STICHTING PENSIOENFONDS SMIT JAARVERSLAG 2009
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Inhoudsopgave JAARVERSLAG KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS ..................................................................... 1 KERNCIJFERS ......................................................................................................................................... 4 VERKLARING VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN .......................................................... 5 VERSLAG VAN HET BESTUUR ........................................................................................................... 6 PENSIOENPARAGRAAF ...................................................................................................................... 11 BELEGGINGENPARAGRAAF ............................................................................................................ 14 FINANCIËLE & ACTUARIËLE PARAGRAAF................................................................................. 16 RISICOPARAGRAAF ............................................................................................................................ 20 TOEKOMSTPARAGRAAF ................................................................................................................... 22 JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 2009 .................................................................................................... 23 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2009 ................................................................................. 24 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2009............................................................................................ 25 TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2009 .................................................. 26 OVERIGE GEGEVENS ......................................................................................................................... 46 ACTUARIËLE VERKLARING............................................................................................................. 47 ACCOUNTANTSVERKLARING ......................................................................................................... 49
i
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Karakteristieken van het pensioenfonds Profiel Stichting Pensioenfonds SMIT, statutair gevestigd te Rotterdam is opgericht op 23 september 1980. De laatste statutenwijziging was op 29 juni 2009. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41127265. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten onderneming. Hiertoe wordt voor één aangesloten werkgever en 365 actieve deelnemers, 803 slapers en 975 pensioengerechtigden circa EUR 173 miljoen vermogen belegd.
Organisatie Bestuur De samenstelling van het bestuur is als volgt: Namens de werknemers: Dhr. W. Stravers (secretaris, tot 1 december 2009) Dhr. P.W. Houtman (secretaris, vanaf 1 december 2009) Dhr. A. Terpstra Dhr. M. Vos Dhr. M.P.J.Barendse (sinds 1 maart 2009)*)
Namens de werkgever: Dhr. G.L. Bruinsma (voorzitter) Dhr. J.C. Prakke Mw. B.C.M.A. van Breugel Mw. H. van der Hoeven*)
*) betreft reservelid.
Dagelijks bestuur Het dagelijkse bestuur van het fonds wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris en een vertegenwoordiger van de uitvoeringsorganisatie. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan tenminste één medebestuurslid. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, in overeenstemming met de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
Verantwoordingsorgaan De samenstelling van het verantwoordingsorgaan per 31-12-2009 is als volgt: Dhr. M Groeneweg Dhr. J. Dubbeld Dhr. J.K. Gouwens
1
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
De belangrijkste bevoegdheid van het verantwoordingsorgaan is het geven van een oordeel over het door het fondsbestuur gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het fondsbestuur voor de toekomst heeft gemaakt.
Intern toezicht Er is gekozen om invulling te geven aan intern toezicht door middel van een visitatiecommissie. In 2009 is de visitatiecommissie samengesteld. De visitatiecommissie zal voor het eerst in 2010 haar oordeel geven. Dit oordeel zal worden opgenomen in het jaarverslag over 2010.
Deelnemersraad De samenstelling van de deelnemersraad per 31-12-2009 is als volgt: Dhr. M. Groeneweg (voorzitter) Dhr. J. Dubbeld Dhr. J. Lam Dhr. W.T. Saaij
Dhr. G. van Wijk Mw. N. Snoeij Dhr. J. Blonk (afgetreden 1 september 2009) Mw. E.C. Cordes
De deelnemersraad is samengesteld uit deelnemers en pensioengerechtigden en vergadert minimaal vier maal per jaar samen met het bestuur. Bij belangrijke wijzigingen, zoals omschreven in de ABTN en het reglement van de deelnemersraad vraagt het bestuur advies aan de deelnemersraad. De deelnemersraad heeft tevens het recht om ongevraagd advies uit te brengen aan het Bestuur en heeft ook in de verslagperiode van dit recht gebruik gemaakt.
Uitvoeringsorganisatie Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan Smit Nederland B.V., de pensioenadministratie is uitbesteed aan Nationale-Nederlanden en het vermogensbeheer is op basis van een mandaat vermogensbeheer uitbesteed aan een viertal vermogensbeheerders zijnde Western Asset Management, PIMCO, AllianceBernstein en The Index People. De laatste genoemde partij is in 2009 gecontracteerd om gebruik te maken van zogenaamde index trackers op aandelen. Actuariële ondersteuning wordt uitgevoerd door Towers Watson. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken.
Vermogensbeheercommissie De samenstelling van de vermogensbeheercommissie per 31-12-2009 is als volgt: Dhr. M. Vos Mw. B.C.M.A. van Breugel Dhr. J.C. Prakke
2
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Daar het vermogensbeheer is uitbesteed aan externe partijen heeft het bestuur een vermogensbeheercommissie aangesteld met als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders, het voeren van een beleggingsbeleid ten opzichte van de strategische benchmark en het opstellen van het beleggingsplan. De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur, met een stemverhouding conform het bestuursreglement. Een consultant van Towers Watson is benoemd als externe deskundige – deze heeft geen stem.
Communicatiecommissie De samenstelling van de communicatiecommissie per 31-12-2009 is als volgt: Mw. H. van der Hoeven Dhr. A. Terpstra Dhr. M.P.J.Barendse
Externe ondersteuning Het fonds wordt bijgestaan door Towers Watson. Naast de genoemde werkzaamheden als actuariële ondersteuning betreft dit veelal advisering over onderwerpen als pensioenwetgeving, risicobeheer en beleggingsbeleid.
3
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Kerncijfers (alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s) 2009
2008
2007
2006
2005
365 803 975
360 828 948
293 867 935
285 874 926
292 896 894
2.143
2.136
2.095
2.085
2.082
0,0% 0,0%
0,95% 1,01%
0,76% 0,81%
0,57% 0,53%
0,20% 0,40%
4.827 4.429 260 10.853
3.895 3.279 145 10.611
3.571 3.179 244 10.291
3.565 3.528 206 9.989
3.111 3.357 187 9.582
Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen 1 Aanwezige dekkingsgraad (in %) Vereiste dekkingsgraad (in %)
172.964 195.290 88,6% 110,5%
157.122 189.939 82,7% 108,7%
198.392 164.120 120,9% 114,1%
208.215 174.702 119,1% 113,1%
212.229 185.966 114,1% 121,2%
Beleggingsportefeuille Aandelenfondsen Obligatiefondsen Hypothecaire leningen Leningen op schuldbekentenis
45.770 126.950 11 -
26.879 126.937 12 257
54.937 141.179 13 2.402
56.635 148.554 14 4.178
52.390 155.594 16 5.441
Aantal verzekerden Actieve deelnemers Premievrije rechten (“slapers”) Pensioengerechtigden
Reglementvariabelen Toeslag actieven per 1 januari (in %) Toeslag inactieven per 1 juli (in %) Pensioenuitvoering Feitelijke premie Kostendekkende premie Pensioenuitvoeringskosten Uitkeringen
1
Tot en met 2005 berekend op basis van APP en vanaf 2006 op basis van FTK grondslagen.
4
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Verklaring van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft op 14 juni 2010 voor het eerst in een nieuwe samenstelling vergaderd, nadat alle leden van het vorige verantwoordingsorgaan zijn afgetreden. Tijdens deze vergadering zijn een voorzitter en een secretaris gekozen. Na afloop van deze vergadering is met een delegatie van het bestuur overleg gevoerd, onder meer over het concept jaarverslag 2009, de concept jaarrekening 2009 en het eindrapport van de visitatiecommissie. Deze commissie heeft een visitatie uitgevoerd over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009. De commissie heeft vervolgens een algemeen oordeel gevormd en haar bevindingen in een rapport verwerkt. Naar aanleiding van deze bevindingen is door de commissie een groot aantal aanbevelingen geformuleerd. Het verantwoordingsorgaan kan zich volledig vinden in deze aanbevelingen. Het bestuur heeft nog geen concreet plan van aanpak geformuleerd naar aanleiding van eerdergenoemde aanbevelingen. Het verantwoordingsorgaan heeft in het jaarverslag over 2008 een tweetal aanbevelingen gedaan aan het bestuur, t.w. het opstellen van een deskundigheidsplan voor zowel bestuur als deelnemersraad en het opstellen van een communicatieplan. Dezelfde aanbevelingen werden ook gedaan door de visitatiecommissie. Helaas moet het verantwoordingsorgaan vaststellen, dat aan beide aanbevelingen nog geen uitvoering is gegeven. Zowel op het terrein van deskundigheid als op het terrein van communicatie kunnen, naar de mening van het verantwoordingsorgaan, nog aanzienlijke stappen ter verbetering worden genomen. Tot slot is het verantwoordingsorgaan van mening dat het bestuur van het pensioenfonds gedurende het afgelopen jaar heeft voldaan aan de in de statuten van het fonds verleende opdracht tot evenwichtige belangenbehartiging.
