NIAZ Qmentum International
Hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde Normen
Normen De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert palliatieve zorg als een benadering om de kwaliteit van leven te verhogen van patiënten en hun familieleden, wanneer zij te maken hebben met problemen als gevolg van een levensbedreigende ziekte. Het gaat om het voorkomen en verlichten van het lijden met behulp van vroege identificatie en accurate beoordeling, pijnbestrijding en hulp bij andere problemen op fysiek, psychosociaal en spiritueel vlak.
De normen vormen een hulpmiddel voor instellingen om de kwaliteit van hun dienstverlening te beoordelen en zijn bedoeld voor instellingen die behandeling en zorg verlenen in een hospice, een ziekenhuis (met opnames of dagverpleging) of in de thuisomgeving. De normen zijn gebaseerd op vijf elementen van excellente dienstverlening: klinisch leiderschap, mensen, proces, informatie en prestatie. De normen voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde bevatten de volgende hoofdstukken: Investeren in hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde Over de juiste mensen beschikken Verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde Verhogen van de kwaliteit van leven Cliëntgegevens bewaren Toezien op de veiligheid en kwaliteit van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde Het accreditatieprogramma Het Internationale Accreditatieprogramma NIAZ 3.0 (Qmentum) kent drie accreditatieniveaus: Goud, Platina en Diamant. Elk niveau zorgt door middel van gestandaardiseerde processen voor consistentie en efficiëntie bij de zorgverlening en biedt internationale zorgorganisaties op die manier stappenplan op maat, voor accreditatie en kwaliteitsverbetering. Goud heeft betrekking op basisstructuren en -processen die verband houden met de fundamentele elementen van veiligheids- en kwaliteitsverbetering. Platina bouwt voort op deze elementen van kwaliteit en veiligheid, maar benadrukt ook cliëntgerichte zorg, waarbij consistentie in de zorgverlening wordt nagestreefd door middel van standaardprocedures en door het betrekken van cliënten en medewerkers bij de besluitvorming. Diamant richt zich op het realiseren van kwaliteit door het controleren van resultaten, gebruikmakend van praktijkervaring en best practices om diensten te verbeteren, en door het vergelijken van eigen resultaten met die van collega-organisaties om tot verbeteringen op systeemniveau te komen. Voor alle niveaus ondergaan aangesloten instellingen eens in de vier jaar een extern auditbezoek, waarbij zij worden getoetst aan de hand van het NIAZ-referentiekader. De structuur van de normen Een set normen is verdeeld over hoofdstukken waarin verschillende aspecten van kwaliteit van dienstverlening aan de orde komen, zoals investeren in zorg, personeelsbezetting, verlenen van zorg, informatiesystemen en kwaliteitsverbetering. Elk hoofdstuk bestaat uit normen, criteria en richtlijnen die betrekking hebben op het hoofdstuk. 1.0 De norm. Een doelstelling, onderverdeeld in criteria. 1.1 Het criterium. Een meetbaar element waarin is beschreven welke activiteiten nodig zijn om aan de norm te voldoen. Aan elk van de criteria is een niveau toegekend (Goud, Platina of Diamant), en ieder criterium is gekoppeld aan een van de acht kwaliteitsdimensies die worden geïdentificeerd aan de hand van symbolen: toegankelijkheid, cliëntgerichte dienstverlening, continuïteit van de zorgverlening, effectiviteit, efficiëntie, doelgroepgerichtheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden. De auditoren beoordelen elk criterium tijdens het externe auditbezoek. Een aantal criteria staan aangeduid als ROP (Required Organizational Practice - vereiste instellingsrichtlijn). Vereiste instellingsrichtlijnen zijn essentiële praktijken die instellingen moeten hanteren om de veiligheid van patiënten/cliënten te verbeteren en risico's te minimaliseren Richtlijnen: Sommige criteria bevatten aanvullende richtlijnen waarin de criteria verder toegelicht worden of waarin suggesties worden gedaan om te voldoen aan het criterium. Begrippenlijst Een cliënt: degene die de zorg ontvangt, ook bekend als patiënt. Familieleden zijn de naast betrokkenen van de cliënt. De cliënt definieert de 'familieleden': het kan gaan om relatie/partner, directe familieleden zoals broers en zussen, leden van de familie in ruimere zin of mantelzorgers. Medicatieverificatie: het proces waarbij een lijst van de huidige medicatie van een cliënt wordt gecontroleerd en vergeleken met de lijst van medicatie voorafgaand aan de opname, overdracht of ontslag. Medicatieverificatie helpt bij het terugdringen van bijwerkingen als gevolg van de complexe wisselwerking tussen geneesmiddelen. Medicatieverificatie kan tijdrovend en moeilijk uit te voeren zijn; het is echter aangetoond dat medicatieverificatie de cliëntveiligheid aanzienlijk verbetert. Aanbevolen wordt om het proces met name te gebruiken voor cliënten met een complexe medicatiegeschiedenis, bijv. cliënten die vier of meer verschillende geneesmiddelen gebruiken. Samenwerkingspartner: een instelling of persoon die met een andere instelling samenwerkt aan een project om een specifieke kwestie aan te pakken door het uitwisselen van informatie en/of 'middelen'. De betrokken instelling of persoon heeft baat bij het welslagen van het project. Cliëntenpopulatie: een groep cliënten die risico loopt op, of lijdt aan een specifieke aandoening. Handelingsbevoegdheid: de procedures, acties en processen die een specifieke zorgaanbieder mag uitvoeren. In sommige landen is de handelingsbevoegdheid vastgelegd in wet- en/of regelgeving. In die landen gebruiken de vergunningverlenende instanties de handelingsbevoegdheid ter bepaling van de opleiding, ervaring en bewezen vaardigheden waarover zorgverleners moeten beschikken om een praktijkvergunning te krijgen. Zorgplan: ook wel behandelplan genoemd. Het is een document waarin wordt vastgelegd wat de behoeften zijn van de cliënt, wat de doelstellingen zijn en welke diensten door de instelling en haar samenwerkingspartners moeten worden geleverd. Diensten: het begrip diensten omvat onder andere diagnostiek, het verlenen van zorg, behandeling en dienstverlening door paramedici. Een team: een groep zorgverleners die samenwerken om te voldoen aan de complexe en uiteenlopende behoeften van hun cliënten, hun familieleden en de gemeenschap waarvan zij deel uitmaken. Teams zijn multidisciplinair, wat inhoudt dat zorgverleners van verschillende disciplines samenwerken bij het verlenen van zorg. De samenstelling van een multidisciplinair team is afhankelijk van de aard van de zorg die wordt verleend. De teamleider: de persoon die verantwoordelijk is voor het operationele management van een multidisciplinair team. Het teamleiderschap kan wisselen tussen organisatorisch manager en medisch manager. Tot zijn of haar taken behoren het in kaart brengen van behoeften, personeelsbezetting en de rapportage aan een hoger leidinggevende.
INVESTEREN IN HOSPICEZORG, PALLIATIEVE ZORG EN ZORG ROND HET LEVENSEINDE 1.0
De teamleiders organiseren en ontwikkelen hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde op basis van de behoeften van de cliënt.
1.1
De teamleiders beschikken over een vastgelegd plan om informatie te verzamelen over de zorgbehoeften van huidige en potentiële cliënten. Goud
Doelgroepgerichtheid
Toelichtingen Het verzamelen van informatie over behoeften in de samenleving aan hospicezorg-, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde kan bestaan uit: - het identificeren van mensen met een verhoogd risico op het krijgen van een levensbedreigende ziekte of die al aan een dergelijke ziekte lijden, bijv. chronisch zieken en ouderen - mensen met kanker, HIV/AIDS, cardiovasculaire aandoeningen in een eindstadium, of ALS - mensen die symptomatische zorg behoeven, zoals mensen met sikkelcelanemie of een neuropathie - mensen die binnenkort zullen sterven - mensen die depressief zijn of dat dreigen te worden als gevolg van het sterf- of rouwproces - en hoeveel hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde er momenteel beschikbaar is in de gemeenschap. Deze informatie kan afkomstig zijn van interne en externe bronnen zoals regionale gezondheidsinformatiesystemen. Ook als het niet binnen zijn taak ligt om deze gegevens te verzamelen, moet het team weten hoe zij de beschikbare informatie kan raadplegen en gebruiken.
1.2
De teamleiders handelen volgens dat plan voor het verzamelen van informatie over de zorgbehoeften van huidige en potentiële cliënten. Platina
Doelgroepgerichtheid
Toelichtingen *
1.3
De teamleiders vragen cliënten, zorgverleners en andere medewerkers om input bij het verzamelen van informatie over de zorgbehoeften van cliënten.
Doelgroepgerichtheid
Diamant
Toelichtingen *
1.4
Efficiëntie
De teamleiders analyseren de cliëntinformatie om te bepalen hoeveel medewerkers ingezet worden, welke deskundigheden zij moeten hebben en om de benodigde ruimtes, voorraden, apparatuur en andere middelen te bepalen voor het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Toelichtingen *
Platina
1.5
De teamleiders analyseren de informatie over cliënten om te beslissen welke zorg rechtstreeks, via verwijzing of door gecontracteerde zorgverleners wordt verleend.
Effectiviteit
Platina
Toelichtingen Voorbeelden van gecontracteerde hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde zijn diagnose-, psychologische en apotheekdiensten.
1.6
De teamleiders analyseren de cliëntinformatie om in kaart te brengen welke samenwerkingspartners nodig zijn om de zorg te coördineren in de keten, indien van toepassing.
Continuïteit van de zorgverlening
Diamant
Toelichtingen Omdat een instelling nooit alleen aan alle cliëntbehoeften kan voldoen, zoeken de instellingen samenwerkingspartners in de samenleving om de gehele zorgketen toegankelijk te maken, zodat cliënten zich gemakkelijker door het systeem kunnen bewegen. De zorgketen voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde omvat preventie en bevordering, behandeling, ondersteuning, revalidatie, zorg rond het levenseinde, overlijden en rouw. Het omvat de ziekte- en rouwervaring van de cliënt en zijn familieleden. Het type en niveau van zorgverlening ontwikkelt mee met eventuele veranderingen in de behoeften van de cliënt en zijn familieleden tijdens het zorgtraject. Het team coördineert de zorg in alle soorten omgevingen, bijv. thuis, ziekenhuis, verpleeghuis, ambulante kliniek, hospice of afdeling voor palliatieve zorg, en in alle typen sectoren, bijv. ondersteuning thuis, informatie-, begeleidings- of verwijzingsdiensten, kort- en langdurige zorg, langdurige ondersteunende diensten en sociale diensten, zoals financiële en kredietbegeleiding.
1.7 Doelgroepgerichtheid
De teamleiders vergroten samen met samenwerkingspartners de bekendheid van cliënten met de beschikbaarheid van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde in de omgeving.
Diamant
Toelichtingen Voorbeelden van vergroting van de bekendheid zijn initiatieven voor noodhulp en acties in de samenleving en hulpgroepen voor mantelzorgers. Ook kan worden gedacht aan programma's die zijn gericht op groepen met een hoog risico of moeilijk te bereiken groepen, zoals etnische minderheden, mensen met een beperking en andere speciale groepen.
1.8 Effectiviteit
De teamleiders analyseren de cliëntinformatie om te bepalen of er hiaten zijn in de zorgverlening en om te bepalen welke middelen nodig zijn om deze te vullen.
Diamant
Toelichtingen Wanneer er nieuwe gegevens beschikbaar komen, moet de instelling zich daaraan aanpassen om te voldoen aan de behoeften van haar cliënten.
2.0
De instelling stelt medewerkers, ruimte, apparatuur en andere middelen ter beschikking die nodig zijn om hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde te verlenen.
2.1
Het team beschikt over een voldoende aantal medewerkers en is van de juiste samenstelling om 24 uur per dag de zorg te verlenen. Goud
Efficiëntie
Toelichtingen De grootte en samenstelling van het personeelsbestand kunnen worden gebaseerd op een aantal factoren, waaronder de aard van de zorg, het aantal diensten per dag, de cliëntpopulatie en variaties in de vraag naar
zorg gedurende de dag.
2.2
Het team beschikt over een fysieke ruimte die toegankelijk is voor cliënten die gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een rolstoel, looprek of krukken. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Een toegankelijke omgeving omvat wasruimtes toegankelijk voor cliënten met beperkte mobiliteit en deuren die breed genoeg zijn voor cliënten in een rolstoel NIAZ Toelichtingen De site www.allestoegankelijk.nl geeft een overzicht van wetgeving, voorbeelden, tips en organisaties die producten en diensten toegankelijk maken.
