Veolia Transport Limburg B.V.
Actieplan Social Return Limburg 2013 - 2016
Veolia Transport Limburg, Maastricht 1 maart 2013
Pagina 1 van 6
Inhoudsopgave 1
Actieplan Social Return 2013 – 2016 .............................................................................................................. 3
2
Garanties op aanpak van activiteiten in het kader van Social Return ............................................................ 4
3
Garanties op aantallen instromers ................................................................................................................. 4
4
Geschikte kandidaten ..................................................................................................................................... 5
5
Werkwijze en samenwerking met de gemeenten .......................................................................................... 5
6
Overige aandachtspunten .............................................................................................................................. 6
Commitment Veolia en haar partners onderkennen en ondersteunen van harte het grote maatschappelijke belang van Social Return. In Limburg wordt al met vele gemeenten goed en gericht samengewerkt om Limburgse werkelozen weer terug te brengen in structurele en betaalde banen en ze daarmee een gewenst toekomstperspectief te bieden. Met dit actieplan gaan Veolia en haar partners een nog verdergaand commitment aan. Wij zullen doelgericht en beslist niet vrijblijvend werken aan het waarmaken van de garanties en ambities in het actieplan en hopen zoveel mogelijk Limburgse werkelozen langdurig bij onze bedrijven in dienst te kunnen nemen. Uiteraard rekenen wij hierbij op eenzelfde ambitie bij de gemeenten om zo in innige samenwerking onze doelen als maatschappelijk verantwoorde ondernemers te kunnen bereiken en te overstijgen.
René de Beer Directeur Veolia Transport Limburg
Pagina 2 van 6
1 Actieplan Social Return 2013 – 2016 Onder Social Return wordt in de breedste zin van het begrip verstaan: het treffen van maatregelen die de naleving van grondrechten en beginselen van gelijkheid en non-discriminatie, sociale cohesie en solidariteit moeten bevorderen. De essentie is dat de bedrijfsvoering zodanig wordt ingericht dat er opbrengsten zijn op het sociale vlak. Deze opbrengsten kunnen bestaan uit bijvoorbeeld het terugdringen van werkloosheid, of sociale uitsluiting van een bepaalde groep te voorkomen of op te heffen. Om dit te bereiken kunnen bijvoorbeeld de volgende maatregelen worden genomen: bedingen opnemen om kansarmen en werklozen aan een baan te helpen, positieve actie en positieve discriminatie (van bijvoorbeeld vrouwen, gehandicapten of allochtonen). Door activiteiten in het kader van Social Return dient én zoveel mogelijk de instroom vanuit de WW naar de gemeentelijke bijstand voorkomen te worden én dient de uitstroom vanuit de bijstand naar (de kans op) werk bevorderd te worden. De activiteiten zijn dus gericht op werklozen in de WW én de bijstand. In het kader van de afspraken tussen Veolia en de Limburgse gemeenten over de indexering van het WMOvervoer per Regiotaxi Limburg voor de periode 2013 – 2016, verbindt Veolia zich aan de uitvoering van dit Actieplan Social Return. In dit specifieke Actieplan Social Return Limburg 2013 - 2016 is het doel om werklozen in de Provincie Limburg aan structurele en betaalde banen te helpen. Hieronder verstaan wij “normale” vaste en reguliere banen als bijvoorbeeld buschauffeur, controleur, taxichauffeur, callagent, schoonmakers, etc., etc. Het kunnen zowel parttime als fulltime banen zijn. Kortom: de banen die noodzakelijk zijn om onze dienstverlening uit te voeren. Veolia is in Limburg een belangrijke werkgever. Dit omvat niet alleen haar eigen medewerkers, maar eveneens de medewerkers van haar onderaannemers – in dit kader vooral de taxibedrijven – en leveranciers. Grofweg 2.000 Limburgse FTE’s zijn momenteel betrokken bij de Limburgse activiteiten van Veolia. Onderkend moet worden dat er momenteel al door Veolia, de taxibedrijven en vele leveranciers werkgelegenheid wordt geboden in het kader van Social Return-afspraken en -projecten met de gemeenten. Dit Actieplan is daarmee ook niet bedoeld om Social Return als nieuwe activiteit op te starten, maar om bestaande activiteiten en afspraken te bestendigen en uit te breiden. Als voorbeeld te noemen zijn:
Veolia Heerlen met gemeente Heerlen (chauffeurs en stewards) De taxibedrijven Claessens, Hanneman, van Dijk, de Leeuw en Schreurs met de vestigings- en omliggende gemeenten (taxi- en buschauffeurs)
Pagina 3 van 6
2 Garanties op aanpak van activiteiten in het kader van Social Return Veolia garandeert dat zij voldoende eigen vacatures aanbrengt bij de relevante gemeentelijke contactpersonen waarmee de hieronder genoemde aantallen in het kader van Social Return kunnen worden gerealiseerd. Dit betreft voor de komende jaren vooral, maar zeker niet uitsluitend, buschauffeurs. Veolia garandeert dat geschikte personen die vanuit dit Social Return circuit aangedragen worden, voorrang krijgen in de werving, behoudens de logische voorrang vanuit de interne werving en de al gemaakte afspraken in het kader van de herplaatsing van ex-Sieswerda personeel. Veolia garandeert dat zij in een addendum op het contract met de taxibedrijven de verplichtingen vanuit dit Actieplan doorzet naar de taxibedrijven. Veolia garandeert dat zij haar overige leveranciers van goederen en vooral diensten aanspreekt op deze maatschappelijke verplichtingen vanuit Social Return en daar waar mogelijk ook contractueel vastlegt.
