Met de fiets naar ‘800’ in Landen en Oisterwijk Meerdaagse cultuurhistorische fietsroute tussen twee stadjes in Vlaams-Brabant en Noord-Brabant
Door Hennie van Schooten en Paul Spapens pagina 1
Vriendschapsbanden tussen twee Brabantse plaatsen met acht eeuwen stadsrechten
Een fietsroute van Landen (B) naar Oisterwijk (NL) en van O isterwijk naar Landen Zowel de Stad (gemeente) Landen in Belgisch Vlaams-Brabant als de gemeente Oisterwijk in Nederlands Noord-Brabant bestaan acht eeuwen als stad. Hertog Hendrik I van Brabant verleende Oisterwijk en Landen in 1212 stadsrechten. Dit historisch feit is in beide gemeenschappen aanleiding geweest voor allerlei festiviteiten en evenementen gericht op de inwoners van alle plaatsen die tegenwoordig deel uitmaken van beide gemeenten. Stad Landen vierde het in 2011, de gemeente Oisterwijk in 2012. De gelegenheid wordt aangegrepen om – onder meer - de inwoners nader tot elkaar te brengen. Stad Landen en de Stichting Oisterwijk 800 hebben de 800-viering eveneens benut om vriendschapsbanden met elkaar aan te knopen. Dit vanuit het volste besef dat de toekomst – mede – in Europa ligt. Als je elkaar leert kennen, kunnen vriendschappen ontstaan die de basis vormen van de gezamenlijke toekomst. Het historisch feit van acht eeuwen stadsrechten is een unieke kans om zulke banden aan te gaan. De Stichting Oisterwijk 800 en Stad Landen hebben aan dat gezamenlijke streven een unieke invulling gegeven, namelijk door het ontwikkelen van een fietsroute die beide plaatsen verbindt. Gemiddeld moet een fietser 150 kilometer enkele reis afleggen. Het is dus een meerdaagse fietsroute die grotendeels door Vlaanderen voert en die de fietser langs allerlei bijzondere bezienswaardigheden voert. In dit boekje staat niet alleen de route Landen-Oisterwijk vice-versa, maar er staan ook beknopte beschrijvingen en foto’s in van veel dat onderweg is te beleven. De route is zorgvuldig uitgezet en volgt voor een groot deel het onvolprezen knooppuntennetwerk, overigens een Belgisch-Limburgse uitvinding. Het is mogelijk de route aan de hand van de beschrijving in dit boekje te volgen. Het verdient echter aanbeveling de bijbehorende fietskaarten aan te schaffen. Fietskaarten zijn verkrijgbaar bij de VVV’s in Oisterwijk (en Moergestel) en Landen. De samenstellers houden zich aanbevolen voor verbeteringen.
pagina 2
Voor logies onderweg kunnen websites van de toeristische diensten in de plaatsen onderweg worden geraadpleegd. Dit advies geven we natuurlijk in het bijzonder voor Landen en Oisterwijk. www.landen.be www.vvvoisterwijk.nl In het samenstellen van de route en het boekje heeft een aantal personen en instanties samengewerkt. De route is uitgezet door Hennie van Schooten uit Moergestel. Zij is een zeer ervaren wereldfietser die tal van fietsroutes heeft ontwikkeld. Vanuit Landen is alle hulp geboden door An Sevenants en Johan de Rocker. Marc Verstraten van Toerisme Limburg stelde het nodige kaartmateriaal ter beschikking. Ook een woord van dank voor de VVV van Oisterwijk. De uitgave van dit boekje is financieel mede mogelijk gemaakt door de Stichting Moergestel Fietsdorp. Carel Brands heeft het boekje vormgegeven. Iedereen bedankt voor de hulp en de inzet. We hopen dat veel fietsers deze route gaan rijden, nu en in de toekomst. Fietsen is een duurzame vorm van toerisme en vrijetijdsbesteding. Fietsen brengt een duurzame vriendschap tot stand tussen de inwoners van Landen en Oisterwijk. Veel fietsplezier! Wilfried Roosen, schepen voor toerisme Stad Landen Paul Spapens, voorzitter Stichting Oisterwijk 800.
