Plan van Aanpak Kinderparticipatie en Kinderrechten in de gemeente Dit plan van aanpak is geschreven op basis van ‘KinderrechtenNU-‐methode voor implementatie van Kinderparticipatie en Kinderrechten in de gemeente en in het onderwijs’.
Hoe draagt uw gemeente bij aan het informeren over en het borgen van het VN-‐kinderrechtenverdrag? Hoe kan uw gemeente kinderrechten verankeren in het jeugd-‐ en onderwijsbeleid?
KinderrechtenNU (KRNU) is de stichting die kinderrechten onder de aandacht brengt bij gemeenten, professionals, scholen, opvoeders en kinderen. Door middel van structurele kinderparticipatie wordt het kinderrechtenverdrag verankerd in de samenleving. ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
0
Inleiding
KRNU heeft haar methode beschreven in het document ‘KinderrechtenNU-‐methode voor implementatie van
Kinderparticipatie en Kinderrechten in de gemeente en in het onderwijs’ Het is gebaseerd op het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK). Het VRK is in 1989 aangenomen door de VN en voor Nederland in werking getreden in 1995. Het Verdrag staat boven de Grondwet. Met de KRNU-‐benadering staan de kinderen en hun leefomgeving centraal. KRNU-‐kinderparticipatie gaat uit van: Hoe gaan we met elkaar om? Hoe zorgen we voor elkaar? Wat is er nodig om op te groeien? Vanuit een gestructureerd kader wordt door kinderen zelf inhoud en vorm gegeven aan kinderparticipatie. Uit de toespraak van Koning Willem Alexander bij de inhuldiging op 27 april 2013: “… Burgers die zich medeverantwoordelijk weten voor het algemeen belang en opkomen voor elkaar." Kernwaarden van het VRK zijn: • voorrang voor de veiligheid en de ontwikkeling van het kind op de rechten van volwassenen, inclusief ouders; • kinderrechteneducatie voor kinderen en volwassenen; • participatie van kinderen; • gelijke kansen voor kinderen; • onderwijs gericht op de algehele ontwikkeling en democratische burgerschapsvorming van het kind.
Wat kan de KinderrechtenNU-‐methode betekenen voor de gemeente? KinderrechtenNU-‐methode • laat de kinderen van 9 tot 13 jaar zelf aan het woord en stimuleert en ondersteunt hen bij het in kaart brengen van hun eigen kinderwereld; • maakt gebruik van de Methodiek Kinderparticipatie en Kinderrechten, de Kinderrechtenchecklist, het Kinderrechtenspel, het Kinderprotocol Meldcode, de Kinderparticipatiecirkel, een Kinderrechtencoach, een Raad van Jeugdambassadeurs, het KinderrechtenMagazine en het keurmerk Kinderrechtenproof; • ondersteunt de gemeente bij het bewustmaken van kinderparticipatie en kinderrechten. De Kinderrechtenchecklist biedt het overzicht van alle onderwerpen die met de kinderrechten te maken hebben en vertaald kunnen worden in het jeugdbeleid. Met de checklist kan integraal jeugdbeleid worden ontwikkeld door een relatie te leggen met bijvoorbeeld te dikke kinderen, (cyber)pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik, huiselijk geweld, alcohol-‐, drugs-‐ en computerverslaving, een schadelijk virtueel milieu, niet buiten kunnen spelen, geen goede opvoeding krijgen, spijbelen of op de wachtlijst staan voor jeugdzorg. ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
1
Bij de intreding van de Wet Meldcode veel aandacht voor de protocollen voor de professionals: Jeugdambassadeur Simone: “En wij dan, wat moeten wij dan doen als het met een vriendinnetje of een klasgenoot niet goed gaat, wat is dan ons protocol?” In middels is het Kinderprotocol aan de Kinderrechtenchecklist toegevoegd. In het KinderrechtenMagazine komen gemeentelijke bestuurders en ambtenaren, jeugdgezondheidzorg, schoolmaatschappelijk werk, onderwijs, politie en alle andere professionals rondom kinderen ѐn kinderen zelf aan het woord over alle zaken die nodig zijn voor kinderen om op te kunnen groeien en zich te kunnen ontwikkelen. Hierdoor wordt de noodzakelijke inzet van de gemeente duidelijk en wordt de gemeentelijke sociale kaart voor kinderen zichtbaar. Door de preventieve werking van de methode komen minder kinderen in de knel waardoor minder beroep gedaan zal worden op de jeugdzorg en hoge kosten bespaard kunnen worden. Emily: ‘Op de checklist staat allemaal wat je nodig hebt in jouw leven en wat wel en niet goed is. Daar staat ook op wat je moet doen als het niet klopt’.