2.3 Veiligheid
Het team beschikt over een fysieke ruimte die is voorzien van rails en handgrepen om te waarborgen dat cliënten met beperkte mobiliteit zich veilig kunnen voortbewegen.
Goud
Toelichtingen *
2.4
Het team beschikt over afgezonderde ruimtes om de privacy van cliënten en hun familieleden en de vertrouwelijkheid van hun gesprekken te waarborgen.
Cliëntgerichte zorgverlening
Platina
Toelichtingen Ruimten met voldoende privacy kunnen bestaan uit een mix van kamers met volledige privacy en kamers waarin privacy wordt geboden door afscherming en gordijnen, aparte onderzoekkamers, eigen badkamer en douche, en ruimte voor vertrouwelijke gesprekken tussen cliënten en hun zorgverlener of familieleden. NIAZ Toelichtingen VL: 8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen.- book pg 486 -492
2.5
Het team beschikt over voldoende ruimte voor teambesprekingen over cliënten. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De werkruimte van het team kan een afgezonderde ruimte bevatten voor teamgesprekken over individuele cliënten en ruimtes die groot genoeg zijn voor rondes en evaluaties van cliënten en hun partners.
2.6
Het team beschikt over adequate persoonlijke beschermingsmiddelen die deugdelijk zijn onderhouden. Goud
Veiligheid
Toelichtingen *
2.7
Het team beschikt voor het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde over materialen en de apparatuur die functioneel en up-to-date zijn en die regelmatig worden getest.
Effectiviteit
Goud
Toelichtingen Voorbeelden van apparatuur en benodigdheden zijn medicatie, zuurstof- en suctiesystemen, subdermale infuuspompen, ziekenhuisbedden of postoelen voor thuis.
2.8
Het team beschikt over documentatie die beschrijft waar de apparatuur wordt bewaard, hoe die moet worden gebruikt en of die regelmatig preventief onderhoud behoeft.
Effectiviteit
Goud
Toelichtingen Het team heeft toegang tot de informatie over regulier preventief onderhoud. Het team heeft eveneens toegang tot gebruikshandleidingen van beschikbare apparatuur. NIAZ Toelichtingen NL: Convenant veilige toepassing medische technologie in het ziekenhuis
2.9
Het team en de teamleiders werken met andere teams binnen de instelling samen aan capaciteitsplannen bij piekmomenten op afdelingen voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
Effectiviteit
Platina
Toelichtingen Capaciteitsplanning bij piekmomenten omvat beleid en procedures voor het omgaan met periodes met grote cliëntaantallen of tekorten aan medewerkers in de hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
2.10
De teamleiders pleiten bij de hoger leidinggevende voor extra middelen die nodig zijn om hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde te verlenen.
Arbeidsomstandigheden
Diamant
Toelichtingen *
2.11 Cliëntgerichte zorgverlening
Bij het selecteren van ‘middelen’ houdt het team rekening met de complexiteit van de behoeften van cliënten en familieleden. Goud
OVER DE JUISTE MENSEN BESCHIKKEN 3.0
Het team hanteert een multidisciplinaire aanpak bij het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
3.1
Het team wordt geleid door een zorgprofessional die geregistreerd is en deskundig is op het gebied van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
Effectiviteit
Goud
Toelichtingen Voorbeelden zijn artsen, verpleegkundigen of psychologen die gespecialiseerd zijn in palliatieve zorg. NIAZ Toelichtingen NL: BIG-registratie
3.2
De teamleiders zetten een multidisciplinair team op voor het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Platina
Continuïteit van de zorgverlening
Toelichtingen Afhankelijk van de diensten die worden verleend en de behoeften van de cliënt en zijn familieleden, kan het multidisciplinaire team bestaan uit een primair of gespecialiseerd arts, verpleegkundige, maatschappelijk werker, psycholoog, kinderarts, diëtist, ergotherapeut, fysio-/bezigheidstherapeut, spirituele/religieuze hulpverlener, apotheker, tolk en vrijwilligers. In het team kunnen ook vertegenwoordigers van lokale partnerinstellingen zitten, waarmee het team nauw samenwerkt. Het team werkt samen om voor alle cliënten en hun familieleden een zorgplan te maken en verleent de zorg op een gecoördineerde en efficiënte manier.
3.3 Effectiviteit
De teamleden volgen trainingen onder meer op het gebied van communicatie, conflictoplossing en leiderschap, ter bevordering van het werken in een team en samenwerken van disciplines.
Platina
Toelichtingen *
3.4
De teamleden overleggen regelmatig om zorgverlening, taken en verantwoordelijkheden op elkaar af te stemmen. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Nauwkeurige en tijdige communicatie moet worden beschouwd als een prioriteit om continuïteit van de zorg te bevorderen en complicaties te voorkomen. Cliënten en hun familieleden kunnen hierbij betrokken worden.
3.5
De teamleden benutten hun volledige handelingsbevoegdheid bij het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Diamant
Efficiëntie
Toelichtingen Elk teamlid handelt volgens de eigen bevoegd- en bekwaamheden. NIAZ Toelichtingen
VL: https://www.riziv.be/care/nl/other/infirmiers/information-topic/auxiliary-nu rses/legal-texts/pdf/arkb20060112activity.pdf NL: http://www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/werken-in-de-zorg/vraag-en-antwoord/wat-zijn-voorbehoudenhandelingen-en-wie-mag-ze-uitvoeren.html
3.6
Het team evalueert regelmatig het eigen functioneren en brengt waar nodig verbeteringen aan. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
4.0
De teamleden zijn gekwalificeerd, opgeleid en bekwaam.
4.1
Het team heeft functieprofielen waarin de kwalificaties, taken, verantwoordelijkheden en handelingsbevoegdheden zijn vastgelegd. Goud
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen *
4.2
De teamleiders werven en selecteren teamleden op basis van hun kwalificaties, ervaring, en de mate waarin zij in het team passen. Goud
Arbeidsomstandigheden
4.3
De teamleiders controleren of elk teamlid de juiste en actuele diploma’s heeft. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen De afdeling HRM en leidinggevende controleren bij aannname of de betrokken medewerker over de juiste kwalificaties beschikt NIAZ Toelichtingen NL: psychiaters worden erkend door de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS). Zie link http://knmg.artsennet.nl/Opleidin g-en-herregistratie/RGS-1.htm VL: psychiaters worden erkend door de Orde der Geneesheren en RIZIV BE. Zie link https://ordomedic.be/nl/intrane t/login/
4.4
De teamleiders ondersteunen het inzetten van studenten en vrijwilligers, waar dit in de organisatie mogelijk is. Platina
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Indien er leerlingen, studenten of vrijwilligers in het team worden ingezet, zorgt het team voor adequate middelen en toezicht, en wordt hun inzet regelmatig geëvalueerd. NIAZ Toelichtingen NL: www.nov.nl/kwaliteit-en-diensten/goed-geregeld
4.5
De instelling hanteert een gestructureerde en grondige procedure om
vrijwilligers te screenen. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Het screenen zorgt voor een veilige omgeving en controleert of vrijwilligers goed bij het bestaande team passen. De criteria voor screening worden opgesteld op basis van de kenmerken van de cliënten en hun familieleden aan wie de instelling zorg verleent. Een screening kan bestaan uit de volgende elementen: - het verzamelen van achtergrondinformatie door de politie - een verklaring omtrent gedrag - proeftijd - het in kaart brengen van door vrijwilligers uitgevoerde activiteiten die schade kunnen toebrengen aan kinderen, jongeren of kwetsbare bevolkingsgroepen - ervoor zorgen dat vrijwilligers taken krijgen toegewezen die op hen zijn afgestemd.
4.6
De instelling heeft beleid waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van vrijwilligers zijn beschreven. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen Afhankelijk van de omgeving waarin hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde wordt verleend, wordt in het beleid geschetst welke taken en verantwoordelijkheden binnen de handelingsbevoegdheid van vrijwilligers vallen. Vrijwilligers kunnen directe cliëntenzorg verlenen via psychosociale en spirituele ondersteuning of functionele ondersteuning bij het winkelen of vervoer of door de cliënten gezelschap te houden. Vrijwilligers kunnen de instelling tevens ondersteunen bij administratieve taken zoals de telefoon opnemen, archiveren, helpen met mailings of het invoeren van gegevens.
4.7
Het team krijgt een introductie die ingaat op de organisatie, het team en hun taken en verantwoordelijkheden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen In de introductie komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: de missie, visie en waarden van de instelling; het mandaat en de doelstellingen van het team; taken, verantwoordelijkheden en verwachtingen ten aanzien van prestaties; beleid en procedures, ook op het gebied van vertrouwelijkheid; geïntegreerd kwaliteitsmanagement (kwaliteitsverbetering, risicomanagement en efficiënt gebruik en beheer van middelen).
4.8
Het team volgt specifieke training voor het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Goud
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Het team volgt opleidingen en krijgt training die specifiek betrekking heeft op de sociale, emotionele, psychische en spirituele zorg van stervende cliënten. Dit kan plaatsvinden in de vorm van workshops op de werkplek, beurzen op het vakgebied, jaarlijkse conferenties en andere activiteiten ter bevordering van permanente educatie. Er kan een multidisciplinaire aanpak voor opleiding en training gebruikt worden om samenwerking tussen verschillende disciplines te stimuleren
4.9 Veiligheid
Het team volgt een training over veilig gebruik van apparatuur, instrumenten en benodigdheden die worden gebruikt bij het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Toelichtingen
Goud
Training in het veilig gebruik van apparatuur, instrumenten en benodigdheden omvat de omgang, opslag en werking, preventief onderhoud en wat te doen bij uitval van apparatuur. Voorbeelden van apparatuur en benodigdheden zijn medicatie, zuurstof- en suctiesystemen, subdermale infuuspompen, ziekenhuisbedden of po-stoelen voor thuis.
4.10 Veiligheid
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN De zorgverleners ontvangen continue training voor het veilig gebruik van alle (binnen de hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde gehanteerde types) infuuspompen.
Platina
Toelichtingen Instellingen wordt geadviseerd infuuspompen zoveel mogelijk te standaardiseren. Om de eventuele risico’s te minimaliseren, ontvangen bevoegde zorgverleners op regelmatige basis training over infuuspompen, waarbij klinische behoeften van cliënten, competenties van medewerkers en infuuspomptechnologie aan bod komen. NIAZ Toelichtingen NL: Voorbehouden Handelingen in Wet BIG http://www.rijksoverheid.nl/onde rwerpen/werken-in-de-zorg/vraag-en-antwoord/wat-zijn-voorbehouden-hand elingen-en-wie-mag-ze-uitvoeren.html Nalevingstest(s) 4.10.1
4.11
Continue training met betrekking tot het veilig gebruik van infuuspompen wordt geregistreerd.
Het team volgt een training over het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Goud
Veiligheid
Toelichtingen * NIAZ Toelichtingen NL: WIP-richtlijn Persoonlijke beschermingsmiddelen [VWT]: http://www.rivm. nl/Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectiezi ekten/WIP_Richtlijnen/Actuele_WIP_Richtlijnen/Verpleeghuis_Woon_en_Th uiszorg/WIP_richtlijn_Persoonlijke_beschermingsmiddelen_VWT
4.12
Het team volgt een training over agressie en geweld op de werkplek en manieren om dat te verminderen of te voorkomen. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) definieert geweld op het werk als 'incidenten waarbij iemand wordt bedreigd, mishandeld of aangevallen in werkgerelateerde omstandigheden.' Tijdens trainingen komen de volgende kerncompetenties aan bod: signaleren van 'triggers'; herkennen van tekenen van agitatie en agressie; reageren op en omgaan met geweld (bijv. de-escalatietechnieken, conflictoplossing en bemiddeling, zelfverdediging); communicatie en verandermanagement. Teamleden ontvangen bijvoorbeeld training over hoe ze agressieve cliënten kunnen herkennen en over best practices voor als ze alleen werken. NIAZ Toelichtingen NL: http://www.veiligezorgiederszorg.nl
4.13 Effectiviteit
Het team volgt een training in culturele competenties. Platina
Toelichtingen Culturele competenties zijn vaardigheden waarmee teamleden hun kennis van cultuurverschillen kunnen vergroten. Onder cultuurverschillen vallen onder meer: land van herkomst; taal; opleiding; spirituele tradities; familietradities; eetgewoontes en voeding; traditionele medische praktijken; houding ten aanzien van ziekte en dood. Begrip van de culturele achtergrond van een cliënt helpt om een zorgplan op te stellen dat tegemoet komt aan de behoeften en verwachtingen van de cliënt.