Deze uitgave is mogelijk gemaakt door :
pagina 3
Routebeschrijving Landen-Oisterwijk – 188 kilometer totaal. Afhankelijk van de eigen voorkeur is deze route in twee tot drie dagen te fietsen. De samenstellers trokken er twee dagen voor uit. Drie dagen biedt meer gelegenheid tot het bezoeken van interessante plaatsen onderweg. Dat gaat voor de route Landen-Oisterwijk nog meer op dan omgekeerd omdat dit traject in totaal 33 kilometer langer is. De afstand Landen-Hechtel is 83 kilometer. De afstand Hechtel-Oisterwijk is 105 kilometer.
Landen RI Knp. 359-186-185-134-135 (Sint-Truiden*)-189-147-172180-173-146 (Alken) – 144—143- (centrum Hasselt*) – 96-(kanaal) – 95-94- (Herkenrode*) - 93-301-300-316 (Houthalen) – 308-309-05(Hechtel) – 258-257-272-255- (Duits militair kerkhof*) – 265-264-267260- (kanaal) – 232-76-77 (Abdij van Postel*) – 72 (kanaal) – 67-59 (voor centrum Arendonk* volg Knp 61). Van Knp. 59 naar Knp. 6056-96-95-99-47-48-01 (RI Knp. 38) RA, RI centrum Hilvarenbeek*. Op de Vrijthof vóór kerk LA en dan weer RA RI Biest-Houtakker (steeds RD). Knp. 5-6 (RI Knp. 82). Over kanaal RD, Heuvelstraat naar Moergestel. Weg steeds volgen. LA op T-kruising, RI Moergestel. Over viaduct autoweg. Knp. 12, langs molen. Na haakse bocht naar links ligt rechts het geografisch middelpunt van de Benelux*, Moergestel*. Knp, 11-83-13-14-16-17. De Lind, bij historisch raadhuis einde route Landen - Oisterwijk.
Routebeschrijving Oisterwijk-Landen – 155 kilometer totaal. Afhankelijk van de eigen voorkeur is deze route in twee tot drie dagen te fietsen. De samenstellers trokken er twee dagen voor uit. Drie dagen biedt meer gelegenheid tot het bezoeken van interessante plaatsen onderweg. De afstand Oisterwijk-Westerlo is 91 kilometer. De afstand Westerlo-Landen is 64 kilometer.
Oisterwijk *. Start hoek De Lind-De Balbian Versterlaan. RA, De Balbian Versterlaan. RA, na 150 meter, rode fietspad. LA, na 450 meter, Burgemeester Verwielstraat. Twee maal rotonde RD, gaat over in Koningsvaren. RA, op splitsing, Merodelaan. LA, Wierdsmalaan. RA, vóór restaurant Klein Speijck, pagina 4
Van Tienhovenlaan. Deze weg steeds volgen door de bossen. Gaat over in Heiligenboom. RD op kruispunt RI Knp. 12, Heiligenboom. RA RI Knp. 12, Oirschotseweg. LA, vóór St.-Jansplein, Postelstraat (Moergestel *). RI Knp. 10 vervolgen, Bosstraat. LA op T-splitsing, RI Knp. 10, De Scheerman (links ligt het Geografisch Middelpunt van de Benelux *). LA, bij de molen Knp. 10. Over viaduct over autoweg, Vinkenberg. Op T-splitsing RD, Broekzijde en ‘Kanoboerderij’. Knp. 4-2 en volg RI Knp. 5 tot LA RI Baarschot (Rijtseweg). Knp. 49-68-69-98-9394 en volg RI Knp. 97, Hulsel. RA, Kruisdijk, RI centrum Hooge Mierde. Bij begin bebouwing Hooge Mierde RA, richting centrum (De Gagel). Op plein LA, RI Knp. 56. LA, De Luther. Knp. 59 en volg richting Knp 61. Scherp LA, vóór kanaal (niet langs kanaal). In Arendonk bij Mariakapel en verkeerslichten RD tot in centrum. In Arendonk*, ná de kerk LA, RI Retie. In Retie*, weg volgen tot in centrum. RI Kasterlee. RD, Kasteelstraat volgen. Bij verkeerslichten RD (N123), RI Kasterlee. Bij Knp. 91 LA (bij kapel, Nerendijk) RI Knp. 92. Kanaal oversteken. Volg Knp. 93-94-95. Kanaal oversteken. Na