STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
JAARRAPPORT 2008
INHOUD A.
Voorwoord
2
B.
Kerncijfers
4
C.
Karakteristieken van het pensioenfonds
8
D.
Verslag van het verantwoordingsorgaan
14
E.
Bestuursverslag
19
F.
Jaarrekening
44
−
BALANS PER 31 DECEMBER 2008
45
−
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2008
46
−
KASSTROOMOVERZICHT
47
−
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE JAARREKENING
48
−
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2008
54
−
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
77
G.
Overige gegevens
84
−
RESULTAATVERDELING
85
−
ACTUARIËLE VERKLARING
86
−
ACCOUNTANTSVERKLARING
88
H.
Bijlagen
90
−
Verloopstaat deelnemers
91
−
Begrippenlijst
92
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
1
A. Voorwoord
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
2
Geachte lezer, Het afgelopen jaar 2008 mag voor het pensioenfonds als een bewogen jaar worden gekenschetst. Een drietal onderwerpen springt naar voren. De verkoop door AkzoNobel van de bedrijven van Organon Biosciences (OBS) heeft geleid tot overgang van de betrokken medewerkers naar het daartoe opgerichte Schering-Plough Pensioenfonds per 1 juli 2008. Voor ons fonds betekent dit een halvering van het aantal in actieve dienst zijnde deelnemers. Medio het jaar ontving het bestuur de mededeling van Achmea - dat op basis van een overeenkomst de uitvoering van de pensioenwerkzaamheden voor ons verzorgt – dat het de organisatie wil integreren, en overplaatsen naar Tilburg waar een grotere vestiging voor dit soort werk is gevestigd. In overleg met Achmea zijn maatregelen voorbereid teneinde de continuïteit van het werk op hetzelfde hoge niveau te verzekeren. En in oktober overviel de financiële crisis de gehele wereld. Die heeft ook ons fonds niet onberoerd gelaten. De dekkingsgraad viel terug naar onder het vereiste minimum niveau, en ons fonds moest, evenals de meeste fondsen in ons land, een herstelplan bij De Nederlandse Bank inleveren. Dit is inmiddels geschied. In de personele sfeer heeft het bestuur aan het eind van het jaar afscheid genomen van oud-voorzitter Rob Prins, die naar Schering-Plough vertrok en daar voorzitter werd van het pensioenfonds, en van de leden Jan Dopper en Frans-Jozef Duijnstee. Wij hebben hen bedankt voor hun waardevolle inzet voor ons fonds. De directeur van de uitvoeringsorganisatie Lex Bolwerk, voorheen in dienst van AkzoNobel en sedert de overgang van de uitvoeringsorganisatie naar Achmea in dienst van dat bedrijf, heeft zijn functie per 1 januari 2009 neergelegd, en vervult vanaf die datum een andere positie bij Achmea. Het bestuur is de heer Bolwerk veel dank verschuldigd voor zijn belangrijke en kwalitatief hoogwaardige bijdrage aan het fonds. Nieuw voor het fonds is het door de Pensioenwet voorgeschreven verantwoordingsorgaan, waaraan het bestuur verantwoording moet afleggen over het beleid en de uitvoering daarvan. Dit heeft over dit jaar voor het eerst plaats gevonden. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan vindt u elders in dit verslag.
G.J. Niezen, secretaris / plv. voorzitter*
* per 1 januari 2009 is de heer C.D. Kuijken toegetreden tot het bestuur en benoemd tot voorzitter. In het gehele boekjaar 2008 was de heer G.J. Niezen voorzitter. Het fonds werkt met een roulatiesysteem waarbij het voorzitter om de twee jaren wisselt tussen de werknemersgeleding en de werkgeversgeleding.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
3
B. Kerncijfers
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
4
Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden 31-12-2008
31-12-2007
31-12-2006
31-12-2005
31-12-2004
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Deelnemers*
5.356
12,5
11.992
24,1
12.070
24,0 12.451
24,3 13.801
26,3
Gewezen deelnemers
17.420
40,8
18.069
36,3
18.734
37,2 19.431
38,0 19.719
37,5
Pensioengerechtigden
19.947
46,7
19.754
39,6
19.565
38,8 19.295
37,7 19.017
36,2
Totaal
42.723 100,0
49.815
100,0
50.369 100,0 51.177 100,0 52.537 100,0
*Inclusief uitpassing van 6.476 OBS deelnemers per 1 juli 2008.
Technische voorzieningen, stichtingskapitaal en reserves, belegd vermogen en dekkingsgraad (Bedragen x € 1 mln.) Technische voorzieningen Herverzekeringen Technische voorzieningen* Stichtingskapitaal en reserves
31-12-2008 31-12-2007 31-12-2006 31-12-2005 31-12-2004 3.561,6
3.427,5
3.331,5
3.490,8
3.152,2
-6,1
-5,3
-5,6
-7,2
-7,2
3.555,5
3.422,2
3.325,9
3.483,6
3.145,0
-161,6
1.490,9
1.536,5
939,5
511,1
3.602,8
4.995,5
4.929,5
4.411,5
3.611,4
0,0
42,7
59,6
159,0
129,5
-208,9
-125,2
-126,7
-147,4
-3,9
3.393,9
4.913,0
4.862,4
4.423,1
3.737,0
119%
122%
122%
123%
127%
95%
144%
146%
127%
119%
Belegd vermogen Beleggingen** Liquide middelen Saldo overige activa en passiva***
Totaal belegd vermogen Vereiste dekkingsgraad Aanwezige dekkingsgraad
*Het bedrag van de technische voorzieningen is geschat voor het jaar 2004 (technische voorziening o.b.v. 4% rekenrente (€ 3.225,9 mln.) en rentetermijnstructuur per 31-12-2004. **Vanaf 2008 worden de beleggingen inclusief liquide middelen, vorderingen, overlopende activa, schulden en overlopende passiva betreffende beleggingen opgenomen. Daarom zijn de vergelijkende cijfers aangepast. De beleggingen in dit overzicht zijn opgenomen inclusief negatieve derivatenposities. *** De negatieve positie van de liquide middelen is in de balans opgenomen onder de overige schulden.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
5
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers, pensioenuitkeringen, saldo waardeoverdrachten en uitvoeringskosten (Bedragen x € 1 mln.)
2008
2007
2006
2005
2004
Premiebijdragen van werkgevers en
112,5
126,6
136,2
360,2
243,3
230,8
221,0
212,2
201,8
192,7
-457,9
-3,1
-7,9
-34,0
-0,9
3,8
3,7
4,8
4,6
5,3
werknemers Pensioenuitkeringen Saldo waardeoverdrachten* Uitvoeringskosten *Inclusief uitpassing OBS van € - 447,0 mln per 1 juli 2008.
Verdeling beleggingsportefeuille 31-12-2008
31-12-2007
31-12-2006
31-12-2005
31-12-2004
%
%
%
%
%
Vastgoed
388,5
358,0
9,9
Aandelen
1.123,8
10,7
30,9 2.202,2
544,2
10,7
43,4 2.287,4
588,4
11,9
46,3 2.163,4
452,9
10,2
49,0 1.640,0
45,3
1.878,6
51,5 2.189,5
43,1 2.002,7
40,5 1.804,5
40,8 1.604,0
44,3
Vastrentende waarden Derivaten*
102,5
2,8
- 12,0
- 0,2
7,6
0,2
- 1,7
- 0,0
17,0
0,5
Commodities
147,6
4,1
151,8
3,0
57,8
1,2
-
-
-
-
100,0
3.641,0
100,0 5.075,7
100,0 4.943,9
100,0 4.419,1
100,0 3.619,0
49,9
59,9
46,0
Overige vorderingen en schulden inzake beleggingen** Aandeel voor risico deelnemers
- 38,2
- 80,2
- 64,0
- 67,0
- 54,0
3.602,8
4.995,5
4.929,8
4.412,0
3.611,0
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
* De beleggingen in dit overzicht zijn opgenomen inclusief negatieve derivatenposities. **Vanaf 2007 zijn de overige vorderingen en schulden betreffende beleggingen per beleggingscategorie opgenomen. In de vergelijkende cijfers wordt een totaalbedrag getoond.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
6
Beleggingsopbrengsten en kosten vermogensbeheer (Bedragen x € 1 mln.)
2008
2007
2006
2005
2004
Directe opbrengsten
154,4
158,5
140,4
135,8
121,3
-1.120,8
17,9
396,5
457,5
234,5
-6,2
-8,6
-7,9
-9,0
-6,7
-972,6
167,8
529,0
584,3
349,1
Indirecte opbrengsten Kosten vermogensbeheer
Totaal
Beleggingsrendement en benchmark (in procenten)
2008
2007
2006
2005
2004
Beleggingsrendement
-20,6
3,6
11,8
15,2
10,3
Benchmark*
-19,0
3,0
9,6
12,6
10,1
* Benchmark is exclusief rentederivaten. De benchmark wordt berekend als gewogen gemiddelde van strategische assetgewichten en de bijbehorende perfornance-indices, waarbij rekening wordt gehouden met een strategische valutafdekking van de US dollar, het Britse pond en de Japanse yen.
Pensioengegevens 2008
2007
2006
2005
2004
Maximum pensioenloon
56.294
53.554
52.763
51.112
50.338
Franchise
12.209
11.872
11.566
13.919
13.919
Voor deelnemers 2000,
14.691
14.312
14.004
*
*
deelnemers
3,00%
3,00%
2,00%
1,25%
2,50%
gewezen deelnemers
3,00%
1,10%
1,80%
1,00%
3,40%
pensioengerechtigden
3,00%
1,10%
1,80%
1,00%
3,40%
Bedragen in €
geb< 1950 Toeslagen
*De jaren 2004 en 2005 zijn niet gevuld, omdat met ingang van 1 januari 2006 de regeling tot stand is gekomen voor deelnemers die geboren zijn voor het jaar 1950.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
7
C. Karakteristieken van het pensioenfonds
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
8
Profiel Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel, statutair gevestigd te Arnhem is opgericht in 1972. De laatste statutenwijziging was op 26 september 2007. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41047382. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten onderneming. Hiertoe wordt voor 42.723 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden circa € 3,4 miljard vermogen belegd. Organisatie van het pensioenfonds Verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden In het vervolg van dit hoofdstuk beschrijven wij de huidige organisatie van ons fonds aan de hand van het onderstaande schema.
Verantwoordings-
Visitatie-commissie
orgaan
i.o.
Deelnemersraad
Bestuur
Audit
Dagelijks bestuur
committee
Beleggingscommissie
Bestuurs-adviseur
Accountant/ Actuaris
Beleggingsadviseurs
Uitvoeringsorganisatie (administrateur, vermogensbeheerders, custodian)
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
9
Bestuur Het algemeen bestuur van het fonds bestaat uit twaalf leden. De directie van Akzo Nobel Nederland bv wijst zes werkgeversleden aan. Van de zes werknemersleden worden vier leden benoemd door de deelnemersraad van het fonds en twee leden door gezamenlijke vakorganisaties. Het bestuur vergadert tenminste viermaal per jaar en komt daarnaast tweemaal per jaar in gezamenlijke vergadering bijeen met de deelnemersraad. Besluiten van het bestuur worden genomen met absolute meerderheid van stemmen. Hierbij dienen tenminste vier leden aangewezen door de directie van Akzo Nobel Nederland bv en vier leden aangewezen door de deelnemersraad en vakorganisaties aanwezig te zijn. Het algemeen bestuur laat zich in zijn werkzaamheden o.a. bijstaan door het dagelijks bestuur, een beleggingscommissie en een audit committee. Voor het dagelijks bestuur en deze commissies, die paritair zijn samengesteld, wordt ieder jaar een vast vergaderschema opgesteld. Daarnaast kent het fonds een geschillencommissie en een pensioencommissie, die ad hoc bijeen komen. De leden van deze commissies worden door het bestuur uit haar midden gekozen. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur bestaat uit een tweetal werkgeversleden en een tweetal werknemersleden. De voorzitter en de secretaris hebben beiden zitting in het dagelijks bestuur. Dit orgaan komt circa tien keer per jaar bijeen om de actuele stand van zaken binnen het pensioenfonds te bespreken en de besluitvorming door het algemeen bestuur voor te bereiden. Belangrijke bestuursbesluiten in 2008 betreffen: •
het in het kader van de Pensioenwet goedkeuren van de formele fondsstukken
•
het instellen van een verantwoordingsorgaan
•
het niet verlenen van een toeslag ten aanzien van de ingegane pensioenen per 1 januari 2009
•
evaluatie van het beleggingsbeleid als gevolg van de collectieve uitpassing van de medewerkers van Organon BioSciences
•
het laten opstellen van een plan van aanpak en een bijbehorende risicoanalyse ten aanzien van de migratieplannen van de uitvoeringsorganisatie Achmea
De deelnemersraad De per 1 januari 2008 aangetreden nieuwe deelnemersraad bestaat uit 18 leden, waarvan vier actieven benoemd door de Centrale Ondernemingsraad AkzoNobel en 14 gepensioneerden, benoemd via rechtstreekse verkiezing onder de gepensioneerden van het fonds. In het eerste jaar van zijn zittingsperiode is de deelnemersraad vier keer bijeengeweest, waarvan twee bijeenkomsten gezamenlijk met het bestuur. In 2008 heeft een aantal bijeenkomsten plaatsgehad waarin informatie werd gegeven aan de leden van de nieuwe deelnemersraad over de taak en werkwijze van de deelnemersraad, als ook over de pensioenmaterie en de structuur van het fonds. De nieuwe deelnemersraad heeft in 2008 positief geadviseerd over: •
het jaarverslag 2007
•
de aanpassingen in de ABTN 2008 (o.a. als gevolg van de Veegwet Pensioenwet en de uitpassing van OBS)
•
aanpassingen ‘Taak en Werkwijze deelnemersraad’
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
10
•
aanpassingen ‘Huishoudelijk reglement deelnemersraad’
De deelnemersraad heeft tevens vier leden van het verantwoordingsorgaan benoemd. De deelnemersraad heeft een ongevraagd advies uitgebracht ten aanzien van de bestuurssamenstelling van het pensioenfonds. Het bestuur heeft dit advies nog in behandeling.
Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid, de uitvoering van het beleid en de naleving van Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Het verantwoordingsorgaan van het fonds bestaat uit zes leden. Er is een evenredige bezetting werkgever (1/3), werknemers (1/3) en gepensioneerden (1/3). Hierbij is aandacht voor kwaliteit en diepgang van de bemensing op gebied van kennis en kunde. Het verantwoordingsorgaan geeft een oordeel over het gevoerde beleid, de beleidskeuzes voor de toekomst en de mate van naleving van de principes door het Bestuur aan de hand van (1) jaarverslag, (2) jaarrekening en (3) verslag van intern toezicht. De overlegfrequentie met het bestuur is minimaal twee keer per jaar. Visitatiecommissie i.o Het bestuur bereidt de inrichting van het Intern Toezicht (visitatiecommissie i.o.) voor. In de tweede helft van 2009 zal dit definitief gestalte krijgen. Het Intern Toezicht beziet kritisch het functioneren van het bestuur door het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en processen, de checks en balances binnen het fonds, de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn. Het Intern Toezicht rapporteert aan het algemeen bestuur en bespreekt de rapportage en de eventuele daarop voorgenomen bestuursbesluiten met het verantwoordingsorgaan. De bevindingen worden in het jaarverslag vermeld. Het Intern Toezicht wordt ingevuld door middel van een externe visitatiecommissie. De visitatiecommissie zal in 2009 voor het eerst worden aangesteld. Externe deskundigen Naast deze interne organen kent het fonds ook een aantal externe deskundigen. De certificerend actuaris rapporteert jaarlijks over de financiële positie van ons fonds en geeft een actuariële verklaring af. De externe accountant controleert de jaarrekening en de verslagstaten ten behoeve van de toezichthouder. Hij rapporteert aan het bestuur in de vorm van een accountantsverklaring bij de jaarrekening en een accountantsverslag. Hierin wordt melding gemaakt van zijn eventuele opmerkingen en aanbevelingen omtrent de administratieve organisatie en interne controle van ons fonds. Het bestuur maakt ook gebruik van de diensten van een adviserend actuaris, die het bestuur adviseert bij actuariële vraagstukken. Het fonds laat zich bovendien bijstaan door drie onafhankelijke bestuursadviseurs; een bestuursadviseur adviseert het bestuur op het gebied van pensioenbeleid- en uitvoering, twee adviseurs zijn benoemd om het bestuur en de beleggingscommissie te adviseren op het gebied van beleggingen.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
11
Personalia Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van het bestuur als volgt: J.H. Dopper mr. G.J. Niezen (voorzitter)
1 3)
2**
3
B.H. Bel AA
2**
mr. P.B. van der Boor
1
3
drs. H. Brouwer
2***
3
mw. mr. M.D. Schraven
1
L.F.L. Gering
2***
drs. E.A. Henstra RC
1
mw. drs. M.G. Kleinsman RC
1
drs. H.C.B. van der Zee RA
2*
drs. C.W. van Zuijlen
1
vacature
2*
3
1 = werkgeverslid, benoemd door directie Akzo Nobel Nederland bv 2 = werknemerslid, benoemd door de (*) deelnemersraad, (**) deelnemersraad, gepensioneerden (***) vakorganisaties 3 = dagelijks bestuur In 2008 en in de eerste helft van 2009 hebben de volgende mutaties binnen het bestuur plaatsgevonden: De heer R.P. Prins is per 1 juli 2008 als werkgeverslid opgevolgd door mevrouw M.D. Schraven. Tot 1 juli 2008 vervulde de heer R.P. Prins de functie van vice-voorzitter. In de periode 1 juli – 31 december 2008 is deze functie vervuld door de heer C.W. van Zuijlen. De heer J.H. Dopper is per 1 januari 2009 als werkgeverslid opgevolgd door de heer C.D. Kuijken. De heer C.D. Kuijken is per 1 januari 2009 tevens voorzitter van het fonds, de heer G.J. Niezen is vicevoorzitter / secretaris van het fonds. Tevens vervangt de heer C.D. Kuijken per genoemde datum de heer P.B. van der Boor in het dagelijks bestuur. De heer F.J.M. Duijnstee is als werknemerslid namens de vakorganisatie opgevolgd door de heer L.F.L. Gering. De zetel van de heer L.F.L. Gering als werknemerslid, benoemd door de deelnemersraad, waarvoor eind 2008 nog een vacature open stond, is per 1 mei 2009 ingevuld door de heer P.H.M. Schellings. Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van de deelnemersraad als volgt: W.J.M. Adriaanse RA (voorzitter)
2
mr ing. H. Kasperts
2
J.G.M. van den Berg
1
mr E.H. Reerink
2
W.C. Bouw
1
ir J.H. Rigterink
2
C.C. van den Brink
1
drs H.M. Rijn
2
ing. W. Burger
2
ir P.G. Tjallema (secretaris)
2
A.P. den Butter RA
2
J.J. Schinkel
2
ing. L.A. van Driel
1
mw. G. van der Veen – Weggemans
2
ing. H.J. van Herwijnen
2
B.J. Vierdag
2
drs J.P.H. Juffermans
2
T. van Waart
2
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
12
1
= actieven, benoemd door de COR (Centrale Ondernemingsraad Akzo Nobel Nederland bv)
2
= gepensioneerden, via directe verkiezingen benoemd door gepensioneerden
Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van het verantwoordingsorgaan als volgt: mr J.W. Rossing
1
drs Th.J.A. Luijckx RA
1
drs. ing. P. Drijfhout
2* (voorzitter)
J.M.J. Schothuis
2
mr. B.C.M.I. Beusmans
3**
ir J.T.V.M. Geusgens
3
1
werkgeverslid, benoemd door de directie Akzo Nobel Nederland bv
2
werknemerslid, benoemd door de deelnemersraad
3
gepensioneerde, benoemd door de deelnemersraad
* op voordracht van de vakorganisaties ** op voordracht van de VGAN De bestuursleden namens de werkgever worden benoemd en ontslagen door Akzo Nobel Nederland bv en hebben zitting voor onbepaalde tijd. De bestuursleden namens de deelnemers en gepensioneerden worden gekozen door de deelnemersraad uit de groep van deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. De bestuursleden namens de vakorganisaties zijn afkomstig uit de groep van betrokkenen bij de vakorganisaties. De leden worden benoemd voor een periode van drie jaren en zijn herkiesbaar.
