Social Return On Investment : Krachtig voor kwetsbaar door schakelen en verbinden
Actieplan 2010
Afdeling CWZ Afdeling EZ Projectleider: Gertie Goffin
Social Return On Investment : Krachtig voor kwetsbaar door schakelen en verbinden.
0.0 Inhoudsopgave
pagina 2
Deel I Referentiekader 1.1 Inleiding 1.2 Definitie 1.3 Doelstelling 1.4 Doelgroepen 1.5 Resultaten 2008/2009 1.6 Afbakening en focus
3 4 5 5 6 6 7
Deel II Plan van aanpak 2.1 Fasering en tijdsplanning 2.2 Projectstructuur 2.3 Communicatie
8 9 10 10
Deel III Actieplan 2010 3.0 inleiding 3.1 Spoor 1 Inbedding SROI in provinciaal instrumentarium 3.2 Spoor 2 Inzet provinciaal subsidie voor voorbeeldprojecten 3.3 Spoor 3 Inzet SROI bij de 16 beeldbepalende ontwikkelingen 3.4 Spoor 4 Opzet Kennisnetwerk SROI
11 12 12 16 17 21
Deel IV Doorkijk naar 2011 en verder
23
Bijlage: lijst van interne stakeholders
25
2
DEEL I REFERENTIEKADER
3
Deel I Referentiekader 1.1 Inleiding De Provincie wil een perspectiefvolle toekomst voor alle Limburgers. Een bloeiende economie en een prachtige leefomgeving zijn onmisbaar en heel belangrijk maar uiteindelijk draait het om de mensen en vooral de vraag: hoe bind je mensen? Door een sociaal klimaat, waarin mensen oog voor elkaar hebben. Door het benutten van alle talenten en veel aandacht te besteden aan participatie op de (betaalde) arbeidsmarkt, vooral bij kwetsbare mensen in achterstandsituaties zoals uitkeringsgerechtigden, gepardonneerden, nieuwkomers, mensen met handicap of beperking, leerlingen of jongeren met onvoldoende kwalificaties of mensen die anderszins op grote afstand staan van de reguliere arbeidsmarkt. Bovendien zullen kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt in tijden van crisis vanuit werkloosheid minder snel “uitstromen”. Arbeidstoeleiding (corebusiness van de lokale overheid) en reïntegratie betekent maatwerk, selectiviteit en het tegengaan van in de persoon gelegen belemmeringen (schulden, geen opleiding, laaggeletterdheid, etc.). In dit verband is de provincie op zoek naar nieuwe toepassingsmogelijkheden van Social Return of Investment (SROI) die moet zorgen voor nieuwe sociale dynamiek tussen overheid, bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en burgers. Social Return betekent letterlijk vertaald “maatschappelijk rendement” met andere woorden winst voor de mens én voor de samenleving. Dankzij Social Return leveren investeringen in de economie wisselgeld op voor mensen en hun directe leefomgeving. Ondernemen krijgt zo een toegevoegde sociale opbrengst. Deze vernieuwende aanpak voert de Provincie niet alleen uit, maar samen met partners. Onze rol en positie in het samenspel met deze partners doen wij vanuit ons organiserend en verbindend vermogen. In die zin is de Provincie een middenbestuur die haar kracht en meerwaarde zoekt in het doorontwikkelen, vasthouden en breed realiseren van SROI, in het daartoe leveren van een professionele kennisbasis en in het goed organiseren van de uitvoering ervan. In dit traject gaat bijzondere aandacht uit naar de effecten van de demografische voorsprong: bovengemiddelde vergrijzing en ontgroening. Nu al staat vast en is berekend dat vanaf 2012 het arbeidspotentieel in de regio krap gaat worden en wordt het noodzakelijk het beschikbare potentieel optimaal in te zetten. Vandaar dit plan voor 2010 waarmee de inzetbaarheid van kwetsbare medewerkers en medewerkers met een beperking of een handicap op termijn wordt verbeterd. Met andere woorden: flexibele en maximale inzetbaarheid van mensen. Met name de krimp van de Limburgse beroepsbevolking vergt een stevige investering op het gebied van SROI. Met een geïntegreerde, duurzame en programmatische aanpak zet de Provincie in op de menselijke maat. Ter ondersteuning hiervan zet de Provincie haar eigen instrumenten en beleidskaders hiervoor maximaal in. Tenslotte wordt een blijvende integrale structuur gerealiseerd enerzijds voor de uitvoering van dit SROI-actieplan in deze coalitieperiode anderzijds voor de structurele inbedding en continuering ervan ná deze coalitieperiode.
4
1.2 Definitie Social Return on Investment. Social Return on Investment is het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en wensen in inkoop-, aanbestedings- en subsidieverleningstrajecten zodat leverancier en subsidieontvanger een bijdrage leveren aan de uitvoering van provinciaal beleid ten aanzien van: • bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie. • bevorderen van maatschappelijke participatie. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van een expliciete koppeling van kansarme, kwetsbare en niet actieve burgers en sociaalculturele activiteiten en activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, sport en bewegen, onderwijs, (informele zorg), welzijn en burgerparticipatie. 1.3 Doelstelling Social Return on Investment Dit actieplan 2010 draagt bij aan het realiseren van twee doelstellingen: 1. Bevordering van arbeidsparticipatie door vraag en aanbod van (potentieel) werkenden beter op elkaar afstemmen zodat de Limburgse arbeidsmarkt meer proactief, sociaal en kleurrijk wordt via: • terugdringen langdurige werkloosheid • gelijke kansen op de arbeidsmarkt • bevorderen arbeidsproductiviteit • werkervaringsplaatsen en/of leer(werk)plaatsen. 2. Bevordering van maatschappelijke participatie van kwetsbare en kansarme mensen in een achterstandssituatie via gerichte toeleiding naar c.q. deelname aan sociaal-culturele activiteiten en activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, sport en bewegen, onderwijs, (informele) zorg, welzijn en burgerparticipatie in relatie met een wijkgerichte aanpak door werkzoekende buurtbewoners te betrekken bij: • bedrijfsleven, onderwijs en maatschappelijke activiteiten in de buurt. • het opzetten van culturele projecten in de buurt. • het creëren van extra maatschappelijke stages voor leerlingen. • het opzetten van sportprojecten in combinatie met onderwijs (BOS-projecten). • uitvoering Wmo-projecten. • uitvoering projecten in het kader van informele zorg.
