EUROPESE UNIE
Comité van de Regio's
Netwerk Subsidiariteitstoezicht
De EU-assemblee van lokale en regionale afgevaardigden
ACTIEPLAN VAN HET NETWERK VOOR SUBSIDIARITEITSTOEZICHT ONDERZOEKSRAPPORT
Sociaal beleid en sociale rechten: Bestrijding van armoede en sociale uitsluiting Leidende partner: Organisatie Arco Latino
Blz. 1 / 99
De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting
Belangrijkste punten 1.
Achtergrond
Behalve moeilijke economische omstandigheden omvat armoede ook het ontbreken van of een problematische toegang tot werkgelegenheid, onderwijs, basisgezondheidszorg, huisvesting, andere sociale diensten en maatschappelijke participatie. Op al deze gebieden worden de diensten voornamelijk georganiseerd en aangeboden door lokale en regionale overheden, die daarom vooraan staan bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. De oorzaken van armoede kunnen echter niet alleen op lokaal en regionaal niveau worden aangepakt. In de geest van het subsidiariteitsbeginsel en op basis van het beginsel van meerdere bestuursniveaus moet de politieke reactie worden gecoördineerd tussen alle bevoegde autoriteiten, om de beste resultaten te bereiken op een niveau dat zo dicht mogelijk bij de burgers ligt. Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon blijft het voeren van sociaal beleid grotendeels in handen van de lidstaten, maar bestrijding van sociale uitsluiting en discriminatie is nu een van de doelstellingen van de EU geworden. Bovendien zal de EU een sociale dimensie invoeren in al haar beleid, inclusief de uitvoering daarvan, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de strijd tegen sociale uitsluiting. Verder beschikt de EU nu over een rechtsgrondslag voor het nemen van maatregelen om de economische, sociale en territoriale cohesie in de Unie te versterken. Door te focussen op de verschillende complementaire bestuurslagen die hierbij zijn betrokken, heeft de werkgroep in het bijzonder licht geworpen op de coördinatie en koppeling tussen activiteiten en regelgeving op lokaal en regionaal niveau en het EU-beleidskader, om daarmee een positieve aanpak van het subsidiariteitsbeginsel te illustreren, wat op dit beleidsterrein des te relevanter is omdat de werkwijze van de EU op dit gebied, de "open coördinatiemethode", redelijk flexibel en gedecentraliseerd is (zie hieronder). 2.
Groepsleden en hun beste praktijken
Arco Latino (leidende partner) o Provincie Alessandria (IT) – Zoneplanning op bovengemeentelijk niveau: "Concertation Clinique" o Provincie Napels (IT) – Eerste conclusies van de studie naar de resultaten van maatregelen van bij Arco Latino aangesloten overheden o Provincie Salerno (IT) – Arbeidsbureaus voor vrouwen
Blz. 2 / 99
Provincie Spezia (IT) – Project "Starter": Steun voor en bevordering van het ondernemerschap (KMO's); project "Provintegra": sociale integratie van werkloze migranten o Provincie Barcelona (ES) – Aangepaste huisvesting voor kwetsbare ouderen; methodologische richtsnoeren voor lokale sociale-integratieplannen o Provincie Tarragona (ES) – Spaarfondsen voor sociale integratie, met een nadruk op personen met een handicap o Departement Hérault (FR) – Goed ouder worden en relaties tussen de generaties o Leden van Arco Latino – Project "JAMO": mobiliteit voor jongeren in een achterstandssituatie Regio Veneto (Italië) – Bijstand aan gezinnen: netwerken voor microsolidariteit Regio Wielkopolska (Polen) – Bijstand aan gezinnen in crisissituaties Unie van Cypriotische gemeenten (Cyprus) – De Open School en de Multifunctionele Stichting van de gemeente Strovolos
o
3.
Conclusies en aanbevelingen
Om de sociale cohesie en integratie te versterken is het strategisch van belang om een zo breed mogelijke interactie tussen lokale en regionale overheden, het maatschappelijk middenveld en de private sector te bevorderen in een proces van horizontale subsidiariteit. Een belangrijke toegevoegde waarde van EU-acties is gelegen in de bevordering van een participatieve, verplichte en meetbare coördinatie tussen de lidstaten en hun lagere overheden. De EU zou haar financiële programma's en instrumenten voor het bevorderen van proefprojecten op het gebied van sociale integratie en andere socialebeleidsdoelen van lagere overheden moeten versterken en rationaliseren. De partners verwelkomen het streven naar een Innovatie-Unie, waardoor het zevende kaderprogramma komt open te staan voor strategische thema’s en actoren. Het opleiden van de gebruikers van financiering voor proefprojecten dient serieus te worden overwogen. De EU en de lidstaten, evenals lokale en regionale overheden, moeten de rol van het Comité van de Regio’s versterken, met name op het gebied van het monitoren van de subsidiariteit en de uitvoering van EU 2020-strategie. De open coördinatiemethode op sociaal gebied moet verder worden ontwikkeld door middel van een substantiële, actieve en regelmatige deelname van lokale en regionale overheden. Lokale en regionale overheden moeten worden betrokken bij de ontwikkeling van territoriale pacten. De EU en de lidstaten moeten interinstitutionele overeenkomsten op meerdere niveaus inzake de programmering van sociaal beleid bevorderen. Lokale en regionale bevoegdheden en de beschikbare middelen om deze te gebruiken moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. De EU dient de op lokale overheden gerichte middelen en maatregelen te versterken en te rationaliseren en lokale overheden meer bij de ontwikkeling van beleid te betrekken.
Blz. 3 / 99
Het is van essentieel belang dat de EU het kerninitiatief "Europees Platform tegen armoede en sociale uitsluiting" verder ontwikkelt door de rol, de capaciteiten en de potentie van lokale en regionale overheden in aanmerking te nemen. De Europese Commissie dient het initiatief voor de territoriale pacten dat door het Comité van de Regio’s wordt bevorderd te ondersteunen door passende middelen voor de tenuitvoerlegging ervan beschikbaar te stellen. Het is belangrijk dat territoriale cohesie wordt geïntegreerd in de belangrijkste prioriteiten en het regionaal beleid van de EU, omdat deze voor lokale en regionale overheden de beste mogelijkheden bieden voor verbetering van de acties die ze op hun respectieve grondgebieden ondernemen.
Blz. 4 / 99
Inhoud
1. 2. 3. 4.
Samenstelling van de werkgroep.....................................................................................6 Situatieschets.....................................................................................................................7 Gedachten over subsidiariteit in verband met de thematiek van dit rapport ..........11 Goede praktijken ............................................................................................................13 4.1 Ondersteuning van gezinnen in een crisissituatie (Wielkopolska, Polen)............14 4.2 Lokale plannen (Arco Latino, Provincie Alessandria, Italië) ...............................18 4.3 Gids met goede praktijken: presentatie van "Gezond ouder worden in het Euromediterraan gebied"(Arco Latino, Conseil général de l'Hérault, Frankrijk)..........24 4.4 Aanpassing van woningen voor kwetsbare ouderen in de provincie Barcelona (Arco Latino, Diputación de Barcelona, Spanje)...............................................................32 4.5 Methodologische gids van lokale plannen voor sociale integratie (Arco Latino, Diputación de Barcelona, Spanje)......................................................................................38 4.6 Starter-project (Arco Latino, Provincie La Spezia, Italië) ....................................43 4.7 Project PROV-INTEGRA (Arco Latino, Provincie La Spezia, Italië)..................50 4.8 Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de maatregelen ter bestrijding van de economische crisis van de lokale overheden van de ‘Arco Latino’ (Arco Latino, Provincia di Napoli, Italië)..................................................................................................56 4.9 Jamo-project – Mobiliteit van kansarme jongeren (Arco Latino) ........................59 4.10 Samenwerking tussen Diputaciones – Spaarkas voor sociale integratie (Arco Latino, Diputación de Tarrogona, Spanje) ........................................................................63 4.11 Arbeidsbureaus voor vrouwen (Provincie Salerno, Italië) ....................................69 4.12 Gezinshulp: netwerken van microsolidariteit (regio Veneto, Italië) .....................71 4.13 De open school in de stad Strovolos (alliantie van steden op Cyprus – Cyprus)..78 4.14 Multifunctioneel instituut in de stad Strovolos (alliantie van steden op Cyprus – Cyprus).................................................................................................................................84 5. Conclusies en aanbevelingen voor beleid en politieke maatregelen...........................95
Het huidige document telt 103 bladzijden Bijlagen: Bijlage 1: Overzicht van bevoegdheden Bijlage 2: Bijlagen bij de goede praktijk van de Conseil général de l'Hérault, Frankrijk
Blz. 5 / 99
1.
Samenstelling van de werkgroep
•
ORGANISATIE ARCO LATINO (leidende partner) Leden: • Provincia di Alessandria (Italië), voorzitter van de Commissie sociale samenhang • Provincia della Spezia (Italië), vicevoorzitter van Arco Latino • Conseil général de l'Hérault (Frankrijk), vicevoorzitter van Arco Latino • Provincia di Napoli (Italië), voorzitter van de Commissie economische samenhang • Diputació de Barcelona (Spanje), coördinator van het permanente secretariaat, lid en secretaris van de raad van bestuur • Provincia di Salerno (Italië), lid raad van bestuur • Diputación de Tarragona (Spanje), lid
•
REGIO WIELKOPOLSKA (Polen)
•
REGIO VENETO (Italië)
•
VERENIGING VAN GEMEENTEN VAN CYPRUS (Cyprus)
Blz. 6 / 99
2.
Situatieschets
Problematiek Het niveau van de menselijke ontwikkeling binnen de Europese Unie wordt als "zeer hoog" of "hoog" 1 beschouwd vergeleken met de rest van de wereld . Toch leven bijna 80 miljoen Europeanen onder de armoedegrens, ofwel 16% van de bevolking, wat een reeks sociale problemen impliceert die verband houden met het ontbreken van inkomsten en met economische tekorten. De klassieke definities van armoede hebben doorgaans betrekking op het ontbreken van inkomsten of op economische tekorten. Maar armoede kent meerdere dimensies en omvat eveneens het ontbreken van of problemen met toegang tot werk, onderwijs, primaire gezondheidszorg, huisvesting en andere sociale diensten. Deze diensten worden hoofdzakelijk georganiseerd en verleend door de lokale en regionale overheden, die derhalve vooroplopen in de bestrijding van de armoede en, in het kader van deze brede definitie, de sociale uitsluiting. Deze laatste wordt gedefinieerd als het onvermogen van een persoon om een participatieniveau te bereiken dat door een groot deel van de samenleving als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Sociale uitsluiting kent eveneens meerdere dimensies: zij omvat lage inkomens, werkloosheid, toegang tot onderwijs, informatie en zorg, de levensomstandigheden en betrokkenheid bij het maatschappelijke leven. Zij kan een nationaal, communautair of individueel karakter hebben of gelieerd zijn aan een gezin, en gaat vaak als in een cyclus over van generatie op generatie. De oorzaken van armoede kennen tegelijkertijd meerdere vormen en meerdere dimensies en kunnen niet uitsluitend op lokaal en regionaal niveau worden aangepakt. In de geest van het subsidiariteitsbeginsel en om het begrip multilevel-governance handen en voeten te geven, moet de politieke reactie tussen de verschillende competentiegebieden gecoördineerd worden zodat de best mogelijke resultaten worden verkregen, op een niveau dat zo dicht mogelijk bij de burger staat. Lokale en regionale maatregelen moeten hierbij institutionele en financiële ondersteuning krijgen in nationaal en Europees verband. Er bestaan reeds enkele initiatieven met het oog op de uitwisseling en verspreiding van goede 2 3 praktijken op regionaal of lokaal niveau, in het kader van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010). De aanpak van de werkgroep in het kader van het actieplan van het Netwerk voor Subsidiariteitstoezicht heeft echter een extra dimensie. De werkgroep richt zich hoofdzakelijk op het feit dat de verschillende betrokken bestuurslagen elkaar aanvullen en hoopt daarmee in dit document een specifieke visie naar voren te brengen en te beschrijven. Het betreft een bepaalde visie op de coördinatie en de verbinding tussen enerzijds de activiteiten en regelgeving op 1 2 3
UNDP, Human Development Report 2009, blz. 147. Bijvoorbeeld de "social inclusion regional group", onder voorzitterschap van de regio North East England. http://www.northeastengland.eu/page/sirg.cfm Bijvoorbeeld de Eurocities-campagne voor het Europees Jaar 2010 op: http://www.inclusivecities.eu/. Zie ook de wederzijdse beoordeling ("peer review") "The Cities Strategy for Tackling Child Poverty" die afgelopen jaar in het Verenigd Koninkrijk heeft plaatsgevonden. http://www.peer-review-social-inclusion.eu/peer-reviews/2009/city-strategy-for-tackling-unemployment-andchild-poverty
Blz. 7 / 99
lokaal en regionaal niveau en anderzijds het Europese politiek-juridische kader, die getuigt van een positieve benadering van het subsidiariteitsbeginsel. Deze optiek is hier des te meer relevant omdat de door de EU gebruikte methode, de "open coördinatiemethode" (OCM), tamelijk flexibel en gedecentraliseerd is (zie hieronder). Politieke en juridische context op EU-niveau Ontstaan vanuit economische samenwerking heeft de EU geleidelijk en recentelijk diverse vormen van beleid op het gebied van sociale samenhang geïntroduceerd. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon blijft het sociaal beleid grotendeels in handen van de lidstaten; toch is de bestrijding van sociale uitsluiting en discriminatie een van de doelstellingen van de EU geworden (artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie - VEU). Bovendien staat in het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU, artikel 9) dat de EU rekening houdt met de sociale dimensie bij de bepaling en de uitvoering van al haar beleid, inclusief de eisen in verband met de strijd tegen sociale uitsluiting. Ten slotte vormt titel XVIII van het VWEU de rechtsgrondslag voor initiatieven die gericht zijn op de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang. In dit verband coördineert de EU het optreden van de lidstaten via een vrijwillig, flexibel en 4 gedecentraliseerd mechanisme genaamd "open coördinatiemethode" (OCM ). In beginsel spreken de lidstaten enkele doelstellingen af (bijvoorbeeld sociale integratie voor iedereen) plus een aantal gemeenschappelijke indicatoren die gebruikt kunnen worden om de gerealiseerde vorderingen te volgen en de beste praktijken te vergelijken. De lidstaten hebben de verantwoordelijkheid de gemeenschappelijke doelstellingen in nationale actieplannen te vertalen, die vervolgens in regionale en lokale plannen worden uitgewerkt. Het gaat er hierbij om gecoördineerde en geïntegreerde maatregelen te treffen in steden, agglomeraties en regio's, die moeten stroken met de nationale doelstellingen. Maar deze methode, die vanaf 2000 wordt gehanteerd in relatie met de Lissabonstrategie, wordt momenteel slechts weinig gebruikt en is slechts weinig ontwikkeld wat de specifieke thema's betreft die verband houden met sociale vraagstukken en de bestrijding van uitsluiting. Uit de hypothesen die zijn geverifieerd tijdens de analyse van de ervaringen van lokale overheden op NUTS III- en NUTS IV-niveau, is gebleken dat het absoluut noodzakelijk is dat deze bestuurslagen in grotere mate aan de programmeringsfasen deelnemen zodat de maatregelen beter op de specifieke behoeften van de burgers worden afgestemd. Gemeenten en bovengemeentelijke overheden hebben namelijk dagelijks te maken met verzoeken om hulp van minder bedeelde en zwakke groepen in onze maatschappij. Er is een heel scala aan Europese wetgeving, beleid, programma's en initiatieven die tot doel hebben armoede en sociale uitsluiting op verschillende niveaus te bestrijden. Laten we hier het belangrijkste 5 beleidsdocument van de Europese Commissie noemen, de sociale agenda voor 2006-2010 en de 6 herziene, in juli 2008 gepresenteerde sociale agenda . 4 5 6
Zie COM (2008) 418 definitief, voor de voorstellen van de EU die erop gericht zijn de OCM wat betreft de sociale bescherming en sociale integratie te versterken. COM(2005) 33 definitief COM(2008) 412 definitief
Blz. 8 / 99
Het voornaamste financieringsinstrument van de EU dat bedoeld is om de lidstaten in hun strijd tegen armoede en sociale uitsluiting te ondersteunen, zijn de structuurfondsen. Het meest relevant zijn hier het Europees Sociaal Fonds (ESF, artikelen 162-164 van het VWEU) en het cohesiefonds. Tussen 2007 en 2013 moet uit het ESF 75 miljard euro aan de lidstaten worden toegewezen. Gelijktijdig met het ESF functioneert het programma van de EU voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress), dat in 2007 is begonnen en tot 2013 doorloopt. Daarin zijn oude communautaire activiteiten ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting bijeengebracht. Progress heeft een begroting van in totaal 743,25 miljoen euro voor zeven jaar en is actief op vijf gebieden: werkgelegenheid; sociale integratie en bescherming; arbeidsomstandigheden; discriminatiebestrijding; en gelijkheid van mannen en vrouwen. Progress richt zich op de lidstaten, lokale en regionale overheden, overheidsdiensten die de werkgelegenheid bevorderen, en nationale bureaus voor de statistiek. Er zijn specifieke programma's in het leven geroepen om bepaalde aspecten van armoede en sociale uitsluiting aan te pakken. Sommige van die programma's zijn in het kader van de Lissabonstrategie opgesteld (zoals het Europees Pact voor de jeugd in 2005); tegenwoordig is de EU 2020strategie het uitgangspunt. Toen de werkgroep met haar activiteiten begon (april 2010), was haar belangrijkste en op EU-niveau meest zichtbare initiatief de voorlichting over de problemen van armoede en sociale uitsluiting via het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale 7 uitsluiting . Het Europees Jaar had vier hoofddoelstellingen en leidende beginselen: de erkenning van het recht voor iedereen en in het bijzonder voor mensen die zich in een situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig leven en een volwaardige rol in de samenleving; gedeelde verantwoordelijkheid en participatie, met het accent op zowel de collectieve als de individuele verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; de bevordering van cohesie, door de voordelen van enerzijds uitbanning van de armoede en anderzijds een grotere sociale samenhang voor de samenleving als geheel te onderstrepen; en inzet en concreet optreden ten behoeve van de uitbanning van armoede en sociale uitsluiting op alle bestuursniveaus. Toen de werkgroep op het punt stond haar werkzaamheden te beëindigen (januari 2011), had de Europese Commissie even daarvoor een mededeling over ‘het Europees platform tegen armoede en 8 sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang’ gepubliceerd. De rol van de lokale en regionale overheden op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting Het standpunt van het Comité van de Regio's 9 In zijn advies over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) onderstreept het Comité van de Regio's (CvdR) dat lokale en regionale overheden een bijzondere rol te spelen hebben in de erkenning en bevordering van een effectieve toegang tot sociale, economische en culturele diensten voor personen die in armoede leven of onder sociale uitsluiting lijden. Het CvdR 7 8 9
Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008, PB L 298 van 7.11.2008,. blz. 20-29. COM(2010) 758 definitief Goedgekeurd op 18 en 19 juni 2008, CdR 57/2008 fin NL/o.
Blz. 9 / 99
merkt op dat "bij de tenuitvoerlegging van het sociale beleid lokale, regionale en nationale overheden wezenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitstippeling, de financiering en het beheer van maatregelen die de integratie van personen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, moeten verzekeren". De lokale en regionale overheden zijn als eerste verantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van politieke oplossingen en hebben een grote speelruimte op dit terrein nodig. 10
In zijn advies over actieve integratie dat op dezelfde dag werd goedgekeurd , ging het CvdR echter een stap verder wat betreft de wijze waarop de verschillende niveaus van politieke bemoeienis elkaar aanvullen: "De ontwikkeling en implementatie van dergelijke maatregelen is hoofdzakelijk een taak van de lokale en regionale overheden. De EU speelt daarbij een ondersteunende rol. Deze definitie van een alomvattend beleid inzake actieve integratie berust op het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel." In dit kader pleit het CvdR voor een ondersteunende rol van de EU via een versterkte open coördinatiemethode, bijvoorbeeld door vergelijkende studies en evaluaties van lokaal en regionaal beleid op het gebied van actieve integratie te stimuleren en goede praktijken uit te werken en te verspreiden. Lokale en regionale overheden moeten directe toegang krijgen tot ESFmiddelen die bestemd zijn voor maatregelen ter bevordering van actieve integratie en tevens dient er Europees geld te worden vrijgemaakt voor het stimuleren van sociale participatie Samengevat is het CvdR voorstander van een gezamenlijke en alomvattende aanpak van armoede en sociale uitsluiting, waarbij de beginselen van multilevel-governance en subsidiariteit worden geëerbiedigd. Actoren op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau, particuliere bedrijven, sociale partners en het maatschappelijk middenveld in het algemeen worden bij deze aanpak betrokken. Op het moment dat dit rapport werd opgesteld, was het Comité van de Regio's van plan zich via een advies tijdens de zitting van 31 maart 2011 uit te spreken over de "Mededeling over het platform 11 tegen armoede en de sociale OCM" . Dit niet-wetgevende initiatief vormt namelijk een gelegenheid om commentaar te leveren op de open coördinatiemethode en de eventuele versterking daarvan. De kwestie van de kwantitatieve doelstellingen is relevant voor de lokale en regionale overheden, vooral uit het oogpunt van subsidiariteit. Hoe kunnen doelstellingen die in Europees verband zijn geformuleerd, gekoppeld worden aan economische modellen die op nationaal of regionaal niveau zijn vastgesteld? Hoe kunnen de doelstellingen van de EU worden gecombineerd met de bestaande subnationale indicatoren? Dit rapport zal worden overgelegd aan mevrouw Chapman, lid van de Nationale Assemblee van Wales en rapporteur van het advies van het CvdR.
10 11
Vastgesteld op 18 en 19 juni 2008, CdR 344/2007 fin FR/o. Op. cit, noot 8.
Blz. 10 / 99
3.
Gedachten over subsidiariteit in verband met de thematiek van dit rapport
In het nieuwe institutionele kader dat uit het Verdrag van Lissabon is voortgekomen, wordt subsidiariteit omschreven als het beginsel op grond waarvan "de Unie op de gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, slechts [optreedt] indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt". Om te begrijpen waar de Europese Unie met een echte meerwaarde kan handelen vergeleken met het optreden van de staten en de regionale en lokale bestuursniveaus, hebben de leden van de werkgroep besloten een overzicht op te stellen van de bevoegdheden die de lokale en regionale overheden en de staat op het gebied van sociaal beleid hebben in de landen waar de werkgroepleden gevestigd zijn 12 (ITALIË/FRANKRIJK/SPANJE/CYPRUS/POLEN ). Na analyse van de tabel in bijlage 1 kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • De lokale en regionale overheden (regio's, departementen en gemeenten) hebben in Italië, Frankrijk, Spanje en Polen verschillende bevoegdheden, maar vervullen min of meer dezelfde rol als het gaat om de ondersteuning en aanvulling van het beleid van de staten en de EU inzake de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Hun rol is van wezenlijk belang voor de uitvoering van elk sociaal beleid. De enige uitzondering is Cyprus, waar de juridische bevoegdheden op dit gebied slechts de staat toebehoren. Toch nemen Cypriotische gemeenten met succes verscheidene initiatieven, die in bepaalde gevallen door de EU zelf worden gefinancierd. • Het is mogelijk na te gaan welke rol deze lokale en regionale overheden spelen in de 13 bevordering van relaties van horizontale subsidiariteit en van publiek-private partnerschappen. Verder is het met name de taak van intermediaire overheden om de coördinatie en programmering van netwerken van actoren in het betrokken gebied te ondersteunen. •
12 13
Alle geanalyseerde landen (met uitzondering van Cyprus) zijn georganiseerd volgens een eigen schema dat afwijkt van de andere schema's, afhankelijk van het niveau van decentralisatie van de staat, maar er kan gesteld worden dat alle landen hun best doen om ervoor te zorgen dat de autoriteiten die het dichtst bij de burgers staan, de basale dienstverlening aan de bevolking voor hun rekening kunnen nemen.
Zie bijlage 1. Verticale subsidiariteit heeft betrekking op de uitoefening van bevoegdheden door de verschillende bestuurslagen – EU, centrale overheid, regionale en lokale overheden. Bij horizontale subsidiariteit gaat het daarentegen om de verdeling en uitoefening van bevoegdheden op eenzelfde niveau, tussen overheidsinstanties en het maatschappelijk middenveld – sociale partners, bedrijven, burgers, verenigingen, enz. Zie bijvoorbeeld Didier Fourage, Poverty and subsidiarity in Europe, Edward Elgar Publishing Ltd, UK, 2004, blz. 26-27, of advies 94/C van het Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de EC "Witboek "Europees Sociaal beleid – Toekomstige acties voor de Unie", COM(94) 333 definitief, gepubliceerd in het PB van 31 december 1994.
Blz. 11 / 99
•
•
De programmering op sociaal gebied wordt hoofdzakelijk op nationaal niveau geregeld, maar de afbakening van de verantwoordelijkheden wat betreft de programmering en de uitvoering van de richtsnoeren wordt minder scherp wanneer we kijken naar het regionale en departementale niveau. De coördinatie tussen verschillende bestuurslagen en tussen verscheidene soorten taken en bevoegdheden, die elkaar soms overlappen, vormt in alle landen min of meer een probleem. Dat vormt een van de grootste uitdagingen voor de organisatie van de bevoegdheden binnen de staten en vooral voor de doeltreffendheid van de horizontale en 14 verticale subsidiariteit.
We willen benadrukken dat er een diepgaand onderzoek moet worden verricht naar de verschillen in financiering van de bevoegdheden van de lokale en regionale overheden die in deze werkgroep zitting hebben. Daarbij is het belangrijk op te merken dat deze financiering beperkt is gezien de toename van de taken ten dienste van de burgers, die door andere bestuursniveaus aan hen zijn overgedragen. Bovendien heeft de huidige crisis voor drastische wijzigingen in de begroting gezorgd, waardoor het niet meer mogelijk is de bevoegdheden en de taken die voor de bevolking het belangrijkst zijn, uit te oefenen. In dit verband onderstrepen de leden van de werkgroep, gezien hun vaardigheden en expertise (die in het volgende hoofdstuk via voorbeelden van goede praktijken worden getoond), hoe belangrijk de meerwaarde is die lokale en regionale overheden kunnen verschaffen door aan de OCM deel te nemen. De grootste beperking is in dit geval echter de vrijwillige, tamelijk zwakke organisatie die sterk afhankelijk is van de specifieke mechanismen van elk land. Voor de leden van de werkgroep dient het optreden van de EU dus vooral vorm te krijgen in de ondersteuning van de open coördinatiemethode. De meerwaarde van de maatregelen van de EU op het gebied van de bestrijding van uitsluiting en armoede is gelegen in de bevordering van een efficiënte, doeltreffende en participatieve OCM. Om die reden is het optreden van de EU, via de bevordering van programma's om de uitoefening van de bevoegdheden van regionale en lokale autoriteiten te ondersteunen, van fundamenteel belang voor het stimuleren en op de juiste wijze toepassen van horizontale en verticale subsidiariteit. Wat al deze aandachtspunten betreft heeft de werkgroep besloten goede praktijken uit te wisselen en over bepaalde onderwerpen na te denken, vooral op het gebied van de bestrijding van sociale uitsluiting en armoede: • maatregelen om de werkgelegenheid te bevorderen (in alle lagen van de bevolking, maar speciaal voor degenen die met sociale uitsluiting te maken hebben of kunnen krijgen); • maatregelen ten behoeve van gehandicapten; • maatregelen ten behoeve van kansarme jongeren (met bijzondere aandacht voor maatregelen op het gebied van mobiliteit om ervaringen met niet-formele opleidingen te bevorderen); 14
Zie voor definities noot 13.
Blz. 12 / 99
• • •
actief ouder worden en betrekkingen tussen de generaties; specifieke maatregelen ten behoeve van personen die in armoede leven; de open coördinatiemethode – OCM.
Wat deze laatste punten betreft, zullen de leden van de werkgroep aan de hand van de presentatie van goede praktijken op hun grondgebied trachten modellen te creëren voor doeltreffende maatregelen in een periode van crisis. 4.
Goede praktijken
De werkgroep is in 2010 tweemaal bijeengekomen (in Banyuls-sur-Mer, Frankrijk en in Brussel, België) en heeft de selectiecriteria voor goede praktijken als volgt vastgesteld: • positieve beoordeling van de gevolgen voor het burgerschap; • optimalisering van de middelen; • samenwerking op meerdere niveaus en met meerdere actoren; • duurzaamheid van het initiatief. Lijst van de aangewezen goede praktijken: NAAM GOEDE PRAKTIJK
WERKGROEPLID
1. Ondersteuning van gezinnen in een crisissituatie
REGIO WIELKOPOLSKA (PL)
2. Lokale plannen op bovengemeentelijk niveau – ARCO LATINO – Provincia di Alessandria (IT) "overlegclinics" 3. "Gezond ouder worden" en intergenerationaliteit ARCO LATINO – Conseil général de l’Hérault (FR) 4. Aanpassing van woningen voor kwetsbare ARCO LATINO – Diputación de Barcelona (ES) ouderen 5. Methodologische gids van lokale plannen voor ARCO LATINO – Diputación de Barcelona (ES) sociale integratie 6. Ondersteuning en bevordering van het ARCO LATINO – Provincia della Spezia (IT) ondernemerschap (KMO), maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid – STARTERproject 7. PROVINTEGRA-project – Sociale integratie van ARCO LATINO – Provincia della Spezia (IT) werkloze migranten 8. Eerste conclusies van het onderzoek naar de ARCO LATINO – Provincia di Napoli (IT) maatregelen die de bij Arco Latino aangesloten overheden hebben genomen om de crisis te bestrijden 9. JAMO-project – Mobiliteit van kansarme ARCO LATINO – alle leden van de vereniging jongeren 10. Samenwerking Diputaciones – Spaarkassen ARCO LATINO – Diputación de Tarragona (ES) Blz. 13 / 99
voor sociale integratie met het gehandicapten 11. Arbeidsbureaus voor vrouwen
accent
12. Steun aan gezinnen: microsolidariteit
op ARCO LATINO - Provincia di Salerno (IT) REGIONE VENETO (IT)
VERENIGING VAN CYPRUS (Cyprus) 14. Multifunctioneel instituut in de gemeente VERENIGING VAN CYPRUS (Cyprus) Stovrolos 13. De open school in de stad Stovrolos
4.1
Ondersteuning van gezinnen in een crisissituatie (Wielkopolska, Polen)
4.1.a.
Samenvatting
GEMEENTEN
VAN
GEMEENTEN
VAN
1. Achtergrond De opleiding heeft tot doel gezinnen in een crisissituatie te hulp te komen, dankzij de samenwerking tussen verschillende instellingen op districtsniveau, en te zorgen voor doeltreffendere steunmaatregelen op het moment dat gezinnen door een crisis worden getroffen. 2. Doelstelling van het project of het initiatief Formeren van interdisciplinaire teams op districtsniveau om lokale instrumenten ter bestrijding van geweld binnen gezinnen in het leven te roepen. 3. Beschrijving van het project of het initiatief Onder de titel "Creëren van een lokaal instrument ter bestrijding van geweld binnen gezinnen met behulp van interdisciplinaire teams" zijn in de periode 2007-2009 driedaagse workshops georganiseerd voor "eerstelijnswerknemers" in elf districten van het woiwodschap Groot-Polen. 4. Rol van de lokale en regionale overheden De opleidingen hebben plaatsgevonden via een actieve mobilisatie van de districten wat betreft de werving van deelnemers. 5. Middelen Deze opleidingen worden gefinancierd door het bestuur van het woiwodschap Groot-Polen en het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid. 6. Beheer Het initiatief is gelanceerd door het Regionaal Centrum voor Sociaal Beleid in Poznań, dat evenementen organiseert namens het bestuur van het woiwodschap Groot-Polen. Op grond van de wet op de sociale bijstand van 12 maart 2004, over de taken van het bestuur van het woiwodschap GrootPolen, is er reden om nieuwe stappen op het gebied van sociale bijstand te zetten en te stimuleren.
Blz. 14 / 99
7. Belemmerende factoren De deelnemers aan de opleidingen waren huiverig bij de gedachte aan nieuwe taken en verplichtingen. Een ander probleem was dat de communicatie en de samenwerking tussen de diverse betrokkenen niet altijd soepel verliepen. 8. Concrete resultaten Vorming van interdisciplinaire groepen in de districten en de werkzaamheden van deze groepen. 9. Succesfactoren, ervaringen De interdisciplinaire samenwerking draagt bij aan een doeltreffendere oplossing voor het probleem van geweld binnen gezinnen. 10. Mogelijkheid om het project of het initiatief in een andere context of op een andere locatie uit te voeren Het is mogelijk deze opleidingen in andere regio's te verzorgen, waarbij de nadruk moet worden gelegd op de noodzaak van structurele maatregelen wanneer wordt gewerkt met gezinnen in een crisissituatie. 4.1.b. Presentatie 1. Achtergrond Een van de belangrijkste taken van het bestuur van een woiwodschap is maatregelen te treffen om de kennis en vaardigheden van medewerkers van de sociale diensten te perfectioneren. Op alle niveaus nemen de territoriale overheden initiatieven om de kwaliteit van leven van de inwoners van het woiwodschap Groot-Polen te verbeteren. De georganiseerde activiteiten moeten ertoe leiden dat mensen die hulp ontvangen, autonoom in het leven staan en in de sociale structuur worden geïntegreerd. Als onderdeel van de bijstand aan gezinnen dienen interdisciplinaire teams te worden samengesteld, die gezinnen in crisissituaties ondersteunen, dankzij de samenwerking tussen verschillende instellingen op districtsniveau, en zorgen voor doeltreffender steunmaatregelen op het moment dat gezinnen door een crisis worden getroffen. 2. Doelstelling van het project Het project heeft tot doel onder de titel "Creëren van een lokaal instrument ter bestrijding van geweld binnen gezinnen met behulp van interdisciplinaire teams" driedaagse opleidingen te organiseren in elf districten van het vojvodschap Groot-Polen, om tot een nieuwe aanpak van sociaal beleid te komen. Streefdoelen van de opleidingen 1)
2)
een inleiding geven tot de verschillende vormen van huiselijk geweld, onder meer tegen ouderen of gehandicapten, en tot de manieren waarop met de slachtoffers kan worden gewerkt; wederzijds kennis nemen van de reikwijdte van de beroepsverplichtingen van de medewerkers van de diverse betrokken instellingen, en van de specifieke kenmerken van hun werk; Blz. 15 / 99
3) 4) 5) 6) 7)
verwerven van basiskennis over de biologische en sociale factoren van agressie binnen het gezin en de gevolgen daarvan; kennis nemen van de verschillende vormen van ondersteuning voor gezinnen en kinderen die slachtoffer zijn; verdiepen van de kennis over de verplichte wettelijke bepalingen; een inleiding geven tot de werkmethoden van de interdisciplinaire teams op het gebied van diagnostiek, hulpverlening en de uitwerking van strategieën; uitwerken van beginselen voor samenwerking en actie.
3. Beschrijving van het project Wanneer we te maken hebben met een gezin waarin zaken maar al te vaak op geweld uitdraaien, weten we niet hoe we dat probleem moeten aanpakken. Interdisciplinaire maatregelen geven ons de mogelijkheid om gezamenlijk op te treden, waarbij een ieder zijn specifieke vaardigheden kan gebruiken. Namens het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid heeft TNS OBOP onderzoek verricht waaruit blijkt dat meer dan een derde van de Polen (36%) erkent dat zij ten minste met de een of andere vorm van geweld zijn geconfronteerd. Iets minder ondervraagden, 30%, zijn daar meerdere malen getuige van geweest, terwijl een tiende van de respondenten (11%) vaak geweld heeft meegemaakt. Polen worden het meest blootgesteld aan psychisch geweld; dat geldt voor 31% van de ondervraagden. Fysiek geweld komt minder vaak voor: slechts 17% van de respondenten heeft daarmee te maken gehad. Van de ondervraagden erkent 8% dat zij slachtoffer zijn geweest van economisch geweld, terwijl 3% aangeeft met seksueel geweld te zijn geconfronteerd. Veel deelnemers hebben verklaard dat zij meerdere malen aan verschillende vormen van geweld zijn blootgesteld. In de wet op de bestrijding van huiselijk geweld, de basistekst op dit gebied, wordt niet alleen beschreven wat geweld inhoudt, maar tevens de verdeling van de taken tussen de nationale en territoriale overheden geregeld. De fundamentele intuïtie die ten grondslag ligt aan de interdisciplinaire teams, bestaat erin een gemeenschappelijk werkplatform te creëren voor de medewerkers van de diverse instellingen die kinderen en gezinnen hulp trachten te bieden. Voor een doeltreffende en daadkrachtige ondersteuning is het nodig dat een hele reeks deskundigen hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. Daarom is de vorming van interdisciplinaire teams de beste reactie op gevallen van mishandeling of misbruik van kinderen. Afzonderlijk kan geen enkele deskundige of geen enkele overheidsinstelling adequaat op zulke situaties reageren. Samenwerking tot stand brengen betekent niet alleen dat de obstakels voor communicatie tussen de verschillende instanties worden weggenomen, maar ook dat de maatregelen meer effect sorteren en dat het vertrouwen van de samenleving in de vaardigheden van de hulpinstanties toeneemt. Het handelen van de interdisciplinaire teams is gericht op gezinnen in een crisissituatie, die met de opvoeding in de knoop zitten; deze teams doen hun best concrete problemen op te lossen, met als doel de gevolgen van deze problemen te bestrijden. De interdisciplinaire teams moeten op geïntegreerde wijze invloed uitoefenen op de gezinnen, ten behoeve van hen een bijstandsnetwerk opzetten en kinderen helpen door hun ouders de vaardigheden te leren die nodig zijn om hun ouderlijke taak en hun rol als gezinslid naar behoren te vervullen.
Blz. 16 / 99
De specifieke samenwerking binnen het interdisciplinaire team moet uiteindelijk het perspectief bieden dat het gezin voor iedereen een zeer waardevolle plek wordt. Een waardig en vreedzaam bestaan is heilzaam voor iedereen en een goed functionerend interdisciplinair team kan degenen die daarvan verstoken zijn, toegang tot zo'n bestaan verschaffen. Men dient echter niet te vergeten dat, om de gewenste effecten te bereiken, de te treffen maatregelen op elke concrete situatie moeten worden afgestemd. De maatregelen van de interdisciplinaire teams zijn vooral gericht op de volgende situaties: • • • • • • • •
gezinnen waar geweld wordt gepleegd tegen de kinderen of de echtgenoot; gezinnen waar de kinderen op het gebied van opvoeding of gezondheid worden verwaarloosd (bijv. gebrekkige medische begeleiding en niet voldoen aan de leerplicht); gezinnen waar sprake is van misbruik van alcohol of andere stoffen; gezinnen waar ouders en kinderen voortdurend conflicten hebben, die het moeilijk vinden in die situatie de kinderen te beschermen, waar kinderen weglopen, enz; gezinnen met een of meer gehandicapten; gezinnen waarvan de moeder of de vader in een penitentiaire inrichting zijn geplaatst; gezinnen waar de pleeg- of adoptieouders problemen hebben met de zorg voor de kinderen die hun zijn toevertrouwd; gezinnen waar een van de ouders minderjarig is of beide ouders minderjarig zijn.
Het interdisciplinaire team kan bestaan uit vertegenwoordigers van instellingen (bijv. de directeur, de toezichthouder, de decaan of de psycholoog van de school, inclusief de kleuterschool, de hoofdcommissaris en zijn politieagenten, de medewerkers van gemeentelijke centra voor sociale bijstand, de pastoor, de afgevaardigden van gezondheidsdiensten, wijkverpleegkundigen, kinderartsen, de verantwoordelijken in de dorpen, enz.) en personen die op de hoogte zijn van de problemen van het betrokken gezin of dat gezin bijstand verlenen en een positieve invloed op de situatie kunnen uitoefenen. Tijdens de vergaderingen van het interdisciplinaire team worden de volgende punten behandeld: 1) 2) 3) 4)
vaststelling van het probleem en van de hulpstrategieën; verdeling van taken en acties; beoordeling en controle van reeds ontplooide initiatieven; productie van de documentatie over de werkzaamheden van het team (notulen en uitvoeringsrapporten).
Blz. 17 / 99
4. Rol van de overheid Het project is gebaseerd op de coördinatie van de samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen, het woiwodschap Groot-Polen, de districten en het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid. Deze opleidingen worden gefinancierd door het bestuur van het woiwodschap Groot-Polen en het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid. 5. Succesfactoren, ervaringen De leden van het interdisciplinaire team vertegenwoordigen diverse milieus. Hierdoor kan elk geval vanuit een specifieke invalshoek worden aangepakt en wordt het eenvoudiger doeltreffend te handelen wanneer er sprake is van huishoudelijk geweld. Werken met interdisciplinaire teams leidt vooral tot de volgende resultaten: • doeltreffender oplossing van sociale problemen; • betere coördinatie van activiteiten die bedoeld zijn om specifieke moeilijkheden binnen een gezin op te lossen; • uitwerking van een model voor interinstitutionele samenwerking, met als gevolg een effectievere gezamenlijke oplossing voor de problemen, waarbij de informatie op heldere en verstandige wijze wordt verspreid onder sociale diensten, instellingen, organisaties en personen die samen aan het werk zijn; • sterker gevoel van wederzijdse ondersteuning bij de aanpak van sociale moeilijkheden; • invloed op het lokale beleid op het gebied van hulp aan kinderen en het gezin; • verhoogd veiligheidsgevoel, zowel bij individuen als bij de lokale overheid. 4.2
Lokale plannen (Arco Latino, Provincie Alessandria, Italië)
4.2.a.
Samenvatting
1. Achtergrond De begrippen armoede en sociale marginaliteit hebben de afgelopen jaren een geheel andere betekenis gekregen, als gevolg van de ingrijpende veranderingen binnen onze hedendaagse samenleving. Vroeger werd armoede louter vanuit een financieel gezichtspunt bezien, maar nu zijn er diverse aspecten bijgekomen, die de klassieke definities en traditionele formules ontstijgen. De wisselende inkomsten van gezinnen vormen momenteel een van de meest verraderlijke bedreigingen voor de stabiliteit van huishoudens, die daardoor niet in staat zijn een specifiek aangeduid niveau van welzijn in stand te houden. De bezuinigingen die lokale overheden moeten doorvoeren om aan de strenge financiële normen en regels te voldoen, maken de situatie er bepaald niet beter op. Het plaatselijke bestuur wordt steeds vaker geconfronteerd met de economische en sociale behoeften van de bevolking, vooral in achterstandsgebieden. Het is dus erg belangrijk de uitdagingen van marginaliteit en sociale nood vanuit meerdere invalshoeken aan te gaan en daarbij vernieuwende hulpmiddelen te ontwikkelen.
Blz. 18 / 99
2. Doelstelling van het project of het initiatief Een nieuw model voor de organisatie van de sociale bijstand aan de instellingen voorleggen; dit model dient gebaseerd te zijn op de waarneming van de manieren van leven van personen die in sociale nood verkeren. Het model moet een geïntegreerd systeem van maatregelen en diensten omvatten en daarbij alle betrokkenen insluiten. Het gewenste resultaat biedt voldoende flexibiliteit om in de verschillende en uiteenlopende behoeften van de bevolking te voorzien. 3. Beschrijving van het project of het initiatief Uitgangspunt is een systeem waarin betrokkenen en actoren op het gebied van sociale bijstand binnen een gemeenschap worden samengebracht (entiteiten, overheden, instellingen, niet-institutionele spelers), waarbij zij hun inspanningen en vaardigheden verenigen om de sociale diensten te ontwikkelen en te beoordelen. De activiteiten waarmee dit doel wordt bereikt, kennen de volgende fasen; 1. Lokale plannen. Het betreft een instrument van sociaal beleid waarmee een geïntegreerd systeem van steunmaatregelen en diensten tot stand kan worden gebracht. Op deze wijze wordt een verbinding gelegd tussen diensten, instellingen en niet-systematische steunmaatregelen op het vlak van sociale nood. 2. Programmaovereenkomsten. Zij vormen een operationeel hulpmiddel waarmee de in de lokale plannen voorziene steunmaatregelen concreet handen en voeten wordt gegeven en complexe doelen kunnen worden bereikt wanneer er meerdere instellingen bij betrokken zijn. 3. De uitvoering van een project dat is opgestart in het kader van een actieprogramma over sociale nood en waarin een proef werd gedaan met een methode genaamd "clinique de concertation" (overlegclinic), ontwikkeld door Jean-Marie Lemaire (zie http://www.concertation.net). 4. Rol van de lokale en regionale overheden De lokale en regionale overheden hebben een onmisbare rol in het initiatief gespeeld; zij vormden de drijvende kracht achter de maatregelen en verzorgden de coördinatie daarvan. De regio Piemonte was de instigator van de lokale plannen, die vervolgens door de Provincie Alessandria werden goedgekeurd. De Regio Piemonte en de Provincie Alessandria stellen samen de programmaovereenkomsten vast. Het bovengenoemde project over sociale nood (punt 3) is het resultaat van een activiteit die de Provincie Alessandria in 2003 en 2004 heeft opgestart naar aanleiding van een eerder initiatief van de Regio Piemonte. 5. Middelen De lokale plannen zijn een geïntegreerd instrument dat medewerkers van verschillende instellingen met elkaar in contact brengt. De benodigde financiële middelen worden verstrekt door nationale en regionale sociale fondsen, lokale overheden en andere niet-institutionele entiteiten en organisaties (stichtingen, enz.). 6. Beheer De "overlegclinic" is een instrument dat tot doel heeft het rendement van therapieën te vergroten via een leerproces dat door de directe en indirecte deelname van de gebruikers mogelijk wordt gemaakt.
