Tamar Bunge
TextielVezelBoek De levenscyclus van vezelproducties voor de fast fashion industrie
1
DE ZERO / NUL-stroming ‘Let Us Explore the Stars’
Kunststroming ZERO, bedacht in 1957 in Düsseldorf door twee kunstenaars; Hein Mack en Otto Piene. ‘Wij beschouwden ZERO vanaf het begin als naam voor een zone van stilte en nieuwe mogelijkheden’. Ze vonden het tijd voor een radicaal nieuwe kunst en een nieuw imago voor de kunstenaar. ZERO had een grote liefde voor technologie, moderne materialen; radicale toepassingen van bestaande materialen. De kracht van de natuur en de kosmos. De beweging deed afstand van de heersende, abstracte expressionistische kunst en verzette zich tegen de conventionele schilder die zijn emotie in expressieve verfstreken vastlegt. Hoe reflecteert dit op mode? In deze tijd komt de mode-industrie in eem omslag terecht. In een nieuwe stroming, met nieuwe mogelijkheden en een nieuw imago voor de kunstenaar; een nieuw imago voor de designer en het fast fashion bedrijf. Radicale toepassingen van bestaande materialen, wat doen we nu? En hoe kan dit anders door dezelfde materialen en vezels te gebruiken? Hoe kunnen de milieuvervuilende processen milieuvriendelijk worden? Het doel is om de conventionele en milieuvervuilende stoffen terug te dringen en ruimte te creëren voor milieuvriendelijke materialen. De ZERO stroming had een voorliefde voor technologische, ontdekkingen en ook het onderzoek naar moderne materialen. De onderzoeken naar man-made materialen zoals Lyocel en Modal® laten dit zien. Het recycle proces van polyester toont de innovatie van bestaande materialen. Het is tijd voor veranderiing in de mode-industrie. Er moet actie ondernomen worden. Radicale veranderingen, in grote en kleine stappen. De betekenis van ZERO ligt in het hier en nu: de interactie tussen fast fashion bedrijven, producenten en de arbeiders en de interactie met de consument.
Geïnspireerd door de ZERO kunststroming 1958-1966 2
Introductie
Het Textielvezelboek is gericht op de hele cyclus van een vezelproductie. Vezels die nu gebruikt worden door fast fashion bedrijven, of vezels die, na onderzoek, daar mogelijk ook gebruikt kunnen worden. Deze vezelsoorten zijn na onderzoek gekozen omdat het vezels zijn die nu worden gebruikt. Ook is een keuze van milieuvriendelijke vezels gemaakt die mogelijk bruikbaar zijn voor fast fashion bedrijven. Veel informatie over vezelproducties ontbreekt of is verouderd. Hierdoor is de milieuvriendelijkheid van de textielvezels lastig te meten. Dit boek onderzoekt waar de informatie mist en geen informatie te vinden is, om de milieuvriendelijke fast fashion vezelproductie transparanter te maken. Mits de informatie onderzocht wordt of naar buiten word gebracht is het mogelijk om een accuraat onderzoek te doen, naar takken van een vezelproductie waar het niet milieuvriendelijk toegaat. Tabellen in dit boek bevatten alle belangrijke delen van het vezelproces die mogelijk vervuilen. Door deze in te vullen zal de milieuvriendelijkheid van een vezel in kaart gebracht kunnen worden. Er is veel informatie te vinden over de vervuiling van textiel. Welke delen vervuilen, en waar in het productieproces vindt dat plaats? Er ontbreekt veel informatie. In dit Vezelboek zal duidelijk worden waar informatie mist en waar op gelet moet worden tijdens het kiezen van een vezelsoort. Omdat de industrie nog verre van duurzaam is, is het nodig de mind-set te creëren om vanaf nu en in de toekomst de juiste beslissingen te nemen. Dat kan alleen met de juiste en nodige informatie over de vezels. De informatie moet relatief bekeken worden. Minder verbruik betekent niet dat het milieuvriendelijk genoeg is, maar het geeft een algeheel beeld van duurzaamheid in de vezelindustrie. Zowel consumenten als fast fashion bedrijven en producenten hebben deze informatie nodig om duurzame keuzes te maken. Vezel van nu De vezels in deze groep worden in de huidige tijd gebruikt door fast fashion bedrijven. Er worden grote hoeveelheden gebruikt van de meeste vezels in dit rijtje. Toch is er bij veel van deze vezelsoorten geen ‘beschikbare’ informatie te vinden. De kennis van deze vezelproducties moet volledig zijn om de milieuvriendelijkheid goed in kaart te brengen. Opkomende vezels Deze vezelsoorten zijn een selectie van nieuwe en nog onderzochte vezels. De vezels hebben de mogelijkheid de materialen van nu te vervangen om een milieuvriendelijke mode industrie te creëren. Veel vezels zijn nog midden in onderzoek en bulkproductie is nog niet mogelijk. Vezelsoorten van de Lenzing® groep richten zich op de commerciële markt en zijn al verder in onderzoek. Vezelproductiecyclus Niet alle informatie kon ingevuld worden, hiervoor waren onvoldoende gegevens bekend. Dit omdat het materiaal nooit onderzocht is, nog niet bekend is of naar buiten is gebracht door de producenten en fabrieken. De cijfers die zijn gebruikt komen van verschillende bronnen. Alle aantallen vermeld in de tabellen zijn gebaseerd op één kg vezels.
Dit boek is gemaakt in het jaar 2015/2016. Vezelproducties kunnen veranderen en er kan meer informatie beschikbaar komen.
Tamar Bunge Amsterdam 2016
3
Begrippenlijst .7
INHOUDSOPGAVE
Wol .11
Natuurlijke vezels .9
Linnen .13
Vezels van nu .8 Katoen .9
Zijde .12
Synthetische vezels .14
Acryl .15 Semi-synthetische vezels .19
Viscose .19
PVC .18
Elastaan .17
Polyester .14
Polyamide .16 Acetaat .20 4
Bamboe .40
Vezels van de toekomst .21
Semi-synthetische vezels .36
Lyocell .36
Melk vezel .41
Modal .37
Synthetische vezels .31 Recyclet polyamide .32
Soja vezel .39
Polyactide .38
Spin zijde .30
Tyvek .31 Natuurlijke vezels .22
Recyclet polyester .33
Organisch zijde .28
Hennep .26
Recycled zijde .29 Organisch wol .24
Sorona .35
Organisch katoen .22 Jute .27
Recycled katoen .23
Recycled wol .25 5
6
Mohair garen in turkoois
Begrippenlijst Bt-Katoen: Bt is de afkorting van Bacillus thuringiensis, een Gram-positieve bacterie die algemeen voorkomt in de grond. Deze bacteriën zijn giftig voor sommige klassen van insecten. De stof is niet giftig voor zoogdieren ‘en vogels. Energie: De mogelijkheid arbeid te verrichten, en te veranderen. Aangegeven energie in de tabellen wordt opgewekt door fossiele brandstoffen (niet)-hernieuwbare hulpbronnen. Hier komt een bepaalde hoeveelheid uitstoot bij vrij. Enzymen: Is een eiwit dat bepaalde reacties versnelt. Fossiele brandstof: Bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas. Brandstoffen die in het verleden ontstaan zijn uit organisch materiaal. Geëxtrudeerd: Betekent dat er een hervormbaar materiaal door een matrijs wordt geperst waar enkele of meerdere gaten een uitkomst geven van gevormde staven (garen). Gepolymeriseerd: Verschillende moleculen samenvoegen tot een complexer molecuul. Kaarden: Manier van kammen om ruwe katoen of wol te bewerken. Koolstofdisulfide: Zwavelkoolstof is een anorganische verbinding van koolstof en zwavel. Levenscyclus: De opeenvolgende fases in de ontwikkeling van een vezel tot stof. Monomeer: een enkelvoudige verbinding. Monomeren zijn grondstoffen voor kunststofketens. Monomeren polymeriseren onder invloed van chemische hulpstoffen. Natriumhydroxide: Ook wel bijtende soda genoemd. Niet - hernieuwbare hulpbronnen: De aanvoer komt van de aarde zelf. Het zijn natuurlijke bronnen die na gebruik uiteindelijk verdwijnen. Sommige bronnen zijn niet-hernieuwbaar als ze niet vervangen worden, zoals bomen. Polymeer: Is een groot molecuul dat bestaat uit een lange keten van gelijke delen (monomeren). Het is de basis van synthetische vezels. Slub-effect: Het slub-effect is een herkenbaare textuur van linnen waar enkele vezels ophogen wat in een dikkere kern van vezels resulteert. Het wordt vaak als een gewenste imperfectie gezien.
7
VEZELS VAN NU Meest gebruikte vezels door fast fashion bedrijven
8
Handgemaakte ruwe Nieuw-Zeelandse wol uit India.
NATUURLIJKE VEZELS
Katoen Katoen was in Midden-Amerika al voor 5800 voor Christus bekend. Het duurde enige tijd voordat de katoen naar Europa is gekomen, dit gebeurde pas 800 jaar na Christus. Inmiddels is katoen de meest gebruikte natuurlijke vezel, en na polyester de meest gebruikte textiel in de wereld (Jaack, 2015). Van vezel naar fabric Katoen is een natuurlijke vezel. Het komt van de katoenplant Gossypium. Er zijn drie katoensoorten die vermeldingswaardig zijn voor dit onderzoek; De Gossypium barbadense, Gossypium hirsutum en de Gossypium herbaceum. Het verschil zit vooral in de plek van de teelt en stapellengte (vezellengte) van de katoenplant. De katoenplantages worden regelmatig bespoten en verzorgd met chemicaliën en pesticides. 25% van alle pesticides wordt gebruikt in katoen. Een katoenplant wordt door middel van een chemisch ontbladeringsmiddel machinaal geplukt. Hierna worden de katoenbollen gewassen, en vindt er een blekingsproces plaats. Op chloor gebaseerde bleekmiddelen zijn vervuilender dan de meer milieu vriendelijke optie; een waterstofperoxide behandelingen. Hierna worden de vezels gesponnen tot een katoengaren. In alle stappen van katoenproductie wordt veel water gebruikt (Turley, et al. 2010). Het karakter Katoen kan makkelijk gecombineerd worden met andere vezels. Het is absorberend, voelt fijn en zacht aan en blijft sterk bij vocht. Een minder punt van katoen is dat het kreukt en opzwelt in water. Katoenvezels worden vaak gecombineerd met polyester vezels. Dit maakt de kwaliteit beter. Genetisch gemodificeerd katoen Na een grote bloei in de katoenmarkt kwam het bedrijf Monsanto in 2012 met een genetisch gemodificeerd (GM) zaad voor de commerciële markt. Dit moest een oplossing zijn tegen insecten zoals motten, vlinders, vliegen en kevers. Waar anders bestrijdingsmiddelen voor nodig zijn die chemicaliën en giftige stoffen bevatten, was dat bij GM zaad niet nodig. De katoenplanten met GM zaden resulteerden in Btkatoen (Bacillus thuringiensis katoen). Dit zou de groei verbeteren en versnellen wat zou resulteren in meer winst. Na verdere onderzoeken is gebleken dat Monsanto’s GM zaden niet zo efficiënt waren als ze beweerden. Het GM zaad bleek niet bestand tegen alle insectenplagen, zoals plantaardige insecten en stinkinsecten. Om een succesvolle oogst te behalen was het vaak toch nodig gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen. De drie grootste katoen producerende landen; China, India en Amerika, kampen met een groot percentage van Genetisch gemodificeerde katoenplantages. In 2012 was 95% van de katoen die geproduceerd werd in China Bt-katoen. In India was dit 90% in 2010 en in Amerika 84% in de jaren 2014 en 2015. Mosanto heeft zichzelf in een monopolie positie gezet. De boeren tekenen een contract dat een strikte samenwerking vereist met Monsanto. Een verplichte afname van de GM zaden (63% duurder dan biologische katoenzaden) is daar een van. Door de tegenvallende oogst komen de boeren in financiële problemen. Vandana Shiva (2015) heeft onderzoek gedaan naar het stijgende zelfmoordpercentage onder de katoenboeren in India. Hieruit blijkt dat 84% terug te koppelen is naar de Bt-katoen. Toch wordt ook hier in een onderzoek van de International Food Police Research Institite (IFPRI) het tegendeel bewezen. IFPRI is een onafhankelijke organisatie die betrouwbare informatie vrijgeeft (van der Salm, 2011). Het is nog steeds onzeker wat de gevolgen van GM zaden zijn. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan die het tegenovergestelde beweren. Wel komt er veel negatief onderzoek uit de richting van de Bt-katoen en de manier waarop Monsanto te werk gaat (van der Salm, 2011).
9
Vezelproductiecyclus katoenvezel Een vezelproductie verschilt per land, om deze vezel levenscyclus in kaart te brengen is het gemiddelde genomen. De aantallen zijn gebaseerd op een vezelproductie van 1 kilo katoen. Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) 576.0 - 4377.0* 48.7 Grondstof productie OG 16.0 457 4320.4** 4.2 2.5 18.4 nul Vezel productie OG nul nul Textiel productie 5.0 - 30 OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken 17.9 - 60.9 105 - 145 OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens *Wereld gemiddelde is 1818.0 ** incl. CO2, CH4, SO2, Nox, CH & CO
Conclusie De boosdoener van katoen is het enorme waterverbruik, waar nog geen oplossing voor gevonden is. Hiernaast kampt het met misleidende GM-zaden van Monsanto. Katoen verbruikt ook het grootste aantal pesticides, 20% van de totaal gebruikte pesticide wereldwijd. Helaas stopt het daar niet, en heeft katoen veel chemicaliën nodig om gewassen te worden en vervolgens om het te bleken. Biologische katoenteelt is een goed alternatief. Het verschil tussen biologisch en conventioneel zit vooral in het feit dat er geen pesticides en andere chemicaliën worden gebruikt bij biologische katoen.
