SUPPORTIEVE ZORG AAN HET LEVENSEINDE
IRIDIUM POSTGRADUAAT 16 maart 2011 – MALLE Chr. LANGENAEKEN 1
SUPPORTIEVE ZORG AAN HET LEVENSEINDE
Vanuit kunstzinnig perspectief Een levensfase met een eigen perspectief Symptomen aan het levenseinde Symptoom evaluatie Supportieve zorg en symptoomcontrole Besluit
2
Kunstzinnig: ‘the art of dying’ Looking at the Dying Patient: The Ferdinand Hodler Paintings of Valentine Godé-Darel “…. the impressive paintings which the Swiss painter Ferdinand Hodler (1853–1918) made of his beloved Valentine Godé-Darel before, during, and after her illness. In January 1914, only 3 months after the birth of their daughter, Pauline, Godé-Darel had an operation for a gynecologic cancer, from which she died 1 year later. Between 1912 and 1915, Hodler painted her many times. He documented her wasting and eventual extinction without mercy and yet with intense sympathy. He created a series of paintings that force the viewer to face the process of dying.” Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76 3
.
Jong en mooi
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
4
.
Ziek
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
5
.
Slaap die lijden verlicht
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
6
.
Pijn
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
7
.
Het einde nabij
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
8
.
Het is volbracht
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
9
.
De zon gaat onder…
Pestalozzi B C JCO 2003;21:74-76
©2003 by American Society of Clinical Oncology
10
Het levenseinde: een aparte levensfase het levenseinde: perspectief van eindigheid op korte termijn zorg voor het levenseinde: “palliatieve zorg-plus”
kwaliteit van leven én van sterven zorg voor het sterven van de patient zorg voor het lijden van de familie zorg voor de zorgverleners
11
Het levenseinde: een aparte levensfase het levenseinde: perspectief van eindigheid op korte termijn zorg voor het levenseinde: “palliatieve zorg-plus”
kwaliteit van leven én van sterven zorg voor het sterven van de patient zorg voor het lijden van de familie zorg voor de zorgverleners
12
Het levenseinde: een aparte levensfase het levenseinde: perspectief van eindigheid op korte termijn zorg voor het levenseinde: “palliatieve zorg-plus”
kwaliteit van leven én van sterven zorg voor het sterven van de patient zorg voor het lijden van de familie zorg voor de zorgverleners
13
Symptomen aan het levenseinde Symptoom
Voorkomen
Pijn
15 – 99 %
Anorexie
73 – 81 %
Nausea/braken
20 – 36 %
Dyspnoe
17 – 47 %
Depressie
44- 59 %
Angst
49 – 67 %
Delirium
9 – 68 %
Doodsreutel
45 – 56 %
ESMO Handbook of Advanced Cancer Care, 2006 Up to Date® 14
Symptomen aan het levenseinde Belangrijkste symptomen volgens arts en patient PATIENT
THUISZORG
HOSPICE
HOSPITAAL
1
vermoeidheid
vermoeidheid
pijn
pijn
2
versuffing
pijn
anorexie
delirium
3
pijn
anorexie
GI obstructie
misselijkheid
4
mondlast
vermagering
dyspnoe
GI obstructie
5
GI obstructie
dyspnoe
vermoeidheid dyspnoe
ESMO handbook of advanced cancer care, 2006 15
Symptomen aan het levenseinde Belangrijkste symptomen volgens arts en patient PATIENT
THUISZORG
HOSPICE
HOSPITAAL
1
vermoeidheid
vermoeidheid
pijn
pijn
2
versuffing
pijn
anorexie
delirium
3
pijn
anorexie
GI obstructie
misselijkheid
4
mondlast
vermagering
dyspnoe
GI obstructie
5
GI obstructie
dyspnoe
vermoeidheid dyspnoe
ESMO handbook of advanced cancer care, 2006 16
Symptomen aan het levenseinde Symptomen • moeilijk: te behandelen met medicatie, hulpmiddelen • refractair: niet onder controle te krijgen met medicatie, … mogelijke indicatie voor palliatieve sedatie