Uitvoering
Het Gemeentebestuur is de gastheer, luistert en neemt het gedachtegoed van kinderen mee in de besluitvorming en draagt zorg voor een terugkoppeling. De gastheer laat zich ongevraagd en gevraagd adviseren. De methode “Kinderparticipatie en Kinderrechten” kan in iedere gemeente uitgevoerd worden. Met wethouders en beleidsmakers van gemeenten vinden kennismakingsgesprekken plaats over het doel, de methode en de instrumenten. Met de uitvoering van het plan wordt het kinderrechtenverdrag het kader voor het integraal jeugdbeleid en de opvoeding en wordt kinderparticipatie verankerd.
Voor het uitvoeren van het Plan van Aanpak Kinderparticipatie en Kinderrechten is de samenwerking met het basisonderwijs essentieel. Voor het realiseren van de uitvoering van de methode Kinderparticipatie en Kinderrechten kunnen de volgende onderdelen worden onderscheiden: 1. Opstellen en ondertekenen van convenant tussen gemeente en KinderrechtenNU 2. Aanstellen Kinderrechtencoach 3. Ontwikkelen gemeentelijk vierjarenplan door de Kinderrechtencoach geadviseerd door KinderrechtenNU 4. Verkiezingen jeugdambassadeurs en Installatie Raad van Jeugdambassadeurs = Kick-‐Off 5. KinderrechtenMagazine 6. Kinderrechtenproof
Implementatie van kinderrechten en kinderparticipatie zorgt voor een structurele verbetering van de positie van kinderen. ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
2
1. Introductie KinderrechtenNU en opstellen intentieverklaring tussen gemeente en KinderrechtenNU Ter voorbereiding worden verkennende gesprekken gevoerd met de betreffende wethouder(s) en beleidsambtenaren. In eerst instantie wordt gestreefd naar een intentieverklaring. Deze wordt vervolgens uitgewerkt in een vierjarenplan dat inhoudelijk en financieel met de wethouder(s) besproken wordt. Tot slot wordt een convenant opgesteld waarin de doelstelling, het vierjarenplan en de financiering zijn opgenomen. Burgemeester Arnoud Rodenburg: ‘We moeten mensen bewust maken dat we met elkaar zorgen voor een veilige leefomgeving voor kinderen in de klas, thuis en buiten. De methode van KinderrechtenNU kan ons daarbij helpen.’
2. Aanstellen Kinderrechtencoach Voor de uitvoering van het vierjarenplan wordt een Kinderrechtencoach benoemd. De Kinderrechtencoach is een ambtenaar met pedagogische kennis en vaardigheden, die zijn of haar rol kindgericht kan uitvoeren. De coach hanteert de Kinderparticipatiecirkel en de Kinderrechtenchecklist. Hij/zij is de spil in de gemeentelijke organisatie om bekendheid te geven aan “Kinderparticipatie en Kinderrechten” en zorgt er voor dat de checklist binnen het gemeentelijk apparaat maar ook daarbuiten bekend wordt. KinderrechtenNU verzorgt hiervoor een workshop. De coach behartigt de belangen van de kinderen en waakt er voor dat wat in de gemeente nodig is voor het gezond en veilig opgroeien serieuze aandacht krijgt. De coach zoekt vrijwilligers voor de continuïteit, de kwaliteit en de ondersteuning van de Jeugdambassadeurs. De coach werkt samen met partners binnen het CJG, het onderwijs en andere relevante organisaties voor het ten uitvoer brengen van het gemeentelijk beleid.
3. Opstellen van het gemeentelijk vierjarenplan door de Kinderrechtencoach geadviseerd door KinderrechtenNU De methodiek van KRNU is de basis van het vierjaren ‘Plan van Aanpak Kinderparticipatie en Kinderrechten in de gemeente’ . Het gebruik van alle instrumenten wordt hierin uitgelegd. Er wordt ook aangegeven op welke manier de gemeente, samen met de verschillende partners, kinderparticipatie inricht en daarmee kinderrechten implementeert. In de bijlagen van het Plan van Aanpak staan handreikingen voor de verschillende professionals die betrokken worden bij de kinderparticipatie. Er wordt inzichtelijk gemaakt wie waar en wanneer verantwoordelijk voor is. De Kinderrechtencoach initieert alle activiteiten voor de deelnemende partijen.