Gepensioneerde leden van het bestuur en van de deelnemersraad ontvangen een
onkostenvergoeding, waarbij de fiscale grenzen met betrekking tot de vrijwilligersvergoeding in acht worden genomen.
Actuaris
Towers Perrin
Accountant
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Vermogensbeheerder
Syntrus Achmea Vermogensbeheer
Custodian
Northern Trust
Uitvoeringsorganisatie APF Achmea
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
13
D. Verslag van het verantwoordingsorgaan
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
14
Algemeen Het verantwoordingsorgaan van het fonds is in 2008 ingesteld. Het bestuur heeft de werkwijze van het verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd op basis van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur, zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan baseert zijn oordeel op het jaarverslag van het fonds, de jaarrekening, de bevindingen van het interne toezicht en overige informatie. Het verantwoordingsorgaan heeft daarnaast een adviesrecht over een aantal zaken. Beschikbare informatie In het eerste jaar van het bestaan van het verantwoordingsorgaan moest het fonds nog wennen aan de nieuwe
governance
structuur.
Het
verantwoordingsorgaan
verwacht
dat
in
de
toekomst
de
informatievoorziening sneller geschiedt en dat het vergaderschema beter wordt gepland, zodat een efficiëntere werkrelatie ontstaat. Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening kennis genomen van het jaarverslag en de jaarrekening over 2008, de besluiten van de bestuursvergaderingen, de verslagen van de Deelnemersraad over 2008 en een aantal andere relevante documenten. Leden van het verantwoordingsorgaan hebben verder gesprekken kunnen voeren met het dagelijks bestuur, de externe accountant en twee bestuursadviseurs. Een gesprek met de externe actuaris van het fonds heeft niet plaatsgevonden. Aangezien een visitatiecommissie eerst in de tweede helft van 2009 zal worden ingesteld, heeft over het interne toezicht geen gesprek kunnen plaatsvinden. Bevindingen Naast een beoordeling van de algemene gang van zaken heeft het verantwoordingsorgaan aan een drietal gebeurtenissen bij het fonds in 2008 bijzondere aandacht besteed: •
de ontwikkeling van de dekkingsgraad;
•
de afsplitsing van Organon BioSciences (OBS);
•
de plannen van Achmea tot verhuizing van de uitvoeringsorganisatie van het fonds
De ontwikkeling van de dekkingsgraad: In 2008 daalde de dekkingsgraad van 144 % ultimo 2007 naar 95,6 % ultimo 2008. Een niet onbelangrijk deel van deze fors negatieve ontwikkeling is toe te wijzen aan de noodzakelijk hogere voorziening pensioenverplichtingen als gevolg van de daling van de gehanteerde rekenrente. Het grootste deel van de daling van de dekkingsgraad wordt echter veroorzaakt door de negatieve beleggingsresultaten van het fonds. Vanwege de daling van de dekkingsgraad onder 105 % heeft het bestuur begin 2009 conform de richtlijnen een herstelplan bij de Nederlandsche Bank ingediend. Het bestuur schrijft in zijn verslag dat in de zomer van 2007 de eerste tekenen van de crisis al zichtbaar waren en dat 2008 in het teken stond van een aanhoudende verslechtering. Het verantwoordingsorgaan
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
15
heeft niet gezien dat, in het beleggingsplan 2008 passende risico/scenario analyses zijn ontwikkeld om mogelijk te verwachten tegenslagen aan te pakken. Het verantwoordingsorgaan onderschrijft dan ook de door het bestuur in het jaarverslag aangekondigde heroriëntatie van de strategische asset allocatie. Het verantwoordingsorgaan constateert, dat de Deelnemersraad een negatief advies over het bij de Nederlandsche Bank ingediende herstelplan heeft uitgebracht. Het bestuur heeft hierop gereageerd. Gewacht wordt nu op de reactie van de Nederlandsche Bank. In verband met het hanteren van een fluctuerende renteontwikkeling in plaats van een vaste rekenrente vraagt het verantwoordingsorgaan zich overigens af of een afgesproken vast premiepercentage over een langere termijn het juiste instrument voor een kostendekkende premie is. De afsplitsing van OBS Als gevolg van de verkoop van OBS in 2007 vertrokken halverwege het boekjaar 6476 deelnemers uit het AkzoNobel Pensioenfonds naar het nieuw pensioenfonds Schering – Plough Pensioenfonds. Het verantwoordingsorgaan constateert dat de administratieve en financiële uitvoering van dit besluit goed is verlopen. Het verantwoordingsorgaan constateert tevens, dat, in afwijking van de tot dan toe gebruikelijke aanpak bij uitpassingen van deelnemers, naast de overdracht van de waarde van hun pensioenaanspraken, een evenredig deel van de reserves aan de deelnemers is meegegeven. Door het vertrek van meer dan de helft van de deelnemers kwam de verhouding tussen deelnemers en gewezen
deelnemers
en
pensioengerechtigden
fundamenteel
anders
te
liggen.
Het
verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd, dat deze forse verschuiving niet heeft geleid tot een aanpassing van het beleggingsbeleid en/of renteafdekking. De migratieplannen Achmea Achmea heeft plannen tot een verdere integratie van de uitvoeringsorganisatie van het fonds met Achmea. Het verantwoordingsorgaan waardeert het, dat het bestuur zich kritisch heeft opgesteld ten aanzien van deze plannen en middels een risicoanalyse op een zorgvuldige wijze tot besluitvorming hierover wenst te komen. Principes van goed pensioenfondsbestuur Het verantwoordingsorgaan heeft de toepassing van de principes voor goed pensioenfondsbestuur getoetst en geconcludeerd, dat deze door het bestuur in hun algemeenheid zijn toegepast. Wel heeft het verantwoordingsorgaan over een drietal zaken enige nadere bemerkingen. Het verantwoordingsorgaan constateert, dat door de steeds toenemende complexiteit van de pensioenmaterie specialistische activiteiten steeds meer worden uitbesteed. Dit stelt in toenemende mate hoge eisen aan de deskundigheid van fondsbestuurders. Het verantwoordingsorgaan juicht het toe dat het bestuur haar deskundigheidplan heeft aangepast. Het bestuur heeft besloten om het interne toezicht te regelen middels het instellen van een visitatiecommissie. Het verantwoordingsorgaan is echter teleurgesteld, dat de instelling van deze commissie is uitgesteld tot het najaar van 2009. Gezien de migratie van de fondsorganisatie naar Achmea had het voor de hand gelegen met de instelling spoed te betrachten, teneinde het functioneren van het fonds kritisch te laten beoordelen door onafhankelijke deskundigen.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
16
Het verantwoordingsorgaan heeft van het bestuur begrepen, dat er meer aandacht zal komen voor de communicatie met deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden middels de instelling van een commissie communicatie in het bestuur. Het verantwoordingsorgaan juicht het toe dat op deze wijze extra aandacht aan transparantie en begrijpelijkheid van de communicatie uitingen zal kunnen worden besteed. Ten aanzien van het jaarverslag is het verantwoordingsorgaan van oordeel, dat dit op een aantal punten meer transparantie zou kunnen geven over wat nu de stand van zaken is dan wel wat er ondernomen is. Oordeel Het verantwoordingsorgaan is van oordeel, dat het bestuur in 2008 de aan haar toebedeelde taken in het algemeen naar behoren heeft uitgevoerd en daarbij een overwegend evenwichtig beleid heeft gevoerd. Dit ondanks het teleurstellende financiële resultaat. Het verantwoordingsorgaan is voorts van oordeel dat het bestuur er voldoende in is geslaagd de principes voor goed pensioenfondsbestuur na te leven. Aanbevelingen Het verantwoordingsorgaan doet de navolgende aanbevelingen: 1.
evalueer en herijk (zo nodig) het beleggingsbeleid en vul het aan met risico scenario’s op basis
2.
overweeg bij belangrijke beleidszaken een second opinion te vragen.
3.
zorg voor verbetering van transparantie en tijdigheid van communicatie met de belanghebbenden
van de meest recente kennis.
bij het fonds. 4.
benoem zo spoedig mogelijk een visitatie commissie, zodat nog in 2009 het interne toezicht kan gaan functioneren.
Namens het Verantwoordingsorgaan: P. Drijfhout, voorzitter
Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Het verantwoordingsorgaan
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
17
Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan: Het bestuur dankt het verantwoordingsorgaan voor de inspanningen die het heeft verricht teneinde tot een oordeel te komen. Het bestuur heeft met instemming kennisgenomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan. De door het verantwoordingsorgaan geformuleerde aanbevelingen worden onderschreven door het bestuur. Wij streven naar: 1.
een snellere informatievoorziening richting verantwoordingsorgaan en een verbetering van transparantie en tijdigheid van communicatie met de belanghebbenden bij het fonds
2.
een betere inpassing van het verantwoordingsorgaan in het jaarwerkproces en in het vergaderschema van het fonds
3.
de instelling van een visitatiecommissie in de tweede helft van 2009
Enkele van de aanbevelingen zijn reeds in de eerste helft van 2009 in gang gezet: 1.
een evaluatie van het beleggingsbeleid
2.
benoeming van risico scenario’s (op basis van Risk Management Workshops)
De suggestie om bij belangrijke beleidszaken een second opinion te vragen is reeds bestaande praktijk. Het fonds laat zich bij belangrijke beslissingen bijstaan door een onafhankelijke bestuursadviseur, externe adviseurs (accountant, actuaris) of een derde partij (juristen, onafhankelijke specialisten). Bij twijfel wordt er een second opinion gevraagd. Namens het bestuur: C.D. Kuijken, voorzitter
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
18
E. Bestuursverslag
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
19
Hoofdlijnen Het algemeen bestuur van het fonds (‘het bestuur’) heeft het afgelopen jaar vijf maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren: Financiële crisis Als gevolg van de financiële crisis is de dekkingsgraad van het fonds medio oktober 2008 onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,2% gedaald. Daarna heeft een verdere daling plaatsgevonden tot 95,6% per 31 december 2008. Reeds bij het nemen van het jaarlijkse toeslagenbesluit op 26 november 2008 waren de gevolgen van de financiële crisis zeer duidelijk zichtbaar. Daarom is besloten om voor 2009 geen toeslag toe te kennen aan de niet-actieven. Bij het besluit werd rekening gehouden met de negatieve verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van rente en economie. Herstelplan Eind november heeft het fonds bij De Nederlandsche Bank melding gedaan van een dekkingstekort en een reservetekort. Door de gedaalde dekkingsgraad is het fonds verplicht om op basis van de Pensioenwet een herstelplan in te dienen. Aanvankelijk gold een hersteltermijn van drie jaren, maar in februari 2009 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de hersteltermijn verlengd naar vijf jaren. Het bestuur heeft gekozen voor de verlengde hersteltermijn van vijf jaren, ondanks het feit dat – volgens het herstelplan – het fonds in circa drie jaren uit de situatie van onderdekking zou moeten zijn. Het bestuur heeft het herstelplan tijdig – voor 1 april 2009 – ingediend bij De Nederlandsche Bank. Voor 1 juli 2009 zal De Nederlandsche Bank haar oordeel geven over het ingediende herstelplan. De hoofdlijnen van het herstelplan zijn: •
In 2010 wordt een nieuwe premieafspraak met Akzo Nobel Nederland bv gemaakt. De nieuwe premie zal voldoen aan de eisen uit de Pensioenwet met betrekking tot kostendekkendheid. Tijdig in 2010 wordt een financieringsvoorstel opgesteld voor de periode 2010-2015.
•
Zolang het eigen vermogen lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen (mvem) vindt geen toeslagverlening plaats. Na overschrijding van het mvem vindt gedempte toeslagverlening plaats volgens een leidraad, waarbij de toeslagverlening hoger is naarmate de dekkingsgraad hoger is. Als de dekkingsgraad hoger is dan 115% vindt, volgens de leidraad, volledige toeslagverlening plaats conform het pensioenreglement. De hersteltermijn mag hierdoor niet in gevaar komen.
•
Het beleggingsbeleid wordt vooralsnog niet gewijzigd. Wel vindt onderzoek plaats naar mogelijke risico-/rendementsverbeteringen. Dit onderzoek kan leiden tot bijstelling van het beleid.
•
Valt het herstel tegen en falen de sturingsmiddelen beleggingsbeleid en gedempte toeslagverlening dan wordt getracht de financieringsafspraak met Akzo Nobel Nederland bv zodanig te verbeteren dat hierdoor een grotere bijdrage aan het herstel wordt geleverd. Is het herstel ook daarna onvoldoende dan zal het bestuur overgaan tot het korten (afstempelen) van pensioenen. Uitgangspunt hierbij is een evenredige korting van pensioenaanspraken en –rechten van alle (gewezen) deelnemers en/of andere aanspraakgerechtigden. Voor uitvoering van een kortingsmaatregel wordt de maximaal door DNB toegestane datum (1 januari 2012) in acht genomen.
•
Het herstelplan is gericht op een herstel binnen de wettelijke termijnen: vijf jaren ten aanzien van het dekkingstekort en vijftien jaren ten aanzien van het reservetekort.. Bij voldoende herstel van de
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
20
dekkingsgraad kan het bestuur overgaan tot geleidelijk herstel van niet toegekende toeslagen en/of gekorte pensioenaanspraken en –rechten. Het bestuur heeft het herstelplan ter advisering voorgelegd aan de deelnemersraad. Deze heeft een negatief advies uitgebracht. Het bestuur heeft vervolgens het ter advisering voorgelegde herstelplan ongewijzigd ingediend bij de toezichthouder en schriftelijk richting deelnemersraad aangegeven waarom het herstelplan niet is aangepast. Zowel het advies van de deelnemersraad als de reactie daarop van het bestuur zijn op de website van het fonds geplaatst, evenals een downloadbare versie van het herstelplan. Collectieve waardeoverdracht naar Stichting Schering-Plough Pensioenfonds (SPPF) Als gevolg van de verkoop van Organon BioSciences (OBS) door AkzoNobel aan Schering-Plough is een nieuw pensioenfonds opgericht voor de OBS-medewerkers in Nederland: Stichting Schering-Plough Pensioenfonds (SPPF). Slechts 1% van de deelnemers maakte bezwaar tegen de overdracht; hun tot 1 juli 2008 opgebouwde pensioenrechten blijven achter bij APF. Met ingang van 1 juli 2008 zijn de voormalige OBS-medewerkers deelnemer van SPPF in plaats van deelnemer van APF en bouwen pensioen op bij SPPF. Wat betreft de opgebouwde pensioenaanspraken van de OBS-medewerkers per 30 juni 2008 bij APF heeft het bestuur van APF besloten om de waarde van de aanspraken collectief over te dragen naar SPPF. Naast de waarde van de pensioenaanspraken is ook onder voorwaarden een evenredig deel van de reserves overgedragen naar SPPF. De belangrijkste voorwaarden die het bestuur van APF aan AkzoNobel heeft gesteld waren: - dat SPPF zoveel mogelijk een zelfde financiële structuur moest hebben als APF - dat SPPF waar mogelijk een zelfde governance (besturingsstructuur) moest hebben als APF - dat AkzoNobel de pensioenpremie zou verhogen van 20% naar 22% - dat de financiële positie van APF minimaal gelijkwaardig zou blijven - dat de achtergestelde lening zou worden verlengd tot 1 juli 2013 Alle betrokkenen zijn door zowel APF als SPPF uitgebreid geïnformeerd over deze waardeoverdracht. Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR principes voor Pension Fund Governance (PFG) verankerd in het wettelijk kader. Deze 32 principes betreffen de onderdelen zorgvuldig bestuur; transparantie, openheid en communicatie; deskundigheid; verantwoording en intern toezicht. Het beleid van een fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in: Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing Analyse en beheersing van integriteitsrisico’s Voorkomen van belangenverstrengeling Duurzame beheersing van (financiële) risico’s Eenmaal per drie jaar een continuïteitsanalyse.