10
Wol Wolproductie leidt terug naar ongeveer 10.000 jaar geleden in klein-Azië; nog steeds de leider in natuurlijke diervezels. Op dit moment worden en 1 biljoen schapen geteld in 200 verschillende rassen. 5% van alle kleren is gemaakt van wol (FAO stat, 2015). Wol is vaak erg goedkoop maar neemt veel ruimte in en moet een kostbaar reinigingsproces ondergaan. De prijs van wol wordt gebaseerd op de diameter van de vezel. Ondanks het belang van wol in de textielindustrie daalt de productie geleidelijk, dit door de goedkope alternatieven, met name de groei van katoen (Rossum, 2013). Van vezel naar fabric Na het scheren van de schapen wordt de wol onderverdeeld in vier categorieën. Een hiervan is Fleece. Fleece zorgt voor de meeste omvang in de wolproductie. Stoffen gemaakt van wol hebben een grote omvang dan andere textiel. In commerciële wol productie wordt het na het scheren schoongemaakt door middel van chemische carbonisatie. Deze chemicaliën zijn slecht voor zowel het milieu als de fabrieksarbeiders die ermee in aanraking komen. Vervolgens moeten de vezels glad gemaakt worden, dit gebeurt door middel van chloreren. Hierdoor wordt het kriebel- en krimpvrij gemaakt. Het schoonmaken en waxen van de vezel vergt veel energie. Vervolgens wordt het gesponnen tot garen. Er zijn twee soorten garen in wol: kamgaren en wollen garen. Het verschil tussen deze twee garens zit in de lengte van de vezel. De kamgaren is vaak wat ruwer dan de wollen garen. Made-By benoemt de wolproductie als dusdanig schadelijk dat het in categorie E komt van het meetsysteem van Made-By. Marita Bartelet ontkracht dit tot zekere hoogte en beweert dat de chemicaliën die genoemd worden vaak al ten strengste verboden zijn in Europa. Nu komt de meeste wol niet uit Europa en zijn het alleen de bepaalde gecertificeerde wollen die deze chemische behandeling niet hebben gekregen (Bartelet, 2015). Het karakter Wol is anders dan andere vezels door zijn chemische structuur. Wol zorgt voor betere isolatie, is veerkrachtig en elastisch van natuur. Ook is wol duurzaam, het is erg sterk en gaat lang mee. Wol kan gemengd worden met andere natuurlijke of synthetische vezels. Wol voegt soepelheid en kreukweerstand toe. Ruwe wol kan wel vaak erg kriebelen. Witte wol is populairder in de commerciële industrie omdat deze makkelijker te verven is. Vezelproductiecyclus wolvezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) 17,2 Grondstof productie 77.3-112 OG nul nul 2387,4 4.2 Vezel productie 13.6 OG nul nul 5.0 - 30 nul OG nul nul OG OG Textiel productie 40.0 16.50 – 148.0 OG nul nul OG OG Verven en afwerken OG = onvoldoende gegevens
Land-verbruik (h) OG OG OG OG
Conclusie Voor een wolproductie is veel land en water nodig. Hiernaast komen er ook veel bestrijdingsmiddelen aan te pas. De natuurlijke vezel wordt al snel ontdaan van deze naam door een erg vervuilend productieproces, gepaard met de dieronvriendelijkheid. De discussie dat wol milieuonvriendelijk is, blijft voor nu nog even voortduren. Er zit een heleboel tussen biologische wol en conventionele wol, het moet eigenlijk niet worden gezien als een zwart-wit industrie. Ook de plek van productie speelt veel mee voor de milieuvriendelijkheid. In Europa is het gebruik van chemicaliën streng verboden, en in Australië grazen de schapen vaak in gebieden waar de grond niet geschikt is voor landbouw.
11
Zijde Zijde komt oorspronkelijk uit China en wordt grotendeels nog steeds geproduceerd in China. De chinezen waren lange tijd de enigen die wisten hoe daar zijde geproduceerd moest worden. Ze creëerde hierdoor hun eigen monopolie. Slechts 0,02% van de wereldproductie in textielvezels is zijde, een beperkte productie die zijde tot luxeproduct maakt. Een zijdegaren vergt veel arbeid, energie en water wat de vezel de duurste natuurlijke vezel maakt (Zijde, n.b). Van vezel naar fabric Zijde is een natuurlijk eiwitbestand dat voornamelijk van rupsen komt. De zijderupsen voeden zich met de blaadjes van de moerbeibomen wat resulteert in het groeien van de rups en het uiteindelijke cocon die gebruikt wordt om de zijde te spinnen. Zijdeproductie draait eigenlijk om twee basiselementen; de rups en de moerbeibomen. Bij massaproductie worden deze elementen geholpen door menselijke handelingen. De moerbeibomen worden vaak behandeld met mest en pesticide. Ook worden de rupsen extra gevoed, door middel van kunstmatige voeding. Gekweekte rupsen worden na dat ze verpopt zijn gedood door middel van hete dampen of kokend water, dit om de zijdedraden heel te houden. Hierdoor kan ook de cocon makkelijk losgemaakt worden van de rups. De bodemgesteldheid is belangrijk voor de kwaliteit van het garen, hierdoor wordt de dikte en de kleur bepaald. Ook de lucht heeft invloed op de kwaliteit van het garen. De cocon bestaat uit twee zijde-filamenten die wel 100.000 keer om de cocon heen draaien. Dit word uiteindelijk tot een zijdegaren gesponnen (Corbman, 1983). Het karakter Zijde lijkt erg op wol, beide bestaan uit eiwitten. Zijdedraad is alleen veel fijner dan wol. Zijde kan tot 40% aan vocht opnemen zonder dat het vochtig wordt. Het is niet gevoelig voor schimmels en motten. Wel is zijde gevoelig voor zonlicht en kan snel verkleuren. Daarnaast heeft het een mooie glans en voelt het zacht aan. Zijde staat nog steeds voor een luxe en kostbare stof. Zijde is niet erg duurzaam, de stof is erg fragiel en kan niet goed tegen licht en warmte (Turley, D. B et al., 2010). Vezelproductiecyclus zijdevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG OG OG OG OG Grondstof productie OG nul 800 - 1000 OG OG OG OG OG Vezel productie OG nul OG OG OG Textiel productie 39.6 - 75.6 70 - 314 nul nul nul OG OG OG Verven en afwerken nul nul nul OG = onvoldoende gegevens * alleen CO2 uitstoot
Conclusie Hoewel de stof al enige tijd meegaat, is er weinig informatie over de natuurlijke vezel te vinden. Zijde heeft altijd een relatief kleine productiecapaciteit gehad. Het is een intensieve teelt door de zijde van de cocons te verwijderen wat het erg kostbaar maakt. De vezelproductie is redelijk ecologisch want er worden weinig chemicaliën gebruikt. Net als wol scoort de vezel slecht op het gebied van spinnen en verven, waardoor het vezelproces vervuilender wordt genoemd dan synthetische vezelproducties (Guntlisbergen, 2015). Het waterverbruik en dieronvriendelijke productie ontkracht deze argumenten niet. De balans tussen natuurlijk en synthetisch blijft een lastige vergelijking.
12
Linnen Linnen wordt gemaakt van de vezels van een vlasplant. De bulkproductie van flax heeft zich verplaatst naar China en oost Europa, maar de hoge kwaliteit linnen bevindt zich nog steeds in België, Ierland, India en Nederland. Katoen maakt opmars om als alternatieve vezel van linnen te dienen (Turley, D. B et al., 2010). Van vezel tot fabric Linnen planten moeten zo lang mogelijk de grond uit komen, mechanisch of met de hand. Dit om ook een zo lang mogelijke vezel uit de plant te krijgen. Hierna worden de planten gedroogd en worden de zaadjes mechanisch verwijderd. Hierna moet de vezel losgemaakt worden van de stengel, dit kan op natuurlijke wijze en op chemische wijze, dit laatste omdat dit sneller is, maar wel slechter voor het milieu. Dit proces heet ‘zwingelen’ waar het hout word gescheiden van de linnen vezel, en alleen de langste vezels over blijven. De korte vezels en andere delen van de plant worden gereserveerd voor andere toepassingen. Nadat de vezels zijn gesorteerd worden ze gesponnen tot garen en klaargemaakt voor textielproductie (Linen, n.b.). Het karakter Linnen vezels zijn sterk maar niet elastisch en veren dus niet snel terug, vandaar dat het ook snel kreukt. Linnen vezels zijn 2 tot 3 keer zo sterk als katoen en andere natuurlijke vezels. Linnen is een luchtig materiaal en voelt zacht aan, hoe vaker je linnen kleding wast hoe zachter het wordt. Constante druk en wrijving op dezelfde plek kan zorgen voor het breken van de vezels. Twee kenmerkende aspecten van linnen zijn het slub-effect van de stof en het snel kreuken. Dit wordt inmiddels als kwaliteit, charme en echtheid van de stof gezien (Turley, D. B et al., 2010). Vezelproductiecyclus linnenvezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) regen gevoed Grondstof productie 5.5 - 11.7 nul 2.09 86 OG OG OG 72.3 Vezel productie 2.7 nul OG OG OG OG OG Textiel productie 5.0 - 30 nul OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken 17.9 - 60.9 105 - 145 OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens
Conclusie Linnen is erg seizoensgebonden en daarom niet makkelijk te gebruiken voor bulk. Het is voor boeren in lage-lonen-landen erg kostbaar en een onzekere teelt. Het heeft hierdoor moeite om uit zijn niche te komen. De teelt is relatief natuurlijk en milieuvriendelijk, helaas worden er wel pesticides en andere stoffen op de planten gespoten. Ook de verdere afwerking van de stof is vervuilend. Linnen verbruikt bij het bleken van de stof veel water. Flax heeft wel een grotere afhankelijkheid van pesticides in vergelijking tot hennep. Verder is veel van de flaxvezelproductie te vergelijken met hennepteelt.
13
SYNTHETISCHE VEZELS
Polyester Meest populaire en geproduceerde vezel van dit moment. De eerste polyester vezels werden gebruikt voor het polyester pak – een trend uit de jaren 70. Het weerspiegelde het moderne leven, het was kreukvrij en kon gewoon de wasmachine in. Sinds die tijd is de kwaliteit van polyester erg gestegen. Van relatief lage kwaliteit, vormloos en kriebelig heeft de vezel een uplift gekregen. De lage prijs, mogelijkheid in kleur, de natuurlijke voeling en de aanhoudende vorm maken het aantrekkelijk. In de laatste jaren is de vraag naar polyester enorm gestegen, het is inmiddels de meest gedragen vezel in de mode-industrie geworden. China is de grootste producent en neemt inmiddels 65% van alle polyester productie onder zijn hoede (Turley, D. B et al., 2010). Van vezel tot fabric Polyester is een synthetische vezel afgeleid van koolstof, lucht, water en petroleum. De vezels worden gevormd door een reactie tussen alcohol en acid. Hier worden twee of meer moleculen gevormd tot een groot molecuul wat in de lengte wordt herhaald. Hierna vindt een proces van extruderen plaats waarbij de filamenten door een spindop gaan, en de vezels in garen worden gesponnen. Polyester kan op verschillende manieren gemaakt worden. De twee meest voorkomende manieren zijn de filament en de staple. Bij een filament vezel houdt elke afzonderlijke streng dezelfde lengte aan, wat zorgt voor een gladde oppervlak van de stof. Bij een staple wordt elke polyester vezel van te voren kort gesneden, op vooraf bepaalde lengte. Deze vorm is makkelijk te combineren met andere vezels. De polyester-katoen blend is een veelgebruikte combinatie. 55-60% van al het polyester wordt gebruikt voor de cotton-polyester blend. De meest gebruikte mengverhoudingen zijn 33:67, 50:50 en 80:20 (Turley, D. B et al., 2010). Het karakter Polyester is makkelijk af te werken en te verven. Polyester kan voor-gekrompen worden tijdens het afwerken en zal hierdoor niet uitrekken in vorm en niet krimpen. Polyester zal door deze afwerking ook niet snel kreuken. Het absorbeert niet en is hierdoor bestand tegen vlekken. Wel maakt dit het ook gevoelig voor een zweterig gevoel en een onfrisse geur. Polyester is makkelijk te mengen met andere vezels (Polyester, n.b) Vezelproductiecyclus polyestervezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) 17,2 Grondstof productie 77.3-112 OG nul nul 2387,4 4.2 Vezel productie 13.6 OG nul nul Textiel productie 5.0 - 30 nul OG nul nul OG OG 40.0 16.50 – 148.0 OG nul nul OG OG Verven en afwerken OG = onvoldoende gegevens
Land-verbruik (h) OG OG OG OG
Conclusie Sinds polyester de meest geproduceerde vezel is; is het logischerwijs ook de meest vervuilende vezel. Polyester is een synthetisch materiaal uitsluitend gemaakt van petrochemicaliën, wat een niet-hernieuwbare hulpbron is. De vervaardiging van polyester is een energie-intensief proces dat grote hoeveelheden ruwe olie vereist en schadelijke emissies uitstoot, waaronder overmatige kooldioxide, vluchtige organische stoffen, deeltjes en zure gassen zoals waterstofchloride. Monomeren, oplosmiddelen en andere bijproducten van de productie worden gedumpt in het afvalwater van polyester fabrieken, waardoor ze een van de meest gevaarlijke afvalgeneratoren zijn. Het polyester productieproces is niet alleen verantwoordelijk voor overmatige kooldioxide vervuiling, maar emissies van distikstofoxide zijn ook aanwezig. Distikstofoxide is een gas dat warmte 310 keer efficiënter vangt dan kooldioxide.
14
Acryl Acryl is een synthetische wolvervanger. Acryl wordt vanwege het uiterlijk vaak gebruikt voor bijvoorbeeld gebreide truien. Ook nepbont word vaak gemaakt van acryl. De eerste acrylvezel is 1941 vastgesteld onder de naam ‘Orlon’. Voorbeelden van merknamen van Acryl zijn Dralon®, Dalon® Wolpyra®. Vaak is de naam van de vezel, in dit geval Acryl, gewoon vermeld in het care label van een kledingstuk. Van vezel tot fabric Een acryl vezel ontstaat uit polymerisatie en acrylonitril, en bestaat vervolgens uit acrylonitril en een comonomeer, typische comonomeren zijn vinylacetaat of methylacrylaat. Deze wordt toegevoegd om de verfbaarheid en bewerkbaarheid van de vezel te verhogen. Het productieproces omvat het oplossen van het polymeer in een oplosmiddel, zoals natriumthiocyanaat. Hierna vindt een proces van extruderen plaats, waar de filamenten door een spindop gaan. Daarna worden de vezels nat of droog gesponnen, gevolgd door wassen, uitrekken en krimpen. Acryl vezels vormen lange lineaire moleculen die goed dienen als textielvezel. Alleen als de vezels 85% acrylonitril bevatten mogen het Acrylvezels genoemd worden (Acrylic fiber, n.b) Het karakter De vezel is heel warmte-isolerend, meer zelfs dan wol. Het is goed weerbestendig en bacteriën en schimmels hebben geen invloed op de stof. Acryl heeft een warme, lichte en zachte greep. Na een tijd gaan de vezels erg pluizen en kan het gaan pillen. Pillen ontstaat bij wrijving, waardoor er bolletjes op de stof verschijnen. De acryl vezel is erg vatbaar voor vuur en kan niet goed tegen hitte, het zal niet krimpen maar de vezels gaan hierdoor kapot. Acryl kan allergie gevoelig zijn. De vezels kunnen ook gecombineerd worden met andere vezels (Turley, D. B et al., 2010). Vezelproductiecyclus acrylvezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen(g) 210 Grondstof productie 112 OG nul nul Vezel productie 46 OG nul nul Textiel productie 5.0 - 30 50 - 66.8 OG nul nul 40.0 62 - 278 OG nul nul Verven en afwerken OG = onvoldoende gegevens
Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG
Conclusie De vezelproductie is inmiddels naar een totaal van 6,5% gedaald, en dit blijft dalen. Dit komt door concurrentie van vezels die financieel en kwalitatief beter in de markt staan zoals bijvoorbeeld polyester. Acryl wordt meestal gemengd met andere vezels omdat het op zichzelf een te grove vezel is. Bij synthetische vezels is over het algemeen het waterverbruik vrij laag, wat ook geldt voor acryl. Wel verbruikt de vezel te veel chemicaliën en energie net als veel andere synthetische vezels. Het is afhankelijk van een chemisch proces om zijn vezel te creëren en zal dus niet makkelijk te veranderen zijn.