4.14
Het team wordt opgeleid in het hanteren van de instellingsprocedure(s) rond ethische kwesties. Platina
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Voorbeelden van ethische kwesties zijn onder meer belangenvermenging, het niet-naleven van ethische richtlijnen (bijv. het schenden van vertrouwelijkheid), de rol van informed consent en ontslag tegen medisch advies in. Er zijn ethische kwesties die specifiek betrekking hebben op hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde, zoals besluiten tot het beëindigen van levensverlengende behandeling of door artsen ondersteunde zelfdoding. Een ethische kwestie kan ook zijn het afzien van zorgverleningn omdat medewerkers teveel risico lopen in een zorgverleningssituatie.
4.15
Arbeidsomstandigheden
4.16
Voor elk teamlid bestaat een geactualiseerd personeelsdossier met informatie over de selectieprocedure, de arbeidsovereenkomst, de controle op kwalificaties, certificaten en registraties (indien van toepassing), en de gevolgde opleidingen en trainingen.
De teamleiders evalueren regelmatig het functioneren van elk teamlid op een objectieve, interactieve en constructieve manier, en nemen deze informatie in het personeelsdossier op.
Effectiviteit
Goud
Platina
Toelichtingen Bij het evalueren van het functioneren van medewerkers bekijken teamleiders het vermogen om verantwoordelijkheid te dragen en evalueren ze de individuele sterke kanten en verbeterpunten, de bijdragen op het gebied van cliëntveiligheid en andere terreinen die in het functieprofiel zijn beschreven. Een evaluatie van het functioneren (evaluatiegesprek) wordt gewoonlijk uitgevoerd voor het einde van de proeftijd en daarna jaarlijks of in een andere frequentie die de instelling heeft vastgelegd. Een evaluatie kan ook worden uitgevoerd na een herscholingsperiode, bijv. bij introductie van nieuwe technologieën, apparatuur (uitrusting) of vaardigheden.
4.17 Arbeidsomstandigheden
De teamleiders monitoren en voorzien in de behoeften van elk teamlid aan permanente opleiding, training en professionele ontwikkeling en nemen deze informatie op in het personeelsdossier. Toelichtingen De teamleiders bieden medewerkers de mogelijkheid aanvullende opleidingen te volgen teneinde hun competenties, vaardigheden en prestaties te verbeteren. Om de leerbehoeften van de teamleden te monitoren en tegemoet te komen aan deze behoeften, kunnen onder andere beoordelingsgesprekken worden gehouden of kan periodiek een inventaris worden gemaakt van de behoeften van het team. Ook wordt in het oog gehouden wanneer een specifieke opleiding noodzakelijk is, bijv. wanneer nieuwe technologieën, apparatuur, therapieën of vaardigheden worden geïntroduceerd of wanneer een teamlid langere tijd afwezig is geweest. NIAZ Toelichtingen VL: http://www.riziv.fgov.be/care/nl/hospitals/specific-information/further_trai ning/index.htm
Diamant
4.18
De instelling evalueert regelmatig de effectiviteit van de personeelsinzet en brengt daar waar nodig verbeteringen aan. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen De instelling definieert wat ‘regelmatig’ betekent en houdt zich aan die planning. De evaluatie heeft betrekking op de uitoefening van het werk, functiebeschrijvingen, praktijktaken en toewijzingen van cliënten.
5.0
Het team bevordert het welzijn en de werk-privébalans van elk van zijn leden.
5.1
De teamleiders ontwikkelen samen met teamleden een plan om de werk-privébalans te bevorderen. Goud
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Uit onderzoek is gebleken dat de werk-privébalans een essentiële rol speelt bij het besluit van een medewerker om al dan niet bij de instelling te blijven. NIAZ Toelichtingen NL: www.arboportaal.nl/onderwerpen/arbowet--en--regelgeving/arbeidstijde n
5.2
De teamleiders volgen een standaardprocedure voor het toewijzen van cliënten en andere verantwoordelijkheden aan de teamleden Platina
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen *
5.3 Arbeidsomstandigheden
De teamleden hebben inspraak in de uitoefening van het werk, met inbegrip van het definiëren van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en het toewijzen van cliënten, voor zover van toepassing.
Diamant
Toelichtingen Een effectieve taakomschrijving helpt de medewerkers bij het indelen van hun tijd, het omgaan met vermoeidheid en stress, en het vinden van een goede werk-privébalans. Het opstellen van een taakomschrijving kan onderdeel zijn van het teamoverleg.
5.4 Arbeidsomstandigheden
De teamleiders zien toe op vermoeidheid en stress van de teamleden om factoren die hieraan bijdragen te onderkennen en zonodig te beïnvloeden. Toelichtingen Vermoeidheid en stress kunnen worden gemonitord aan de hand van het aantal gewerkte uren, overuren of het optreden van onbedoelde uitkomsten. De teamleiders dienen deze factoren en informele signalen van overbelasing in de gaten te houden om te kunnen reageren op stress en veiligheidsrisico’s.
Platina
5.5
Het team beschikt over een rustige en afgezonderde ruimte om na te denken, te rusten en te bidden. Platina
Arbeidsomstandigheden
5.6
Voor de teamleden is psychische begeleiding beschikbaar, vooral na een schokkende gebeurtenis. Platina
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Emotionele ondersteuning en/of psychische begeleiding kan in groepsverband (debriefing) of op individuele basis plaatsvinden. De opvang is gebaseerd op de principes van het 'Second Victim'-beleid (www.i hi.org of www.secondvictim.be)
5.7
Teamleden kunnen gebruik maken van beleid op de werkplek dat erop gericht is hun gezondheid en welzijn te verbeteren. Diamant
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen Maatregelen voor het creëren van een gezonde werkplek kunnen op teamof instellingsniveau worden vastgelegd, bijv. maatregelen om stress te beheersen, af te vallen of te stoppen met roken en initiatieven om een gezonde levensstijl te stimuleren. NIAZ Toelichtingen NL: www.arbo.nl
5.8
De teamleiders schatten de bijdragen van teamleden op waarde. Diamant
Arbeidsomstandigheden
Toelichtingen *
5.9
De teamleiders evalueren regelmatig hun beleid ter bevordering van de werk-privé balans en brengen waar nodig verbeteringen aan. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen Evaluatiemethodes kunnen bestaan uit de beoordeling van omzetcijfers en de resultaten van exitgesprekken en feedback van zorgverleners en andere medewerkers.
5.10 Cliëntgerichte zorgverlening
De instelling helpt zorgverleners, andere medewerkers en mantelzorgers bij de verwerking van het overlijden van cliënten, rouw en het omgaan met sterfgevallen in een bepaalde periode (bijvoorbeeld een jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst). Toelichtingen Er is ondersteuning vanuit de instelling beschikbaar om medewerkers te leren omgaan met het overlijden van cliënten en de impact die dit op henzelf heeft. Medewerkers worden aangemoedigd om deel te nemen aan rouwactiviteiten, bijv. jaarlijkse herdenkingsdiensten, en krijgen opleiding en training over rouwverwerking. Ondersteuning vanuit de instelling omvat het scheppen van de voorwaarden en mogelijkheden voor psychische begeleiding en hulp bij rouwverwerking, met inachtneming van de wijze waarop de medewerker rouwt
Platina
HET VERLENEN VAN HOSPICEZORG, PALLIATIEVE ZORG EN ZORG ROND HET LEVENSEINDE 6.0
Het team coördineert de tijdige toegang tot hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde voor cliënten, familieleden, zorgverleners en verwijzers.
6.1
Het team reageert tijdig op verzoeken om diensten en informatie. Goud
Toegankelijkheid
Toelichtingen *
6.2 Effectiviteit
Het team verstrekt begrijpelijk informatiemateriaal over de zorg aan cliënten, hun familieleden, zorgverleners en verwijzers. Deze informatie is beschikbaar in de talen die gangbaar zijn in de cliëntpopulatie.
Goud
Toelichtingen *
6.3
Het team beschikt over procedures voor het overnemen van cliënten van andere zorgverleners en verwijzers. Goud
Continuïteit van de zorgverlening
6.4 Toegankelijkheid
Vanaf hun eerste contact met de instelling wordt aan cliënten en hun familieleden meegedeeld welk teamlid verantwoordelijk is voor de coördinatie van hun zorg en worden zij geïnformeerd over de bereikbaarheid van deze persoon.
Goud
Toelichtingen Het aangewezen teamlid kan de verantwoordelijke arts voor palliatieve zorg zijn of een ander lid van het multidisciplinaire team. Wordt er geen teamlid aangewezen als eerst verantwoordelijke voor de coördinatie van de zorgverlening aan de cliënt, dan kan dat leiden tot storingen in de communicatie en de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening in gevaar brengen, met name wanneer er veel teamleden en zorgverleners betrokken zijn.
6.5
Het team verricht een initiële screening om te bezien of het team kan voldoen aan de behoeften van de cliënt en met welke prioriteit. Goud
Toegankelijkheid
6.6
Met toestemming van de cliënt verzamelt het team informatie over de gezondheidsgeschiedenis van de cliënt om de zorgbehoefte vast te stellen. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Teams kunnen deze procedure opname, intake, vooropname, anamnese of screening noemen. Met deze procedure wordt bepaald of de zorg van het team voldoet aan de behoeften en wensen van de cliënt. Tevens worden de onmiddellijke behoeften van de cliënt in kaart gebracht en wordt bepaald welke zorg prioriteit heeft. De procedure wordt aangepast voor cliënten en familieleden met uiteenlopende fysieke of geestelijke behoeften.
6.7
Het team monitort regelmatig de cliënten op de wachtlijst om tijdig spoed- of crisissituaties te onderkennen en daarop te reageren. Goud
Toegankelijkheid
Toelichtingen De teamleden beoordelen de status van cliënten op de wachtlijst regelmatig om te reageren op veranderingen in de toestand van een cliënt, vooral een verslechtering die onmiddellijke extra zorg of overplaatsing naar een ander zorgniveau vereist. Het team informeert cliënten, familieleden, mantelzorgers en andere zorgverleners regelmatig over wanneer zorgdiensten beschikbaar zullen zijn.
6.8
Het team hanteert een beleid en een procedure met betrekking tot de vraag wanneer een cliënt diensten geweigerd mogen worden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Het beleid rond het weigeren van diensten verschilt per instelling. Diensten worden niet geweigerd wanneer een cliënt dringende of spoedeisende zorg nodig heeft. NIAZ Toelichtingen VL: Het beleid en de procedure worden opgesteld en opgevolgd door het ethisch comité van de instelling.
6.9
Wanneer het team een cliënt diensten weigert, helpt het de cliënt alternatieve diensten te vinden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen *
6.10 Effectiviteit
6.11 Effectiviteit
Wanneer het team niet in staat is zorg te verlenen aan een cliënt die hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde nodig heeft, probeert het vergelijkbare zorg te verkrijgen op een andere afdeling of bij een andere instelling.
Wanneer het team niet in staat is zorg te verlenen aan een cliënt die hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde nodig heeft, slaat het deze informatie op ten behoeve van zorgverlening in de toekomst.
Goud
Platina
Toelichtingen In dit geval dient de informatie geanonimiseerd te worden.
6.12
Het team brengt belemmeringen in kaart die cliënten, hun familieleden, zorgverleners en verwijzers de toegang tot diensten beletten, en neemt deze waar mogelijk weg.
Toegankelijkheid
Toelichtingen Toegang kan worden belet door drempels waar het team invloed op heeft (bijv. werktijden, fysieke of taalbarrières) of drempels waar het team geen invloed op heeft (bijv. vervoer). Het team werkt samen met andere zorgverleners, instellingen en de gemeenschap zodat cliënten toegang
Platina
hebben tot zorgdiensten via andere locaties of groepen. Deze samenwerkingsverbanden kunnen formeel, bijv. via een gecentraliseerde regionaal coördinerende instantie, of informeel zijn.
6.13
(Potentiële) cliënten en hun familieleden hebben 24 uur per dag, zeven dagen per week toegang tot palliatieve zorgexpertise of noodzakelijke dienstverlening.
Toegankelijkheid
Diamant
Toelichtingen Het team bepaalt wat noodzakelijke dienstverlening is op basis van de soorten diensten die worden verleend en de behoeften van de cliënten aan wie deze worden verleend. Noodzakelijke diensten omvatten psychologische of psychiatrische ondersteuning, spoedbehandelingen, familie-interventie, medicatiebeheer, pijninterventie en -beheer in noodsituaties en tijdelijke huisvesting. De cliënt kan rechtstreeks toegang krijgen tot noodzakelijke dienstverlening, of zo nodig per telefoon of e-mail. Als het team de noodzakelijke dienstverlening niet 24 uur per dag, zeven dagen per week aanbiedt, werkt het samen met andere zorgverleners, instellingen en de gemeenschap zodat degenen die hulp nodig hebben toegang hebben tot noodzakelijke dienstverlening via andere locaties of instellingen.
