DE BELEVING VAN FAST FASHION EN SLOW FASHION Onderzoeksrapport naar de beleving die de Nederlandse consument bij fast fashion en slow fashion heeft.
Ilja Jansen | Studentnummer: 500645492 |
[email protected] Fashion & Management | Amsterdam Fashion Institute | mei 2015 Afstudeerbegeleider: Dhr. J. Geurts
Hoe beleeft de Nederlandse consument fast fashion en slow fashion? Afstudeeronderzoek naar de beleving van kwaliteit, materialen, productieproces en verkoopprijs van fast fashion en slow fashion.
Vrijwaringsverklaring: 1. Genoemde auteur is de enige verantwoordelijke voor de inhoud van dit rapport. Dit rapport is ook onderdeel van een proeve van bekwaamheid ten einde de BA (bachelor) titel te verkrijgen van de Hogeschool van Amsterdam. 2. Dit project of delen ervan zijn nooit eerder ingeleverd ten einde een cijfer, certificaat of graad te verkrijgen in een willekeurig daartoe bevoegd instituut . 3. Het te verrichte werk, zoals ook het dataverzamelingsproces nodig om dit rapport naar behoren af te ronden is volledig eigen en origineel. 4. Uitspraken van derde zijn altijd tussen aanhalingstekens vermeld, en de bronnen duidelijk zoals ook de bron ervan. Datum: 28/05/2015 Plaats : Amsterdam Naam : Ilja Jansen Handtekening:
4 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
VOORWOORD. Ter afsluiting van de bachelor opleiding Fashion & Management aan het Amsterdam Fashion Institute (AMFI), Hogeschool van Amsterdam voer ik in het laatste half jaar een onderzoek uit. Hiermee maak ik aantoonbaar dat ik in staat ben om kritisch te zijn naar resultaten, resultaten in perspectief te plaatsen (inductief) en een algehele conclusie te verwoorden waarmee specifieke problemen worden opgelost (deductief).
Het onderwerp van deze scriptie is De beleving van fast fashion en slow fashion. Hiervoor heb ik secundair en primair onderzoek gedaan naar de belevingen die de Nederlandse consument heeft bij fast fashion en slow fashion. Het eindproduct is een artikel dat gericht is aan professionals in de modebranche. De titel van dit artikel is; Vraag naar betaalbare slow fashion wordt niet beantwoord . Hierin wordt naast de belevingen die de Nederlandse consument bij fast fashion en slow fashion heeft, ook inzicht gegeven waar kansen liggen voor slow fashion.
Dit onderzoek zou niet dit eindresultaat hebben zonder de hulp en support van mijn afstudeerbegeleider Jos Geurts. Bovendien wil ik alle mensen die ik heb geïnterviewd bedanken voor hun kostbare tijd en openheid.
Als laatste wil ik waardering uiten voor mijn ouders. Zonder hun liefde en bijdrage aan deze studie had ik deze nimmer kunnen volbrengen. Ik wil hen danken voor de mogelijkheden die zij mij hebben gegeven om mijn horizon te verbreden.
Ilja Jansen Amsterdam, Mei 2015
5 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
MANAGEMENT SAMENVATTING. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de belevingen die de Nederlandse consument heeft bij fast fashion en slow fashion. De centrale vraag die hierbij centraal staat is;
‘Hoe beleeft de Nederlandse consument fast fashion en slow fashion?’
Deze vraag is beantwoord aan de hand van deelvragen, wat middels primair en secundair onderzoek is onderzocht. Dit onderzoek is volledig vanuit het perspectief van de consument behandeld, waardoor er een waarheidsgetrouw beeld ontstaat.
Fast fashion ketens overheersen de huidige straatbeeld met laag geprijsde en trendy kleding. Althans, dit is wat de theoretische betekenis van fast fashion is. In de praktijk blijkt dat het overgrote deel van de consumenten fast fashion niet meer trendy vinden, maar functioneel. De ontstaansgeschiedenis van fast fashion gaat terug tot in de industriële revolutie. Met de opkomst van de naaimachine was het mogelijk om mode te maken van bestaande patronen en ontstonden confectiematen. De ontwikkeling van confectiekleding maakte een enorme groei door tijdens de globalisatie in jaren ’80 van de vorige eeuw. Kledingfabrieken verhuisden naar Azië, waar de lonen laag waren en de fabrieken graag de order wilden ontvangen. Door de concurrentiestrijd die tussen de kledingfabrieken ontstond, wilden fabrieken de beste kwaliteit en de snelste levertijd leveren tegen de laagste prijs. Hierdoor werd het mogelijk om mode sneller op de markt te krijgen, voor een relatief goedkope prijs, en werden de collecties sneller gewisseld. Hierbij waren het materiaalgebruik en het productieproces niet van belang. Fast fashion is door de tijd heen mede door de economische recessie, de behoefte en het koopgedrag van de consument alleen maar gegroeid. In 2007 kwam er een tegenbeweging, slow fashion, bedacht door Dr. Kate Fletcher. Zij vond de wegwerpmaatschappij, wat fast fashion stimuleert, verkeerd. Arbeidsomstandigheden en natuurlijke hulpbronnen ontgelden het voor de goedkope kleding met een snelle omloopsnelheid. Om deze reden is de term slow fashion geïntroduceerd. Hierbij gaat het om ontwerp, productie, consumeren en het beter leven, waarbij kwaliteit voor op staat voor een zo lang mogelijke levensduur van producten.
Er is geen standaard beleving bij fast fashion en slow fashion. De Nederlandse consument heeft een sterke mening over fast fashion. Zo beleven tieners fast fashion, net zoals zij zichzelf zien, als zeer trendy. Deze kleding wordt mede door de sociale beleving impulsief gekocht. Deze consumenten gaan voor trendy kleding en het mag voor een korte periode meegaan. Zij hebben het liefst zoveel mogelijk producten voor een zo laag mogelijk bedrag en wensen dat dit in de nabije toekomst zo
6 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
blijft. Deze beleving wordt door het merendeel van de consumenten niet gedeeld, zij beleven fast fashion over het algemeen als functioneel. Slow fashion wordt over het algemeen als duur beleeft en zijn de producten van een goede kwaliteit met een lange levensduur. Het merendeel van de consumenten beleven slow fashion als modieus of wordt de kleding alleen gedragen omdat het past bij een bepaalde levensstijl. Met uitzondering van tieners, zij vinden slow fashion juist saai en voor oudere mensen.
Consumenten vinden het een goede vooruitgang als de levenscyclus van kleding circulair is. Dit geldt zeker voor slow fashion aangezien dit een belangrijk onderdeel is. Consumenten hebben niet de beleving dat de gebruikte materialen bij zowel fast fashion als slow fashion biologisch afbreekbaar zijn. Uit secundaire gegevens blijkt dat consumenten bereid zijn om maximaal 25 euro extra te besteden voor een broek van 50 euro, indien zij weten dat het product duurzaam is. 86% van de consumenten zijn niet bereid om opzoek te gaan naar slow fashion, maar moet het te koop zijn in de buurt waar ze normaal ook kleding kopen. De helft van de consumenten zal voor slow fashion kiezen, indien de keus is tussen een fast fashion artikel en een slow fashion artikel. Consumenten weten niet waar ze op moeten letten of een product ook daadwerkelijk slow is en vinden het om deze reden belangrijk dat het duidelijk vermeld staat wat er duurzaam verantwoord is aan het product. In de toekomst blijft fast fashion belangrijk omdat er interesse blijft in nieuwe producten waarbij de herkomst niet van belang is (NRW en BeBright, 2011). Overigens is er in 2025 wel meer interesse in duurzame producten dan dat dit momenteel is. Tieners hebben over het algemeen geen interesse of de productie duurzaam is (primair onderzoek: interviews en empirisch).
Zowel fast fashion als slow fashion merken zijn niet in één BSR belevingswereld en één BSR consumentengroep te plaatsen. BSR is een model dat achterliggende waarden, behoeften en motieven van mensen binnen een bepaald domein verkent en structureert. Het model wordt gevisualiseerd door twee dimensies die centraal staan in de sociale wetenschap: de sociologische dimensie, egocentrisch – groepsgerichte oriëntatie, en de psychologische dimensie, extravert – introverte oriëntatie. Op deze wijze ontstaan vier kwadranten, ofwel de belevingswerelden rood, geel, blauw en groen, van waaruit mensen denken en handelen (M. Wolters et al, 2007). Niet alleen kunnen consumenten in dit model worden gesegmenteerd, maar ook kledingmerken. De consumenten hebben over het algemeen dezelfde belevingswereld als de kledingmerken die zij kopen. Het merendeel van de fast fashion merken zijn sociaal gericht en gepositioneerd in de gele en groene belevingswereld. Dit komt omdat deze merken op de algemeen sociaal wenselijke kledingmarkt richten en daar waar zij de
grootste groep consumenten bereiken. Slow fashion heeft meer diversiteit in belevingswerelden, maar is nauwelijks gepositioneerd in de sociaal gerichte belevingswerelden. Ondanks de vraag naar betaalbare en bereikbare slow fashion, is hier momenteel nauwelijks aanbod voor.
7 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD. MANAGEMENT SAMENVATTING. INHOUDSOPGAVE. 1.
2.
3.
4.
INLEIDING. 1.1. Introductie
11
1.2. Aanleiding
11
1.3. Doelstelling
11
1.4. Probleemstelling
13
1.5. Onderzoeksvragen
13
1.5. Afbakening
13
1.6. Opzet onderzoeksrapport
13
ONDERZOEKSMETHODEN. 2.1. Introductie
14
2.2. Secundaire gegevens
14
2.3. Primaire gegevens
14
2.4. Kwalitatief onderzoek
15
2.5. Conclusie
15
HET THEORETISCH KADER. 3.1. Introductie
18
3.2. Definitie fast fashion
18
3.3. Ontstaansgeschiedenis fast fashion
18
3.4. Definitie slow fashion
20
3.5. Ontstaansgeschiedenis slow fashion
21
3.6. Conclusie
22
FAST vs. SLOW FASHION. 4.1. Introductie
24
4.2. Koopgedrag en winkelbeleving
24
4.3. Stijlen
27
4.4. Materialen
28
4.5. Productieproces
30
8 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
5.
6.
7.
4.6. Kwaliteit
31
4.7. Verkoopprijzen
31
4.8. Modegevoel
33
4.9. Algemene beleving fast vs. slow fashion
35
4.10. Conclusie
36
DOELGROEPSELECTIE. 5.1. Introductie
38
5.2. Consumentgroepen en belevingswerelden
38
5.3. Merkenmatrix
39
5.4. Consumentgroepen en belevingswerelden
40
5.5. Conclusie
40
CONCLUSIE EN DISCUSSIE. 6.1. Introductie
41
6.2. Beantwoording deelvragen
41
6.3. Conclusie
43
6.4. Discussie
43
LITERATUURLIJST.
44
BIJLAGEN. Bijlage 1: INTERVIEW VRAGENLIJST. Bijlage 2: INTERVIEWRESULTATEN.
9 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
10 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
1. INLEIDING. 1.1.
Introductie
Dit onderzoeksrapport is tot stand gekomen na een periode van vier maanden onderzoek en dient als proeve van bekwaamheid ter afronding van de bachelor opleiding Fashion & Management. Het doel van dit onderzoek is om de beleving die de Nederlandse consument bij fast fashion en slow fashion heeft vast te stellen. De centrale vraag van dit onderzoeksrapport luidt dan ook:
‘Hoe beleeft de Nederlandse consument fast fashion en slow fashion?’
1.2.
Aanleiding
De modebranche bevindt zich momenteel in een tweedeling, waarbij aan de ene kant duurzaamheid en transparantie belangrijk zijn en er aan de andere kant geslotenheid is over de totstandkoming van producten. Fast fashion is momenteel overheersend in het straatbeeld. Deze ketens zijn veelal onpersoonlijk en gericht op consumeren. Een tegenreactie hierop is het fenomeen slow fashion. Door de media wordt fast fashion veelvuldig in een negatief daglicht gebracht. Het zou door kinderhandjes worden gemaakt en onder slechte arbeidsomstandigheden, waarbij er soms zelfs sprake zou zijn van uitbuiting. Slow fashion wordt over het algemeen als duur en niet modieus genoeg bevonden. Ondanks de negatieve geluiden van de media over fast fashion blijven de consumenten fast fashion kopen. Hierdoor gaan zij, als de berichtgevingen kloppen, over andermans gezondheid fast fashion kopen om er zelf modieus bij te lopen. Maar hoe kunnen fast fashion en slow fashion merken aan de verwachte beleving van de consument voldoen, zodat zij beter kunnen inspelen op de wensen van de klant, of juist het imago bijschroeven? Zeker wanneer de huidige markt vraagt om een duidelijke positionering (M. Erich, 2013: pp.20).
1.3.
Doelstelling
Het doel van dit onderzoek is: ‘’Inzicht krijgen in de belevingen van fast fashion en slow fashion door
de Nederlandse consument’’. Hierbij wordt duidelijk welke beleving bijdraagt aan de algehele beleving en bij de besluitvorming tot aankoop van fast fashion en slow fashion. Door deze informatie kunnen modebedrijven inspelen op de beleving die de Nederlandse consument momenteel ervaart en de trends op het gebied van fast fashion en slow fashion.
11 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Campagne 'FUCK FAST FASHION', door Femke Mosch, om consumenten bewust te maken van de achterkant van fast fashion en de weggooi maatschappij.
1.4.
Probleemstelling
De probleemstelling van dit onderzoek is: ‘’Wat zijn de belevingen die de Nederlandse consument
heeft bij fast fashion en slow fashion?’’.
1.5.
Onderzoeksvragen
Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: 1.
Wat zijn fast fashion en slow fashion en hoe is het ontstaan?
2.
Hoe beleeft de Nederlandse consument de kwaliteit (levensduur) en de verkoopprijzen van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?
3.
Hoe beleeft de Nederlandse consument de gebruikte materialen en productie van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?
4.
Hoe dragen al die belevingen bij aan de algehele beleving die de Nederlandse consument van fast fashion en slow fashion heeft?
5.
Welke belevingen zijn belangrijk bij de besluitvorming tot aankoop van fast fashion en slow fashion?
1.5.
Afbakening
In verband met de verschillende culturen tussen landen wordt er alleen onderzoek gedaan naar de Nederlandse consument. Deze consumenten zijn zowel jongens/mannen als meisjes/vrouwen vanaf ongeveer 13 jaar, de leeftijd wanneer ze verantwoordelijkheid kunnen dragen voor kledingbudget (Nibud).
In het onderzoeksrapport komen beleving, winkel en trendy regelmatig terug. Met beleving worden de kwaliteit, dit is de levensduur van kleding, de verkoopprijzen, de materialen en het productieproces bedoeld. Wanneer er wordt gesproken over winkel, kan hier zowel een fysieke winkel als een online winkel worden geïnterpreteerd. De betekenis van trendy is in dit onderzoeksrapport volgens de laatste modetrends.
1.6.
Opzet onderzoeksrapport
De opzet van dit onderzoeksrapport is als volgt: Allereerst wordt er in 2. Onderzoeksmethoden de gebruikte onderzoeksmethoden toegelicht. Vervolgens zijn in het Theoretisch kader de principes fast fashion en slow fashion beschreven. In het vierde hoofdstuk worden de cruciale vragen behandeld die de centrale vraag uiteindelijk beantwoorden. Hier worden de verwachtingen in kwaliteit, productieproces, materiaalgebruik en prijs toegelicht. In het vijfde hoofdstuk zijn consumentgroepen en belevingswerelden inzichtelijk gemaakt. De uiteindelijke conclusie met beantwoording van de onderzoeksvragen en de beperkingen in het onderzoek zijn toegelicht in het zesde hoofdstuk
Conclusie en discussie. Alle gebruikte bronnen zijn in het laatste hoofdstuk, 7. Literatuurlijst, weergegeven. Uitgebreide resultaten uit het kwalitatief onderzoek zijn in de bijlage geplaatst.
