Shikoku, de Pelgrimstocht, de Les De Rode Slipper Theorie
Eerste druk, februari 2011 © 2011 M.L. van Poucke Coverbeeld en illustraties: Martha Bird Corrector: S. Banis Vormgever binnenwerk: H. Bakker isbn: nur:
978-90-484-1700-1 728
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Shikoku
de Pelgrimstocht, de Les De Rode Slipper Theorie
M.L.van Poucke
Inhoudsopgave Voorwoord Verantwoording Inleiding 1. Tokyo, Narita Airport 2. De monnik en de non van tempel 1, Ryõzenji 3. De boer, zijn vrouw en de perziken 4. Een Japanse man en twee Japanse vrouwen 5. Op weg naar Fujidera (11) 6. Fujidera (11) 7. Shõsanji (12) 8. Van Shõsanji (12) en x2 tot tempel 13, Dainichiji 9. Van Dainichiji (13) naar Byõdõji (22) 10. Naar Yakuõji (23) en Hotsumisakiji (24) 11. Van Hotsumisakiji (24) tot en met Sekkeiji (33) 12. Van Tanemaji (34) tot en met Kanjizaiji (40) in Ehime prefectuur 13. Van Kanjizaiji (40) naar Enmyõji (53) Nawoord Bronvermelding
6 7 9 11 13 17 20 27 36 49 58 74 93 119 145 176 195 197
Voorwoord Dit schrijven ontstond vanuit het doel ‘my own’ self/Self op papier te krijgen. Het lopen van de 1400 kilometer lange Shikoku pelgrimsroute was in een opwelling naar bovengekomen, na het zien van een paar flitsen uit het programma van Floortje Dessing, Op reis over Japan, begin 2008. Een paar dagen later kocht ik een retourtje Tokyo, met het voornemen in vijf tot zes weken deze route te lopen. Het eiland Shikoku rondlopen met de klok mee, van tempel 1 tot en met tempel 88, via de vier prefecturen van dit eiland: Tokoshima, Kochi, Ehime en Kagawa. Dit zijn de representanten van de vier staten van bewustwording, respectievelijk: spirituele bewustwording, ascese, verlichting en nirwana. Het leek me simpel om van a naar b te lopen. In de aanlooptijd voor de trip verzamelde ik diverse soorten informatie. Algemene informatie over Japan op het gebied van cultuur, gewoontes, religies, economische achtergrond en politiek. Met het accent op Shikoku en de tocht. De zwaarte van de tocht riep plenty vraagtekens bij me op. Waarbij ik de conclusie trok, als het niet gaat, dan verzin ik ter plekke wel iets anders. Ik kwam tijdens het doorploegen van allerlei gegevens over Shikoku en de route uit op de religieuze kant van deze onderneming; het shingonboeddhisme en zijn grondlegger Kõbõ Daishi. Ik besloot me hier niet druk om te maken: gewoon lopen van tempel a naar b! Ik had me tijdens allerlei voorgaande reizen in het verleden en de voorbereiding daarvan enorm bezig gehouden met de boeddhistische trend in het leven om uiteindelijk elke keer opnieuw in de gekte van mijn alledaagse leven te belanden. Ik nam me voor deze tocht te lopen in het kader van: op het leven, mijn leven! Ik haalde uit een van mijn sieradenkastjes een groot ankhteken bevestigd aan een lederen koord met het voornemen dit voor een nog vorm te geven ritueel tijdens de trip in te zetten. Ik besloot geen camera, geen telefoon mee te nemen, noch aantekeningen te maken. Gewoon simpel, van a naar b! Zéér lineair simpel! 6
Deze simpele doelstelling waarmee ik vertrok, was mijn doelstelling! Ik heb echter tijdens en na de trip ingezien, dat ik nooit mijn eigen doelstelling ben, noch bepaal! Dit kwam voor mij nog duidelijker uit de verf terwijl ik het verhaal van Shikoku op papier probeerde te zetten vanuit een helicopterview.