6.14
Het team geeft cliënten en familieleden de mogelijkheid de fysieke omgeving van de instelling vooraf te leren kennen. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Tijdens het sterfproces is de fysieke omgeving voor veel stervende cliënten en hun familieleden uitermate belangrijk. Het getuigt van respect voor de persoonlijke keuze van cliënten (als ze zich goed genoeg voelen) en hun familieleden als ze de mogelijkheid krijgen om de fysieke omgeving te bezoeken vóór het maken van zorgkeuze. Bovendien kunnen (voor zover van toepassing) websites en webcams worden gebruikt om de cliënt en familie vertrouwd te maken met de filosofie en de fysieke indeling van de hospice- en palliatieve zorgomgeving.
6.15
Het team houdt de gemiddelde responstijden voor het reageren op zorgvragen of informatievragen bij. Diamant
Toegankelijkheid
Toelichtingen *
7.0
Het team maakt een uitgebreide beoordeling van de zorgbehoeften van cliënten en hun familieleden.
7.1
Het team stelt voor iedere cliënt de passende methode van beoordeling vast. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Om de methode, reikwijdte en intensiteit van de beoordeling te bepalen, houdt het team rekening met: - de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de cliënt - de onderliggende gezondheidsproblemen en de urgentie van de situatie - de psychische, emotionele en spirituele behoeften van de cliënt en familie - hun cognitieve vermogens, opleidingsniveau, taal en cultuur levensstijl - de zorgdiensten of interventies die worden voorgesteld - en gegevens uit eerdere onderzoeken, rekening houdend met eventueel aanwezige wilsverklaringen. Voorbeelden van evaluatiemethoden en hulpmiddelen zijn gevalideerde beoordelingsschalen, lichamelijk onderzoek, laboratoriumtests en andere onderzoeksprocedures. Het team gebruikt methoden en instrumenten die nuttige informatie opleveren zonder dat de
cliënt onnodig risico loopt of belast wordt.
7.2
Het team beoordeelt de fysieke gezondheid van de cliënt. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Voorbeelden van elementen van de fysieke gezondheid zijn medische geschiedenis, allergieën, medicatieprofiel, gezondheidstoestand, voedingstoestand en speciale dieetbehoeften.
7.3
Het team beoordeelt de psychosociale gezondheid van de cliënt. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Voorbeelden van psychosociale gezondheidselementen zijn : - het communicatief vermogen van de cliënt, bijv. gehoor, stem, spraak en taal de algemene dynamiek van de familie - (vermogen tot) ondersteuning van familie en mantelzorger, sociaal netwerk, relaties en woonsituatie - sociaaleconomische situatie en voogdijstatus - het beeld dat de cliënt en zijn familieleden hebben van hun behoeften, sterke en zwakke punten, gewenste uitkomsten, verwachtingen van de zorg, wensen en angsten - en dat de cliënt en familie weten hoe ze door het verlenen van zorg onnodig lijden kunnen verlichten, de kwaliteit van leven kunnen verbeteren en het welzijn kunnen maximaliseren.
7.4
Het team gebruikt gestandaardiseerde klinische meetmethodes om de pijn van de cliënt te beoordelen. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team gebruikt gestandaardiseerde klinische meetmethodes voor het beoordelen van de intensiteit, kwaliteit en locatie van de pijn, van verzachtende en verergerende factoren en het effect op dagelijkse activiteiten. Verschillende gestandaardiseerde klinische meetmethodes zijn vastgelegd in de vakliteratuur en worden in de praktijk gebruikt. Voor volwassenen bestaat er bijv. de Numerical Rating Scale (NRS) voor intensiteit en verlichting van pijn (0-10) en de Brief Pain Inventory voor functioneringsmogelijkheden. Voor peuters en kinderen zijn er bijv. Stevens' Premature Infant Pain Profile en de Faces Pain Scale – Revised (FPS-R). Voor verbaal en cognitief minder-valide personen zijn er bijv. Feldt's Checklist of Nonverbal Pain Indicators en McGrath's gedragsmatige en fysiologische pijnindicatoren. NIAZ Toelichtingen NL: VMS-thema ‘Vroege herkenning en behandeling van pijn’
7.5
Het team beoordeelt regelmatig de symptomen die de cliënt heeft. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Het team gebruikt een standaardprocedure en gevalideerde beoordelingsinstrumenten, voor zover van toepassing. De beoordelingsprocedure is afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsniveau. Het team tracht de vaak voorkomende symptomen zoveel als mogelijk te beoordelen. Daaronder vallen: - cardio-respiratoire symptomen (kortademigheid, hoest, oedeem, hik, apneu, agonale ademhalingspatronen) - gastro-intestinale symptomen (misselijkheid, braken, constipatie, obstipatie, darmobstructie, diarree, opgeblazen gevoel, slikstoornis, dyspepsie) - orale symptomen (droge mond, mucositis), huid
(droge huid, knobbeltjes, jeuk, huiduitslag) - algemene toestand (agitatie, anorexia, cachexie, vermoeidheid, zwakte, bloeden, slaperigheid, uitstortingen, koorts/koude rillingen, incontinentie, slapeloosheid, lymfoedeem, myoclonie, geur, verzakking, huideffecten of doorligwonden, zweet, onmacht, duizeligheid) - cognitieve symptomen (agitatie, delirium, verwarring, depressie) - en psychosociale en spirituele symptomen (angst en verdriet).
7.6
Het team beoordeelt de behoeften en verwachtingen van de cliënt en de betrokkenheid van familieleden en mantelzorgers. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de behoeften, gewenste resultaten en verwachtingen van de cliënt zelf, evenals zijn of haar inzicht in gezondheidskwesties en preventie van gezondheidsproblemen.Beoordeling van de betrokkenheid van familieleden en mantelzorgers omvat een evaluatie van de beschikbaarheid van familieleden en steun vanuit de omgeving na beëindiging van de zorg. Het team beoordeelt tevens of de familieleden en mantelzorgers diensten of hulp nodig hebben tijdens of na afloop van het contact van de cliënt met de instelling. Het team biedt familieleden en mantelzorgers de mogelijkheid om vrijuit te spreken. Zo kan familieleden en mantelzorgers, als zij dat willen, de mogelijkheid worden geboden om hun behoeften afzonderlijk van de stervende cliënt te laten beoordelen.
7.7
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team verifieert samen met de cliënt de medicatie bij opname in de instelling (inclusief de spoedeisende hulp of intramurale afdeling). Diamant
Veiligheid
Toelichtingen Medicatieverificatie (medication reconciliation) is een manier om nauwkeurige informatie te verzamelen en te communiceren over cliëntmedicatie, waaronder medicatie zonder voorschrift, vitamines en supplementen. Slechte communicatie over medicatie tijdens overdrachtsmomenten kan leiden tot fouten en complicaties. Medicatieverificatie is een gedeelde verantwoordelijkheid waar ook de cliënt of diens familieleden bij betrokken moeten zijn. Ook samenwerking met de huisarts en de apotheker van de cliënt kan soms nodig zijn. NIAZ Toelichtingen NL: VMS-thema ‘Medicatieverificatie’ en de website 'Veilige zorg ieders zorg', zie http://www.veiligezorgiederszorg.nl/ VL: Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008. Nalevingstest(s) 7.7.1
De instelling beschikt over een protocol voor medicatieverificatie van cliënten bij opname (hetzij via de spoedeisende hulp, hetzij via een intramurale afdeling).
7.7.2
Het protocol omvat een lijst van de meest actuele medicatie die de cliënt gebruikt (de best mogelijke medicatiegeschiedenis).
7.7.3
Het protocol omvat een vergelijking van deze medicatielijst vóór opname met de nieuwe door de instelling voorgeschreven medicatie.
7.7.4
Het protocol vereist documentatie waaruit blijkt dat de twee lijsten met elkaar vergeleken zijn; dat verschillen getraceerd, besproken en opgelost zijn; en dat eventuele noodzakelijke wijzigingen in de nieuwe medicatie doorgevoerd zijn.
7.7.5
Het protocol stelt duidelijk dat medicatieafstemming een gedeelde verantwoordelijkheid is van de cliënt en de zorgverleners.
7.8
INDICATOR: Medicatieverificatie bij opname Diamant
Veiligheid
Toelichtingen * NIAZ Toelichtingen VL: contract 'Coördinatie Kwaliteit en Patiëntveiligheid' met de FOD. NL: VMS-thema 'Medicatieverificatie' Indicatorinformatie
7.9
7.8.1
Het team hanteert protocollen en definities voor het verzamelen en indienen van gegevens over medicatieverificatie bij opname.
7.8.2
Het team voldoet aan doelstellingen voor medicatieverificatie bij opname.
Het team heeft tijdig toegang tot laboratorium- en andere diagnostische diensten om de beoordeling van de cliënt af te ronden. Goud
Toegankelijkheid
Toelichtingen Uitslagen van diagnositsche beoordelingen komen binnen bij de arts. Voorbeelden van diagnostische diensten zijn radiologie en diagnostische beeldvorming (waaronder elektrodiagnostische tests). Naast tijdige toegang tot laboratorium- en diagnostische diensten zijn snelle doorlooptijden voor de ontvangst van rapporten eveneens van belang. Deze kunnen een grote invloed hebben op de zorg voor de cliënt.
7.10
Het team overlegt indien nodig met andere specialisten om de beoordeling van de cliënt af te ronden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Het kan bijvoorbeeld nodig zijn dat het team overlegt met een wonddeskundige om te bepalen of cliënten aandoeningen of verwondingen hebben aan de huid of daar risico op lopen.
7.11 Veiligheid
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team beoordeelt bij elke cliënt het risico op het krijgen van decubitus en implementeert maatregelen ter voorkoming hiervan. Toelichtingen Maatregelen voor decubituspreventie vereisen een interdisciplinaire aanpak die op alle niveaus in de instelling wordt ondersteund. Instellingen kunnen bijvoorbeeld een plan ontwikkelen voor uitgebreide training en voorlichting over decubitus, en kunnen medewerkers aanwijzen om een standaardprocedure voor risico-evaluatie, het toepassen van best practices en de coördinatie van zorgteams te ontwikkelen. NIAZ Toelichtingen NL: CBO-richtlijn Decubituspreventie en -behandeling VL: www.decubitus.b e/richtlijnen
Nalevingstest(s) 7.11.1
Het team hanteert een standaardmethode om bij opname de risico’s op het krijgen van decubitus vast te stellen.
Platina
7.12
7.11.2
Het team beoordeelt bij elke cliënt zowel op afgesproken momenten de risico’s op het krijgen van decubitus als bij veranderingen in het ziekteproces.
7.11.3
Het team implementeert om decubitus te voorkomen protocollen en procedures, die zijn gebaseerd op best practices, waarin o.a. interventies staan opgenomen om huiddefecten te voorkomen; druk en wrijving te verminderen; regelmatig van houding te veranderen; optimaliseren van voeding en vochthuishouding en verbeteren van de mobiliteit en activiteit.
7.11.4
Het team geeft voorlichting en training aan zorgverleners, cliënten en hun familieleden over de risico’s en preventie van decubitus.
7.11.5
Het team meet de effecten van het anti decubitusbeleid en gebruikt de uitkomsten van de metingen voor verbeteringen.
In de cliëntbeoordeling worden ook de behoeften van de cliënt en familieleden op emotioneel, sociaal, spiritueel en cultureel vlak en bij rouwverwerking betrokken.
Cliëntgerichte zorgverlening
Platina
Toelichtingen Emotionele, sociale, geestelijke en culturele behoeften omvatten: - het vermogen van de cliënt en familie om met bepaalde situaties om te gaan persoonlijkheids- en gedragskenmerken - culturele voorkeuren geloofsovertuigingen en overtuigingen ten aanzien van sterven, verdriet en rouw - veiligheid en gemak - persoonlijke voorkeuren, gewoonten, gedragspatronen en risicogedrag - en activiteiten en recreatieve voorkeuren.
7.13
Het team neemt de resultaten van de beoordeling in het dossier van de cliënt op Goud
Effectiviteit
7.14 Continuïteit van de zorgverlening
Met toestemming van de cliënt bespreekt het team de resultaten van de beoordeling tijdig, nauwkeurig en op een begrijpelijke wijze met cliënten, hun familieleden, mantelzorgers en zorgverleners.
Diamant
Toelichtingen Het bespreken van de beoordeling met de cliënt en de eerste contactpersoon, alsmede zorgverleners en andere instellingen, verbetert de duidelijkheid en voorkomt dubbel werk.
