Kwaliteitsindicatoren SMW in het PO en VO/VSO schooljaar 2014-2015 Hieronder worden de door de gemeente en schoolbesturen vastgestelde kwaliteitsindicatoren (KWI) beschreven, ingaande per schooljaar 2014-2015. Het actualiseren van de KWI is conform de beleidsregel SMW 2014-2015 en als gevolg van de huidige ontwikkelingen van Transitie jeugdzorg en Passend onderwijs. De wijzigingen ten opzichte van de huidige KWI zijn gebaseerd op het recente door de gemeente en schoolbesturen vastgestelde werkdocument “verbinding passend onderwijs en NRJ” 16 januari 2014. In dit document zijn werkafspraken in de samenwerking tussen school (inclusief het SMW) en de wijkteams beschreven. Deze kwaliteitsindicatoren SMW PO-V(S)O zijn uitgewerkt op basis van de input van vertegenwoordigers van schoolbesturen, SMW aanbieders, gemeente en het Servicepunt SMW. De kWI SMW zijn verdeeld in 4 thema’s: profiel en professionaliteit, hulpverlening, schoolondersteuning en samenwerking en toeleiding. De laatste drie thema’s vormen de kerntaken van het SMW.
Taakgroep passend onderwijs en NJR Mei 2014 1
Kwaliteitsindicatoren SMW in het PO schooljaar 2014-2015. PROFIEL EN PROFESSIONALITEIT Nr
Kwaliteitsaspect
Kwaliteitscriterium
Toelichting
1
Werkplan
1A. De school heeft een geactualiseerd werkplan SMW, dat in samenspraak met de school en de smw-er wordt opgesteld.
Een werkplan is een belangrijk instrument om de afspraken tussen het schoolmaatschappelijk werk en de school te concretiseren. Een belangrijk instrument voor planning, evaluatie en kwaliteitsborging. Al jaren werken scholen met een dergelijk werkplan SMW. Het woord ‘minimaal’ is toegevoegd, omdat ook andere afspraken kunnen worden toegevoegd.
1B. Onderstaande punten maken minimaal deel uit van het werkplan SMW en zijn waar nodig nader uitgewerkt in het werkplan bijvoorbeeld in de vorm van werkafspraken en planning van activiteiten. 1C. De school heeft in samenspraak met de smw-er het werkplan aan het eind van het schooljaar geëvalueerd, in ieder geval aan de hand van onderstaande punten. 2.
Positionering
2A De smw-er maakt deel uit van de interne ondersteuningsstructuur van de school en vormt samen met o.a. de intern begeleider en de jeugdverpleegkundige het ondersteuningsteam.
- De school is de werk en vindplaats. De smw-er werkt in en vanuit de school. Hij is een onmisbaar onderdeel van de ondersteuningsstructuur op school. en verbindt deze op een snelle en effectieve manier met de jeugdhulp.
2B De smw-er verbindt de schoolondersteuningsstructuur met de jeugdhulp 2C De smw-er wordt functioneel aangestuurd door een verantwoordelijke functionaris van de school. Daarbij blijft de neutraliteit, de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de smw-er door de school erkend. Het belang van het kind staat voorop. 3.
4.
Opleidingseisen en bevoegdheidseisen
Bereikbaarheid
- De functionele aansturing van het SMW door de school staat in het werkdocument. Daarbij dient de smw-er zijn neutrale en onafhankelijke deskundige oordeel in de driehoek relatie (school-kind-ouder) te behouden. Het belang van het kind staat voorop.
3A. De smw-er heeft minimaal een HBO MWD, HBO-SPH of andere relevante Hboopleiding, aangevuld met de basiscursus SMW.
- De HBO-opleidingseis, aangevuld met de verplichting de basiscursus SMW te hebben gevolgd, geldt al jaren en wordt vermeld in de subsidieverleningen.
3.B. De smw-er heeft een verklaring omtrent het gedrag (VOG). Deze ligt in zijn personeelsdossier.
- De verklaring omtrent het gedrag (VOG) is ingevoerd in deze werksoort.