Behandeling • medicatie: o nodig: analgetica, anti-emetica, sedativa, anxiolytica,… o niet meer nodig: corticoiden, diuretica, anti-diabetica,… o stoppen: anti-hypertensiva, anticoagulantia, PPI,… • toedieningweg: o IV indien poort, anders subcutaan (SC) of rectaal
17
Symptomen aan het levenseinde Symptomen • moeilijk: te behandelen met medicatie, hulpmiddelen • refractair: niet onder controle te krijgen met medicatie, … mogelijke indicatie voor palliatieve sedatie
Behandeling • medicatie: o nodig: analgetica, anti-emetica, sedativa, anxiolytica,… o niet meer nodig: corticoiden, diuretica, anti-diabetica,… o stoppen: anti-hypertensiva, anticoagulantia, PPI,… • toedieningweg: o IV indien poort, anders subcutaan (SC) of rectaal
18
Symptomen aan het levenseinde Symptomen • moeilijk: te behandelen met medicatie, hulpmiddelen • refractair: niet onder controle te krijgen met medicatie, … mogelijke indicatie voor palliatieve sedatie
Behandeling • medicatie: o nodig: analgetica, anti-emetica, sedativa, anxiolytica,… o niet meer nodig: corticoiden, diuretica, anti-diabetica,… o stoppen: anti-hypertensiva, anticoagulantia, PPI,… • toedieningweg: o IV indien poort, anders subcutaan (SC) of rectaal
19
Symptomen: hoe evalueren ? Patient is zwak, dus: • hou het eenvoudig
• evalueer zo veel mogelijk aan bed • doe bijkomend onderzoek gericht en op indicatie
Vertrek vanuit de patient: • • • • • • •
neem je tijd en creëer een rustige sfeer bekijk of patient helder, of verward is vrààg naar symptomen stel ‘open’ vragen gebruik kwantitatieve schalen evalueer je interventies herevalueer de patient regelmatig
20
Symptomen: hoe evalueren ? Patient is zwak, dus: • hou het eenvoudig
• evalueer zo veel mogelijk aan bed • doe bijkomend onderzoek gericht en op indicatie
Vertrek vanuit de patient: • • • • • • •
neem je tijd en creëer een rustige sfeer bekijk of patient helder, of verward is vrààg naar symptomen stel ‘open’ vragen gebruik kwantitatieve schalen evalueer je interventies herevalueer de patient regelmatig
21
Symptoom evaluatie: meetschalen Voor meerdere symptomen o o o o
Memorial Symptom Assessment Scale- Short (MSAS) Edmonton Symptom Assessment Scale (ESAS) Rotterdam Symptom Checklist (RSC) en anderen
Voor één welbepaald symptoom pijn: o Visueel analoge schaal (VAS) o Brief Pain Inventory (BPI) o Memorial Pain Assessment Card
22
Symptoom evaluatie: meetschalen Voor meerdere symptomen o o o o
Memorial Symptom Assessment Scale- Short (MSAS) Edmonton Symptom Assessment Scale (ESAS) Rotterdam Symptom Checklist (RSC) en anderen
Voor één welbepaald symptoom pijn: o Visueel analoge schaal (VAS) o Brief Pain Inventory (BPI) o Memorial Pain Assessment Card
23
Edmonton symptom assessment
24
.
Rhodes D J et al. JCO 2001;19:501-508
©2001 by American Society of Clinical Oncology
25
Symptoom evaluatie: valkuilen - beperkingen verschilt naargelang: patient – familie – zorgverlener beïnvloed door: attitudes familie - zorgverlener moeilijk bij dementerenden niet haalbaar bij terminale patiënten
26
Symptoom evaluatie: valkuilen - beperkingen verschilt naargelang: patient – familie – zorgverlener beïnvloed door: attitudes familie - zorgverlener moeilijk bij dementerenden niet haalbaar bij terminale patiënten
27
Symptoom evaluatie: valkuilen - beperkingen verschilt naargelang: patient – familie – zorgverlener beïnvloed door: attitudes familie - zorgverlener moeilijk bij dementerenden niet haalbaar bij terminale patiënten
28
Supportieve zorg en symptoomcontrole Symptomen bij het levenseinde • • • • • • • • •
Pijn Misselijkheid en braken Vermoeidheid Anorexie-cachexie Dehydratatie Depressie Delirium Dyspnoe Doodsreutel
29
1. Pijn komt veel voor, en in elke zorgomgeving • ziekenhuis, thuis, hospice: > 50%
frequent symptoom in het eindverloop van veel ziekten • kanker : < 70 % • terminaal hartfalen: ≤75 % • MS, CVA, dementie….