Verantwoording Dit schrijven is tot stand gekomen met behulp van de Shikoku Japan 88 Route Guide (samengesteld door: David C. Moreton, Dave Turkington en Tom Ward, Buyodo Co Ltd, 2007), waarop ik de aangedane overnachtingsplaatsen had omcirkeld. Deze waren tijdens het schrijven de ankers voor mijn herinneringen, daar ik tijdens deze looptocht geen aantekeningen, noch foto’s, had gemaakt. Herinneringen aan ontmoetingen, interacties, emoties, gedachten die kwamen en gingen tijdens het lopen; herinneringen aan meditaties, kennisconstructies, waarheidsbevindingen en de vraagtekens in mij. Dit alles in de prachtige omgeving van Shikoku, gevuld met de overheersende Shingon-cultuur. Al die gedachten en kennisconcepten die voortkomen uit ons gemeenschappelijke leven als soort. Zij zijn ooit in mij gekomen, vanuit overdracht via diverse mensen en media. Zowel vanuit het verleden als vanuit de interactie in het nu. In de beschrijvingen heb ik al deze gedachten en kennisconcepten gezien als gemeenschappelijke kennis van onze soort. Daarom heb ik niet expliciet deze algemeen gedeelde kennis in een bronvermelding opgenomen. Bronnen worden door mij vernoemd als komende uit mijn brein. Soms heb ik daarvoor exacte informatie nagezocht of opnieuw doorgenomen om ze helder op papier te verwoorden. Het is bijvoorbeeld moeilijk om informatie over te dragen vanuit de Heian-periode als ik de lezende niet het jaartal van dit tijdsgebeuren geef. 7
Gecursiveerde begrippen, meestal een connectie hebbend met de cultuur van het Shingon-boeddhisme of het boeddhisme in het algemeen, worden meteen of elders in het boek uitgelegd. Alsmede de begrippen die vanuit mijn brein sinds jaren een grote rol in mijn bewuste of onbewuste zelfsturing een rol hebben gespeeld. De verkenning van ‘my own’ self/Self werd menigmaal op gang gebracht door de interacties met diverse mensen: pelgrims, bewoners van Shikoku, eigenaren van ryokans, minshuku’s, hotels en business hotels. Daarnaast door de mensen, die vanuit het verleden in mijn gedachten naar voren kwamen tijdens het lopen. In dit verhaal ter publicatie heb ik de personen, die ik op Shikoku of in Nederland ontmoette, ontdaan van herkenbaarheid. De familiaire minshuku’s en ryokans heb ik om deze redenen genummerd met x1 tot en met x23. Hotels, business hotels en de shukubõ’s van de diverse tempels zijn wel met naam vernoemd, daar deze in mijn ogen een publieke functie hebben. Bovendien heb ik de beschreven gebeurtenissen op Shikoku in dit boek niet altijd op de locaties beschreven waar ze plaatsvonden. Dit omwille van de anonimiteit en de onherkenbaarheid van de personages in het boek. Om dezelfde reden zijn uiterlijke beschrijvingen en gedragskenmerken van de diverse personages door elkaar gehaald of gedeeltelijk verzonnen. Ik dank met een diepe buiging een ieder, die bewust of onbewust heeft deelgenomen aan de verkenning van ‘my own’ self/Self. Nederland April 2010
8