4. Ondertekenen van convenant. Na akkoord wordt het convenant gezamenlijk ondertekend door het College van B&W en KinderrechtenNU. De jaarlijkse evaluatie vindt plaats met de wethouder(s). ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
3
5. Verkiezingen jeugdambassadeurs en Installatie Raad van Jeugdambassadeurs = Kick-‐Off
Jeugdambassadeurs zijn gekozen vertegenwoordigers uit groepen 6 of 7 van een basisschool. 'Met de kinderrechtenbril op' participeren de jeugdambassadeurs in hun woonwijk en gemeente. Zij denken mee, praten mee over zaken die hen aangaan, geven ideeën, adviseren de gemeente ongevraagd en gevraagd, beslissen mee en doen mee. Wethouder Gerard van der Wees: ’ Kinderen houden ons scherp. Zij stellen vragen die we in de raadzaal niet krijgen. Kinderen dwingen je daarom tot nadenken om ook voor hen de zaken goed te regelen.’ Deze structurele kinderparticipatie heeft een voorbeeldfunctie. Jeugdambassadeurs krijgen basiskennis over kinderrechten, geven die door en blijven kinderrechtenambassadeur voor het leven. Het is de bedoeling dat alle stakeholders worden uitgenodigd voor de installatie van de Raad van Jeugdambassadeurs. Hierbij kan worden gedacht aan de burgemeester, wethouders, raadsleden, schoolbesturen, leerkrachten, jongerenraad van de gemeente en natuurlijk de ouders.
5. KinderrechtenMagazine
Jaarlijks wordt de stand van zaken opgemaakt in het magazine, een uitgave van KinderrechtenNU. De jeugdambassadeurs vormen de redactie. Een voorbeeld is te downloaden via www.kinderrechten.nu .
6. Kinderrechtenproof
Kinderrechtenproof is een keurmerk dat KinderrechtenNU op advies van de Jeugdambassadeurs toekent aan een gemeente of instelling waarin kinderrechten bekend zijn en integraal beleid wordt gemaakt. Een gezonde en veilige leefwereld van kinderen is hierbij een belangrijke basis.
Kosten
De kosten voor de KRNU-‐adviezen en de begeleiding van de uitvoering van Plan van Aanpak in een gemeente van 30-‐50.000 inwoners worden geraamd op € 10.000 euro, voor een periode van vier jaren. Het exacte bedrag kan afwijken, afhankelijk van de concrete invulling in een gemeente. Dit bedrag is exclusief materiaalkosten, zoals de jaarlijkse uitgave van het KinderrechtenMagazine, aanschaf van het Kinderrechtenspel en de workshops.
Tot slot De KRNU-‐methode kan op termijn maatschappelijke kostenbesparingen opleveren door het versterken van de verantwoordelijkheid van de samenleving en de kinderen in het bijzonder. Door het leren kennen van elkaars achtergrond krijgen kinderen meer respect voor elkaar waardoor ongewenst sociaal gedrag zal verminderen. Het gaat met name om de positieve invloed van goed gedrag en de voorbeeldfunctie. ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
4
Kinderparticipatie: Tel uit je winst! … kinderen nemen zelf de kinderrechten onder de loep. … kinderen leren een eigen visie te ontwikkelen op de maatschappij … en leren te participeren in de samenleving.
Colofon
KinderrechtenNU Willemijn A.M. Dupuis-‐Tombrock, directeur Van Beresteynstraat 167 2614 HE Delft T 015 21 38 438 M 06 4142 6600 www.kinderrechten.nu
[email protected] Delft, januari 2014 © Stichting Kinderrechten en Menselijke Ontwikkeling ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
5
Bijlagen bij Plan van Aanpak, voorbeelden voor informatie aan de professionals
De Kinderrechtenchecklist in de klas KinderrechtenNU ontwikkelde -‐ geadviseerd door kinderen in de leeftijd van 8 – 13 jaar en door bijzonder hoogleraar Jan Willems en psycholoog Martine Delfos – de Kinderrechtenchecklist. De checklist betreft, net als het VN-‐Verdrag inzake de Rechten van het Kind, alle onderwerpen die nodig zijn voor ieder kind om evenwichtig, veilig en gezond te kunnen opgroeien. Met deze checklist kunnen het welzijn en de ontwikkeling van ieder kind (preventief) in kaart gebracht worden (zoals pesten en kindermishandeling) en komen (indirect) antwoorden op de volgende vragen:
Wat is er nodig om zo goed mogelijk op te kunnen groeien? Hoe gaan we met elkaar om? Hoe zorgen we voor elkaar? Hoe kunnen we elkaar helpen? Wat kan ik zelf doen? Waar kan ik hulp krijgen?
