Kinderparticipatie
special
FEBRUARI 2005
IN DEZE SPECIAL
2 NOOIT TE KLEIN OM MÉÉ TE PRATEN 3 “HET WORDT STEEDS LEUKER OP DE BSO” 4 GEWOON DOEN! EXTRA: IDEEËN EN TIPS
Kinderparticipatie: geen activiteit, maar houding
“Kinderparticipatie is nuttig en leuk voor de kinderen, en verrijkt je werk als leidster”, stelt Karin Vroonhof van JSO. Ze houdt zich al sinds 1999
krampachtig bij het proces te betrekken: “Als een kind niet mee wil praten, moet je dat ook respecteren.”
bezig met het onderwerp. Vele BSO-instellingen gingen in de afgelopen paar jaar met hulp van Karin of haar collega’s met kinderparticipatie aan de slag. “En iedereen is enthousiast!” “Je kunt kinderen laten meepraten en eventueel meebeslissen over speelgoed of activiteiten”, vertelt Karin. “Maar het kan ook gaan over de inrichting van een lokaal of over regels. Een enkele BSO vraagt de kinderen zelfs naar hun mening over sollicitanten!” Maar zover hóef je natuurlijk niet te gaan. Zeker niet in het begin, of als (nog) niet het hele team het werken met kinderparticipatie ziet zitten. In dit geval adviseert Karin: “Probeer het eens uit met iets eenvoudigs, bijvoorbeeld een woensdagmiddagactiviteit.” LOSLATEN Zo’n experiment is ook een eerste belangrijke stap in het bewustwordingsproces dat aan de basis ligt van elke succesvolle vorm van kinderparticipatie. “Kinderparticipatie is geen activiteit, maar een houding”, legt Karin uit. “Kinderen hebben vaak andere ideeën dan jij, dus je moet je eigen mening naast je neer kunnen leggen. En je moet leren loslaten. Iets durven te laten gebeuren, erop vertrouwen dat ze het niet te gek maken. En dat doen ze ook niet, want kinderen zijn best reëel.”
ACTIEF LUISTEREN Naast een open, onbevangen houding vraagt het werken met kinderparticipatie ook om het aanscherpen van bepaalde vaardigheden. Zoals actief luisteren én kijken: “Kinderen geven hun mening lang niet altijd verbaal. Als een bepaalde ruimte ze niet bevalt, gebruiken ze die gewoon niet meer. Verveelde blikken spreken ook boekdelen. Het is de kunst die signalen op te pikken. Zo voorkom je ook dat de wensen van de jongste en verlegen of stille kinderen ondergesneeuwd raken.” Karin waarschuwt er wel voor kinderen niet te
AGENDA Kinderparticipatie is vooral een houding en dus een vast onderdeel van je werk. Toch kan het geen kwaad momenten in te bouwen waarop met elkaar over participatie gesproken wordt. “Door het af en toe op de agenda te zetten, verwatert het niet”, licht Karin toe. “Een ‘tweesporenaanpak’ werkt daarom het beste: breng kinderparticipatie niet alleen in de praktijk, maar laat het ook structureel deel van je beleid uitmaken. Het management moet er dus ook iets mee.” Om deze reden organiseert JSO sinds een paar jaar, naast de cursussen voor groepsleidsters, ook trainingen voor managers (zie ook het scholingsaanbod op blz. 4).
GULDEN REGELS VOOR KINDERPARTICIPATIE Van speelgoedboek tot kinderraad, van kringgesprek tot poppenspel. Wie zich aan de volgende regels houdt, maakt van elke vorm van kinderparticipatie een succes: • Doe of koop altijd wat de kinderen hebben uitgekozen, zodat ze zien dat hun mening echt telt; • Wat staat al vast? Hoeveel mag het kosten? Wat vind je te onveilig? Denk na over de grenzen die je stelt en maak deze vooraf kenbaar; • Voer een gezamenlijk genomen besluit ook zoveel mogelijk met elkaar uit; • Vraag je bij alles af: “Heb ik het de kinderen al gevraagd”?