Inleiding Over vorm, functie en het wezenlijke. De vormgeving! De pelgrimstocht op Shikoku! Als pelgrim lopen! Of op z’n Japans gezegd als o-henro (pelgrim) lopen. Henro, letterlijk vertaald, betekent: de weg. De weg zoeken en gaan om hét te vinden. De functie ‘hét’ (met vele vraagtekens) is het wezenlijke. Achteraf bekeken is bovenstaande bij mij gebeurd op Shikoku. Min of meer ongepland. De beschrijving van het proces in mij is in bovenstaande drie zinnen alles omvattend samengevat. De hoofdstukken één tot en met zes beslaan het gedeelte over een weg zoeken in een totaal onbekende omgeving met ‘mijn bagage’. Met als opvallend verschijnsel het bieden van zorg en ondersteuning door de bewoners van Shikoku om een pelgrim zijn weg te kunnen laten vinden. Hoofdstuk zeven gaat voornamelijk over het vinden van de grenzen van mijn eigen kracht zowel mentaal als fysiek. De hoofdstukken acht en negen beschrijven het vinden van de weg te midden van de witte pelgrimfamilie. Hoofdstuk tien beschrijft als kern de illusie van mijn ‘ik’. In de hoofdstukken elf en twaalf komen het menselijke samen zoeken en samen verder komen naar voren door onze spiegelende hersenen. In het laatste hoofdstuk ontmoet ik via ‘De Rode Slipper Theorie’ mijn verlangen naar het vinden van dé Waarheid. Met als afsluiting de ontmoeting met een persoon, die in zijn zoektocht naar dé waarheid dit op een nogal bijzondere wijze doet. 9
In het nawoord staan verworven inzichten met hun onderlinge verbindingen op een rijtje. Via The Felt Sense, De Rode Slipper Theorie en de Aha Erlebnis wordt een connectie gelegd met mijn grote les: hét Universele met als centraal gegeven de onderlinge verbondenheid. Inzichten die ontstaan zijn in het proces van self naar Self, door middel van sanmitsu.
10
1. Tokyo, Narita Airport 19 Juni 2008. Vanuit mijn informatie van de Lonely Planet (Londen, oktober 2007) liep ik naar de balie van de Japanese Tourist Information. Met als doel grip te krijgen op de voorgenomen looptocht, de Shikoku pelgrimstocht. Drie jonge meiden zaten achter de balie: ‘By bus, by car, by taxi?’ ‘No, by walking.’ ‘Walking?’ Nadat de verbazing wat was weggeëbd, werd er geluisterd en gevraagd. Zó beleefd, zó behulpzaam en zó open luisterend, waarbij het gevoel ontstond: deze Shikoku pelgrimstocht gaat lukken. In twintig minuten tijd kreeg ik de benodigde gegevens over hoe tempel 1 als startpunt van de tocht op het eiland Shikoku te bereiken was. Met de trein van Narita naar Tokyo Trainstation en aansluitend met de Metro naar het Highway Busstation voor de bus naar Tokoshima. Van hieruit was de treinconnectie naar Bando Station, dichtbij tempel 1. De uitleg was zodanig, dat ik het woordelijk had kunnen navertellen. Op mijn lijstje stond daaropvolgend de vraag over de eerste overnachting. Ik maakte me hierover wat ongerust. In Japan, had ik begrepen, komt men niet onaangekondigd aan in shukubõ’s (tempelherbergen), minshuku’s (volkslogementen), ryokans (iets luxueuzer, dan minshuku’s), hotels en business hotels. Opnieuw kwam er een concreet antwoord: ‘Als u aankomt in Tokushima, is om 10.00 uur boven het station, het Tokushima Prefectural International Exchange Association (topia) open. Hier kunt u alle informatie krijgen over de pelgrimstocht en kunnen ze u helpen met de eerste reservering. Overal waar u daaropvolgend slaapt, kunt u de reservering laten doen voor de volgende nacht.’ De concreetheid bleef doorgaan, ingeluid met de vraag: ‘Heeft u even tijd?’ En aansluitend: ‘Want dan zoeken wij via het internet alle bestaande shukubõ’s op met bijbehorende telefoonnummers.’ Ik had tijd, dus de vrouwen begonnen aan de klus. De lijst kwam uit de 11
