Onze Pelgrimstocht: met de fiets naar Santigo de Compostela ZOMER 2013 We houden niet van half werk! Anno 2011 fietsten we van Westende naar Lourdes. We volgden toen de rustiger wegen aan de hand van het boekje “Op de fiets naar Lourdes” van Guy Raskin. In een uitverkoop kon Vera een boekje op de kop tikken: “St. Jacobsroute” deel 3 van Clemens Sweerman (Pyreneeën -> Santiago). We maakten ons lid van het Vlaams Genootschap van Compostela. We kregen onze geloofsbrief en stempelboekje. Vera surfte menig uur op haar PC om via internet de transfers te regelen tegen een betaalbare prijs. 2 x TGV: heen en terug door Frankrijk en 1 terugreis met de trein door Spanje. Op de TGV mogen fietsen mee, mits reservering. Op de trein in Spanje niet. Vera vond een pakjesdienst, Nacex, die de fietsen én bagage vervoeren door heel Spanje voor slechts €40. Gewapend met deze kennis, de tickets en onze triatlonconditie konden we op vrijdag 12 juli 2013 met een relatief gerust hart vertrekken richting Compostela.
12 juli Westende –> Duinkerke (50km) Vandaag kan Walter recup nemen. Zo kunnen we 1 dag vroeger vertrekken en toch nog eens lang uitslapen in een echt bed thuis. ’s Morgens controleren we nog even onze fietsen en de inhoud van onze waterdichte Ortlieb-zakken. We beschikken elk over 6 waterdichte zakken: 2 aan het voorwiel, 2 achteraan, 1 stuurtas en 1 achtertas. Zo is het gewicht evenwichtig verdeeld en zijn de fietsen stabieler. Walter’s fiets + bagage weegt 50 kg; Vera toert rond met 40 kg. Na een stevig middagmaal worden we uitgezwaaid door buurvrouw Rita. Ze neemt een foto en geeft €10 mee om een dikke kaars te branden in Santiago. Met een lichte meewind rijden we vlot via Koksijde richting Frankrijk. “En passant” kopen we 2 broden bij Bakkerij TYTECA in Koksijde-dorp. In De Panne wippen we nog even binnen bij Walter’s zus. Christiane heeft zopas haar kleindochter Billie in ’t nieuw gestoken met een bollekesrokje en bloesje. Om 18u fietsen we naar Duinkerke, langs de dijk van Maloles-Bains bereiken we het station. Daarna zoeken we camping “La Licorne” op. We zijn klaar om morgen de TGV te nemen richting Parijs, om 09u56’…
13 juli Duinkerke –> Lourdes (15km) Om 09u zijn we al in ’t station. Tijd zat om al onze zakken te labelen. Walter haalt zijn eerste Franse stempel in de krantenwinkel van het station. Na een praatje met de stationschef mogen onze fietsen al op de TGV. Onze eerste TGVrit verloopt probleemloos. Om 12u arriveren we in Paris-Nord. Het vergt heel wat zoekwerk om de uitgestippelde route (via Michelin) te volgen (de straatnamen zijn niet gemakkelijk te vinden). Na een fietsrit van ruim 1 uur door Parijs, komen we aan in Paris-Montparnasse. Nog tijd voor een broodje met cola. Om 14u10 mogen we naar spoor 7; wagon 11. Na 1 keer de volledige trein te hebben afgewandeld, kunnen we net op tijd inladen en opstappen. Onderweg stopt de TGV een half uur, hij heeft ‘un chevreuil’ (een hert) aangereden
en er wordt gecontroleerd als er geen schade is. Onderweg wordt ook gemeld dat ons eindstation PAU wordt in plaats van Lourdes. De sporen zijn beschadigd tijdens de laatste overstroming. Er is nog werk tot eind dit jaar. Vanaf Pau mogen we, na een hartelijk gesprek met de buschauffeur, mee op de bus MET de fietsen. Tijdens de busrit worden we getrakteerd op een klank- en lichtspel. Het regent dat het giet! Gelukkig is het ergste al voorbij als we uitstappen aan het station van Lourdes. Er rest ons een avondlijke rit naar camping Le “Ruisseau Blanc”. ’t Regent nog altijd als we aankomen, samen met de Pizza besteller. We bestellen er ook nog eentje. We mogen slapen in de ‘salle de télé’ want de wind komt nu ook ferm opsteken. ’t Wordt stormachtig. Om 23u 30 kruipen we veilig en droog tussen de dons in onze slaapzakken.
14 juli Lourdes –> Accous (85km) Om 08u30 staan we op. De storm van gisteravond is gaan liggen. De zon schijnt. Vandaag rijden we de Pyreneeën in, richting Col du Somport. Na het ontbijt starten we officieel deel 2 van onze pelgrimstocht aan de poorten van de grot van Lourdes, met een foto en een knuffel.