• • • • •
Deskundigheidsbevordering De bestuurssamenstelling is in de afgelopen twee jaar op een aantal punten gewijzigd. Voor nieuwe bestuursleden wordt een introductieprogramma opgesteld. In het afgelopen jaar is de nodige aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van het bestuur. Het bestuur is hierbij uitgegaan van de eisen
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
21
die zijn vastgelegd in het plan van aanpak Deskundigheidsbevordering van VB, OPF en UvB d.d. 16 april 2007. Het deskundigheidsplan is aangepast en gekoppeld aan een concreet opleidingsplan. Op 28 februari en 11 maart 2008 heeft de deelnemersraad een cursusprogramma gevolgd bij de uitvoeringsorganisatie. Op 17 april 2008 hebben de bestuursleden een strategiedag bijgewoond met betrekking tot het vermogensbeheer. Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. In het boekjaar zijn aan het bestuur geen boetes of overige sancties met betrekking tot het overtreden van wet- en regelgeving opgelegd. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden de gedragscode getekend. Begin 2009 heeft het bestuur een compliance officer aangesteld die als taak heeft om toe te zien op de naleving van de gedragscode ingaande 2009. Op basis van deze gedragscode zal de compliance officer rapporteren over het jaar 2009. Uitbesteding Een onafhankelijke adviseur toetst namens het bestuur of de dienstverlening van de uitvoeringsorganisatie voldoet aan hetgeen in de overeenkomsten, waaronder de service level agreement (SLA), is vastgelegd. De bestuursadviseur heeft diverse malen overleg gevoerd met de uitvoeringsorganisatie over de dienstleveringsovereenkomst (waaronder de SLA). Daarnaast heeft de adviseur aanvullende vragen gesteld
aan
de
uitvoeringsorganisatie
over
bepaalde
aspecten
van
de
kwaliteit
van
de
beheersmaatregelen. De bestuursadviseur rapporteert maandelijks aan het (dagelijks) bestuur. In het boekjaar zijn er geen vermeldenswaardige bevindingen geweest ten aanzien van de uitbestede activiteiten. Migratieplannen Achmea De uitvoeringsorganisatie APF Achmea is onderdeel van Achmea. Per 1 januari 2009 is het harmonisatietraject van de medewerkers van de uitvoeringsorganisatie afgerond. Achmea is met het bestuur van het fonds in gesprek over een verdere migratie, allereerst door middel van de overgang naar een nieuw automatiseringsplatform / pensioenadministratiesysteem en vervolgens door middel van een verhuizing van de werkzaamheden van Apeldoorn naar Tilburg. Het bestuur heeft zich kritisch opgesteld ten aanzien van de door Achmea gepresenteerde plannen en zal niet eerder instemmen met de voorstellen dan wanneer er een concreet migratieplan is opgesteld. Aan de hand van het migratieplan zal door Achmea met het bestuur een risicoanalyse worden uitgevoerd, vervolgens zal het bestuur tot oordeelsvorming overgaan. Integriteitsbeleid vastgoedfondsen Naar aanleiding van een aantal publicaties in de media naar mogelijke fraude bij vastgoedfondsen in de jaren 2005 en 2006, heeft APF onderzoek gedaan bij haar vastgoedbeheerders. De vastgoedbeheerders hebben een aantal integriteitsvragen beantwoord en hebben hun eigen integriteitsbeleid aan APF moeten overleggen. Hieruit is niet gebleken van een mogelijke vastgoedfraude met betrekking tot gelden van APF. Verkennend onderzoek Stichting Pensioenfonds Noblesse AkzoNobel heeft de onderneming ICI overgenomen. In 2008 is gestart met een verkennend onderzoek om de pensioenaanspraken en pensioenrechten binnen Noblesse, een pensioenfonds van ICI, collectief over
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
22
te dragen naar APF. Noblesse kent circa 110 deelnemers, circa 700 gewezen deelnemers met premievrije rechten (slapers) en circa 400 gepensioneerden. Dit onderzoek zal in 2009 worden afgerond. Een collectieve waardeoverdracht zal in 2009 naar alle waarschijnlijkheid niet mogelijk zijn, omdat conform de Pensioenwet en aanvullende richtlijnen van de toezichthouder een verbod op waardeoverdrachten is uitgevaardigd, wanneer één van de bij de overdracht betrokken pensioenfondsen of verzekeraars een dekkingstekort heeft. Ziektekosten Akzo Nobel Nederland bv heeft begin 2009 met de vakorganisaties overeenstemming bereikt over de bijdrage in de ziektekostenpremie. De regeling die met de vakorganisaties overeengekomen is, is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. APF voert de betalingen ten behoeve van Akzo Nobel Nederland bv technisch uit. De procedure tussen Akzo Nobel Nederland bv en de vakorganisaties over de bijdrage in de ziektekostenpremie is hiermee tot een einde gekomen. Communicatie •
Informatieplicht Pensioenwet
De Pensioenwet (PW) stelt nieuwe eisen aan het verstrekken van informatie aan deelnemers. Hieronder wordt nader ingegaan op de wijze waarop het fonds heeft ingespeeld op de eisen van de PW. De bepalingen uit de PW die vooral gericht zijn op de communicatie en informatieverstrekking van pensioenfondsen naar verzekerden zijn met ingang van 1 januari 2008 in werking getreden. De verplichting om te informeren is aanzienlijk uitgebreid, waarbij het kernwoord “transparantie” is. De informatieverstrekking vindt plaats “in voor de verzekerden duidelijke en begrijpelijke bewoordingen”. De toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet hierop toe. Gedurende 2008 is invulling gegeven aan de vereisten in de PW. De informatieplicht voor pensioenfondsen geldig vanaf 1 januari 2008 is als volgt onder te verdelen naar soort verzekerde: a.
Informatieverplichting richting deelnemers (UPO en startbrief).
Nieuwe deelnemers ontvangen van het pensioenfonds binnen drie maanden na indiensttreding een startbrief. In de startbrief wordt onder andere informatie gegeven over de inhoud van de pensioenregeling, informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening (voorheen indexatie) en de mogelijkheid van waardeoverdracht van pensioenaanspraken vanuit een vorige werkgever. Daarna ontvangen deelnemers jaarlijks in de vorm van een Uniform Pensioen Overzicht (UPO) een opgave van
onder
andere
de
verworven
pensioenaanspraken,
de
reglementair
te
bereiken
pensioenaanspraken en informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening. b.
Informatieverplichting bij beëindiging van de deelneming (uitdiensttreding).
Bij beëindiging van de deelneming worden de deelnemers geïnformeerd door het pensioenfonds over onder andere de opgebouwde pensioenaanspraken, de voorwaardelijke toeslagverlening en informatie die specifiek van belang is bij de beëindiging van de deelneming (bijvoorbeeld mogelijkheid van waardeoverdracht). c.
Informatieverplichting richting gewezen deelnemers (”slapers”)
Gewezen deelnemers ontvangen periodiek, ten minste een keer in de vijf jaar, een opgave over de
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
23
opgebouwde pensioenaanspraken en de voorwaardelijke toeslagverlening. d.
Informatieverplichting richting pensioengerechtigden (gepensioneerden en nabestaanden)
Pensioengerechtigden worden bij pensioeningang en daarna jaarlijks geïnformeerd over de hoogte van het ingegane pensioenrecht, eventueel meeverzekerd opgebouwde nabestaandenpensioen en de voorwaardelijke toeslagverlening. Het betreft hier eveneens een wettelijk vervolg op het door het fonds zelf reeds in 2006 gestarte onderzoek naar de mogelijkheden om pensioengerechtigden op een standaard geautomatiseerde wijze te informeren over met name het meeverzekerde nabestaandenpensioen. e.
Informatieverplichting richting gewezen partners
Bij scheiding ontvangt de gewezen partner van het pensioenfonds, indien van toepassing, een opgave van
de
opgebouwde
aanspraak
op
partnerpensioen,
informatie
over
de
voorwaardelijke
toeslagverlening en informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is. Vervolgens verstrekt het pensioenfonds de gewezen partner ten minste één keer in de vijf jaar een opgave van de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen en informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening.
f.
Nationaal Pensioenregister
Op 7 mei 2008 is de Stichting Pensioenregister opgericht, een samenwerkingsverband van de drie pensioenkoepels (de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, de Unie van Beroepspensioenfondsen), het Verbond van Verzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank. Deze stichting vervult een centrale en coördinerende rol bij de ontwikkeling van het pensioenregister en verwacht dat het pensioenregister uiterlijk op 31 december 2010 kan worden gelanceerd. g.
Toeslagenlabel
Met ingang van 2009 is het toeslagenlabel geïntroduceerd. Aan de hand van dit label kan de deelnemer of gepensioneerde beoordelen of het pensioen de koopkrachtontwikkeling bijhoudt. Het fonds
zal
twee
toeslagenlabels
gebruiken,
één
voor
actieve
deelnemers
en
één
voor
pensioengerechtigden en premievrije deelnemers. De labels voor 2009 worden vastgesteld uitgaande van de financiële positie van het fonds eind 2008 met behulp van een continuïteitsanalyse. Als gevolg van de financiële crisis is de verplichting tot invoering van het toeslagenlabel voorlopig opgeschort met als voorwaarde dat actieve deelnemers en pensioengerechtigden door middel van een, door de AFM opgestelde, modelbrief worden geïnformeerd over de gevolgen van de crisis voor het pensioenfonds en de pensioenen en over het herstelplan. Deze brief zal in het tweede kwartaal van 2009 worden verzonden.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
24
Pensioenparagraaf Hoofdlijnen pensioenregeling 2008 Karakter AkzoNobel kent in Nederland een collectieve pensioenregeling bestaande uit een collectieve beschikbare middelloonregeling met een vaste werkgeverspremie, te betalen door Akzo Nobel Nederland bv (Collectief Defined Contribution regeling) voor iedere medewerker en een individuele beschikbare premieregeling, alleen voor diegenen die een vast jaarsalaris hebben van meer dan € 56.294 (2008). Met ingang van 1 juli 2008 is als gevolg van de oprichting van de Stichting Schering-Plough Pensioenfonds en de overgang van de Schering-Plough medewerkers naar dit fonds, de werkgeverspremie gewijzigd van 20% naar 22% van de pensioengrondslag. Ook de werknemers betalen premie. Deze wordt bij CAO vastgesteld. De huidige basispremie bedraagt 3%, afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds kan de werknemerspremie worden verhoogd met 1% of 2%. De totale werknemerspremie is voor 2009 vastgesteld op 4%. In beginsel neemt iedere AkzoNobel medewerker in Nederland aan de collectieve pensioenregeling deel. De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: 2008
2007
Kostendekkende premie
101,5
102,5
Feitelijke premie
107,9
121,2
De verschillen tussen de kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn het gevolg van de afspraak met de werkgever om het percentage van de werkgeverspremie gedurende een periode van vijf jaar niet te wijzigen. Kern van de pensioenregeling is dat de werkgever (Akzo Nobel Nederland bv) alleen verantwoordelijk is voor het betalen van een vaste werkgeverspremie. De pensioenaanspraken en -rechten zoals vermeld in de pensioenreglementen en op de pensioenopgaven, gelden daarmee onder voorbehoud van beschikbaarheid van voldoende financiële middelen in het pensioenfonds. De werkgever staat alleen garant voor het betalen van de vaste werkgeverspremie en staat niet garant ingeval sprake is van een dekkingstekort van het fonds. De pensioenregeling van AkzoNobel omvat de volgende pensioensoorten: •
ouderdomspensioen vanaf 65 jaar
•
nabestaandenpensioen -
tijdens actieve deelneming verzekerd op risicobasis
-
na beëindiging van de actieve deelneming verzekerd door uitruil met ouderdomspensioen
-
wezenpensioen
•
Anw-vervangend tijdelijk partnerpensioen
•
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Deze pensioensoorten zijn in het pensioenreglement nader uitgewerkt.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
25
De pensioenregeling kent een voorwaardelijke toeslagverlening. Er is geen recht op toeslagverlening en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal worden verleend. Dit geldt zowel voor medewerkers in actieve dienst als voor degenen die een pensioenuitkering (gaan) ontvangen uit (gewezen) deelneming. Met ingang van 1 januari 2008 hebben Akzo Nobel Nederland bv en de vakorganisaties het karakter van de pensioenovereenkomst in de zin van de Pensioenwet voor nieuw te verwerven pensioenaanspraken als volgt bepaald: •
De collectieve middelloonregeling met een vaste werkgeversbijdrage heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, met inachtneming van de daaraan gekoppelde voorwaarden.
•
De individueel beschikbare premieregeling heeft het karakter van een premieovereenkomst.
De basis van de pensioenregeling voor (actieve) deelnemers wordt derhalve gevormd door een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling en een daarop aansluitende beschikbare premieregeling. Het opbouwgrensbedrag bedroeg in 2008 € 56.294,-. Opbouw van pensioenaanspraken en risicodekking De pensioenregeling, zoals deze is vastgesteld in het pensioenreglement, is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een standaard pensioeningangsdatum op 65 jaar waarbij vaste en variabele inkomenscomponenten pensioengevend zijn. Voor medewerkers geboren vóór 1950 vallend onder overgangsmaatregelen geldt 62 jaar als pensioeningangsdatum. Vanaf het moment van indiensttreding wordt deelgenomen aan de pensioenregeling. De pensioenopbouw ten behoeve van ouderdomspensioen (vanaf 65-jarige leeftijd) bedraagt 2,25% van het pensioengevende inkomen per opbouwjaar onder aftrek van de franchise. De franchise bedraagt: •
€ 14.691 (stand per 1 januari 2008) voor medewerkers geboren vóór 1950, vallend onder overgangsmaatregelen.
•
€ 12.209 (stand per 1 januari 2008) voor overige medewerkers.
Boven een vast jaarsalaris van € 56.294 , het opbouwgrensbedrag, vindt pensioenopbouw plaats in een beschikbare premieregeling. Het niveau van de beschikbare premie is afgeleid van een pensioenniveau van 2,25% opbouw van het pensioengevende inkomen boven het opbouwgrensbedrag. Invoering Zorgplicht voor Beschikbare Premie-regeling (BP) Werknemers met aan vast jaarinkomen boven het opbouwgrensbedrag (€ 56.294 per 1 januari 2008) nemen deel aan de BP-regeling. Sinds 1 januari 2008 geldt voor pensioenfondsen een uitgebreidere zorgplicht. De zorgplicht is van belang, omdat het streven naar een optimaal pensioen in combinatie met beleggingen risico’s met zich mee brengt. Volgens de Pensioenwet is de BP-regeling een “premieovereenkomst met beleggingsvrijheid”. De zorgplicht houdt in dat het fonds in het belang van de
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
26
deelnemer de beleggingsvrijheid dient te beperken. Het fonds neemt in beginsel de beleggingskeuze volledig over, tenzij de deelnemer ervoor kiest zelf de beleggingskeuzes te willen maken. Als gevolg van de nieuwe wettelijke regels is het fonds verplicht de deelnemers, die voor beleggingsvrijheid hebben gekozen, te adviseren over de spreiding van de beleggingen. In het halfjaarlijks BP/VP-overzicht is een gestandaardiseerd individueel advies opgenomen dat is gebaseerd op de bij de deelnemer gemeten risicohouding in relatie tot zijn beleggingskeuze, rekening houdend met zijn pensioenhorizon. Voor deelnemers die niet kiezen voor beleggingsvrijheid is de beleggingsportefeuille “fonds lifecycle” ingericht overeenkomstig artikel 135 PW (prudent person regel). De invulling van de zorgplicht door de uitvoeringsorganisatie is in 2008 getoetst door de bestuursadviseur, in opdracht van het bestuur. De bestuursadviseur heeft geoordeeld dat de invulling van de zorgplicht door de uitvoeringsorganisatie aan de wettelijke eisen voldoet. Het bestuur onderschrijft dit oordeel. Nabestaandenvoorziening Tijdens het dienstverband wordt het partnerpensioen op risicobasis verzekerd. Het levenslange partnerpensioen bij overlijden tijdens het dienstverband is op risicobasis verzekerd en bedraagt 1,4% per dienstjaar van het vaste inkomen. Hierbij wordt rekening gehouden met de duur van het huidige dienstverband en van die bij eventuele vorige werkgevers en een maximum van 50% van het verschil tussen het vaste inkomen en de franchise. Actieve deelnemers, die in dienst zijn getreden vóór 1 januari 2001 zijn op grond van een overgangsregeling, onafhankelijk van de duur van hun dienstverband(en), altijd verzekerd voor het maximum van 50% van het verschil tussen het vaste inkomen en de franchise. Bij ontslag of pensionering bestaat de mogelijkheid voor gewezen deelnemers een levenslang partnerpensioen
te
verzekeren
door
omzetting
van
een
gedeelte
van
het
opgebouwde
ouderdomspensioen. Het Anw-vervangend tijdelijk partnerpensioen bedraagt 70% van de van toepassing zijnde franchise. Het wezenpensioen bedraagt voor kinderen van overleden deelnemers 10% van het vaste inkomen. Dit e
pensioen wordt in beginsel uitgekeerd tot de 18 verjaardag (eventueel tot 27 jaar indien studerend) van het kind of de kinderen. Voor gewezen deelnemers bestaat een premievrije aanspraak op wezenpensioen. Pensioen en arbeidsongeschiktheid De arbeidsongeschiktheidsregeling bestaat uit de volgende onderdelen: •
Indien arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens het dienstverband met AkzoNobel vindt tot de pensioendatum naar de mate van arbeidsongeschiktheid premievrije voortzetting van de pensioenopbouw overeenkomstig de middelloonregeling en risicoverzekeringen voor nabestaanden plaats.
•
Onder voorwaarden is daarnaast verzekerd een arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op de WAO-uitkering tot maximaal 70% van het vaste inkomen als compensatie van het inkomensverlies.
•
Deelnemers die een WIA-uitkering ontvangen zijn alleen bij volledige arbeidsongeschiktheid verzekerd voor arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling tot 75% van het vaste inkomen.
•
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid op basis van WIA is geen arbeidsongeschiktheidspensioen verzekerd.
Voorwaardelijke toeslagverlening (indexatie) De toeslagverlening van de pensioenaanspraken als gevolg van de loon- en prijsontwikkelingen is
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
27
voorwaardelijk. De financiële positie van het fonds speelt hierbij een belangrijke rol, waarbij het bestuur bij een besluit tot toeslagverlening rekening houdt met de vermogenspositie. Ook de verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van rente, economie en uitkeringen worden in het besluit tot wel of geen toeslagverlening betrokken. Hoe houdt het pensioen zijn waarde tijdens de deelneming? Het fonds probeert ieder jaar de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers aan de pensioenregeling te verhogen op basis van de algemene loonindex van AkzoNobel met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.6 van het pensioenreglement. Er is geen recht op verhoging en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre verhoging zal plaatsvinden. De toezegging van de verhoging is derhalve
voorwaardelijk.
Het
bestuur
beslist
of
er
wel
of
geen
toeslagverlening
van
de
pensioenaanspraken plaatsvindt. De verhoging is mede afhankelijk van de hoogte van de ‘toeslagreserve actieve deelnemers’ en de vermogenspositie van het fonds. Onder de algemene loonindex vallen uitsluitend de inkomensverhogingen die door de directie van Akzo Nobel Nederland bv als algemeen worden aangemerkt. De opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers zijn conform het in november 2007 genomen bestuursbesluit op 1 april 2008 met 3% verhoogd. De hiermee samenhangende kosten zijn reeds in het resultaat van 2007 verwerkt. In de afgelopen drie jaar zijn de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers met 1,25% (1 januari 2005), 1,5% (1 januari 2006), 0,5% (1 november 2006) respectievelijk 3,0% (1 juni 2007) verhoogd. Hoe houdt het pensioen zijn waarde na beëindiging van de deelneming? Na beëindiging van het deelnemerschap probeert het fonds de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten te verhogen met de ontwikkeling van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde prijsindexcijfer – 'CPI Alle Huishoudens Totaal' over de periode september-september – met een maximum van 4% met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.7 van het pensioenreglement. Er is geen recht op verhoging en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre verhoging zal plaatsvinden. De toezegging van de verhoging is derhalve voorwaardelijk. De verhoging is mede afhankelijk van de vermogenspositie van het fonds. Het bestuur beslist of er wel of geen toeslagverlening van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten plaatsvindt. Het fonds heeft geen geld gereserveerd of een extra premie gevraagd om opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten in de toekomst te verhogen. De opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden zijn op 1 januari 2008 met 3% verhoogd, waarvan 1,3% toeslagverlening op basis van de koppeling met de prijsindex en 1,7% inhaalindexatie voor een niet gegeven toeslag uit het verleden. De hiermee samenhangende kosten zijn reeds in het resultaat van 2007 verwerkt. In de afgelopen drie jaar zijn de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden met 1,0% (1 januari 2005), 1,8% (1 januari 2006) respectievelijk 1,1% (1 januari 2007) verhoogd. Pensioengeschil: oordeel in hoger beroep In 2006 heeft de Vereniging van Gepensioneerden Akzo Nobel (VGAN) zowel Akzo Nobel Nederland bv
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
28
als de Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel gedagvaard in een procedure betreffende de vraag of een onvoorwaardelijk recht op indexatie bestaat en of de wijziging van de financieringswijze van het fonds op de VGAN en haar leden van toepassing is. De kantonrechter heeft op 29 januari 2007 uitspraak gedaan en geoordeeld dat van een onvoorwaardelijke indexatie geen sprake is en dat Akzo Nobel Nederland en het fonds niet kan worden verweten de financiering van het fonds te hebben gewijzigd op de wijze waarop dat is gebeurd. Tegen het vonnis van de kantonrechter is het bestuur van de VGAN in april 2007 in beroep gegaan. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 mei 2008 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De VGAN heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bij de Hoge Raad in cassatie te gaan. Flexibele elementen in de pensioenregeling In de pensioenregeling wordt een aantal keuzemogelijkheden geboden zoals: •
het verzekeren van een partnerpensioen op ontslagdatum door het afzien van een deel van het ouderdomspensioen (uitruil);
•
het beleggen van de beschikbare premie in beleggingsportefeuilles met verschillende risicoprofielen*;
•
het genieten van maximaal 40% van de beschikbare premie als loon;
•
volledig of gedeeltelijk pensioneren vanaf 60-jarige leeftijd;
•
het variëren van de hoogte van de pensioenuitkering.
