laat. In 1570 wordt het water de Stadssingel. Het Vijvertje maakte deel uit van de oude vestingsingel en liep in een bocht door tot aan de Oudegracht vanaf de stadsmuren, naar het Ritsevoort. In 1600 wordt door aankop en afbraak van een huis de doorgang van het Vijvertje naar de Ridderstraat gemaakt. In 1610 wordt de Vijversloot gedempt en tot een straet gemaekt.
>>
Via Vijvertje naar Ridderstraat:
Op 30 augustus 1575 meldt het Archief van Alkmaar, dat „Jan Jacopsz. Brouwer en Claes Heyndricxsz. Eedam, schepenen in Alckmaer, verklaren dat Jan Jacopsz. Boerman verkocht heeft aan burgemeesters, een boomgaard aan de westzijde van de Ridderstraet, belend ten oosten de Ridderstraet, ten westen Willem Lambertszoon 's boomgaard, ten zuiden die ouwe vesten ofte straet, ten noorden de erven van Jannitgen Heynsoon, Pieter Cluyt en Guurt de Wever, stellende ten onderpand zijn huis en erve aan de noordzijde van de Langestraet, belend ten oosten de erfgenamen van Matheeus Claesz., ten westen Franchoeys van der Cruyssen, voor welke verkoping Jacop Jansz. Dremmel, schoonzoon van de verkoper, zich borg heeft gesteld. Jacop is waarschijnlijk Cornelis‟ vader en schoonzoon van Jan Jacopsz. Boerman, die in de periode 1574/75 schepen in Alkmaar is. Het poorterschap van Alkmaar kostte in de periode 1594 tot 1643 3 gulden, waarvan de helft naar de Groote Kerk ging. In de Ridderstraat staat de Mennonistenschuyr; t poortje is nog –net- te zien.
Oudegracht 239-241 Bouwjaar 1623. Aan de uiteinden van het fries zien we twee gebeeldhouwde leeuwenmaskers. In de gevel van het rechterpand zijn twee kanonslopen en twee in natuursteen gebeeldhouwde zeilschepen aangebracht. In het midden van het pand is een rijk versierde gevel-steen te zien, waarin een wapen is aangebracht met daarboven een helm met helmkleed. Volgens de overlevering verwijzen deze attributen naar de voormalige opdrachtgever van de bouw, een uit Alkmaar afkomstige gezagvoerder bij de admiraliteit van West-Friesland.
15
"Kloeck verstant, een pronck der Wereldt"
1
1572
Cornelis Drebbel, wordt, waarschijnlijk in dit jaar, in Alkmaar of omgeving geboren.
1573
8 oktober. Het beleg van Alkmaar door de Spaanse troepen wordt opgeheven. Bij Alkmaar begint de Victorie!
1577
De Staten-Generaal nodigen Matthias, broer van de in 1576 benoemde Keizer van het heilige roomse rijk, Rudolph II, uit, om soeverein van de Nederlanden te worden.
1579
23 januari. De Unie van Utrecht. De Republiek der Verenigde Provincies is geboren.
1585
Drebbel bezoekt een aantal jaren de Latijnse school van Rector Potter in Alkmaar.
1593/95
vestigt Drebbel zich in Haarlem als leerling van de graveur, schilder, uitgever en humanist Hendrick Goltzius, die in 1577 zijn leermeester de humanist en graveur Dirck Coornhert (1522-1590) naar Haarlem is gevolgd.
1595
Sophia Goltzius (jongste zus van Hendrick) en Cornelis Drebbel trouwen. Zij krijgen eerst een zoon, Jan Corneliszn, dan 2 dochters, Anna en Catharina, en nog een zoon, Jacob.
1597
Drebbel graveert de fraaie plattegrond van Alkmaar, die door Adriaen Thönissen, "Stercktebouwmeester der Vereenighde Nederlanden”; ontwerper van de versterkingen van Alkmaar en bijv. het fort Bourtange, is gemaakt. Adriaens 3 zonen nemen de achternaam Metius aan.