13 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
2. ONDERZOEKSMETHODEN. 2.1.
Introductie
In dit hoofdstuk is toegelicht wat de gebruikte onderzoeksmethoden zijn. Zoals uit de deelvragen blijkt, ben ik gedurende het onderzoek geïnteresseerd in de mening van de consument. Om de centrale vraag zo goed en volledig mogelijk te kunnen beantwoorden, worden er met name twee soorten onderzoeksmethoden gebruikt. Dit zijn secundair en primair onderzoek. Daarnaast zal er gedurende de gehele onderzoeksperiode een empirisch onderzoek plaatsvinden. Door deze informatie te koppelen probeer ik de doelstelling te behalen.
2.2.
Secundaire gegevens
Er zijn al veel onderzoeken gedaan waarvan de resultaten zeer bruikbaar zijn voor dit onderzoeksrapport. Deze bevindingen worden gefilterd vanuit bestaande literatuur, denk aan (onderzoeks)rapporten, boeken, vakbladen en andere bronnen. Door de secundaire gegevens met elkaar te koppelen, kan er nieuwe en bruikbare informatie ontstaan. Deze onderzoeksmethode zal worden gebruikt voor onderzoeksvraag 1. Wat zijn fast fashion en slow fashion en hoe is het
ontstaan? Voor onderzoeksvragen 2. Hoe beleeft de Nederlandse consument de kwaliteit (levensduur) en de
verkoopprijzen van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?, 3. Hoe beleeft de Nederlandse consument de gebruikte materialen en productie van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving? en 4. Hoe dragen al die verwachtingen bij aan de algehele beleving die de Nederlandse consument van fast fashion en slow fashion heeft? wordt er literatuuronderzoek gedaan voordat er primaire en kwalitatieve onderzoeken worden verricht. Dit om de gevonden data mogelijk mee te nemen bij eigen onderzoek en een zo breed mogelijk beeld te hebben van wat de consumenten vinden.
2.3.
Primaire gegevens
Voor onderzoeksvragen 2. Hoe beleeft de Nederlandse consument de kwaliteit (levensduur) en de
verkoopprijzen van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?, 3. Hoe beleeft de Nederlandse consument de gebruikte materialen en productie van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving? en 4. Hoe dragen al die verwachtingen bij aan de algehele beleving die de Nederlandse consument van fast fashion en slow fashion heeft? wordt er eveneens empirisch onderzoek verricht. Er wordt gefocust op de meningen en het koopgedrag van consumenten op het gebied van fast fashion en slow fashion. Waarnemingen die zijn gedaan in tijd voor de onderzoeksperiode worden eveneens meegenomen.
14 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
2.4.
Kwalitatief onderzoek
Onderzoeksvragen 2. Hoe beleeft de Nederlandse consument de kwaliteit (levensduur) en de
verkoopprijzen van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?, 3. Hoe beleeft de Nederlandse consument de gebruikte materialen en productie van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste beleving?, 4. Hoe dragen al die verwachtingen bij aan de algehele beleving die de Nederlandse consument van fast fashion en slow fashion heeft? en 5. Hoe belangrijk is de beleving van fast fashion en slow fashion bij de besluitvorming tot aankoop? worden onderzocht door het houden van interviews. Deze interviews worden gehouden met consumenten van verschillende leeftijdscategorieën om een compleet mogelijk beeld te krijgen van de huidige en toekomstige beleving van fast fashion en slow fashion. Deze interviews zijn half gestructureerd om zo bij iedere interviewer dezelfde vragen te behandelen, maar door te kunnen vragen op momenten die van belang zijn. Dit kan verschillen per gegeven antwoord, houding of gesprek met de geïnterviewde. Daarnaast wordt er vanuit de interviews en empirisch onderzoek een psychoanalytisch marktonderzoek verricht. Consumenten worden onder vier mentaliteitsgroepen ingedeeld met daarbij behorende merken. Door deze segmentering weten merken welke mentaliteitsgroep past bij de beleving die de consumenten bij kleding belangrijk vinden.
2.5.
Conclusie
Voor het beantwoorden van de centrale vraag wordt er secundair, primair en kwalitatief onderzoek verricht. Secundair onderzoek vindt vooral plaats in de beginfase, om zo al veel kennis en gegevens te hebben verzamelt over het onderwerp. Uit deze gegevens worden wellicht elementen uit meegenomen voor het primair en kwalitatief onderzoek. Onderzoeksvragen twee, drie en vier worden door zowel secundair, primair als kwalitatief onderzoek onderzocht, om zo diep mogelijk het onderwerp te behandelen. Primair onderzoek bestaat uit empirisch onderzoek, waarvoor consumenten worden geobserveerd. Waarnemingen die zijn gedaan voordat het onderzoek plaatsvond worden hierin ook meegekomen. Voor het kwalitatief onderzoek vinden interviews met consumenten plaats om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen over de huidige en toekomstige beleving van fast fashion en slow fashion. Vanuit de verzamelde gegevens worden consumenten ingedeeld in vier mentaliteitsgroepen met daarbij behorende merken. Hierdoor weten merken welke consumenten passen bij hun merk, zodat zij zich hier op kunnen focussen.
15 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
T-shirt met print € 4,99 92 - 134/140
Kids campagne H&M, zomer 2015
K I N D E R E N M T. 9 2 - 1 7 0
VAKANTIE Speelse prints, tropische jurken en felle kleuren alles wat je nodig hebt voor een zonnig seizoen.
3. HET THEORETISCH KADER. 3.1. Introductie Om inzicht te krijgen in de beleving die de Nederlandse consument heeft bij fast fashion en slow fashion, is dit theoretisch kader geschetst. Hierin zijn de termen fast fashion en slow fashion uitgewerkt. Deze begrippen en informatie bestaan al en zijn niet opnieuw gedefinieerd. Daarnaast wordt er voor een volledig beeld achtergrond informatie over fast fashion en slow fashion gegeven.
3.2. Definitie fast fashion Fast fashion is kleding dat tot stand is gekomen waarbij het totale proces een zo kort mogelijke doorlooptijd heeft, met lage kosten en relatief lage verkoopprijzen. Naast dat de kleding relatief goedkoop is, zijn kenmerken dat de kleding volgens de laatste trends is en dat de collectie snel wisselt. De levenscyclus en het productieproces zijn hier van minder belang (R. Snoeren, 2005/ CBI, 2012/ A. Tjalsma, 2013).
3.3. Ontstaansgeschiedenis fast fashion Fast fashion is ontstaan tijdens de industriële revolutie. Door de eeuwen heen hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden waardoor er steeds meer mogelijkheden ontstonden. Op het gebied van kleding werd er voor de industriële revolutie mode op maat gemaakt en dit was alleen voor handen voor de elite. Voor het merendeel van de mensen was er geen mode mogelijk, alleen kleding puur ter bescherming. Deze kleding werd gemaakt door de huisvrouw en werd jaren gedragen en overgenomen door anderen. Door de vele uren die het duurde om kleding te maken en de hoge prijs van de stof hadden deze mensen alleen dat wat ze nodig hadden. De mode die er was, bleef jaren omdat het lang duurde voordat de verandering van mode was geïntegreerd. Alleen het vervaardigen van mode duurde door de zorgvuldigheid al weken of maanden. Daarbij was de verspreiding van mode in die tijd tijdrovend. Het overbrengen van de laatste mode
‘’Mensen vinden het leuk om weer iets anders in de kast te hebben hangen. Dat geeft de ziel rust’’ Kiki Niesten, 2015
werd gedaan door tekeningen of aangeklede poppen te versturen vanuit Parijs.
Vanaf
1855
kwam
er
een
omslagpunt door de introductie van de naaimachine. Hierdoor kon kleding veel sneller worden gemaakt. Er werden ateliers opgezet waar kleding in een korte tijd in elkaar werd gezet. Deze kleding werd gemaakt in series. Vanaf dit moment werden standaardmaten geproduceerd en was confectie geboren. Er werd begonnen met eenvoudige kledingstukken zoals werkkleding en ondergoed.
18 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Kleermakers die de markt goed aanvoelden
In de jaren 70 van de vorige eeuw ontstond
begonnen confectie te verkopen. Dit werd vaak
globalisatie en werden veel kledingfabrieken
gemaakt door vaklieden. Doordat de vaklieden
naar lage lonen landen in Azië verplaatst. Nu kon
meewerkten aan het produceren van confectie,
kleding goedkoper worden geproduceerd en
tekenden zij hun eigen ondergang. Grote winkels
verkocht. Het produceren van kleding verreist
gingen naast maatwerk een werkplaats openen
geen hooggeschoolde fabrieksarbeiders en de
waar klanten kleding konden laten vermaken of
producten zijn makkelijk te vervoeren. Het gaat
veranderingen aan konden brengen.
modebedrijven niet alleen maar om goedkope productiekosten, maar om het totaalpakket:
In de industriële revolutie nam bedrijvigheid toe
kwaliteit,
en steeg het loon van ambachtslieden en Hierdoor
nam
ook
hun
en
ontwikkelingslanden
fabrieksarbeiders in de periode 1870 – 1914 met 70%.
levertijd
prijs.
graag
Omdat
de
werkgelegenheid
hebben, is er tussen de landen onderling
eigen
competitiestrijd ontstaan. Hierbij wilde iedere
bestedingsbudget toe wat ze graag besteedden
fabriek de order hebben en dus de snelste
aan luxe producten, iets wat ze zich voorheen
levertijd en de beste kwaliteit leveren tegen de
niet konden permitteren. Mensen kochten nu
laagste prijs. Zo konden modebedrijven steeds
eerder kleding, bijvoorbeeld een zondags pak of
vaker en sneller nieuwe collecties in de winkel
een damesmantel. Een winkel met confectie
aanbieden.
was een ware confectiepaleis voor zowel de boer als de middenstander.
Afbeelding Julia Brand: Houdbaarheid van fast fashion: Is er nog toekomst (2013), J. Brand en M. van Hulten.
19 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Al
deze
ontwikkelingen
hebben
eraan
Deze goedkope mode wordt snel weggegooid
bijgedragen dat er momenteel fast fashion
(S. Black, 2008). Een gedeelte gaat naar derde
ketens op de markt zijn. Deze, voornamelijk,
partijen
kopstaart bedrijven schakelen snel in hun
merendeel eindigt na de eerste gebruiker in de
proces, waardoor ze binnen enkele weken de
prullenbak. Doordat de consument steeds met
nieuwste trends in de winkel hebben liggen.
de nieuwste trends mee wil gaan, wordt er
Hierdoor verandert, en gelijktijdig dateert, de
steeds
mode ook een stuk sneller dan dat dit twee
geconsumeerd (M. van Schaijck, 2011). De
eeuwen geleden was. De consument is hierin
afgelopen jaren zijn fast fashion ketens als H&M
een belangrijke schakel. Zij zijn immers de
en Zara geëxpandeerd en zijn er nieuwe
mensen waardoor fast fashion zo heeft kunnen
(internationale) spelers zoals Primark op de
ontwikkelen. Dit komt doordat de consument de
Nederlandse markt gekomen. Deze fast fashion
behoefte had om steeds wat nieuws te hebben.
ketens hebben mede door de lage prijzen in de
Bovendien wisselden de trends snel, waar de in
economische crisis kunnen floreren (M. Erich,
mee wil gaan, maar door de korte levensduur er
2013: pp. 9).
zoals
goede
sneller,
doelen,
vaker
en
maar
het
goedkoper
niet veel voor wilde betalen. De consument wil mee doen met de trend doordat er veel
3.4.
(media)aandacht voor is geweest, een voor hen
Definitie slow fashion
Slow fashion gaat over een eerlijke waardeketen
interessant persoon heeft het of omdat het bij
tussen de ontwerper en de maker, de maker en
een bepaalde levensstijl hoort waardoor veel
het kledingstuk en het kledingstuk en de
mensen er ook aan mee willen doen. Ze doen
gebruiker.
mee om dan niet buiten de groep te vallen,
Bij
slow
fashion
wordt
er
met
aandacht voor arbeiders, milieu en consument
hierdoor krijgt men het gevoel van blijdschap en
kleding ontwikkeld. Slow fashion heeft een
geluk (M. van Schaijck, 2011 / S. Vos de Wael, 2009).
benadering
Zo tijdrovend het voorheen was om mode te
zijn van de impact van producten op arbeiders, gemeenschappen
de eerste gebruiker weggegooid, maar wordt
er hangen ongeveer 70 kledingstuks in
het bijvoorbeeld hergebruikt en gerecycled. Zie
één kledingkast; kledingstuks
figuur 1: Levenscyclus fast en slow fashion voor
ongeveer per
30
persoon
nieuwe per
de levenscyclus van fast fashion en slow fashion,
jaar
waarbij
gekocht; -
Deze
Ommeren, 2010). Slow fashion wordt niet al na
uitgegeven;
worden
ecosystemen.
nieuwe kleding (G.J. Davelaar en M. van
Er wordt jaarlijks € 472,- aan kleding
er
en
daardoor niet snel te worden vervangen voor
gegevens over het kledinggedrag in Nederland:
-
inkopers,
kleding is van een hoge kwaliteit en hoeft
de eerste gebruiker weggegooid. Een aantal
-
ontwerpers,
retailers en ook consumenten zich meer bewust
bemachtigen, zo snel wordt het hedendaags na
-
waarin
de levenscyclus
van slow
circulair is.
er wordt ongeveer 14 kilo textiel per persoon per jaar weggegooid (M. van Schaijck, 2011 / S. Vos de Wael, 2009).
20 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
fashion
Figuur 1: Levenscyclus fast en slow fashion, (J. Bourland)
3.5.
Ontstaansgeschiedenis slow fashion
Als tegenreactie op de wegwerpmaatschappij met fast fashion, heeft Dr. Kate Fletcher in 2007 het fenomeen slow fashion bedacht (Slowfashioned). Zij vond de benadering van de overheersende fast fashion, met ketens als Primark en Matalan, verkeerd, waarbij het alleen maar om een snelle omloopsnelheid gaat en maximale winst. De korte levertijden en goedkope kleding gaat ten koste van andere partijen zoals fabrieksarbeiders en natuurlijke hulpbronnen. Dr. Kate Fletcher vond dat hier wat aan gedaan moest worden en introduceerde slow fashion. Slow fashion is gebaseerd op de
Slow Food Movement, opgezet in 1986 door de Italiaan Carlo Petrini (Dr. K. Fletcher, 2007). Deze beweging combineert plezier en eten met bewustzijn en verantwoordelijkheid. Het verdedigt de biodiversiteit in de voedselvoorziening. De Slow Food Movement wil het gastronomisch erfgoed, traditie en cultuur beschermen van de fast food, waarbij niemand meer weet waar voedsel eigenlijk vandaan komt en hoe het smaakt (Slowfood, 2012). Bij slow fashion hoeft winst niet in de weg te staan, maar er is in het totale proces aandacht voor mens en milieu en wordt er gewetensvolle kleding gemaakt. Slow fashion gaat om ontwerp, productie, consumeren en het beter leven, waarbij kwaliteit voorop staat. Het creëren van een zo lang mogelijke levensduur van producten. Niet alleen de producent en inkoper, maar ook de consument moet zich bewust worden van de gevolgen voor de fabrieksarbeider, gemeenschappen en ecosystemen (Dr. K. Fletcher, 2007). Doordat slow fashion niet op kwantiteit richt maar op kwaliteit is het mogelijk om minder tijdsdruk te hebben dat het product verkocht kan worden. Slow fashion zorgt ervoor dat de producent meer tijd
21 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
kan nemen om de order in te plannen met het juiste aantal werknemers. Hierdoor ontstaan er geen onhaalbare planningen
en er hoeft niet gewerkt te worden met tijdelijke krachten of
onderaannemers. Niet alleen het modebedrijf kan zich op deze manier ontwikkelen op de lange termijn, maar ook andere onderdelen in de productieketen zoals de producent en fabrieksarbeider. Zie figuur 2: Fair trade vs. conventional voor de kenmerken waar slow fashion en fast fashion om gaan. Het linker gedeelte gaat om de principe van slow fashion en de rechter helft is de traditionele manier van handelen.
