WINTER 2014
Joyeux Noël Zalig Kerstfeest Feliz Navidad Krismasi Njema Frohe Weihnachten
(Tekening: Kinderen, Baswar, India)
ONDER ONS 4
7
10
13
EEN KERSTKINDJE. Dit jaar een kerstverhaal uit Congo. Jan Molenaar mhm vertelt van een bijzondere Kerstervaring in het Congolese regenwoud. “En dat begon zo. Het was een maand voor Kerstmis. Het was al twee uur donker in het land van Kasavubu en Lumumba, dat nu weer Congo heet. Het regenseizoen liep ten einde, maar af en toe viel het nog met bakken uit de hemel. Rond half negen ‘s avonds werd er op mijn deur gebonsd”. VERTROKKEN MET PIJN IN HET HART. Van de jubelstemming bij de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan nog niet zo lang geleden is nu niets meer over. Het jongste land van Afrika is sinds Kerstmis vorig jaar verzonken in een niets ontziende burgeroorlog. Ben Stopel mhm heeft het land moeten ontvluchten. “Veel respect heb ik voor onze catechisten en leken die ondanks alles mensen samenroepen voor een gebedsviering op de zon- en feestdagen. Samen met hen blijven we hopen en bidden dat er nu toch eindelijk vrede gesloten wordt”. EEN KLEIN SPRONGETJE MET AKELIGE GEVOLGEN. Een open beenbreuk als gevolg van een onschuldig klein sprongetje was er de oorzaak van dat Willem op de Weegh mhm uiteindelijk met een lelijke ontsteking moest vertrekken uit Kameroen. Zijn been bleek ook in Nederland niet te redden en hij leert nu opnieuw weer lopen met een prothese. Een aangrijpend verhaal. ACTIE TEGEN CORRUPTIE. Verschillende missionaire congregaties in Oeganda, waaronder Mill Hill, hebben samen een Centrum voor Rechtvaardigheid en Vrede gesticht in Kampala. Fons Eppink mhm ging er op bezoek en deelt enkele indrukken: “Actie tegen corruptie is een karwei van lange adem. Het vraagt om een mentaliteitsverandering van hoog tot laag in alle geledingen van de maatschappij”.
RUBRIEKEN Ontmoetingsdag: Lege kerken en toch reden tot optimisme.......................................…….16 Van her en der………………………………………………………….......................………………18 In memoriam....................................................................................................…………………22
3
EEN KERSTKINDJE. Dit verhaal speelt in Congo (DRC). In juni 1960 kreeg dat land politieke onafhankelijkheid. Bijna onmiddellijk brak er een gewelddadige strijd los om de politieke macht die uiteindelijk het leven kostte aan eerste minister Patrice Lumumba. Toen er in 1963 ook nog een gewapende rebellie uitbarstte, was de chaos compleet. Jan Molenaar mhm was toen werkzaam in Simba, in de verste uithoek van het bisdom Basankusu, midden in het onmetelijke Congolese regenwoud. Hij vertelt: Hij heet Mosongo en is 50 jaar oud, als hij tenminste nog leeft. In 1963 was hij - in een levende kerststal - ... ons Kerstkindje.
er niemand van onze kant naar de andere kant en wie gesnapt werd bij het oversteken of bij het helpen oversteken, werd ter plekke doodgeschoten.
En dat begon zo. Het was een maand voor Kerstmis. Het was al twee uur donker in het land van Kasavubu en Lumumba, dat nu weer Congo heet. Het regenseizoen liep ten einde, maar af en toe viel het nog met bakken uit de hemel. Rond half negen ‘s avonds werd er op mijn deur gebonsd. En bonzen moest je, want de regen op het dak van aluminium golfplaten maakte zo’n heIs kabaal dat, tenzij je bonsde, niemand in huis iets hoorde. Voor de deur stond een man die er uitzag als een verzopen kat. Ik kende hem niet. Hij kwam uit Yokana, 30 kilometer van mijn missiestatie ‘Simba’.
Tegen beter weten in, heb ik haar opgehaald en met veel pijn van haar kant en grote moeite van mijn kant
Vijf uur onderweg was hij geweest… lopend! Zijn vrouw was al twee dagen in barensnood en moest naar het ziekenhuis, dat aan de andere kant van de rivier lag. Misschien dat de dokter haar en haar baby nog kon redden. Of ik haar met mijn pick-up naar de dokter kon brengen. “Ja, natuurlijk. Alleen, er is een probleem. Gesteld dat ik haar goed en wel over die slibberige weg vol gaten en kuilen toch bij die rivier (de Lopori) zou kunnen brengen zonder al te veel schade aan moeder en baby, wat dan?” Van Lumumba’s rebellen mocht 4
bereikten we het dorp aan de rivier Lopori, waar de mensen woonden die het veerpont bedienden. Geen schijn van kans dat ze ons over wilden zetten, ook al was er geen rebel in de buurt. Het was te riskant. Je weet maar nooit wanneer ze op patrouille deze kant uitkomen, was hun (geldig) argument. Ik ben er niet trots op, maar na een uur argumenteren en zeggen dat ik als hun pater de volle verantwoordelijkheid
Veerpont bij Simba.