1
Kleuters en participatie
Nooit te klein om méé te praten Kinderparticipatie op de BSO beperkt zich vaak tot de oudere kinderen. Aan de jongsten wordt niets gevraagd. Marjanne van Esveld (JSO) probeert hier verandering in te brengen: “Moderne pedagogische inzichten leren ons dat alle kinderen een eigen mening hebben en signalen afgeven, hoe klein ze ook zijn. Daarop inspelen is heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Zo kan het groeien.”
Hoe je de signalen kunt oppikken en beantwoorden, is afhankelijk van het ontwikkelingsstadium waarin het kind verkeert. Marjanne: “Een vierjarige zal zich vooral non-verbaal uiten. Werk daarom zoveel mogelijk met plaatjes. Laat de kinderen bijvoorbeeld smileys plakken op afbeeldingen van hun favoriete speelgoed. Of vraag ze te tekenen wat ze het mooiste vinden.” Zo’n visuele aanpak werkt ook heel goed als je wilt peilen hoe de kinderen denken over eet- en drinkgewoontes op de BSO, of over de inrichting van de ruimte. “Zelfs over regels kun je praten met kleuters”, weet Marjanne uit ervaring. “Als je het onderwerp maar uitbeeldt.” KEUZEVRIJHEID Vooral bij de kleuters is het belangrijk actief te luisteren, goed te observeren en
duidelijk instructies te geven. “Daarna is het een kwestie van geduld hebben, want het proces heeft zijn tijd nodig. Maar door herhaling gaan ook de kleinsten herkennen wat er gebeurt en wat er van ze verwacht wordt. Een duidelijke structuur helpt daarbij. Ook de keuzevrijheid moet niet te groot zijn. Vraag dus niet: ‘welke kleur zullen we deze muur eens geven?’ maar laat de kinderen kiezen tussen een blauwe, rode of een gele muur.” Een laatste tip: “Breng meteen in de praktijk wat besloten is, want kleuters denken nog erg op de korte termijn. Wacht je te lang, dan zijn ze hun eigen betrokkenheid vergeten.” EFFECT Het komt voor dat ouders denken dat kleuterparticipatie te belastend is voor hun kind. “In zo’n geval is het belangrijk uit te
leggen dat participatie, in de visie van de instelling, juist heel goed is voor de ontwikkeling van het kind”, adviseert Marjanne. “Vaak stelt ook de wetenschap dat participatie geheel vrijwillig is al gerust.” Maar het resultaat is nog het meest overtuigend. “Je ziet ook al snel effect”, belooft Marjanne: “De kinderen maken veel meer gebruik van het speelgoed dat ze zelf hebben uitgezocht, doen enthousiast mee met de activiteiten die ze zelf hebben verzonnen, spelen naar hartelust in de heringerichte hoek en leven de regels die ze met elkaar hebben vastgesteld keurig na. Dat zegt toch genoeg?”
BRIL OMHOOG! Regels in een nieuwe groep (47 jaar): een praktijkvoorbeeld Aan de hand van een afbeelding bespreekt de groepsleiding elke week een thema, waaronder ‘binnenkomen’, ‘buitenspelen’ en ‘naar het toilet gaan’. Het onderwerp komt een aantal keer terug; zo komen ook de meest verlegen kinderen aan het woord. Nadat de regels bedacht zijn, maken de kinderen er een foto van. Eén van hen treedt op als fotomodel. Zo worden regels als ‘na het plassen je handen wassen’ of ‘jongetjes, doe de bril omhoog’ op de gevoelige plaat vastgelegd en opgehangen in de wc’s. Niemand die ze nog vergeet.
2
“Het wordt steeds leuker op de BSO” Kinderparsipasie? O, u bedoelt meedenken over wat we graag willen? “Dat gebeurt nu vaker dan vroeger”, bevestigt de 11-jarige Richard. Hij vertegenwoordigt BSO Drakenstein in de kinderraad van IJsselkids in Capelle aan den IJssel.