Via de D937 rijden we naar St.-Pé-de-Bigorre. Daarna volgen we de D35 richting Arudy. Daar moeten we aan de Carrefour (de winkel) de D918 volgen richting Lurbe-Saint-Christau. Vanaf hier komen we op de Camino richting Compostela. We moeten gewoon de gele pijlen volgen. Het wordt onweerachtig; we besluiten om een camping vroeger te stoppen (nog in het dal, vóór de Somport). De ‘acceuil’ van de camping te Accous is verlaten. Er hangt een papiertje dat we de tent mogen neerpoten waar we willen. Bij een mobilhome zit een groep kampeerders rond een TV naar de aankomst van de Tour de France te kijken. Walter volgt de laatste 10 kilometer, met aankomst op de Mont Ventoux. Tegen de avond komt de campinguitbater zijn ronde doen. Hij ziet ons stempelboekje en St. Jacobsschelp. Pelgrims mogen van zijn moeder gratis kamperen. Dat is hun bijdrage tot het gebeuren. Dat is een meevaller. We kruipen tijdig onder de wol want morgen wacht de Col du Somport (1640m hoog)
15 juli Accous –> Tiermas (125km) Vandaag rijden we Spanje binnen. Om 07u30 op en tegen 9u aan de winkel vlak bij de camping. We doen inkopen voor 2 dagen (nadeel: alles moet mee over de Somport). De route start licht glooiend met af en toe een korte klim van 8%. We halen 4 Nederlanders in, juist vóór de finale klim van 10km à 10%. We halen relatief vlot de top met ons kleinste verzet.
2
kruipen we in onze tent na het schrijven van dit verslag. Morgen wordt het iets rustiger; we hebben al een halve dag voorsprong op ons rittenschema!
16 juli Tiermas –> Puente la Reina (Navarra) (82km)
Alleen de herstart, na een tussenstop bij een bergriviertje, levert problemen! Starten in de klim blijkt moeilijker dan verwacht. Boven, op de grens met Spanje eten we brood met banaan & cola. Vera kan voor het eerst haar cursus “Spaans op reis” in de praktijk brengen. We sturen een kaartje naar oma; wie is er eerst thuis?
’t Begint goed…, de uitgepijlde Camino route is gebarricadeerd. We volgen dan maar de iets drukkere N330. ’t Wordt bewolkt en de wind maakt het frisjes. Gelukkig hebben we onze windstopper en mouwstukken mee. In Jaca besluiten we om de hoofdweg te blijven volgen, na bezoek aan de citadel. Onze voorziene camping in Santa Cilia is privé geworden; we mogen er niet kamperen. De volgende camping ligt 30km verder; dit wordt extra fietsen. Via Puente la Reina de Jaca bereiken we de provincie Zaragosa. We gaan op zoek naar camping 2 aan het meer. Een Duitser op een moto vertelt ons dat die gesloten is. We maken rechtsomkeer richting Sigués naar camping 3. Daar proberen 2 bejaarde heren ons (Vera) in ’t Spaans duidelijk te maken dat die camping al jaren opgedoekt is. Onze bidons zijn leeg…we begrijpen ook dat er 200m verder een fonteintje is. We drinken gulzig aan het frisse water en vullen onze bidons.
’t Is nog 15km naar camping 4; die is zeker open… Om 20u vinden we de camping “Villa de Tiermas”. We krijgen een prachtig plaatsje bij het meer; wel vol muggen…. Dank zij een warme douche voelen we ons een stuk beter, na onze rit van 11uur. Om 22u kunnen we van onze “halve kg pasta met vis en tomaat” genieten, bij ’t water en een halve heldere maan. Pas om 23u
Donder en bliksem; groot onweer tijdens de nacht. Dat klinkt indrukwekkend zo aan een meer tussen de bergen. Toch nog goed geslapen tot 09u30! Na een stevig ontbijt (restje pasta met peperkoek) vertrekken we pas om 11u30. Na 1km rijden we ons vast in een wegversperring. Een wegarbeider wijst ons de weg; we moeten over de vangrails met onze zware fietsen. Na nog 1km komen we aan een nadar van 1m50 hoog! We keren terug. Dezelfde werkman vertelt ons dat nog niemand terugkwam uit die richting. Bij een 2° poging vinden we een werfweg in grind.
Moeilijk geraken we voorbij deze probleemzone, nadat we onze fietsen over een 1m hoge draad tilden. We zijn al 1u onderweg en hebben slechts 3km afgelegd! Nu volgen 5km bergop naar de stuwdam van het meer. Daar zijn grote werken bezig i.v.m. productie van electiciteit. In Liédena rijden we ons weer vast op een wegversperring aan een brug. Een vriendelijke boer wijst ons de Camino, die het spoor volgt van een oude trambedding. Een doortocht, via een oude spoorwegtunnel gehakt uit de rotsen is donker en verrassend. De passage van de kloof
“Hoz de Lumbios” is spectaculair mooi. Vanaf hier fietsen we door een heuvelachtig landschap. Ter hoogte van Induráin wordt het bloedheet (40°). In Artaiz stoppen we om te tanken (water). Vera drinkt een koffie. ’t Is al 16u en hebben slechts 45km afgelegd. We rijden linksaf via de NA234 en hebben de wind lichtjes mee. We moeten een paar km de erg drukke N121 volgen. Eindelijk zien we een pijl richting “Puente la Reina”. De temperatuur is al gedaald tot 30°. In Obanos doen we inkopen. 3
18 juli Navarrete –> Santo Domingo de la Calzada (72km)
De aankomst in Puente geeft ons een feestelijk gevoel. Vooral de oversteek van de historische brug. Na nog 3km vinden we de camping. Alle plaatsen zijn voorzien van een wind- en zonnescherm van riet. Maar de tent is nog maar pas opgezet of er breekt een gigantisch onweer los met rukwinden en veel neerslag. Vera is gevlucht in de tent. Walter zit in het sanitair blok en kan daar koken op ons gasvuurtje. Als de ergste vlaag over is, komt Vera eten. Gelukkig ligt de camping op een heuvel en kan het regenwater gemakkelijk weg. Die nacht blijft het regenen.