4A. Een smw-er is op school aanwezig en bereikbaar zoals overeengekomen met de school. - Voor meer efficiëntie en flexibiliteit in de inzet van het SMW worden plannen ontwikkeld voor het 4B. De smw-er is op school aanwezig op voor ouders, leerlingen en leerkrachten oprichten van een SMW Poule. inzichtelijke tijden. - Tijdens de schoolvakantie zijn de smw-ers over het 4C. De smw-er zorgt tijdens zijn afwezigheid in de schoolvakanties (in verband met algemeen ook vrij. Daarom is het belangrijk dat bijvoorbeeld zijn eigen vakantie) waar nodig voor een vangnet voor ouders en leerlingen ouders en kinderen die onder begeleiding zijn waar die onder zijn begeleiding zijn. nodig goed opgevangen worden.
2
5.
Continuïteit
5A. De school beschikt minimaal 40 weken per jaar over een uitvoerend smw-er. 5B. In geval van crisis kan de school contact opnemen met de SMW-aanbieder als de eigen smw-er onbereikbaar is.
- Het woord minimaal is toegevoegd, omdat in sommige kalenderjaren er meer schoolweken zijn. Deze eis laat onverlet dat er voor gekozen kan worden dat de smw-er anders ingeroosterd wordt, dan eens per week, mits de smw-er altijd bereikbaar is.
5C. Als de smw-er langer dan twee weken ziek is, zorgt de SMW-aanbieder voor vervanging.
- De aanbieders van het SMW regelen de vervanging intern of via andere collega aanbieder.
6.
Werkplek
De smw-er heeft een werkplek in de school, waar hij/zij de gesprekken met leerlingen en/of ouders ongestoord kan voeren en voorbereiden
Hier staat niet dat de smw-er een vaste werkplek binnen de school moet krijgen.
7.
Bekendheid van het SMW
7A. Wat de smw-er te bieden heeft aan de school, de leerkrachten, de ouders en de leerlingen is voor hen voldoende bekend.
De smw-er kan verschillende PR middelen gebruiken om zijn bekendheid te vergroten voor zowel ouders en leerlingen als voor professionals binnen en buiten de school.
7B De smw-er is bij de professionals van het wijkteam en van het wijknetwerk voldoende bekend 8.
Deskundigheidsbevordering
8A. Uitvoerend smw-ers besteden per jaar minimaal 4 dagdelen aan deskundigheidsbevordering, d.w.z. een voor het vakgebied relevante lezing, een congres, studiedag, cursus of supervisie. 8B. De smw-er werkt aan zijn deskundigheidsbevordering en maakt daarover afspraken met school. Deze afspraken worden in het werkplan opgenomen.
- De SMW-aanbieders zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen van scholingsplannen voor eigen smw-ers. De tijd die smw-ers kwijt zijn aan deskundigheidsbevordering, wordt niet gerekend tot de zogenaamde declarabele uren. - De deskundigheidsbevordering van de smw-er wordt in samenspraak met school en aanbiedende instelling vastgesteld.
9.
Begeleiding smwers
De smw-er wordt minimaal zes maal per jaar begeleid in zijn werk in de vorm van werkbegeleiding, intervisie of casuïstiekbespreking.
Dat de begeleiding van smw-ers door de SMWaanbiedende instelling moet plaatsvinden is losgelaten.
HULPVERLENING 10. SMW doelgroep
De smw-er biedt kortdurende hulp aan de leerling die wordt belemmerd in zijn (school)ontwikkeling door psychosociale problemen, en aan zijn/haar ouders.
Met psychosociale problemen wordt sociale emotionele problemen en gedragsproblemen bedoeld. De hulp is gericht op preventie en licht curatieve interventies.
3
11. Veiligheid
11A. De smw-er hanteert in samenwerking met de school de meldcode ‘Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ bij vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling bij leerlingen en maken daarover samen uitvoeringsafspraken. 11B. De smw-er volgt in samenwerking met de school de regels en uitvoeringsafspraken die gelden voor het ‘Samenwerkingsconvenant SISA, Verwijsindex risico’s jeugdigen Rotterdam’. Alle jeugdigen waarbij de SMW-er actief betrokken is met een hulpverleningsplan/traject en zorgen heeft over een jeugdige die voldoen aan het signaleringsprotocol worden gesignaleerd in SISA zodat men tijdig tot samenwerking kan komen met andere bekende en onbekende betrokken professionals.