STEP Er waren maar liefst acht kandidaten, ieder met een eigen ‘verkiezingsprogramma’. Richard had een computer met internetverbinding en een skelter hoog op zijn lijst staan. De negenjarige Cassidy verloor de verkiezingen, maar vindt het toch leuker geworden op de BSO, “want sommige dingen die ik wilde, zijn toch gekomen. Zoals een huiswerkkamer, een step en een fiets.” Ze vindt meepraten belangrijk, maar heeft niet altijd zin om te vergaderen. Vandaag mag de juf het zeggen: “Die weet ook wel wat ik wil.” Ook Patrick heeft het door de kinderparticipatie steeds meer naar zijn zin op de BSO. “We krijgen nieuwe dingen en gaan vaker voetballen en fietsen.” Broer Richard wijst erop dat partici-
patie ook belangrijk is omdat er dan meer kinderen naar de BSO komen. “Voor ons is het anders best wel saai”, bekent hij. “En ook de juffrouwen hebben het meer naar hun zin als het drukker wordt.” NOOT De kritische noot komt van Brian, één van de oudsten. “Ik mag toch niet meepraten,” zegt hij, doelend op de kinderraad, waar hij niet in gekozen is. Op Drakenstein zelf wordt weinig vergaderd omdat de kinderen dat niet willen, legt leidster Marcia uit. Na school mag je weliswaar zelf weten wat je doet, maar vaak heeft Brian nergens zin in. “Dus blijf ik maar binnen, een beetje met de juf kletsen.” Met een licht beschuldigende blik op Marcia voegt hij daar nog aan toe: “Ik kan heel goed discussiëren, maar dat gebeurt hier te weinig,”
Geen stomme dingen dankzij de kinderraad Eline (9) liet zich aanprijzen door een Donald Duck met een pistool, Romana (10) beloofde alle dromen waar te maken. En Eva (10) liep zelfs door de gangen met een billboard terwijl ze riep: “Stem op Eva!” Alledrie werden ze dit jaar gekozen voor de kinderraad van WASKO in Papendrecht. Romana stelde zich verkiesbaar omdat ze graag iets voor haar BSO wilde doen en Eva omdat haar zus, voormalig lid van de kinderraad, haar enthousiast maakte. Eline weet niet zo goed waarom: “Het leek me gewoon wel leuk.” VOORZITTER De kinderraad bestaat uit acht kinderen van vier verschillende BSO-locaties, die één keer in de zes weken vergaderen. De ene keer op locatie, de
andere keer op het hoofdkantoor, met de directeur erbij. Vroeger kwam de kinderraad elke vier weken bij elkaar, maar dat bleek te veel van het goede. Er wordt gewerkt met een vaste agenda, maar het reglement maken de kinderen zelf. Ze kiezen ook een voorzitter en notulist uit hun midden. Dit jaar is Eva voorzitter: “Ik wilde dat graag omdat ik dan de agenda mag voorlezen.”
de BSO van Romana worden de wc’s groter gemaakt. De meiden beseffen heel goed dat niet alles kan: “Wij snappen ook wel dat een weekendje Turkije te duur is.” Maar in principe is alles bespreekbaar in de kinderraad. “Behalve je privé-leven”, grapt Eva.