voor patiënten het meest gevreesde symptoom voor familie vaak een bron van schuldgevoel, ergernis
30
Pijn toch nog vaak onderbehandeld… o artsen: • onvoldoende kennis van pijnbehandeling • onvoldoende aandacht voor pijn-signalen • impact pijn onderschat • vrees om het overlijden te versnellen o patiënten: • onderrapportering • gebrekkige therapietrouw • geloven dat pijn er bij hoort • angst voor gewenning en verslaving
o gezondheidszorg: • beschikbaarheid van medicatie
31
Pijn toch nog vaak onderbehandeld… o artsen: • onvoldoende kennis van pijnbehandeling • onvoldoende aandacht voor pijn-signalen • impact pijn onderschat • vrees om het overlijden te versnellen o patiënten: • onderrapportering • gebrekkige therapietrouw • geloven dat pijn er bij hoort • angst voor gewenning en verslaving
o gezondheidszorg: • beschikbaarheid van medicatie
32
Pijn toch nog vaak onderbehandeld… o artsen: • onvoldoende kennis van pijnbehandeling • onvoldoende aandacht voor pijn-signalen • impact pijn onderschat • vrees om het overlijden te versnellen o patiënten: • onderrapportering • gebrekkige therapietrouw • geloven dat pijn er bij hoort • angst voor gewenning en verslaving
o gezondheidszorg: • beschikbaarheid van medicatie
33
Pijn - Diagnostiek belang van een grondige evaluatie: o ‘Pijn is wat de patient zegt dat het is’ o de pijn zo goed mogelijk in kaart brengen: • plaats, duur, verloop, beïnvloedende factoren,… • geschiedenis van de pijn en effect vroegere R/
komen tot een pijn-’kader’ dat een leidraad is bij de aanpak en de behandeling van de pijn o nociceptieve pijn o neuropathische pijn
34
Pijn - Diagnostiek belang van een grondige evaluatie: o ‘Pijn is wat de patient zegt dat het is’ o de pijn zo goed mogelijk in kaart brengen: • plaats, duur, verloop, beïnvloedende factoren,… • geschiedenis van de pijn en effect vroegere R/
komen tot een pijn-’kader’ dat een leidraad is bij de aanpak en de behandeling van de pijn o nociceptieve pijn o neuropathische pijn
35
Pijn - Behandeling medicamenteuze behandeling farmacotherapie is de basis van de pijnbehandeling niet-opiate pijnstillers: paracetamol, NSAID opiaten adjuvante pijnstillers niet-medicamenteus radiotherapie palliatieve heelkunde interventionele technieken
36
Pijn - Behandeling medicamenteuze behandeling farmacotherapie is de basis van de pijnbehandeling niet-opiate pijnstillers: paracetamol, NSAID opiaten adjuvante pijnstillers niet-medicamenteus
radiotherapie palliatieve heelkunde interventionele technieken integratieve behandelwijzen
37
Levy M. N Engl J Med 1996;335:1124-1132
38
Welke pijnscore Krijgt hij/zij al heeft patient ? medicatie ?