op me nam, waren we nog geen stap verder. Toen heb ik gedreigd dat ze geen christelijke begrafenis zouden krijgen, en ik hun kinderen niet meer zou dopen ... en toen ook dat niet hielp, heb ik gezegd dat ik zeker was dat God hun weigering om deze vrouw te helpen zou bestraffen ... en zij ook wel wisten dat ik bij God wel wat te vertellen had. Ik was immers pater! Het werkte. Ze vielen toch liever in handen van mensen dan in die van een straffende God.
wenkte de mensen van de veerpont om me op te halen, liep door een haag van geweren naar iemand die me de commandant leek te zijn en zei tegen hem (in de landstaal): “Gefeliciteerd, je zus heeft een kind gekregen, een jongen, stamhouder is hij.” ”Ze is mijn zuster niet. Ik ken haar niet,” kwam het antwoord. Ik keek hem recht in de ogen en zei : “Ik ken haar ook niet, maar ze is wel even zwart als jij, dus eerder jouw dan mijn zus.”
Na de overzet namen ze de veerpont meteen weer mee terug naar hun eigen kant. Ik moest, als ik terug was, maar toeteren!
Even verscheen er een soort (h) erkenning in zijn ogen. In het geweld dat ze uitstraalden en in het machtsvertoon dat ze ten toon spreidden, werd een beetje menselijkheid geboren. Hij draaide zich om en gaf zijn mannen bevel in te stijgen en te vertrekken. Pas toen brak het zweet me uit. Een maand later, met Kerstmis, was Mosongo - in onze levende kerststal - ... ons kerstkindje.
De dokter uit bed gebonsd en een uur later werd Mosongo met de keizersnee geboren, gezond en wel, en was moeder uit haar pijn en lijden verlost. Grote vreugde en dankbaarheid. Er was een kind geboren. De Engelse dokter/ dominee dronk geen alcohol, dus geen biertje en na een kopje thee en een koekje, ging ik weer richting de rivier de Lopori op weg naar huis. Ik hoefde niet te toeteren. Een grote legertruck met zo’n 20 rebellen, geweer in de aanslag, stond me op te wachten. Ik
En ik wist weer dat in al die ellende een mens met Gods hulp het verschil maakt. Jan Molenaar mhm 5
The word became flesh
St Martin-in-the-Fields, London 6
VERTROKKEN MET PIJN IN HET HART. De droom van een vreedzame opbouw van Zuid-Soedan, het jongste land van Afrika, ligt, zoals bekend, totaal aan duigen. Sinds eind vorig jaar woedt er een uiterst gewelddadige burgeroorlog waarvan het eind nog lang niet in zicht is. Ben Stopel mhm heeft het land moeten ontvluchten en verblijft nu in Nederland. Hij volgt de ontwikkelingen op de voet en verhaalt hier van de hartverscheurende gebeurtenissen in Malakal, waar hij tientallen jaren als missionaris actief is geweest. was de ergste. De wreedheden die toen zijn bedreven, zijn met geen pen te beschrijven. Ze staken zelfs de Nijl over, de vluchtende mensen achterna. Er werd geschoten op alles wat maar bewoog. Overal lagen lijken die later in massagraven zijn begraven.
Wat is er de afgelopen 10 maanden zoal met de bevolking gebeurd in het enorm grote bisdom Malakal dat bestaat uit 3 van de 10 deelstaten? Juist daar zijn de gevechten aan de gang. Er zijn 1,2 miljoen mensen gevlucht naar veiliger gebieden in Zuid-Soedan zelf of naar de omliggende landen. Zo’n 60.000 mensen zitten in de UNMISS (VN-missie) bases onder de meest erbarmelijke omstandigheden, want het is nog regenseizoen. In Malakal zitten nog steeds 17.000 mensen en dat is 5000 minder dan voorheen. Sommigen zijn met een VN-vlucht naar Juba vertrokken en anderen bevinden zich aan de overkant van de Nijl waar ook een kamp is. Ik heb te doen met de kinderen die niet naar school kunnen. Een paar dagen geleden werd op de tv gezegd dat ongeveer 50.000 kinderen ondervoed zijn. Ik heb via de mobiel contact met enkele priesters en mensen van het diocees en blijf daardoor goed op de hoogte hoe het hen vergaat. De laatste aanval op Malakal van de rebellen op 18 februari
De dag na de aanval wist onze emeritus bisschop, Vincent Mojwok, ’s morgens vroeg samen met twee van de priesters de Nijl over te zwemmen onder een regen van kogels.
Toen vluchten nog mogelijk was.
Het is een wonder dat ze ontsnapt zijn. Met alleen maar de kleren aan hun lijf werden ze uiteindelijk door een VN auto opgepikt en na veel dagen hebben ze het vliegveld van de oliemaatschappijen kunnen bereiken om naar de hoofdstad Juba te vliegen. Ook de andere diocesane priesters en zusters wisten te ontkomen en Juba te bereiken; maar een van de priesters die thuis was, kwam om samen met zijn vader. Zo rende iedereen voor zijn 7
leven de stad uit of richting het kamp van de UNMISS; iedereen heeft zijn eigen verhaal over die dag(en). Wie niet konden vluchten werden gedood waaronder patiënten in het ziekenhuis
hard getroffen was vergeleken met andere plaatsen. Een vierde van de stad is verwoest. Overal staat nu gras want het is nog steeds regenseizoen. Er zijn geen dieren meer, zelfs geen
Ben Stopel in betere tijden.