printer rollen. In het Japans, zonder telefoonnummers! ‘Heeft u nog even tijd? Dan vertalen wij dit alles in het Engels en zoeken we via het internet de telefoonnummers erbij.’ Het drietal ging aan de slag. Binnen een half uur was de klus geklaard! Achtendertig overnachtingsplaatsen plus alle telefoonnummers. Geen achtentachtig, want niet elke tempel bleek een shukubõ te hebben. Ondertussen was ik ook voorzien van informatie over hoe terug te komen naar de airport van Tokyo aan het eind van mijn vakantie. Daarnaast werd me verteld, hoe ik de Highway Bus naar Tokoshima kon reserveren. Ik bedankte hen hartelijk. Er werd gebogen! Ik boog ook! Ik had het gevoel, dat het méér betekende dan het bekende Hollandse dankjewel. Tegenover de balie ondernam ik mijn telefonade in het Engels voor de reservering van de nachtelijke bustrip. Ik sprak geen Japans. De oplossing kwam meteen. Van achter de balie kwam een van de meiden met de vraag: ‘Zal ik u helpen?’ De reservering kwam rond voor die avond. Op de airport scharrelde ik nog wat rond voor allerlei handelingen die eveneens verricht moesten worden. Ik realiseerde me, dat ik zojuist een lesje begeleiden had ontvangen. Met als uitgangspunt, wat heeft de toeristenklant (in mijn dagelijkse beroepsleven: de student als klant) nodig om zelfstandig verder te kunnen. Met daarbij een stuk inlevingsvermogen, dat op een beleefde manier in actie werd omgezet. Vrouwen, met een diepe buiging: bedankt voor dit lesje.
12
2. De monnik en de non van tempel 1, Ryõzenji Vanaf Ryõzenji start de ongeveer 1440 kilometer lange pelgrimstocht, met de klok mee, rond het kleinste hoofdeiland van Japan, Shikoku. De tocht gaat in cirkelvorm langs achtentachtig geregistreerde tempels, die allen een connectie hebben met Kõbõ Daishi, de grondlegger van het shingon-boeddhisme in de negende eeuw. Daarnaast zijn er twintig zogenaamde niet geregistreerde tempels, die binnen dezelfde looproute liggen. In Tokushima werd me verteld, dat ik daar dé juiste pelgrimskleding kon kopen; de kasa (kegelvormige grashoed), de witte tuniek, gebedskralen en houten staf. In Nederland had ik me al voorgenomen niets van dat alles te kopen: ik hoefde niet herkenbaar te zijn als pelgrim en ik wilde ongeveer 5 tot 6 weken weg van fun- shopping. Bij de poort werd ik ‘opgewacht’ door dé monnik van de tempelwinkel. Het gesprek begon meteen in het Engels. ‘Waar komt u vandaan? Gaat u de totale tocht lopen?’ Ik werd voorgesteld aan een Australiër die in veertig dagen de tocht gelopen had. Dit was mijn kans! Want een concreet plaatje van deze tocht zat nog niet op mijn netvlies. Hij vond het goed te doen. Er waren wel wat zware trajecten, echter hij was geen goede graadmeter, want hij maakte vele bergtochten in Australië. Mij werd ook medegedeeld, dat als ik in staat was van tempel 11 naar 12 te komen, de rest wel zou lukken! Bij deze bewoordingen schoten series van gedachteflitsen door mijn hersenen. In diverse beschrijvingen over deze trip die ik gelezen had, werd verteld dat pelgrims in vroegere tijden door ontberingen dikwijls overleden tijdens deze tocht. Aansluitend werd dan gewezen op de mogelijkheden van deze tijd: auto’s, bussen, herbergen en automaten. De uitleg over de wandelstokken ging door mijn brein: deze stokken werden eveneens gebruikt om het graf van overleden pelgrims te markeren! Ik werd door de monnik meegenomen naar de tempelwinkel, waar al de benodigde ‘gear’ te koop was. In een mum van tijd zat ik op z’n 13