5
1.4 Doelgroepen SROI Dit actieplan is gericht op de volgende doelgroepen: • Uitkeringsgerechtigden op grond van WWB (Wet Werk en Bijstand), WW (Werkloosheidswet), WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, WGA (Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten), WAJONG (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten), WAZ (Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen), Ziektewet, ANW (Algemene nabestaandenwet), BBZ (Bijstandbesluit zelfstandigen), WWIK (Wet werk en inkomen kunstenaars) IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) WSW (Wet Sociale Werkvoorziening). • Werkzoekenden werkzaam in een gesubsidieerde arbeidsplaats. • Vroegtijdig schoolverlaters en jongeren met onvoldoende kwalificaties. • Leerlingen in het kader van BOL/BBL opleidingen. • Leerlingen in het kader van maatschappelijke stage. • Niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (zgn. NUGGERS). 1.5 SROI resultaten 2008 en 2009 In 2008 en 2009 zijn de volgende SROI-resultaten bereikt: 0. Intern breed draagvlak om SROI als verbindingslijn tussen de 5 programma’s toe te passen. Verwezen wordt naar de lijst van interne stakeholders (bijlage 1). 1. Aanmelding van een 13-tal organisaties (gemeenten, onderwijsinstellingen, etc.) om samen met provincie SROI-beleid verder te ontwikkelen en aan kennisuitwisseling te doen. 2. Bij alle (zelf te gunnen) opdrachten en werken boven € 250.000,00 via inzet van werk door de aangegeven doelgroepen en of inzet van leerlingervaringsplaatsen voor leerlingen in het kader van BOL/BBL opleidingen. 3. Bij aanbesteding schoonmaakdiensten Gouvernement met inzet van minimaal 85 % SW-ers. 4. Bij nieuw onderhoudscontract voor groenvoorziening van respectievelijk Provincie, gemeente Maastricht, Mecc en Universiteit Maastricht met inzet van SW-plaatsen. 5. Toepassing Social Return bij ondersteuning technische dienst en reprodienst en uitvoering diverse projecten van de afdeling Facilitair van Provincie Limburg. 6. SROI is als thema meegenomen in kaderstelling met betrekking tot duurzame bedrijfsvoering van Facilitaire Zaken binnen het Gouvernement. 7. Voorbereidingen ten behoeve van de A2-school. Het Consortium Avenue2 aan wie de opdracht voor de A2-ondertunneling is verleend, sluit zich hierbij aan. Deze school biedt een praktijkgerichte opleiding waarin mensen vakmanschap kunnen leren en ervaring op doen. 8. Social Return als onderdeel van de provinciale subsidieregeling voor Brede Maatschappelijke Voorzieningen. 9. Social Return als onderdeel van de subsidieregels MONULISA 2009 voor cultureel erfgoed. 10. Vaststelling maatregelenpakket om de Limburgse bouwsector te stimuleren. Hiervoor is een bedrag van ruim € 17,5 miljoen gereserveerd. Bij projecten waarbij de Provincie betrokken is, wordt maximaal ingezet op leerlingbouwplaatsen en regionale arbeidskrachten. 11. Startsubsidie van € 38.000,00 voor de Academie voor Zelfstandigheid die mensen met een verstandelijke beperking coacht/opleidt naar meer zelfstandigheid in wonen en werken.
6
12. Subsidie van € 500.000,00 voor het euregionaal project “Sociale innovatie voor het behoud van religieus erfgoed” gericht op renovatie van kapellen, grafmonumenten etc. door leerlingbouwplaatsen, sociale werkplaatsen en vrijwilligers. 13. Besluit GS inzake inzet busbegeleiders Veolia langs de weg van Social Return. 14.Toepassing Social Return bij onderhoudscontract provinciale wegen. 15. Besluit GS om onderzoek te starten naar de toepassing van de SROI-methode op de koppeling Cultuur en Economie. 1.6 Afbakening en focus 2010. Uitgangspunt is het Limburgs vestigingsklimaat. Met vestigingsklimaat bedoelen wij het geheel van randvoorwaarden in sociaal, economisch en fysiek opzicht die ertoe bijdragen dat Limburg zich in positieve zin onderscheidt van andere, vergelijkbare regio’s in Nederland als plaats voor mensen en ondernemingen om zich te vestigen en te blijven. Op basis van kennis en inzicht over SROI kunnen wij partners mobiliseren om kansen op te pakken en sociaal-economische bedreigingen het hoofd te bieden. Onze focus ligt op het nieuwe SROI-toepassingen. Vanuit een duurzaam samenlevingsperspectief gaat de Provincie nieuwe mogelijkheden van SROI concreet toepassen. Een en ander gebeurt uiteraard in goede samenspraak met de samenwerkende gemeenten/regio’s, maatschappelijk middenveld en marktpartijen. Samenwerking met gemeenten op regionaal niveau en het leveren van maatwerk zijn belangrijke ingrediënten om mensen met een (te) grote afstand van de arbeidsmarkt aan een passende baan, opleiding of vrijwilligerswerk te helpen. Daarom zetten wij in op bundeling van krachten in de regio, gekoppeld aan de beeldbepalende ontwikkelingen. Het SROI actieplan 2010 bestaat uit 4 sporen: Spoor 1: Inbedding Social Return on Investment in provinciaal instrumentarium. Spoor 2: Inzet (beperkte) provinciaal subsidie specifiek voor voorbeeldprojecten op het gebied van Social Return on Investment. Spoor 3: Inzet Social Return on Investment bij de 16 BBO’s. Spoor 4: Opzet kennisnetwerk Social Return Limburg.