die niet van de Nuer stam waren; er werd verkracht en geroofd en huizen werden in brand gestoken. Niemand zal ooit weten hoeveel mensen er omgekomen zijn. Een groep mensen die op het terrein van de kathedraal beschutting hadden gezocht en niet konden vluchten, zijn uiteindelijk door de UNMISS opgehaald na aandringen van Zr. Elena, een van de Comboni zusters. Pas toen kon ook zij als laatste naar Juba vertrekken met pijn in haar hart. Zo is het met ons allen vergaan. De situatie was anders geweest als de Nuer die bloedige aanval op de Shilluk niet uitgevoerd hadden. Dan hadden deze laatsten de kant van de Nuer gekozen. De terreur duurde tot eind maart toen de regering de stad weer innam. Een journalist die Malakal bezocht zei dat de stad bijzonder 8
kippen, alleen maar agressieve honden die mensenvlees hebben leren eten. Overal zijn er soldaten en Shilluk militie (“Shilluk Self-defence Force”) die wapens hebben gekregen van president Salva Kiir, want die wil natuurlijk wel dat de oliewinning ten noorden van Malakal beschermd wordt: anders raakt hij zijn hele inkomen kwijt om de oorlog te bekostigen. Aan de weg richting UNMISS kamp wonen weer enkele mensen. Ook zijn er die overdag de stad in gaan om zoete thee, eten of wat dan ook te verkopen en naar hun woningen gaan. Jakob Kirchler mhm (tot vorig jaar ook actief in het bisdom) stuurde me een e-mail met veel informatie die hij gekregen had van een van de diocesane priesters die naar Nairobi was gegaan. Enkele diocesane priesters gaan zo af
Malakal in tijden van burgeroorlog.
en toe terug naar Malakal en sinds kort ook naar Bentiu in de deelstaat Unity. Ik hoop dat ze veilig zijn nu de stad weer ingenomen is door de rebellen. Enkele Comboni missionarissen zijn terug op hun missiepost onder de Nuer. Het is goed voor het moraal van de mensen om een priester of zuster te zien. Ze zijn blij dat er weer een Eucharistieviering gehouden kan worden in Malakal en buiten de stad op plaatsen waar veel mensen naar toe gevlucht zijn.
zijn intussen getraind om mensen in alle deelstaten te mobiliseren om te gaan werken aan “ genezing, vrede en vergeving”. Voor de kerk als geloofwaardige en morele autoriteit is een belangrijke rol weggelegd om mensen samen te brengen via een ‘van mens tot mens’ vredesproces dat vele jaren zal duren zodat uiteindelijk deze zwarte bladzijde omgeslagen kan worden. Ben Stopel mhm
Veel respect heb ik voor onze catechisten en leken die ondanks alles mensen samen roepen voor een gebedsviering op de zon- en feestdagen. Samen met hen blijven we hopen en bidden dat er nu toch eindelijk vrede gesloten wordt. 76 Personen
Wat er nog overeind staat van een kerk.
9
EEN KLEIN SPRONGETJE MET AKELIGE GEVOLGEN. ‘Een ongeluk zit in een klein hoekje’. Wie kent dat gezegde niet? Willem op de Weegh mhm heeft het aan den lijve ondervonden. Hieronder verhaalt hij van zijn tragisch ongeluk in Kameroen. Hij is al een aantal maanden onder medische behandeling in Nederland. Door een hardnekkige infectie bleek zijn been niet meer te redden. Na de amputatie (onder de knie) leert hij nu weer lopen met een prothese. Hij inspireert jong en oud in Vrijland door zijn positieve houding. Op die bewuste vrijdag, de 14de maart, werd het toch echt eens tijd om onze watervoorziening aan een gedegen onderzoek te onderwerpen: al twee dagen lang geen druppel water in ons huis. Dus direct na het ontbijt, ging ik, samen met Philip, onze jonge tuinman, op weg naar de tank. Al heel snel werd het euvel gevonden: een behoorlijke lekkage in een pvc pijp, die door een charlatan van een loodgieter was aangelegd als een soort overloop. Na Philip klauterde ook ik naar boven tot op het 8 meter hoge platform waar de tank op stond. De eenvoudigste oplossing was om gewoon de overloop weg te halen, wat een koud kunstje was. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vroeg Philip om alvast naar beneden te gaan om de hoofdkraan te openen, zodat ik nog even kon luisteren of er inderdaad water de tank binnenstroomde. En ja hoor, prima in orde, probleem opgelost: we kregen dat kostbare vocht weer in onze tank. Ik begon al te genieten van de gedachte aan een verfrissende douche later op de dag. Dus begaf ik me ook gauw naar beneden via een oude ladder waarvan de laatste twee sporten ontbraken. Al enkele malen eerder had ik dat laatste sprongetje (van zo’n 60 - 70 centimeter hoogte) gemaakt en ik zag er ook nu geen enkel gevaar in. Dus ik maakte dat kleine sprongetje, maar, oh jeetje: ik landde wel op mijn beide voeten, maar direct daarop viel ik op mijn achterwerk. Toen doemde er een verschrikkelijk beeld voor mijn ogen op: mijn been stak recht vooruit, maar 10
Willem op de Weegh
mijn voet lag haaks tegen mijn been. Dat beeld staat zelfs nu nog steeds in mijn geheugen gebrand en ik denk niet dat ik dat ooit zal kunnen vergeten. Ik realiseerde me onmiddellijk dat dit een heel ernstige situatie was, tegelijk angstaanjagend, afschrikwekkend en afgrijselijk. Ik vroeg me af of ik mijn voet nog zou kunnen behouden. Philip rende weg alsof de duivel hem op de hielen zat, zodra hij mijn broek rood zag kleuren vanwege het bloed dat uit de wonde kwam. Kort daarop kwamen een paar onderwijzers naar me toe gerend, gewaarschuwd door Philip. Ze hielpen mij op mijn ene been staan. Daarop ging er een van hen diep op zijn hurken zitten, zodat ik op zijn rug kon klimmen. Hup, paardje, hup, daar gingen wij. Hij droeg mij zo’n 30 meter op zijn rug. Gelukkig stond de hoofdonderwijzer al klaar met zijn motorfiets en hielpen zij mij om achterop die motorfiets plaats te nemen. Toen ik eenmaal op dat
Vóór de operatie.