Figuur 2: Slow fashion (fair trade) vs. gebruikelijke (conventional) manier van handelen (people tree).
3.6.
Conclusie
Door de industriële revolutie ontstond mode voor alle lagen van de bevolking. Wel was dit voor de arbeider nog een bijzondere aankoop. Dit veranderde vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw. Toen werd productie uitbesteed aan ontwikkelingslanden in Azië. Deze landen wilden de orders graag ontvangen, waardoor er concurrentiestrijd ontstond. De fabrieken wilden de beste kwaliteit en de snelste levertijd leveren tegen de laagste prijs, om de order te krijgen. Hierdoor werd het mogelijk om mode sneller op de markt te krijgen, voor een relatief goedkope prijs, en werden de collecties sneller gewisseld. Fast fashion was geboren. Hierbij was het materiaalgebruik en het productieproces niet, dan wel minder, van belang. In 2007 kwam er een tegenbeweging, slow fashion, bedacht door Dr. Kate Fletcher. Zij vond de wegwerpmaatschappij, wat fast fashion in wezen is, verkeerd. Arbeidsomstandigheden en natuurlijke hulpbronnen ontgelden het voor de goedkope kleding met een snelle omloopsnelheid. Om deze reden is de term slow fashion geïntroduceerd. Hierbij is er in het totale proces aandacht voor mens en milieu waarbij er gewetensvolle kleding wordt gemaakt. Het gaat om ontwerp, productie, consumeren en het beter leven, waarbij kwaliteit voor op staat voor een zo lang mogelijke levensduur van producten.
22 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Zomercollectie Studio JUX
4. FAST vs. SLOW FASHION. 4.1.
Introductie
Uit eigen onderzoek is gebleken dat beleving een belangrijk onderdeel is bij productaankoop. Zo kan een beweegreden zijn om iets te kopen omdat het op dat moment een trend is, of omdat het een primaire levensbehoefte is. Het is om deze reden aannemelijk dat de beleving die de consument bij primaire en secundaire producten verwacht, aanzienlijk verschilt. De kleding die in dit onderzoek behandeld wordt, valt onder de secundaire levensbehoefte. De beleving die besproken wordt, is onderverdeeld in de subhoofdstukken: Koopgedrag en winkelbeleving; Materiaalgebruik en stijlen;
Productieproces; Kwaliteit; en Verkoopprijzen. Daarnaast is er onderzocht of er een overeenkomst is tussen fast fashion merken en slow fashion merken op het gebied van modegevoel, imago en functionaliteit.
4.2.
Koopgedrag en winkelbeleving ander
één keer gedragen, waardoor het niet als een
omtrent
miskoop wordt gezien. De slow fashion kopers
winkelbeleving (M.Z. Watson en R.N. Yan, 2013
hebben daar in tegen geen spijt van de aankoop
/ eigen onderzoek: interviews en empirisch). Zo
als de kleding ‘slow’ is, omdat ze de kleding door
kopen fast fashion liefhebbers graag veel
de kwaliteit voor een lange tijd kunnen bewaren
producten voor een zo laag mogelijk bedrag.
en dragen.
Slow fashion kopers hechten juist veel waarde
Het kenmerk van fast fashion kopers is dat ze
aan kwaliteit. Secundaire gegevens komen
zoveel mogelijk kopen voor zo min mogelijk geld
onder andere uit onderzoeken gedaan in de
(primair onderzoek, zie bijlage 2). De slow
Verenigde
fashion kopers hebben meerdere eisen waaraan
Veel
consumenten
koopgedrag
en
Staten
hebben
een
verwachting
(VS)
en
het
Verenigd
Koninkrijk (VK). Deze gegevens zijn waardevol
hun
aangezien veel ontwikkelingen uit deze landen
kledingstuk veelzijdig zijn, waardoor het op
in Nederland integreren.
meerdere momenten kan worden gedragen en
kleding
moet
voldoen.
Zo
moet
het
passen bij hun garderobe, zodat het gemakkelijk Uit onderzoek van Maegan Zarley Watson en
kan worden gecombineerd. Daarbij moet het
Ruoh-Nan Yan (2013) blijkt dat fast fashion
een goede pasvorm hebben en van een goede
vooral impulsief wordt gekocht en over een slow
kwaliteit zijn, zodat het jarenlang kan worden
fashion aankoop over na wordt gedacht. Voor de
gedragen. Wanneer het kledingstuk aan deze
hand liggend komt dit door de relatief lage
eisen voldoet, mag het duurder zijn dan fast
verkoopprijs van fast fashion en relatief hoge
fashion, omdat de consument het kledingstuk
verkoopprijs van slow fashion. Mede door deze
als een investering ziet (M.Z. Watson en R.N.
reden wordt fast fashion veelvuldig gekocht voor
Yan, 2013).
een speciale gelegenheid. Het wordt vaak maar
24 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Bij de besluitvorming tot aankoop van fast
belangrijk (NRW en BeBright 2011: 49). In de
fashion
belangrijk
fysieke winkel wil de consument een beleving
onderdeel (M.Z. Watson en R.N. Yan, 2013). Met
ervaren (NRW en BeBright, 2011: 33). Zij willen
sociale beleving wordt bedoeld dat vrienden
iets meemaken als ze een aankoop doen,
door
kunnen
waarbij het aanbod continue verandert. Uit
winkelen en ook veel producten kunnen kopen.
onderzoek van Bloomberg Business en Verdict
Dit is in lijn met het gegeven dat consumenten
blijkt dat in het VK en de VS er nu al een
fast fashion merendeels spontaan kopen (M.Z.
selectievere koopgedrag plaatsvindt, ook door
Watson en R.N. Yan, 2013 / eigen onderzoek:
jongeren met een relatief klein budget (M. Erich,
interviews en empirisch). Door de lage prijzen en
2013: pp. 20).
de
is
de
sociale
lage
sociale
beleving
prijzen
een
gezamenlijk
bewijskracht
worden
emoties
aangewakkerd om tot aankoop over te gaan. De
’’Mensen vergeten wat je hebt gezegd, mensen vergeten wat je hebt gedaan, maar ze vergeten nooit het gevoel dat je hen hebt gegeven’’
slow fashion kopers willen juist een plek waar er zorg en aandacht is voor zowel het product als voor hen als klant. Deze consumenten beleven dit bij slow fashion meer dan bij fast fashion
Maya Angelou, Schrijver en dichter
(M.Z. Watson en R.N. Yan, 2013). Uit de gehouden interviews blijkt dat consumenten, met name diegene die werken en niet iedere
Uit primaire gegevens blijkt dat de Nederlandse
maand nieuwe kleding kopen, graag persoonlijk
consument
contact willen hebben met het winkelpersoneel en hier in de huidige
willen hebben. De (Young) Professionals willen over het algemeen tijdloze kleding en hebben een selectieve koopgedrag. Zij willen originele
zoals die er in de huidige modemarkt is, ook in
items hebben, waardoor zij hun eigen identiteit
2025 heerst. Er is meer vraag naar duurzame consumenten worden
willen
voorzien.
groot
snel
Hierbij
in
deel
van
hun
behoefte
hebben
zij
drie
die zeer modieuze en laaggeprijsde kleding
Kijkend naar trends, blijkt dat de tweedeling
een
gemiddeld
de prijzen (zie bijlage 2). Het zijn vooral tieners
vinden ze niet bij ketens, maar wel bij boetieks.
maar
aankoop
kledingstukken koopt en zich zeer bewust is van
technologische tijd ook
steeds meer waarde aan hechten. Dit contact
producten,
per
kunnen laten zien. De veertigers en vijftigers
de
willen kleding van deze tijd voor een betaalbare prijs. Indien zij de kleding heel mooi vinden met
geen
een goede pasvorm en kwaliteit zijn zij bereid
interesse in de herkomst van het product (NRW
om er meer geld aan uit te geven dan ze van te
en BeBright 2011: 58). Om deze groep mensen
voren hadden bedacht. Zij zijn zich niet bewust
te kunnen voorzien in hun behoefte, relatief
van merken en laten zich hier dan ook niet door
goedkope en modieuze kleding, blijft fast fashion
beïnvloeden, zij kopen over het algemeen
25 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
kleding
wanneer
ze
iets
nodig
hebben.
De
winkelbeleving is voor alle consumenten belangrijk (primair onderzoek). Het liefst hebben zij een semizelfservice bediening bij zowel fast fashion als slow fashion kledingwinkels. Consumenten vinden het prettig als ze gezien zijn en dat zij hulp krijgen wanneer zij dat willen. Met name vijftigplussers vinden het leuk om een gesprek te hebben met de verkopers in een informele sfeer. Tieners ervaren het als ‘leuk’ als zij worden begroet, maar willen verder met rust worden gelaten, tenzij ze advies nodig hebben. In dit geval hebben zij de voorkeur om zelf de verkoper te benaderen. De consumenten die bij slow fashion een bedienende service verwachten, willen in de watten worden gelegd. Zij ervaren slow fashion met exclusiviteit en willen dit ook beleven tijdens het winkelen. Voor deze groep mensen gaat het om een vriendelijke begroeting, een praatje over wat de consument aan heeft, de collectie of het weer en de mogelijkheid om koffie/thee te drinken in een leeshoek, zodat er op alle gemak kan worden gewinkeld en dit als een uitje kan worden gezien. Als de vrouwelijke klant niet op een sociale en gewenste manier wordt behandeld, is de kans zeer groot dat zij weggaat zonder een aankoop te doen, ook al heeft zij iets gezien
wat
ze
wil
hebben.
De
mannelijke
consumenten zijn hier minder gevoelig voor en kopen dat geen wat zij nodig hebben en mooi vinden. Ondanks dat fast fashion ketens door zowel mannelijke
als
vrouwelijke
consumenten
als
rommelig worden ervaren, vindt het merendeel het prettig als de winkel ordelijk is en de kleding netjes is opgevouwen en hangen. Het is niet erg als er veel ligt of hangt, maar het voelt erg druk aan wanneer de winkelpresentatie en aankleding een rommeltje is. Met name consumenten die veel winkelen bij boetieks en waarde hechten aan contact met de verkoper kunnen zich groen en geel Zomercollectie 2015 dames, heren, kinderen,
ergeren aan een rommelige winkel. Paspoppen met
Primark
26 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
draagbare combinaties in de etalages en in de winkel worden door zowel vrouwen als mannen bekeken. De mannen doen dit voornamelijk zodat ze kunnen zien hoe het staat en gaan dan met hetzelfde naar huis. De vrouwen kijken er vooral naar voor inspiratie en of bepaalde kleuren of prints met elkaar kunnen worden gecombineerd.
4.3.
Stijlen
Zoals blijkt uit 4.2. koopgedrag en winkelbeleving zijn er al twee groepen te definiëren die beiden een totaal andere winkelbeleving willen ervaren. Dit geldt eveneens voor de verwachting van het uiterlijk van kleding. Zo willen tieners zeer trendy kleding, wat ze vinden bij fast fashion ketens, maar dit wordt door (Young) Professionals niet als trendy ervaren (eigen onderzoek: interviews).
In 2013 hebben Julia Brand en Maxime van Hulten onderzoek gedaan naar het koopgedrag van 290 Nederlandse consumenten in de leeftijd van 15 tot en met 32 jaar. Hieruit is gebleken dat een kleine 70% van de geënquêteerden een negatief punt van fast fashion vinden dat het niet uniek is. Fast fashion is in bulk geproduceerd en vaak verkrijgbaar in iedere stad, waardoor de kans groot is dat bekenden en onbekenden in hetzelfde kledingstuk gekleed zijn. Uit primaire gegevens blijkt dat kleding van fast fashion ketens vaak herkenbaar zijn door de gebruikte prints en dessins en hierdoor niet als speciaal en uniek worden gezien. Door tieners worden fast fashion ketens als zeer trendy ervaren, terwijl dit niet (meer) zo is volgens (Young) Professionals. Deze laatste groep vindt het juist trendy als iemand combineert en zijn eigen stijl laat zien, in plaats van de heersende stroming te volgen. Deze consumenten zijn zich wel bewust van het feit dat fast fashion door een grote groep consumenten Zomercollectie 2015 dames, People Tree
27 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
en door de merken zelf als trendy worden ervaren. De (Young) Professionals vonden dit een paar jaar geleden ook, maar zijn hier, zoals het door geïnterviewde VII is verwoord: ‘’Helemaal klaar mee’’. Zij vinden slow fashion merken modieuzer door de eigen stijl en manier van positioneren, de sfeer die het merk neerzet. De tieners vinden de kleding van slow fashion over het algemeen ‘saai’ en ‘voor
oudere mensen’, zij missen een herkenbare print of een model wat nu ‘in’ is, zoals een crop top. De overige consumenten willen wel graag kleding dragen van deze tijd, dus in een moderne kleur, print en model, maar dragen alleen de trend die bij hen past.
De belevingen van de (Young) Professionals is in lijn met resultaten van een consumentenonderzoek dat Bloomberg Business en Verdict (2013) hebben uitgevoerd. Hieruit blijkt dat Amerikanen en Britten steeds vaker het besluit nemen om voor tijdloze kleding te gaan en de modieuze fast fashion links te laten liggen. Dit kan een teken zijn dat de consumenten de mode industrie laten veranderen omtrent trends en consumeren.
4.4.
Materialen
De stoffen, fournituren en afwerkingen die gebruikt worden bij fast fashion en slow fashion verschillen vaak als dag en nacht, met name het handgevoel (eigen onderzoek: empirisch). Om dieper in te gaan op het materiaalgebruik bij fast fashion en slow fashion is hier secundair en primair onderzoek naar gedaan. Hieruit is gebleken dat katoen bij zowel fast fashion als slow fashion nog een veelgebruikt materiaal is, maar er biobased materialen in opkomst zijn. Biobased materialen zijn gemaakt van natuurlijke hulpbronnen. De consument heeft de beleving dat er bij slow fashion duurzame materialen worden gebruikt, maar dat dit niet altijd zo is bij fast fashion (eigen onderzoek: interviews).
Uit eigen onderzoek blijkt dat bij fast fashion veelvuldig gebruik wordt gemaakt van synthetische stoffen en materiaalmixen. Deze materialen zijn moeilijk tot niet te recyclen en laat staan afbreekbaar. Het handgevoel van de materialen bij slow fashion voelt vaak ruwer. Er zijn ook fijnere materialen wat een zachter uiterlijk heeft. Een veel gebruikt materiaal is biologisch katoen. Slow fashion merk Honest by maakt geen gebruik van dierlijke materialen zoals leer en bont. Er wordt alleen gewerkt met duurzame en afbreekbare materialen. Er zijn steeds nieuwe ontwikkelingen om zo duurzaam
28 Onderzoeksrapport: De beleving van Textiel gemaakt van bananenschil
fast
en
slow fashion
mogelijke stoffen te gebruiken, onder andere door recycling en gebruik van biobased materialen (A. Witte,2014. Zo is het mogelijk om textiel te maken van de bladeren van een ananas, Piñatex, wat het uiterlijk heeft van leer, en van de schil van bananen, te gebruiken voor jassen, rokken en broeken (R. McEachran, 2015). Deze ontwikkelingen zullen plaats blijven vinden zodat er steeds meer alternatieven zijn voor bijvoorbeeld katoen, want ook de productie van biologisch katoen is arbeidsintensief en verbruikt veel water. De drempel om gebruik te maken van biobased materialen is volgens Isabel de Schrijver momenteel hoog, maar bedrijven hebben wel interesse. Omdat veel bedrijven nog geen voordeel zien in het gebruik van deze materialen gaat de ontwikkeling niet snel. Dit komt omdat de eigenschappen van traditionele grondstoffen bekend zijn en de biobased materialen nog in een ontwikkelingsfase zijn (A. Witte, 2014). Een goed voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling is de samenwerking tussen fast fashion retailer H&M, luxe conglomeraat Kering en Worn Again. Worn Again is een organisatie die stoffen recyclen en constant bezig zijn met nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. Deze bedrijven gaan kledingstukken recyclen van de huidige eind gebruiker, waarbij de stof polyester en katoen worden gescheiden. Hierdoor kunnen er nieuwe garens van bestaande textiel worden gemaakt (J.M. Chua, 2015).