Rotterdam, 24 juni 2010 E.U.van Dijk (Voorzitter) Mw. N. Snoeij (Secretaris) Mw. M. Kramp
5
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Verslag van het bestuur Algemeen Het herstel van de effectenbeurzen in 2009 heeft een positief effect gehad op de financiële positie van het pensioenfonds. Het verslagjaar 2009 is afgesloten met een positief resultaat van EUR 10,6 miljoen. Dit resultaat is in belangrijke mate beïnvloed door het beleggingsresultaat, welke duidelijk hoger was dan het historisch rendement vanwege het herstel van de effectenbeurzen. Terwijl in het eerste kwartaal van 2009 verdere dalingen van de koersen op de financiële markten ten opzichte van 31 december 2008 optraden, is vanaf het tweede kwartaal een geleidelijk herstel ingetreden. De dekkingsgraad van het fonds is na een aanvankelijke verdere daling in 2009 gestegen van 82,7% per 31 december 2008 naar 88,6% per 31 december 2009. De verbetering van de dekkingsgraad is lager uitgevallen dan op basis van de waardestijging van de beleggingen te verwachten viel. Eind 2009 bleek uit publicaties van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de levensverwachting veel sneller stijgt dan eerder was voorzien. De overlevingstafels van het Actuarieel Genootschap op basis waarvan het fonds haar pensioenverplichtingen vaststelt, zijn echter nog niet herzien in het licht van deze recente ontwikkelingen. Het fonds dient echter bij het bepalen van haar pensioenverplichtingen rekening houden met de voorzienbare trend in de overlevingskansen en zag zich daardoor gedwongen de pensioenverplichtingen per 31 december 2009 5% hoger te waarderen. Hierdoor is de positieve ontwikkeling van de dekkingsgraad geremd. Met een dekkingsgraad van 88,6% per 31 december 2009, heeft deze zich beter ontwikkeld dan in het herstelplan was voorzien (84,8% ultimo 2009). Echter, er is nog steeds sprake van een ernstig dekkingstekort en alle in het herstelplan opgenomen maatregelen blijven onverkort van kracht. Zorgelijk is dat na verder herstel van de koersen op de aandelenmarkten in de eerste maanden van 2010 deze in de maand mei scherpe dalingen te zien gaven. In combinatie met verder gedaalde rente zorgt dit opnieuw voor een daling van de dekkingsgraad na een periode van een jaar waarin deze een gestage verbetering te zien gaf.
Het Herstelplan In deze paragraaf wordt de stand van zaken weergegeven met betrekking tot het herstelplan en zijn de hoofdzaken van het herstelplan weergegeven. Conform de daarvoor geldende regelingen heeft het fonds op 31 maart 2009 een herstelplan ingediend bij de DNB. Naar aanleiding van dit ingediende plan zijn door de DNB vragen gesteld en heeft er overleg met de DNB plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan is op 5 augustus 2009 een aangepast herstelplan ingediend. De aanpassing van het herstelplan betrof het veronderstelde rendement op bedrijfsobligaties. Het fonds heeft middels een kapitaalcontract met Nationale-Nederlanden een deel van haar verplichtingen herverzekerd. Als gevolg daarvan heeft het fonds te maken met een kredietrisico op de verzekeraar. Met dit kredietrisico is in het herstelplan geen rekening gehouden. De DNB heeft in verschillende brieven aangegeven zich nog te beraden over de wijze waarop met dit kredietrisico moet worden omgegaan. Om die reden heeft de DNB dan ook nog geen eindoordeel gevormd over het herstelplan en is het herstelplan nog niet
6
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
goedgekeurd. Tegelijkertijd heeft de DNB aan het fonds meegedeeld dat het fonds dient te handelen conform het ingediende herstelplan en geen aanvullende maatregelen eist. Om in een periode van 5 jaar de dekkingsgraad op het minimaal vereiste niveau van 105% te krijgen en in een periode van 15 jaar op het vereiste niveau van 110,5% (per 31 december 2009), zijn in het herstelplan de volgende maatregelen opgenomen:
•
De duratie van de vastrentende portefeuille is verlengd, zodat strategisch gezien 70% van het renterisico is afgedekt (is nu feitelijk lager door de gedaalde dekkingsgraad).
•
Per 1 januari 2009 en volgende jaren, tot opheffing van het dekkingstekort, worden geen toeslagen toegekend aan actieven en inactieven. Dit is in overeenstemming met het eerder geformuleerde beleid zoals opgenomen in de ABTN.
•
In de jaren 2009 tot en met 2013 wordt de premie in principe op 27% van de pensioengrondslag gesteld. Dit is in overeenstemming met de ABTN en de uitvoeringsovereenkomst waarin 27% van de pensioengrondslag als maximum is aangemerkt. Dit betreft een afwijking van het reguliere premiebeleid. Als echter het herstel in economische/financiële zin voorspoediger gaat dan verwacht, kan ook vóór 2013 door het bestuur besloten worden de premievaststelling weer te baseren op het reguliere premiebeleid.
Hoewel bovenstaande maatregelen serieuze maatregelen zijn, moet het bestuur op basis van de berekeningen in het herstelplan helaas vaststellen dat deze maatregelen op basis van de stand per 31 december 2009 onvoldoende zijn om in 2012 de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105% te behalen. Als noodmaatregel zou dan ook moeten worden overgegaan tot het korten van pensioenaanspraken en –rechten en wel zondanig dat dan wel binnen vijf jaar wordt voldaan aan het minimale vereiste vermogen. Het bestuur ziet het korten van rechten als een zeer zware maatregel en wil deze maatregel dan ook alleen in het uiterste geval toepassen. Aangezien alle andere mogelijke maatregelen al zijn ingezet, zou alleen een fors herstel van de financiële markten in de komende jaren deze maatregel overbodig maken. Daarbij is ook de ontwikkeling van de rentevoet van groot belang op de berekening van de dekkingsgraad. Het bestuur is zich terdege bewust van de noodzaak en de verantwoordelijkheid om de komende tijd gepaste maatregelen te treffen om zodoende de dekkingsgraad te herstellen. Indien noodzakelijk zal het bestuur mogelijk dan ook genoodzaakt zijn om als laatste alternatief het korten van rechten als maatregel toe te passen. Over de noodzaak tot het korten van rechten bestaan ook DNB instructies. Hierover is ook veel maatschappelijke en politieke discussie ontstaan daar er mogelijk zelfs een verplichting zou ontstaan om al op 1 augustus 2010 een forse korting toe te passen. Het bestuur vindt dit een te rigoureuze maatregel in het tweede jaar van het herstelplan. Als voorkeursalternatief heeft het bestuur dan ook een alternatief opgenomen waarin de rechten pas in 2012 worden gekort indien dit dan nog noodzakelijk is. Uiteraard heeft het bestuur hierbij de hoop dat tegen deze tijd de financiële markten zodanig zijn hersteld dat het korten van rechten niet meer noodzakelijk is. Indien de maatregel tot het korten van pensioenaanspraken en –rechten noodzakelijk is, heeft het fonds een beleid geformuleerd voor reparatie van deze gekorte aanspraken en rechten. Dit beleid is opgenomen in de ABTN. Een eventuele korting kan worden hersteld indien de dekkingsgraad hoger is dan de in de ABTN gestelde grens (deze grens is gelijk aan de hoogte van de technische voorziening berekend op een mix van de nominale en reële rente). Als randvoorwaarden zijn opgenomen dat door reparatie van gekorte pensioenaanspraken en –rechten het vermogen niet mag dalen onder de in de ABTN genoemde
7
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
grens en ook dat de dekkingsgraad volgens een recente continuïteitsanalyse boven de in de ABTN genoemde grens blijft indien wordt overgegaan tot reparatie. Het bestuur van het fonds heeft in zijn afwegingen als uitgangspunt gehanteerd dat de belangen van de betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever op evenwichtige wijze moeten worden behartigd als bedoeld in artikel 9 lid 10 van de statuten van het fonds. Gezien het voorgaande heeft het bestuur besloten dat de toeslagverlening gedurende het dekkingstekort, conform het beleid in het ABTN, voor alle belanghebbenden wordt opgeschort. Indien het pensioenfonds over moet gaan tot korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten, zal het pensioenfonds de pensioenaanspraken en pensioenrechten met een gelijk percentage korten. De deelnemers en de pensioengerechtigden worden door middel van een nieuwsbrief geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot het herstelplan.
Goed pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR (Stichting van de Arbeid) principes voor Goed Pensioenfondsbestuur verankerd in het wettelijk kader. Deze 32 principes betreffen de onderdelen zorgvuldig bestuur; transparantie, openheid en communicatie; deskundigheid; verantwoording en intern toezicht. Het beleid van een fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in:
Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing Analyse en beheersing van integriteitsrisico’s Voorkomen van belangenverstrengeling Duurzame beheersing van (financiële) risico’s Eenmaal per 3 jaar een continuïteitsanalyse.
In aanmerking nemend de ontwikkeling van de dekkingsgraad sinds 2008, hebben voornamelijk de duurzame beheersing van financiële risico’s en de uitgevoerde continuïteitsanalyse veel aandacht gekregen in 2009. Als onderbouwing bij het herstelplan is een continuïteitsanalyse uitgevoerd. De continuïteitsanalyse laat zien dat het fonds kansen op herstel heeft, maar dat er ook minder fortuinlijke scenario’s kunnen optreden. Aangezien de kansen op dekkingstekort in de basissituatie naar de mening van het bestuur al te hoog zijn en de toeslagresultaten te laag, leveren de minder fortuinlijke scenario’s uiteraard nog verontrustender situaties op. Dit geldt echter niet alleen bij het beleid zonder herstelmaatregelen, maar ook bij het toepassen van herstelmaatregelen (exclusief de maatregel tot het korten van rechten). Het bestuur acht, gegeven de huidige lage startdekkingsgraad, de risico’s onvermijdelijk. In de in november 2008 uitgevoerde ALM (asset & liability management) analyse bleken de risico’s wel binnen redelijke grenzen te liggen echter werd in deze analyse nog gerekend vanuit een startdekkingsgraad van 105% hetgeen uiteraard aanzienlijk hoger is dan de dekkingsgraad per 31 december 2009.
8
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Hoewel van groot belang voor totstandkoming en toetsing van het geformuleerde beleid, blijven dit uiteraard theoretische analyses. Duurzame beheersing van financiële risico’s is in het beleid van het fonds verankerd mede gebaseerd op uitkomsten van voorgaande continuïteit en ALM analyses. Helaas is gebleken dat dit beleid niet bestand is tegen de grote schokken op de financiële markten zoals deze zich in relatief korte periode hebben gemanifesteerd. De effectiviteit van dit beleid moet naar de mening van het bestuur echter op de lange termijn worden beoordeeld om paniekreacties te voorkomen. Deze lange termijn horizon is ook de basis van genoemde analyses. Hoewel de financiële markten ongekende (negatieve) ontwikkelingen hebben laten zien die grote schade hebben aanbracht in de financiële posities van vele pensioenfondsen, is de verwachting historisch niet onwaarschijnlijk, dat er de komende jaren ook weer een periode van herstel zal plaatsvinden. Op dit moment zijn er echter nog veel onzekerheden over de termijn waarop dit herstel zal plaatsvinden. Hoewel er wat oplevingen plaatsvinden op de aandelenmarkten, mogen wij op dit moment nog zeker niet spreken van een herstel van de reële economie. Aangezien het bestuur op de lange termijn een gedegen en consistent beleid wil voeren, is het beleid slechts op enkele punten aangescherpt om de noodzakelijke herstelmaatregelen te effectueren. Uiteraard heerst er binnen het bestuur wel een verhoogde attentie om dit beleid bij te sturen indien dit in deze onstabiele economische tijden noodzakelijk is.
Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het fonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. In 2007 is besloten om naast de bestaande deelnemersraad een verantwoordingsorgaan op te richten. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit een vertegenwoordiging van actieve deelnemers, pensioengerechtigden en werkgever. De opbouw is zodanig dat zoveel mogelijk wordt samengewerkt met de deelnemersraad teneinde overlapping te voorkomen. De verantwoording die het bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus. In dit kader heeft ook een formeel overleg plaatsgevonden op 14 juni 2010 waarin het jaarverslag 2009 door het verantwoordingsorgaan met het bestuur is besproken. De opzet en inhoud van het jaarverslag zijn dan ook toegesneden op deze verantwoordingswijze. In het jaarverslag 2009 is het oordeel van het verantwoordingsorgaan opgenomen. Voor het intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds beoordeelt. De visitatiecommissie heeft in het eerste kwartaal 2010 de visitatie uitgevoerd.
Deskundigheidsbevordering Op basis van de door alle bestuursleden afgelegde deskundigheidstoets van het SPO, is geïnventariseerd op welke terreinen van deskundigheid van het bestuur als collectief dan wel van individuele bestuurders versterking nodig werd geacht. Het SPO is vervolgens benaderd om een eerste opleiding op die specifieke terreinen voor het gehele bestuur te organiseren. Deze opleidingsdag heeft onlangs plaatsgevonden. De in 2009 toegetreden (aspirant) bestuursleden hebben een basiscursus voor beginnende pensioenfondsbestuurders gevolgd. In 2010 zal verder invulling gegeven worden aan een structureel opleidingsplan.
9
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving.
Toezichthouder Met de toezichthouder is in 2009 veelvuldig contact geweest. Deze contacten betroffen veelal het herstelplan. De evaluatie van het herstelplan is bij de DNB ingediend. In de reactie van de DNB daarop is het fonds gewezen op de verplichting om in de evaluatie rekening te houden van voorzienbare trend van de overlevingskansen. Als reactie daarop heeft het fonds de evaluatie aangepast. Het fonds is nog in afwachting van een mogelijke reactie daarop alsmede het eindoordeel en goedkeuring van het herstelplan door de DNB.
Uitbesteding Door de ontwikkeling van de dekkingsgraad is de uitvoeringsorganisatie zeer nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het herstelplan waarvoor extra werkzaamheden zijn verricht om hieraan op adequate wijze invulling te geven. Daaraan gerelateerd wordt er nu per maand (voorgaand perioden per kwartaal) gerapporteerd aan het bestuur over de financiële positie van het fonds inclusief een analyse over de ontwikkelingen in deze financiële positie. In 2009 is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden tot uitbesteding van de pensioenadministratie. Het bestuur heeft besloten dat in 2010 de pensioenadministratie zal worden overgedragen aan AZL.
Communicatie In 2007 is een werkgroep communicatie opgericht waarin drie bestuurleden zitting hebben. Verder zijn er in 2009 meerdere nieuwsbrieven gepubliceerd waarbij alle betrokkenen periodiek worden geïnformeerd over de ontwikkelingen van het fonds. Door het ontstane dekkingstekort speelt deze nieuwsbrief een prominente rol in de verplichte communicatie over deze ontwikkelingen waarin onder andere aandacht is gegeven aan de inhoud van het herstelplan. Ook in de komende periode zal de nieuwsbrief een zeer belangrijke rol blijven spelen in de communicatie over de ontwikkeling van de financiële positie van het fonds. Verder zal in 2010 een meer gedetailleerd communicatieplan worden opgesteld.
10
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Pensioenparagraaf Kenmerken regelingen Het pensioenreglement voor alle deelnemers die niet zijn opgenomen in het pensioenreglement voor de directieleden (pensioenreglement 2007) kent de volgende kenmerken: Regeling Karakter pensioenovereenkomst Werkgever Deelnemer
Toetredingsleeftijd Pensioenleeftijd Pensioenjaren Pensioensalaris
Berekeningsgrens Franchise Pensioengrondslag Ouderdomspensioen Levenslang partnerpensioen Bijzonder levenslang partnerpensioen Wezenpensioen Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Voorwaardelijk geïndexeerd middelloon. Uitkeringsovereenkomst. SMIT Nederland B.V. Werknemers in dienst van de werkgever, die niet opgenomen worden in het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Koopvaardij of enig ander verplicht gesteld pensioenfonds. Minimaal 21 jaar. 65 jaar. Pensioenjaren zijn de jaren die liggen tussen de aanvang van het deelnemerschap en de pensioendatum. Het jaarsalaris is gelijk aan 13,5 maal het salaris van de maand januari van de deelnemer in het desbetreffende jaar. Een eventuele bijdrage van de werkgever voor een levensloopregeling telt hierbij niet mee. Het maximum salaris bedraagt € 111.225,02 (niveau 1-1-2009). Gelijk aan fiscaal minimum bij opbouwpercentage van 2,25% (niveau 2009: € 12.466). De pensioengrondslag is gelijk aan het (gemaximeerde) pensioengevend jaarsalaris minus de franchise. Per deelnemersjaar 2,25% van de pensioengrondslag. Spaarbasis: 70% van het behaalbare ouderdomspensioen. Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat tot die datum is opgebouwd. 14% van het behaalbare ouderdomspensioen. De premievrijstelling is volgens de volgende tabel afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid: Mate arbeids- Voortzetting ongeschikt pensioen opbouw 45 – 65% 50% 65% of meer 100% Zolang de arbeidsongeschiktheid voortduurt blijft de deelneming voortduren, op basis van de ongewijzigde pensioengrondslag op het moment van arbeidsongeschiktheid.
Flexibiliseringsmogelijkheden - vervroeging pensioendatum
- uitstel pensioendatum - deeltijdpensionering
Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan de pensioendatum tot uiterlijk de 55-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer worden vervroegd. De gekozen vervroegde pensioendatum dient samen te vallen met de eerste kalenderdag van een maand. Uiterlijk tot de 70e verjaardag van de deelnemer. De deelnemer heeft de mogelijkheid om vanaf de 55-jarige leeftijd
11
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
- omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen
- omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen - variatie in de hoogte van de pensioenuitkering
Toeslagen
Deelnemersbijdrage
met deeltijdpensioen te gaan. Partnerpensioen kan (gedeeltelijk) worden aangewend voor een hoger en/of eerder ingaand ouderdomspensioen. Uitruil van het volledige respectievelijk het halve partnerpensioen geeft een verhoging van 20% respectievelijk 10% van het ouderdomspensioen. Een deel van het ouderdomspensioen kan worden omgezet in partnerpensioen. Het levenslange partnerpensioen bedraagt maximaal 70% van het levenslange ouderdomspensioen. De deelnemer heeft de mogelijkheid om de pensioenaanspraken te herschikken. Voor het herschikken van de pensioenaanspraken geldt dat er voor kan worden gekozen om eerst een hoge en dan een lage uitkering (of andersom) te ontvangen, waarbij de laagste uitkering minimaal 75% bedraagt van de hoogste uitkering. Voor de 65-jarige leeftijd mag hierbij de dubbele AOW-uitkering voor een gehuwde buiten beschouwing blijven. Toeslagen op basis van 75% van het prijsindexcijfer, voorzover de aanwezige middelen dit toelaten. Gelijke toeslagen voor actieven, slapers, pensioengerechtigden en arbeidsongeschikten, met dien verstande dat de toeslagen voor slapers, gepensioneerden en arbeidsongeschikten worden gemaximeerd op 5% per jaar. De kosten van de pensioenregeling worden jaarlijks omgerekend naar een percentage van de pensioengrondslag. De deelnemer draagt 1/3 van de premie bij.
Het pensioenreglement voor de directieleden (excedent-pensioenreglement I en excedentpensioenreglement II) kent de volgende kenmerken: Regeling Karakter pensioenovereenkomst Werkgever Deelnemer
Toetredingsleeftijd Pensioenleeftijd Prepensioenleeftijd Pensioenjaren
Voorwaardelijk geïndexeerd middelloon. Uitkeringsovereenkomst. SMIT Nederland B.V. Deelnemers in excedent-pensioenregeling I zijn de directieleden in dienst van de werkgever die op 31 december 2006 reeds deelnemer waren in het vorige pensioenreglement en op 31 december 2004 55 jaar of ouder waren én op 1 januari 2007 met de werkgever een actief dienstverband hebben. Deelnemers in excedent-pensioenregeling II zijn de directieleden in dienst van de werkgever die op 1 januari 2005 nog niet de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en op 31 december 2006 al deelnemer waren in de vorige regeling. Nieuwe directieleden komen voor opneming in aanmerking vanaf 1 januari 2007. Zie uitwerking begrip ‘deelnemer’. 65 jaar. 60 jaar (alleen van toepassing voor excedent-pensioenreglement I). In excedent-pensioenreglement I zijn pensioenjaren de jaren die liggen tussen de toetreding tot de directie van de deelnemer en de prepensioendatum. In excedent-pensioenreglement II zijn pensioenjaren de jaren gelegen tussen de toetreding tot de directie van de deelnemer en de pensioendatum. Tevens kunnen pensioenjaren verkregen uit waardeoverdracht meetellen.