7
DEEL II Plan van aanpak
8
Deel II Plan van aanpak 2.1 Fasering en tijdsplanning De ontwikkeling van SROI-beleid kent de volgende fasering:
Fase 1 Kader, afbakening, focus en doelgroep Fase 2 Verkenning en oriëntatie toepassing op BBO’s Fase 3 Planontwikkeling Fase 4 Planuitvoering Fase 5 Afsluiting, overdracht en inbedding SROI-beleid
Tijdpad 1-05 tot 1-08-2009 1-08 tot 1-11-2009 1-11 tot 1-03-2010 1-03 tot 1-03-2011 1-03 tot 1-05-2011
In de tweede helft van 2009 zijn fase 1, fase 2 en fase 3 afgerond. Fase 1: Kader, afbakening, focus en doelgroep. Deze fase wordt gekenmerkt door definitiebepaling en afbakening van SROI binnen het provinciaal beleid. De resultaten hiervan zijn geland in het referentiekader zoals vastgelegd in deel I van dit actieplan. Fase 2: Verkenning en oriëntatie toepassing op BBO’s. In deze fase heeft een zoektocht plaatsgevonden naar concrete toepassingsmogelijkheden van SROI. Samen met de interne stakeholders (zie bijlage 1) is gezocht naar kansen en mogelijkheden van provincie en (samenwerkende) gemeenten op dit vlak. De resultaten van deze fase zijn geland in spoor 3 zoals vastgelegd in deel III van dit actieplan. Fase 3: Planontwikkeling. Deze fase wordt gekenmerkt door een concrete uitwerking van het SROI-kader voortvloeiend uit de resultaten van fasen 1 en 2. De uitkomst van deze fase heeft geresulteerd in het Plan van Aanpak (deel II) en bijbehorend actieplan (deel III). Alle acties worden begin 2010 afzonderlijk in deelprojecten uitgewerkt. Fase 4: Planuitvoering. Deze fase wordt gekenmerkt door de uitvoering van de acties zoals opgenomen in het actieplan (deel III). Met de vaststelling van dit actieplan wordt feitelijk het startsein van fase 4 gegeven. In deze fase worden concrete acties uitgevoerd gericht op nieuwe SROI-initiatieven. Belangrijk uitgangspunt hierbij is de keuze om maximaal aan te sluiten bij c.q. gebruik te maken van bestaande (regionale) overlegstructuren waarin Provincie, samenwerkende gemeentenen relevante marktpartijen in het kader van beeldbepalende ontwikkelingen samen aan tafel zitten. Succesvolle projecten worden gedeeld en uitgewisseld en knelpunten op dit terrein benoemd om de betreffende partijen te ontsluiten naar concrete ondersteuningsmogelijkheden (spoor 4 kennisnetwerk Social Return Limburg). Op het vlak van communicatie worden de successen die in deze uitvoeringsfase worden bereikt met de Limburgse gemeenten en betrokken marktpartijen (lees: bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijk middenveld) op diverse wijzen gecommuniceerd.
9
Fase 5 Afsluiting, overdracht en inbedding van SROI-beleid. Om de bereikte SROI-resultaten breed uit te dragen wordt in de maand februari 2011 een manifestatie georganiseerd voor een breed publiek waarin succesvolle projecten worden gepresenteerd en waarin nieuwe initiatiefnemers worden geënthousiasmeerd tot het verrichten van inspanningen op dit vlak. 2.2 De projectstructuur De projectstructuur waarmee gedurende dit traject gewerkt, grijpt op twee punten aan: 1. Allereerst is een behoorlijke dynamiek op gang gebracht. De ervaring leert dat het genereren van een zeker enthousiasme vraagt om het bijeen brengen van een aantal inspirerende kartrekkers (interne stakeholders) die een extra inspanning willen leveren en tegelijk verbonden zijn met de weerbarstige praktijk van de beeldbepalende ontwikkelingen. Om gedurende het gehele traject zo’n extra push te genereren is een interne projectgroep ingesteld. Deze projectgroep bestaat uit een projectleider vanuit afdeling Cultuur, Welzijn en Zorg, een adviseur SROI (tevens waarnemend projectleider) vanuit afdeling Economische Zaken, de programmamanager van Investeren in Mensen en een communicatieadviseur. 2. Ten tweede wordt dit traject gekenmerkt door beheersbaarheid ervan. Om in de regio’s zoveel mogelijk bestuursdrukte rondom de beeldbepalende ontwikkelingen te voorkómen is ervoor gekozen: • aansluiting te zoeken bij c.q. gebruik te maken van bestaande overlegstructuren die in het kader van de regio- en investeringsagenda zijn ingesteld en • SROI als één van de uitgangspunten mee te nemen in de bestuurlijke afspraken rondom de regio- en investeringsagenda. 2.3 Communicatie De communicatie rondom SROI is essentieel. Wat is SROI precies ? Hoe werkt SROI in de praktijk ? Welke projecten vallen onder SROI ? Hoe kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer gemotiveerd worden om SROI in te zetten en toe te passen ? Welke goede voorbeelden zijn er al ? Feitelijk is de communicatie op het terrein van SROI gericht op 2 onderdelen: - het fenomeen “SROI” meer bekend maken, Limburg breed; - cultuurverandering inzetten binnen de Limburgse maatschappij zodat SROI uiteindelijk regulier onderdeel wordt van voorbereiding en uitvoering van beleid in de meest brede zin van het woord. Om de communicatie over ons SROI-beleid te optimaliseren zullen op verschillende momenten diverse communicatiemidden worden ingezet om gerichte SROI-informatie te delen met andere partijen zoals (samenwerkende) gemeenten, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. De navolgende communicatiemiddelen worden ingezet: 1. interactieve website SROI gekoppeld aan de website van www.limburgtalentrijkeregio.nl 2. periodieke digitale nieuwsbrief SROI. 3. Web Tv-items. 4. manifestatie ism VLG en regio’s. 5. foldermateriaal met “best practices” en “do’s and don’ts”-onderwerpen.
10
DEEL III Actieplan 2010
11
DEEL III Actieplan Social Return on Investment 2010 3.0 Inleiding Het SROI actieplan 2010 bestaat uit 4 sporen: Spoor 1: Inbedding Social Return on Investment in provinciaal instrumentarium. Spoor 2: Inzet (beperkte) provinciaal subsidie specifiek voor voorbeeldprojecten op het gebied van Social Return on Investment. Spoor 3: Inzet Social Return on Investment bij de 16 BBO’s. Spoor 4: Opzet kennisnetwerk Social Return Limburg.