* Als gevolg van de uitgebreide zorgplicht hebben de meeste deelnemers vanaf 1 januari 2008 hun beleggingsvrijheid ingeleverd. Voor hen belegt het fonds zowel de per 31 december 2007 opgebouwde spaarsaldi als de nieuwe BP bijdragen volgens de module “Fonds Life Cycle”. In deze module neemt het percentage zakelijke waarden in de beleggingsmix af naarmate de deelnemer ouder wordt.
Veegwet Pensioenwet De Veegwet Pensioenwet is op 1 augustus 2008 in werking getreden en is bedoeld om een aantal technische onvolkomenheden (“foutjes”) in de Pensioenwet, die op 1 januari 2007 in werking trad, te herstellen. Het gaat vooral om tekstuele wijzigingen. De enkele onvolkomenheden, die met de invoering van de Veegwet Pensioenwet zijn hersteld en die voor de deelnemers van belang kunnen zijn, zijn verwerkt in het pensioenreglement en goedgekeurd door het bestuur op 26 november 2008. De deelnemersraad heeft positief geadviseerd ten aanzien van de reglementswijzigingen op 26 februari 2009.
Goedkeuring fiscus De fiscus heeft na overleg met het Ministerie van Financiën haar goedkeuring verleend aan het Pensioenreglement 2008. Ten aanzien van het diensttijdonafhankelijk partnerpensioen voor de ‘deelnemers 2000’ is bij beschikking een aanwijzing verstrekt ten aanzien van het niet-diensttijdgerelateerd risiconabestaandenpensioen voor een gesloten groep deelnemers (de zogenaamde ‘deelnemer 2000’).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
29
Samenvatting kenmerken regeling In het boekjaar zijn er geen materiële wijzigingen in de bestaande regeling aangebracht. De kenmerken van de regeling zijn als volgt:
Pensioensysteem
Middelloonregeling tot opbouwgrens (€ 56.294 in 2008), daarboven geldt een individuele BP regeling.
Pensioenleeftijd
Voor deelnemers 2000 geboren vóór 1-1-1950 is dit 62 jaar. Voor alle overige deelnemers is dit 65 jaar.
Pensioengevend salaris
Vast jaarinkomen (inclusief 8% vakantietoeslag) + vaste ploegentoeslag + variabel inkomen
Franchise
€ 12.209 per 1-1-2008, € 12.224 per 1-7-2008,
Voor
deelnemers 2000, geboren vóór 1-1-1950 is de hoge franchise van toepassing. (€ 14.691 per 1-1-2008 en € 14.926 per 1-72008). De aanpassingen van de franchise zijn het gevolg van de wijzigingen van het wettelijk minimumloon. Pensioengrondslag
Totaal pensioengevend salaris minus franchise. Bij de berekening van het middelloon pensioen wordt het pensioengevend salaris gemaximeerd tot de opbouwgrens (PGML).
Opbouwpercentage
2,25%
Nabestaandenpensioen
Geen opbouw, maar verzekerd op risicobasis
Werkgeverspremie
20% tot 1 juli 2008, 22% vanaf 1 juli 2008
Werknemerspremie
De basiswerknemerspremie is 3% van de totale pensioengrondslag. Indien de dekkingsgraad ontoereikend is kan een extra bijdrage worden gevraagd. De extra werknemerspremie is gelijk aan 1% of 2% van PGML (het deel van de totale pensioengrondslag waarover middelloon pensioen).
Gewijzigde fondsstukken Pensioenreglement Zie hierboven onder ‘Veegwet Pensioenwet’ Actuariele en bedrijfstechnische nota (ABTN) In de ABTN is het beleid van het fonds vastgelegd. In 2008 is de ABTN op onderdelen gewijzigd, onder meer ten aanzien van de collectieve overdracht naar Stichting Schering-Plough Pensioenfonds, de verhoging van de werkgeverspremie van Akzo Nobel Nederland bv van 20% naar 22% en een aantal gewijzigde waarderingsgrondslagen. Ook zijn een wijziging van de strategische asset allocatie en het bestuursstandpunt inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen in de ABTN vastgelegd. Het bestuur heeft de ABTN op 3 september 2008 vastgesteld. De deelnemersraad heeft in haar vergadering van 26 november 2008 positief geadviseerd ten aanzien van de wijzigingen. De ABTN is vervolgens naar De Nederlandsche Bank gestuurd. Begin 2009 heeft De Nederlandsche Bank schriftelijk gereageerd op de ABTN. Mede naar aanleiding van deze reactie zal de ABTN in 2009 opnieuw worden gewijzigd.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
30
Uitvoeringsovereenkomst In verband met de collectieve overdracht naar Stichting Schering-Plough Pensioenfonds is de werkgeverspremie verhoogd van 20% naar 22%. Dit is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen APF en AkzoNobel. In deze overeenkomst is verder het volgende geregeld: Ø
wijze waarop de premie wordt vastgesteld
Ø
wijze waarop en de termijnen waarin de premie moet worden voldaan
Ø
informatie die door de werkgever aan het fonds, de pensioenuitvoerder, wordt verstrekt
Ø
procedures die van toepassing zijn bij het niet nakomen van de premiebetalingsverplichtingen door de werkgever
Ø
procedures die gelden bij het opstellen en wijzigen van het pensioenreglement
Ø
voorwaarden waaronder toeslagverlening (indexatie) plaatsvindt
Ø
uitgangspunten en procedures die van toepassing zijn ten aanzien van besluitvorming over vermogensoverschotten en vermogenstekorten: in het geval van APF kan AkzoNobel niet aansprakelijk worden gesteld voor enig tekort in het fonds, noch kan AkzoNobel aanspraak maken op enig overschot in het fonds.
Deskundigheidsplan Als
gevolg
van
een
rapport
van
de
pensioenkoepels
inzake
‘deskundigheidsbevordering
pensioenfondsbestuursleden’ is het deskundigheidsplan van APF op onderdelen gewijzigd. De belangrijkste wijziging is dat er naar aanleiding van de jaarlijkse beoordeling van de eigen deskundigheid, een jaarlijks opleidingsplan komt om eventuele (dreigende) kennishiaten binnen het bestuur te vullen. Verder zijn er profielschetsen voor nieuw te benoemen bestuursleden toegevoegd. Beleggingen Beleggingsbeleid Asset mix De strategische beleggingsmix en realisatie kunnen als volgt worden samengevat: Strategische allocatie
Feitelijke allocatie per 31-dec-08
%
%
€ x 1 mln.
Vastgoed
10,0
11,0
388,5
Vastrentende waarden
45,0
53,0
1.878,6
Aandelen
40,0
31,8
1.123,8
5,0
4,2
147,6
100,0
100,0
3.538,5
Commodities
Totaal* *Exclusief derivaten
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
31
Beleggingsrendementen De bruto beleggingsrendementen* inclusief strategische valuta-afdekking en renteafdekking over 2008 en 2007 blijken uit het volgende overzicht. 2008
2007
-19,5%
-8,4%
6,4%
1,5%
Aandelen
-44,3%
7,7%
Commodities
-31,5%
29,9%
-20,60%
3,6%
Vastgoed Vastrentende waarden
Totaal
*Beleggingsrendement voor afrek van kosten van vermogensbeheer en fee money managers.
Beleggingsklimaat Terugblik 2008: in het teken van de kredietcrisis In de zomer van 2007 werden de eerste tekenen van de kredietcrisis zichtbaar. Er heerste grote onzekerheid over de waardering van gestructureerde financiële producten die gerelateerd waren aan de Amerikaanse huizenmarkt. Na diverse kapitaalinjecties in banken van diverse partijen (o.a. staatsfondsen uit het Midden Oosten en Azië) eind 2007, leken de financiële markten te stabiliseren. Dit bleek echter niet het geval. De kredietcrisis woekerde voort in 2008... Heel 2008 stond in het teken van de aanhoudende kredietcrisis en de verslechterende situatie bij diverse financiële instellingen. In het eerste kwartaal probeerde met name de centrale bank in de VS (Fed) de crisis te bezweren door diverse ondersteunende maatregelen (o.a. renteverlagingen). In maart dreigde de Amerikaanse zakenbank Bear Stearns failliet te gaan, maar werd met behulp van de Fed, door JPMorgan overgenomen. In eerste instantie leek een systeemcrisis te zijn afgewend. Wel nam de vrees voor een forse economische teruggang toe. ...en kwam in september en oktober tot uitbarsting Maar
medio
2008
moesten
financiële
instellingen
wederom
miljarden
afschrijven
op
hun
kredietportefeuilles. Ook werd geprobeerd nieuw kapitaal op te halen om de balans te versterken. In september en oktober kwam de kredietcrisis pas echt tot uitbarsting. In eerste instantie werden de hypotheekgiganten Fannie Mae en Freddie Mac nog genationaliseerd door de Amerikaanse overheid maar na het failliet gaan van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers ontstond grote paniek op de financiële markten. Er ontstond groot wantrouwen tussen banken onderling waardoor er nauwelijks geld onderling uitgeleend werd of alleen tegen een zeer hoge risico-opslag. Overheden en centrale banken probeerden de crisis te bezweren Er dreigden diverse financiële instellingen failliet te gaan en deze werden door de overheid genationaliseerd (American International Group, Fortis, etc.) of door andere financiële instellingen overgenomen (Merrill Lynch, Washington Mutual, etc.). Wereldwijd namen overheden en centrale banken
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
32
diverse maatregelen. Er werd een plan gelanceerd om slechte leningen van financiële instellingen op te kopen en in Europa werd de overheidsgarantie op spaargeld verhoogd. Daarnaast verlaagden centrale banken wereldwijd met een gecoördineerde actie de korte beleidsrente. Deze en andere maatregelen hadden tot doel een implosie van het financiële systeem te voorkomen. Crisis beïnvloedt ook de reële economie De grote problemen in de financiële sector hebben ook de reële economie negatief beïnvloed aangezien de kredietverleningscriteria voor consumenten en bedrijven aangescherpt zijn. In de meeste westerse landen liep de economische groei fors terug of belandde de economie al in een recessie. De werkloosheidcijfers in de westerse wereld stegen en de aankoop van duurdere consumentengoederen werd uitgesteld. Zo zijn de autoverkopen in de Verenigde Staten sinds medio 2008 fors gedaald. De Amerikaanse consument, de motor van de wereldeconomie de afgelopen jaren, lijkt een flinke stap terug te hebben gedaan. Volatiliteit heerste op de financiële markten Het gevolg van deze gebeurtenissen was een algehele risicoaversie op de financiële markten en negatieve rendementen voor alle risicovolle beleggingscategorieën in 2008. Na het faillissement van Lehman Brothers werd gevreesd voor een ineenstorting van het financiële systeem en ontstond grote paniek. De volatiliteit (beweeglijkheid van de markten) steeg tot extreme niveaus in oktober. Ontwikkelingen bij het fonds Medio 2008 heeft de afsplitsing van het Schering-Plough Pensioenfonds uit het Pensioenfonds Akzo Nobel plaatsgevonden. De overdracht is betaald door overdracht van een evenredig deel van de beleggingen. Begin 2008 is de verdere geplande verhoging van het strategische gewicht in commodities doorgevoerd. Deze uitbreiding is ten koste gegaan van de beleggingscategorie vastrentende waarden. In onderstaande tabel is de wijziging weergegeven. Strategische asset allocatie
ultimo 2008
ultimo 2007
Vastgoed
10%
10%
Vastrentende waarden
45%
47,5%
Aandelen
40%
40%
5%
2,5%
Commodities
In 2006 is een gedeelte van de voorziening pensioenverplichtingen afgedekt met behulp van intrest rate swaps (IRS). In het kader van de afsplitsing van het Schering-Plough Pensioenfonds is begin 2008 opnieuw onderzoek gedaan naar het te voeren strategisch renterisicobeleid. Het bestuur heeft zich hierover uitgebreid laten adviseren door haar vermogensadviseurs. Hieruit bleek dat het bestaande beleid gehandhaafd kon worden. Na de afsplitsing van het Schering-Plough Pensioenfonds, zijn de bestaande IRS-en bij het Akzo Nobel Pensioenfonds achtergebleven. Vooralsnog zijn geen nieuwe IRS-en afgesloten. Er wordt circa 20% van de nominale rentegap afgedekt.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
33
Wat houdt het renterisico in? Het renterisico is ontstaan door de overgang van een vaste rekenrente naar een rekenrente op basis van de swapcurve in het kader van het nieuwe Financieel Toetsingskader (nFTK) van de DNB. Met dit toetsingskader en in diverse publieke uitingen heeft de toezichthouder aangegeven beducht te zijn voor een langdurig lage rente zoals ook in Japan is voorgekomen.
De looptijd van de verplichtingen (pensioenbetalingen) is langer dan de looptijd van de beleggingen. Aangezien beide op marktwaarde bepaald moeten worden loop je hier een risico. Hierbij worden de nominale verplichtingen met de swaprente Nederland (zoals maandelijks aangeleverd door DNB) contant gemaakt. Dit durationverschil risico noemen we rente risico. De duration van de (nominale) verplichtingen is circa 11 en die van de beleggingen circa 3, waardoor er een durationmismatch is van circa 8. De 20% rente risico afdekking verkleind de mismatch met ca. 1,6 tot 6,4. Als vuistregel geldt dat bij 1% renteverandering bij een durationverschil van 6,4 je 6,4% waardestijging of daling hebt. Met een swap demp je dus een deel van de impact van renteverandering op de reserve van het fonds. Afgezien van het resultaat van de swaps is het voordeel dat de vereiste dekkingsgraad van het fonds daalt door de rente afdekking. De risico's voor de deelnemers op een extreem lage dekkingsgraad nemen af.