12
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Pensioensalaris
Berekeningsgrens Franchise Pensioengrondslag
Het jaarsalaris is gelijk aan 13,5 maal het salaris van de maand januari van de deelnemer in het desbetreffende jaar. Een eventuele bijdrage van de werkgever voor een levensloopregeling telt hierbij niet mee. Er is geen maximum salaris. € 111.225,02 (niveau 1-1-2009). De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend jaarsalaris minus de franchise.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet VUT Prepensioen en introductie Levensloopregeling (Wet VPL) per 1 januari 2006 is de reguliere pensioenleeftijd van 62 jaar (of 60 jaar in de excedentregeling) verhoogd naar 65 jaar. Ter compensatie van deze verhoging van de pensioenleeftijd, heeft de werkgever in 2006 aan een aantal van zijn deelnemers een voorwaardelijke aanvulling over verleden diensttijd op oudedagspensioen en partnerpensioen toegezegd. Het betreft de deelnemers die op 31 december 1998 reeds deelnemer waren aan de op dat tijdstip geldende pensioenregeling van het pensioenfonds en die per 1 januari 2006 deelnemer waren aan de destijds geldende pensioenregeling én op 1 januari 2006 niet volledig dan wel gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO dan wel de WIA. Deze voorwaardelijke aanvullingsregeling zal uiterlijk op 31 december 2015, dan wel op de eerdere pensioneringsdatum worden gefinancierd en toegekend, mits de deelnemer op dat moment nog in dienst is bij de werkgever.
Herverzekering De pensioenaanspraken zijn herverzekerd op basis van een kapitaalcontract bij NationaleNederlanden. Het huidige contract heeft een looptijd van 10 jaar en eindigt op 31 december 2009. De verzekeraar administreert de pensioenen, alsmede de waarde daarvan op contractgrondslagen. Gedurende de looptijd van het contract zijn de resultaten op overlevingskansen, arbeidsongeschiktheid en keuzemogelijkheden in beginsel voor rekening van de verzekeraar. Een verlies op contractgrondsgrondslagen - exclusief interest - is voor rekening van de verzekeraar, van een positief resultaat staat het fonds 30% af aan de verzekeraar als premie achteraf ter dekking van een mogelijk verlies. Gedurende 2009 zijn er verschillende gesprekken geweest tussen Nationale-Nederlanden en Stichting Pensioenfonds SMIT over een nieuw kapitaalcontract voor een periode van maximaal 5 jaar. De formele afwikkeling van dit nieuwe contract zal in de loop van 2010 plaatsvinden. Tot die tijd blijft de huidige overeenkomst met Nationale-Nederlanden van kracht.
13
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Beleggingenparagraaf Asset mix Naar aanleiding van een ALM studie is op basis van risico/rendement verhouding gekozen voor een strategische beleggingsmix waarin voor 25% in aandelen en 75% in vastrentende waarden wordt belegd. Dit beleid is geformuleerd in lijn met de “prudent-person” regel zoals verwoord in de Pensioenwet. In 2009 is tijdelijk afgeweken van de strategische mix van 25% aandelen en 75% vastrentende waarden. Reden hiervoor was de sterk toegenomen volatiliteit van de financiële markten. Het bestuur heeft echter in de loop van 2009 de gewenste verhoudingen weer hersteld. De beleggingsmix bedraagt per 31 december 2009 26,5% aandelen respectievelijk 73,5% vastrentende waarden. Daar de uitkeringen van het fonds hoger zijn dan de premie-inkomsten is er gedurende 2009 EUR 3,4 miljoen aan de beleggingen onttrokken en heeft er een afname van de overtollige liquide middelen plaatsgevonden van EUR 3,2 miljoen.
Rendement Ultimo december 2009 betrof het belegd vermogen EUR 172,7 miljoen. In 2009 is hiermee een positief beleggingsresultaat behaald van EUR 22,1 miljoen (ongeveer 14,1%). Het gerealiseerde rendement ligt fors boven het historisch gemiddelde van de afgelopen jaren én is hoger dan de benchmark van het fonds. Het hoge rendement is voor het grootste gedeelte toe te wijzen het herstel van de effectenbeurzen in 2009. Voornamelijk de aandelenmarkten tonen een sterk herstel. De vastrentende waarden herstellen zich weliswaar ook maar in mindere mate. Het fonds belegt hoofdzakelijk in fondsen bij een drietal vermogensbeheerders zijnde PIMCO (obligaties), Western Asset Management (obligaties) en AllianceBernstein (aandelen). In 2009 is The Index People aangesteld om als vierde vermogensbeheerder in aandelen index trackers te beleggen. Bij PIMCO is belegd in een drietal obligatiefondsen waarbij voor twee van deze fondsen sprake is van zogenaamde “long duration” fondsen. Middels deze “long duration” fondsen is het lange termijn rente risico gedeeltelijk afgedekt. Door de daling van de lange termijn rente is het rendement van het “ average duration” fonds in 2009 positief (7%), maar van het “ultra long duration” fonds in 2009 negatief (-/- 8%). Tevens heeft het “normale” PIMCO obligatiefonds een positief rendement behaald hetgeen onder andere wordt veroorzaakt door het afgenomen kredietrisico. Het totaal rendement (inclusief fondskosten) bedraagt +7,0%, terwijl de benchmark +1,8% noteert. Het totaal belegde vermogen bij PIMCO per 31 december 2009 bedraagt EUR 75,1 miljoen waarvan EUR 49,1 miljoen in de “long duration” fondsen. Bij Western Asset Management is belegd in een obligatiefonds. In 2009 heeft dit fonds een rendement (inclusief fondskosten) behaald van +18,1%, terwijl de benchmark van dit fonds een positief rendement noteert van 6,5%. De belangrijke oorzaak van de outperformance in 2009 is de selectie van de bedrijven. Er wordt voornamelijk in eurolanden belegd (81%). Het totaal belegde vermogen bij Western Asset Management per 31 december 2009 bedraagt EUR 51,8 miljoen. Bij AllianceBernstein is belegd in een aandelenfonds. In 2009 heeft dit fonds een rendement behaald van circa +27% ten opzichte van een benchmark van dit fonds van +26%.
14
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Bij Index People wordt belegd in een 5-tal index trackers. In 2009 heeft dit fonds een rendement behaald van circa +11,5%. Het totaal belegde vermogen bij Index People per 31 december 2009 bedraagt EUR 11,7 miljoen.
Vooruitblik 2010 In 2010 zal de pensioenadministratie worden overgedragen aan AZL. Tevens zal naar verwachting een nieuw kapitaalcontract worden afgesloten met Nationale-Nederlanden. Op dit moment wil het fonds nog geen verwachting uitspreken over de ontwikkeling van de financiële markten in 2010. Daarnaast zal de ontwikkeling van de rentevoet een belangrijke invloed hebben op de financiële positie van het fonds.
15
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Financiële & Actuariële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Pensioenvermogen EUR 1.000
Technische voorzieningen EUR 1.000
157.122
189.939
Stand per 31 december 2008 Beleggingen - directe beleggingsopbrengsten - indirecte beleggingsopbrengsten - benodigde interest (2,544% jaarrente) - mutatie VPV door mutatie marktrente
Resultaat
Dekkingsgraad %
EUR 1.000 -
82,7
19.755 35 22.151 -
Premies - Ontvangen premies boekjaar - Ontvangen premies voorgaande jaren - Actuarieel benodigde pensioenopbouw - Dekking voor directe kosten in premie
4.804 -2.373 847
Uitkeringen - Uitkeringen en afkeringen en afkopen
4.827 -286
3.694 -
-10.853
-10.873
-
-134 40 941
20
Kanssystemen - Arbeidsongeschiktheid - Mutaties - Overlevingskansen
-847
Incidentele mutaties technische voorzieningen
-9.300
- Opslag overlevingskansen Waardeoverdrachten - Inkomende waardeoverdrachten - Uitgaande waardeoverdrachten
-
9.300
-35 2
-7 -
286 -556
-190 -
225
-
225
46
149
-103
172.964
195.290
-26
Kosten - In premie begrepen dekking directe kosten - Vrijval kosten uit voorziening - Kosten eigen beheer
-80
Technisch Resultaat Overig Financiële Positie per 31 december 2009 Resultaat 2009 Resultaat op voorziening doorbouwregeling 62-65
88,6 10.491 75
Totaal Saldo van baten en lasten 2009
10.566
16
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Resultaat op beleggingen Het resultaat op beleggingen zoals in deze analyse gepresenteerd is bedraagt EUR 19,8 positief, waar in 2008 nog een verlies van EUR 67,5 werd gepresenteerd. Zowel de “long duration” fondsen als ook op de aandelenfondsen hebben in 2009 bijgedragen aan het positieve resultaat. In het boekjaar is de nominale marktrente toegenomen. Dit heeft een vrijval van technische voorziening tot gevolg en veroorzaakt derhalve een winst. Tevens is als gevolg van de toegenomen marktrente een verlies opgetreden op de vastrentende waarden. Per saldo resulteert een positief effect. Verder hebben de financiële markten in het boekjaar een fors positief resultaat laten zien. Het pensioenfonds belegt voor ongeveer 25% in zakelijk waarden. Resultaat op premies Het positieve resultaat op premies van EUR 0,8 miljoen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het verschil tussen de (zuiver) kostendekkende premie en de feitelijke premie volgens de ABTN (waar een demping is opgenomen met betrekking tot de rente en met betrekking tot de financiering). Daarnaast is het verschil te verklaren door de solvabiliteitsopslag die in de ontvangen premie is begrepen. Die opslag is niet nodig voor de aangroei van de pensioenverplichtingen, maar dient per definitie aan het eigen vermogen te worden toegevoegd teneinde het wettelijk vereist eigen vermogen op peil te houden. Feitelijk premie De totaal de ontvangen premie in 2009 bedroeg EUR 4,8 miljoen (2008: EUR 3,9 miljoen). Zuivere kostendekkende premie Op grond van de Pensioenwet rapporteert het bestuur ook de zogenaamde kostendekkende premie. Deze bedraagt over 2009 EUR 4,4 miljoen (2008: EUR 3,3 miljoen). Gedempte kostendekkende premie Op grond van de Pensioenwet rapporteert het bestuur ook de zogenaamde kostendekkende premie. Deze bedraagt over 2009 EUR 3,5 miljoen (2008: 3,8 miljoen). Resultaat op toeslagverlening In het boekjaar is door het pensioenfonds besloten om de opgebouwde pensioenafspraken en pensioenrechten van de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden niet te verhogen. Reden hiervoor ligt in het feit dat het eigen vermogen per 31 december 2009 lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen. Resultaat op incidentele mutaties technische voorzieningen Het resultaat op incidentele mutaties technische voorzieningen wordt veroorzaakt door de forfaitaire opslag op de technische voorzieningen in verband met de verzwaring van de
17
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
overlevingskansen. In verband met de waargenomen ontwikkeling van de levensverwachting en de nieuwe prognose van de sterftetrend, zoals die blijken uit de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008, is in de technische voorziening een forfaitaire opslag van 5% opgenomen. Resultaat 2009 Het positieve resultaat over 2009 van EUR 10,6 miljoen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het positieve resultaat op beleggingen van EUR 19,8 miljoen (financieel plus actuarieel). Zowel in de aandelenfondsen als ook de obligatiefondsen laten een waardestijging zien gedurende 2009. Hier staat echter tegenover de opslag overleveningskansen aan de technische voorziening voor EUR 9,3 miljoen. Resultaat voorziening doorbouwregeling 62-65 De voorziening doorbouwregeling 62-65 is in 2006 gevormd ter dekking van de kosten van voortgezette pensioenopbouw tussen 62 en 65 jaar voor een specifieke groep SMIT medewerkers. Het vermogen dat door SMIT Nederland B.V. hiervoor is gestort, is dan ook geen onderdeel van het algemene pensioenvermogen Derhalve is de voorziening die hiervoor is opgenomen in de jaarrekening verwerkt als overige technische voorziening (geen onderdeel van de algemene voorziening pensioenverplichtingen). De dotatie aan de voorziening in 2009 en het rendement op het gestorte vermogen wordt dan ook separaat gepresenteerd. In de jaarrekening wordt bij de bestemming van het saldo van baten en lasten dit resultaat verwerkt in een bestemmingsreserve.