15
Polyamide (nylon) Polyamide, ook wel nylon genoemd, is in 1935 uitgevonden als eerste synthetische vezel. Vaak wordt de vezel gebruikt voor sportkleding en lingerie. Ook de panty is een bekend nylon product. Het is ontstaan uit onderzoek naar een zijdevervanger. De verschillende soorten nylon voor textiel zijn: nylon 6 en nylon 6,6. Het verschil zit in de structuur en fysieke eigenschappen (Invista, 2013) Van vezel tot fabric Polyamide wordt gemaakt van benzeen, wat uit de olie- en gasindustrie komt. Benzeen is een organische verbinding die giftige stoffen bevat die niet goed zijn voor de gezondheid. Het resultaat van de benzeen is een kunststof, waarbij zogenoemde monomeren worden samengevoegd, de polymeren. Hieruit ontstaat een soort ‘pasta’ die eerst wordt gesmolten en hierna te gebruiken is in het spinproces. Deze pasta wordt daarna door een spinkop geperst. Door de koude lucht onder de spinkop worden de draden hard. Dit resulteert in het filament. Om dit sterker te maken worden de filamenten uitgerekt en door middel van warmte vastgezet. Deze vormen een garen dat we nylon garen noemen (Acrylic, n.b). Het karakter Polyamide is niet statisch en het behoudt goed zijn vorm. Het transporteert zweet naar buiten waardoor het verdampt. Vandaar dat polyamide vaak gebruikt word voor sportkleding en lingerie. Polyamide in combinatie met elastische vezels zorgt voor een aansluitende elastische stof. Een nog ongekleurde polyamide vezel is melkwit en niet transparant. Nylon wordt vaak als 100% composiet gebruikt in textiel maar kan gemengd worden met andere vezels. Vezelproductiecyclus polyamidevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) 633 Grondstof productie 116 - 119 OG nul nul OG OG 110 Vezel productie OG OG nul nul OG OG 5.0 - 30 OG nul nul OG OG Textiel productie Verven en afwerken 40.0 OG nul nul OG OG OG = onvoldoende gegevens
Conclusie Nylon gebruikt veel chemicaliën tijdens het vezelproces en is niet biologisch afbreekbaar. Nylon stoot een grote aantal nitrous-oxide uit wat 310 keer sterker is dan koolstofdioxide en opwarming van de aarde veroorzaakt. Ook verbruikt nylon nog redelijk wat water tijdens de productie (Ethical Fashion Forum, 2012). Nylon is nog niet ver genoeg op het gebied van duurzame productie. De synthetische waarde van de stof bepaalt zijn kwaliteit, polyamideen is afhankelijk van een chemisch proces. Het recyclen van de nylon vezel ontwikkelt zich helaas ook niet snel genoeg (zie Recyclet polyamide).
16
Elastaan Elastaan bestaat voornamelijk uit polyurethaan (PUR). Elastaan onderscheidt zich door zijn enorme elastische rekbaarheid. Kenmerkend van elastaan is dat het tot 6 keer de oorspronkelijke lengte kan worden opgerekt. Elastaan is een van de meest gebruikte vezels om een materiaal elastisch te maken. De groep elastomeren bestaat onder meer uit Lycra, Dorlastan, Spandex en Elastan. Elastaan wordt ook gebruikt voor een ‘milieuvriendelijke’ optie voor PVC (vinyl) en leer. De vezel wordt nooit alleen gebruikt, en bestaat maar uit 3% van de totale vezelproductie. Van vezel naar fabric Elastaan wordt gemaakt van de restproducten van petroleum, deze zijn niet giftig maar ook niet goed voor het milieu (DSF, 2015). Het bestaat voor 85% uit polyurethaan. Er zijn vier manieren om de elastaanvezel te produceren. De droogspinmethode wordt gebruikt voor 94,2% van alle elastaanvezels gemaakt in de wereld. Allereerst wordt het prepolymeer geproduceerd door middel van het mengen van twee monomeren. Het prepolymeer wordt verder omgezet door Diamine door een spinoplosmiddel te gebruiken. De spinoplossing word hierna gehard en omgezet tot vezels, die na dit proces gebundeld worden tot vaste draden in de gewenste dikte (Spandex, n.b). Het karakter Het is extreem elastisch. Het is een lichte, soepele en zachte stof. Elastaan kan makkelijk gecombineerd worden met andere vezels, het wordt voornamelijk gecombineerd met katoen en polyester. Elastaan is gevoelig voor warmte en zorgt voor rimpeling en kan de stof volledig kapot maken. De vezels zullen altijd weer teruggaan in zijn oorspronkelijke vorm nadat het uitgerekt wordt. Vezelproductiecyclus elastaan vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Grondstof productie OG OG OG nul nul Vezel productie OG OG OG nul nul Textiel productie OG OG OG nul nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG = onvoldoende gegevens
Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG nul OG OG nul OG OG nul OG OG nul
Conclusie Elastaan vormt een klein deel van de totale vezelproductie, een mogelijke reden is dat er geen informatie beschikbaar is. Wel wordt er in veel kleding een klein percentage stretch toegevoegd, en is het een veel voorkomende vezel in de fast fashion industrie. Er wordt net als bij andere synthetische vezelproducties veel gebruik gemaakt van chemicaliën. Elastaan is niet composteerbaar. Het bedrijf Rohner Textile heeft een natuurlijke stretchvezel ontwikkeld die volledig composteerbaar is. Dat een synthetische vezel vervangen kan worden door een natuurlijk product biedt mogelijkheden voor de toekomst. Nog steeds kiezen bedrijven voor de makkelijke en goedkope weg, maar er zijn alternatieve opties mogelijk (McLaren, 2009).
17
PVC PVC kleding is te herkennen aan zijn glanzende uiterlijk en wordt vaak geassocieerd met ‘gothic’, punk en alternatieve mode en fetisjen. PVC wordt ook wel ‘pleather’ genoemd (plastic leather).Een vervanger voor het dieronvriendelijke leer. PVC bestaat vaak uit polyester en een glanzende plastic coating uit PVC en Polyurethaan (PU). De kledinglabels hebben het daarom vaak over een percentage polyester en een percentage polyurethaan (elasthaan). Van vezel naar fabric In de polymeren worden vinylchloride monomeren (VCM) aan elkaar gelinkt. Dit proces is slecht voor de menselijke gezondheid. Hieruit ontstaat een poeder wat later in garens wordt gesmolten. Door de ‘plastic-feel’ wordt het niet vaak voor kleding gebruikt. PVC ontstaat uit een vervuilende vezelproductie. Polyvinyl chloride (PVC) word gebruikt voor meer dan 30% van alle plastic productie, een klein procent hiervan wordt gebruikt voor textielproductie (Case, 1999). Het karakter PVC kan in veel verschillende kleuren worden geproduceerd. De meest voorkomende kleuren zijn zwart en rood. De bovenste laag van de stof kan bij teveel stretchen scheuren, dus moet het met beleid worden gedragen. Het wassen van PVC kleding kan alleen met de hand, maar het liefst wordt de stof niet te vaak nat. De stof mag ook niet gestreken worden in verband met de plastic toplaag. PVC wordt zelf ook vaak toegepast als coating op andere materialen. Vezel recycling/close-the-loop Het bedrijf WIETEK heeft een technologie ontwikkeld om de plastic coating te scheiden van de polyester stof. Voor een synthetische vezel is het van belang dat deze gerecycled kan worden, want het vervangen van ingrediënten van de synthetische vezel kan niet zomaar (Drager, 2000). Vezelproductiecyclus PVC vezel
Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Grondstof productie OG OG OG nul Vezel productie OG OG OG nul Textiel productie OG OG OG nul Verven en afwerken OG OG OG nul OG = onvoldoende gegevens * alleen CO2 uitstoot
Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) nul 711,1* OG nul nul OG nul nul OG nul nul OG nul
Conclusie PVC is een volledig synthetisch product wat voor textielproductie veel afwerkingen en coatings gebruikt. PVC is gemaakt van olie in de vorm van plastic, wat de naam ‘plastic leer’ geeft. Greenpeace heeft uitgesproken dat de basis van PVC: polyvinylchloride, de meest vervuilende plastic is op aarde (Anne, 2014). Er is niet veel informatie beschikbaar over deze vezel, maar het is duidelijk geen milieuvriendelijke informatie die hier niet openbaar wordt gemaakt.
18
SEMI-SYNTHETISCH VEZELS
Viscose Viscose was de eerste rendabele vezel ooit gemaakt. Het moest dienen als kunstmatige vorm van zijde. Viscose dat vroeger de naam Rayon droeg is ook gelijksoortig met katoen. Rayon/Viscose is een kunstmatig geproduceerde vezel met een basis van de natuurlijke grondstof; cellulose. Van vezel naar fabric Viscose wordt geproduceerd van houtpulp. Het is een vezel ontstaan uit gezuiverde cellulose. Dit maakt het deels een natuurlijke vezel. De cellulose wordt mechanisch of chemisch afgebroken om de vezel te creëren. Hierdoor kan men het geen volledig natuurlijke vezel noemen. De houtpulp wordt gecombineerd met natriumhydroxide (bijtende soda) tijdens het zwaveldioxide proces voor het ‘verpulpen’ van de cellulose. Het chemisch omzetten tijdens de zo genoemde verpulping van de cellulose is erg vervuilend. Bovendien wordt er naast chemicaliën veel water verbruikt (Viscose, n.b.). Het karakter Viscose is een zachte stof en geeft een zijdegevoel af. De vezel is makkelijk te verven en krimpt niet bij verhitting. De vezel kan gemixt worden met andere vezels, zoals polyester en spandex. Vezelproductiecyclus Viscose vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Grondstof productie 37 - 74 Vezel productie 33.3 Textiel productie 5.0 - 30 Verven en afwerken 17.9 - 60.9 OG = onvoldoende gegevens * alleen CO2 uitstoot
Water (L/kg) 55.0 319 - 750 nul 105 - 145
Chemicaliën (g) OG OG OG OG
Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) OG OG OG OG OG OG OG OG nul nul OG OG nul nul OG OG
Land-verbruik (h) OG OG nul nul
Conclusie Conventionele viscose maakt geen gebruik van ecologische houtproductie. Alle stappen die hierna volgen zijn ook niet voordelig voor het milieu. De productie-hoeveelheid van viscose is relatief gering tegenover die van de polyester vezel, wat hem ‘minder’ vervuilend maakt. Het bedrijf Lenzing® heeft een milieuvriendelijke viscose op de markt gebracht. Lenzing® Viscose kan veel chemische stoffen terughalen, waardoor het richting een close-the-loop productie gaat. Dit is een ‘nieuwe’ viscose die veel milieuvriendelijker is dan de conventionele viscose. Wel is het kostbaarder, op korte termijn. De teruggehaalde bronnen zullen op den duur goedkoper worden dan het gebruik van nieuwe bronnen (Crnoja, n.b).
19
Acetaat De in 1924 ontwikkelde synthetische vezel Acetaat is een halfsynthetische grondstof die veel als voering voor kleding wordt gebruikt. De basis van acetaat is een cellulose, daarom wordt het een half-synthetische grondstof genoemd. Het kan gemaakt worden van bijvoorbeeld houtpulp of restmateriaal van katoenplanten (Charlotte, 2015). Van vezel naar fabric De cellulose wordt chemisch bewerkt tot een acetaatvezel. De cellulose bestaat vaak van houtpulp, oud papier of lompen. Als de cellulose wordt gemixed met azijnzuur en azijnzuurhyndride in aanwezigheid van zwavelzuur ontstaat het proces naar de acetaatvezel. Hierna wordt het gecontroleerd en worden er voldoende acetaatgroepen verwijderd om het de juiste eigenschappen te geven. Nadat het gevormd is, wordt de celluloseacetaat geprecipiteerd, gezuiverd, gedroogd en opgelost in aceton. Hierna wordt de aceton verdampt waardoor vaste continue filamenten ontstaan van celluloseacetaat. Tijdens deze celluloseproductie worden veel chemicaliën gebruikt, te vergelijken met de viscoseproductie (Acetate, 2012). Het karakter Acetaatvezels hebben een zachte glans. Het heeft een groot aanbod van kleurmogelijkheden. Het neemt makkelijk en goed vocht op en dient daarom dus goed als voeringstof. Het weegt vrij weinig en krimpt niet snel. Wel heeft het aanleg om te kreuken en is het niet elastisch. Acetaat verliest zijn kracht als het nat wordt en smelt als het warm wordt (Charlotte, 2015). Vezelproductiecyclus actetaatvezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie OG OG OG OG OG OG OG OG Vezel productie OG OG OG OG OG OG OG OG Textiel productie OG OG OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens
Conclusie Acetaat is vergelijkbaar met elk andere semi-synthetische cellulose die een chemisch proces ondergaat. Er is weinig tot geen informatie over de actuele vervuiling en gebruik voor het publiek. De mogelijkheid om gebruik te maken van meer vodden in plaats van hout of papier zou een recyclebare oplossing kunnen zijn. Aangezien het een semi-synthetische vezel is, kan ervan uit gegaan worden dat het geen milieuvriendelijk proces ondergaat.