Uit evaluatie is naar voren gekomen, dat het ontbreken van uitvoeringsafspraken tussen de school en de smw-er er nogal eens toe leidt dat de regels en afspraken die gelden voor AMK en SISA, niet voldoende in acht genomen worden. De handreiking SISA voor het onderwijs is verspreid onder smw-ers en scholen. Deze biedt meer handvatten voor scholen en smw-er hoe om te gaan met het SISA. Een van de belangrijke aspecten is dat de smw-er en de school apart in het systeem moeten signaleren. - Dit betekent dat het opstellen van een hulpverleningsplan alleen niet altijd hoeft te leiden tot een signaal in SISA. Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen enkelvoudige problematiek en meervoudige problematiek. Enkelvoudige problematiek leidt niet tot een SISA signalering. Enkelvoudige problematiek met een complexe aanpak vraagt om een afweging tot het doen van een SISA signalering, meervoudige problematiek al dan niet met doorgeleiding vraagt altijd om een SISA signalering. Doorgeleiding naar bijvoorbeeld het wijkteam vraagt altijd om een SISA signalering.
12. Signaleren
12A. De smw-er bespreekt signalen met de intern begeleider en onderneemt vervolgens de nodige acties. De betreffende leerkracht, ouder en leerling worden hierbij nauw betrokken. 12B. De smw-er schat de ernst van het signaal/situatie in aan de hand van een taxatie instrument.
Op basis van het werkdocument (besluit pag. 17) staat dat smw-ers en de medewerkers van de wijkteams het zelfde taxatieinstrument gebruiken. Inmiddels is besloten dat smw-ers ETM en LIRIK indien nodig toepassen.
4
13. Doelen stellen
13A. Bij ieder hulpverleningstraject zijn hulpverleningsdoelen in overleg met de leerling, de ouders en de school (afhankelijk van de casus) gesteld en vastgelegd in een hulpverleningsplan. 13B Ieder hulpverleningstraject is tijdens en/of aan het einde van het traject met betrokkenen geëvalueerd, en daarvan is verslag gedaan in of bij het hulpverleningsplan.
14. Werkwijze /methodiek
14A. De smw-er benut de eigenkracht van het gezin en activeert haar netwerk. 14B. De smw-er werkt outreachend na signalen vanuit de school of derden. 14C. De smw-er werkt handelingsgericht.
- Aan de hand van casus bepaalt de smw-er met wie hij de doelen gaat vaststellen. In het kader van 1 plan, 1 gezin dienen de smw-er en het wijkteam hetzelfde hulpplan format te gebruiken. Dit bevordert de afstemming en de overdracht rondom de casus. In dit plan dienen de onderwijsdoelen expliciet opgenomen te worden. (werkdocument pag.: 19). Inmiddels is het werk en toeleidingsdocument voor het SMW ontwikkeld en vastgesteld. Dit werkdocument dient volledig ingevuld te worden bij een toeleiding naar het wijkteam. OP basis van dit document maar de medewerkers van het wijkteam zijn ondersteuningsplan. Dit zijn de methodische uitgangspunten die o.a. ten grondslag liggen aan de nieuwe Jeugdwet. Deze aspecten dienen beschouwd te worden als aanvulling op het landelijke competentieprofiel voor het SMW (NVMW, juli 2008). Dit functie en competentieprofiel wordt momenteel geactualiseerd door de werkgroep “Deskundigheidsbevordering”.
14D. De smw-er hanteert het principe van 1 plan, 1 gezin.
SCHOOLONDERSTEUNING 15. Ouderbetrokkenheid
De smw-er participeert in activiteiten ten behoeve van ouderbetrokkenheid voor zover die ouderactiviteiten invulling geven aan de taakstelling van het schoolmaatschappelijk werk. De smw-er participeert bijvoorbeeld in voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders.
De conditie dat dit in samenwerking met de ouderconsulenten zou moeten is achterwege gelaten, omdat het aan de school is onder welke voorwaarden deze activiteiten worden georganiseerd. Wel is het voor de inzet van smw-ers bij ouderactiviteiten, dat die activiteiten van belang zijn voor de uitvoering van en passend bij de kerndoelen van het schoolmaatschappelijk werk.
5
16.
Personele ondersteuning
De SMW-er adviseert en begeleidt vanuit de eigen specifieke deskundigheid, leerkrachten, de intern begeleider en overige onderwijsondersteuners bij het herkennen van en omgaan met onderwijs belemmerende factoren op sociaal-emotioneel of psychosociaal vlak. De focus ligt vooral op preventie.
De komst van passend onderwijs maakt dat smw-ers extra aandacht moeten besteden aan de taak “schoolondersteuning”. De smw-ers kunnen een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de leerkrachten en de relatie met ouders. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van moeilijke gesprekken met ouders en het constructieve bijdragen aan de relatie tussen ouders en school.