Japans bij een tafeltje, waar tevens een Japanner ging zitten, die zijn tocht zojuist beëindigd had. Gelijktijdig werden de pelgrim spullen getoond. Het gevoel van Aziatisch shoppen pakte me vanuit vroegere reizen. Mijn reactie was: ‘Ik heb witte kleding, een hoedje en ik heb geen stempelboek nodig, geen officiële wandelstok met sutra’s erop en geen boek van bisschop Taisen Miyata (A Henro Pilgrimage Guide to the 88 Temples on Shikoku Island, Japan, 2006).’ Hij keek me lachend aan: ‘Neem in ieder geval de Route Guide, de wandelstok en het stempelboek mee. De rest koop je maar ergens anders.’ Hieruit concludeerde ik, dat hij me begreep: al die bagage! Een ander belletje ging rinkelen: in deze tempel krijg je onderricht in de regels van de pelgrimstocht. Ter plekke realiseerde ik me, dat dit ook de kleding en het stempelboek betrof. Het is maar hoe je het begrip onderricht invult. Het handelsaspect was ineens voorbij en ik voelde me vreemd. Vanuit mijn oude associaties met herhaaldelijk meegemaakte Aziatische verkooptechnieken zat ik nog te wachten op verdere verkoopstappen. Geconditioneerd! Ondertussen ging het gesprek verder, aangestuurd door de monnik, richting mij en de Japanse man, die zojuist vanaf tempel 88, Ryõzenji had bereikt. Het gesprek ging de diepte in met betrekking tot meditaties, spiritualiteit en boeddhisme. Ik voelde me ongemakkelijk worden: ik als atheïst zat in een gespreksonderwerp, welke ik sinds jaren niet meer wilde horen. Ik antwoordde op een van zijn vragen en hij moedigde mij aan tot een respons met: ‘Ach u hebt bepaalde ervaringen met meditaties?’ Het antwoord mocht ik laten, want er was een interventie van een binnenkomende gast. Ik dronk thee én nog eens thee. Ik liep naar de kassa om de wandelstok, de Route Guide en het stempelboek te betalen. Bij de kassa zat een vriendelijke non, die na mijn betaling een speciaal armbandje voor mij in de winkel ging halen. Ik keek haar aan: aangroeiende stekeltjesharen en grote vriendelijke open ogen. Ik maakte een opmerking over ‘ik en mijn kale hoofd’ jaren terug, teneinde me te ontdoen van het onbehaaglijke gevoel, 14
dat in mij ontstaan was door het religieuze aspect in het voorgaande gesprek. Ze antwoordde niet en gaf me het mooie, vrolijke en ingetogen armbandje. Daar in tempel 1 liet ik de in gewicht zware Lonely Planet achter met de afspraak: ‘Deze neem ik weer mee, als in deze tempel mijn naam in het Book of completion (registratieboek met de namen van de pelgrims, die de tocht volbracht hebben) wordt gezet.’ Ik liep het tempelcomplex door, zonder me bewust te zijn van alle rituelen die ik volgens voorschrift had kunnen doen en ging op zoek naar de monnik om afscheid te nemen. Hij ging rechtop staan vanuit een gebukte houding bij de rand van de vijver, waar hij een reparatie aan het verrichten was. In het perfecte Engels van een oude geleerde kondigde hij aan met mij mee te lopen naar de Main Gate om mij uitgeleide te doen. Hij boog, ik boog en vervolgens boog ik diep. Meneer de monnik, bedankt voor het lesje. Oude ervaringen, oude manieren van reageren, oud denken, blokkeren het nu. Het moment, dat de ooit geleerde Aziatische verkooptechnieken in mijn brein zich verankerd hebben en de ooit ontstane gedachten over het niet bestaan van God, heeft niets te maken met een nieuwe open ontmoeting.
15