20
Siliconen latex - Vanessa Safavi
21
VEZELS VOOR DE TOEKOMST Milieuvriendelijke vezels voor fast fashion bedrijven
22
Recycled polyamide - Lindex
NATUURLIJKE VEZELS Katoen Organische katoen Het verschil tussen conventionele katoen en organische katoen is het gebruik van pesticides en chemicaliën en genetisch gemodificeerde vezels. Bij organische katoen worden deze niet gebruikt. Ook bevordert het de biodiversiteit en de biologische kringlopen. Het eerste organische katoenproject was in 1990 in Egypte. Van vezel tot fabric Katoen is een natuurlijke vezel. Het komt van de katoenplant (Gossypium). Er zijn drie soorten katoensoorten die benoemwaardig zijn voor dit onderzoek; De Gossypium barbadense, Gossypium hirsutum en de Gossypium herbaceum. Het verschil zit vooral in de plek van de teelt en stapellengte (vezellengte) van de katoenplant. Om katoen machinaal te plukken zijn er ontbladeringsmiddelen nodig, bij organisch katoen word het daarom handmatig geplukt omdat ontbladeringsmiddelen chemische stoffen bevatten. De katoenbollen worden gewassen en schoongemaakt. Hierna worden de katoenbollen gesponnen tot een organische katoendraad. De hoeveelheid water die wordt gebruikt bij organisch katoen vermindert niet in het organische proces en kan soms zelfs groter zijn. De katoenplantages zijn ook afhankelijk van het weer, en de regenval (Nagdeve, M., 2015). Het karakter Het voelt zacht aan, zachter zelfs dan conventionele katoen. Er is minder kans op huidirritatie. Organische katoen kan gecombineerd worden met andere vezels. Organische katoen heeft een minpunt en dat is het verven. Het is niet mogelijk om het in alle kleuren te verven wat bij conventionele katoen wel kan. Het gebruik van kunstmatige kleurstoffen is verboden. Organische katoen is duurder dan conventionele katoen. Dit vanwege organische en natuurlijk pesticides en chemicaliën die duurder zijn dan de reguliere pesticides en chemicaliën. Ook wordt er meer handarbeid verricht bij organische katoen. Global Organic Textile Standard (GOTS) is het meest toegepast keurmerk om organische katoen verder te leiden tot een milieuvriendelijk productieproces van een kledingstuk. Better Cotton Initiative (BCI) moedigt katoenboeren aan om te produceren op een manier die beter is voor het milieu en de boerengemeenschappen. BCI heeft tot doel om zoveel mogelijk producenten ‘Better Cotton’ te laten produceren (BCI, 2015). Vezelproductiecyclus organische katoenvezel Vezel Productie Grondstof productie
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) 53.6 40.2 - 2960* nul nul nul 3913*** 0.9 - 2.0 1.0 - 1.4 Vezel productie nul nul nul 1.45 - 1.8 nul Textiel productie OG OG OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens * verschil van regen gevoed in Brazilie naar katoen teelten in California. *** incl. CO2, CH4, SO2, Nox, CH & CO
Conclusie
Organisch betekent geen pesticides of meststoffengebruik tijdens de grondstofproductie. Er worden organische pesticides en meststoffen gebuikt indien nodig. De katoenzaden mogen niet behandeld zijn, denk aan GM-zaden. Alle organische producties moeten vaak gelinkt worden aan een certificaat, anders is het onduidelijk wat er onder ‘organisch’ valt. Dit is voor de fast fashion bedrijven nodig om te herkennen welke materialen zeker aan de eisen voldoen. Organisch katoen gaat gepaard met een kostprijs die hoger is dan conventionele katoen. Wel is bewezen dat deze manier van produceren veel beter is voor het milieu. Een probleem in het tweede deel van organische katoenproductie is de afwerking. Niet alleen organische katoen kampt hiermee. Meerdere natuurlijke of milieuvriendelijke materialen zien de sustainable vezelproductie verdwijnen door vervuilende vervingen en afwerkingen. 23
Recycled katoen Katoen kan op twee manieren gerecycled worden. De eerste manier gebeurt voor gebruik. Dit gaat om resten en ongebruikte katoenvezels waar nieuwe stof van wordt gemaakt; postindustrieel afval. Bij de tweede manier, genaamd post-consumer afval, wordt gebruikte katoen gerecycled (Anne, 2009). Van vezel tot fabric De katoenvezels komen van de twee bovengenoemde recyclemogelijkheden; ‘postindustrieel’ en ‘post-consumer’ afval. Het afval word eerst in stukken gesneden om de oorspronkelijke grondstof terug te krijgen. Hierna worden de conventionele vezels (katoen als voorbeeld) toegevoegd en samen worden de vezels gesponnen tot een garen. Bij dit recycle proces worden de vezels ongelijk en korter, hierom worden er conventionele katoenvezels toegevoegd aan de textielproductie. Het gebruik van water, pesticides, chemicaliën en verf daalt enorm bij het recyclen van katoen. De stof wordt vaak verdeeld onder kleur waardoor het vaak alleen egaal gekleurd moet worden. Het recycle proces is op dit moment technisch in staat om 20% van een spijkerbroek te recyclen (Turley et al., 2010). Het karakter Vaak is niet meer dan 30% gerecycled katoen in een kledingstuk verwerkt, dit vanwege beperkingen in de kwaliteit. De katoen heeft dezelfde karaktereigenschappen als die van conventionele katoen, maar kan dus (nog) niet als 100% materiaal worden gebruikt. Vezelproductiecyclus recycled katoenvezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Grondstof productie 1.3 Vezel productie 0.48 Textiel productie 0.13 - 0.78 Verven en afwerken OG OG = onvoldoende gegevens
Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul
Conclusie De vezelkwaliteit word tijdens het proces steeds lager en het wordt kostbaarder om deze vezels keer op keer te blijven recyclen. Uiteindelijk zal de vezel zijn kwaliteit verliezen. Vaak wordt maar 30% van een conventioneel kledingstuk gebruikt voor het eindproduct van een gerecycled kledingstuk. Dit wordt vervolgens gecombineerd met 70% optionele conventionele vezels. Het combineren van vezelsoorten is lastig te scheiden, en vaak is de 30% gerecyclede vezel niet kwalitatief sterk genoeg om nog een keer gerecycled te worden. Nadat de vezels zijn teruggehaald moeten ze vaak ook nog worden bijgeverfd of gebleekt, soms een tweede keer om de kleuren optimaal te krijgen. Dit is heel milieu-vervuilend. Wat wordt voorkomen is het enorme waterverbruik bij conventionele katoen. Helaas is de 30% nog een erg laag percentage en is het combineren van vezels geen optimaal toekomstbeeld voor het milieu op dit moment.
24
Wol Organische wol Tot een paar jaar geleden was organische wol niet bekend en de productie vooral erg klein. Deze is gestegen, maar nog is het volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (2015) maar 1,5% van de totale wolproductie van 2,1 miljoen ton per jaar. De eerste stap in het proces is het biologisch onderhouden van de schapen; dat ze grazen in ruime weides, niet met insecticiden en pesticides worden behandeld en niet worden gevoerd met genetisch gemodificeerd voer. In conventionele veeteelt worden de schapen ook vaak behandeld met antibiotica voor wormen, zelfs als de schapen ze niet hebben, dit wordt in de biologische veeteelt op holistische manier aangepakt (Bartelet, 2015). Van vezel naar fabric Na het scheren van de schapen moet de wol worden schoongemaakt. Bij conventionele wolproductie wordt gebruik gemaakt van vervuilende methodes zoals veel chemische middelen om de wol schoon te maken en krimpvrij te krijgen. Om de vezel schoon, krimp- en vet vrij krijgen wordt vaak nog de conventionele manier toegepast, waardoor de vezels, die van biologische afkomst zijn helemaal niet meer biologisch blijven. Hier ontstaat verwarring, aldus Marita Bartelet (2015). ’Er moeten regels zijn waarbij het hele productieproces wordt gecontroleerd en in beeld wordt gebracht.’ Wol moet praktisch zijn, het moet comfortabel gedragen kunnen worden en makkelijk gewassen worden. Organische wol moet krimpvrij zijn. Hiervoor is een nieuwe techniek uitgevonden waar 50-60% minder water voor wordt gebruikt en behandelingen met chloor en andere chemische middelen ook overbodig zijn geworden. Deze behandeling wordt de EXP (EX-Pollution) genoemd, ontwikkeld door The Schoeller Spinning Group uit Oostenrijk (2015). De wol wordt korte tijd onder stroom gezet, een bliksemschicht effect, hierdoor komt ‘geïoniseerde’ lucht vrij die de wol beïnvloedt. Deze manier van bewerken is nog nieuw en wordt nog niet vaak toegepast omdat de uitkomst nog niet zo goed is als de conventionele manier (Bartelet, 2015). Het karakter Wol heeft een holle structuur waardoor het de lichaamstemperatuur goed reguleert. Wol neemt goed vocht op wat helpt tegen de nare geurtjes. Organische wol is nu nog duurder dan de conventionele wol. Dit omdat het meer handelingen nodig heeft en de schapen onder reële omstandigheden leven. Is een stof gecertificeerd met het Global Organic Textile Standard (GOTS) dan is het hele proces organisch geproduceerd. (Bartelet, 2015). Elk land heeft zijn eigen standaard van organisch dus zonder de GOTS is het moeilijk om erachter te komen wat er onder de standaarden valt (Anne, 2009). Vezelproductiecyclus organische wolvezel Vezel Productie Grondstof productie
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG *50% > dannul nul nul 1.8 OG OG Vezel productie OG conventionelenul nul nul OG nul Textiel productie OG wol productie OG nul nul nul OG nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul nul OG nul OG = onvoldoende gegevens *''EX-Pollution'' behandeling om de vezels te wassen
Conclusie Biovezelproductie verandert tijdens het proces vaak gewoon in een conventionele productie waarbij chemicaliën worden gebruikt bij het bleken en verven van de stof. Hiervoor worden de gebruikte pesticides wel vervangen door alternatieve milieuvriendelijke opties. Het houdt halverwege het proces op. Het wassen van wol is het eerst obstakel dat boeren tegenkomen in het productieproces. De nieuwe plasma-behandelingen zijn een uitkomst op dit gebied. Het is een eerste stap naar een volledig biologisch productieproces. Ervan uitgaand dat de biologische wolindustrie een conventionele stofproductie, verven en afwerkproces manier hanteert is het nog niet een sustainable stof te noemen.
25
Recyclet wol Het recyclen van wol bestaat al eeuwen lang. Een groot milieuvoordeel is dat het landgebruik verminderd wordt (Patagonia, n.b.). Het hele proces van schapen die grazen tot het scheren valt weg in dit proces. Van vezel naar fabric Het proces van gerecyclede wol lijkt erg op dat van gerecyclede katoen. Ook hier wordt er post-industriële afval (overgebleven resten van wol producties of post-consumer afval (hier gaat het om producten gemaakt van wol die weggegooid is) gebruikt. Hierna wordt alles gesorteerd op kleur en kwaliteit waarna het in kleine stukjes wordt gesneden. De vezels worden gekaard om schoon te maken en te mixen voordat het weer wordt gesponnen tot garen. Het kaarden maakt mogelijk dat korte en langere vezels samen kunnen worden verwerkt (Textile Exhange, n.b). Het karakter Wol is anders dan andere vezels door zijn chemische structuur. Wol zorgt voor betere isolatie, is veerkrachtig en elastisch van natuur. Het is duurzaam, sterk en gaat lang mee. Wol voegt soepelheid en kreuk-weerstand toe. Wol kan gemengd worden met andere natuurlijke of synthetische vezels. Gerecyclede wolvezels zijn sterk genoeg om zonder andere vezels te worden geproduceerd. Vezelproductiecyclus recyclet wolvezel Vezel Productie Grondstof productie
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen(g) OG OG OG nul nul Vezel productie OG OG OG nul nul Textiel productie OG OG OG nul nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG = onvoldoende gegevens
Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG nul OG OG nul OG OG nul OG OG nul
Conclusie Gerecyclede wol heeft een positieve uitkomst, het verbruikt veel minder land, pesticides, chemicaliën en de uitstoot van schapen zijn er ook niet. Er is geen informatie te vinden over de vezelproductie van dit proces. Gerecyclede wol wordt nog niet veel gebruikt, en dus grote producties hebben nog niet plaatsgevonden. Wolbewerking kost veel energie en is vaak niet rendabel genoeg. Patagonia (2015) is een bedrijf dat gebruik maakt van gerecyclede wol. Deze komt van een kleine Italiaanse fabriek in Prato.
26
Hennep Hennep is een natuurlijke vezel, die met een katoenvezel kan woorden vergeleken. Bij hennepproductie is er veel minder water nodig en nauwelijks tot geen insecticiden en pesticiden. De THC waarde mag niet de 0,3% overstijgen, dit omdat het vanaf dan de mogelijke ingrediënt bevat om in hogere sferen te komen. Onder deze waarde is dit effect onmogelijk (Nierop, P., 2015). Van vezel tot fabric Hennep-planten groeien erg makkelijk. Hennep-zaden kunnen in een mild klimaat geplant worden, in een scala van grondsoorten. Wel moet de bodem gevoed zijn met stikstof, wat onder de non-toxics valt. De vezel heeft 4 tot 6 weken nodig tot het volledig is. De vezels worden eerst gescheiden van de steel. De steel heeft een buitenste schors met taaie vezels die in lengte vergelijkbaar zijn met houtvezels. Deze schors wordt op het veld zelf al verwijderd van de plant. Hierna wordt de vezel mechanisch geopend door meerdere machines. De dunne vezelbundels worden hierdoor dikker. De primaire vezels van de hennepplant worden gebruikt voor het maken van de hennepstof. Het karakter Hennep kan gecombineerd worden met andere vezels, onder andere ook synthetische vezels. De textuur van hennep is vergelijkbaar met die van linnen. Hennepvezels houden vorm en de stof isoleert goed. Hennep kampt met technische beperkingen en bevindt zich hierdoor nog in een niche (Nierop, P., 2015). Vezelproductiecyclus hennepvezel Vezel Productie Grondstof productie
Vezel productie Textiel productie Verven en afwerken
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) 13.0 - 32.6
5.0 - 30 17.9 - 60.9
OG = onvoldoende gegevens
rain fed 199 - 221 nul 105 - 145
OG OG OG OG
9.5 OG OG OG
OG OG nul nul
1.9 2.15 OG OG
OG OG OG OG
6,2 nul nul
Conclusie Hennep wordt samen met jute vaak vergeleken met katoen, vanwege de uiterlijke kwaliteiten. Hennep verbruikt 50% minder water per kilo dan katoen en brengt 250% meer vezels op per vierkante meter dan katoen. Waarom is de hennep-productie dan nog niet net zo groot of groter dan katoen? Helaas is de productie nog niet legaal op veel plekken in de wereld, en wordt het nog gezien als een marihuanaplant. Hennep is een hernieuwbare bron mits er voor elk gebruikte plant een nieuwe wordt teruggeplant. Chemicaliën worden ook toegepast bij de hennepvezelproductie, waaronder stikstof. Hennep ondergaat ook enige milieuaantastende bewerkingen en vervingen. Hier wordt de natuurlijk vezel toch aanmerkelijk aangetast door chemicaliën.
27
Jute Jute is een van de goedkoopste natuurlijke vezels. Rond 1838 werden de vezels in Dundee, Schotland ontdekt. Jute komt van de Corchurus plant, de Corchurus olitorius wordt het meest gebruikt omdat deze zachter, sterker en zijdeachtiger is (FAO, 2015). Van vezel naar fabric Jute vezels bestaan voornamelijk uit cellulose en lignine. Jute heeft praktisch gezien alleen water en geslibde grond nodig. Na het oogsten worden de stengels gebundeld en 20 dagen in water geweekt. Hierdoor worden de stengels zacht waardoor de bastvezels gescheiden kunnen worden van de houtpijp. De bastvezels worden vervolgens gescheiden van de stengels en gewassen. Na een drogingsproces van 2-3 dagen worden de vezels weer gebonden. Hierna worden de vezels gesorteerd op kleur en lengte en in balen samengeperst. Nu is de vezel klaar voor productie en verdere behandelingen (FAO, 2015). Het karakter De vezel kan kriebelig aanvoelen en heeft een harde textuur. Jute is een lange en glanzende vezel. Jute is biologisch afbreekbaar en recyclebaar. Jute kan gecombineerd worden met andere vezels, dit gebeurt vaak om de kwaliteit te verbeteren. Vezelproductiecyclus jutevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Grondstof productie 16.91** voornamelijknul Vezel productie OG regen gevoed nul Textiel productie OG OG nul Verven en afwerken OG OG OG OG = onvoldoende gegevens * bijna tot geen pesticides en mest-stoffen
Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen(g) OG* OG* OG* OG* OG* OG* OG* OG*
Uitstoot (kg) nul nul nul nul
Afval water (g) OG OG OG OG
Land-verbruik (h) 2.0 nul nul nul
Conclusie Jute is een grove stof en heeft waarschijnlijk veel afwerkingen nodig om fijn aan te voelen tijdens het dragen. Jute is een natuurlijke vezel en kan sustainable worden als het organisch produceert. Nu worden er al bijna geen pesticides en meststoffen gebruikt voor de teelt. Alleen is de vezel niet ideaal voor comfort. Een jute vezel is 100% biologisch afbreekbaar, mits het niet wordt gecombineerd met andere vezels, dat maakt het weer ingewikkeld. De reden dat er weinig tot geen informatie te vinden is, kan liggen aan het lage commerciële aandeel. Een onderzoek naar afwerkingen van een jute vezel zou meer uitkomsten kunnen bieden op het gebied van sustainability.