paar 100 meter RA RI Geel langs N 118. Na anderhalve Km LA, Belgiëlaan. RI Knp. 2 (er staat nog geen bordje). Volg Knp. 2-3-9. Voor een bezoek aan Geel*: volg centrum en keer later terug naar de route. Knp. 9-16-10-49-(kanaal) 40-82-81 (Abdij van Tongerlo*) – 83. In Westerlo bordje 83 negeren en bij gemeentehuis RD bij verkeerslichten, RI centrum. In centrum Westerlo* Knp. 84-88-17-18-25 (Abdij van Averbode*) – 58 (geboortehuis Ernest Claes*) – 59 (Zichem) – 93 (Scherpenheuvel*). Ri Knp. 38. Bij grote doorgaande weg LA de N10 volgen naar Diest. RD bij eerste verkeerslichten. RD op eerste rotonde (is tweede afslag). RD op tweede rotonde (is tweede afslag, RI Begijnhof). Voor een bezoek aan Diest*: neem afslag Begijnhof en keer later terug naar de route. Vervolg route Knp. 34-357-350-351355- (Slag der Zilveren Helmen*) – 43-42-46-49-192-48-21 (Zoutleeuw*) – 51-52-53. (Landen*). pagina 5
Landen en Oisterwijk, een nieuwe fietsroute herstelt acht eeuwen oude historische banden Landen is gelegen in Hagelands Hapsengouw, op de grens van deze twee mooie fruitstreken met weidse akkers en boomgaarden. De leemgrond is zeer vruchtbaar en al heel vroeg werden deze gronden voor de landbouw ontgonnen. In de omgeving van Landen vind je Romeinse tumuli of grafheuvels en vroegmiddeleeuwse burchtheuvels of motten. De oudste sporen van kerkbouw dateren uit de achtste eeuw en bevinden zich op het voormalige domein van Pepijn van Landen, stamvader van de Pippiniden, een Frankische hofmeierdynastie uit de Merovingische periode (6de-7de eeuw). Uit deze familie is Karel de Grote voortgekomen. Aan de periode van de Pippiniden herinnert in de gemeente Landen het domein Sinte-Gitter met de overblijfselen van een vroeg-Romaanse kerk, met in de buurt twee vroegmiddeleeuwse burchtheuvels en resten van een eerdere Romeinse villa. Na de Karolingische tijd kwam de streek rond Landen in handen van de Brabantse hertogen, die ernaar streefden om hun hertogdom economisch en militair te versterken. Zo stimuleerde Hendrik I van Brabant omstreeks eind 12ebegin 13e eeuw de ontwikkeling van de kleinere steden zoals Landen via het verlenen van voorrechten en privileges via de zogenaamde stadsrechten. Deze hertog verleende zowel Landen als Oisterwijk stadsrechten.
Stadsrechten In de Lage Landen werden de eerste stadsrechten in de twaalfde eeuw verleend. Met de ontwikkelingen in het graafschap Vlaanderen als voorbeeld begonnen ook de Brabantse hertogen bijzondere (voor)rechten en privileges aan hun steden en gemeenschappen te verlenen. Deze rechten hadden betrekking op rechterlijke, wetgevende, fiscale en militaire bepalingen, zoals bvb eigen rechtspraak, het marktrecht, tolrecht, stadsmuren, oprichten van gilden,…). Deze zaken konden voortaan door de stad zelf geregeld worden en er dus een zekere stedelijke vrijheid ontstond ten aanzien van de landsheer. Zo verkreeg Leuven in 1160 een aantal rechten die later als uitgangspunt dienden voor andere steden. pagina 6
Stadsrechten werden dus, soms met lichte wijzigingen, overgenomen van de rechten van andere steden, de zgn. moederstad. Rond 1200 verkregen een aantal gemeenschappen in het hertogdom Brabant ‘stadsrechten’, waaronder ook Oisterwijk en Landen.