Introductie van de Kinderrechtenchecklist in de klas
Bespreek eerst de introductie, de Kinderrechtenchecklist in het team van de school en speel het Kinderrechtenspel. 1. Laat de kinderen in een kring zitten. 2. Vraag de kinderen: ‘Wat is er nodig voor kinderen om op te kunnen groeien?’ Houd de Kinderrechtenchecklist bij de hand en streep af wat benoemd is en zorg er voor dat de kinderen alles zelf bedacht hebben. Af en toe zijn een tip en een schouderklop nodig. Reken hiervoor ongeveer een half uur. 3. Vertel dan dat zij het geweldig goed bedacht hebben en dat vertegenwoordigers van de 194 landen van de Verenigde Naties in New York daar ook zo over denken. Zij hebben het opgeschreven in het Verdrag van de Rechten van het Kind (1989). Alle landen – Nederland in 1995 -‐ hebben dat Verdrag ondertekend en beloofd er alles aan te doen om er voor te zorgen dat kinderen goed op kunnen groeien. Zij hebben beloofd het Verdrag na te leven. 4. De volgende vraag aan de leerlingen is: Wie zijn verantwoordelijk voor het naleven van het kinderrechtenverdrag? Wie moeten dat doen? Kinderen antwoorden meestal in de volgende volgorde: de koningin -‐ de minister president -‐ de Tweede Kamer -‐ Het Kabinet -‐ Ministerie … 5. Dan de vraag: ‘Kunnen zij dat alleen voor elkaar krijgen?’ (Komt de minister president jou een boterham geven?) Wie zijn dat in de gemeente? De burgemeester -‐ de wethouder -‐ ambtenaren -‐ de wijkagent -‐ de juf -‐ de ouders -‐ de oppas -‐ … 6. En dan: ‘Wie zouden jullie vergeten kunnen zijn?’ ‘Jullie zijn jonge mensen vergeten!?’ Kinderen Zelf! Zij zijn ook verantwoordelijk. De meest duidelijke voorbeelden zijn pesten, te veel snoepen en te weinig bewegen. 7. Daarna krijgen de leerlingen de Kinderrechtenchecklist. De lijst wordt nogmaals doorgenomen en hun antwoorden worden nogmaals bevestigd.
Kinderrechtenchecklist, verbeterpunten en Kinderprotocol Meldcode 1.
Vertel de kinderen dat als je een vraag met “nee” beantwoordt het een verbeterpunt is en dat je daar iets mee moet doen. Er moet een verbeterplan voor gemaakt worden. Kinderen kunnen dat zelf doen, maar het kan ook zijn dat ze daar hulp voor nodig hebben. KRNU heeft samen met kinderen een Kinderprotocol Meldcode ontwikkeld voor als er sprake zou zijn van huiselijk geweld of kindermishandeling. Leer de kinderen de inhoud van het protocol: ZOEK NET ZO LANG TOT JE EEN VOLWASSENE GEVONDEN HEBT DIE JE VERTROUWT, DIE NAAR JE LUISTERT EN DIE JE HELPT (ANDEREN TE HELPEN).
2.
Sluit het gesprek met de kinderen af met de afspraak dat de Kinderrechtenchecklist in de klas wordt ophangen en dat ieder kind altijd bij jou aan mag kloppen! Hanteer hierbij de Kinderparticipatiecirkel (zie achterkant van de Kinderrechtenchecklist). Doe nog een rondje waarin elk kind mag vertellen wat hij/zij van het gesprek vond en een ander een compliment mag geven voor een goede uitleg van de kinderrechten. Kinderen kunnen iedere dag onderwerpen aandragen waarover zij willen praten (bijvoorbeeld gezien op het jeugdjournaal of een belevenis). Probeer met de kinderen de terugkoppeling te vinden met de kinderrechten. Mocht je daarbij meer informatie nodig hebben, dan kun je altijd contact opnemen met KinderrechtenNU (KRNU).
3. 4.
______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
6
Belangrijk 1.
2. 3.