Blz. 19 / 99
Deze specifieke aard van de overlegclinic vereist een vorm van "flexibel" beheer met steun van de lokale overheden (in de eerste plaats regio en provincie) en plaatselijke gezondheidsdiensten. Beheer vindt tevens plaats tijdens levendige bijeenkomsten die toegankelijk zijn voor alle betrokkenen. 7. Belemmerende factoren Meer dan een beschrijvend instrument vormt de overlegclinic een creatief therapeutisch instrument met regels waarin niet alles tot in details is vastgelegd. Dit instrument kan dus niet eenduidig worden gedefinieerd en afgebakend, wat tijdens het gebruik voor obstakels en moeilijkheden kan zorgen. 8. Concrete resultaten De concrete resultaten kunnen als volgt worden samengevat: • vervagen van de scheiding tussen gebruikers en beroepskrachten; • totstandbrenging van een zeer divers en complex referentiesysteem; • herstel van het menselijk en professioneel erfgoed dat wordt gevormd door de verschillende ervaringen van beroepskrachten en gebruikers; • creëren van een klinische ruimte voor de oplossing van conflicten. Een belangrijk hulpmiddel dat uit de praktijk en de activiteiten in het kader van de overlegclinic is ontstaan, is het "sociogenogram", een schema dat helpt om situaties weer te geven en ontwikkelingshypothesen te "construeren". 9. Succesfactoren, ervaringen De belangrijkste succesfactor van het initiatief is ongetwijfeld de vernieuwende aanpak van de uitdagingen van marginaliteit en sociale nood. Hierbij moet echter ook de reikwijdte van de visie en de werking van de overlegclinic worden onderstreept. Deze praktijk heeft namelijk niet louter betrekking op therapie en sociale bijstand, maar is zelfs gerelateerd aan ethiek en democratie, in de breedste zin van het woord. 10. Mogelijkheid om het project of het initiatief in een andere context of op een andere locatie uit te voeren De grote hoeveelheid gebieden die door de overlegclinic worden bestreken (onderwijs, opleiding, beroepsoriëntatie, integratie van gehandicapte leerlingen op scholen, enz.), maakt dit instrument geschikt voor talrijke sociale contexten. In principe kan de overlegclinic overal worden toegepast waar sprake is van malaise, grote problemen en marginaliteit en waar meerdere instellingen betrokken zijn bij de aanpak daarvan. 4.2.b. Presentatie Achtergrond Tegenwoordig moeten elke activiteit en elk initiatief op het vlak van sociaal beleid gebaseerd zijn op de veronderstelling dat de traditionele noties op dit terrein, zoals armoede en sociale marginaliteit, zich in de loop der tijd aanzienlijk hebben ontwikkeld, naarmate de complexiteit en de talrijke dimensies van samenlevingen duidelijk aan het licht komen.
Blz. 20 / 99
Jarenlang werd armoede vooral vanuit financieel gezichtspunt bekeken. Uit recente diepgaande onderzoeken is echter gebleken dat er bij armoede in veel gevallen eerder sprake is van een gebrek aan stabiliteit, wat individuen en huishoudens erg kwetsbaar maakt. In verscheidene gevallen leiden grote schommelingen in het inkomen van huishoudens ertoe dat die huishoudens niet in staat zijn een bepaald niveau van welzijn in stand te houden. Het is dus belangrijk de uitdagingen van marginaliteit en sociale nood vanuit meerdere invalshoeken te onderzoeken en te benaderen. De besturen van de lokale overheden worden steeds vaker geconfronteerd met de economische en sociale behoeften van hun bevolking. De burgers hebben op lokaal niveau meer ondersteuning nodig, vooral in bergstreken waar minder winkels, scholen, postkantoren en andere diensten aanwezig zijn dan elders. Veel kleine plattelandsdorpen bevinden zich momenteel in een moeilijke situatie vanwege de bezuinigingen op de nationale financiering van overheidsdiensten. In een context als deze leidt een grotere vraag naar diensten tot minder beschikbare middelen. In dit verband wordt in het nationale strategische rapport dat in 2009 in Italië is verschenen, de fundamentele rol van de nationale, regionale en lokale overheden en het belang van een strategisch gebruik van de structuurfondsen benadrukt. Doelstelling De lokale plannen vormen een onmisbaar instrument voor het definiëren en tot stand brengen van een geïntegreerd systeem van acties en sociale diensten, dat wil zeggen een systeem waarbij alle betrokkenen in een gemeenschap worden samengebracht (entiteiten, overheden, instellingen, nietinstitutionele spelers) en waarbij zij hun inspanningen en vaardigheden verenigen om de sociale diensten te ontwikkelen en te beoordelen en deze voldoende flexibel te maken en af te stemmen op de behoeften van de inwoners. De lokale plannen vormen een instrument van sociaal beleid waarmee een geïntegreerd systeem van steunmaatregelen en diensten tot stand kan worden gebracht: •
•
•
geïntegreerd omdat er een verbinding wordt gelegd tussen diensten aan huis en territoriale diensten, institutionele structuren, economische maatregelen en niet-systematische steunmaatregelen ten behoeve van individuen en gezinnen in nood; geïntegreerd omdat het beleid op het gebied van sociale zaken, gezondheid, onderwijs, opleiding, cultuur en ruimtelijke ordening in soms zeer verschillende situaties wordt gecoördineerd; en geïntegreerd omdat samenwerking tussen publieke en particuliere actoren en tussen institutionele en niet-institutionele spelers wordt bevorderd.
Het is de bedoeling een nieuw model voor de organisatie van de sociale bijstand aan de instellingen voor te leggen, op basis van de waarneming van de manieren van leven van personen die in sociale nood verkeren. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van de relaties van onderlinge afhankelijkheid en de onderlinge taakverdeling en niet van een schematische spreiding van bevoegdheden. "Territorialiteit", de diversiteit van de betrokken organen en de verscheidenheid aan beoogde steunmaatregelen kenmerken de lokale plannen als factoren die helpen de politieke, sociale en Blz. 21 / 99
institutionele voorwaarden te scheppen die nodig zijn om de totstandkoming van lokale netwerken te bevorderen. Het betreft hier een proef in de regio Piemonte, die de tweede periode van drie jaar is ingegaan. Daarom bevinden het vaststellen van de eisen, de uitvoering van de steunmaatregelen en de beoordeling van de effectiviteit ervan zich grotendeels nog in het experimentele stadium; hierover moeten verdere afspraken worden gemaakt, zodat zij binnen de traditionele organisatiestructuren vorm kunnen krijgen. Van lokale plannen tot programmaovereenkomsten De programmaovereenkomsten vormen een operationeel hulpmiddel waarmee de in de lokale plannen voorziene steunmaatregelen concreet handen en voeten wordt gegeven. Hoe efficiënt deze maatregelen zijn, blijkt voornamelijk uit de regelgeving voor de procedures die nodig zijn om complexe doelen te bereiken, wanneer meerdere instellingen belast zijn met de verwezenlijking van die doelen. Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor wanneer een geval wordt behandeld door diensten of instellingen (gezondheidsdiensten, scholen, sociale diensten, enz.) die onder verschillende bestuurlijke entiteiten vallen (staat, lokale overheden, particuliere organisaties die in de sociale sector werkzaam zijn, enz.). Zo spelen de programmaovereenkomsten een belangrijke rol in het beheer van het traject van integratie van gehandicapte leerlingen op scholen en in opvangstructuren voor kinderen op alle niveaus (vanaf de crèche tot de universiteit), een praktijk die in Italië sinds 1977 plaatsvindt. De programmaovereenkomst wordt gesloten door alle publieke en particuliere instellingen die verantwoordelijkheid dragen en die de hun toevertrouwde taken verrichten. In de overeenkomst worden alle fasen van het traject en de regels voor de uitvoering ervan beschreven. Tevens wordt daarin de bestemming van de benodigde middelen vastgelegd. Gewoonlijk valt de reikwijdte van de overeenkomsten samen met de spreiding van de gezondheidsdiensten (kinderneuropsychiatrie) en betrokken diensten op het betrokken grondgebied. De overeenkomst heeft een looptijd van meerdere jaren. Van coördinatie tot overleg In 2003/2004 heeft de Provincie Alessandria, via haar afdelingen Onderwijs, Beroepsopleiding, Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, een start gemaakt met het project "Kostbare voorsteden - project voor ondersteuning en opleiding via de methode van de overlegclinic". Het project was een vervolg op een proef van drie jaar, die was opgezet door de Regio Piemonte en het Centrum voor Beroepsopleiding in die regio "Casa di Carità", gevestigd in Turijn. Het project werd gerealiseerd in het kader van een actieprogramma over ernstige en complexe sociale nood (in een penitentiaire inrichting), waarin een proef werd gedaan met een methode genaamd "clinique de concertation" (overlegclinic), ontwikkeld door Jean-Marie Lemaire (voor meer informatie zie http://www.concertation.net). De aanpak van de overlegclinic heeft bewezen effectief te zijn op gebieden waar de actoren in hun dagelijkse leven soms op de grenzen van hun institutionele bevoegdheden stuiten en op actieterreinen moeten werken, die elkaar overlappen (zoals onderwijs, opleiding, beroepsoriëntatie, integratie van gehandicapte leerlingen op scholen). De aandacht voor de "samenbindende kracht" in situaties waar sprake is van meervoudige nood, vergeleken met het totaal van de dienstverlening, en het uitgesproken "open" karakter van het Blz. 22 / 99
instrument maken de overlegclinic tot een zeer interessant hulpmiddel om de verschillende beroepspraktijken te herdefiniëren, met als doel te voorkomen dat er naast de versnippering van de identiteit van de personen "in nood" ook nog een versnippering van de steunmaatregelen plaatsvindt. Met andere woorden, het is noodzakelijk dat de reconstructie van de context van de steunmaatregelen bijdraagt aan de reconstructie van de relatie tussen de betrokken personen en hun identiteit. Aan de elkaar overlappende actieterreinen wordt dan ook bijzondere aandacht besteed, omdat zij door de gebruikers worden geactiveerd (en het zijn geen indicatoren van slecht functioneren op organisatorisch en institutioneel gebied). Zij bieden tevens een uitgelezen kans om de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de institutionele en relationele milieus van elk individu (de waarde van de voorsteden), te vergelijken en te verdelen. Bovendien is er de afgelopen jaren een proef uitgevoerd om het werk van de lokale netwerken (scholen, gemeenten, sociale en gezondheidsdiensten, vrijwilligersorganisaties, enz.) te ondersteunen. Daaruit is nog eens gebleken op welke moeilijkheden de territoriale diensten stuiten wanneer zij van de instellingen de erkenning proberen te krijgen dat de experimenten die in het kader van de beoogde projecten zijn verricht, positieve aspecten hebben. Deze projecten hebben een beperkte looptijd en er worden specifieke middelen aan toegekend. De uitgevoerde projecten, onderzoeken en innovaties vormen een geheel waarmee goede resultaten zijn geboekt, maar dat toch zijn vernieuwende werking dreigt te verliezen als het op de korte termijn geen enkele invloed kan uitoefenen op de basisstructuren die de pijlers vormen van de verdeling van de werkzaamheden waarvoor de diensten die aan de overeenkomsten deelnemen, garant staan (in de context van hun onderlinge afhankelijkheid van de andere diensten van het netwerk). De laatste jaren werd vaak actie ondernomen als gevolg van problemen in het gezin, die in verband stonden met problemen op school, conflicten tussen gezinnen en scholen, slechte onderlinge afstemming tussen de instellingen, enz. In al deze gevallen hebben we kunnen constateren dat het instrument waarop de "overlegclinic" berust, zeer belangrijke veranderingen in gang kan zetten; het zijn langdurige processen die soms worden ontketend door volkomen nieuwe interpretaties van de onderzochte situaties. Dat was mogelijk omdat er voortdurend werd gezocht naar middelen om conflicten beter te beheersen, en naar kaders waarbinnen de verdeling van verantwoordelijkheden wordt bevorderd. Hieronder staan enkele kenmerken van het instrument vermeld: • •
deelname van gebruikers, van beroepskrachten die rechtstreeks of mogelijk betrokken zijn, en van personen die gewoon "belangstellend" zijn (de "indringers"); toekenning van een waarde aan de acties van alle betrokkenen, met erkenning van de punten waarop men trots kan zijn, als tegenvoeter van de tekortkomingen (zonder voorbij te gaan aan de verwoestende effecten van deze laatste);
Blz. 23 / 99
•
•
•
4.3
een aanpak die uitgaat van de praktijken zoals ze zijn (en niet zoals ze zouden moeten zijn). Op die manier kan voortdurend op concrete situaties worden ingespeeld, via instrumenten (zoals het "sociogenogram") die helpen om situaties weer te geven en ontwikkelingshypothesen te "construeren"; inspanningen om conflicten beheersbaar te maken zonder ze te vermijden, dankzij de erkenning van meerzijdige partijdigheid die in een collectieve en open context aanwezig is; het zoeken naar resterende middelen in de significante relaties tussen personen die samen leven, personen die samen werken en tussen deze beide groepen.
Gids met goede praktijken: presentatie van "Gezond ouder worden in het Euromediterraan gebied"(Arco Latino, Conseil général de l'Hérault, Frankrijk)
1. Achtergrond In 1999 verklaarde Gro Harlem Brundtland, destijds algemeen directeur van de WHO: "demografische vergrijzing is allereerst een van de fantastische successen van het beleid op het gebied van volksgezondheid en sociaaleconomische ontwikkeling (…)". Volgens de onderzoeken van de WHO kunnen landen het zich permitteren te vergrijzen als regeringen, organisaties en leden van het maatschappelijk middenveld beleid en programma's uitvoeren die ons helpen "ouder te worden en daarbij actief te blijven", door de gezondheid, de participatie en de integriteit van oudere burgers te bevorderen.De meeste ziekten die met veroudering verband houden, kunnen gedurende het hele leven worden voorkomen door vroegtijdige opsporing en door rekening te houden met risicofactoren, door een gezonde manier van leven en door passende behandelingen. Een dergelijk algemeen beleid van preventie en vroegtijdige opsporing is noodzakelijk om te voorkomen dat mensen afhankelijk worden. Tegenwoordig is dit een van de belangrijkste doelstellingen van het gezondheidsbeleid in Europa. In het kader van het Europese programma "Leonardo da Vinci Mobiliteit" heeft Hérault Sport, een instantie verbonden aan het departement Hérault, in reactie op de nationale wens om het opleidingsaanbod met voorrang af te stemmen op de behoeften van de sectoren in de persoonlijke dienstverlening, gewerkt aan een Europees onderzoeksproject genaamd "Gezond ouder worden in Euromediterraan gebied". Daarbij is een methodiek voor omgevingsonderzoek ontwikkeld gericht op de uitwisseling van goede praktijken tussen verantwoordelijken voor de opleiding, lokale overheden, verenigingen en structuren voor de opvang van ouderen in Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal. 2. Doelstellingen Het programma had tot doel te kijken naar de verbetering van de kwaliteit en de innovatie binnen de systemen (instellingen, onderwijspraktijken en beroepsopleiding) die gericht zijn op gezond ouder worden. Het ging er daarbij om vanuit een holistische aanpak alle bepalingen voor ouderen in de bezochte gebieden (op centraal, regionaal en lokaal niveau, binnen de opleidings- en onderzoekscentra, instellingen die zich bezighouden met preventie, zorg en vergoedingen, bonden en verenigingen, enz.) in kaart te brengen om de perspectieven voor grensoverschrijdende samenwerking aan te wijzen en te verdiepen. Blz. 24 / 99
3. Beschrijving van de gids met goede praktijken Deze gids bevat een synthese van de verschillende systemen, programma's en instrumenten die zijn ontwikkeld in de bezochte gebieden in Frankrijk (departement Hérault), Spanje (Andalusië en Catalonië), Italië (Toscane) en Portugal (Lissabon). In de gids worden alle maatregelen die zijn ontwikkeld om senioren aan te sporen zich zodanig te gedragen dat ze in goede gezondheid ouder worden, met elkaar vergeleken en aangeprezen. Dat helpt de kwaliteit van leven te verbeteren en tegelijkertijd de gevolgen van het ouder worden, namelijk het ontstaan of de verergering van handicaps, te voorkomen. Het eerste deel biedt een overzicht van de problematiek van demografische vergrijzing in het Euromediterrane gebied en op internationaal niveau en geeft antwoord op de vraag wat daarbij de factoren en uitdagingen zijn, welke perspectieven moeten worden ontwikkeld en wat voor Europees beleid er reeds wordt gevoerd om de problemen aan te pakken. Het tweede deel bevat een presentatie van de politieke strategie die Europa hanteert om meer territoriale overheden warm te maken voor de uitvoering van ontwikkelingsbeleid, met name via het creëren van netwerken en organisaties, zoals het Comité van de Regio's en Arco Latino. In dit tweede deel wordt de territoriale en bestuurlijke organisatie van de Euromediterrane staten gedegen geanalyseerd. Daarbij wordt vastgesteld welke competentiegebieden een rol spelen en welke gremia van grensoverschrijdende samenwerking zijn toegerust om actie te ondernemen met het oog op gezond ouder worden. Het derde deel handelt over de organisaties, institutionele systemen en Europese beleidsvormen die betrokken zijn bij het bedenken en ontwikkelen van beleid, programma's en instrumenten op het gebied van preventie en aanpassing, om gezond ouder worden in de bezochte gebieden te bevorderen; het gaat hierbij om gebieden die over de grenzen heen veel gemeenschappelijke kenmerken hebben (op het vlak van bevolking, klimaat, milieu en cultuur). 4. Rol van de lokale autoriteit: (zie bijlage 2) In tegenstelling tot gemeentelijke overheden worden bovengemeentelijke (departementale) overheden niet in het witboek vermeld. De uitdaging van territoriale samenwerking is ervoor te zorgen dat de bovengemeentelijke overheden op NUTS III-niveau zich daadwerkelijk bezighouden met het bestuur en de lokale ontwikkeling, gezien hun democratische legitimiteit, de kleine afstand tot de burger en hun vermogen om actoren op zeer uiteenlopende terreinen zoals economische ontwikkeling, beheer, modernisering van het grondgebied, sociale rechtvaardigheid en milieubescherming op hun grondgebied te mobiliseren. De bevoegdheden van de territoriale overheden op NUTS III-niveau verschillen per referentieland, maar zij vormen bijzonder belangrijke spelers op hun grondgebied voorzover zij coördinatie van de maatregelen van de gemeenten mogelijk maken. Zij zijn namelijk van wezenlijk belang voor de bevolking op hun grondgebied, vooral in crisistijd, omdat zij snel passende maatregelen treffen wanneer er aan bepaalde sociale diensten behoefte is. De uitdaging bestaat erin de dialoog te versterken en het overleg tussen de verschillende bestuursniveaus (EU/staat/overheden) en de totstandbrenging van gestructureerde, reguliere, evenwichtige en medeverantwoordelijke partnerschappen, door overheden op NUTS III-niveau, te bevorderen. In Frankrijk zouden bepaalde beleidsvormen die betrekking hebben op Europese Blz. 25 / 99
structuurfondsen, rechtstreeks kunnen worden beheerd door de departementale raden die op het vlak van sociale thema's bevoegd zijn, om het beheer dichter bij de burgers te brengen. Wat de gedecentraliseerde publieke samenwerking betreft, ondersteunen de intermediaire lokale overheden het lokale bestuur en de decentralisatie en creëren zij duurzame partnerschappen, vooral met de lokale autoriteiten in het zuiden en oosten van het Middellandse Zeegebied, die zich bij uitstek richten op samenwerking tussen territoriale overheden. Het departement Hérault werkt op het gebied van gezond ouder worden allang aan coördinatie tussen publieke en private actoren en past tegenwoordig nieuwe vormen van versterkte coördinatie met de particuliere sector toe (via overeenkomsten, vervoersconsortia, aanbieding van specifieke diensten, enz.). 5. Beheer In 2005 startte het Franse ministerie van Gezondheid en Solidariteit het nationale programma "Gezond ouder worden". Met dit programma wordt beoogd maatregelen te bevorderen die senioren aansporen positieve gedragingen te ontwikkelen zodat ze in goede gezondheid ouder worden. Dat helpt de kwaliteit van leven te verbeteren en tegelijkertijd het ontstaan of de verergering van handicaps te voorkomen. Eveneens in 2005 werd het departement Hérault, op initiatief van dr. Christian Bénézis, vicevoorzitter van de Conseil Général en voorzitter van Hérault Sport, op nationaal niveau aangewezen als proefgebied voor de uitvoering van dit programma. Daarbij ontstond het programma "Goed bewegen en goed eten om beter oud te worden in Hérault". Het ging erom "leven toe te voegen aan de jaren en geen jaren aan het leven". In dit departementale project wordt ernaar gestreefd de voortschrijdende tijd en de toekomst van senioren met elkaar te verzoenen in een vitaliserend sportief en sociaalcultureel programma. Dit project heeft een vernieuwing ondergaan door de oprichting van een tot dan toe ongekend transversaal en heterogeen partnernetwerk. In mei 2006 namen meer dan 150 personen deel aan een netwerk bestaande uit meerdere partners (verenigingen, de academische en medische wereld, de sportsector, instellingen en territoriale overheden) en werden actief in een stuurgroep om overal in het departement bewustwordings- en voorlichtingsdagen te plannen, onder leiding van de coördinatoren van het programma "Goed bewegen en goed eten om beter oud te worden in Hérault" en in samenwerking met de UDCCAS (departementale unie van gemeenschapscentra voor sociale actie). Het doel van dit departementale project met een nationaal bereik was de verschillende beroepskrachten in de sportieve, culturele en medisch-sociale sector en de gezondheidswerkers in verzorgingstehuizen bijeen te brengen, daarbij ondersteund door structuren van beroepsopleiding (docenten en opleiders) die een rol speelden in het dagelijks leven van ouderen. Op termijn werd het noodzakelijk beroepskrachten op het gebied van onderwijs, preventie en gezondheid op te leiden, waarbij werd gekeken naar de oudere persoon als geheel. Daarom wilde Hérault Sport in 2007 doorgaan met het vernieuwen van het preventiebeleid en de opleidingen voor gezondheidsonderwijs. Hiertoe heeft de stuurgroep in Hérault de aanzet gegeven tot een project van Europees formaat genaamd "Gezond ouder worden in Europa", dat de goedkeuring van het ministerie van Gezondheid en Solidariteit heeft gekregen.
Blz. 26 / 99
Met dit project "Leonardo Mobiliteit" werd dus gekozen voor een Europees perspectief met als beoogd resultaat een algehele synthese van de behoeften van Europese grondgebieden en ouderen, vooral als het gaat om activiteiten die voor hen worden georganiseerd, aangevuld met een synthese van de behoeften van beroepskrachten die onder deze ouderen werken in de interprofessionele en multidisciplinaire sectoren begeleiding en dienstverlening, en verrijkt met een overzicht van de beroepsopleidingen op Europees niveau, waarbij naar het ouder wordende individu gekeken wordt vanuit het gezichtspunt van gezondheid zoals omschreven door de WHO: "een toestand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden". Het project "Leonardo Mobiliteit" had een looptijd van 24 maanden. Er waren 54 begunstigden: beroepskrachten en vertegenwoordigers van de interprofessionele sectoren sport, cultuur en gezondheid, die op nationaal niveau betrokken waren bij de stuurgroepen van het programma "Gezond ouder worden". De gegadigden voor het mobiliteitsproject namen reeds deel aan de workshops van deze stuurgroepen. Hun vroegere inzet, hun motivatie en competentiegebieden vormden de indicatoren voor het opstellen van de profielen. De selectie van de gegadigden werd bekrachtigd door de stuurgroep onder leiding van dr. Christian Bénézis, deskundige van het nationale programma voor gezond ouder worden. Dit project heeft geleid tot samenwerking met als doel de opleidingen tot nieuwe beroepen in verband met gezond ouder worden te vernieuwen, en dan vooral om een gespecialiseerd Euromediterraan instituut op te richten. Maar daarnaast is er een schat aan gegevens verzameld over alle bestaande praktijken op het gebied van onderwijs, preventie en zorg vanuit systemisch, organisatorisch en technisch oogpunt op de verschillende steunniveaus: • op het institutionele en politieke vlak over de structuur van steunmaatregelen en de verdeling van bevoegdheden; • op het gezondheids-, sociale, culturele en sportieve vlak over programma's en aangepaste instrumenten. 6. Middelen Middelen voor het project "Leonardo Mobiliteit": 103 355, 00 euro Middelen beschikbaar gesteld voor de totstandkoming van de Arco Latino-gids: 12 038, 52 euro 7. Belemmerende factoren: (zie bijlage 2) Van nature wordt Europa gekenmerkt door een zeer diverse territoriale en bestuurlijke organisatie. Europese territoriale overheden verschillen aanzienlijk qua organisatie, bevoegdheden, financiële middelen en functioneren. Elk land hanteert daarbij zijn eigen vocabulaire. Daarom heeft het begrip 'territoriale overheid' in Europese zin betrekking op een ongelooflijke hoeveelheid verschillende situaties. Vanwege deze verscheidenheid is het moeilijk om een indeling van organisatiemodellen te maken; sommige staten kunnen zelfs onder meerdere categorieën worden gerangschikt. Toch is er de laatste jaren sprake van een algemene tendens tot versterking van de lokale autonomie via grondwettelijke hervormingen. We kunnen binnen Arco Latino drie soorten modellen onderscheiden: het meer gecentraliseerde model zoals dat in Frankrijk te vinden is, het geregionaliseerde model dat in Spanje en Italië wordt gebruikt, en het asymmetrische model zoals in Portugal. Frankrijk is een historisch voorbeeld van een gecentraliseerde staat. De afgelopen jaren hebben de gemeenten,
Blz. 27 / 99
departementen en regio's dankzij decentralisatie weliswaar meer bevoegdheden gekregen om overheidsbeleid uit te voeren, maar desondanks hebben de Franse territoriale overheden nog altijd slechts een zeer beperkt initiatiefrecht. Zij hebben geen enkele wetgevende bevoegdheid. Daarmee blijven ze vergeleken met hun Europese buren zeer sterk afhankelijk van de bevoegdheden van de centrale overheid – een paradoxale situatie wanneer men bedenkt dat de territoriale overheden vaak verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Europese programma's. Italië en Spanje, die als staten in ontwikkeling worden beschouwd, hebben meer kenmerken van het geregionaliseerde model. In deze twee landen hebben de territoriale overheden substantiële wetgevende bevoegdheden gekregen, maar wel in mindere mate dan in federale staten (zoals Duitsland). Overigens hebben de regio's in deze staten niet allemaal dezelfde mate van autonomie gekregen. Bevoegdheden die aan de ene regio zijn verleend, worden niet automatisch aan de andere regio toegekend, zoals in Portugal, dat daarmee een asymmetrische staat vormt. Deze enorme verschillen in de territoriale indeling blijven niet zonder gevolgen voor het herverdelingsbeleid van de EU. In verband met de beoogde economische en sociale samenhang wordt de steun zo veel mogelijk op de behoeften van de Europese burger afgestemd. De heterogeniteit van de bestuursstructuren in de landen van de Middellandse Zee vormt ongetwijfeld een obstakel voor territoriale samenwerking. De Europese integratie bevordert niet alleen een beleid dat gericht is op decentralisatie, maar zorgt er ook voor dat het lokale bestuur in Europa meer overeenkomsten gaat vertonen. Hieruit moet een doeltreffender samenwerking voortvloeien, vooral tussen de Euromediterrane territoriale overheden op NUTS III-niveau. Deze heterogeniteit openbaart zich nog sterker wanneer we de verdeling van bevoegdheden analyseren. In Portugal zijn regio's eerder gedeconcentreerde bestuurlijke eenheden omdat zij onderworpen zijn aan de centrale regering. In Spanje en Italië hebben de regio's ruime wetgevende bevoegdheden en een grote mate van autonomie; de regeringen van de regio's worden democratisch gekozen. In sommige landen waar de territoriale organisatie voortdurend wordt herzien om de territoriale autonomie te verdiepen en te verbreden, krijgen de regionale autoriteiten daardoor meer verantwoordelijkheden en middelen en daarmee een gedifferentieerde en specifieke regionale status. De historische ontwikkelingen en de diverse tradities hebben er echter voor gezorgd dat er grote verschillen zijn ontstaan in de spreiding van bevoegdheden tussen elke staat en zijn onderscheiden niveaus van territoriaal bestuur, met als gevolg dat het moeilijk is leidende beginselen vast te stellen. De regionale overheden zijn doorgaans verantwoordelijk voor volksgezondheid en sociale actie, terwijl het lokale bestuur verantwoordelijk of medeverantwoordelijk is voor ruimtelijke ordening en bepaalde sociale diensten. Dit zijn algemene principes, want de verschillen tussen de landen kunnen aanzienlijk zijn. In sommige landen zijn de regionale overheden namelijk belast met onderwijs en gezondheidszorg, terwijl deze diensten in andere landen onder de verantwoordelijkheid van de centrale regering of de departementen vallen. Op lokaal niveau is er op de meeste plaatsen sprake van een nieuwe tendens om gemeenten uitgebreidere verantwoordelijkheden te geven. Tot slot komen bepaalde bevoegdheden bijna overal in Europa toe aan de lokale autoriteiten; hoe deze bevoegdheden over de territoriale besturen worden gespreid, kan echter sterk verschillen.
Blz. 28 / 99
De conclusie luidt dat de diverse bestuursniveaus vaak dezelfde verantwoordelijkheden hebben en de taken vaak onderling verdelen, naargelang de competentiegebieden. Meestal zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de aanbieding en het beheer van de diensten van de gemeenschap, terwijl de hogere bestuurslagen verantwoordelijk zijn voor bovengemeentelijke taken. Bepaalde bevoegdheden als onderwijs, volksgezondheid, sociale diensten, milieubescherming of economische ontwikkeling worden vaak gezamenlijk beheerd door verschillende intermediaire besturen en soms ook samen met de centrale overheid. Op onderwijsgebied is de gemeente verantwoordelijk voor de basisschool, zijn de territoriale overheden samen verantwoordelijk voor de middelbare school en beheert de staat het hoger onderwijs. De afgelopen jaren is het aantal verantwoordelijkheden van de intermediaire overheden, en dan met name van het regionale bestuur, toegenomen. Bijlage 2 laat zien hoe in Frankrijk, Italië, Portugal en Spanje de bevoegdheden tussen de centrale overheid en het territoriale bestuur zijn verdeeld. Het gaat daarbij om de bevoegdheden op de volgende gebieden: volksgezondheid, sociale diensten, ruimtelijke ordening, milieu, cultuur, vrije tijd en sport, vervoer en economische dienstverlening.
ASYMMETRISCHE EENHEIDSTATEN
Lokaal niveau dat altijd onder het gezag van de nationale overheid staat. Om bestuurlijke redenen kunnen er regionale autoriteiten bestaan, maar deze zijn ondergeschikt aan de centrale overheid. Portugal
GEDECENTRALISEERDE EENHEIDSSTATEN
GEREGIONALISEERDE EENHEIDSSTATEN
Staten die hervormingen in gang hebben gezet om gekozen regionale autoriteiten in het leven te roepen.
Worden gekenmerkt door het bestaan van gekozen regionale overheden met een grondwettelijke status, wetgevende bevoegdheden en een hoge mate van autonomie.
Frankrijk
Italië Spanje
8. Resultaten en successen Tussen Frankrijk, Spanje, Italië en Portugal is een Europees partnerschap ontstaan waaraan opleidingsinstanties en instellingen deelnemen die ten behoeve van de begunstigden, via de ontwikkelde programma's, een kwaliteitstraject doorlopen. Het beheer van en het toezicht op het project werden verzorgd door een administratief en logistiek coördinatiecomité van Hérault Sport, samen met het onderzoeksbureau "Inter-Images", dat gespecialiseerd is in het leiden, coördineren en beoordelen van projecten.
Blz. 29 / 99
De taken van het coördinatiecomité: • het beleggen van bijeenkomsten waarin de begunstigden cultureel en taalkundig worden voorbereid, voordat zij op reis gaan, en tijdens de fase van eindbeoordeling; • het opstarten van voorbereidende werkzaamheden voor de aanpak van demografische, sociale, economische, culturele en volksgezondheidsproblemen in de betrokken landen; • de oprichting van een gezamenlijk informatiecentrum voor partners, begunstigden, deskundigen en workshopdeelnemers op nationaal en transnationaal niveau; • de totstandbrenging van analyseschema's en de invoering van een methodiek voor projectbeoordeling: het betreft een methodiek die wordt gehanteerd in het kader van omgevingsonderzoek. Deze hulpmiddelen voor toezicht en beoordeling voor begunstigden en partners werden tijdens voorbereidende bijeenkomsten grondig geanalyseerd en afhankelijk van de voortgang van het project permanent geactualiseerd. Dankzij de werkzaamheden tijdens de eerste fase van het project konden bestaande onderzoeken naar initiële en permanente educatie op het vlak van "Gezond ouder worden" eenvoudiger worden verzameld. Met de uitkomsten van deze onderzoeken was het mogelijk in nauw overleg met de Europese partners de programmering van de inhoud van de uitwisselingsprogramma's voor de begunstigden voor te bereiden. Er werden studiedagen georganiseerd en thema's voor de interinstitutionele en intersectorale ontmoetingen (aangepaste lichamelijke activiteit, beoordeling van de lichamelijke conditie, voeding, omgeving, cultuur en contacten tussen de generaties) voor de groepen vastgesteld naargelang de verwachtingen van de begunstigden en de doelstellingen van de stuurgroep. De organisatie van deze ontmoetingen, waarbij samen met de instellingen, maatschappelijke instanties, sportbonden, culturele organisaties en territoriale overheden van elk partnerland over een professionele aanpak werd gesproken, werd vergemakkelijkt door uitwisseling van informatie over en inzicht in de bestaande situatie. Het is de bedoeling een synthese te maken van de behoeften van de beroepskrachten die met ouderen werken. De bestaande situatie werd geanalyseerd door deskundigen die werken met gecombineerde en complementaire thema's die verband houden met gezondheid, sport, cultuur en maatschappelijk engagement. Daarmee is de basis gelegd voor een onderzoek gericht op het ontwerpen van leerplannen in de toekomst. Het doel is om met dit onderzoek een "kern van beroepsvaardigheden" te creëren op het gebied van "Onderwijs, preventie en gezondheid gedurende het hele leven", die aanwezig zal zijn in elke opleiding die tot een kwalificatie en/of diploma leidt. Met dit Europese toekomstperspectief moet het eenvoudiger worden het aanbod van opleidingen af te stemmen op de behoeften van nieuwe beroepen, of beroepen die volop in ontwikkeling zijn, in de beoogde sectoren. Dit project heeft de mobiliteit van volwassenen en de samenwerking tussen instellingen, opleidingsinstanties, bedrijven en sociale partners bevorderd met als doel in de toekomst te komen tot een Europees onderwijspartnerschap dat rekening houdt met specifieke territoriale en maatschappelijke kenmerken en dat gericht is op de harmonisatie van de beroepspraktijken in verband met gezond ouder worden.
Blz. 30 / 99
9. Sleutels tot succes, te leren lessen Tijdens het project "Gezond ouder worden in Europa" is een omgevingsonderzoek verricht naar de uitwisseling van goede praktijken tussen de verantwoordelijken voor de opleiding, de territoriale overheden, instellingen, verenigingen en structuren voor de opvang van ouderen in Spanje, Italië en Portugal. Er heeft zich een waar Euromediterraan partnerschap gevormd waarin gesproken wordt over de ervaringen en vernieuwende praktijken die reeds met het oog op gezond ouder worden in elk van de landen zijn gerealiseerd (ontwikkeling en overdracht van het ene deelnemende land naar het andere). Er werd steun gegeven aan de verbetering van de kwaliteit en de vernieuwingen binnen de onderwijsen opleidingssystemen, -instellingen en -praktijken en aan de ontwikkeling van praktijken op het vlak van onderwijs en beroepsopleiding, anders dan op tertiair niveau, en de overdracht ervan tussen de deelnemende landen. Deze doelstellingen hebben vorm gegeven aan de ontwikkeling van het partnerschap, en beroepskrachten uit de sectoren sport, gezondheid en cultuur en uit de sociale en medisch-sociale hoek zijn erdoor actief geworden in projecten die synergieën tot stand brengen met het nationale programma voor gezond ouder worden. De dynamiek van het project "Gezond ouder worden in het Euromediterrane gebied" heeft geleid tot een keuze voor een Europees toekomstperspectief met nieuwe hulpmiddelen en opleidingsmethoden. De onderwijskundige toepassing hiervan is een van de belangrijkste uitkomsten van het project, dat heeft geresulteerd in een Europees partnerschap dat dezelfde doelstellingen nastreeft. Hérault Sport heeft een plan ontwikkeld om de behaalde resultaten aan de lokale overheden door te geven en werd daarbij ondersteund door de Conseil Général, het ministerie van Gezondheid, Arco Latino en de Nationale Federatie van Gemeentelijke Sportbureaus. Op een transnationale studiebijeenkomst over "Gezond ouder worden in Hérault en het Euromediterrane gebied", die duurde van 5-7 december 2008, kwamen meer dan 800 personen af (verslag te verkrijgen bij Hérault Sport) Leden van een breed nationaal en Europees partnerschap vertelden over hun ervaringen en de vernieuwende praktijken in elk van de landen. Het verslag van de studiebijeenkomst, waaruit blijkt hoe groot het effect was van de eerste resultaten van het mobiliteitsproject, vormt de basis voor samenwerking tussen de opleidingscentra. Het beroepsnetwerk wordt steeds dynamischer en breidt zich uit tot de Euromediterrane regio's, die talrijke gemeenschappelijke kenmerken vertonen (op demografisch, klimatologisch, geografisch en cultureel gebied, qua natuurlijke omgeving en identiteit, enz.). Daarom is het van belang te anticiperen om welzijn te bevorderen: van "Gezond opgroeien" tot "Gezond ouder worden". Grensoverschrijdende samenwerking voor de ontwikkeling van vernieuwende opleidingen en de professionalisering van de diverse betrokkenen met competenties op dit gebied zou de oprichting van een Europees Instituut voor de scholing van opleiders dichterbij brengen.
Blz. 31 / 99
Dit project blijft een doelstelling voor de toekomst.
BIJLAGE 2: A. De maatregelen en praktijken die moeten worden ontwikkeld om gezond ouder worden te bevorderen B. Bestuurlijke en territoriale organisatie in het Euromediterrane gebied C. Schema's voor de spreiding van bevoegdheden op het vlak van gezond ouder worden D. Subsidiariteitstabellen
4.4
Aanpassing van woningen voor kwetsbare ouderen in de provincie Barcelona (Arco Latino, Diputación de Barcelona, Spanje)
4.4.a.
Samenvatting
1. Achtergrond De goede praktijk bestaat uit maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en actief ouder worden. Het betreft een transversaal initiatief. Sinds 2009 wordt het project gepromoot door de afdeling Sociaal Welzijn van de Provincie Barcelona in samenwerking met het ministerie van Arbeid van de autonome regering van Catalonië. 2. Doelstelling Doel is de persoonlijke autonomie van ouderen te bevorderen en te stimuleren dat werklozen en personen die in een proces van sociaaleconomische integratie zitten, werk vinden. 3. Beschrijving De aanpassing van woningen houdt in dat er basiswerkzaamheden worden verricht in de woning van kwetsbare ouderen die moeite hebben met de basale activiteiten van het dagelijkse leven en over weinig inkomsten beschikken, om hun minimaal vereiste veiligheid en toegang te bieden. 4. Rol van de lokale autoriteit Aan het project wordt deelgenomen door de gemeenten in de provincie Barcelona; via hun sociale diensten inventariseren zij wat de behoeften zijn en wie de potentiële gebruikers vormen. De dienstverlening van het bestuur van de provincie Barcelona maakt schaalvoordelen mogelijk en garandeert gelijke toegang. 5. Middelen Het project, dat een begroting heeft van 4 213 000 euro, wordt medegefinancierd door de regering van Catalonië, het bestuur van de provincie Barcelona en de 214 deelnemende gemeenten in de provincie Barcelona.
Blz. 32 / 99
6. Beheer De gemeenten delen het provinciebestuur mee wie de potentiële begunstigden zijn, naargelang de vastgestelde behoeften. Het bedrijf dat het technisch toezicht coördineert, brengt vervolgens een bezoek aan de woning om een technische beoordeling te verrichten en bepaalt op grond daarvan welke ingrepen nodig zijn. Na afloop van de werkzaamheden brengen het technische team en de sociale diensten een tweede bezoek aan de woning om een inspectie te verrichten, de kwaliteit van de werkzaamheden te beoordelen en de tevredenheid van de gebruiker te peilen. 7. Belemmerende factoren Een van de grootste uitdagingen van het project was de samenwerking tussen lokale overheden en het provinciale/regionale bestuur. 8. Resultaten en successen Er zijn 1 500 aanpassingen verricht, vooral in de badkamer, omdat in veel gevallen de badkuip met het oog op een betere toegankelijkheid moest worden vervangen. De beoordeling is in 95% van de gevallen positief, want dankzij de aanpassing kunnen ouderen in hun eigen huis blijven wonen, wat de meeste wensen, en tegelijkertijd een betere kwaliteit van leven genieten. 9. Sleutels tot succes, te leren lessen Via het project kan de sociale integratie in een periode van crisis worden bevorderd, dankzij bundeling van de krachten en het sociale rendement van de toegekende middelen. 10. Kan het initiatief elders worden herhaald? Dit project kan ook nuttig zijn in andere regio's van Spanje en Europa die willen bevorderen dat ouderen in hun eigen huis blijven wonen, gecombineerd met een optimale kwaliteit van leven en een bevredigende integratie binnen de gemeenschap.
4.4.b. Presentatie Achtergrond De aanpassing van woningen voor kwetsbare ouderen in de provincie Barcelona is een vernieuwend pioniersproject in Catalonië en Spanje. Daarbij wordt op lokaal niveau gewerkt aan de sociale integratie van kwetsbare ouderen en tegelijkertijd aan de integratie van werklozen op de arbeidsmarkt. Deze goede praktijk behelst dus maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en actief ouder worden. Sinds 2009 wordt het project uitgevoerd door de afdeling Sociaal Welzijn van de Provincie Barcelona in samenwerking met het ministerie van Arbeid van de autonome regering van Catalonië. Bovendien participeren de gemeenten in de provincie Barcelona via hun sociale diensten in het project. Overigens verleenden tot dan toe de meeste gemeenten in de provincie Barcelona dit type diensten niet.
Blz. 33 / 99
Het bestuur van de provincie Barcelona is een intermediair lokaal bestuur dat de gemeenten in de provincie Barcelona technische, economische en juridische ondersteuning biedt op grond van een netwerkmodel. De afdeling Sociaal Welzijn van de Provincie Barcelona verleent steun aan de gemeentelijke sociale diensten om de sociale integratie en de persoonlijke autonomie te bevorderen, en verschaft bijstand aan kinderen, jongeren en gezinnen. Deze afdeling verleent hoofdzakelijk diensten aan de gemeenten, op basis van samenwerking en schaalvoordelen. De aanpassing van woningen is een van de projecten die onder dit dienstenmodel vallen. Doelstelling De aanpassing van woningen heeft tot doel:
de toegankelijkheid en veiligheid van woningen van ouderen te verbeteren, zodat hun mobiliteit en autonomie worden bevorderd en zij in hun eigen huis kunnen blijven wonen;
te stimuleren dat werklozen en personen die in een proces van sociaaleconomische integratie zitten, werk vinden.
Beschrijving Het project houdt in dat er basiswerkzaamheden in de woning van ouderen worden verricht om hun minimaal vereiste veiligheid en toegang te bieden. De belangrijkste onderdelen van het programma zijn kleine werkzaamheden in de badkamer (vervanging van de badkuip door een douchebak) en in de keuken (vervanging van het gasfornuis door een elektrisch fornuis en installatie van nieuwe kranen). Er worden eveneens andere werkzaamheden uitgevoerd om de algehele toegankelijkheid van het huis te verbeteren (aanbrengen van leuningen, verbreding van deuren, enz.) en er worden technische hulpmiddelen geïnstalleerd – doorgaans als aanvulling – om de levensomstandigheden van ouderen in hun woning te verbeteren. De begunstigden zijn personen boven de 65 jaar die over onvoldoende persoonlijke autonomie beschikken en beperkte economische middelen hebben (zij kunnen niet meer verdienen dan tweemaal 15 de indicator van het basisinkomen in Catalonië, de IRSC ). Er is nog een tweede groep indirecte begunstigden. Dat zijn de werklozen die de werkzaamheden verrichten. Bij voorkeur gaat het hier om vaklieden in de bouwsector en groepen die in een proces van sociaaleconomische integratie zitten.
Rol van de lokale autoriteit Het project steunt op de samenwerking tussen overheden: de regering van Catalonië, het bestuur van de provincie Barcelona en de gemeenten van die provincie. De gemeenten spelen een cruciale rol in het project, via hun sociale basisdiensten die inventariseren wat de behoeften zijn, en daarop in het kader van het project adequaat kunnen reageren. De gemeenten noteren welke mensen voor het project in aanmerking komen en geven hun namen door aan het bestuur van de provincie Barcelona, dat de werkzaamheden zal leiden. De gemeenten
15
IRSC 2010 = 567 euro.