Vera is al vroeger op en legt onze volgende ritten vast in functie van de bestaande (aangegeven) campings en een ritafstand van ± 80-90km per dag. We vertrekken pas om 11u voor een ‘korte’ rit (50km). ’t Is al zéér warm (41°). De weg is zoals steeds: lichtglooiend, met hier en daar een nijdige klim. De Camino voor wandelaars dwarst menigmaal ons fietstraject. We groeten de pelgrims steevast met “Hola” of “Buen Camino.”! Vlak na een kazerne van de ‘Bomberas’ (brandweer) rijden we ei zo na weer de autostrade op; we moeten er via een voetgangerstunneltje, onder door! In Nájera gaat Walter (zonder Spaanse kennis) 4 ‘platanos’ kopen op de markt. Hij blijft nadien gelukkig achter Vera rijden langs de Najerilla; want op de grindweg verliest Vera haar GPS.
17 juli Puente la Reina –> Navarette (85km) De bui is over. We laten tijdens het ontbijt de tent wat drogen in de schaarse zon. We maken een praatje met Vlamingen uit Maarkedal die we al een paar keer ontmoetten en nu ook op onze camping staan. Bij de start van onze nieuwe dagtocht doen we zonder het te weten een plaatselijke ronde langs Puente la Reina. Onderweg houden 3 oude mannen ons tegen. We moeten terug. We zijn van de Camino afgeweken en ze sturen ons de Camino voor wandelaars op. ’t Blijft warm fietsen richting Badarán en Berceo met daarna een stevige klim naar Villar de Torre. Nu volgt een gestage lichte bergaf naar Santo Domingo. We arriveren om 15u30; het bureau van toerisme gaat pas open om 16u. Nog tijd voor een ijsje onder de kerktoren. Een bezoek aan het bureau én een plannetje ten spijt rijden we foutief naar het dorpje “Bañares” i.p.v. naar de camping met de naam Bañares! Na een ommetje van bijna 20km vinden we de camping Bañares.
Na het dorp raken we verzeild op een oude Romeinse heirbaan: erg hobbelig en steil bergaf. Bij een oude brug moeten we nog een 10-tal trappen nemen ook. Wat zijn we blij dat we even verder terug op de NA1110 kunnen fietsen aan 16km/u doorheen de historische stad Estella. We rijden evenwijdig met de A12 steeds op en neer. We bedwingen nog de steile klimmetjes naar Los Arcos en Viana. Vanaf hier is ’t bergaf naar Logroño; in ons enthousiasme fietsen we bijna de A13 op! Gelukkig zien we tijdig de autostradeborden en kunnen via de graskant terug op het onverhard fietspad. Via een prachtige brug rijden we over de Ebro (gekend uit het kruiswoordraadsel..) In een “Panadería”, koopt Vera 3 broden à 95 cent. Na Logroño volgen we een prachtig fietspad langs de meren en door het bos. Eekhoorns vergezellen ons! In Navarrete volgt Vera haar GPS naar de camping, 3km uit het dorp. We beschikken er over een houten tafel + bank om te koken en te eten. We voelen ons de koning te rijk. Om 22u zijn we klaar; slaap wel. 4
We staan er zo goed als alleen op een zeer grote nieuwe kampeerplaats. We kunnen er wel genieten van ultra modern sanitair en een mooie zonsondergang.
19 juli Santo Domingo –> Cartuja de Miraflores (Burgos) (90km) De dag begint slecht voor Vera. Tijdens het inpakken schiet het verschot in haar rug. Ze kan nog moeilijk stappen; gelukkig lukt fietsen beter. Na Santo Domingo dwarsen we de N120 en stijgen langzaam naar Tormantos (610m). We rijden de provincie Burgos binnen. De straatnummers beginnen nu met de letters
BU. We volgen de BUP7107 tot Belorado, daarna een 3-tal km de N120, om rechtsaf te gaan via de BU710. We blijven stijgen tot 990m Villalómez. Daar houden we onze pauze. Ik koop er een brood en een grote zak gebakjes aan een rondrijdende bakker. We eten alles netjes op en kunnen versterkt onze weg verderzetten, met volle bidons. We fietsen naar een rivier: “de Río Vena”, dat betekent altijd BERGAF. In Santovenia de Oca dwarsen we de N120 naar Arlanzón. Met een lichte daling en wind mee halen we snelheden tot 30km/u richting Burgos. Het feest wordt onderbroken door een korte steile klim (tot 14%). Daarna is het uitbollen naar camping “Fuentes Blanca” te Cartuja de Miraflores nabij Burgos. We zijn net op tijd om de tour de France te zien op tv., een ritaankomst in de bergen met regen. We zetten onze tent dichtbij een bank, zo kan Vera haar rug wat sparen. Onze buurman heet “Alberto”. Een spanjaard uit León die pas vertrokken is op wereldreis met de fiets…zijn einddoel is Thailand, binnen 3 jaar! Deze avond eten we paella gemaakt met vis uit blik (mosselen, calamares en sardines): lekker.