7.15
Het team beziet de beoordeling regelmatig en werkt deze bij indien de gezondheidstoestand van de cliënt substantieel is gewijzigd. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Vertragingen in of het niet-rapporteren van een wijziging in de gezondheidstoestand van een cliënt vormen een aanzienlijke belemmering voor veilige en effectieve zorg, met name als de gezondheidstoestand van de cliënt is verslechterd. Wijzigingen in de gezondheidstoestand van de cliënt worden nauwkeurig en snel vastgelegd en aan alle teamleden gecommuniceerd.
8.0
Het team werkt met iedere cliënt samen aan het ontwikkelen van een uitgebreid zorgplan dat cliënten in staat stelt actief betrokken te zijn bij de verleende zorg.
8.1 Effectiviteit
8.2
Het team houdt zich aan vigerende wet- en regelgeving, instellingsbeleid en ethische beroepscodes bij het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
Goud
Het team bepaalt in samenwerking met de cliënt en familieleden de zorgdoelen. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team houdt rekening met de fysieke, psychosociale en financiële behoeften van de cliënt, de gefundeerde keuzes, en de voorkeuren die bij de beoordeling van de cliënt aan het licht zijn gekomen. Zorg- of behandeldoelen worden zodanig bepaald dat ze passen bij de unieke capaciteiten van de cliënt, haalbaar en meetbaar zijn, en een aanvulling vormen op de doelen die zijn ontwikkeld door andere zorgverleners en instellingen waarmee de cliënt contact heeft.
8.3
Het team stelt voor elke cliënt een zorgplan op, gebaseerd op de beoordeling van de cliënt. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het zorgplan is gebaseerd op de sterktes, behoeften, doelen en verwachte resultaten van de cliënt en zijn familieleden. Het is gebaseerd op de ziektestatus en -prognose van de cliënt, beschrijft het zorgpakket dat wordt aangeboden en beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van het team, waaronder de vrijwilligers, zorgverleners, andere instellingen en van de cliënten, hun familieleden en mantelzorgers, rekening houdend met vigerende (medische) richtlijnen. NIAZ Toelichtingen Nl: www.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=ERWLr5lzp_8%3D&tabid=1789).'
8.4
Het zorgplan van de cliënt is gebaseerd op de zorgdoelen van de cliënt en zijn familieleden. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
8.5
Het zorgplan van de cliënt bevat maatregelen om pijn en andere symptomen te beheersen. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team geeft in het zorgplan aan hoe het pijn zal helpen verlichten of beheersen en hoe het op proactieve wijze neveneffecten zal aanpakken. Pijnbestrijding bestaat onder meer uit pijnstillers, waaronder indien nodig ook opiaten, samen met fysische, gedragsmatige en psychische ondersteuningsmaatregelen. Het team overlegt met deskundigen en maakt gebruik van onderzoek(sresultaten) bij het vaststellen van de beste manier om pijn te beheersen. Het team: - leert cliënten, hun familieleden en mantelzorgers hoe zij symptomen kunnen beheersen - controleert regelmatig de doeltreffendheid van strategieën voor symptoombeheersing en daarmee verband houdende bijwerkingen - documenteert en deelt de resultaten van symptoombeheersstrategieën - en traint en informeert de leden van het team over evidence-based strategieën ter voorkoming, minimalisering of verlichting van symptomen. Tijdens de laatste uren van het leven van de cliënt beheerst het team op passende wijze de symptomen. Verder anticipeert en herkent het tekenen en symptomen van vaak voorkomende complicaties, zoals psychosociale nood, zeer risicovol gedrag, zelfdoding, ruggenmergcompressie, obstructie van de superieure
venae cavae, harttamponade, bloedingen, epileptische aanvallen en hypercalciëmie. Daarnaast anticipeert het team op de behoefte aan medicatie, apparatuur, benodigdheden en ondersteuning. NIAZ Toelichtingen NL: VMS-thema ‘Vroege herkenning en behandeling van pijn’
8.6
Het team deelt het zorgplan van de cliënt tijdig met alle zorgverleners van de cliënt, met inachtneming van de privacywetgeving. Platina
Continuïteit van de zorgverlening
Toelichtingen Het team deelt het zorgplan met zorgverleners binnen en buiten de instelling als dat nodig is om aan de zorgdoelstellingen te voldoen. NIAZ Toelichtingen NL: Wet Bescherming Persoonsgegevens (http://www.rijksoverheid.nl/onder werpen/persoonsgegevens/vraag-en-antwoord/wat-regelt-de-wet-bescherm ing-persoonsgegevens-wbp.html)
8.7 Veiligheid
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team hanteert een cliëntidentificatieprotocol dat toegepast wordt bij alle diensten en procedures.
Goud
Toelichtingen Patiëntidentificatie gebeurt minimaal op basis van twee correcte parameters: Bijvoorbeeld naam en voornaam, aangevuld met geboortedatum of naam en voornaam, aangevuld met dossiernummer (niet het kamernummer, bednummer of adres van de cliënt).
NIAZ Toelichtingen NL: Landelijke perioperatieve richtlijn TOP1-2-3, VMS-thema ‘Verwisseling van en bij patiënten’ VL: Contract coördinatie Q&V Nalevingstest(s)
8.8
8.7.1
De instelling beschikt over een gedocumenteerde methode van cliëntidentificatie (bijv. polsbandjes, foto-identificatie) die standaard is in de hele instelling.
8.7.2
Het team gebruikt minimaal twee methodes (bijv. naam en geboortedatum) om een cliënt te identificeren voordat een dienst wordt verleend of procedure wordt toegepast. Het kamernummer van de cliënt kan niet worden gebruikt om de cliënt te identificeren.
Het team documenteert alle diensten die de cliënt heeft ontvangen in het dossier van de cliënt. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Het dossier van de cliënt vermeldt ook wel teamlid verantwoordelijk is voor het verlenen van zorg, evenals overdracht van de verantwoordelijkheid van het ene teamlid naar het andere.
8.9 Effectiviteit
De behandelend arts parafeert alle orders, medicatieopdrachten en diensten die opgenomen worden in het dossier van de cliënt. Goud
NIAZ Toelichtingen In geval van een elektrtonisch patiëntdossies wordt onder paraferen ook de elektronische invoer op naam verstaan. NL: De richtlijn van de KNMG dient toegepast te worden. VL: http://nvkvv.axoni.be/file?fle=490
8.10
Het team monitort of de zorgdoelen van cliënten zijn gerealiseerd. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen Het team wordt gestimuleerd om de vorderingen bij te houden met zowel kwalitatieve als kwantitatieve methodes. Het team gebruikt gestandaardiseerde klinische meetmethodes om de pijn van de cliënt voor en na de behandeling te beoordelen om te bepalen of het erin is geslaagd de pijn van de cliënt te beheersen. Indien het team onvoldoende vorderingen ten opzichte van de zorgdoelen constateert, werkt het met de cliënt samen aan het in kaart brengen van factoren die een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de zorgdoelen. Psychosociale problemen kunnen soms een negatief effect hebben op het bereiken van de doelstellingen van de cliënt betreffende hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
9.0
Het team beheert medicatie op een veilige en accurate wijze.
9.1
Het team wijst gekwalificeerde teamleden aan voor het voorschrijven, toedienen, bewaren, beheren en weggooien van medicatie en voor het registreren van informatie over medicatie in het dossier van de cliënt.
Effectiviteit
Goud
Toelichtingen * NIAZ Toelichtingen VL: http://nvkvv.axoni.be/file?fle=490 NL: http://knmg.artsennet.nl/Diensten/ KNMG-Artseninfolijn-10/FAQ-Praktijkdilemmas/Casus-Artseninfolijn/37760/ Wie-mogen-geneesmiddelen-voorschrijven.htm
9.2
Vóór de uitgifte van medicatie beoordeelt een gekwalificeerd teamlid elke medicatieopdracht op volledigheid en nauwkeurigheid. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Elk voorschrift bevat minimaal de naam van de cliënt, de naam, dosering en innamefrequentie van de medicatie, alsmede de naam van de arts die het heeft voorgeschreven en de datum. NIAZ Toelichtingen NL: Geneesmiddelenwet. www.wetten.overheid.nl/BWBR0021505 VL: Wet op voorschrift geneesmiddel
9.3
Een gekwalificeerd teamlid voert de medicatieopdracht uit en verstrekt de medicatie tijdig en nauwkeurig. Goud
Veiligheid
9.4 Veiligheid
Een gekwalificeerd teamlid beoordeelt de recepten van elke cliënt regelmatig om de juistheid van elk medicijn, het gebruik van meerdere medicijnen en mogelijke wisselwerkingen tussen medicijnen te beoordelen.
Platina
9.5
Het team werkt samen met cliënten proactief aan de planning van de medicatieverzoeken. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Voorafgaande samenwerking met cliënten vermindert de noodzaak tot noodoproepen en -verzoeken buiten kantooruren.
9.6
Het team hanteert een procedure om, als de apotheek gesloten is, te reageren op verzoeken om medicatie en informatie over medicatie. Platina
Effectiviteit
9.7
Het team hanteert een procedure om verzoeken van cliënten om hun eigen medicatie mee te brengen of hun medicatie zelf toe te dienen, te beoordelen.
Cliëntgerichte zorgverlening
Platina
Toelichtingen De procedure kan inhouden dat - het vermogen van de cliënt om zelf de eigen medicatie toe te dienen wordt beoordeeld - problemen met medicatie of bijwerkingen in het verleden worden geëvalueerd - mogelijke bijwerkingen in verband met de medicatiegeschiedenis van de cliënt worden geëvalueerd - de kwaliteit van door de cliënt meegebrachte medicatie wordt gecontroleerd - de cliënt zorgvuldig wordt gemonitord bij het zelf toedienen van medicatie. De procedure heeft ook betrekking op receptvrije geneesmiddelen, alternatieve geneesmiddelen en kruiden.
9.8
Een gekwalificeerd teamlid bewaart en verwijdert medicatie op veilige wijze. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De procedure houdt in: het beoordelen welke medicatie over de houdbaarheidsdatum, besmet of onnodig is en verwijderd moet worden; het nemen van de noodzakelijke maatregelen zoals het labelen van medicatie die moet worden verwijderd; gebruik van verzegelde containers voor het verwijderen
9.9 Veiligheid
Het team documenteert alle incidenten met het toedienen, gebruiken, bewaren en weggooien van medicatie. Het team gebruikt deze informatie om verbeteringen aan te brengen. Toelichtingen Incidenten zijn medicatiefouten, bijwerkingen, bijna-ongelukken en onbedoelde uitkomsten waarbij medicatie betrokken is.
Diamant
VERHOGEN VAN DE KWALITEIT VAN LEVEN 10.0
Het team respecteert de rechten van cliënten en hun familieleden verkrijgt informed consent voor het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
10.1
Het team hanteert een beleid met betrekking tot informed consent dat voldoet aan vigerende wet- en regelgeving. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen De procedure voor het verkrijgen van informed consent bestaat uit de volgende onderdelen: - doornemen van de informatie over de dienstverlening en het consentformulier met de cliënt - informeren van de cliënt over de beschikbare opties - de cliënt tijd geven om na te denken en vragen te stellen voordat om consent wordt gevraagd - respecteren van de cultuur, waarden en rechten van de cliënt, met inbegrip van het recht om te allen tijde consent te weigeren - vastleggen van het besluit van de cliënt in het cliëntdossier. NIAZ Toelichtingen NL: Wet geneeskundge behandelingsovereenkomst (WGBO) VL: Wet op de patiëntenrechten (22/8/2002)
10.2
Het team wijst cliënten en familieleden op hun rechten. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Naast het recht op privacy, vertrouwelijkheid en persoonlijke veiligheid hebben cliënten en hun familieleden het recht om met respect en zorg te worden behandeld, het recht culturele gebruiken en spirituele overtuigingen uit te oefenen en gevrijwaard te blijven van mishandeling, uitbuiting en discriminatie. NIAZ Toelichtingen VL: In België gelden acht patiëntenrechten die wettelijk (22/12/2002) zijn vastgelegd. NL: WGBO
10.3
De teamleden informeren cliënten en familieleden tijdig, volledig en nauwkeurig om hen te helpen keuzes te maken ten aanzien van de diensten.
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen De informatie bevat details over: - hoe en wanneer zorg wordt verleend mogelijkheden om in de zorg te participeren en keuzes te maken met betrekking tot behandelingsopties, therapieën en medicatie - de taken en verantwoordelijkheden van cliënten en hun familieleden bij de zorgverlening, met inbegrip van veiligheid - de beperkingen en mogelijke resultaten van de voorgestelde zorgverlening of alternatieve zorgdiensten mogelijke voordelen, risico’s en zorglast, bijv. wat te doen in geval van negatieve effecten van behandelingen en bijwerkingen van medicatie - de vroege signalen van een noodgeval - de beschikbaarheid van begeleiding en patiëntenverenigingen, bijv. rouw, bemiddeling, consument, zelfhulp bereikbaarheid van zorgverleners in een nood- of crisissituatie. De verstrekte informatie is afgestemd om aan de behoeften van cliënten en hun familieleden te voldoen op basis van de stadia of de voortgang van de ziekte van de cliënt, bijv. recent gediagnosticeerd als palliatief of het levenseinde naderend.
