Jaarverslag 2011 Behorende bij de jaarrekening 2011
Stichting Cedergroep Amsterdam, mei 2012
Inhoudsopgave
1.
Bestuursverslag ..........................................................................................................2 1.1
Inleiding.............................................................................................................2
1.2
De kwaliteit van het onderwijs ...........................................................................3
1.3
Personeelsbeleid...............................................................................................8
1.4
Financiën en huisvesting .................................................................................13
1.5
Algemene informatie en leerlingaantallen ........................................................17
1.6
Namen / adresgegevens .................................................................................21
2.
Bericht van de Raad van Toezicht.............................................................................22
3.
Jaarrekening
1
1.
Bestuursverslag
1.1 Inleiding De Cedergroep omvat vijf scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeenten Amsterdam, Amstelveen en De Ronde Venen (Mijdrecht en Vinkeveen), met in totaal 6006 leerlingen, exclusief VAVO-leerlingen. Sinds 2000 zijn deze scholen bestuurlijk gefuseerd tot de Stichting Ceder: Hervormd Lyceum West (HLW) Amsterdam (vmbo-havo-vwo) Hervormd Lyceum Zuid (HLZ) Amsterdam (havo-vwo) Chr. Sg. Buitenveldert (CSB) Amsterdam (vmbo-havo-vwo) Hermann Wesselink College (HWC) Amstelveen (vmbo-havo-vwo) VeenLanden College (VLC) De Ronde Venen (vmbo-havo-vwo) De scholen van de Cedergroep werken vanuit een christelijke visie op opvoeding en onderwijs. Dit betekent dat het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen zich niet uitsluitend richt op de verwerving van kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het behalen van een diploma, maar ook op de overdracht van waarden en op een evenwichtige ontplooiing van de persoonlijkheid, geïnspireerd door de Bijbel en door de christelijke traditie. Vanuit deze gemeenschappelijke overtuiging en inspiratie kent elke Cederschool een eigen cultuur, onderwijsaanbod en activiteiten, die deels voortkomen uit eigen schoolbeleid, deels samenhangen met het karakter en de samenstelling van de eigen leerlingenpopulatie. In 2010 is het bestuurlijk perspectief binnen de Cedergroep opnieuw gedefinieerd en zijn de uitgangspunten vastgelegd in het herontwerp. In 2011 is het vernieuwde bestuurlijk perspectief in de praktijk gebracht. De samenwerking binnen het directieberaad heeft verder vorm gekregen, mede door met elkaar inhoudelijke onderwerpen te bespreken en gemeenschappelijke ambities te formuleren. De basis voor de verdere samenwerking is gelegd en de speerpunten voor gezamenlijk beleid zijn geformuleerd. Alle Cederscholen werken aan kwalitatief goed onderwijs en zijn transparant over de gerealiseerde onderwijsresultaten, vanuit een helder en onderscheidend onderwijsprofiel. De scholen werken aan onderwijskwaliteit vanuit het besef, dat de kwaliteit van de docent ‘het verschil maakt’. Professionele docenten, die zich verantwoordelijk weten voor de opbrengsten van het onderwijs zijn cruciaal. Schoolleiders faciliteren en dragen zorg voor een goede organisatie, vanuit een heldere missie en visie. In 2012 worden deze speerpunten verder uitgewerkt in een strategische agenda. Terugblikkend op 2011 stemmen de onderwijsresultaten van de scholen nog niet altijd tot tevredenheid, ondanks de voldoende beoordeling van de afdelingen door de onderwijsinspectie. De examenresultaten 2011 en de geconstateerde risico’s laten zien, dat een verdere verbetering en kwaliteitsimpuls noodzakelijk is. Tevredenheid is er over de basis van het personeelsbeleid, zoals onder meer zichtbaar wordt in de resultaten van het ziekteverzuimbeleid. Deze basis is belangrijk om de daling van de personele formatie, als gevolg van de daling van de leerlingaantallen in de toekomst op een goede manier vorm te geven. Wij willen de personele reductie zodanig invullen, dat de kwaliteit van het personeelsbestand zoveel als mogelijk behouden blijft. Dit zal een extra impuls op het gebied van het personeelsbeleid vragen. De groeiende professionalisering van de schoolleiding, met de ondersteuning van de controller is in 2011 zichtbaar aan het verbeterde financiële resultaat van de scholen en de Cedergroep. De kwaliteit van de managementrapportages is toegenomen, ingewikkelde dossiers zijn afgerond en de planningen controlcyclus is verbeterd. In 2012 zal verder gewerkt worden aan het meerjaren financieel perspectief, gebaseerd op een risico- analyse van alle scholen en de Cedergroep als geheel. In 2012 zal nadrukkelijk geïnvesteerd worden in de verdere professionalisering op alle lagen van de Cederorganisatie en de scholen. Vanuit de kracht van de groeiende samenwerking zie ik deze ontwikkeling met vertrouwen tegemoet. Amsterdam, mei 2012 Mevrouw drs. J.E.A.M. Merkx Voorzitter College van Bestuur
2
1.2 De kwaliteit van het onderwijs Inleiding Alle afdelingen van de Cederscholen hebben een basisarrangement van de onderwijsinspectie. De jaarlijkse opbrengstenkaart 2011 laat echter een aantal risico’s zien, die om aandacht en actie vragen om de doelstelling van kwalitatief goed onderwijs daadwerkelijk te blijven realiseren. Alle Cederscholen besteden gestructureerd aandacht aan kwaliteitsbeleid. De scholen gebruiken landelijke enquêtes om de waardering van leerlingen en ouders te meten, de resultaten te vergelijken met andere scholen en deze te gebruiken voor schoolspecifieke speerpunten. Alle Cederscholen nemen deel aan het project Vensters voor Verantwoording en maken hun resultaten bekend op de website van de scholen.
Opbrengsten 2011 Opbrengstenoordeel inspectie van het Onderwijs Het jaarlijkse opbrengstenoordeel van de inspectie is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het onderwijs. Het oordeel is gebaseerd op het rendement van de onderbouw en bovenbouw, het gemiddelde cijfer van het centraal examen en het verschil tussen het gemiddeld cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen. Een afdeling wordt onvoldoende beoordeeld wanneer de resultaten voor twee of meer indicatoren onvoldoende zijn. Uit de onderstaande tabel blijkt, dat het opbrengstenoordeel voor het merendeel van de afdelingen voldoende is.
Opbrengsten Inspectie van het Onderwijs over de resultaten 2009 -2011
Chr Sgm Buitenveldert Hermann Wesselink College Hervormd Lyceum Zuid Hervormd Lyceum West Veenlanden college
vmbo-t voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
havo voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende
vwo onvoldoende voldoende voldoende onvoldoende voldoende
Examenresultaten: slaagpercentage Onderstaande grafiek geeft het slaagpercentage van de verschillende afdelingen van de scholen weer. De examenresultaten zijn aanleiding om gericht te blijven werken aan de opbrengsten. Alle mavo- afdelingen, met uitzondering van het VLC (Vinkeveen) scoren onder het landelijke gemiddelde. Het omgekeerde is het geval bij de havo- afdelingen. De resultaten van de havo- afdelingen zijn op of boven het landelijke gemiddelde, met uitzondering van het hlw. Het vwo laat een wisselend beeld zien.
3
Examenresultaten: verschil tussen CE en SE
4
Onderstaande grafieken geven het verschil weer tussen het cijfer voor het centraal examen (CE) en het cijfer voor het schoolexamen (SE). De inspectie beoordeelt een half punt verschil of minder als voldoende. Uit onderstaande grafieken blijkt, dat de VMBO-t afdelingen van de scholen over het algemeen beter scoren, dan het landelijk gemiddelde. Dit geldt niet voor de havo- en vwo- afdelingen.
5
Examenresultaten: gemiddeld CE- cijfer In onderstaande grafiek zijn de gemiddelde cijfers voor het eindexamen over de afgelopen drie jaar weergegeven, vergeleken met alle Cederscholen en het landelijk gemiddelde. Uit deze grafiek blijkt dat met name de vwo- afdelingen van de Cederscholen onder het landelijke gemiddelde scoren. Dit geldt niet voor de vmbo-t en havo-afdelingen.
6
Kwaliteitsonderzoeken inspectie Ook in 2011 zijn alle scholen beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Alle afdelingen van de Cederscholen hebben een basisarrangement, dat wil zeggen dat er geen aanwijzingen zijn voor tekortkomingen in de onderwijskwaliteit. In het kader van het risicogestuurd toezicht zijn zorgen geconstateerd over de doorstroom en de opbrengsten van een aantal scholen. In de jaarplannen van de scholen wordt aandacht besteed aan het oplossen van de, door de Inspectie van het Onderwijs geconstateerde verbeterpunten. Het geplande kwaliteitsonderzoek van de havo- afdeling van het HWC heeft niet plaatsgevonden, op grond van de sterk verbeterde resultaten in 2011. Gezien de opbrengstenkaart 2012 zal een kwaliteitsonderzoek gepland worden voor de vwoafdelingen van HLW en CSB in het najaar 2012.
Kwaliteitszorg Sinds 2007 is begonnen met de uitvoering van een kwaliteitscyclus, waarbij ook een breed samengestelde visitatiecommissie is betrokken. Op grond van de bevindingen van de visitaties worden aanbevelingen gedaan voor verbetering. In 2011 heeft op het VLC deze visitatie plaatsgevonden, als input voor het schoolplan 2011- 2015, Ondanks de voldoende examenresultaten heeft het VLC geconstateerd, dat verbeteren van de opbrengsten noodzakelijk is, naast het ontwikkelen van een meer gevarieerde didactiek binnen de school. Op alle scholen wordt intensief en systematisch gewerkt aan het verbeteren van de resultaten. Analyse van de opbrengsten en bespreking met de secties en de teams is onderdeel van de aanpak op de scholen. Zo heeft het Hermann Wesselink College een aanzienlijke verbetering van de opbrengsten van de havo- afdeling gerealiseerd als resultaat van een intensief verbetertraject. Ook op het HLZ is in 2011 gericht gewerkt aan het verbeteren van de resultaten, in het bijzonder van de havoafdeling. Ook dit heeft een positief effect gehad op de examenresultaten in 2011. Ook besteden alle scholen aandacht aan de implementatie van de referentieniveaus voor taal en rekenen, in het verlengde van het al bestaande taal- en rekenbeleid van de scholen. Indien nodig worden achterstanden weggewerkt door middel van extra lessen taal en rekenen. Het pedagogisch klimaat in de scholen is en blijft uiterst belangrijk. De scholen willen een veilige en aantrekkelijke onderwijsomgeving bieden aan de leerlingen, waardoor leerlingen in staat zijn hun talenten goed te ontwikkelen. Het verzuim van leerlingen wordt op de voet gevolgd en gecommuniceerd aan de ouders, zowel via de schoolwebsite als telefonisch. Met het oog op de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2012 is het uitbreiden van het didactisch repertoire van docenten een thema op alle scholen binnen de Cedergroep.