Zie de Kinderrechtenchecklist als een ‘paraplu’ waaronder alle onderwerpen bij elkaar komen. Kinderrechten gelden elke dag: • in het kringgesprek • op de speelplaats • tijdens de ouderavond • bij een ruzietje • in de leerlingenraad • tijdens de projectweek • tijdens de leesles • tijdens lessen over gezond eten en bewegen, over pesten, over kindermishandeling en huiselijk geweld, over seksualiteit, over genotsmiddelen, …. • of… Vergeet niet uw betrokkenheid bij de jeugdambassadeurs van uw school, de Raad van Jeugdambassadeurs en de Kinderrechtencoach van de gemeente. De ervaring van KRNU is dat met deze methode de betrokkenheid van leerlingen bij het gesprek over het kinderrechtenverdrag groot is. Het wordt een succesvol gesprek. Kinderparticipatie is vooral samen bedenken en doen. Dus niet te veel de inhoud zelf bepalen, maar leerlingen aan het denken zetten, laten onderzoeken en enthousiast luisteren hoe zij erover denken… en vragen wat zij er voor en mee zouden doen.
Resultaat
Kinderen leren van u wat ieder kind nodig heeft om veilig op te kunnen groeien en zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. • Ze leren inzien wat goed is en wat niet. • Ze leren dat er verbeterpunten in hun leven kunnen zijn waar zij zelf mee aan de slag moeten. • Ze leren inzien wie er allemaal zijn om hen te helpen. • Ze leren een ander te helpen. • Zij worden geprikkeld om zelf een visie te ontwikkelen over hoe we het beste met elkaar om kunnen gaan. • Ze worden voorbereid op hun latere rol als opvoeder! Na het bespreken van de Kinderrechtenchecklist en het spelen van het Kinderrechtenspel krijgen de kinderen een kaartje met het Kinderprotocol en de namen en telefoonnummers van vertrouwenspersonen en instanties die voor hen bereikbaar zijn, waaronder de Kindertelefoon. Zij kunnen zelf ook eigen vertrouwenspersonen invullen.
Wat te doen bij problemen
Wanneer tijdens of naar aanleiding van de bespreking een kind met een probleem komt, is het zaak hier prudent en serieus mee om te gaan. De school heeft de beschikking over een Zorgteam en een Zorg-‐ en Adviesteam. Als de gespreksleider geen oplossing heeft kan de intern begeleider of de vertrouwenspersoon van de school erbij betrokken worden. De intern begeleider vormt, samen met een jeugdverpleegkundige/jeugdarts en een schoolmaatschappelijk werker het Zorgteam van de school. Voor ernstige problemen kan het Zorgteam het boven schoolse Zorg-‐ en Adviesteam inschakelen. Bij ernstig vermoeden van kindermishandeling of als de veiligheid van een kind in gevaar is, treedt de Wet Meldcode in functie.
Voor meer informatie: www.kinderrechten.nu,
[email protected] ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
7
Verkiezingen Jeugdambassadeurs Elke derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. De Koningin, de Gouden Koets, de Troonrede, veel oranje boven, hoedjes en het koffertje van de minister van Financiën. Dat is waar het op Prinsjesdag om draait. Op Prinsjesdag komt de Koningin in de Gouden Koets naar het Binnenhof in Den Haag om in de Ridderzaal de Troonrede voor te lezen. In de Troonrede vertelt de Koningin hoe het met Nederland gaat en gaat ze in op de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar. Alle ministers, staatssecretarissen en leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn ook in de Ridderzaal aanwezig. Elke Prinsjesdag leest de directeur van de school de rede voor. In de rede vertelt de directeur hoe het met de school gaat en wat de plannen zijn voor het komende schooljaar. Het gaat over het schoolwerkplan, het jaarverslag van de leerlingenraad en van de jeugdambassadeurs, de sfeer op school, de betrokkenheid van de ouders en verzorgers, de vakanties, de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werker, de toetsen en andere zaken. Het gaat ook over de verbeterpunten in het komende schooljaar, de komende verkiezingen van de jeugdambassadeurs en de leerlingenraad. Alle kinderen van groep 6, 7 en 8 zijn aanwezig. Daarna vinden de verkiezingen plaats. 's Middags gaat de minister van Financiën met een speciaal koffertje naar de Tweede Kamer om daar de rijksbegroting en de Miljoenennota aan te bieden. In het koffertje zit in ieder geval de Miljoenennota, de samenvatting van de rijksbegroting en de begrotingen van een aantal ministeries. De overige stukken worden apart bezorgd. Misschien heeft de directeur nog een speciaal koffertje met een nota voor de leerlingenraad? De directeur wenst de leerlingen een leuke verkiezingsdag!