28
Zijde Organische zijde Zijde komt van de zijderups, de ‘bombix mori’ levert de beste kwaliteit. Organische zijde is nog niet gecertificeerd. Ondanks dit zijn er al standaarden die bepalen wat zijde tot een organisch product maakt. Geen gebruik van chemicaliën bij de bewerking en milieuvriendelijke omgang met de rupsen levert zijde die ook wel vegetarische zijde genoemd (Brit, 2008). Van vezel naar fabric Een ethische manier van omgaan met de zijderupsen leidt tot de ‘peace’ of ‘vegetarische’ zijde. De reden van deze naam is dat de rups zelf uit zijn cocon kan komen, en dus niet gedood wordt voor dit proces. De zijde wordt voornamelijk op kleine schaal geproduceerd. Hiernaast is het voedsel dat de rupsen krijgen ook van belang, organische zijderupsen worden gevoed met biologische moerbeiblaadjes. Dit proces is volkomen natuurlijk en er wordt geen gebruik gemaakt van pesticides en chemicaliën. Vervolgens worden de zijdecocons geraapt. De rupsen zijn hier op een natuurlijke manier zelf uitgekropen. Hierna word de zijde gesponnen en mogelijke afwerkingen toegepast. Het garen van de zijde is gebroken doordat de rupsen er een gat in hebben gemaakt, dit heeft een kwalitatief gevolg (Bartelet, 2015). Het karakter Als we de vegetarische zijde-standaard hanteren is de kwaliteit anders dan die van conventionele zijde. Omdat de mot zelf uit zijn cocon komt, beschadigt dit de cocon. De zijde van die cocon word daarom eerder gesponnen dan gewone. Dit geeft een andere look en feel, het voelt grover aan. Zijde krimpt en kreukt erg snel, hier worden vaak afwerkingen voor gebruikt maar deze zijn slecht voor het milieu. Zijdevezels kunnen gecombineerd worden met bijna alle verschillende soorten andere vezels. Zijde staat vooral bekend om zijn mooie glans en zachtheid, de luxe uitstraling (Michael, n.b). Vezelproductiecyclus organisch zijdevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie OG OG nul nul nul OG OG OG Vezel productie OG OG nul nul nul OG OG OG Textiel productie OG OG OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens
Conclusie Organische zijde betekent voornamelijk geen gebruik van pesticides en meststoffen tijdens productie. Hier zal de organische stof waarschijnlijk bewerkingen en afwerkingen ondergaan waardoor het milieu vervuild kan worden. De vezelproductie zal ‘schoon’ moeten zijn, en hiernaast ook diervriendelijk. Wat er na de vezelproductie gebeurt is altijd afhankelijk van het doel en van de kwaliteit die gehandhaafd wordt.
29
Gerecyclede zijde Het recyclen van zijde-productie wordt nog niet vaak toegepast. De zijde die overblijft van producties wordt gebruikt voor de gerecyclede zijde. Meestal wordt de zijde uit Sari fabrieken in India gebruikt (Ethnic Crafts, n.b). Vaak wordt gerecyclede zijde ook op een ethisch verantwoorde manier geproduceerd (Conscious clothing, 2006). Van vezel naar fabric Er worden conventionele zijdedraden gebruikt voor deze productie (zie p.12 zijde). Hier worden afval en overgebleven resten van de zijde hergebruikt, evenals gedragen zijde. De zijdevezels worden gecombineerd, zonder ze eerst op kleur te sorteren. Hierdoor neemt gerecycled een bijzonder kleurenformat aan. Elke draad is uniek want het wordt handgesponnen (Conscious clothing, 2006). Bij de zijdedraden kunnen de vezels zonder combinatie van andere vezels gemengd worden. Het karakter Heeft dezelfde eigenschappen als conventionele zijde; het voelt zacht en soepel tegen je huid aan. Zijde kan veel vocht opnemen en is niet gevoelig voor schimmels en motten (bron). De kleurencombinatie van gerecyclede zijde is heel herkenbaar (Brit, 2008). Vezelproductiecyclus recyclede zijdevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie OG OG nul nul nul OG OG nul Vezel productie OG OG nul nul nul OG OG nul Textiel productie OG OG nul nul nul OG OG nul Verven en afwerken OG OG nul nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens
Conclusie Ook hier is weinig informatie, ook omdat het niet in grote hoeveelheden wordt geproduceerd. Het is een unieke manier om nieuwe textielvezels te gebruiken voor een nieuw materiaal. Deze vezel zal niet snel door fast fashion bedrijven worden gebruikt. Het geeft een cultureel beeld, een creatief beeld en het laat sustainable en ethische productie zien.
30
Spinnenzijde Het is al jaren bekend dat de kwaliteit van de spinnenzijde erg goed is, alleen hoe deze zijde geproduceerd moest worden in commerciële kwantiteit was nog niet uitgevonden. Spinnen zijn kannibalen, dus kunnen ze niet in groepen grote aantallen zijde produceren; dit vormde het grootste probleem (Alba, 2015). Van vezel tot fabric De spingaren is al uitgevonden; alleen niet bruikbaar op commercieel niveau. Inmiddels is het wetenschappers gelukt de bouwstenen van de spindraad, de proteïnen, na te bootsen. Nog is het wetenschappers nog niet gelukt deze draden om te zetten in spinzijde met de gewenste kwaliteit, en op een kostprijs-effectieve basis. Bolt Threads heeft gemeld begin 2016 wel de spingaren te hebben uitgevonden, en deze te kunnen produceren op een goed prijsniveau. Het bedrijf Kraig Biocraft Laboratories doet ook onderzoek om de spingaren commercieel te maken, maar spreekt ook niet meer uit dan Bolt Threads (Kraig, 2015). Het karakter De spinvezel kan zo sterk zijn als staal, maar toch de zachtheid van zijde aannemen, en hierbij ook draagbaar zijn. Widmaier zegt de eigenschappen van de zijde te kunnen aanpassen voor verschillende doeleindes, door eiwitsequentie te veranderen (Alba, 2015). Vezelproductiecyclus spinzijdevezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Grondstof productie OG Vezel productie OG Textiel productie OG Verven en afwerken OG OG = onvoldoende gegevens
Water (L/kg) Chemicaliën (g) OG nul OG nul OG OG OG OG
Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG nul OG OG OG OG nul
Conclusie Er is nog niets bekend over de spinzijde, veel onderzoekers buigen zich al jaren over het probleem van de geprezen spinvezel die niet gebruikt kan worden op commercieel niveau. Er wordt nog steeds gezocht naar een ecologisch gemodificeerde spinvezel bruikbaar voor bulkproductie van textiel. Aangezien geringe informatie beschikbaar is het lastig te vragen of het sustainable is. Dat spinvezels sterk zijn als staal geeft de vezel nu al een duurzaam begrip. Bedrijven die hiermee bezig zijn blijven in een geheim doorwerken tot een doorbraak. Bolt Threads heeft al zijn eerste samples geproduceerd. Of de kunstmatige methode milieuvriendelijk is moet worden afgewacht (Alba, 2015).
31
SYNTHETISCHE VEZELS
Tyvek Tyvek is ontwikkeld in 1955 door DuPont. Origineel werd Tyvek alleen gedragen door arbeiders ter bescherming of als verpakkingsmateriaal, denk aan de grotere verzendenveloppen. Tyvek kan heel zacht aanvoelen maar als de textuur heeft veel weg van papier. De naam Tyvek is de trademark naam maar gaat onder de vezelnaam ‘Olefine’ (Kozlowski, 2012). Van vezel tot fabric Tyvek is een non-woven materiaal dat bestaat uit polyethyleendraden. Het ontstaat uit de polymerisatie van etheen. Hier wordt geschat 1,2% van de ontgonnen aardolie voor gebruikt. De polyethyleen filamenten worden door middel van warmte en druk tot een stof geperst. Tyvek behoort tot de plastics, maar is niet te vergelijken met de plastic tasjes (Tyvek, 2015). Het karakter Tyvek rafelt niet en neemt verf goed op en kan goed tegen water en andere vloeistoffen. Het vervormt als het in aanraking komt met hitte. Tyvek is goedkoop om te produceren en wordt hierdoor sneller beschouwd als wegwerp baar, dit moet voor de textielindustrie vermeden worden. Tyvek is recyclebaar maar niet biologisch afbreekbaar. Het materiaal is erg sterk waardoor de filamenten goed blijven voor hergebruik (Kozlowski, 2012). Vezelproductiecyclus tyvek-vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Grondstof productie OG Vezel productie OG Textiel productie OG Verven en afwerken OG OG = onvoldoende gegevens
Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul
Conclusie Tyvek is een materiaal dat voorheen altijd voor verpakkingen werd gebruikt. Inmiddels worden er ook kledingstukken van gemaakt, nog niet op grote schaal, maar voornamelijk door contemporary designers. Dat Tyvek de komende jaren nog geen fast fashion materiaal wordt is duidelijk, maar het is sterk en duurzaam. Tyvek kan mogelijk in de toekomst door middel van milieuvriendelijke afwerkingen een bruikbaar textiel worden.
32
Recycled polyamide (recycled nylon) Het recyclen van polyamide (nylon) is lastiger dan polyester, en heeft daarom wat achterstand op het gebied van recyclen. Het onderzoek naar deze vezel-recycling is nu voornamelijk gebaseerd op het recyclen van visnetten en touw van polyamide. Nylon kleding recycling is nog niet zo ver (Patagonia, 2015). Van vezel naar fabric Gerecycled polyamide bestaat vaak uit stofresten van producties en oude visnetten en tapijten. Bij polyamide recycling is de kleur en de vorm van de vezel van belang. Gelijken worden dan bij elkaar gehouden wat het recycleproces makkelijker maakt. Hierna wordt het in kleine stukjes versnipperd en gewassen. Vervolgens worden de vezels door een extrusie en pelletiseringsproces geroerd. Het pelletiseringsproces zorgt ervoor dat de polyamidevezels een korrelvorm aannemen. Vaak worden de gerecyclede vezels gemengd met de conventionele eerste vezelproductie voor betere vezelkwaliteit. Net zoals bij polyester ontstaat hier het kwaliteitverlies van de vezels tijdens het recycleproces (PA, 2014), Het karakter Gerecyclede polyamide vezel is sterk. Deze zekerheid is groter als het wordt gemengd met eerste pers vezels. Gerecycled polyamide is niet statisch en het behoudt goed zijn vorm. Het transporteert zweet naar buiten waardoor het verdampt. Vandaar dat polyamide vaak gebruikt word voor sportkleding en lingerie. Polyamide in combinatie met elastische vezels zorgt voor een aansluitende elastische stof. Nadeel van (gerecycled) polyamide is dat het niet goed tegen vocht kan. Bij het recyclen van polyamide wordt minder gebruik gemaakt van energie, water en chemicaliën. Vezelproductiecyclus recycled polyamide vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Grondstof productie OG OG Vezel productie OG OG Textiel productie OG OG Verven en afwerken OG OG OG = onvoldoende gegevens
Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG nul nul OG OG nul OG nul nul OG OG nul OG nul nul OG OG nul OG nul nul OG OG nul
Conclusie Weinig tot geen data gevonden over dit proces. Vaak worden visnetten en matten gerecycled, textiel zoals panty’s zijn nog geen grote bron voor dit proces. Als panty’s en kousen worden gebruikt hebben we het vaak over ‘pre-consumption’ afval. Omdat het dan vaak nog natuurlijke nylon is, zonder combinaties met stretch materialen. Het recyclen van nylon is nog niet ver in proces, maar wel opgepakt door fast fashion bedrijf H&M. Bij een recycleproces wordt ongeveer 25% minder energie en grondstoffen gebruikt dan bij conventionele nylonproductie (H&M, 2015).
33
Gerecyclede polyester Recyclede polyester (rPET) wordt als duurzaam gezien vanwege een lager energieverbruik en het terugwinnen en verminderen van afval, textielafval maar in deze situatie ook PET flesjes. Bij gerecycled polyester kan de energievermindering oplopen tot max 53%. Als we kijken naar het verbruik van andere vezels is dit nog steeds meer dan wolproductie en conventionele katoenproductie (Anne, 2009). Van vezel naar fabric Het basisproces van het recyclen van een vezel is het terugwinnen van bruikbare vezels. Er zijn twee manieren van recyclen; mechanische en chemische recycling. De chemische manier houdt de vezel sterk voor een doorgaands recycleproces van de vezels, maar is erg kostbaar. De mechanische manier is prijseffectief, alleen kunnen de vezels maar een paar keer worden gerecycled voordat het materiaal zijn waarde verliest (Anne, 2009). Het karakter Er zijn veel extra handelingen nodig om dezelfde kwaliteit van conventioneel polyester te behalen. Gerecycled polyester heeft dezelfde eigenschappen als die van conventioneel polyester. Het kreukt niet snel, absorbeert goed, maar is hierdoor wel gevoelig voor geurtjes. Gerecycled polyester kan gemengd worden met andere vezels. Als de kwaliteit niet word verbeterd na het recycleproces komen we in een downcycling proces waar de kwaliteit van de vezel daalt en hierdoor de waarde van het product ook. Dan wordt rPET ongeschikt voor textielproductie. Om de kwaliteit voor textielproductie te behalen moeten er vaak enige extra stappen in het productieproces worden toegevoegd. • Het is vaak lastig de oorspronkelijke kleur terug te krijgen, dus wordt er gebruik gemaakt van bleekmiddel op basis van chloor. • Opnieuw verven, omdat de opname van verf niet consistent genoeg is. Hier is veel water en chemische stof voor nodig. • Er belandt PVC in de textielvezels die van de etiketten en omhulsels van plastic flesjes komt. Deze kunnen alleen door menselijk arbeid worden verwijderd en dit gebeurt ook alleen in lage-lonen-landen. • Het gebruik van recyclede polyester bij een niet zo gecompliceerde samenstelling zoals fleece geeft betere kwaliteit. Dit maakt verschil bij weefsels zoals satijn waar de samenstelling een stuk lastiger is. Dit werkt nadelig op de kwaliteit, door strepen en vegen die mogelijk zichtbaar worden. Recyclede polyester is na textielproductie ongeschikt voor een ‘close the loop’ en recycling traject, dit omdat: • het vaak is gemengd met andere vezels, zoals nylon. • het een chemische finishing heeft gehad of is gelamineerd. Dan wordt het voor andere producten gebruikt die minder kwaliteit rPET nodig hebben, zoals plastic tasjes. Recycling word vaak gezien als een oneindig proces waarbij de vezel keer op keer gebruikt kan worden maar helaas is dat nog niet zo (Anne, 2009). Teijn Ltd. Een Japans technologisch innovatielab heeft een manier uitgevonden hoe polyester meerdere malen kan worden gerecycled zonder dat het zijn kwaliteit verliest. Het probleem ligt hem in de basis van polyester, petroleum. Bij de eerste pers van de vezel is deze nog van goede kwaliteit maar na een tweede pers neemt dit af. Teijn gaat terug naar de basis. Door middel van chemische recycling genaamd DMT haalt het hierdoor de zelfde kwaliteit terug als het petroleum. Deze chemische recycling moet in de toekomst het recyclen van deze grote vezelproducties verbeteren (Bettin, 2014). Vezelproductiecyclus recycled polyster vezel Vezel Productie Grondstof productie
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) 1,72 66.0 OG nul nul 5.19* Vezel productie OG OG nul nul Textiel productie nul OG nul nul OG Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG OG = onvoldoende gegevens *CO2 uitstoot
Afval water (g) Land-verbruik (h) OG nul OG nul OG nul OG nul
34
Conclusie Bij de CO2 uitstoot komt uit een onderzoek van Libolon dat er bij rPET 54,6% minder uitstoot is. Als we het vergelijken met andere vezels staan de organische vezels nog steeds veel lager in milieu-vriendelijkheid. Het verminderen van plastic afval; dat doen we zeker op deze manier. Als Teijn Ltd. succesvol polyester kanrecyclen en de kwaliteit van de vezel ook op grote schaal weet te behouden is dit een grote stap richting milieu-vriendelijke polyester.