7
Tevredenheid van ouders en leerlingen Onderstaande tabel geeft een beeld van de tevredenheid van ouders en leerlingen. De ouders van de Cederscholen zijn gemiddeld tevreden over de scholen, maar de score voor de leerlingen is onder het landelijk gemiddelde. Scholen gebruiken deze gegevens om te werken aan de verdere verbetering van hun onderwijskwaliteit.
Tevredenheid leerlingen en ouders
Chr Sgm Buitenveldert Hermann Wesselink College Hervormd Lyceum Zuid Hervormd Lyceum West Veenlanden college (Mijdrecht) Veenlanden college (Vinkenveen) Gemiddelde Cedergroep Landelijk gemiddelde
Leerlingen 6,6 6,5 6,5 7,4 6,2 6,5 6,6 6,8
Ouders 7,1 7,3 6,8 7,8 6,7 7,2 7,2 7,2
ICT De uitwisseling en samenwerking tussen de ICT-coördinatoren van de scholen onder leiding van Dick Alkema, als ICT-coördinator op Cederniveau is ook in 2011 naar tevredenheid voortgezet. Om meer zicht te krijgen op de scholingswensen van docenten zijn er in 2011 enquêtes voor medewerkers en een vragenlijst voor de secties ontwikkeld. Om de kwaliteit en de opbrengst van de vragenlijst te toetsen zijn de eerste gesprekken over ICT met de secties gevoerd. Aan de implementatie van de elektronische leeromgeving (ELO: Teletop) is verder vervolg gegeven.
Conclusie en voornemens 2012 Samenvattend kan vastgesteld worden, dat het onderwijsniveau van de afdelingen van de Cederscholen van voldoende niveau is en voor verbetering vatbaar, De risico- analyse maakt dit inzichtelijk. In 2011 zijn de resultaten van de havo- afdelingen van HWC en HLZ sterk verbeterd. De resultaten van de vwo- afdelingen van CSB en HLW vragen om een intensivering van de aanpak. In 2012 zal op alle scholen stevig gewerkt worden aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit, waar onder de examenresultaten. Ook zijn wij voornemens om een gemeenschappelijk toetsingskader te ontwikkelen voor de kwaliteitszorg op de scholen.
1.3 Personeelsbeleid Inleiding Professionele schoolleiders, docenten en onderwijsondersteunende medewerkers zijn cruciaal voor het realiseren van onderwijskwaliteit. Docenten maken het verschil, als het gaat om het realiseren van goed onderwijs. Goed personeelsbeleid is daarom cruciaal. De fundamenten van het personeelsbeleid binnen de Cedergroep zijn gelegd, wat onder meer zichtbaar is in de gesprekkencyclus, de resultaten op het gebied van de functiemix en het ziekteverzuimbeleid. De komende jaren zal de Cedergroep geconfronteerd worden met een daling van het leerlingaantal. De strategische personeelsplanning zal daardoor, maar ook door de vergrijzing meer aandacht gaan vragen. Daarnaast willen wij investeren in de professionele ontwikkeling van de medewerkers, mede in relatie tot de inzet van de middelen van de prestatiebox vo.
8
Samenstelling en ontwikkeling van het personeel Formatie omvang In totaal zijn bij de Cedergroep circa 617 medewerkers werkzaam, die gezamenlijk ongeveer 467,6 formatieplaatsen (fte) bezetten. De verdeling van de formatieplaatsen over de verschillende functiecategorieën laat het volgende beeld zien. De omvang van het onderwijzend personeel (OP) in 2011 is 357, 3 fte, naast 93,0 fte onderwijsondersteunend personeel, inclusief stafbureau (OOP) en 17,2 fte directie en bestuur. DIR
OOP
OP
Totaal
HLW
3,8
16,2
58,0
78,0
HLZ
2,0
12,8
50,9
65,7
CSB
2,6
13,2
45,2
61,0
HWC
3,0
23,6
96,7
123,3
VLC
4,9
24,2
106,3
135,4
Bestuur/staf
1,0
3,0
0,2
4,2
357,3
467,6
Totaal 17.3 93,0 Bron: formatieoverzicht Dyade okt.2011
Ten opzichte van 2010 is, in lijn met de begrotingsafspraken er sprake van een lichte formatiedaling met een omvang van 11,3 fte, die voornamelijk heeft plaatsgevonden bij de docenten (5,6 fte) en het onderwijsondersteunend personeel (5,5 fte). De directie formatie is vrijwel gelijk gebleven(daling is 0, 2 fte). Aan de daling van de directie formatie van het HLZ ligt de in oktober 2011 nog niet vervulde vacature conrector financiën, ten grondslag. Met ingang van 1 maart 2012 is in voornoemde vacature voorzien. Verdeling mannen/vrouwen Percentage mannen en vrouwen in het personeelsbestand Cedergroep 2011
HLW HLZ CSB HWC VLC Stafbureau Gem. Cedergroep
Directie Mannen vrouwen 75% 25 % 100 % 0% 33 % 67 % 33 % 67 % 40 % 60 % 0% 100 % 53 % 47 %
Mannen 50 % 53 % 55 % 36 % 34 % 0% 43 %
OOP vrouwen 50 % 47 % 45 % 64 % 66 % 100 % 57 %
OP mannen 49 % 50 % 43 % 50 % 50 % 100 % 49 %
Vrouwen 51 % 50 % 57 % 50 % 50 % 0% 51 %
Bron: Dyade dec..2
Het totale personeelsbestand bestaat voor 48,4% uit mannen en voor 51,6% uit vrouwen Binnen het Onderwijzend personeel (OP) is de landelijke trend naar feminisering van het onderwijs nog minder zichtbaar in de cijfers, met uitzondering van de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert. Dit laatste kan samenhangen met de recente groei van de leerlingenaantallen, waardoor relatief meer nieuw personeel werkzaam is op de school. In vergelijking met de cijfers van 2010 is het totale percentage vrouwen, dat werkzaam is binnen de Cedergroep toegenomen van 49,9% naar 51,6%. Het is voor het eerst, dat er meer vrouwen dan mannen werkzaam zijn. De Cedergroep volgt hiermee de landelijke ontwikkeling. Deze trend zal zich doorzetten in de toekomst door de uitstroom van personeel, als gevolg van pensionering.
9
Verdeling mannen en vrouwen per leeftijdscategorie Ceder overzicht verdeling mannen en vrouwen per leeftijdscategorie Leeftijdscategorie
Vrouw
man
Totaal
15-24 jaar
8
8
16 (2,6%)
25-34 jaar
64
37
101(16,5%)
35-44 jaar
84
68
152(24,8%)
45-54 jaar
95
81
176(28,8%
55-64 jaar
63
98
161(26,3%
65-99 jaar
2
4
6((1%)
316(51,6%)
296(48,4%)
612(100%)
Totaal Bron: Dyade dec..2011
Ruim de helft van de medewerkers van de Cedergroep bevindt zich in de leeftijdscategorie van 45 tot 65 jaar. Voor de Cedergroep is de gemiddelde leeftijd van het OP 44,3 jaar en van het OOP 49 jaar, wat nauwelijks afwijkt van het landelijke beeld. De gemiddelde leeftijd van het OP is landelijk 44,6 jaar en voor het OOP 47,5 jaar. Strategische personeelsplanning De bovenstaande cijfers geven aan, dat er de komende jaren een flinke uitstroom van personeel zal zijn gevolg van pensionering, Strategische personeelsplanning is van groot belang, om de te verwachten leerlingdaling te combineren met het behoud van personele kwaliteit. In verband met de verschuiving van de pensioenleeftijd en de grote groep medewerkers tussen 45 en 65 jaar, ziet de Cedergroep daarnaast het belang van personeelsbeleid gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers.
Kwaliteit personeel Competentieontwikkeling De Cederscholen zijn systematisch bezig met het verbeteren van de kwaliteit van de docenten/ medewerkers. In het kader van de verdere professionalisering van docenten/ medewerkers, zijn in 2011 verschillende Cederscholen op zoek geweest naar een bruikbaar instrument voor 360˚ feedback, waarvan de uitkomsten de basis kunnen vormen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De resultaten van de pilotscholen worden in het directieberaad met elkaar besproken en nauwlettend gevolgd. In de Ceder breed geformuleerde promotiecriteria voor de functiemix nemen de aanwezige en/of te verwerven competenties van medewerkers een belangrijke plaats in. Scholing heeft in 2011 op overwegend op schoolniveau plaatsgevonden. Als gemeenschappelijke thema’s komen onder meer naar voren, het versterken van het mentoraat en het verbeteren van de wijze van toetsen door docenten. Scholing en begeleiding van nieuwe docenten blijft een prioriteit, zo hebben alle scholen een inwerkprogramma voor nieuwe docenten, waarin begeleiding/intervisie/opleiding en evaluatie een grote rol spelen. Opleiden in school Zowel VLC als HWC zijn onderdeel van de Regionale Opleidings School Amstelland (ROSA). ROSA staat voor het aanbieden van kwalitatief goede opleidingsplaatsen aan stagiaires van de Universiteiten en Hogescholen. Deze kwaliteit wordt onder andere gewaarborgd, doordat de werkplekbegeleiders een opleiding als werkplekbegeleider hebben gevolgd. Tevens is gewaarborgd dat de schoolopleiders door hun eigen opleiding en hun positie goed contact onderhouden met de opleidingsinstituten en de schoolleiding. Dat betekent ook dat de schoolopleiders van de beide scholen een zeer actieve rol spelen als het gaat om bemiddeling van stagiaires vanuit de Universiteiten en Hogescholen.