Goud
10.4
Het team controleert of de cliënt en zijn familie de verstrekte informatie begrijpen en legt deze informatie vast in het dossier van de cliënt. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Om cliënten en hun familieleden te helpen de informatie over de behandeling te begrijpen, wordt de informatie waar mogelijk in de moedertaal van de cliënt beschikbaar gesteld, met een eenvoudige en overzichtelijke opmaak en op een manier die rekening houdt met culturele overtuigingen en voorkeuren. Voorbeelden van documenten in het cliëntdossier zijn bijvoorbeeld een ondertekend consentformulier of een ondertekende mededeling waarop het teamlid verklaart dat de procedure, inclusief het doel en de mogelijke schade en voordelen, besproken is met de cliënt en dat de vragen van de cliënt naar tevredenheid van de cliënt zijn beantwoord.
10.5
Het team verkrijgt informed consent van de cliënt vóór het verlenen van diensten. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Van impliciete toestemming ('implied consent') is sprake wanneer zorg wordt verleend waarvoor geen toestemming nodig is, bijv. wanneer een cliënt vraagt om de bloeddruk te laten meten of zijn of haar arm uitsteekt om bloed te laten prikken. Bij minderjarigen (zoals kinderen en tieners) bestaat de procedure van consent uit het zoveel mogelijk betrekken van de minderjarige bij het nemen van beslissingen over de zorgverlening, interventie of behandeling en het respecteren van hun vragen en input. NIAZ Toelichtingen NL: Wet geneeskundge behandelingsovereenkomst (WGBO) VL: Wet op de patiëntenrechten (22/8/2002)
10.6 Effectiviteit
Wanneer cliënten niet in staat zijn informed consent te geven, volgt het team de eerder door de cliënt gegeven instructies (indien beschikbaar), of verkrijgt toestemming van een gemachtigde.
Goud
Toelichtingen Een wilsverklaring is een document dat de cliënt heeft opgesteld met het oog op mogelijke toekomstige beperkingen en waarin hij of zij de soorten zorg en diensten noemt die moeten worden aangeboden indien hij of zij niet meer in staat is met behandeling in te stemmen. Het team legt wilsverklaringen vast in het cliëntdossier en deelt deze informatie met alle zorgverleners van de cliënt, voor zover van toepassing. Iemand die namens de cliënt handelt en beslissingen neemt, moet daartoe wettelijk gemachtigd zijn. Een wettelijk vertegenwoordiger kan een volgens de wet aangewezen persoon zijn of een advocaat, familielid, wettelijke voogd of mantelzorger. In dit soort gevallen verstrekt het team informatie aan de gemachtigde over de rol en verantwoordelijkheden van een wettelijk vertegenwoordiger en worden vragen, zorgen en opties besproken. Als toestemming wordt verleend door een wettelijk vertegenwoordiger wordt de naam van de wettelijk vertegenwoordiger diens relatie met de cliënt en de genomen beslissing vastgelegd in het cliëntdossier. NIAZ Toelichtingen NL: Wet geneeskundge behandelingsovereenkomst (WGBO) en Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) VL: Wet op de patiëntenrechten (22/8/2002)
10.7 Cliëntgerichte zorgverlening
Het team legt aan de cliënt en familieleden uit wat een hartstilstand is en wat reanimatie inhoudt, wat de risico’s en de baten zijn van reanimatie en dat na reanimatie (intensieve) nabehandeling nodig is.
Platina
10.8
Het team legt alle wilsverklaringen in het dossier van de cliënt vast, ook met betrekking tot het toepassen van mogelijk levensverlengende behandeling. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Cliënten kunnen een wilsverklaring hebben voor bepaalde of alle te nemen beslissingen. Het team informeert cliënten en hun familieleden schriftelijk en mondeling over hun recht een wilsverklaring op te stellen en hoe ze dit moeten doen. Voorbeelden van potentieel levensverlengende behandelingen zijn onder meer het toedienen van zuurstof, vocht en kunstmatige voeding.
10.9
Het team informeert zorgverleners binnen en buiten de instelling over wilsverklaringen, indien van toepassing. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen Dit gebeurt alleen na toestemming van de cliënt. Het team betrekt mantelzorgers bij het communiceren van de wilsverklaringen.
10.10
Het team bespreekt regelmatig de wilsverklaringen met de cliënt en familieleden en legt eventuele wijzigingen vast. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
10.11
Het team beschermt de eigendommen van de cliënten tegen diefstal en verlies. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team kan de eigendommen van de cliënt beschermen tegen verlies of diefstal door een beveiligde opbergruimte voor persoonlijke eigendommen aan te bieden of door toegang tot de afdeling of zorgruimte te beperken.
10.12
Het team volgt de instellingsprocedure bij het identificeren, oplossen en rapporteren van ethische kwesties. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen De procedure omvat onder andere richtlijnen voor het omgaan van meningsverschillen over ethische kwesties, zowel tussen cliënten en zorgverleners als tussen zorgverleners onderling. Ethische problemen kunnen worden aangepakt door een ethische commissie of overlegteam, vaak moreel beraad genaamd, dat onder meer kan bestaan uit zorgprofessionals, geestelijken of ethici. De ethische commissie kan naast klinisch overleg ook worden betrokken bij beoordeling van beleid en voorlichting over ethiek.
10.13
Het team legt uit wat de verantwoordelijkheden van de cliënt en zijn familieleden zijn tijdens de zorgverlening. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Verantwoordelijkheden van cliënten en hun familieleden omvatten het verstrekken van nauwkeurige informatie over de medische geschiedenis
van de cliënt en het spelen van een actieve rol in hun zorg door vragen te stellen als informatie niet duidelijk is en door duidelijk te maken wat hun doelstelling is met betrekking tot hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Cliënten en hun familieleden dienen zich daarnaast te houden aan het beleid en de procedures van de instelling en dienen zorgverleners en andere medewerkers met respect te behandelen.
10.14
Het team voorziet cliënten en familieleden van informatie over de zorgbehoefte van de cliënt. Diamant
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen De voorlichting stelt cliënten in staat om te gaan met hun zorgbehoeften en gezondheidsgerelateerde problemen en helpt hen bij het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn om aan hun eigen behoeften te voldoen en zo onafhankelijk mogelijk te worden. Op die manier kunnen ze een rol spelen in de zorgverlening en besluitvorming. Middels voorlichting leren cliënten ook zelfzorgtechnieken aan en manieren om het zorgplan te volgen en zorgdoelen en verwachte resultaten te realiseren. Ook leren cliënten hoe ze medicatie, voorzieningen en apparatuur veilig en effectief kunnen gebruiken. Bij het geven van voorlichting houdt het team rekening met de ontvankelijkheid en bereidheid van cliënten en hun familieleden om te worden voorgelicht en met de cultuur, overtuigingen, de waarden, het niveau van geletterdheid, de taal, de leeftijd, de communicatievoorkeuren, het ontwikkelingsniveau en het functioneringsniveau van cliënten en hun familieleden. Het team respecteert de keuze van een cliënt of familielid om zich niet te laten voorlichten.
10.15
Het team zorgt dat cliënten en familieleden toegang hebben tot emotionele ondersteuning en psychische begeleiding. Diamant
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Emotionele ondersteuning en begeleiding kunnen cliënten en hun familieleden helpen om te gaan met de behoeften van de cliënt en gezondheidsgerelateerde problemen en te werken aan positieve gevoelens, zelfvertrouwen en waardigheid. Psychische begeleiding kan worden gegeven om aan psychosociale, sociale, praktische en spirituele behoeften te voldoen. De ondersteuning en begeleiding kunnen betrekking hebben op ethische kwesties, zoals wilsverklaringen, hersendood of orgaandonatie of op het helpen van familieleden bij het omgaan met overlijden, rouw en verdriet. Het rouwproces is normaal, gezond, zeer persoonlijk en kan bestaan uit emotionele, gedrags-, spirituele en lichamelijke reacties. Het team is op de hoogte van complexe rouwreacties, die mogelijk specifieke interventies vereisen.
10.16 Effectiviteit
Het team monitort zijn programma’s voor voorlichting, ondersteuning en psychische begeleiding en gebruikt deze informatie om verbeteringen in de zorgverlening aan te brengen.
Diamant
Toelichtingen Het team controleert regelmatig de emotionele en fysieke reacties op informatie over zijn zorgdiensten. Het team gebruikt meetbare indicatoren om de voortgang ervan te kunnen controleren. Het team gebruikt de informatie om deze activiteiten tijdig te verbeteren.
10.17
Het team beschikt over een klachtenprocedure voor cliënten en familieleden. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Cliënten en hun familieleden voelen zich vrij om hun bezorgdheid te uiten of
een kwestie aan de orde te stellen. De instelling kan bijvoorbeeld een neutrale, objectieve persoon beschikbaar stellen aan wie cliënten en hun familieleden advies of hulp kunnen vragen. NIAZ Toelichtingen NL: Wet klachtrecht cliënten zorgsector http://www.igz.nl/onderwerpen/hand having_en_toezicht/wetten/wet-klachtrecht-clienten-zorgsector/ VL:patiëntenrechtenwet (KB 22/02/2002) en wetgeving rond ombudsfunctie (KB 08/07/2003).
10.18
Het team informeert cliënten en familieleden over hoe zij een klacht kunnen indienen. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
10.19
Het team reageert open, eerlijk en tijdig op klachten van cliënten en familieleden. Diamant
Cliëntgerichte zorgverlening
11.0
Het team helpt cliënten en hun familieleden bij het bevredigen van hun spirituele, culturele, sociale en recreatieve behoeften.
11.1
Het team biedt cliënten en familieleden mogelijkheden om deel te nemen aan spirituele en culturele activiteiten.
Cliëntgerichte zorgverlening
Platina
Toelichtingen Bij het ter beschikking stellen van deze mogelijkheden wordt rekening gehouden met de taal, eetgewoonten en culturele praktijken van cliënten en hun familieleden.
11.2
Het team biedt kinderen en jongeren de ruimte en mogelijkheden voor sport en spel. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Te denken valt hierbij aan een speciale ruimte voor sport en spel, zoals een speeltuin, speelgoed en speeltoestellen. Dit criterium is van toepassing op alle teams die zich bezighouden met kinderen en jongeren, waaronder pediatrische cliënten en kinderen en jongeren die onderdeel zijn van een bepaald gezin, d.w.z. de kinderen en/of broers en zussen van de cliënt.
11.3
Het team helpt cliënten en familieleden om zo onafhankelijk mogelijk te zijn. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Dit omvat het verlenen van toegang tot revalidatie- en ondersteunende zorg, waaronder kinesthetische/fysiotherapeutische ontwikkeling en respijtzorg, indien nodig. Het omvat tevens het geven van informatie aan cliënten en hun familieleden over financiële, sociale en wettelijke ondersteuning en het toegankelijk maken van geschikte zorg voor cliënten en hun familieleden.
11.4
Het team helpt cliënten en familieleden te genieten van voedsel en gezamenlijke maaltijden. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen De sociale en culturele aspecten van het (samen) eten dragen in belangrijke mate bij aan de levenskwaliteit van de cliënt en zijn familieleden. Ongeacht de zorgomgeving moet hier rekening mee worden gehouden. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan: - het respecteren van persoonlijke en culturele voorkeuren op het gebied van eten - het aanbieden van een keuze aan eten en drinken, waarbij ook aan ongebruikelijke verzoeken wordt voldaan - de stervende cliënt helpen te leren leven met verminderde eetlust - cliënten stimuleren om samen met vrienden en familieleden te genieten van de sociale en culturele aspecten van het samen eten. Het team stimuleert cliënten en hun familieleden hun voorkeuren op het gebied van voeding en samen eten naar voren te brengen en probeert verlies van eetlust door een gebrek aan keuze te voorkomen.
11.5
Het team helpt cliënten om in contact te blijven met mensen, groepen en organisaties die belangrijk voor hen zijn. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Voor veel stervende cliënten is het onderhouden van contact met familieleden en vrienden en het betrokken blijven bij activiteiten, zoals scholing en vrijwilligerswerk, essentieel voor het verhogen van de levenskwaliteit. Het team werkt samen met cliënten en hun familieleden om te bepalen hoe zij betrokken zouden willen blijven en helpt hen om deze doelstellingen te verwezenlijken. Cliënten kunnen worden geholpen bij het onderhouden van deze contacten door open bezoek van vrienden en familieleden mogelijk te maken, onderlinge contacten te stimuleren, bezoeken buitenshuis te ondersteunen of te zorgen dat contact per telefoon of via andere communicatiemiddelen te allen tijde mogelijk is. Plotselinge veranderingen in de cliënt, zoals het zich terugtrekken van andere mensen en instellingen, kunnen een indicatie zijn van veranderingen in het fysieke, psychologische, emotionele of sociale welzijn van de cliënt.