Blz. 34 / 99
spelen een wezenlijke rol in het toezicht op de werkzaamheden; zij zorgen ervoor dat in de behoeften van de begunstigden wordt voorzien. De afdeling Sociaal Welzijn van de provincie Barcelona voert op adequate wijze het beheer en de algehele coördinatie van het project. Middelen Het project, dat een begroting heeft van 4 213 000 euro, wordt medegefinancierd door de regering van Catalonië, die met behulp van het Europees Sociaal Fonds en het Operationele Programma voor regionaal concurrentievermogen op het gebied van werkgelegenheid in Catalonië 1 500 000 euro beschikbaar stelt; door het bestuur van de provincie Barcelona, dat 1 500 000 euro bijdraagt en door de 214 deelnemende gemeenten in de provincie Barcelona, die 1 213 000 euro vrijmaken. Laatstgenoemden financieren een derde van de werkzaamheden in de woningen van de gemeenten. Elke gemeente bepaalt zelf of de begunstigden mee moeten betalen. Een aanpassing van een woning kost gemiddeld 1 500 euro. Beheer Om te begrijpen hoe het project wordt beheerd, moet men bedenken dat de gemeenten inventariseren wie de begunstigden zijn, terwijl het bestuur van de provincie Barcelona belast is met het technische en economische beheer, de coördinatie van en het toezicht op het project. Hiertoe heeft het provinciebestuur een contract gesloten met een bedrijf dat het technisch toezicht coördineert, en drie aannemers. Voordat gemeenten aan het programma voor de aanpassing van woningen mogen deelnemen, moeten zij het protocol voor de uitvoering van het programma onderschrijven. De gemeenteraad of het parlement van de lokale regering moeten met dit protocol instemmen; dat kan ook bij gemeentelijk decreet gebeuren. Tot nu toe hebben zich 214 gemeenten voor het project aangemeld. Na de aanmelding van de gemeenten stelt het bestuur van de provincie Barcelona voor elke gemeente een lijst op van woningen van 65-plussers die voor aanpassing in aanmerking komen. Vervolgens geven de gemeenten aan het provinciebestuur door wie de potentiële begunstigden zijn, afhankelijk van de vastgestelde behoeften. Dan brengt het bedrijf dat het technisch toezicht coördineert, een bezoek aan de woning om een technische beoordeling te verrichten. Tijdens dit eerste bezoek wordt onderzocht wat de behoeften en de verschillende installatiemogelijkheden zijn. Samen met de gemeentelijke sociale diensten en in overleg met de gebruiker bepalen de technici van het bedrijf dat het technisch toezicht op het aanpassingsprogramma coördineert, welke ingrepen nodig zijn. Na afloop van de werkzaamheden brengen het technische team en de sociale diensten een tweede bezoek aan de woning om een inspectie te verrichten, de kwaliteit van de werkzaamheden te beoordelen en de tevredenheid van de gebruiker te peilen. Belemmerende factoren Een van de belangrijkste uitdagingen van dit programma is de technici van de sociale diensten eendrachtig en gecoördineerd met de vaklieden in de bouw te laten samenwerken. Voor deze
Blz. 35 / 99
beroepskrachten met verschillende loopbanen, een verschillende bagage en een verschillende arbeidsdynamiek is het een uitdaging gezamenlijke doelstellingen te hebben. De aard van het programma en bovengenoemde uitdaging vereisen dat met de afdeling Ruimtelijke Ordening van de lokale overheden wordt samengewerkt om het programma in de gemeente te realiseren. Een ander aandachtspunt is dat er door het grote aantal procedures en aanvragen die plaatsvinden vóór de eigenlijke ingreep, soms lange administratieve procedures verlopen tussen de start van de operatie en de uiteindelijke certificering van de ingreep, met mogelijk nadelige gevolgen voor de gebruikers van het programma. Verder wordt de uitvoering van het programma in plattelandsgebieden vaak beïnvloed door het feit dat de activiteit, het ritme van de aanvragen en de werkzaamheden niet in tijd en plaats geconcentreerd zijn. In tegendeel, men krijgt te maken met verspreide werkzaamheden. Daarom is het nodig controlemechanismen in te stellen die zorgen voor een balans tussen het tempo van de werkzaamheden en de efficiëntie van de inzet van middelen door de bedrijven. In het algemeen geldt dat vanwege het vernieuwende karakter van het programma en het gebrek aan referenties elke nieuwe fase een leerproces veronderstelt en tegelijkertijd een kans om corrigerende maatregelen te treffen die een juiste uitvoering van het programma garanderen. Ten slotte bestaat de complexiteit van het programma niet zozeer in de eigenlijke uitvoering van de aanpassingen in de woningen, maar in de ontwikkeling van coördinatietrajecten die stimuleren dat de belangen van de diverse actoren meer op elkaar worden afgestemd en dat afdelingen en ministeries beter gaan samenwerken. Resultaten en successen Op dit moment bevinden zich 1 500 gevallen in de fase van technische beoordeling of uitvoering of zijn afgerond. De meest voorkomende aanpassing is de vervanging van de badkuip door een douche. Van alle aanvragen had 69,1% betrekking op de badkamer en bij de meeste daarvan ging het om de vervanging van de badkuip om de toegang voor de persoon in kwestie te vergemakkelijken. Deze werkzaamheden worden aangevuld met de installatie van technische hulpmiddelen zoals handgrepen of douchestoelen. 10,8% van de werkzaamheden is verricht in de keuken, vooral om de veiligheid te vergroten, bijvoorbeeld door het gasfornuis door een elektrische kookplaat te vervangen. 18,6% bestond uit kleine werkzaamheden om de algehele toegankelijkheid van het huis te verbeteren, zoals de verbreding of vervanging van deuren of het aanbrengen van leuningen. Slechts in 1,2% van de gevallen werden technische hulpmiddelen aangebracht, zonder dat er enig model voor deze werkzaamheden bestaat. In 87% van de gevallen gaven de begunstigden een zeer positieve beoordeling van de werkzaamheden en in 8% een positieve beoordeling. 93% vindt de aandacht die zij kregen, zeer positief. De begunstigden zijn voor het merendeel afhankelijke of gedeeltelijk afhankelijke vrouwen van boven de 70 jaar met een inkomen dat lager ligt dan de IRSC. In concrete cijfers: 71% van de begunstigden is vrouw, 44% is ouder dan 80 jaar en 41% is tussen de 70 en 80 jaar. 11% woont alleen en 42% heeft
Blz. 36 / 99
een inkomen beneden de IRSC. 50% is gedeeltelijk afhankelijk en 15% volledig afhankelijk. In 80% van de gevallen gaat het om een eigen woning. Het betreft dus elementaire werkzaamheden om de toegankelijkheid van huizen te verbeteren, ten behoeve van een van de kwetsbaarste sociale groepen. Bovendien genereren we positieve sociale effecten op het gebied van gelijkheid tussen de seksen, omdat de slechtst onderhouden huizen bewoond worden door ouderen, doorgaans vrouwen die alleen wonen, met een zeer klein pensioen. Deze groep loopt een grote kans op sociale uitsluiting. Het project krijgt een zeer positieve beoordeling vanwege de grote effecten ervan op de persoonlijke autonomie en de kwaliteit van leven van ouderen in hun woning. Dit initiatief beantwoordt aan de wens van de meeste ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen, wat goed is voor de integratie (volgens het Instituut voor Ouderen en Sociale Diensten (IMERSO) zegt 87% van de Spaanse ouderen dat ze zelfstandig willen blijven wonen). Bij Pepita Nache de Badalona zijn de toiletten aangepast en in de douche zijn handgrepen geplaatst. Zij zegt: "Dit betekent een grote verbetering van mijn dagelijkse leven. Ik kan mij geen betere woning wensen. Dankzij dit soort initiatieven kan ik langer zelfstandig blijven wonen, onder betere omstandigheden." Bovendien zorgt het programma voor meer dynamiek op de arbeidsmarkt. Diensten en werkzaamheden die bedoeld zijn om de persoonlijke autonomie te bevorderen, bieden een kans om op lokaal niveau werkgelegenheid te creëren. Sleutels tot succes, te leren lessen Belangrijk voor het welslagen van het project is de samenwerking tussen overheden. In het kader van dit project hebben wij geleerd betere prestaties te leveren door uit te gaan van interinstitutionele samenwerking en het gebruik van netwerken. Met deze strategie wilden we onze krachten bundelen en de beschikbare middelen coördineren om uiteindelijk de sociale integratie in de gemeenten van de provincie Barcelona te verbeteren. Dit project werd opgezet vanuit het idee van "dicht bij de burger", door de gemeentelijke sociale diensten. Zo kunnen de ouderen die dat het meest nodig hebben, worden bereikt. Dat het project wordt beheerd door een lokale overheid van het tweede niveau, bevordert de gelijkheid, want nu kunnen kleine en middelgrote gemeenten meedoen die afzonderlijk niet in staat zijn een project met zulke kenmerken te beheren. Het is een project waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Enerzijds wordt de persoonlijke autonomie van de begunstigde ouderen versterkt. Daarbij worden de taken van de sociale diensten en de familie verlicht, die afhankelijke ouderen nu adequate zorg en aandacht kunnen bieden. Anderzijds levert dit project een bijdrage aan de verbetering van opleidingen en vergroot het de kans om een plaats op de arbeidsmarkt te bemachtigen voor werklozen of personen die moeilijk een baan kunnen vinden. Samengevat, wij hebben te maken met een project voor sociale integratie dat gericht is op verschillende groepen en dat meerdere dimensies telt: huisvesting, werk en maatschappelijk. Deze multidimensionele invalshoek verleent het project zijn waarde en vormt een van de succesfactoren.
Blz. 37 / 99
Kan het initiatief elders worden herhaald? We hebben te maken met een realiteit die we overal in Europa aantreffen: ouderen willen in hun eigen huis en in hun eigen sociale omgeving wonen. Het gevolg is dat de sociale diensten de behoeften van ouderen steeds meer vanuit het oogpunt van de gemeenschap benaderen, zodat ze actief aan die gemeenschap kunnen deelnemen. Daarom denken wij dat dit project ook nuttig kan zijn in andere regio's van Spanje en Europa die willen bevorderen dat ouderen in hun eigen huis blijven wonen, gecombineerd met een optimale kwaliteit van leven en een bevredigende integratie binnen de gemeenschap.
4.5
Methodologische gids van lokale plannen voor sociale integratie (Arco Latino, Diputación de Barcelona, Spanje)
4.5.a.
Samenvatting
1. Achtergrond Deze goede praktijk moet in de context van de open coördinatiemethode worden geplaatst. Het is een transversaal initiatief waarin elke deelnemende gemeente een rol speelt. 2. Doel Het doel van de gids is het aanreiken van methodologische schema’s voor het opstellen van lokale plannen voor sociale integratie. 3. Beschrijving In de gids wordt beschreven welke fasen het plan moet omvatten, welke partijen een rol moeten spelen en hoe de organisatiestructuur is opgebouwd. De gids bestaat uit drie delen. Het eerste deel bevat achtergrondelementen, waaronder de definitie van het begrip sociale uitsluiting, de kernpunten van integratie en een beschrijving van voorgaande lokale plannen voor sociale integratie. In het tweede deel worden de integratieplannen op lokaal niveau beschreven en wordt uitgelegd wat hun toepassingsgebied en hun potentieel is. Het derde deel biedt een toelichting van het proces voor het ontwerpen en uitwerken van plannen. 4. Rol van de lokale overheid In de gids worden vraagstukken beschreven over de rol van het lokale bestuursniveau in de bevordering van sociale insluiting en over de noodzaak om over instrumenten te beschikken die acties tegen uitsluitingsprocessen doeltreffender maken. 5. Beheer De methodologische gids voor de opstelling van lokale plannen voor sociale integratie wordt bijgewerkt door het Departement sociaal welzijn van het bestuur van de Provincie Barcelona in samenwerking met het Instituut openbaar bestuur en beleid (IGOP). Er wordt gerekend op deelname
Blz. 38 / 99
van verschillende gemeenten van de provincie Barcelona die de technische elementen die in de gids zijn opgenomen hebben gecontroleerd en goedgekeurd. 6. Hindernissen Het is voor overheden moeilijk vernieuwingen door te voeren in hun beleid op het gebied van sociale integratie. 7. Resultaten en successen De resultaten van de opstelling van de methodologische gids kunnen worden gemeten aan de hand van het aantal gemeenten dat de gids in de praktijk heeft toegepast om hun lokale plannen voor sociale integratie vast te stellen en daarbij het bestuur van de Provincie Barcelona om hulp hebben gevraagd. Het effect van de uitvoering van de lokale plannen voor sociale integratie in de gemeenten van de regio Barcelona moet kunnen worden gemeten door middel van de evaluatie van elk van deze plannen. 8. Sleutels tot succes, te leren lessen Bij het uitwerken van de gids is ongeveer dezelfde werkwijze gevolgd als bij de enquête actie voor participatie. De technische inhoud van de gids is uitgewerkt in samenwerking met de universiteit (IGOP-UAB) en door meerdere gemeenten gecontroleerd en goedgekeurd met het oog op toepassing in de praktijk. 9. Kan het initiatief elders worden herhaald? De gids kan ook worden ontwikkeld op andere plaatsen op niveaus hoger dan de gemeenten, omdat het een instrument betreft dat verschillende gemeenten onderling afstemmen voor de middelen voor het opstellen van lokale plannen voor sociale integratie. 4.5.b. Presentatie Achtergrond De onmiskenbare vooruitgang op het gebied van geneeskunde, technologie en kennis sinds de tweede helft van de twintigste eeuw heeft de levensomstandigheden van een groot deel van de bevolking van de westerse landen aanzienlijk verbeterd. Bovendien heeft het economisch herstel na de Tweede Wereldoorlog bij veel gezinnen geleid tot een stijging van de koopkracht, met aanzienlijke verbeteringen als gevolg, zowel in materieel opzicht als wat de levenskwaliteit van de bevolking betreft, op fundamentele gebieden zoals onder meer gezondheid en onderwijs. De welvaart is niet gelijk verdeeld over de hele bevolking: niet alleen blijven sociale ongelijkheden bestaan, maar ze worden steeds sterker en zorgen ervoor dat bepaalde personen en sociale groepen worden buitengesloten. Door deze nieuwe realiteit, waarin de sociale veranderingen ervoor zorgen dat de ongelijkheden scherper worden en sociale uitsluiting een nieuw risico vormt, moet het thema sociale integratie op verschillende bestuursniveaus op de politieke agenda worden geplaatst. Bovendien is het noodzakelijk geworden nieuwe perspectieven in het beleid in de beheersvormen te hanteren om een
Blz. 39 / 99
samenleving te realiseren waarin meer gelijkheid en rechtvaardigheid heerst ten aanzien van het nieuwe verschijnsel van sociale uitsluiting. Doel De lokale plannen voor sociale integratie zijn relatief recente instrumenten die worden beheerd door de gemeenten in reactie op de impuls die vanuit de EU wordt gegeven om de armoede, kwetsbaarheid en sociale uitsluiting uit te bannen. Verder is het doel dat gemeenten zich meer gaan richten op integratie door de sociale en territoriale ongelijkheden te verminderen, zodat sociale en gemeenschapsbanden worden gecreëerd en sociale breuken worden vermeden. Dat de gemeenten een leidende rol moeten spelen in de lokale plannen voor sociale integratie, betekent niet dat zij alle bevoegdheden hebben om van de gemeente een integratiegebied te maken, en evenmin dat zij de enige spelers zijn binnen hun grondgebied. In elk geval is het de verantwoordelijkheid van de gemeenten om te garanderen dat andere bestuursniveaus en de verschillende spelers die binnen hun grondgebied actief zijn een rol spelen in de ontwikkeling en uitvoering van de lokale integratieplannen. In deze gids worden de nieuwe denkwijzen beschreven die als richtlijn dienen voor het sociaal beleid en voor de lokale integratieplannen: dynamisch uitgangspunt, EU-perspectief, aandacht voor diversiteit, stimulering van onafhankelijkheid, multidimensioneel uitgangspunt, proactieve benadering, visie gericht op oorzaken, volledigheid en coördinatie, en medeverantwoordelijkheid en deelname. Beschrijving De gids omvat drie delen. 1. Context Het fenomeen sociale uitsluiting wordt gedefinieerd als de verschillende ongunstige omstandigheden die de deelname van individuen of gemeenschappen aan de activiteiten in de samenleving verhinderen of bemoeilijken. Hierbij moeten we ons afvragen wat de aard van deze activiteiten is en op welke manier men in principe deelneemt aan de samenleving. Om hier antwoord op te geven, worden in de gids drie kernprincipes van sociale integratie beschreven: •
•
•
Economie en inkomsten. Dit principe betreft deelname aan en toegang tot productie, dat wil zeggen de mogelijkheid om binnen de markt basisactiviteiten te verrichten op het gebied van arbeid en consumptie. Dit principe omvat verder alles wat verband houdt met de toegang tot de beroepswereld in adequate omstandigheden. Sociale relaties. Dit principe betreft de deelname aan relaties in sociale netwerken, zoals familierelaties, relaties in de directe omgeving, of andere relaties. Sociale relaties zijn van wezenlijk belang en helpen mensen hun plaats in de maatschappij te vinden en te behouden en hun identiteit te creëren. Burgerschap. Dit principe omvat de politieke dimensie van het individu en heeft betrekking op de toegang tot en de erkenning van sociale rechten die in beginsel wettelijk Blz. 40 / 99
zijn vastgelegd. Dit principe is tevens gericht op gelijke kansen bij de maatschappelijke deelname binnen de gemeente en in de samenleving. 2. Toepassingsgebied en potentieel van de lokale plannen voor sociale integratie In de gids wordt beschreven welke stappen gevolgd moeten worden om het sociaal model dat wij wensen te bedenken, vast te stellen en te implementeren, en wel op zodanige wijze dat het participatie bevordert: a) b) c) d) e) f)
de sociale gelijkheden in de gemeente kennen en herkennen; de nieuwe bevoegdheden die aan gemeenten zijn toegekend onderverdelen; stappen zetten naar nieuwe politieke denkwijzen; deelname van verschillende spelers binnen het gebied in de structuur opnemen; herzien wat op gemeentelijk niveau is gedaan op het gebied van welzijn; vormgeven van de soort gemeente die wij willen realiseren om politieke en begrotingsgerelateerde doelen te bereiken; g) een lokaal plan voor sociale integratie opstellen met daarin de strategische richtlijnen en de acties die men wil realiseren om de gemeente de gewenste vorm te geven.
3. Opstelling en ontwikkeling van de plannen In deze paragraaf van de gids wordt een ondersteunende organisatiestructuur omschreven die gebaseerd is op het idee dat de burgermaatschappij moet worden betrokken bij de definiëring, de vormgeving en de realisering van een integratie bevorderende gemeente. Verder worden de fasen beschreven waaruit een lokaal plan voor sociale integratie moet bestaan. De verschillende werkniveaus die zijn aangewezen voor de uitvoering van het plan zijn: een commissie voor de beleidsrichting, een sturingsgroep, een analyse- en controlegroep, actiegroepen en stabiele en gerichte participatie-initiatieven. Er worden drie fasen genoemd: • Diagnose. In deze fase wordt de situatie omtrent sociale uitsluiting in de gemeente bestudeerd en geanalyseerd (overzicht van zwakke punten, overzicht van relaties, en overzicht van diensten en rechtsmiddelen voor integratie). • Actieplan. Hierin worden op basis van de diagnose maatregelen voorgesteld om de sociale integratie in de gemeente te bevorderen, en tijdelijke prioriteiten vastgesteld. • Evaluatie. Deze fase heeft betrekking op het proces in zijn geheel en heeft twee doelen: bepalen wat de resultaten van de maatregelen zijn (het effect) en onderzoeken hoe het proces wordt uitgevoerd om de wijzigingen door te voeren die nodig zijn om de doelstellingen te verwezenlijken. Rol van de lokale overheid Welzijn is niet meer een globale eis, maar wordt steeds meer een eis van een persoon of gemeenschap die is verbonden met het dagelijkse leven en de nabije omgeving. Verwachtingen die via primaire sociale organisaties (familie, gemeenschap, wijk) worden geuit, vragen om concrete oplossingen en Blz. 41 / 99
het wordt steeds moeilijker hieraan te beantwoorden vanuit de centrale overheidsinstanties, die ertoe geneigd zijn universele maatregelen te nemen als de bevolking daarom vraagt. De bevolking kent een steeds grotere diversiteit en is zich steeds sterker bewust van haar specifieke behoeften, met als gevolg dat het spanningsveld zich verplaatst naar de bestuurslagen die dichter bij de burger staan. Hierdoor spelen de lokale overheden en diensten een nieuwe rol als bezorgers van welzijn in lokale gemeenschappen, waarbij welzijn voorheen werd gedefinieerd als een vorm van waarborging van sociale rechten voor de hele bevolking en nu wordt gezien als een nieuwe manier om sociale relaties op een integrerende en solidaire manier vorm te geven. Dit nieuwe principe van ‘nabijheid’ is een essentiële factor geworden om concrete antwoorden aan te reiken voor eisen die integrale benaderingen behoeven. Derhalve komt het tegenwoordig vaak voor dat besluiten in verband met persoonlijk en collectief welzijn op gemeentelijk niveau worden genomen, want uitgerekend mensen die lokaal actief zijn, kennen en ondersteunen het belang van datgene wat zich in hun gemeente afspeelt, vanuit een perspectief van nabijheid, door de hiervoor relevante relaties te onderhouden. Ze zijn allen betrokken bij zaken die van gemeenschappelijk belang zijn en hebben dezelfde vooruitzichten en toekomstperspectieven. Om al deze redenen krijgen gemeenten, om precies te zijn de voor sociale diensten verantwoordelijke afdelingen, in de methodologische gids een leidende rol toebedeeld in de lokale plannen voor sociale integratie. Beheer De methodologische gids voor de opstelling van lokale plannen voor sociale integratie wordt bijgewerkt door het Departement sociaal welzijn van het bestuur van de Provincie Barcelona in samenwerking met het Instituut openbaar bestuur en beleid (IGOP). Er wordt gerekend op deelname van verschillende gemeenten van de provincie Barcelona die de technische elementen die in de gids zijn opgenomen hebben gecontroleerd en goedgekeurd. Hindernissen De moeilijkheid voor overheden om hun beleid te vernieuwen ligt in het feit dat ze zich vaak gebonden zien aan ‘traditionele’ werkwijzen: een weinige flexibele denkrichting, een benadering gericht op individuele behoeften, een homogeen en subsidiegericht beleid gebaseerd op inkomenselementen, een reactieve, op gevolgen gebaseerde benadering, specialisering en segmentering van de publieke verantwoordelijkheden, en een strikte scheiding tussen publiek en privé. Resultaten en successen De resultaten van de opstelling van de methodologische gids kunnen worden gemeten aan de hand van het aantal gemeenten dat de gids in de praktijk heeft toegepast om hun lokale plannen voor sociale integratie vast te stellen, waarbij het bestuur van de Provincie Barcelona om hulp kan worden gevraagd. Het effect van de uitvoering van de lokale plannen voor sociale integratie in de gemeenten van de regio Barcelona moet kunnen worden gemeten door middel van de evaluatie van elk van deze Blz. 42 / 99
plannen. Deze evaluatie moet tegelijkertijd voor elke gemeente de beperking van de in de diagnose vastgestelde verschijnselen van sociale uitsluiting omvatten (overzicht van zwakke punten) voor elk gebied (economie, werk, onderwijs, sociale relaties, huisvesting, volksgezondheid, burgerschap). De indicatoren vormen een sleutelinstrument dat ons informatie verschaft over de verschillende sociale situaties in een gemeente op bepaalde momenten, en over de ontwikkeling van de sociale situatie van het gebied in de loop van de tijd. Daarom is het voor de diagnosefase (diagnoseindicatoren) even belangrijk om een systeem van indicatoren te gebruiken als voor de fase van de evaluatie en controle van de lokale plannen voor sociale integratie (evaluatie- en effectindicatoren). In verband daarmee denken wij dat het systeem van evaluatie- of effectindicatoren moet worden opgebouwd in overeenstemming met de maatregelen en acties die in de gemeente zijn uitgevoerd, zodat we de resultaten van een lokaal plan voor sociale integratie en het maatschappelijk effect ervan kunnen evalueren. Sleutels tot succes, te leren lessen Bij het uitwerken van de gids is ongeveer dezelfde werkwijze gevolgd als bij de enquête actie voor participatie. De technische inhoud van de gids is uitgewerkt in samenwerking met de universiteit (IGOP-UAB) en door meerdere gemeenten gecontroleerd en goedgekeurd met het oog op de toepassing in de praktijk. Kan het initiatief elders worden herhaald? De gids kan ook worden ontwikkeld op andere plaatsen op niveaus hoger dan de gemeenten, omdat het een instrument betreft dat verschillende gemeenten onderling afstemmen voor de middelen voor het opstellen van lokale plannen voor sociale integratie. 4.6
Starter-project (Arco Latino, Provincie La Spezia, Italië)
4.6.a.
Samenvatting
1. Achtergrond Dit initiatief is gezamenlijk ontwikkeld door het provinciebestuur en de Kamer van Koophandel om de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen op lokaal niveau te bevorderen. 2. Doelstelling van het project De doelstelling van het project is hulp bieden bij het opzetten van nieuwe ondernemingen door middel van een gepersonaliseerd traject, het gebruik van EU-middelen en de oprichting van een netwerk van gespecialiseerde bureaus. 3. Beschrijving van het project Het project heeft door de oprichting van een efficiënt netwerk van partners gezorgd voor de maximale versterking van het potentieel van de activiteiten die gewoonlijk worden verricht door de partijen die gespecialiseerd zijn in de ondersteuning van startende ondernemingen, door hun efficiëntie zo hoog mogelijk te maken.
Blz. 43 / 99
4. Rol van de lokale overheid De Provincie La Spezia heeft de algemene coördinatie van de geplande activiteiten op zich genomen en de financiële middelen ter beschikking gesteld die nodig waren voor de uitvoering van de trajecten voor de oprichting van nieuwe ondernemingen. 5. Beschikbare middelen € 200 000 voor 2005 € 255 000 voor 2006 € 327 000 voor 2007 6. Beheer van het project Het project is opgericht om te voldoen aan de eisen van de regio, die zich voor een bredere Europese markt wil openstellen. De synergie tussen de verschillende actoren, waaronder de Provincie, de Kamer van Koophandel, de Job Centers en het bureau Crea-impresa is opgezet vanwege de ruime ervaring die zij hebben verworven bij hun activiteiten en de noodzaak om via onderlinge verbindingen het hele gebied te bereiken. 7. Belemmerende factoren Een van de hindernissen in het project is het gebrek aan goede voorlichting over de bestaande financierings- en ondersteuningsmogelijkheden in de regio voor startende ondernemers, alsook de moeilijkheid om ruimten aan te wijzen die zijn ingericht voor de vestiging van bedrijven. 8. Behaalde resultaten Aspirant-ondernemers helpen bedrijfsleider te worden door hen te steunen bij de oprichting van een autonome activiteit met een specifieke identiteit die in de lokale markt is ingevoerd. 9. Succesfactoren De belangrijkste succesfactor van het project is de hulp die aan startende ondernemers wordt geboden bij het opstellen van hun businessplan en vervolgens in de fase van de goedkeuring daarvan. 10. Kan het initiatief elders worden herhaald? Het project vormt een goede praktijk die ook kan worden toegepast in andere territoriale contexten waarin dezelfde behoefte bestaat om kleine ondernemingen te stimuleren en waar het mogelijk is om lokale bestuursinstanties en andere instellingen die met lokale ondernemingen werken (Kamer van Koophandel, Job Center, enz.) met elkaar in contact te brengen. 4.6.b.
Presentatie
Doelstelling van het project Het project ‘Starter’ valt binnen het kader van de meer algemene doelstelling van de Provincie La Spezia en de Kamer van Koophandel met betrekking tot de ontwikkeling van het bedrijfsleven in La Spezia en de concrete oplossing van de meest voorkomende problemen bij startende ondernemingen.
Blz. 44 / 99
Het is gericht op de ontwikkeling van een netwerk tussen de diverse actoren die bevoegd zijn op het gebied van bedrijfsoprichting en die aanzienlijke ervaring hebben dankzij hun nauwe betrokkenheid bij de lokale beroepswereld, waardoor een stelsel van territoriale diensten wordt opgezet die inspeelt op de reële behoeften van startende ondernemers die een onafhankelijke activiteit willen ontwikkelen. Naast het bilaterale akkoord tussen de Provincie en de Kamer van Koophandel hebben andere partners, waaronder Sviluppo Italia Liguria, die via een speciale overeenkomst verbonden is met de Kamer van Koophandel, en het netwerk van Job Centers, geleid door de lokale werkgeversorganisaties en vakbondsverenigingen, ook activiteiten opgezet. Daarom zorgt het project enerzijds voor de natuurlijke ontwikkeling van de activiteiten die doorgaans worden uitgevoerd ter bevordering en ondersteuning van startende ondernemingen, en anderzijds voor een betere kwaliteit van de dienstverlening aan de gebruikers, volledige overeenstemming van de aangeboden geïntegreerde trajecten met de werkelijke eisen van jongeren en volwassen die ondernemer willen worden, en tot slot stabiliteit van de overeenkomsten en synergieën tussen de genoemde organen en het provinciebestuur. Het project heeft de volgende specifieke doelstellingen: • via persoonlijk afgestemde trajecten ondersteuning bieden bij de oprichting van 25 nieuwe ondernemingen in de provincie La Spezia; • tenuitvoerlegging van een overeenkomst voor een duur van twee jaar tussen de Provincie La Spezia en de Kamer van Koophandel voor de verwezenlijking van het project ‘Starter’, waarin de geplande activiteiten gezamenlijk worden beheerd; • verduurzaming en tegelijkertijd versterking van de diensten, bureaus en instrumenten die al in het gebied aanwezig zijn en worden beheerd door de Provincie La Spezia, de Kamer van Koophandel, Sviluppo Italia en de werkgeversorganisaties en vakbondsverenigingen; • optimalisatie van het gebruik van de financiële middelen onder het beheer van de Provincie La Spezia die beschikbaar zijn via de programmering met betrekking tot doelstelling 3 van het ESF – maatregel D3 – en optimaal gebruik van de instrumenten die ter beschikking worden gesteld via maatregel D3 van het ESF (zie uitvoeringsbepalingen van de Regio Ligurië) en die uiteenlopende soorten diensten aan de gebruiker en de toekenning van gepersonaliseerde opleidingsmodules omvatten; • bevordering van de optimalisatie en integratie van de financiële middelen van verschillende bronnen, die met name afkomstig zijn van de Provincie via maatregel D3 van doelstelling 3 van het ESF, van Crea-impresa, van de Kamer van Koophandel, van Sviluppo Italia en van banken, die worden bijgestaan door garanties van coöperaties (ambachten, handel, industrie) die waarborgen verstrekken: • via de oprichting van een netwerk van bureaus die actief zijn op het gebied van startende ondernemingen het hele gebied van de provincie en alle economische sectoren afdekken om efficiënter te beantwoorden aan de verschillende behoeften van de gebruiker. Betroffen actoren Het project ‘Starter’ wordt ondersteund door de Provincie en de Kamer van Koophandel van La Spezia, die op grond van bestaande overeenkomsten respectievelijk met het netwerk van openbare en particuliere Job Centers en met Sviluppo Italia een reeks geïntegreerde diensten ten behoeve van startende ondernemingen in een structuur hebben ondergebracht. Blz. 45 / 99
Deze samenwerking is opgezet vanwege de ruime ervaring die de verschillende actoren hebben verworven op het gebied van bevordering en ondersteuning van activiteiten van aspirantondernemers, maar ook vanwege de reeds bestaande diensten op lokaal niveau onder beheer van de Kamer van Koophandel, Sviluppo Italia, het provinciebestuur en de werkgeversorganisatie en vakbondsvereniging, die een belangrijke bron vormen voor de tenuitvoerlegging van de steuninstrumenten en –modaliteiten voor een zo innovatief en gediversifieerd mogelijk ondernemerschap. De PROVINCIE LA SPEZIA beheert in opdracht van de Regio Ligurië de middelen van het ESF/doelstelling 3 (uitgesplitst in richtlijnen en maatregelen) voor haar eigen bevoegdheidsgebied, met inbegrip van de onderdelen van maatregel D3 gericht op ontwikkeling en versterking van het ondernemerschap, en beschikt derhalve over adequate middelen voor de uitvoering van projecten en voor het structureren van bestaande innovatieve diensten die het hele grondgebied en de diverse betroffen actoren op lokaal niveau omvatten. Voor dit project vormt de programma-overeenkomst met de werkgeversorganisaties en vakbondsverenigingen van La Spezia voor alle economische en sociale actoren van het gebied de basis om volledig deel te nemen aan ‘Starter’ door gebruikmaking van het netwerk van de Job Centers, waarbij de banden van de bestaande diensten voor informatievoorziening, opvang en oriëntatie worden versterkt. Functie binnen het project: de Provincie La Spezia is verantwoordelijk voor het strategische aspect en de algemene coördinatie van de projecten, en stelt de financiële middelen ter beschikking (van doelstelling 3 van het ESF, maatregel D3) waarmee trajecten kunnen voor gerealiseerd voor de oprichting van 25 nieuwe ondernemingen. Binnen het project verrichten de Job Centers een essentiële activiteit: ze zorgen voor opvang en bieden informatie (door een eerste analyse te maken van het potentieel van de gebruikers). Ze doen dit door aspirant-ondernemers oriëntatie en begeleiding te bieden ter voorbereiding op structuren die voorafgaan aan de diensten voor meer technische informatie, persoonlijk advies en hulp bij het schrijven van een businessplan (Kamer van Koophandel en Sviluppo Italia). De KAMER VAN KOOPHANDEL VAN LA SPEZIA beheert een specifiek bureau, ‘CREAIMPRESA’, een ontwikkelingsfonds voor nieuwe ondernemingsactiviteiten dat wordt gerealiseerd in samenwerking met de Kamer van Koophandel, de lokale organen, de sectorspecifieke organisaties en banken (momenteel Carispe). Dit fonds is al jarenlang een belangrijk instrument in het kader van de goedkeuring van businessplannen en voor de toekenning van mogelijkheden en middelen voor investering in startende ondernemingen. Verder stimuleert de onlangs opgerichte instelling ‘NAUTICENTER’ het ontstaan van nieuwe ondernemingen. Nauticenter is een pilot die wordt medegefinancierd door de Regio Ligurië. De instelling is actief op het gebied van watersport. Ze is belangrijk voor de provincie La Spezia en is gericht op het vinden en voorbereiden van uitgeruste ruimten en huisvesting die zijn ingericht voor het opstarten van ondernemingsactiviteiten. In het licht van de overeenkomst tussen de Kamer van Koophandel en Sviluppo Italia worden naast de bovengenoemde diensten ook de diensten ter beschikking gesteld die gewoonlijk door laatstgenoemde instelling worden verleend, dat wil zeggen specifieke programma’s voor de financiering van nieuwe ondernemingen in verschillende sectoren,
Blz. 46 / 99
alsook advies over en begeleiding bij het schrijven van een businessplan en de indiening van een aanvraag voor financiering bij het evaluatiecomité van de Regio Ligurië. Tot slot namen de genoemde instellingen in 2004 deel aan een pilot genaamd ‘Officina d'impresa’ (ondernemingswerkplaats). Met dit project is een eerste poging gedaan om een geïntegreerd traject uit te voeren voor de ondersteuning van vijf jonge ondernemers uit de regio La Spezia wiens ondernemingsplannen werden geconcretiseerd. Rol binnen het project: de Kamer van Koophandel van La Spezia, die samen met de Provincie het project ‘Starter’ ontwikkelt, draagt een deel van de verantwoordelijkheid voor de strategie en het beheer van de te verrichten activiteiten, en wordt daarbij geholpen door de partner Sviluppo Italia, die samen met de Kamer van Koophandel de kwaliteit van de aangeboden diensten waarborgt en optimaliseert. Het initiatief ‘Starter’ is de legitieme uitkomst van synergieën tussen het provinciebestuur en de lokale openbare en particuliere actoren, maar ook van de bijzondere omstandigheden van productie en ondernemingschap in de provincie La Spezia, die vooral moet worden gestimuleerd en financieel moet worden ondersteund om openstelling voor een bredere Europese markt te bevorderen. Hieronder beschrijven wij het algemeen kader van deze ontwikkeling van het ondernemerschap in de provincie La Spezia, waarbij we gebruik hebben gemaakt van gegevens over 2003 uit het “Economisch Rapport van de provincie”, dat is opgesteld door de Kamer van Koophandel van La Spezia, alsmede van de in 2001 door het waarnemingscentrum Unioncamere verrichte analyse over het administratieve verloop van het handels- en bedrijvenregister, met een speciale focus op nieuwe ondernemingen. Geplande activiteiten Aspirant-ondernemers die hun ondernemingsplan ten uitvoer willen brengen, kunnen een traject volgen waarin zij alle reeds bestaande diensten en financiële mogelijkheden (Crea-impresa, Sviluppo Italia, banken, bijgestaan door coöperaties die waarborgen verstrekken) gebruiken in combinatie met de diensten en ondersteuning die wordt geboden in het kader van het project ‘Starter’. Op basis van de respectieve competenties van de partners in het netwerk wordt een traject ontwikkeld dat zich uitstrekt van de presentatie tot de oriëntatie op het instrument en de begeleidende diensten en beschikbare financieringen, en dat stap voor stap leidt tot de oprichting van 25 ondernemingen met een vestigingsplaats in de provincie La Spezia en die de nodige eigenschappen en stabiliteit kennen om zich duurzaam op de markt te vestigen. De belangrijkste fasen van het aangeboden traject zijn: • Introductie en wegwijs in de financieringsmogelijkheden die lokaal beschikbaar zijn en in de gecombineerde diensten in ‘Starter’. In deze fase wordt een eerste diagnose opgemaakt van de behoeften van de aspirant-ondernemer, met een beschrijving van zijn persoonlijke doelstellingen en de algemene lijnen van het bedrijfsprofiel. Elke gebruiker kan gebruikmaken van zestig oriëntatie-uren bij de Job Centers. • Hulp aan de toekomstige directeur van de onderneming bij de eventuele keuze van een adequaat uitgeruste locatie voor de uitvoering van de voorziene activiteit en bij de samenstelling van het ondernemingsplan. Dit omvat persoonlijke begeleiding bij het schrijven
Blz. 47 / 99
•
•
van het businessplan. Elke gebruiker heeft recht op 24 uur begeleiding bij het bureau Creaimpresa van de Kamer van Koophandel en van Sviluppo Italia (vestiging La Spezia). Goedkeuring van het opgestelde business plan onder toezicht van het ‘goedkeuringscomité’ dat reeds in functie is binnen Crea-impresa. Vanwege de samenstelling van dit comité (Creaimpresa, Sviluppo Italia, banklening, sectorspecifieke organisaties) wordt gegarandeerd dat de voorgestelde activiteit overeenstemt met de reële eisen van de ondernemingsmarkt van de betreffende sector in La Spezia en met de criteria voor kwaliteit en innovatie. Na goedkeuring van het ondernemingsplan door Crea-impresa en de betrokken partijen, ontvangt de toekomstige directeur de voor de investering benodigde financiering, zodat hij zijn onderneming op een geschikte economische basis kan opbouwen. De Kamer van Koophandel zorgt in elke ontwikkelingsfase in het traject voor transversaal toezicht. Op basis van deze steun met een totale duur van 32 uur (per gebruiker) wordt de aspirant-ondernemer en vervolgens de nieuwe directeur op elk moment ondersteund om hem bewust te maken van het proces, om optimale veiligheid te garanderen en met name om hem aan te sporen tot een voortdurende evaluatie van zijn eigen capaciteiten, competenties en eventuele voorspelbare zwakheden die gecorrigeerd moeten worden.
Dankzij de hulp en steun die de gebruiker ontvangt, ontwikkelt een aspirant-ondernemer zich in alle opzichten tot directeur van een nieuwe onderneming, terwijl zijn ondernemingsplan geleidelijk wordt geconcretiseerd en een daadwerkelijke onafhankelijke activiteit vormt met een eigen identiteit en een positie in de lokale markt. •
•
Na het traject dat tot de oprichting van zijn onderneming heeft geleid, beschikt de gebruiker over de mogelijkheid om zijn activiteit te versterken en nog stabieler te maken door de verwerving van financieringsfaciliteiten van de Provincie La Spezia afkomstig van de middelen van doelstelling 3 van het ESF, in de vorm van hulp voor het opstarten van de onderneming. Tijdens een gesprek met de mentoren die de Kamer van Koophandel ter beschikking stelt ontwikkelt de directeur van de nieuwe onderneming een opleidingsplan op basis van de vaardigheden die moeten worden verworven en de kennis die moet worden uitgebreid om de onderneming goed te kunnen leiden. De Provincie kan de gebruiker namelijk opleidingsbonnen (vouchers) verstrekken die deze kan besteden naar gelang de voor de onderneming vereiste opleidingen, binnen het territoriale opleidingsstelsel en volgens een persoonlijk traject op basis van modules met een duur van 40 uur.
Communicatieplan Bijzonder belangrijk binnen ‘Starter’ zijn de communicatieacties die het project ondersteunen in de vorm van promotie en voorlichting in het gehele lokale afzetgebied van de onderneming (voor wat betreft doelstellingen, activiteiten en kansen) en in de vorm van de verspreiding van de behaalde resultaten na afloop van de twee jaar van de overeenkomst tussen de Provincie en de Kamer van Koophandel van La Spezia. De belangrijkste doelstellingen van het communicatieplan zijn: • bevordering van efficiënte en omvattende informatieoverdracht over het plan; Blz. 48 / 99
• • •
het bereiken van potentiële gebruikers in het hele lokale gebied; verspreiding van de resultaten door doelgerichte informatie over te brengen; actoren in het lokale sociaaleconomische landschap bewust maken van de thema’s van vrij ondernemerschap en door de Europese Unie aangewezen prioriteiten die deel uitmaken van de Europese werkgelegenheidsstrategie.
Het communicatieplan is er in het bijzonder op gericht om: • de doelgroep een volledig beeld te geven van de mogelijkheden die worden geboden, door de elementen te beschrijven die noodzakelijk zijn voor een eerste beoordeling van de mogelijkheden ten opzichte van de eisen; • te zorgen voor de inzet van bureaus met de grootste en best geïnformeerde doelgroep; • informatie te verspreiden over de lokaal beschikbare financieringsbronnen en de aanvullende hulpdiensten die zijn inbegrepen in het traject, zoals de diensten van Crea-impresa, Sviluppo Italia en de sectorspecifieke organisaties; • verschillende op lokaal niveau bestaande communicatiekanalen te gebruiken en deze te combineren met innovatievere en verder reikende instrumenten. In het communicatieplan worden alle voorlichtings-, promotie- en verspreidingskanalen opgenomen die op territoriaal niveau voorhanden zijn dankzij op jongeren gerichte bureaus, verschillende soorten organisaties, gemeentelijke voorlichtingsdiensten, etc., teneinde deze te versterken via een campagne die specifiek is gewijd aan ondernemerschap en lokale ontwikkeling. De gebruikte instrumenten zijn van verschillende aard en omvatten: • publicaties in de lokale pers; • reclamespots op lokale radio- en televisiezenders; • promotie door vertegenwoordigers van het Starter-netwerk in lokale audiovisuele programma’s; • gedrukt informatiemateriaal dat wordt opgehangen in bedrijfsgebouwen, bureaus, gebouwen van organisaties, etc.; • direct marketing; • organisatie van voorlichtingsdagen, seminars en persoonlijke thematische communiqués; • deelname aan evenementen en vakbeurzen over ondernemerschap en carrière; • centrale voorlichtingspagina die toegankelijk is van de websites van de belangrijkste partijen in het project.
Blz. 49 / 99
4.7
Project PROV-INTEGRA (Arco Latino, Provincie La Spezia, Italië)
4.7.a.
Samenvatting
1. Achtergrond Tijdens de economische crisis proberen overheden bijzonder bedachtzaam te zijn op werknemers die hun baan en daardoor hun verblijfsvergunning dreigen te verliezen, een essentiële voorwaarde die wordt vereist door de Europese Unie, met name in Italië. 2. Doelstelling van het project Het hoofddoel van het project is het bevorderen van sociale en beroepsintegratie in de arbeidsmarkt van immigranten uit landen buiten de EU, teneinde het beleidsprogramma voor de integratie van legale immigranten te verbeteren. 3. Beschrijving van het project Het project behelst dat voor elke deelnemende provincie een bepaald aantal volledig legaal in Italië verblijvende immigranten wordt geselecteerd, die dankzij de afgifte van opleidingsbonnen (‘vouchers’) een taalcursus (A1 en A2) volgen, alsmede een traject voor de erkenning van hun beroepscompetenties. De geselecteerde begunstigden die worden opgeleid kunnen efficiënter in de sociaaleconomische omgeving van hun woongebied integreren. 4. Rol van de lokale overheid De lokale overheid neemt actief deel aan het project via haar diensten die gespecialiseerd zijn in hulp bij het vinden van werk. Zij selecteren immigranten die geschikt zijn om deel te nemen aan het project, kiezen instanties die de opleiding verzorgen en het taaldiploma afgeven, en brengen tot slot de in het kader van het project opgeleide begunstigden in contact met lokale ondernemingen. 5. Beschikbare middelen De totale begroting van het project bedraagt 3 miljoen euro. 6. Beheer van het project In het project worden twee verschillende niveaus voorzien voor de coördinatie van de activiteiten: het nationaal niveau en een territoriaal niveau. De coördinatie, het toezicht en de controle van de specifieke in het project voorziene activiteiten worden op nationaal niveau uitgeoefend, waarbij vervolgens technische en methodologische ondersteuning wordt geboden. Verder gaat het erom voorstellen en richtlijnen te formuleren met het oog op de uitvoering van op de provincies gerichte immigratieplannen. Op territoriaal niveau wordt een netwerk gecreëerd voor bevordering van een betere samenwerking en een beter territoriaal beheer dat met name in staat is de immigratiefenomenen doelgericht te analyseren. Alle actoren op het gebied van integratie van immigranten, op verschillende niveaus, nemen hieraan deel.