35
Sorona Sorona is een nieuwe vezel, ontwikkeld door het bedrijf DuPont en is gecommercialiseerd in 2000. Het valt onder de familie van de polyester vezels, gebaseerd op de chemische compositie Polytrimethylene terephthalate (PTT). Sorona staat voor innovatie door middel van hernieuwbare ingrediënten op basis van planten (Sorona®, 2015). Verschil tussen PET en PTT PTT is duurder om te produceren dan PET, daardoor is PET een meer gebruikte en bekendere vezel, vooral in massaproductie. PTT is veerkrachtiger dan PET. Het verschil tussen PET en PTT is niet erg groot. Het grootste verschil zit in de molecuulstructuur. Van vezel naar fabric 37% van de Soronavezel bestaat uit hernieuwbare natuurlijke ingrediënten, 67% is op basis van petroleum. Het hernieuwbare ingrediënt is Bio-PDO dat 40% minder energie verbruikt dan het conventionele PDO proces. De Bio-PDO ontstaat via een fermentatieproces met glucose als grondstof. Het suiker komt op dit moment van mais. Deze twee grondstoffen worden gecombineerd tot een vezel; de Soronovezel (Sorona®, 2015). Het karakter De Sorona stof is zacht, sterk en vlekbestendig. Zij wordt nu nog vaak gebruikt voor tapijten maar is ook al opgenomen in kleding. Als we Sorono vergelijken met nylon-6-productie verbruikt het 30% minder energie, er wordt 63% minder gas uitgestoten en Sorona helpt bij het verminderen van olie-verbruik door het gebruik van natuurlijke hernieuwbare ingrediënten. Sorona is op dit moment nog niet biologisch afbreekbaar (Turley et al., 2010). Vezelproductiecyclus Sorona vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Grondstof productie OG Vezel productie OG Textiel productie OG Verven en afwerken OG OG = onvoldoende gegevens
Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul OG OG nul nul OG OG nul
Conclusie Sorona verbruikt 30% minder energie dan een nylon-6-productie en zorgt voor 63% minder uitstoot dan nylon 6. Is sorona biologisch afbreekbaar? Nee het is niet biologisch afbreekbaar. Een manier om de Sorona vezels te recyclen is nog niet volledig ontwikkeld, aangezien het een synthetische vezel is zal dat ook nog enige tijd duren. Er is nog te weinig informatie over bulkproductie en mogelijke milieuvriendelijke of -onvriendelijke eigenschappen zijn nog niet beschikbaar.
36
SEMI-SYNTHETISCHE VEZELS Lyocell Lyocell wordt gemaakt van eucalyptushout. De vezel is in 1972 ontwikkeld door een Amerikaans bedrijf. Lyocell gaat onder de merknaam Tencel® en is in 2004 gekocht door het Oostenrijkse bedrijf Lenzing®. Lyocell valt net als viscose onder rayon (kunstzijde). Er moet een minimum van 30% in een stof zitten voordat het de merknaam Tencel® mag dragen (Michael, 2005). Lenzing® Er is uitgegaan van Lenzing® geproduceerde Lyocell. Dit omdat Lenzing® Company over de meeste research beschikt, en hun doel is om grote producties mogelijk te maken. Het grootste verschil zit in het hergebruik en terugwinnen van de gebruikte bronnen en het bewerken van de eucalyptusbomen. De cijfers laten dit sustainable onderzoek zien. Van vezel tot fabric Net als viscose is de basis van de vezel houtpulp, wat chemisch wordt afgebroken tot een soeperige slib. Dit gebeurt met een nieuw oplosmiddel genaamd N-methylmorfoline-N-oxide (NMMO)(Lenzing®, n.b). De oplossing wordt door een spindop geduwd. De spindop heeft allemaal gaten waardoor er strengen van de filamenten uitkomen. Na dit proces zijn alle filamenten even lang in lengte en breedte gebracht. Nadat het door de krimptang is geweest hebben de filamenten meer kracht en textuur gekregen. Vervolgens worden de strengen gekamd en gescheiden en hervormd tot garen (Michael, 2005). Er wordt bij het oplossingsproces van Lyocell 99,5% van de gebruikte bronnen teruggewonnen en hergebruikt (Solutions, 2015). Het karakter De vezel voelt zacht aan, de stof voelt aan als zijde. Lyocell werkt heel isolerend. Lyocell kan gecombineerd worden met andere vezelsoorten. Het minpunt van Lyocell is, dat het soms verf niet goed oppakt. Dit komt door de lage energieoppervlakte. Hiervoor worden nog wel chemische behandelingen toegepast zoals enzym baden en kleurstofbehandelingen om de verf beter te pakken. Ook heeft het de neiging om te gaan pillen door dat er veel haar op de oppervlakte ligt (Michael, 2005). Enzymen zijn bio-chemicaliën gebruikt om haren van de oppervlakte te verzwakken en verminderen van het pillen (Michael, 2005). Vezel productiecyclus lyocell vezel Lenzing®
Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Grondstof productie 70.1 585.6 Vezel productie Textiel productie OG OG Verven en afwerken OG OG OG = onvoldoende gegevens
Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) nul nul nul nul nul nul OG nul nul OG nul nul
Uitstoot (kg) Afval water (g) 0.2 OG OG OG OG OG OG
Land-verbruik (h) 0.21 nul nul
Conclusie Lyocell is een vezelsoort uit de Lenzing® groep die als milieuvriendelijkste soort benoemd wordt. Het verbruikt minder chemicaliën dan de andere twee Rayon-broers van de Lenzing® groep, Viscose en Modal®. Bij modal® productie wordt koolstofdisulfide gebruikt wat bij Lyocell niet nodig is. Het productiesysteem van lyocell is close-the-loop. Het terughalen van chemicaliën kan bij Tenchel oplopen tot 99,8%. Het enige zwakke plekje bij Lyocell is dat het gebruik maakt van nanotechnologie. Het is afhankelijk van deze techniek om de vezels vorm te geven, alleen zijn de gevolgen nog niet helemaal duidelijk.
37
Modal® De modalstof wordt gemaakt van Modal® vezels. Deze komen voort uit de viscose rayon, maar heeft verbeterde gebruikseigenschappen. Het is een kunstmatige vezel met cellulose als grondstof. De cellulose is houtpulp van de beukenboom. Deze vezel wordt het meest gesponnen door het Oostenrijkse bedrijf Lenzing®, ook bekend van de vezel Lyocell. Van vezel tot fabric Net als bij Tencel® probeert het bedrijf Lenzing® ook Modal® milieuvriendelijker te produceren. Alleen is dit nog niet zo succesvol als bij Tencel®. Modal® maakt gebruik van meer vervuilende bronnen in vergelijking tot Tencel® (Katie, 2015). De grondstof cellulose is anders bij Modal® dan bij Tencel®. Het houtpulp van de beukenboom wordt chemisch afgebroken tot een soeperige slib. De oplossing wordt door een spindop geduwd. De spindop heeft gaten waardoor er strengen van de filamenten uitkomen. Na dit proces zijn alle filamenten even in lengte en breedte gebracht. Nadat het door de krimptang is geweest hebben de filamenten meer kracht en textuur gekregen. Vervolgens worden de strengen gekamd en gescheiden en hervormd tot garen (Michael, 2005). Het karakter Modal® moest de eigenschappen van katoen zo goed mogelijk nabootsen. De vezel neemt gemakkelijk verf op. Modal® is een zachte en soepele stof en staat vooral bekend om het zijde–achtig gevoel. Het kan goed gecombineerd worden met andere vezels, voornamelijk wordt dit met katoen, polyester en polyamide gedaan. Modal® wordt het meest gebruikt voor bovenkleding van vrouwen en kinderen. Vezelproductiecyclus Modal® vezel Lenzing®
Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie 25 472 OG nul nul nul nul 0.7 Vezel productie OG nul nul nul nul nul Textiel productie OG OG OG nul nul OG nul nul Verven en afwerken OG OG OG nul nul OG nul nul OG = onvoldoende gegevens Bron: Lenzing Modal, n.b.
Conclusie Er is uitgegaan van Lenzing® geproduceerde Modal®. Dit omdat Lenzing® Company over de meeste research beschikt. Bij aankoop moet er altijd goed gekeken worden naar de producent, niet alle bedrijven houden zich aan de eisen waar Lenzing® voor staat. Zowel de pulp als de vezelproducties vinden op dezelfde tijd plaats, hierdoor kan Lenzing® het gehele productieproces controleren. Lenzing® staat voor ecologische afwerkingen en hergebruikt zoveel mogelijk van de gebruikte chemicaliën. Meer dan 95% kan worden hergebruikt. Recent heeft Lenzing® een nieuwe manier van bleken geïntroduceerd, een op zuurstof gebaseerde bleking. Modal® en viscose ondergaan dezelfde chemische behandelingen, alleen weet Lenzing® dit op te vangen en te hergebruiken. De nieuwe bleektechniek (MicroModal Edelweiss Program) is een grote stap naar milieuvriendelijke afwerkingen.
38
Polyactide Polyactide (PLA) voor textielproductie is afkomstig van conventioneel geteelde mais. PLA is een polymeer die lijkt op polyester. 85% van de maisindustrie in Amerika is genetisch gemanipuleerd (GE). PLA is dus alleen een milieuvriendelijk materiaal mits het afkomt van organische mais te gebruiken voor productie. Toch is het ook hier een groot risico dat het besmet is met de genetisch gemodificeerde teelt (Patagonia, 2012). Voor PLA productie is alleen de pit nodig, wat van de rest landbouwafval maakt. INGEO™ is de merknaam voor PLA (Anne, 2011). Van vezel tot fibre PLA word gemaakt van de pit van mais. Een synthetische vezel gemaakt van hernieuwbare grondstoffen in plaats van aardolie. De mais word omgezet in suikers, om deze vervolgens om te zetten in lactide zuur. Hierna wordt het zuur gepolymeriseerd (verschillende moleculen samenvoegen tot een complexere molecuul) en geëxtrudeerd, waarna het resulteert in polyactide. In dit proces wordt er veel minder gebruik gemaakt van fossiele brandstof (20-50%) en broeikasgassen (15-60%) in vergelijking tot een polyester (Rodie, 2004). Het bedrijf Teijn is begonnen met een milieuvriendelijke verbranding; door het smeltpunt omhoog te halen wordt het proces milieuvriendelijker (Turley, D. B et al., 2010) Biologisch afbreekbaar Onder specifieke omstandigheden is PLA biologisch afbreekbaar. PLA wordt gemaakt van conventioneel geteelde mais en kan alleen onder ideale omstandigheden industrieel worden afgebroken in industriële compost-faciliteiten (Patagonia, 2012). Ook wordt gezegd dat het alleen composteerbaar, en dus niet biologisch afbreekbaar is omdat het teveel energie zou kosten (Anne, 2011). Het karakter PLA heeft een zijdeachtige structuur. Het is niet gevoelig voel kreuken en behoudt zijn kwaliteit op lange termijn. PLA kan gecombineerd worden met andere vezels, zoals katoen of viscose (Anne, 2011). Vezelproductiecyclus polyactide (PLA) vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie 54.2 69.0 OG nul nul OG OG OG 8.6 Vezel productie 13.6 OG nul nul OG OG nul Textiel productie 5.0 - 30 nul OG nul nul OG OG nul Verven en afwerken 34.6 16.50 – 148.0 OG nul nul OG OG nul OG = onvoldoende gegevens
Conclusie PLA staat in het rijtje van ‘future fabrics’ omdat het een nieuwe vezel is die potentie heeft om milieuvriendelijk te worden. Het is een vezel die veel weg heeft van polyester. PLA is nog in ontwikkeling, en dus zijn er mogelijkheden om ook de synthetische vezels milieuvriendelijk te ontwikkelen. Wel blijkt hier dat de uitkomsten nog tegenvallen. Het natuurlijke wordt volledig uit de vezel gehaald, door het chemische proces. De hulpbronnen die verwerkt worden in de vezel tijdens productie zouden er ook in een positieve manier weer uit moeten komen. Als dat bereikt wordt kan de synthetische productie op een milieuvriendelijke manier blijven bestaan.
39
Sojavezel Soja was in de jaren ‘50 al bekend als optie voor textielproductie, maar het heeft nooit doorgezet omdat men erachter kwam hoe makkelijk en goedkoop olie was als alternatief voor textielproductie, met als resultaat polyamide en polyestervezels. Sojaboonproductie vraagt veel kap van tropische oerbossen. Sojabonen zijn genetisch gemodificeerd, helaas wordt biologische soja teelt weinig tot nooit uitgevoerd. Ondanks dat is de sojaboon beter dan alle synthetische alternatieven. De sojavezel heeft ook een functie in de voedselindustrie. In een wereld waar veel ondervoede mensen zijn, heeft soja voorrang, hoewel het in westerse landen vaak wordt gezien als een luxe product. Deskundigen bekritiseren het gebruik van voedsel in de textielindustrie. Voor de sojaboon is het rendabeler om het als voedsel te produceren, dus komt textiel automatisch op de tweede plaats(Turley, D. B et al., 2010). Van vezel tot fabric Soja bestaat uit eiwitten, en is er relatief weinig ruimte nodig voor maken van sojavezels in tegenstelling tot bijvoorbeeld wol en zijdevezels. Van de onoplosbare delen van de sojabonenomhulsels wordt een papje gemaakt genaamd Okara. De eiwitten worden uit dit papje gehaald door middel van een chemisch proces. Tijdens dit proces worden de eiwitten afgebroken door ze bloot te stellen aan warmte en enzymen. Hierna worden ze gefilterd, vervolgens door een spindop geduwd om de vezels te scheiden in lange strengen (Lily, n.b) Het karakter Soja textiel neemt verf goed op waardoor er minder verf gebruikt hoeft te worden en de kleur blijft ook langdurig en vervaagt bijna niet. Soja draagt luchtig omdat het goed water opneemt en voelt ook zacht aan op de huid. Het bestaat uit eiwitten en is dus goed voor de gevoelige huid. Het kreukt en krimpt bijna niet. Vezelproductiecyclus soja vezel Vezel Productie Grondstof productie Vezel productie Textiel productie Verven en afwerken
Energie (MJ/kg) 0.9 4.3 - 29 39.6 - 75.6
OG = onvoldoende gegevens * Bijna geen (geen exacte aantallen)
Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (g) Afval water (g) Land-verbruik (h) regen gevoed OG OG* OG* OG OG OG 5.0 - 14 OG OG* OG* OG OG OG 70 - 314 OG OG* OG* OG OG nul OG OG* OG* OG OG nul
Conclusie 80% van sojavezels komt van genetisch gemodificeerde zaden. De planten hebben veel water en pesticides nodig. De plant kan organisch worden geteeld, maar dit moet dan op kleine schaal gebeuren. Veel land is nodig voor de sojateelt, en dit, gepaard met een voedseltekort maakt de toepassing als textielvezel minder eenvoudig. Dus, of soja sustainable is heeft veel te maken met hoe het geteeld wordt. Sojavezels ondergaan chemische manipulatie om ze om te zetten van plant naar textielvezel. Sojavezels hebben een sterke kleur genaamd Curcuma die moeilijk te veranderen is. Hiervoor wordt een krachtig blekingsproces toegepast. In elk deel van de sojaproductie vindt een milieuvervuilend proces plaats. Afgezien van het voedseltekort is het de vraag of het mogelijk is om soja sustainable te produceren op grote schaal.