Wat gaan we geven?
licht tot matige pijn nog geen pijnstillers trap 1 niet opiaat pijnstiller matige pijn (start met trap 2 zwak opiaat?) licht tot matige pijn trap 1 pijnstiller
dosis trap 1 pijnstiller maximaliseren trap 2 pijnstiller bijgeven
matig tot hevige pijn
trap 2 pijnstiller
dosis trap 2 pijnstiller maximaliseren anders trap 3 pijnstiller
matig tot hevige pijn
trap 3 pijnstiller
dosis trap 3 pijnstiller maximaliseren 39
OPIATEN hoeksteen in de behandeling van ernstige pijn individuele verschillen in respons keuze bepaald door: o voorschrijver: ervaring opgebouwd met bepaald product o product: formulatie (oraal-parenteraal), beschikbaarheid, …
referentieproduct: MORFINE
40
OPIATEN Morfine o beschikbaar in veel formulaties o kan via diverse toedieningswegen gegeven worden (weinig resorptie bij sublinguale toediening)
o o o o
metabolisatie in de lever – excretie via de nier morfine-3-glucuronide: leidt tot toxische effecten morfine-6-glucuronide: draagt bij tot analgetisch effect hogere concentraties metabolieten bij nierinsufficiëntie !
o toxiciteit: • delirium, hallucinaties, myoclonieën • misselijkheid, braken • urineretentie • obstipatie 41
OPIATEN Morfine o beschikbaar in veel formulaties o kan via diverse toedieningswegen gegeven worden (weinig resorptie bij sublinguale toediening)
o o o o
metabolisatie in de lever – excretie via de nier morfine-3-glucuronide: leidt tot toxische effecten morfine-6-glucuronide: draagt bij tot analgetisch effect hogere concentraties metabolieten bij nierinsufficiëntie !
o toxiciteit: • delirium, hallucinaties, myoclonieën • misselijkheid, braken • urineretentie • obstipatie 42
OPIATEN Morfine o beschikbaar in veel formulaties o kan via diverse toedieningswegen gegeven worden (weinig resorptie bij sublinguale toediening)
o o o o
metabolisatie in de lever – excretie via de nier morfine-3-glucuronide: leidt tot toxische effecten morfine-6-glucuronide: draagt bij tot analgetisch effect hogere concentraties metabolieten bij nierinsufficiëntie !
o toxiciteit: • delirium, hallucinaties, myoclonieën • misselijkheid, braken • urineretentie • obstipatie 43
Andere OPIATEN WIE
MERK ®
BEMERKINGEN
tramadol
Contramal Dolzam
• plafond effect • misselijkheid !
hydromorfone
Palladone IR, SR
• lage [glucuron-metabolieten]: bruikbaar bij nierinsufficiëntie
oxycodone
Oxynorm instant Oxycontin
• ook beschikbaar in ampullen
buprenorfine
Transtec
• • • •
fentanyl
Durogesic
• geen actieve metabolieten: bruikbaar bij nierinsufficiëntie • minder jeuk, urticaria
pleister
pleister
partiële agonist plafond effect interactie SSRI effect op neuropathische pijn ?
44
Andere OPIATEN WIE
MERK ®
BEMERKINGEN
methadon
Mephenon
• N-methyl-D-aspartaat antagonisme (pijnstilling én omkering opioid tolerantie) • lange halfwaardetijd • grote variatie in t1/2 tussen patiënten • onvoorziene effecten op sterkte en werking • moeilijke individuele dosering • cave accumulatie en late toxiciteit
45
OPIATEN – OPMERKINGEN toedieningsweg: als oraal niet (meer) kan… o transdermaal: voor stabiele, chronische pijn niet voor optitreren of snelle aanpassingen o SC pomp: flexibiliteit ! zeer geschikt in de terminale fase
bij onvoldoende pijnstilling ondanks opiaten: o o o o
opioid rotatie toevoegen niet-opiaten en/of adjuvante pijnstilling interventionele technieken integratieve behandelwijzen
46
OPIATEN – OPMERKINGEN toedieningsweg: als oraal niet (meer) kan… o transdermaal: voor stabiele, chronische pijn niet voor optitreren of snelle aanpassingen o SC pomp: flexibiliteit ! zeer geschikt in de terminale fase