Dit grindpad loopt noordwaarts; terwijl onze fietsroute zuidelijker loopt. We besluiten de N120 te volgen in Westelijke richting tot Villanueva. Langs alternatieve wegen bereiken we Castrillo de Murcia. In Villasandino nemen we de BU404 richting Z-Z-West. ’t Is zeer warm, geen wind en rechtdoor voor 15km. In Castrojeriz zijn we terug op ons geplande parcours. Een dorpje verder eten we iets in Castrillo de Matajudios. Bij het kraantje staat een waarschuwing: GEEN drinkbaar water! Na het dorp passeren we een bord met: Santiago nog 485km. We rijden aan de rivier Río Pisuerga de
20 juli Burgos –> Carrión los Condes (100km) Wakker om 09u: we overslapen ons, net nu we een rit van 100km voorzien. We nemen afscheid van Alberto en wensen hem veel geluk. Langs het fietspad rijden we naar Burgos voor een foto bij de kathedraal. Na de kathedraal nemen we een verkeerd straatje en rijden via een foute weg de stad uit. Een behulpzame Spanjaard stuurt ons de Camino voor wandelaars op.
provincie “Palencia” binnen. Tussen de korenvelden gaat het richting Frómista. We doen er onze inkopen, drinken een cola, vullen onze bidons met fris water en halen wat Cash geld af via een bankautomaat. Via de P 980(P van Palencia) gaat het nog 17km, tegen de wind in, naar de camping. We hebben gezelschap van een duo fietsers. Ik kan het niet laten om tijdens de laatste kilometers een koersje te doen. Ik verhoog het tempo langzaam tot ±30km/u. Er kan maar 1 collega volgen. Na de laatste helling keer ik terug om Vera op te halen. Om 19u zijn we op de camping. Er is weinig volk maar wel véél muggen... 5
21 juli Carrión los Condes –> Manzilla de las Mulas (80km) Vandaag is er eentje jarig. Walter wordt 56 jaar. Met Vera’s rug gaat het gelukkig beter. We kopen 3 broden in de Panadería en fietsen meteen de Camino op. Een grindweg van 15km:
Dan gaan we eten: brood met vis uit blik, op het dorpsplein bij de fontein. We ontmoeten een pelgrim uit Roeselare: Luc Schaubroeck. We drinken samen een pint in Centro de Turismo Rural El Puente op mijn 56ste verjaardag. Tegen 9u30 rijden we naar de “camping”. Voor het donker wordt staat onze tent recht en kunnen we slapen. Vera slaapt onrustig, nochtans zijn we helemaal alleen op de camping en worden door niemand gestoord. Ik heb 10 tallen sms’jes ontvangen voor mijn verjaardag, waarvoor dank. kaarsrecht, alleen 2 heuveltjes en een kleurverandering van het grind zorgen voor enige afwisseling! ’t Is bloedheet. We hebben medelijden met de stappers, wij zijn er van af in een uurtje. We vervolgen via Ledigos naar Sahagún. Hier willen we een pelgrimsmenu eten voor Walters verjaardag; maar we zijn 1 uur te vroeg (kok nog niet in de keuken). We bestellen dan maar een groentenpaella met een glas “vino tinto”.
Via de stadspoort verlaten we Sahagún. We houden koffiepauze in Reliegos. Hier broeden 3 ooievaars op de kerktoren. Elk dorp heeft zo zijn eigen ooievaarsnest op een fabrieksschouw of op de kerktoren. In Mansilla de las Mulas stuiten we weer op een gesloten camping. Ik besluit een inspectieronde te doen en vind een gat in de omheining… we kunnen binnen. We gaan ons verfrissen in de rivier: de ESLA. Vera doet er zelfs de was.
6
22 juli Mansilla de las Mulas –> Hospital de Orbigo (73 km) Om 06u45 is Vera al klaarwakker! We moeten onze dikke trui aandoen, want ’t is nog erg fris buiten. We slopen onze tent en pakken alles in. Nog vóór 7u30 kruipen we al weer door de draad. In Mansilla zijn de winkels nog gesloten. We gaan ontbijten bij cafetaria “Alonso”: koffie met koek. We starten richting Villanueva de las Manzanas langs de LE512 (LE van León). We fietsen León binnen langs het voetbalstadion en via
de Río Bernesga. Aan een fontein in de vorm van een leeuw (León) lessen we onze dorst. We doorkruisen de stad tot aan de grote, indrukwekkende kathedraal. Daar trakteren we onszelf op een 2° ontbijt: een warme chocolade met een puddingkoek. We vervolgen ons stadsbezoek op de Plaza San Marcos.
Na een foto-stop verlaten we León via de Avenida Dr. Fleming richting Santovenia de la Valdoncina. De dorpjes zijn klein en de doorgangen zijn erg smal. Er volgen enkele klimmetjes. Via een grindweg bereiken we, samen met de stappers op de Camino, Hospital de Orbigo. We fietsen helaas rond de historische brug recht naar de camping. Die is zo goed als volzet! We maken een avondwandeling naar de beroemde Romeinse brug met de 18 stenen bogen over de Río Orbigo. We gaan winkelen in de supermercado van San Juan. Na onze halve kilo pasta Bolognaise met champignons en erwtjes vallen we vlug in slaap.