11.6
Het team zorgt voor een zorgomgeving die bijdraagt aan het welzijn van cliënten en familieleden. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team erkent het belang van de fysieke omgeving en helpt cliënten en hun familieleden bij het kiezen van een passende zorgomgeving uit de beschikbare mogelijkheden en middelen. Het team werkt samen met de cliënt, familieleden en mantelzorgers om de veiligheid van de fysieke omstandigheden in een zorgomgeving te maximaliseren. De instelling biedt cliënten en hun familieleden waar mogelijk een keuze uit verschillende zorgomgevingen. Het team helpt cliënten en hun familieleden om zorg te krijgen in een omgeving die voldoet aan hun persoonlijke voorkeuren, bijv. thuis. Wanneer de behoeften en voorkeuren van cliënten en hun familieleden veranderen, helpt het team de cliënt om veranderingen aan te brengen in de fysieke omgeving of zorgomgeving.
11.7
Het team is op de hoogte van de wensen van cliënten en familieleden en helpt hen om deze zo mogelijk te vervullen.
Cliëntgerichte zorgverlening
Platina
Toelichtingen Het team erkent dat veel stervende cliënten (of cliënten met een levensbedreigende ziekte) en hun familieleden vaak wensen hebben die zij
in vervulling zouden willen zien gaan, bijv. een bezoek aan een speciale plaats, of een verlangen om buiten te sterven. Het team vraagt cliënten en hun familieleden naar deze wensen. Het team probeert waar mogelijk en met de beschikbare middelen aan de wensen van cliënten en hun familieleden tegemoet te komen.
12.0
Het team bereidt cliënten en familie voor op overdracht naar een ander zorgteam of zorgomgeving, een andere zorgverlener, of ontslag.
12.1
Het team hanteert een lijst met criteria om het ontslag en de overdracht van cliënten in goede banen te leiden. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen *
12.2
Het team brengt cliënten, familieleden en zorgverleners tijdig op de hoogte van overplaatsing of ontslag. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen *
12.3
Het team bereidt cliënten, familieleden en mantelzorgers voor op wat ze kunnen verwachten bij de overplaatsing of ontslag. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Overplaatsing kan een verandering van ontwikkelingsniveau inhouden, of het overbrengen van de cliënt naar een ander type of niveau van zorg of andere zorgomgeving, zoals naar een hospice of vanuit het ziekenhuis naar huis om te sterven. Het voorbereiden van cliënten, familieleden en mantelzorgers houdt onder andere in dat zij worden voorgelicht over verlies en verdriet en over de beschikbare hulp bij rouwverwerking. Als de instelling hulp bij rouwverwerking aanbiedt, beoordeelt het team het hulpprogramma en past het dit aan op basis van behoeften van de cliënt en het laatste onderzoek. Voorlichting moet onder andere gaan over het vroegtijdig alert zijn op signalen van mogelijke problemen en over te verwachten veranderingen als een cliënt zijn/haar levenseinde nadert.
12.4
Het team beoordeelt of de cliënt behoefte heeft aan ondersteuning en/of verdere medische zorg tijdens overplaatsing of ontslag. Platina
Continuïteit van de zorgverlening
Toelichtingen Voorbeelden van ondersteuning en/of verdere zorgverlening zijn intraveneuze vloeistoffen of medicatie, krukken of een rolstoel. Deze zijn bedoeld om de gezondheidstoestand en stabiliteit van de cliënt tijdens de overplaatsing naar een andere dienst of bij ontslag te ondersteunen. Voor cliënten die veel ondersteuning nodig hebben, regelt het team een ambulance met ambulanceverpleegkundigen die continue zorg verlenen zodat de cliënt stabiel blijft tijdens de overplaatsing.
12.5
De instelling past reanimatie en mogelijk levensverlengende behandelingen correct toe. Goud
Veiligheid
Toelichtingen
De instelling heeft beleid en een procedure voor het toepassen van reanimatie en mogelijk levensverlengende behandelingen en deelt deze mee aan alle medewerkers, vrijwilligers, cliënten, familieleden en mantelzorgers. Het team erkent de wensen van cliënten die geen reanimatie en mogelijk levensverlengende behandelingen willen. Het team heeft te allen tijde toegang tot zorgverleners die op de hoogte zijn van het reanimatiebeleid en die getraind zijn in het nemen van een besluit over reanimatie. De instelling monitort de toepassing van reanimatie en mogelijk levensverlengende behandelingen en heeft een procedure om reanimatiebesluiten te beoordelen
12.6
Het team stelt het overlijden vast en verleent de laatste zorg aan overleden cliënten. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team hanteert een instellingsprocedure met betrekking tot het vaststellen van overlijden, het verkrijgen van bevestiging hiervan en het regelen van zaken rondom het overlijden. Het team volgt een training over hoe overlijden kan worden vastgesteld en de procedure voor het vaststellen van en omgaan met het overlijden van de cliënt. Het team voldoet aan de provinciale wet- en regelgeving rondom overlijden. NIAZ Toelichtingen NL: Wet op de lijkbezorging: http://wetten.overheid.nl/BWBR0005009/.
12.7
Het team ondersteunt de familieleden en mantelzorgers voor en na het overlijden van de cliënt. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Het team geeft relevante informatie over het stervensproces, zoals tekenen en symptomen van naderende dood, omgaan met sterven en dood en het bieden van ondersteuning en troost tijdens de laatste uren. Het team stimuleert de familieleden en vrienden van de cliënt gebruik te maken van bestaande hulpverlening. Wanneer deze niet volstaan, of wanneer de familieleden en vrienden een verhoogd risico hebben op complexe rouwreacties, biedt het team toegang tot rouwverwerkingsdiensten, waaronder hulp door vrijwilligers of professionele zorgdiensten. Het team kan gegevens uit een rouwrisicobeoordeling gebruiken om familieleden en mantelzorgers zo nodig te verwijzen naar professionele hulpdiensten. Als de cliënt thuis wil sterven, beoordeelt het team de geschiktheid van het thuisomgeving en treft het regelingen om het overlijden thuis vast te stellen en tijdig een overlijdensakte op te maken.
12.8 Continuïteit van de zorgverlening
12.9 Continuïteit van de zorgverlening
Voor cliënten die worden verwezen naar een ander team of andere instelling, werkt het team met dat team of die instelling samen om de overdracht van de cliënt af te stemmen.
Platina
Voor cliënten die worden verwezen naar een andere zorgverlener of instelling, verschaft het team de ontvangende zorgverlener of instelling een kopie van het schriftelijke ontslag- of overdrachtsrapport. Goud
Toelichtingen Het verstrekken van juiste en volledige informatie aan andere zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg aan de cliënt is cruciaal om de cliëntveiligheid, continuïteit van de zorg en klinische uitkomsten te verbeteren. Overdracht
van gegevens betekent dat cliënten grotere kans hebben de juiste zorg op het juiste moment te krijgen en zorgt voor minder dubbel werk of hiaten in de verleende zorg.
12.10 Veiligheid
Het team verifieert samen met de cliënt de medicatie van de cliënt vóór doorverwijzing of ontslag. Bij doorverwijzing naar een andere afdeling, dienst, zorgverlener of zorgniveau binnen of buiten de instelling, informeert het team de volgende zorgverlener over de medicatie.
Platina
Toelichtingen Deze procedure staat bekend als medicatieverificatie en helpt bij het terugdringen van bijwerkingen als gevolg van de wisselwerking tussen geneesmiddelen of andere complicaties. Medicatieverificatie kan tijdrovend en moeilijk uit te voeren zijn; het is echter aangetoond dat medicatieverificatie de cliëntveiligheid aanzienlijk verbetert. Aanbevolen wordt om de procedure met name te gebruiken voor cliënten met een complexe medicatiegeschiedenis, dat wil zeggen cliënten die vier of meer verschillende geneesmiddelen gebruiken. NIAZ Toelichtingen VL: Contract Coördinatie Kwalteit & Patiëntveiligheid NL: VMS-thema '‘Medicatieverificatie’
12.11
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team draagt tijdens overdrachten informatie op een effectieve manier over aan andere zorgverleners. Platina
Continuïteit van de zorgverlening
Toelichtingen Tijdens overdrachtsmomenten wordt de zorg voor een cliënt overgedragen tussen medewerkers onderling, tussen teams bij een wisseling van dienst, tussen twee zorgafdelingen, of, bij ontslag, aan de cliënt zelf en een volgende zorgverlener. Formulieren en checklists zijn voorbeelden van een standaardoverdracht van cliëntgegevens. Een voorbeeldformulier voor de overdracht van cliëntgegevens volgens de SBAR-techniek is te vinden op de website van het Institute for Healthcare Improvement (IHI): http://www.ihi. org/IHI/Topics/PatientSafety/SafetyGeneral/Tools/SBARTechni queforCommunicationASituationalBriefingModel.htm. NIAZ Toelichtingen VL en NL: SBAR-methode (Situation, Background, Assessment, Recommendation) zie link: http://www.vmszorg.nl/_page/vms_inline?nodeid= 4624&subjectid=6728 (Nederlandstalige uitleg over SBAR). Nalevingstest(s)
12.12
12.11.1
De instelling beschikt tijdens overdrachten over een in de instelling gestandaardiseerd protocol voor de overdracht van cliëntinformatie (bijv. met de read-backtechniek, de SBARtechniek of met elektronische medische bestanden).
12.11.2
Het team gebruikt tijdens overdrachten hulpmiddelen (bijv. overdrachtsformulieren, checklists) voor de tijdige overdracht van cliëntinformatie.
Het team ondersteunt cliënten en familieleden wanneer zij opnieuw gebruik willen maken van de dienstverlening. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen De informatie die aan cliënten en hun familieleden wordt verstrekt, omvat schriftelijke of mondelinge instructies over hoe en wanneer opnieuw gebruik van zorg kan worden gemaakt en hoe contact kan worden opgenomen met het team.
12.13 Effectiviteit
Na overdracht of ontslag neemt het team contact op met de cliënten, hun familieleden, mantelzorgers, verwijzers of ondersteuners bij rouwverwerking om na gaan of aan hun behoeften is voldaan, en gebruikt deze informatie om de organisatie van overdracht en ontslag te verbeteren. Toelichtingen Het team controleert of de verleende zorg heeft voldaan aan de behoeften van de cliënten en hun familieleden en, voor zover dat niet het geval is, gebruikt het team deze informatie om verbeteringen aan te brengen in de planning van overdracht en ontslag.
Diamant
CLIËNTGEGEVENS BEWAREN 13.0
Het team houdt cliëntdossiers nauwkeurig bij en bewaart deze op een veilige plaats.
13.1
Het team houdt een volledig en actueel dossier bij voor elke cliënt. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Dit kan een elektronisch en/of papieren cliëntdossier zijn. NIAZ Toelichtingen NL: Richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging http://www.ven vn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=ERWLr5lzp_8%3D&tabid=1789 VL: Koninklijk besluit minimumnormen medisch dossier d.d. 28 december 2006.
13.2
Het team gebruikt een uniek cliëntidentificatiemiddel voor koppeling van het dossier aan de cliënt. Goud
Effectiviteit
NIAZ Toelichtingen Denk hierbij bijv. aan een patiëntnummer of burgerservicenummer (BSN).
13.3 Effectiviteit
Het team beschikt over een standaardprocedure om alle diagnostiek, behandeling en medicatie, alsmede een lijst van teamleden die betrokken zijn bij de zorg voor de cliënt, op te nemen in het dossier van de cliënt.