bij onvoldoende pijnstilling ondanks opiaten: o o o o
opioid rotatie toevoegen niet-opiaten en/of adjuvante pijnstilling interventionele technieken integratieve behandelwijzen
47
ADJUVANTE MEDICATIE (opiaat-refractaire) neuropathische pijn o corticoiden o anti-epileptica met specifiek spectrum: pregabaline (Lyrica®) o antidepressiva : tricyclisch: amitriptyline (Redomex®) SSRI: duloxetine (Cymbalta®)
botpijn o NSAID o corticoiden o bisfosfonaten
In de terminale fase alle medicatie, ook adjuvant, kritisch bekijken ! 48
ADJUVANTE MEDICATIE (opiaat-refractaire) neuropathische pijn o corticoiden o anti-epileptica met specifiek spectrum: pregabaline (Lyrica®) o antidepressiva : tricyclisch: amitriptyline (Redomex®) SSRI: duloxetine (Cymbalta®)
botpijn o NSAID o corticoiden o bisfosfonaten
In de terminale fase alle medicatie, ook adjuvant, kritisch bekijken ! 49
ADJUVANTE MEDICATIE (opiaat-refractaire) neuropathische pijn o corticoiden o anti-epileptica met specifiek spectrum: pregabaline (Lyrica®) o antidepressiva : tricyclisch: amitriptyline (Redomex®) SSRI: duloxetine (Cymbalta®)
botpijn o NSAID o corticoiden o bisfosfonaten
In de terminale fase alle medicatie, ook adjuvant, kritisch bekijken ! 50
2. NAUSEA-BRAKEN Etiologie: multifactorieel o o o o
medicatie: opiaten GI: ulcus, obstipatie, obstructie metabool: hyperCa++ neurologisch: hersenoedeem, meningeale carcinomatose
Diagnostiek o gericht op opsporen van behandelbare oorzaken
Behandeling o oorzakelijk: indien mogelijk o symptomatisch • metoclopramide (Primperan®) effect op maaglediging én centraal • corticoiden: versterken prokinetica • haloperidol (Haldol®): centraal werkend o toedieningsweg: oraal-subcutaan-(rectaal) 51
2. NAUSEA-BRAKEN Etiologie: multifactorieel o o o o
medicatie: opiaten GI: ulcus, obstipatie, obstructie metabool: hyperCa++ neurologisch: hersenoedeem, meningeale carcinomatose
Diagnostiek o gericht op opsporen van behandelbare oorzaken
Behandeling o oorzakelijk: indien mogelijk o symptomatisch • metoclopramide (Primperan®) effect op maaglediging én centraal • corticoiden: versterken prokinetica • haloperidol (Haldol®): centraal werkend o toedieningsweg: oraal-subcutaan-(rectaal) 52
Maligne darmobstructie Oorzaken o mechanisch: occlusie van het lumen door tumor • intralumineel, intramuraal • extrinsiek o gestoorde darmmotiliteit • slechte algemene toestand • paraneoplastisch • medicatie
Verloop
o (acuut) o aan het levenseinde vaak subacuut
53
Malignant bowel obstruction Partial OR Complete Bowel Obstruction
Increased Bowel Contractions
Transit of Bowel Content reduced or stopped ↑
Bowel Distension
↑ ↑ ↑
Volume of Bowel Content Surface of Bowel Epithelia Bowel Secretions: H2O, NaCl
Damage of Bowel Epithelia Inflammation with oedema en hyperaemia Production of nociceptive mediators Production of PG, VIP
Continuous pain
Nausea and Vomiting
Colicky pains
Ripamonti et al. Clinical-practice recommendations for the management of bowel obstruction in patients with end-stage cancer. Support Care Cancer 2001; 9: 223-233 EAPC guidelines 54
Maligne darm obstructie: Medicale therapie
55
Maligne darmobstructie Werkingsmechanisme van octreotide
Inhibits gastrointestinal and pancreatic peptide hormone secretion
Inhibits gastric acid secretion Inhibits pancreatic exocrine secretion
Reduces splanchnic blood flow decrease of portal tension Reduces stool volume and diarrhoea
Slows gastrointestinal transit Stimulates water and electrolytic absorption
Reprinted with permission from Lamberts SW et al. N Engl J Med. 1996;334:246-254.