gemotoriseerde paard plaats genomen had, had ik nog de tegenwoordigheid van geest om mijn helpers te vertellen: “Zeg, jongens, die voet moet ook mee, hoor”. En nu haasje repje op weg naar ons ziekenhuis, met mijn linkervoet bungelend als een beschonken jojo. Welnu, je had onze intocht moeten zien: vanaf de hoofdweg begon de hoofdonderwijzer de claxon van zijn motorfiets te bewerken. De uitwerking daarvan was indrukwekkend: binnen de kortste keren stond de hele staf, dokter, verplegers en verpleegsters, eerwaarde zusters, in slagorde op de veranda van het ziekenhuis. En toen sloeg de schrik als een bliksemschicht
toe, want twee zusters zagen mij daar achterop die motorfiests, maar bovenal die akelig bungelende linkervoet. Een roep tot onmiddellijke actie steeg op en binnen een paar seconden kwam een van de verplegers al aangerend met een rolstoel en daalde ik van de motorfiets af naar de rolstoel, ja, van de ene koninklijke zetel naar de andere. Ik werd onmiddellijk naar de EHBOpost gereden, en in een mum van tijd was een tiental medische medewerkers met mij bezig: met het stelpen van het bloed, het reinigen van de wonde, het verwijderen van ontelbare bot-splinters tot en met het aanleggen van een infuus, het toedienen van antibiotica, het opnemen van de bloeddruk, enz. 11
De opname kamer leek wel op een wriemelende mierenhoop of bijenkorf, met zoveel nijvere mensen die zich met totale toewijding - inzetten om mijn voet op z’n rechtmatige plaats terug te plaatsen. Tegelijkertijd haastte Zuster Willy, een Nederlandse non, zich naar de garage om de auto gereed te maken voor mijn vervoer naar een groter en beter geoutilleerd ziekenhuis.
Na deze vitale eerste hulp gingen we zo spoedig mogelijk op weg naar een groter ziekenhuis, ruim 90 km bij ons vandaan in Njinikom. Het was me het reisje wel en verre van een pleziertochtje. En dan die arme verpleger, die ons vergezelde en die de hele reis geknield tussen de beide stoelen zat. In de ene hand hield hij mijn infuus omhoog, vaak buiten het raam van de auto, dan weer nam hij de bloeddruk of mijn polsslag op, en het volgende moment strekte hij zijn hand uit om mijn gebroken pootje te ondersteunen, wanneer we weer eens door een van die diepe kuilen moesten. Mijn allergrootste waardering en dank voor deze jonge man, die als stagiaire naar St. Monica’s ziekenhuis in Baba gekomen was. In feite, die vrijdag zou zijn laatste dag daar in St. Monica’s zijn. Wat een pracht kerel en wat een toewijding. Na een kort bezoek aan de dokter werd ik naar de röntgenafdeling gebracht en vandaar linea recta, naar de operatiezaal. De operatie begon om 14.00 uur en rond 16.10 uur kwam ik weer naar buiten. Een geslaagde
12
Leren lopen met prothese.
operatie, volgens onze Kameroenese chirurg, maar, waarschuwde hij mij, “er bestaat altijd het gevaar van infectie omdat het een open wond is”. Ik werd naar mijn kamer gebracht. Zo begon mijn lange verblijf in het ziekenhuis in Njinikom, tien weken lang uiteindelijk. Willem op de Weegh mhm
ACTIE TEGEN HET VEELKOPPIGE MONSTER VAN CORRUPTIE EN ONRECHTVAARDIGHEID IN OEGANDA. Mill Hill Oeganda is een van de initiatiefnemers van het opzetten in Kampala van het ‘Johannes Paulus II Centrum voor Rechtvaardigheid en Vrede’. Na een wat aarzelende start draait dit centrum nu op volle toeren. Fons Eppink mhm ging er een kijkje nemen. Enkele indrukken:
Toen voormalig geassocieerd lid van Mill Hill, Patricia Abwooli, na een jaar onbetaald verlof terugkeerde naar haar onderwijspost op een middelbare meisjesschool in Jinja, Oeganda, kwam ze tot de verbijsterende ontdekking dat haar baan was ingepikt door een ander en dat tot overmaat van ramp ook nog haar naam van het centrale loonregister in Kampala was geschrapt. Ze ging onbetaald weer aan de slag en het duurde maar liefst vijf jaar voor ze haar registratie terugkreeg. Over de betaling van achterstallig salaris werd met geen woord gerept. Door een gelukkig toeval kreeg ze een aanbod om directrice te worden van een school bij haar in de buurt. Maar op één voorwaarde: ze zou zo’n duizend euro moeten neertellen voor die buitenkans! Ontzet over zulke flagrant corrupte praktijken en ook huiverig om zelf te worden besmet sloeg ze het aanbod af op principiële gronden. Het ziet er naar uit dat ze de rest van haar dienstjaren zal moeten slijten als gewoon ‘lerares-met–principes’.