Blz. 50 / 99
7. Hindernissen De belangrijkste hindernis bij de uitvoering van het proces betreft de volledige betrokkenheid van de immigranten die in het gebied wonen. Het aanwijzen en selecteren van personen die mogelijk geïnteresseerd zijn in deelname aan het project moet dus doeltreffend zijn. 8. Behaalde resultaten Versterking van het netwerk voor sociale en beroepsintegratie van immigranten, ondersteuning van ondernemingen bij de werving van geschikt personeel en verbetering van de veiligheid voor immigranten door optimale ontwikkeling van hun taalvaardigheden en hun kennis van het systeem van het land waarin ze leven. 9. Succesfactoren De combinatie van een taalopleidingstraject en de erkenning van door de immigranten reeds verworven beroepsbekwaamheden, vormt de belangrijkste succesfactor. 10. Mogelijkheid om het project in een andere context uit te voeren Het is denkbaar om het project op grotere, maar ook op een andere schaal uit te voeren wanneer het nodig is om arbeidskrachten die geïmmigreerd zijn en in het betrokken grondgebied leven, op doeltreffendere wijze te oriënteren. De criteria en methoden die speciaal voor het project zijn vastgesteld vormen het gemeenschappelijk uitgangspunt voor territoriale en sociaaleconomische situaties die onderling verschillen. 4.7.b. Presentatie Project voor de vorming van een netwerk voor samenwerking tussen gebieden en tussen instellingen die gericht is op het stimuleren van acties ter bevordering van sociale en beroepsintegratie van burgers afkomstig uit landen buiten de EU. Wettelijk kader EIF 2007-2013 Jaarprogramma 2009 Prioriteit 1: uitvoering van acties die zijn gericht op de toepassing van de gemeenschappelijke fundamentele beginselen van het beleid voor integratie van immigranten in de EU. Actie 1: activering van maatregelen die de processen van sociale integratie waarborgen en verbeteren (taalonderwijs, maatschappijoriëntatie, arbeidsoriëntatie en beroepsonderwijs). Bijzondere prioriteit 3: innovatieve opvangprogramma’s en activiteiten (e-learning, IT-support) Bijzondere prioriteit 2: specifieke doelgroepen (vrouwen en minderjarigen)
Blz. 51 / 99
Kaderovereenkomst UPI (Unie van de Italiaanse Provincies) – Ministerie van Binnenlandse Zaken – departement burgerlijke vrijheden en immigratie (april 2009) Projectinformatie Projectleider: Provincie La Spezia Partners: Provincies Ascoli Piceno, Alessandria, Fermo, Florence, Parma, Pisa, Pesaro-Urbino, L’Aquila, Modena, Milaan, Turijn, Rieti, Perugia, Rome, UPI (TECLA). Duur: september 2010 – juni 2011 Algemene begroting: 3 000 000 euro Doelen Verbetering van de sociale en arbeidsmarktintegratie van immigranten die minder dan vijf jaar in Italië wonen (met bijzondere aandacht aan degenen die in verband met de wereldwijde economische crisis het risico lopen niet meer te voldoen aan de primaire voorwaarden voor het behouden van hun recht op verblijf in Italië), door middel van trajecten voor cursussen Italiaans, maatschappijoriëntatie en arbeidsoriëntatie die zijn afgestemd op de behoeften van de bedrijven in de betreffende gebieden en die ertoe moeten bijdragen dat een groter aandeel van de begunstigden een baan heeft. Optimalisatie van het beheer van de programmering en het beheer van het beleid voor integratie van legale immigranten. Uitbreiding van de middelen en capaciteiten die de provincies inzetten voor hun taak om de bezettingsgraad en de tewerkstelling van de begunstigden te bevorderen en versterking van de rol en de capaciteiten van de arbeidsbureaus ten gunste van immigranten. Verwachte resultaten Voor het systeem op landelijk niveau: • verbetering van de interinstitutionele samenwerking; • verbetering van het beheer van het migratiebeleid; • oprichting/versterking van het netwerk voor sociale en beroepsintegratie van immigranten afkomstig uit landen buiten de EU (versterking van de lokale arbeidsbureaus). Voor het economisch stelsel: • hulp aan bedrijven bij het zoeken naar geschikt personeel; • creëren van geschikte arbeidsplaatsen; Voor de begunstigden: • kennis van de Italiaanse taal en de Italiaanse maatschappij; • kennis van het Italiaanse recht: veiligheid op de werkplek, sociale en gezondheidswetgeving en arbeidscontracten; • kennis van de door de arbeidsbureaus aangeboden diensten; • mogelijkheid tot integratie in de arbeidsmarkt en in de maatschappij; • input van immigrantenverenigingen.
Blz. 52 / 99
Projectfasen WP1 SYSTEEMGERICHTE ACTIES I. Nationaal niveau a) Oprichting van een sturingscomité bestaande uit vertegenwoordigers van alle partnerprovincies en voorgezeten door de provincie La Spezia als projectleider. De taak van dit orgaan is het uitoefenen van de coördinatie, het toezicht en de controle van de specifieke in het project voorziene activiteiten, waarbij vervolgens technische en methodologische ondersteuning wordt geboden. De vergaderingen van het sturingscomité zijn gepland voor september en december 2010 en voor maart en mei 2011. b) Instelling van een werkgroep van meerdere partijen, bestaande uit vertegenwoordigers van alle partnerprovincies en externe organen (ministerie van Binnenlandse Zaken, ministerie van Arbeid, de regio’s, nationale vakorganisaties en immigrantenorganisaties) en voorgezeten voor de UPI. Dit orgaan profileert zich als een plaats van samenkomst en discussie waar voorstellen op nationaal niveau kunnen worden ontwikkeld en gedragsregels voor de uitvoering van provinciale immigratieplannen kunnen worden vastgesteld, en waar vervolgens de meest voorkomende problemen kunnen worden geanalyseerd. De vergaderingen van de werkgroep van meerdere partijen zijn gepland voor oktober en december 2010 en maart en mei 2011. II. Territoriaal niveau Oprichting van een territoriaal netwerk voor een betere samenwerking en een beter beheer op territoriaal niveau waarmee de migratiefenomenen efficiënt in kaart kunnen worden gebracht. Alle actoren die zich inzetten voor de integratie van immigranten, op verschillende niveaus, nemen hieraan deel. Dit netwerk richt zich op de volgende doelen: • de waarde verhogen van reeds bestaande initiatieven in het gebied; • informatieverspreiding via het portaal van het project; • opstelling van een protocol van overeenstemming tussen de provincies/organisaties/CTI/UPI waarin de door de werkgroep geformuleerde gedragsregels zijn opgenomen en een netwerk voor de integratie van immigranten in de verschillende gebieden wordt opgezet. WP2 ANALYTISCHE ACTIES III. Kwantitatieve en kwalitatieve analyse op de arbeidsmarkt van het betreffende gebied: alle provincies en in het bijzonder de provincie L’Aquila: - vergaring van gegevens over de beroepsprofielen die het meest gezocht worden door de lokale ondernemingen; - keuze uit ongeveer vijf profielen uit de meest gewilde profielen; - onderzoek bij ondernemers en gedetailleerde analyse van de vijf geselecteerde profielen, door middel van een vergelijkend schema en gesprekken. IV. Inventarisatie en gebruikmaking van de diensten van de arbeidsbureaus voor immigranten: alle provincies. Gemeenschappelijke methoden en instrumenten die op interprovinciaal niveau worden ontwikkeld door het sturingscomité:
Blz. 53 / 99
• • • •
kwantitatieve gegevens: SCHEMA. Gegevens over de lokale arbeidsmarkt, over het lokaal bestuur en de bestaande territoriale overeenkomst op het gebied van immigratie, etc. kwalitatieve gegevens: 2 FOCUSGROEPEN (immigranten, organisaties, bedrijven) verzameling van gegevens voor elke provincie door TECLA opgestelde samenvatting voor het voorleggen van een beknopt verslag aan de werkgroep van meerdere partijen.
WP3 ACTIES TEN BEHOEVE VAN DE BEGUNSTIGDEN V. Selectie van deelnemers: alle provincies behalve L’Aquila. Als begunstigden van het project worden immigranten geselecteerd die legaal in Italië verblijven. - Vaststelling van criteria voor de selectie van begunstigden en voor de samenstelling van groepen van gebruikersprofielen met soortgelijke kenmerken. - Voorrang voor degenen die veel moeite hebben om hun baan te behouden, wat van invloed kan zijn op de verwerving of verlenging van hun verblijfsvergunning en op de verblijfsomstandigheden in het land. VI. Voorbereiding en opleiding: alle provincies behalve L’Aquila. Er worden persoonlijke opleidingsmodules en –trajecten ontwikkeld op basis van de gebruikersprofielen. De opleidingen worden aangeboden als individuele en groepslessen, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzonderheden van de begunstigden. - Bepaling van de criteria en de inhoud van de wervingsteksten. VII. Uitvoering en opleiding: alle provincies behalve L’Aquila. 1) Transversale opleiding: 20/30 uur (modulen 1, 2, 3, 4), € 1 000 per immigrant. Module 1: “Presentatie opleidingstraject en beroepsprofiel” Module 2: “Verbetering van de talenkennis” Module 3: “Kennis over het werkgebied van de stageplaats” Module 4: “Verwerving en versterking van het relationele vermogen en vaardigheden in het werkgebied het stagebedrijf”. 2) Beroepsopleiding voor integratie: 20/30 uur (module 5), € 800 per immigrant Verwerving van taalvaardigheden op de eerste drie niveaus van het gemeenschappelijk Europees kader (A1, A2, B1) met een Europees taaldiploma en deelname van de permanente territoriale centra. Aanbod: praktische (niet theoretisch) beroepscursus met erkenning van de vaardigheden die de deelnemer verwerft tijdens een stage in specifieke productiesectoren. De actie omvat een parallel waarnemingstraject, met aanwezigheid in het bedrijf van een docent, de begunstigde en een waarnemend mentor die het uiteindelijke certificaat afgeeft voor de erkenning van de vaardigheden. Inhoud: de lessen omvatten een cursus Italiaans (vaktaal van specifieke sectoren) en de beroepscursus. Methode: flexibele en doelgerichte onderwijsmethoden waarmee in dezelfde omgeving het taalonderwijs en de integratie in de arbeidsmarkt kan worden bevorderd en de verworven vaardigheden bij aanvang en aan het eind kunnen worden erkend. Om dit te realiseren verlenen de permanente territoriale centra intensieve ondersteuning. De opleidingsplannen worden bovendien uitgevoerd in samenwerking met bedrijven die geïnteresseerd zijn in het aanstellen van buitenlandse
Blz. 54 / 99
werknemers. Verder omvatten de profielen ook de eisen die naar voren zijn gekomen tijdens de analysefase WP2. VIII. Opname van een cv op video In het project wordt bijzondere aandacht gegeven aan innovatie. Zo worden er video-cv’s van de aan het project deelnemende geïmmigreerde werknemers opgenomen en wordt er een interprovinciale databank samengesteld (die op de website van het project wordt geplaatst). 8 provincies van 8 verschillende regio’s zorgen voor de aanschaf van specifieke instrumenten en krijgen toegang tot een gepersonaliseerde nationale opleiding (Florence) voor het opnemen van videocv’s: La Spezia, Rome, Milaan, Modena, Perugia, Pesaro Urbino, Pisa, Turijn. De zeven andere provincies werken daarentegen met deskundigen en instrumenten die zij op lokaal niveau tot hun beschikking hebben (of lenen van een aangrenzende provincie): Alessandria, Ascoli Piceno, Fermo, Parma, L’Aquila, Rieti, Florence. De provincie Perugia krijgt op grond van haar ervaring en deskundigheid op dit gebied de taak om de databank van video-cv’s samen te stellen en deze bij te houden. WP4 ACTIES VOOR TECHNISCHE ONDERSTEUNING EN CONTROLE IX. Controle en evaluatie: UPI-TECLA Via deze activiteit wordt gecontroleerd of de vastgestelde doelstellingen progressief worden gerealiseerd (doelmatigheid) met de voorziene middelen (efficiëntie). Aan de hand hiervan moet met name een overzicht worden gemaakt van verdere criteria, zoals: innovatie van het systeem en doeltreffendheid De controle- en evaluatieactie zijn onderverdeeld in: • ‘Interne’ controle en evaluatie: deze activiteiten zijn gericht op het beheer van het project en omvatten dus voortgang van de activiteiten ten opzichte van de planning, de betrokkenheid van de partners, de ontwikkeling van de financieringen, etc., teneinde de projectcoördinatie te ondersteunen, eventueel lopende activiteiten te corrigeren, etc. Een tussentijds verslag is gepland in februari 2011 en een definitief evaluatieverslag in juni 2011. • ‘Externe’ controle en evaluatie: deze dienen ter ondersteuning van de acties die de duurzaamheid en de overdracht van de projectresultaten bevorderen en zijn gericht op de resultaten en het effect van het project vanuit een strategisch en politiek oogpunt. Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan de resultaten en het effect van alle acties tezamen, zowel aan de zijde van de bedrijven en de geïmmigreerde werknemers als wat betreft aspecten als de integratie in de arbeidsmarkt en de toename van het gebruik van de diensten van arbeidsbureaus door bedrijven en geïmmigreerde werknemers. De middelen die beschikbaar worden gesteld om het onderzoek goed uit te voeren zijn het gebruik van vragenlijsten, gesprekken en discussiegroepen. Ook hiervoor wordt in februari 2011 een tussentijds verslag afgeven en in juni 2011 een definitief evaluatieverslag. WP5 COMMUNICATIEACTIES X. Bewustmaking, voorlichting en promotie op nationaal en territoriaal niveau a) grafische vormgeving en website (+ intranet): La Spezia b) drukken van brochures en productie van gadgets: alle provincies
Blz. 55 / 99
c) d) e) f) g) 4.8
afsluitend congres promotie van de arbeidsbureaus: alle provincies persmededelingen/persconferenties, informatie op websites, etc.: alle provincies discussieprogramma’s op tv: Milaan en Florence radioreclame: alle provincies
Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de maatregelen ter bestrijding van de economische crisis van de lokale overheden van de ‘Arco Latino’ (Arco Latino, Provincia di Napoli, Italië)
De wereldeconomie beleeft momenteel de zwaarste recessie van de afgelopen vijftig jaar. De crisis, die is ontstaan in de financiële sector, heeft in een rap tempo alle landen getroffen en rampzalige gevolgen gehad voor de reële economie. De economische crisis die zich in de Verenigde Staten manifesteerde spreidde zich in de eerste maanden van 2008 uit over de wereld. De voornaamste factoren waar de crisis door wordt gekenmerkt zijn de hoge grondstoffenprijzen, een mondiale voedselcrisis, een wereldwijd hoog inflatieniveau, de dreiging van een recessie in de hele wereld, alsook een crisis in het kredietstelsel en een vertrouwenscrisis ten aanzien van de effectenbeurzen. Er kan stellig worden geconcludeerd dat de crisis als financiële crisis is begonnen en is overgegaan in een economische en vervolgens politieke crisis. Wereldwijd hebben regeringen de gevolgen van de crisis vanaf de oorsprong slechts in geringe mate onderzocht en vastgesteld, en de maatregelen die thans door de internationale economische politiek worden uitgevoerd, lijken vaak ondoeltreffend. Zo hebben de staten maatregelen aangenomen en verschillende beleidsvormen ontwikkeld op het gebied van sociale vangnetten, arbeidsintegratie, steun aan bedrijven, reorganisatie van arbeid en scholing van werknemers om vraag en aanbod te stimuleren via initiatieven waarmee bestaande vaardigheden weer op niveau worden gebracht en worden uitgebreid. De Provincie Napels leidt momenteel een onderzoek waarin wordt gecontroleerd welke maatregelen zijn aangenomen in de periode 2009-2010 door de lokale overheden, en met name de provincies van de ‘Arco Latino’, om de effecten van de economische crisis tegen te gaan. Crisisbestrijdingsmaatregelen van de intermediaire overheden: • Algemene maatregelen • Steun aan kleine en middelgrote ondernemingen • Steun aan gezinnen in moeilijkheden • Steun aan werklozen Na een voorlopige analyse van de eerste vragenlijsten zijn de volgende constateringen gedaan: - De economische crisis heeft een diepe invloed gehad op de lokale gebieden van de provincies van Arco Latino en de provincies hebben allen maatregelen ter bestrijding van de crisis aangenomen, het Blz. 56 / 99
merendeel door rondetafels te organiseren met de verschillende economische en sociale actoren van het gebied. - De diverse provincies van de drie landen van Arco Latino ervaren de invloed van de crisis op verschillende wijze. - De dramatische toestand waarin de arbeidsmarkt verkeert heeft de provincies ertoe aangezet werklozen te steunen door middel van acties die bestaan uit een combinatie van sociale vangnetten en actief werkgelegenheidsbeleid. Er zijn trajecten voor beroepsopleidingen ontwikkeld om de integratie van jongeren en werklozen in de arbeidsmarkt te bevorderen. Zodoende is er geïnvesteerd in de mensen en in hun competenties en kennis, zodat tijdens het economisch herstel kan worden voortgebouwd op beter gekwalificeerd menselijk kapitaal. - Bedrijven hebben hun omzet zien dalen en hebben te maken met een krediettekort en liquiditeitsproblemen. - De ‘territoriale dimensie’ is van strategische belang voor het concurrentievermogen van het systeem, en de Provincies ontwikkelen vanuit hun institutionele rol een reeks instrumenten die bedoeld zijn om de crisis het hoofd te bieden, waarbij ze uitgaan van de basis en een kader vaststellen voor doortastender optreden op basis van het verslag “valorisatie van het gebied en economische ontwikkeling”. - Het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus (lokaal, nationaal, Europees) beperkt de doeltreffendheid van acties die kunnen bijdragen aan het economisch herstel en behoud van de werkgelegenheid. - De aangenomen maatregelen zijn belemmerd door de voorwaarden die zijn vastgesteld door het stabiliteitspact en door onvoldoende coördinatie van de bestuurlijke besluiten op het gebied van programmering. - De Provincies spelen een zeer cruciale rol, omdat zij als speler met institutionele verantwoordelijkheid in staat is zich tegen de crisis te wapenen en al deze nuttige instrumenten te activeren om het herstel op gang te brengen en te stimuleren, en daarbij uit te gaan van de uiteenlopende behoeften van elk gebied. Er is prioriteit gegeven aan buitengewone steunmaatregelen voor personen die extra zware gevolgen en beperkingen hebben ondervonden door de economische crisis, alsmede aan ingrepen ter ondersteuning van het economisch en productiestelsel, met bijzondere aandacht voor de kleine en middelgrote ondernemingen die in het gebied aanwezig zijn. - De Provincies hebben in deze ernstige fase van de crisis laten blijken dat zij het, op grond van hun institutionele rol en gezien zij de meest geschikte instelling zijn om de belangen en verwachtingen van het gebied te ondersteunen, noodzakelijk vinden om nauwer te worden betrokken bij de ontwikkeling van nationale programma’s en bij plannen voor economisch herstel.
Blz. 57 / 99
GOEDE PRAKTIJK VAN HET ONDERZOEK – PROVINCIA DI PRATO
1) De beste maatregel die is aangenomen in het kader van het ‘werkgelegenheidspakket’ dat de Provincie Prato heeft vastgesteld met een financiering van 1 500 000 euro voor 2010 behelst de realisering van actiemodellen die uitgaan van een werkzame en deugdelijke combinatie van werkgelegenheidsbeleid, beleid voor lokale ontwikkeling en beleid voor inkomenssteun. Er worden modellen ontwikkeld die passief en actief beleid met elkaar verbinden doordat ze niet enkel bestaan uit sociale hulp, die verspreiding van gekwalificeerde en hoog opgeleide beroepskrachten beperken en die de ernstige sociale gevolgen van de crisis het hoofd kunnen bieden. 2) Verder zijn op lokaal niveau acties ondernomen om alle gemeentelijke overheden van het gebied te stimuleren om deel te nemen aan de vaststelling van nieuwe productiegebieden, nieuwe ambities en territoriale prioriteiten. • Om dit ten uitvoer te brengen is overwogen openbare aankondigingen te plaatsen bij centra en loketten die zich hierop richten en dus altijd open zijn, met regelmatige instructies. Het doel hiervan is het financieren van individuele trajecten die via betaalde stages de competenties verbeteren of weer op niveau brengen en eventueel ook toegang geven tot banen. • Iedereen die in de provincie Prato woont en zich in de hieronder beschreven situatie bevindt, kan een aanvraag indienen voor deelname en oriëntatie met een werkbeurs: • Werklozen die zijn geregistreerd bij de arbeidsdienst en geen enkele beroepsactiviteit uitvoeren, ouder dan 32 jaar; Een van de belangrijkste verdiensten van dit model, die de grootste succesfactor is wat betreft kwantiteit, maar ook wat betreft kwaliteit, is de eenvoud van de organisatie, niet voor de openbare instelling die verantwoordelijk is voor de programmering, het beheer en het toezicht, zoals de ambtenaren die daar dagelijks mee bezig zijn heel goed weten, niet voor de opleidingsbureaus, maar wel te verstaan voor de cursisten die de lessen volgen. Met dit systeem kan namelijk een onmiddellijk antwoord worden gegeven op aanvragen van werklozen, waarbij zij geen last hebben van de veelal trage procedures bij opleidingen die door openbare instanties worden aangeboden. • Personen die staan ingeschreven op de lijst van beschikbare en gere-integreerde werknemers (zonder leeftijdsgrens) • Werknemers die op grond van art. 1 L. 223/91 de buitengewone procedure voor werknemersintegratie mogen volgen, dat wil zeggen begunstigden van toegewezen behandelingen of herintreding krachtens speciale regelgeving, in afwijking van de geldende wetgeving (zonder leeftijdsgrens); • Er worden ook buitengewone financieringen toegekend aan bedrijven die via deelname aan het programma stageplaatsen beschikbaar stellen voor werknemers met de bovengenoemde kenmerken en die na afloop van hun stageperiode geïnteresseerde werknemers zullen aannemen. De hoogte van de toegekende subsidies hangt af van de eventuele verschillende soorten dienstverbanden die het bedrijf aanbiedt, met een
Blz. 58 / 99
•
maximum van 5 500 euro voor een arbeidscontract met onbepaalde duur voor een voltijdse betrekking. Stagiairs ontvangen voor hun stage, die 3 tot 6 maanden kan duren, een werkbeurs van 600 euro (bruto) dan wel van 300 euro (bruto) indien de arbeider tijdens zijn stage een werkloosheidsuitkering of een herintredingsuitkering ontvangt.
4.9
Jamo-project – Mobiliteit van kansarme jongeren (Arco Latino)
4.9.a.
Samenvatting
1. Achtergrond Het project valt binnen het kader van initiatieven en maatregelen ten behoeve van kansarme jongeren met zeer beperkte mogelijkheden om ervaring op te doen met niet-conventionele opleidingen door middel van de mobiliteit in Europa. 2. Doelstelling van het project De doelstelling van het project bestaat uit de volgende elementen: - openbare en particuliere spelers ertoe bewegen te gaan samenwerken om kansarme jongeren beter bekend te maken met de mobiliteitskansen die worden geboden van de EUprogramma’s; - samenwerken om de uitvoerders die de nodige competenties bezitten op te leiden om jongeren te adviseren en te steunen bij het organiseren van hun mobiliteitsplan; - stimuleren van de Europese mobiliteit als gunstige factor bij niet-conventioneel onderwijs van kansarme jongeren; - op globale schaal handelen om personen met een loopbaanplan te helpen bij hun persoonlijke ontwikkeling om hun sociale en beroepssituatie te verbeteren. 3. Beschrijving van het project Het project JAMO is erop gericht de bestaande mobiliteitsprogramma’s die door de Europese Unie en de Raad van Europa worden ondersteund onder de aandacht te brengen bij deze jongeren, teneinde de competenties van de deelnemers te verbeteren en hun sociale en beroepsintegratie te vergemakkelijken. Het doel van het initiatief is het scheppen van de nodige voorwaarden voor de versterking van het Europees beleid voor jongeren, en met name voor jongeren met de meest beperkte mogelijkheden. Om dat doel te verwezenlijken heeft het partnerschap vernieuwende werkwijzen in het leven geroepen voor interactie tussen lokale overheden en organisaties zonder winstoogmerk. Deze werkwijzen moeten jongeren steunen bij hun ervaringen op het gebied van internationale mobiliteit en zodoende sociale en beroepsintegratie onder jongeren verbeteren. Bovendien heeft het partnerschap een specifieke actiemethode ontwikkeld die zowel bedoeld is voor de uitvoerders als voor de doelgroep.
Blz. 59 / 99
4. Rol van de lokale en regionale overheden De rol van de lokale overheden is in dit geval van zeer groot belang als het gaat om netwerken en de bevordering van partnerschappen met organisaties van de burgermaatschappij om een meer overtuigende invloed na te streven op de burgergemeenschap, die is aangewezen als doelgroep van deze actie. 5. Middelen Totale begroting 2006-2009: 445 533,35 € Financiering: EU (jongeren en mobiliteit); Arco Latino; leden van Arco Latino en andere partners (organisaties van de burgermaatschappij). 6. Beheer Het projectleider werd beheerd door de projectleider, de Provincie Mantua (IT), die voorzitter was van de voormalige werkgroep ‘Burgerschap van Arco Latino’, in nauwe samenwerking met de Europese Commissie en het secretariaat van Arco Latino. De projectleider ontwikkelt samen met de voornaamste leden van Arco Latino alle activiteiten van het project, waaronder met name de interactie met de jongeren en de organisaties van de burgermaatschappij. 7. Belemmerende factoren Er hebben zich enkele moeilijkheden voorgedaan bij de coördinatie tussen de verschillende actoren van het project. Deze werden echter snel opgelost. 8. Concrete resultaten In het kader van het project is een transnationaal netwerk gecreëerd dat gebaseerd is op publiekprivate partnerschappen (op lokaal niveau en zonder winstoogmerk) en dat in staat moet zijn de deelname van jongeren aan mobiliteitsprojecten moet vergroten. Verder is een innovatieve werkmethode uitgewerkt op lokaal en transnationaal niveau die vervolgens is beschreven in de ‘JAMO-handboeken’. Het project was met name gericht op de vorming van een ‘JAMOdeskundigengroep voor mobiliteit’ die zijn competenties op het gebied van sociale integratie van jongeren combineert met zijn competenties op het gebied van de uitvoering van transnationale projecten. Tot slot is een platform op internet ontwikkeling om de uitvoerders en de jongeren te helpen bij het uitstippelen van doeltreffende en individueel afgestemde trajecten. 9. Succesfactoren, ervaringen De belangrijkste succesfactoren liggen in de daadwerkelijke meerwaarde die is gecreëerd en komen voort uit de samenwerking op verschillende niveau en tussen verschillende actoren. 10. Mogelijkheid om het project of het initiatief in een andere context of op een andere locatie uit te voeren Het lijkt mogelijk om het project uit te breiden en uiteraard om het in andere gebieden in de EU uit te voeren op basis van de wisselwerking tussen meerdere niveaus en meerdere actoren. Blz. 60 / 99
4.9.b.
Presentatie
Het project JAMO heeft vorm gekregen via diverse seminars die zijn georganiseerd in Sevilla, Pisa en Mantua. In het bijzonder het ‘Slotforum JAMO – Arco Latino’ in Mantua was de gelegenheid om de balans van het project op te maken van het project en een definitief voorstel te formuleren voor een strategie voor de integratie van jongeren via mobiliteit in Arco Latino. De belangrijkste conclusies van het forum en van het project JAMO worden hieronder beschreven: 1. De uitvoerders van het jongerenbeleid van Arco Latino vormen de JAMO-pool en ontwikkelen zich gezamenlijk Voor het project JAMO zijn 20 lokale uitvoerende instanties in regio’s van Arco Latino geselecteerd die werkzaamheden verrichten op het gebied van integratie van jongeren of mobiliteit, om samen een team te vormen (de JAMO-pool). Deze uitvoerders, die worden ondersteund door relevante territoriale instanties en door een groep deskundige opleiders worden begeleid, hebben in de loop van 2007 en 2008 deelgenomen aan een cyclus van interactieve workshops (in Salerno, Marseille en Sevilla). Via deze workshops konden zij kennis maken met elkaar, een team vormen en de vereiste bekwaamheden verzamelen om voor kansarme jongeren met zeer beperkte mogelijkheden mobiliteitsprojecten te organiseren die als middel dienen om hen beter te laten integreren in de maatschappij en de arbeidsmarkt.
Æ Voor de uitvoerders is Arco Latino een multicultureel laboratorium geworden dat hen helpt een strategie te ontwikkelen voor de mobiliteit en de integratie van jongeren. Een Spaanse organisatie die een opvangtehuis beheert voor jongeren die buiten hun familie leven, kon bijvoorbeeld een uitwisseling organiseren met Italië waardoor vijf jongeren voor het eerst konden reizen en Italiaanse en Franse leeftijdsgenoten konden ontmoeten. Voor dit initiatief was een transnationale coördinatie nodig, alsook voorbereidend werk met de lokale autoriteiten en de jeugdrechtbank. 2. Jongeren doen ervaring op met vrijwilligerswerk in regio’s van Arco Latino en maken van deze ervaring gebruik bij hun terugkomst. De ervaring is voor de jongeren bepalend geweest en de JAMO-pool heeft dankzij de verworven deskundigheid, de samenwerking die is aangegaan en het werk op territoriaal niveau samen met lokale instanties al meer dan 200 jongeren de gelegenheid gegeven een uitwisseling aan te gaan of vrijwilligerswerk te verrichten in een ander gebied van Arco Latino, met medefinanciering van de het Europees programma “Jeugd in actie”. Ongeveer twintig van de jongeren die aan een mobiliteitsproject hebben deelgenomen, hebben met hun opleiders deelgenomen aan de workshop in Sevilla om op hun beurt andere jongeren te stimuleren, met het perspectief om hun eigen beroepstraject als ‘opleider’ te volgen.
Æ Voor die jongeren is Arco Latino een concreet werkterrein voor persoonlijke groei geworden.
Blz. 61 / 99
Zo heeft bijvoorbeeld een Italiaanse jongere die zijn school had verlaten vrijwilligerswerk gedaan in Frankrijk. Hij is nu terug in zijn gebied van herkomst en werkt daar samen met een lokale organisatie als animator om andere jongeren voor te bereiden op soortgelijke ervaringen. 3. Wederzijdse ondersteuning en uitwisseling van deskundigheid tussen instanties en gebieden. Overigens hebben gebieden die nog niet eerder mobiliteitsinitiatieven van JAMO hadden toegepast, dankzij de steun van de instanties en organisaties in het netwerk, die over ruime ervaring op dit gebied beschikken, nu een nieuw instrument voor groei ten behoeve van jongeren tot hun beschikking gekregen waarmee zij dagelijks werken.
Æ Voor die gebieden is Arco Latino een middel geworden om nieuwe methoden te ontwikkelen en te onderzoeken voor het werken met jongeren. Voorbeeld: in een gebied in Frankrijk en in een gebied in Italië zijn bepaalde organisaties en sociale coöperaties die zich met gehandicapte jongeren bezighouden door nationale bureaus geaccrediteerd als opvang- en uitwisselingsinstanties en hebben zij voor het eerst een mobiliteitsplan uitgewerkt en voorgesteld. 4. Een strategie voor integratie van jongeren in Arco Latino via mobiliteit Algemeen gezien heeft een groep van partners van Arco Latino door middel van het mobiliteitsproject JAMO een proces op gang gebracht voor de opbouw van een publiek-privaat partnerschap, op territoriaal en transnationaal niveau, dat erop gericht is de sociale en beroepsintegratie van kansarme jongeren met zeer beperkte mogelijkheden te bevorderen door hen te laten deelnemen aan Europese projecten voor mobiliteit tussen de gebieden van Arco Latino. Deze eerste ‘ervaring’ levert momenteel goede resultaten op en kan een beproefde methode vormen die als basis dient voor een bredere strategie voor integratie via mobiliteit die Arco Latino heeft gepromoot. Via JAMO krijgen alle leden een reeks methodologische en doelgerichte instrumenten tot hun beschikking die ze als leidraad kunnen gebruiken voor het uitvoeren van werkzaamheden op lokale en transnationale schaal. Het grondgebied van Arco Latino zal daarvoor een gunstig werkterrein blijken met een netwerk van deskundige speler die actief zijn binnen het kader van jeugdbeleid. Het project JAMO heeft tevens de mogelijkheid geboden een dialoog en een samenwerkingsverband aan te gaan met de nationale bureaus die het programma Jeugd in actie beheren in Italië, Frankrijk en Spanje, en zodoende de weg te effenen voor een nauwere samenwerking.
Æ De strategie van Arco Latino die uit JAMO is voortgekomen, is gepresenteerd, besproken en verspreid in het kader van het slotforum dat in Mantua is gehouden.
Blz. 62 / 99
Het project JAMO wordt medegefinancierd in het kader van het programma Jeugd in actie. De verspreidings- en promotieactiviteiten zijn uitgevoerd dankzij de bijdrage van Arco Latino – Thematische groep burgerschap. Meer informatie over het project JAMO vindt u op: www.jamonet.eu
4.10
Samenwerking tussen Diputaciones – Spaarkas voor sociale integratie (Arco Latino, Diputación de Tarrogona, Spanje)
4.10.a. Samenvatting 1. Achtergrond De goede praktijk van publiek-private samenwerking valt binnen het kader van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid (met name sociaal buitengesloten groepen of groepen die met uitsluiting worden bedreigd) in een context van publiek-private samenwerking. 2. Doelstellingen van het project of beleidsinitiatief Integratie in de arbeidsmarkt van groepen die met uitsluiting worden bedreigd, door middel van acties voor het herstel van gebieden die zeer waardevol zijn voor het milieu in de dorpen in de regio’s Camp de Tarragona en Terres de l’Ebre. 3. Beschrijving van het project of beleidsinitiatief Via een strategische alliantie tussen de sociale instantie Caixa d’Estalvis i Pensions (La Caixa) en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación de Tarragona, wordt samenwerking aangegaan met andere actoren die direct actief zijn in het gebied en ten aanzien van andere betrokken groepen. Daarnaast wordt ook een strategische alliantie gesloten tussen het beheerorgaan voor lokale ontwikkeling, en de gemeenten en organisaties zonder winstoogmerk die gespecialiseerd zijn in opvang en begeleiding van met uitsluiting bedreigde groepen, aan wie de uiteindelijke maatregel ten goede komt, door middel van plannen voor de verbetering van beschermde milieugebieden. 4. Rol van de lokale en regionale overheden De lokale overheden kunnen op twee niveaus actie ondernemen: enerzijds via het beheer van het project waarmee het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación de Tarragona mee belast is. Dit project behelst het verrichten van acties ten aanzien van met sociale uitsluiting bedreigde groepen in territoriale kaders waarin geen enkele activiteit wordt uitgevoerd door organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector. Het project bevordert de totstandbrenging van ruimten voor overeenstemming tussen lokale organisaties (gemeenten) en organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector. Verder moeten gemeenten direct actie ondernemen voor de ontwikkeling van projecten voor herstel van milieugebieden. Ze moeten tevens een rol spelen in de coördinatie en de technische controle van de projecten die ontwikkeld worden door de organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector.
Blz. 63 / 99
5. Middelen De financiële middelen worden hoofdzakelijk ter beschikking gesteld door het sociaal orgaan van de Caixa de Pensions: - 3 000 000 euro voor de periode 2006-2008 - 2 400 000 euro voor de periode 2009-2010 - Een bijdrage van 1 200 000 euro is voorzien voor 2011. Het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling is belast met het beheer van de administratieve en technische aspecten van het project. De gemeenten waar de acties ten uitvoer worden gebracht leveren technische ondersteuning en zien toe op de uitvoering. De organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector dragen aan het project bij middels hun deskundigheid en kennis ten aanzien van de behandeling van personen die toebehoren aan met sociale uitsluiting bedreigde groepen (personen met een lichamelijke of psychische handicap, ernstige psychische ziekten, mishandelde vrouwen, personen die een vrijheidsstraf uitzitten, etc.) 6. Beheer Het directe en algemene beheer van het project wordt medegefinancierd door het autonome orgaan voor lokale ontwikkeling. De structuur die voor dit project is opgezet, omvat een specialist, een administratief medewerker (aangeworven volgens de criteria die gelden voor begunstigd personeel), een technisch assistent voor de controle van het veldwerk (aangeworven volgens de criteria die gelden voor begunstigd personeel). De structuur staat onder direct toezicht van de directeur van het orgaan. Het beginsel van publiek-private samenwerking wordt toegepast voor de strategische alliantie tussen het financieringsorgaan en de provinciale overheid, alsook voor de alliantie tussen de provinciale overheid en de gemeenten waar de acties worden uitgevoerd, en met de organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector die de acties ten overstaan van de uiteindelijke begunstigden leiden. 7. Belemmerende factoren Toen werd voorgesteld dat de lokale overheid zou worden belast met het beheer van de private middelen om gemeenschappelijke doelstellingen voor sociale integratie en verbetering van het milieu te realiseren, moesten aanvankelijke twijfels in verband met het systeem van publiek-private samenwerking worden overwonnen. Het feit dat sommige personen die tot met uitsluiting bedreigde groepen behoorden geen enkele erkende competentie bezaten op milieugebied, vormde eveneens een belemmerende factor. Dit gold ook voor het technisch personeel van de Diputación. Dientengevolge moesten wij benadrukken dat de verwachte resultaten op sociaal gebied even belangrijk waren als de economisch geëvalueerde milieutechnische resultaten. Er moest een pedagogische actie worden verricht om het sociaal belang van deze uitgave en de waarde voor de gemeenschap van de integratie van de groepen begunstigden duidelijk te maken.
Blz. 64 / 99
8. Resultaten en successen De resultaten waren aan het eind van de vijf jaar meer dan bevredigend voor alle partijen die een rol hebben gespeeld bij het realiseren van de dubbele doelstelling van enerzijds sociale integratie van met uitsluiting bedreigde personen en anderzijds verbetering van gebieden die zeer waardevol zijn voor het milieu in de regio’s Camp de Tarragona en Terres de l’Ebre. Dit project heeft verder de nadruk gelegd op de taak die wordt opgevolgd door de organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector in een actiegebied dat geen verband houdt met steun of liefdadigheid, maar direct verbonden is met de economische activiteit. Zij zorgen voor een aanzienlijke verbetering van het gevoel van eigenwaarde van de begunstigde personen. Bovendien konden in dit project in een omvangrijk gebied acties ten behoeve van deze groepen personen worden gerealiseerd, waardoor de nadruk is komen te liggen op de mogelijkheid om in te grijpen buiten dichtbevolkte gebieden of belangrijke economische en sociale activiteitencentra. 9. Sleutels tot succes, terugkoppeling In de eerste plaats benadrukken we de fase waarin het financieringsorgaan via zijn sociaal orgaan het beheer van belangrijke financiële middelen heeft gedelegeerd aan een lokale overheid. Hierdoor werd het subsidiariteitsbeginsel concreet toegepast voor gemeenschappelijke doelstellingen: sociale integratie en verbetering van het milieu. De vormgeving van het project door de technische coördinatie van het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling heeft in aanzienlijke mate aan het succes van het initiatief bijgedragen. Dit geldt ook voor de risicovolle zet om voor de ontwikkeling van het project te vragen om de medewerking van organisaties zonder winstoogmerk in de dienstensector als spelers in het veld die zich richten op groepen die ernstige moeilijkheden hebben wat betreft beroepsintegratie, evenals directe medewerking van de gemeenten. De beschikking over een netwerk van ervaren en deskundige organisaties uit de dienstensector die bereid zijn de beoogde acties op zich te nemen, is essentieel geweest voor het welslagen van het project. 10. Mogelijkheid om het project of het beleidsinitiatief in een andere context te herhalen Er moet worden ingezien dat het initiatief zonder meer in andere gebieden kan worden toegepast zoals in Spanje, zowel wat betreft de toepassing van de bestuursbeginselen als voor de totstandbrenging van ‘sociaal verantwoordelijke gebieden’. Door deze bewuste vorm van publiek-private samenwerking, waarvan het evenwichtspunt zich in het lokale gebied bevindt, via direct optreden van lokale overheden (in hun verschillende vormen in elk land) en de betrokkenheid van actoren van die gebieden in de sociale structuur, kan een reeks beginselen en universele waarden ten uitvoer worden gelegd, zoals de inzet voor een betere sociale cohesie via integratie van met sociale uitsluiting bedreigde groepen in de arbeidsmarkt, of verbetering van het milieu. 4.10.b. Presentatie Wat de sociale doelstelling betreft, bestond in de periode 2006-2010 de groep de begunstigden uit een uiteenlopende reeks groepen die ernstig werden bedreigd met sociale uitsluiting.
Blz. 65 / 99
Met medewerking van het sociaal orgaan ‘La Caixa” en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación zijn de volgende acties uitgevoerd: Werkprojecten voor vrouwen: Oprichting van een bosbrigade van vrouwen tussen 30 en 55 jaar, waaronder een bosbouwtechnicus en een gebiedscoördinator. Doordat in 2006/2007 iedereen verwachtte dat de vrouwen moeilijkheden zouden ondervinden in de bosbouwsector, kreeg het project een zekere publiciteit in de pers en op televisie. De brigade heeft eens te meer aangetoond dat mannen en vrouwen gelijk zijn als het gaat om boswerkzaamheden, en zodoende de stereotypes over mannen en vrouwen in die sector doorbroken. Er zijn drie werkloze vrouwen van boven de 50 aangesteld om een themapark voor milieuherstel in Margalló op te richten, met behulp van handinstrumenten, natuursteenmuren, de aanleg van trappen, speciale aandacht voor reiniging van het milieu en de aanleg van ruimten met lokaal voorkomende steensoorten. De vrouwen zijn huisvrouwen die alleen ervaring hebben in de landbouw en met de zorg voor oudere familieleden. Dankzij dit project hebben zij een arbeidscontract gekregen en tegelijkertijd is hun werk erkend. Er is een naaiatelier opgericht met industriële naaimachines voor de vervaardiging van tassen, etuis, zakjes, schorten en andere voorwerpen die wordt gemaakt van hergebruikt materiaal: opschriften, geplastificeerde spandoeken, veiligheidsriemen voor voertuigen, enz. Er zijn acht vrouwen uit de zigeunergemeenschap aangesteld. Het project heeft gezorgd voor het realiseren van een hoog productiviteitsniveau, het volgen van vaste werkmethoden en verantwoordelijkheidsgevoel en inzet voor het bedrijf. Er zijn vrouwen aangeworven om een opleiding te volgen en vervolgens als boswachter aan het werk te gaan. Het gaat om groepen vrouwen die een penitentiair programma volgen, mishandelde vrouwen en vrouwen die vanwege een andere nationaliteit een hoog risico lopen op sociale uitsluiting, waarvan sommige zijn verstoten. Het eerste deel van de opleiding bestond uit het leren van de taal en het tweede deel omvatte het uitvoeren van bosbouwkundige taken met behulp van machines. Met dit project is aangetoond dat de verschillende etnische achtergronden, religies, tradities en gebruiken geen enkele hindernis vormden voor het werk in een groep en voor de solidariteit ten opzichte van ieders problemen. De vrouwen hebben onderling verschillende problemen, maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze allen behoefte hebben aan scholing en gevoel van eigenwaarde. De vrouwen hebben deze opleiding gevolgd en hebben tegelijkertijd gewerkt en een salaris ontvangen. De werkuren werden aangepast aan de gezinssituatie of aan de penitentiaire regels voor vrouwen die een straf uitzitten. Dankzij het project hebben zij hun gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen kunnen herstellen. Kortom, voor het uitvoeren van de bosbouwkundige werkzaamheden in alle dorpen zijn de vrouwen die zich hebben aangemeld zonder discriminerende behandeling aangenomen, ze hebben een opleiding over risicopreventie gevolgd en hebben werkzaamheden verricht met een motorzaag, bosmaaiers, bio-hakselaren, enz., in dezelfde omstandigheden en in dezelfde terreinen als mannen. Wij hebben gemerkt dat het na verloop van de vijf jaar volkomen normaal is dat vrouwen deel uitmaken van de arbeidsmarkt op het gebied van bosbouw. Terwijl de oprichting van een bosbrigade Blz. 66 / 99
van vrouwen veel media-aandacht kreeg omdat het toen nog nieuw was, is het tegenwoordig geen opvallend verschijnsel meer, maar volkomen normaal. Het aangaan van overeenkomsten met organisaties en stichtingen voor personen met ernstige psychische aandoeningen is begonnen in 2007 en heeft onmiddellijk talloze twijfels opgeroepen. Dit initiatief was een les voor onze maatschappij en heeft ervoor gezorgd dat de waardigheid van deze personen werd erkend doordat zij taken moesten uitvoeren in verband met een bosbouwproject voor het herstel van aangetaste gebieden. De twijfels over de medische behandeling, het milieu en de stigmatisering van deze personen zijn weggenomen dankzij de resultaten die zijn behaald door groepen die met veel inzet, discipline, vertrouwen en enthousiasme hebben gewerkt, waarbij het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling geen enkele uitzondering heeft geconstateerd. Tijdens een persconferentie heeft het personeel dat belast is met de medische controle benadrukt dat deze personen een gunstige invloed hebben ondergaan: zij hebben hun gevoel van eigenwaarde versterkt door acht uur per dag te werken en verantwoordelijkheid te dragen. Ook is vastgesteld dat hun integratie in de arbeidsmarkt voor hen een betere mentale steun vormde dan de meeste therapieën. Werken in de open lucht, aan de kust of aan de waterkant, planten, maaien en de reiniging van oevers vonden zij vaak zo plezierig dat zij hun lunchpauze vergaten. In normale omstandigheden zou dit belachelijk klinken, maar voor een groep personen die aan ernstige psychische aandoeningen lijden is dit een teken van flinke vooruitgang. Gedurende vier jaar heeft het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling via de overeenkomst met het sociaal orgaan “La Caixa” laten zien dat deze groep een normale onderneming vormde met verschillende actoren, niet alleen personen met psychische aandoeningen, maar ook werknemers van een productiebedrijf zonder winstoogmerk, want de inkomsten zijn ingezameld door de organisatie of stichting om het aantal begunstigden uit te breiden en de duur van de acties te verlengen. De ontwikkeling van de resultaten van het project voor personen met een psychische handicap in de loop van de vijf jaar heeft ons eveneens verrast. Die resultaten waren weliswaar minder opvallend dan die van de personen met een ernstige psychische aandoening, maar ze waren wel van essentieel belang voor de centra die inkomsten ontvangen om ervoor te zorgen dat niet-productieve, gehandicapte personen hun arbeidsplaats kunnen behouden. Personen met het syndroom van Down of met een psychose die onder toezicht normaal kunnen werken, hebben hun opbrengsten verdeeld over de hele groep. Daarom is het van essentieel belang dat zij hun arbeidsplaats behouden. Deze personen zijn namelijk niet alleen verantwoordelijk voor een efficiënte uitvoering van hun werk, maar ze helpen ook hun groepsgenoten, die vanwege hun psychische stoornis minder productief zijn. Deze groepen hebben deze dubbele verantwoordelijkheid volledig geaccepteerd. Ook de verantwoordelijken van de coördinatie zijn zich hiervan bewust, en beseffen dat ze te maken hebben met personen die slachtoffer kunnen zijn van sociale uitsluiting, die een gezin ten laste hebben, langdurig werkloos zijn of gewoon lijden aan een lichamelijke beperking. Via een onafhankelijk orgaan van het ministerie van Justitie van de regering van Catalonië hebben wij ook gewerkt met mannen die een gevangenisstraf uitzaten. De afgelopen jaren hebben veel sectoren, waaronder ook de bosbouwsector, in verband met de wereldwijde economische crisis te lijden gehad onder de afname van de gemeentelijke diensten, die voornamelijk bestonden uit reiniging, onderhoud en herstel van bosgebieden op het grondgebied van
Blz. 67 / 99
de betreffende gemeente. Deze crisis heeft vooral de bouwsector getroffen, dat wil zeggen de arbeiders die eraan gewend zijn in de open lucht te werken. Dit heeft geleid tot een flinke stijging van de vraag naar bijzondere bouwwerkzaamheden (muren van natuursteen, waterafvoerleidingen, fonteinen, vijvers, bloembakken) en bosbouwkundige taken. In het kader van de overeenkomst tussen het sociaal orgaan ‘la Caixa’ en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación hebben de arbeidsdiensten het personeel ter beschikking gesteld na bestudering van de cv’s van de kandidaten. Daarbij hebben zij voorrang gegeven aan personen die een gezin ten laste hadden, niet uitkeringsgerechtigd waren of met zeer lage sociale hulp leefden, ouder waren dan 50 jaar of al meer dan vier jaar werkloos waren. Er is een aantal personen geselecteerd op basis van de genoemde criteria en zodoende heeft de overeenkomst tussen het sociaal orgaan ‘la Caixa’ en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación de situatie van die personen veranderd: ze kregen begeleiding, een opleiding, de mogelijkheid om zich te oriënteren en een tijdelijke baan van 2 tot 8 maanden. Er zijn veel opleidingsuren gegeven: 50 uur over risicopreventie op de werkplek, 35 uur over het gebruik van een kettingzaag, een EHBO-cursus, die allen werden uitbetaald in het kader van een arbeidscontract. De aangestelde personen hebben tevens veiligheidskleding en veiligheidsschoenen (PBM) ontvangen, alsmede handgereedschap, mechanisch gereedschap, een terreinwagen, brandstof, etc., zodat zij door deze hulp en hun aangepaste opleiding een sterker gevoel van eigenwaarde kunnen ontwikkelen, door kostenbesparingen hun inkomsten kunnen verhogen gedurende de werkzaamheden op het terrein, en hun de nodige handvaten kunnen geven, zoals diploma’s voor de gevolgde opleidingen, die hun cv kunnen aanvullen en hun toekomstige sollicitatie kunnen vergemakkelijken. Deze elementen vormen de sociale doelstelling van de overeenkomst tussen het sociaal orgaan ‘la Caixa’ en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación. De milieudoelstelling, die gerealiseerd moest worden via een breed scala aan acties in het gemeentelijk grondgebied, omvat activiteiten als de instandhouding van diersoorten die met uitsterven bedreigd worden en het herstel van inheemse plantsoorten en herbeplanting met deze soorten, waarbij dominerende plant- en diersoorten worden verwijderd. Er zijn innovatieve milieuacties ondernomen: behandeling van de kastanjeplaag in de bergen van Prades gedurende drie opeenvolgende jaren, truffelteelt in zones die speciaal zijn bewerkt in het kader van proef en een onderzoek voor de vermindering van het waterverbruik en de CO2-uitstoot in de wijnbouw. Daarnaast zijn er proefprojecten uitgevoerd zoals de ontwikkeling van een afvalverwerkingssysteem voor biologisch afval waarvoor een mechanische inrichting voor recycling en opslag is ontworpen. Gedurende deze vijf jaar zijn 58 milieuprojecten uitgevoerd en 376 personen te werk gesteld, met medewerking van de gemeenten, organisaties zonder winstoogmerk, het sociaal orgaan ‘la Caixa’ die financieel heeft bijgedragen aan het project, en het onafhankelijk orgaan voor lokale ontwikkeling van de Diputación van Tarragona, die verantwoordelijk is voor de organisatie, de coördinatie en de uitvoering van het programma.