Landen en Oisterwijk Er zijn tussen deze twee Brabantse steden een aantal historische belangrijke verbanden. Zo zouden de heren van Landen rond 1200 ook heren rond Tilburg geweest zijn. Deze lokale heren verdwijnen later in de 13e eeuw wanneer de hertog van Brabant nieuwe steden sticht (zoals Oisterwijk ) of nieuwe rechten geeft aan nederzettingen (zoals Landen). Ten tweede zijn de stadsrechten van zowel Landen als Oisterwijk gebaseerd was op de rechten van ’s Hertogenbosch uit 1196. Wanneer in de dochterstad juridische onenigheid ontstond, ging men op "stedenvaart" of "hoofdvaart" naar de moederstad om daar uitleg van het recht te vragen. Zo gingen de inwoners van Landen op hoofdvaart naar ’s Hertogenbosch, net zoals dus de inwoners van Oisterwijk. Ten derde waren de parochierechten van zowel Oisterwijk als Neerlanden door de Brabantse hertog in 1231 geschonken aan de Sint-Geertrui-abdij van Leuven. Tot slot waren de schouten van Oisterwijk en Landen in de 16e eeuw familie van elkaar. Een schout of meier was een belangrijk lokaal ambtenaar in dienst van een gemeente of stad die instond voor een aantal bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde, een beetje te vergelijken met de huidige functie van burgemeester. Een zekere jonker Jacques (van) de Waele werd in 1576 schout van Oisterwijk tot aan zijn dood in 1600. Zijn oudste zoon Jacques wordt meier van de stad Landen (1605-1621), terwijl zijn tweede zoon Guilliam zelf zijn vader opvolgt als schout in Oisterwijk (1600-1612); In Landen staat dit beeld van Pepijn van Landen pagina 7
de derde zoon Philips volgt tenslotte zelf zijn eigen broer op na diens broer als schout in Oisterwijk (1612-1625). Er zijn dus historische verbanden genoeg tussen Landen en Oisterwijk, waaruit blijkt dat de inwoners of vertegenwoordigers elkaar vroeger bij veel gelegenheden konden ontmoeten. Laat de creatie van deze nieuwe fietsverbinding de gelegenheid zijn om elkaar eveneens opnieuw tegen te komen! Vertegenwoordigers van de reuzencultuur hebben het goede voorbeeld al gegeven. Op zondag 24 juni werden in Landen zeventien (!!) nieuw reuzen gedoopt in aanwezigheid van reuzenpeters en –meters. Ook de reuzen Peer Paorel van Oisterwijk, Gèèselse Ermelindis van Moergestel en Heukelomse Mie van Heukelom waren daarbij present. Deze archeologische opgravingen in Sinte Gitter herinneren aan de tijd van Pepijn van Landen.
Op bezoek in Landen Ten gevolge van zijn strategische ligging tussen Brabant en Luik werd Landen doorheen zijn verdere geschiedenis het slachtoffer van meer dan 40 verwoestingen en plunderingen. Veel historisch erfgoed is daardoor verdwenen, maar het loont zeker de moeite om een bezoek te brengen aan het Bezoekerscentrum Rufferdinge en de gerestaureerde historische watermolen, alwaar eveneens het infokantoor en de toeristische dienst gevestigd is. Dit is het ideale vertrekpunt om Landen en de streek rondom te verkennen! Deze watermolen is genoemd naar de Frankische vrijheer Ruffert en werd al beschreven in de dertiende eeuw. Historisch het meest interessant is de archeologische site Sinte Gitter, de plaatselijke benaming voor Sint Getrudisdal. Hier woonde Pepijn van Landen. Aan die tijd herinnert onder meer de ruïne van de Getrudiskerk uit de achtste eeuw. Deze kerk was genoemd naar de heilige Gertrudis van Nijvel, een van de drie kinderen van Pepijn van Landen. pagina 8
De Amanduskerk van Wez eren is gebouwd rond 1200. In deze kerk staat een uitzonderlijk mooi altaar met elf merk-waardige en mysterieuze rozetten.