23 juli Hospital de Orbigo –> Valela (Villafranca) (107 km) We ontbijten op de bank bij de receptie van de camping. Vera’s rug is beter. Aan het begin van onze rit twijfelen we aan de juiste startrichting. We moeten volgens ons boekje eerst Zuidwaarts, richting Veguellina de Orbigo. We missen de zijstraat waar we rechtsaf richting WEST moeten nemen. We hebben het gelukkig vlug door, want vandaag gaan we voor de 3 cijfers op onze dagteller…(+ 100km). We fietsen evenwijdig aan een spoorlijn door mooie landschappen richting Nistral. Bij het binnenrijden van de stad Astorga worden we verrast door een zeer steile klim tot bij een kerk van de Misioneros Redentoristas. Er is een markt bezig. We kopen fruit: perziken en bananen. We genieten van de gezellige drukte. We komen langs het Paleis van Gaudi (mooi,
door er zelf een (grote?) steen bij te gooien. Hierboven nemen we onze break. We eten al ons fruit op met wat brood en maken ons klaar voor een lange, steile, gevaarlijke afdaling. In geen tijd staan we 900m lager in Molinaseca (600m). Een brug over de Río Boeza leidt ons naar Ponferrada. Daar worden we getrakteerd op een prachtige tempeliersburcht (én een ijsje).
Probleemloos fietsen we Ponferrada door maar rijden ons vast in wijk ‘Compostela”. Via een grindweg moeten we door een tunnel naar Camponaraja. In Cacabelos rijden we over de rivier: Río Cua;. ‘t Is erg warm en er zijn veel zwemmers in ’t water op zoek naar verkoeling. Even denken we er aan om ook een duik te nemen, we rijden toch meteen door: nog 10km bergop (6%) naar de camping van Villafranca. We kunnen onze tent opstellen in Valela op een schaduwrijk plekje onder de bomen. Er zijn nog 12 andere Belgen op de camping. Zij doen elk jaar een stuk van de Camino. We wisselen onze mailadressen uit. ’t Is al bijna middernacht als we in onze tent kruipen.
24 juli Valela –> Sarria (80km)
mooi) én de kathedraal St. Maria. We verlaten Astorga richting Murias. We verlaten de grote weg met een klim richting Rabanal del Camino (1030m hoogte). De LE142 blijft klimmen! Op de berg staat een opvallende herberg. Ik vraag er een stempel en neem enkele sfeerfoto’s. Ondertussen klimt Vera verder tot aan de Cruz de Ferro (hoogte 1500m). Dit is een houten paal met metalen kruis bovenop, op een hoop stenen. Hier kan men symbolisch zijn lasten achterlaten
Gisteren hebben we al ons brood opgegeten. Om 9u nemen we ons ontbijt op een terrasje in Villafranca: elk een groot stuk cake + koffie voor slechts €5. We kopen brood en starten, over de río Burbia, aan een gezapige klim van wel 30km lang richting O Cebreiro. Er zijn veel wandelaars op de Camino. We dwarsen tot 6 maal toe de A6. Die loopt over steeds hogere bruggen. Tot we een lange klim van wel 14% moeten overwinnen. Druipend van het zweet loopt onze weg plots weer hoger dan die A6…
7
Loppemse pelgrim, heeft de sticker herkend op onze koeltas. We maken kennis en fietsen samen een stuk van de Camino. Hij is al vanuit Brugge, solo met de fiets, vertrokken. We nemen een foto en wisselen mailadressen uit. Dan klimmen we dapper verder. We worden beloond met een lange afdaling naar de Río Loio. We fietsen over de brug naar Portomarín. We staan meteen oog in oog met een prachtige toegangstrap/brug. We
We rijden de provincie Galicië binnen en vullen onze bidons aan een fonteintje. Nog een klim van 2km aan 9% tot op de Cebreiro (1310m). Dan volgt, na een afdaling, de Alto San Roque (1270). Onze derde col van de dag is de Alto do Poio (1335m). Daar nemen we pauze op een terras met brood, pasta met suiker en een zak koekjes met koffie. Voldaan beginnen we aan de
lange afdaling richting Triacastela. Via Samos fietsen we naar Sarria, onze kampeerplaats voor vandaag. Vera’s GPS stuurt ons rechtstreeks naar de camping die een flink stuk buiten Sarria ligt. We worden zeer vriendelijk ontvangen. De mevrouw aan de receptie belt zelf even op om na te gaan als de camping in Monterroso open is (kampeerplaats voor morgen). Vandaag eten we pasta met zeevruchten en champignonsaus (gemaakt met champignonsoep uit zakjes). We sluiten de dag af met een pint en een glas wijn in de bar. Op de TV zien we een paar losse beelden van een treinongeluk in Santiago…
25 juli Sarria –> Monterroso (52km) We slapen uit tot 9u. Er is een korte rit voorzien, slechts 1 kaartje uit ons boekje. We volgen hoofdzakelijk de LU633, gekruid met tal van klimmetjes van 5 tot 8%. Op een van die heuvels hoor ik plots achter mij: “Natuurpunt onderweg?” Simon, een
8
besluiten een kort bezoek te brengen aan deze heropgebouwde stad. Het oude dorp werd verplaatst vóór het in 1962 onder water verdween na de bouw van de stuwdam. We halen een stempel en middagmalen op de trappen van een 12de eeuwse, vierkante, op een burcht lijkende kerk. We vervolgen onze
tocht langs de LU633 en komen langs onze eerste “Horreo”; een bouwsel op hoge poten met kruisjes op. We weten nog niet waarvoor ze dienen? Dat zullen we navragen. De enige camping in de buurt ligt 10km van de Camino af, in Monterroso. Na nog een stevige klim bolt het lekker naar de camping die zeer goed bewegwijzerd is. Er is zelfs een openbaar zwembad bij. Ik zwem er 500m. In de bar zien we op TV dat het treinongeval in Santiago gigantisch is. Op mijn GSM heb ik 2 gemiste oproepen. Onze dochters willen weten hoe het met ons is. We sturen tal van geruststellende sms’jes rond. We hopen dat onze terugreis per trein, niet in het gedrang komt.