1598
"Octroy voor Cornelius Jacobsz. Drebbel: “ twee nutte ende dienstige nieuwe inventien, wesende't eene * een middel ofte instrument omme 't versch water in grooter quantiteyt, by maniere van fonteyne uuyt het laech in der hoochte van XXX, Xl, L oft meer voeten deur looden pypen te leyden ende opwaert te brengen * Ende t'ander een horelogie oft uuyrwyser twelcken den tijt van vijftich,LX, jae hondert oft meer jaeren achter den anderen sal mogen gebruycken, sonder opwinden oft yet anders daertoe te doen, soo lange de raden oft 't ander gaende werck niet versleten en zijn
1600
Drebbel bouwt een fontein bij de Noorderpoort in Middelburg
1
Drebbel volgens geschiedschrijver C. van der Woude: Citaat uit: Kronijck van Alckmaer
16
1602 1602:
Octrooi voor Drebbel: geinventeert hadde seker goet ende bequaem middel, te vooren niet gepractiseert, omme alle roockende ende uuytslaende schoorsteenen bequaemelijck te doen trecken. 3 januari, rond 11.00 uur, een aardbeving. En brak de pest uit in Alkmaar. De verkoop van rode en blauwe pruimen wordt verboden.
1604
In het najaar vertrekt de familie Drebbel naar Engeland en vestigt zich op Eltham Palace. Francis Bacon, filosoof en staatsman, is een van de kwartiermakers
1607
publiceert Gerrit Pietersz. (Schagen), Boekvercooper/woonende op den hoeck van de Meent/ op de Waegh/tot Alckmaer, Drebbel‟s essay met de titel: „Wonder-vondt van de eeuwighe bewegingh, die den Alckmaersche philosooph Cornelis Drebbel, door een eeuwigh bewegende gheest, in een Cloot besloten, te weghe ghebrocht heeft / welckers toe-eygeningh (in ’t vereeren desselvigen aen den grootmachtigen Coningh Jacob van groot Brittangen) alhier naecktelijck vertoont wordt. Ghedruckt tot Alckmaer, by Jacob de Meester
1608 ?
Publicatie van Drebbel‟s boekje: "Grondige oplossinge van de Natuer en Eygenschappen der Elementen, ende hoe sy veroorsaecken, den vvint, reghen, blixem, donder ende waeromme dienstich zijn". In Engeland demonstreert Drebbel zijn Perpetuum Mobile aan het hof van Koning Jacob I-VI. Ontwerpt en bouwt toneel rekwisieten, automata, vuurwerken, fonteinen en klavecimbels, die op zonnewarmte spelen. Bouwt een verbeterde versie van de verrekijker (verre gesigt), camera obscura, de eerste microscoop ('lunette de Dreubells'), een broedmachine voor eieren. Ontwerpt een zonne- energie stelsel voor de stad Londen (perpetual fire), geeft voor het hof demonstraties van temperatuur beïnvloeding (air onttroning) - laat binnen een uur de temperatuur in een zaal variëren van ijskoud naar heel warm -, laat het bliksemen en regenen „op commando‟, ontwikkelt een draagbare oventje met een optimaal verbrandingsrendement, dat op een constante temperatuur kan branden, haalt door een slimme regulateur/thermostaat. Bouwt camera obscura, laterna magica, allerlei optische instrumenten, voorlopers van de barometer en thermometer, het "Drebbeliaensch instrument", ontwikkelt een lenzen-slijp-machine, bedenkt een methode om de zilver-mijn-exploitatie te optimaliseren, vraagt toestemming een loterij te houden. Veel van Drebbel‟s constructies hebben te maken met meet-en regel techniek en optiek.