In Wezeren staat de Amanduskerk van rond 1200, de overgangstijd tussen Romaanse en Gotische bouwkunst. Eveneens rond 1200 gebouwd is de Sint-Jan de Doperkerk in Walsbets. Andere interessante kerken in dorpen van de gemeente Landen zijn: Heilige Maria Magdalenakerk (1659) in Neerlanden; de Sint-Getrudiskerk (1759) in Landen; de Sint-Trudokerk (1774) van Laar. In Neerwinden staat de bezienswaardige Heilig Kruiskapel uit 1780 – oorspronkelijk zestiende eeuw. Van heinde en verre kwamen bedevaartgangers hier bidden voor een goede oogst. De kapel was ooggetuige van twee grote veldslagen, in 1693 en 1793. Kenmerkend voor de gemeente Landen zijn Romeinse resten en motheuvels, in de Romeinse tijd en in de Middeleeuwen kunstmatig opgeworpen heuvels. Een reusachtig voorbeeld daarvan ligt op de grens met Racour (Raatshoven) – de gemeente Landen ligt op de taalgrens. De ‘platte tombe’ van Waasmond is in de tweede eeuw aangelegd als waarnemingspost en militaire kampplaats. Ook bij de archeologische site Sinte-Gitter ligt een motte uit het begin van de dertiende eeuw. Bij de Heilig Kruiskapel van Neerwinden staat een gigantische steen die herinnert aan een hier gevonden Romeins graf. In de gemeente Landen hebben negen zogeheten ‘vierkantshoeves’ een wettelijke bescherming gekregen. Zo’n boerderij bestaat uit verschillende gebouwen die gegroepeerd zijn rond een erf. pagina 9
Bezoekerscentrum Rufferdinge
Het bezoekerscentrum Rufferdinge is gevestigd in en bij een watermolen die teruggaat tot in de dertiende eeuw.
Molenbergstraat 4 3400 Landen Tel: 011/88.34.68 Fax: 011/83 27 62 www.landen.be Openingsuren (30/09 tot Pasen): dinsdag tot vrijdag van 13.00 tot 16.00 uur. Openingsuren (Pasen tot 30/09): dinsdag tot vrijdag: van 13.00 tot 16.30 uur zaterdag/zondag 14.00 tot 17.00 uur. In de zomervakantie ook in de voormiddag open, dinsdag tot vrijdag van 09.00 uur tot 12.00 uur.
Sint-Truiden, hoofdstad van de Belgische fruitteelt Op de fietsweg van Landen naar Oisterwijk is Sint-Truiden een plaats die een oponthoud rechtvaardigt. Er wonen 39.000 mensen. De stad is genoemd naar de heilige Trudo die hier in 655 een kloostergemeenschap stichtte. Dit was het begin van een abdij waarvan nu alleen nog maar een romaanse toren uit de elfde eeuw bewaard is gebleven. Bij deze toren staat een maquette van de abdij. Het stadhuis met belfort op de Grote Markt en het begijnhof staan op de lijst van het werelderfgoed van UNESCO. Op deze lijst staan tien Belgische sites, waarvan er dus twee in Sint-Truiden zijn te vinden. Het begijnhof is gesticht in 1258, delen van het belfort en de hallen dateren van respectievelijk de dertiende en de veertiende eeuw. Curieus is de meridiaanlijn op het Abdijplein. Samen met de zuil met daarop het ‘gouden’ beeld van Sint Trudo bij de romaanse toren vormt de meridiaanlijn een ‘middagzonnewijzer’. Een gedenkplaat herinnert aan Barthélémy de Theux de Meylandt. Hij was minster van binnenlandse zaken. In 1836 beval hij de aanleg van meridiaanlijnen zodat de burgers hun klokken konden gelijkstellen op 12.00 uur Brusselse tijd. Deze maatregel moet worden gezien in het licht van de prille onafhankelijkheid van België (1830). De klokken werden letterlijk gelijkgezet met Brussel, waar de nieuwe staatsmacht zetelde. Sint-Truiden is de hoofdstad van de fruitteelt in België. In de omgeving van de stad fietst de fietser door oneindige boomgaarden. Nergens in de provincie Limburg is de welvaart zo afhankelijk van de landbouw. Er zijn in de stad dan ook verschillende fruitveilingen opgericht. pagina 10
Door de gemeente lopen verschillende fietsroutes. De Trudofietsroute (46 kilometer) voert de fietser langs alle kerkdorpen. De Fruitbloesemroute speelt zich af in het vroege voorjaar.