Uitkomsten van de FTK solvabiliteitstoets Vaststelling dekkings- en reservepositie per 31 december 2009 Bedrag
In % van VPV
172.964
88,6
-195.290
-100,0
-8.397
-4,3
Dekkingspositie volgens FTK
-30.723
-15,7
Af: vereiste eigen vermogen (ex minimale eigen vermogen)
-12.138
-6,2
Reservepositie
-42.861
-21,9
Aanwezig vermogen volgens FTK Af: VPV volgens FTK methode Af: minimaal vereiste eigen vermogen (4,3%)
Zowel de dekkingspositie als de reserve positie zijn beide negatief. Om deze reden heeft het bestuur twee herstelplannen opgesteld hetgeen 31 maart 2009 is verstuurd aan DNB.
18
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Toeslagruimte Het fonds heeft in zijn toeslagbeleid vastgelegd dat ruimte voor toeslagverlening bestaat die afhankelijk is van het gerealiseerde overrendement. In de ABTN is hiervoor een berekening gedefinieerd. Op basis van deze berekening is de toeslagruimte per 31 december 2009 nihil. Als onderdeel van het herstelplan heeft het bestuur besloten vanaf 1 januari 2010 geen toeslagen meer toe te kennen aan actieven en inactieven. Dit is in overeenstemming met het eerder geformuleerde beleid zoals opgenomen in de ABTN.
19
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Risicoparagraaf Risico en beheersing/beleid Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Onderstaand treft u de risico´s aan die het bestuur met prioriteit beoordeelt:
Beleggingsrisico’s Actuariële risico’s Renterisico
Beleggingsrisico’s In 2009 is tijdelijk afgeweken van de strategische mix van 25% aandelen en 75% vastrentende waarden. Reden hiervan was de sterk toegenomen volatiliteit van de financiële markten. Het bestuur heeft echter in de loop van 2009 de gewenste verhoudingen weer hersteld. De beleggingsmix bedraagt per 31 december 2009 26,5% aandelen respectievelijk 73,5% vastrentende waarden. In 2009 heeft de beleggingscommissie frequent contact heeft met de vermogensbeheerders van het fonds (PIMCO, Western Asset Management en AllianceBernstein). In 2009 is The Index People aangesteld om als vierde vermogensbeheerder in aandelen index trackers te beleggen. Het contact met de vermogensbeheerders vindt veelal plaats door een vergadering op het kantoor van SMIT Nederland in Rotterdam. In de vergaderingen wordt veel aandacht besteed aan de waarderingsmethodiek van de fondsen. Ook wordt in detail gesproken over de samenstelling van het fonds waarbij onder andere vergelijkingen worden gemaakt met de benchmark van het relevante fonds. Het herstel in 2009 is behoorlijk en voornamelijk de aandelenmarkten tonen een sterk herstel. De vastrentende waarden herstellen zich weliswaar ook maar in mindere mate. Het beleggingsresultaat van de aandelen bedraagt 8,3 miljoen positief (2008 28,1 miljoen negatief) en obligaties 13,8 miljoen positief ( 2008 7,6 miljoen negatief).
Actuariële risico’s Bij de vaststelling van de technische voorziening pensioenverplichtingen is rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. Bij de vaststelling van de overlevingskansen is uitgegaan van de door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerde ‘Prognosetafel 20052050’. Tevens is er een correctie op de overlevingskansen toegepast voor het verschil tussen de overlevingskansen van de beroepsbevolking en de gehele bevolking door toepassing van ervaringssterfte. In verband met de waargenomen ontwikkeling van de levensverwachting en de nieuwe prognose van de sterftetrend, zoals die blijken uit de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008, is in de technische voorziening een forfaitaire opslag van 5% opgenomen. De achtergrond van deze forse toename vindt zijn oorsprong in het feit dat het CBS in december 2008 de nieuwste levensverwachtingen heeft gepubliceerd. Ten opzichte van 2006 is de levenverwachting van mannen met 1,7 jaar en voor vrouwen met 1,3 jaar toegenomen. Het AG heeft in december 2009 een leidraad uitgebracht over de sterftetrend met daarin vermeld dat nader onderzoek noodzakelijk is om de robuustheid van de tafels vast te stellenen mede naar aanleiding van de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008. Naar verwachting zal het AG in de loop van 2010 nieuwe overlevingstafels publiceren. Vooruitlopend hierop heeft de DNB op basis van CBS en AG publicaties fondsen verplicht rekening te houden met de meest
20
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
recente ontwikkelingen met betrekking tot overlevingskansen. De gevolgen voor het fonds zijn aanzienlijk. De extra toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen bedraagt 9,3 miljoen en doet de dekkingsgraad dalen met circa 5%. De DNB heeft gesteld dat voor wat betreft de herstelplannen dit niet zal leiden tot vertragende maatregelen. Volgens het herstelplan werd eind 2009 een dekkingsgraad van 84,8% verwacht. In werkelijkheid blijkt de dekkingsgraad 88,6% te zijn. De verzwaring met 5% van de overlevingstafels heeft het positieve resultaat uiteraard wel gedrukt. Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Bij beoordeling van de actuariële risico’s moet rekening worden gehouden met het feit dat het fonds zijn pensioenaanspraken heeft herverzekerd op basis van een kapitaalcontract bij Nationale-Nederlanden. De uit het pensioenreglement voortkomende verzekeringstechnische risico’s met betrekking tot langleven zijn voor rekening van het fonds. De overige verzekeringstechnische risico’s komen echter voor rekening van de herverzekeraar, hoewel het fonds wel deelt in een eventueel positief resultaat. De technische winstdelingsperiode is gelijk aan de looptijd van het contract. Aan het eind van de winstdelingsperiode wordt het technische resultaat vastgesteld en bij de reeds behaalde technische resultaten opgeteld. Aan het eind van de winstdelingsperiode is 70% van het cumulatieve technische resultaat uitgekeerd aan het fonds. Een negatief cumulatief technisch resultaat is voor rekening van de herverzekeraar. In het contract met Nationale-Nederlanden hetgeen per 31 december 2009 is geëindigd, is geen voorziening opgenomen voor de schadelast die mogelijk ontstaat door zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt worden verklaard. Uit de aard van de werkzaamheden van de actieve deelnemers (kantoorpersoneel) en het ziekte beeld van zieken per balansdatum is de kans op schade gering.
Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duratie van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder duratie afstemming af ten opzichte van alternatieve strategieën. De afdekking van het renterisico komt uit op ca. 60 %. De duratie, ofwel rentegevoeligheid, van de verplichtingen bedraagt per 31 december 2009 ongeveer 11,3 (per 31 december 2008 ongeveer 11,6). Dit betekent dat als alle rentestanden in de termijnstructuur van de nominale marktrente (op basis waarvan de technische voorzieningen zijn bepaald) met één tiende procentpunt dalen, de verplichtingen met ongeveer 0,1 x 11,3% stijgen. De duratie is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gedaalde rente. Bovendien is de gevoeligheid van de duratie voor de rentestand groter naarmate de rentestand lager is. Uiteraard is de rente gevoeligheid van de dekkingsgraad afhankelijk van zowel de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen als van de bezittingen.
21
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Toekomstparagraaf Het jaar 2009 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de uitvoering van het herstelplan. Gedurende het eerste kwartaal van 2010 heeft het bestuur nog geen formele terugkoppeling ontvangen van DNB op het ingediende herstelplan. Naast de eerder genoemde maatregelen is in dit herstelplan ook de zware maatregel opgenomen om over te gaan tot het korten van pensioenaanspraken en -rechten. Het bestuur wil deze maatregel zover mogelijk voorkomen en dan ook uitstellen tot het tijdstip waarop dit echt de enige overbljvende maatregel is om de dekkinggraad van het fonds te herstellen tot het minimaal vereiste vermogen van 105%. Dit zou dan plaatsvinden conform het ingediende herstelplan op 1 april 2012. Naast de genoemde maatregelen acht het bestuur het niet onwaarschijnlijk dat de financiële markten zich sneller herstellen dan waarmee rekening is gehouden in het herstelplan. Tevens verwacht het bestuur dat de rentetermijnstuctuur die wordt gehanteerd bij discontering van de pensioenverplichtingen zich zal normaliseren (hogere rente) hetgeen een verlagende impact heeft op de waardering van de voorziening pensioenverplichtingen. Uiteraard zijn deze verwachtingen op dit moment omgeven door vele onzekerheden waardoor het moeilijk is om in de huidige financiële omstandigheden concrete verwachtingen uit te spreken over de ontwikkeling in 2010.