17. Intern begeleiders (IB) overleg
Ten minste eens per twee weken vindt overleg tussen de smw-er en de intern begeleider van de school plaats.
In dergelijk overleg is mogelijk de samenhang tussen zo nodige onderwijsondersteuning en hulpverlening aan de orde, evenals de voortgang. Afhankelijk van de ondersteuningstructuur van de school kunnen andere professionals bij dit overleg aansluiten. Denk hierbij aan de jvk en/of een ambulante begeleider
18. OZO/CvB
Er vindt minimaal zes keer per jaar een onderwijszorgoverleg (OZO)/ CvB plaats waarin de smw-er participeert.
In het kader van passend onderwijs zijn de samenwerkingsverbanden in het PO zijn de taken en functie van het MDO herijkt. Denk hierbij aan voorbereiding van arrangementaanvragen, de rol en aanwezigheid van ouders bij dit overleg en de flexibele planning. Het overleg heet onderwijszorgoverleg (OZO)
SAMENWERKING EN TOELEIDING 19. Schakelen en toeleiden
19A. De smw-er schaalt complexe casuïstiek, die het onderwijsondersteuningsaanbod van de -In 2015 zullen in Rotterdam 42 integrale wijkteams school en het samenwerkingsverband overstijgt, op naar wijkteam na overleg met de intern operationeel zijn. Zie Het Rotterdamse Jeugdbeleid. In het werkdocument zijn de werkafspraken betreft begeleider en/of in lijn met de casusbespreking in het OZO. de samenwerking tussen de school en de wijkteams beschreven. Het Servicepunt is in opdracht van de gemeente gestart met de implementatie van deze 19B. De smw-er verwijst leerlingen en hun ouders naar lokale voorzieningen (zoals het cjg, werkafspraken. AMW en lokale projecten).
6
20. Informatie overdracht aan derden
20A. De smw-er levert de gevraagde informatie t.b.v. aanvragen voor bovenschoolse arrangementen van het samenwerkingsverband.
- Per 1 augustus 2014 bieden samenwerkingsverbanden in het PO bovenschoolse arrangementen aan scholen die onder hun vallen. 20B De smw-er levert informatie aan het wijkteam middels het werk en toeleidingsdocument Deze arrangementen zijn bedoeld voor leerlingen voor na overleg met ouders en school en conform de privacy regels. wie de basisondersteuning op school niet toereikend is. Bij de aanvraag van deze arrangementen kunnen aanvullende informatie van de smw-er nodig zijn. - De smw-ers levert informatie aan het wijkteam middesl het werk en toeleidingsdocument. De ouders hoeven dan niet hun verhaal opnieuw te vertellen. De warme overdracht biedt de mogelijkheid tot het doorvragen, het maken van een integraal plan en afspraken over de wijze van terugkoppeling, evaluatie en nazorg.
21. Registratie
In afwachting van de nieuwe registratie-afspraken (zie werkdocument), blijft gelden: 21A. De smw-er registreert volgens het Registratiemodel SMW Rotterdam (het zogenaamde het OKR add SMW). Dit model is bij de meeste SMW-aanbieders in het registratiesysteem opgenomen. 21B. De smw-er meldt zijn betrokkenheid bij de leerling digitaal in het addendum zorg van het onderwijskundig rapport (OKR-addendum) bij de wisseling van de school of overgang van PO naar V(S)O.
- In het werkdocument staat dat smw-ers in het leerlingvolgsysteem van de school moeten registreren. Echter om welke kwalitatieve en kwantitatieve informatie het staat staat niet. Dit wordt nader uitgewerkt. - Het OKR add SMW is een onderdeel van het onderwijskundige rapport van de leerling op school. Bij wisseling van de school en t.b.v. de doorgaande lijn dienen smw-ers relevante informatie in het OKR add SMW digitaal in het schoolsysteem in te vullen. In de praktijk blijkt dat de meeste smw-ers geen toegang hebben tot het OKR van de school. Daarom beperkt dit aspect zich tot het melden van betrokkenheid van de smw-er. Dit kan leiden tot contactwisseling tussen de smw-er en de smw-er van de nieuwe school.
7
22
Samenwerken
De smw-er functioneert en participeert in een (wijk)netwerk waarin ook andere diensten op het vlak van zorg en welzijn worden geleverd of zullen worden geleverd.