10
Verzuimbeleid Binnen de Cedergroep is het verzuimbeleid goed ontwikkeld, zo is er een heldere verzuimprocedure en wordt er gewerkt met een eigen bedrijfsarts, die een dagdeel per week een roulerend spreekuur op de scholen verzorgt. In 2011 is gestart met het op het stafbureau managen van het ziekteverzuim, dat langer dan 40 weken duurt. Naast het gestructureerd overleg tussen de schoolleiding en de bedrijfsarts, vindt er jaarlijks een Ceder breed managementoverleg plaats. Tijdens dit overleg doet de bedrijfsarts verslag van de resultaten en adviseert hij onder meer over de verdere verbetering van de verzuimaanpak. Voor het registreren en monitoren van het ziekteverzuim wordt gebruik gemaakt van Humannet Verzuim. Gemiddeld ziekteverzuim 2011 HLW
HLZ
HWC
VLC
CSB
Cedergroep
1,37
3,66
4,15
4,28
3,01
3,30
Bron: Humannet Verzuim
Bovenstaande cijfers tonen aan, dat de implementatie van het verzuimbeleid tot resultaat leidt. Het verzuimpercentage voor 2011 van de Cedergroep (OP en OOP tezamen) is 3,3% en ligt daarmee lager dan het gemiddelde verzuim in Nederland (4,9%) én lager dan het percentage voor het OOP en het OP binnen het VO. Het verzuim daalde in 2011 met 0,3% ten opzichte van 2010 en komt daarmee op het laagste niveau vanaf 2007. De gemiddelde verzuimduur ligt met gemiddeld 10 dagen lager dan het landelijk gemiddelde (18 dagen). Een lage gemiddelde verzuimduur wijst veelal op een goede samenwerking tussen leidinggevenden en de bedrijfsarts/overige deskundigen, adequaat gebruik van medische zorg en ook met de creativiteit waarmee naar alternatief/ passend werk wordt gezocht. Op basis van de jaarlijkse evaluatie met de bedrijfsarts kan geconcludeerd worden dat de inspanningen van alle betrokkenen leiden tot tevredenheid over de resultaten van het ziekteverzuimbeleid in 2011. Verdere verbetering is bijvoorbeeld mogelijk op het gebied van het kort frequent verzuim van medewerkers.
Mobiliteit Cederoverzicht in- en uitstroom docenten 2011
HLW HLZ CSB HWC VLC Totaal Ceder
Aantal docenten augustus 2011 79 72 64 124 173 512
Instroom Aantal Percentage 8 10,1 % 21 29,1 % 13 20,3 % 20 16,1 % 21 12,1 % 83 16,2 %
Uitstroom Aantal Percentage 7 8,9 % 22 30,5 % 12 18,8 % 24 19,4 % 29 16,8 % 94 18,4 %
Bron: Dyade jan-dec.2011
Ondanks de toenemende krapte op de arbeidsmarkt voor docenten, heeft de mobiliteit van onderwijspersoneel zich ook in 2011 tijdelijk gestabiliseerd. De krapte lijkt daarmee wat minder nijpend. Het treffen van maatregelen ter voorbereiding op het te verwachten lerarentekort, in verband met de grote uitstroom van docenten de komende tien jaar (pensionering), blijft echter uiterst noodzakelijk. Dit jaar zien we in de Cedergroep voor het eerst een grotere uit- dan instroom. Dit heeft te maken met de noodzaak voor de scholen om te komen tot een efficiëntere inzet van personeel. Een aantal vacatures is daarom niet meer in gevuld. Er is in 2011 geen sprake geweest van boventalligheid op de scholen binnen de Cedergroep.
Werving en selectie
11
De trend, namelijk de toename van het aantal advertenties door het hele jaar heen, die vorig jaar zichtbaar werd, heeft zich dit verslagjaar gestabiliseerd. Er is een verschuiving opgetreden van advertenties in de krant naar het plaatsen van digitale advertenties. De scholen van de Cedergroep slagen er, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, nog steeds in kwalitatief goede medewerkers aan te trekken.
Functiemix De functiemix, als onderdeel van het Actieplan Leerkracht beoogt de positieverbetering van docenten in de vorm van hogere inschaling en kortere carrièrelijnen te realiseren. De functiemix is de verdeling van docenten over de salarisschalen. Scholen krijgen extra geld van het ministerie van OCW om leraren promotie te geven naar hogere docentfuncties, met bijbehorende beloning. In het kader van de functiemix moet elke school gefaseerd een voorgeschreven percentage bevorderingen realiseren. Scholen hebben tot 2014 de gelegenheid om aan de functiemix te voldoen, met een tussenmeting in oktober 2011. Het doel van de functiemix is vooral om een carrière als leraar aantrekkelijker te maken, waardoor de lesgevende leraren behouden kunnen blijven en nieuwe docenten aangetrokken worden. Om juist de leraren die voor de klas staan loopbaanperspectief en doorgroeimogelijkheden te bieden, is ervoor gekozen voor hen een loopbaanregeling te treffen. Goede leraren worden extra beloond, anderen worden gestimuleerd zich verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het volgen van een opleiding. De promoties, die uitgevoerd zijn op grond van beoordeling van competenties en werkinhoud (kwaliteit),van aanwezige docenten zijn afgerond. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, is de gewenste functiemix (2011) voor 3 scholen daadwerkelijk bereikt. Twee scholen zullen tot 2014 de tijd nemen om, in afstemming met de medezeggenschapsraad de functiemix te realiseren. Binnen de Cedergroep is gekozen om de functiemix vooral te blijven zien, als een instrument om kwaliteit van docenten te handhaven en te verhogen. Bovendien blijkt, dat op minimaal 2 scholen de LB- functie (nagenoeg) zal verdwijnen, als wij ons houden aan de verplichtingen van de functiemix. Dit achten wij niet wenselijk en zullen wij onder de aandacht blijven brengen van de beleidsmakers.
Overzicht van de nog te realiseren functiemix (FTE) per 1 oktober 2011* Docent functie LB LC LD
HLW -1,03 0,47 0,56
HLZ - 3,50 6,94 0,00
HWC - 3,83 10,15 0,00
VLC 0,00 1,13 0,00
CSB 0,00 0,38 0,00
* In de cijfers van de functiemix zijn ook vervangers opgenomen
.Conclusie
2011 en voornemens 2012
De resultaten op het gebied van het ziekteverzuim, de functiemix, scholing en gesprekkencyclus stemmen tot tevredenheid. In 2012 zal het verzuimbeleid gecontinueerd en verbeterd worden. Om de verzuimduur van medewerkers met psychische klachten te verkorten zal in een eerder stadium een behandelinterventie gedaan worden. Wat betreft de functiemix zal het huidige beleid voortgezet worden en zullen ook HWC en HLZ toewerken naar de doelstellingen van de functiemix. Afhankelijk van de landelijke beleidsontwikkelingen zal het Cederbeleid zo nodig bijgesteld worden. Wat betreft de scholing en gesprekkencyclus zal, in samenhang met de middelen uit de prestatiebox vo gerichte inzet plaatsvinden met het oog op het realiseren van de schoolspecifieke ambities. In 2012 zal allereerst de personele planning van groot belang zijn, met het oog op de te verwachten daling van leerlingaantallen en de noodzakelijke personele reductie om de daling van de lumpsum op te vangen. Het natuurlijk verloop op de scholen, onder meer als gevolg van pensionering en de aanwezigheid van tijdelijk personeel maakt, dat het kwantitatieve probleem zeer waarschijnlijk oplosbaar zal zijn. Het kwalitatieve probleem, onder meer door het vertrek van ervaren docenten en het beperkte aanbod op de arbeidsmarkt van docenten zal veel vragen van het personeelsbeleid van de scholen en de Cedergroep. Het aantrekken van professionele docenten en het behouden van deze docenten, bijvoorbeeld door goede ondersteuning en facilitering is een van de belangrijkste opgaven voor de komende jaren. Goede docenten blijven cruciaal voor het realiseren van onderwijskwaliteit.