Hoog boven op deze zuil in het centrum van SintTruiden staat een beeld van de heilige Trudo. De zuil maakt deel uit van een sys teem uit 1836 dat de Belgen in staat moest stellen de klokken letterlijk gelijk te zetten.
Alken, waar in België voor de eerste keer pils werd gebrouwen Fietsend in de richting van Alken wijst de toren van de Sint-Aldegondiskerk als vanzelfsprekend de weg naar dit dorp in het hart van de fruitstreek rond SintTruiden. Maar er is een tweede beeldbepalend gebouw in dit dorp, namelijk de silotorens van de brouwerij van Alken. Het bekendste bier is Cristal Alken en dat is in bierland België van grote historische betekenis. Het bier werd in 1928 als eerste pilsener bier in België gebrouwen en lag hiermee aan de basis van de Belgische pilsproductie. Alken kent Cristalfeesten en een Cristalnacht. Een curiositeit in Alken is de kapel ter ere van de heilige Aldegondis aan de Sint Aldegondislaan. Zij is de patrones tegen kanker. Tijdens haar leven (630-684) leed ze aan slopende borstkanker. De kapel wordt zeer druk bezocht. Er branden altijd veel kaarsen. Onder haar beeld staat de spreuk: ‘Behoed ons voor kanker en maak onze zielen blanker.’
In Alken wordt door kankerpatiënten en hun fami lieleden de heilige Aldegondis vereerd. Zij is de patroon tegen deze gevreesde ziekte. pagina 11
Hasselt, waar de fietser afstapt voor een jenevertje Hasselt is de hoofdstad van Belgische Limburg. Er wonen 73.500 inwoners. Er zijn veel bezienswaardigheden waaronder het Nationaal Jenevermuseum dat niet direct een onderwerp is waar een fietser aan denkt maar wat juist in Hasselt weer niet gemist mag worden. Hasselt is dé Belgische jeneverstad, ter vergelijken met Schiedam in Nederland. Hasseltse jenever is zelfs een beschermde alcoholische versnapering. Hasselt onderhoudt een stedenband met de Japanse stad Itami. Om de vriendschap zichtbaar te maken schonk Hasselt een torenbeiaard aan Itami en kreeg Hasselt op zijn beurt een Japanse tuin. Met een oppervlakte van 2,5 hectare is het de grootste Japanse tuin van Europa. Een Japans theehuis maakt onderdeel uit van deze tuin. Het oudste burgerlijke gebouw van Hasselt is het in 1542-1544 gebouwde Refugehuis van de Abdij van Herkenrode (zie informatie over deze abdij). Zulke refugehuizen werden gebouwd om in tijden van oorlog kloostergemeenschappen ene veilig onderkomen te bieden binnen de muren van een stad.