26 juli Monterroso –> Santiago (97km) Om 7u opstaan, we gaan naar Santiago. Vera’s rug doet pijn en ik heb buikpijn en voel me nogal belabberd. ’t Wordt een lastige finale.. Via de LU221 rijden we naar Palas de Rei; daar fietsen we weer op de Camino. We halen een stempel in het “concello” = gemeentehuis en houden er een sanitaire stop. Vanaf Melide verlaten we de drukke N547 voor een kleinere weg;
die is onderbroken wegens werken, alléén toeristen per fiets mogen doorrijden… We pauzeren in Arzúa op een gloednieuwe picknickplaats. Ik heb weinig honger. We beginnen aan ons laatste kaartje richting Santiago. We volgen de AC240 via Touro en zien weer verscheidene Horreos. ’t Is heuvelachtig volgens een gekend concept: naar de rivier = bergaf, weg van de rivier = bergop. We nemen op een terrasje een cola-stop. Nog 19km naar Santiago. We dwarsen de rivier de Ulla, waar de pelgrims zich destijds in wasten, juist vóór hun aankomst. We nemen een foto bij het bord “Santiago”. Samen rijden we de stad binnen
langs een super steile weg; we hebben zelfs supporters langs die weg. Eindelijk rijden we het plein op bij de kathedraal. Voor de kathedraal geven we elkaar een stevige knuffel en pinken een traantje weg. Ik leg me languit op de grond, terwijl Vera probeert contact te leggen met Joske, een collega van haar werk. Joske en haar man Eddy stonden ons op te wachten aan de pelgrimspoort waar de pelgrims worden verwelkomd met
doedelzakmuziek. Langs daar kwam Eddy enkele dagen geleden binnen na zijn Camino van 3 maanden: Brussel -> Santiago! TE VOET! Van hen vernemen we dat er vanavond om 19u30 een speciale mis is mét vat (geen bier wel wierook). We moeten wel nog eerst ons compostelaat ophalen. De aanschuifrij is ’s avonds niet erg lang. Ons compostelaat wordt plechtig overhandigd door een Vlaming.
De mis met Botafumeiro: slingerend wierookvat, is indrukwekkend. Er wordt 1 moment stilte gehouden voor de slachtoffers van de treinramp. Na de mis gaan we de camping in Santiago opzoeken. ’t Is weer laat, maar toch heb ik geen honger. Ik eet toch wat brood met cola voor ik mij in onze tent te slapen leg onder de Eucalyptusbomen.
9
27 juli Compostela –> Muros (91km) Nu we een eerste doel bereikten, slapen we wat langer. ’t Regent.., we zijn niet gehaast om door te rijden richting Finisterre. Tegen de middag is het iets droger en vertrekken we toch. We rijden naar de kathedraal om ons te kunnen oriënteren… We hadden helaas niet door dat er op Spaanse landkaarten een windroos staat… Noord is zelden bovenaan op de kaart… We reden richting Noord i.p.v. Zuid! We volgen de AC841 richting A Estrada tot in Puentevea en verder naar Padrón. De weg wordt er heraangelegd; veel bochten worden rechtgetrokken. We moeten laveren tussen oude en nieuwe weggedeelten. Onderweg hebben we een prachtig zicht op de Ulla. Na de rivier is ’t weer klimmen tussen de eucalyptusbomen. ’t Wordt regenachtig en er zit een frisse wind vanuit zee. Plots zie ik meeuwen: we naderen de kust, we ruiken zelfs de zee. We zijn in Noia…op 5km zou hier een camping moeten zijn; helaas geen camping meer. We fietsen dan maar naar Muros, nog 30km. De wind trekt aan waardoor de 750m lange brug, over de Tambre, zeer lang lijkt. De lichtglooiende kustweg, wind tegen, valt zwaar. Pas om 20u30 bereiken we de camping, langs de weg, dichtbij zee. We zetten onze tent in de windrichting en slaan dubbele piketten. Tijdens het eten begint het water te gieten. Storm aan zee! Ik schrijf mijn verslag in de tent bij zaklamplicht.
<- onze tent!
van onze tent beland. De caravan naast ons, werd doorboord met een motoronderdeel. De camping staat op stelten. Na die rusteloze nacht regent het ’s morgens. TV Galicia interviewt de bazin van de camping i.v.m. het gat in de caravan. Tegen de middag laten we onze tent op de camping staan en rijden zonder bagage via de kustweg naar Finisterre. Telkens de weg stijgt, komen we in mist terecht, beneden op zeeniveau schijnt de zon. Eindelijk weet ik wat een Horreo is.
Het zijn graanopslagplaatsen; ze staan hoog op poten om ontoegankelijk te zijn voor ongedierte (uitleg gehad van Eddy). In deze regio staan er heel veel. Om 14u30 zijn we bij het “einde van de wereld” = meest westelijke punt van Europa: Finisterre. Er is veel wind en ’t begint te regenen. Toevallig zien we Joske
28 juli Muros –> Finisterre –> Muros (2 x 55km –>123km)
Om 2u in de nacht worden we, ondanks de oordoppen, bruusk gewekt door een luide knal en vallende brokstukken. Een BMW is uit de bocht gegaan en is tegen een rots gereden. De chauffeur overleeft het niet. De motor van de wagen is tot in de camping geslingerd… Er is zelfs een brokstuk op 3 meter
10
en Eddy. We gaan samen iets drinken nabij de vuurtoren, tot de vlaag over is. Ook Simon (uit Loppem) zien we terug samen met zijn lief nabij kilometerpaal NUL.
30 juli Internetten in Santiago We slapen lang uit. Pas tegen de middag gaan we naar het bureau van toerisme. Ze wijzen ons de kortste weg naar een internetcafé. Pas 2u30 later zijn al onze mails verstuurd. Zo is het thuisfront op de hoogte dat we het haalden en het goed
Pas om 17u rijden we terug naar Muros (55km). In Cée mis ik, we rijden rechtdoor i.p.v. rechtsaf (= 13km omweg). Gelukkig schijnt er een avondzonnetje en is de wind gaan liggen. Pas om 20u45 komen we aan op de camping. Na een korte douche gaan we eten in het restaurant met zicht op zee: rijst met zeevruchten + glaasje wijn. Santé
29 juli Muros –> Santiago de Compostela (69km)
stellen. Met het stadsplan in de hand verkennen we de weg naar het pakjesbedrijf Nacex. Morgen versturen we onze fiets met bagage naar Irún. Deze avond gaan we uit eten met Joske & Eddy. We proeven van plaatselijke specialiteiten: Tetilla, pimientas, inktvis en scampi in de look. Als dessert eten we tiramisu met kastanjes. Als digestief drinken we de aangeboden fles helemaal leeg. We slapen zacht en dromen zoet.
Op de camping worden de brokstukken van de BMW verzameld en opgehaald. We lezen in de krant dat de chauffeur 21jaar
31 juli Stadsbezoek jong was. De terugreis naar Santiago verloopt vlot: wind mee. We genieten van prachtige vergezichten. De lange brug over de Tambre lijkt vandaag heel wat korter. We nemen de kortste weg naar Compostela: de AC543. We zijn verrast door de steile klim van 5km. ’t Is slechts 17° C, toch zweet ik mij te pletter. Tegen de middag valt er miezerregen. Pas vanaf het dorp Urdilde begint het te dalen en stijgt de temperatuur. Bij het binnenrijden van Santiago worden we getrakteerd op nog een klim. We vinden gemakkelijk de camping terug. Aangekomen,…gedaan met fietsen in Spanje. Op de kampeerplaats naast ons staan de 2 Nederlandse dames die samen met ons de Somport bedwongen. Zij zijn pas aangekomen… wij zijn al terug van Finisterre. We trakteren onszelf op een fles rode wijn met Tetilla (kaas in de vorm van een vrouwenborst, lekker) en genieten van pasta met sardines en tomaat. Morgen is ’t rustdag en gaan op internetcafébezoek.
We breken onze tent voor het laatst op en maken onze fiets klaar om te versturen. We houden alleen het allernoodzakelijkste als handbagage. Om 10u leveren we onze fiets af bij Nacex… tot over 2 dagen in Irún? Te voet trekken we naar het centrum. Na een ontbijt wonen we de pelgrimsmis om 12u bij. Er wordt weer met het wierookvat gezwierd. Indrukwekkend. Dit ritueel zou oorspronkelijk in ’t leven geroepen zijn om de kwalijke geuren van de pelgrims te verdoezelen! Na de mis gaan we
in de rij aanschuiven om de heilige Jacobus te omhelzen (zijn standbeeld natuurlijk), plus bezoek aan de crypte. Heel devoot steekt Vera menig “electrische” kaars aan. Na de middag gaan we inchecken in hotel “Pumar”. We doen onze inkopen en gaan picknicken op het plein voor de kathedraal. We doen er zelfs een Spaanse siësta, in het zonnetje. Terug fit, doen we de toer van de bezienswaardigheden in het stadscentrum. We brengen ook een bezoek aan de Huiskamer der Lage Landen en drinken er 11
een kopje koffie + 1 Maria koekje. Na de zoveelste kerk gaan we een ijsje eten nabij de stadspoort. We gaan ons verfrissen in het hotel en zoeken een rustig restaurant op. Nabij de kathedraal ontmoeten we een Roeselaars koppel. Ze komen Santiago verkennen want ze willen in een van de volgende jaren zelf de Camino wandelen. Om 20u45 gaan we eten. We zitten helemaal alleen in de zaak. Wij hebben onze paella met kip al verorberd, als er nog volk binnenkomt. Spanjaarden zijn laatavondmensen. Op een terrasje drinken we nog een “café con leche”. Daarna gaan we slapen.
1 oogst Dwars door Spanje Om 8u uit de veren. We geven onze sleutel van het hotelletje af. We gaan afscheid nemen van de kathedraal van Santiago en
lopen nog eens langs bij een bankautomaat. Dichtbij ’t station gaan we een koffie drinken. Onze trein vertrekt om 9u59 stipt voor een verschrikkelijk lange rit van 11u. De trein blijft altijd volzet. Als er reizigers afstappen, stappen er evenveel nieuwe op. We hebben elk 1 grote fles frisdrank, een frans brood en een rond brood om de dag door te komen. We doden de tijd met buiten kijken, een dutje doen, Ice Age 4 bekijken op tv 12
(in ‘t Spaans) en een mazout drinken in de bar. Met slechts 11’ vertraging bereiken we IRUN. We gaan op zoek naar de geboekte jeugdherberg met behulp van de GPS. Er is weinig volk, ’t is zeer warm in de kamers. We doen nog een avondwandeling, om de benen eens los te gooien. Zo kennen we de kortste weg naar NACEX voor morgen. Om 11u30 leggen we ons in het veel te warme bed.
2 oogst Terug naar huis (18km + 40km)
Na een douche genieten we van een uitgebreid ontbijt. We wandelen naar NACEX. Onze fietsen staan er netjes verpakt in twee grote dozen. Het uitpakken en opnieuw afstellen van zadel
en stuur neemt wel een tijdje in beslag. Daarna kunnen we terug op ons stalen ros, om het laatste stukje Spanje af te fietsen. Het Franse grensdorp Hendaye is een badplaats. We rijden nog eens naar zee. Vera neemt er een zonnebad. Ik ga pootje baden en loop zo’n 3km langs de waterlijn. Om 13u fietsen we langs de jachthaven terug naar het station. We kopen voor elk 2 belegde
“Franse” broden en een grote fles cola. In ’t station hebben we alle tijd om onze fietsen en zakken te labelen en op de TGV te laden. Tegenover ons zitten 2 Oostenrijkers; ze slapen veel maar zijn behulpzaam. We hebben last van onze benen, want er is weinig ruimte. In Bordeaux moet onze TGV wachten op die van Tarbes-Lourdes. Ze worden aan elkaar gekoppeld. We lopen 20’ vertraging op! In Parijs wacht ons nog de transfer ParisMontparnasse –> Paris-Nord. We hadden 1u15 voorzien, maar daar gaan al 20’ af! Rest 55’ (in de heenreis hadden we 1u15’ nodig voor ‘t zelfde traject). ’t Wordt spannend. We nemen volgende voorzorgsmaatregelen: 1) op het plan van Parijs kiezen we voor de rechte hoofdwegen, 2) Vera vraagt de Oostenrijkers of ze 1 fiets op het perron willen zetten, 3) nog een medereiziger wil helpen om de zakken buiten te zetten, 4) ik zet Vera’s velo op ’t perron. De trein stopt en wij wringen ons als eersten buiten. We laden onze zakken op de fietsen en rijden naar de uitgang. We nemen geen lift, maar gaan langs de roltrappen naar beneden. Met wat trek-en duwwerk geraken we binnen de 8 min buiten het station. We oriënteren ons op de toren van Montparnasse en kiezen voor de Rue de Rennes... rechtdoor naar de Seine. Eens daarover moeten we een drukke 5 vaksbaan dwarsen. We rijden rechtsaf mee met het verkeer en schuiven telkens 1 baanvak op naar links. Uiteindelijk bereiken we de overkant. Nu raken we verzeild op een werf. We rijden een voetgangersweggetje in en dwarsen een marktplein. Zo vinden we de Boulevard
Sabastropol (die naam heb ik op mijn hand geschreven). Via de busstrook is ’t gewoon volgen richting Noord. Onderweg hebben we wel 50 stoplichten te passeren; gelukkig sprongen er veel net op groen! Uiteindelijk zijn we 15 min vóór vertrektijd in Paris-Nord. Ik denk dat we een record gevestigd hebben. Op de TGV naar Duinkerke hebben we tijd genoeg om uit te hijgen en droge kledij aan te doen. De kaartjesknipster komt een vriendelijk praatje maken. Onze goedkope tickets zouden wel degelijk waardeloos zijn, mochten we de trein niet gehaald hebben. Even over middernacht bolt de trein Duinkerke binnen. Er rest ons nog een fietsrit Duinkerke -> Westende. Via de dijk en de avondmarkt gaat het richting Belgique. Ik wil graag een zak friet of oliebollen…Maar ’t is al laat en we fietsen door. Om 2u zijn we thuis. We reden onze laatste 40km à 22km/uur. Thuisgekomen kijken we naar het nieuws op tv waarna we gaan slapen. Vandaag willen we nog deelnemen aan de Schorreloop, een wedstrijd van het Oostends loopcriterium. Het zal een moeilijke, lastige wedstrijd worden. Gelukkig is er achteraf een BBQ voorzien…
Vera’s buurvrouw, Rita, heeft op het venster de boodschap ‘Welkom thuis’ geplakt en een fles Cava bij de deur gezet. Santé
13