12
1.4 Financiën en huisvesting Exploitatieresultaat Het resultaat over het boekjaar 2011 is € 342.526 negatief, wat een halvering betekent van het negatieve resultaat van 2010. Het resultaat 2011 maakt de inspanningen van de scholen om het evenwicht tussen baten en lasten te herstellen zichtbaar. Exploitatieresultaat
2011
Resultaat (x € 1.000) in % van de baten (rentabiliteit)
2010
2009
2008
343-
726-
107-
234
-0,8%
-1,7%
-0,3%
0,6%
Met uitzondering van het HLZ en het stafbureau hebben alle scholen een negatief exploitatieresultaat over 2011. Bij het HLW wordt dit negatieve resultaat veroorzaakt door het op orde brengen van de balanspost spaarverlof, die in 2010 abusievelijk was opgeheven. Bij het HLZ zijn de resultaten zichtbaar van de veranderingen die binnen de school zijn doorgevoerd, waaronder het vergroten van de klassen. Het negatieve resultaat bij het HWC wordt verklaard door de kosten ten gevolge van de spaarbapo. Het VLC is vooral in het tweede deel van 2011 geconfronteerd met onvoorziene personele lasten, als gevolg van moeilijk vervulbare en onverwachte vacatures. Het resultaat van de CSB blijft binnen de kaders van de begroting en zal met de verdere groei van het leerlingaantal de komende jaren positiever worden. Exploitatieresultaat
2011
2010
2009
2008
Hervormd Lyceum West
5-
20-
213-
220-
Hervormd Lyceum Zuid
72
58-
344-
155-
108-
165-
838
236
17-
139-
213
566
Chr. Sg. Buitenveldert
336-
394-
391-
264-
Bestuur en stafbureau
53
51
209-
71
Hermann Wesselink College Veenlanden College
Vermogenspositie Het negatieve resultaat heeft gezorgd voor een afname van het eigen vermogen van 2,9% tot een saldo van € 11.366.046. Ten opzichte van 2008 is het vermogen gedaald met ruim 10% (12,3%). In de jaren daarvoor was het eigen vermogen steeds toegenomen. De vermogenspositie is voor geheel Ceder nog steeds gezond. Eigen vermogen
2011
2010
2009*
2008*
Algemene reserve
7.549
7.717
8.444
10.571
Bestemmingsreserves
3.817
3.991
3.921
2.388
11.366
11.709
12.365
12.959
Totaal
* cijfers van 2008 en 2009 gecorrigeerd voor stelselwijziging
Elke school is, binnen de algemene kaders, verantwoordelijk voor een gezond financieel beleid. De vermogenspositie loopt, mede als gevolg hiervan, per school behoorlijk uiteen. In het jaar 2011 is wederom het vermogen van de CSB aangevuld vanuit het vermogen van de andere vier scholen, conform het bestuursbesluit van november 2009. Oorzaak zijn tekorten in de exploitatie voor en gedurende de periode van revitalisering van de CSB, alsmede een investering van € 600.000 in de nieuwbouw. De periode van revitalisering van de CSB is
13
afgerond, de onderwijskwaliteit is verbeterd en de school groeit volgens verwachting in leerlingenaantal. Wel laat de meerjarenraming zien, dat de school door de sterke daling van het leerlingenaantal de komende jaren nog te maken zal hebben met exploitatietekorten. Algemene reserve De algemene reserve is per 31-12-2011 € 7.548.894 en is daarmee voldoende voor de vervanging van de huidige activa. Bestemmingsreserves Voor specifieke toekomstige investeringen en uitgaven zijn - als onderdeel van het eigen vermogen bestemmingsreserves gevormd. Het bevoegd gezag beslist over de vorming van en besteding vanuit de reserves. In 2012 zullen, als onderdeel van het meerjarenperspectief en de risico analyse, deze bestemmingsreserves opnieuw worden beoordeeld en waar nodig herijkt. Bestemmingsreserves Reserve personeel Sociaal fonds BAPO Verzuimreserve
2011
2010
2009
2008
1.348
1.348
1.348
1.348
519
519
519
519
1.503
1.712
1.712
111
70
Herwaarderingsreserve
2
2
Reserve lustrum Reserve verbouwing Reserve effecten Totaal
3 178
296
300
300
40
40
40
3.817
3.991
3.921
300 2.348
De bestemmingsreserve personeel is per school gevormd voor personele uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen moeten worden gedekt, omdat toekomstige middelen daartoe mogelijk tekort schieten. Per school bedraagt de reserve 4% van de personele kosten. Het Sociaal Fonds is gevormd om onvoorziene tekorten op te vangen. Hiervoor is per school 2% van de personele kosten op centraal niveau in reserve gehouden. Indien sprake is van onvoorziene tekorten, kan iedere school een beroep doen op het Sociaal Fonds, nadat de eigen personele reserves uitgeput zijn. In 2011 zijn deze bestemmingsreserves niet gebruikt en is de hoogte niet aangepast. De Cedergroep heeft de voorziening voor toekomstige BAPO verplichtingen in 2010 als bestemmingsreserve BAPO toegevoegd aan het eigen vermogen. In 2011 is uit deze reserve een bedrag van € 208.696 onttrokken. De verzuimreserve is in 2010 voor het eerst gevormd. Deze reserve is bedoeld om de kosten voor de vervanging bij langdurig verzuim (langer dan 6 weken) op te vangen voor de scholen. Op schooljaarbasis wordt 1,5 % van de bruto loonsom bovenschools gereserveerd. Het saldo van toevoegingen en onttrekkingen aan deze reserve bedraagt € 41.083 positief en is toegevoegd aan de reserve. De herwaarderingsreserve is gevormd tegenover de activa van voor 1996, die per 1 januari 1997 geactiveerd zijn. Het resterende saldo van € 2.482 is dit jaar onttrokken aan de reserve, waardoor het saldo nul is geworden. De reserve lustrum was bestemd voor het 30-jarig lustrum van het VLC in 2009 en is geheel besteed. De reserve verbouwing is bestemd voor het HLZ. Vanuit de financiering van de gemeente van de eerdere verbouwing resteert een bedrag van € 300.000. In 2011 is de verbouwing gerealiseerd en de afschrijving onttrokken aan de reserve.
Kengetallen Het rapport van de commissie Don naar het vermogensbeheer van onderwijsinstellingen heeft geresulteerd in nieuwe kengetallen en signaleringsgrenzen. De commissie is van mening dat bij het beoordelen van de financiële positie van onderwijsinstellingen twee aspecten centraal moeten staan:
14
a. wat is de totale kapitaalbehoefte van de instelling? De wijze waarop de totale kapitaalbehoefte wordt gefinancierd (met eigen vermogen of vreemd vermogen) is een financieringsafweging die secundair is. Voor deze verantwoordelijkheden van een onderwijsinstelling gebruikt de commissie het begrip vermogensbeheer; b. wat is de capaciteit van de instelling om tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen? Voor deze verantwoordelijkheden gebruikt de commissie het begrip budgetbeheer. Voor Ceder zijn de kengetallen voor vermogensbeheer en budgetbeheer: Vermogensbeheer
Toelichting
Solvabiliteit
(eigen vermogen + voorzieningen) / balanstotaal
2011 61%
2010 67%
2009 70%
grens > 20%
Kapitalisatiefactor
(balanstotaal -/- gebouwen/terreinen) / totale baten
43%
43%
48%
< 35%
Liquiditeit
vlottende activa / kortlopende schulden (current ratio)
1,15
1,57
1,68
0,5-1,5
Rentabiliteit
exploitatieresultaat / totale baten
-0,8%
-1,7%
-0,3%
0%-5%
Budgetbeheer
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre voldaan kan worden aan financiële verplichtingen. Met het oog op de kredietwaardigheid van een onderwijsinstelling is het wenselijk dat het eigen vermogen toereikend is om de normale financiële risico’s op te vangen zonder dat direct extra financieringskosten ontstaan. De commissie Don meent dat voor alle onderwijssectoren een solvabiliteit van 20% als ondergrens kan worden gehanteerd. Voor Ceder is dit kengetal 61%, ruim boven de signaleringsgrens. Ceder heeft nauwelijks langlopende schulden, de verplichtingen bestaan met name uit voorzieningen (personeel, onderhoud) en verplichtingen op korte termijn. De verwachting is dat de solvabiliteit af zal nemen, aangezien de investeringen komende jaren leiden tot hogere afschrijvingen. Hiervoor is voldoende financiële ruimte aanwezig. Kapitalisatiefactor Met het nieuwe kengetal kapitalisatiefactor wordt uitgedrukt of onderwijsinstellingen een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten. Als instellingen meer kapitaal hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal mogelijk niet efficiënt benut: dezelfde diensten zouden ook met minder kapitaal kunnen worden geleverd. Voor grote schoolbesturen adviseert de commissie een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van 35% en voor kleine instellingen 60%. Ceder valt in de definitie onder grote schoolbesturen en zit met een kapitalisatiefactor van 43% boven de signaleringsgrens. De kapitalisatiefactor zal de komende jaren afnemen door geprognosticeerde tekorten van de CSB en op basis van doelgerichte inzet van middelen. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre aan de lopende betalingsverplichtingen kan worden voldaan. De liquiditeitspositie is gedaald naar 1.15, en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen van 0,5 tot 1,5. De daling van de ratio komt voornamelijk door de toevoeging aan de financiële vaste activa. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft het resultaat weer van het budgetbeheer: de mate waarin inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn (uitgedrukt in een percentage van de totale baten). Omdat het budgetbeheer streeft naar een structureel evenwicht, zou de rentabiliteit structureel dichtbij nul moeten uitkomen. Vanaf 2009 is er sprake van een negatieve rentabiliteit. In 2011 bedroeg de rentabiliteit bij Ceder 0,8% negatief. In de jaren voor 2009 was de rentabiliteit positief, wat mede heeft gezorgd voor de goede vermogenspositie.
15
Weerstandsvermogen en risicobuffer Het weerstandsvermogen en de risicobuffer worden sinds het rapport van de commissie Don niet meer gebruikt als indicator. Kengetallen Ceder
Toelichting
2011
2010
2009
Weerstandsvermogen
eigen vermogen / (totaal baten + financiële baten)
27%
28%
31%
Risicobuffer
(eigen vermogen + egalisatierekening -/- materiële vaste activa / (totaal baten + financiële baten)
10%
14%
15%
Het weerstandsvermogen (indicator voor de hoogte van de reservepositie ten opzichte van de baten) vertoont voor Ceder de volgende ontwikkeling: 28% in 2010 en 27% in 2011. Deze blijft binnen de grens van 40%, die eerder door de VO-raad en het Ministerie van OCW is gehanteerd. Met de risicobuffer wordt uitgedrukt welk deel van de reserves niet is vastgelegd in materiële vaste activa en gebruikt kan worden ter opvang van verliezen en ter dekking van risico’s. Deze indicator wordt binnen Ceder ook gebruikt om de reservepositie van de scholen te monitoren. Voor geheel Ceder was de risicobuffer, 14% in 2010 en 10% in 2011. De daling in 2011 heeft te maken met het negatieve exploitatieresultaat.
Treasury management Bij Ceder wordt gewerkt op basis van een Treasurystatuut. In 2010 is het statuut aangepast aan de nieuwe Regeling beleggen en belenen. Het past in de eigen verantwoordelijkheid van Ceder om de beschikbare middelen risicomijdend te beleggen. Ceder werkt hierbij op basis van een zogenaamde buy-en-hold portefeuille. Beleggingen voldoen aan de criteria van de Regeling beleggen en belenen. In het verslagjaar 2011 is een Treasuryverslag over het schooljaar 2010-2011 en een Treasuryplan voor 2011-2012 opgesteld. De financiële baten zijn in 2011 nagenoeg gelijk aan 2010 € 362.000). Dit is een resultaat van 3,0% (3,3% in 2010; 3,7% in 2009) over het totaal van de financiële vaste activa en de liquide middelen. Als gevolg van de lage rentestand staat het rendement onder druk. Dankzij nog relatief hoog renderende obligaties is het rendement relatief hoog te noemen.
Begroting schooljaar 2011-2012 Ceder werkt met een planning- en controlcyclus per schooljaar. De begroting voor het schooljaar 2011-2012 eindigt met een negatief exploitatieresultaat van € 200.000. De scholen CSB en HWC hebben een negatief exploitatieresultaat begroot; de overige een positief resultaat. De cijfers worden gemonitord door middel van periodieke rapportages die worden toegelicht door de scholen en periodiek besproken met de bestuurder.