3 Garanties op aantallen instromers De ambitie is gericht op ca. 5% van de totale werkgelegenheid, dus circa 100 instromers. Veolia heeft haar eigen uitstroomprogramma voor de resterende contractperiode geanalyseerd en dit ook aan de vervoerders gevraagd. Daarbij hebben wij inmiddels ruime ervaring met de inspanningen en slagingskansen vanuit bestaande Social-Returnprojecten. Vanuit deze ervaringen, gegevens en analyses garandeert Veolia dat zij in de periode 2013 – 2016 minimaal 55 personen vanuit Social Return als betaalde werknemers in structurele banen zal laten instromen:
binnen haar eigen geledingen, bij de aangesloten taxibedrijven en/of haar leveranciers.
Vanuit de nu bekende uitstroomschema’s en kengetallen wordt geraamd dat er in 2013 minimaal 10 personen geplaatst kunnen worden en in de navolgende jaren telkens 15 personen. De verdeling over de gebieden is globaal als volgt: Regio Noord- en Midden-Limburg Parkstad Maastricht Omnibuzz
Aantal instromers 18 personen 11 personen 7 personen 19 personen
Deze verdeling over de gebieden is gebaseerd op de daadwerkelijk te verwachten en geanalyseerde uitstroom bij de vestigingen van Veolia en de opgaven van de lokale vervoerders.
Pagina 4 van 6
4 Geschikte kandidaten Het Actieplan Social Return leent zich voor uitgebreide discussies over het begrip “geschikte kandidaat”. Voor Veolia geldt in dit kader uitdrukkelijk dat iedere kandidaat, ongeacht de “herkomst” in de werving en selectie beslist gelijk behandeld moet en zal worden. De kwaliteit van de dienstverlening aan onze reizigers wordt vooral bepaald door de kwaliteit van onze frontline-medewerkers. Wij kunnen en willen hier geen concessies aan doen, maar zijn anderzijds ook beslist ingenomen met iedere (potentieel) geschikte kandidaat, vooral ook omdat er in de komende jaren in het openbaar busvervoer sprake zal zijn van een forse uitstroom van buschauffeurs. Uiteraard dienen de kandidaten geschikt te (kunnen) zijn voor de vacante functie. Deze geschiktheideisen liggen in principe vast in de functie-eisen, die veelal geborgd zijn in de ISO – of andere kwaliteitssystemen. Deze eisen zullen besproken worden met de gemeentelijke contactpersonen, zodat de eerste selectie al zo goed mogelijk gedaan kan worden. Natuurlijk is de focus niet alleen gericht op kandidaten die al volledig geschikt zijn maar ook op kandidaten die de potentie hebben om met gerichte trainingen en opleidingen de baan goed te kunnen gaan invullen. Het eindoordeel over de geschiktheid en dus de beslissing tot aanname is uiteindelijk wel aan de (nieuwe) werkgever, maar dit zal altijd – en zeker bij twijfelgevallen – in goed overleg met de gemeentelijke contactpersonen gebeuren.