De verkiezingen
1. Het is belangrijk om met de ‘Kinderrechtenintroductie’ de start te maken van de verkiezingen. Deel na de les de Kinderrechtenchecklist uit. Zie de vorige pagina. 2. Neem de profielschets van een jeugdambassadeur door. Van de jeugdambassadeur wordt verwacht, dat zij/hij: • zich verdiept in het Verdrag van de Rechten van het Kind en de Kinderrechtenchecklist kent; • praat en nadenkt over wat nodig is voor kinderen om op te kunnen groeien, over hoe we met elkaar omgaan en over hoe we voor elkaar kunnen zorgen; • enthousiast is en ook luistert naar andere kinderen; • ideeën en onderwerpen verzamelt van zijn/haar school of buurt; • een keer in de drie à vier weken na schooltijd vergadert met de jeugdambassadeurs van de andere basisscholen; • informatie doorgeeft aan school, ouders en bestuurders via overleggen en media, de schoolkrant en de website van de gemeente voor kinderen en volwassenen; • meewerkt als redactielid aan het maken en verspreiden van het kindernieuws uit Maassluis; • zijn/haar taak op zich neemt voor tenminste één jaar; • beseft dat: Je bent een Kinderrechtenambassadeur voor het leven! (CV) 3. Geef de leerlingen een opdracht in de klas of mee naar huis: schrijf in een brief waarom je wel of geen jeugdambassadeur wilt worden. In die brief schrijf je ook waarom je het wel of niet belangrijk vindt dat er jeugdambassadeurs zijn, ook als je jezelf niet verkiesbaar stelt.
______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
8
Naam: O Ik wil jeugdambassadeur worden omdat… O Ik wil geen jeugdambassadeur worden omdat…
Ik vind het belangrijk dat er jeugdambassadeurs zijn omdat …
Uit de brieven komt meestal al duidelijk naar voren welke aandachtspunten er leven bij de kinderen. Zaken die kinderen graag verbeterd zien. Uit die brieven komen de potentiële kandidaten naar voren, die voor de klas hun brief voorlezen en vertellen waarom zij vinden dat ze de geschikte jeugdambassadeur zijn. De kandidaat-‐namen worden op het bord geschreven. De kinderen krijgen een stembriefje waarop ze hun stem kunnen uitbrengen. Heel spannend als de stemmen worden voorgelezen, geturfd en geteld. Uit een verslag: Een tweede verkiezingsronde moest gehouden worden om een tweede kandidaat te krijgen. De twee gekozen jeugdambassadeurs hebben een warm onthaal gekregen door een luid gejuich en een groot applaus. De twee die niet gekozen werden zijn nu de hulpambassadeurs. De twee jeugdambassadeurs en de twee hulpambassadeurs zijn naar de directeur gegaan om het goede nieuws over hun jeugdambassadeurschap te vertellen. Direct werd melding gemaakt van het grote nieuws op de website!
Bij voorkeur sluiten de jeugdambassadeurs zich aan bij de leerlingenraad.
De gegevens van de nieuwe jeugdambassadeurs mailen naar:
[email protected]….nl
______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
9
Draaiboek Jeugdambassadeurs September: Oktober: November:
Verkiezingen op de basisscholen op Prinsjesdag Voorbereiding installatie nieuwe jeugdambassadeurs, begeleiding door de Kinderrechtencoach Rond de internationale Dag van de Rechten van het Kind – 20 november -‐ installatie van de Raad van Jeugdambassadeurs van alle verschillende basisscholen door burgemeester en wethouders
Hoe het begon… VNG, Child Friendly Cities, Jantje Beton, verkiezing Kind-‐ en Gezinsvriendelijk Initiatieven, Jeugdambassadeurs Maassluis in de kinderjury, Marianne Schram de eerste Kinderrechtencoach in Nederland Kinderrechtenhuis in Leiden, 17 juni 2011
Vergaderingen Raad van Jeugdambassadeurs: Wanneer: Waarover: Waar: Hoe vaak: Hoeveel:
Welke groep: Hoe lang:
(……)dag tussen 15.30 en 17.00 uur (kies een vaste dag i.v.m. andere afspraken) over agendapunten van de kinderen van school en uit de wijk van de gemeente, Nederland, Europa, de wereld; in het gemeentehuis 10 keer per schooljaar (dus gemiddeld om de 3 à 4 weken) 2 jeugdambassadeurs per basisschool (de bso-‐groep wordt ook vertegenwoordigd) groep 7 (eventueel groep 6) 1 jaar na verkiezing in september op Prinsjesdag; het stokje wordt in de kinderrechtenmaand november doorgegeven
Na een jaar jeugdambassadeurschap…
Oud-‐jeugdambassadeurs • kunnen de nieuwe jeugdambassadeurs ondersteunen en adviseren; • kunnen actief betrokken blijven bij jeugdparticipatie in de gemeente; • kunnen uitgenodigd worden voor discussies; • kunnen betrokken blijven bij KinderrechtenNU; • zijn kinderrechtenspecialisten; • blijven jeugdambassadeur voor de kinderrechten; • zijn kinderrechtenambassadeur voor het leven! ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
10
De overeenkomst tussen het gemeentebestuur, de jeugdambassadeurs en KinderrechtenNU Een overeenkomst voor Kinderparticipatie en Kinderrechten Raad van Jeugdambassadeurs en de Kinderrechtenchecklist in de gemeente Jeugdambassadeurs bouwen mee aan een gemeente die voor kinderen fijn is om in op te groeien. Jeugdambassadeurs zijn een voorbeeld voor hun leeftijdsgenoten. Volwassenen geven kinderrechten door en geven kinderen alle kans om mee te denken, mee te praten en mee te helpen aan een fijne en een sociaal-‐ en kindvriendelijke leefomgeving.