Op de volgende pagina is de begroting in duizendtallen weergegeven.
16
Begroting 2011-2012 bedragen x € 1.000
HLW
HLZ
HWC
VLC
CSB
STAF
CEDER
1112
1112
1112
1112
1112
1112
1112
begroting begroting begroting begroting begroting begroting begroting
Bijdrage Ministerie Bijdrage Gemeente Overige baten
6.543
6.106
10.030
11.557
4.856
39.092
79
55
22
30
69
255
142
365
794
614
260
1.043
3.217
BATEN
6.764
6.526
10.845
12.201
5.185
1.043
42.564
Personeelskosten
5.464
5.026
8.636
9.602
4.262
449
33.439
Afschrijvingen
144
157
299
343
199
4
1.145
Huisvestingslasten
423
418
725
799
388
31
2.784
Overige instellingskosten
764
887
1.258
1.421
685
543
5.558
Totale materiële lasten
1.331
1.462
2.282
2.563
1.271
578
9.487
LASTEN
6.795
6.488
10.917
12.165
5.533
1.027
42.925
31-
38
72-
36
348-
16
361-
33
33
33
47
14
1
161
2
71
39-
84
334-
17
200-
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
Huisvesting Naar aanleiding van de afgeronde MJOP’s blijkt dat op elk van de locaties nieuwe investeringen in de gebouwen nodig zijn, zowel vanuit het oogpunt van (groot) onderhoud, de beperking van het energieverbruik en de verbetering van het schoolklimaat als modernisering van het onderwijs. In 2011 heeft het HWC een aantal verbeteringen in het gebouw gerealiseerd. Ook de verbouwing van de zolder van het HLZ is gereed, waardoor deze ruimte opgeknapt en benut kan worden.
1.5 Algemene informatie en leerlingaantallen Organisatie, bestuur en medezeggenschap De Cedergroep omvat vijf scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeenten Amsterdam, Amstelveen en De Ronde Venen (Mijdrecht en Vinkeveen), met in totaal 6006 leerlingen, exclusief VAVO- leerlingen. Deze scholen omvatten de afdelingen VMBO- t, HAVO en VWO(inclusief gymnasium) en zijn sinds 2000 bestuurlijk gefuseerd tot de Stichting Ceder. Tot de scholengroep behoren de volgende scholen: • Hervormd Lyceum West (HLW) Amsterdam • Hervormd Lyceum Zuid (HLZ) Amsterdam • Chr. Sg. Buitenveldert (CSB) Amsterdam • Hermann Wesselink College (HWC) Amstelveen • VeenLanden College (VLC) De Ronde Venen
(vmbo-havo-vwo) (havo-vwo) (vmbo-havo-vwo) (vmbo-havo-vwo) (vmbo-havo-vwo)
Het College van Bestuur, bestaande uit één lid, de voorzitter bestuurt de Stichting en geeft leiding aan de rectoren. Het College van Bestuur legt verantwoording af over beleid en resultaten aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht toetst hoe de organisatie wordt bestuurd en of de doelstellingen van de Stichting worden gerealiseerd.
17
De rectoren van de vijf scholen zijn integraal verantwoordelijk voor hun school. Dit betekent, dat zij verantwoordelijk zijn voor het onderwijs(het primaire proces), het personeelsmanagement, het financiële beheer, de bedrijfsvoering en de kwaliteitszorg. Zij worden daarbij ondersteund door één of meer conrectoren en/ of teamleider. Zij zijn daarnaast medeverantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het Cederbeleid en werken samen in het directieberaad. Het schoolplan is de basis voor de beleidsontwikkeling binnen de scholen. Op basis van het schoolplan stelt de rector jaarlijks een schooljaarplan op, dat gekoppeld aan de begroting besproken wordt met de bestuurder. De realisatie van de ambities wordt gevolgd middels managementrapportages, die een sterk financieel karakter dragen, maar zich meer zullen gaan ontwikkelen tot integrale rapportages. Deze rapportages worden periodiek opgesteld door de medewerkers van het stafbureau, worden schriftelijks toegelicht door de rector en periodiek (vier keer per jaar) besproken met de bestuurder. De voorzitter van het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de organisatie en het strategisch beleid van de Cedergroep. De ontwikkeling van de Cedergroep vindt plaats vanuit het belang van het onderwijs. De organisatie wordt ingericht vanuit het principe ‘eenvoud in besturing’, dat wil zeggen zo ‘weinig als mogelijk en zo veel als nodig’. Bij de ontwikkelingen binnen Ceder heeft een gezamenlijk leer- en ontwikkelingsmodel de voorkeur. Iedere school heeft een medezeggenschapsraad. Op Stichtingsniveau is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), waar medewerkers, ouders en leerlingen vertegenwoordigd zijn. Bericht van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De GMR is in 2011 vier keer bijeen geweest, waarvan 2 vergaderingen met de PGMR (Personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Eén vergadering is vervallen, vanwege onvoldoende opkomst. Een van de hoekstenen van de Cedergroep is een goed functionerende medezeggenschap. De GMR heeft steeds ‘de eenheid in verscheidenheid’ benadrukt en een actieve rol vervuld bij de ontwikkeling van de organisatie. Sinds 2010 is de heer Patrick Dool (VLC) voorzitter van de GMR. In 2011 heeft de GMR om geen aparte vergaderingen te organiseren voor de PGMR. De GMR- vergadering bestaat uit een vooroverleg en een aansluitende vergadering, in aanwezigheid van de bestuurder. In de regel is één van de rectoren aanwezig bij de GMR- vergadering. In 2011 besprak de GMR de volgende personele onderwerpen, te weten de voortgang functiemix, de benoemingsprocedure voorzitter College van Bestuur en rector en de cafetariaregeling. Op financieel gebied is de kaderbrief ter informatie en de begroting voor het schooljaar ’11- ’12 ter advisering voorgelegd. Daarnaast zijn de jaarrekening en het jaarverslag 2010 informerend besproken. Ook is het rooster van aftreden aan de orde geweest.
Het beleid van de stichting en de scholen In 2011 is een start gemaakt naar het herijken van het strategisch beleid van de Cedergroep, op basis van de uitgangspunten uit het herontwerp. Speerpunt van het gezamenlijke beleid is het realiseren van goede onderwijskwaliteit en de professionalisering van de medewerkers. In 2011 zijn de eerste plannen besproken tijdens de dagdeelbijeenkomsten. In 2012 worden deze speerpunten uitgewerkt worden in een strategische agenda. In het directieberaad heeft de samenwerking zich ontwikkeld en is zorg gedragen voor ordentelijke besluitvorming. Op de agenda van het directieberaad zijn in 2011 relatief veel onderwerpen op het gebied van ‘het beheer’ aan de orde geweest. Uiteraard de financiële onderwerpen, zoals de jaarrekening en de begroting, de managementrapportages en het afronden van openstaande dossiers. Op het gebied van HR is onder meer het ziekteverzuimbeleid en de implementatie van een nieuw personeel informatiesysteem aan de orde geweest. Passend bij de ontwikkeling binnen de Cedergroep zal er in 2012 meer ruimte zijn voor het bespreken van inhoudelijke onderwerpen en de uitwisseling van kennis en ervaring. Identiteit De scholen verzorgen het onderwijs vanuit de christelijke traditie. Het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen is, naast het verwerven van kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het behalen van een diploma, ook gericht op de overdracht van waarden en een evenwichtige ontplooiing van de persoonlijkheid, geïnspireerd door de Bijbel en de christelijke traditie.
18
Vanuit deze gemeenschappelijke overtuiging en inspiratie kent elke Cederschool een eigen profiel, dat deels samenhangt met de samenstelling van de leerling populatie. Verschillende projecten op de scholen zijn in 2011 een uitdrukking van hun identiteit, zoals het project ‘serious request’ op het VLC.
Stafbureau Het College van Bestuur en de scholen worden- praktisch en beleidsmatig ondersteund door het stafbureau. Het stafbureau voert taken uit op het gebied van financiële zaken, ICT-ondersteuning en HRM. Het stafbureau heeft een compacte vaste kern en een flexibele schil ten behoeve van incidentele activiteiten voor de scholen. De Cedergroep heeft de financiële administratie (FA) en de personeel- en salarisadministratie (PSA) uitbesteed aan Dyade (administratiekantoor). In het kader van de afstemming van wederzijdse verwachtingen ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening zijn er gedurende het jaar door de bestuurder, in nauwe samenwerking met de controller, kwartaalgesprekken met Dyade gevoerd. De Cedergroep heeft besloten tot contractverlenging tot 1 januari 2013. Daarnaast heeft de ICT- coördinator in 2011 een sterke verbetering van de ICT- faciliteiten van het stafbureau gerealiseerd.
Samenwerking Het College van Bestuur werkt met diverse partners samen. Met de komst van de nieuwe bestuurder zijn de contacten met onder meer collega- schoolbestuurders het afgelopen jaar geïntensiveerd. Op lokaal niveau onderhouden de rectoren van het VLC en het HWC zelf actief een relatie met het eigen gemeentebestuur. Deze contacten worden in overleg met de bestuurder ingevuld. In Amsterdam wordt de relatie met andere schoolbesturen en met het gemeentebestuur onderhouden via de OSVO (Vereniging van Schoolbesturen Voortgezet Onderwijs Amsterdam). De bestuurder is lid van de vereniging OSVO. De relatie met de gemeentebesturen is van belang in verband met de huisvesting van de scholen, de leerplicht en het zorgaanbod in de gemeente, maar daarnaast komen op lokaal niveau ook andere onderwerpen regelmatig aan bod. Het meest uitgebreid is de agenda met de Gemeente Amsterdam, waar de gemeente, naast de eerder genoemde terreinen, ook actief betrokken is bij de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs (Kernprocedure), versterking van de kwaliteit van het onderwijs (Spiegel V.O.), jeugdbeleid (Jong Amsterdam) en de spreiding van scholen (Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen). Alle rectoren onderhouden zelf actief contacten met zowel basisscholen, als met scholen voor voortgezet onderwijs in hun directe omgeving, vooral ten aanzien van de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. Ook zijn er contacten met bijvoorbeeld de eerste en tweede graadlerarenopleidingen van bijvoorbeeld de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool INHOLLAND en de Vrije Universiteit. In het kader van de leerlingenzorg en de invoering van Passend Onderwijs wordt zowel binnen Amsterdam, als in de regio Amstelland en Meerlanden én de regio Woerden-Montfoort- de Ronde Venen geparticipeerd in de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Met het oog op de invoering van de Wet op Passend Onderwijs en de grotere verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband voor het onderwijs en begeleiding van leerlingen is er door de bestuurder en de (con)rectoren veel aandacht besteed aan de opdracht en de vormgeving van de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Op landelijk niveau onderhoudt de Cedergroep een relatie met de VO-raad via de bestuurder. De relatie met de Besturenraad wordt, naast de bestuurder ook onderhouden door een van de rectoren (Ton Liefaard). Beide organisaties spelen op landelijk niveau een belangrijke rol in de belangenbehartiging op arbeidsvoorwaardelijk, onderwijskundig en bestuurlijk terrein (VO-raad) en op het terrein van de identiteit (Besturenraad).
Klachtenregeling Doorgaans lukt het leraren en schoolleiders goed om aan de verwachtingen van ouders en leerlingen te voldoen. Als er verschillen van mening zijn, zich conflicten of andere onplezierigheden voordoen, weet men er meestal met gesprekken uit te komen. Soms lukt dat niet en leidt een gebeurtenis tot een officiële klacht. Dan treedt de klachtenregeling in werking, die elke school volgens de wet dient te hebben. Een goede en toegankelijke klachtenregeling is een belangrijk instrument om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken.
19
De Cedergroep heeft een goed functionerende klachtenregeling en is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Deze regeling voorziet ook in één of twee contactpersonen per school, die jaarlijks getraind worden door de externe vertrouwenspersoon, die onafhankelijk van bestuur en scholen fungeert. In 2011 zijn er 4 klachten van ouders voorgelegd aan de Landelijke Klachtencommissie, waarvan er twee in 2011 afgehandeld zijn.
Ontwikkeling leerlingenaantal In 2011 is het aantal leerlingen bij de Cederscholen licht gestegen naar 6006 leerlingen, exclusief de vavo-leerlingen. De verwachte daling van het leerlingaantal van het HWC en het VLC is beperkt gebleven en deels gecompenseerd door de stijging bij de CSB. Aantal leerlingen (per 1 oktober)
2011
2010
2009
2008
2007
Hervormd Lyceum West
907
903
878
855
840
Hervormd Lyceum Zuid
929
872
850
841
Hermann Wesselink College
1568
911 . 1.626
1.594
1.595
1.610
Veenlanden College
1858
1.873
1.846
1.810
1.815
Chr. Sg. Buitenveldert
744
661
580
571
635
Totaal
6006
5.974
5.770
5.681
5.741
Vavo leerlingen Ceder heeft een samenwerkingsovereenkomst met het NOVA college en het ROC van Amsterdam in het kader van de vavo-leerroute. Dit is een leerroute van leerlingen van 16 jaar en ouder, die niet over een vo-diploma beschikken en via de vavo-route alsnog een diploma willen halen. In de schooljaren 2009-2010, 2010-2011 en 2011- 2012 hebben 38, 35 en 105 leerlingen van de Cederscholen vavoonderwijs gevolgd bij het NOVA-College en het ROC van Amsterdam.
20
1.6 Namen / adresgegevens Leden van de Raad van Toezicht in 2011 De samenstelling van de Raad van Toezicht zag er op 31 december 2011 als volgt uit: de heer drs. B.J.P. (Bob) van de Ven (voorzitter) mevrouw drs. N.A. (Nicolette) Mensink (vicevoorzitter) mevrouw S.J.M. (Simone) Groen- van der Linden (vanaf 1 april 2011) de heer R.A.F. (Rob) Leertouwer de heer A.M. (Nol) Vos de heer drs. D. (Douwe) Lodewijk MBA (vanaf 1 december 2011) Voorzitter College van Bestuur mevrouw drs. J.E.A.M. (Jonna) Merkx (vanaf 1 april 2011)
[email protected] Scholen Hervormd Lyceum West www.hlw.nl Hervormd Lyceum Zuid www.hlz.nl
rector: mevrouw drs. C.L.C.(Carla) Neijts
rector: de heer drs. R.M.A.( Ron) Camphuijsen
Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert www.csb-amsterdam.nl rector: de heer drs. H.J.M. (Henk) Ligthart Hermann Wesselink College www.hermannwesselinkcollege.nl
rector: de heer T.N. (Ton) Liefaard
VeenLanden College www.veenlandencollege.nl
rector: de heer drs. R.A.J. (Ruud) van Tergouw
Leden van de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad de heer drs. P. Dool mevrouw drs. A.M. Keeman mevr. P.B.M. Middelweerd-Nooij mevrouw E. ten Oever de heer S. Oosterbeek de heer A. Kemper de heer drs. P. Wind de heer Bob Spitz
(voorzitter/VLC) (HLZ) (OOP, HLW) (CSB) (HWC) (VLC) (HLZ) (HWC)
Personeelsgeleding
Oudergeleding Leerlinggeleding
Stafbureau De Cuserstraat 1, 1081 CK Amsterdam
21
2.
Bericht van de Raad van Toezicht
Algemeen De taak van de Raad van Toezicht is het toezien op het beleid van het College van Bestuur en op de gang van zaken binnen de Stichting. De Raad van Toezicht bewaakt de doelstellingen en de grondslag van de Stichting. Statutair is bepaald, dat een aantal besluiten van het College van Bestuur ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Hiertoe behoren de goedkeuring van de begroting en het jaarverslag, inclusief de jaarrekening. Veder is de Raad van Toezicht de werkgever van het bestuur en klankbord voor het bestuur. De stichting is ingericht volgens de Code Goed Onderwijsbestuur. Binnen de Raad van Toezicht bestaat de auditcommissie, die toezicht houdt op de uitvoering van de financiële kaders. Voor de benoeming van nieuwe leden is in 2011 een tijdelijke selectiecommissie gevormd. De Raad van Toezicht heeft zijn toezichthoudende taak in 2011 naar behoren kunnen voeren. De samenstelling van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2011 twee nieuwe leden mogen verwelkomen: mevrouw S.J.M. Groen-van der Linden per 1 april 2011 en de heer drs. D. Lodewijk per 1 december 2011. De heer drs. M. Phil. J. Stellingsma is per 13 juni 2011 teruggetreden als lid van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft zich ook voorbereid op de wisseling van het voorzitterschap per 31 januari 2012. Vanaf deze datum is mevr. Drs. I.R Vunderink voorzitter van de Raad van Toezicht en is de heer drs. B.J.P. van der Ven teruggetreden als voorzitter. Vergadering van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2011 vier keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn onder meer besproken met het College van Bestuur De managementrapportages per kwartaal, in het bijzonder de activiteiten gericht op het versterken van het financiële beheer. De bestuurlijke ontwikkelingen op basis van de uitgangspunten in het herontwerp van de Cedergroep. De strategische positionering van het Hervormd Lyceum West. De procedure honorering leden van de Raad van Toezicht. De belangrijkste besluiten van de Raad van Toezicht hebben betrekking op: Uitgangspunten van het herontwerpdocument van de Cedergroep De jaarrekening en het bestuursverslag 2010 De begroting voor het schooljaar 2011- 2012 Het treasuryverslag 2010- 2011 en het treasuryplan 2011- 2012 Dialoog met belanghebbenden In 2011 heeft de Raad van Toezicht ter afronding van het herontwerpproces van de Cedergroep een gesprek gevoerd met de rectoren van de Cedergroep. Voor 2012 is er een werkbezoek gepland voor de nieuwe leden van de Raad van Toezicht. Goedkeuring van het jaarverslag De Raad van Toezicht heeft kennis genomen van het jaarverslag 2011 met de daarin opgenomen accountantsverklaring van PWC accountants N.V. De Raad van Toezicht heeft daarop zijn goedkeuring gegeven aan het jaarverslag 2011, dat door het College van Bestuur is vastgesteld.
22
Bij de bespreking van het jaarverslag met het College van Bestuur en accountant is onder andere aandacht besteed aan de financiële positie en de resultaten van de stichting, in het bijzonder de verschillen tussen de vastgestelde begroting en het resultaat. De auditcommissie van de Raad van Toezicht besprak aan de hand van de accountantsrapportage de kwaliteit en waarborging van het financiële beheer. Tot slot Met de start van de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht wil de Raad ook een verdiepingsslag maken ten aanzien van de werkwijze en de eigen professionalisering. De Raad van Toezicht bedankt de bestuurder, de rectoren en alle medewerkers van de Stichting Ceder. Hun dagelijkse inzet is een absolute voorwaarde om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden. De samenwerkingscultuur binnen de Cedergroep, de kwaliteit van onderwijs en het financiële beleid en beheer zijn belangrijke aandachts- en gesprekspunten tussen de Raad van Toezicht en de voorzitter College van Bestuur. Namens de Raad van Toezicht
Amsterdam, juni 2012 Roeleke Vunderink, voorzitter
23
3.
JAARREKENING
Inhoud
pagina's
Grondslagen voor de jaarrekening
1-3
Balans per 31 december 2011
4-5
Staat van baten en lasten 2011
6
Kasstroomoverzicht 2011
7
1.2 1.3 1.5 1.7 2.1 2.2 2.4
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
3.1 3.2 3.5 4.1 4.2 4.3 4.4 5
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten (Rijks)bijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Financiële baten en lasten
12 12 12 13 13 13 14 14
Overzicht verbonden partijen Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Vermelding op basis van de WOPT Niet uit de balans blijkende verplichtingen
15 15 16 17
Overige Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum Accountantsverklaring
18 19 20
8 8 8 8 9 10 10 - 11
Bijlagen Gegevens over de rechtspersoon
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
inhoud
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn conform de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en RJ660, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro's. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van het volgende: Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang plaats op basis van de verwachte economische levensduur.
Categorie
Nieuwbouw gebouwen Verbouwingen Noodgebouwen Schoolmeubilair Kantoormeubilair Overige meubilair Apparatuur vaklokalen Computerapparatuur Audiovisuele middelen Huishoudelijke apparatuur Kluisjes Boeken
afschrijvingspercentage per jaar 2,5% 10% 6,67% 6,67% 10% 10% 6,67% 25% 20% 10% 10% 25%
De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in het geval van eigen investeringen. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Herwaardering De vóór 1996 door de rijksoverheid "à fonds perdu" gefinancierde activa zijn op basis van een inventarisatie geactiveerd. Het totaal van het geactiveerde bedrag is opgenomen in een nieuw gevormde herwaarderingsreserve. De afschrijving op de geherwaardeerde inventaris wordt via de bestemming van het exploitatieresultaat ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht.
Financiële vaste activa De obligaties worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
1
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan 12 maanden. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening. Pensioenvoorziening De stichting/vereniging heeft een pensioenregeling, welke te classificeren is als een toegezegdpensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De stichting/vereniging heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het ABP verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. In geval van een tekort bij het ABP heeft de stichting geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort, anders dan hogere toekomstige premies. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband. Kortlopende schulden De overlopende passiva betreffen de vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. Onder deze post valt onder meer vooruitontvangen investeringssubsidies. Deze subsidies moeten zichtbaar in mindering gebracht worden op de materiële vaste activa of als schuld gepresenteerd worden onder vooruitontvangen investeringssubsidies.
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
2
Baten en lasten Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Per school worden de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De rijksbijdrage OCW betreft de vergoeding voor personele- en exploitatiekosten toegerekend aan het verslagjaar. Het resultaat van de exploitatie wordt toegevoegd aan de (bestemde) reserve(s) die door het bestuur zijn bepaald. De staat van baten en lasten (zie A.1.2) geeft de cijfers weer op bedrijfsniveau. Dat wil zeggen dat de weergegeven bedragen een samenvoeging zijn van uw reguliere exploitatie en projecten (financieringsbronnen) van alle kostenplaatsen samen. Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen.
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Waardeveranderingen financiële instrumenten gewaardeerd tegen marktwaarde Waardeveranderingen van de volgende financiële instrumenten worden rechtstreeks verwerkt in de staat van baten en lasten: - onder vlottende activa opgenomen effecten; - afgeleide financiële instrumenten die niet zijn aangemerkt als afdekkingsinstrument. Waardeverminderingen van financiële instrumenten die op marktwaarde gewaardeerd zijn, worden verwerkt in de staat van baten lasten. Gerealiseerde waardevermeerderingen van financieel instrumenten die op marktwaarde gewaardeerd zijn en initieel rechtstreeks zijn verwerkt in het eigen vermogen, die worden verwerkt in de staat van baten en lasten.
Toelichting kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht (A.1.3) is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat als basis genomen". Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren.
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
3
Balans (na verwerking resultaatbestemming) 1
Activa
1.2 1.3
1.5 1.7
31-12-2011
31-12-2010
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
7.818.056 4.344.450
8.304.082 2.882.514
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
2.073.877 7.736.363
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
12.162.506
11.186.596
1.553.761 8.080.752 9.810.240
9.634.513
21.972.745
20.821.109
41217 Stichting Cedergroep
4
2
Passiva
2.1.1 2.1.2 2.1.6
2.2.1 2.2.3
2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
31-12-2011
31-12-2010
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Herwaarderingsreserve Totaal eigen vermogen
7.548.894 3.817.152 0
7.717.499 3.988.591 2.482
Voorzieningen Personeel Onderhoud Totaal voorzieningen
631.223 1.411.198
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen / soc. verz. Pensioenen Kortlopende schulden Overlopende passiva
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
11.366.046
11.708.572
537.371 1.325.625 2.042.421
814.226 1.488.656 433.362 65.226 5.762.807
1.862.996
655.053 1.430.011 424.355 285.787 4.454.335 8.564.278
7.249.541
21.972.745
20.821.109
41217 Stichting Cedergroep
5
Staat van baten en lasten Baten
3.1 3.2 3.5
Werkelijk 2011
Begroot 2011
Werkelijk 2010
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
39.264.441 201.336 2.052.251
39.253.797 282.761 2.046.406
38.442.572 354.704 2.346.787
Totaal baten
41.518.027
41.582.964
41.144.063
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestinglasten Overige lasten
32.624.388 1.202.089 2.718.324 5.634.008
32.260.802 1.170.711 2.792.652 5.394.403
32.195.238 1.221.576 2.802.918 5.945.299
Totaal lasten
42.178.808
41.618.568
42.165.031
-660.781
-35.604
-1.020.968
318.255
189.175
294.708
-342.526
153.572
-726.260
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Saldo baten en lasten 5.
Financiële baten en lasten Totaal resultaat
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
6
Kasstroomoverzicht Stichting 2011 Saldo baten en lasten
2010
-660.781
-1.020.969
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
1.202.089 179.425
1.221.576 -1.272.515
Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Schulden
-520.115 1.314.736
2.678.011 476.303
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties
1.515.355
Saldo van financiële baten en lasten
318.255
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Toevoeging verzuimreserve Financiële vaste activa
2.082.406 294.708
318.255
-716.063 0 -1.461.936
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
294.708
-2.249.564 69.908 714.223 -2.177.999
-1.465.433
-344.389
911.681
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
8.080.752 -344.389
7.169.071 911.681
Eindstand liquide middelen
7.736.363
8.080.752
Mutaties liquide middelen
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
7
Toelichting op de balans 1
Activa
1.2
Materiële vaste activa
1.2.1 1.2.2
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur
1.3
Financiële vaste activa
1.3.6
Obligaties
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.6 1.5.7 1.5.8
Debiteuren Vorderingen Gemeente Overige vorderingen Overlopende activa
1.5.7
Uitsplitsing Lening U/G Lening personeel Fietsplan Kasvoorschotten Parkeervergoedingen Overige vorderingen Rente
1.5.8.1 Vooruitbetaald kosten
1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Bank- en girorekeningen
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
Aanschaf prijs 1-1-2011 6.620.240 13.553.177 20.173.417
Boekwaarde 1-1-2011 2.882.514 2.882.514
Afschr. cum 1-1-2011 2.513.006 9.356.329 11.869.335
Investeringen 2011 2.036.951 2.036.951
Boekwaarde 1-1-2011
Investeringen 2011
4.107.234 4.196.848 8.304.082
Desinvesteringen 2011
308.683 407.381 716.063
Resultaat waardering
508.165 508.165
66.851 66.851
31-12-2011
31-12-2010
244.989 181.834 314.242 1.332.812 2.073.877
246.012 0 134.371 1.173.378 1.553.761
2.000 14.781 2.900 67.312 227.248 314.242
2.000 500 6.555 320 16.270 108.726 134.371
1.332.812 1.332.812
1.173.378 1.173.378
17.752 7.718.611 7.736.363
24.460 8.056.292 8.080.752
41217 Stichting Cedergroep
Afschr. 2011 346.646 855.443 1.202.089
Aanschaf Afschr. Boekprijs cum waarde 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 6.928.923 13.960.558 20.889.480
2.859.652 10.211.772 13.071.424
4.069.271 3.748.786 7.818.056
Boekwaarde 31-12-2011 4.344.450 4.344.450
8
Toelichting op de balans
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
1-1-2011 2.1.1 2.1.2 2.1.6
2.1.2
Algemene reserve Bestemmingsreverve Herwaarderingsreserve
(publiek) (publiek)
Uitsplitsing Bestemmingsreserve Personeel BAPO Sociaal Fonds Verzuimreserve Effecten Nieuwbouw
2011
Overige mutaties 2011
Stand per 31-12-2011
7.717.499 3.988.591 2.482 11.708.572
-168.605 -171.439 -2.482 -342.526
0 0 0 0
7.548.894 3.817.152 0 11.366.046
1.347.771 1.712.000 518.894 69.908 40.018 300.000 3.988.591
0 -208.696 0 41.083 0 -3.826 -171.439
0 0 0 0 0 0 0
1.347.771 1.503.304 518.894 110.991 40.018 296.174 3.817.152
Voor specifieke toekomstige investeringen en uitgaven zijn - als onderdeel van het eigen vermogen bestemmingsreserves gevormd. Het bevoegd gezag beslist over de vorming van en bestedingen vanuit de reserves. De bestemmingsreserve personeel is gevormd voor bepaalde toekomstige personele uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen moeten worden gedekt, omdat toekomstige middelen daartoe mogelijk tekort schieten. De stichting heeft zich ten doel gesteld dat de hoogte van de personele reserve 6% van de personele kosten zal bedragen. 1/3 deel hiervan is gestort in het Sociaal Fonds. Het Sociaal Fonds is om onvoorziene tekorten op te vangen. Indien sprake is van onvoorziene tekorten kan iedere school een beroep doen op het Sociaal Fonds, nadat haar eigen personele reserve is uitgeput. De reserve BAPO is uit de stelselwijziging ontstaan door het overhevelen vanuit de voorziening BAPO, en dient ter dekking van uitgestelde BAPO-verplichtingen. De herwaarderingsreserve dient ter dekking van de afschrijvingsbedragen van de per 1 januari 1997 geactiveerde inventaris en apparatuur van voor januari 1996. De herwaarderingsreserve is gelijk aan de waarde van de geherwaardeerde materiële vaste activa. Dit jaar zijn alle activa van voor 1996 volledig afgeschreven en is de herwaarderingsreserve nihil. De reserve effecten dient voor het opvangen van eventuele koersresultaten op de effectenportefeuille. De reserve nieuwbouw is bestemd voor het Hervormd Lyceum Zuid. Vanuit de financiering van de gemeente van de verbouwing resteert een bedrag van € 300.000. In 2011 is de verbouwing van de zolder gerealiseerd. De afschrijvingen hiervan worden ten laste van de reserve nieuwbouw gebracht.
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
9
2.2
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
1-1-2011 2.2.1 2.2.3
Personeel Onderhoud
2011
Ontrekkingen 2011
Stand per 31-12-2011
537.371 1.325.625 1.862.996
143.270 675.881 819.151
49.418 590.308 639.726
631.223 1.411.198 2.042.421
259.301 278.070 537.371
117.360 25.910 143.270
17.185 32.232 49.418
359.476 271.748 631.223
Uitsplitsing Personeel Spaarverlof Jubilea
De onderhoudsvoorziening is gevormd ter egalisatie van de uitgaven voor groot planmatig onderhoud. Deze voorziening is onderbouwd door een onderhoudsplan, vertaald naar financiële effecten. De voorziening personeel is gevormd om onder andere de kosten van vervanging bij spaarverlof te kunnen voldoen. Een uitsplitsing naar jaren is niet goed mogelijk. Bij spaarverlof gaat het om gespaarde rechten van medewerkers, waarbij niet vooraf duidelijk is wanneer deze worden opgenomen.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Crediteuren Belastingen en sociale verzekeringen Pensioenen Kortlopende schulden Overlopende passiva
31-12-2011
31-12-2010
814.226 1.488.656 433.362 65.226 5.762.807 8.564.278
655.053 1.430.011 424.355 285.787 4.454.335 7.249.541
1.467.492 21.165 1.488.656
1.417.423 12.588 1.430.011
1.567 61.836 1.824 0 65.226
1.033 58.969 0 225.785 285.787
669.786 1.497.453 352.535 1.958.113 1.000.989 14.429 269.503 5.762.807
567.698 1.185.278 347.570 1.268.384 1.002.347 15.000 68.058 4.454.335
Uitsplitsing belastingen en sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 2.4.7.2 Omzetbelasting 2.4.9
2.4.10.1 2.4.10.2 2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.5 2.4.10.6 2.4.10.8
Uitsplitsing kortlopende schulden Lief & Leed Waarborgsommen Parkeervergoedingen Overige Schulden Overige kortlopende schulden Vooruitontvangen lesgeld Vooruitontvangen subsidies OCW niet geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt Vooruitontvangen investeringssubsidies Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Overige overlopende passiva
2.4.10.8 Uitsplitsing overige overlopende passiva Rekening-courant derden Vooruitontvangen posten Te betalen bindingstoelage Rente Nog te besteden gemeente Nog te besteden overige Kruisposten
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
1.460 31.410 57.861 1.605 133.040 25.390 18.737 269.503
41217 Stichting Cedergroep
1.057 22.441 35.581 8.979 68.058
10
Model Geoormerkte subsidies: OCW
Regeling innovatie impuls Binnenmilieu HWC Binnenmilieu CSB Zijinstroom
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
Jaar
2010/2011 2010-2011 2010-2011 2011
Beschikking
301805-1 BEK-09/12801RU BEK-09/128656U 369574-1
Bedrag van toewijzing EUR 9.000 202.720 135.850 38.000
41217 Stichting Cedergroep
Saldo 1-1-2011 EUR 9.000 202.720 135.850 0 347.570
Ontvangen
Lasten
EUR
EUR
0 0 0 38.000 38.000
6.400 0 0 26.635 33.035
Saldo 31-12-2011 EUR 2.600 202.720 135.850 11.365 352.535
11
Toelichting staat van baten en lasten Stichting Baten
3.1 3.1.1 3.1.2
Rijksbijdragen Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
3.2 3.2.1
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige gemeentelijke bijdragen en subs.
3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6
Overige baten Verhuur Detachering personeel Schenking Sponsoring Ouderbijdragen Overige Totaal baten
3.5.6
Uitsplitsing overige baten Uitkeringen ABP en USZO Boekenfonds Kantine opbrengsten Vrijval subsidie egalisatierekeningen Overige vergoedingen
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
Werkelijk 2011
Begroot 2011
Werkelijk 2010
35.103.746 4.160.695 39.264.441
35.106.521 4.147.276 39.253.797
34.054.935 4.387.637 38.442.572
201.336
282.761
354.704
121.031 67.588 28.048 0 1.404.246 431.338 2.052.251
84.892 55.647 16.500 0 1.447.548 441.819 2.046.406
123.178 58.169 18.294 200 1.526.691 620.255 2.346.787
5.509 231.292 0 150.620 13.587 30.330 431.338
41217 Stichting Cedergroep
58.621 329.638 3.599 142.625 34.672 51.100 620.255
12
Lasten
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3
Personeelslasten Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
Uitsplitsing 4.1.1.1 Bruto lonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremie Lonen en salarissen
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overig Overige personele lasten 4.1.2.3 Uitsplitsing Overige Vergoedingen en toelagen Onkostenvergoedingen Representatie personeel Koffie personeel Scholing algemeen Reis en verblijfkosten scholing Bedrijfsgezondheidszorg Begeleiding personeel Personeelsactiviteiten Kosten werving personeel Verzekeringen Overige personele lasten
Werkelijk 2011
Begroot 2011
Werkelijk 2010
30.685.513 2.066.684 -127.810 32.624.388
30.838.655 1.485.597 -63.450 32.260.802
30.697.635 1.804.204 -306.601 32.195.238
24.931.575 2.445.451 3.308.487 30.685.513
30.838.655
24.949.402 2.524.828 3.223.405 30.697.635
126.084 959.988 980.612 2.066.684
221.279 311.079 953.239 1.485.597
104.844 812.454 886.907 1.804.204
12 37.996 22.938 54.429 406.810 14.668 39.034 29.626 115.231 138.061 115.058 6.751 980.612
0 26.682 19.078 48.218 412.112 26.489 37.351 48.901 107.416 145.890 0 14.769 886.907
Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2011 waren gemiddeld FTE 475 in dienst (2010: 493 FTE).
4.2 4.2.2
Afschrijvingen Materiële vaste activa
4.3 4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huisvestinglasten Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
1.202.089
1.170.711
1.221.576
136.855 838.953 550.160 970.376 82.969 139.011 2.718.324
146.951 869.989 607.087 971.958 53.729 142.938 2.792.652
148.974 788.424 711.238 951.288 72.817 130.177 2.802.918
41217 Stichting Cedergroep
13
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.4
Overige lasten Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige
4.4.4
Uitsplitsing Overige Wervingskosten Abbonementen algemeen Kosten identiteit Leerlingen vervoer Culturele activiteiten Excursies Sportdagen Werkweken & Reizen Diverse activiteiten Schoolfeesten, Jubuilea & Lustrum Jaarafsluiting Schoolkrant Kosten MR/OR Kosten eigen vervoermiddelen Donaties & Giften Kantine kosten Huishoudelijk kosten Overige algemene kosten
1.195.937 2.929.282 1.472.994 5.598.213
1.089.733 2.948.032 1.324.555 5.362.320
132.912 55.036 11.930 46.637 15.007 148.912 23.868 591.253 123.782 71.098 31.111 559 14.307 3.271 32.271 127.259 10.626 33.154 1.472.994
1.352.993 3.023.720 1.533.970 5.910.683
208.605 30.077 14.027 40.597 12.694 116.981 21.992 642.821 132.732 80.273 25.336 6.472 13.400 2.593 11.626 128.573 11.952 33.218 1.533.970
In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: Werkelijk Begroot Werkelijk 2011 2011 2010 4.4.1a 4.4.1b
5. 5.1 5.5
Accountantskosten jaarrekening Accountantskosten overige controles
Financiele baten en lasten Rentebaten Rentelasten en koersresultaat
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
32.850 2.945 35.795
32.083 32.083
34.616 5.177 39.793
362.997 44.742 318.255
200.583 11.408 189.175
361.507 66.799 294.708
41217 Stichting Cedergroep
14
Overzicht verbonden partijen Er zijn geen verbonden partijen in 2011 met Stichting Cedergroep.
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De honorering van de voorzitter van het College van Bestuur is conform schaal 16 van de van de nu geldende cao-VO. De heer De Jong is op interim basis aangesteld, de loonkosten van een medewerker op interim-basis zijn in het algemeen hoger.
College van Bestuur
Begroting 2011
2011 €
€
2010 €
mevr.drs. J.E.A.M. Merkx dhr. B.J. de Jong
86.883 54.392
89.124 28.465
208.397
Totaal College van Bestuur
141.275
117.588
208.397
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen op jaarbasis een bedrag van € 1.500,00 als honorering.
Raad van Toezicht
Begroting 2011
2011 €
€
2010 €
drs. B.J.P. van der Ven mevr S.J.M. Groen-van der Linden drs. Th. A. van Kamp R.A.F. Leertouwer drs. A. van der Wiel mevr. drs.N.A. Mensink A.M. Vos
1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
Totaal Raad van Toezicht
7.500
9.000
9.000
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
15
Vermelding op basis van de WOPT Er zijn geen vermeldingen in het kader van de Wet op de topinkomens (WOPT).
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
16
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De volgende contracturele verplichtingen zijn aangegaan: Onderhoud Schoonmaak Abonnementen Telefonie/ICT/Infrastructuur Huur apparatuur Kopieerkosten
Totale verplichting 1.317 699.034 80.394 27.592 11.841 317.497
Jaarljikse verplichting 20.697 743.925 104.066 12.220 11.045 144.702
Amsterdam, 2012 Stichting Cedergroep
Mevr. drs. J.E.A.M. Merkx Voorzitter College van Bestuur Stichting Cedergroep De Cuserstraat 1 1081 CK Amsterdam
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
17
OVERIGE GEGEVENS
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
18
Bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo is € 342.526 negatief. De bestemming van het resultaat is als volgt: Onttrekking Algemene reserve Onttrekking Spaarbapo Onttrekking afschrijvingen tlv nieuwbouw Onttrekking herwaarderingsreserve Toevoeging aan verzuimreserve
-168.605 -208.696 -3.826 -2.482 41.083
Totaal resultaat
-342.526
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
19
Gebeurtenissen na balansdatum Niet van toepassing
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
20
BIJLAGEN
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
Gegevens over de rechtspersoon
Bestuursnummer Naam instelling
41217 Stichting Ceder Groep
Adres Postcode / Plaats Telefoon Fax E-mail Internet-site
De Cuserstraat 1 1081 CK Amsterdam 020-5456910 020-5456919
[email protected]
Contactpersoon Telefoon Fax E-mail
mevr. M.C. Heijenk 020-5456910 020-5456919
[email protected]
Brin 01TC 02AR 02TE 05RA 14VY
Naam Hervormd Lyceum West Hervormd Lyceum Zuid Hermann Wesselink College Veenlanden College Chr. SG Buitenveldert
41217 Jaarrekening 2011 d.d. 20-6-2012
41217 Stichting Cedergroep
Sector VO VO VO VO VO