De voorbeelden van corrupte praktijken in Oeganda liggen voor het oprapen en variëren van frauduleuze dienstverlening tot ‘spook’ leraren en extra heffingen voor examen- en rapportcijfers. Hardwerkende ouders die er maar net in slagen om de financiële eindjes aan elkaar te knopen zijn altijd het eerste slachtoffer van dat soort afpersingen. Wat doe je, als je graag wilt dat je kind vooruitkomt in het leven? Weinigen zullen, net als Patricia Abwooli, bereid of in staat zijn om de zware prijs te betalen van een principiële houding in deze. Actie ondernemen tegen het veelkoppige monster van geïnstitutionaliseerde corruptie is een titanenopdracht. Edelmoedige beginselverklaringen en herderlijke brieven van kerkelijke leiders zetten geen zoden aan de dijk en zijn niet meer dan mooie woorden op papier. Actie tegen corruptie is een karwei van lange adem. Het vraagt om een mentaliteitsverandering van hoog tot laag in alle geledingen van de maatschappij. Daar is gedegen informatie voor nodig,
Patricia Abwooli.
13
educatie, bewustzijnsverruiming. En gevallen van corruptie, vooral ook op leidinggevend niveau, moeten aangepakt worden en de schuldigen gestraft. Het ‘John Paul II Justice and Peace Centre’ (JPIIJPC) in Kampala, enkele jaren geleden opgezet door een aantal missionaire congregaties waaronder Mill Hill, heeft zich tot doel gesteld om het grondwerk te verrichten voor vastbesloten actie ter bevordering van sociale rechtvaardigheid en tegen de overal doorgedrongen corruptie in Oeganda. De voorgestelde aanpak is drievoudig: onderzoek, pleidooi, educatie. Vanuit een goed toegerust nieuw pand in de wijk van Nsambya in Kampala ontwikkelt het Centrum krachtige strategieën en actie gericht op maatschappelijke groepen in sleutelposities. De politie lijkt een voor de hand liggende prioriteit. Ik sprak hierover met Alfred Avuni, hoofd van de onderzoeksafdeling op het Centrum. Hij vertelde opgetogen van een nu lopend programma dat leden van de politie en de burgermaatschappij beoogt samen te brengen
Alfred Avuni.
14
in een eerlijk en (hopelijk) vruchtbaar gesprek in een van de vier districten van de hoofdstad Kampala (andere districten zullen volgen). Belangrijke knelpunten zoals mensenrechten, omgaan met stress en geweld, alsook de omgang met het publiek worden onder de loep genomen. De plaatselijke media worden ook ingeschakeld.
Politieagenten zijn geregeld te gast bij praatgramma’s op de radio om vragen van het publiek te beantwoorden over kwesties betreffende het mandaat, de geweldpleging en rekrutering van en door de politie. Een recent gemeenschapsdebat in het Clocktower politiebureau in Kampala waarbij vijftien politieagenten en twintig gemeenschapsleiders tegenover elkaar stonden, dreigde aanvankelijk uit de hand te lopen. Beschuldigingen van mishandeling en afpersing (van de kant van de politie) en het verbergen van verdachten (door het publiek) vlogen
Zuster Fernanda.
over en weer. Maar allengs bedaarden de gemoederen en het netto resultaat was een aanmerkelijke vermindering van gevallen van afpersing en misdaden in het district. En beide partijen spraken de wens uit om de ontmoetingen voort te zetten. Zr Fernanda Pellizer, de huidige directrice van JPIIJPC, overhandigde me een wel doordachte en prachtig geïllustreerde ‘Gids voor Burgerlijke Educatie’ voor scholen, toen ik haar ontmoette voor een gesprek op haar bureau. Besprekingen van mensenrechten en plichten, vredestichting en bescherming van het milieu vormen de ruggengraat van dit gedegen handboek. Een team van stafleden organiseert regelmatig trainingssessies, zo vertelde ze me. Dit gebeurt vooral in het noorden van het land waar de beruchte Joseph Kony en zijn Lord’s Resistance Army
tientallen jaren de bevolking geterroriseerd hebben. Met zichtbare voldoening gaf ze me uitleg over wat tot nog toe bereikt is, er is veel verbetering in het verstrekken van schoolmaaltijden; slordig werk op een bouwstelling werd aangeklaagd en gecorrigeerd, en er is aanzienlijke vooruitgang in financiële transparantie en verantwoording. Is het allemaal wel de moeite waard, kun je je afvragen? In veel opzichten lijken de inspanningen van het Centrum en de bereikte resultaten op de spreekwoordelijke druppel op de gloeiende plaat. Maar leert het evangelie ons niet dat een piepklein zaadje uit kan groeien tot een flinke boom? Fons Eppink mhm 15
ONTMOETINGSDAG: LEGE KERKEN EN TOCH REDENEN VOOR OPTIMISME. Is het een kleine voorhoede, die straks vele navolgers krijgt of zijn het enkelingen, die daar aan de Radboud Universiteit Missiewetenschappen studeren? Hun docent, Dr. Dokman, ziet er jong uit en komt met een heel optimistisch verhaal. Hij sluit zijn ogen niet voor de negatieve ontwikkelingen, maar ziet tegelijk nieuwe vormen opbloeien. Waar gaat het heen met religie? We kunnen kijken naar het rijke verleden en zien hoe ernstig de achteruitgang is, maar het is beter je op de toekomst te richten. In welke richting gaan de ontwikkelingen? Je ziet dat kerken aan de eredienst worden onttrokken en tegelijk ontstaan er nieuwe kerkgemeenschappen van allochtone christenen. Daar vind je veel saamhorigheid, veel enthousiasme en betrokkenheid. Onder autochtone christenen slaat de secularisatie toe.