In België geniet Hasselt faam als jeneverhoofdstad. D eze naam, traditie en his torie wordt levend gehouden in het Nationaal Jenevermuseum. Het is g eves tigd in een fraai historisch gebouw. Binnen krijgt de bezoeker tekst en uitleg over alles wat met Ha sseltse jenever heeft te maken. pagina 12
Abdij van Herkenrode, het landschap wordt teruggebracht in de staat van drie eeuwen geleden
De Abdij van Herkenrode in het landschap dat wordt teruggebracht in de staat van drie eeuwen geleden. De fietser fietst letterlijk door de geschiedenis.
Als de fietser goed en wel Hasselt achter zich heeft gelaten, passeert hij het dorp Kuringen en daar is de Abdij van Herkenrode niet te missen. Het machtige gebouw rijst op in het boerenland. Vlakbij de ingang staat een bord met een historische foto van rond 1900 toen de abdij blijkbaar werd bewoond door burgers. Opvallend aan deze foto is de man op een fiets – met het gekromde stuur lijkt het wel een racefiets die op zich weer een historische bevestiging is van de geslaagde combinatie tussen Vlamingen en koersfietsen. De abdij werd in 1182 gesticht voor cisterciënzerinnen,beter bekend onder de volkse benaming trappistinnen. Van de oorspronkelijke bebouwing is niet veel over. In het licht van de geschiedenis is het nog een wonder dat er zoveel bewaard is gebleven, zoals: Het poortgebouw is uit 1531, het ziekenhuis uit 1658 en een magistraal gerestaureerde tiendschuur uit 1656. In 1974 vestigden de kanunnikessen van het Heilig graf hier een nieuw klooster en een bezinningscentrum. Niet alleen de gebouwen zijn of worden gerestaureerd, dat gebeurt ook met het omringende landschap waarvoor de toestand van drie eeuwen geleden als uitgangspunt wordt genomen. pagina 13
38.560 Duitse soldaten vonden laatste rustplaats in Lommel Aan de Duitse militaire begraafplaats van Lommel is voor de fietser geen ontkomen aan omdat het fraaie fietspad er omheen is gelegd. De fietser heeft vanaf drie zijden zicht op deze indrukwekkende dodenakker. Het fietspad voert langs de ingang. Het is buiten Duitsland het grootste Duitse soldatenkerkhof in West-Europa met militairen uit de Tweede Wereldoorlog. Een aantal soldaten sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. In totaal hebben op deze begraafplaats met een oppervlakte van 16 ha. 38.560 gesneuvelde Duitsers een laatste rustplaats gevonden. De stoffelijke resten zijn in 1946 en 1947 hier verzameld. Er liggen soldaten die onder meer de dood vonden tijdens de Slag om de brug over de Rijn bij Remagen en het Ardennenoffensief. 6.221 stoffelijke resten zijn (nog) niet geïdentificeerd. In 1993 werd een ontmoetingshuis voor de jeugd geopend. Over de graven heen moeten zij samen werken aan een toekomst zonder oorlog. Op de begraafplaats ervaren ze welk onheil oorlog aanricht. Ze werken gezamenlijk aan vredesprojecten. In Lommel liggen 38.560 Duitse soldaten begraven. Jeugd ervaart hier het onheil dat elke oorlog aanricht.
pagina 14
Abdij van Postel, godsvrucht, friet en trappistenbier. Proost! Om de Norbertijnenabdij van Postel te bereiken moet een extra ommetje worden gemaakt van drie kilometer (heen en terug), maar dat is zeker de moeite waard. De abdij is zo’n typische mix van negotie en devotie waarop pelgrimsplaatsen een octrooi lijken te hebben, en dat gaat op voor alle religies overal ter wereld. De combinatie van beide is meestal zo oud als het oord zelf, zoals dat ook met de abdij van Postel het geval is. De oorsprong van deze abdij is een priorij (tweede huis van een bestaand klooster, in dit geval van de abdij van Floreffe) die in 1138 werd gesticht. Deze priorij lag op een kruispunt van de ‘snelwegen’ van Breda naar Keulen en van Den Bosch naar Leuven. Rond de priorij werden cafés voor de reizigers gebouwd. En zo is het in feite nog steeds. Met name op zomerse zondagen kun je hier over de koppen lopen. De bezoekers laven zich aan een goed glas bier of eten een frietje – de Postelse friet staat bekend als een lekkernij in een regio die zich uitstrekt tot Tilburg en Eindhoven. In 1618 werd Postel een zelfstandige abdij. De abdij bezat enorm veel grond, met name in huidig Nederland. Toen bij de Vrede van Münster in 1648 een grens moest worden getrokken, is veel diplomatieke strijd geleverd over het bezit van deze rijke abdij. Uiteindelijk gingen de Zuidelijke Nederlanden met de buit aan de haal. Nu is de abdij van Postel, met onder meer een juweel van een kerk uit 1190, een trefpunt van NoordBrabanders en Vlamingen. Ze vinden elkaar in een gedeelde cultuur van godsvrucht met een trappist.