40
Bamboevezel Bamboe was trendy, hot en de nummer één trend op het gebied van duurzame materialen. Uiteindelijk ging het in principe om viscoseproductie; met als basis een natuurlijke cellulose. Waar normaal houtpulp werd gebruikt, was nu bamboe de basis van de vezel, maar om deze bamboevezel om te zetten werd een chemisch proces toegepast (Solutions, 2015). Van vezel naar fabric Bamboe is een snel groeiende plant en verspreidt zich ook snel. Bamboe kan groeien zonder gebruik van kunstmest of pesticiden. Bamboe is een natuurlijke cellulose, dat dezelfde weg aflegt als het houtpulp dat een viscoserayonvezel wordt. De bamboe is organisch geteeld, maar wordt behandeld met chemische middelen en is de eindvezel niet milieuvriendelijk meer. De vezel Lyocel of Tencel® kan ook als basis gemaakt zijn van bamboe, maar deze legt een veel milieuvriendelijker productieproces af. (Crnoja, n.b.) De bamboestam wordt behandeld met natriumhydroxide en koolstofdisulfide. Dit maakt van de bamboe vezel een viscose cellulose. Deze viscose cellulose wordt vervolgens gezeefd, hieruit komen filamenten die worden gehard in een zuur oplossing. Deze vezels worden gesponnen tot een ‘bamboe’ garen (Turley, D. B et al., 2010). Het karakter De stof is zacht, gemakkelijk schoon te maken en ventileert goed. Bamboe absorbeert goed; het absorbeert 3 tot 4 keer zo veel als katoen. Ook is het antibacterieel een erg gezonde stof voor de huid (Textile Exhange, n.b.). Vezelproductiecyclus bamboe vezel Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Grondstof productie OG* OG* OG* OG* OG* OG* Vezel productie OG* OG* OG* OG* OG* OG* Textiel productie OG* OG* OG* OG* OG* OG* Verven en afwerken OG* OG* OG* OG* OG* OG* OG = onvoldoende gegevens * onvoldoende gegevens; zie viscose vezel productie.
Afval water (g) Land-verbruik (h) OG* 2.4 OG* nul OG* nul OG* nul
Conclusie Bamboe als gegenereerde vezel is hetzelfde als viscose; alleen bestaat het uit een andere cellulose. Het ondergaat ook chemische behandelingen net als een andere semi-synthetische vezel. De natuurlijke hernieuwbare grondstof wordt gebruikt en omgezet door een chemisch proces. Waar de hernieuwbare bron niet wordt vervangen en niet wordt teruggehaald voor andere producties, is het hele proces vervuilend. Zelfs als de bamboeplant ecologisch geteeld wordt, verliest deze zijn waarde in het verdere proces. Het recyclen van deze vezels zou een mogelijke tegemoetkoming zijn, of een milieuvriendelijker vezelproductie door daarbij een hernieuwbare behandeling toe te passen.
41
Melkvezels Melkvezels zijn terug van weg geweest. De melkvezel werd in 1930 al gebruikt, maar is vervangen door
de goedkopere en betere synthetische materialen. De vroeger genoemde ‘melkcaseïne’ was toendertijd kwalitatief niet sterk genoeg en behield zijn vorm niet goed. Het bedrijf QMilch is het eerste grote bedrijf dat nu opmars maakt om het op grote schaal te gaan produceren, ditmaal wel milieuvriendelijk. Van vezel naar fabric De melkvezel van deze tijd is aangepast en verbeterd. Om de vezel te produceren is vloeibare melk gedroogd en zijn eiwitten gewonnen. De gescheiden eiwitten worden vervolgens opgelost in een chemisch proces en hierna in een machine geplaatst die de vezels samen wervelt. De vezels kunnen vervolgens tot garen worden gesponnen en geweven tot een stof. De moderne melkvezel is een combinatie van caseïne-eiwitten en acrylonitril. Acrylonitril is het hoofdingrediënt van acrylproductie. De melkvezel wordt gemaakt met eenzelfde proces als een viscoseproductie. Het karakter Het heeft dezelfde eigenschappen als wol, en voelt zijdeachtig aan (Hostyn, 2013). Melkvezels reageren goed op verf en kunnen goed tegen vocht (N.b, 2005). Verder kan de melkvezel goed worden gecombineerd met andere vezels zoals katoen, lyocell en modal®. De vezel is anti-bacterieel materiaal en 100% natuurlijk. Vezelproductiecyclus melkvezel Qmilch® Vezel Productie Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën (g) Bestrijdingsmiddelen (g) Mest-stoffen (g) Uitstoot (kg) Afval water (g) Land-verbruik (h) Grondstof productie OG 2 nul nul* nul* OG OG 2.4 Vezel productie OG OG nul nul* nul* OG OG nul Textiel productie OG OG nul nul* nul* OG OG nul Verven en afwerken OG OG nul nul* nul* OG OG nul OG = onvoldoende gegevens * relatief, de koemelk kan van plantages komen die middellen hebben gebruikt. Indirect in het koemelk.
Conclusie Melkproductie van conventionele melk is door het toepassen van een viscose-achtige productie erg vervuilend. Daarnaast is er 50 liter magere melk nodig voor 3 pond textielvezels. Dit is in verhouding veel, en dan is de vervuiling van veeteelt (melkproductie) niet meegenomen. De recent uitgebrachte documentaire Cowspiracy brengt in beeld hoe vervuilend de veeteelt eigenlijk is, o.m. door het waterverbruik en de gassen die koeien uitlaten (Keegan & Andersen, 2014). Het bedrijf QMilch produceert kleding uit ‘afval’melk, die niet goed zou zijn voor de mens, en wordt weggegooid omdat zij gevaarlijk zou zijn voor consumptie. Dit resulteert in een productie voor 2 pond melktextielvezels, waar maar een halve liter water voor nodig is;. Bij katoen productie is er meer dan 10.000 liter water nodig om dezelfde hoeveelheid stof te produceren (Mann, 2012). Voor de productie worden hernieuwbare bronnen gebruikt en natuurlijke ingrediënten. De melkmoleculen worden gecombineerd hetgeen resulteert in een harde vezel bruikbaar voor de textielindustrie (Hostyn, E., 2013).
42
Wollen kleed - Sheila Hicks
43
RESULTATEN EN CONCLUSIES
44 Lapu Lapu handwoven Abaca rug
Energie (MJ/kg) Water (L/kg) Chemicaliën in afwerkingen Bestrijdingsmiddelen (g) (g) Mest-‐stoffen(g) ++ + + -‐ ++ N.T. N.T. +++ ++ (++) -‐ (+++) N.T. N.T. +++ +++ ++++ N.T. N.T. OG OG OG N.T N.T OG OG OG OG OG ++ ++ -‐ ++++ +++ ++ +++ + + ++ -‐ +++ OG OG OG +++ OG OG OG + + (+++) + ++ ++ +++ (++) -‐ (+++) OG OG OG OG OG N.T N.T OG OG OG N.T. N.T. ++ + OG N.T N.T OG OG OG N.T. N.T. OG OG OG N.T N.T + ++ (+++) X X ++ ++ -‐ ++++ N.T N.T N.T OG OG (++ -‐ +++) + + OG OG OG OG OG + 0 -‐ + N.T 0 -‐ + 0 -‐ + OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG ++ ++ (++) -‐ (+++) N.T* N.T* ++ +++ (++) -‐ (+++) N.T* N.T* ++ (+) (+-‐++) N.T. N.T. (++) (+++) (++) -‐ (+++) N.T. N.T. OG + OG N.T. N.T.
+ Relatief laag* ++ Relatief gemiddeld laag* +++ Relatief gemiddeld hoog* ++++ Relatief hoog* * gebaseerd op het onderzoek van Turley et al (2010)
N.t. = Niet toepasbaar, OG= onvoldoende gegevens, (-‐) aantallen tussen haakjes zijn gebaseerd op soortgelijke vezeltypes * mits het een organsiche celluloseproductie heeft ondergaan.
Vezels Polyester Acryl Polyamide (Nylon) Elastan PVC Katoen Wol Zijde Linnen Viscose Acetaat Tyvek Rpolyester Sorona Rpolyamide Hennep Organisch katoen Soja Organisch wol Jute Organisch zijde Rzijde Spinzijde Lyocell Modal Polyactide (PLA) Bamboe Melk vezel
Uitstoot (kg) Afval water (g) +++ + (+++) +++ + + -‐ ++ OG OG OG OG ++ ++ OG ++++ OG (++) (++) (++) + (++) OG OG OG OG + OG OG OG OG OG (++) (++) ++ ++ OG (+++) + OG OG OG OG OG OG OG OG s + (++) (+) (++) ++ OG (+) (++) OG OG
Land-‐verbruik (h) N.T. N.T. N.T. OG OG +++ ++++ OG +++ ++ OG OG OG OG OG ++ -‐ +++ +++ OG OG +++ OG OG OG + ++ + (++) +++
Resultaten vezelproducties
45
Wat kunnen we aannemen? De verhoudingen zijn in deze tabel relatief genomen. Één ‘+’ betekent niet automatisch dat het laag (milieuvriendelijk) is, het is in verhouding met de andere cijfers van de gebruikte hulpmiddelen. Vaak is relatief laag ook nog te vervuilend voor het milieu. Niet alle aantallen zijn gebaseerd op de vezeltabellen uit dit boek, sommige zijn ingevuld door middel van vergelijkbare materialen. Dit is niet van toepassing in de vezelcyclustabellen. Transparantie in de vezelindustrie is er, zacht gezegd, niet. Er is duidelijk te zien hoeveel informatie er niet te vinden is. Van de opkomende vezelbedrijven werken MilchQ en Lenzing® Company met een transparantie in hun bedrijf. Deze bedrijven zijn een toevoeging aan de industrie. Textielbedrijven die het voortouw nemen, die beschikken over de informatie om deze textiel te produceren. De producenten van andere vezels die door de hele wereld worden vervaardigd, leggen geen verantwoording af: een spinnenweb van producenten, fabrieken en tussenpersonen. Nog opvallend, wat ook in de vezelcyclussen te zien was, is het gebrek aan informatie over het gebruik van bestrijdingsmiddelen en meststoffen bij natuurlijke en semisynthetische vezels. Deze stoffen zijn verboden in Europa, het gaat dus voornamelijk over producties in ontwikkelingslanden waar deze chemische stoffen nog wel legaal zijn of illegaal gebruikt worden. Er is geen overzicht in de vervuiling per chemische stof, en er wordt vaak gesproken over procenten en niet over aantallen. In deze tabel ligt de focus op de stappen die gemaakt worden door vezelproducties. Vooral de weg van de grondstof tot een bruikbare vezel geeft een goed beeld van de vervuiling per vezelsoort. Dit omdat er veel overeenkomst zit in de energie die wordt gebruikt voor het weven van stof. Daar is weinig tot geen verschil bij alle vezelsoorten, zowel synthetisch als natuurlijke vezels (Anne, 2009). Dus, als dat deel van het proces milieuvriendelijker moet worden, is dat een algemene ingreep en zal dat gunstig zijn voor alle vezels. Het is een probleem om de juiste informatie te vinden voor vezelonderzoek. Er wordt daarom veel gebruik gemaakt van secundaire bronnen, maar in hoeverre zijn deze onderzoeken betrouwbaar en accuraat? Veel onderzoekers hebben cijfers gebaseerd op resultaten van vezelonderzoek met soortgelijke eigenschappen omdat er voor veel vezels weinig- tot geen informatie beschikbaar is.
46
Fast fashion vezelproducties Vezelinformatie over het gebruik van hulpmiddelen is lastig te vinden. Voor dit rapport heb ik voornamelijk gebruik gemaakt van het onderzoek van Shen & Patel, Turley et al., Kalliala & Nousiainen en mijn eigen onderzoek uit het research report. Er zijn veel gaten in de vezelproductie. Waarom? Is het een bewuste reden dat dit niet openbaar is? Het laat zien hoe weinig we weten; en hoe weinig informatie er beschikbaar is, hoe laag het transparantie gehalte is in de vezelindustrie. Weinig relevante informatie was te vinden over de ‘innovatieve’ vezels zoals Sorona, Tyvek en spinvezels. Dit vanwege lage niveaus van commercialisering of vertrouwelijkheidsoverwegingen van fabrikanten. Veel fast fashion bedrijven weten niet waar hun grondstoffen vandaan komen, hoe deze zijn behandeld en is de kennis van de duurzaamheidsgraad dus niet aanwezig. Ook de behandeling van deze vezel tot aan de stof zelf gebeurt vaak in fabrieken waar de fast fashion bedrijven weinig tot niets vanaf weten. Ook kennen zijn vaak niet wat de eisen en standaarden zijn om regels toe te passen. Macht uitspelen is een middel waar ze gebruik van moeten maken, om te weten wat voor eisen er gesteld moeten worden. Dit vergt veel kennis en tijd. De hele vezelindustrie is vervuilend. Om dat te veranderen moet er per soort worden gekeken naar de vervuiling. Elke vezelsoort bestaat uit een eigen levenscyclus. Door naar elke stap te kijken en de vezels te vergelijken kan overmatige vervuiling worden vastgesteld. Naast vaste standaarden voor verbruik van hulpbronnen moeten de verhoudingen reëel zijn. Een vezel zoals polyester die een groot percentage van de textielproductie op zich neemt, moet niet vergeleken worden met een viscoseproductie die veel kleiner is. Zijn de vezelproducties wel vergelijkbaar? De milieuvriendelijkste vezelproductie gebruikt voor de fast fashion industrie is hoogstwaarschijnlijk bij lange na niet milieuvriendelijk genoeg. Dit kan de vezelproductie zijn, de afwerking en verving of de hoeveelheid eindproducten. Ook de stappen in een productieproces maken verschil in de vervuilingsgraad. Er zijn veel cellulosevezels die ecologisch worden geteeld, maar bij de vezelproductie worden deze omgezet door middel van een chemisch proces. Helaas is er nog niet genoeg onderzoek om deze ook op een sustainable manier om te zetten. Hier zijn nog te veel chemicaliën voor nodig. Als gebruikte chemicaliën teruggewonnen en hergebruikt kunnen worden, zoals bij Tencel®, wordt een man-made vezelproces milieuvriendelijker. Het beeld dat natuurlijke of semi-synthetische vezels beter zijn voor het milieu is een groot misverstand. Consumenten denken vaak bij het horen van een natuurlijke vezel, dat het milieuvriendelijker is dan een polyester vezel. Dat is een ernstige misvatting. 1kg polyester hoeft niet veel vervuilender te zijn dan 1kg katoen, het vervuilt op een andere manier. Veel milieu-impact komt van de afwerkingen; softners (zachtmakers), bleken, anti krimp, vervingen etc. Dit zijn grote vervuilers die bij elke vezelsoort worden toegepast. De ontbrekende kennis van waar de hulpbronnen vandaan komen en waar en hoe ze weer teruggaan in het milieu ligt aan de basis van het probleem. Hiervoor is kennis nodig over de hoeveelheden hulpbronnen die worden gebruikt net zo belangrijk als de hoeveelheid die weer op een milieuvervuilende manier terug de natuur in gaat. Niet hernieuwbare bronnen kunnen net zo slecht zijn voor het milieu als de hernieuwbare fossil fuels. Als de bronnen niet terug de aarde in gaan of worden vervangen door een nieuwe bron ontstaat er verlies van onze hulpbronnen. Als er een eucalyptusboom wordt gebruikt voor een Tencel® productie moet deze hoe dan ook weer vervangen worden of terug worden geplaatst om milieuvervuiling te verminderen. Het recyclen van vezels kan een groot afvalprobleem oplossen, evenals een overproductie-probleem, door deze te gebruiken voor gerecyclede textiel. De productie moet verder worden onderzocht om bruikbaar te maken voor fast fashion productie. Ook is het verschepen van textiel naar deze recycle fabrieken erg vervuilend. Het versnipperen van de kleding tot losse vezels moet eerder plaatsvinden, of het hele proces moet verplaatst worden naar het land van gebruik.