TURKIJE De meiden vinden het erg belangrijk dat ze via de kinderraad kunnen meepraten: “Want soms verzinnen de leidsters heel stomme dingen.” Wel vragen ze regelmatig aan de andere kinderen wat die willen: “Want je moet niet alleen aan jezelf denken.” Voorbeelden van wat de kinderraad dit jaar al bereikt heeft: een playstation, een dvd-speler en een leerhoek. En op 3
Gewoon doen! Kinderparticipatie, wat móet ik ermee? Dat was hun eerste reactie. Maar gaandeweg liepen ze toch warm voor deze manier van werken… Marga, van de Torenkamer van Stichting Kinderopvang Lisse: “Kinderparticipatie: deelnemen aan wat? Ik kon me er in eerste instantie geen voorstelling van maken. Ik zat vast in de gedachte: ‘wij weten toch wat goed is voor die kinderen.’ Maar uiteindelijk zijn we toch met kinderparticipatie begonnen en het liep meteen als een trein! Nu denk ik: ‘hadden we dat maar veel eerder gedaan.’ De kinderen zijn erg enthousiast. Het is belangrijk voor ze dat ze kunnen laten weten wat ze zelf willen. Vaak doen ze dit
op bijzonder creatieve wijze, bijvoorbeeld door te tekenen wat ze willen of zelf iets te ontwerpen. Tegen leidsters of ouders die (net als ik in het begin) aarzelen, zou ik willen zeggen: “Begin gewoon met iets kleins. Dan kom je er vanzelf achter hoe leuk het is. Je krijgt er zoveel energie van!” Mirjam, BSO Olivier van WASKO, Alblasserdam: “Toen ik de cursus Kinderparticipatie bij JSO volgde, kreeg ik er niet meteen een
gevoel bij van ‘ja leuk, dat ga ik doen!’ Totdat ik mijn groep zes- en zevenjarigen wilde laten meedenken over de herinrichting van ons lokaal. Ik belegde een vergadering, wat ze allemaal erg gewichtig vonden. Tijdens de vergadering besloten we dat alle kinderen door hun wensen op te schrijven of een plattegrondje te tekenen, mochten aangeven hoe zij de ruimte het liefst ingedeeld zagen. In de uiteindelijke inrichting hebben we van alle voorstellen iets meegenomen. Het was erg leuk om te zien wat de kinderen allemaal op papier zetten, en hoe serieus ze de opdracht namen. Hun enthousiasme raakte me echt. Wie geen zin heeft om mee te denken, hoeft dat ook niet. Maar in de praktijk zie ik alleen maar dat ze het leuk vinden.”
Kinderparticipatie in theorie en praktijk Producten en diensten die de BSO leren werken met kinderparticipatie en het onderwerp op de agenda houden. WERKBOEK Het basiswerkboek ‘Wat wij te zeggen hebben’ kent twee supplementen: Managementinstrumenten (2003) en Handleiding voor het opzetten van een kinderraad (januari 2005). Eind januari komt ook de herziene uitgave van het werkboek, inclusief supplementen, uit. SCHOLINGSAANBOD • Training ‘Werken met kinderparticipatie’ voor (nieuwe) groepsleidsters binnen BSO/NSO-instellingen waar kinderparticipatie eventueel al onderdeel is van het pedagogisch beleid. Vier bijeenkomsten en praktijkopdracht. Kosten: € 270,- (inclusief materiaal) • Maatwerk: training van de groepsleiding, begeleiding bij het maken en uitvoeren van beleid op kinderparticipatie, opzetten van een kinderraad, een ouderavond enzovoorts. Begeleiding wordt op de wens van de organisatie afgestemd. De helft van de kosten zijn gesubsidieerd. • ‘Managen van kinderparticipatie’ biedt handvatten om participatie in de eigen organisatie in te voeren in beleid en 4
praktijk en is bedoeld voor managers/ coördinatoren BSO/NSO. Aan de orde komen o.a. het theoretisch kader, pedagogisch beleid en trainingsvaardigheden. Er zijn vier bijeenkomsten met praktijkopdrachten. Kosten: € 350,inclusief materiaal. Bel voor meer informatie Marjanne van Esveld of e-mail naar
[email protected] PILOT JSO ontwikkelt richtlijnen en een methodiek voor participatie van drukke kinderen en van kinderen uit etnische minderheden, en zoekt organisaties die dit concept willen beoordelen en testen. Interesse? Neem dan contact op met Marjanne van Esveld (
[email protected]) of Karin Vroonhof (
[email protected]), tel: 0182-547888
Colofon Uitgave van JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Redactie JSO, Marjanne van Esveld Tekst en eindredactie Vleesenbeek & Kamminga, Rotterdam Vormgeving Firmato, Haarlem Uitgave februari 2005 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Nieuwe Gouwe Westzijde 2a 2802 AN Gouda T 0182-547888 F 0182-547889
[email protected] www.jso.nl Deze uitgave is mogelijk gemaakt door financiële steun van de provincie Zuid-Holland
PROVINCIAAL OVERLEG Een gezamenlijke visie op jeugdparticipatie, methodiekontwikkeling en (intensievere) belangenbehartiging, dat zijn de belangrijkste doelen van het halfjaarlijks provinciaal overleg tussen JSO, PJ Partners en de Stichting Jeugd- en jongerenwerk Midden-Holland. Gezamenlijk organiseerden ze in 2004 de Participatieparade, een informatie- en inspiratiemarkt voor jeugdparticipatie (0-23 jaar). Het provinciaal overleg brengt twee keer per jaar de Participatiekrant uit.
Kinderparticipatie in de praktijk Speeltoestel naar eigen ontwerp Een wip, klimrek of glijbaan? Veel te saai, vond de jongste groep van BSO de Torenkamer (SKOL). Daarom ontwierpen ze hun eigen speeltoestel. Ze werden daarbij geïnspireerd door plaatjes van bestaande speeltoestellen. Het resultaat was een aantal fantastische kunstwerken. Met toelichting als de functies niet helemaal duidelijk waren. Gelukkig begrepen de kinderen zelf ook wel dat gigantische springkussens en achtbanen niet op het speelplein passen. Een viertal realistischer tekeningen van speeltoestellen werd buiten opgehangen, waarna de kinderen de opdracht kregen bij het leukste ontwerp te gaan staan. De tekening waar de meeste kinderen naartoe renden, won. Een producent van speeltoestellen is bereid gevonden het ontwerp – voor zover technisch mogelijk – uit te voeren. De kinderen kijken reikhalzend uit naar hun eigen, unieke speeltoestel. Het hele proces is op video opgenomen. Bel voor meer informatie BSO de Torenkamer, tel: 0252 419629.
Nieuwkomerskrantje Een informatief krantje voor nieuwkomers op de BSO: waarom laat je het de kinderen niet zelf maken? De BSO die met deze werkvorm experimenteerde, vroeg zowel de oudere als jongere kinderen een bijdrage te leveren. De oudsten mochten schrijven, dichten, tekenen of fotograferen wat ze maar wilden. De jongste kinderen kregen een ‘keuzemenu’ voorgeschoteld: zij mochten een tekening maken over van te voren vastgestelde onderwerpen, zoals opgehaald worden op school, buiten spelen, eten op de BSO enzovoorts. Elke groep kreeg haar eigen kleur. Alle bijdragen tezamen bleken een zeer volledig beeld van de sfeer, regels en activiteiten op de BSO te geven, met meer informatie over de gang van zaken dan de groepsleiding had verwacht.
5
Ideeën en tips Stickers Lastig om de kinderen om tafel te krijgen? Weinig animo om te vergaderen? Er zijn andere manieren om opinie te peilen. Zoals het ‘stickeren’ van stellingen: formuleer de vraag als stelling – bijvoorbeeld: woensdagmiddag gaan we naar het zwembad of alle kinderen vanaf 10 jaar komen op de fiets naar de BSO – en schrijf hem op een groot vel. Door een groene (ja!) of rode (nee!) sticker op te plakken, kunnen de kinderen aangeven of ze het met de stelling eens zijn.
Praten met Manus Mopperpot Hoe ontdek je wat een vier- of vijfjarige wel of niet leuk vindt, dwars zit of graag anders zou zien? Laat een pop eens een babbeltje met ze maken! Zelfs stille kinderen laten zich op deze manier verleiden tot een gesprekje. En zeggen tegen de pop wat ze tegen de groepsleiding niet durven uit te spreken. De vanzelfsprekendheid waarmee kinderen met poppen en dieren praten, heeft alles te maken met hun manier van (magisch) denken. Zet kleuters voor een poppenkast en ze laten zich onmiddellijk in het verhaal zuigen. Ze vereenzelvigen zich met de karakters van de poppen, voelen zelfs hun emoties. STEMMETJE Hetzelfde gebeurt in een kringgesprek, ontdekte de groepsleiding van BSO de Toren in Sassenheim. Zij introduceerden Manus Mopperpot en –als tegenwicht – nog een lief poppetje in de jongste groep. In vier sessies van een kwartiertje ‘spraken’ de poppen met de kinderen. Manus vroeg zich onder meer af wat kinderopvang nou eigenlijk is, wat je er doet en wat minder leuk is. De kinderen gaven altijd grif antwoord. Voor de groepsleiding was het poppenspel soms best confronterend: “De methode doet een beroep op je creativiteit en je communicatieve en pedagogische vaardigheden. Ook het in de aandacht komen doordat je de poppen bestuurt, kan moeilijk zijn. Tegelijkertijd is het poppenspel een heel goede manier om kleine kinderen aan het praten te krijgen.” In de Toren komen de poppen dan ook nog steeds regelmatig langs… Bel voor meer informatie: BSO de Toren, tel: 0252 230 545
Melkpakken als stembus
Jerry Springer en kinderparticipatie Een ‘Jerry Springer’ avond voor ouders en kinderen: een ludieke maar effectieve manier om kinderparticipatie en aanverwante onderwerpen bespreekbaar te maken. Voorbeelden van stellingen waarop het publiek spontaan kan reageren: • Is het erg dat een kind vaak achter de computer zit? • Mogen bepaalde televisieprogramma’s elke dag bekeken worden? • Is het goed het vakantieprogramma al van tevoren vast te stellen?
Wil je zeker weten dat de kinderen hun eigen oordeel geven en zich niet door de anderen laten beïnvloeden? Houd dan een geheime stemming. Lege melkpakken lenen zich bijzonder goed als stembus. Openbare en gesloten verkiezingen laten zich ook goed combineren. Een mooi praktijkvoorbeeld is de BSO die de kinderen zelf nieuw buitenspeelgoed liet uitkiezen, in vijf stappen: • In week 1 maakten alle kinderen een tekening van hun favoriete speelgoed voor buiten, zoals een springtouw, bal, knikkers of een step; • In week 2 vonden de ‘voorverkiezingen’ plaats. De leidsters hielden steeds twee tekeningen omhoog. De kinderen konden hun voorkeur kenbaar maken door in de cirkel die bij de afbeelding hoorde, te gaan staan. Voor kinderen die niet konden kiezen, was er een derde cirkel op het plein gekrijt; • In week 3 werden lege melkpakken omgetoverd tot stembussen. Op elke stembus prijkte een afbeelding van het verkiesbare speelgoed. Ieder kind kreeg 5 fiches, te verdelen over de melkpakken; • In week 4 leegden de kinderen gezamenlijk de ‘stembussen’ en werden de stemmen geteld; • In week 5 is een deel van de kinderen met de leidsters op pad gegaan om het gewonnen speelgoed aan te schaffen.
Meepraten over de sollicitant Een voorbeeld van een vragenlijst, aan de hand waarvan de kinderen van 10-12 jaar hun mening kunnen geven over een sollicitant: ENQUÊTE SOLLICITANTEN Een sollicitant is een persoon die hier wil komen werken Naam sollicitant: ……………………………………………………….. Omcirkel het voor jou goede antwoord: 1 Ik vind de sollicitant aardig: ja/nee/beetje/weet niet 2 De sollicitant heeft een praatje met me gemaakt en/of een spelletje gedaan: ja/nee 3 De sollicitant was geïnteresseerd in mij: ja/nee/beetje/weet niet 4 Hier mag je iets schrijven over de sollicitant: …………………………………………………………… Bedankt voor het invullen
6
Uitgave Deze pagina hoort bij de Special kinderparticipatie februari 2005 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Nieuwe Gouwe Westzijde 2a 2802 AN Gouda T 0182-547888 F 0182-547889
[email protected] www.jso.nl Deze uitgave is mogelijk gemaakt door financiële steun van de provincie Zuid-Holland