De externe aandelenmanagers hebben in 2008 hun doelstellingen die vooraf aan hen gesteld zijn niet gehaald, zowel in absolute zin als (nagenoeg allemaal) ook ten aanzien van de gestelde benchmark. Er hebben geen managerswisselingen plaatsgevonden gedurende 2008. In 2009 zullen de managers kritisch worden geëvalueerd. Sinds 2005 vindt de valuta-afdekking strategisch plaats. Dit betekent dat gedurende 2008 de USD, GBP en JPY op basis van strategische gewichten werden afgedekt naar EUR door middel van valutatermijncontracten. Global Investment Performance Standards (GIPS) is de wereldwijde standaard op het gebied van performancemeting en -presentatie. In de eerste helft van 2008 heeft wederom de jaarlijkse verificatie door een externe accountant plaatsgevonden en zijn de performance cijfers met betrekking tot de beleggingen van APF GIPS compliant gebleven. Begin 2007 is de GIPS verificatie voor het eerst toegekend. Als gevolg van de fors gedaalde dekkingsgraad is in 2009 een herstelplan opgesteld. Gezien de sterk veranderde marktomstandigheden zal tevens opnieuw onderzoek gedaan worden naar de strategische asset allocatie welke op basis hiervan mogelijk aangepast kan worden. Performance In 2008 is er een totaalrendement behaald van -20,6% inclusief valuta-afdekking en IRS. Het totaalrendement exclusief IRS kwam uit op -21,5%, terwijl het rendement van de door het fondsbestuur vastgestelde benchmark uitkwam op -19,0%, hetgeen resulteerde in een underperformance van ruim 2,5%. Met name de externe aandelenmanagers hebben negatief bijgedragen aan deze underperformance.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
34
Performance op basis van total returns 2008 Beleggingscategorie*
2004 - 2008
APF
BM**
APF
BM**
-21,0%
-20,8%
7,9%
6,2%
5,0%
5,4%
3,5%
3,8%
Aandelen
-42,0%
-39,2%
-0,2%
-0,4%
Commodities***
-23,1%
-23,1%
-21,5%
-19,0%
3,0%
2,5%
Vastgoed Vastrentende waarden
Totaal incl. valuta-afdekking en excl. renteafdekking Totaal incl. valuta-afdekking en rente-afdekking * ** ***
-20,6%
3,1%
Beleggingscategorie rendementen exclusief valuta afdekking Door het fonds gehanteerde benchmark Sinds december 2006 in benchmark APF
Verklaring performance
Tactische Asset Allocatie In het begin van 2008 is in de asset class aandelen een overwogen positie ingenomen ten koste van vastrentende waarden. Mede als gevolg van de kredietcrisis gingen aandelen fors onderuit waardoor deze positie negatief bijdroeg aan het resultaat. Eind 2008 waren aandelen onderwogen waardoor een gedeelte van de underperformance werd ingelopen. Per saldo resulteerde een underperformance. Regio Qua regio allocatie zijn gemiddeld genomen geen grote posities ingenomen en per saldo hebben alle regio’s het jaar met een forse min afgesloten. In het begin van het jaar werden de regio’s Europa, Japan en Opkomende Markten overwogen ten koste van de Verenigde Staten. Na een paar maanden is deze positie teruggedraaid. In lokale valuta gemeten was het rendement op Amerikaanse en Europese aandelen hoger dan op aandelen uit Japan en Opkomende Markten. In de eerste maanden van 2008 waren de Opkomende Markten nog relatief gezien de best presterende regio. Echter, mede als gevolg van de toename in risicoaversie werden aandelen van de Opkomende Markten en masse van de hand gedaan. Zo leverde de Russische aandelenbeurs meer dan 70% in waarde in gedurende 2008. Per saldo zorgde de tactische regioallocatie voor een licht negatieve bijdrage aan de relatieve performance op totaalniveau. Managers zakelijke waarden De externe aandelen- en onroerend goedmanagers behaalden gemiddeld genomen geen goede resultaten in 2008. De kredietcrisis was met name merkbaar bij de Europese, Opkomende Markten en Japanse aandelenmanagers. De Amerikaanse combinatie van aandelenmanagers liet wel goede relatieve rendementen zien. Per saldo kwam de enige positieve relatieve bijdrage uit de Amerikaanse aandelenmanagers. Alle andere regio’s lieten negatieve relatieve rendementen zien. Circa een derde van de underperformance op totaalniveau is toe te schrijven aan de aandelenmanagers van deze regio’s. Ondanks de slechte absolute rendementen op beursgenoteerd onroerend goed bleef de combinatie van
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
35
beide onroerend goedmanagers in de dalende markt dicht bij de benchmark. Manager vastrentende waarden Per saldo daalde het effectieve rendement op staatsleningen in zowel de Eurozone als in de Verenigde Staten. De afname van het effectieve rendement werd voornamelijk veroorzaakt door lagere inflatieverwachtingen en staatsleningen werden door beleggers als veilige vluchthaven gezien. Tegelijkertijd leidde de sterke beweging van de rente gecombineerd met het monetaire beleid van de centrale banken voor een sterke opgaande trend van de yieldcurve. De markt voor bedrijfsobligaties kende een zeer moeilijk jaar. De spreads van de bedrijfsobligaties liepen op tot historisch gezien zeer hoge niveaus onder invloed van de kredietcrisis. Het hardst werd de financiële sector geraakt. Het duratiebeleid heeft positief bijgedragen aan het beleggingsresultaat. Het rentecurve- en landenselectiebeleid hadden eveneens een positieve bijdrage aan het resultaat. Echter, de positie in credits en met name in de financiële sector leverde een dusdanige negatieve bijdrage aan het portefeuilleresultaat dat per saldo een underperformance resulteerde. Valuta-afdekking De extreme valutabewegingen hebben ertoe geleid dat de strategische valuta-afdekking steeds verlaagd diende te worden. Echter, vanwege de hoge volatiliteit en extremiteit van de bewegingen, de fors dalende aandelenkoersen en de forse appreciatie van USD en JPY ten opzichte van de EUR gedurende de tweede helft van 2008, werd tussen de aanpasmomenten relatief te veel afgedekt hetgeen de performance negatief beïnvloedde. Vastrentende waarden De financiële markten werden in 2008 gekenmerkt door een grote mate van angst en onzekerheid, wat geleid heeft tot een sterke stijging van volatiliteit. Aanvankelijk steeg de kapitaalmarktrente als gevolg van de beter dan verwachte economische ontwikkelingen en oplopende inflatie. De Duitse 10-jaarsrente steeg tot circa 4,7% in juni. In de tweede helft van het jaar kenterde het economisch klimaat in rap tempo. Het faillissement van Lehman Brothers in september 2008 zorgde voor een verdere verslechtering van de vooruitzichten. Niet alleen voor de financiële sector, maar ook voor de reële economie. Veilig staatspapier raakte meer in trek, waardoor het effectieve rendement op de Duitse 10-jaarsrente daalde tot onder de 3% eind december. Per saldo werd gedurende 2008 een positief rendement op vastrentende waarden gehaald van 5,0%. Aandelen Per saldo gingen aandelenmarkten wereldwijd onderuit in 2008. In eerste instantie waren het vooral de financiële waarden die fors terrein inleverden als gevolg van de kredietcrisis. Nadat de angst voor een economische teruggang steeg in de tweede helft van 2008, leverden ook de andere sectoren fors in waarde in. Na het failliet gaan van Lehman Brothers in september sloeg de paniek pas echt toe en vond een enorme sell-off van aandelen plaats. Diverse aandelenmarkten daalden in enkele weken met meer dan 25%. In eerste instantie leken de Opkomende Markten de crisis redelijk goed te doorstaan. Maar uiteindelijke daalden deze markten ook fors in waarde toen duidelijk werd de economie wereldwijd geraakt zou worden door de kredietcrisis. Ook de algehele deleveraging en derisking drukten de koersen van de Opkomende Markten fors. Per saldo gingen in lokale valuta alle regio’s fors onderuit.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
36
Per saldo werd gedurende 2008 een fors negatief rendement op aandelen gehaald van 42,0%. Vastgoed Het rendementsverschil tussen beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd onroerend goed bedroeg net als in 2007 grofweg meer dan 40% in 2008. Terwijl niet-beursgenoteerd onroerend goed een licht negatieve performance noteerde gedurende 2008, werd beursgenoteerd onroerend goed, net als aandelen, en masse van de hand gedaan. De gestegen waardering van beursgenoteerd onroerend goed in de jaren voor 2007 en de perikelen omtrent de kredietcrisis waren de belangrijkste oorzaken van het negatieve rendement op deze beleggingscategorie. Niet-beursgenoteerd onroerend goed beleefde vooralsnog weinig hinder van de turbulentie op de financiële markten wat mede het gevolg is van de vertraging in waardering. Per saldo werd gedurende 2008 een negatief rendement op onroerend goed gehaald van 21,0%. Commodities Begin 2008 is besloten de strategische weging in commodities te verhogen tot 5% van de totale asset allocatie ten koste van de beleggingscategorie vastrentende waarden. De investering heeft tot doel te profiteren van een stijging van diverse grondstofprijzen op langere termijn. Op basis van de verwachte risico-/rendementkarakteristieken en het diversifiërende effect op totaal fondsniveau, is deze beleggingscategorie opgehoogd. 2008 bestond voor commodity beleggers uit twee helften. In de eerste helft van het jaar stegen de prijzen van diverse grondstoffen tot nieuwe records. De aanhoudende problemen aan de aanbodkant bij diverse commodities gecombineerd met een stijgende vraag uit met name de opkomende markten, zorgden voor een prijsexplosie. Zo steeg de olieprijs tot bijna USD 150 in het eerste halfjaar van 2008. Ook diverse agricultuurgerelateerde grondstoffen stegen fors in waarde. Echter, in de tweede helft van 2008 kwam een abrupt einde aan de prijsstijgingen. De forse economische teruggang en de heersende risicoaversie op de financiële markten zorgden voor een daling in de vraag naar grondstoffen. Als gevolg hiervan vond een ineenstorting van de meeste grondstofprijzen plaats. De olieprijs daalde in enkele maanden tijd met circa USD 100 naar USD 40. Per saldo werd gedurende 2008 een negatief rendement op commodities gehaald van 23,1%. Valuta Per saldo droeg de strategische afdekking van de USD, JPY en GBP negatief bij aan het eindrendement. In 2008 waren grote valutabewegingen waar te nemen. Het GBP verzwakte circa 24% ten opzichte van de EUR gedurende 2008 waardoor de afdekking positief bijdroeg aan het totaal. De JPY steeg juist circa 30% in waarde ten opzichte van EUR. Ook de USD werd licht sterker, circa 5%, ten opzichte van de EUR. Op totaal niveau was het effect van de strategische valuta afdekking -0,6%. Intrest Rate Swaps In 2006 is een gedeelte van het renterisico afgedekt met behulp van intrest rate swaps (IRS). Deze afdekking heeft tot doel de rentegevoeligheid van het fonds te verminderen. Aangezien de lange rente per saldo is gedaald gedurende 2008 is een positief rendement behaald op de intrest rate swaps.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
37
Vooruitblik De financiële sector is sterk aangetast en verandering is gaande... Een gezonde financiële sector is cruciaal voor solide economische groei. In 2008 is een einde gekomen aan het bestaan van Amerikaanse zakenbanken. Daarnaast worden momenteel veel financiële instellingen ondersteund door de centrale banken of overheid. Door de problemen in deze sector wordt de kredietverlening naar consumenten en bedrijven bemoeilijkt. De situatie dat banken momenteel zeer terughoudend zijn, of niet in staat zijn, geld uit te lenen, hindert de economische groei wereldwijd. De afgelopen decennia werden gekenmerkt door kredietexpansie. Op dit moment vindt het tegenovergestelde plaats. Een economisch herstel zal pas plaatsvinden indien de kredietverlening weer op gang komt. ...en de macro-economische vooruitzichten zijn slecht Gezien de huidige situatie in de financiële sector is de verwachting dat de economische neergang meerdere kwartalen zal aanhouden. In de tweede helft van 2008 werd duidelijk dat ook de reële economie fors geraakt is door de financiële crisis. Zo daalden de autoverkopen in de VS fors en daalde het consumentenvertrouwen wereldwijd tot historisch lage niveaus. In veel westerse landen wordt een langdurige recessie verwacht. Enig tegenwicht bieden de diverse maatregelen welke centrale banken en overheden hebben genomen. Hierdoor lijkt een depressie onwaarschijnlijk. Het fiscaal beleid van de overheden zal een belangrijke factor worden voor de economische groei de komende jaren. Per saldo zijn de macro-economische vooruitzichten voor 2009 slecht. Verwachte gevolgen Als gevolg van de algehele risicoaversie op de financiële markten, werden er forse negatieve rendementen behaald op risicovolle beleggingscategorieën. Per saldo lijkt al veel slecht nieuws in de koersen verwerkt te zijn. Maar de huidige situatie, een wereldwijde financiële crisis en een forse economische teruggang, kent ook nagenoeg geen precedent. Op basis van diverse waarderingsmaatstaven lijken aandelen aantrekkelijk gewaardeerd. Maar een aantrekkelijke waardering is geen garantie voor stijgende koersen op korte termijn. Zeker gezien alle onzekerheden die nu nog boven de markt hangen. De teruggang in de economische groei heeft ervoor gezorgd dat de angst voor inflatie sterk is afgenomen. Naar verwachting zal inflatie ook geen issue zijn in 2009. Op korte termijn is deflatie een waarschijnlijker optie aangezien de financiële crisis en economische neergang een deflatoir effect hebben hetgeen positief is voor staatsobligaties. De grote vraag is in hoeverre het grotere aanbod van staatsobligaties in 2009 opwaartse druk op de rente geeft. Bedrijfsobligaties zijn zeer aantrekkelijk gewaardeerd. De risico-opslag is momenteel vergelijkbaar met de depressiejaren dertig. Aangezien de macro-economische verwachtingen slecht zijn voor met name de westerse wereld, is de kans groot dat commodities hier last van blijven ondervinden. Daarentegen bestaan er nog steeds structurele problemen aan de aanbodkant van diverse grondstoffen. Dit betekent dat wanneer de economische groei weer aantrekt of wanneer er zich serieuze aanbodproblemen voordoen, de grondstoffen hun stijgende trend uit voorgaande jaren weer hervatten. Risico’s voor 2009 Zoals aangegeven hangen nog veel onzekerheden boven de financiële markt. Momenteel wordt al een relatief zware recessie verwacht maar de situatie kan nog steeds verder verslechteren. Met name de fragiele staat van het financiële systeem waardoor de kredietverlening ernstig gehinderd wordt, is een
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
38
groot probleem. Momenteel zijn ondanks de vele maatregelen die door overheden en centrale banken zijn genomen, nog maar zeer beperkt verbeteringen zichtbaar. Ook zijn de huizenprijzen in de VS nog steeds niet gestabiliseerd. Daarnaast is een langdurig deflatiescenario, vergelijkbaar met Japan in de jaren 90, een risico. Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Belegd vermogen
Technische Dekkingsgraad voorzieningen
Stand per 1 januari 2008 Premies Uitkeringen Marktrentewijziging
4.913,0
3.422,2
143,6%
112,6
95,5
-0,7%
-230,3
-229,7
3,0%
0,0
499,7
-19,2%
Rendement
-972,6
139,9
-29,3%
Overig
-428,8
-372,1
-1,9%
3.393,9
3.555,5
95,5%
Stand per 31 december 2008
De verslechtering van de dekkingsgraad is voornamelijk het gevolg van de fors negatieve beleggingsresultaten en de daling van de marktrente. Ultimo 2008 bedraagt de marktrente circa 3,63% (2007: 4,84%). De bestuur stelt vast dat de actuele dekkingsgraad lager is dan de in de ABTN vastgelegde minimumgrens van 104,2% (voor APF) en dat dus in het kader van de ABTN maatregelen noodzakelijk zijn. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
2008
2007
2006
2005
2004
95%
144%
146%
127%
119%
De vereiste dekkingsgraad zoals die voortvloeit uit de solvabiliteitsvoorschriften volgens de Pensioenwet bedraagt 119,2%. Ultimo 2008 is dus sprake van een dekkingstekort.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
39
Actuariële paragraaf Resultaat boekjaar Analyse van het resultaat De samenstelling van het resultaat over 2008 en 2007 en de wijzigingen daarin blijken uit het volgende overzicht
Resultaat op bijdragen Resultaat op levenskansen Resultaat op intrest Resultaat op grondslagen
2008
2007
wijziging
17,1
30,8
-13,7
-1,3
-0,4
-0,9
-1.112,5
-92,5
-1.020,0
-50,6
-176,4
125,8
Resultaat op kosten
-0,9
-1,0
0,1
Resultaat op invaliditeit
-1,7
-0,8
-0,9
Resultaat op diversen
-2,9
-32,5
29,6
-499,7
227,2
-726,9
- 1.652,5
- 45,6
- 1.606,9
Resultaat wijziging rentetermijnstructuur
Resultaat boekjaar
Bespreking resultaat Resultaat op bijdragen Het resultaat op bijdragen is het verschil tussen enerzijds de in het boekjaar van de werkgever en werknemers ontvangen bijdragen, vermeerderd met de bij pensionering en ontslag voor pensioeninkoop beschikbaar komende BP en VP saldi, en anderzijds het benodigde bedrag voor de reglementaire pensioenopbouw en de door het pensioenfonds van de werkgever overgenomen uitkeringsverplichtingen in verband met CAO afspraken. In 2008 bedroeg de werkgeversbijdrage in het eerste halfjaar 20% en in het tweede halfjaar 22% van de grondslagsom waarover (middelloon) pensioen wordt opgebouwd. De werknemerspremie bedroeg 3% van de grondslagsom waarover (middelloon) pensioen wordt opgebouwd en 3% van de grondslagsom waarover de werkgever een bijdrage betaalt in verband met de zogenoemde “Beschikbare Premie regeling”. In 2008 werd ontvangen € 98,1 miljoen aan werkgevers en werknemersbijdragen ontvangen en kwam € 14,5 miljoen aan saldi beschikbaar vanuit BP en VP saldi. Benodigd was € 48,0 miljoen voor reglementaire pensioeninkoop in de middelloonregeling, € 15,2 voor de inkoop van pensioenaanspraken uit de BP en VP regeling en € 32,3 miljoen voor de inkoop van buitenreglementaire pensioenaanspraken.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
40
Resultaat op levenskansen Op grond van de in 2008 waargenomen overlijdensgevallen bij het pensioenfonds was het saldo van de uit de
voorziening
(voor
ouderdomspensioen)
vrijgevallen
bedragen
en
de
voor
ingang
van
nabestaandenpensioen benodigde bedragen lager dan waarop volgens de toegepaste overlevingstafels aan het begin van het jaar was gerekend. Over 2008 bedroeg het achteraf geconstateerde totale verschil over middelloon en BP/VP regeling over € 1,3 miljoen negatief (€ 0,4 miljoen negatief in 2007). Resultaat op intrest Het resultaat op intrest zijn de directe en indirecte beleggingsopbrensten, onder aftrek van de technisch benodigde intrest (4% rekenrente) voor de opbouw van de voorziening pensioenverplichtingen en de (eventuele) kosten voor het waardevast houden van de pensioenen voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Als gevolg van een koersdaling van aandelen zijn in 2008 vooral de (indirecte) beleggingsopbrengsten sterk gedaald ten opzichte van 2007. In 2008 bedroegen de totale beleggingsopbrengsten € 972,6 miljoen negatief terwijl benodigd was voor de opbouw van de voorziening pensioenverplichtingen € 139,9 miljoen. De kosten voor het waardevast houden van pensioenen waren in 2008 nihil. Risicoparagraaf Risico en beheersing/beleid Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Onderstaand treft u de risico´s die het bestuur met prioriteit heeft aangepakt: • Beleggingsrisico’s • Actuariële risico’s • Renterisico Beleggingsrisico’s In het beleggingsbeleid is sprake van een grotere spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en regio’s. Per beleggingscategorie is een strategische weging aangegeven alsmede de bandbreedtes die naar inzicht van de vermogensbeheerders benut kunnen worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille een lager risico heeft. Dit lagere risico wordt ook inzichtelijk door de tracking error – de mate waarin de beleggingen afwijken van de benchmark die als ijkpunt voor de performance geldt – die aan de gehele portefeuille als doel is gesteld. De belangrijkste beleggingsrisico’s zijn het markt-, valuta- en kredietrisico. Marktrisico De nadelige ontwikkelingen van de waarde van waardepapieren en de koersontwikkeling van buitenlandse valuta door het handelen hierin, het nemen van posities in obligaties, aandelen, valuta, derivaten, etc. Valutarisico Op strategisch niveau wordt rekening gehouden met het valutarisico welke ontstaat door het internationaal beleggen van de aanwezige middelen ten behoeve van diversificatie van het risico. De Amerikaanse dollar (USD), het Britse pond (GBP) en de Japanse yen (JPY) worden op basis van strategische gewichten
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
41
afgedekt naar euro’s (EUR) door middel van valutatermijncontracten om het valutarisico te neutraliseren. Kredietrisico Een schuldenaar (aan het fonds) blijkt niet in staat zijn verplichtingen geheel of gedeeltelijk na te komen.
Actuariële risico’s In 2007 zijn de nieuwe overlevingstafels GBM/V 2000-2005 verschenen. Deze tafels wijzen op een verdere toename van de levensverwachting. Tevens zijn verschenen de zogenaamde prognosetafels AG 2005-2050. Het fonds hanteert bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen een opslag voor de sterftetrend in plaats van de prognosetafels. Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder duration-matching af ten opzichte van alternatieve strategieën.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
42
Toekomstparagraaf In het boekjaar 2009 zit het bestuur opnieuw niet stil. De belangrijkste issues die spelen zijn: Migratieplannen Achmea Begin 2009 is door Achmea een migratieplan gepresenteerd, vervolgens heeft een risicoanalyse plaatsgevonden. Vervolgens zal het bestuur een oordeel vellen over de beheersbaarheid van de risico’s ten aanzien van de migratieplannen. Financiële positie / herstelplan Het herstelplan is tijdig – voor 1 april 2009 – ingediend bij De Nederlandsche Bank. Het bestuur zal in het tweede kwartaal van 2009 richting deelnemers en pensioengerechtigden communiceren over de genomen maatregelen om tot een tijdig herstel te komen. Het bestuur wil de dialoog aangaan met de deelnemersraad, vanwege het feit dat de deelnemersraad een negatief advies heeft afgegeven ten aanzien van het herstelplan. Uiterlijk 1 juli 2009 zal De Nederlandsche Bank inhoudelijk reageren op het herstelplan. Misschien dient naar aanleiding van de reactie van de toezichthouder het plan te worden aangepast. Mocht dat het geval zijn, dan zullen alle belanghebbenden hierover opnieuw worden geïnformeerd. Het herstelplan is integraal op de website van het pensioenfonds geplaatst. Risicobeheersing Het bestuur wil in 2009 alle risico’s die het fonds bedreigen in kaart brengen en op waarde kunnen schatten. Hiertoe is onder meer een workshop georganiseerd waarin een afvaardiging van het bestuur zoveel mogelijk risico’s in kaart heeft gebracht en waaruit de belangrijkste risico’s zijn benoemd. Ten aanzien van deze risico’s zal een plan van aanpak worden opgesteld door het bestuur. Beleggingsbeleid Het strategisch beleggingsbeleid zal door de beleggingscommissie worden geëvalueerd. Dit geldt in ieder geval ook ten aanzien van enkele beleggingsmanagers die door de vermogensbeheerder zijn ingeschakeld. Enkele van deze managers zijn op de watchlist geplaatst en zullen extra kritisch worden gevolgd.