Rotterdam, 16 juni 2010
Het Bestuur: G.L. Bruinsma (Voorzitter) P. Houtman (Secretaris) J.C. Prakke B.C.M.A. van Breugel M. Vos A. Terpstra
22
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Jaarrekening 2009
Balans per 31 december 2009 (na voorgestelde bestemming saldo baten en lasten)
toelichting
2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Activa Beleggingen voor risico pensioenfonds Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
4 5 6
172.731 314 5.386
154.085 340 8.561
178.431
162.986
-22.326 581 195.290 4.120 766
-32.817 506 189.939 4.125 1.233
178.431
162.986
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Bestemmingsreserve Technische voorzieningen Voorziening compensatie doorbouwregeling 62-65 Overige schulden en overlopende passiva
7,11 7 8,11 9 10
23
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Staat van baten en lasten over 2009
toelichting
2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Baten Premiebijdragen Beleggingresultaat vermogen doorbouwregeling 62-65 Beleggingsresultaten (inclusief kosten vermogensbeheer)
12 9 13
4.827 70 22.186
3.895 173 -35.744
27.083
-31.676
-5.351 225 5 -10.853 -33 -260 -250
-25.819 171 -968 -10.611 9 -145 -302
-16.517
-37.665
10.566
-69.341
Lasten Mutatie voorzieningpensioenverplichtingen Winstdeling technisch resultaat (kapitaalcontract Nationale-Nederlanden)2 Mutatie overige technische voorzieningen Uitkeringen Saldo waardeoverdrachten Pensioenuitvoering- en administratiekosten Overige lasten
Saldo van baten en lasten
8 10 9 14 15 16 17
Bestemming van het saldo van baten en lasten 2009 EUR 1.000 Overige reserves Bestemmingsreserve
2008 EUR 1.000
10.491 75
-68.546 -795
10.566
-69.341
Het beleggingsresultaat vermogen doorbouwregeling 62-65 (rente deposito) bedraagt EUR 70 (positief) en de mutatie overige technische voorziening zijnde de onttrekking aan de voorziening doorbouwregeling 62-65 is EUR 5 (positief). Deze twee posten zijn toegevoegd aan de bestemmingsreserve (bestempeld voor een bepaald doel).
2
30% van het resultaat is ten gunste van het fonds gebracht
24
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Kasstroomoverzicht over 2009
2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Betaalde pensioenuitkeringen
4.827 -10.853
3.895 -10.611
-6.026
-6.716
14.008 -10.468 35
8.377 274
3.575
8.651
Mutatie vorderingen Mutatie schulden (exclusief schulden aan kredietinstellingen) Overige baten en lasten
26 -467 -283
532 271 -216
Totaal kastroom uit overige activiteiten
-724
587
-3.175
2.522
8.561 -3.175
6.039 2.522
5.386
8.561
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aankopen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Kasstroom uit overige activiteiten
Mutatie liquide middelen
Toename/(afname) van liquide middelen Beginstand Mutatie verslagperiode Eindstand
25
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 1. Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds SMIT, statutair gevestigd te Rotterdam (hierna “het fonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden ter zake van ouderdom en overlijden. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van SMIT Nederland B.V.
2. Overeenstemmingverklaring De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 16 juni 2010 de jaarrekening opgemaakt.
3. Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling Algemeen Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
Continuïteitsbeginsel in het kader van de herstelplannen Deze jaarrekening is opgesteld in de veronderstelling dat de continuïteit van het fonds gewaarborgd is en dat het zijn beleid in de afzienbare toekomst op de geformuleerde wijze zal voortzetten. Het feit dat zowel een kortetermijnherstelplan, als een langetermijnherstelplan zijn opgesteld waarin specifieke maatregelen zijn opgenomen conform de verplichtingen die voor het fonds gelden, doet geen afbreuk aan dit beginsel. Voor de inhoud van het herstelplan wordt verwezen naar het bestuursverslag zoals dit is opgenomen in het jaarverslag. Bij de vaststelling van de waardering van de beleggingsportefeuille van het fonds is wel rekening gehouden met situatie op de financiële markten per balansdatum die mogelijk materiele impact hebben op de waardering van deze activa.
Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als
26
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden.
Schattingswijziging technische voorziening In het vierde kwartaal van 2009 zijn onder meer vanuit het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) prognoses en berichtgeving verschenen over de stijgende levensverwachting van de Nederlandse bevolking .Het Actuarieel Genootschap heeft deze ontwikkeling bevestigd ,maar dit heeft nog niet geresulteerd in de publicatie van nieuwe prognosetafels. De Stichting hanteert momenteel voor de berekening van de technische voorziening de AG Prognosetafels 2005 – 2050,rekening houdend met ervaringssterfte en zonder gebruikmaking van leeftijdsterugstellingen. Het fonds dient bij het bepalen van de hoogte van de technische voorziening gebruik te maken van de meest recente schattingen en informatie ten aanzien van de sterftetrends. Het betuur heeft daarop besloten de technische voorziening te verhogen met 5 %.
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
27
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Beleggingen Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op dezelfde wijze gewaardeerd.
Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. De actuele waarde van niet beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsfondsen is bepaald op basis van de marktwaarde van de participaties indien deze participaties voldoende liquide zijn en in deze participaties regelmatig wordt gehandeld.
28
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico c.q. oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de actuele waarde van de vastrentende waarden is te maken worden aandelen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs.
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke toezeggingen (omtrent toeslagverlening). De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van op de balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of er op de opgebouwde pensioenaanspraken toeslag wordt verleend. Alle per balansdatum bestaande besluiten omtrent toeslagverlening (ook voor besluiten omtrent toeslagverlening na balansdatum voorzover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen:
29
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB
Overlevingstafels: prognosetafels 2005-2050. Tevens is er een correctie op de overlevingskansentoegepast voor het verschil tussen de overlevingskansen van de beroepsbevolking en de gehele bevolking door toepassing van (Towers Watson 2009) ervaringssterfte. In verband met de waargenomen ontwikkeling van de levensverwachting en de nieuwe prognose van de sterftetrend, zoals die blijken uit de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008, is in de voorziening pensioenverplichtingen een forfaitaire opslag van 5% opgenomen.
Kostenopslag ter grootte van 1,75% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband toekomstige administratie- en excassokosten.
Voor arbeidsongeschikte deelnemers wordt mede rekening gehouden met het premievrijgestelde deel van de toekomstige pensioenopbouw.
Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de prijsindex. De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op toeslagverlening bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagverlening kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de toeslagverlening kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. De toeslagverlening is onder andere afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds.
Overige technische voorzieningen De voorziening compensatie doorbouwregeling is gevormd ter dekking van de kosten van de mogelijke voortgezette pensioenopbouw van een specifieke groep SMIT werknemers. Ultimo boekjaar is de omvang van de voorziening berekend als de som van alle verwachte toekomstige lasten van voortzetting van de mogelijke pensioenopbouw van een specifieke groep deelnemers tot aan pensioendatum. De voorziening is berekend op basis van FTK grondslagen met rente van 3,8% (2008: 3,6%).
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
30
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
4. Beleggingen Aandelenfondsen
Obligatiefondsen
EUR 1.000
EUR 1.000
Overige vastrentende waarden EUR 1.000
Totaal
EUR 1.000
54.937 -28.058
141.179 -6.600 -7.642
2.415 -2.146 -
198.531 -8.746 -35.700
Stand per 31 december 2008 Aankopen/investeringen Verkopen/aflossingen Herwaardering
26.879 10.468 8.423
126.937 -13.750 13.763
269 -258 -
154.085 10.468 -14.008 22.186
Stand per 31 december 2009
45.770
126.950
11
172.731
Stand per 1 januari 2008 Verkopen/aflossingen Herwaardering
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
Stand per 31 december 2009 Aandelenfondsen Obligatiefondsen Overige vastrentende waarden
(directe en afgeleide) Marktnoterin gen EUR 1.000
Waarderings modellen en technieken
Totaal
EUR 1.000
EUR 1.000
45.770 126.950 -
11
45.770 126.950 11
172.720
11
172.731
31
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
(directe en afgeleide) Marktnote ringen EUR 1.000 Stand per 31 december 2008 Aandelenfondsen Obligatiefondsen Overige vastrentende waarden
Waarderingsmodellen en technieken
Totaal
EUR 1.000
EUR 1.000
26.879 126.937 -
269
26.879 126.937 269
153.816
269
154.085
Aandelen 2009 EUR 1.000 Aandelenbeleggingsfondsen
45.770
2008 EUR 1.000 26.879
Vastrentende waarden 2009 EUR 1.000 Leningen op schuldbekentenis Hypotheken Obligatiebeleggingsfondsen
32
2008 EUR 1.000
11 126.950
257 12 126.937
126.961
127.206
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
5. Vorderingen en overlopende activa 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Te vorderen premies Overige vorderingen
301 13
325 15
Stand per 31 december
314
340
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
6. Liquide Middelen 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Liquide middelen
5.386
8.561
Stand per 31 december
5.386
8.561
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn.
7. Stichtingskapitaal en reserves Premie egalisatiereserve EUR 1.000
Bestemmingsreserve
Totaal
EUR 1.000
EUR 1.000
Stand per 1 januari 2008 Uit bestemming saldo van baten en lasten
35.729 -68.546
1.301 -795
37.030 -69.341
Stand per 31 december 2008 Uit bestemming saldo van baten en lasten
-32.817 10.491
506 75
-32.311 10.566
Stand per 31 december 2009
-22.326
581
-21.745
33
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Bestemmingsreserve Dit betreft de voorziening compensatie doorbouwregeling gevormd ter dekking van de kosten van voorgezette pensioenopbouw tussen 62 en 65 jaar voor een specifieke groep SMIT medewerkers. De toevoeging van EUR 75 (2008: onttrekking EUR 795) bestaat uit het rendement EUR 70 (2008: EUR 173) van in deposito gestorte bedrag en de mutatie EUR 5 (2008; onttrekking EUR 968) aan de voorziening als gevolg van de herrekening ultimo 2009.