Zowel school als de smw-er maken deel uit van het wijknetwerk. Voor het SMW is het belangrijk dat hij de contacten goed onderhoudt en waar nodig de samenwerking zoekt met andere partners. Bij het wijknetwerk horen bijvoorbeeld de huisarts, de PSZ/KDV, de sportvereniging, het buurthuis, het AMW, de wijkagent. etc.
8
Kwaliteitsaspecten en kwaliteitscriteria SMW in het VO/VSO per 1 januari 2014 PROFIEL EN PROFESSIONALITEIT Nr
Kwaliteitsaspect
Kwaliteitscriterium
Verantwoording
1
Werkplan
1A. De school heeft een geactualiseerd werkplan SMW, dat in samenspraak met de school en de smw-er wordt opgesteld.
Een werkplan is een belangrijk instrument om de afspraken tussen het schoolmaatschappelijk werk en de school te concretiseren. Een belangrijk instrument voor planning, evaluatie en kwaliteitsborging. Al jaren werken scholen met zo’n werkplan SMW. Het woord ‘minimaal’ is toegevoegd, omdat ook andere afspraken kunnen worden toegevoegd.
1B. Onderstaande punten maken minimaal deel uit van het werkplan SMW en zijn waar nodig nader uitgewerkt in het werkplan bijvoorbeeld in de vorm van werkafspraken en planning van activiteiten. 1C. De school heeft in samenspraak met de smw-er het werkplan aan het eind van het schooljaar geëvalueerd, in ieder geval aan de hand van onderstaande punten. 2.
Positionering
2A De smw-er maakt deel uit van de interne ondersteuningsstructuur van de school en vormt samen met o.a. de zorgcoördinator en de jeugdverpleegkundige het ondersteuningsteam.
- De school is de werk en vindplaats. De smw-er werkt in en vanuit de school. Hij is een onmisbaar onderdeel van de ondersteuningsstructuur op school en verbindt deze op een snelle en effectieve manier met de jeugdhulp.
2B De smw-er verbindt de schoolondersteuningsstructuur met de jeugdhulp 2C De smw-er wordt functioneel aangestuurd door een verantwoordelijke functionaris van de school. Daarbij blijft de neutraliteit de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de smw-er door de school erkent. Het belang van het kind staat voorop 3.
Opleidingseisen en bevoegdheidseisen
- De functionele aansturing van het SMW door de school staat in het werkdocument. Daarbij dient de smw-er zijn neutrale en onafhankelijke deskundige oordeel in de driehoek relatie (school-kind-ouder) te behouden. Het belang van het kind staat voorop
3A. De smw-er heeft minimaal een HBO MWD, HBO-SPH of andere relevante Hboopleiding, aangevuld met de basiscursus SMW.
De HBO-opleidingseis, aangevuld met de verplichting de basiscursus SMW te hebben gevolgd, geldt al jaren en werd vermeld in de subsidieverleningen.
3B. De smw-er heeft een verklaring omtrent het gedrag (VOG). Deze ligt in zijn personeelsdossier.
De verklaring omtrent het gedrag (VOG) is ingevoerd in deze werksoort.
9
4.
Bereikbaarheid
4A. Een smw-er is op school aanwezig en bereikbaar zoals overeengekomen met de school. - Voor meer efficiëntie en flexibiliteit in de inzet van het SMW worden plannen ontwikkeld voor het oprichten van een SMW Poule. 4B. De smw-er is op school aanwezig op voor ouders, leerlingen en docenten inzichtelijke tijden. - Tijdens de schoolvakantie zijn de smw-ers over het 4C. De smw-er zorgt tijdens zijn afwezigheid in de schoolvakanties (in verband met algemeen ook vrij. Daarom is het belangrijk dat bijvoorbeeld zijn eigen vakantie) waar nodig voor een vangnet voor ouders en leerlingen . ouders en kinderen die onder begeleiding zijn waar nodig goed opgevangen worden.
5.
Continuïteit
5A. De school beschikt minimaal 40 weken per jaar over een uitvoerend smw-er. 5B. In geval van crisis kan de school contact opnemen met de SMW-aanbieder als de eigen smw-er onbereikbaar is. 5C. Als de smw-er langer dan twee weken ziek is, zorgt de SMW-aanbieder voor vervanging.
- Het woord minimaal is toegevoegd, omdat in sommige kalenderjaren er meer schoolweken zijn. Deze eis laat onverlet dat er voor gekozen kan worden dat de smw-er anders ingeroosterd wordt, dan eens per week, mits de smw-er altijd bereikbaar is. - De aanbieders van het SMW regelen de vervanging intern of via andere collega aanbieder.