Arnhem, 26 mei 2009
Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Namens het bestuur, G.J. Niezen
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
43
F. Jaarrekening
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
44
BALANS PER 31 DECEMBER 2008 Na resultaatbestemming (In miljoenen euro's) 31-12-2008
31-12-2007
4.857,0
6.819,0
39,0
87,9
3. Herverzekeringdeel technische voorzieningen
6,1
5,3
4. Vorderingen en overlopende activa
7,3
10,3
-
42,7
4.909,4
6.965,2
Activa 1. Beleggingen voor risico pensioenfonds 2. Beleggingen voor risico deelnemers
5. Liquide middelen
Passiva 6. Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Algemene reserve Herwaarderingsreserve Reserve toeslag werknemers
7. Achtergestelde leningen 8. Technische voorzieningen 9. Voorzieningen voor risico deelnemers 10. Schulden en overlopende passiva
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
0,1
0,1
- 316,6
1427,1
150,2
63,7
4,7
- 161,6
1.490,9
100,0
100,0
3.561,6
3.427,5
39,0
87,9
1.370,4
1.858,9
4.909,4
6.965,2
45
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2008 (In miljoenen euro’s) 2008
2007
11.
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
98,1
110,1
12.
Premiebijdragen risico deelnemers
14,4
16,5
13.
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
- 972,6
167,8
14.
Beleggingsresultaten risico deelnemers
- 11,7
3,1
15.
Saldo waardeoverdrachten
- 457,9
- 3,1
16.
Pensioenuitkeringen
- 230,8
- 221,0
17.
Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Saldo waardeoverdrachten Overige wijzigingen
- 95,5
- 90,8
-
- 118,4
- 140,1
- 142,1
230,2
218,4
2,9
2,7
- 500,5
227,6
-
- 170,9
374,6
3,4
- 5,7
- 25,9
- 134,1
- 96,0
48,8
- 16,4
18.
Mutatie voorzieningen voor risico deelnemers
19.
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
0,8
- 0,3
20.
Herverzekeringen
0,5
0,4
21.
Uitvoeringskosten
- 3,8
- 3,7
22.
Overige baten
-
0,6
23.
Overige lasten
- 4,2
- 3,6
Saldo baten en lasten
- 1.652,5
- 45,6
Mutatie algemene reserve
- 1.743,7
- 43,7
86,5
34,2
4,7
- 36,1
- 1.652,5
- 45,6
Mutatie herwaarderingsreserve Mutatie reserve toeslag werknemers
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
46
KASSTROOMOVERZICHT (in miljoenen euro’s) 2008
2007
- 7.477,7
- 3.901,8
7.515,7
3.753,7
- 27,1
274,3
- 6,2
- 8,6
4,7
117,6
98,1
110,1
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankopen en verstrekkingen beleggingen Verkopen en aflossingen beleggingen Directe beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Premiebijdragen risico deelnemers Pensioenuitkeringen Saldo waardeoverdrachten
13,9
14,6
- 230,8
- 221,0
- 4,8
- 2,6
Herverzekeringen
0,5
0,4
Uitvoeringskosten
- 5,2
- 5,5
Overige baten en lasten
- 4,2
- 4,6
Mutatie vorderingen korte termijn
3,1
- 2,0
Mutatie overige schulden en overlopende passiva
4,0
3,5
- 125,4
- 107,1
- 120,7
10,5
42,7
32,2
- 78,0
42,7
Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen per 1 januari
Stand liquide middelen per 31 december*
*In verband met het negatieve saldo zijn de liquide middelen in 2008 opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
47
TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE JAARREKENING Activiteiten Het doel van Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel, statutair gevestigd te Arnhem, is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het fonds heeft besloten om met ingang van boekjaar 2008 de herziene richtlijn 610 voor de verslaggeving van pensioenfondsen toe te passen. Toepassing van deze richtlijn heeft geen invloed op het resultaat en het vermogen. Wel heeft deze geleid tot aanpassingen in de presentatie en rubriceringen. Lopende intrest, liquide middelen, vorderingen en schulden met betrekking tot de beleggingen zijn verantwoord onder beleggingen. De vergelijkende cijfers zijn aangepast.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Alle bedragen zijn vermeld in miljoenen euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen zijn gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op historische kostprijs, tenzij anders is vermeld. Voor zover noodzakelijk, wordt op activa een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Verwerking van activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
48
omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actieve of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Saldering Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
in de balans actief en de de posten op verplichtingen
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen. Voor ongerealiseerde waardeveranderingen van niet beursgenoteerde beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering beschikbaar is wordt een herwaarderingsreserve opgenomen die wordt gevormd uit de bestemming van het resultaat. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar de rapporteringvaluta euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
US dollar
31-12-2008
31-12-2007
1,3900
1,4621
0,9668
0,7345
126,0080
163,3329
Zwitserse frank
1,4795
1,6553
Zweedse kroon
Brits pond Japanse yen
10,9924
9,4495
Deense kroon
7,4432
7,4565
Noorse kroon
9,7333
7,9387
Poolse zloty
4,1187
3,5957
Beleggingen voor risico pensioenfonds Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd op actuele waarde.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
49
Participaties in beleggingsinstellingen die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen van deze soort beleggingen. Vastgoedbeleggingen Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde die is bepaald op basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de marktwaarde. Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel en de looptijd. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Commodities De commodities worden gewaardeerd tegen actuele waarde, te weten de som van de relevante marktnoteringen van de commodity future notes en de contante waarde van het obligatiedeel. Beleggingen voor risico deelnemers De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers zijn gelijk aan die voor de beleggingen die voor rekening van het fonds worden aangehouden. Voor risico van deelnemers wordt belegd in aandelen en obligaties. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen De herverzekerde pensioenverplichtingen zijn gewaardeerd tegen de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringspolissen, berekend volgens de door het fonds gehanteerde actuariële grondslagen. Vorderingen en overlopende activa Vordering worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
50
Stichtingskapitaal en reserves Algemene reserve De algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van niet gekwantificeerde risico’s, zoals algemene bedrijfsrisico’s en kostenrisico’s, als buffer voor beleggingsrisico’s en als bron voor mogelijke toekomstige indexaties. Het saldo van baten en lasten wordt via de resultaatbestemming en na aftrek van het saldo van de mutaties in de bestemde reserves, toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserve, al naar gelang de uitkomst. Herwaarderingsreserve Op grond van Burgerlijk Wetboek 2.9 artikel 390 lid 1 neemt een pensioenfonds een wettelijke reserve herwaardering op voor beleggingen die zijn gewaardeerd tegen actuele waarde en waarvoor geen frequente marktnotering beschikbaar is. Deze reserve wordt aangehouden voor: •
Niet gerealiseerde waardevermeerderingen van beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering voorhanden is en waarvan de waardeveranderingen via de beleggingsopbrengsten zijn verantwoord.
•
Niet gerealiseerde waardevermeerderingen van financiële derivaten die als afdekkingsinstrument dienen.
Reserve toeslag werknemers Deze reserve wordt aangewend voor de financiering van de voorwaardelijke toeslagverlening van de pensioenaanspraken van werknemers in actieve dienst. Bijboekingen:
-
De pensioengrondslaggerelateerde werknemerspremie. Per 6 juli 2005 is ten behoeve van de reserve toeslag werknemers door AkzoNobel een bedrag gestort ter hoogte van € 50 mln. als voorschot op genoemde werknemerspremies. In mei 2008 is het bedrag van € 50 mln ingelopen door de som van de na 1 juli 2005 verschuldigde werknemerspremies. Tot mei 2008 heeft het fonds geen pensioengerelateerde werknemerspremie ontvangen. Vanaf mei 2008 draagt AkzoNobel de bedoelde werknemerspremie weer aan het fonds af.
-
Rendementgeldmarktrente.
Maandelijks wordt over de beginstand van de reserve een rendement bijgeschreven. Dit rendement is gebaseerd op de geldmarktrente met een looptijd van drie maanden. Afboekingen:
-
Kosten van toeslagverlening van pensioenaanspraken van actieve deelnemers worden, tot maximaal het gereserveerde bedrag, ten laste van deze reserve gebracht.
Achtergestelde leningen Op 30 september 2005 is door AkzoNobel een lening verstrekt met als mogelijke aflossingsdatum 30 september 2013 en een rentepercentage van 3,5%. Aan de aflossing van de lening zijn voorwaarden verbonden betreffende de vermogenspositie op aflossingsdatum en het oordeel van DNB hierover. Waardering vindt plaats tegen verkrijgingsprijs in plaats van de geamortiseerde kostprijs, omdat de aflossingsdatum niet bekend is.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
51
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de toegekende onvoorwaardelijke toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten (ook voor indexatiebesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex antecondities) zijn in de berekening begrepen. Bij de berekening van de voorziening wordt voor arbeidsongeschikten rekening gehouden met de tot pensioendatum op te bouwen pensioenaanspraken. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: §
Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur, zoals gepubliceerd door DNB, per einde boekjaar (2008 3,63% en 2007 4,84%).
§
Overlevingstafels: GBM-V 2000-2005 met leeftijdsterugstelling van 2 jaar.
§
Onbepaalde partnersysteem voor deelnemers jonger dan 65 jaar en bepaalde partnersysteem voor deelnemers van 65 jaar of ouder.
§
Voor partnerpensioen en ongehuwdenpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de verzekerde vrouw.
§
Kostenopslag ter grootte van 1,25% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten.
§
Opslag voor toekomstige sterfteontwikkeling van 3,5%.
Overige technische voorzieningen Het fonds houdt een IBNR voorziening aan om rekening te houden met de toekomstige schadelast voor zieke deelnemers op balansdatum die na twee wachtjaren arbeidsongeschikt kunnen worden verklaard. De verplichting wordt geschat op basis van de risicopremie voor arbeidsongeschiktheid. Voorzieningen voor risico deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen. Schulden en overlopende passiva De overige passiva worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd op verkrijgingsprijs.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
52
Resultaatbepaling Algemeen Voor zover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking hebben. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Premiebijdragen risico deelnemers Dit betreft ontvangen (vrijwillige spaar)bijdragen van deelnemers in het kader van de beschikbare premieregeling. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt verstaan alle aan het boekjaar toe te rekenen inkomsten uit beleggingen, zijnde dividend van aandelen en de aan het boekjaar toe te rekenen rentebedragen van obligaties, leningen op schuldbekentenis en liquide middelen. Onder indirecte beleggingsopbrengsten wordt verstaan de verandering in de waarde van beleggingen. Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies en valutaverschillen. Beleggingsresultaten risico deelnemers De grondslagen voor bepaling van het resultaat betreffende beleggingsresultaten risico deelnemers zijn gelijk aan de grondslagen voor bepaling van het resultaat betreffende beleggingsresultaten risico pensioenfonds. Saldo waardeoverdrachten De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Uitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de indirecte methode opgesteld. Er is onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit beleggingsactiviteiten en pensioenactiviteiten.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
53
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2008 1.
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoed Aandelen
Vast- Derivaten Commodities Eliminatie rentende
voor
waarden
risico
Totaal
deelnemers Stand 1 januari 2007 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen
588,4 202,5 - 177,0
2.287,5
2.002,7
7,6
57,8
- 65,1
4.878,9
3.899,4
-
65,1
- 11,9
5.861,5
- 1.854,2 - 3.724,7
1.706,4
- 113,8
-
- - 5.869,7
Herwaardering
- 74,5
38,3
- 62,7
94,2
23,8
- 3,2
15,9
Stand 31 december 2007
539,4
2.178,0
2.114,7
- 12,0
146,7
- 80,2
4.886,6
4,8
24,2
74,8
-
5,1
-
108,9
544,2
2.202,2
2.189,5
- 12,0
151,8
- 80,2
4.995,5
Opname liquiditeiten en overige vorderingen en schulden inzake beleggingen
Stand 31 december 2007 Overheveling derivaten*
Stand 31 december 2007 Aankopen/verstrekkingen
1.823,5
544,2 447,8
2.202,2
2.189,5
1.843,9
4.989,3
- 2.009,2 - 5.286,4
1.811,5
1.823,5
151,8
- 80,2
6.819,0
122,3
74,3
42,0
7.519,6
- 122,3
- 23,8
- - 7.918,4
Verkopen/aflossingen**
- 476,7
Herwaardering
- 124,5
- 901,3
12,6
114,4
- 51,9
-
- 950,7
- 2,3
- 11,8
- 26,4
0,1
- 2,8
-
- 43,2
388,5
1.123,8
1.878,6
102,5
147,6
- 38,2
3.602,8
Mutatie liquiditeiten en overige vorderingen en schulden inzake beleggingen
Stand 31 december 2008 Overheveling derivaten*
Stand per 31 december 2008
1.254,2
388,5
1.123,8
1.878,6
1.356,7
1.254,2
147,6
- 38,2
4.857,0
* De derivaten met een negatieve positie zijn opgenomen onder de overige schulden. **Inclusief de uitpassing van OBS die is verrekend door de overdracht van beleggingen (446,1 mln).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
54
Specificatie liquiditeiten en overige vorderingen en schulden inzake beleggingen: 2008
2007
Liquide middelen
17,1
54,1
Lopende intrest
48,6
54,8
65,7
108,9
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen.
Echter,
bepaalde
financiële
instrumenten,
zoals
valutatermijncontracten
zijn
gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt: (directe en afgeleide)
Waarderings-
Markt-noteringen
modellen en
Totaal
-technieken Per 31 december 2007 Vastgoed
217,8
Aandelen
2.202,2
Vastrentende waarden
2.132,9
326,4
544,2 2.202,2
56,6
2.189,5
Derivaten
-12,0
-12,0
Overige beleggingen
151,8
151,8
Eliminatie voor rekening deelnemers*
-80,2
4.472,7
-80,2
522,8
4.995,5
* Voor zover intern belegd.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
55
(directe en afgeleide)
Waarderings-
Markt-noteringen
modellen en
Totaal
-technieken Per 31 december 2008 Vastgoed
102,0
Aandelen
1.123,8
Vastrentende waarden
1.823,6
Derivaten Overige beleggingen Eliminatie voor rekening deelnemers*
286,5 55,0
1.878,6
102,5
102,5
147,6
147,6
-38,2
3.011,2
388,5 1.123,8
-38,2
591,6
3.602,8
* Voor zover intern belegd.
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen voor het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Valutaderivaten:
forward transacties worden gewaardeerd op de bestaande renteverschillen.
Aandelenderivaten:
beursgenoteerde futures worden gewaardeerd op marktwaarden.
Rentederivaten:
rente swaps worden gewaardeerd op basis van een afgeleide DNB rentecurve.
Vastgoed De beleggingen in vastgoed betreffen vastgoed aandelen. De vastgoed aandelen kunnen als volgt worden gesplitst 31-12-2008
31-12-2007
Beursgenoteerd
101,9
217,8
Niet beursgenoteerd
286,6
326,4
Totaal
388,5
544,2
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
56
Aandelen Specificatie aandelenportefeuille naar bedrijfstak 31-12-2008
In %
31-12-2007
In %
Energie
98,7
9,9
183,6
Grondstoffen
43,8
4,4
136,2
7,6
Industrie
95,2
9,5
247,4
13,7
Duurzame consumentengoederen
10,2
79,5
8,0
172,9
9,6
Niet duurzame consumentengoederen
125,5
12,6
132,7
7,4
Gezondheidszorg
137,0
13,8
155,5
8,6
Financiële instellingen
172,0
17,2
364,3
20,2
Informatie technologie
84,7
8,5
166,2
9,2
Telecommunicatie
86,9
8,7
125,7
7,0
Nutsbedrijven
62,9
6,3
93,2
5,2
Liquiditeiten en overige
11,1
1,1
22,9
1,3
997,3
100,0
1.800,6
100,0
Beleggingsfondsen
126,5
401,6
1.123,8
2.202,2
Specificatie aandelenportefeuille naar regio 31-12-2008
In %
31-12-2007
In %
Europa
514,5
45,8
1.088,6
49,4
Verenigde Staten
369,5
32,9
632,8
28,8
Japan
113,3
10,1
182,9
8,3
Opkomende markten
126,5
11,2
297,9
13,5
1.123,8
100,0
2.202,2
100,0
Totaal De aandelen zijn beursgenoteerd.
Per balansdatum is een bedrag van € 123,4 mln (31 december 2007: € 330,6 mln) aan aandelen uitgeleend. Voor het risico van niet teruglevering zijn zekerheden in de vorm van liquiditeiten ontvangen tot een bedrag van € 128,1 mln (31 december 2007: € 342,1 mln).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
57
Vastrentende waarden Specificatie vastrentende waarden naar soort
31-12-2008
31-12-2007
1.868,4 10,2
2.179,3 10,2
1.878,6
2.189,5
Obligaties Leningen op schuldbekentenis
De leningen op schuldbekentenis zijn niet beursgenoteerd.