56
3. VERMOEIDHEID Etiologie: multifactorieel o o o o o o
anemie, hypoxie infectie dehydratie pijn depressie slapeloosheid
Diagnostiek
o gericht op opsporen van behandelbare oorzaken
Behandeling
o oorzakelijk: indien mogelijk o symptomatisch • farmacologisch: ψstimulantia (Rilatine®), antidepressiva • niet-farmacologisch: relaxatie, meditatie, .. en andere integratieve behandelwijzen
57
3. VERMOEIDHEID Etiologie: multifactorieel o o o o o o
anemie, hypoxie infectie dehydratie pijn depressie slapeloosheid
Diagnostiek
o gericht op opsporen van behandelbare oorzaken
Behandeling
o oorzakelijk: indien mogelijk o symptomatisch • farmacologisch: ψstimulantia (Rilatine®), antidepressiva • niet-farmacologisch: relaxatie, meditatie, .. en andere integratieve behandelwijzen
58
4. ANOREXIE - CACHEXIE Etiologie o onvoldoende calorie-inname o én verstoord metabolisme met verhoogd basaal energieverbruik en verlies van spier- en vetweefsel o terminale pt: eten minder vaak, minder gevarieerd, vrl vloeibaar
Behandelen aan het levenseinde ? o doel: meer symptomatisch, dan nutritioneel o nog kunnen genieten van smaken o aandacht voor het sociale aspect van ‘samen eten’
Farmacotherapie o corticoiden: effect op eetlust, misselijkheid, energie o progestagenen: •effect op eetlust, vermoeidheid; •vochtretentie , gewichtstoename •geen effect op voedingstoestand of levenskwaliteit 59
4. ANOREXIE - CACHEXIE Etiologie o onvoldoende calorie-inname o én verstoord metabolisme met verhoogd basaal energieverbruik en verlies van spier- en vetweefsel o terminale pt: eten minder vaak, minder gevarieerd, vrl vloeibaar
Behandelen aan het levenseinde ? o doel: meer symptomatisch, dan nutritioneel o nog kunnen genieten van smaken o aandacht voor het sociale aspect van ‘samen eten’
Farmacotherapie o corticoiden: effect op eetlust, misselijkheid, energie o progestagenen: •effect op eetlust, vermoeidheid; •vochtretentie , gewichtstoename •geen effect op voedingstoestand of levenskwaliteit 60
4. ANOREXIE - CACHEXIE Etiologie o onvoldoende calorie-inname o én verstoord metabolisme met verhoogd basaal energieverbruik en verlies van spier- en vetweefsel o terminale pt: eten minder vaak, minder gevarieerd, vrl vloeibaar
Behandelen aan het levenseinde ? o doel: meer symptomatisch, dan nutritioneel o nog kunnen genieten van smaken o aandacht voor het sociale aspect van ‘samen eten’
Farmacotherapie o corticoiden: effect op eetlust, misselijkheid, energie o progestagenen: •effect op eetlust, vermoeidheid; •vochtretentie , gewichtstoename •geen effect op voedingstoestand of levenskwaliteit 61
ESMO Milaan 2010 RANDOMIZED PHASE III CLINICAL TRIAL OF 5 DIFFERENT ARMS OF TREATMENT FOR PATIENTS WITH CANCER RELATED ANOREXIA/CACHEXIA SYNDROME (CACS) C. Madeddu et al. Three hundred and thirty-two assessable pts with CACS received as basic oral treatment poliphenols + alpha lipoic acid + carbocysteine + vitamins ACE and then were randomly assigned to one of five arms of treatment: 1 - medroxyprogesterone 500 mg/d or megestrol acetate 320 mg/d; 2 – oral supplementation with EPA; 3 - L-carnitine 4 g/d; 4 - thalidomide 200 mg/d; 5 - a combination of the above. Treatment duration: 4 months.