Volgens Peter Koppert is het een zeer belangrijke uitdaging om bedrijven af te laten stappen van de bekende materialen en ruimte te laten maken voor innovatie (A. Witte, 2014). Een voorbeeld
van
innovatie
zijn
de
programma’s
RAW
Sustainable en RAW for the oceans van G-Star. In het programma RAW Sustainable staat vezelinnovatie voorop, en bestaat uit drie lijnen: RAW Nettle, RAW Recycled en RAW Organic (G-Star RAW). De kleding voor RAW for the oceans wordt in samenwerking met Bionic Yarn en Parley ontwikkeld, deels gemaakt van plastic uit oceanen (RAW for the oceans). Door op deze manier textiel te ontwikkelen kan er worden gewerkt met bestaande afval, dit met voordeel
RAW for the oceans, zomer 2015 mannen
voor mens en milieu.
H&M is in 2013 begonnen met het inzamelen van gebruikte kleding om ze te recyclen. In dat jaar hebben Nederlandse consumenten 248.000 kilo kleding, vergelijkbaar met 50.000 T-shirts, ingeleverd. Hieruit blijkt dat consumenten bereid zijn om mee te werken aan verduurzaming van de kledingindustrie (A. Witte, 2014). Wel moet hier een kanttekening worden gemaakt in hoeverre de consument het voor de verduurzaming van de kledingsector doet en niet om de 15% korting op een nieuwe aankoop (H&M). Bovendien koopt de klant nieuwe kleding, wat mogelijk niet van de H&M Conscious collectie is, de collectie wat deels gemaakt is van de ingeleverde kleding.
29 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Uit primair onderzoek blijkt dat consumenten
consumenten
van fast fashion verwachten dat er niet veel
productieproces nooit helemaal goed kan zijn
aandacht
wanneer er in een korte tijd veel producten
wordt
materialen,
maar
gemakkelijkste
besteed dat
de
materialen
aan
duurzame
goedkoopste worden
en
van
mening
zijn
dat
het
moeten worden geproduceerd tegen relatief
gebruikt.
lage bedragen.
Daarbij geven zij aan dat de stof vaak erg dun is en dat de volume en de stretch er vaak na twee
Een kwart van de Nederlanders vindt een
wasbeurten uit zijn. Op een schaal van vier (zeer
negatief punt van fast fashion dat het niet
slecht), scoort het materiaalgebruik van fast
maatschappelijk verantwoord is geproduceerd
fashion een drie (slecht). De gewenste situatie is
(J.
wanneer het materiaalgebruik ‘’goed’’ is. Dat het
van
de
wordt
2013).
van toekomstige productiemogelijkheden. Het gaat om een goede balans tussen Profit, People
doen. Als zij iets kopen moet het goed zijn, niets goed
Hulten,
de huidige productie niet ten koste mag gaan
goed wordt, omdat zij geen concessies willen dan
van
sociale en ecologische verantwoording waarbij
geïnterviewde
consumenten wil dat de materiaalbeleving zeer
minder
M.
duurzaam mogelijk produceren, hierbij is er een
is gegaan en de stretch en textiel niet gaan 13%
en
Maatschappelijk verantwoord produceren is zo
materiaal de wasmachine uitkomt zoals het er in lubberen.
Brand
en Planet (M. Winnink, 2013). Ondanks deze
geaccepteerd.
waardering blijven consumenten fast fashion in
Momenteel vinden zij overigens het materiaal
grote getale kopen. Uit primaire gegevens is
zeer slecht, maar kopen toch fast fashion. De
geconstateerd dat 60% van de consumenten
materiaalbelevingen bij slow fashion zijn divers.
verwachten dat het productieproces bij slow
Zo beleeft 60% het als zeer goed en wil de
fashion momenteel goed is voor zowel mens als
overige 40% het wel als zeer goed ervaren, maar
milieu. Wel willen deze consumenten dat het
hebben zij deze beleving momenteel niet. Zij
productieproces zeer goed wordt, omdat zij
geven het materiaalgebruik momenteel een drie
vinden dat het anders geen slow fashion mag
(slecht) en een twee (voldoende). De consument
worden genoemd. Minder dan 10% denkt dat
denkt overigens niet dat de materialen die
het productieproces momenteel goed is en
gebruikt worden bij slow fashion biologisch
wenst ook dat dit goed blijft. Als reden wordt er
afbreekbaar en recyclebaar zijn, maar dat het
aangegeven dat er altijd wat te verbeteren moet
mens- en milieuvriendelijk is geproduceerd.
blijven en het niet realistisch is als de gewenste situatie zeer goed moet worden. De overige 33%
4.5.
heeft de beleving dat het productieproces
Productieproces
momenteel al zeer goed is en er niets kan
Veel modebedrijven zijn de laatste jaren negatief in
het
nieuws
geweest
met
branden
worden verbeterd. Het blijkt dat consumenten
en
een link leggen tussen de verkoopprijs en het
instortingen in productiefabrieken in Azië. Deze
productieproces en de arbeidsomstandigheden
betrokken modebedrijven werkten, en werken,
(F. van de Velde, 2015 / eigen onderzoek:
met het fast fashion principe. Ondanks de
interviews en empirisch). Hoe goedkoper het
berichten kopen consumenten nog steeds bij
artikel, hoe slechter het productieproces en de
deze bedrijven. Uit primaire gegevens blijkt dat
arbeidsomstandigheden zijn.
30 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
4.6.
Kwaliteit
kunnen zorgen van betaalbare modieuze kleding
Herhaaldelijk wordt fast fashion met goedkope
naar betaalbare tijdloze kleding en is de kans
maar kwalitatief slechte mode geassocieerd.
reëel dat het overwaait naar Nederland.
Om te concluderen of de consument de kwaliteit
Uit kwalitatief onderzoek is gebleken dat de
van fast fashion werkelijk slecht vindt en of slow
Nederlandse consumenten het materiaalgebruik
fashion daarin tegen als ‘goed’ wordt beleefd is
bij fast fashion vaak op het eerste oog goed
er gebruik gemaakt van secundair en primair
vinden. Wanneer het kledingstuk is gedragen en
onderzoek. Uit secundaire gegevens blijkt dat in andere
Westerse
trendverschuiving
van
landen trendy
al
een
naar
tijdloze
gewassen, is de kwaliteit van de stof een stuk minder geworden. Het is gaan pillen of de kleur is minder helder dan voorheen. Opmerkelijk is
kleding plaatsvindt.
dat tieners de kwaliteit bij fast fashion niet van belang vinden. Zij dragen de kleding voor een
Slow fashion kopers hebben in tegenstelling tot
korte periode, omdat ze er toch op uitgekeken
fast fashion kopers vaak een emotionele band
raken en dan iets anders willen hebben. Bij slow
met het kledingstuk, omdat zij zich door de zorg
fashion hebben de consumenten het gevoel dat
en aandacht verbonden voelen met het product
het materiaalgebruik en handgevoel kwalitatief
(M.Z. Watson en R.N. Yan, 2013). 60% van de
beter is, omdat de stoffen vaak dikker en steviger
Nederlanders vindt dat de kwaliteit van fast
zijn en de ritsen soepeler lopen. Op een schaal
fashion
slecht
is
en
draagt
deze
kleding
maximaal één jaar. Slow fashion wordt door de
‘’Bij fast fashion gaat het mij om het uiterlijk, niet om de kwaliteit’’
emotionele band langer bewaard en gedragen. Toch verwachten consumenten dat over vijf tot
Anoniem, geïnterviewde VII
tien jaar fast fashion nog steeds gewild is zoals het nu bestaat: trendy kleding consumeren voor goedkope prijzen waarbij kwaliteit niet belangrijk
van vier (waarbij vier zeer slecht is) wordt de
is. Op een schaal van tien wordt er slechts een
huidige kwaliteitsbeleving een drie (slecht) en
4.6 gescoord dat er behoefte is aan kwalitatieve
een
twee
(voldoende)
bevonden.
en duurzame kleding (J. Brand en M. van Hulten, 2013:98/97).
4.7.
Verkoopprijzen
Een ander beeld schetst het onderzoek van
De
Bloomberg Business en Verdict. Hieruit blijkt dat
hoogstwaarschijnlijk mede te danken door de
er in de Verenigde Staten en het Verenigd
relatief
Koninkrijk een omslagpunt aan het ontstaan is.
consument over het algemeen in de positie zit
De consumenten maken een weldoordacht
om regelmatig nieuwe kleding te kopen. Uit
besluit en zijn opzoek naar een betere prijs –
onderzoek is gebleken dat de consument bereid
kwaliteit verhouding, waarbij er vaker wordt
is om meer te betalen voor slow fashion in
gekozen voor tijdloze kleding met een lange
verhouding tot fast fashion, zolang de zekerheid
levensduur dan trendy kleding met een korte
omtrent
levensduur. Deze manier van besluitvorming en
milieuvriendelijkheid en kwaliteit er is. Zowel uit
koopgedrag zou voor een trendverschuiving
secundair als primair onderzoek is vastgesteld
populariteit lage
van
fast
verkoopprijzen,
goede
fashion waardoor
fast
en
de
arbeidsomstandigheden,
31 Onderzoeksrapport: De beleving van
is
slow fashion
Zara damescollectie zomer 2015
dat fast fashion als vanzelfsprekend met goedkoop wordt geassocieerd (M. Z. Watson en R.N. Yan, 2013). Het merendeel van de geïnterviewde consumenten heeft de beleving dat fast fashion een prijsrange heeft van 5,80 euro tot 63 euro. Volgens kwantitatieve resultaten uit het onderzoek van Julia Brand en Maxime van Hulten (2013) blijkt dat Nederlandse consumenten voor een 7.5 op een schaal van 10 fast fashion koopt, omdat het trendy is, de collecties snel wisselen en om de lage prijzen. Als de verkoopprijzen niet laag zijn, zal de consument over het algemeen ook minder vaak nieuwe kleding kunnen kopen.
Uit primair onderzoek blijkt dat slow fashion het imago heeft om duur te zijn. Zo hebben de consumenten de beleving dat de prijsrange van 33,96 euro tot 312,09 euro is. Dit is bijna vijf keer zoveel als de prijsbeleving van fast fashion. De gewenste prijsrange bij slow fashion is 24,79 euro tot en met 150 euro, dit is bijna 2,5 keer zoveel als de gewenste prijsrange van fast fashion. De consumenten zijn bereid om meer te betalen voor duurzame kleding, maar dan moet dit wel nadrukkelijk vermeld zijn. Dit lijkt tegenstrijdig met het gegeven wat Centexbel opmerkt, namelijk dat een label in het kledingstuk waarop vermeld staat dat het van biobased materialen is gemaakt, er niet automatisch voor zorgt dat de consument bereid is meer te betalen dan voor reguliere kleding (A. Witte, 2014). Toch komen de gegevens overeen. De geïnterviewde consumenten uit het primair onderzoek staan namelijk niet te springen om meer geld uit te geven. Dit zijn zij alleen bereid wanneer zij weten dat het duurzaam is geproduceerd, waarvan de ontwikkeling milieu- en mensvriendelijk plaats heeft gevonden en het kledingstuk lang mee gaat.
Het NSDO heeft onderzocht voor welke onderdelen Nederlandse consumenten bereid zijn extra te betalen. De onderdelen die zijn meegenomen, waren: Niet gemaakt door kinderen; Eerlijke beloning
voor het werk; Veilige werkomstandigheden; Zo laag mogelijke milieubelasting; Lid van een vakbond. Hieruit blijkt dat het merendeel van de consumenten, namelijk 77%, bereid zijn extra te betalen indien de kleding niet is gemaakt door kinderen. Hiervan is 37% bereid om vijf euro meer te betalen voor een broek met een originele prijs van 50 euro, 13% wil niets extra betalen en 10% is bereid om voor deze broek 75 euro te betalen. 68% van de Nederlandse consumenten is bereid iets extra te betalen, indien er zo min mogelijk schade wordt toegebracht aan het milieu. Hiervan is bijna de helft bereid om vijf euro meer te betalen. Uit dit onderzoek blijkt verder dat over het algemeen de hoger opgeleiden, vrouwen en 55 plussers bereid zijn meer te betalen (Boonstoppel, E & Carabain, C.L., 2013).
4.8.
Modegevoel
Zoals in het theoretisch kader is vermeld, is het principe van fast fashion dat het doorgaans trendy kleding is. Maar welke modebeleving hebben de consumenten bij fast fashion en slow fashion? Tijdens de interviews zijn acht fast fashion en slow fashion merken uitgelicht, waaruit blijkt dat het modegevoel per merk door consumenten verschillend wordt ervaren. Fast fashion merken zijn qua modegevoel niet identiek en dit is idem voor slow fashion merken.
33 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Uit het onderzoek van de Amerikaanse Maegan
Uit
primair
onderzoek
blijkt
dat
er
geen
Zarley Watson en Ruoh-Nan (2013) en uit
standaard belevingen zijn tussen de principes
primaire gegevens blijkt dat fast fashion kopers
fast fashion en slow fashion. Om deze redenen
zichzelf zien als een trendy persoon met een
zijn er verschillende consumentgroepen bij fast
modieus uiterlijk. Slow fashion kopers zien
fashion en slow fashion.
zichzelf niet als trendy, maar hebben eerder een tijdloze
kledingstijl.
onderzoek
zijn
Tijdens er
geen
het
kwalitatief
4.8.1.
consumenten
Fast fashion
Ondanks het feit dat fast fashion het imago heeft
geïnterviewd die alleen slow fashion kopen,
om
maar een enkeling is hier wel toe bereid. Tijdens
zeer
trendy
te
zijn,
zijn
de
meeste
consumenten het hier niet mee eens. De fast
het interview zijn er vier fast fashion en vier slow
fashion merken worden door drie groepen
fashion uitgelicht. De fast fashion merken zijn;
consumenten anders ervaren.
C&A, H&M, Primark en Zara. De slow fashion merken zijn; Cora Kemperman, Honest by,
Tieners
4.8.1.1.
Monique van Heist en People Tree. Er bestaan
De eerste fast fashion groep zijn tieners. Zij
meerdere fast fashion en slow fashion merken,
beleven alle behandelde fast fashion merken als
maar om het interview zo diepgaand mogelijk te
zeer modieus (zie bijlage 2: Diagram 5).
kunnen behandelen is er voor een divers
Jongeren en vijftigplussers
4.8.1.2.
merkenaanbod gekozen. De meest behandelde als
De tweede groep zijn consumenten die de fast
vrouwenkleding, een aantal heeft eveneens
fashion merken juist heel functioneel vinden met
kinderkleding. Bovendien is de selectie gemaakt
uitzondering van Zara. Dit is het enigste fast
op een diversiteit in prijsrange, waardoor de
fashion merk wat zij als zeer modieus ervaren.
consument niet een eenzijdig prijsbeeld krijgt.