47
De economische ‘up-lift’ heeft de mode-industrie op een wolk gezet en meegedragen in zijn gloriejaren. Inmiddels laat dit al een aantal jaren zijn gevolgen zien. De opwarming van de aarde gaat in een zeer snel tempo en vormt een belangrijke ecologische schade. Het gebruik is niet meer in evenwicht met de capaciteiten van de natuur. De textielindustrie is helaas uitgegroeid tot een belangrijke daar aan bijdragende factor. Conclusie, de vezelindustrie is ver van transparant. De grootste zwarte vlek zit in de afwezigheid van kennis. Een van de voornaamste industrieën ter wereld lijkt ver weg van enige mogelijkheid van transparantie. Strenge standaarden moeten gemaakt worden om de fabrieken regels te geven. Fast fashion bedrijven hebben wettelijke standaarden nodig. Deze wetten maken duurzaamheid verplicht voor elke tak in de mode-industrie. Zelf kunnen ze vaak niet zo ver de supply chain in, en zij zijn dus afhankelijk van gegeven informatie. De ontbrekende informatie kan een beeld schetsen hoe vervuilend de industrie precies is. Dit kan ertoe leiden dat wij weten wat er gedaan moet worden om de natuur te helpen en wat het kost deze weer gezond te maken.
48
Literatuur Acrylic fiber, (n.b), Introduction of Acyrlic Fiber. Textile Learner. [online], beschikbaar van: textilelearner. blogspot.nl. [geraadpleegd op: 7 december]. Acrylic, (n.b), Acrylic. How Products Are Made. [online], beschikbaar van: http://www.madehow.com/. [geraadpleegd op: 1 december]. Acetate (2012), Acetate Fiber. Mitsubishi Rayon Textile CO., LTD. [online], beschikbaar van: http://mrtx. co.jp/. [geraadpleegd op: 10 november]. Anne, P., & Anne, L., (2011), Biopolymers and polylactic acid (PLA) – or rather, Ingeo. O-ecotextiles. [online], beschikbaar van: https://oecotextiles.wordpress.com. [geraadpleegd op: 13 november]. Anne, P., & Anne, L., (2009), What is the energy profile of the textile industry? O-ecotextiles. [online], beschikbaar van: https://oecotextiles.wordpress.com. [geraadpleegd op: 2 december]. Anne, P., & Anne, L., (2009), What Does Organic Wool Mean?. O-ecotextiles. [online]. beschikbaar van: https://oecotextiles.wordpress.com. [geraadpleegd op: 15 november]. Anne, P., & Anne, L., (2014), What’s pleather?. O-ecotextiles. [online], beschikbaar van: https://oecotextiles.wordpress.com. [geraadpleegd op: 7 december]. Alba, D., (2015), Startup Says It’s the First to Make Synthetic Spider Silk. WIRED. [online], beschikbaar van: http://www.wired.com/. [geraadpleegd op: 19 november]. Bartelet, M., (2015), Biologisch wol. Ecotex Blog. [online], beschikbaar van: //blog.ecotex.nl/. [geraadpleegd op: 15 november]. Bartelet, M., (2014), Biologisch Zijde. Ecotex Blog. [online], beschikbaar van: http://blog.ecotex.nl/. [geraadpleegd op: 23 november]. BCI, (2015), Better Cotton Initiative. BCI. [online], beschikbaar van: http://bettercotton.org/. [geraadpleegd op: 2 december]. Bettin, A., (2014), Teijin develops recycled polyester clothing. Japan Today. Japan Today. [online], beschikbaar van: http://www.japantoday.com/. [geraadpleegd op: 10 november]. Borneman, J.M., (2012), Eco Improvement For Modal Fiber. Textile World. [online]. Beschikbaar van: http://www.textileworld.com/. [geraadpleegd op: 12 november]. Charlotte, (2015), Voeringstof. Stof tot Naaidenken. [online], beschikbaar van: http://www.stoffigeblog.nl/. [geraadpleegd op: 13 november]. Corbman,B. P., (1983), Textiles: Fiber to Fabric. MadeHow. [online], beschikbaar van: http://www.madehow.com/. [geraadpleegd op: 23 november]. Consciousclothing, (2006), What is recycled silk? Ebay. [online], beschikbaar van: http://www.ebay.com/. [geraadpleegd op: 19 november]. Crnoja, M., (n.b), Lenzing Modal produced by edelweiss technology. Lenzing. [online], [geraadpleegd op: 1 december]. Drager, R., (2000), Recycling of textile fabrics coated with PVC or TPU (thermoforming-polyurethane). LIFE96. [online], [geraadpleegd op: 7 december]. 49
DSF, (2015), Hoe Milieu Vriendelijk is.. Dutch Sustainable Fashion week. [online], beschikbaar van: http:// www.dutchsustainablefashionweek.nl/ Ethical Fashion Forum, (2012) Sustainable sourcing & environmental impact. The Ethical Source Intelligence. [online], beschikbaar van: http://source.ethicalfashionforum.com. [geraadpleegd op: 7 december]. Ethnic Crafts, (n.b), Recycled Silk Yarn. Ethnic Crafts. [online], beschikbaar van: http://www.ethniccrafts. co.uk/. [geraadpleegd op: 19 november]. FAO, (2015), Future Fibres, Jute. Food and Agriculture Organization of the United Nations. [online], beschikbaar van: http://www.fao.org/. [geraadpleegd op: 2 december]. H&M, (2015), Recycled polyamide. H&M. [online], beschikbaar van: http://h&m.nl/.[geraadpleegd op: 10 november]. Hostyn, E., (2013), Milk Fibers: Daring to Innovate. KPMG. [online], [geraadpleegd op: 8 november]. Invista, (2013), The Difference between Type 6,6 and Type 6 Nylon. Antron. [online], beschikbaar van: textilelearner.blogspot.nl. [geraadpleegd op: 7 december]. Katie, 2015, Fabric Profile: Rayon. Sustainability in Style. beschikbaar van: http://sustainabilityinstyle.com/. [geraadpleegd op: 2 december]. Jaack, (2015), Geschiedenis van katoen. Katoen.Info. [online], beschikbaar van: http://www.katoen.info/. [geraadpleegd op: 23 november]. Keegan, K. & Andersen K., (2014), Cowspiracy. [Doucumentaire] [geraadpleegd op: 20 september]. Kraig, (2015), Spider Silk. Kraig Biocraft Laboratories. [online], beschikbaar van: http://www.kraiglabs. com/. [geraadpleegd op: 19 november]. Kozlowski, A., (2012), Tyvek. FASHION FUTURE. [online], beschikbaar van: http://fashionfuturebyanika. blogspot.nl/. [geraadpleegd op: 10 november]. Lenzing, (n.b.), The Lenzing Lyocell Story. 75 Years of Innovation. [online]. Beschikbaar van: http:// 75years.lenzing.com/. [geraadpleegd op: 2 december 2015]. Linnen, (n.b), Acrylic. How Products Are Made. [online], beschikbaar van: http://www.madehow.com/. [geraadpleegd op: 1 december]. Lily, (n.b), Hoe wordt soja kleding gemaakt? Green Lily. [online], beschikbaar van: http://www.duurzamekleren.nl/. [geraadpleegd op: 2 december]. Mann, J., (2012), Don't cry over spilt milk -- it could become a skirt. CNN. [online], beschikbaar van: www.cnn.com. [geraadpleegd op: 1 december]. McLaren, W., (2009), Can Stretch Fabric Be Compostable? Rohner Textil Thinks So. Tree Hugger. [online], beschikbaar van: http://www.treehugger.com. [geraadpleegd op: 7 december]. Michael, (n.b), Raw & Organic Silk: Facts behind the Fibers. Organic Clothing. [online] beschikbaar van: http://organicclothing.blogs.com/. [geraadpleegd op: 2 december]. Nagdeve, M., (2015), Organic Cotton. Organic Facts. [online], beschikbaar van: https://www.organicfacts. net. [geraadpleegd op: 2 december]. Nierop, P.,(2015), Cannabis sativa, de vezel van de toekomst. Financieel Dagblad. beschikbaar van: http://fd.nl/. [geraadpleegd op: 10 november]. 50
N.b, (2005), Euroflax Industries (Import of Textiles). EuroFlax Industries LTD. Beschikbaar van: http://euroflax.com/. [geraadpleegd op: 8 november]. Patagonia, (2012), PLA and Corn. The Footprint Chronicles. [article], [geraadpleegd op: 13 november]. Patagonia, (n.b.), Recyclet Wool. Patagonia. [online], beschikbaar van: http://www.patagonia.com. [geraadpleegd op: 15 november]. Polyester, (n.b), Polyester. How Products Are Made. [online], beschikbaar van: http://www.madehow.com/. [geraadpleegd op: 18 november]. Rodie, J.B., (2004), Corn Into Gold. Textile World. [online], beschikbaar van: http://www.textileworld.com/. [geraadpleegd op: 13 november]. Rossum, (2013), Prachtig natuurlijk materiaal, wol. Maar is het ook duurzaam? NRC. [online], beschikbaar van: http://www.nrc.nl. [geraadpleegd op: 23 november]. Sevenster, A., (n.b), How is PVC made. beschikbaar van: http://www.pvc.org/en/p/how-is-pvc-made. [geraadpleegd op: 2 december] 2015. Solutions, (2015), The Apparel Industry. L.E.A.F. [online], beschikbaar van: eafcertified.org. [geraadpleegd op: 18 november]. Sorona®, (2015), Frequently Asked Questions. DuPont™ Sorona®. [online], beschikbaar van: http://www. dupont.com/. [geraadpleegd op: 10 november]. Shen, L. & Patel, K. (2010), Life cycle assesment of man-made cellulose fibres. Lenzinger Berichte 88. [online] [geraadpleegd: 26 november 2015]. Spandex, (n.b), Acrylic. How Products Are Made. [online], beschikbaar van: http://www.madehow.com/. [geraadpleegd op: 1 december]. Textile Exhange, (n.b.), Bamboo Fiber - A Brief Analysis. TE-online. [online], beschikbaar van: http://www. teonline.com. [geraadpleegd op: 18 november]. Tyvek, (2015), Fine Arts Textiles. [online], beschikbaar van: https://fineartstextiles.wikispaces.com. [geraadpleegd op: 10 november]. Van der Salm, T., (2011), Duurzaamheid versus Genetisch Gemodificeerde Katoen. Genetisch Gemodificeerd Katoen. [geraadpleegd op: 28 november]. Viscose, (n.b.), Rayon Fibre .Fibre Source. [online], beschikbaar van: http://www.fibersource.com. [geraadpleegd op: 1 december]. WatMooi, (n.b), Modal. Wiki WatMooi. [online], beschikbaar van: http://wiki.watmooi.nl/. [geraadpleegd op: 12 november]. Zijde, (n.b), Introductie van Zijde. GoedeWaar.nl. [online], beschikbaar van: http://www.goedewaar.nl/. [geraadpleegd op: 15 november].
Levenscyclus vezelproductie Anne P. & Anne L. (2009), Why is recycled polyester considered a sustainable textile? O ECOTEXTILES. [online] Beschikbaar van: https://oecotextiles.wordpress.com. [geraadpleegd: 12 oktober 2015] Auvinen, A. K., (n.b.), Rayon. Nordic Fashion Association. [online], beschikbaar van: http://nordicfashionassociation.com. [geraadpleegd: 3 december 2015]. 51
Auvinen, A. K., (n.b.), Wool in Production. Nordic Fashion Association. [online], beschikbaar van: http:// nordicfashionassociation.com. [geraadpleegd: 3 december 2015]. Beton, A., et all. (2006), Evironmental Improvement Potential of Textiles. JRC Scientific Technical Reports. [online], [geraadpleegd op: 2 december 2015]. Brit, (2008), Silk: Just how green is it? Green Cotton. [online], beschikbaar van: https://greencotton.wordpress.com. [geraadpleegd: 3 december 2015]. Future Fibres, (n.b.), Jute. Food and Agriculture Organization of the United Nations. beschikbaar van: http://www.fao.org/. [geraadpleegd: 3 december 2015]. Kalliala, M. & Nousiainen, P. (1999), Life cycle assesment, Environmental Profile of Cotton and Polyester-Cotton Fabrics. [online] [geraadpleegd: 29 oktober 2015] Khan, M.A., & Hossain S.M,A., (2007), Study on Energy Input, Output and Energy Use Efficiency of Major Jute Based Cropping Pattern. Bangladesh Jute Research. [online] [geraadpleegd: 27 Woktober 2015] NRDC (2012), Choosing Between Organic Cotton and Tencel; which has the lighter environmental impact? Natural Resources Defense Council. [online] Beschikbaar van: http://www.nrdc.org. [geraadpleegd: 13 november 2015] Turley, D. B et al. (2010), The role and business case for existing and emerging fibres in sustainable clothing. The Department for Environment, Food and Rural Affairs. [online] [geraadpleegd: 2 november 2015] Zamani, B., (2011), Carbon footprint and energy use of textile recycling techniques. Chalmers University of Technology. [online] [geraadpleegd: 3 december 2015].
52
Tamar Bunge ‘Life is better green’
Velvet - Oscar de la Renta
53