6.
Werkplek
De smw-er heeft een werkplek in de school, waar hij/zij de gesprekken met leerlingen en/of ouders ongestoord kan voeren en voorbereiden
7.
Bekendheid van het SMW
7A. Wat de smw-er te bieden heeft aan de school, de docenten, mentoren, de ouders en de - De smw-er kan verschillende PR middelen gebruiken leerlingen is voor hen voldoende bekend. om zijn bekendheid te vergroten voor zowel ouders en leerlingen als voor professionals binnen en buiten de 7B. De smw-er is bij de professionals van het wijkteam en van het wijknetwerk voldoende school. bekend - Met het wijknetwerk wordt bedoeld het netwerk in de wijk waar de school is gevestigd.
8.
Deskundigheidsbevordering
8A. Uitvoerend smw-ers besteden per jaar minimaal 4 dagdelen aan deskundigheidsbevordering, d.w.z. een voor het vakgebied relevante lezing, een congres, studiedag, cursus of supervisie. 8B. De smw-er werkt aan zijn deskundigheidsbevordering en maakt daarover afspraken met school. Deze afspraken worden in het werkplan opgenomen.
Hier staat niet dat de smw-er een vaste werkplek binnen de school moet krijgen.
- De SMW-aanbieders zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen van scholingsplannen voor eigen smw-ers. De tijd die smw-ers kwijt zijn aan deskundigheidsbevordering, wordt niet gerekend tot de zogenaamde declarabele uren. - De deskundigheidsbevordering van de smw-er wordt in samenspraak met school en aanbiedende instelling vastgesteld.
9.
Begeleiding smwers
De smw-er wordt minimaal zes maal per jaar begeleid in zijn werk in de vorm van werkbegeleiding, intervisie of casuïstiekbespreking.
Dat de begeleiding van smw-ers door de SMWaanbiedende instelling moet plaatsvinden is losgelaten.
10
HULPVERLENING 10. SMW doelgroep
De smw-er biedt kortdurende hulp aan de leerling die wordt belemmerd in zijn (school)ontwikkeling door psychosociale problemen, en aan zijn/haar ouders.
11. Veiligheid
Uit evaluatie is naar voren gekomen, dat het ontbreken van uitvoeringsafspraken tussen de school en de smw-er er nogal eens toe leidt dat de regels en afspraken die gelden voor AMK en SISA, niet voldoende in acht genomen worden. De handreiking 11B. 11B. De smw-er volgt in samenwerking met de school de regels en SISA voor het onderwijs is verspreid onder smw-ers uitvoeringsafspraken die gelden voor het ‘Samenwerkingsconvenant SISA, Verwijsindex risico’s jeugdigen Rotterdam’. Alle jeugdigen waarbij de SMW-er actief betrokken is met een en scholen. Deze biedt meer handvatten voor scholen en smw-er hoe om te gaan met het SISA. Een hulpverleningsplan/traject of zorgen heeft over een jeugdige die voldoen aan het signaleringsprotocol worden gesignaleerd in SISA zodat men tijdig tot samenwerking kan van de belangrijke aspecten is dat de smw-er en de komen met andere bekende en onbekende betrokken professionals. school apart in het systeem moeten signaleren.
Met psychosociale problemen wordt sociale emotionele problemen en gedragsproblemen bedoeld. De hulp is gericht op preventie en licht curatieve interventies.
11A. De smw-er hanteert in samenwerking met de school de meldcode ‘Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ bij vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling bij leerlingen en maakt daarover samen uitvoeringsafspraken.
Dit betekent dat het opstellen van een hulpverleningsplan alleen niet altijd hoeft te leiden tot een signaal in SISA. Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen enkelvoudige problematiek en meervoudige problematiek. Enkelvoudige problematiek leidt niet tot een SISA signalering. Enkelvoudige problematiek met een complexe aanpak vraagt om een afweging tot het doen van een SISA signalering, meervoudige problematiek al dan niet met doorgeleiding vraagt altijd om een SISA signalering. Doorgeleiding naar bijvoorbeeld het wijkteam vraagt altijd om een SISA signalering.
12. Signaleren
12A. De smw-er bespreekt signalen met de zorgcoördinator en onderneemt vervolgens de nodige acties. De betreffende docent/mentor, ouder en leerling worden hierbij nauw betrokken. 12B. de smw-er schat de ernst van het signaal/situatie in aan de hand van een taxatie instrument.