De mensen in deze groep hebben geen
De consument is gevraagd om de acht merken
persoonlijke overeenkomsten. Het zijn zowel
in een tabel te plaatsen waarbij er drie assen zijn
jongeren als vijftigplussers, maar zij kopen
(zie bijlage 1: Interviewlijst). Hierbij werd om de
allemaal spontaan nieuwe kleding (zie bijlage 2:
merken
hebben
zowel
mannen-
Diagram 6).
beleving gevraagd die de consument bij het merk heeft, en niet wat andere mensen volgens
De Young Professionals ervaren fast fashion als
assen zijn Functionaliteit, Merken en Mode. De eerste
as
Functionaliteit
gaat
om
Young Professionals
4.8.1.3.
de geïnterviewde van het merk vinden. De drie
een
de
middenmoter
tussen
functioneel
en
modieus, met uitzondering van Primark. Dit merk
functionaliteit van de kleding, denk bijvoorbeeld
wordt als zeer modieus ervaren (zie bijlage 2:
aan een motorhandschoen die alleen tijdens het
Diagram 7).
motorrijden wordt gedragen met als functie bescherming. De tweede as Merken gaat om de
4.8.2.
levensstijl en het imago dat de kleding wil
Slow fashion
overbrengen, zoals bijvoorbeeld de kleding van
Na het analyseren van de belevingen van slow
Lonsdale. De laatste as Mode gaat om het
fashion zijn er vier slow fashion groepen
modegevoel, of de kleding heel trendy is.
ontstaan.
34 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Jongeren en vijftigplussers
4.8.2.1.
Young Professionals en vinden niet één merk
Jongeren en vijftigplussers beleven hetzelfde bij
modieus. Cora Kemperman wordt door het
slow fashion merken. Namelijk dat het een
kleurgebruik als een lifestyle merk ervaren en
imago wil uitstralen en het niet meegaat met de
Monique van Heist is een middenmoter tussen
heersende trends. Dit is de grootste groep
functionaliteit en mode (zie bijlage 2: diagram
consumenten en is groep 4 (zie bijlage 2:
11).
Diagram 8).
De
4.9. Algemene beleving fast vs. slow fashion
Mannelijke Young Professionals
4.8.2.2. vijfde
groep
Professionals,
deze
zijn
mannelijke
consumenten
Uit
(Young) zijn
consumenten
pas
onderzoek vaak
is
een
gebleken voorstander
dat óf
tegenstander zijn van het fast fashion principe.
afgestudeerd, enkele jaren werkzaam en hebben
Zo zijn tieners een groot voorstander van fast
zich gesetteld. Zij beleven alle behandelde slow
fashion omdat het volgens hun trendy en
fashion merken als modieus, met uitzondering
goedkoop is. Consumenten die bewuster zijn
van People Tree, wat zij meer een lifystyle merk
over de totstandkoming van producten hechten
vinden. Ondanks dat deze groep consumenten
waarde aan goede arbeidsomstandigheden,
vinden dat zijzelf een trendy kledingstijl hebben,
maar geven aan het niet te kunnen controleren
zullen zij nooit deze merken kopen omdat het te
of het product ook daadwerkelijk duurzaam en
apart is. Toch beleven zij deze drie merken als
eerlijk is gemaakt. Het is niet bekend wat goed
modieus, doordat het materiaal- en kleurgebruik
en slecht is. 86% van de consumenten die mee
als trendy wordt ervaren (zie bijlage 2: Diagram
hebben gewerkt aan het kwalitatief onderzoek
9).
zijn namelijk niet bereid om op zoek te gaan naar slow fashion. Slechts de helft van de
Young Professionals
4.8.2.3. De
primair
zesde
groep
zijn
de
respondenten zal slow fashion kiezen indien de
uitgesproken
keus is tussen een fast fashion en slow fashion
consumenten die uiterlijk belangrijk vinden en
kledingstuk. De andere helft kiest voor het
regelmatig kleding kopen van designmerken als
kledingstuk wat hij/zij het mooiste vindt. Een
Hugo Boss, Ready to Fish en COS. Zij hebben
veelgehoorde mening over fast fashion is, zoals
een zeer diverse beleving bij de slow fashion
Rebecca Breuer (2015) dit heeft vermeld in de
merken. Honest by is het modieust. Dit komt
Fashion United: goedkoop, vervuild, weinig
door de uitstraling en manier van fotograferen.
expressief en onethisch. Een ander geluid tijdens
People Tree vinden ze commercieel en zij
de interviews en empirisch onderzoek was dat
verwachten dat dit door veel mensen wordt
alle kledingbedrijven, zowel fast fashion als slow
gekocht. Door het donker kleurgebruik en wijde
fashion, allemaal hetzelfde opereren en het ’één
designs van Cora Kemperman beleven ze dit
pot nat is’. Als bedrijven aangeven dat de kleding
merk als een lifestyle (zie bijlage 2: Diagram 10). 4.8.2.4.
is
geproduceerd
onder
goede
arbeidsomstandigheden, hoeft dit niet zo te zijn.
Vrouwelijke Young Professionals
De zevende groep heeft een zeer eigen mening
De consumenten hebben het gevoel dat dit
en zo ook over de beleving van de slow fashion
wordt
merken. Deze consumenten zijn vrouwelijke
consumenten vinden het een goede vooruitgang
vermeld
als
marketingactie.
35 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Alle
als de levenscyclus van het product circulair en mens- en milieuvriendelijk is. Het gegeven dat consumenten niet weten waar ze op moeten letten bij slow fashion, wordt eveneens uit het onderzoek van NCDO bevestigd. Als consumenten weten waar zij op moeten letten gaat meer dan de helft van de respondenten hier naar handelen.
De consumenten die zijn geïnterviewd voor het primair onderzoek hebben nog nooit bewust slow fashion merken gekocht, maar diegene die hier wel open voor staan zijn zich bewust van de gevolgen zoals die in de media zijn weergegeven. Desondanks kopen deze consumenten momenteel kleding waarvan zij het idee hebben dat het lang mee gaat, maar houden zij geen rekening met de gevolgen voor mens- en milieu. Het is voor de consument moeilijk om dit te controleren, omdat zij geen idee hebben waar ze op moeten letten. Daarbij is het aanbod van slow fashion momenteel nihil en alleen te vinden bij selectieve winkels. Indien slow fashion bij meerdere winkels verkocht wordt en er een bredere keuze is, is de kans zeer aanwezig dat consumenten vaker slow fashion kopen, omdat zij er mee in aanraking komen. Hierdoor kan hetzelfde proces ontstaan als bij eerlijke en milieuvriendelijk geproduceerde levensmiddelen, zoals Fairtrade (Boonstoppel, E & Carabain, C.L., 2013).
4.10.
Conclusie
De belevingen die consumenten bij fast fashion en slow fashion hebben is vastgesteld door secundair en primaire gegevens, bestaande uit kwalitatief en empirisch onderzoek. Er is geen standaard beleving bij fast fashion en slow fashion. Fast fashion wordt door tieners, net zoals zij zichzelf zien, als modieus beleeft. Deze kleding wordt mede door de sociale beleving impulsief gekocht. Deze consumenten gaan voor trendy kleding en het mag voor een korte periode meegaan. Zij hebben het liefst zoveel mogelijk producten voor een zo laag mogelijk bedrag en wensen dat dit in de nabije toekomst zo blijft. (Young) Professionals vinden slow fashion modieuzer dan fast fashion, omdat het een eigen stijl heeft. Met uitzondering van de tieners, kopen alle consumenten steeds vaker tijdloze kleding in plaats van zeer trendy kleding. De tieners vinden de slow fashion merken juist ‘saai’ en ‘voor oudere mensen’. Bij zowel fast fashion als slow fashion winkels willen de consumenten een semi- zelfservice ervaren, waarbij de winkel er verzorgt uitziet.
Het merendeel van de consumenten wil de beleving hebben dat het materiaalgebruik bij slow fashion zeer goed is. De consumenten hebben niet de beleving dat de gebruikte materialen bij zowel fast fashion als slow fashion biologisch afbreekbaar zijn, maar vinden het een goede vooruitgang als de levenscyclus circulair is, zeker bij slow fashion aangezien dit een belangrijk onderdeel is. Consumenten zijn bereid om maximaal 25 euro extra te betalen voor een broek van 50 euro, indien zij weten dat het product 100% duurzaam is. 86% van de consumenten zijn niet bereid om opzoek te gaan naar slow fashion, maar moet het te koop zijn in de buurt waar ze normaal ook kleding kopen. De helft van de consumenten zal voor slow fashion kiezen, indien de keus is tussen een fast fashion
36 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
artikel en een slow fashion artikel. Consumenten weten niet waar ze op moeten letten of een product ook daadwerkelijk slow is en vinden het om deze reden belangrijk dat het duidelijk vermeld staat wat er duurzaam verantwoord is aan het product.
De verwachtingen omtrent productieproces komen overeen met de verwachte kwaliteit van het product. De kwaliteit van fast fashion wordt als slecht beleeft en slow fashion wordt als kwalitatief goed beleeft en verwacht. In de toekomst blijft fast fashion belangrijk omdat er interesse blijft in nieuwe producten waarbij de herkomst niet van belang is. Overigens is er in 2025 wel meer interesse in duurzame producten dan dat dit momenteel is. Tieners hebben over het algemeen geen interesse of de productie duurzaam is.
37 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
5. DOELGROEPSELECTIE. 5.1.
Introductie
Uit primair en secundair onderzoek is gebleken dat consumenten verschillende belevingen hebben bij fast fashion en slow fashion. Om een overzicht te hebben welk type consument interesse heeft in fast fashion en slow fashion kledingmerken, is er een psychoanalytisch marktonderzoek verricht. Hiervoor is gebruik gemaakt van een Brand Strategy Research model. Hierbij zijn er vier consumentgroepen en belevingswerelden.
5.2. Consumentgroepen en belevingswerelden Om te bepalen of fast fashion en slow fashion merken binnen één belevingswereld en consumentgroep
thuis
horen,
is
er
gebruik
gemaakt
van
het
sociaal-psychologisch
segmentatiemodel Brand Strategy Research (BSR). Door gebruik te maken van dit model worden vier belevingswerelden in kaart gebracht: Rood; Geel; Blauw en Groen. Bij iedere belevingswereld hoort één consumentgroep. De vier consumentgroepen zijn; Vitaliteit; Harmonie; Controle en
Bescherming. In onderstaand tabel zijn deze consumentgroepen en belevingswerelden toegelicht. Iedere consument kan in meerdere groepen vallen, maar er is vaak één groep waar de consument het meest affiniteit mee heeft (M. Wolters et al, 2007). Consumentgroep
Belevingswereld
Vitaliteit.
Rood.
Individualistisch, open, intelligent,
Heeft een losse en actieve manier van
eigenzinnig en zelfbewust. Is een early
leven. Culturele en persoonlijke
adopter.
ontwikkelingen zijn belangrijk. Heeft een vrije geest en hecht veel waarde aan vrijheid en onafhankelijkheid.
Harmonie.
Geel.
Openstellende en coöperatieve houding,
Hecht veel waarde aan goede en gezellige
samenwerkingsgericht, groepsgericht naar
contacten, zowel in de woonomgeving als
de samenleving, extraverte instelling,
op het werk. Voelt zich betrokken bij
harmonie en evenwicht.
anderen en is altijd bereid om een ander te helpen.
38 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Controle.
Blauw.
Sterk individualistisch, manifestatief,
Deze mensen zijn carrièregericht waarbij
controle, macht, ambitieus, assertief en
presteren centraal staat in het leven. Houdt
bedachtzaam,
van luxe en is gevoelig voor status. Succes mag getoond worden.
Bescherming.
Groen.
Groepsgericht naar de familie of buurt
‘’Doe maar normaal, dan doe je al gek
(clan), kalm, rustig, serieus, privacy is erg
genoeg’’, leidt een rustig leven wat zich
belangrijk, wars van toeters en bellen.
vooral binnen een kleine kring van een familie, vrienden en buren begeeft. De wereld is wat dat betreft klein.
5.3. Merkenmatrix In de merkenmatrix (figuur 3) zijn naast fast fashion en slow fashion merken eveneens conventionele merken verwerkt. Op deze manier wordt er een totaalbeeld geschetst van de kledingmerken bij de betreffende belevingswereld. Het BSR is een matrix bestaande uit de horizontale, sociologische, as
egocentrisch – sociaal en de verticale, psychologische, as uitleven – onderdrukken. In onderstaand merkenmatrix verwijzen de kleurvlakken naar de belevingswereld zoals toegelicht in 5.2. Consumentgroepen en belevingswerelden.
Figuur 3: Merkenmatrix consumentgroepen en belevingswerelden.
39 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Uit de merkenmatrix is af te lezen dat het merendeel van de commerciële en gangbare merken in de gele en groene belevingswerelden zijn gepositioneerd. Dit komt door het feit dat de uitstraling en gevoel van de kleding en positionering van deze merken niet heel uitgesproken is en meegaat met de heersende trends. Dit zijn de meer algemeen sociaal wenselijke merken. De typische belevingswereld van Nederlandse consumenten is de gele wereld. Het merendeel van de Nederlandse consumenten leven en passen binnen de consumentgroepen Harmonie (J. Linssen, 2007). Daarbij blijkt uit de gehouden interviews en empirisch onderzoek dat consumenten eveneens de merken binnen de sociale belevingswerelden veelvuldig kopen. De kleding is veelal introvert tot middel extravert. Slow fashion merken zitten in verschillende belevingswerelden, waardoor ook slow fashion niet tot één belevingswereld hoort. Slow fashion heeft meer diversiteit in belevingswerelden. De verwachting is dat dit komt doordat het veelal een eigenheid heeft, wat niet door de grootste groep consumenten wordt gedragen. Wel is er momenteel weinig aanbod van slow fashion.
5.4.
Consumentgroepen en belevingswerelden
Het is niet opmerkelijk dat er in de blauwe belevingswereld weinig fast fashion merken zijn gepositioneerd, aangezien deze consumenten gek zijn op luxe producten. Doorgaans willen zij graag hun succes tonen wat zij doen door middel van hun houding, uiterlijk en luxe producten. De verwachting is dat zij alledaagse kleding voor de brede middenklasse niet aantrekkelijk vinden. Consumenten in de rode belevingswereld zijn extravert en creatief, waardoor zij ook uitgesprokener kleding willen dragen. De harmonieuze consumenten van de gele belevingswereld zijn erg groepsgericht, waardoor zij zich kleden zoals gebruikelijk in de samenleving maar ze hebben een extravert kleedgedrag. In de groene belevingswereld zijn de mensen introvert en dit is terug te zien in hun kleedgedrag. De kleding die zij veelal dragen zijn algemeen geaccepteerd.
5.5.
Conclusie
De consumentgroepen en belevingswerelden zijn door middel van secundair onderzoek vastgesteld. Zowel fast fashion als slow fashion merken zijn in het algemeenheid niet in één belevingswereld en één consumentengroep te plaatsen. Er zijn verschillende soorten merken en vier verschillende belevingswerelden die passen bij verschillende type consumenten. De consumenten hebben dezelfde belevingswereld als de kledingmerken die zij kopen. Het merendeel van de fast fashion merken zijn sociaal gericht. Dit komt omdat deze merken op de algemeen sociaal wenselijke kledingmarkt richten en daar waar zij de grootste groep consumenten bereiken. De kleding van deze merken zijn veelal introvert tot middel extravert. Slow fashion heeft meer diversiteit in belevingswerelden. De verwachting is dat dit komt doordat het veelal een eigenheid heeft, wat niet door de grootste groep consumenten wordt gedragen. Wel is er minder keus in slow fashion dan in fast fashion.
40 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
6. CONCLUSIE EN DISCUSSIE. 6.1.
Introductie
In dit laatste hoofdstuk van het onderzoeksrapport worden de deelvragen beantwoordt. Naar aanleiding van de resultaten wordt er antwoord gegeven op de doelstelling en probleemstelling zoals geformuleerd in de inleiding. In de conclusie wordt de centrale vraag beantwoordt. Daarnaast worden de beperkingen die het onderzoek had, toegelicht.
6.2.