Doelstellingen Bekendmaking van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Dit verdrag: • • • • •
is door Nederland als zeer belangrijk bestempeld en ondertekend in 1995; is de basis bij het maken van beleid door de overheid; is een handvat bij het opvoeden van kinderen voor ouders en professionals; kan ervoor zorgen dat een kind de regie over zijn of haar leven in eigen hand kan houden; is samengevat in een Kinderrechtenchecklist door jeugdambassadeurs met advies van Prof. Dr. Jan Willems, bijzonder hoogleraar in de Rechten van het kind en Dr. Martine Delfos, psychotherapeute.
Kinderen stimuleren, aanmoedigen ondersteunen in: • • • •
het kennismaken met de rechten en plichten van het kind; het uitleggen van deze rechten en plichten aan hun leeftijdsgenoten en de politiek; het leren initiatief nemen en hun eigen verantwoordelijkheid te ontdekken; het kennismaken met mensen om hen heen voor wie zij iets kunnen betekenen, en die voor hen iets kunnen betekenen.
Kinderparticipatie vorm geven door het aanstellen van jeugdambassadeurs
A) Jeugdambassadeurs: • vertegenwoordigen de kinderen van hun school en hun woonomgeving; • zijn actief voor alle kinderen in gemeente X en in het bijzonder in hun eigen woonwijk; • zijn redactieleden en ‘journalisten’ voor de informatie naar leeftijdgenoten en volwassenen via het KinderrechtenMagazine. B) De gemeente …, het college, de raad, de ambtenaren, de ouders en de professionals: • zijn op de hoogte van kinderrechten en de Kinderrechtenchecklist; • luisteren naar jeugdambassadeurs; • vragen naar hun mening over zaken die kinderen aangaan; • laten kinderen mee helpen aan verbeteringen in de samenleving te beginnen thuis, op school, in de straat, op de sportvereniging e.a. • ondersteunen hen daar waar nodig is; • nemen gevraagd en ongevraagd advies mee in de besluitvorming van het integraal jeugdbeleid.
De overeenkomst met de jeugdambassadeurs
Van de jeugdambassadeur, de ouder/verzorger, schoolleiding en bestuur van de gemeente wordt verwacht dat zij de overeenkomst tekenen. KinderrechtenNU zal het proces volgen, de resultaten rapporteren en de gemeente het keurmerk Kinderrechtenproof toekennen indien de kinderparticipatie structureel werkt en de kinderrechten geïmplementeerd zijn. Het streven is erop gericht dat de gemeente de behaalde resultaten van deze aanpak door vertaalt naar de doelgroep 12+. Hierdoor worden kinderen en jongeren op een eenduidige en integrale wijze bereikt en aangesproken.