5 Werkwijze en samenwerking met de gemeenten Om het actieplan tot een succes te maken is naast betrokkenheid vooral innige samenwerking met de gemeenten noodzakelijk. Veolia gaat er vanuit dat iedere gemeente een contactpersoon beschikbaar heeft, waarmee de uitvoering ter hand genomen kan worden. Vanuit Veolia is de HRM-manager (G. Vincken) overall verantwoordelijk voor dit actieplan. Er wordt onder zijn supervisie een koppeling gemaakt van de uitvoerende leiding van de lokale Veolia-vestigingen (incl. PZN B.V.) aan de contactpersonen van de relevante gemeenten. In principe vinden de activiteiten en de gedetailleerde werkafspraken, op dit uitvoerende niveau plaats. Het is aan deze “koppels” om hun eigen werkafspraken te maken, bijvoorbeeld met betrekking tot de vergaderfrequenties, doorsturen van vacatures, etc. Veolia organiseert in mei 2013 een startbijeenkomst met alle leidinggevenden (Veolia en taxibedrijven) met alle gemeentelijke contractpersonen. Naast kennismaking wordt de aanpak toegelicht en worden de eerste afspraken gemaakt. De taxibedrijven en eventuele overige leveranciers zijn zelfstandig verantwoordelijk voor de uitvoering van dit actieplan. De contacten met de gemeenten lopen dus niet via Veolia, dit vooral ook om al bestaande relaties, afspraken en structuren in stand te houden. Vanuit Veolia wordt er wel met de taxibedrijven en de overige leveranciers een meldingen- en rapportagestructuur afgesproken om de voortgang te kunnen bewaken en te rapporteren aan de bestuurders. Halfjaarlijks wordt de voortgang van dit actieplan aan de bestuurders gerapporteerd (januari en juli).
Pagina 5 van 6
6 Overige aandachtspunten De kans op succesvolle plaatsingen kunnen we beslist vergroten als de werkloosheidsperiode zo kort mogelijk wordt gehouden. We willen daarom een aantal van de vacatures invullen met kandidaten die in de laatste zes maanden van de aan het UWV-gerelateerde WW-uitkering zitten. Hiermee kunnen we instroom in de bijstand beperken. Over verdeling van de aantallen tussen “UWV en Gemeenten” worden in het overleg met de Gemeenten afspraken gemaakt. Er wordt logischerwijze geen extra i.c. niet noodzakelijk arbeid gecreëerd om aan de doelen van dit actieplan Social Return te voldoen. Binnen vooral het chauffeurscorps van Veolia Limburg is beslist een verjongingsslag nodig. Het werving- en aannamebeleid van Veolia is hierop gericht. Wij gaan in overleg met de gemeentelijke contactpersonen om de uitvoering van dit actieplan gezamenlijk én binnen alle wettelijke en beleidskaders zo in te richten, dat ook dit doel van Veolia bereikt kan worden. Wij zijn er hierbij van overtuigd dat het verschaffen van werkgelegenheid aan jonge mensen beslist een gemeenschappelijk doel kan en zal zijn. Wij gaan er logischerwijze ook vanuit, dat de aan deze activiteiten verbonden reguliere overheidssubsidies (opleiding, loonkosten, etc.) zonder bijzondere voorbehouden toekomen aan Veolia, de taxibedrijven en/of overige leveranciers bij werving, opleiding en plaatsing in het kader van dit Actieplan. Zoals ook nu al gebruikelijk in de samenwerking met de gemeenten, zal een noodzakelijke opleiding zoveel als mogelijk plaats dienen te vinden voordat de kandidaat betaald in dienst treedt. Er dreigen helaas ingrijpende wijzigingen in de omgeving van het openbaar en/of vraagafhankelijke vervoer, zoals bijvoorbeeld het dreigende wegvallen van de OV-studentenkaart of sterke bezuinigingen van de gemeenten op het WMO-gebruik van de Regiotaxi Limburg. Dit heeft natuurlijk een evident negatief effect op de werkgelegenheid binnen Veolia en/of de taxibedrijven en/of de overige leveranciers. Wij vinden het dan vanzelfsprekend dat de aangegane verplichtingen van dit Actieplan besproken kunnen worden. Dit vanuit de logica dat het niet te verantwoorden is om extra personeel te moeten ontslaan om vervolgens via de Social Return verplichtingen andere personen te moeten werven. Veolia staat wel garant voor de genoemde aantallen per regio, maar kan niet garant staan voor een evenredige verdeling van de plaatsingen over de gemeenten.
Pagina 6 van 6