Beantwoording deelvragen
De deelvragen die de centrale vraag en de probleemstelling beantwoorden, zijn in de volgende subparagrafen toegelicht. Deelvragen twee en drie zijn gecombineerd, zodat de huidige en gewenste belevingen overzichtelijk in één tabel zijn verwerkt.
6.2.1.
Wat zijn fast fashion en slow fashion en hoe is het ontstaan?
Principe
Wat is het
Hoe is het ontstaan
Fast fashion
Mode met een snelle doorlooptijd
Door
tegen relatief lage verkoopprijzen.
globalisatie
de
industriële en
behoefte
revolutie, van
de
consument.
Slow fashion
Mode dat zo duurzaam, en milieu-
Als tegenreactie op de wegwerp-
en mensvriendelijk is ontworpen,
maatschappij en in navolging van de
ontwikkeld en gebruikt. Hierbij is er
Slow Food Movement.
sprake
van
een
circulaire
levenscyclus. 6.2.2.
Hoe beleeft de Nederlandse consument de kwaliteit (levensduur), verkoopprijzen,
materialen en productie van fast fashion en slow fashion en wat is de gewenste verwachting?
Onderdeel
Fast fashion
Slow fashion
Beleving kwaliteit
Slecht, gaat maximaal één jaar
Goed. Gaat jarenlang mee, en de
mee. Na twee wasbeurten is de
materialen
kwaliteit van het materiaal gaan
kleuren blijven helder.
blijven
goed
pillen of de kleur is minder helder.
41 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
en
de
Gewenste
Kwaliteit
is
niet
belangrijk.
Zij
Het
kledingstuk
moet
verwachting
hebben dezelfde verwachting als
meegaan,
kwaliteit
wat ze momenteel beleven.
hetzelfde is als de huidige beleving.
Beleving
Goedkoop, met een gemiddelde
Duur,
verkoopprijzen
prijsrange van 5,80 euro – 63 euro.
prijsrange van 33,96 euro – 312,09
waarbij
met
jarenlang
de
een
kwaliteit
gemiddelde
euro. Gewenste
Laag geprijsd, met een gemiddelde
Betaalbaar, met een gemiddelde
verwachting
prijsrange van 10 euro – 60 euro.
prijsrange van 24,79 euro – 150 euro.
verkoopprijzen Beleving materialen
Synthetische
stoffen
en
Mens-
en
milieuvriendelijk
materiaalmixen. Goedkoopste en
geproduceerd.
gemakkelijkste materialen.
natuurlijk aan.
Gewenste
Goed, dat de stretch en kleur na
Zeer
verwachting
een wasbeurt blijft zoals het was.
afbreekbaar is.
Slecht, er is geen aandacht voor
Goed / zeer goed, waarbij er zeer
het milieu en de gevolgen voor
veel aandacht wordt besteed aan
mensen.
milieu en mens.
Gewenste
Zeer goed, maar de consumenten
Zeer goed, het totale proces moet
verwachting
zijn er van overtuigd dat dit niet kan
100% verantwoord zijn.
productie
als
goed,
Materialen
waarbij
het
voelen
ook
materialen Beleving productie
de
verkoopprijzen
niet
veranderen.
6.2.3.
Hoe dragen alle belevingen bij aan de algehele beleving die de Nederlandse consument
bij fast fashion en slow fashion heeft?
Algehele beleving
Fast fashion
Slow fashion
Goedkope kleding van een slechte
Exclusieve kleding van een goede
kwaliteit.
kwaliteit en prijzig.
42 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
6.2.4.
Welke belevingen zijn belangrijk bij de besluitvorming tot aankoop van fast fashion en
slow fashion?
Fast fashion de
Slow fashion
Besluitvorming tot
Alleen
verkoopprijs
en
het
aankoop
uiterlijk van het kledingstuk zijn
Alle belevingen zijn belangrijk.
belangrijk. 6.3.
Conclusie
In totaal zijn er zeven consumentgroepen die dezelfde beleving hebben bij fast fashion of slow fashion. Deze groepen zijn in onderstaande tabellen toegelicht.
Fast fashion
Beleving
Groep 1: Tieners
Fast fashion is zeer modieus.
Groep 2: Jongeren
Fast fashion is functioneel.
en vijftigplussers Groep 3: Young
Fast fashion is een middenmoter tussen functioneel en modieus.
Professionals
Slow fashion
Beleving
Groep 4: Jongeren
Slow fashion gaat niet mee met de heersende trends en wil een imago
en vijftigplussers
uitstralen, een levensstijl.
Groep 5: Mannelijke
Slow fashion wordt door de niet hedendaagse kledingstijlen en
Young Professionals
materiaalgebruik als modieus beschouwd.
Groep 6: Young
Beleven slow fashion zeer divers en ervaren ieder merk afzonderlijk.
Professionals Groep 7: Vrouwelijke
Vinden slow fashion een levensstijl uitstralen en een combinatie tussen
Young Professionals
functioneel en modieus.
6.4.
Discussie
In het kwalitatief onderzoek zijn acht merken uitgelicht die de consumenten niet allemaal kenden. Enkele merken, zoals Honest By en Monique van Heist, werden beoordeeld tijdens de eerste kennismaking. Daarentegen kennen consumenten andere merken al vele jaren, waardoor er een vertekend beeld kan zijn ontstaan. Bij zowel fast fashion als slow fashion merken is er een zo breed mogelijk beeld neergezet, zodat de consument een breed aanbod zag.
43 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
7. LITERATUURLIJST.
B
geraadpleegd
Black, S (2008): Black, S 2008, ‘The Fashion
via
Paradox’, in Raven Smith (ed.), Eco-chic the Fashion
http://www.fashionunited.nl/nieuws/Columns/Slow_fashi
Paradox, Black Dog Publishing Limited, London, pp. 14
on_vs_fast_fashion_2013012538258/
Boonstoppel,
E
&
Carabain,
C.L
(2013):
Nederlanders & de kledingindustrie in Bangladesh,
van fast fashion: pp. 97. (2015):
Dode
mode?,
https://fashionunited.nl/nieuws/mode/dode-
product/index.htm, geraadpleegd op 2 april 2015.
H
CBI 2012 : GIA (2012), ‘CBI Product Factsheet
Fast Fashion in the Netherlands’, CBI.
Chua, Malik, J (2015): H&M, Kering, Worn Again
tussen de seksen in de fysieke winkel en hoe zij dit
http://www.ecouterre.com/hm-kering-team-up-to-close-
beleven (scriptie), Bijlage 1: Interview Mike van Hattum,
the-loop-on-textile-recycling/, geraadpleegd op 2 april
Retail
2015.
Men
At
Work,
Hogeschool
van
H&M: Laat fashion geen vuilnis worden,
http://www.hm.com/nl/longlivefashion, geraadpleegd op 2 april 2015.
Davelaar, G.J. en Ommeren, van M (2010) : Geert
Jan Davelaar & Mariam van Ommeren (2010), ‘Studenten
J
Projecten’, Fair fashion, April 2010, pp. 7-8.
E
J. Brand en M. van Hulten (2013) : Houdbaarheid
fast fashion: Is er nog toekomst? (scriptie), European Fashion Business School, pp. 102.
Erich, M (2013) : Sectorvisie Fashion: Fashion
2025 – Trendvolgend of trendsettend, ING Economisch
L
Bureau, pp. 9 / pp.20 / pp. 22.
F
Manager
Amsterdam, Fashion & Management
D
Hattum, van M (2012) : Evie Zwinkels, Een
onderzoek naar het verschil in winkel, en aankoopgedrag
Team Up to Close the Loop on Textile Recycling ,
https://www.g-
star.com/nl_nl/corporate/responsibility/sustainable-
C
Slow fashion,
G-Star RAW, G-Star RAW Responsibility: RAW
Sustainable,
mode/2015031923250, geraadpleegd op 23 maart 2015.
:
G
Brand, J en Hulten, van M (2013): Houdbaarheid R
(2007)
2015.
geraadpleegd op 3 april 2015.
Breuer,
Kate
269245/slow_fashion.html, geraadpleegd op 5 maart
t%20Nederlanders%20en%20Bangladesh.pdf, mei 2013,
Dr.
http://www.theecologist.org/green_green_living/clothing/
NCDO,via:http://www.ncdo.nl/sites/default/files/Factshee
Fletcher,
Linssen, J (2007): Brand Strategy Research
nader belicht, http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2007/ september/brand-strategy-research-nader-belicht.html, geraadpleegd 25 mei 2015.
Fashion United, Fast vs slow fashion, nr. 1, 2013,
44 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
M
http://www.slowfashioned.com/about (geraadpleegd op 5 maart 2015.
McEachran, R (2015): Forget about cotton, we
could be making textiles from banana and pineapple, The Guardian:
Guardian
sustainable
Slowfood (2012) : Meest gestelde vragen,
http://www.slowfood.nl/index.php?page=171,
business,
geraadpleegd op 5 maart 2015.
http://www.theguardian.com/sustainable-
business/sustainable-fashion-
Smolenaers,
P
(2012):
Evie Zwinkels,
Een
onderzoek naar het verschil in winkel, en aankoopgedrag
blog/2015/mar/03/wearable-pineapple-banana-fruit-
tussen de seksen in de fysieke winkel en hoe zij dit
fashion-material, geraadpleegd op 26 maart 2015.
: What is slow fashion?,
Slowfashioned
beleven (scriptie), Bijlage 2: Interview Peter Smolenaers,
Morgan and Birtwistle (2009), uit: Watson, M.Z.
Buyer B32 Groep, Hogeschool van Amsterdam, Fashion &
en Yan, R.N. (2013), An exploratory study of the decision
Management.
processes of fast versus slow fashion consumers, journal of Fashion Marketing and Management 17 (2), pp. 155.
Fashion, Slow fashion’, Fashion United, geraadpleegd op
Wolters, M., Reitsma D., Lamme A., Hop B.,
14 februari 2015.
Reitsma, E.J. (2007): HBDI vs. BSR: Een kritische
vergelijking
van
SmartAgent
twee
segmentatiemodellen,
Company,
pp.
T
The
9,
via:
http://www.smartagent.nl/downloads/pdf/Artikel%20Bele
vingssegmentatie%20v3%20def%201%20_2_.pdf,
De
waarde
van
K
Interview
(2015),
www.mirandawrites.nl,
Miranda
Kiki
Writes
(voor
recycled
ocean
weten
over
herkomst
van
zijn-kleren-1749949W/?masterpageid=158493,
kleren,
20
april
2015. Geraadpleegd op 21 april 2015.
W
RAW for the oceans, RAW FOR THE OCEANS,
from
magazine,
moet-klant-met-schuldgevoel-weten-over-herkomst-van-
LINK
R Denim
chain
http://www.elsevier.nl/Economie/achtergrond/2015/4/Dit-
Niesten,
Magazine, nr. 1 – 2015), geraadpleegd op 16 maart 2013.
Supply
Velde, van de F (2015): Dit moet klant met
schuldgevoel
geld/kleedgeld.html, geraadpleegd op 11 maart 2015. Niesten,
Hema’,
V
kleedgeld,
http://www.nibud.nl/omgaan-met-geld/kinderen-en
Écht
geraadpleegd op 2 maart 2015.
N Nibud:
Tjalsma, A (2013): Alex Tjalsma (2013), ‘Fast
fashion:
geraadpleegd op 15 april 2015.
Snoeren, R (2005): Fashion United (2005), ‘Fast
plastic,
Wael de, Vos S (2009) : High tight: prognose voor
http://rawfortheoceans.g-star.com/#!/tagged/project/0,
het uiterlijk en imago van het T-shirt (scriptie), deel 2: T-
geraadpleegd op 2 april 2015.
shirts en fast fashion, Hogeschool van Amsterdam, Fashion & Branding, pp.7.
S
Watson, M.Z. en Yan, R.N. (2013), An exploratory
study of the decision processes of fast versus slow Schaijck,
(scriptie).
van
Hogeschool
M van
(2011):
Lasting
Amsterdam,
fashion consumers, journal of Fashion Marketing and
Fashion
Fashion
Management 17 (2), pp. 147 - 148.
&
Management, http://kennisbank.hva.nl/document/498911,
pp. 11-14.
Maatschappelijk
Winnink,
informatie
M
(2013):
Verantwoord 7-8,
pp.
Thema: MVO: Wat is Ondernemen?,
OR
16-17,
via:
45 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
file:///C:/Users/Ilja/Downloads/orinformatie_over_mvo_jul i2013.pdf, geraadpleegd op 3 april 2015.
Witte,
biobased
A
(2014):
materialen
Kledingbranche:
nog
in
Gebruik
kinderschoenen,
http://www.agro-chemie.nl/artikelen/kledingbranchegebruik-biobased-materialen-nog-in-kinderschoenen/, geraadpleegd op 2 april 2015.
Afbeeldingen
Banana stof: Forget about cotton, we could be
fashion,
http://www.theguardian.com/sustainable-
business/sustainable-fashion-
geraadpleegd op 1 april 2015.
fashion-material, geraadpleegd op 26 maart 2015.
Bourland,
J, Slow fashion # Anti fashion,
geraadpleegd op 1 april 2015.
geraadpleegd op 25 maart 2015.
Brand,
J
en
Hulten,
van
M
(2013)
:
2015.
European Fashion Business School, pp. 17.
H&M:
www.hm.com
–
kids
-
inspiration,
Mosch,
F:
FUCK
Studio
JUX:
http://www.studiojux.com
/collection/, geraadpleegd op 25 maart 2015.
geraadpleegd op 25 maart 2015.
RAW for the oceans: http://rawfortheoceans.g-
star.com/#!/post/112517951101, geraadpleegd op 3 april
Houdbaarheid fast fashion: Is er nog toekomst? (scriptie),
Primark: Zomercollectie woman, men en kids,
via: http://www.primark.com/nl/wat-is-er-nieuw,
http://www.slowfashioned.com/archives/4227,
People Tree: Zomercollectie woman 2015, via:
http://www.peopletree.co.uk/womens/new-in,
blog/2015/mar/03/wearable-pineapple-banana-fruit-
http://www.peopletree.co.uk/eco-edit,
geraadpleegd op 1 april 2015.
making textiles from banana and pineapple, Offset Warehouse,
People Tree: Fair trade fashion vs. conventional
FAST
FASHION,
Zara
woman zomer 2015: Campaign dames,
http://www.zara.com/nl/nl/campaign/dames-
www.femkemosch.nl, geraadpleegd op 23 maart 2015.
c566145.html, geraadpleegd op 7 april 2015.
46 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
BIJLAGEN. Bijlage 1: Interview vragenlijst Interview vragenlijst
48
Bijlage 2: Interviewresultaten Interviewresultaten
52
47 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Bijlage 1:
INTERVIEW VRAGENLIJST.
Deze interview vragenlijst wordt gebruikt om te onderzoeken hoe de Nederlandse consument fast fashion en slow fashion beleeft. De geïnterviewde is niet op de hoogte dat dit onderzoek om fast fashion en slow fashion gaat. Dit onderzoek wordt objectief gehouden en de gegevens worden anoniem verwerkt om zo een waarheidsgetrouw resultaat te krijgen. Naast deze vragen is er mogelijkheid om door te vragen, deze vragen zijn puur als lijdraad zodat iedere geïnterviewde dezelfde vragen krijgt.
1.
Gegevens geïnterviewde 1.1.
De geïnterviewde is een man / vrouw
1.2.
De geïnterviewde is ………. jaar.
1.3.
De geïnterviewde is: o Leerling o Student o Parttime werkzaam o Fulltime werkzaam o Pensioen o Werkloos/werkzoekende
1.4.
Hoe vaak koop je normaliter kleding: o Week o Maand o Twee maandelijks o …. Maandelijks
1.5.
Dit zijn : o Één stuk o ….. stuks o Één set o …. Sets
1.6.
Bij welke ketens of wat voor een merken is dit normaliter?
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________. 1.7.
Waarom daar?
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________.
48 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
1.8.