______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
11
Samenvattend: Van het Bestuur van de gemeente … wordt verwacht, dat het Bestuur: 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7.
het Verdrag inzake de Rechten van het Kind kent en gebruikt als basis voor zijn integraal jeugdbeleid; zorgt dat het verdrag een preventieve werking krijgt en geïmplementeerd wordt in de samenleving; een ambtenaar de functie geeft als spil en aanspreekpunt voor alle partijen, zij/hij is de Kinderrechtencoach van de gemeente; zorgt voor professionele begeleiding van de jeugdambassadeurs; zij leiden de vergaderingen en maken verslag voor de gemeente; gevraagd en ongevraagd advies van de jeugdambassadeurs meeweegt in zijn besluitvorming omtrent beleid wat kinderen aangaat en dat kenbaar maakt; regelmatig overleg heeft met een afvaardiging van de jeugdambassadeurs uit de verschillende wijken; de raadsleden met verschillende portefeuilles verzoekt de jeugdambassadeurs met raad en daad bij te staan.
Van de jeugdambassadeur wordt verwacht, dat zij/hij: 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
zich verdiept in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de Kinderrechtenchecklist kent; praat en na denkt over wat nodig is voor kinderen om op te kunnen groeien, over hoe we met elkaar omgaan en over hoe we voor elkaar kunnen zorgen; enthousiast is en ook luistert naar andere kinderen; ideeën en onderwerpen verzamelt van zijn/haar school of buurt; een keer in de drie à vier weken na schooltijd vergadert met de jeugdambassadeurs van de andere basisscholen; informatie doorgeeft aan school, ouders en bestuurders; meewerkt als redactielid aan het maken en verspreiden van het KinderrechtenMagazine; haar /zijn taak op zich neemt voor tenminste één jaar.
Van de ouder/verzorger wordt verwacht, dat zij/hij: 1.
2. 3. 4.
belangstelling en begrip toont voor het jeugdambassadeurschap en rekening houdt met de afspraken van het kind; op de hoogte is van de kinderrechten; zorgt dat het kind gebracht en gehaald wordt. De vergaderingen van de jeugdambassadeurs zijn gemiddeld één keer per maand, op een vaste middag na schooltijd; zorgt dat jeugdambassadeurs een eigen mailadres (thuis of op school) hebben.
Van de schoolleiding van basisscholen in de gemeente … wordt verwacht, dat de leiding: 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8.
bekendheid geeft aan de Kinderrechtenchecklist; bekendheid geeft aan de jeugdambassadeurs en de taak die zij hebben; verkiezingen organiseert in september/oktober in groep 7 (of 6) voor twee jeugdambassadeurs die de school gaan vertegenwoordigen in de gemeente; samen met de gekozen jeugdambassadeurs een begeleider binnen de school aanstelt; belangstelling toont voor de vergadering van de jeugdambassadeurs; onder schooltijd de jeugdambassadeurs de kans geeft daarover hun klasgenoten te informeren, hen advies te vragen of te interviewen; de kinderrechten bespreekbaar maakt met behulp van het kindernieuws van de jeugdambassadeurs in de bovenbouw, maar ook in het team en in de ouderkamer; het werk van de jeugdambassadeurs onder de aandacht brengt van de ouders via de website en/of de schoolkrant; de jeugdambassadeurs leveren hieraan een actieve bijdrage.
Van KinderrechtenNU kunnen de partijen verwachten dat KinderrechtenNU: 1. 2.
3. 4.
informeert en adviseert over kinderrechten en kinderparticipatie; adviseert over hoe jeugdambassadeurs en zoveel mogelijk relevante initiatieven dichter bij elkaar gebracht kunnen worden; de hoofdredactie voert voor het KinderrechtenMagazine; waar noodzakelijk of gewenst, advies geeft met name voor goede communicatie tussen betrokken partijen.
Kinderparticipatie begint en eindigt bij kinderen. Altijd! ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
12
Overeenkomst Jeugdambassadeur in gemeente … Jeugdambassadeur Naam Geboortedatum Adres Postcode Telefoonnummer Email Ouder/verzorger Naam Telefoonnummer Mobiel Email School Directeur Email Juffrouw/meester Email Begeleider jeugdambassadeur Email Telefoonnummer Gemeente Namens het college, De burgemeester van …(naam gemeente) naam Portefeuillehouder Jeugd Naam Kinderrechtencoach Naam Telefoonnummer Email KinderrechtenNU W.A.M. Dupuis-‐Tombrock, dir Telefoonnummer Email
……………………….. ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… …………………………
Handtekening
………………………… ………………………… ………………………… …………………………
Handtekening
………………………… ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… …………………………
Handtekening directeur
...........................
Handtekening
..........................
Handtekening
……………………….. ………………………… ………………………..
Handtekening
………………………… ………………………… …………………………
Handtekening
Plaats Datum ______________________________________________________________________________________________________ Bron: KinderrechtenNU, Willemijn Dupuis, Delft, 2009
13