Blz. 68 / 99
4.11
Arbeidsbureaus voor vrouwen (Provincie Salerno, Italië)
Achtergrond 16
De arbeidsbureaus in de provincie Salerno bestaan op dit moment uit een provinciaal coördinatiebureau, ondersteund door een netwerk van 12 provinciale arbeidsbureaus en 7 hoofdvestigingen die elk onder een bevoegd arbeidsbureau vallen.
Salerno
Maiori
Vallo Sala Consilin Agropo della li Lucania a
Oliveto Citra
Scafati
Roccad Battipaglia aspide
Cava
Capacc io
Eboli
Angri Sarno
Ponte cagnano
Mercato S. Severino Castel San Giorgio
Sapri
Nocera
Vestiging en Geannexe erde gemeente n
1
14
Werknem ers
45 006
32 190
27 333
16 209
17 390
39 271
64 020
63 789
5 039
5 938 8 282
12 820
Bedrijven
13 225
10 254
6 894
5 203
3 641
5 379
12 511
11 504
1 761
2 071 3 157
4 063
Beroepsbevolking
91 983
62 731
48 015
31 541
44 303
67 601
98 283
Inwoners
137 728
93 803
70 206
50 512
69 221
100 807 135 921
18
23
19
18
7
12
16
18
9
102 052
18 833
30 386
70 601
71 630
139 495
31 692
48 431
94 929
107 000
Doelstellingen van het project Het project heeft de volgende algemene doelstellingen:
16
3
•
het verbeteren van de doeltreffendheid van het overheidsbeleid, het meten en beoordelen van de prestaties, door tevens criteria in te voeren voor het meten van de tevredenheid van de gebruiker;
•
het moderniseren van de arbeidsbureaus, door het personeel een sterker gevoel van eigenwaarde te geven, infrastructuren te realiseren voor communicatie en dienstverlening en nieuwe en modernere taken en functies toe te voegen aan het werk van de betreffende arbeidsbureaus.
In het Italiaans Centri per l’impiego (CPI).
Blz. 69 / 99
Beschrijving van het project Het project bestaat uit de volgende fasen/activiteiten: 1. Het gebruik van het provinciale informatiesysteem voor arbeid is geïntensiveerd; 2. De coördinatie van het netwerk van arbeidsbureaus is versterkt en de bestaande procedures zijn gehomogeniseerd door het beschrijven van een minimumnorm van dienstverlening; 3. Er is werk gemaakt van oriëntatie van de gebruiker, door de activiteiten meer op advies en oriëntatie te richten; 4. De kosten van de dienstverlening zijn in kaart gebracht, waarbij tevens de standaardkosten zijn omschreven, en er is controle op het beheer ingevoerd. Rol van de lokale overheden In een zware economische en sociale crisis, zoals die zich bij ons heeft voorgedaan, heeft de Provincie Salerno via de arbeidsbureaus een belangrijke rol gespeeld, door zich niet langer op te stellen als “bevestigende bestuurder”, die kijkt naar de actieve of niet-actieve situatie van de gebruiker, maar als “actieve bestuurder”, die zorg draagt voor het individu en de nodige maatregelen neemt voor de ontwikkeling van het individu door hem te oriënteren op “mogelijk” werk. Middelen Voor de realisatie van het beschreven project heeft het orgaan ongeveer 200 000,00 euro ingezet. Beheer Het werkprogramma stond onder auspiciën van de directeur van de afdeling productie-activiteiten arbeidsmarkt, die zich samen met het wetenschappelijk comité van het orgaan, en natuurlijk met verantwoordelijke personen van elk arbeidsbureau en hun werknemers, heeft beziggehouden met coördinatie, door hen te betrekken bij de fase van het invoeren van nieuwe procedures en bij kwantificering van de aan iedere instantie gekoppelde doelstellingen.
en de de de
Belemmerende factoren Onvoldoende infrastructurele voorzieningen, gebrek aan coördinatie, ontbreken van procedures en methoden voor het opsporen en meten van de kosten en de activiteiten. Concrete resultaten Wij hebben belangrijke maatregelen genomen die erop gericht waren een bepaalde mate van kwaliteit en doeltreffendheid te bereiken: we hebben een systeem opgezet voor het meten van de activiteiten van de arbeidsbureaus, de kosten (totale kosten en kosten per eenheid), de productiviteit en de werkdruk. We hebben eveneens, door middel van een informatieprotocol, gezorgd dat de documenten en hun plaats in de documentatiestroom volledig traceerbaar zijn. Tot slot hebben we, met enige mate van succes, getracht het personeel te motiveren door ervoor te zorgen dat zij trots op hun werk konden zijn, door in te spelen op de sfeer binnen een bedrijf en door de bestaande competenties te waarderen. De provincie Salerno heeft er in het bijzonder mee ingestemd gebruik te maken van een eigen databank en van een gepersonaliseerd informatiesysteem voor arbeid, door alle kantoren de taak te geven eerst alle benodigde gegevens van alle werknemers hierin in te voeren en vervolgens deze Blz. 70 / 99
databank “op te schonen” en daarbij alle dubbele of onjuiste gegevens in de dossiers te verwijderen. Hierdoor konden we beschikken over zeer waardevolle informatie, waarmee op nauwkeurige en doeltreffende wijze richting kan worden gegeven aan het arbeidsbeleid van het orgaan. Tot slot hebben we meegewerkt aan de campagne van het ministerie van Ambtenarenzaken en Innovatie “Mettiamoci la faccia”. Er zijn 37 informatieposten met touchscreens opgezet, waarmee gebruikers van de arbeidsbureaus rechtstreeks en kort hun mening kunnen geven over de kwaliteit van de aan hen verleende diensten, waarbij hun anonimiteit geheel gewaarborgd is. Het aantal contacten, de verspreiding ervan over de gehele provincie en het belang van de uitgeoefende functies maken van deze arbeidsbureaus de ideale plaats om een vergelijkbaar initiatief uit te voeren en om, binnen de overheid zelf, begrippen in te voeren voor het meten van de mate van tevredenheid van de gebruiker en voor de verplichting verantwoording af te leggen aan de samenleving - begrippen die ook binnen het bedrijfsleven gebruikt worden en die aan de basis liggen van de regeringsmaatregel met de naam “Brunetta-hervormingen”. Succesfactoren Betrokkenheid van het personeel, flexibiliteit, innovatie.
Kan het project elders worden herhaald? Het project is speciaal ontwikkeld voor de huidige organisatie van de arbeidsbureaus in de provincie Salerno, maar kan ook zeer gemakkelijk worden herhaald in een situatie die economisch, sociaal en organisatorisch vergelijkbaar is. 4.12
Gezinshulp: netwerken van microsolidariteit (regio Veneto, Italië)
Samenvatting Het culturele en politieke debat over de ontwikkeling van het socialezekerheidsstelsel en over de crisis die dit stelsel doormaakt, heeft een bijzondere uitwerking gehad op onze regio. De “gemengde” stelsels waarin de staat, de markt, het particulier initiatief op sociaal gebied en het verenigingsleven (met name gezinsnetwerken) samenkomen, hebben zich vroegtijdig verspreid en dit heeft geleid tot belangrijke positieve ervaringen. Ook al hebben deze constructies enerzijds gezorgd voor vernieuwende maatregelen en dienstverlening (zoals bijvoorbeeld de bijdrage van vele bankfondsen aan het opzetten van dienstverlening voor jonge kinderen of ten behoeve van de bescherming van minderjarigen), deze verbindingen hebben anderzijds de noodzaak duidelijk gemaakt van een administratief en politiek beheer dat in staat is als verbindende factor deze vele verschillende acties bijeen te brengen. Om elk risico van fragmentarisering en verval van waarden die de basis zouden moeten vormen van de sociale ontwikkeling te vermijden, is het noodzakelijk een nieuw soort verband te leggen tussen de staat, de markt, het particulier initiatief op sociaal gebied en de vrijwilligerssector. Het antwoord op de huidige poging om dit model te beschrijven zou erin kunnen bestaan dat er een
Blz. 71 / 99
socialezekerheidsstelsel wordt opgezet dat gericht is op het relationele aspect, waarin de rol van de overheden zou zijn dat zij ervoor zorgen dat de verschillende belanghebbenden met elkaar zouden kunnen communiceren met het oog op het bereiken van een welzijn dat gericht is op personen en op de relaties tussen personen en de hun vertegenwoordigende instanties. De grote uitdaging waar wij in onze regio voor staan, is hoe we ‘de verbinding kunnen maken’ tussen de verschillende belanghebbenden en tegelijkertijd een doeltreffende dienstverlening kunnen continueren. Het feit dat er zoveel particuliere initiatieven op sociaal gebied zijn die tot taak hebben geplande sociale voorzieningen te bieden (van crèches tot jongereninformatiecentra, van pleeggezinnen tot preventieprojecten op scholen) vereist vandaag de dag een betrokkenheid die verder gaat dan het beeld van simpele ‘verleners van diensten’ en die verwijst naar de beginselen van gedeelde planning zoals deze reeds zijn vastgelegd in kaderwet nr. 328 van 2000 betreffende de hervorming van de sociale voorzieningen. De problemen en moeilijkheden waar de Regio Veneto – die, anticiperend op de nationale wetgeving, vanaf 2004 het instrument van de lokale plannen ("piani di zona") is gaan gebruiken – mee te maken kreeg, maken van deze streek juist vanwege haar bijzondere karakter, een permanente proeftuin. De netwerken van microsolidariteit proberen gezinnen centraal in de samenleving te plaatsen door ze uit hun specifieke privésituatie te halen, en naast de traditionele socialezekerheidsstelsels, de relationele netwerken te gebruiken die deze gezinnen hebben kunnen opbouwen met de sociale structuur om het hoofd te kunnen bieden aan bijzondere noodsituaties. Daar waar deze netwerken geactiveerd zijn, is het aantal plaatsingen van minderjarigen in pleeggezinnen afgenomen, wat een vermindering van de uitgaven en een meetbare winst, in het bijzonder op sociaal gebied, tot gevolg heeft gehad. De zestien gezinsverenigingen die op autonome wijze in het hart van de gemeenschap zijn opgezet, hebben het mogelijk gemaakt dat er spontaan belangrijke verbanden ontstonden die hebben gezorgd voor meer solidariteit. Achtergrond Het beleid en de maatregelen zijn gebaseerd en gebouwd op het internationale, nationale en regionale stelsel van wetten en normen. Door de Internationaal Verdrag voor de rechten van het kind van de VN van 1989 te ondertekenen en om te zetten in de nationale rechtsorde (wet 176/91) is ons land als nooit tevoren gaan nadenken over het leven en het welzijn van kinderen en hun gezinnen. Dit is gebeurd op verschillende gebieden die met elkaar samenhangen: maatschappelijk bewustzijn en toegenomen bewustwording van de eisen op het gebied van subjectiviteit en deelname van de jonge generaties en hun gezinnen, een productie van wetten en normen met betrekking tot de verschillende aspecten van steun, hulp en bescherming, een diffuus en diepgaand proces dat heeft geleid tot
Blz. 72 / 99
vernieuwend beleid, zowel in deze specifieke sector als op het gebied van sociaal beleid en, recentelijker, gezinsbeleid. De Regio Veneto heeft vanaf het begin deze nieuwe richting van het beleid en van de dienstverlening ten aanzien van kinderen, jongeren en gezinnen gevolgd en heeft soms geanticipeerd op bepaalde vernieuwende instrumenten, bijvoorbeeld het aanstellen van een publieke mentor voor minderjarigen (die borg staat voor de rechten van kinderen en jongeren, regionale wet nr. 42/1988) en het opzetten van lokale plannen als instrumenten voor lokale planning van beleid en van dienstverlening op sociaal en sociaal-medisch gebied (regionale wet nr. 56/1994). Op deze wijze heeft de regio Veneto geleidelijk een uitgebreid pakket van dienstverlening, maatregelen en acties opgezet die de bestaande bepalingen op het gebied van het verlenen van diensten is gaan ondersteunen met specifieke en complexe maatregelen op het gebied van preventie, bevordering, bescherming en zorg. De maatregelen met betrekking tot de navolgende aspecten hebben bijzondere aandacht gekregen: het realiseren van de programma’s “kinderen, jongeren en gezinnen”, de aanpassing van de bij regionale wet nr. 28/1977 ingestelde functie van gezinsadviseur, de bevordering, ondersteuning en kwalificering van het onderwijs, in het bijzonder het vernieuwende soort onderwijs dat bestemd is voor jonge en iets oudere kinderen als ondersteuning voor de ouders, de verspreiding van de dienstverlening met betrekking tot pleegzorg, de bevordering van het “gezinsmerk” als middel voor het creëren van een cultuur en van samenwerkingsverbanden met betrekking tot de sociale subjectiviteit van het gezin, het ondersteunen van gezinsnetwerken, het ontwikkelen van diensten voor de bescherming van en de voogdij over kinderen en jongeren, het opzetten van een echt model van dienstverlening voor nationale en internationale adoptie, het opzetten en uitwerken van lijsten van vrijwillige wettelijke voogden die tot taak hebben te zorgen voor een goede vertegenwoordiging van de minderjarigen voor wie niemand de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefent. Hierbij dienen uitgebreide regelgevende maatregelen te worden toegevoegd, zoals de toepassing van regionale wet nr. 22/02 betreffende de omschrijving van de eisen en modaliteiten met betrekking tot de accreditatie en de werking van sociale en educatieve diensten en organisaties – overdag en aan huis – zoals beoogd met het gemeenschappelijk regionaal besluit (DGR) nr. 84/07, het opzetten, goedkeuren en verspreiden van regionale richtlijnen met betrekking tot het signaleren, uitvoeren en controleren zoals beoogd met DGR nr. 4312/04 “Goedkeuring van richtlijnen uit 2005 en intentieverklaring tussen de regio Veneto, de U.L.S.S. (Unità Locale Socio Sanitaria, lokale beheersmaatschappijen voor medische en sociale voorzieningen) en de ANCI (nationale vereniging van Italiaanse gemeenten) ten aanzien van de bescherming van en de voogdij over minderjarigen”, DGR nr. 569/2008 "Goedkeuring van richtlijnen uit 2008 ten aanzien van de bescherming van en de voogdij over minderjarigen", de richtlijnen uit 2008 betreffende de sociale en sociaal-medische voorzieningen op het gebied van gezinsoppas in Veneto (DGR nr. 3791/2008) en DGR nr. 2416/2008 “Regionale richtlijnen uit 2009/2010 voor het ontwikkelen van de voorzieningen voor bescherming van en voogdij over minderjarigen”. Deze maatregelen hebben in Veneto gediend als uitgangspunten voor het begin van een diepgaand proces van nadenken over de rechten van minderjarige burgers en hun gezinnen.
Blz. 73 / 99
Zoals met alle instrumenten dient dit kader wel met zorg te worden onderhouden en te worden aangevuld met nieuwe elementen en met eisen die worden gesteld op grond van de ervaringen van kinderen en hun gezinnen. Geen enkel instrument is neutraal of onbeduidend: economische en politieke keuzes, het gevoel dat bepaalde aspecten urgenter zijn dan of voorrang hebben op andere, Europese strategische doelstellingen, demografische ontwikkeling en de aanwezigheid van een aanzienlijk aantal kinderen van buitenlandse ingezetenen, het zijn slechts enkele factoren die vereisen dat de programma’s voortdurend worden herzien en bijgesteld. Om die reden beschouwt de Regio Veneto reeds lange tijd het uitwerken en goedkeuren van regionale plannen als het belangrijkste middel om het sociale beleid van het grondgebied en de streek vast te stellen en te preciseren. En om die reden benadrukt de regio Veneto bovendien sinds 2010 de noodzaak om op regionaal niveau de prioriteiten te bepalen op grond waarvan de planning dient te worden opgezet. Doelstelling van het project of van het beleidsinitiatief De gedachte die ten grondslag ligt aan de op regionaal niveau geplande activiteiten maakt de persoon en het gezin tot het middelpunt van een denkproces en een uitvoeringssysteem waarmee de rechten van de persoon en van het gezin kunnen worden geharmoniseerd en beschermd en dat beschouwd wordt als de belangrijkste referentiekern van ons sociale stelsel. Het gezin staat namelijk voor “de plaats waar alle samenstellende delen zich ontwikkelen en groeien” (regionale wet nr. 35/2000) en voor een “subject-middel”, in die zin dat er een beroep wordt gedaan op de relationele competentie van het gezin zelf, dat wil zeggen op de capaciteit van het gezin om de interne en externe relaties als complex geheel tot een netwerk te maken. Op dit historische moment, waarop velen met klem benadrukken hoe moeilijk het is een gezin te “stichten” en een “gezinsleven” te hebben, is de regio Veneto van mening dat het, om mensen te kunnen helpen uit de armoede te komen – en dan vooral die armoede die minderjarigen en hun gezinnen raakt – noodzakelijk is om juist te steunen op deze gezinnen. Hiertoe dient in het bijzonder te worden getracht nauwe verbanden te leggen tussen de gezinnen, door allen erop te wijzen dat • men niet alléén een gezin kan vormen; • alle gezinnen, om kinderen te helpen op te groeien met respect voor hun wezenlijke kwaliteit als sociale wezens, plekken nodig hebben waar ze met elkaar in contact kunnen komen en op een positieve manier ervaringen kunnen opdoen met relaties, solidariteit en actief burgerschap. De regio Veneto heeft bepaalde instrumenten – mede op cultureel gebied – willen bevorderen, zoals solidariteit binnen het gezin, gezinsnetwerken en pleegzorg, waarbij personen en hun relaties worden gezien en gewaardeerd zoals ze zijn, dat wil zeggen: belangrijk voor de kwaliteit van het sociale netwerk en het welzijn van de gehele gemeenschap. Op deze manier is het mogelijk een werkelijk gezinsbeleid op te zetten (en niet zozeer een beleid ten aanzien van sociale bijstand), waardoor de gemeenschap oplossingen kan vinden voor haar meest kwetsbare leden, met medewerking van alle aanwezige krachten, en in het bijzonder van gezinnen, die soms de meest doeltreffende oplossing kunnen vormen.
Blz. 74 / 99
De doelstelling van het netwerk van solidaire gezinnen is het creëren van een structuur van microsolidariteit binnen een grondgebied. De gedachte is dat wanneer het gezin verzwakt is, wanneer ouders problemen hebben, ook al zijn die van tijdelijke aard, de andere gezinnen in het netwerk blijk zullen geven van wederzijdse solidariteit. Normaal gesproken is dat al het geval bij tal van gezinnen, maar het is niet altijd zo (bijvoorbeeld niet bij kwetsbare gezinnen die het moeilijk vinden tot handelen te komen en waar nodig om hulp te vragen). Beschrijving van het project of van het beleidsinitiatief De Regio Veneto zet zich ervoor in om de volgende maatregelen te nemen: • financiering van gerichte projecten rond solidariteit tussen gezinnen, gezinsnetwerken, het verenigingsleven van gezinnen en pleegzorg; • promotie op het gebied van dit soort maatregelen, in het bijzonder via culturele opvoeding en voorlichting; • opnemen van speciale maatregelen in de regionale en lokale programma’s (“piani di zona” (lokale plannen), etc., een plan voor kinderen, jongeren en gezinnen). Het netwerk van solidaire gezinnen heeft een multiplicatoreffect op het verwezenlijken van acties van wederzijdse solidariteit tussen huishoudens, acties die gezinnen ertoe brengen kennis te maken met solidariteitsnetwerken en deze opnieuw te activeren. In de praktijk doet men een beroep op de netwerken en op de solidariteit van gezinnen vanuit de gedachte dat de solidariteit van gezinnen die tentoongespreid wordt ten aanzien van minderjarigen tot doel heeft de middelen van het gezin van herkomst te stimuleren en te ontwikkelen en het ouderschap te ondersteunen, en zo te voorkomen dat de minderjarige afstand neemt van zijn familie. Deze benadering omvat de volgende elementen: • solidaire betrokkenheid • solidair samenwonen of ondersteunend samenwonen • goed nabuurschap • pleegzorg Solidaire betrokkenheid Dit houdt in betrokken zijn bij een persoon (minderjarige, jongere of volwassene) of een huishouden dat begeleiding of ondersteuning nodig heeft bij het vervullen van bepaalde dagelijkse taken of bij het verwezenlijken van bepaalde educatieve doelstellingen (leerondersteuning, hulp bij het organiseren van het huishouden, hulp bij het ouderschap, begeleiding naar zelfstandigheid, het opbouwen van een sociaal netwerk, etc.). Deze interventies omvatten ook het bijstaan van ouders die moeilijke perioden doormaken (hulp aan de moeder in de eerste tijd na de bevalling, problemen in de relaties met de kinderen, ziekte, verlies van werk, rouw binnen het gezin, conflictsituaties, scheidingen, etc.).
Blz. 75 / 99
Solidair samenwonen of ondersteunend samenwonen Dit houdt voor het pleeggezin in dat het, gedurende een beperkte periode (enkele maanden tot enkele jaren) volwassenen (vrouwen die het slachtoffer zijn van mishandeling, meerderjarige jongeren die weg moeten uit een opvangcentrum voor minderjarigen, gehandicapten, etc.) of huishoudens (moeder met kind) die begeleiding en leerondersteuning nodig hebben om zelfstandig te kunnen worden, opvangt om hen te helpen zelfstandig te worden en bepaalde competenties te verwerven waarmee zij zelf hun dagelijks leven in de hand kunnen hebben (bijvoorbeeld het beheren van geld, het zoeken van werk, het zoeken van woonruimte, het opvoeden van een kind, etc.). Goed nabuurschap Hierbij gaat het om ondersteunende maatregelen die niet met de opvoeding te maken hebben en ten goede komen aan een andere persoon die of een huishouden dat in een noodsituatie verkeert en geen ondersteunend netwerk heeft. Gezien hun aard zijn deze interventies niet ondergebracht in een project, maar betreft het een eenvoudige vaststelling van de te verrichten activiteiten, zoals bijvoorbeeld het helpen van de persoon door middel van kleine interventies, onder andere van organisatorische aard, waardoor zij het hoofd kunnen bieden aan de dagelijkse problemen. Vaak gaat het om maatregelen die gericht zijn op ouders, kinderen of jongeren (soms ook het naar school of naar een vrijetijdsactiviteit brengen van de kinderen, het zich enkele uren met de kinderen bezighouden, etc.). Pleegzorg Op grond van de Italiaanse wetgeving, en in het bijzonder artikel 1 van wet nr. 184/83, waarin het recht van de minderjarige om in zijn gezin te leven is vastgelegd, is pleegzorg een maatregel van tijdelijke verwijdering van een kind uit zijn oorspronkelijke gezin om ervoor te zorgen dat het wordt beschermd doordat het wordt opgenomen in een gastgezin dat het ondersteuning geeft en zorgt voor een natuurlijke en verrijkende relationele omgeving. Gegarandeerd wordt dat het kind op een goede wijze opgevangen, verzorgd en opgevoed wordt en onderwijs krijgt, terwijl zijn oorspronkelijke gezin ondersteuning krijgt om de problemen te kunnen oplossen die de tijdelijke verwijdering rechtvaardigen. Rol van de lokale en regionale overheden De regionale directie van sociale diensten is verantwoordelijk voor de planning, de coördinatie en de technische advisering op die gebieden waarop zij bevoegd is conform de op politiek niveau vastgestelde richtlijnen en doelstellingen. Van de activiteiten waarmee de directie belast is, zijn het bevorderen en het ondersteunen van de ontwikkeling van het gezin en het kind in het bijzonder van belang, omdat het gezin in onze samenleving op diverse wijzen vertegenwoordigd wordt en verschillende functies heeft. De inspanningen op interregionaal niveau (coördinatie van de werkgroepen in de bevoegdheidsgebieden) krijgen bijzondere aandacht en zorgen voor een belangrijke samenwerking binnen de interinstitutionele werkgroepen die in het kader van de institutionele activiteiten van de Conferentie van voorzitters van regioraden en de conferentie van de staat en de regio’s aan verschillende ministeries zijn toegewezen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de institutionele activiteit op Europees en internationaal niveau, door middel van de deelname aan vele
Blz. 76 / 99
samenwerkingsverbanden en aan vele projecten die door de opening naar Europa mogelijk zijn geworden. Middelen In 2007, 2008, 2009 en 2010 heeft Veneto ongeveer 3 miljoen euro (per jaar) uitgetrokken voor een algemeen project dat gericht was op het ondersteunen van beleid ten aanzien van kinderen en jongeren. Deze middelen zijn – en worden nog altijd – rechtstreeks toegekend aan de ULSS (Unità Locale Socio Sanitaria), die konden – en kunnen – besluiten welk percentage hiervan zij willen besteden aan de netwerken van microsolidariteit. Beheer Het beheer vindt plaats door middel van lokale plannen, waarbij de ULSS met de gemeenten (vertegenwoordigd in de Conferenties van burgemeesters) partij zijn. De regionale directie zet het project op, ziet toe op de uitvoering ervan en verspreidt, door middel van het regionale steunpunt, de informatie binnen het grondgebied. Belemmerende factoren De poging om de maatregelen ten aanzien van kinderen en gezinnen te bundelen en te harmoniseren is complexer, maar ook dringender geworden door de statistische bevolkingsgegevens die laten zien dat er vergrijzing optreedt. Waar het om hulp gaat, dient rekening te worden gehouden met deze ouderen, die zuiver getalsmatig gezien een even grote groep vormen als de kinderen en jongeren (de gevestigde bevolking van 0 tot 21 jaar bestaat uit 1.002.104 personen, zijnde 20,5% van de bevolking van Veneto, en er zijn 960.567 mensen van 65 jaar of ouder, zijnde 19,66% van de bevolking) maar aan wie een hogere prioriteit wordt toegekend.. De belangrijkste problemen bij dit specifieke project hebben te maken met het feit dat er geen gezinsbeleid is ontwikkeld voor het gehele grondgebied van Veneto. Het gezin wordt nog beschouwd als een onderwerp dat voornamelijk in de privésfeer thuishoort en op zichzelf staat. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat de toegekende middelen door de ULSS niet op uniforme wijze zijn gebruikt (sommige hebben meer dan 100.000 euro geïnvesteerd in de netwerken, andere 20.000 euro). Bovendien bleken de gezinsverenigingen die aan het project hebben deelgenomen, soms zo gesloten dat het moeilijk was een beleid van horizontale subsidiariteit ten uitvoer te brengen. Concrete resultaten De resultaten van drie jaar werken: • bewustmaking • nog geen volledige dekking van het grondgebied • vorming van ongeveer 60 gezinsnetwerken bestaande uit 730 aangesloten gezinnen • ontwikkeling van vele projecten: • solidaire betrokkenheid • ondersteunend samenwonen • pleegzorg • en een gemeenschap in Veneto die wil zorgen voor haar minderjarigen en hun gezinnen Blz. 77 / 99
Sleutels tot succes, te leren lessen Daar waar de netwerken geactiveerd zijn, is het aantal plaatsingen van minderjarigen in pleeggezinnen afgenomen, wat een vermindering van de uitgaven en een meetbare winst, in het bijzonder en vooral op sociaal gebied, tot gevolg heeft gehad. De 16 gezinsverenigingen die op autonome wijze binnen de gemeenschap zijn opgezet, hebben het mogelijk gemaakt dat er spontaan belangrijke verbanden ontstonden die hebben gezorgd voor meer solidariteit. In een sociaal beleid op lange termijn dient rekening te worden gehouden met het feit dat zorgen voor het totale gezin, en met name voor de allerkleinsten, betekent dat dit “maatschappelijke kapitaal”, dat, in het bijzonder daar waar het gaat om intergenerationele solidariteit, door geen enkele steunmaatregel vervangen kan worden, beschermd moet worden. Om een algemeen en geïntegreerd beleid te kunnen voeren voor ondersteuning bij het ouderschap en de rechten van het kind ten uitvoer te kunnen leggen, is het noodzakelijk te komen met maatregelen, acties en diensten die op meerdere niveaus kunnen worden aangepast en die betrekking hebben op de verschillende aspecten van het bestaan. Kan het project elders worden herhaald? Er is geen enkele bijzondere reden waarom het experiment van de netwerken van microsolidariteit niet elders zou kunnen worden uitgevoerd. 4.13
De open school in de stad Strovolos (alliantie van steden op Cyprus – Cyprus)
4.13.a. Samenvatting Doelstellingen van het project / beleidsinitiatief De belangrijkste doelstellingen van het programma zijn: • de inwoners van de stad stimuleren deel te nemen aan sociale activiteiten die hun kwaliteit van leven verbeteren; • de deelname aan cultuur en sport in onze maatschappij vergroten; • organisaties, clubs en individuele personen de mogelijkheid geven culturele, artistieke en sportieve activiteiten te presenteren om de activiteiten die zij voor de bevolking organiseren te promoten; • de contacten tussen de inwoners van de stad versterken. Beschrijving van het project / beleidsinitiatief De scholen in de stad Strovolos zijn open in de middagen, in de weekends en gedurende de vakanties en bieden dan plaats aan de open school. De open school is een programma dat wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs en Cultuur en dat als belangrijkste doel heeft schoolruimten in de middagen en op andere momenten waarop ze ongebruikt zijn te gebruiken als culturele centra, sportcentra en centra voor creatieve activiteiten.
Blz. 78 / 99
Rol van de lokale en regionale overheden Het stadsbestuur stelt in zijn gebouw een kantoor ter beschikking, biedt activiteiten aan en zorgt voor de coördinatie ervan. Middelen De open school is een programma dat wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs en Cultuur. Ook de deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage (zie onder). Beheer De open school in de stad Strovolos heeft een eigen raad van bestuur, waarin het stadsbestuur natuurlijk zitting heeft. Belemmerende factoren De meest belemmerende factoren hebben te maken met de personen die belast zijn met de schoolgebouwen. Hun vertrouwen dient te worden gewonnen, zodat zij kunnen worden overgehaald de open school toestemming te geven voor het gebruik van de lokalen en de materialen van de school. Concrete resultaten De open school is erin geslaagd zijn doelstellingen te verwezenlijken, te weten: • de inwoners van de stad stimuleren deel te nemen aan sociale activiteiten die hun kwaliteit van leven verbeteren; • de deelname aan cultuur en sport in onze maatschappij vergroten; • organisaties, clubs en individuele personen de mogelijkheid geven culturele, artistieke en sportieve activiteiten te presenteren om de activiteiten die zij voor de bevolking organiseren te promoten; • de contacten tussen de inwoners van de stad versterken. Een van de grootste successen is de samenwerking met de Speciale Olympische Spelen op Cyprus. De open school stelt zijn lokalen ter beschikking voor de trainingen van de atleten die aan de Speciale Olympische Spelen deelnemen. Een ander succes is de integratie van buitenlanders in de Cypriotische samenleving door middel van talencursussen. Sleutels tot succes, te trekken lessen Een belangrijk element van het succes van de open school is het feit dat ieder jaar op basis van vragenlijsten die vooraf naar de scholen worden gestuurd wordt bepaald welke activiteiten zullen worden opgezet. Dit zorgt ervoor dat de activiteiten die worden aangeboden interessant zijn, maar het functioneert ook als publiciteitsmiddel, omdat de vragenlijsten met de rest van het gezin worden besproken, in de huiskamers van de leerlingen. De belangrijkste leerpunten zijn: hoe vroeger de activiteiten worden bepaald (aan het begin van de zomer), hoe meer deelnemers men kan aantrekken. In het eerste jaar werd de open school in december georganiseerd, toen de meeste leerlingen al hadden besloten welke activiteiten ze dat jaar wilden gaan doen.
Blz. 79 / 99
Mogelijke herhaling Het programma kan gemakkelijk herhaald worden, omdat er in alle lidstaten schoolgebouwen staan die op bepaalde momenten niet worden gebruikt. 4.13.b. Presentatie De open school in de stad Strovolos De scholen in de stad Strovolos zijn open in de middagen, in de weekends en gedurende de vakanties en bieden dan plaats aan de open school. De open school is een programma dat wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs en Cultuur en dat als belangrijkste doel heeft schoolruimten in de middagen en op andere momenten waarop ze ongebruikt zijn te gebruiken als culturele centra, sportcentra en centra voor creatieve activiteiten. In september 2006 heeft het ministerie van Onderwijs en Cultuur het stadsbestuur geïnformeerd over haar plan van het pilotprogramma “open school”. Op grond daarvan heeft het stadsbestuur gevraagd om meer informatie over de doelstellingen van het programma. Daarna is het ministerie ervan op de hoogte gesteld dat het stadsbestuur van Strovolos van plan was het programma aan te bieden. De structuur die voor het opzetten van een dergelijk programma noodzakelijk was, bestond reeds, omdat het stadsbestuur met succes vergelijkbare programma’s, bijvoorbeeld kinderclubs voor 290 kinderen, had aangeboden en hiervoor lokale basisscholen had gebruikt. In de tussentijd was het stadsbestuur tevens begonnen met het opzetten van dansclubs, een theaterwerkplaats voor kinderen, een club voor kunst en ambachten en een kinderkoor. Op 31 oktober 2007 heeft het ministerie van Onderwijs en Cultuur het stadsbestuur per brief toestemming gegeven deel te nemen aan het pilotprogramma. Voor de periode van het pilotproject is een geldbedrag van 51 258 euro toegekend en een bedrag van 17 000 euro is toegezegd voor het moment waarop het activiteitenprogramma en de gedetailleerde begroting zouden zijn ingediend en het programma zou zijn begonnen. Volgens de statuten kunnen de volgende organen deelnemen aan de open school • het stadsbestuur; • de georganiseerde clubs en groepen in de stad; • de raad van jongeren; • de schoolraad; • de ouderverenigingen, en • de burgers die geïnteresseerd zijn in de doelstellingen van de open school. Doelstellingen en wensen van de open school: • gebruikmaken van wat de scholen te bieden hebben als culturele centra, sportcentra en centra voor creatieve activiteiten in de middagen en op andere momenten waarop de scholen niet gebruikt worden voor puur educatieve doeleinden;
Blz. 80 / 99
• • •
•
de inwoners van de stad stimuleren deel te nemen aan sociale activiteiten die hun kwaliteit van leven verbeteren; de deelname aan cultuur en sport in onze maatschappij vergroten; organisaties, clubs en individuele personen de mogelijkheid geven culturele, artistieke en sportieve activiteiten te presenteren om de activiteiten die zij voor de bevolking organiseren te promoten; de contacten tussen de inwoners van de stad versterken.
Middelen om de doelstellingen en wensen te realiseren: De doelstellingen en wensen van de open school worden op de volgende manieren gerealiseerd: • sportieve activiteiten, muzikale activiteiten en andere culturele activiteiten, zoals bijvoorbeeld theater, film en dans; • tentoonstellingen; • lezingen over sociale kwesties, onderwijs en opvoeding, economische vraagstukken en wetenschappelijke onderwerpen; • milieubeschermingsprogramma’s; • programma’s voor het ontwikkelen van computervaardigheden; • wedstrijden; • het gebruik van schoolbibliotheken om te studeren en boeken te lenen; • het publiceren van folders, nieuwsbrieven, tijdschriften of boeken; • Europese programma’s en uitwisselingen met andere Europese landen; • samenwerking met overheidsdiensten, semi-particuliere en particuliere organisaties; • speciale commissies voor gespecialiseerde werkzaamheden; • fondsenwerving om te garanderen dat de open school goed kan functioneren en zijn doelstellingen goed kan verwezenlijken, en • het inzetten van personeel om de werkzaamheden van de open school te realiseren. De volgende activiteiten zullen worden voorgesteld: Ouders-kinderen Lezingen Er wordt een reeks lezingen georganiseerd om ouders informatie te geven over het ouder zijn, de psyche van kinderen, hygiëne, de groei en ontwikkeling van kinderen, het voorkómen van problemen, opvoeding, onderwijs, etc. De lezingen duren twee uur. Aan het eind van de cyclus ontvangen degenen die ten minste 80% van de lezingen hebben bijgewoond een certificaat van aanwezigheid. Ouderwerkplaatsen Wekelijkse bijeenkomsten van ouders in kleine groepen, onder leiding van een professionele psycholoog, waarin de dagelijkse problemen en de moeilijkheden waar de ouders met hun kinderen tegenaan lopen onder de loep worden genomen. De bijeenkomsten duren twee uur.
Blz. 81 / 99
Gezondheid van kinderen Volledig interventieprogramma gericht op het verbeteren van de gezondheid van kinderen tussen 3 en 9 jaar, georganiseerd door het instituut “Child health” dat deel uitmaakt van het Europese programma IDEFICS. Het programma bestaat uit bijeenkomsten van twee uur waarin ouders informatie krijgen over zaken op het gebied van gezondheid en vervolgens over deze vragen een training krijgen van een voedingsdeskundige, een arts, een psycholoog, etc., terwijl hun kinderen onder leiding van aan het programma verbonden specialisten aan lichaamsbeweging doen op een plek vlakbij de school. Kinderen-jongeren Theaterwerkplaats voor kinderen en jongeren De werkplaatsen worden geleid door gespecialiseerde jeugdwerkers en de kinderen zullen bepaalde aspecten van het theater leren kennen, waaronder het spel van de acteur, het spreken, improvisatie en toneelstukken. Kinderen van 9 tot 13 jaar kunnen deelnemen aan de theaterwerkplaats voor kinderen en kinderen van 14 tot 18 jaar aan de theaterwerkplaats voor jongeren. De bijeenkomsten duren 90 minuten. Dans (hip-hop) Voor jongeren die het leuk vinden hip-hop te leren, wordt een dansactiviteit aangeboden onder leiding van een gekwalificeerde jeugdwerker. De bijeenkomsten duren 90 minuten. Muziekstukken Ontdek de muziek met een professioneel musicus. Bij deze activiteit kunnen kinderen basiskennis van muziek verwerven en zullen zij verschillende instrumenten kunnen uitproberen. De bijeenkomsten duren 60 minuten. Fietsen (mountainbike) Het team “Open school – fietsen” organiseert wekelijkse fietsbijeenkomsten om al fietsend de verschillende wijken van Strovolos te leren kennen en technieken te ontwikkelen en, in het algemeen, in alle veiligheid de fiets te gebruiken. Kinderen van 9 tot 14 jaar kunnen zich bij dit team aansluiten. Helm mee, fiets mee, en rijden maar! Boogschieten Cursus boogschieten voor kinderen en jongeren. De cursussen worden gegeven door een gekwalificeerde jeugdwerker en de bijeenkomsten duren 90 minuten. Volksdansen Cursussen volksdansen worden gegeven door een professionele dansdocent. Taekwondo De basisbeginselen van Taekwondo zijn discipline, concentratie, beleefdheid, integriteit, doorzettingsvermogen, zelfbeheersing en moed. Ons belangrijkste doel is deze kunst op de juiste wijze te gebruiken als verdedigingsmechanisme.
Blz. 82 / 99
Schilderen Schildertechnieken leren en een realistische of denkbeeldige weergave afbeelden. Zelf sieraden maken Technieken: maak stap voor stap je eigen sieraden. Ritmische gymnastiek voor meisjes Dit is een sport alleen voor meisjes, zowel individueel als in groepsverband, altijd op muziek. Er wordt gewerkt met programma’s waarbij gebruik wordt gemaakt van koorden, kronen, ballen en linten. Tennis Er wordt voornamelijk les gegeven in amateurtennis en wedstrijdtennis. Het doel van dit programma is vertrouwd te raken met het racket en de bal, door middel van spel en oefeningen die gericht zijn op het leren van bewegingen, maar daarnaast is het doel een begin te maken met het aanleren van belangrijke manieren om de bal te slaan. Computercursus voor kinderen-jongeren Computercursus voor kinderen en jongeren, om vertrouwd te raken met computers en, in het algemeen, met de technologie. Ritmische gymnastiek voor meisjes met een fysieke beperking Dit is een sport alleen voor meisjes, zowel individueel als in groepsverband, altijd op muziek. Er wordt gewerkt met programma’s waarbij gebruik wordt gemaakt van koorden, kronen, ballen en linten. Volwassenen Computercursus voor volwassenen en senioren Ouderen kunnen vertrouwd raken met computers en met technologie in het algemeen door middel van computeractiviteiten. De bijeenkomsten duren 60 minuten. Tennis voor volwassenen Er wordt voornamelijk les gegeven in amateurtennis en wedstrijdtennis. Het doel van dit programma is vertrouwd te raken met het racket en de bal, door middel van spel en oefeningen die gericht zijn op het leren van bewegingen, maar daarnaast is het doel ook een begin te maken met het aanleren van belangrijke manieren om de bal te slaan. Cursus zelfverdediging en zelfbescherming voor vrouwen Vrouwen in de samenleving moeten leren hoe te handelen op het moment dat ze worden aangevallen en niet pas daarna.