Goud
Toelichtingen *
13.4
Het team bergt dossiers van cliënten zodanig op dat de privacy en vertrouwelijkheid van cliëntinformatie beschermd worden. Goud
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen Elektronische en papieren dossiers vergen verschillende methodes voor het beschermen van de privacy en vertrouwelijkheid van cliëntgegevens. Voor papieren dossiers heeft het team bijv. een veilige opslagruimte, voor elektronische dossiers kan een systeem met een wachtwoord worden gebruikt om toegang tot cliëntgegevens te beperken. Dossiers die niet vergrendeld kunnen worden (of op een onbeveiligde computer staan) mogen alleen in werkruimtes beschikbaar zijn. Het team moet voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving voor de bescherming van de privacy en vertrouwelijkheid van cliëntgegevens. NIAZ Toelichtingen NL: NEN 7510/7511 - Informatieveiligheid VL: Informatieveilgheidsconsulent
13.5
Zorgverleners en andere medewerkers hebben tijdig toegang tot het cliëntdossier. Platina
Toegankelijkheid
Toelichtingen
Het team volgt het beleid van de instelling waarin is aangegeven wie er wanneer en op welke wijze toegang heeft tot de cliëntgegevens. NIAZ Toelichtingen NL: NEN 7510/7511 - Informatieveiligheid VL: Informatieveilgheidsconsulent
13.6 Effectiviteit
Het team verricht een interne audit bij cliëntdossiers om na te gaan of zij nauwkeurig en actueel zijn en voldoen aan het instellingsbeleid en procedures met betrekking tot informatiebeheer.
Diamant
Toelichtingen *
13.7 Effectiviteit
Het team gebruikt de resultaten van interne audits voor verbeteringen in zijn cliëntdossiers. Diamant
TOEZIEN OP VEILIGHEID EN KWALITEIT VAN HOSPICEZORG, PALLIATIEVE ZORG EN ZORG ROND HET LEVENSEINDE 14.0
Het team baseert zijn hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde op informatie uit wetenschappelijk onderzoek, evidencebased richtlijnen en best practices.
14.1
Het team hanteert evidence-based richtlijnen voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen *
14.2
Het team volgt een standaardprocedure om evidence-based richtlijnen voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde te selecteren. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen *
14.3
Het team volgt een standaardprocedure om te kiezen tussen tegenstrijdige evidence-based richtlijnen. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
14.4
Het team gebruikt klinische richtlijnen om het verlenen van hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde te standaardiseren. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen *
14.5
Het team heeft op de ‘werkvloer’ toegang tot klinische richtlijnen. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen Richtlijnen zijn beschikbaar op schrift of via internet.
14.6 Effectiviteit
Het team beoordeelt zijn richtlijnen regelmatig om te controleren of zij actueel zijn en de huidige stand van onderzoek en best practices weerspiegelen. Toelichtingen *
Platina
14.7
Het team heeft zorgpaden voor veel voorkomende diagnoses. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
14.8 Effectiviteit
De wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten door het team voor hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde voldoen aan vigerende onderzoeksprotocollen en ethische procedures en normen.
Goud
Toelichtingen Het team kan deelnemen aan onderzoeksinitiatieven om de kwaliteit van diensten te verbeteren, bijv. klinische gebieden, evaluaties van nieuwe interventies of wijzigingen in bestaande interventies.
14.9
Het team deelt met vergelijkbare instellingen onderzoeken, richtlijnen en benchmarkinformatie. Diamant
Doelgroepgerichtheid
Toelichtingen De hoeveelheid informatie over onderzoek en best practices die met andere instellingen wordt gedeeld, kan variëren, afhankelijk van de taken en het dienstenpakket van het team. Het delen van onderzoek en informatie met andere instellingen is essentieel voor kennisoverdracht.
15.0
Het team bevordert veiligheid in de zorgomgeving.
15.1
Het team identificeert, reduceert en managet de risico’s voor de veiligheid van cliënt en medewerkers. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Er wordt actief gebruik gemaakt van een Veiligheidsmanagementsysteem (VMS).
15.2
Elk teamlid wordt regelmatig gescreend en zonodig ingeënt tegen veel voorkomende besmettelijke ziekten. Goud
Veiligheid
Toelichtingen De meest voorkomende besmettelijke ziekten zijn tuberculose, mazelen, rodehond, polio, griep, difterie en pneumococcus. Het team kan ook besluiten om teamleden te screenen op andere ziekten en hen hiertegen in te enten, afhankelijk van de soort cliënten en de aard van de zorg die het team verleent. Besluitvorming hierover gebeurt in overleg met de arbeidsgeneesheer/Arbo-arts.
15.3
VEREISTE INSTELLINGSRICHTLIJN Het team implementeert en evalueert het beleid valpreventie om schade van vallen van de cliënt te minimaliseren. Platina
Veiligheid
Toelichtingen Een val kan leiden tot letsel bij de cliënt, hogere zorgkosten en mogelijke
claims vanwege klinische nalatigheid. Valpreventieprogramma’s kunnen bestaan uit: training van medewerkers - risico-evaluaties - evenwichts- en krachttraining - visuele zorg - medicatiebeoordelingen - beoordelingen van de fysieke omgeving - gedragsevaluaties - bedalarmen. Mogelijke maatregelen om een valpreventiebeleid te evalueren zijn onder meer het bijhouden van het percentage cliënten dat een risico-evaluatie krijgt, valcijfers, oorzaken van letsel en compenserende maatregelen zoals beschermende middelen. Het houden van een nabespreking na een val kan ook helpen hiaten in de veiligheid op te sporen en herhaling te voorkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft valpreventie aangewezen als een belangrijke mondiale gezondheidskwestie. Het verminderen van het aantal vallen en van letsel als gevolg daarvan kan de levenskwaliteit van cliënten verbeteren en de kosten van ernstig letsel als gevolg van vallen terugdringen. NIAZ Toelichtingen NL: CBO-richtlijn valpreventie, VMS-thema 'De kwetsbare oudere' en https:/ /www.dwangindezorg.nl/rechten/wetten/bopz VL: Expertisecentrum val en fractuurpreventie Vlaanderen (www.valpreventie.be)
Nalevingstest(s)
15.4 Veiligheid
15.3.1
Het team implementeert een valpreventiebeleid.
15.3.2
In het beleid worden de risicogroepen op vallen geïdentificeerd.
15.3.3
Het beleid benoemt de specifieke behoefte van de risicogroepen.
15.3.4
Het team evalueert regelmatig het valpreventiebeleid.
15.3.5
Het team gebruikt de resultaten van de evaluatie voor verbeteringen in het valpreventiebeleid.
Het team wisselt regelmatig informatie over veiligheidsrisico’s uit om het risico op fouten te verminderen en de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. Platina
Toelichtingen Als er regelmatig gelegenheid is om informatie uit te wisselen over potentiële problemen en incidenten die zijn voorgevallen, kan zowel het risico op als de waarschijnlijkheid van herhaling van een incident worden teruggedrongen.
15.5
Het team hanteert instellingsbeleid en -procedures om activiteiten met een hoog risico veilig en gecontroleerd te laten plaatsvinden. Platina
Effectiviteit
Toelichtingen In de instelling is door middel van risico-analyses duidelijk gemaakt welke activiteiten als 'hoog-risico' worden beschouwd. Voorbeelden zijn: het vragen en ontvangen van belangrijke onderzoeksresultaten/laboresultaten, het toedienen van medicatie, etc.
NIAZ Toelichtingen NL: www.vmszorg.nl
15.6 Veiligheid
Het team volgt het instellingsbeleid om over ongewenste gebeurtenissen met cliënten en familieleden te communiceren. Platina
15.7 Effectiviteit
Het team registreert alle incidenten, bijna-ongevallen en ongewenste gebeurtenissen en vermeldt deze, indien van toepassing, in het dossier van de cliënt. Goud
Toelichtingen Incidenten en bijna incidenten waar cliënten bij betrokken zijn, worden vastgelegd in het cliëntdossier en gemeld (VIM, IGZ).
15.8
Het team monitort het aantal incidenten, bijna-ongevallen en bijwerkingen. Goud
Veiligheid
Toelichtingen Informatie over incidenten, bijna-ongevallen en onbedoelde uitkomsten wordt specifiek bijgehouden voor hospicezorg, palliatieve zorg en de zorg rond het levenseinde. Deze informatie wordt op een consequente manier geregistreerd, zodat er een overzicht van de informatie op instellingsniveau kan worden gemaakt.
16.0
Het team evalueert regelmatig de kwaliteit van de hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde.
16.1
Het team meet uitkomsten van de zorgverlening. Goud
Effectiviteit
Toelichtingen Voorbeelden van verplichten externe uitkomstmetingen voor thuiszorg zijn o.a.: - CQ-indicatoren - zorginhoudelijke indicatoren Daarnaast is de instelling vrij om aanvullende uitkomstmaten te benoemen.
16.2
Het team monitort meningen van cliënten over de kwaliteit van de hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde. Platina
Cliëntgerichte zorgverlening
Toelichtingen De instelling kan cliënten naar hun mening vragen via enquêtes, focusgroepen, individuele gesprekken of bijeenkomsten. NIAZ Toelichtingen NL: Organisaties zijn verplicht om tweejaarlijks een CQ-meting te laten uitvoeren door een gecertificeerd extern bureau.
16.3
Het team brengt indicatoren van cliëntveiligheid in kaart en bewaakt deze als onderdeel van zijn integrale kwaliteits- en veiligheidsplan. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
16.4
Het team beoordeelt de gegevens van zijn prestatiemetingen om sterke punten en verbeterpunten in kaart te brengen. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
16.5 Effectiviteit
Het team combineert zijn activiteiten ter verbetering van kwaliteit en veiligheid om de inzet van personeel en middelen te monitoren en te verbeteren.
Diamant
Toelichtingen Het team gaat kosteneffectief om met inzet van mensen en middelen.
16.6
Het team vergelijkt zijn resultaten met vergelijkbare teams, diensten of instellingen. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen Het team kan deelnemen aan benchmark-initiatieven en vergelijkingen met collega-instellingen om de eigen prestaties te beoordelen en mogelijkheden voor verbetering te signaleren. Het team zoekt uit wat de toonaangevende best practices zijn en stelt deze beschikbaar.
16.7 Effectiviteit
Het team gebruikt de informatie over de kwaliteit en veiligheid van zijn diensten om sterke punten en verbeterpunten in kaart te brengen en voert tijdig verbeteringen door.
Diamant
Toelichtingen De instelling of het team definieert wat 'tijdig' betekent en houdt zich aan die planning. Verbeteringen worden geprioriteerd aan de hand van criteria als hoog risico, grote omvang en hoge kosten. Voortdurende initiatieven voor kwaliteitsverbetering maken deel uit van een bredere filosofie van kwaliteitsverbetering in de gehele instelling. Het controleren en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening door het team is geïntegreerd in de inspanningen van de instelling op het gebied van kwaliteitsverbetering, risicomanagement, cliëntveiligheid en een efficiënt gebruik van middelen.
16.8
De teamleden zijn betrokken bij initiatieven of projecten op het vlak van kwaliteitsverbetering. Diamant
Effectiviteit
Toelichtingen *
16.9
Het team bespreekt de resultaten van evaluaties en verbeteringen met medewerkers, cliënten en familieleden. Diamant
Doelgroepgerichtheid
Toelichtingen *
Gepubliceerd door Accreditation Canada International. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd of overgedragen, in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opname of anderszins, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Accreditation Canada. © Accreditation Canada, 2014
Hospicezorg, palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde v2
Accreditation Canada International
Legenda: Kwaliteitsdimensies: Doelgroepgerichtheid
Samenwerken met doelgroepen om te anticiperen en te voldoen aan behoeftes
Toegankelijkheid
Tijdige en rechtvaardige zorg
Veiligheid
Zorgen dat mensen veilig zijn
Arbeidsomstandigheden
Welzijn op de werkplek ondersteunen
Cliëntgerichte zorgverlening
Cliënten en familieleden op de eerste plaats
Continuïteit van de zorgverlening
Gecoördineerde en consistente zorg beleven
Effectiviteit
Het juiste doen om de best mogelijke resultaten te behalen
Efficiëntie
Bronnen zo goed mogelijk benutten
Types criteria: Vereiste instellingsrichtlijnen (ROPs)
Een vereiste instellingsrichtlijn (ROP) is een essentiële praktijk die organisaties moeten hanteren om de patiënt-/cliëntveiligheid te verbeteren en risico's te minimaliseren.
Prestatiemaatstaven
Prestatiemetingen zijn op bewijs gebaseerde instrumenten en indicatoren die worden gebruikt om te meten en evalueren in welke mate een organisatie haar doelen, doelstellingen en programma-activiteiten heeft bereikt.
Hoge prioriteit
Criteria met hoge prioriteit hebben te maken met veiligheid, ethiek, risicobeheer en kwaliteitsverbetering. Ze zijn geïdentificeerd in de normen.
Goud
addresses basic structures and processes linked to the foundational elements of safety and quality improvement.
Platina
builds on the elements of quality and safety, and emphasizes key elements of client-centred care, creating consistency in the delivery of services through standardized processes, and involving clients and staff in decision-making.
Diamant
focuses on the achievement of quality by monitoring outcomes, using evidence and best practice to improve services, and benchmarking with peer organizations to drive system-level improvements.
Prioriteit:
Niveaus: