HOOFDLIJNENNOTITIE Project Versterking Nuldelijnsondersteuning Veteranen Steller: Projectleider Versterking Nuldelijnsondersteuning Veteranen, M. van der Giessen Datum: 30 november 2012 Status: Ter besluitvorming AB-VP 13 december Succesvol samenwerken in een georganiseerd en versterkt nuldelijnsondersteuningssysteem veteranen 1. INLEIDING Veteranen kunnen doorgaans op eigen kracht en met behulp van de eigen directe omgeving, waaronder collega’s en relaties, gevolgen van een ingrijpende gebeurtenis adequaat hanteren. Lang niet iedereen vertoont symptomen. En als dat wel het geval is, is er vaak sprake van natuurlijk herstel na enige tijd. Slechts enkelen ontwikkelen klachten en hebben professionele hulpverlening1 nodig (arts, maatschappelijk werk, psycholoog, schuldhulpverlening, materiele zorg, enz.). Het is van groot belang bij veteranen te voorkomen dat een hulpvraag ontstaat en, als die toch ontstaat, de veteraan en/of zijn relatie snel de juiste hulp kan vinden. In beide situaties is het welkom dat hij/zij ondersteuning krijgt aangeboden van de eigen directe omgeving, bestaande uit de werkgever2, familie, vrienden en lotgenoten. Voor militairen in actieve dienst heeft de werkgever collegiale ondersteuning georganiseerd. Organisaties verenigd in het Veteranen Platform (VP), reünieverbanden, bonden, ontmoetingscentra en het Veteraneninstituut verlenen (georganiseerde) nuldelijnsondersteuning aan veteranen. Goede zorg staat niet los van erkenning en waardering. Het geven van erkenning en waardering kan de ontwikkeling van een hulpvraag voorkomen. Activiteiten in het kader van erkenning en waardering bieden mogelijkheden voor actieve nuldelijnsondersteuning om dat daar veteranen bij elkaar komen. Dit neemt niet weg dat ten aanzien van de organisatie en financiering een duidelijke scheiding wordt gehanteerd tussen het verlenen van nuldelijnsondersteuning en het geven van erkenning en waardering. Doel van dit document is het Algemeen Bestuur VP ondersteunen in de besluitvorming over het Project Versterking Nuldelijnsondersteuning Veteranen. Waarna verdere uitwerking en implementatie conform aanvullende richtlijnen van het Algemeen Bestuur VP plaatsvinden. De beslispunten zijn omlijnd. 2. PROJECT VERSTERKING NULDELIJNSONDERSTEUNING In de loop der jaren zijn er veel particuliere initiatieven ontplooid gericht op de ondersteuning van de veteranen. Het samenstel van initiatieven dekt niet de gehele veteranen populatie af, is niet altijd genormeerd en sluit niet altijd aan op de professionele hulpverlening. Meerdere initiatieven hebben onvoldoende voortzettingsvermogen terwijl ze wel voorzien in een behoefte. Met de ‘Conferentie Nuldelijnszorg’ van 5 november 2010 op initiatief van de BNMO, en vervolgens de ‘Leusdenconferenties’ en het ‘Project Versterking Nuldelijnsondersteuning Veteranen’ hebben het VP en het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg 1 2
Gekozen is voor de term ‘hulpverlening’ omdat het meer omvat dan alleen (geestelijke gezondheids) ‘zorg’. Defensie bij militairen maar ook de huidige werkgever van postactieve veteranen.
1
(vfonds) het initiatief genomen om structuur te brengen in de organisatie en financiering van de nuldelijnsondersteuning aan veteranen. Voor het Project heeft het vfonds tot 2016 in beginsel € 245.000 per jaar beschikbaar gesteld. Dit bedrag is inclusief de nuldelijnsondersteuning van de samenwerkende ontmoetingscentra. Het vfonds financiert daarmee niet langer separate particuliere initiatieven in de nuldelijnsondersteuning, maar een totaalsysteem. Als de belangenbehartiger van alle veteranen ligt het voor de hand dat het VP de afstemming tussen alle nuldelijnsinitiatieven voor veteranen initieert en organiseert, en daarmee de regie voert over het landelijk dekkend nuldelijnsondersteuningssysteem en de aansluiting daarvan op de dienstverlening en professionele hulpverlening. Daarmee omvat het project meer dan alleen de organisatie van de nuldelijnsondersteuning van de lidorganisaties en het VP als geheel. Doel van het Project Versterking Nuldelijnsondersteuning Veteranen is: Het vergroten van de effectiviteit en efficiëntie van nuldelijnsinitiatieven voor een gezamenlijk gedefinieerde doelgroep, door de kwaliteit van de initiatieven te bevorderen, op elkaar af te stemmen, en eenduidig en eenvoudig toegankelijk te maken in een kostenarm, landelijk dekkend en betrouwbaar nuldelijnsondersteuningssysteem, dat aansluit bij de behoefte van de doelgroep en de professionele hulpverlening. Uitgangspunt is het behoud van de identiteit van de lidorganisaties. De lidorganisaties richten hun eigen nuldelijnsondersteuningssysteem in op basis van de door het VP gestelde criteria. Voorwaardelijk voor een landelijk dekkend systeem is overeenstemming over een gemeenschappelijke doelgroep en de steun die aan deze doelgroep wordt gegeven. Dat vereist inspanning van de lidorganisaties en wordt vastgelegd in een convenant met het VP. Het Project ondersteunt de inrichting en instandhouding van het nuldelijnsondersteuningssysteem van de lidorganisatie, coördineert de samenwerking tussen de lidorganisaties en stelt de financiering zeker. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen nuldelijnsondersteuning, erkenning en waardering, dienstverlening en professionele hulpverlening. Niet alle veteranen zijn lid van een lidorganisatie. Lidorganisaties hebben over het algemeen geen regionale functie. Samenwerking met partijen met een regionale functie en een vaste locatie waar veteranen bij elkaar kunnen komen maakt het totaalsysteem compleet. De samenwerkende ontmoetingscentra maken een essentieel onderdeel uit van het totale systeem en is voor de lidorganisaties ook een vindplaats voor potentiele leden. Indien mogelijk organiseren de lidorganisaties (bestuurlijke-) activiteiten op of met één van de samenwerkende ontmoetingscentra en werken zo mee aan het voort kunnen bestaan van de samenwerkende ontmoetingscentra. Naast het ondersteunen van de veteraan is een belangrijke functie van het nuldelijnsondersteuningssysteem het signaleren van problemen en adequaat doorgeleiden van de veteraan naar professionele hulpverlening. Goede aansluiting op en samenwerking met de professionele hulpverlening is daarmee voorwaardelijk.
2
Het vfonds financiert de nuldelijnsondersteuning alleen als systeem en op basis van een behoeftestelling van afgesproken producten. Voordeel is dat het VP daarmee meer controle krijgt over de nuldelijnsondersteuning en het vfonds inzicht krijgt in de besteding van de subsidies en dit het voor het VP mogelijk maakt om een aanvullende behoefte te onderbouwen. Het vfonds baseert de subsidie op de inzet van vrijwilligers. Met het vfonds is voor de jaren 2013 t/m 2015 een subsidiebedrag afgesproken. De onkosten en eventuele aanvullende behoeften worden onderbouwd door behoeftestellingen. Met het Veteraneninstituut is afgesproken dat het VP het Veteraneninstituut adviseert over de besteding van de € 70.000 per jaar aan Begeleid Lotgenoten Contact. Het jaar 2013 wordt een overgangsjaar. Nu ingrijpen in lopende processen en procedures werkt verstorend. Uitgangspunten Nuldelijnsondersteuning Veteranen Platform: − Conform Beleidsplan VP Speerpunt 2 ‘De nuldelijn als spil in het beleid van het VP’ en aanvullende richtlijnen VP − Elke lidorganisatie heeft een nuldelijnsondersteuningssysteem bestaande uit minimaal één nuldelijnshelper − Onderlinge verbondenheid binnen het VP met behoud van identiteit van de lidorganisaties − Organiseren van de samenwerking om te komen tot een totaal systeem − Voor de nuldelijnshelper geldt vrijwillig maar niet vrijblijvend − Nuldelijnsondersteuning in de ‘enge’ zin in vergelijking met erkenning en waardering − Intensieve samenwerking met de samenwerkende ontmoetingscentra − Intensieve samenwerking met de omgeving van de nuldelijnsondersteuning − Afspraken worden vastgelegd in een convenant − Financieren van het systeem door het vfonds, kostenarm en op basis van behoeftestelling en declaratie
3. NULDELIJNSONDERSTEUNING De inrichting van de zorg aan de veteraan is gebaseerd op het kringenmodel van de geestelijke gezondheidszorg3. Het model gaat ervan uit dat de zorg voor de veteraan bij hem of haar zelf begint. De veteraan is in eerste instantie verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. Zodra dit nodig is, echter, kan steun gezocht worden bij de omliggende kringen, waarbij naar buiten toe stapsgewijs meer professionele hulpverlening wordt ingezet. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is het bevorderen van het eigen herstel, en de gefaseerde inzet van meer professionele hulp bij dat herstel. De eerste kring, het door prof. dr. Gersons benoemde ‘steunsysteem dat niet tot de gezondheidszorg wordt gerekend’, bestaat met name uit de werkgever/commandant, familie, vrienden en lotgenoten. De georganiseerde nuldelijnsondersteuning heeft als doel vanuit de samenwerkende steunsystemen met genormeerde en geprotocolleerde laagdrempelige opvang een bijdrage te leveren aan het adequaat omgaan met psychosociale en psychische klachten na een ingrijpende4 gebeurtenis en de gevolgen daarvan, zoals schuldproblematiek. 3
Bijzondere missie: Geestelijke Gezondheidszorg voor militairen en veteranen; advies van prof. dr. B.P.R. Gersons aan de Staatssecretaris van Defensie; 1 juni 2005. 4 Hier is gekozen voor het ruimere begrip ‘ingrijpend’ in plaats van het vaak gehanteerde begrip ‘schokkend’: een schokkende gebeurtenis is een ervaring waarbij iemand getuige is of geconfronteerd wordt met (de
3
Het VP verstaat onder nuldelijnsondersteuning het volgende: Vanuit het steunsysteem pro-actief aanbieden van laagdrempelige opvang aan de doelgroep en daarmee een bijdrage te leveren aan de verwerking of hantering van psychosociale en psychische klachten na een ingrijpende gebeurtenis en de gevolgen daarvan. De collegiale of persoonlijke context, geven de mogelijkheid om ondersteuning te laten plaatsvinden zonder oordeel, commentaar of kritiek en juist met openheid, begrip en steun; aspecten die bij de ondersteuning van groot belang zijn.
4. GEMEENSCHAPPELIJKE DOELGROEP De werkgever, lidorganisaties van het VP, reünieverbanden, bonden, ontmoetingscentra en het Veteraneninstituut hebben ieder hun eigen doelgroep die in vele gevallen elkaar overlappen maar niet de gehele veteranenpopulatie afdekken. Voor de ontwikkeling en organisatie van een VP-breed systeem en een landelijk dekkend totaal systeem is het noodzakelijk om een gezamenlijke doelgroep te definiëren en de gezamenlijke basisactiviteiten daar op te richten. Daarnaast zal iedere lidorganisatie zich blijven richten op zijn eigen doelgroep en daar mogelijk eigen initiatieven voor ontplooien. Verbondenheid met behoud van de eigen identiteit. Uitgangspunt is de nuldelijnsondersteuning aan de veteraan en zijn relatie. Maar daarmee wordt niet uitgesloten de morele verantwoordelijkheid voor onze (ex-) militaire collega’s die geen veteraan zijn. Het VP definieert de gemeenschappelijke doelgroep als volgt: Alle veteranen en hun relaties, ongeacht of de oorzaak van de noodzakelijke ondersteuning is gelegen in- of buiten de dienst. (Ex-) militairen en hun relaties worden daarmee niet uitgesloten. Veteraan1: de militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen. Relatie1: de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad van de veteraan. 1
Wet van11 februari 2012 tot vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen (Veteranenwet)
Het VP respecteert de verantwoordelijkheid van lijncommandanten van Defensie als werkgever van de actief dienende veteraan en daarmee zijn wettelijke verplichtingen. Het nuldelijnsondersteuningssysteem sluit niet alleen aan op het collegiaal netwerk van de
dreiging van) ernstige verwondingen, de dood of schending van de lichamelijke integriteit. Zo’n gebeurtenis gaat samen met intense angst, machteloosheid en extreem onbehagen.
4
commandant, maar staat ook ter beschikking van de commandant en/of de actief dienende veteraan. 5. NULDELIJNSONDERSTEUNINGSSYSTEEM Er kan niet vanuit worden gegaan dat een veteraan met een (zich ontwikkelende) hulpvraag actief op zoek gaat naar ondersteuning of zorg. Een belangrijke taak van de lidorganisaties en haar nuldelijnshelpers is actief in contact te komen met veteranen. Nuldelijnshelpers zijn aanwezig bij gelegenheden waar veteranen bij elkaar komen. Bij initiatieven georganiseerd door een lidorganisatie van het VP ligt de verantwoordelijkheid voor de nuldelijnsondersteuning bij die lidorganisatie. Het signaleren van publieke initiatieven waar veel veteranen bij elkaar komen en het zekerstellen van de aanwezigheid van nuldelijnshelpers wordt aanvullend georganiseerd door het Project. De ontmoetingscentra en/of het systeem voor dienstslachtoffers van de BNMO kunnen hierin een belangrijke regionale rol vervullen. De regionale functie houdt onder andere in het in de regio signaleren van veteranenactiviteiten en activiteiten waar naar verwachting veel veteranen op af komen, en de organisatie aanbieden om daar nuldelijnshelpers naar toe te sturen5. Vereisten van een nuldelijnsondersteuning voor de doelgroep: Een goed toegankelijk, kostenarm, genormeerd en professioneel georganiseerd systeem dat in voorkomend geval in staat is om de noodzaak voor professionele hulpverlening tijdig te onderkennen en naar door te begeleiden.
Met als resultaat dat bij elke gelegenheid waar de doelgroep fysiek dan wel virtueel bij elkaar komt contact kan worden gemaakt met of door een nuldelijnshelper, en het niet uitmaakt met welke partner in het totaalsysteem de doelgroep in contact komt; hij wordt begeleid naar de meest geschikte partner in het ondersteuningssysteem of het professionele hulpsysteem (bekend zijn met elkaars sociale kaart). 6.
OPGELEIDE NULDELIJNSHELPER In principe is elke veteraan een buddy voor zijn medeveteraan. Maar nuldelijnsondersteuning wordt gegeven door een opgeleide nuldelijnshelper. De nuldelijnshelper is in het algemeen een veteraan maar kan ook een relatie zijn.
5
De Nederlandse Veteranendag en de TT-Assen vinden op dezelfde dag plaats. Waar zijn op die dag de meeste veteranen bij elkaar?
5
Taken nuldelijnshelper: − In contact komen met de doelgroep − Vroegtijdig signaleren en tijdig doorverwijzen − Bieden van praktische hulp − Stimuleren van verwerking − Contacthouden tijdens het proces van verwerking − Betrekken van het sociale netwerk van de betrokken veteraan − Aandacht voor de (negatieve) reacties uit de omgeving − Anoniem registreren van de contacten Gebaseerd op de richtlijn psychosociale ondersteuning geüniformeerden; IMPACT; tweede druk januari 2012.
Het registreren behoeft een toelichting. Voor kennisvergaring, evaluatie en verantwoording worden nuldelijnscontacten anoniem geregistreerd: status van de persoon, aantal contacten, duur van de contacten, soort problemen, de missies waaraan gerelateerd en eventuele doorverwijzing naar welke professionele hulpverlening. Er wordt door de nuldelijnshelper dus geen dossier aangelegd. Niet iedereen is geschikt om nuldelijnshelper te worden. Deze taken stellen eisen aan de nuldelijnshelper voor wat betreft zijn competenties. Competenties nuldelijnshelper: − Communicatieve vaardigheden − Goed kunnen luisteren − Invoelend vermogen − Robuust, daadkrachtige persoonlijkheid − Zelfstandig − Betrouwbaar Gebaseerd op de richtlijn psychosociale ondersteuning geüniformeerden; IMPACT; tweede druk januari 2012.
Nuldelijnhelpers hebben een belangrijke maar moeilijke taak. Ze worden daarvoor geselecteerd, goed op voorbereid en in begeleid. De functie van nuldelijnshelper en de benoeming van de persoon zijn afgedekt in de statuten van de lidorganisatie of anderszins vastgelegd. Daarmee is de lidorganisatie aanspreekbaar en niet alleen de nuldelijnshelper. Met een overeenkomst weet de lidorganisatie waar zij op kan rekenen ten aanzien van de beschikbaarheid, inzetbaarheid en functievervulling van de nuldelijnshelper en omgekeerd weet hij zich ondersteund door de lidorganisatie. Uitgangspunt voor het Project is de kwaliteit van de nuldelijnshelper ongeacht door wie hij is opgeleid. De nuldelijnshelper voldoet aan een norm (competentie en vaardigheden) en wordt ook door het Project gecontroleerd. Het vfonds kan een deel van de subsidie reserveren voor het afnemen van opleidingen en kwaliteitszorg van de Basis, maar zal dan niet leiden tot kosten voor de lidorganisatie.
6
Een goede opleiding voor de nuldelijnshelper is voorwaardelijk voor een goede functievervulling. De inhoud en kwaliteit van de opleiding wordt nadrukkelijk bepaald door de behoeftesteller, in deze het VP. Momenteel worden opleidingen voor nuldelijnshelpers (inclusief supervisie) door de Basis gegeven waar de meningen over verdeeld zijn. In opdracht van het vfonds ontwikkelen de Basis en Arq een nieuwe opleiding voor: veteranenhelper (lidorganisatie VP), nuldelijnsvrijwilliger (ontmoetingscentra), nuldelijnswerker (= contactpersoon BNMO), Coördinator contactpersonen (BNMO) en Politiediender (nuldelijnshelper voor politiemedewerkers). Per 12 november 2012 is er een klantenraad ingesteld waarin de Projectleider het VP vertegenwoordigt. Naast supervisie als onderdeel van de opleiding organiseert het VP jaarlijks een themadag, waarin ervaringen worden verzameld en uitgewisseld, en nieuwe kennis wordt gedeeld met de nuldelijnshelpers. Tijdens de themadag wordt de mogelijkheid geboden om per lidorganisatie of combinatie van lidorganisaties aandacht te geven aan de saamhorigheid van de eigen nuldelijnshelpers. Deelname aan deze themadag is een onderdeel van de kwaliteitszorg. De privacy van de nuldelijnshelper dient te worden gewaarborgd. Afhankelijk van de mogelijkheden van de lidorganisatie wordt een bereikbaarheidsregeling opgesteld en in overleg met het Project met projectgelden ondersteund. De nuldelijnshelper wordt ondersteund door: - Functie beschreven en geborgd in de statuten van de lidorganisatie of anderszins - Afspraken vastgelegd in een overeenkomst met het bestuur van de lidorganisatie - Normering van de kwaliteit van de nuldelijnshelper - Beschikbare opleiding en supervisie - Jaarlijkse themadag - Genormeerde onkostenvergoeding - Communicatiefaciliteiten die de privacy van de nuldelijnshelper waarborgen - Kwaliteitszorgsysteem (borging, beheersing en sturing) - Verzekering - (digitale) Sociale Kaart Veteranen (DiSKv)
Van de nuldelijnshelper wordt verwacht dat hij tijd en inzet ter beschikking stelt. Maar het mag hem geen geld kosten. Onkosten worden vergoed. Er wordt door het Project geen vrijwilligersvergoeding gegeven. Indien een (vervolg) ontmoeting nodig is wordt gestreefd deze plaats te laten vinden op een locatie van een partner in het systeem (b.v. een ontmoetingscentrum, Veteraneninstituut, kazerne, enz.). Het kan nodig zijn om op een commerciële locatie met de veteraan af te spreken. Ook hier geldt het principe van zo kostenarm als mogelijk. Het gebruik van twee versnaperingen (koffie, thee, drankje) door de veteranenhelper valt dan binnen de norm. Mochten bijzondere omstandigheden dwingen tot andere en/of hogere uitgaven dan dient het bestuur van de lidorganisatie daar vooraf en na overleg met het Project toestemming voor te geven. Alleen dan worden de onkosten vergoed met projectgelden. Het staat de lidorganisatie vrij om uit eigen vermogen overige onkosten te vergoeden.
7
Vergoeding aan de nuldelijnshelper: − Genormeerde onkostenvergoeding die voor alle vrijwilligers die zich binnen het VP inzetten voor erkenning, waardering en nuldelijnsondersteuning in principe gelijk is: - Reiskosten openbaarvervoer 2e klas of gebruik eigen auto € 0,30 / km kortste afstand ANWB - Het gebruik van twee consumpties indien een ontmoeting op een commerciële locatie noodzakelijk is - Overige onkosten na voorafgaande toestemming van het bestuur − Onkosten buiten de norm worden niet uit projectgelden vergoed Het werken als nuldelijnshelper is niet zonder persoonlijk risico. Voor de nuldelijnshelper wordt door de lidorganisatie (VP, Project, anders? Volgt) minimaal een Aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Verzekering nuldelijnshelper: Voor de nuldelijnshelper is een Aansprakelijkheidsverzekering afgesloten.
7. TOEGANG EN DOORVERWIJZING NULDELIJNSONDERSTEUNINGSSYSTEEM Toegang tot de nuldelijnsondersteuning en doorverwijzing binnen de nuldelijnsondersteuning en naar de professionele hulpverlening zijn essentieel voor een succesvol nuldelijnsondersteuningssysteem. Ongeacht hoe en met wie het contact ontstaat, de standaardvraag is: ‘hoe kan ik u helpen’. De status van de persoon en zijn hulpvraag zijn bepalend of de persoon wordt doorverwezen binnen het VP-systeem, het totaalsysteem (VP + samenwerkende ontmoetingscentra) of daarbuiten. Eerste contact: Tijdens het eerste contact is de standaardvraag: ‘hoe kan ik u helpen’. Het antwoord bepaalt het vervolgtraject waarvoor een sociale kaart ter beschikking staat. Essentieel is het beschikbaar hebben van een (digitale) Sociale Kaart Veteranen. De sociale kaart is een overzicht van de diensten, organisaties en voorzieningen die 1) deel uitmaken van het totale nuldelijnsondersteuningssysteem, 2) diensten verlenen aan veteranen, 3) toegang geven tot professionele hulp specifiek voor veteranen6, en 4) professionele hulp verlenen aan overige doelgroepen conform de Digitale Sociale Kaart Nederland (DiSK7; zie met name het zorgdeel8). Nuldelijnsondersteuning is van, door en voor de veteranen maakt geen onderdeel uit van het collegiaal netwerk en zorgsysteem van Defensie (ook in verband met zorgmijders, enz.). Het Veteranenloket wordt, net als het Centraal AanmeldPunt nu, ondergebracht bij het 6
Het is niet de bedoeling om de partners in het LZV apart in de (digitale) Sociale Kaart Veteranen op te nemen. Wel het CAP en Zorgloket MOD (later het Veteranenloket) als toegang tot de professionele hulpverlening van het LZV en ABP. 7 http://www.digitale-sociale-kaart.nl/ 8 http://www.digitale-sociale-kaart.nl/index.php?type=database&groep=z)
8
Veteraneninstituut. Zonder het nuldelijnsondersteuningssysteem onder het Veteranenloket te brengen is het van belang dat ook het Veteranenloket in voorkomend geval doorverwijst naar de nuldelijnsondersteuning. In het verlengde van het Veteranenloket is het een optie om het beheer van de (digitale) Sociale Kaart Veteranen te beleggen bij het Veteraneninstituut. Deze Digitale Sociale Kaart Veteranen (DiSKv) is er dan voor de veteraan die digitaal contact zoekt (met een link op website Missie Volbracht, website Veteraneninstituut, website VP, enz.), de nuldelijnshelper die een veteraan begeleidt en door wil verwijzen, en het Veteranenloket. Financiering van het opzetten en in stand houden van een DiSKv kan door het Veteraneninstituut of anders met projectgelden. Het is zelfs te overwegen om de ‘veteraan’ en ‘dienstslachtoffer’ toe te voegen aan de publieke DiSK. (digitale) Sociale Kaart Veteranen (DiSKv): − Zowel voor de veteraan als voor de nuldelijnshelper is er een DiSKv waarin de veteraan de weg vindt naar steun, een dienst, of de toegang tot de professionele hulpverlening specifiek voor de veteraan; en de nuldelijnshelper in staat stelt de veteraan door te begeleiden naar de meest geschikte steun, dienst of professionele hulpverlening voor de veteraan − De DiSKv is beschikbaar voor het Veteranenloket − De DiSKv wordt beheerd door het Veteraneninstituut − De DiSKv is met een link bereikbaar via de website van het VP, lidorganisaties VP, Veteraneninstituut, Missie Volbracht, Defensie, ontmoetingscentra, enz. Het VP is van mening dat de veteraan en dienstslachtoffer als doelgroep opgenomen dienen te worden in de publieke DiSK. 8. GRENS TUSSEN NULDELIJNSONDERSTEUNING EN PROFESSIONELE HULPVERLENING Het verlenen van zorg is voorbehouden aan de zorginstanties. Een nuldelijnshelper is niet opgeleid voor het verlenen van zorg. Ook in het geval dat een professionele zorgverlener zich inzet als nuldelijnshelper, onthoudt hij zich van het verlenen van zorg. Kenmerkend voor zorg is onder andere het bijhouden van een dossier, het van toepassing zijn van klachtenregelingen en toezicht door toezichthoudende instanties zoals van de Beroepsgroep, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Militaire Gezondheidszorg. Het gestelde voor zorg geldt onverkort ook voor andere vormen van professionele hulpverlening (sociaal-juridisch, schuldhulpverlening, enz.). Grens van de nuldelijnsondersteuning: De nuldelijnhelper begeleidt de veteraan in voorkomend geval naar de professionele hulpverlening, houdt contact tijdens de verwerking, maar onthoudt zich van elke vorm van hulpverlening.
9.
NORMERING LIDORGANISATIES VP VOOR NULDELIJNSONDERSTEUNING Het aantal nuldelijnshelpers per lidorganisatie verschilt per organisatie en is onder andere afhankelijk van de omvang van de lidorganisatie, de niet-leden met dezelfde missie ervaring (zijn
9
ook potentiele hulpvragers), de initiatieven die de lidorganisatie ontplooit en de beschikbaarheid van nuldelijnshelpers. Maar het minimum is één nuldelijnshelper om in ieder geval binnen de lidorganisatie één helper/ervaringsdeskundige voor de specifieke doelgroep beschikbaar te hebben die is opgenomen in de DiSKv. Voor steunverlening aan initiatieven die zijn georganiseerd buiten de lidorganisatie kan het Project een beroep doen op de nuldelijnshelpers van de lidorganisaties. Een lidorganisatie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn veteranenhelpers. De opleidingsbehoefte initiële opleiding en onderhouden kennis en vaardigheden wordt bekend gesteld aan het Project. Het Project zorgt voor de noodzakelijke opleidingsplaatsen en bijeenkomsten. Normering nuldelijnsondersteuningssysteem lidorganisatie: − Minimaal één opgeleide nuldelijnshelper per lidorganisatie voor de eigen leden en overige veteranen met dezelfde missie ervaring − Minimaal één contactpersoon in de Sociale Kaart Veteranen − Maken in voorkomend geval gebruik van elkaars capaciteit − Nuldelijnshelpers zijn beschikbaar voor inzet buiten de eigen lidorganisatie 10.
EXTERNE COMMUNICATIE Het Rapport sociale media van het VP laat zien dat sociale media van groot belang zijn voor het in contact komen en blijven met veteranen. Het onderhouden van een sociaal netwerk is zeer arbeidsintensief en voor het VP noch de lidorganisatie beheersbaar. Streven is deze sociale netwerken aan te laten sluiten op Missie Volbracht en het Veteraneninstituut vragen daar meer in te investeren. Het Project richt zich met name op bekendheid geven aan de nuldelijnsondersteuning en de DiSKv op plekken waar veteranen (digitaal) bij elkaar komen. Bij het Veteraneninstituut staat de vraag uit om in een van de eerste Checkpoints van 2013 een substantieel artikel over nuldelijnsondersteuning op te nemen of zelfs een themanummer over uit te geven. Een van de voorwaarden van het vfonds is het voldoen aan de communicatieverplichtingen zoals gepubliceerd op de website van het vfonds9. Uiterlijk 1 januari 2013 voldoet het VP aan de ‘communicatieverplichting bij toewijzing vanaf € 100.000’; alle lidorganisaties voldoen dan aan de ‘communicatieverplichting bij toewijzing van € 1.000 tot kleiner dan € 10.000’.
9
http://www.v-fonds.nl/aanvragen/communicatieverplichtingen/
10
Communicatie over het nuldelijnsondersteuningssysteem en (digitale) Sociale Kaart Veteranen: − Verwijzen naar het vfonds op de website en in periodieken van alle lidorganisaties conform aanwijzing vfonds − Nuldelijnsondersteuning en DiSKv duidelijk en vindbaar aanwezig op de websites van het VP en alle lidorganisaties − Nuldelijnsondersteuning en DiSKv duidelijk en vindbaar aanwezig op websites van alle gerelateerde (hulp) organisaties en Missie volbracht − Artikel of Themanummer Checkpoint begin 2013 − Aandacht aan geven door in alle contacten met veteranen (zegt het voort) 11.
OVERIGE INITIATIEVEN Er bestaan en ontstaan buiten het VP en de samenwerkende ontmoetingscentra veel particuliere initiatieven om de veteraan te helpen. Pas als het totaalsysteem is ingericht wordt gekeken hoe deze particuliere initiatieven rechtstreeks op het systeem kunnen aansluiten. Wel kunnen deze initiatieven aansluiten bij een lidorganisatie, een ontmoetingscentrum of het Veteraneninstituut (vergelijk Veteranen met een Missie). Het onderwerp is al onderdeel van overleg maar het zal nog zeker enige tijd duren voordat dit soort particuliere initiatieven zelfstandig kunnen aansluiten op het landelijk dekkende nuldelijnsondersteuningssysteem. Met het Veteraneninstituut is afgesproken dat het Veteraneninstituut veelbelovende initiatieven die nog niet volwassen genoeg zijn om aan te sluiten (bescheiden) ondersteunt. Aansluiten overige initiatieven: Overige initiatieven kunnen zelfstandig deel uit gaan maken van het systeem pas als het systeem is geïmplementeerd of het initiatief moet aansluiting vinden bij een onderdeel van het systeem.
12.
FINANCIERING VAN HET NULDELIJNSONDERSTEUNINGSSYSTEEM LIDORGANISATIE De financiering van de nuldelijnsondersteuning van de lidorganisatie is gebaseerd op vertrouwen en daarmee de verantwoording zo eenvoudig als mogelijk en zo zorgvuldig als nodig. Een onderbouwde behoeftestelling is nodig om overschrijding van het budget te voorkomen en vooraf te komen tot een evenwichtige verdeling. Opleidingen worden gereserveerd en betaald door het Project. De onkosten van nuldelijnshelpers en eventuele activiteiten die direct verband houden met nuldelijnsondersteuning kunnen bij het Project worden gedeclareerd.
11
Financiering: Voor het eind van het kalenderjaar dient het bestuur van de lidorganisatie bij het Project een behoefte in voor het komende jaar: − Opleidingsplaatsen nuldelijnshelper − Raming onkosten nuldelijnshelpers − Raming bijzondere kosten in het kader van het Project (b.v. communicatie of bijzondere bijeenkomsten die eventueel niet via Begeleid Lotgenoten Contact worden ingevuld) Uiterlijk eind december krijgt de lidorganisatie een toewijzing voor het komende jaar van het Project. De lidorganisatie declareert na afloop van elk kwartaal. Indien noodzakelijk kan een voorschot worden verstrekt. Het VP en het Veteraneninstituut stemmen de financiering van nuldelijnsinitiatieven met elkaar af. 13. SAMENWERKING MET PARTIJEN IN DE OMGEVING VAN HET NULDELIJNSONDERSTEUNINGSSYSTEEM Het is van belang dat het nuldelijnsondersteuningssysteem goed aansluit en samenwerkt met de dienstverleners en professionele hulpverleners in zijn omgeving. De belangrijkste professionele dienst- en hulpverleners zijn dan het zorgsysteem van de werkgever voor actief dienende veteranen; immateriële zorg voor veteranen door het LZV; de materiele zorg voor veteranen door het ABP; de dienstverlening door de BNMO (nazorgprogramma’s, trainingen en juridische ondersteuning); publieke- en private zorginstanties en overige professionele hulpverlening (conform de Digitale Sociale Kaart Nederland). Het VP heeft periodiek overleg met deze partijen aansluitend aan het Defensie Zorgoverleg Zorgpartners. Partijen in de omgeving van het systeem waarmee het VP het initiatief neemt tot samenwerking: - VOC (samenwerkende ontmoetingscentra) - LZV (professionele GGZ voor veteranen; afstemming met de nuldelijnsondersteuning en ondersteuning van de nuldelijnsondersteuning) - APG (Zorgloket en materiele zorg ABP; afstemming met de nuldelijnsondersteuning) - BNMO (dienstverlener op het gebied van regionale voorlichtings- en ontmoetingsbijeenkomsten, sociaal/juridische dienstverlening en lotgenotenactiviteiten) - Veteraneninstituut (toegang tot het LZV, GV voor veteranen en algemene ondersteuning nuldelijnsinitiatieven; te zijner tijd ‘het veteranenloket’) - Defensie (aansluiting met Veteranenwet/Veteranenbesluit, werkgeversverantwoordelijkheid actief dienende veteranen, zorg verantwoordelijkheid postactieve veteranen en collegiale ondersteuning actief dienende veteranen) - De Basis (opleidingen en kwaliteitsmonitoring) - (Stichting Sociaal-Juridisch Loket in oprichting) - Overige civiele instanties conform de Digitale Sociale Kaart Nederland (DiSK) 14. VASTLEGGEN VAN AFSPRAKEN Nuldelijnsondersteuning door de lidorganisaties is als speerpunt 2 opgenomen in het Beleidsplan
12
VP ‘De nuldelijn als spil in het beleid van het VP’ en daarmee niet vrijblijvend. Het belang van een goede samenwerking in de nuldelijnsondersteuning maakt het noodzakelijk om de afspraken tussen de lidorganisaties en met de Stichting Veteranen Platform vast te leggen in een convenant. Een concept convenant op basis van deze Hoofdlijnennotitie is opgenomen als bijlage. De afspraken tussen de lidorganisaties en met de Stichting Veteranen Platform over de nuldelijnsondersteuning worden vastgelegd in het Convenant Nuldelijnsondersteuning Veteranen Platform.
15. VERVOLGACTIES LIDORGANISATIES Vóór 1 februari 2013: - ondertekenen convenant; - opgeven van contactpersonen DiSKv - opgeven behoefte aan opleidingsplaatsen nuldelijnshelper in 2013; - indienen raming onkosten nuldelijnshelpers in 2013; - indienen raming bijzondere kosten in het kader van het Project in 2013.
BIJLAGE: Concept Convenant Nuldelijnsondersteuning Veteranen Platform
13