Conclusion: The most effective treatment for all three primary efficacy endpoints as well as secondary endpoints appetite, IL-6, TNF-a, GPS and ECOG PS was the combination regimen which included all selected agents. Dr Lybaert, post-ESMO meeting, november 2010 62
5. DEHYDRATATIE Discussie o Vocht: vloek of zegen ? o Uitdroging: zo laten, of iets aan doen ?
Rehydratatie PRO
CONTRA
Betere symptoomcontrole ?
Gemiste kans op minder symptomen ?
Minder kans op delirium ?
Minder bronchiale secreties/reutelen
Minder dorstgevoel ?
Minder GI secreties/nausea-braken
Toegangsweg palliatieve medicatie Minder ascites en oedemen Weinig extra werk voor zorgteam
Minder levenskwaliteit bij overvulling
Geen bewijs dat doodsstrijd langer duurt
63
Dehydratatie Vochtbehoefte o terminale pt heeft minder nodig o ≤1500 ml/dag is voldoende
Toedieningsweg o subcutaan • infuus via SC naald • kan in de thuiszorg • toevoegen hyaluronidase voor betere absorptie niet nodig • problemen: overvulling, allergie hyaluronidase o rectaal • vloeistof via rectale sonde • indien geen SC naald, infuus, … ter beschikking
Besluit o individuele beslissing in overleg met pt en familie o na rijp beraad van voor-/nadelen 64
Dehydratatie Vochtbehoefte o terminale pt heeft minder nodig o ≤1500 ml/dag is voldoende
Toedieningsweg o subcutaan • infuus via SC naald • kan in de thuiszorg • toevoegen hyaluronidase voor betere absorptie niet nodig • problemen: overvulling, allergie hyaluronidase o rectaal • vloeistof via rectale sonde • indien geen SC naald, infuus, … ter beschikking
Besluit o individuele beslissing in overleg met pt en familie o na rijp beraad van voor-/nadelen 65
6. DEPRESSIE Achtergrond o bedrukte stemming, verdriet, droefheid … normale reacties o gevoelens van hopeloosheid, hulpeloosheid, schuld, of zelfmoordgedachten … een aanwijzing voor depressie o bij depressie grotere kans op zelfmoord(gedachten) en vaker vraag naar levensbeëindiging o depressie maakt het lijden van pt en familie nog zwaarder
Diagnostiek o anamnese: “was u de laatste twee weken vaak depressief ?” o korte screeningstesten (HADS, BEDS)
Behandeling o behandelen van andere symptomen o ondersteunende psychotherapie o antidepressiva
66
6. DEPRESSIE Achtergrond o bedrukte stemming, verdriet, droefheid … normale reacties o gevoelens van hopeloosheid, hulpeloosheid, schuld, of zelfmoordgedachten … een aanwijzing voor depressie o bij depressie grotere kans op zelfmoord(gedachten) en vaker vraag naar levensbeëindiging o depressie maakt het lijden van pt en familie nog zwaarder
Diagnostiek o anamnese: “was u de laatste twee weken vaak depressief ?” o korte screeningstesten (HADS, BEDS)
Behandeling o behandelen van andere symptomen o ondersteunende psychotherapie o antidepressiva
67
7. DELIRIUM Etiologie Primair (terminale onrust) vs. secundair (uitlokkend): o opioiden–neurotoxiciteit o psychotrope medicatie o hersentumor, hersenmetastasen o metabool: hyperCa++, hypoNa+, nierfalen o infecties, sepsis o urineretentie, fecale impactie
Kliniek o gestoord en wisselend bewustzijn, cognitief falen, desoriëntatie, wisselende agitatie, wanen en hallucinaties,..
Belang o heel frequent, en toch soms nog miskend o zeer belastend voor pt en familie o ‘de ervaring van nu is de herinnering van morgen’: voor de naasten een onuitwisbare indruk die blijft hangen… 68
7. DELIRIUM Etiologie Primair (terminale onrust) vs. secundair (uitlokkend): o opioiden–neurotoxiciteit o psychotrope medicatie o hersentumor, hersenmetastasen o metabool: hyperCa++, hypoNa+, nierfalen o infecties, sepsis o urineretentie, fecale impactie
Kliniek o gestoord en wisselend bewustzijn, cognitief falen, desoriëntatie, wisselende agitatie, wanen en hallucinaties,..