De oude manier van geloven spreekt niet meer aan en aan een kerkgemeenschap zeggen velen geen behoefte te hebben. Maar ze vinden zichzelf nog wel religieus en er is een grote behoefte aan spiritualiteit. Boeken en tijdschriften over geestelijk leven vinden gretig aftrek, maar mensen beleven het als individu zonder binding aan een kerk. Onze taak als geloofsgemeenschap is om nieuwe wegen te zoeken om interesse voor de blijde boodschap van het evangelie te wekken. Veel actieve leken begrijpen dat, werken er hard aan en voelen weerstand tegen de komst van buitenlandse priesters of priesterstudenten. Evangelisatie is een verantwoordelijkheid van ons allen en we willen niet terug naar een priesterkerk, waar leken buitenspel gezet worden. Maar waarin moeten we onze energie steken? Moeten we vooral zorgen voor 16
Dr. Frans Dokman.
bloeiende gemeenschappen of moeten we vooral en metterdaad laten zien wat Jezus van Nazareth ons voorgeleefd heeft? Gaat het om de gemeenschap of om de boodschap? Het gaat om beide. Zonder gemeenschap kun je maar moeilijk tot actie komen. Laat je daarbij ook inspireren door de allochtone parochies in Nederland en leer van wat ze elders in de wereldkerk en bij andere religies doen. Maar waarom eigenlijk? Het bedrijfsleven heeft dat heel goed door. Daar is veel aandacht voor geestelijk leven. Leidinggevenden snappen dat ze hun persoonlijk leven kunnen versterken en zo beter leiding kunnen geven. Zij begrijpen dat hun gemeenschap van
werkenden niet zonder waarden kan. Een hechte band onder het personeel zorgt voor een goed functioneren van elk individu. Wanneer je als bedrijf oog krijgt voor verscheidenheid, werkt dat positief in je contacten naar buiten. En door de contacten met religieuze gemeenschappen gaan ze begrijpen dat goed leiderschap moet dienen. Zelfs op wereldniveau komt dat bijvoorbeeld in het World Economic Forum aan de orde.
Een heel nieuwe ontwikkeling is het gebruik van Sociale Media. Kijk naar de programmering van radio en tv, naar de vele websites, naar Facebook en Twitter. Het Twitter account van Paus Franciscus heeft inmiddels vijftien miljoen volgers en na Obama worden de tweets van de paus het meest ge-re-tweet = opnieuw geplaatst. Dat zijn tekenen van hoop. Een geloofsgemeenschap kan er van leren. John Jorna
ONTMOETINGSDAG VRIENDEN VAN MILL HILL (28 FEBR. 2015) Eind februari, om precies te zijn op de laatste zaterdag van februari 2015, houden we hier onze eerste ontmoetingsdag van 2015. We hopen weer op een goede dag om elkaar te ontmoeten. Ook hebben we een spreker uitgenodigd van PAX (voorheen PAX CHRISTI) om ons iets meer te vertellen over de vredesproblematiek in de wereld en de vredesspiritualiteit die aan het internationale vredeswerk van PAX ten grondslag ligt. De spreker op deze dag is Dr. Edwin Ruigrok, eindverantwoordelijke in PAX voor identiteit en kerkelijke relaties. Vrede is internationaal ver te zoeken maar ook in ons eigen Nederland verhardt de maatschappij en wordt het samenleven vaak bedreigd door onbegrip, misverstanden en het gebrek aan begrip voor het anders-zijn van de ander. Vrede raakt iedere mens. Het belooft een interessante dag te worden. Als u geïnteresseerd bent, meldt u dan aan vóór 15 februari 2015, Wim van der Salm Johannahoeve 4 6861WJ Oosterbeek 026-3397555
[email protected] 17
VAN HER EN DER VAKANTIE OF ZENDING? Een bericht van Jac Hetsen mhm. Verschillende mensen vroegen mij zowel hier in Brazilië als in Amsterdam waarom ik naar Brazilië op bezoek ging. Mijn eerste antwoord hier in Brazilië was “para matar saudades” - om mijn heimwee te overwinnen. Maar eigenlijk had het antwoord zowel met het overlijden van Henk Hoogland als het overlijden van bisschop Vital te maken.
voor jullie zwakke zorgbehoeftige, bejaarde en zieke medebroeders ? In de parochie van St Paulo Apostolo hadden ze aangeboden om dag en nacht voor hem te zorgen, zei de bisschop. Gelukkig kon ik hier een heel bevredigend antwoord op geven en zeggen hoe vaak zijn zussen en
Jac Hetsen.
In feite vroegen de mensen in de parochie waar ik zelf en Henk gewerkt hadden steeds wat er allemaal gebeurd was en wat zijn contact met zijn familieleden was geweest en met zijn medebroeders van de St. Jozef Congregatie van Mill Hill. Wat doet jullie congregatie eigenlijk 18
broers hem bezocht hadden en hoe we hem uiteindelijk ten grave hebben kunnen dragen. Zelf heb ik meer details gehoord over het auto-ongeluk waardoor emeritus bisschop Vital Wilderink is komen te overlijden. Hij was mijn vroegere bisschop, maar
ook medepelgrim en vriend. Ik heb veel contact gehad met een medekluizenares die pas na 3 maanden uit het ziekenhuis ontslagen kon worden. Tien jaar lang had ze met hem het kluizenaarsleven gedeeld en vele mensen op retraites begeleid. Daar in een afgrond van 300 meter vonden twee mensen de dood en twee overleefden met grote moeite het ongeval. Ook mocht ik twee projecten in Rio de Janeiro bezoeken. Een ervan was in Cidade de Deus, een van de meest gewelddadige wijken van Rio. Beide projecten proberen iets te doen voor de teenagers van die wijken. Ook heb ik nog enkele dagen doorgebracht bij religieuzen die als gemeenschap vijf
eenvoudig om dat te doen. Daarna ben ik vakantie gaan houden bij Harrie Meijerink, een oud-MHM student, die getrouwd is met een Braziliaanse vrouw en al grootvader is. Hij woont in Holambra (Braziliaanse gemeente in de staat São Paolo oorspronkelijk gesticht door Nederlanders). Dat was erg fijn. Zijn gedachten zijn erg door de antroposofie beïnvloed. Hij heeft samen met de mensen een schooltje gebouwd op basis van de Rudolf Steiner filosofie. Erg boeiend. Intussen maakte ik de verkiezingen mee. Nu bevind ik me in Brasilia, de hoofdstad, waar ik 32 jaar geleden een inculturatie cursus volgde om de taal en de gewoontes te leren. Vandaag hoorde ik dat die cursus nog steeds loopt en dat er nog steeds
Een Braziliaans geluid.
hoog wonen in het centrum van Rio dag en nacht te midden van onophoudelijk lawaai en een verzengende hitte. Niet
missionarissen naar Brazilië komen. Straks weer terug naar de parochie van de Portugeessprekende mensen in Amsterdam en omgeving. 19
VAN HER EN DER OP PAD MET BEZOEKERS Op 18 augustus was ik weer terug in Panyangara. Het stadsleven in Kampala was achter de rug! De laatste week dat ik in Kampala was, had ik twee bezoekers uit Nederland. We zijn wat dingen in en om Kampala gaan ondernemen en natuurlijk niet te vergeten: we hebben een bezoek aan Huyslinci (project in Entebbe opgestart door Wijnand Huijs mhm) gebracht. Daar hadden ze een verrassing voor me. Omdat de scholen vanwege vakantie gesloten waren hadden ze een paar bezoekjes georganiseerd. Het eerste bezoek was bij een familie waarvan één
Het tweede bezoek was bij Saidi. Degenen die allang deze rondzendbrieven lezen, hebben die naam eerder gezien. Zeven jaar geleden schreef ik dat hij als 14-jarige weesjongen, voor het eerst in Huyslinci kwam tijdens een open dag. Hij wilde computer leren, maar hij had maar drie klassen lagere school. Hij dacht met een computer veel CD’s te kunnen kopiëren en te kunnen verkopen in Kampala. Na een lang gesprek met hem en zijn oude grootmoeder werd besloten dat hij eerst de lagere school af zou maken. Het bleek een heel intelligente jongen te zijn. Dat kwam een verre oom te weten en die bood aan om
Corry in gesprek met stafleden van Huyslinci.
kind schoolgeld van HELP (via Huyslinci) krijgt. Bovendien had de moeder een geit gekregen om mee te fokken. Van de twee jonge geitjes is er dan eentje voor een andere hulpbehoevende familie. Ook had ze wat zaad gekregen om groente te kweken in haar (piepkleine) tuin. Daarvan kon ze met haar gezin eten en zelfs nog een beetje verkopen. 20
hem de middelbare school te laten volgen. Na nog geen jaar kwam Saidi vragen of hij een technische cursus mocht volgen. Hij wilde zo snel mogelijk geld verdienen om zijn oma, broertjes en zusjes te helpen. Hij leerde eerst het timmervak en daarna lassen. Van Huyslinci kreeg hij een lening van 100,000 shilling (bijna 30 euro) om samen met
Bij de Karimojong in Noord-Oeganda.
een vriend aan de slag te gaan. Ze werkten hard en kregen klanten. Apetrots is hij dat hij nu een eigen werkplaats(je) heeft van misschien 16 m²; hij heeft klanten en verstaat zijn werk goed. Fantastisch toch!
Op een dag meende zijn vriend dat hij de baas moest worden omdat hij bij de start een beetje meer geld had geïnvesteerd. Saidi had daar niet veel zin in en begon ’s nachts motortaxi te rijden tot hij voldoende geld had om voor zichzelf te beginnen. En dat is hem gelukt!