Solvabiliteit 2009 EUR 1.000 Minimaal vereist vermogen 104,3% (2008: 105,0%) Vereist vermogen
203.687 215.825
2008 EUR 1.000 199.436 206.411
De vermogenpositie van het pensioenfonds is ontoereikend waarbij sprake is van zowel een reservetekort als een dekkingstekort. Het vereist eigen vermogen is het vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die situatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar beschikt over minder middelen dan de hoogte van de technische voorziening voor de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst. Voor de berekening van het vereist vermogen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde standaardmethode. Daar sprake is van zowel een reservetekort als een dekkingstekort heeft het fonds per 31 maart 2009 herstelplannen ingediend bij DNB. De status en de ontwikkelingen van de herstelplannen zijn in het bestuursverslag toegelicht.
8. Technische voorzieningen 2009 EUR 1.000 Voorziening voor pensioenverplichtingen
34
2008 EUR 1.000
195.290
189.939
195.290
189.939
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: 2009 EUR 1.000 Beginstand
2008 EUR 1.000
189.939
164.120
Toename - Benodigde interest - Benodigd voor pensioenopbouw - Benodigd voor toeslagen - Inkomende waardeoverdrachten
4.804 3.694 -7
7.665 2.614 1.645 336
Afname - Vrijval excassokosten - Uitgaande waardeoverdrachten - Uitkeringen boekjaar - Vrijval door afkoop - Technisch resultaat
190 10.849 24 -847
185 153 10.613 17 -394
Wijziging marktrente - Wijziging marktrente - Opslag overlevingskansen - Overige wijzigingen
-2.373 9.300 149
24.038 95
5.351
25.819
195.290
189.939
Toename per saldo Stand 31 december
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet ongeveer 3,80% (2008: 3,60%).
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Actieve deelnemers Pensioengerechtigden Premievrijen Arbeidsongeschikten
40.008 123.835 27.198 4.249
39.315 115.551 30.402 4.671
Netto pensioenverplichtingen
195.290
189.939
35
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
De pensioenaanspraken zijn herverzekerd op basis van een kapitaalcontract bij NationaleNederlanden te Rotterdam. De verzekerde waarde bedraagt eind 2009 EUR 177.604 (2008: EUR 177.563) en is bepaald op basis van de waarderingsgrondslagen zoals overeengekomen in het verzekeringscontract. Met de herverzekeraar is een (technische) winstdelingsregeling overeengekomen. Het pensioenfonds krijgt 70% van de cumulatieve technische winst over de contractperiode. Een cumulatief technisch verlies is geheel voor rekening van de herverzekeraar. Per 31 december 2009 eindigt dit contract. In 2010 heeft de definitieve afrekening plaatsgevonden. Voor de positie per 31 december 2009 zijn bij toelichting 10 (Overige Schulden en overlopende passiva) de nadere details opgenomen.
9. Overige technische voorzieningen Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Het mutatieoverzicht voor de technische voorzieningen luidt als volgt: Voorziening compensatie doorbouwregeling EUR 1.000 Stand per 1 januari 2009 Mutatie inzake herberekening en interest
4.125 -5
Balans per 31 december 2009
4.120
De voorziening compensatie doorbouwregeling is gevormd ter dekking van de kosten van voorgezette pensioenopbouw tussen 62 en 65 jaar voor een specifieke groep SMIT medewerkers. Ultimo 2009 is deze voorziening herrekend hetgeen heeft geleid tot een onttrekking van EUR 5 (2008: een dotatie van EUR 968).
10. Overige schulden en overlopende passiva 2009 EUR 1.000 Schuld aan verzekeringsmaatschappij (aandeel in technisch resultaat) Schuld aan verzekeringsmaatschappij Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden
De overige schulden hebben een looptijd korter dan één jaar
36
2008 EUR 1.000
281 213 214 58
453 448 216 116
766
1.233
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Schuld aan verzekeringsmaatschappij (aandeel in technisch resultaat) Dit betreft het aandeel in het technische resultaat van de nog te verrekenen technische resultaten aan het einde van het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden. Het pensioenfonds deelt voor 70% in de gecumuleerde technische resultaten, voor zover deze aan het einde van de looptijd van het contract positief zijn. Derhalve is het fonds in het geval van gecumuleerde positieve technische resultaten 30% verschuldigd aan Nationale-Nederlanden. De definitieve afrekening heeft in 2010 plaatsgevonden op basis van de stand van de gecumuleerde technische resultaten per 31 december 2009. De opbouw van het verschuldigde resultaat tot en met 31 december 2009 luidt als volgt: 31 december 2009 EUR 1.000 Technische resultaten: 2000 (100%) 2001 (100%) 2002 (100%) 2003 (100%) 2004 (100%) 2005 (100%) 2006 (100%) 2007 (100%) 2008 (100 %) 2009 (100%)
574 526 -116 1.078 525 -145 -158 -203 -570 ---- -574
Totaal
937
30 % zijnde het aandeel Nationale-Nederlanden (definitieve afrekening).
281
11. Risicobeheer Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor
37
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
een eventuele toeslagverlening over de opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. In 2009 is de dekkingsgraad van het fonds gestegen van 82,7 % 2008 naar 88,6 % Zowel aan de eis van het minimale vereist vermogen EUR 203.687 als het vereist vermogen EUR 215.825 wordt niet voldaan. Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar het bestuursverslag.
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
195.290
189.939
20.535
16.472
Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet)
215.825
206.411
Aanwezig vermogen volgens FTK
172.964
157.122
Reservepositie
-42.861
-49.289
Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering) Totaal S (vereiste buffers)
De vereiste buffer wordt berekend volgens de zogenaamde standaardmethode (S) S = √ ( S1² + S2² + 2 x 0,5 x S1 x S2 + S3² + S4² + S5² + S6²) Waarbij S niet minder mag zijn dan het minimum vereiste eigen vermogen (5%) De benoemde risico’s bedragen: 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
S1 – Renterisico S2 - Risico zakelijke waarden S3 – Valutarisico S4 – Grondstoffenrisico S5 – Kredietrisico S6 - Verzekeringstechnische risico
8.341 13.614 2.698 2.393 6.341
6.181 8.849 1.156 8.307 5.458
Totaal S
20.535
16.472
De berekende risico’s 2009 zijn ontleent aan het actuarieel rapport 2009.
38
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Liquiditeitsrisico De uitkeringen van het fonds bedragen EUR 10,9 miljoen en zijn hoger dan de premieinkomsten ad EUR 4,8 miljoen. Dit betekent dat het fonds liquide middelen uit het belegde vermogen nodig heeft voor een sluitende financiering. Om deze reden is EUR 3,4 miljoen aan de beleggingen onttrokken en tevens heeft er een afname van de overtollige liquide middelen plaatsgevonden van EUR 3,2 miljoen. Hoewel de marktomstandigheden in 2009 wederom bijzonder waren, heeft dit geen directe impact gehad op de mogelijkheid om deze liquiditeiten vrij te maken. De desbetreffende beleggingsfondsen kunnen dit soort liquiditeiten vrij maken uit de lopende stabiele stroom van rente inkomsten. Dit houdt in dat er geen geforceerde verkopen hoeven plaats te vinden hetgeen in onstabiele markten mogelijk tot problemen zou kunnen leiden. Het bestuur verwacht voor de komende jaren hierin geen verhoogd risico.
Beleggingsrisico In 2009 is tijdelijk afgeweken van de strategische mix van 25% aandelen en 75% vastrentende waarden. Reden hiervan was de sterk toegenomen volatiliteit van de financiële markten. Het bestuur heeft echter in de loop van 2009 de gewenste verhoudingen weer hersteld. De beleggingsmix bedraagt per 31 december 2009 26,5% aandelen respectievelijk 73,5% vastrentende waarden. In 2009 heeft de beleggingscommissie frequent contact met de vermogensbeheerders van het fonds (PIMCO, Western Asset Management en AllianceBernstein). In 2009 is The Index People aangesteld om als vierde vermogensbeheerder in aandelen index trackers te beleggen. Het contact met de vermogensbeheerders vindt veelal plaats door een vergadering op het kantoor van SMIT Nederland in Rotterdam. In de vergaderingen wordt veel aandacht besteed aan de waarderingsmethodiek van de fondsen. Ook wordt in veel meer detail gesproken over de samenstelling van het fonds waarbij onder andere vergelijkingen worden gemaakt met de benchmark van het relevante fonds. Het herstel in 2009 is behoorlijk en voornamelijk de aandelenmarkten tonen een sterk herstel. De vastrentende waarden herstellen zich weliswaar ook maar in mindere mate. Het beleggingsresultaat van de aandelen bedraagt EUR 8,3 miljoen positief (2008: EUR 28,1 miljoen negatief) en obligaties EUR 13,8 miljoen positief (2008: EUR 7,6 miljoen negatief).