Belang o heel frequent, en toch soms nog miskend o zeer belastend voor pt en familie o ‘de ervaring van nu is de herinnering van morgen’: voor de naasten een onuitwisbare indruk die blijft hangen… 69
Delirium Evaluatie o Delirium observatieschaal (DOS) o Memorial Delirium Assessment Scale (MDAS)
Behandeling o o o o
‘Voorkomen beter dan genezen’ Aanpakken van behandelbare oorzaken Verwardheid: R/ Haldol Onrust en agitatie: R/ benzodiazepines
Aandacht voor informatie en ondersteuning van familie en zorgverleners !
70
8. DYSPNOE Etiologie o o o o o o
longen: longca., meta’s, COPD, pneumonie, longembolie pleura: vochtuitstorting hart: decompensatie, pericardvocht anemie algemene spierzwakte abdominale opzetting: ascites, fecale impactie
Evaluatie
o ‘dyspnoe is wat de patient zegt dat het is’ VAS schaal: 0-10 aangepaste Borg schaal ‘hoeveel moeite kost het’: 0-10
71
8. DYSPNOE Etiologie o o o o o o
longen: longca., meta’s, COPD, pneumonie, longembolie pleura: vochtuitstorting hart: decompensatie, pericardvocht anemie algemene spierzwakte abdominale opzetting: ascites, fecale impactie
Evaluatie
o ‘dyspnoe is wat de patient zegt dat het is’ VAS schaal: 0-10 aangepaste Borg schaal ‘hoeveel moeite kost het’: 0-10
72
Dyspnoe Behandeling
o gericht: aanpakken van behandelbare oorzaken o symptomatisch: • opiaten Verminderen ventilatoire respons op hypoxie en hypercapnie verminderen cardiale preload hebben anxiolytisch effect • O2 stijging saturatie ≠ verbetering dyspnoe masker vermijden ! ventilator, frisse lucht,… rechtop zitten ! • corticoiden bij lymfangitis carcinomatosa, vena cava superior ∑, COPD • bronchodilatatoren bij onderliggend COPD, astma aerosol met morfine ?: niet beter dan placebo • benzodiazepines: evt toevoegen bij morfine 73
Urgenties aan het levenseinde massieve bloeding acute stridor grand-mal epilepsie Indicatie voor palliatieve sedatie !
74
BESLUIT het levenseinde is een periode van voortschrijdende achteruitgang met toenemende lichamelijke en psychosociale klachten bij patient en familie groeit het besef van het naderend einde in deze fase is een goede pijn- en symptoomcontrole essentieel daarnaast moet er aandacht zijn voor communicatie op maat van de patient en voor ondersteuning van familie en zorgverleners
75
MSAS
(Memorial symptom assessment scale )
76
Met dank aan het thuisfront
En aan u allen voor uw aandacht en aanwezigheid !
77
Rotterdam Symptom Checklist physical symptom distress (23 items) s1: lack of appetite s3: tiredness s5: sore muscles s7: lack of energy s8: low back pain s10: nausea s12: difficulty sleeping s13: headaches s14: vomiting s15: dizziness s16: decreased sexual interest s18: abdominal (stomach) aches s20: constipation s21: diarrhoea s22: acid indigestion s23: shivering s24: tingling hands or feet s25: difficulty concentrating s26: sore mouth/pain when swallowing s27: loss of hair s28: burning/sore eyes s29: shortness of breath s30: dry mouth
psychological distress (7 items) s2: irritability s4: worrying s6: depressed mood s9: nervousness s11: despairing about the future s17: tension s19: anxiety
activity level (8 items) act1: care for myself (wash etc.) act2: walk about the house act3: light housework/household jobs act4: climb stairs act5: heavy housework/household jobs act6: walk out of doors act7: go shopping act8: go to work
overall evaluation of life (1 item) all1: all things considered
78
Delirium
79