Op basis van het werkdocument (besluit pag 17) staat dat smw-ers en de medewerkers van de wijkteams het zelfde taxatieinstrument gebruiken. ETM/ZRM en LIRIK worden genoemd, maar er is vooralsnog geen afspraak welk taxatieinstrument gehanteerd zal worden. Inmiddels is besloten dat smw-ers ETM en LIRIK indien nodig toepassen.
11
13. Doelen stellen
14. Werkwijze /methodiek
13A. Bij ieder hulpverleningstraject zijn hulpverleningsdoelen in overleg met de leerling, de ouders en de school (afhankelijk van de casus) gesteld en vastgelegd in een hulpverleningsplan.
- Er zijn situaties denkbaar waarin alleen met de leerling en de school of alleen met de leerling doelen worden vastgesteld.
13B Ieder hulpverleningstraject is tijdens en/of aan het einde van het traject met betrokkenen geëvalueerd, en daarvan is verslag gedaan in of bij het hulpverleningsplan.
- In het kader van 1 plan, 1 gezin dienen de smw-er en het wijkteam hetzelfde hulpplan format te gebruiken. Dit bevordert de afstemming en de overdracht rondom de casus. In dit plan dienen de onderwijsdoelen expliciet opgenomen te worden. (werkdocument pag: 19). Het hulpverleningsplan van de smw-er en het wijkteam is in ontwikkeling
14A. De smw-er benut de eigenkracht van het gezin en activeert haar netwerk.
Dit zijn de methodische uitgangspunten die o.a. ten grondslag liggen aan de nieuwe Jeugdwet. Voor SMW behoeft dit nog wel nadere uitwerking. Deze aspecten dienen beschouwd te worden als aanvulling op het landelijke competentieprofiel voor het SMW (NVMW, juli 2008) Dit functie en competentieprofiel wordt momenteel geactualiseerd door de werkgroep “Deskundigheidsbevordering”.
14B. De smw-er werkt outreachend na signalen vanuit de school of derden. 14C. De smw-er werkt handelingsgericht. 14D. De smw-er hanteert het principe van 1 plan, 1 gezin.
SCHOOLONDERSTEUNING 15. Ouderbetrokkenheid
De smw-er participeert in activiteiten ten behoeve van ouderbetrokkenheid voor zover die ouderactiviteiten invulling geven aan de taakstelling van het schoolmaatschappelijk werk. De smw-er participeert bijvoorbeeld in voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders.
De conditie dat dit in samenwerking met de ouderconsulenten zou moeten is achterwege gelaten, omdat het aan de school is onder welke voorwaarden deze activiteiten worden georganiseerd. Wel is het voor de inzet van smw-ers bij ouderactiviteiten, dat die activiteiten van belang zijn voor de uitvoering van en passend bij de kendoelen van het schoolmaatschappelijk werk.
12
16. Personele ondersteuning
De SMW-er adviseert en begeleidt vanuit de eigen specifieke deskundigheid, docenten, de zorgcoördinator en overige onderwijsondersteuners bij het herkennen van en omgaan met onderwijs belemmerende factoren op sociaal-emotioneel of psychosociaal vlak. De focus ligt vooral op preventie.
De komst van passend onderwijs maakt dat smw-ers extra aandacht moeten besteden aan de taak “schoolondersteuning”. De smw-ers kunnen een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de docenten en de relatie met ouders en leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van moeilijke gesprekken met ouders en leerlingen of het constructieve bijdragen aan de relatie tussen ouders/leerlingen en school.
17. Overleg zorgcoördinator (en)
Ten minste eens per twee weken vindt overleg tussen de smw-er en de zorgcoördinator(en) van de school plaats.
In dergelijk overleg is mogelijk de samenhang tussen zo nodige onderwijsondersteuning en hulpverlening aan de orde, evenals de voortgang. Afhankelijk van de ondersteuningstructuur van de school kunnen andere professionals bij dit overleg aansluiten. Denk hierbij aan de jvk, de leerplicht en/of een ambulante begeleider.
18. SOT
Er vindt minimaal zes keer per jaar een SOT overleg plaats waarin de smw-er participeert.
In het werkdocument onderdeel VO wordt het ZAT niet genoemd. Wel is aangegeven dat de ZC-er, de smw-er, de jvk en leerplicht het schoolondersteuningsteam (SOT) gaan vormen. Dit team komt regelmatig bij elkaar om casuïstiek te bespreken.