De obligaties kunnen als volgt worden gesplitst
Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd
Totaal
Specificatie obligatieportefeuille naar bedrijfstak Overheden en overheidsinstellingen
31-12-2008
In %
31-12-2007
In %
1.823,6
97,6
2.132,9
97,9
44,8
2,4
46,4
2,1
1.868,4 100,0
2179,3
100,0
31-12-2008
In %
31-12-2007
In %
1.297,8
69,5
1.546,9
71,0
Financiële instellingen
454,8
24,3
496,2
22,8
Industrie en handelsondernemingen
111,7
6,0
112,2
5,1
4,1
0,2
24,0
1,1
1.868,4
100,0
2.179,3
100,0
Liquide middelen en overig
Totaal
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
58
De obligaties kunnen als volgt worden gesplitst. Specificatie obligatieportefeuille naar regio
31-12-2008
In %
(x € 1 mln)
31-12-2007
In %
(x € 1 mln)
Oostenrijk
8,5
0,5
6,7
0,3
België
7,0
0,4
7,6
0,3
Frankrijk
338,9
18,1
430,5
19,8
Duitsland
430,0
23,0
411,2
18,9
80,6
4,3
62,8
2,9
14,9
0,8
27,9
1,3
181,0
9,7
281,6
12,9
Griekenland Ierland Italië Luxemburg
48,6
2,6
49,7
2,3
Nederland
244,2
13,1
263,8
12,1
Portugal
12,4
0,7
11,8
0,5
Slovenië
8,0
0,4
Slowakije
0,0
7,2
0,4
8,0
0,4
90,1
4,8
134,2
6,2
1.471,4
78,8
1.695,8
77,9
Kroatië
9,0
0,5
5,2
0,2
Tsjechië
5,2
0,3
0,0
0,0
Denemarken
59,8
3,2
41,0
1,9
Noorwegen
26,4
1,4
10,2
0,5
Polen
21,6
1,1
26,1
1,2
Zweden
29,9
1,6
47,4
2,2
0,0
0,0
7,5
0,3
168,4
9,0
249,4
11,4
320,3
17,1
386,8
17,7
Australië
5,1
0,3
5,1
0,2
Canada
5,3
0,3
5,0
0,2
Russische Republiek
4,1
0,2
5,7
0,3
58,1
3,1
56,9
2,6
72,6
3,9
72,7
3,3
1.864,3
99,8
2.155,3
98,9
4,1
0,2
24,0
1,1
1.868,4
100,0
2.179,3
100,0
Spanje Europa eurolanden
Zwitserland Verenigd koninkrijk Europa niet eurolanden
Verenigde Staten Overige landen
Totaal Liquiditeiten Totaal
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
59
Per balansdatum is een bedrag van € 550,7 mln (31 december 2007: € 1.026,2 mln) aan obligaties uitgeleend. Voor het risico van niet-teruglevering zijn zekerheden in de vorm van liquiditeiten ontvangen tot een bedrag van € 571,4 mln (31 december 2007: € 1.061,8 mln). Leningen op schuldbekentenis Deze post betreft twee leningen verstrekt aan de verzekeraars Ennia (Aegon) en RVS (Nationale Nederlanden) met een rente van respectievelijk 4% en 3% en een looptijd tot respectievelijk 2010 en 2016 voor een bedrag van respectievelijk € 0,1 mln en € 10,1 mln. Derivaten 31-12-2008
31-12-2007
Valutaderivaten
69,4
3,8
Rentederivaten
33,1
- 15,8
102,5
- 12,0
De valuta- en rentederivaten zijn niet beursgenoteerd.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Type contract
Expiratie-
Onderliggend
Actuele
Actuele
datum
contract
waarde
waarde
omvang
activa
passiva
Valutatermijncontracten USD
maart 2009
-795,3
616,3
573,8
Valutatermijncontracten GBP
maart 2009
-211,0
239,9
218,5
Valutatermijncontracten JPY
maart 2009
-13.203,6
110,7
105,2
Aandelen index futures EUR
maart 2009
61,7
-
-
Aandelen index futures USD
maart 2009
124,2
-
-
Bond futures EUR
maart 2009
-156,1
-
-
Renteswaps EUR
april 2021
125,0
133,6
127,4
Renteswaps EUR
april 2026
110,0
119,5
112,1
Renteswaps EUR
april 2036
75,0
87,2
76,4
Renteswaps EUR
april 2046
40,0
49,5
40,8
1.356,7
1.254,2
Totaal
De contractomvang geeft het bedrag aan van de onderliggende positie (in lokale valuta) waarover het contract is afgesloten. De actuele waarde is de waarde als het contract ultimo jaar zou worden verkocht of teruggedraaid. Margin calls op derivaten worden dagelijks dan wel wekelijks door middel van kasgelden of kasgeldequivalenten afgerekend. In verband met de marginverplichting voor index futures is een bedrag van €
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
60
21,3 mln als zekerheid in de vorm van liquiditeiten verstrekt. Met betrekking tot de rentederivaten zijn zekerheden ontvangen in de vorm van liquiditeiten voor een bedrag € 32,7 mln. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007: Type contract
Expiratiedatum
Onderliggend
Actuele
Actuele
contract
waarde
waarde
omvang
activa
passiva
Valutatermijncontracten USD
oktober 2008
-1.296,0
882,8
888,7
Valutatermijncontracten GBP
oktober 2008
-17,3
24,4
23,4
Valutatermijncontracten USD
december 2008
-93,0
64,6
63,7
Valutatermijncontracten GBP
december 2008
-245,5
338,3
331,1
Valutatermijncontracten JPY
december 2008
-25.750,0
163,6
163,0
Bond futures EUR
maart 2008
111,7
-
-
Bond futures USD
maart 2008
-123,8
-
-
Renteswaps EUR
april 2021
125,0
121,9
126,3
Renteswaps EUR
april 2026
110,0
106,0
111,1
Renteswaps EUR
april 2036
75,0
71,7
75,7
Renteswaps EUR
april 2046
40,0
38,1
40,4
1.811,4
1.823,4
Totaal Commodities
Commodities (grondstoffen edele metalen)
31-12-2008
31-12-2007
147,6
151,8
147,6
151,8
De commodities zijn niet beursgenoteerd. 2.
Beleggingen voor risico deelnemers
Stand 1 januari Inleg en stortingen
2008
2007
87,9
71,5
21,3
24,5
Uitkeringen en onttrekkingen
- 58,6
- 11,3
Beleggingsresultaten deelnemers
- 11,7
3,1
0,1
0,1
39,0
87,9
Overige resultaten deelnemers
Stand 31 december
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
61
Specificatie beleggingen risico deelnemers
31-12-2008
31-12-2007
Aandelen
16,6
37,8
Vastrentende waarden
21,3
41,3
Overige beleggingen (liquide middelen)
0,3
1,1
Extern beheerd
0,8
7,7
39,0
87,9
31-12-2008
31-12-2007
5,3
5,6
3.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven:
Stand per 1 januari Benodigde interest
0,2
0,2
- 0,5
- 0,4
Wijziging marktrente
0,8
- 0,4
Overige
0,3
0,3
Stand per 31 december
6,1
5,3
Vrijval uitkeringen herverzekering
Overige contracten De werkgever heeft in het verleden bedrijven overgenomen waarvan de opgebouwde pensioenaanspraken zijn achtergebleven bij de verzekeraar waar het pensioen was ondergebracht. De deelnemers zijn volledig in de regeling van het pensioenfonds opgenomen, waarbij ook de bij het overgenomen bedrijf doorgebrachte diensttijd pensioengevend is geworden. De bij de verzekeraar opgebouwde nominale aanspraken worden als aftrekbedrag in aanmerking genomen binnen de regeling van het pensioenfonds. Bij pensionering wordt door APF het volledige pensioen uitbetaald. De uitkeringen die bij de betreffende verzekeraars zijn opgebouwd moeten worden gecedeerd aan het pensioenfonds .
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
62
4.
Vorderingen en overlopende activa
31-12-2008
31-12-2007
Overige vorderingen op sponsor
4,1
2,1
Overige vorderingen
2,8
7,3
Overlopende activa
0,4
0,9
7,3
10,3
Over de rekening-courantverhouding met de werkgever wordt geen intrest verrekend. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 5.
Liquide middelen
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. Het pensioenfonds heeft een ongebruikte kredietfaciliteit van € 18 mln.
6.
Stichtingskapitaal en reserves Stichtings-
Reserve
kapitaal
toeslag
Algemene Herwaarderingsreserve
reserve
Totaal
werknemers* Stand 1 januari 2007
0,1
36,1
1.470,8
29,5
1.536,5
-
- 36,1
- 43,7
34,2
- 45,6
0,1
-
1.427,1
63,7
1.490,9
-
4,7
- 1.743,7
86,5
- 1.652,5
0,1
4,7
- 316,6
150,2
- 161,6
Uit bestemming saldo van baten en lasten
Stand 31 december 2007 Uit bestemming saldo van baten en lasten
Stand 31 december 2008
* In verband met de financieringswijziging heeft AkzoNobel in 2005 een extra storting van € 50 mln. verricht. Deze heeft AkzoNobel gefinancierd uit toekomstige werknemerspremies. De storting is in de loop van 2008 ingelopen door gecumuleerde werknemerspremies. Sindsdien wordt de werknemerspremie weer afgedragen aan het pensioenfonds.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
63
Solvabiliteit
Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
31-12-2008
31-12-2007
149,3 683,0
171,4 766,6
De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als reservetekort en een dekkingstekort. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model. De dekkingsgraad wordt bepaald door het pensioenvermogen te delen door de pensioenverplichtingen. De achtergestelde lening wordt buiten beschouwing gelaten en dus niet bij het pensioenvermogen opgeteld. Continuïteit Het fonds heeft voor 1 april 2009 een herstelplan ingediend. In dit herstelplan is geformuleerd hoe het fonds zal trachten de vermogenspositie van het fonds te verbeteren en de continuïteit te waarborgen. De belangrijkste punten uit dit plan zijn: •
In 2010 wordt een nieuwe premieafspraak met Akzo Nobel Nederland bv gemaakt. De nieuwe premie zal voldoen aan de eisen uit de Pensioenwet met betrekking tot kostendekkendheid. Bij de vaststelling van
de
premie
wordt
het
huidige
en
toekomstige
karakter
van
de
pensioenregeling
(uitkeringsovereenkomst) in ogenschouw genomen. •
Zolang het eigen vermogen lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen (mvem) vindt geen toeslagverlening plaats. Na overschrijding van het mvem vindt gedempte toeslagverlening plaats volgens een leidraad. De hersteltermijn mag hierdoor niet in gevaar komen.
•
Het beleggingsbeleid wordt vooralsnog niet gewijzigd. Wel vindt onderzoek plaats naar mogelijke risico-/rendementsverbeteringen. Dit onderzoek kan leiden tot bijstelling van het beleid.
•
Valt het herstel tegen en falen de sturingsmiddelen beleggingsbeleid en gedempte toeslagverlening dan wordt getracht de financieringsafspraak met de werkgever zodanig te verbeteren dat hierdoor een grotere bijdrage aan het herstel wordt geleverd. Is het herstel ook daarna onvoldoende dan zal het bestuur overgaan tot het korten (afstempelen) van pensioenen. Uitgangspunt hierbij is een evenredige korting van pensioenaanspraken en –rechten van alle (gewezen) deelnemers en/of andere aanspraakgerechtigden. Voor uitvoering van de kortingsmaatregel wordt de maximaal door DNB toegestane datum (1 januari 2012) in acht genomen.
•
Bij voldoende herstel van de dekkingsgraad kan het bestuur overgaan tot geleidelijk herstel van niet toegekende toeslagen en/of gekorte pensioenaanspraken en –rechten.
Het herstelplan is ingediend bij DNB. Hierop is nog geen reactie ontvangen.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
64
7.
Achtergestelde leningen
Stand 1 januari 2007
100,0
Aflossingen
-
Stand 31 december 2007
100,0
Aflossingen
-
Stand 31 december 2008
100,0
De achtergestelde lening is gewaardeerd op de historische kostprijs. Waardering op geamortiseerde kostprijs is niet mogelijk, omdat de aflossingsdatum niet vaststaat. 8.
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen
Stand 1 januari 2007 Mutatie technische voorzieningen*
Stand 31 december 2007 Mutatie technische voorzieningen*
Stand 31 december 2008
3.331,5 96,0
3.427,5 134,1
3.561,6
*De specificatie van de mutatie is opgenomen in de staat van baten en lasten (punt 17).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
65
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorie van deelnemers als volgt samengesteld: 31-12-2008
31-12-2007
579,1
771,0
Deelnemers Gewezen deelnemers
462,1
361,3
Pensioengerechtigden
2.513,8
2.295,2
3.555,4
3.427,5
6,2
-
3.561,6
3.427,5
IBNR voorziening voor arbeidsongeschiktheid
Totaal
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. De technische voorzieningen hebben een langlopend karakter. Voor een uitgebreid verloop van de technische voorzieningen wordt verwezen naar de toelichting op de mutatie van de technische voorzieningen bij de staat van baten en lasten (pagina 57). Korte beschrijving van de pensioenregeling Voor een beschrijving van de pensioenregeling wordt verwezen naar pagina 22. Toeslagverlening Het toeslagbeleid kan als volgt worden verwoord: De indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het fonds. Er bestaat een ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie in een jaar is voorwaardelijk en is mede afhankelijk van de hoogte van reserve toeslag werknemers. De indexatie voor actieve deelnemers bedraagt maximaal de algemene loonindex van AkzoNobel met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.6 van het pensioenreglement. De indexatie voor inactieve deelnemers en reeds ingegane pensioenen bedraagt maximaal de ”CPI alle huishoudens, totaal” met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.7 van het pensioenreglement. De pensioenaanspraken voor actieve deelnemers zijn dit jaar niet geïndexeerd (2007: 3% per 1 juni 2007 en 3% per 1 april 2008). De pensioenaanspraken voor inactieve deelnemers waren in het vorige verslagjaar per 1 januari 2008 met 3% geïndexeerd. De pensioenrechten voor ingegane pensioenuitkeringen waren in het vorige verslagjaar per 1 januari 2008 met 3% geïndexeerd. Er is geen recht op toekomstige indexaties. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het fonds reserveert geld voor indexaties vanuit de werknemerspremies. Het bestuur heeft in de vergadering van 26 november 2008 besloten om in het verslagjaar geen indexatie toe te kennen van pensioenaanspraken. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
66
dus geen rekening gehouden met indexatie. Inhaalindexaties Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties worden toegekend. Inhaalindexaties zijn indexaties die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Inhaalindexaties zijn daarom op korte termijn niet te verwachten. Het bestuur van het fonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Voor de premievrije deelnemers en de gepensioneerden is deze specificatie in de volgende tabel opgenomen. Effectief per 1 januari van het jaar
Verwerkt in de voorziening van boekjaar
Volledige indexatie
Toegekende indexatie
%
9.
%
Verschil
%
2009
n.v.t.
3,1
-
-3,1
2008
2007
1,3
3,0
1,7
2007
2006
1,1
1,1
-
Voorzieningen voor risico deelnemers
Stand 1 januari 2007 Stortingen Onttrekkingen Waardemutaties
Stand 31 december 2007 Stortingen
71,5 24,5 - 11,4 3,3
87,9 21,3
Onttrekkingen*
- 58,6
Waardemutaties
- 11,6
Stand 31 december 2008
39,0
* inclusief de uitpassing van OBS (- € 37,9mln.)
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
67
10.
Schulden en overlopende passiva
Derivaten*
31-12-2008
31-12-2007
1.254,2
1.823,4
Uitkeringen Schulden aan kredietinstellingen**
0,3
0,3
78,0
-
Loonheffing en ziekenfondspremie
5,2
4,8
Te betalen kosten
11,3
8,0
Eureko koopsom uitvoeringsorganisatie***
14,1
15,9
7,3
6,5
1.370,4
1.858,9
Overige schulden
*De derivaten met een negatieve positie ultimo boekjaar worden van de beleggingen overgeheveld naar de schulden. **Het negatieve liquiditeitssaldo is als volgt samengesteld: vrije cash (12 mln positief, afwaardering van in liquiditeiten herbelegd collateral i.v.m. security lending (€ 17,5 mln negatief ) en afrekening van resultaten van index futures (€ 72,5 mln negatief). ***Eureko heeft een koopsom betaald aan APF voor de overname van de pensioenactiviteiten. Van deze koopsom valt elk jaar € 1,8 mln vrij. Deze vrijval is opgenomen in de uitvoeringskosten.
De schulden hebben een resterende looptijd van minder dan één jaar.
Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen die door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
68
De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: 2008 Dekkingsgraad per 1 januari Premieresultaat Uitkeringen Beleggingsresultaat Indexatie of korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten
2007
%
%
143,6
146,2
-0,7
0,1
3,0
3,2
-29,3
-2,4
0,0
6,2
-19,2
-8,6
Overige
-1,9
-1,1
Dekkingsgraad per 31 december
95,5
143,6
Wijziging marktrente
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: 31-12-2008 Technische voorzieningen volgens jaarrekening Herverzekeringen
Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering)
3.561,6 -6,1
3.555,5
Buffers: S1 Renterisico
216,0
S2 Risico zakelijke waarden
533,0
S3 Valutarisico
97,0
S4 Grondstoffenrisico
64,0
S5 Kredietrisico
27,0
S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers) Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet)
77,0 -331,3
682,7 4.238,2
Aanwezig vermogen (Totaal activa – schulden = pensioenvermogen)
3.393,9
Surplus/tekort
- 844,3
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
69
Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risico’s bepaalde derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen van de vereiste buffers op de volgende wijze rekening gehouden: Renterisico Beursgenoteerde rentederivaten verlagen het renterisico van de verplichtingen met maximaal 10%. Valutarisico De exposure van het valutarisico wordt door het inzetten van valutaderivaten beperkt tot maximaal 6% van het pensioenvermogen. Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke asset mix in de evenwichtssituatie. Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: §
beleggingsbeleid
§
premiebeleid
§
herverzekeringsbeleid
§
indexatiebeleid.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door Syntrus Achmea in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
70
Valutarisico Het totaalbedrag dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo jaar 32,5% (2007: 38,1%) van de beleggingsportefeuille en is voor 77,4% (2007: 76,0%) afgedekt naar de euro. De belangrijkste valuta (82,8%) daarin zijn USD, GBP en JPY. Het strategische beleid van het fonds is om USD, GBP en JPY op strategische gewichten af te dekken. Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten € 69,4 mln. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2008 Vastgoedbeleggingen
31-12-2007
38,1 783,3
88,3 1.482,3
Vastrentende waarden
184,2
215,6
Overige
154,6
148,8
1.160,2
1.935,0
Aandelen
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: 2008
2007
Positie voor
Valuta-
Nettopositie
Nettopositie
afdekking
derivaten
na afdekking
na afdekking
US Dollar
614,8
573,8
41,0
112,9
Britse pond
232,1
218,5
13,6
66,8
Japanse yen
113,4
105,2
Zwitserse frank
85,9
8,2
19,9
85,9
112,4
Zweedse kroon
37,9
37,9
73,1
Deense kroon
67,4
67,4
59,5
Noorse kroon
3,0
3,0
12,0
Poolse zloty
5,7
5,7
8,4
262,7
465,0
Totaal
1.160,2
897,5
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
71
Balanswaarde
31-12-2008
31-12-2007
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten)
1.878,6
6,2
6,0
Duration van de vastrentende waarden (na derivaten)
1.878,6
8,6
7,9
Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
3.561,6
11,6
11,4
Op balansdatum is de duration van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur) daalt, waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds kan gericht zijn op het verkleinen van de “duration-mismatch”. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het kopen van meer langlopende obligaties in plaats van aandelen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), binnen de portefeuille kortlopende obligaties vervangen door langlopende obligaties of door middel van renteswaps of swaptions. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Hierdoor wordt de “duration-mismatch” verkleind, maar het fonds wordt wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het pensioenfonds aan de tegenpartij betaald. Met een swaption kan het pensioenfonds tijdelijk het risico van een verdere rentedaling afdekken. Hiervoor betaalt het fonds een premie. Bij het afsluiten van een swap of een swaption kunnen dus mismatchrisico’s worden afgedekt en worden nieuwe risico’s geïntroduceerd die gepaard gaan met dit soort instrumenten (zoals liquiditeit-, tegenpartij- en juridisch risico). De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31 december 2008 EUR Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd 1 < > 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
31 december 2007
%
EUR
63,8
3,4
%
59,8
2,7
781,7
41,6
945,8
43,2
1.033,1
55,0
1.183,9
54,1
1.878,6
100,0
2.189,5
100,0
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
72
Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 31 december 2008 EUR AAA
31 december 2007
%
EUR
%
1.238,8
65,9
1.434,5
65,5
AA
142,0
7,6
233,3
10,6
A
421,2
22,4
484,7
22,2
76,6
4,1
37,0
1,7
1.878,6
100,0
2.189,5
100,0
BBB
Inzake concentratie van risico’s kan worden gemeld dat ultimo 2008 sprake is van beleggingen in individuele tegenpartijen groter dan 2 % van het balanstotaal. (2007 idem). Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: §
Als gevolg van de samenstelling van het verzekerden bestand zijn de uitkeringen structureel hoger dan de premies.