Welke beleving verwacht je als je kleding koopt?
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________. 1.9.
Ga je voor goede kwaliteit of goedkoop en trendy?*
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________. 1.10.
Wanneer koop je kleding? o Spontaan, op emotie o Bedacht, vergeleken/georiënteerd o Verschilt, namelijk:
____________________________________________________________________________________. 1.11.
Vind je dat je een trendy kledingstijl hebt? * 1
________________________________________________________________________________________.
2.
Merkenlijst
In dit deel van het interview wordt er onderzocht hoe de geïnterviewde bepaalde merken/ketens onderverdeelt en ervaart op het gebied van functionaliteit, lifestyle/imago en modegevoel. De merken/ketens waar het in dit onderzoek om gaat zijn: 1. H&M
5. Zara
2. Monique van Heist
6. Honest by
3. C&A
7. Primark
4. People Tree
8. Cora Kemperman
2.1.
In welke twee groepen verdeel je de volgende merken/ketens en welke
overeenkomst hebben de merken/keten in de groep (Hierbij de Merkenlijst laten zien, indien de geïnterviewde het niet kent de sites laten bekijken).
Groep A: ____________________
Groep B: _______________________
* Trendy : Hiermee wordt gekleed volgens de laatste modetrends. Kenmerken: 1) Eigentijds 2) Flitsend 3) Gedurfd modieus 4) Hip 5) In trek 6) Modieus 7) Snel 8) Trendmatig 9) Vlot.
49 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
2.2.
Waar in de tabel plaats je de merken/ketens:
Hierbij corresponderen de nummers zoals aangegeven in de introductie van deel 2. Merkenlijst.
Model van D. Jacobs, 2010. (Jacobc, 2010).
Hierbij zijn er twee dimensies: één gericht op kleding en één op mode. De drie assen zijn functionaliteit, merken en mode. De eerste as functionaliteit gaat om de functionaliteit van kleding, de tweede as merken gaat om de lifestyle en het imago van de kleding, de as mode gaat om het mode gevoel. 3.
Fast fashion en slow fashion
3.1.
Ben je bekent met fast fashion en slow fashion? Ja / Nee
3.2.
Ja / Nee
Ja: Wat is fast fashion voor jou en wat verwacht je van fast fashion?
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________. 3.3.
Ja: Wat is slow fashion voor jou en wat verwacht je van slow fashion?
_____________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________.
Fast fashion is kleding wat snel wordt verwisseld voor andere kleding, omdat het bijvoorbeeld niet meer in de mode is. Hierbij draait het om consumeren, steeds iets nieuws. Een tegenbeweging is
slow fashion. Hierbij is er in het totale proces aandacht voor mens en milieu, waarbij er gewetensvolle kleding wordt gemaakt en kwaliteit voor op staat voor een zo lang mogelijke levensduur van producten. 3.4.
Zou je fast/slow fashion zoals het nu bestaat blijven kopen of slow/fast fashion gaan kopen, en waarom?
Ja/Nee_________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________.
50 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
3.5.
Hoe beleef je de …… van fast fashion en slow fashion en hoe wil je het ervaren?
Beleving
Fast fashion Werkelijk
Slow fashion Gewenst
Werkelijk
Gewenst
Winkelbeleving 1. Bediening 2. Semi-zelfbediening 3. Zelfservice
Materiaalgebruik 1–2–3–4 (1 = zeer goed, 4= slecht)
Productieproces 1–2–3–4 (1 = zeer goed, 4= slecht)
Kwaliteit (levensduur) 1–2–3–4 (1 = zeer goed, 4= slecht)
Prijsrange …...
3.6.
Hoe verdeel je de merken/ketens weergegeven op Merkenlijst onder de categorieën
fast fashion en slow fashion: Fast fashion
Slow fashion
51 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Bijlage 2:
INTERVIEWRESULTATEN.
Door de ruime hoeveelheid aan nuttige en bruikbare gegevens vanuit secundair onderzoek, waarbinnen ook enquêtes zijn gehouden met grote aantallen respondenten (290–1.000>), zijn er vervolgens interviews gehouden met 15 Nederlandse consumenten in de leeftijd vanaf 12 jaar. Er is voor deze leeftijdgrens gekozen aangezien mensen vanaf deze leeftijd volgens het Nibud om kunnen gaan met kleedgeld. Bovendien zijn er in iedere leeftijdscategorie, tot 60 jaar, consumenten vertegenwoordigt. De geïnterviewde consumenten hebben allemaal een andere achtergrond en werk waarin ze werkzaam zijn, om een zo divers mogelijke samenstelling van consumenten te hebben. Deze consumenten zijn geïnterviewd over hun koopgedrag, hun beleving bij verschillende merken en hun huidige beleving en gewenste beleving bij fast fashion en slow fashion. De interviews zijn half gestructureerd om zo bij iedere consument dezelfde vragen te stellen, maar er ruimte is voor verdiepende vragen of input van de geïnterviewde. De uitwerking van de interviews is op dezelfde manier onderverdeeld als de interviewvragenlijst; deel 1: Gegevens geïnterviewde en koopgedrag; deel 2: Beleving van de merken H&M, Monique van Heist, C&A, People Tree, Zara, Honest By, Primark en Cora Kemperman; deel 3: Beleving en verwachting van fast fashion en slow fashion. 1.
Gegevens geïnterviewde
In totaliteit zijn er tien vrouwen en vijf
mannen
geïnterviewd.
Het
merendeel is fulltime werkzaam, er zijn geen gepensioneerden en huisvrouwen/huismannen geïnterviewd (zie diagram 1). Er is één werkzoekende geïnterviewd, maar zij heeft momenteel een parttime baan en valt om die reden onder de parttimers. Diagram 1: Werk
1.1.
Koopgedrag
De leerlingen kopen iedere week, of om de week, nieuwe kleding. Het merendeel van de fulltimers daarin tegen om de maand, of om de drie > maanden. 33% van de fulltimers geeft aan dat ze kleding kopen om de vier maanden (67%) en vijf maanden (33%), Slechts 11%
van
wekelijks
de
fulltimers
kleding.
koopt
Parttimers
kopen kleding om de maand of twee maanden.
Diagram 2: Koopgedrag
52 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Gemiddeld kopen de consumenten per aankoop drie stuks. De fulltimers kopen met gemiddels zes kledingstukken het meest per aankoop (zie diagram 3: A. stuks per aankoop), maar zij kopen het minst vaak (zie diagram 2: koopgedrag). In onderstaand tabel is het gemiddeld aantal stuks per aankoop weergegeven, onderverdeeld in leerling, student, parttime en fulltime werkenden.
Diagram 3: A. stuks per aankoop.
Merken en winkels Van alle geïnterviewde consumenten koopt 27% minimaal één kledingset, deze mensen zijn allen fulltime werkzaam en kopen het liefst in een winkel. De winkels waar ze kleding kopen zijn met name ketens als We, Sting, Gerry Weber, Miss Etam maar ook Costes en Jack & Jones. Overige winkels en merken waar consumenten kledingkopen zijn zoals weergegeven in diagram 3: merken en winkels. Hierbij is Maison Scotch met vier consumenten een uitschieter, dit wordt gekocht door vrouwen van alle leeftijden en zowel studenten als partime en fulltime werkende mensen. Bij Sting wordt door zowel mannen als vrouwen vaak kleding gekocht, vier van de vijf zijn fulltime werkzaam en kopen gemiddeld om de drie maanden doelbewust nieuwe kleding, waarbij dit om meer dan vier kledingstukken gaat. Deze consumenten vinden een groot voordeel van Sting dat er veel keus is in leuke hedendaagse en comfortabele kleding, waardoor ze in één winkel gelijk kunnen slagen. Indien de consument opzoek is naar bijvoorbeeld een broek, maar deze bevalt hem nog niet 100% dan gaat hij bij andere winkels oriënteren. Ziet hij iets wat hem gelijk bevalt, dan gaat hij niet verder oriënteren.
Diagram 4: Merken en winkels
53 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Uitschieters De uitschieter qua kledingstijl en modebewustzijn bij de mannen is een 26 jarige man die fulltime werkt bij een groot adviesbureau. Hij draagt graag kleding van verschillende merken en niet een set van één merk, maar combineert graag. Winkels en merken wat hij koopt vanwege de materialen en pasvormen zijn Paul Smith, COS, Filippa K, G-Star en Hugo Boss. De kleding draagt hij zowel voor het werk als vrije tijd. Bij de vrouwen zijn er qua kledingstijl twee uitschieters. Een parttime werkende vrouw die veel vintage draagt en het combineert met mainstream merken zoals Zara, Maison Scotch en Vanilia. De kledingstukken die ze kiest zijn niet standaard en hebben vaak een wat softere/zachtere uitstraling in pastel- en natuurtinten. Een andere uitschieter is een modebewuste en ambitieuze vrouw, die maandelijks nieuwe kleding koopt. Zij wil graag iets anders dragen dan wat het merendeel van de mensen dragen en koopt daarom graag kleding van Ready to Fish en Avelon (met name tijdens samples sales), Vanilia en COS wat ze combineert met Zara, H&M en Maison Scotch. Qua koopgedrag is de uitschieter een fulltime werkende vrouw die om de vijf maanden bij een aankoop vijf sets kleding koopt, de winkels waar ze komt zijn Costes en de Sting. Zij koopt bij deze winkels omdat zij het vlotte kleding vindt die niet al te duur zijn, maar lang meegaan. Tieners De drie jongste geïnterviewde consumenten (12,13,19 jaar) willen graag trendy kleding hebben wat laag geprijsd is, zodat ze zoveel mogelijk kunnen kopen. Bovendien zijn ze snel uitgekeken op kleding en kopen ze graag spontaan kleding. Winkels waar zij kopen zijn H&M, Berschka en Monki, maar vooral Primark. Mannen Pall Mall, Cast Iron, Vanguard en Shoeby wordt gekocht door mannen die fulltime werken en vooral gaan voor comfort en gemak. Deze consumenten gaan het liefst naar eenmanszaken waar verschillende merken worden verkocht en ze in een keer kunnen slagen. Zij zijn ook niet bekend met merken en hechten er geen waarde aan, zij gaan gemiddeld om de drie maanden doelbewust naar de winkel om kleding te kopen, dit zijn dan vaak drie tot vier stuks. Trendy kledingstijl Twee derde van de geïnterviewde consumenten vindt dat ze een trendy kledingstijl heeft. De mensen die niet vinden dat ze een trendy kledingstijl hebben, vinden dat kleding vooral van deze tijd moet zijn, maar niet met de trends mee moet gaan. Het moet vooral gemakkelijk te combineren zijn, tijdloos, gebruiksvriendelijk en een paar jaar mee kunnen gaan. Daarnaast kopen deze mensen graag bij eenmanszaken of ketens als Miss Etam, We en Sting. 2.
Merkenlijst
Tijdens de interview is de mening gevraagd over acht verschillende fast fashion merken en slow fashion merken. Deze merken zijn: H&M, Monique van Heist, Miss Etam, People Tree, Zara, Honest by, Primark en Cora Kemperman. Als eerst is gevraagd om de merken in twee groepen te verdelen, waarbij de consument zelf de groepen een naam heeft gegeven. Bijna alle consumenten kennen, of hebben ooit gehoord van, de ketens H&M, Miss Etam, Zara en Primark. Slechts één consument kent het merk Cora Kemperman, de overige merken kwam niemand bekent voor. Een derde had de twee groepen als volgt ingedeeld:
54 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Groep A: Trendy/makkelijk bereikbaar
Groep B:Design/eigen stijl
Primark
Monique van Heist
H&M
Cora Kemperman
Zara
Honest by
C&A
People Tree
Daarbij vonden zij dat de merken onder groep B apart waren, in sommige gevallen duur en konden zij zich niet voorstellen dat iemand dat zou kopen, met uitzondering van People Tree. Groep A vonden de meesten te gewoon, van een slechte kwaliteit en fantasieloos. Slechts twee mensen hadden de groepen onderverdeeld in goedkoop en duur. Daarbij vonden beide personen Zara duur, één persoon vond People Tree goedkoop. Twee vrouwen zagen gelijk de gelijkenis in trendy en betaalbaar en duurzaam, één van hen had de groepen onderverdeeld in fast fashion en slow fashion. Zij is bekent met de termen fast fashion en slow fashion, maar koopt geen slow fashion. Zij wil dat de kleding van een goede kwaliteit is, maar niet zo duur en niet heel trendy, zij heeft liever tijdloze kleding. Merken die zij koopt zijn Only, Vero Moda, Tommy Hilfiger, Maison Scotch en NoaNoa voor jurkjes. De twee consumenten die de merken hebben onderverdeeld in fast fashion en slow fashion hebben niet dezelfde beleving bij functionaliteit, imago en modegevoel tussen de acht merken. De enige overeenkomst hebben zij met het merk People Tree, dit is volgens beide vrouwen van 24 jaar zeer modieus. Één van deze vrouwen vindt naast People Tree de merken Monique van Heist, Cora Kemperman en Honest by zeer modieus. Deze combinatie heeft eveneens een 41 jarige man. Over Honest By zei hij: ‘’Wat is dit allemaal toch, niet normaal’’. Dit is te vooruitstrevend en te prijzig. De merken H&M, Primark en C&A vinden de consumenten, in tegenstelling tot de twee jongste consumenten, functioneel. De tieners vinden deze merken juist heel modieus. Zara wordt door de consumenten of bij mode geplaatst of bij imago, het wordt nooit als functioneel beschouwd. Het merendeel van de consumenten vinden de merken Monique van Heist, Cora Kemperman en Honest by merken die een imago neerzetten en niet aan trends onderhevig zijn. People Tree wordt veelvuldig op de middenlijn tussen functionaliteit en mode geplaatst. Hij komt één keer voor bij imago en één keer bij functionaliteit, beide door de twee 13 jarigen. De consumenten die hebben aangegeven niet trendy te zijn, hebben geen directe overeenkomst tussen de merken. Uiteindelijk zijn er drie consumentgroepen ontstaan voor fast fashion, groep 1 tot en met 3, en vier consumentgroepen voor slow fashion, groep 4 tot en met 7.
55 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Fast fashion
Diagram 5: Beleving fast fashion groep 1.
Diagram 6: Beleving fast fashion groep 2.
Groep 1 ervaart alle fast fashion merken als
De beleving die groep twee heeft bij Primark is zeer
zeer modieus, waarbij Primark het modieust is
functioneel en bij Zara is dit trendy. H&M is iets
en C&A het minst.
modieuzer dan C&A. Dit komt door de modellen, de styles en het stofgebruik van C&A ,wat van een
Deze consumenten zijn: Tieners.
mindere kwaliteit wordt ervaren.
Deze consumenten zijn: Zeer divers, er zijn geen persoonlijke
overeenkomsten.
Het
zijn
zowel
jongeren als vijftigplussers, maar consumenten in deze groep kopen allemaal spontaan nieuwe kleding.
De derde groep ervaart de fast fashion merken zeer divers, maar zitten over het algemeen op de middenlijn. Zara springt als enigste merk uit naar de as ‘merken’ en dat wordt beleeft doordat er veel producten zijn in effen kleuren. Ondanks dat Primark ook veel in effen kleuren aanbied wordt dit merk als modieus ervaren. Reden daarvoor is omdat het een goedkopere uitstraling heeft.
Deze consumenten zijn: Young Professionals.
Diagram 7: Beleving fast fashion groep 3.
Zij vinden het belangrijk om er goed uit te zien.
56 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
Slow fashion Groep vier heeft het gevoel dat de slow fashion merken allemaal een bepaalde imago willen uitstralen en de kleding niet snel uit de mode raakt, omdat het niet mee gaat met de heersende trends. Deze consumenten zijn: Jongeren en vijftigplussers.
Diagram 8: Beleving slow fashion groep 4.