13
SAMENWERKING EN TOELEIDING 19. Inschakelen en toeleiden
19A. De smw-er schakelt na overleg met de school waar nodig de voorman van het wijkteam jeugd en gezin in, conform de geldende afspraken in het wijkteam jeugd en gezin. 19C. De smw-er vraagt waar nodig advies aan het diagnostiekteam van het CJG of diagnostiekteam onderwijs conform de geldende afspraken.
- In 2015 zullen in Rotterdam 42 integrale wijkteams worden ingericht. Zie Het Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel. In het werkdocument zijn de werkafspraken betreft de samenwerking tussen de school en de wijkteams beschreven. -Wanneer de caseload van de smw-ers verspreid is over verschillende wijkteams, kan beroep gedaan worden op de inzet van SMW Extra. Hoe SMW Extra wordt georganiseerd wordt nader uitgewerkt. - Het Servicepunt is gestart met het implementeren van de deze werkafspraken - De afspraken rondom de diagnostiek routes en de afstemming tussen de diagnostiekteam van het CJG (CDT) en die van het onderwijs zijn in ontwikkeling.
20. Informatie overdracht aan derden
20A. De smw-er levert de gevraagde informatie t.b.v. aanvragen voor bovenschoolse arrangementen van KOERS VO en OOVR voorzieningen. 20B De smw-er levert informatie aan het wijkteam middels een warme overdracht na overleg met de leerling, (zijn ouders) en school en conform de privacy regels.
- Per 1 augustus 2014 biedt Koers VO bovenschoolse arrangementen aan scholen die onder Koer VO vallen. Deze arrangementen zijn bedoeld voor leerlingen voor wie de basisondersteuning op school niet toereikend is. Bij de aanvraag van deze arrangementen kunnen aanvullende informatie van de smw-er nodig zijn. - De procedures rondom de OOVR gaan veranderen en daarmee mogelijk ook de bijdrage van het SMW in deze verwijzingstrajecten. Vooralsnog gelden de huidige afspraken over de DB’s. - De smw-ers levert informatie aan het wijkteam middels het werk en toeleidingsdocument. De ouders hoeven dan niet hun verhaal opnieuw te vertellen. De warme overdracht biedt de mogelijkheid tot het doorvragen, het maken van een integraal plan en afspraken over de wijze van terugkoppeling, evaluatie en nazorg.
14
21. Registratie
In afwachting van de nieuwe registratie-afspraken (zie werkdocument), blijft gelden: 21A. De smw-er registreert volgens het Registratiemodel SMW Rotterdam (het zogenaamde het OKR add SMW). Dit model is bij de meeste SMW-aanbieders in het registratiesysteem opgenomen.
22
Samenwerken
- In het werkdocument staat dat smw-ers in het leerlingvolgsysteem van de school moeten registreren. Echter om welke kwalitatieve en kwantitatieve informatie het staat staat niet. Dit wordt nader uitgewerkt.
21B. De smw-er meldt zijn betrokkenheid bij de leerling digitaal in het addendum zorg van het onderwijskundig rapport (OKR-addendum) bij de wisseling van de school of overgang van PO naar V(S)O.
- Het OKR add SMW is een onderdeel van het onderwijskundige rapport van de leerling op school. Bij wisseling van de school en t.b.v. de doorgaande lijn dienen smw-ers relevante informatie in het OKR add SMW digitaal in het schoolsysteem in te vullen. In de praktijk blijkt dat de meeste smw-ers geen toegang hebben tot het OKR van de school. Daarom beperkt dit aspect zich tot het melden van betrokkenheid van de smw-er. Dit kan leiden tot contactwisseling tussen de smw-er en de smw-er van de nieuwe school.
De smw-er functioneert en participeert in een (wijk)netwerk waarin ook andere diensten op het vlak van zorg en welzijn worden geleverd of zullen worden geleverd.
Zowel school als de smw-er maken deel uit van het wijknetwerk. Voor het SMW is het belangrijk dat hij de contacten goed onderhoudt en waar nodig de samenwerking zoekt met andere partners. Bij het wijknetwerk horen bijvoorbeeld de huisarts, de PSZ/KDV, de sportvereniging, het buurthuis, het AMW, de wijkagent. etc. Voor de duidelijkheid het gaat om het netwerk in de wijk waar de school gevestigd is.
15