Het volgende bezoek was bij Dennis, ook een klant van Huyslinci. Dat was zo’n jaar of zes geleden een lastige klant die liever bedelde dan werkte. Uiteindelijk hebben we hem zo ver gekregen dat hij automonteur is geworden. En ook hij heeft nu zijn eigen bedrijfje, vlak langs een drukke weg naar het meer, dichtbij Huyslinci. Zulke voorbeelden geven de burger moed! Ik kan nooit resultaten weergeven in tabellen of kolommen, maar wel in een verhaal als dit. Geweldig vind ik dit; jongens die letterlijk met lege handen begonnen zijn en het gered hebben om een boterham te verdienen. (Misschien komt het beleg ook nog wel). Daar werkt Huyslinci toch voor! Corry van den Bosch mhm 21
FIDEEL Giel de Rooij mhm Geboren op 14 januari 1919 in Houten Tot priester gewijd op 9 juli 1944 Missionaris in Kameroen en Nederland Gestorven op 10 oktober 2014 Ik leerde Giel kennen, toen ik in 1967 staflid werd in Roosendaal. Wat een opgewekte kerel! Hij liep nog de ‘missiebusjes’ af in de West-Brabantse dorpen - PATER de Rooij. Een groot netwerk van kleine weldoeners had hij opgebouwd die trouw bezoek van hem kregen, niet alleen voor de poen, maar heel bijzonder en vaak als er te vieren viel of - niet te tellen - te treuren. Hij was er altijd, Giel. Een keer hebben we hem als collega’s volgens mij - verkeerd ingeschat. Hij was in 1969 vijfentwintig jaar priester. Zilver. Toen heb ik een lied voor hem gezongen op de melodie: ‘O Waterlooplein’. En op de kaft van ons Contactblad schreef ik een gedicht, waarvan de regels elk begonnen met een letter van dit zinnetje: ‘gielderooijin’tzilver’. En weet u welk cadeau wij voor deze drukke, hyperactieve vijftiger hadden bedacht: een uitschuifstoel om languit in te luieren. Giel heeft een keer ons breed lachend laten zien hoe hij languit ging. Maar eigenlijk geloof ik dat hij nooit ‘t geduld had om erin te gaan liggen. Het probleem van die stoel werd vanzelf opgelost: Giel kreeg het jaar daarop een herbenoeming naar Kameroen. Wat was de man in de wolken! De mensen in Kameroen hadden bewondering voor zijn enorme ijver, zijn drukke ‘trek’ programma’s om tot in de kleinste dorpen de mis te doen, een rondje langs de zieken te gaan, de catechumenen nalopen en overhoren jawel, niet minder: de jeugd testen op hun kennis van ‘doctrine’. “Nah so make we do dam ‘ting” (zo doen we dat hier). Solide. Betrouwbaar. Want God is een belangrijke speler in ons leven, vond Giel. De mensen zeiden: “Fara Mikel- ‘trong man dat” (pater Giel is een kanjer). 22
Voor hem gaan ze in dat verre land binnenkort zonder twijfel een ‘cry-die’ houden: een grote rouwceremonie, met veel plechtige kleren, met hemelhoge gebeden, met oprecht huilen voor hun geliefde pastor, met danspassen en palmwijn. Een paar jaar na Giel kreeg ik zelf een benoeming naar (Franssprekend) Kameroen. Als ik dan eens op bezoek kwam op zijn missie in Nkar of Kumbo, had Giel als gastheer opeens alle tijd. De Roosendaal jaren van ons beiden bleken een fundament te zijn geworden voor ware bonhomie tussen ons twee. Direct na zijn 70-jarig feest nog stuurde Giel me per kerende post een enthousiast dankjewel voor mijn felicitatie en voor het pakketje postzegels dat ik hem te sorteren had gestuurd. Tot in het detail, tot in het kleinste: fideel. Trouw. Dat was Giel. Zoals Oosterbeek hem typeert klopt als een bus: ‘een gedreven missionaris’. Ben Beemster mhm
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN De Meern
Dhr. Ton Allard, broer van Zr. Gratia Allard o.c.s.o.
Sommern
Zr. Andrea Annegarn, zus van Br. Augustinus o.c.s.o.
Almelo
Dhr. Jan Voshaar, ex-Millhiller
Oldenzaal
Dhr. Gerhard Beernink, oom van Fr. Bertus Visschedijk mhm
Breda
Mw. Ria Geerts-Krijnen,schoonzus van Fr. Fons Geerts mhm
Tijdschrift over religie en samenleving in de derde wereld 6 nummers voor € 10,www.missio.nl of telefoon (070) 304 74 44
FOTOGRAFIE Omslag: Peuter in Buluba (Oeganda) – Fons Eppink, Huub de Bij, Ben Stopel, Jac Hetsen, Corry van den Bosch
UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”
WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen Giro: 1066957 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. Bank: ABN/AMRO Rek NL 39 ABNA 040.02.36.311 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: ING: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Mill Hill Oosterbeek. Bij voorbaat hartelijk dank. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de RK Kerkprovincie in Nederland. Door de belastingdienst is op 30 november 2007 een groepsbeschikking afgegeven ten name van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden.
23
Retouradres: Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek.
Contactblad van Mill Hill Administratie & redactie. Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Telefoon : (026) 339 80 82 E-mail :
[email protected] Internet : www.millhillmissionaries.com December 2014 Jaargang 48 - nummer 4 Verschijnt 4 keer per jaar Drukkerij voor de Poort - Oosterbeek