Groep vijf heeft de beleving dat alle slow fashion merken, met uitzondering van People Tree, zeer trend bewust zijn. Dit komt door het ontwerp van de kledingstukken. Ondanks dat deze consumenten vinden dat zij zelf een trendy kledingstijl hebben, zullen zij nooit deze merken dragen omdat het ‘te apart’ is. Een van de respondenten gaf aan het niet normaal te vinden om het merk Honest by te dragen,
door
de
excentrieke
ontwerpen. Diagram 9: Beleving slow fashion groep 5.
Desondanks worden Cora Kerperman, Monique van Heist en Honest by in de as Mode geplaatst
Deze consumenten zijn: mannelijke (Young)
omdat de consumenten het gevoel hebben dat
Professionals, pas afgestudeerd, enkele jaren
deze merken zeer trendy zijn.
werkzaam en hebben zich gesetteld.
De zesde groep heeft een zeer diverse beleving bij slow fashion merken zoals te zien is in onderstaand tabel. Net zoals groep twee vinden ook deze consumenten Honest by zeer modieus. Naast de ontwerpen komt dit door de manier van fotograferen en uistraling van de website. People Tree is volgens hen een commercieel merk wat veel mensen kunnen dragen. Door het, voornamelijk, zwarte kleurgebruik
en
wijde
designs
wordt
Cora
Kemperman als een lifestyle merk beschouwd.
Diagram 10: Beleving slow fashion groep 6.
Deze consumenten zijn: Young Professionals met een uitgesproken mening. Zij vinden uiterlijk belangrijk en kopen regelmatig kleding van merken als Hugo Boss, Ready to Fish en COS
57 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
De laatste groep heeft een uiteenlopende beleving bij de slow fashion merken. Zo vinden deze consumenten dat niet een van de slow fashion merken zeer modieus is. People Tree en Monique van Heist zijn het modieust, maar zijn respectievelijk lifestyle en functioneel gericht. Net zoals groep drie, vinden deze consumenten dat Cora Kemperman een lifestyle merk is en niet mee gaat met heersende trends. Honest by wordt als functioneel ervaren.
Diagram 11: Beleving slow fashion groep 7.
Deze consumenten zijn: Vrouwelijke Young Professionals.
3.
Fast fashion en slow fashion
Vier consumenten hebben aangegeven bekent te zijn met de termen fast fashion en slow fashion. Zij geven allemaal aan dat fast fashion goedkope kleding is wat maximaal twee maanden meegaat vanwege een slechte kwaliteit. Bovendien is de kleding niet uniek en hangt het in iedere kledingkast, waardoor fast fashion ook met saai wordt geassocieerd. Slow fashion is volgens drie consumenten kleding wat gemaakt is van duurzame materialen en in goede arbeidsomstandigheden. Volgens een van de geïnterviewde zijn slow fashion basic items die je perse in de kast moet hebben, zoals een LTB. Overeenkomst tussen deze mensen is dat ze vrouw zijn en jonger dan 32 jaar. Acht consumenten hebben aangegeven fast fashion te blijven kopen zoals het nu is, en bereid zijn om slow fashion te kopen als het maar makkelijk bereikbaar en betaalbaar is. Zij vinden slow fashion een goed initiatief en snappen dat er nu mogelijk vraag naar kan zijn, maar zij zullen niet eerder slow fashion kopen als ze de keus hebben tussen fast fashion en slow fashion. Een van de respondenten zei; ‘’Plofkip is ook goed’’, daarmee bedoeld hij dat ook laag geprijsde kleding hem goed bevalt en niet zozeer een meerwaarde ziet in slow fashion, maar dat het er mogelijk wel is voor het milieu en fabriekarbeiders. Vijf consumenten hebben aangegeven geen fast fashion meer te willen kopen. Als reden geven ze aan dat ze lang, minimaal twee jaar, met hun kleding willen doen en dat dit niet gaat met fast fashion ketens zoals H&M en Zara. Deze mensen zijn een groot voorstander van het principe van slow fashion en zijn hiervoor bereid om naar een speciale winkel te gaan, maar die moet wel in de buurt zijn. Bovendien gaven ze aan nog nooit een slow fashion merk te hebben gezien. De twee jongste geïnterviewde vrouwen willen juist fast fashion doordat het kort op de markt zit en ze voor een relatief laag bedrag trendy kleding kunnen dragen. Deze kleding is ‘’in en wel leuk’’. Ze willen iets dragen wat, wat uitgesprokener is en een trend is. Zij verwachten dat slow fashion wat tijdlozer en minder uitgesproken is, omdat slow fashion gaat om een lange levensduur. Daarbij raken ze snel uitgekeken op kleding en dan willen ze ook iets anders hebben, waardoor ze de kleding niet meer dragen en het zonde van het geld vinden om dan iets meer te betalen als het ook goedkoper
58 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
kan. Om deze redenen zijn zij niet van plan om slow fashion te kopen, ze kijken puur naar de uitstraling van het product. Een van de respondenten gaf aan; ‘’Fast fashion is gewoon leuk en in, ik denk dat ik slow fashion minder leuk zal vinden, omdat het niet in een trend is’’. 3.1. Huidige en gewenste winkelbeleving fast fashion en slow fashion 80% van de respondenten vinden dat fast fashion ketens en winkels die fast fashion verkopen om zelfservice draaien en dat ze pas een verkoper bij de kassa tegenkomen. Slechts één consument wil ook dat dit zo is. Dit is een 26 jarige man die zelf veel kleding heeft als Paul Smith, COS, Filippa K en Hugo Boss, en over het algemeen niet iets koopt bij fast fashion ketens. De overige willen dat het semi-zelfbediening winkels zijn. 80% vinden of hebben het gevoel dat slow fashion winkels bedienend zijn. 47% verwacht dit ook van slow fashion winkels, 53% wil dat het net zoals de fast fashion semi-zelfbediening winkels zijn. 3.2. Huidige en gewenste productiebeleving fast fashion en slow fashion Over de werkelijke en verwachte materiaalgebruik, productieproces en kwaliteit zijn alle respondenten het erover eens dat fast fashion minder goed is dan slow fashion. De werkelijke beleving bij fast fashion op alle drie de onderdelen worden drieën en vieren gegeven, waarbij het productieproces het vaakst een drie krijgt, namelijk acht keer. In de gewenste situatie krijgt het productieproces een twee of een één, waarbij één elf keer voorkomt. Slechts vier mensen hebben een twee aangegeven, dit komt omdat zij het gevoel hebben dat het ook niet helemaal goed kan zijn als er in een korte tijd veel producten moeten worden geproduceerd tegen relatief lage bedragen. Deze consumenten wensen namelijk wel dat de productie bij slow fashion zeer goed is. Consumenten leggen een link tussen de verkoopprijs en het productieproces. Indien de verkoopprijzen laag zijn, verwachten zij dat de arbeidsomstandigheden en het totale proces ook minder goed zijn dan wanneer het artikel duurder is. 3.3. Huidige en gewenste materiaalbeleving fast fashion en slow fashion Het materiaalgebruik bij fast fashion krijgt twaalf keer een drie en wordt als matig beoordeeld. Het merendeel wenst dat het materiaalgebruik verbeterd en krijgt door elf mensen een twee. Slechts twee mensen willen dat dit zeer goed wordt. Zij vinden dat alles goed moet gebeuren en goed moet zijn en er geen concessies kunnen worden gedaan. Bij slow fashion zijn de belevingen omtemt materiaalgebruik iets meer verdeeld. Negen consumenten denken en wensen dat dit zeer goed is. De overige mensen wensen wel dat het materiaalgebruik zeer goed is, maar hebben de beleving dat dit momenteel nog niet zo is. Zij geven een drie of een twee, nog altijd beter dat fast fashion. De consumenten verwachten niet dat er bij fast fashion veel aandacht aan de materialen wordt besteed. Zij verwachten dat het goedkoopste en voor het merk de makkelijkste materialen zijn gebruikt. De consument ervaart deze stoffen dun en geeft aan dat de volume en stretch er na twee wasbeurten uit zijn. Zij denken overigens niet dat de materialen die gebruikt worden bij slow fashion biologisch afbreekbaar zijn, maar dat ze lang meegaan en makkelijk te recyclen zijn voor andere producten. 3.4. Huidige en gewenste kwaliteitsbeleving fast fashion en slow fashion Doordat de consument verwacht dat de materialen lang meegaan, vinden ze ook dat de kwaliteit van slow fashion materialen goed zijn. Ze wensen overigens dat dit zeer goed is. Slechts vier respondenten hebben de beleving dat de kwaliteit momenteel al zeer goed is en er geen verbetering nodig is. Deze consumenten wensen dat slow fashion op alle punten zeer goed is. De kwaliteit bij fast fashion worden door twee consumenten als zeer goed gewenst, de overige consumenten
59 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
wensen dat de kwaliteit goed is. De huidige beleving van de kwaliteit wordt als matig tot zeer slecht ervaren. 3.5. Huidige en gewenste prijsbeleving fast fashion Indien alle onderdelen verbeteren is een derde van de consumenten bereid om voor fast fashion meer te betalen dan dat hij de huidige prijzen beleeft. Zij willen gemiddeld 150% betalen. Het minimum bedrag mag eveneens omhoog, naar 270 %. Zie onderstaand tabel met de gemiddelde werkelijke prijsrange en de gemiddelde gewenste voor fast fashion van deze vijf consumenten (groep 1). De overeenkomst tussen deze consumenten is dat ze niet bij standaard fast fashion ketens kopen zoals H&M, Zara en Primark, maar veel bij eenmanszaken en merken als Pall Mall, Miss Etam, Costes, Jack & Jones en Sting. Vier van de vijf mensen werken fulltime en winkelen gemiddeld om de drie maanden, waarbij er minimaal één set wordt gekocht. Groep 1
Werkelijk
Gewenst
Fast fashion
€ 3,40 - € 46,-
€ 8,40 - € 69,-
De tweede groep, ook een derde, wil met de gewenste verbeteringen hetzelfde blijven betalen voor fast fashion. Er is een vrouw die in de gewenste situatie voor het goedkoopste artikel 150% meer wil betalen. De gemiddelde beleefde en gewenste prijsrange die zij bereid zijn te betalen zijn weergegeven in onderstaand tabel (groep 2). De consumenten in deze groep zijn zeer divers, en van uiteenlopende leeftijden en dagelijkse werkzaamheden. In deze groep zit de uitgesproken man zoals besproken in 1. Gegevens geïnterviewde. Merken die de consumenten in deze groep momenteel kopen zijn o.a. Filippa K, COS, Paul Smith, Sting, We, Gerry Weber, Miss Etam, EDC by Esprit en Costes. Groep 2
Werkelijk
Gewenst
Fast fashion
€ 7,- - € 61,-
€ 10,- - € 61,-
De overige consumenten willen 68 % minder betalen voor fast fashion dan wat de huidige beleefde prijzen zijn. Ook als de veranderingen worden doorgevoerd, waarbij ze allemaal hebben aangegeven dat het moet worden verbeterd. Er zijn twee vrouwen waarvan het minimum bedrag in de gewenste situatie mag worden verdubbeld (groep 3). In deze groep zit één man, de twee jongste geïnterviewde consumenten en de twee uitgesproken vrouwen zoals besproken in 1. Gegevens geïnterviewde. Tussen deze mensen is er geen overeenkomst is koopgedrag en merken die ze kopen. Merken die ze momenteel kopen zijn Pall Mall, Ready to fish (sale), Avelon (sale), Vanilia, Zara, vintagemarkt, Hue, Primark, Berschka en H&M. Groep 3
Werkelijk
Gewenst
Fast fashion
€ 7,- - € 82,-
€ 9,- - € 52,-
In de groepen is geen overeenkomst te zien in waar ze nu kleding kopen en hoe ze merken beleven (functioneel, modisch, imago). 3.6. Huidige en gewenste prijsbeleving slow fashion De consumenten in de eerder vermelde drie groepen hebben geen overeenkomst bij de gegeven antwoorden voor slow fashion. Daarom zijn hier andere groepen samengesteld. Door de gegeven
60 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
antwoorden zijn er eveneens drie groepen. Groep vier heeft momenteel de beleving dat de verkoopprijzen van slow fashion hoger zijn dat wat zij willen besteden. Groep vijf wil hetzelfde betalen voor de kleding dan dat het momenteel volgend hen is en de laatste groep, groep zes, wil meer betalen dan de huidige prijsbeleving. Groep vier bestaat uit 12 consumenten. Zij vinden allen dat de verkoopprijs van slow fashion, ook na de veranderingen, naar beneden moet. Dit komt vooral omdat de beleefde verkoopprijzen ver buiten hun budget is, de bedragen lopen van € 30,- tot € 1500,-. Zie onderstaand tabel voor de gemiddelde werkelijke en gewenste prijsbeleving voor slow fashion. De consumenten in deze groep zijn van verschillende leeftijden, werken zowel parttime als fulltime, of zijn student/leerling en kopen bij alle genoemde merken. Groep 4
Werkelijk
Gewenst
Slow fashion
€ 58,75 - € 504,17
€ 29,58 - € 160,-
De helft van deze groep is bereid om meer dan € 100,- aan slow fashion te besteden. Om te achterhalen welke overeenkomst tussen deze twee groepen consumenten is, is de groep onderverdeeld in groep 4 A en groep 4 B. Zie in onderstaande tabellen de werkelijke en gewenste prijsbeleving. Groep 4 A
Werkelijk
Gewenst
Slow fashion (< 100€)
€ 45,- - € 241,67
€ 20,- - € 96,67
Groep A B
Werkelijk
Gewenst
Slow fashion (> 100€)
€ 60,83 - € 766,67
€ 39,17 - € 223,33
De consumenten van groep 4 A zijn 13 – 24 en 34 en 41 en kopen veel kleding bij ketens als H&M, Berschka, Only, Primark, op de vintagemarkt, Sting, Jack & Jones en Cast Iron. Zij kopen hier kleding in verband met trendy kleding en een lage verkoopprijs of juist een goede prijs - kwaliteit verhouding (Sting, Jack & Jones). Groep 4 B bestaat voornamelijk uit fulltime werkende consumenten die iedere of om de maand nieuwe kleding kopen. Met name van merken als Maison Scotch, Miss Etam, Paul Smith, G-Star, Vanilia, COS, We, Vila en Object. In deze groep zitten drie twintigers, één dertiger en twee vijftigers, waarvan de twee consumenten die zeer veel waarde hechten aan kleding (de uitschieters, de man en één vrouw). De vijfde groep bestaat uit twee consumenten. Zij hebben nog nooit een slow fashion merk gezien, maar hebben hetzelfde bedrag over als wat hun verwachting is. De overeenkomst tussen deze consumenten is dat ze beide man en vijftigers zijn. Zij zijn zich niet bewust van merken, maar kopen kleding wat ze mooi en praktisch vinden. Winkels of merken die ze normaliter kopen zijn van Pall Mall, Sting en We. Zie in onderstaand tabel de werkelijke en de gewenste prijsbeleving. Groep 5
Werkelijk
Gewenst
Slow fashion
€ 20,- - € 180,-
€ 20,- - € 180,-
61 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion
De laatste groep bestaat uit één consument die, als de veranderingen worden doorgevoerd, meer geld overheeft dan wat ze momenteel ervaart. Zij is een groot voorstander van het principe van slow fashion, maar heeft dit nog nooit bewust ergens te koop aangeboden gezien. Momenteel koopt ze geen echte fast fashion als H&M en Zara, maar koopt ze veel bij Costes en eenmanszaken. Zij is eindtwintiger en fulltime werkzaam, ze winkelt ongeveer drie keer per jaar waarbij ze gelijk vijf sets koopt, het liefst in één winkel. Zie onderstaand tabel voor de huidige en gewenste prijsbeleving. Groep 6
Werkelijk
Gewenst
Slow fashion
€ 10,- - € 60,-
€ 20,- - € 100,-
62 Onderzoeksrapport: De beleving van
fast
en
slow fashion