3.1 Spoor 1: Inbedding Social Return on Investment in provinciaal instrumentarium. Er heeft een oriëntatie plaatsgevonden op visies en meningen van de interne stakeholders (zie bijlage 1) over de mogelijkheden van SROI vanuit specifiek instrumentarium, beleidskaders of beeldbepalende ontwikkelingen. Resultaat van deze verkenning bevestigt dat er intern breed draagvlak is samen te zoeken naar concrete toepassingsmogelijkheden van SROI in de verdere doorontwikkeling, aanpassing en uitwerking van provinciale instrumenten, (sectorale) beleidskaders en beeldbepalende ontwikkelingen. De uitkomsten van deze interne oriëntatie zijn opgenomen onderstaand schema. Voor SROI relevante provinciale instrumenten zijn: 1. Inkoop- en aanbestedingsbeleid. 2. Subsidiebeleid/subsidieregelingen. 3. Beleidskaders zoals Limburg Talentrijke Regio, Koersvast, Cultuur en Economie, ISV-3 beleid, Duurzame Ontwikkeling, Mobiliteit en Verkeersveiligheid en beleidskaders op het terrein van welzijn, (jeugd)zorg, sport, maatschappelijke organisaties en integratie-agenda. 4. Bestuurlijke afspraken via Regiodialoog, Regio-agenda, Regiofonds, Regioconvenant, Samenwerkingsovereenkomst, Wijkarrangement en Afsprakenkader. 5. MKBA-toets met name via de criteria “samenhang” en “efficiëncy”.
12
Ad 1 Inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het college van Gedeputeerde Staten heeft besloten met ingang van 1 september 2008 voor alle opdrachten Social Return toe te passen. Bij Social Return in het kader van inkopen en aanbestedingen gaat het om het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en wensen in inkoop- en aanbestedingstrajecten, zodat opdrachtnemers een bijdrage leveren aan de uitvoering van het Limburgse beleid van bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of het bevorderen van maatschappelijke participatie. Opdrachtnemers kunnen hieraan invulling geven door middel van de volgende plaatsingsmogelijkheden: • duurzame reguliere arbeidsplaats • praktijkplaats bij een leer/werktraject (BBL) • beroepsspecifieke opleiding (BOL) • stageplaats • participatieplaats De Provincie zal dit als opdrachtgever tot stand brengen door per inkoop een optimale keuze te maken uit de volgende mogelijkheden: • marktonderzoek naar mogelijkheden tot en/of het stimuleren van SROI in een bepaalde markt; • selecteren van opdrachtnemers op basis van eisen op het gebied van SROI; • opnemen van eisen en/of wensen op het gebied van SROI in offerteaanvragen/bestekken bijvoorbeeld: een veel gehanteerde eis/wens is de zogenaamde 5% regeling. Deze houdt in dat de opdrachtnemer 5% van de opdrachtsom aanwendt om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten dan wel om maatschappelijke participatie te bevorderen; • opnemen van open vragen gericht op het verkrijgen van ideeën voor SROI in offerteaanvragen/bestekken; • keuze van een aanbestedingsvorm die SROI bevordert. Het gebruiken van SROI bij inkopen en aanbesteden zal verder uitgewerkt en verankerd worden in het in 2010 vast te stellen inkoop- en aanbestedingsbeleid en het naar aanleiding daarvan te ontwikkelen instrumentarium, o.m. checklists, standaarddocumenten etc. Ad 2 Subsidiebeleid/subsidieregelingen. Veel projecten die met provinciaal subsidiegeld worden gerealiseerd zijn mede gericht op maatschappelijk rendement. Denk bijvoorbeeld aan projecten op het vlak van kunst en cultuur, (jeugd)zorg en welzijn, sport, maatschappelijke organisaties, duurzaamheid, verkeersveiligheid en arbeidsmarkt. Het maatschappelijk rendement van deze provinciale investeringssubsidies is vastgelegd in het provinciaal beleid en de daarbij behorende subsidieregelingen waaraan de projecten worden getoetst. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de Algemene Wet Bestuursrecht het niet toestaat aan de subsidieontvanger verplichtingen op te leggen die niet strekken tot verwezenlijking van het specifieke doel van de subsidie.
13
Op basis van artikel 4:39 Awb kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie slechts betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. Overigens moet dit bij wettelijk voorschrift zijn bepaald. In geval van investeringssubsidies ten behoeve van verbetering van fysieke infrastructuur kunnen verplichtingen worden opgelegd over de inzet van SROI-doelgroepen. Op welke wijze een en ander invulling krijgt vereist maatwerk. Gedeputeerde Staten hebben twee mogelijkheden om Social Return on Investment een plek te geven in subsidieregelingen: 1. Social Return on Investment als criterium meenemen in de subsidieregeling, van belang voor de beoordeling van een subsidieaanvraag. Voorbeeld van een dergelijke subsidieregeling is “Brede Maatschappelijke Voorzieningen” in het kader van programma “Investeren in Steden en Dorpen”. In artikel 7, lid d van deze regeling is de volgende bepaling opgenomen: Bij de realisering van het project wordt rekening gehouden met de aspecten bouwkundige en functionele duurzaamheid en met de mogelijkheden van zelfwerkzaamheid van de inwoners van het verzorgingsgebied en gedeeltelijke uitvoering als leerlingbouwplaats of eventuele andere mogelijkheden van Social Return on Investment.
2. Social Return on Investment als aanvullende verplichting meenemen in de subsidieregeling. Voorbeeld van een dergelijke toepassing is de Nadere subsidieregels Monulisa 2009 in het kader van het programma “Investeren in Steden en Dorpen”. In artikel 1.9 lid 6 “aanvullende verplichtingen” is de volgende bepaling opgenomen: Gedeputeerde Staten kunnen vanwege het toeristisch-economisch en educatief belang van een monument aan de subsidie aanvullende verplichtingen stellen. Deze verplichtingen kunnen ook betrekking hebben op de inzet van leerlingen/stagiaries van de restauratie vakopleiding. De concrete invulling van deze aanvullende verplichting vereist maatwerk en gebeurt in overleg met de subsidieontvanger en de betreffende opleiding. Langs deze weg wordt een win-win-situatie geborgd.
Ad 3. Beleidskaders/Kaderstelling Het Uitvoeringsprogramma Welzijn en Zorg 2010 en het beleidskader Limburg Talentrijke Regio zetten stevig in op Social Return on Investment als verbindingslijn tussen de vijf programma’s. Deze kaderstelling draagt ertoe bij dat SROI één van de belangrijkste speerpunten is binnen het programma Investeren in Mensen. Evenals de verbindingslijnen demografische voorsprong, internationalisering en duurzaamheid wordt SROI als één van de uitgangspunten meegenomen in kaderstelling voor andere beleidsterreinen van de Provincie. Voorbeelden hiervan zijn: - Bijstelling van beleid op het gebied van Mobiliteit meer specifiek Sociale Veiligheid in relatie tot Openbaar Vervoer waarbij in de concessie is meegenomen de inspanningsverplichting om busbegeleiders/stewards in te zetten langs de weg van Social Return on Investment. - Aanscherping van de kaderstelling van de Limburgse Wijkenaanpak door het differentiëren van het begrip “participatie” als onderdeel van de zogenoemde “high five” in twee onderdelen: maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie. - SROI als criterium meenemen in kaderstelling van ISV-3 beleid langs de lijn van de interne MKBA-toets (zie ad 5).
14
- SROI als thema meenemen bij kaderstelling/beleidskader voor de uitvoering van de wettelijke taken op gebied van jeugdzorg. - SROI als thema meenemen bij kaderstelling voor de maatschappelijke organisaties van provinciaal belang. - SROI als thema meenemen bij kaderstelling voor cultuur in relatie met economie. Ad 4. Bestuurlijke afspraken. Langs verschillende programma’s en beeldbepalende ontwikkelingen worden bestuurlijke afspraken gemaakt: via Regiodialoog, Regio-agenda, Regioconvenant, Regiofonds, Meerjarenuitvoeringsprogramma, Samenwerkingsovereenkomst, Wijkarrangement en Afsprakenkader. Feitelijk worden deze instrumenten ingezet om te komen tot niet vrijblijvende samenwerking in de regio’s. De daarbij behorende documenten kunnen worden gescreend op de SROI-component, als één van de uitgangspunten van provinciaal beleid. Ad 5. MKBA-toets (MKBA: Maatschappelijke Kosten Baten Analyse). In het coalitieakkoord is “de mogelijkheid tot terugverdienen” benoemd als een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het investeringsfonds. Binnen het Sociaal Domein betekent deze voorwaarde niet alleen rendement in vastgoed respectievelijk economisch rendement maar ook terugverdienen in maatschappelijk rendement. Vanuit de gewenste integraliteit wordt deze voorwaarde opgenomen in de criteria van het Investeringsfonds. Om een integrale toetsing van de businesscases vanuit sociaal, economisch en fysiek domein te kunnen realiseren is een zogenoemde MKBA-toets in gebruik. Investeringen worden getoetst op de bijdrage aan de programmadoelen. Hierbij wordt een zwaar accent gelegd op de samenhang. Bovendien verdienen projecten die een belangrijke bijdrage leveren aan een structurele versterking van Limburg hoogste prioriteit. Dit afwegingskader is een geschikt instrument om de maatschappelijke kosten en baten van een investering goed in beeld te brengen. Dit is van groot belang, niet alleen om in een vroegtijdig stadium maatschappelijk relevante projecten te selecteren, maar tevens om meer uitgewerkte projecten in een later stadium te optimaliseren. Met behulp van dit afwegingskader kan in een vroeg stadium een eerste selectie worden gemaakt van naar verwachting succesvolle projecten. Het consequent hanteren van dit afwegingskader betekent uiteindelijk dat alleen de succesvolle projecten daadwerkelijk tot uitvoering komen. Uitgangspunt hierbij is dat op transparante wijze wordt weergegeven hoe de maatschappelijke meerwaarde van een project in beeld wordt gebracht. Op deze wijze kunnen goed onderbouwde keuzes worden gemaakt waardoor een breed draagvlak ontstaat. Er zijn vijf basiscriteria op basis waarvan ieder project beoordeeld wordt: - coherentie - legitimiteit - effectiviteit - samenhang - efficiëncy.
15
Twee van deze citeria zijn wezenlijk voor Social Return on Investment te weten “samenhang” en “efficiëncy”. Bij de beoordeling van de samenhang wordt de volgende vraag gesteld: is er een goede balans tussen ecologische, economische en sociale belangen, voor zowel de huidige als de toekomstige generaties? Deze fundamentele vraag sluit aan bij het onderscheid naar people (sociaal kapitaal), planet (natuur en milieu kapitaal) en profit (economisch kapitaal). Met het basiscriterium “efficiëncy” wordt gekeken naar de relatie tussen de input en de output/impact van het project. Met andere woorden: Worden de beschikbare middelen optimaal ingezet? Of anders gezegd: wegen de baten van het project op tegen de kosten dan wel is er geen goedkopere manier om hetzelfde resultaat te bereiken? Social Return on Investment is een belangrijk instrument om bij te dragen aan meer samenhang en meer efficiëncy. Acties spoor 1 in 2010: 1. Verankering SROI in op te stellen inkoop- en aanbestedingsbeleid. 2. SROI-proof maken van (nieuwe) provinciale subsidieregelingen specifiek gericht op verbetering en uitbreiding fysieke infrastructuur. 3. SROI-proof maken van (sectorale) beleidskaders. 4. SROI meenemen bij gebruik MKBA-toets op onderdelen samenhang en efficiëncy. 5. Het begrip “participatie” als onderdeel van de zogenoemde “high five” in het kader van de Limburgse wijkenaanpak differentiëren in maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie. 6. SROI als criterium meenemen in ISV-3 beleid.
3.2 Spoor 2: Inzet provinciaal budget specifiek voor voorbeeldprojecten op het gebied van Social Return on Investment. Stimulering van SROI wordt gezocht in de vorm van het faciliteren van enkele pilotprojecten te koppelen aan beeldbepalende ontwikkelingen. Naast deze SROI-projecten op regionaal niveau zullen ook SROI-projecten financieel ondersteund worden die provinciebreed worden uitgevoerd of die vanwege de voorbeeldwerking ervan van provinciaal belang zijn. Actie spoor 2 in 2010: Bevorderen dat nieuwe Nederlanders aan de slag gaan in de zorgsector, via gerichte begeleiding, te koppelen aan de (regionale) integratie-agenda en nader uit te werken in overleg met zorgaanbieder Proteion en gemeenten in de regio Midden-Limburg, gekoppeld aan de BBO N280/zorgstrip.
16
3.3 Spoor 3: Inzet Social Return on Investment bij de 16 BBO’s. Aan de hand van de 16 beeldbepalende ontwikkelingen (BBO’s) wordt door de Provincie fors geïnvesteerd in de regio. Aan de hand van de versnellingsagenda en de uitwerking van onze demografische voorsprong is “groen licht” gegeven voor een focus op bovengenoemde beeldbepalende ontwikkelingen. Er is een gezamenlijke investeringsagenda ontwikkeld die publieke en private partijen verbindt en middelen bundelt. De provincie wil ook kwetsbare burgers mee laten profiteren bij nieuwe werkgelegenheid in het kader van deze gebiedsontwikkeling via begeleiding van mensen naar een reguliere baan, het aanbieden van een participatiebaan (werk met behoud van een uitkering) of werkzaamheden voor de samenleving, bijvoorbeeld buurtgerichte activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, (informele) zorg en welzijn, sport, onderwijs en inrichting en onderhoud openbare ruimte. Dit actieplan 2010 is gericht op de volgende beeldbepalende ontwikkelingen: 1. Cultuursprong Maastricht 2. Sportzone 3. Herstructurering M-L en Z-L 4. Euregionaal OV 5. A2 passage Maastricht 6. Greenport 7. Klavertje Vier 8. Gebiedsontw.Ooyen-Wanssum 9. Ontwikkelas N280/zorg 10. A2-zone Maasbracht-Beek 11. Gebiedsontw. M’tricht-Valkenburg 12. Parkstad Buitenring 13. Life & Science Campus Maastricht 14. Open Campus Avantis 15. Floriade 2012 16. Maasplassen Mede aan de hand van de provinciale programmabegroting 2010 levert deze verkenning de volgende inventarisatie van mogelijke toepassing SROI op: BBO Floriade. Organisatie van de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade 2012 rond het duurzaamheidsprincipe “Cradle to Cradle”, waaronder de realisatie van het Poortgebouw/Innovacomplex. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure Innovacomplex. 2. Aanbestedingsprocedure Villa Flora-gebouw. 3. Versterking culturele infrastructuur. 4. Aanbestedingsprocedure Greenportlane. BBO Gebiedsontwikkeling Ooyen-Wanssum. Realisatie van een duurzame hoogwaterstanddaling in een aaneengesloten waterrijk landschap dat aantrekkelijk is voor toerisme/recreatie, om in te wonenen te werken en goed bereikbaar is door de bouw van een rondweg rond Wanssum. SROI-mogelijkheid: Aanbestedingsprocedure rondom Wanssum.
17
BBO Klavertje 4 /Greenport Venlo. Gebiedsontwikkeling op de gebieden glastuinbouw, agrofood, bedrijventerreinen en natuur. SROI-mogelijkheden: 1. Inzet publiekrechtelijke instrumenten tbv Overheids-NV in het kader van Klavertje Vier. 2. Besluitvorming over inhoudelijk kader, rol provincie, financiering en verantwoordingssystematiek Kennis-Kunde-Kassa-organisatie. 3. Besluitvorming rol provincie in onderdeel “quality of life”. 4. Vormgeven strategische samenwerking onderwijs en Regio mbt krachtenbundeling en ontwikkeling Greenportacademy of Greenport onderwijscampus. BBO Maasplassen. Gebiedsontwikkeling met aandacht voor toerisme, recreatie en natuur, wonen en bedrijvigheid. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure tbv huisvesting op of aan het water. 2. Investeringssubsidie tbv ECI-complex; 3. Ontwikkeling Masterplan Maasplassen. BBO Herstructurering Midden-Limburg: Kwaliteitsverbetering van de leefbaarheid met nadruk op duurzaamheid. Ontwikkeling van een woonvisie voor het gebied rekening houdend met demografische ontwikkelingen en gewenste kwaliteit van de woningvoorraad. SROI-mogelijkheden: 1. SROI meenemen in uitwerking business cases en instrumenten; 2. SROI meenemen bij bestuurlijke afspraken mbt wijkarrangementen in zgn. spoor 1 wijken LWA BBO N280/zorgstrip: Het opwaarderen van deze regionale verbinding met het Duitse Ruhr-Rheingebied is een impuls voor de ontwikkelingen in de gehele regio zoals de zorg. Verder worden mogelijkheden ter verbetering van de OV-structuur in het gebied onderzocht. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure ontwikkeling N 280; 2. Quickscan in het kader van doorontwikkeling zorgstrip. 3. Aanbestedingsprocedure personenvervoer in combinatie met de IJzeren Rijnontwikkeling. BBO A2-zone Maasbracht-Beek Verbreding van de A2 in dit gebied met specifieke uitdagingen voor landschap, innovatieve bedrijvigheid, logistiek, bedrijfsterreinen en infrastructuur. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure nieuwe Chemelot-campus. 2. Aanbestedingsprocedure infrastructurele projecten.
18
BBO Cultuursprong. Ondersteunen kandidatuur Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa 2018 en versterken culturele infrastructuur Regio Zuid. SROI-mogelijkheden: 1. SROI-verkenning in het kader van uitvoering actieprogramma Cultuur en Economie. 2. Aanbestedingsprocedure uitbreiding en aanpassing van culturele infrastructuur zoals Timmerfabriek, Lambertuskerk, Bonnefantenmuseum, Jan van Eyck academie. 3. SROI als één van de uitgangspunten meenemen in bidbook. 4. SROI als één van de uitgangspunten meenemen in cultuurconvenanten. BBO Gebiedsontwikkeling Maastricht-Valkenburg. Verbeteren vrijetijdseconomie in deze regio onder andere door uitvoering te geven aan de projecten recreatief routenetwerk in Landgoederenzone/Beneden Geuldal, het centrumplan Valkenburg a/s Geul en het Geusseltpark. SROI-mogelijkheden: 1. Uitwerking businesscases voor de afzonderlijke uitvoeringsprojecten. 2. Opstelling publiek-private samenwerkingsovereenkomsten. 3. Aansluiting bij A2-school Maastricht. BBO Sportzone. Leren presteren, ontwikkelen van topsport en talentontwikkeling in samenhang met onderwijs, onderzoek, economie en zorg. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure onderwijs- en sportaccommodaties. 2. Aanbestedingsprocedure sportcampus. BBO Life & Science Campus Maastricht. Het valoriseren van toponderzoek en topzorg op de gebieden hart- en vaatziekten, oncologie en hersenen in samenwerking met Universiteit Maastricht, het Maastricht UMC en het bedrijfsleven. SROI-mogelijkheden: 1. Uitwerking van Businesscases. 2. Aanbestedingsprocedures ten behoeve van infrastructurele projecten. BBO Ontwikkeling A2-passage Maastricht. Versterking van de bereikbaarheid en leefbaarheid van Maastricht en omliggende regio’s met toepassing van duurzaamheidsprincipe “Cradle to Cradle” in aangrenzende krachtwijk Maastricht Noord-Oost, de landgoederenzone en het Geusseltpark. SROI-mogelijkheden: 1. Uitvoering A2-school; 2. Aanbestedingsprocedure bij deelprojecten.
19
BBO Euregionaal Openbaar Vervoer. Verbeteren van de kwaliteit van het grensoverschrijdend openbaar vervoer met nadruk op het spoorvervoer. SROI-mogelijkheid: Aanbestedingsprocedure van fysieke maatregelen ikv Agenda Treinverkeer Limburg. BBO Herstructurering Woonwijken Zuid-Limburg. Uitwerking van 5 wijken in Parkstad en 2 wijken in Westelijke Mijnstreek. SROI-mogelijkheden: 1. SROI meenemen in uitwerking businesscases en instrumenten; 2. SROI meenemen bij bestuurlijke afspraken mbt wijkarrangementen in zgn. spoor 1 wijken LWA BBO Gebiedsontwikkeling Parkstad Buitenring. Versterken van de ruimtelijke, economische en sociale structuur van de regio Parkstad door middel van de aanleg van infrastructuur en ontwikkelingen op het gebied van landschap, recreatie en werkgelegenheid. SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure Buitenring, aansluiting A76/Nuth en aansluiting Avantis; 2. Aanbestedingsprocedure van gebiedsontwikkelingsprojecten. BBO Open Campus Avantis. Ontwikkeling van vooraanstaand centrum op het gebied van nieuwe energie in het bijzonder zonne-energie, waaronder onderzoek, opleiding, produktie en ontwikkeling van een European Cardiovascular Centre (hoogwaardige gezondheidszorg op het gebied van hart- en vaatziekten). SROI-mogelijkheden: 1. Aanbestedingsprocedure European Cardiovascular Centre. 2. Aanbestedingsprocedure Therapy Center. 3. Uitwerking businesscase ECN Avantis. Samenvatting acties spoor 3 in 2010: 1. Aanpassing provinciale instrumenten. 2. SROI als uitgangspunt meenemen bij aanpassing bestaande subsidieregelingen en invoering nieuwe subsidieregelingen tbv fysieke infrastructurele projecten. 3. Uitvoeren van quick scan bij gemeenten in Limburg specifiek gericht op wensen en behoeften ten aanzien van ondersteuningsstructuur bij uitwerking en uitvoering van beeldbepalende ontwikkelingen middels het inventariseren, toetsen en analyseren van ambities, plannen en wensen op het gebied van SROI. Aan de hand van deze quick scan wordt de ondersteuningsstructuur voor gemeenten in 2011 verder vorm gegeven.
20
3.4 Spoor 4: Opzet kennisnetwerk Social Return Limburg. Doel. De doelstelling van dit kennisnetwerk is om kennis over concrete SROItoepassingen te verzamelen, te ontwikkelen, vast te leggen en te verspreiden. Deze SROI-kennis wordt in eerste instantie gericht op de specifieke wensen en behoeften van gemeenten, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijk middenveld. Samen werk maken van Social Return on Investment leidt tot betere resultaten. Doordat diverse partijen meedoen met Social Return kan Limburg een grote stap vooruit zetten. Maart 2008 is een eerste verkennende sessie georganiseerd waarbij ruim 40 organisaties aanwezig waren. Inmiddels hebben zich een aantal organisaties aangemeld die graag met de Provincie verdere stappen willen zetten te weten: • Gemeente Maastricht • Gemeente Sittard-Geleen • Gemeente Brunssum • Gemeente Eijsden • Gemeente Vaals • Gemeente Echt-Susteren • Gemeente Nuth • Gemeente Peel en Maas • Rijkswaterstaat Limburg • Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg • Graaf Huyn College • Dacapo College • Solland De Provincie Limburg wil ervoor zorgen dat kennisuitwisseling plaats vindt. Samen zoeken naar invoering en toepassing van SROI, provinciebreed. Samen met bovengenoemde organisaties gaat de provincie bekijken welke concrete activiteiten dit netwerk kan gaan oppakken. Acties spoor 4 in 2010: 1. Een interactieve website waarbij voorop staat relevante SROI-informatie voor gemeenten, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijk middenveld in Limburg met concrete voorbeeldprojecten. 2. Overdracht van eigen praktijkvoorbeelden van toepassing SROI: Lijst van afdeling van Facilitaire Zaken en andere voorbeeldprojecten. De binnen de pilots opgedane ervaringen zullen ontsloten worden naar alle Limburgse gemeenten.
21
3. Verzamelen en ontsluiten SROI-specifieke expertise en SROI-bevorderende maatregelen van Ministeries van SZW, WWI, VROM en VWS en (Europese) subsidiemogelijkheden voor projecten en activiteiten in het kader van SROI. voorbeeld: De SROI-methode is met steun van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontwikkeld en wordt binnen onze provincie al toegepast in de gemeente Maastricht. Hierbij wordt een werkgelegenheidsparagraaf opgenomen in de bestekken van (grote) aanbestedingen. Een en ander heeft geresulteerd in de A2 school. 4. Overdracht van ervaringen en resultaten met proefprojecten. voorbeeld: SROI in de Drechtsteden wordt als landelijk voorbeeld beschouwd door het ministerie van SZW. Hier is gekozen voor een integrale aanpak: er zijn afspraken gemaakt met diverse branches en vakopleidingen in de bouw, schildersbranche, sector Installatietechniek, uitbesteding van het groen en dienstverlening in het kader van de Wmo. 5. Bevorderen SROI bij uitvoering lokaal beleid. Er zullen richtlijnen worden uitgezet voor het opzetten van SROI-projecten voor een aantal specifieke doelgroepen. Deze richtlijnen zijn bedoeld als handreiking voor gemeenten, bijvoorbeeld bij toepassing SROI in het kader van: • onderhoud gemeentelijke gebouwen, groenvoorziening, schoonmaak en catering. • Aanbestedingsprocedure Wmo. • Projecten in het kader van informele zorg; • Instelling Participatiehuis analoog aan concept gemeente SittardGeleen. • Bouwprojecten, infrastructuur en onderhoud openbare ruimte. • Kaderstelling zogenoemd “groenfonds” tbv omgevingsinitiatieven in het kader van VORm (Verhandelbare OntwikkelingsRechten-methodiek). Dit groenfonds is met name bedoeld door particuliere partijen die in het kader van VORm geen bijdrage kunnen leveren aan natuur- en of landschapsverbetering. 3. Uitvoeren van een quick scan bij gemeenten in Limburg specifiek gericht op wensen en behoeften ten aanzien van de ondersteuningsstructuur bij uitwerking en uitvoering van de beeldbepalende ontwikkelingen middels het inventariseren, toetsen en analyseren van ambities, plannen en wensen op het gebied SROI. Aan de hand van deze quick scan wordt de ondersteuningsstructuur voor gemeenten verder vorm gegeven.
22
Deel III Doorkijk naar 2011 en verder
23
Deel III Doorkijk naar 2011 en verder In het voorjaar van 2011 zal het SROI-programma worden beëindigd. Het kan zijn dat de voorgenomen resultaten dan nog niet alle zijn bereikt. Bij de start van deze fase 5 dient goed inzichtelijk te worden gemaakt welke prestatieafspraken inmiddels zijn gerealiseerd en welke nog open staan. Deze informatie is beschikbaar op grond van de door interne projectleider SROI uit te voeren monitor. De beëindiging van de SROI-programma wordt gemarkeerd met een slotmanifestatie waarin de Limburgse gemeenten zélf worden uitgenodigd om de door hen behaalde resultaten te presenteren en ervaren succes- en faalfactoren te benoemen, gekoppeld aan de beeldbepalende ontwikkelingen. Deze bijeenkomst wordt in samenwerking met VLG georganiseerd. In dit actieplan voor 2010 ligt de focus op inbedding van Social Return on Investment in onze provinciale instrumenten en de 16 beeldbepalende ontwikkelingen. In 2011 en verder zal met name een bredere oriëntatie en verkenning plaatsvinden naar de mogelijkheden van toepassing van Social Return on Investment in euregionaal en nationaal verband.
24
Lijst interne stakeholders
Bijlage 1
Projectteam SROI: Gertie Goffin Hans de Jong Sjef Duijsings Cècely Loontjens
Org.code CWZW EZBI CWZC BSEBC
projectleider SROI adviseur/wnd.projectleider SROI programmamanager IM communicatieadviseur
Team welzijn, zorg en sport Vesna Nikoletic Integratie-agenda/diversiteit Evelyne Engels Wmo/informele zorg Anita Janssen Maatschappelijke Organisaties Petra Possen Vrijwilligerswerk en Jongerenparticipatie Paul Orbons Sport Patrick Cortenraede Sport Dave Schoonen Sport Ed Balg Sport Veronique Hoedemakers Sport Jacques v. d. Bosch Brede Maatsch. Voorziening Lidwien Meijer Integrale Preventie Caroline Coolen Zorginnovatie Regien Heijmans Internationalisering
Projectleiders BBO’s Beeldbepalende ontwikkelingen Cultuursprong Maastricht Sportzone Herstructurering M-L+Z-L Euregionaal OV A2 passage M’tricht Greenport/Klavertje Vier Gebiedsontw.Ooyen-Wanssum Ontwikkelas N280/zorg A2-zone Maasbracht-Beek Gebiedsontw.M’tricht/Valkenburg Parkstad Buitenring Healthcare Campus Open Campus Avantis Floriade 2012 Maasplassen
CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW CWZW
Org.code Sonja Troisfontaine CWZE Alain Nijssen EZ Thei Kitzen PMC Franc Span MOB Bert Velderman ROZ Martijn Valk EZOI Rob Creemers LGW Gaston Graaf MOBGP Hans van Cruchten HMAO Léon Roomans ROZ Maarten Wilbers ROZ Ron Ogg/Marga Poulssen EZ Bas Peusens EZ Frans van Heteren BSEB Paul Vossen HMTH
25
Doelspecialisten provinciale instrumenten en beleidskaders Lennard van Damme Eugène Huids Nathalie Ploem Lex Schuurmans Lenie Janssen- Sollet Emile Janssen Peter Driessen Gerdo Peters Robert Engelen José van Aaken Monique Steijvers Gé Waeijen Servi Verstappen Nicky Schmeits Rob Widdershoven Wouter Ernes Erik Weusten Gerard Geraerdts Fred van de Brink Lei Heijkers Pierre Raeven Huub Wintraecken Jos Dobbelsteijn Esther Jansen Herman Dijk Theo Peeters Rien Huisman Octavie Braken Peter Boonen Marcella Pinckers Theo Custers René Theunissen Ingrid Mallée Claudia Deben
regiomanager/investeringsfonds regiomanager/investeringsfonds specialist aanbestedingsrecht Inkoopbeleid Inkoopbeleid specialist subsidiebeleid specialist Infraprojecten specialist Regioconvenant specialist MKBA-toets strateeg/innovatie specialist demografische voorsprong projectleider Vinger aan de Pols Koersvast/Arbeidsmarktontwikkelingen projectleider Leerwerkplaatsen in de bouw/ specialist soc. innovatie/arbeidsmarkt Beleidskader Talentrijke Regio jurist Plattelandsontwikkeling en Landbouw thematrekker Plattelandsontwikkeling ikv ILG thematrekker Water ikv ILG thematrekker Natuur ikv ILG thematrekker Landbouw ikv ILG Gebouwmanagement projectmanagement Facilitaire Zaken specialist ontwikkeling instrumenten beleid Provinciale Wegen beleid Provinciale Wegen specialist VORm specialist Duurzame Ontwikkeling specialist jeugdzorg cultuur en economie specialist monumentenzorg specialist monumentenzorg specialist bibliotheekvernieuwing specialist ISV-3 beleid
Programmamanagers Sjef Duijsings Investeren in Mensen Mathieu Spierts Investeren in Steden Dorpen Frank van Lissum Innoveren in Limburg Lennard van Damme Ruimte voor Limburg Marc Onnen Bereikbaar en Duurzaam Limburg Bert Velderman Bereikbaar en Duurzaam Limburg
ROM PMC BSEBJZ BVI BVI VGSSUB INF BSEBBZ SI SI SI SI EZBI EZBI EZBI LGP LGP LGW LGN LGP FADG FAB HMAO PWP PWP RON MDOML CWZC CWZC CWZE CWZE CWZE ROBP
CWZC CWZW EZSC ROM MOBSC MDOSO
26
Verbindingslijnen Paul Levels Monique Steijvers
Duurzame Ontwikkeling Demografische Voorsprong
MDOMI SI
27