Actuarieel en verzekeringstechisch risico Bij de vaststelling van de technische voorziening pensioenverplichtingen is rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. Bij de vaststelling van de overlevingskansen is uitgegaan van de door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerde ‘Prognosetafel 20052050’. Tevens is er een correctie op de overlevingskansen toegepast voor het verschil tussen de overlevingskansen van de beroepsbevolking en de gehele bevolking door toepassing van ervaringssterfte. In verband met de waargenomen ontwikkeling van de levensverwachting en de nieuwe prognose van de sterftetrend, zoals die blijken uit de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008, is in de technische voorziening een forfaitaire opslag van 5% opgenomen. De achtergrond van deze forse toename vindt zijn oorsprong in het feit dat het CBS in december 2008 de nieuwste levensverwachtingen heeft gepubliceerd. Ten opzichte van 2006 is de
39
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
levenverwachting van mannen met 1,7 jaar en voor vrouwen met 1,3 jaar toegenomen. Het AG heeft in december 2009 een leidraad uitgebracht over de sterftetrend met daarin vermeld dat nader onderzoek noodzakelijk is om de robuustheid van de tafels vast te stellenen mede naar aanleiding van de door het CBS gepubliceerde Prognosetafel 2008. Naar verwachting zal het AG in de loop van 2010 nieuwe overlevingstafels publiceren. Vooruitlopend hierop heeft de DNB op basis van CBS en AG publicaties fondsen verplicht rekening te houden met de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot overlevingskansen. De gevolgen voor het fonds zijn aanzienlijk. De extra toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen bedraagt EUR 9,3 miljoen en doet de dekkingsgraad dalen met 5%. De DNB heeft gesteld dat voor wat betreft de herstelplannen dit niet zal leiden tot vertragende maatregelen. Volgens het herstelplan werd einde 2009 een dekkingsgraad van 84,8% verwacht. In werkelijkheid blijkt de dekkingsgraad 88,6% te zijn. De verzwaring met 5% van de overlevingstafels heeft het positieve resultaat uiteraard wel gedrukt. Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Bij beoordeling van de actuariële risico’s moet rekening worden gehouden met het feit dat het fonds zijn pensioenaanspraken heeft herverzekerd op basis van een kapitaalcontract bij Nationale-Nederlanden. De uit het pensioenreglement voortkomende verzekeringstechnische risico’s met betrekking tot langleven zijn voor rekening van het fonds. De overige verzekeringstechnische risico’s komen echter voor rekening van de herverzekeraar, hoewel het fonds wel deelt in een eventueel positief resultaat. De technische winstdelingsperiode is gelijk aan de looptijd van het contract. Aan het eind van de winstdelingsperiode wordt het technische resultaat vastgesteld en bij de reeds behaalde technische resultaten opgeteld. Aan het eind van de winstdelingsperiode is 70% van het cumulatieve technische resultaat uitgekeerd aan het fonds. Een negatief cumulatief technisch resultaat is voor rekening van de herverzekeraar. In het contract met Nationale-Nederlanden hetgeen per 31 december 2009 is geëindigd, is geen voorziening opgenomen voor de schadelast die mogelijk ontstaat door zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt worden verklaard. Uit de aard van de werkzaamheden van de actieve deelnemers (kantoorpersoneel) en het ziekte beeld van zieken per balansdatum is de kans op schade gering.
Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duratie van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder duratie afstemming af ten opzichte van alternatieve strategieën. De afdekking van het renterisico komt uit op ca. 60 %. De duratie, ofwel rentegevoeligheid, van de verplichtingen bedraagt per 31 december 2009 ongeveer 11,3 (per 31 december 2008 ongeveer 11,6). Dit betekent dat als alle rentestanden in de termijnstructuur van de nominale marktrente (op basis waarvan de technische voorzieningen zijn bepaald) met één tiende procentpunt dalen, de verplichtingen met ongeveer 0,1 x 11,3% stijgen. De duratie is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gedaalde rente. Immers als rente daalt, stijgt de duratie. Bovendien is de gevoeligheid van de
40
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
duratie voor de rentestand groter naarmate de rentestand lager is. Uiteraard is de rente gevoeligheid van de dekkingsgraad afhankelijk van zowel de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen als van de bezittingen. Het fonds heeft de afdekking van het renterisico verzorgd door de obligatieportefeuille die door PIMCO wordt beheerd in een drietal PIMCO fondsen onder te brengen die een verschillende duration kennen. Andere instrumenten om het renterisico af te dekken worden door het fonds niet gebruikt.
Valutarisico Door de beleggingsfondsen waarin het vermogen van het fonds is ondergebracht wordt ook in andere valuta dan de euro belegd. Het beleid van het fonds is om de valutaposities af te dekken. De valutaposities zijn binnen de beleggingsfondsen grotendeels (75% - 80%) afgedekt. Een volledige - 100% - afdekking van de valutaposities op ieder moment wordt niet efficiënt geacht vanwege de hoge transactiekosten welke hiermee gemoeid gaan.
Concentratierisico De beleggingen van het fonds zijn middels een viertal beheerders ondergebracht in drie beheerde beleggingsfondsen en vijf index fondsen. Door de beleggingsfondsen wordt in een groot aantal verschillende aandelen en obligaties belegd. Hierdoor is het vermogen van het fonds gespreid belegd en het concentratierisico beperkt.
41
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
12. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) De bijdragen van werkgevers en werknemers kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Bijdragen werkgevers en werknemers regulier
2009
2008
EUR 1.000
EUR 1.000
4.595
3.750
174
252
58
33
-
-140
4.827
3.895
Bijdragen werkgevers inzake ouderenregelingen Ontvangen bijdragen FVP Overige boekingen
Totaal
De hoogte van de van aangesloten bedrijven te ontvangen premie wordt jaarlijks, in overleg met de externe actuaris, vastgesteld aan de hand van de verwachte financieringsbehoefte van het pensioenfonds. Als één van de maatregelen van het herstelplan, is in 2009 de maximale premie van 27,0 % (2008: 25,7 %) toegepast. De beleidsregels van DNB schrijven voor dat de premie onder het FTK kostendekkend dient te zijn. De actuaris van het fonds heeft vastgesteld dat de over 2009 ontvangen premies kostendekkend zijn. De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: 2009
2008
EUR 1.000
EUR 1.000
Feitelijke premie
4.827
3.895
Zuivere kostendekkende premie
4.429
3.279
Gedempte kostendekkende premie
3.475
3.805
De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt:
Actuarieel benodigde koopsom
2009
2008
EUR 1.000
EUR 1.000
3.694
2.614
Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen)
369
369
Opslag voor uitvoeringskosten
366
296
4.429
3.279
Totaal
42
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
13. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 2009 Directe beleggingsopbrengsten EUR 1.000
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 1.000
Totaal
EUR 1.000
Aandelen Vastrentende waarden
35
8.423 13.728
8.423 13.763
Totaal
35
22.151
22.186
2008 Directe beleggingsopbrengsten EUR 1.000
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 1.000
Totaal
EUR 1.000
Aandelen Vastrentende waarden
-145
-28.059 -7.540
-28.059 -7.685
Totaal
-145
-35.599
-35.744
2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
14. Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen (partnerpensioen) Wezenpensioen Totaal
43
7.979 2.858 16
7.819 2.773 19
10.853
10.611
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
15.
Saldo waardeoverdrachten 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten
-35 2
-712 703
Totaal
-33
-9
16.
Pensioenuitvoering- en administratiekosten 2009 EUR 1.000
Kosten Nationale-Nederlanden
17.
2008 EUR 1.000
260
145
260
145
Overige Lasten 2009 EUR 1.000
2008 EUR 1.000
Bankkosten Accountantskosten Towers Watson Beheerskosten SMIT Nederland B.V. Diversen
2 49 131 48 20
2 42 246 48 -36
Totaal
250
302
44
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
18.
Belastingen
De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Rotterdam, 16 juni 2010 Het Bestuur: G.L. Bruinsma (Voorzitter) P.W. Houtman (Secretaris) J.C. Prakke B.C.M.A. van Breugel M. Vos A. Terpstra
45
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Overige gegevens Procedures aangaande besluiten omtrent vermogensoverschotten , vermogenstekort In de nieuwe actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) zoals vastgesteld in april 2008 zijn de procedures opgenomen betreffende besluiten over vermogensoverschotten en vermogenstekorten. Naast zaken zoals de wettelijke melding aan De Nederlandsche Bank in geval van een dekkingstekort of een reservetekort is hierin onder meer het volgende opgenomen:
Bij een dekkingstekort kan het pensioenfonds besluiten de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen indien het pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn het dekkingstekort op te lossen zonder de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad en alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen drie jaar het dekkingstekort te hebben opgelost.
Voor de werkgever geldt geen bijstortverplichting bij zowel een dekkingstekort als een reservetekort
In geval van vermogensoverschotten geldt de procedure omschreven in het zesde lid van hoofdstuk 2.6 van de ABTN. Indien het bestuur van oordeel is dat kan worden besloten tot een premiekorting of terugstorting van gelden aan de werkgever na toepassing van het bepaalde in dit artikel, wordt in de besluitvorming hierover rekening gehouden met de volgende aspecten: o het terugstorten van gelden naar de werkgever, anders dan in de vorm van een premiekorting, kan niet eerder plaatsvinden dan nadat een compensatie heeft plaatsgevonden van een in de voorgaande tien jaar toegepaste korting op de pensioenaanspraken en pensioenrechten en de toeslagverlening die in de afgelopen tien jaar niet is toegekend, is gecompenseerd; o de evenwichtige belangenbehartiging van alle belanghebbenden; o Een - in de afgelopen tien jaar - in het kader van en korte- of langetermijnherstelplan of een bestaand dekkingstekort onverplicht verleende bijdragen door de werkgever; o Een - in de afgelopen tien jaar - in het kader van een korte- of langetermijnherstelplan of een bestaand dekkingstekort verhoogde werknemersbijdrage.
Bovenstaande is in overeenstemming met de bepalingen zoals overeengekomen in de uitvoeringsovereenkomst.
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds.
46
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds SMIT te Rotterdam is aan Towers Watson B.V.de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
47
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten,als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds SMIT is naar mijn mening slecht, vanwege het dekkingstekort.
Rotterdam, 16 juni 2010
E.D.O. de Jong AAG verbonden aan Towers Watson B.V.
48
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de op pagina 23 tot en met 45 opgenomen jaarrekening 2009 van de Stichting Pensioenfonds SMIT te Rotterdam bestaande uit de balans per 31 december 2009, de rekening van baten en lasten over 2009 en het kasstroomoverzicht over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en saldo van baten en lasten, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de Stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de Stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
49
STICHTING PENSIOENFONDS SMIT
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds SMIT per 31 december 2009 en het saldo van baten en lasten over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 16 juni 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V.
P.L.A. Langeveldt RA
50