§
Ultimo 2008 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren.
§
Met een kredietinstelling is een stand-by-faciliteit van € 18 mln overeengekomen welke onmiddellijk opvraagbaar is (31 december 2007 eveneens € 18 mln).
Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
73
pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van de meest recente overlevingstafels met adequate correcties voor ervaringssterfte en een opslag voor sterftetrend-ontwikkeling is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Concentratierisico Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Dit betreft per 31 december 2008 de volgende posten: Asset categorie
Debiteur
% van balans totaal
Vastgoed
ING Residential
2,8
Vastrentende waarden
Duitsland
10,7
Frankrijk
6,9
Italië
4,6
Nederland
3,5
Verenigd Koninkrijk
2,3
Griekenland
2,2
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
74
Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Gevoeligheidsanalyse Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Ontvangen zekerheden en garanties Het APF maakt sinds jaren gebruik van security lending, waarbij als collateral in veel gevallen cash door de tegenpartij wordt gestort. In verband met het uitlenen van deze effecten zijn zekerheden ontvangen in liquiditeiten (€ 699,5 mln). Deze cash wordt door Northern Trust (NT) via een pool belegd in hoofdzakelijk kortlopende instrumenten. Tot 18 september (deconfiture Lehman) werd deze cash pool gewaardeerd op 100%. Door de deconfiture van Lehman en de opgelopen credit spreads, ook voor relatief kortlopend papier, kon NT de Net Asset Value van de pool niet meer op 100% handhaven. Dit heeft geleid tot een niet gerealiseerde herwaardering in het verslagjaar van € 17,3 mln. Aangezien collateral niet wordt opgenomen in de in de balans en resultatenrekening van het pensioenfonds, maar het resultaat wel moet worden verwerkt, is de afwaardering verwerkt als negatieve beleggingsopbrengst. De liquide middelen zijn met hetzelfde bedrag verlaagd. De waarde van de cash pool wijzigt dagelijks en is inherent aan beleggen in leningen. De uiteindelijke waardedaling kan theoretisch vrijwel geheel ongedaan worden gemaakt door toekomstige opwaarderingen van de beleggingen in de NT pool. Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft medio 2007 een uitbestedingovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea voor een periode van 10 jaar. De te betalen vergoeding in 2008 bedroeg € 7,8 mln. (2007: € 8,0 mln). De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt € 52,5 mln.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
75
Investeringsverplichtingen Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan er per balansdatum de volgende investerings- en stortingsverplichtingen (voorgenomen investeringen die per balansdatum nog niet uitgevoerd zijn): • Undrawn commitment ING Eur Off Fund: € 4,61mln. • Undrawn commitment ING French Residential Fund: € 9,31 mln. Deze verplichtingen zullen naar verwachting in het volgende boekjaar nagenoeg geheel worden afgewikkeld. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het fonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders De bestuurders zijn onbezoldigd. Er zijn leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. Bestuursleden die zitting hebben namens de gepensioneerden ontvangen een onkostenvergoeding. Overige transacties met verbonden partijen Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling is het volgende relevant: de werkgever is verantwoordelijk voor de aanlevering van basisgegevens. Met de werkgever heeft het fonds de afspraak dat voor een periode van vijf jaren een vaste premie wordt berekend. Er worden geen kosten doorbelast aan de werkgever.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
76
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
11.
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 2008
2007
Periodieke premies
68,5
78,0
Eenmalige koopsommen
28,2
30,8
1,4
1,3
98,1
110,1
FVP-koopsommen
De FVP-koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken. De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 17,2% (2007: 15,3%) van de loonsom. De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:: 2008
2007
Kostendekkende premie
101,5
102,5
Feitelijke premie
107,9
121,2
Met ingang van 2008 worden de kostendekkende en feitelijke premie vastgesteld inclusief de inkoop vanuit de BP saldi. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. De verschillen tussen de kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn het gevolg van de afspraak met de werkgever om het premiepercentage gedurende een periode van vijf jaar niet te wijzigen. De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: 2008
2007
Jaarlijkse inkoop
72,4
70,7
Solvabiliteitsopslag
13,9
15,8
Uitvoeringskosten
0,9
1,0
28,2
30,8
-13,9
-15,8
101,5
102,5
Extra premie prepensioen Solvabilteitsvrijval
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
77
12.
Premiebijdragen risico deelnemers
Periodieke premies Éémalige koopsommen
13.
2008
2007
14,0
15,2
0,4
1,3
14,4
16,5
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten
Indirecte
Kosten van
Totaal
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
beheer
2008
2008
2008
Vastgoed
18,2
- 123,7
- 105,5
Aandelen
43,7
- 888,6
- 844,9
Vastrentende waarden
85,5
9,3
94,8
Derivaten
- 1,7
- 51,5
- 53,2
8,7
- 66,3
- 57,6
Overige beleggingen* Kosten vermogensbeheer
154,4
- 1.120,8
2008
- 6,2
- 6,2
- 6,2
- 972,6
Totaal
*Commodities en liquide middelen
Directe beleggings-
Indirecte
Kosten van
opbrengsten
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
beheer
2007
2007
2007
Vastgoed
23,9
- 74,7
- 50,8
Aandelen
44,4
35,4
79,8
Vastrentende waarden
2007
82,9
- 60,8
22,1
Derivaten
1,4
94,2
95,6
Overige beleggingen*
5,9
23,8
Kosten vermogensbeheer
158,5
17,9
29,7 - 8,6
- 8,6
- 8,6
167,8
*Commodities en liquide middelen
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
78
14.
Beleggingsresultaten risico deelnemers
Aandelen Vastrentende waarden
2008
2007
-12,6
2,4
1,2
0,7
- 0,3
-
- 11,7
3,1
2008
2007
Overgenomen pensioenverplichtingen voor risico fonds
- 5,1
- 5,5
Overgedragen pensioenverplichtingen voor risico fonds
463,0
8,6
457,9
3,1
Extern belegd
15.
Saldo waardeoverdrachten
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren. De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt € 7,7 mln. Het resultaat op de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt in 2008 € - 2,6 mln (2007: € - 0,2 mln). De afname van de technische voorziening uit hoofde van de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt € 382,3 mln, inclusief € 363,6 mln uitpassing van OBS. Het resultaat op de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt in 2008 € - 42,8 mln, inclusief € - 46,1 mln uitpassing van OBS (2007: € 0,4 mln).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
79
16.
Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Nabestaandenpensioen
2008
2007
174,7
166,9
2,0
2,1
52,5
50,6
Wezenpensioen
0,6
0,6
Afkopen
1,0
0,8
230,8
221,0
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2008, zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 3% (2007: 1,1%). De post Afkopen betreft de afkoop van kleine pensioenen.
17.
Mutatie technische voorzieningen 2008
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Saldo waardeoverdrachten Overige wijzigingen
2007
- 95,5
-90,8
-
-118,4
- 140,1
-142,1
230,2
218,4
2,9
2,7
- 500,5
227,6
-
-170,9
374,6
3,4
- 5,7
-25,9
- 134,1
- 96,0
Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten en ouderdomspensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
80
pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,0% (2007: 4,5%). Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing
van
de
actuele
rentetermijnstructuur.
Het
effect
van
de
verandering
van
de
rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
18.
Mutatie voorziening voor risico deelnemers
Stortingen
2008
2007
21,3
24,4
(Beleggings)resultaat
- 11,6
3,3
Onttrekkingen*
- 58,6
-11,3
- 48,9
16,4
2008
2007
- 0,8
0,3
- 0,8
0,3
*Inclusief uitpassing OBS (€ -37,9 mln)
19.
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
Mutatie
Voor een toelichting op de mutatie wordt verwezen naar de toelichting op de het herverzekeringsdeel van de technische voorziening (pagina 40).
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
81
20.
Herverzekeringen 2008
2007
- 0,5
- 0,4
- 0,5
- 0,4
2008
2007
Bestuurskosten
0,1
-
Administratiekosten
3,0
3,0
Controle- en advieskosten
0,5
-
Contributies en bijdragen
0,2
0,2
Overige kosten
0,0
0,5
3,8
3,7
Uitkeringen
21.
Uitvoeringskosten
Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd. Specificatie van de accountantskosten 2008
2007
Advieskosten
0,1
0,0
Controle kosten
0,2
0,0
-
0,1
0,3
0,1
Ten laste van uitvoeringsorganisatie*
Totaal
*In 2007 werd een deel van de accountantskosten gedragen door de uitvoeringsorganisatie. Vanaf 2008 komen alle accountantskosten ten laste van het pensioenfonds.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
82
22.
Overige baten 2008
2007
Overige baten
-
- 0,6
Totaal overige baten
-
- 0,6
2008
2007
Rentelasten
3,5
3,5
Overige lasten
0,7
0,1
Totaal overige lasten
4,2
3,6
23.
Overige lasten
Personeelsleden en bezoldiging bestuur Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden zijn uitbesteed aan Achmea. Het bestuur ontvangt geen bezoldiging. Gepensioneerde leden van het bestuur en van de deelnemersraad ontvangen een kostenvergoeding. Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Arnhem, 26 mei 2009
Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Het bestuur drs. C.D. Kuijken (voorzitter)
drs. E.A. Henstra RC
mr. G.J. Niezen (vice voorzitter / secretaris)
mw. drs. M.G. Kleinsman RC
B.H. Bel AA
drs. H.C.B. van der Zee RA
mr. P.B. van der Boor
drs. C.W. van Zuijlen
drs. H. Brouwer mw. mr. M.D. Schraven L.F.L. Gering
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
83
G. Overige gegevens
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
84
RESULTAATVERDELING Volgens artikel D3.a van de algemene bedrijfstechnische nota wordt door het fonds een algemene reserve aangehouden. Deze is bedoeld voor het opvangen van niet gekwantificeerde risico’s, zoals algemene bedrijfsrisico’s en kostenrisico’s, als buffer voor beleggingsrisico’s en als bron voor mogelijke toekomstige indexaties. Het saldo van baten en lasten wordt via de resultaatbestemming en na aftrek van het saldo van de mutaties in de bestemde reserves en mutatie in de reserve toeslag werknemers, toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserves, al naar gelang de uitkomst. Het resultaat over het verslagjaar is na aftrek van het saldo van de mutaties in de bestemde reserves en de mutatie in de reserve toeslag werknemers, onttrokken aan de algemene reserve.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
85
ACTUARIËLE VERKLARING
OPDRACHT Door Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel te Arnhem is aan Towers Perrin de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008. GEGEVENS De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. WERKZAAMHEDEN Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Als onderdeel daarvan: heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. OORDEEL De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet., met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133 in verband met de situatie van dekkingstekort. Het bestuur van het pensioenfonds Akzo Nobel heeft eind maart 2009 een korte- en langetermijnherstelplan ingediend bij DNB. Deze plannen zijn tijdig ingediend.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
86
De technische voorzieningen zijn, in overeenstemming met de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijke minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is er sprake van een dekkingstekort ten aanzien van de verplichtingen aangegaan tot balansdatum,. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel is naar mijn mening onvoldoende, vanwege een dekkingstekort. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven betreffende toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. De maatregelen, genomen tot herstel van de financiële positie, zijn daarbij betrokken. Apeldoorn, 6 juli 2009
René de Vries AAG Verbonden aan Towers Perrin Netherlands B.V.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
87
ACCOUNTANTSVERKLARING Aan het bestuur van Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2008 van Stichting Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel te Arnhem bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de Staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het pensioenfonds. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
88
vermogen van Stichting Pensioenfonds per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 6 juli 2009
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. S. Barendregt – Roojers RA
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
89
H. Bijlagen
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
90
Verloopstaat deelnemers
2008
2007
11.992
12.070
Deelnemers Stand vorig boekjaar Nieuwe toetredingen
536
854
Uit dienst tredingen
- 534
- 675
Ingang pensioen
- 197
- 229
- 15
- 23
Overlijden Afloop Andere oorzaken
-
-
- 6.426
-5
Stand einde boekjaar
- 6.636
- 78
5.356
11.992
18.069
18.734
Gewezen deelnemers Stand vorig boekjaar Nieuwe toetredingen Uit dienst tredingen
534
675
Waardeoverdrachten
- 399
- 276
Ingang pensioen
- 954
- 945
- 76
- 80
-
-
246
- 39
Overlijden Afloop Andere oorzaken
- 649
- 665
17.420
18.069
19.754
19.565
Stand einde boekjaar Pensioengerechtigden Stand vorig boekjaar Ingang pensioen
1.151
1.174
Overlijden
- 499
- 490
Afloop Andere oorzaken
Stand einde boekjaar
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
- 61
- 78
- 398
- 417 193
189
19.947
19.754
91
Begrippenlijst
Actuariële en
Een 'bedrijfsplan' waarin integraal inzicht wordt gegeven in het functioneren
Bedrijfstechnische Nota
van het fonds. Naast gegevens over de bedrijfsvoering bevat deze nota
(ABTN)
informatie over het door het fonds gevoerde premie- en beleggingsbeleid.
Asset Liability
Het integrale beheer van beleggingen en verplichtingen met als doel de
Management (ALM)
beleggingen optimaal op de verplichtingen af te stemmen.
Asset mix
De opdeling van een beleggingsportefeuille in verschillende beleggingscategorieën, zoals vastrentende waarden, aandelen, onroerend goed, commodities en liquiditeiten.
Benchmark
Een ijkpunt waartegen ontwikkelingen in/van een beleggingsportefeuille worden afgezet. Hiervoor wordt een maatgevende index gekozen.
Collateral
In onderpand gegeven zekerheden ter dekking van aangegane marginverplichtingen.
Commodities
Grondstoffen (bijvoorbeeld olie, metalen etc.).
Custodian
Een bank die verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van
Directe
Netto exploitatieopbrengsten uit onroerende zaken, rente, dividend en
beleggingsopbrengsten
soortgelijke opbrengsten.
effecten zoals aandelen en obligaties.
Dekkingsgraad
De waarde van de bezittingen van een pensioenfonds als percentage van de waarde van de pensioenverplichtingen.
Duratie
Een maatstaf voor rentegevoeligheid en/of een gewogen gemiddelde looptijd van de contante waarde van verschillende kasstromen.
Duration gap
Het verschil tussen de duration van bezittingen (assets) en de duration van verplichtingen (liabilities).
Fed
Federal Reserve Board. De Amerikaanse centrale bank.
Feitelijke premie
In het financieel toetsingskader gehanteerde term. Het betreft de ontvangen werkgevers- en werknemersbijdragen.
FTK
Benaming van het nieuwe toezichtregime “Financieel toetsingskader” dat per 1 januari 2007 van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen. De nieuwe voorschriften zullen de huidige Actuariële principes pensioenfondsen vervangen. Het nieuwe toezichtsregime is verankerd in de Pensioenwet.
Futures
Een future (of termijncontract) is een financieel contract tussen twee partijen die zich verbinden om op een bepaald tijdstip een bepaalde hoeveelheid van een product of financieel instrument te verhandelen tegen een vooraf bepaalde prijs. Men komt dus een transactie in de toekomst overeen. Bij het fonds worden futures gebruikt om werkelijke asset mix in lijn te brengen met de strategische asset mix.
GBM/GBV
Gehele Bevolking Mannen en Gehele Bevolking Vrouwen, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor Statistiek.
IBNR
Incurred But Not Reported. Deze term wordt in de assurantiewereld gebruikt voor schades die wel zijn opgetreden voor balansdatum, maar nog niet zijn gemeld aan de verzekeraar.
Indirecte
Gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties van beleggingen en
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
92
beleggingsopbrengsten
valutaresultaten.
Intrest Rate Swaps (IRS)
Een financiële constructie waarbij intrest betalingen worden uitgewisseld met een tegenpartij. Dit wordt toegepast om het renterisico van het fonds te verminderen.
Kostendekkende
In het financieel toetsingskader gehanteerde term. De kostendekkende
premie
premie is de premie die volgens FTK voorschriften zou moeten worden ontvangen en bestaat onder andere uit: de premie voor de jaarlijkse inkoop van ouderdomspensioen, de risicopremies voor nabestaandenpensioen, een opslag voor excassokosten, solvabiliteitsopslag en uitvoeringskosten.
Marginverplichting
De margin betreft zowel het bedrag dat bij het ongedekt schrijven van opties bij bank of broker aan dient te worden gehouden als de waarborgsom die dient als zekerheid voor het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit een futures contract.
Performance
De beleggingsresultaten op basis van total returns die een vermogensbeheerder heeft behaald over een door hem gedurende een bepaalde tijd beheerde portefeuille. Deze prestatie wordt veelal vergeleken met die van de benchmark.
Reële waarde
De pensioenwet schrijft waardering van beleggingen tegen marktwaarde voor. Het begrip marktwaarde is te beschouwen als een synoniem van reële waarde. Om aan te sluiten op het toenemende gebruik (ook internationaal) van het begrip reële waarde (fair value) wordt dit begrip in dit rapport gehanteerd.
Rente Termijn Structuur
Een overzicht van rentepercentages behorende bij verschillende looptijden,
(RTS)
zoals maandelijks gepubliceerd door DNB.
Security lending
Security lending is het uitlenen van aandelen en obligaties voor een vastgestelde periode aan derden in ruil voor een geldelijke vergoeding. Doordat het economische eigendom bij de uitlener blijft, wordt er geen koersrisico gelopen.
Service Level
Beschrijving van overeengekomen dienstverlening tussen partijen bij
Agreement (SLA)
uitbesteding van bedrijfsprocessen.
Solvabiliteit
Een maatstaf die een indicatie geeft van de financiële positie van een organisatie.
Total returns
De som van directe en indirecte beleggingsopbrengsten, waarbij stortingen en onttrekkingen tijdsgewogen worden meegenomen, uitgedrukt in een percentage van het belegd vermogen.
Volatiliteit
Maatstaf voor de beweeglijkheid van de financiële markten. De aandelenbeurzen kunnen bijvoorbeeld een hoge of een lage volatiliteit tonen.
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.
WM Universum
De groep Nederlandse pensioenfondsen waarvan The WM Company de performancemeting heeft verricht op basis van gestandaardiseerde beleggingsgegevens van de totale portefeuille.
STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL
93