Blz. 83 / 99
Zelf sieraden maken Technieken: maak stap voor stap je eigen sieraden. Schilderen Schildertechnieken leren en een realistische of denkbeeldige weergave afbeelden. Boogschieten Cursus boogschieten voor volwassenen, gegeven door een gekwalificeerde docent. Volksdansen Cursussen volksdansen worden gegeven door een professionele dansdocent. Buitenlanders Cursus Grieks voor buitenlanders Cursus Grieks voor buitenlanders (kinderen en volwassenen). De bijeenkomsten duren 60 minuten. KOSTEN VOOR DEELNAME: € 50 per cursus, voor het gehele schooljaar. Voor kinderen die aan meer dan twee activiteiten deelnemen, is de derde activiteit gratis. Broers en zussen die aan meer dan twee activiteiten deelnemen, krijgen korting op de inschrijvingskosten. 4.14
Multifunctioneel instituut in de stad Strovolos (alliantie van steden op Cyprus – Cyprus)
4.14.a. Samenvatting Doelstellingen van het project / beleidsinitiatief De belangrijkste doelstelling van het instituut is het opzetten en ontwikkelen van multifunctionele centra die diensten verlenen voor en zorg bieden aan zuigelingen, peuters en schoolgaande kinderen, ouderen en personen met verschillende psychosociale problemen. Beschrijving van het project / beleidsinitiatief Het multifunctionele instituut van de stad Strovolos is belast met de ontwikkeling en uitvoering van het sociale beleid op zijn grondgebied. De volgende diensten vallen eronder: a) een club voor ouderen b) elf centra voor de opvang van kinderen in het basisonderwijs, voor de momenten waarop zij wakker zijn en voor hun opvoeding c) een adviescentrum d) gemeentelijke groepen voor preventie en sociale bijstand e) opleidingscentra voor volwassenen
Blz. 84 / 99
Rol van de lokale en regionale overheden Door in 1993 het gemeentelijke multifunctionele instituut op te richten, heeft de stad Strovolos een pioniersrol vervuld in het bieden van sociale voorzieningen op Cyprus. Vanaf dat moment wordt het instituut geleid door het stadsbestuur, dat het merendeel van de activiteiten organiseert. Na een besluit van de gemeenteraad van Strovolos van 2005 kwam de verantwoordelijkheid voor de promotie en het uitvoeren van de gehele sociale dienstverlening van de stad Strovolos bij het instituut te liggen en vormt het instituut het maatschappelijk werk van de stad. Middelen Het instituut wordt grotendeels gefinancierd door de stad Strovolos en vanuit het nationale programma voor subsidies voor diensten voor maatschappelijk werk. Voor het overige komen de financiën van het instituut uit bijdragen en giften van burgers en uit de organisatie van verschillende liefdadige en artistieke evenementen. Beheer Het instituut heeft een eigen raad van bestuur, waarin het stadsbestuur (met meerderheid) vertegenwoordigd is. Het stadsbestuur keurt de begroting van het instituut en alle activiteiten die hierin zijn opgenomen goed. Belemmerende factoren Voornamelijk: bezuinigingen (omdat de gemeentewet niet van toepassing is op maatschappelijke activiteiten van de stad) en personeelstekort. Het instituut kan blijven voortbestaan door de deelname van vrijwilligers. Ook het gebrek aan infrastructuur vormt een probleem. Op dit moment is het stadsbestuur op zoek naar financiering om een nieuw gebouw te kunnen bouwen waarin het instituut gehuisvest zal zijn. Resultaten en successen Het instituut speelt een belangrijke rol in de sociale samenhang in de stad Strovolos. Een van de eerste dingen die het instituut wist te verwezenlijken, was het op succesvolle wijze neerzetten van het cursusprogramma over ouderschap (zie onder). Dit programma wordt sindsdien wereldwijd erkend en maakt deel uit van, of organiseert zelf, verschillende door de EU medegefinancierde programma's (zie onder). Succesfactoren, leerpunten De belangrijkste redenen voor het succes zijn: een bepaalde mate van onafhankelijkheid, altijd in nauwe samenwerking met de stad, differentiatie en flexibiliteit in de begrotingsmiddelen, waar nodig deelname van vrijwilligers, beantwoording aan de verwachtingen van de burgers en zoeken naar internationale samenwerking. De belangrijkste leerpunten zijn: in de eerste plaats is het instituut uitsluitend gericht op de activiteiten en niet op het verspreiden van de resultaten. Daardoor hebben de burgers slechts een beperkte rol gespeeld bij de activiteiten. Het is dus nodig dat het instituut gebruik gaat maken van een goede communicatiestrategie.
Blz. 85 / 99
Mogelijke herhaling Het principe van het instituut kan gemakkelijk herhaald worden. 4.14.b. Presentatie Multifunctioneel instituut van de stad Strovolos Omdat de stad Strovolos graag op georganiseerde wijze een aanbod aan maatschappelijke dienstverlening voor burgers wilde opzetten, is in september 1993 overgegaan tot de oprichting van een “Multifunctioneel centrum van de stad Strovolos”, een voor de situatie van Cyprus vooruitstrevend instituut. Dit centrum bestaat inmiddels zeventien jaar en zorgt voor dienstverlening aan de inwoners van Strovolos, zonder dat er sprake is van een winstoogmerk. De stad Strovolos heeft een pioniersrol vervuld in het opzetten van sociale voorzieningen op Cyprus, door de oprichting van het “gemeentelijke multifunctionele centrum”, een instituut dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van het sociale beleid van de stad. In dit kader zijn de volgende programma’s opgezet, die voor het merendeel de ontwikkeling van het onderwijs aan volwassenen stimuleren: 1. In 1994 is er een Club voor ouderen opgericht. Gespecialiseerd personeel geeft dagelijks aandacht en zorg aan ouderen. De volgende activiteiten worden onder andere georganiseerd: gymnastiek, kook- en handwerkcursussen, excursies, debatten over onderwerpen die met name interessant zijn voor ouderen, etc. In eerste instantie was de doelstelling van deze club – waar ouderen hun tijd op een aangename en creatieve manier kunnen doorbrengen door deel te nemen aan een aantal activiteiten – de capaciteiten van ouderen en hun sociabiliteit te ontwikkelen en hen actief te laten deelnemen aan de samenleving. Ouderen uit Strovolos kunnen zich inschrijven als lid van het centrum als zij 60 jaar of ouder zijn, inwoner zijn van de stad Strovolos en zelfstandig zijn. Op dit moment zijn er 300 ouderen lid van het centrum. Opgemerkt dient te worden dat het de raad van bestuur van het instituut te allen tijde vrij staat de volgende personen als lid toe te laten: (1) personen die jonger zijn (niet jonger dan 55 jaar); (2) personen uit andere regio’s; (3) personen die een handicap hebben en in grote mate afhankelijk zijn van personeel, altijd met inachtneming van de van kracht zijnde wetgeving, bijvoorbeeld: het maximum aantal personen dat het centrum aankan wordt bepaald aan de hand van de oppervlakte van het centrum in vierkante meters en het aantal personeelsleden.
Blz. 86 / 99
De volgende activiteiten worden aangeboden aan de leden van het centrum voor ouderen: (1) Er wordt maandelijks een programma opgesteld met evenementen en activiteiten. Om preciezer te zijn: wekelijks worden de volgende activiteiten aangeboden: schilderen, gymnastiek, zingen in een koor, theater, dans, computercursussen, debatten en gespreksgroepen over maatschappelijke thema’s, cursussen om traditionele Cypriotische soep te leren koken, excursies en andere activiteiten. De leden van het centrum worden uitgenodigd aan een of meer van deze activiteiten deel te nemen. Iedere dinsdag kunnen zij van 8.30 uur tot 9.30 uur ook, in het centrum zelf, de overheidsarts raadplegen, die alleen voor de leden van het centrum kosteloos zijn diensten aanbiedt. (2) De noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van ieder programma is dat de leden aangeven graag te willen deelnemen. (3) Voor de uitvoering van bijzondere programma’s kan aan de leden om een kleine bijdrage in de kosten worden gevraagd. De leden van het centrum betalen van tevoren een maandelijks bedrag, ook als zij een maand afwezig zijn. Het bedrag van het abonnement wordt steeds vastgesteld door de raad van bestuur van het multifunctionele instituut van de stad Strovolos, dat dit van tijd tot tijd kan herzien. Het maandelijkse abonnementsbedrag is als volgt vastgesteld: € 3,40 voor mannen € 1,70 voor vrouwen Het centrum voor ouderen is dagelijks geopend, behalve op zaterdag en zondag en op feestdagen. 2. Elf centra voor de opvang van kinderen in het basisonderwijs, voor de momenten waarop zij wakker zijn en voor hun opvoeding: Na schooltijd kunnen kinderen hier lunchen en vervolgens deelnemen aan een aantal activiteiten die al naar gelang hun behoeften worden georganiseerd, bijvoorbeeld groepsspellen, tekenen, kooklessen, sport, etc. Dit wordt begeleid door kleuterleid(st)ers. Het gaat om 430 kinderen in het basisonderwijs die afkomstig zijn uit gezinnen met sociale en economische problemen en waarvan de ouders werken en inwoners zijn van Strovolos. Deze kinderen worden hier opgevangen, ze krijgen aandacht en hulp bij hun huiswerk en kunnen, tussen het moment dat de school uitgaat en het moment dat hun ouders hen uit hun werk komen ophalen, dus van 13.00 uur tot 18.00 uur, deelnemen aan creatieve activiteiten. Meer in het bijzonder bestaat het dagprogramma uit de komst van de kinderen naar de plaats waar de “kinderclub” is, het opruimen van de schooltas, het wassen van de handen, een maaltijd, het huiswerk voor de volgende dag, en vervolgens activiteiten in de klassen (schilderen, handenarbeid, pottenbakken) – vrije activiteiten onder toezicht van enthousiast personeel –, spelen op het
Blz. 87 / 99
schoolplein of in de gymnastiekzaal van de school, en een warme maaltijd. Het programma dat gevolgd wordt, kan verschillend zijn, waarbij altijd rekening wordt gehouden met de behoeften en het karakter van de kinderen van iedere club en waarbij het doel is zo goed mogelijk in die behoeften te voorzien. Tijdens de schoolvakanties (kerstvakantie en paasvakantie) en in zomerperiode worden de diensten aangeboden van 7.00 uur tot 18.00 uur. Het programma wordt aangevuld met activiteiten onder leiding van gekwalificeerde personen: groepssport, dans, taekwondo, handvaardigheid, presentatie van thema’s als racisme en mensenrechten. Een keer per week worden er uitstapjes of bezoeken georganiseerd, de ene keer educatief, de andere keer recreatief, waarmee de kinderen het dagelijkse leven even kunnen ontvluchten. Tegelijkertijd worden de kinderen in samenwerking met de Jeugdraad van Cyprus of andere organen opgevangen op plaatsen waar ze door middel van spel unieke ervaringen kunnen opdoen. Alle kinderen die dat willen, kunnen tweemaal per week deelnemen aan het programma “Kind en zwemmen” van het Cypriotische ministerie van Sport.
3. Bovendien is in 1995 een adviescentrum opgericht, waar inwoners van de stad Strovolos die te maken hebben met maatschappelijke, psychologische of economische problemen gratis advies kunnen krijgen. In dit centrum werkt een groot aantal specialisten op vrijwillige basis: psychologen, maatschappelijk werkers, gezinsadviseurs, verslavingsadviseurs, voedingsdeskundigen uit ziekenhuizen, etc. De rol van het adviescentrum is het geven van eerste- of tweedelijnsadvies op het gebied van maatschappelijke problemen die te maken hebben met de lichamelijke of de psychische gezondheid. Deze adviezen worden gegeven door ervaren en gespecialiseerde assistenten van de dienst voor de geestelijke gezondheid van het ministerie van Volksgezondheid en door professionele vrijwilligers uit de particuliere sector, zonder dat er enige financiële verplichting voor de inwoners is. Concreet is het adviescentrum ten aanzien van de dienstverlening opgezet rond de volgende specialismen: Hoofdverpleegkundige geestelijke gezondheid – Adviseur geestelijke gezondheid →Biedt psychologische hulp aan mensen met psychologische problemen. →Geeft advies en verwijst door.
Blz. 88 / 99
Hoofdverpleegkundige – Vertegenwoordiger van THEMEA (therapeutische eenheid van hulpbehoevende personen) Adviseur op het gebied van verslavende stoffen →Geeft mensen die antwoorden zoeken op hun vragen over verslavende stoffen op verantwoordelijke en wetenschappelijke wijze informatie. →Geeft advies en biedt psychologische hulp aan gebruikers of ex-gebruikers van verslavende stoffen om het gebruik van afhankelijkheid creërende middelen te laten dalen en de door het gebruik van deze middelen veroorzaakte schade te beperken. →Verwijst ernstige gevallen door naar zijn dienst voor meer zorg en verzorging die is afgestemd op de behoeften van deze personen. Verpleegkundige – Adviseur voor kinderen en jongeren →Geeft advies en ondersteuning aan ouders die problemen hebben met de opvoeding van hun kinderen (tot 17 jaar) Adviseur op het gebied van drugsverslaving en bemiddeling van conflicten →Geeft advies: a) in de eerste plaats op het gebied van primaire preventie van het gebruik van verslavende stoffen, door deelname aan conferenties en informatieve bijeenkomsten, om burgers ervan bewust te maken dat deze preventie een zware strijd vereist; b) in de tweede plaats aan ouders die zich zorgen maken over de houding en het gedrag van hun kinderen met antisociale neigingen; c) in de derde plaats, tot slot, op het gebied van verzorging en beperking van de door drugsverslaving veroorzaakte schade; →Geeft advies en ondersteuning aan personen, stellen en gezinnen met relatie- of gezinsproblemen. Beroepskeuze-adviseur voor jongeren →Adviseert leerlingen ten aanzien van hun studie- en beroepskeuzemogelijkheden; →Helpt jongeren hun persoonlijke en werkgerelateerde problemen te begrijpen en op te lossen. 2 adviserend psychologen →Bieden ondersteuning en geven advies aan individuen en groepen; →Bieden gezins- of relatietherapie; →Beoordelen personen en verwijzen hen door naar diensten op het gebied van sociale bescherming die aansluiten bij hun behoeften. Zorgverlenend psycholoog →Biedt psychologische hulp en geeft advies met betrekking tot het verbeteren van de psychische en lichamelijke gezondheid, om de verschillende soorten ziekten te voorkomen.
Blz. 89 / 99
Schoolpsycholoog →Geeft individueel advies voor kinderen of jongeren die zich moeilijk kunnen aanpassen op school, gedragsproblemen hebben of problemen hebben met leren. Juridisch adviseur →Geeft juridisch advies aan inwoners op het gebied van burgerlijk recht, familierecht en strafrecht. 2 sociologen →Hun rol is het organiseren van conferenties over maatschappelijke thema’s, in het kader van het feit dat een van de doelen van het centrum is burgers te informeren en uitleg te geven over vragen van maatschappelijke aard en problemen die zij tegenkomen en die hen rechtstreeks aangaan. Het beleid van het centrum is dat zij kortdurende interventies in de gemeenschap toepassen. Anders gezegd, het gaat om het geven van advies en niet om het verlenen van psychotherapeutische zorg. Wanneer het centrum te maken krijgt met ernstige gevallen, waarbij vanwege specifieke behoeften langdurige behandeling vereist is, worden deze mensen, in samenwerking met de overheidspartners van het centrum, doorverwezen naar een geschikte overheidsdienst voor systematische zorg en systematische therapie. Het adviescentrum van Strovolos neemt zonder twijfel een grote verantwoordelijkheid op zich. Daarom onderzoekt het centrum voortdurend met welke middelen en via welke programma’s het zijn dienstverlening kan verbeteren en ontwikkelen en voegt het steeds nieuwe loketten toe om te kunnen voldoen aan de steeds breder wordende maatschappelijke behoeften. Deze verantwoordelijkheden zijn des te groter nu Cyprus een van de lidstaten van de Europese Unie is, die veel belang toekent aan het maatschappelijke terrein en aan het welzijn van de burgers, los van leeftijd, geslacht, ras, godsdienst of enig ander criterium. 4. In het kader van dit centrum is in januari 2005 een nieuw onderwijsprogramma gestart met de naam “Ouders – kinderen, opvoeding en relaties”. “Het is gemakkelijk om een ouder te worden, maar het is moeilijk om een ouder te zijn.”
Blz. 90 / 99
In het kader van de inspanningen om psychosociale steun te verlenen aan de inwoners van de stad gaat het adviescentrum van Strovolos het onderwijsprogramma “Ouders – kinderen, opvoeding en relaties” opzetten. Het programma is bedoeld voor ouders en toekomstige ouders van alle leeftijden en voor iedereen die ouder dan 17 jaar is en hiervoor belangstelling heeft. Alle ouders kunnen hun mening naar voren brengen, hun zorgen met de anderen delen, luisteren naar de meningen van de andere ouders en naar het advies dat de wetenschap over deze kwestie heeft. Op deze wijze zullen zij zelf beter in staat zijn hun kinderen te geven wat zij nodig hebben. Het streven is dat het programma zo veel mogelijk informatie geeft aan ouders die hun vrije tijd willen gebruiken om met gespecialiseerde wetenschappers, psychologen, maatschappelijk werkers, gezinsadviseurs of pedagogisch adviseurs, artsen en andere specialisten te praten over het thema opvoeding, over de manier van grootbrengen en opvoeden van kinderen. Het programma is erop gericht: a) ouders met behulp van specialisten (wetenschappers, psychologen, maatschappelijk werkers, onderwijzers, artsen en andere deskundigen) kennis te verschaffen over zo veel mogelijk aspecten van het opvoeden van hun kinderen; b) ouders te leren doeltreffendere methoden toe te passen om hun kinderen op te voeden en om hen in het dagelijks leven aan te kunnen, zodat zij van hen volwassen, goed ontwikkelde, verantwoordelijke en zelfstandige mensen weten te maken; c) hen te helpen de problemen in hun gezin op doeltreffendere wijze op te lossen; d) de ouders bewust te maken van de belangrijkste problemen waar jongeren mee te maken krijgen; e) het gezin, dat bij uitstek de plaats is waar een individu zich veilig en zeker voelt, te beschermen; f) te zorgen voor gelukkige gezinnen; g) ouders vertrouwd te maken met de wereld van hun kinderen, zodat zij volledig in staat zijn hun kinderen te laten opgroeien in een klimaat waarin zij al hun capaciteiten kunnen ontwikkelen; h) hen bewust te maken van de huidige psychosociale problemen; i) hen de juiste informatie te verschaffen over onder andere de volgende thema’s: het opvoeden van kinderen, de psyche van het kind, gezondheid, de groei en ontwikkeling van het kind, het voorkómen van problemen, onderwijs; j) ouders te leren doeltreffendere opvoedingsmethoden toe te passen en doeltreffendere middelen in te zetten om hun kinderen in het dagelijks leven aan te kunnen; k) hen te leren hun houding en hun gedrag als ouder te verbeteren en te differentiëren, zodat zij langzaam maar zeker als ouders tot rijpheid komen en doeltreffender te werk gaan in hun taak om van hun kinderen volwassen, goed ontwikkelde, verantwoordelijke en zelfstandige mensen te maken;
Blz. 91 / 99
l)
advies te geven en steun te bieden aan ouders bij hun moeilijke taak hun kinderen groot te brengen en een antwoord te geven op de problemen waar hun kinderen mee te maken krijgen.
Structuur van het programma Het programma is verdeeld in twee onderdelen. Het eerste betreft de presentatie van elf thema’s met betrekking tot zuigelingen en schoolgaande kinderen. Bijvoorbeeld: ontwikkeling en groei van het kind, het moderne gezin, geweld binnen het gezin, seksuele voorlichting, veel voorkomende gezondheidsproblemen bij zuigelingen en schoolgaande kinderen. Het tweede gaat over 11 thema’s met betrekking tot jongeren, kinderen in de leeftijd van 10 tot 15 jaar en het gezin in het algemeen. Bijvoorbeeld (voor jongeren): Alles in twijfel trekken of crisis veroorzaken?, verslavende stoffen (drugs, alcohol, etc.), de zorgen van jongeren. Aan het eind van beide onderdelen wordt aan ouders die ten minste 80% van het programma hebben gevolgd een certificaat uitgereikt. 5. In 2005 heeft de stad Strovolos “gemeentelijke groepen voor preventie en sociale bijstand” opgezet om de inwoners van Strovolos te stimuleren vrijwilliger te worden op het gebied van preventie en sociale bijstand en hier zo bij betrokken te raken. De belangrijkste doelstellingen van het programma zijn: •
Iedere vorm van antisociaal gedrag op lokaal niveau voorkomen door gericht te zijn op kinderen en jongeren.
•
Duidelijkheid krijgen over de concrete aspecten die ten grondslag liggen aan antisociaal gedrag in de stad, deze aspecten bestuderen en op grond hiervan maatregelen nemen.
•
De inwoners van Strovolos bewust maken van de maatschappelijke problemen van hun stad.
•
Een netwerk van “preventie-agenten” opzetten in de stad, en wel op verschillende terreinen, zoals het gebruik van verslavende stoffen, geweld, antisociaal gedrag en discriminatie. Dit netwerk zal bijeengeroepen worden om, in samenwerking met het comité voor de coördinatie van groepen preventieprogramma’s op te zetten met als doel de inwoners van de stad goed te informeren.
•
Te zorgen voor coördinatie met vergelijkbare initiatieven van andere, lokale of nationale, instellingen, organisaties en sociale diensten.
•
Risicovolle groepen benoemen en acties organiseren en stimuleren die gericht zijn op het beperken of doen stoppen van hun gedrag. Blz. 92 / 99
•
Bijdragen aan het voorkómen, en niet het bestraffen, van overtredingen, door de sociale samenhang en de solidariteit te versterken, het niveau en de kwaliteit van leven op lokaal niveau te verbeteren en het mogelijk te maken in de toekomst betere, veiligere en humanere steden te hebben.
In dit stadium moet worden opgemerkt dat iedereen die wil deelnemen aan deze groepen een training en een basistraining zal krijgen met betrekking tot de problematiek van het programma in kwestie. Vervolgens zullen studiebijeenkomsten en werkgroepen worden georganiseerd, met medewerking van deskundigen en uitgaande van de behoeften van de vrijwilligers ten aanzien van de training. 6. Dit jaar is het instituut bezig met het opzetten van de volgende nieuwe programma’s: •
het organiseren van een gratis eendaagse excursie voor 1000 oudere inwoners van Strovolos (bezoek en lunch);
•
het organiseren van een vakantieverblijf van 5 dagen voor 130 oudere inwoners van Strovolos, aan de hand van bepaalde criteria door de stad gefinancierd;
•
het organiseren van een kampeervakantie in de bergen, op een speciaal hiervoor toegeruste plek, voor ongeveer 60 kinderen in Strovolos van 10 of 11 jaar.
7. Opleidingscentra voor volwassenen In Strovolos staan de opleidingscentra voor volwassenen onder toezicht van het ministerie van Onderwijs en Cultuur. De centra bieden duizenden personen van vijftien jaar en ouder de mogelijkheid onderwijs te volgen. Meer in het bijzonder bieden deze centra opleidingen aan voor volwassenen op verschillende gebieden, onder leiding van gekwalificeerde docenten. Ze bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid talencursussen, kunstcursussen, cursussen handenarbeid, muziekcursussen, sportcursussen en kookcursussen te volgen en deel te nemen aan conferenties op verschillende gebieden. In het schooljaar 2003-2004 hebben op Cyprus 18 538 volwassenen cursussen gevolgd in 230 centra, met 453 gekwalificeerde docenten die hun diensten aanboden. 8. Europees project “Ouders bewust maken van gezondheid” Om zijn educatieve programma te kunnen blijven ontwikkelen en uitbreiden, loopt er bij het multifunctionele instituut van de stad Strovolos tegenwoordig een onderzoeksproject dat wordt gefinancierd door Grundtvig 2 en dat de naam draagt “Ouders bewust maken van gezondheid”. Dit project is er in eerste instantie op gericht de grote problemen van ouders/inwoners van Strovolos met betrekking tot hun kinderen in kaart te brengen. Het vaststellen van de behoeften en zorgen van
Blz. 93 / 99
de ouders is een waardevolle bron van informatie voor het ontwikkelen van lokaal beleid ten aanzien van opleidingen voor volwassenen. We hopen dat het met dit project mogelijk zal zijn de gezondheid van kinderen en jongeren te verbeteren door de leemten op te vullen en de communicatie tussen de generaties en met de Europese samenleving te bevorderen, en dat het project de ouders zal helpen de problemen te begrijpen waarmee de kinderen en jongeren van tegenwoordig te maken hebben. Aanvullende programma’s: ¾ vakantiekolonies voor kinderen ¾ herfstvakanties voor ouderen ¾ uitwisselingen met partnersteden, te weten bezoeken aan en ontvangst van kinderen en ouderen uit de steden Véria en Pefki ¾ charitatieve evenementen “Kinderkermis” Jaarlijks charitatief evenement om voor het instituut geld in te zamelen. “Ik loop en ik ren voor mijn naaste” Jaarlijks charitatief evenement, georganiseerd in samenwerking met de ngo’s en vrijwilligersverenigingen zonder winstoogmerk in de stad Strovolos die financiële steun nodig hebben. Naast het financiële aspect kunnen zij door dit evenement hun activiteiten onder de aandacht brengen.
Blz. 94 / 99
5.
Conclusies en aanbevelingen voor beleid en politieke maatregelen
De leden van de werkgroep komen op grond van de beschreven gedachten, analyses en praktijksituaties tot de volgende conclusies en bevindingen: A. In algemene zin: In het kader van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting heeft de EU het hoofd moeten bieden aan verschillende exogene en endogene uitdagingen en problemen van invloed zijn geweest op het optreden van zowel de Unie als haar lidstaten. In het bijzonder gaat het om de economische en financiële crisis, de conflicten in het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied, de uitbreiding van de EU en de toetreding van nieuwe leden met een lager ontwikkelingsniveau, de toenemende vergrijzing, immigratie, het uiteenvallen van gezinnen, het zoeken naar samenhang tussen het algemene en het sociale beleid van de EU; de beperkte invloed van de Lissabon-strategie en de actualisering en transformatie van deze strategie, de liberalisering van overheidsdiensten met de 17 Bolkestein-richtlijn . Tegenover deze problemen is het wellicht noodzakelijk om de armsten van de bevolking onder andere de mogelijkheid te bieden hun capaciteiten uit te breiden door te investeren en door gebruik te maken van hun eigen menselijk kapitaal, sociale en culturele verworvenheden en materiële middelen, om ervoor te kunnen zorgen dat zijn een actievere rol in de samenleving kunnen spelen. Het is gebleken dat onderwijs en opleiding een krachtige hefboomwerking kunnen hebben op sociale mobiliteit. De armoede kan waarschijnlijk fors verlaagd worden door het aantal personen dat zonder diploma of certificaat het onderwijssysteem verlaat te verminderen. Bovendien is bekend dat het verhogen van het opleidingsniveau van mensen een aanzienlijk effect heeft op de arbeidsparticipatie. Bovendien moeten hieraan de aanbevelingen van het EAPN (Europees netwerk van verenigingen ter bestrijding van de armoede) worden toegevoegd en dient onder verwijzing naar de Europa 2020strategie de nadruk te worden gelegd op de volgende, in het licht van de pogingen om oplossingen te vinden voor de belangrijkste sociale problemen van de Europese bevolking relevante, punten: • de noodzaak te komen tot een gecoördineerd beleid voor het garanderen van minimuminkomens; • de behoefte aan een gezinsbeleid dat het mogelijk maakt dat iedereen een dak boven zijn hoofd heeft en dat voldoet aan de criteria van comfort en kwaliteit; • het belang van het recht op toegang tot de gezondheidszorg; • de noodzaak te garanderen dat ieder gezin de juiste toegang heeft tot de diensten van algemeen belang;
17
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36–68
Blz. 95 / 99
•
een arbeidsmarktbeleid met een minimumloon en een basisbescherming, waarbij deze twee aspecten gekoppeld dienen te zijn aan sociale zekerheid en bescherming van de werkgelegenheid.
B. In het bijzonder,ten aanzien van de beschreven goede praktijken: •
•
•
•
•
•
Netwerken en geïntegreerd optreden op verschillende niveaus zijn wezenlijke elementen voor het verzekeren van sociale samenhang en vormen op die wijze een typisch kenmerk van de rol van de lokale en regionale overheden en van de maatregelen die door deze overheden tot een goed einde worden gebracht. Deze overheden verwezenlijken en bevorderen de samenwerking tussen de publieke en de private sector ten aanzien van het thema van de analyse van de werkgroep, met bijzondere aandacht voor organisaties in het maatschappelijk middenveld en in de spaarsector. Bovendien zijn de gemeentelijke actoren rechtstreeks betrokken doordat zij contacten leggen met de burgers. De departementen onderscheiden zich van elkaar door hun vermogen tot optreden en ondersteunen daarbij de gemeenten in het verlenen van diensten tot aan de plaatsen en gebieden die het verst van de stadskernen gelegen zijn. De betrokken regio´s vervullen een wezenlijke rol op het gebied van de planning van het sociale beleid. Om elk risico van fragmentarisering en verval van waarden die de basis zouden moeten vormen van de sociale ontwikkeling te vermijden, is het noodzakelijk de betrekkingen tussen de landen, de markt, het particulier initiatief op sociaal gebied en de derde sector te herzien. Het is noodzakelijk een model te beschrijven dat een oplossing kan vormen in een verzorgingsstaat waarin het de rol van de overheid is voor de verschillende partijen de mogelijkheid te ondersteunen dat zij met elkaar communiceren met het oog op een sociale bescherming die gebaseerd is op de persoon en de vertegenwoordigende organisaties. De grote uitdaging is een methode te vinden om ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden samenwerken en doeltreffende en doelmatige diensten leveren. Anderzijds is het duidelijk dat er door lokale en regionale overheden pogingen zijn gedaan om werkelijk een coördinatie van sociaal en cultureel beleid en beleid rond gezondheidszorg, onderwijs, opleidingen stadsplanning op te zetten. Bovendien bestaat er een noodzaak gebruik te maken van onderlinge afhankelijkheid van de verschillende publieke en private actoren en eerder de verantwoordelijkheden te delen dan alleen op te treden volgens een schematische verdeling van bevoegdheden. De noodzaak ontstaat voor lokale en regionale overheden om die burgers te laten profiteren van hun beleid die zich niet alleen verenigd hebben, maar die ook in staat zijn aan de gemeenschap oplossingen aan te dragen voor de problemen van de zwakste personen, door alle aanwezige krachten in te zetten, en in het bijzonder die burgers die in bijzondere verenigingen, stichtingen of verbanden functioneren, zoals gezinnen die soms het meest doeltreffende antwoord op problemen vormen. Een van de grootste problemen waar de leden van de werkgroep in hun optreden tegenaan liepen, was dat de oorsprong van de problemen lag bij de coördinatie en het optreden in netwerken, wat zeer hoge organisatorische kosten met zich meebrengt.
Blz. 96 / 99
• •
•
•
•
•
•
•
•
Het is van belang een solidariteit te ontwikkelen (mede en vooral tussen de generaties) bij alle thema’s die verband houden met de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. De tussenkomst van de lokale of regionale overheid (en van de EU) is wenselijk waneer deze organen hier een voordeel in zien en hun competenties, ervaring en netwerk voor verschil kunnen zorgen. Er is een disbalans tussen de competenties van de regionale/lokale overheden en de middelen waarover zij beschikken om deze bevoegdheden uit te oefenen. De situatie is kritieker in tijden van economische crisis, zoals nu. In wezen ervaren de lokale en regionale overheden grote problemen in het kunnen bieden van elementaire voorzieningen aan hun burgers in tijden van crisis en budgettaire beperkingen. In elk geval zoeken zij elkaar op en werken zij samen met elkaar en met de partijen die ter plaatse actief zijn, soms ook op transnationaal niveau, om doelmatige en doeltreffende oplossingen te vinden voor de grootste problemen van de zwakste mensen. Het is voor de sociale samenhang en integratie strategisch lokale en regionale lagere overheden, het maatschappelijk middenveld en de private sector, met het oog op horizontale subsidiariteit, te stimuleren meer met elkaar samen te werken. In die zin is het van wezenlijk belang dat al die lokale en regionale overheden aangesloten zijn bij de OCM en bij echte territoriale pacten. De landen zouden in dat geval moeten zorgen voor echte systemen voor samenwerking en verbinding met het multilevel-debat. Deze pacten zouden van contractuele aard moeten zijn en de systemen zouden moeten kunnen worden geëvalueerd aan de hand van vooraf vastgestelde indicatoren, om een verbinding tussen de drie belangrijkste doelstellingen van de Europa 2020-strategie mogelijk te maken. De EU is in staat dit proces te coördineren en de landen en hun subnationale overheden te steunen. De toegevoegde waarde en de rol van de EU kunnen worden gevonden op het vlak van het bevorderen van de participerende, verplichte en meetbare samenwerking van de lidstaten met hun subnationale overheden. De EU kan een belangrijke rol spelen in het bevorderen van deze systemen voor coördinatie, monitoring en ondersteuning bij het opzetten ervan. Anderzijds zou de EU haar financiële instrumenten en programma’s (van het ESF en het Cohesiefonds) moeten verstevigen ter stimulering van proefprojecten die rechtstreeks gericht zijn tot de subnationale regeringen en de thema’s rond sociale integratie sterker moeten neerzetten ter bevordering van de verwezenlijking van hun initiatiefrecht. Deze periode van herdefiniëring van het cohesiebeleid is van wezenlijk belang. In dat kader dient het CvdR de belangrijke rol te spelen van toezichthouder op de subsidiariteit en de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie. Dienaangaande zijn de partners van de werkgroep zeer positief over initiatieven als de InnovatieUnie die het 7e kaderprogramma opent met zeer strategische actoren en thema’s. Ten aanzien van het gebruik van de economische middelen van de EU voor proefprojecten dient eveneens te worden overwogen dat het noodzakelijk is de scholing in het gebruik van financieringen te financieren. Dat is zeer noodzakelijk voor het versterken en ontwikkelen van de capaciteiten van bepaalde lokale overheden, in het bijzonder voor de kleinste gemeenten. Het lijkt met name noodzakelijk rekening te houden met de scholing van het personeel van deze overheidsorganen, wat hun kennis zou moeten vergroten van toegang tot en het gebruik van deze nieuwe financiële middelen.
Blz. 97 / 99
•
•
•
•
De werkgroep benadrukt de problemen rond de coördinatie van de OCM ten aanzien van maatschappelijke thema’s, het gebrek aan specifieke, homogene en een bepaald gebied bestrijkende indicatoren van de resultaten, alsmede het gebrek aan een evenwichtige coördinatie tussen de lidstaten, de regionale en lokale overheden en het maatschappelijk middenveld gedurende het gehele proces (voorbereiding – besluitvorming – toepassing). De werkgroep herinnert aan het belang van de in de Europa 2020-strategie vastgelegde doelstellingen op het gebied van maatschappelijke thema’s en het aanzienlijke verschil dat bestaat tussen deze doelstellingen en de actuele situatie in de landen. De werkgroep erkent het belang van het in de beleidslijnen, de instrumenten en de interventies meenemen van de verschillen tussen de lidstaten en de EU, alsmede van de territoriale verschillen binnen ieder land. De werkgroep stelt vast dat vooral de lokale en regionale overheden profiteren van de kansen die de Europese programma’s en initiatieven en de internationale netwerken creëren voor de uitwisseling van goede praktijken ten aanzien van onderwerpen die van belang zijn voor de op het eigen grondgebied ontwikkelde maatregelen met andere Europese territoriale overheden. Dat benadrukt dat het belang van de doelstelling van territoriale samenwerking en van het begrip territoriale cohesie zelf, die in de teksten van de in Lissabon herziene verdragen elkaar aanhalen, in bepaalde mate van belang is.
Om deze redenen formuleert de werkgroep de volgende aanbevelingen: •
•
• • •
•
•
De lokale overheden staat het dichtst bij de burger en dat is werkelijk een toegevoegde waarde voor wat betreft de kennis van de behoeften van de bevolking. Om die reden moeten zij meer worden betrokken bij de voorbereiding van de regelgeving en het beleid van de EU en de lidstaten. De EU en de lidstaten moeten, net als de nationale en lokale overheden, de rol van het CvdR versterken, met name in het subsidiariteitstoezicht, en het Comité ondersteunen in het EU2020 Monitoring Platform. In die lijn kan het zinvol zijn ook te stimuleren dat de netwerken van Europese lokale en regionale overheden deelnemen aan de activiteiten van het EU2020 Monitoring Platform. Anderzijds is het noodzakelijk de OCM op maatschappelijk gebied te ontwikkelen, met een belangrijke, actieve en regelmatige deelname van lokale en regionale overheden. Het is noodzakelijk dat de EU en de lidstaten interinstitutionele multilevel-overeenkomsten sluiten op het gebied van de planning van sociaal beleid. Er dient te worden gegarandeerd dat er een evenwichtige verhouding is tussen de bevoegdheden van de regionale en lokale overheden enerzijds en de middelen om de acties uit te voeren anderzijds. De EU zou de middelen en de maatregelen die, op sociaal gebied, bestemd zijn voor de lokale overheden, moeten vergroten en stroomlijnen en deze meer moeten afstemmen op haar ontwerpwerkzaamheden. Het is van wezenlijk belang dat de EU het Vlaggenschipinitiatief Europees platform armoedebestrijding en sociale uitsluiting ontwikkelt en daarbij rekening houdt met de rol, de capaciteiten en de mogelijkheden van de lokale en regionale overheden. Blz. 98 / 99
•
•
Het is noodzakelijk dat de Europese Commissie het initiatief van de door het CvdR gestimuleerde territoriale pacten ondersteunt door hier alle middelen aan toe te kennen die nodig zijn om dit ten uitvoer te brengen. Het is van belang de territoriale cohesie te behouden als horizontaal thema, en eveneens om de territoriale samenwerking tot een hoofdprioriteit van de Unie en het regionale beleid te maken, omdat het stappen en systemen zijn die de lokale en regionale overheden meer mogelijkheden geven om hun interventies op hun grondgebied te verbeteren en daarmee bij te dragen aan de andere aspecten van de cohesie. Tot slot drukken de leden van de werkgroep hun tevredenheid uit ten aanzien van de positieve reflectie-oefening die door het Comité van de Regio’s is aangezwengeld door middel van dit initiatief dat het zonder twijfel mogelijk heeft gemaakt dat alle partners met meer aandacht de vraag hebben kunnen bestuderen hoe het thema van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in andere gebieden van Europa en op verschillende overheidsniveaus is aangepakt. Waarschijnlijk kan het mogelijk zijn om door het uitbreiden van deze eerste oefening met meer actoren en door een nog diepgaandere, nauwkeurigere en systematischere analyse toe te passen, met aanzienlijk veel goede ideeën te komen om concrete, doelmatige en geïntegreerde multileveloplossingen te vinden voor de problemen in de sociale structuur van de meeste landen in de EU. _____________
Blz. 99 / 99
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
SPANJE STAAT
AUTONOME GEMEENSCHAP/ REGIO
FRANKRIJK
REFERENTIEPLAN/WET
BEVOEGDHEDEN
REFERENTIEPLAN/WET
BEVOEGDHEDEN
V Nationaal actieplan voor sociale integratie (2008-2010) Historisch overzicht: I Nationaal actieplan voor sociale integratie (2001-2003) II Nationaal actieplan voor sociale integratie (2003-2005) III Nationaal actieplan voor sociale integratie (2005-2006) IV Nationaal actieplan voor sociale integratie (2006-2008)
1. Op het gebied van de sociale zekerheid, socialezekerheidsuitkeringen: werkloosheids(nationaal arbeidsbureau), pensioens-, invaliditeits-, overlijdens- en nabestaanden-, moederschaps- en gezinsuitkeringen (nationaal instituut voor de sociale zekerheid). 2. Op het gebied van sociale dienstverlening, actief ouder worden (vakantie, kuurwezen, telehulpverlening, vrijwilligerswerk voor ouderen), premievrije invaliditeits- en pensioensuitkeringen, sociale en economische verstrekkingen (LISMI - wet sociale integratie gehandicapten) en invoering van het stelsel ter bescherming van hulpbehoevenden, waarbij de Staat een minimumverzekering garandeert (IMSERSO - instituut voor ouderen en sociale dienstverlening). 3. Op het gebied van de gezondheidszorg, samenwerking tussen de Staat en autonome gemeenschappen (nationaal instituut voor de gezondheidszorg). 4. Op het gebied van huisvesting, sociale woningbouw ("de protection officielle" gesubsidieerd). 5. Actief werkgelegenheidsbeleid. 6. Op het gebied van onderwijs, algemeen toezicht op het onderwijsstelsel, staatsbeurzen en universiteiten.
Wet HPST (Hôpital, patients, santé et territoires - wet organisatie gezondheidszorg) van 23 maart 2009
Bevordering van gezondheid en preventie; gezondheidszorg en -veiligheid; organisatie van ziekenhuis- en ambulante zorg; zorgpraktijken en toegangsmogelijkheden tot personenzorg, sociale en medische begeleiding. Gezondheidszorg, pensioen- en zwangerschapsuitkeringen, gezinstoelagen en huisvesting Begeleiding van het verlies van zelfstandigheid door het CNSA (nationaal solidariteitsfonds zelfstandigheid)Werkloosheidsuitkeringen Betaling van de aanvullende RSA-uitkering voor werkenden (RSA activité)
Plannen voor sociale integratie van autonome gemeenschappen Voorbeelden: Actieplan voor integratie en sociale cohesie in Catalonië 20102013 is in ontwikkeling. Plan voor integratie en sociale cohesie in Catalonië (2006-2009) II Plan sociale integratie voor Extremadura 2008-2011 II Plan voor sociale integratie in Galicië 2007-2013 Autonoom plan voor sociale integratie van het Prinsdom Asturië 2009-2011
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
Socialezekerheidswet Wet nr. 2003-289 van 31 maart 2003 betreffende verzekering van het verlies van zelfstandigheid van ouderen en wet nr.°2005-102 van 1 februari 2005 betreffende gelijke rechten en kansen, maatschappijdeelname en burgerschap van gehandicapten Arbeidswet (wet nr. 2008-126 van 13 februari 2008 betreffende hervorming van het nationaal arbeidsbureau) Wet van 1 december 2008 betreffende de algemene invoering van de RSA-uitkering en hervorming van het integratiebeleid
Algemene wet regionale overheden 1. Planning, regulering van en regie over de werkzaamheden van de sociale diensten. Regionale kwalificatieprogramma's 2. Verlening van gespecialiseerde sociale diensten aan: kinderen, jeugd en jongeren in risicosituaties; hulpbehoevenden en personen ten laste van deze hulpbehoevenden, gehandicapten, geesteszieken; drugsverslaafden, hiv/aidspatiënten, gezinnen met sociale problemen die dreigen sociaal te worden uitgesloten en vrouwen die door hun man worden mishandeld. 3. Bescherming van en voogdij over minderjarigen. 4. Premievrije economische verstrekkingen, waaronder het minimum integratie-inkomen voor personen die economisch en sociaal in een ernstige situatie verkeren. 5. Bevordering van maatregelen ten behoeve van solidariteit en vrijwilligerswerk. 6. Op het gebied van onderwijs, in het kader van door de Staat vastgestelde bepalingen, onderwijsprogrammering, opstelling en beoordeling van het onderwijssysteem, studieplannen, eigen beurzen en universiteiten. 7. Op het gebied van woningen: sociale woningbouw (gesubsidieerd). 8. Op het gebied van de werkgelegenheid: actief werkgelegenheidsbeleid. 9. Op het gebied van gezondheidszorg: planning, regulering en uitvoering van medische verstr
Beroepsopleiding Sociale cohesie (economische bijstand) Volksgezondheid (economische bijstand) Werkgelegenheidsontwikkeling en beroepsintegratie (economische bijstand)
1/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
DEPARTEMENT/ Methodologische gids van lokale plannen voor sociale integratie PROVINCIE
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
1.Juridische, economische en technische ondersteuning en samenwerking met gemeenten, Wet van 1 december 2008 betreffende algemene invoering van de RSA- Het departement stelt vanuit haar rol als beheerder van de sociale zekerheid uitkering (Revenue de solidarité active - soort re-integratieuitkering) en het socialezekerheidsbeleid vast, voert het uit en coördineert de op het in het bijzonder met gemeenten die over geringe economische en bestuurscapaciteiten hervorming van het integratiebeleid (Loi du 1er décembre 2008 grondgebied uitgevoerde maatregelen: beschikken. généralisant le RSA et réformant les politiques d'insertion) Sociale bijstand aan kinderen (kinderbescherming, beheer van 2.Ondersteuning van sociale basisdiensten die onder gemeentelijke of departementale Wet nr. 2001-1066 van 16 november 2001 betreffende de bestrijding van adoptiedossiers, ondersteuning van gezinnen in financiële problemen) bevoegdheid vallen, om een beter beheer van hun verstrekkingen en uitvoering van discriminatie (Loi n°2001-1066 du 16/11/2001 relative à la lutte contre les Bijstand aan gehandicapten (beleid inzake huisvesting en sociale integratie) projecten in de gemeenschap mogelijk te maken. Bijstand aan ouderen (oprichting en beheer van verzorgingstehuizen, 3.Technische, economische en juridische ondersteuning van beheerinstanties van de sociale discriminations) Wet nr. 2008-496 van 27 mei 2008 betreffende diverse geïndividualiseerde uitkeringen voor zelfstandig wonenden en sociale basisdiensten. omzettingsbepalingen van het gemeenschapsrecht op het gebied van maatregelen) 4.Informatie- en documentatiediensten ten behoeve van de sociale basisdiensten. bestrijding van discriminatie (Loi n° 2008-496 du 27/05/2008 portant Sociale en beroepsintegratie: toewijzing en financiering van de RSA-uitkering 5.5.Promotie en beheer van diensten, verstrekkingen en middelen voor het verzekeren van (voorheen: RMI-uitkering; revenu minimum d'insertion - minimum integratiegespecialiseerde sociale bijstand ter waarborging van de dekking van de benodigde sociale diverses dispositions d’adaptation du droit communautaire dans le domaine de la lutte contre les discriminations) uitkering) sinds 2009; beheer van het bijstandsfonds voor jongeren (fonds zekerheid voor de bevolking die onder hun territoriale bevoegdheid valt. Wet nr. 2003-289 van 31 maart 2003 betreffende de verzekering van het ved’aide aux jeunes - FAJ) ter bevordering van de sociale en beroepsintegratie 6.Bevorderen van gemeenschapsorganisaties en -projecten om een beter beheer en een Wet nr. 2005-102 van 11 februari 2005 betreffende gelijke rechten en kans van probleemjongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar, door het verlenen van betere voorziening van de benodigde sociale zekerheid te verkrijgen. Departementaal schema gehandicapten bijstand en tijdelijke ondersteuning in noodsituaties, individuele bijstand en 7.Levering van overheidsdiensten met een bovengemeentelijk karakter: bevorderen en/of begeleiding bij de sociale en beroepsintegratie beheren van gespecialiseerde sociale diensten (afhankelijk van elke zelfstandige gemeenscha Algemene wet regionale overheden Wet sociale zekerheid en gezinnen (Code de l'action sociale et des famillesBijstand bij huisvesting: solidariteitsfondsen voor huisvesting die uitsluitend door Departementaal actieplan voor huisvesting van kansarmen Rechtsbescherming van de jeugd Wet nr. 2007-293 van 5 maart 2007 tot hervorming van de kinderbescherm Maatregel ter bevordering van gelijke kansen, diversiteit en Departementaal schema kinderen sociale cohesie (in het gebied uitgevoerde maatregelen voor het versterken en o Wet van 7 maart 2007 betreffende hervorming van rechtsbescherming van sociale banden, gebruikersrechten en burgerparticipatie) volwassenen (Loi du 7 mars 2007 portant réforme de la protection juridiqueBijstand bij huisvesting (verbeteren van de toegang tot informatie voor rechthebbenden, aanbieden van woningen en huisvesting die zijn afgestemd op van betrokkenen, zorgen voor kredietwaardigheid en begeleiden van huishouden
2/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
GEMEENTE
Lokale plannen voor sociale integratie Voorbeelden: Gemeentelijk plan voor sociale integratie. Barcelona integratie 2005-2010 Lokaal plan voor integratie en sociale cohesie van Sant Boi de Llobregat Lokaal plan voor sociale integratie van Santa Coloma de Gramenet Lokaal plan voor integratie en sociale cohesie van Lleida Plan voor sociale integratie van de stad Madrid 2010-2012 Gemeentelijk actieplan voor sociale integratie van Avila 20092015 Plan voor sociale integratie van Toledo 2007-2010 V Gemeentelijk plan sociale dienstverlening voor sociale integratie van Malaga 2009-2013 Gemeentelijk plan voor sociale integratie van Valencia 2006-2010
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
Algemene wet regionale overheden 1.Sociale dienstverlening, promotie en sociale re-integratie (verplicht voor gemeenten met Wet sociale zekerheid en gezinnen - geconsolideerde versie van meer dan 20 000 inwoners). 2.Sociale dienstverlening primaire of basisbescherming. Deze omvat in de meeste autonome 27 januari 2011 gemeenschappen: onderzoek naar en signalering van de sociale behoeften in het gebied, in het bijzonder van risicosituaties; planning en programmering van diensten in het gebied; stimulering van burgerparticipatie; preventieve functies, gemeentelijke projecten, maatregelen voor sociale, beroeps- en educatieve integratie, sociale ontwikkeling van personen en groepen, beheer van centra, diensten en verstrekkingen die behoren bij de primaire sociale of basisbescherming die de volgende aspecten omvat: -Informatie, oriëntatie en evaluatie; -Huurbescherming voor mensen die sociaal worden buitengesloten en alternatieve huisvesting. -Sociale maaltijdverstrekkingen. -Externe sociaal-educatieve bijstandsdiensten voor kinderen en jongeren, met voorrang voor risicosituaties. -Zorgdiensten in de thuissituatie: persoonlijke zorg, sociale bijstand en hulp in de thuissituatie voor mensen die zelfstandigheid missen of die een maatschappelijk risico vormen. -Sociale dienstverlening in noodsituaties waarbij gerichte, dringende en basale zorg dient te wo -Procedures betreffende het minimum integratie-inkomen. 3.Bevorderen van instelling en beheer van gepersonaliseerde zorgdiensten (afhankelijk van elk 4.Optreden bij controle op naleving van de leerplicht. 5.Participatie in het functioneren van primaire gezondheidszorg. 6.Bijkomende activiteiten op het gebied van de ontwikkeling van vrouwen, jongeren, gezondhe
Aanvullende, boven de door het departement genomen, maatregelen met de gemeentelijke centra voor sociale bijstand (centres communaux d’action sociale - CCAS), die met name de sociale behoeften van de bevolking onderzoeken en bemiddelen bij aanvragen van sociale bijstand Geheel of gedeeltelijk beheer, gedelegeerd door het departement, van het bijstandsfonds voor jongeren Bijstand bij toegang tot sociale woningbouw, bouw en beheer van sociale woningen Bijstand aan gezinnen en alleenstaanden met financiële problemen (financiële bijstand en voedselhulp) Bijstand voor werkzoekenden bij alle te ondernemen acties Bijstand bij verzelfstandiging van gehandicapten of ouderen en bestrijding van eenzaamheid, onderzoek van dossiers betreffende gepersonaliseerde zelfstandigheidsuitkeringen (allocation personnalisée d’autonomie - APA) waaruit gedeeltelijk de persoons- en technische bijstand wordt gefinancierd die het mogelijk maakt dat mensen thuis kunnen blijven wonen (maaltijdbezorging aan huis, telezorg)
3/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
ITALIË REFERENTIEPLAN/WET
CYPRUS BEVOEGDHEDBEVOEGDHEDEN
1) vaststelling algemene grondbeginselen op het gebied van sociale dienstverlening; 2) vaststelling van gemeenschappelij Voorgaande plannen: ke strategieën Nationaal actieplan 2006 - 2008; tussen nationale, regionale en lokale overheden; 3) opheffing van economische en sociale belemmeringen; 4) bepaling van de fundamentele niveaus van verstrekkingen inzake sociale rechten; 5) waarborging en erkenning van onschendbare mensenrechten; 6) vaststelling van algemene onderzoeksnorme n; 7) sociale zekerheid; 8) open coördinatie op Europees niveau (gezamenlijke bestrijding van armoede door de landen van Grondwet van de Italiaanse Republiek, artikel 117 en 118; 1) Invoering van wetgevend besluit van 30 december 1992, nr. 502; het regionaal plan wetgevend besluit van 31 maart 1998, nr. 112; wet van voor sociale 8 november 2000, nr. 328 (kaderwet inzake invoering van dienstverlening 2) het geïntegreerd stelsel van bijstand en sociale Invoering van dienstverlening); wetgevend besluit van 18 augustus 2000, oriënterende en nr. 267 (enkele tekst van de wetten inzake de structuur van coördinerende lokale overheden), artikel 31 tot en met 34; Regionale wet maatregelen voor de werking van de van 8 januari 2004, nr. 1; Regionaal plan voor sociale dienstverlening; sociaal gezondheidszorgplan 2007-2010 sociale dienstverlening 3) Opstelling van criteria voor goedkeuring, accreditering en controle van structuren voor bijstand en sociale dienstverlening; 4) Vaststelling van kwaliteitseisen voor sociale diensten, steun en verstrekkingen; 5) Vaststelling van minimumnormen voor partijen die in de sector werkzaam zijn; 6) Verwezenlijking, ondersteuning en promotie van initiatieven met een regionaal belang; 7) Instelling van regionale Grondwet van de Italiaanse Republiek; Nationaal actieprogramma 2010 voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting ; Nationaal strategisch rapport 20082010; Nationaal plan voor sociale integratie 2008-2010; Conferentie regio's - lokale overheden;
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
REFERENTIEPLAN/WET
BEVOEGDHEDEN
1. De taken van het verantwoordelijke ministerie van Sociale Zekerheid zijn als volgt: 1) ontwikkelen van de strategie en vaststellen van de ontwikkelingsvooruitzichten op het gebied van de sociale bijstand; 2) opdracht geven tot en financieren van onderzoeken, keuringen en analyses op het gebied van de sociale bijstand; 3) zorgen voor controle op naleving van de voorschriften genoemd in artikel 22, lid 8; 4) onderzoeken van de doelmatigheid van de sociale bijstand; 5) analyseren en bevorderen van nieuwe vormen en methoden voor maatregelen op het gebied van sociale bijstand, en zorgen voor opleiding van leidinggevend personeel; 6) zorgen voor controle van de inhoud van de opleiding op het gebied van organisatie van de sociale bijstand en van specialisatie van het beroep van maatschappelijk werker; 7) ontwikkelen en financieren van beschermingsprogramma's; 7a) financieel ondersteunen van programma's op een door de minister vastgesteld specifiek gebied van sociale bijstand, dat door territoriale overheden of door gemachtigde personen als bedoeld in artikel 25, lid 1, wordt uitgevoerd; 8) door middel van administratieve besluiten goedkeuring verlenen aan scholingsprogramma's voor pleeggezinnen; 9) vaststellen van taken van de overheidsdienst op het gebied van onderhoud en ontwikkeling van het computersysteem van organisatie-eenheden van sociale bijstand in de woiwodschappen, toewijzen van de voor cofinanciering bestemde middelen en controle uitoefenen op het functioneren van genoemd systeem; 10) samenwerken met non-gouvernementele organisaties. 10a). Voor de keuze van programma's als bedoeld in punt 1, alinea 7a, dient een beroep te worden gedaan op de bepalingen van de wet van 24 april 2003 betreffende werkzaamheden van maatschappelijk belang en vrijwilligerswerk (gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Polen, nr. 96, 873, volgnummer 873, gewijzigde versie). 10b). De minister kan de uitvoering van de programma's die hij financieel ondersteunt, controleren en beoordelen. 2. De verantwoordelijke minister stelt de sociale zekerheid bij verordening vast: 1) de werkwijze van organisatie-eenheden van sociale bijstand, de normen voor de verschillende soorten voorzieningen, de kwalificaties van degen 2) de voorschriften voor de uitoefening van beroepsactiviteiten binnen de organisatie-eenheden van sociale bijstand, met inachtneming van de ethische 3) de wijze waarop de ontvangst en hulpverlening in organisatie-eenheden van sociale bijstand die zijn opgezet ter uitvoering van onder de bevoegdheid 3. De minister van Sociale Zaken stelt, in overleg met de voor informatisering bevoegde minister, bij verordening vast: 1) de specificaties van de IT-systemen als bedoeld in artikel 17, lid 1, onder 17, artikel 19, onder 17, artikel 21, onder 7 en artikel 22, onder 12, die door 2) de normalisatievereisten op het gebied van veiligheid, rendement en ontwikkeling van dit systeem; 3) de procedures voor de controle van de conformiteit van de computerprogramma's met de systeemvereisten, met het oog op de waarborging van sam 4. Indien het voor de tenuitvoerlegging van de bij wet vastgelegde taken noodzakelijk is dat informatie met behulp van IT-systemen wordt overgedragen, 4a. De minister van Sociale Zaken kan een centraal register opzetten waarin de gegevens worden verzameld over organisatie-eenheden van sociale bijs 5. De minister van Sociale Zaken houdt, wanneer hij de bij de wet op de informatieoverdracht via elektronische communicatiemiddelen vastgelegde take
Op Cyprus valt de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van de Staat, in het bijzonder de socialezekerheidsdiensten binnen het ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid.
De taken van de uitvoerende macht in het woiwodschap zijn: 1) ontwikkelen, bijwerken en toepassen van de strategie van het woiwodschap op het gebied van sociaal beleid. Dit beleid vormt een integrerend onderdeel van de ontwikkelingsstrategie van het woiwodschap en omvat met name handelingsprogramma's ter bestrijding van sociale uitsluiting en ter bevordering van gelijke kansen voor gehandicapten, sociale bijstand, preventie en oplossing van alcoholproblemen en samenwerking met nongouvernementele organisaties – na raadpleging van de districten; 2) organiseren van opleiding, (...) besturen van de openbare scholen van de sociale diensten, evenals het verzorgen van de beroepsopleiding van het leidinggevend personeel van de sociale bijstand; 3) aandacht vestigen op de oorzaken van armoede, alsmede het ontwikkelen van regionale sociale bijstandsprogramma's die de lokale gemeenschappen ondersteunen bij hun maatregelen ter bestrijding van armoede; 4) leiden van beraadslagingen over nieuwe oplossingen op het gebied van sociale bijstand en promoten van deze oplossingen; 5) organiseren en leiden van regionale organisatorische afdelingen van sociale bijstand; 6) oprichting van een databank met vacatures bij de opvangcentra en jeugdzorginstellingen op het grondgebied van het woiwodschap; 7) opstellen van een behoefteninventarisatie op het gebied van sociale bijstand en deze jaarlijks, uiterlijk op 1 maart, aan het woiwodschap sturen; 8) oprichten en onderhouden van een regionaal centrum voor sociaal beleid (...).
Niet relevant (door de geringe grootte van het land en de beperkte bevolkingsomvang, is Cyprus niet voor administratieve doeleinden in regio's verdeeld. Voor statistische doeleinden wordt het land als één regio beschouwd.)
De socialezekerheidsdiensten hebben tot doel de sociale cohesie en solidariteit te behouden, sociale bescherming te bieden, te werken aan sociale integratie en gelijke kansen voor alle Cypriotische burgers te bevorderen, armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en de belangen van personen, gezinnen en gemeenschappen te bevorderen. Voor meer informatie: http://www.mlsi.gov.cy/mlsi/sws/sws.nsf/dmlmissi on_en/dmlmission_en?OpenDocument
Het woiwodschap heeft de volgende taken: - controleren of de voorschriften van de herstelprogramma's worden nageleefd door de afdelingen belast met de organisatie van de sociale bijstand, alsm - verlenen en intrekken van voorwaardelijke vergunningen voor beheer van sociale bijstandscentra en beheer van opvangcentra en jeugdzorginstellinge - beheren van het register van sociale bijstandscentra en van centra voor permanente zorg voor gehandicapten, chronisch zieken of ouderen; - coördineren van maatregelen op het gebied van integratie van buitenlanders die in de Republiek Polen de vluchtelingenstatus of een subsidiaire besch - aanwijzen van het beheercentrum voor de database met gegevens van kinderen in afwachting van adoptie en geschikte kandidaatpleeggezinnen, alsm - uitoefenen van supervisie over taken die zijn toebedeeld aan gemeenten, districten en aan het woiwodschap en daarbij toezicht houden op onder mee - zorg dragen voor controle van begeleiders en andere pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn in centra voor toezicht en opvoeding en in centra v - controleren van de kwaliteit van de dienstverlening; - controleren van centra voor permanente zorg voor gehandicapten, chronisch zieken of ouderen; - opmaken van de balans en beoordelen van de doelmatigheid van de sociale bijstand, rekening houdend met de behoefteninventarisatie die is opgeste - opstellen van rapporten en deze aan het ministerie van Sociale Zekerheid sturen; - financieel ondersteunen van programma's in een bepaald gebied van sociale bijstand;
4/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
Regionale wet van 8 januari 2004, nr. 1 Wetgevend besluit van 18 augustus 2000, nr. 267 (enkele tekst van de wetten betreffende de structuur van lokale overheden) artikel 31 tot en met 34; Statuut van de instelling; Plannen per bedrijfstak;
1) Gedeelde bevoegdheden in verhouding tot de programmering van het geïntegreerd systeem van steunmaatregelen en sociale dienstverlening; 2) Sociaaleconomisc he programmering inzake gebied en milieu; 3) Opstelling van plannen per bedrijfstak in samenwerking met lokale overheden; 4) Opstelling en uitvoering van werkplannen; 5) Scholingsactiviteit en voor alle lagen van de bevolking; 6) Projecten en steunmaatregelen voor sociale integratie;
De volgende taken zijn rechtstreeks opgelegd aan de districten (powiaty): - ontwikkelen en uitvoeren van de districtsstrategie om sociale problemen op te lossen. Hierbij wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op sociale bijstandsprogramma's, steun aan gehandicapten en andere bijstandsvormen die tot doel hebben personen en gezinnen uit risicogroepen te integreren; - regelen van plaatsing in pleeggezinnen en verlenen van financiële bijstand ter gedeeltelijke dekking van de kosten die verband houden met het onderhoud van de in deze gezinnen geplaatste kinderen; - waarborgen van zorg voor en opvoeding van kinderen die geheel of gedeeltelijk ouderlijke zorg missen. Daartoe organiseren en beheren zij in het bijzonder adoptie- en zorgcentra en opvang- en opvoedingscentra voor kinderen en jongeren; - verzekeren van kosten van onderhoud van kinderen uit het district, die in opvangcentra, jeugdzorginstellingen of pleeggezinnen zijn geplaatst; - verlenen van financiële bijstand op weg naar zelfstandigheid, evenals voortgezette opvoedingszorg bij het verlaten van opvangcentra en jeugdzorginstellingen met huiskamergroepen en socialisatiecentra, centra voor sociale bijstand van kinderen en jongeren met een geestelijke handicap, centra voor moeders met jonge kinderen en zwangere vrouwen, pleeggezinnen alsmede opvangcentra voor minderjarigen, justitiële jeugdinrichtingen, speciale centra voor scholing en opvoeding, speciale opvoedingscentra, sociale jeugdbehandelingscentra voor permanente zorg of jeugdopvoedingscentra; - hulp aan mensen met maatschappelijke aanpassings- en integratieproblemen, in het bijzonder aan jongeren bij het verlaten van opvangcentra, jeudzor - invoeren en ontwikkelen van een infrastructuur voor sociale bijstandscentra met een bovengemeentelijk karakter; - invoeren van beschermde huisvesting voor mensen uit een gebied dat groter is dan de gemeente en districtscentra voor bijstand.
Voor administratieve doeleinden is Cyprus in zes districten verdeeld. Elke district staat onder leiding van een prefect, een hooggeplaatste ambtenaar die door de regering als lokaal vertegenwoordiger wordt benoemd. Hij is de hoofdcoördinator en verbindingsbeambte voor de activiteiten van alle ministeries in het district en hij is verantwoording verschuldigd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. De diensten van het district bestaan niet uit gekozen lokale of regionale overheden, maar zijn onderdeel van de overheidsdienst. De districten dragen geen verantwoordelijkheid voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
De volgende taken van de centrale overheid zijn ter uitvoering aan de districten gedelegeerd: 1) bijstand aan buitenlanders in de Republiek Polen met een vluchtelingenstatus of een subsidiaire bescherming in het kader van een individueel integratieprogramma; 2) organiseren en ontwikkelen van infrastructuren voor bijstandscentra voor mensen met psychiatrische problemen; 3) vervullen van taken die voortvloeien uit sociale bijstandsprogramma's van de regering ter bescherming van de levensstandaard van personen, gezinnen en sociale groepen, evenals het ontwikkelen van gespecialiseerde bijstand; 4) bijstand aan buitenlanders op het gebied van spoedeisende steunmaatregelen; 5) financieren van het verblijf in opvangcentra en jeugdzorginstellingen of in pleeggezinnen voor kinderen van buitenlanders; 6) vervullen van taken op het gebied van internationale adoptie van kinderen.
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
5/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep bestrijding armoede en sociale uitsluiting Bijlage 1
Wet van 8 november 2000 nr. 328 (kaderwet inzake invoering van het geïntegreerd systeem van bijstand en sociale dienstverlening - loi-cadre pour la réalisation du système intégré d'interventions et services sociaux); Wetgevend besluit van 18 augustus 2000, nr. 267 (enkele tekst van de wetten betreffende de structuur van lokale overheden) artikel 31 tot en met 34; Regionale wet van 8 augustus 2004, nr. 1 (Loi régionale du 8 janvier 2004, n. 1); Statuut van de instelling; Streekplannen 2010; Handvest van diensten;
f_cdr3662-2011_rs_nl part 2
1) Gedeelde bevoegdheden op basis van het regionaal programma; 2) Programmering en uitvoering van het lokale systeem voor sociale interventie in het netwerk; 3) Sociale gezondheidsbesc herming en bescherming van het recht op gezondheid; 4) Administratieve functies voor organisatie en beheer van basisscholingsacti viteiten voor uitvoerders van de sociale dienstverlening op basis van de streekplannen; 5) Scholing van in de sector werkzame partijen; 6) Ontwikkeling en invoering van streekplannen voor sociale dienstverlening; 7) Bevordering van ontwikkeling
1. De hiernavolgende verplichte taken zijn voorbehouden aan de gemeenten (gminy): - ontwikkelen en uitvoeren van de gemeentestrategie om sociale problemen op te lossen. Hierbij wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op programma's voor sociale bijstand, preventie en oplossing van alcohol- en andere problemen, die tot doel hebben personen en gezinnen uit risicogroepen te integreren; - opstellen van een behoefteninventarisatie van de gemeente op het gebied van sociale bijstand; - zorgen voor onderdak, voedsel en de noodzakelijke kleding voor mensen die dit niet hebben; - toekennen en uitkeren van socialezekerheidsuitkeringen; - betalen van ouderdoms- en pensioenpremies voor mensen die stoppen met werken om rechtstreeks en persoonlijk een ernstig of chronisch ziek lid van hun huishouden te gaan verzorgen; - tot stand brengen van een sociale werkvoorziening; - organiseren en leveren van zorgdiensten; - beheren en waarborgen van plaatsen in de opvang- en opvoedingscentra; - instellen van een gemeentelijk systeem voor preventie en zorg ten behoeve van kinderen en gezinnen; - verstrekken van aanvullende maaltijden aan kinderen; - verzorgen van begrafenissen, met inbegrip van begrafenissen van personen zonder vaste verblijfplaats; - geven van voorlichting over het sociale bijstandcentrum en dragen van de verblijfskosten van inwoners van de gemeente die in dit centrum verblijven; - bijstand verlenen aan mensen die moeite hebben met re-integratie in de maatschappij na vrijlating uit een gevangenis; - oprichten en in stand houden van sociale bijstandscentra; - betalen van premies ziektekostenverzekering. 2. De hiernavolgende taken zijn rechtstreeks aan de gemeenten toebedeeld: - toewijzen en uitkeren van bijstand ter bevordering van economische onafhankelijkheid in de vorm van uitkeringen, leningen of bijstand in natura; - samenwerken met het arbeidsbureau van het district. 3. De ter uitvoering aan de gemeenten gedelegeerde taken van de centrale overheid zijn als volgt: - organiseren en leveren van gespecialiseerde zorg in de thuissituatie voor mensen met psychiatrische problemen; - toewijzen en uitkeren van specifieke uitkeringen ter dekking van uitgaven die verband houden met natuur- of milieurampen; - beheren en ontwikkelen van de infrastructuur van sociale wederzijdse bijstand voor mensen met psychiatrische problemen; - toewijzen en uitkeren van specifieke uitkeringen en verstrekken van onderdak, maaltijden en de noodzakelijke kleding aan buitenlanders.
De gemeentelijk wet uit 1985 wijst geen verantwoordelijkheden aan gemeentebesturen toe voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Desalniettemin zijn Cypriotische gemeentebesturen echter veelvuldig actief op dit gebied en de meeste van deze besturen hebben diensten opgericht die zich met deze kwesties bezighouden. Met behulp van gemeentegelden wordt een scala aan verschillende maatregelen uitgevoerd. In bepaalde gevallen worden maatregelen medegefinancierd door de EU via Europese programma's.
6/6
Actieplan van het netwerk voor subsidiariteitstoezicht Rapport van de werkgroep voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting Bijlage 2
BIJLAGE 2 – A – DE MAATREGELEN EN PRAKTIJKEN DIE MOETEN WORDEN ONTWIKKELD OM GEZOND OUDER WORDEN TE BEVORDEREN PREVENTIE
► Controle-, beoordelings- en screeningsonderzoeken efficiënter en regelmatiger uitvoeren en voor iedereen toegankelijk en betaalbaar maken; ► Behandelingen die beperkingen kunnen voorkomen voor iedereen toegankelijk maken (vermijdbaar gehoorverlies verminderen door passende
EN
preventiemaatregelen); ► Een positieve houding ten opzichte van de geestelijke gezondheidszorg tijdens het gehele leven bevorderen door voorlichtingscampagnes en door
BEHANDELING
bestaande ideeën over gezondheidsproblemen en geestesziekten uit de weg te ruimen; ► Mensen aanmoedigen en in staat stellen zich gedurende hun hele leven te ontwikkelen op de gebieden self-efficacy, cognitieve capaciteiten (probleemoplossing) en de vaardigheid probleemsituaties doeltreffend het hoofd te bieden; ► Iatrogene ziekten (ziekten en beperkingen die door medische handelingen zijn veroorzaakt) voorkomen door methoden te ontwikkelen ter preventie van bijwerkingen van geneesmiddelen, waarbij ouderen bijzondere aandacht krijgen; ► Bewustwordingscampagnes houden onder zorgverleners en het grote publiek over de relatieve risico’s en de voordelen van moderne behandelingen.
TOEGANKELIJKHEID
► Normen opstellen en zorgcentra voor ouderen creëren om beperkingen of de verergering van beperkingen te voorkomen; ► Zorg dragen voor kwalitatief hoogstaande eerstelijnsgezondheidszorg (zowel voor acute als chronische ziekten) die voor iedereen in gelijke mate toegankelijk en betaalbaar is, evenals voorzieningen die gericht zijn op langdurige zorg;
VEILIGHEID
► Letsel voorkomen door oudere voetgangers in het verkeer te beschermen, door ervoor te zorgen dat ouderen zich veiliger kunnen verplaatsen, door campagnes op te zetten over valpreventie, door de risico’s in en om het huis te beperken en door niet te besparen op veiligheidscommissies; ► Ervoor zorgen dat de veiligheidsnormen die werknemers op leeftijd moeten beschermen, worden nageleefd en werkomgevingen veranderen, zowel in de
AUTONOMIE
formele sector als in de parallelle sector, zodat mensen in aangepaste vorm en volkomen veilig aan het werk kunnen blijven; ► Mogelijkheden creëren voor begeleid wonen voor ouderen met een beperking; ► Er zorg voor dragen dat openbare gebouwen en openbaar vervoer toegankelijk zijn voor mensen met een beperking; ► Beleid en programma’s ontwikkelen die de kwaliteit van leven van mensen met een beperking of chronische ziekte verbeteren; ► Mensen helpen hun zelfstandigheid en kwaliteit van leven te behouden door bij te dragen aan de inrichting van hun omgeving en door ervoor te zorgen dat er voorzieningen voor revalidatie en ondersteuning in de buurt zijn die betaalbaarder, toegankelijker en praktischer worden gemaakt.
SOCIALE
► Het risico op eenzaamheid en sociaal isolement verkleinen door ondersteuning te bieden aan lokale organisaties waar ouderen de drijvende kracht achter vormen, traditionele verenigingen, (zelf)hulpgroepen, praatgroepen, clubs waar mensen van dezelfde generatie of hetzelfde beroep bijeenkomen,
EN
buurtbezoeken en de telefonische en online hulpdiensten die mantelzorgers een luisterend oor bieden en ze met raad en daad bijstaan; ► Contacten tussen de generaties stimuleren en woningen bieden die dagelijkse sociale interactie en solidariteit tussen ouderen en jongeren
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Bladzijde 1 van 42
PSYCHOLOGISCHE ONDERSTEUNING
(intergenerationele solidariteit) in de hand werken; ► De ervaring en sterke punten van ouderen erkennen en benutten en ouderen tegelijkertijd helpen hun psychologisch welzijn te verbeteren; ► Ouderen volledige zorg op het gebied van de geestelijke gezondheid bieden, van eenvoudige voorlichting over een goede geestelijke gezondheid tot de behandeling van geestesziekten, inclusief de eventuele resocialisatie en re-integratie in de maatschappij; ► Speciale aandacht besteden aan de toename van depressies, aan suïcidale gedachten als gevolg van het verlies van een dierbare en aan sociaal isolement; ► Kwalitatief hoogstaande zorg leveren aan ouderen die aan dementie lijden of andere neurologische en cognitieve problemen hebben, bij de zieke thuis of in een instelling als dat de beste oplossing blijkt te zijn; ► Speciale aandacht besteden aan ouderen die langdurige intellectuele beperkingen hebben.
AANGEPASTE
► Richtlijnen en voorlichtingscampagnes opstellen die specifiek op deze bevolkingsgroep gericht zijn en aangepaste lichamelijke activiteiten promoten; ► Gelegenheden voor lichamelijke activiteit aanbieden die voor iedereen toegankelijk zijn (veilige gebieden en parken);
LICHAMELIJKE
► Ondersteuning bieden aan ambtenaren en seniorenclubs die regelmatige, aangepaste lichamelijke activiteiten bij ouderen stimuleren; ► Federaties, verenigingen en mensen uit het maatschappelijk middenveld die culturele, sportieve en recreatieve activiteiten aanbieden voor ouderen,
ACTIVITEIT
ondersteunen (het ontwikkelen en initiëren van programma’s en innovatieve, aangepaste voorzieningen stimuleren); ► Voorlichtings- en bewustwordingscampagnes houden bij de bevolkingsgroep en mensen die met ouderen werken, waarin wordt benadrukt dat actief blijven van wezenlijk belang is voor een gezonde oude dag; ► Uit preventief oogpunt cursussen lichamelijke activiteit ontwikkelen die aan ouderen kunnen worden voorgeschreven en centra opzetten waar de lichamelijke conditie wordt beoordeeld.
VOEDING
► Zorgen voor goede voeding gedurende het hele leven, met name gedurende de kindertijd en de vruchtbare periode van vrouwen; ► Er zorg voor dragen dat er in het nationaal voedingsbeleid en in de actieplannen wordt erkend dat ouderen een potentieel kwetsbare groep vormen en
DIEET
dat hierin speciale maatregelen worden opgenomen om ongezonde voeding te voorkomen en een goede hygiëne en de voedselveiligheid van ouderen te waarborgen; ► Richtlijnen opstellen die specifiek op deze bevolkingsgroep gericht zijn en gezonde voeding voor ouderen promoten; ► Verbetering van het voedingspatroon en het vasthouden van een optimaal gewicht tijdens het ouder worden stimuleren door middel van een voorlichtingscampagne die zich met name richt op de specifieke voedingsbehoeften van ouderen en informatie geeft over evenwichtige voeding voor alle leeftijden, en door middel van voedingsbeleid dat mensen in staat stelt goede voedingsgewoonten te ontwikkelen.
BREDE
► Leeftijdsdiscriminatie in de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening uitbannen; ► De coördinatie tussen de diensten in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening verbeteren en beide systemen integreren;
AANPAK
► Toepasselijke normen formuleren en toepassen voor de zorg aan ouderen door middel van regelgeving, leidende beginselen, voorlichtings-, consultatieen samenwerkingscampagnes;
VAN DE ZORG
► Beleid, programma’s en diensten verzorgen die ouderen in staat stellen zelfstandig te blijven wonen, met of zonder andere familieleden, afhankelijk van hun financiële middelen en voorkeur;
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 2 van 42
► Hulp bieden aan families die ouderen die zorg nodig hebben, zelf opvangen; ► Maaltijden, hulp in het huishouden en thuiszorg aanbieden als dat nodig is. BEWUSTWORDING
► Activiteiten voor ouderen stimuleren en organiseren, in gestructureerde of ongestructureerde, formele of informele vorm; ► Beleid en programma’s ontwikkelen op het gebied van de arbeidsmarkt en werkgelegenheid die de participatie van ouderen aan belangwekkende activiteiten mogelijk maken, afhankelijk van de behoeften, voorkeuren en capaciteiten van een ieder (zoals het schrappen van de maximumleeftijd voor het aanwerven en in dienst houden van werknemers op leeftijd);
PARTICIPATIE
► Pensioenhervormingen steunen als deze gericht zijn op stimulering van de productiviteit, diversificatie van de uittredingsregelingen en meer flexibiliteit in de aangeboden opties (gedeeltelijke uittreding in meerdere stappen); ► Beleid en programma’s goedkeuren die de bijdrage die ouderen in de vorm van onbetaald werk in de informele sector en hulp binnen het gezin leveren,
EN
erkennen en ondersteunen; ► Het belang van vrijwilligerswerk erkennen en de aan ouderen geboden mogelijkheden om aan nuttige vrijwillige activiteiten deel te nemen, verveelvoudigen, met name voor ouderen die graag iets willen doen, maar dat niet denken te kunnen om gezondheidsredenen, financiële redenen of
ACTIEF
omdat zij geen vervoer hebben; ► Ouderen laten participeren in de politieke besluitvorming met betrekking tot hun rechten; ► Ouderen betrekken bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening in de buurt en
BURGERSCHAP
vrijetijdsprogramma’s; ► Ouderen betrekken bij de voorlichting over ziekten en de preventie daarvan; ► Ouderen betrekken bij onderzoeksprojecten over actief ouder worden, als adviseurs, interviewers en geïnterviewden; ► Hun bijdrage steunen om het beeld dat men heeft van actief ouder worden, te doen verschuiven en een maatschappij voor alle leeftijden te creëren; ► Ontmoetingen tussen de generaties organiseren in scholen en instellingen; ► Ouderen aanmoedigen zich als voorbeeld voor het actief ouder worden en als raadgever voor jongere generaties op te stellen; ► Een brede waaier aan huisvestingsmogelijkheden bieden zodat ouderen geen last hoeven te hebben van de nadelen die afhankelijkheid met zich meebrengt en hen stimuleren volwaardig mee te draaien in het familie- en gemeenschapsleven; ► Er zorg voor dragen dat de levens van mensen minder strikt worden gescheiden in de periodes dat zij zich bezighouden met onderwijs, werk en zorgtaken binnen het gezin; ► De samenwerking tussen niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met kinderen, jongeren en ouderen bevorderen; ► De jeugd een positief beeld geven door in samenwerking met ouderenbonden en de media een positief en realistisch beeld van actief ouder worden neer te zetten en didactisch materiaal over het onderwerp te ontwikkelen; ► Negatieve stereotypen en vooroordelen over ouderen bestrijden; ► Organisaties die ouderen vertegenwoordigen, ondersteunen: de leden van deze organisaties de financiële steun en kennis geven om de gezondheid, de veiligheid en de volwaardige participatie van ouderen aan alle aspecten van de maatschappij zo goed mogelijk te kunnen verdedigen, ondersteunen en verbeteren.
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 3 van 42
BIJLAGE 2 – B – BESTUURLIJKE EN TERRITORIALE ORGANISATIE IN HET EUROMEDITERRANE GEBIED NUTS NUTS I Interregionaal niveau
FRANKRIJK (FR) Planregio’s (de zogenaamde ZEAT of ‘zone d’étude et d’aménagement du territoire’)
SPANJE (ES) Regio’s (‘agrupación de comunidades autónomas’)
ITALIË (IT)
Regiogroepen (gruppi di regioni)
Autonome gemeenschappen of NUTS II
Regio’s (‘régions’): 22 in het
(‘comunidades y ciudades
Regio’s (regioni): 15 + 5 met een
Regionaal niveau
moederland en 4 overzee
autonomas’): 17 autonome
bijzonder statuut
gemeenschappen en 2 autonome
Overgangsniveau
96 in het moederland en 4 overzee
LAU I
Communautés d’agglomérations / Communautés de communes (intergemeentelijke samenwerkingsverbanden)
Lokaal niveau
LAU II
Gemeenten (municipalités):
Lokaal niveau
steden/dorpen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Provincies (provincias / diputaciones): 50 + eilanden + Ceuta en Melilla Gemeenten (municipios): 81 000
(‘continente’)
regio’s (comissões de coodenação regional + Regiões autónomas): 5 administratieve regio’s + 2 autonome regio’s
steden Departementen (départements):
Het Portugese vasteland
Administratieve en autonome
autonome gemeenschappen
NUTS III
PORTUGAL (PT)
Provincies (provincie): 123 provincies
Gemeenten (comuni)
Districten (concelhos): 18
Gemeenten (municipios): 308
Dorpen (freguesias): 45 252
Pagina 4 van 42
Ruimtelijke ordening
In
alle
gevallen
is
het
gemeentebestuur
verantwoordelijk
voor
de
bestemmingsplannen en neemt het gemeentebestuur de beslissing of er Toezicht op projectontwikkeling
vergunningen worden afgegeven voor de bouw van nieuwe woningen, stadsontwikkelingsplannen, veranderingen in de bestemming enz. In de meeste landen moeten lokale plannen voor ruimtelijke ordening binnen grootschaligere regionale plannen passen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de bouw van grote industriële projecten en verkeerswegen of het bebouwen van grondreserves. De verantwoordelijkheid voor het bestemmen van grond voor natuurreservaten, recreatiegebieden e.d. ligt over het algemeen op een hoger regionaal niveau.
Toezicht op de
De diensten voor primaire preventie behoren in de meeste Europese landen tot de
volksgezondheid
verantwoordelijkheid van de gemeenten. De inzameling en verwerking van afval is eveneens een zaak van de regionale overheden, maar het bestuurlijk niveau dat daarover gaat verschilt per land.
Parken, groenvoorzieningen
Parken, groenvoorzieningen en recreatiegebieden vallen in alle landen hoofdzakelijk
en recreatiegebieden
onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Het beheer van grote bossen, natuurreservaten en parken van regionaal belang kan op een hoger regionaal niveau plaatsvinden. Regionale overheden beheren over het algemeen sportaccommodaties, bibliotheken, musea en culturele activiteiten, maar er is geen sprake van exclusieve bevoegdheden op nationaal, regionaal, provinciaal of gemeentelijk niveau.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is in alle gevallen een bevoegdheid van de regionale overheid, maar wordt op verschillende niveaus beheerd, afhankelijk van het soort vervoer en het dekkingsgebied. Over het algemeen regelt de regionale overheid de financiering van de openbaarvervoersdiensten, het verkeerstoezicht en het schoolvervoer. De vervoersbedrijven die de bus-, tram- en metrodiensten in grote steden beheren, kunnen eigendom van de gemeente zijn, maar tegenwoordig zijn ze steeds vaker geprivatiseerd.
Maatschappelijke
De regionale overheid is altijd verantwoordelijk voor op mensen gerichte diensten
dienstverlening (behoudens
zoals bejaardentehuizen en thuiszorg voor ouderen, kinderbescherming en hulp
uitkeringen)
voor mensen met een beperking. Deze diensten kunnen volledig door de overheid worden beheerd, maar worden steeds vaker in samenwerking met de particuliere sector en vrijwilligersorganisaties uitgevoerd.
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 5 van 42
FRANKRIJK Beleidsgebied
Bevoegde autoriteit Staat
Regio
Departement
Gemeente
Onderwijs Kleuteronderwijs
x
x
Basisonderwijs
x
x
Middelbaar onderwijs
x
x
x
x
Beroepsonderwijs en technisch onderwijs Hoger onderwijs
x
x
Volksgezondheid Ziekenhuizen
x
Bescherming van de gezondheid
x
x
x
Maatschappelijke dienstverlening Peuterspeelzalen en crèches
x
Gezinshulp
x
Hulp bij huisvesting
x
Sociale zekerheid
x
Huisvesting en stadsontwikkeling Huisvesting
x
x
Stadsontwikkeling
x
Ruimtelijke ordening
x
x
Milieu en openbare hygiëne Water & riolering
x
Inzameling en verwerking van afval
x
Milieubescherming
x
Bescherming van de consument
x
x
x x
Cultuur, vrije tijd & sport Theaters
x
Musea & bibliotheken
x
x x
Parken & groenvoorzieningen Sport & vrije tijd
x x
x
x
Verkeer en vervoer Wegen
x
Vervoer
x
x
Stedelijk wegvervoer Stedelijk spoorwegvervoer
x
x
x
x
x
x
x
Havens
x
x
Vliegvelden
x
x
x
Economische diensten Gas
x
Verwarming
x
Watervoorziening Elektriciteit
x
Stimuleringsmaatregelen
x
x
Handel & industrie
x
x
Toerisme
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
x
x
x
x
x
Pagina 6 van 42
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 7 van 42
SPANJE Beleidsgebied
Bevoegde autoriteit Staat
Regio
Departement
Gemeente
x
x
x
Onderwijs Kleuteronderwijs Basisonderwijs
x
x
x
Middelbaar onderwijs
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ziekenhuizen
x
x
Bescherming van de gezondheid
x
x
Beroepsonderwijs en technisch onderwijs Hoger onderwijs Volksgezondheid
x
x x
Maatschappelijke dienstverlening Peuterspeelzalen en crèches
x
x
x
Gezinshulp
x
x
x
x
x
Hulp bij huisvesting
x
x
Sociale zekerheid
x
x
Huisvesting en stadsontwikkeling Huisvesting
x
x
x
Stadsontwikkeling
x
x
x
Ruimtelijke ordening
x
x
x
Milieu en openbare hygiëne Water & riolering
x
Inzameling en verwerking van afval
x
Slachthuizen
x
Milieubescherming
x
x
x
Bescherming van de consument
x
x
x
Theaters
x
x
x
x
Musea & bibliotheken
x
x
x
x
Cultuur, vrije tijd & sport
Parken & groenvoorzieningen
x
x
Sport & vrije tijd
x
x
x
x
x
Verkeer en vervoer Wegen
x
x
Vervoer
x
x
Stedelijk wegvervoer
x
Stedelijk spoorwegvervoer
x
Havens
x
x x
Economische diensten Gas
x
x
Watervoorziening
x
x
Landbouw, bossen, visserij
x
x
Elektriciteit
x
x
Stimuleringsmaatregelen
x
x
Handel & industrie
x
x
Toerisme
x
x
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
x
x x
x x x
Pagina 8 van 42
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 9 van 42
ITALIË Beleidsgebied
Bevoegde autoriteit Staat
Regio
Departement
Gemeente
Onderwijs Kleuteronderwijs
x
Basisonderwijs
x
Middelbaar onderwijs
x
x
x
x
Beroepsonderwijs en technisch onderwijs
x
Hoger onderwijs Volksgezondheid Ziekenhuizen
x
Bescherming van de gezondheid
x
x
Maatschappelijke dienstverlening Peuterspeelzalen en crèches
x
Gezinshulp
x
Hulp bij huisvesting
x
Sociale zekerheid
x
Huisvesting en stadsontwikkeling Huisvesting
x
Stadsontwikkeling
x
Ruimtelijke ordening
x
Milieu en openbare hygiëne Water & riolering Inzameling en verwerking van afval
x
x
x
x
Milieubescherming
x
x
x
Bescherming van de consument
x
x
x
Cultuur, vrije tijd & sport Theaters
x
Musea & bibliotheken
x
Parken & groenvoorzieningen
x
Sport & vrije tijd
x
x x
x x
Verkeer en vervoer Wegen
x
x
Vervoer
x
x
Stedelijk wegvervoer
x
Stedelijk spoorwegvervoer
x
Havens
x
Vliegvelden
x
Economische diensten Gas
x
Verwarming
x
Watervoorziening
x
Landbouw, bossen, visserij
x
Elektriciteit
x
Stimuleringsmaatregelen
x
x
x
Handel & industrie
x
x
x
Toerisme
x
x
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
x
Pagina 10 van 42
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 11 van 42
PORTUGAL Beleidsgebied
Bevoegde autoriteit Staat
Regio
Departement
Gemeente
Onderwijs Kleuteronderwijs
x
x
Basisonderwijs
x
x
Middelbaar onderwijs
x
Beroepsonderwijs en technisch
x
onderwijs Hoger onderwijs
x
Volksgezondheid Ziekenhuizen
x
Bescherming van de gezondheid
x
Maatschappelijke dienstverlening Peuterspeelzalen en crèches
x
x
Gezinshulp
x
x
Hulp bij huisvesting
x
Sociale zekerheid
x
Huisvesting en stadsontwikkeling Huisvesting
x
x
Stadsontwikkeling
x
x
Ruimtelijke ordening
x
x
Water & riolering
x
x
Inzameling en verwerking van afval
x
x
Slachthuizen
x
x
Milieubescherming
x
x
Bescherming van de consument
x
x
Theaters
x
x
Musea & bibliotheken
x
x
Parken & groenvoorzieningen
x
x
Sport & vrije tijd
x
x
Verkeer en vervoer
x
x
Wegen
x
x
Vervoer
x
x
Stedelijk wegvervoer
x
x
Stedelijk spoorwegvervoer
x
x
Havens
x
Vliegvelden
x
x
Economische diensten
x
x
Gas
x
Watervoorziening
x
x
Landbouw, bossen, visserij
x
x
Elektriciteit
x
x
Stimuleringsmaatregelen
x
x
Handel & industrie
x
x
Toerisme
x
x
Milieu en openbare hygiëne
Cultuur, vrije tijd & sport
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 12 van 42
BIJLAGE 2 – C – SCHEMA’S VOOR DE SPREIDING VAN BEVOEGDHEDEN OP HET VLAK VAN GEZOND OUDER WORDEN (per land en per toepasselijk bevoegdheidsgebied)
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 13 van 42
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN VAN TOEPASSING ZIJNDE BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN OP HET GEBIED VAN GEZOND OUDER WORDEN IN FRANKRIJK NUTS
REGIO (NUTS II)
SPORT, CULTUUR, VRIJE
MAATSCHAPPELIJKE
TIJD EN TOERISME
DIENSTVERLENING EN
VERVOER EN
VOLKSGEZONDHEID
RUIMTELIJKE ORDENING
Cultuur (regionale archieven en
Sociale
musea, behoud van het cultureel
hulp)
erfgoed
en
inventarisatie
monumenten economische Directe
economische
hulp
(conform de Europese wetgeving)
en
(economische
voor
MILIEU, STEDENBOUW,
Middelbaar onderwijs (Franse
Milieu (bescherming, behoud van
lycea)
erfgoed,
inventarisatie
van
monumenten, classificering van
van
kunstwerken, hulp
cohesie
ONDERWIJS EN OPLEIDING
Volksgezondheid
(economische
hulp)
Beroepsonderwijs, onderwijs,
technisch
nascholing
en
leerlingwezen (ontwikkelingsplan
cultuurontwikkeling) Bevordering
van
regionale natuurparken, oprichting van
regionale
openbare
instellingen)
voor het beroepsonderwijs, het
Toerisme (regionale afvaardiging
werkgelegenheid en integratie in
opzetten
van
het arbeidsproces (economische
basis- en vervolgopleidingen voor
(voorbereiding van plannen voor
hulp)
jongeren en volwassenen)
projectontwikkeling en ruimtelijke
het
toerisme,
Regionaal
Comité voor toerisme, regionaal
van
structuren
voor
Ruimtelijke
ordening
plan voor de ontwikkeling van het
ordening, projectovereenkomsten
toerisme)
staat-regio, contracten vastleggen met de projectgebieden, bouw van regionale openbare gebouwen) Schoolvervoer trajecten,
(regionale
verbindingen
algemeen
van
belang),
spoorwegvervoer
(regionaal
vervoer van reizigers) en beheer van grote faciliteiten (havens, vliegvelden, waterwegen) Sport en vrije tijd (facultatief)
Bescherming van de gezondheid
Directe economische hulp (in
Cultuur (departementale musea,
Diensten voor hulp aan gezinnen
Vervoer
(financiering
aanvulling op de regio zoals
archieven,
(bijstand voor kinderen, ouderen
organisatie
van
DEPARTEMENT (NUTS III)
Middelbaar onderwijs (Franse
Stedenbouw (voetpaden)
colleges) erfgoed,
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
centrale
en
niet-stedelijk
Pagina 15 van 42
overeengekomen)
bibliotheken)
en/of mensen met een beperking,
vervoer,
departementale
hulp bij huisvesting)
verbindingen,
interstedelijk
vervoer voor reizigers) Voorzieningen
voor
ouderen
en/of mensen met een beperking,
Ruimtelijke
sociale
(hulpprogramma’s
instellingen
departement, openbare openbare
van
het
faciliteiten,
departementale instellingen
diensten
voor
ordening voor landwegen,
en
rijkswegen,
de
samenwerkingsverbanden
in
overeenkomsten tussen staat en
sociale woningbouw
regio) GEMEENTE (LAU I / LAU II)
Sport, toerisme, vrije tijd
Maatschappelijke
Basisonderwijs (peuterspeelzalen,
Ruimtelijke ordening (algemene
(parken en groenvoorzieningen)
dienstverlening en bescherming
kleuterscholen,
basisscholen,
handvesten
van
schakelklassen,
naschoolse
de
gezondheid
Cultuur (archieven, bibliotheken,
(gemeentelijke instellingen voor
theaters,
maatschappelijke dienstverlening,
gemeentelijke
musea;
instellingen voor kunstonderwijs)
opvang)
voor
gemeentelijke
ontwikkeling, initiatieven voor de herindeling van de districten)
facultatieve diensten, dagopvang
Stedenbouw
en
territoriale coherentie (Schéma de
thuiszorg,
gemeentelijke
gezondheidsdiensten)
(schema
cohérence
voor
territoriale),
bestemmingsplan d’urbanisme),
(Plan
local
mobiliteitsplan
(Plan de déplacement urbain), bestemmingsplan
voor
lange
termijn (Plan d’aménagement et de développement durable))
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 16 van 42
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN VAN TOEPASSING ZIJNDE BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN OP HET GEBIED VAN GEZOND OUDER WORDEN IN SPANJE
COMUNIDADES
SPORT, CULTUUR, VRIJE
MAATSCHAPPELIJKE
TIJD EN TOERISME
DIENSTVERLENING EN
VERVOER EN
VOLKSGEZONDHEID
RUIMTELIJKE ORDENING
Uitbreiding van cultuur
Milieubescherming
Kleuteronderwijs,
dienstverlening (diensten voor
basisonderwijs, middelbaar
Beheer van openbare musea,
hulp
onderwijs, hoger onderwijs
Ruimtelijke ordening
bibliotheken en monumenten
ouderen en/of mensen met een Beroepsonderwijs,
Parken & groenvoorzieningen
aan
gezinnen,
kinderen,
beperking, hulp bij huisvesting) Promotie en organisatie van toerisme Promotie
en
beheer
van
onderwijs,
technisch
nascholing
en
Volksgezondheid (ziekenhuizen,
leerlingwezen (ontwikkelingsplan
Huisvesting
bescherming van de gezondheid,
voor het beroepsonderwijs, het
stadsontwikkeling
hygiëne)
opzetten
activiteiten op het gebied van PROVINCIAS (NUTS III)
MILIEU, STEDENBOUW,
Maatschappelijke
AUTONOMAS (NUTS II) (autonome gemeenschappen)
ONDERWIJS EN OPLEIDING
van
structuren
voor
basis- en vervolgopleidingen voor
sport en vrije tijd
Sociale zekerheid
Sport en vrije tijd
Maatschappelijke
en
Vervoer, grote faciliteiten
jongeren en volwassenen) Stadsontwikkeling
dienstverlening (diensten voor
(provincies) Cultuur Behartiging van de respectieve
(theaters,
bibliotheken)
belangen van de lokale
musea,
hulp
aan
gezinnen,
kinderen,
Huisvesting
ouderen en/of mensen met een beperking, hulp bij huisvesting)
Wegen
gemeenschappen Coördinatie tussen de lokale
Volksgezondheid
besturen
ziekenhuizen)
en
gemeenschappen
de
autonome
van
(zorgcentra,
Spanje
(coördinatie van de gemeentelijke diensten om ervoor zorg te dragen dat de door de gemeentelijke autoriteiten
verleende
diensten
goed functioneren, technische en juridische
samenwerking
en
samenwerking op het gebied van
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 17 van 42
hulpverlening autoriteiten,
met het
bovengemeentelijke
de
lokale
leveren
van
diensten,
formuleren van en opkomen voor de specifieke belangen van de provincie) MUNICIPIOS (LAU I / LAU II)
Sport, toerisme en vrije tijd
(gemeenten) Cultuur bibliotheken,
(theaters, parken
groenvoorzieningen)
musea, en
Maatschappelijke
Kleuteronderwijs,
dienstverlening (diensten voor
basisonderwijs, middelbaar
hulp
onderwijs, hoger onderwijs
Ruimtelijke ordening
Beroepsonderwijs en technisch
Parken & groenvoorzieningen
aan
gezinnen,
kinderen,
Milieubescherming
ouderen en/of mensen met een beperking, hulp bij huisvesting)
onderwijs, Volksgezondheid (ziekenhuizen, bescherming van de gezondheid,
leerlingwezen
nascholing
en Huisvesting
en
stadsontwikkeling
hygiëne) Vervoer, grote faciliteiten
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 18 van 42
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN VAN TOEPASSING ZIJNDE BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN OP HET GEBIED VAN GEZOND OUDER WORDEN IN ITALIË NUTS
SPORT, CULTUUR, VRIJE
MAATSCHAPPELIJKE
ONDERWIJS EN
MILIEU, STEDENBOUW,
TIJD EN TOERISME
DIENSTVERLENING EN
OPLEIDING
VERVOER EN
VOLKSGEZONDHEID
RUIMTELIJKE ORDENING
REGIONI
Toerisme,
culturele Maatschappelijke
(regio’s)
activiteiten
dienstverlening
NUTS II
Sport
Bescherming van de
(twintig waarvan vijf een bijzonder
Ontwikkeling van culturele
statuut hebben, waarvan één in twee
en natuurlijke rijkdommen
provincies is opgedeeld die elk een bijzonder statuut hebben)
Huisvesting, stedenbouw
Wetenschappelijk onderzoek
Regionaal openbaar vervoer Milieubescherming
gezondheid Aanvullende sociale zekerheid
Regionale betrekkingen en
Medische zorg
internationale
Voedingsmiddelen
betrekkingen
Onderwijs
met de EU, beheer van de structuurfondsen van de EU, tenuitvoerlegging
van
internationale overeenkomsten
en
EU-
instrumenten PROVINCIE NUTS III (provincies) (kunnen hun eigen statuut aannemen) Zijn belast met de gedecentraliseerde uitoefening van de bevoegdheden van
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Sociale
en
ruimtelijke Basisonderwijs
ordening Volksgezondheid
middelbaar onderwijs
en Openbare wegen en vervoer Ruimtelijke ordening Milieubescherming
Planning op sociaal en ruimtelijk gebied
Pagina 19 van 42
de
staat,
maar
moeten
Arbeidsmarkt,
in
bovengemeentelijke zaken ook aan de
arbeidsbureaus en hulp bij
behoeften van het lokaal bestuur
het zoeken naar werk
tegemoetkomen
Structureren van openbare gegevens
Technische en bestuurlijke bijstand
verlenen
aan
gemeenten COMUNI LAU I / LAU II
Cultuur
(gemeenten)
expositieruimten,
(San Marino en het Vaticaan het Italiaanse grondgebied) bestuurlijke
inmiddels
naar
bevoegdheden de
overgeheveld
subsidiariteitsbeginsel
Sport, toerisme
(tenzij
overgeheveld
om
harmonisatie
vervoer
beperking, jeugdgezondheidszorg voor kinderen die nog niet naar
naar de regio’s of naar de staat worden
lokale wegen
diensten (kantines, schoolbus,
het
steden die een stedelijk gebied vormen,
Stedenbouw, onderhoud van
Beheer
deze
bevoegdheden naar de provincies, naar
Kleuteronderwijs
Aan school gerelateerde hulp voor mensen met een
zijn
gemeentebesturen
krachtens
culturele de gemeenschap
activiteiten, theaters)
zijn onafhankelijke enclaves op
De
(musea, Bijstand aan individuen en
van
het
lokaal
Huisvesting
school gaan, peuterspeelzalen)
te
waarborgen)
Maatschappelijke dienstverlening
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 20 van 42
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN VAN TOEPASSING ZIJNDE BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN OP HET GEBIED VAN GEZOND OUDER WORDEN IN PORTUGAL NUTS
COMISSÕES COORDENAÇÃO REGIONAL (administratieve en autonome regio’s) NUTS II GRUPOS DE CONCELHOS (districten)
SPORT, CULTUUR, VRIJE
MAATSCHAPPELIJKE
TIJD EN TOERISME
DIENSTVERLENING EN
ONDERWIJS EN OPLEIDING
MILIEU, STEDENBOUW, VERVOER EN
VOLKSGEZONDHEID
RUIMTELIJKE ORDENING
● Bevoegdheden van de administratieve regio’s: Coördinatie van de technische, financiële en bestuurlijke steun aan de lokale gemeenschappen Tenuitvoerlegging van maatregelen voor de ontwikkeling van de regio’s ● Bevoegdheden van de autonome regio’s (de Azoren en Madeira, twee autonome insulaire regio’s): Eigen bevoegdheden om hun eigen specifieke belangen te behartigen Participatiebevoegdheden in het kader van het nationaal beleid Zijn belast met de gedecentraliseerde uitoefening van de bevoegdheden van de staat, maar moeten in bovengemeentelijke zaken ook aan de behoeften van het lokaal bestuur tegemoetkomen
NUTS III gemeenten LAU I
Erfgoed, cultuur en wetenschap:
Gezondheid:
medische
Onderwijs: Peuterspeelzalen,
Faciliteiten in stedelijke en
Sociaalculturele en
voorzieningen van de gemeente,
basisonderwijs en middelbaar
landelijke gebieden: open
wetenschappelijke centra,
gezondheidscentra, gemeentelijke
onderwijs, schoolvervoer en
ruimten, wegen, openbare
gemeentelijke bibliotheken,
spa’s
schoolleven
voorzieningen, diensten, lokale
theaters en musea, stedelijke en Ontwikkeling bevorderen (in
ecologisch cultureel erfgoed,
gemeentelijke programma’s die
historische gebouwen
Sociaal
leven:
peuterspeelzalen,
Vervoer en communicatie
bejaardentehuizen of zorgcentra
nog aan de regionale
voor ouderen of mensen met een
ontwikkelingsprogramma’s
beperking, gemeentelijke sociale
worden toegevoegd) →
programma’s en projecten Toerisme: participatie van
Gedeelde bevoegdheden met de dorpen
gemeenten bij het opstellen van beleid op het gebied van toerisme Vrije
tijd:
ontwikkeling
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
markten
Crèches,
van
Huisvesting: woningbouw vernieuwing,
Milieu en hygiëne Lokale initiatieven voor werving en beroepsopleiding
Sociale en reserves
stedelijke sociale
huurwoningen
Pagina 21 van 42
creatieve
activiteiten
en
verenigingen die lokaal interessant zijn FREGUESIAS (dorpen) LAU II
Gedeelde bevoegdheden op het
Gedeelde bevoegdheden op het
Gedeelde bevoegdheid op het
Gedeelde bevoegdheid op het
gebied van cultuur en sport met
gebied van het sociale leven en
gebied van onderwijs met de
gebied van milieubescherming
de gemeenten
de
gemeenten
met de gemeenten
volksgezondheid
met
de
gemeenten (hygiëne, gezondheid,
Lokale ontwikkeling
bescherming van kinderen en
Exclusieve
bevoegdheid:
ouderen)
openbare werken en onderhoud van openbare wegen
Exclusieve bevoegdheid: beheer van crèches en bejaardentehuizen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 22 van 42
VOLKSGEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING IN HET EUROMEDITERRANE GEBIED Niveaus
FRANKRIJK
NUTS II
NUTS III
LAU I / LAU II
Sociale cohesie (economische hulp)
Bescherming van de gezondheid
Maatschappelijke dienstverlening en bescherming
Volksgezondheid (economische hulp)
Diensten voor hulp aan gezinnen (bijstand
van de gezondheid (gemeentelijke instellingen voor
Bevordering van werkgelegenheid en integratie
voor kinderen, ouderen en/of mensen met
maatschappelijke dienstverlening, facultatieve diensten,
in het arbeidsproces (economische hulp)
een beperking, hulp bij huisvesting)
dagopvang en thuiszorg, gemeentelijke
Voorzieningen voor ouderen en/of mensen
gezondheidsdiensten)
met een beperking, sociale instellingen van het departement, departementale openbare instellingen en openbare diensten voor de sociale woningbouw
SPANJE
Maatschappelijke dienstverlening (diensten voor
Maatschappelijke
dienstverlening
Maatschappelijke dienstverlening (diensten voor hulp
hulp aan gezinnen, kinderen, ouderen en/of
(diensten voor hulp aan gezinnen, kinderen,
aan gezinnen, kinderen, ouderen en/of mensen met een
mensen met een beperking, hulp bij huisvesting)
ouderen en/of mensen met een beperking,
beperking, hulp bij huisvesting)
hulp bij huisvesting) Volksgezondheid (ziekenhuizen, bescherming van
Volksgezondheid (ziekenhuizen, bescherming van de Volksgezondheid (zorgcentra,
de gezondheid, hygiëne)
gezondheid, hygiëne)
ziekenhuizen) Sociale zekerheid
ITALIË
Maatschappelijke dienstverlening
Sociale planning en ruimtelijke ordening
Bijstand aan individuen en de gemeenschap
Bescherming van de gezondheid
Volksgezondheid
Aan
Aanvullende sociale zekerheid
Planning op sociaal en ruimtelijk gebied
Medische zorg
Arbeidsmarkt, arbeidsbureaus en hulp bij het zoeken naar werk
Voedingsmiddelen
PORTUGAL
school
gerelateerde
diensten
(kantines,
schoolbus, hulp voor mensen met een beperking, jeugdgezondheidszorg voor kinderen die nog niet naar school gaan, peuterspeelzalen) Maatschappelijke dienstverlening
● Bevoegdheden van de administratieve regio’s:
Zijn belast met de gedecentraliseerde
Gezondheid:
medische
Gedeelde bevoegdheden
Coördinatie van de technische, financiële en
uitoefening van de bevoegdheden van de
voorzieningen
van
op het gebied van het
bestuurlijke
staat, maar moeten in
gemeente,
sociale leven en de
bovengemeentelijke zaken ook aan de
gezondheidscentra,
volksgezondheid met de
steun
aan
gemeenschappen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
de
lokale
de
Pagina 23 van 42
Tenuitvoerlegging van maatregelen voor de
behoeften van het lokaal bestuur
ontwikkeling van de regio’s
tegemoetkomen
gemeentelijke spa’s
gemeenten (hygiëne,
Sociaal leven: Crèches,
gezondheid, bescherming van kinderen en ouderen)
● Bevoegdheden van de autonome regio’s (de
peuterspeelzalen,
Azoren en Madeira, twee autonome insulaire
bejaardentehuizen
regio’s):
zorgcentra voor ouderen
Exclusieve bevoegdheid:
Eigen bevoegdheden om hun eigen specifieke
of
beheer van crèches en
belangen te behartigen
beperking, gemeentelijke
Participatiebevoegdheden in het kader van het
sociale programma’s en
nationaal beleid
projecten
mensen
met
of een
bejaardentehuizen
Huisvesting: sociale woningbouw en stedelijke vernieuwing, reserves sociale huurwoningen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 24 van 42
SPORT, CULTUUR, VRIJE TIJD, TOERISME IN DE EU-LANDEN AAN DE MIDDELLANDSE ZEE Niveaus
FRANKRIJK
NUTS II
NUTS III
Cultuur (regionale archieven en musea, behoud
Sport en vrije tijd (facultatief)
van het cultureel erfgoed en inventarisatie van
LAU I / LAU II Sport,
toerisme,
vrije
tijd
(parken
en
groenvoorzieningen)
monumenten en kunstwerken, economische hulp
Cultuur (departementale musea, archieven,
voor culturele ontwikkeling)
erfgoed, centrale bibliotheken)
Cultuur (archieven, bibliotheken, theaters, gemeentelijke musea; instellingen voor kunstonderwijs)
Toerisme (regionale afvaardiging van het toerisme, regionaal comité voor toerisme, regionaal plan voor de ontwikkeling van het toerisme)
SPANJE
Uitbreiding van cultuur
Sport en vrije tijd
Sport, toerisme en vrije tijd
Beheer van openbare musea, bibliotheken en
Cultuur (theaters, musea, bibliotheken)
Cultuur (theaters, musea, bibliotheken, parken en groenvoorzieningen)
openbare monumenten Promotie en organisatie van toerisme Promotie en beheer van activiteiten op het gebied van sport en vrije tijd
ITALIË
Cultuur
Toerisme, culturele activiteiten
(musea,
expositieruimten,
culturele
activiteiten, theaters) Sport Sport, toerisme Ontwikkeling van culturele en ecologische mogelijkheden
PORTUGAL
● Bevoegdheden van de administratieve regio’s:
Zijn belast met de gedecentraliseerde
Erfgoed, cultuur en
Gedeelde bevoegdheden
Coördinatie van de technische, financiële en
uitoefening van de bevoegdheden van de
wetenschap:
op het gebied van
bestuurlijke
staat, maar moeten in
sociaalculturele en
cultuur en sport met de
bovengemeentelijke zaken ook aan de
wetenschappelijke centra,
gemeenten
steun
aan
gemeenschappen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
de
lokale
Pagina 25 van 42
Tenuitvoerlegging van maatregelen voor de
behoeften van het lokaal bestuur
gemeentelijke
ontwikkeling van de regio’s
tegemoetkomen
bibliotheken, theaters en
● Bevoegdheden van de autonome regio’s (de Azoren en Madeira, twee autonome insulaire regio’s): Eigen bevoegdheden om hun eigen specifieke
musea, stedelijke en ecologisch cultureel erfgoed, monumentale onderkomens
belangen te behartigen
Toerisme: participatie
Participatiebevoegdheden in het kader van het
van gemeenten bij het
nationaal beleid
opstellen van beleid op het gebied van toerisme Vrije tijd: ontwikkeling van creatieve activiteiten en verenigingen die lokaal interessant zijn
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 26 van 42
ONDERWIJS, OPLEIDING EN ONDERZOEK IN DE EU-LANDEN AAN DE MIDDELLANDSE ZEE Niveaus
FRANKRIJK
NUTS II
NUTS III
Middelbaar onderwijs (Franse lycea)
LAU I / LAU II
Middelbaar onderwijs (Franse
Basisonderwijs (peuterspeelzalen,
colleges)
kleuterscholen, basisscholen,
Beroepsonderwijs, technisch
schakelklassen, naschoolse opvang)
onderwijs, nascholing en leerlingwezen (ontwikkelingsplan voor het beroepsonderwijs, het opzetten van structuren voor basis- en vervolgopleidingen voor jongeren en volwassenen)
SPANJE
Kleuteronderwijs, middelbaar
basisonderwijs,
onderwijs,
Kleuteronderwijs,
hoger
middelbaar
basisonderwijs,
onderwijs,
onderwijs
onderwijs
Beroepsonderwijs, technisch
Beroepsonderwijs en technisch
onderwijs, nascholing en
onderwijs, nascholing en
leerlingwezen (ontwikkelingsplan voor
leerlingwezen
hoger
het beroepsonderwijs, het opzetten van structuren voor basis- en vervolgopleidingen voor jongeren en volwassenen)
ITALIË
Onderwijs, opleiding
Basisonderwijs en middelbaar
Kleuteronderwijs
onderwijs Wetenschappelijk onderzoek
PORTUGAL
●
Bevoegdheden
van
de Zijn belast met de gedecentraliseerde
Onderwijs:
Onderwijs:
administratieve regio’s:
uitoefening van de bevoegdheden van
peuterspeelzalen,
peuterspeelzalen,
Coördinatie van de technische,
de staat, maar moeten in
basisonderwijs
basisonderwijs en
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 27 van 42
financiële en bestuurlijke steun aan
bovengemeentelijke zaken ook aan de
en middelbaar
middelbaar
de lokale gemeenschappen
behoeften van het lokaal bestuur
onderwijs,
onderwijs,
Tenuitvoerlegging van maatregelen tegemoetkomen
schoolvervoer en
schoolvervoer en
voor de ontwikkeling van de regio’s
schoolleven
schoolleven
● Bevoegdheden van de autonome regio’s (de Azoren en Madeira, twee autonome insulaire regio’s): Eigen bevoegdheden om hun eigen
Lokale
specifieke belangen te behartigen
initiatieven voor
Participatiebevoegdheden in het
aanwerving en
kader van het nationaal beleid
beroepsopleiding
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Lokale initiatieven voor aanwerving en beroepsopleiding
Pagina 28 van 42
MILIEU, STEDENBOUW, VERVOER EN RUIMTELIJKE ORDENING IN EU-LANDEN AAN DE MIDDELLANDSE ZEE Niveaus
FRANKRIJK
NUTS II
NUTS III
Milieu (bescherming, behoud van erfgoed, inventarisatie
van
LAU I / LAU II
Stedenbouw (voetpaden)
monumenten,
Ruimtelijke
ordening
handvesten
voor initiatieven
classificering van regionale natuurparken,
Vervoer (financiering en organisatie van
ontwikkeling,
oprichting
niet-stedelijk
herindeling van de districten)
van
regionale
openbare
vervoer,
departementale
reizigers) Ruimtelijke ordening (voorbereiding van voor
de
projectovereenkomsten vastleggen
projectgebieden,
bouw
van
Stedenbouw (schema voor territoriale coherentie (Schéma de cohérence
Ruimtelijke ordening (hulpprogramma’s
territoriale), bestemmingsplan (Plan local
ordening,
voor faciliteiten, landwegen, rijkswegen,
d’urbanisme), mobiliteitsplan (Plan de
staat-regio,
partnerschap in contracten, plannen staat,
déplacement urbain), bestemmingsplan
met
regio)
voor lange termijn (Plan d’aménagement et
projectontwikkeling
ruimtelijke contracten
voor
verbindingen, interstedelijk vervoer voor
instellingen)
plannen
(algemene gemeentelijke
en
de
regionale
de développement durable))
openbare gebouwen) Schoolvervoer (regionale trajecten, verbindingen van algemeen belang), spoorwegvervoer (regionaal vervoer van reizigers) en beheer van grote voorzieningen (havens, vliegvelden, waterwegen)
SPANJE
Milieubescherming
Stadsontwikkeling
Milieubescherming
Ruimtelijke ordening
Huisvesting
Ruimtelijke ordening
Parken & groenvoorzieningen
Wegennet
Parken & groenvoorzieningen
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 29 van 42
ITALIË
Huisvesting en stadsontwikkeling
Huisvesting en stadsontwikkeling
Vervoer, grote faciliteiten
Vervoer, grote faciliteiten
Huisvesting, stedenbouw
Openbare wegen en vervoer
Stedenbouw,
onderhoud
van
lokale
wegen Regionaal openbaar vervoer
Ruimtelijke ordening Beheer van het lokaal vervoer
Milieubescherming
Milieubescherming
● Bevoegdheden van de administratieve
Zijn belast met de gedecentraliseerde
Faciliteiten in
Gedeelde
regio’s:
uitoefening van de bevoegdheden van de
stedelijke en
bevoegdheid op het
Coördinatie van de technische, financiële
staat, maar moeten in
landelijke
gebied van
en bestuurlijke steun aan de lokale
bovengemeentelijke zaken ook aan de
gebieden: open
milieubescherming
gemeenschappen
behoeften van het lokaal bestuur
ruimten, wegen,
met de gemeenten
Tenuitvoerlegging van maatregelen voor
tegemoetkomen
openbare
Huisvesting
PORTUGAL
de ontwikkeling van de regio’s ● Bevoegdheden van de autonome regio’s
voorzieningen,
Exclusieve
diensten, lokale
bevoegdheid:
markten
openbare werken en
(de Azoren en Madeira, twee autonome
onderhoud van
insulaire regio’s):
openbare wegen
Eigen
bevoegdheden
om hun
eigen
specifieke belangen te behartigen Participatiebevoegdheden in het kader van het nationaal beleid
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 30 van 42
BIJLAGE 2 – D - SUBSIDIARITEITSTABELLEN
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 31 van 42
TERRITORIALE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE IN FRANKRIJK Frankrijk: een gedecentraliseerde, niet-federale eenheidsstaat met territoriale overheden op drie niveaus. De staat beschikt over wetgevende bevoegdheid op alle terreinen Laatste hervormingen: 2003 en 2004 – constitutionele hervorming betreffende de financiële autonomie van de lagere overheden, gevolgd door een organieke wet die voorziet in de overdracht van aanvullende bevoegdheden naar de lagere overheden, met name de regio’s. Bestuurlijke
Z.E.A.T/PLANREGIO’S
REGIO’S
DEPARTEMENTEN
organisatie
COMMUNAUTES D’AGGLOMERATIONS / COMMUNAUTES DE COMMUNES (intergemeentelijke
GEMEENTEN
samenwerkingsverbanden) NUTS
NUTS I
NUTS II ►Beheer
van
NUTS III de ►Maatschappelijke
Europese
dienstverlening en
cultuursubsidies
volksgezondheid (hulp
►Beroepsonderwijs en
technisch onderwijs, nascholing en (Franse
lycea) ►Ruimtelijke ordening ►Vervoer ►Stedenbouw ►Milieu
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
ouderen en/of mensen met een beperking, toezicht op sociale
leerlingwezen ►Onderwijs
aan kinderen, gezinnen,
instellingen, bouw van departementale openbare instellingen) ►Onderwijs
(Franse
colleges) ►Ruimtelijke ordening
LAU I / LAU II Maatschappelijke volksgezondheid
dienstverlening (zorginstellingen,
en tehuizen,
gemeentelijke gezondheidsdiensten, gemeentelijke centra voor maatschappelijk werk) ► (Basis)onderwijs ►Ruimtelijke ordening ►Vervoer ►Stedenbouw ►Milieu ►Onderhoud van het gemeentelijk wegennet ►Burgerlijke stand ►Organisatie stemlokalen ►Stimuleringsmaatregelen
Pagina 32 van 42
►Economische
ontwikkeling ►Beheer van
grootschalige faciliteiten ►Cultuur, sport,
toerisme
en
planning
faciliteiten ►Vervoer
van ►Bewaking van de lokale openbare orde ►Cultuur, sport
►Milieu ►Economische hulp ►Cultuur, sport en
erfgoed Algemeen bestuur Maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en opleiding Milieu, stedenbouw, vervoer en ruimtelijke ordening Sport, cultuur, vrije tijd en toerisme
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 33 van 42
TERRITORIALE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE IN SPANJE Spanje: de meest gedecentraliseerde eenheidsstaat van Europa ►In de wet aangaande reglementering van de lokale overheden uit 1985 wordt het kader omschreven waarbinnen de verantwoordelijkheden tussen de verschillende bestuurlijke niveaus worden verdeeld en worden de diensten opgesomd die de lokale overheden moeten verzorgen. ►Spanje heeft het Europees handvest inzake lokale autonomie in 1988 geratificeerd. Het blijft een eenheidsstaat; toch deed het decentralisatieproces het land de richting van een federale structuur inslaan, waardoor het een staat met autonome gemeenschappen is geworden, met een laatste hervorming van de territoriale indeling in 2006 waarin de autonome status van verschillende regio’s werd goedgekeurd. ● Algemene principes: Het eenheidsbeginsel (art. 2 van de Spaanse grondwet) waarin staat dat autonomie geen soevereiniteit betekent en dat het beginsel van autonomie in de marges van het nationale beginsel zijn ware betekenis krijgt (uitspraak van het Constitutioneel Hof van 2 februari 1981) – het solidariteitsbeginsel van de staat dat een rechtvaardig en passend evenwicht tussen de verschillende partijen op het Spaanse grondgebied moet waarborgen (art. 138) – het gelijkheidsbeginsel dat samenhangt met de decentralisatie en garandeert dat de verschillende statuten van de autonome gemeenschappen in geen geval aanleiding mogen geven tot economische of sociale voorrechten of tot ongelijkheden tussen Spaanse burgers op grond van hun woonplaats. ● Exclusieve bevoegdheden van de staat 1 : reglementering van de fundamentele voorwaarden om de gelijke rechten en plichten van een ieder te waarborgen; nationaliteit, immigratie, emigratie, opvang van vreemdelingen en asielrecht; internationale betrekkingen; rechtsbedeling; handelswetgeving, strafwetgeving en penitentiaire wetgeving 2 ; arbeidswetgeving en de toepassing ervan in de autonome gemeenschappen; burgerlijke wetgeving; wetgeving over intellectueel en industrieel eigendom; douaneregeling en tariefbepaling; buitenlandse handel, monetair systeem 3 ; grondslagen en coördinatie van de algemene planning van de economische activiteit; algemene staatsfinanciën en –schulden; algemene coördinatie van het wetenschappelijk en technisch onderzoek; algemene gezondheidszorg: Grondslagen voor de algemene coördinatie van de gezondheidszorg; basiswetgeving en economisch stelsel voor de sociale zekerheid 4 ; grondslagen van het juridische stelsel voor lokale overheden; zeevisserij 5 ; koopvaardij; algemeen stelsel van verkeersverbindingen; verkeer van motorvoertuigen; post en telecommunicatie; bovengrondse kabels, onderwaterkabels en radiocommunicatie; wetgeving, inrichting en toewijzing van hulpbronnen 6 ; wetgeving inzake de
1
2 3 4 5 6 7
Mogelijkheid om, krachtens een organieke wet, bevoegdheden aan de autonome regio’s over te dragen of te delegeren indien het onderwerpen betreft die onder die wet vallen en van dien aard zijn dat ze makkelijk kunnen worden overgedragen of gedelegeerd. In alle gevallen schrijft de wet voor dat ook de bijbehorende financiële middelen moeten worden overgedragen, evenals de controlemogelijkheden die de staat zich voorbehoudt. Onverminderd de nodige specifieke kenmerken die uit het bijzondere karakter van het zelfstandig recht van de autonome regio’s voortvloeien. Deviezen, wisselkoers en convertibiliteit; grondslagen van de krediet-, bank- en verzekeringsstructuur. Onverminderd de diensten die door de autonome regio’s worden uitgevoerd. Onverminderd de bevoegdheden inzake de organisatie van de sector die aan de autonome regio’s zijn toegewezen. En hydraulische installaties als de wateren door de autonome regio’s heen lopen; er is toestemming nodig van de staat om over te stappen op elektrische installaties als het gebruik daarvan ook gevolgen heeft voor andere autonome regio’s of als het transport van energie de grenzen van het grondgebied van de betreffende regio overschrijdt. Onverminderd de rechten die de autonome regio’s hebben om aanvullende beschermende regelgeving op te stellen; basiswetgeving voor wateren en bossen, bosbeheer en paden voor vee.
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 34 van 42
bescherming van het milieu 7 ; openbare werken van algemeen belang 8 ; grondslagen voor het mijn- en energiestelsel; regelgeving op het gebied van productie, handel, detentie en gebruik van wapens en explosieven; basisregelgeving voor de pers, radio en televisie 9 ; bescherming van het cultureel, artistiek en monumentaal erfgoed in Spanje 10 ; openbare veiligheid 11 ; reglementering van de omstandigheden waarin academische titels en beroepstitels mogen worden verkregen, afgegeven en erkend 12 ; statistieken voor de staat; verlenen van toestemming om kiezers bijeen te roepen voor volksraadplegingen via een referendum.
NUTS
AGRUPACIÓN
COMUNIDADES Y
PROVINCIAS /
MUNICIPIOS
COMUNIDADES
CIUDADES
DIPUTACIONES + ISLAS
(gemeenten)
AUTÓNOMAS
AUTÓNOMAS
+ CEUTA Y MELILLA
(regio’s)
(autonome
(provincies /
gemeenschappen en
provinciebesturen + eilanden
steden)
+ Ceuta en Melilla)
NUTS II
NUTS III
NUTS I
►Institutionele organisatie
►Behartiging van de van
autonome
de respectieve specifieke
gebied van onderwijs ►Ruimtelijke ordening
gemeenschappen
►Ruimtelijke de
►Planning en samenwerking op het
regering belangen van de lokale
(art. 148)
van
LAU I / LAU II
ordening ►Bijdrage aan de coördinatie
steden
huisvesting
en tussen de lokale overheid en
spoorwegen en wegen ►Uitbreiding 8 9 10
11 12
►Verkeersregelgeving ►Civiele verdediging
de autonome regio.
►Openbare veiligheid
►Coördinatie van openbare werken,
►Historisch en artistiek erfgoed
● Eigen bevoegdheden: ►Coördinatie van gemeentelijke
van
de
diensten
om
► Artikel 26 van Wet nr. 7: over de grondslagen van de lokale overheid,
Of waar meerdere autonome regio’s bij betrokken zijn. En, in het algemeen, voor alle sociale communicatiemiddelen, onverminderd de bevoegdheden die aan de autonome regio’s toebehoren op het gebied van uitbreiding en handhaving. Tegen de uitvoer en exploitatie ervan. Musea, bibliotheken en archieven zijn eigendom van de staat, zonder afbreuk te doen aan hun beheer door de autonome regio’s. Onverminderd de bevoegdheden die aan de autonome regio’s toebehoren, beschouwt de staat het cultureel erfgoed als een plicht en belangrijke bevoegdheid en doet de staat er alles aan om, in goede harmonie met de autonome regio’s, de culturele communicatie tussen die regio’s te vergemakkelijken. Onverminderd de mogelijkheid voor de autonome regio’s zelf een politieapparaat op te zetten in de vorm die in de respectieve statuten van een organieke wet is bepaald. En de basisnormen voor de uitbreiding van artikel 27 van de Grondwet teneinde de naleving van de verplichtingen van de overheidsdiensten op dat gebied te waarborgen.
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 35 van 42
wetenschappelijk
zeker te stellen dat de door de de
onderzoek
gemeentelijke
►Onderwijs
geleverde
►Uitbreiding van cultuur
minimumdiensten
die
moeten
autoriteiten worden geleverd, alleen of in een
diensten
naar samenwerkingsverband,
afhankelijk
van de grootte van de bevolking:
behoren functioneren
►Beheer van openbare
►Technische en juridische ● Voor alle gemeenten: openbare
musea, bibliotheken en
samenwerking
monumenten
samenwerking op het gebied van
►Promotie en organisatie
van
van toerisme
autoriteiten,
en verlichting,
bijstand
met
begraafplaats, afval,
ophalen
verschillende
lokale schoonmaakwerkzaamheden,
leveren
van drinkwaterleverantie
aan
huis,
►Promotie en beheer van bovengemeentelijke diensten
riolering, ontsluiting van gehuchten,
activiteiten op het gebied
bestrating
van sport en vrije tijd
van de specifieke belangen
►Gezondheidszorg, hygiëne
►Uiteenzetten en behartigen van de provincie
en
van
openbare
wegen,
controle op voedingsmiddelen en drank, distributienetten, gemeentelijke politie
maatschappelijke
● Gemeenten met meer dan 5 000
dienstverlening
inwoners:
►Toezicht,
bescherming,
openbare
orde
bevoegdheden
(de
verschillen
parken,
markten, openbare
afvalverwerking
openbare bibliotheken,
(naast
de
eerder
genoemde diensten)
per regio)
● Gemeenten met meer dan 20 000
►Landbouw, waterwegen,
inwoners:
bosbouw en visserij
sociale
Uitbreiding van de
voorkomen en bestrijden van branden,
economische activiteit
openbare
Civiele
diensten
slachthuizen
bescherming,
(resocialisering),
sporthallen (naast
de
en eerder
genoemde diensten) ● Gemeenten met of met meer dan
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 36 van 42
50 000 inwoners: Openbaar vervoer en milieubescherming (naast de eerder genoemde diensten) Algemeen bestuur Maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en opleiding Milieu, stedenbouw, vervoer en ruimtelijke ordening Sport, cultuur, vrije tijd en toerisme
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 37 van 42
TERRITORIALE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE IN ITALIË Italië: een land waar de territoriale overheden een belangrijke rol speelt Italië heeft het Europees handvest inzake lokale autonomie in 1990 geratificeerd, en keurde een constitutionele hervorming goed in 2001: de bestuurlijke verantwoordelijkheden worden toegewezen volgens het nabijheidsprincipe (subsidiariteitsbeginsel), afhankelijk van de bevoegdheden van het bestuurlijke niveau dat het dichtst bij de burgers staat. De regio’s ontlenen hun bevoegdheden aan een algemene competentieclausule. Zij hebben een exclusieve wetgevende bevoegdheid op alle gebieden die niet uitdrukkelijk aan de staat zijn voorbehouden en die geen deel uitmaken van de gedeelde bevoegdheden. De provincies, gemeenten en grote steden hebben daarentegen bevoegdheden die specifiek aan hen zijn toegekend/ Artikel 119 van de Italiaanse grondwet: autonomieprincipe van de regio’s. 2005 en 2006 – Constitutionele hervorming van de senaat voor een betere vertegenwoordiging van de regio’s, in 2006 gevolgd door een mislukt referendum over de toekenning van meer bevoegdheden aan de regio’s. ● Exclusieve bevoegdheden van de staat: buitenlands beleid en internationale betrekkingen van de staat, betrekkingen van de staat met de Europese Unie, asielrecht en rechtspositie van onderdanen die uit landen van buiten de Europese Unie afkomstig zijn, immigratie, godsdienst, defensie en leger, financiën, bescherming van spaargeld en financiële markten, belastingstelsel en belastingoverdracht tussen deelstaten, staatsorganen, bestuur van de staat, openbare orde en veiligheid, staatsburgerschap, strafrechtspleging, civiele en bestuurlijke rechtspleging, algemene onderwijsnormen, sociale zekerheid, kieswetgeving, milieu, cultureel erfgoed. ● Gedeelde wetgevende bevoegdheden staat/regio’s: Internationale en communautaire betrekkingen van de regio’s, buitenlandse handel, arbeidsbescherming, onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, bescherming van de volksgezondheid, voeding, sport, civiele bescherming, ruimtelijke ordening, havens en civiele vliegvelden, exploitatie van culturele hulpbronnen en de natuur, grote vervoers- en scheepvaartnetwerken, energie. GRUPPI
REGIONI (regio’s)
PROVINCIE (provincies)
COMUNI (gemeenten) (San Marino en het Vaticaan zijn onafhankelijke enclaves op het
DI REGIONI
(twintig waarvan vijf een
(kunnen hun eigen statuut
Italiaanse grondgebied)
(regiogroepen)
bijzonder statuut hebben,
aannemen)
waarvan één in twee
De bestuurlijke bevoegdheden zijn inmiddels naar de gemeentebesturen overgeheveld krachtens het
provincies is opgedeeld die
Zijn belast met de
subsidiariteitsbeginsel (tenzij deze bevoegdheden naar de provincies, naar steden die een stedelijk gebied
gedecentraliseerde uitoefening van
vormen, naar de regio’s of naar de staat worden overgeheveld om harmonisatie te waarborgen)
elk een bijzonder statuut
de bevoegdheden van de staat,
hebben)
maar moeten in bovengemeentelijke zaken ook aan de behoeften van het lokaal bestuur tegemoetkomen
NUTS I
NUTS II
►
Maatschappelijke
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
NUTS III
►Sociale
en
ruimtelijke
LAU I / LAU II
● Lokale netwerken en overheidsdiensten
Pagina 38 van 42
dienstverlening, bescherming
planning
►Bijstand aan individuen en de gemeenschap
van
►Volksgezondheid
►Aan school gerelateerde diensten (kantines, schoolbus, hulp voor mensen met een beperking,
de
volksgezondheid,
►Planning op sociaal en
jeugdgezondheidszorg voor kinderen die nog niet naar school gaan, peuterspeelzalen)
bescherming, medische zorg,
ruimtelijk gebied
►Maatschappelijke dienstverlening
voedingsmiddelen
►
►Kleuteronderwijs
aanvullende
sociale
►Onderwijs, wetenschappelijk onderzoek ►Toerisme,
culturele
activiteiten ►Sport ►Ontwikkeling van culturele en ecologische mogelijkheden
►Cultuur (musea, expositieruimten, culturele activiteiten, theaters)
het zoeken naar werk
► Sport, toerisme
►Structureren van openbare
● Beleidsgebieden van het gemeentebestuur
gegevens
►Stedenbouw, onderhoud van lokale wegen
►Technische en bestuurlijke
►Beheer van het lokaal vervoer
bijstand
►Huisvesting
openbaar
►Inrichting van industrieterreinen
►Openbare vervoer
betrekkingen
en
middelbaar onderwijs
►Milieubescherming ►Regionale betrekkingen en
wegen
►Civiele bescherming ►Lokale
tenuitvoerlegging
ontwikkeling
internationale overeenkomsten
en
EU-
►Arbeidsbescherming
en
instrumenten
en
►Milieubescherming
structuurfondsen van de EU,
►Geboorte-, huwelijks- en sterfteregister ►Bestuurlijke politie ►Kadaster
►Ruimtelijke ordening
met de EU, beheer van de van
aan
gemeenten
vervoer
internationale
verlenen
►Basisonderwijs
►Huisvesting, stedenbouw ►Regionaal
Arbeidsmarkt,
arbeidsbureaus en hulp bij
● Ondersteuning van de economische ontwikkeling en productieactiviteiten: ►Planning, programmering en reglementering van commerciële activiteiten ►Bouw en beheer van industriegebieden en winkelcentra ►Beheer van lokale overheidsdiensten
economische
► Natuurreservaten en parken ►Bescherming van water- en energievoorraden
industriële veiligheid
►Bescherming van de flora en fauna
►Landbouw ►Economische ontwikkeling Algemeen bestuur Maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en opleiding Milieu, stedenbouw, vervoer en ruimtelijke ordening
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 39 van 42
Sport, cultuur, vrije tijd en toerisme
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 40 van 42
TERRITORIALE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE IN PORTUGAL Portugal een asymmetrische eenheidsstaat Portugal heeft het Europees handvest lokale autonomie in 1990 ondertekend. Wet 169/99 met betrekking tot de bevoegdheden van de lokale overheden: het werkterrein van de regionale overheden is gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel. De staat beschikt op alle gebieden over wetgevende bevoegdheid. De staat beschikt dus over algemene bevoegdheden op nationale soevereiniteitsgebieden en over bestuurlijke bevoegdheden op de gebieden die niet aan de lokale overheden zijn toegewezen. COMISSÕES FREGUESIAS (dorpen)
INHOUD
COORDENAÇÃO REGIONAL
GRUPOS DE CONCELHOS
(administratieve regio’s) REGIÕES
(zelfde bevoegdheidsgebied als de
CONCELHOS / MUNICIPIOS (gemeenten)
gemeenten, met uitzondering van de
(districten)
gemeentelijke
AUTÓNOMAS
politie,
ruimtelijke
ordening en vervoer)
(autonome regio’s) NUTS
NUTS II
NUTS III
LAU I
LAU II
● Bevoegdheden van de
Zijn belast met de
●Faciliteiten in stedelijke en landelijke gebieden:
administratieve regio’s:
gedecentraliseerde
open ruimten, wegen, openbare voorzieningen,
►Coördinatie van de
uitoefening van de
diensten, markten
bevoegdheden van de
●Vervoer en communicatie
staat, maar moeten in
●Milieu en hygiëne
technische, financiële en bestuurlijke steun aan de lokale gemeenschappen ►Tenuitvoerlegging van
bovengemeentelijke zaken
maatregelen voor de
ook aan de behoeften van
ontwikkeling van de regio’s
het lokaal bestuur
●
Gedeelde
bevoegdheden
met de gemeenten ►Openbare netwerken ►Lokale ontwikkeling
●Onderwijs: peuterspeelzalen, basisonderwijs en middelbaar onderwijs, schoolvervoer en schoolleven
►Milieubescherming
●Erfgoed, cultuur en wetenschap: sociaalculturele en
►Hygiëne, gezondheid
● Bevoegdheden van de
wetenschappelijke
►Bescherming van kinderen
autonome regio’s (de Azoren
bibliotheken, theaters en musea, cultureel, natuurlijk
en Madeira, twee autonome
en stedelijk erfgoed, monumentale gebouwen
tegemoetkomen
insulaire regio’s):
centra,
●Gezondheid:
hun eigen specifieke belangen
gemeente, gezondheidscentra, gemeentelijke spa’s
te behartigen
●Sociaal
►Participatiebevoegdheden
bejaardentehuizen of zorgcentra voor ouderen of
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
leven:
voorzieningen
crèches,
en ouderen ►Onderwijs
►Eigen bevoegdheden om
in het kader van het
medische
gemeentelijke
van
de
peuterspeelzalen,
mensen met een beperking, gemeentelijke sociale
►Cultuur ►Sport ● Exclusieve bevoegdheid:
Pagina 41 van 42
nationaal beleid
programma’s en projecten
►Beheer
►Bevoegdheid om hun
●Huisvesting: Sociale woningbouw en stedelijke
eigendommen
autonome status te
vernieuwing, reserves sociale huurwoningen
gemeente
verdedigen voor het constitutioneel hof.
verkiezingen
●Ontwikkeling bevorderen:
de
ontwikkelingsprogramma’s
worden
toegevoegd voor
en
de
werken
en
burgerlijke stand
►In gemeentelijke programma’s die nog aan de
initiatieven
van
tellen van de stemmen na
●Bescherming van de consument
►Lokale
de
►Tenuitvoerlegging van het
●Civiele verdediging
regionale
van
aanwerving
en
►Openbare onderhoud
van
openbare
wegen
beroepsopleiding
►Beheer van crèches en
►Participatie van gemeenten bij het opstellen van
bejaardentehuizen
beleid op het gebied van toerisme ►Ontwikkeling
van
creatieve
activiteiten
en
verenigingen die lokaal interessant zijn ►Gemeenteplan voor ingrepen in bossen ►Zakenwijken ►Stedelijke en regionale plannen: Gedeelde bevoegdheden met de dorpen Algemeen bestuur Maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid Onderwijs en opleiding Milieu, stedenbouw, vervoer en ruimtelijke ordening Sport, cultuur, vrije tijd en toerisme
_____________
Fiche CdR 1896/2011 (relecture) FR-MLA/GT/nr
Pagina 42 van 42