1610
de familie Drebbel arriveert in oktober aan het Hof van Keizer Rudolph II in Praag. Drebbel demonstreert het Perpetuum Mobile, doet chemische proeven en werkt aan mijnbouwkundige projecten
1612
Rudolph II, Drebbels sponsor in Praag, overlijdt in januari. In november overlijdt plots Kroonprins Henry, „the Renaissance prince‟, zijn sponsor in Londen, 20 jaar oud
1613
In februari reist Drebbel met zijn gezin van Praag, terug naar Engeland
1620
Drebbel‟s eerste duikboot demonstratie in de Thames. "Den 15en Meerte anno 1620 stilo novo" "Over een dach ofte twee creegh van vader eenen brieff, in dewelcken hy my schreef, dat Drebbel in Engelandt een schuyte gepractiseert heeft, daermede hy onder ende boven water varen kan als hy wilt." (Citaat uit dagboek van Isaac Beeckman (1588-1637) vestigt Drebbel in Stratford-at-Bow-on-Lea een ververij voor stoffen, die gebruikt maakt van een door hem ontwikkelde nieuwe verf-techniek
1621
Diverse herdrukken uitgave van Drebbel‟s boekje: "Grondige oplossinge van de Natuer en Eygenschappen der Elementen, Met de volgende tractaten: "Als mede 'Een klare beschrijving van de Quinta Essentia noyt voor desen gedrukt. Noch een Dedicatie van 't Primum Mobile. In zijn boek beschrijft Drebbel een
17
proces, dat sterkt lijkt op de productie van zuurstof: ‘ soo het lichaam des Salpeters gebroken en ontbonden wort, door de kracht des vuers, en alsoo verandert in de natuur des lochts’. Constantijn Huygens (1596 -1687) ontmoet Cornelis Drebbel regelmatig, tijdens zijn verblijf in Engeland. In zijn autobiografie schrijft Huygens: „toen ik deze maan (Drebbel) naast deze zon (Bacon) plaatste, had ik het oog vooral gevestigd op de fysica. Daarin had deze man uit het volk, een Noordhollander, een burger van Alkmaar, het verbazend ver gebracht, zoals ik met eigen ogen heb kunnen constateren. Ik heb deze man namelijk in een intensief onderling verkeer goed leren kennen, en hij mij ook’. Huygens over Drebbels‟ microscoop: „Niet alleen van zijn hand maar ook van zijn wonderbaarlijk brein stamt wat ik de ‘staande kijker’ noem. Al had Drebbel in zijn hele leven niets anders gepresteerd, dan nog had hij zich met dit wonderlijke buisje ongetwijfeld een onsterfelijke naam verworven’.
1622
Nicolas-Claude Fabri de Peiresc (1580-1637) uit Frankrijk, ziet in 1622 al een kaasmijt door een microscoop van Drebbel
1626
Francis Bacon, Baron Verulam (geb.1561), staatsman, filosoof, overlijdt in Londen “For all knowledge and wonder (which is the seed of knowledge) is an impression of pleasure in itself."
1627
Bacon‟s laatste boek, Nova Atlantis, verschijnt. Een beschrijving van de „ideale‟ utopische maatschappij; vredelievend en technisch ver vooruit op de toenmalige situatie. Vele vondsten en constructies van Cornelis Drebbel worden in dit boek beschreven.
1626-27
Drebbel construeert in opdracht van de Engelse marine speciale wapens, zoals torpedo‟s, brandbommen, etc. De Hugenoten hebben zich in La Rochelle verschanst en verdedigen zich tegen het Franse koninklijke roomse leger. De Engelse marine komt de hen met een vloot te hulp. Drebbel‟s helse machines treffen geen doel. Volgens de Engelsen omdat zij niet werken, volgens Drebbel omdat de Engelsen niet dicht genoeg bij de Franse vloot durven te komen.
1632
Antonie van Leeuwenhoek geboren. Benedictus de Spinoza (1632-1677) in Amsterdam geboren; de Verlichting komt er aan…….
1633
Betrokken bij de droogmaking van de moerassen in de buurt van Cambridge. De laatste jaren van zijn leven exploiteert Drebbel een bierhuis aan de oever van de Theems bij de Tower bridge.Begin (8 ?) november 1633 overlijdt Cornelis.
1994
Cornelis Drebbel; de eerste Alkmaarder op de maan. Op de maan, op -40,9 graden breedte en 49 graden lengte in het Clementine stelsel wordt een krater met een doorsnee van 30 km genoemd naar Drebbel.
Wereldberoemd: Tijdgenoten Ben Jonson (toneelstuk „The Alchemist‟) en Shakespeare (the Tempest), zijn waarschijnlijk geïnspireerd door Drebbel. In Disney World, Orlando, USA, word je bij de ingang van het Pavilion the Living Seas (Epcot) begroet door een portret van Drebbel. Startrek: His name is Captain Drebble . He travels the galaxy in his ship…. Tekst en ©: Hubert van Onna, Drebboloog en Voorzitter van het Tweede Drebbel Genootschap e-mail:
[email protected], mobile tel: 00310653 996 111. www.drebbel.net (i.o.) 30 maart 2007
18