Vanuit Hilvarenbeek keken de Noord-Brabanders in verlangen over de grens Een Noord-Brabander maak je ongelukkig door hem Hollander te noemen. Hij zal verongelijkt zeggen: Holland, dat zijn twee provincies boven de grote rivieren. Mijn provincie maakt deel uit van Nederland, níét van Holland. Dit sentiment speelde ook na de tweede Wereldoorlog toen Noord-Brabantse intellectuelen zich in een reactie op de culturele en economische overheersing door ‘Holland’ oriënteerden op de Brabantse cultuur, ook over de grens, naar het oude hertogdom Brabant. In 1946 stelde de burgemeester van Hilvarenbeek tijdens een bijeenkomst in de abdij van Postel voor om jaarlijks een bijeenkomst te houden waarin de GrootBrabantse gedachte centraal zou staan. pagina 15
Dat was de geboorte van de befaamde Groot Kempische Cultuurdagen die voortaan jaarlijks in Hilvarenbeek zouden worden gehouden. Er kwamen 25 edities; de laatste vond in 1972 plaats. Een fietser die de route van Landen naar Oisterwijk aflegt moet van dit cultureel fenomeen op de hoogte zijn omdat het stoelt op dezelfde gedachte. Namelijk: als je elkaar leert kennen krijg je respect voor elkaar en kun je makkelijk vrienden worden. Hilvarenbeek was een perfecte plaats om dit evenement te houden. Het dorp ligt vlakbij de Belgische grens en het is gezegend met een sfeer die uitnodigt om zich met een glas bier in de hand onder te dompelen in grensoverschrijdende cultuur. Die sfeer wordt opgeroepen door de Vrijthof, een van de mooiste pleinen van Nederland. Dit historisch plein met aanpalende bebouwing is een beschermd monument, waaronder: de katholieke kerk uit de 14de/15de eeuw, de unieke toren, de protestantse kerk uit 1809 en de gebodenlinde die in 1676 is geplant. Hilvarenbeek heeft een reuzin (Hildewaris) die is genoemd naar de historische naamgeefster van dit dorp in de Nederlandse Kempen. De reuzin draagt als attribuut een replica van de middeleeuwse toren.
pagina 16
Geografisch middelpunt van de Benelux ligt in Moergestel
Naar een idee van de Stichting Oisterwijk 800 werd in 2011 in Moergestel een wegwijzer onthuld die het geografisch middelpunt van de Benelux markeert. Die fietser op weg naar Landen of Ois terwijk komt er langs.
In mei 2011 werd in Moergestel met veel tamtam en fanfare het geografisch middelpunt van de Benelux onthuld. De fietser op weg van Landen naar Oisterwijk (en ook omgekeerd) komt langs dit tamelijk nieuwe toeristisch fenomeen. De markering heeft de vorm van een wegwijzer met borden die de kilometerafstanden aangeven naar Brussel, Amsterdam en Luxemburg. Tevens hangen er bordjes aan met de afstanden naar Oisterwijk, Heukelom en het centrum van Moergestel. Deze drie dorpen vormen samen de gemeente Oisterwijk. Het geografisch monument is een initiatief van de Stichting Oisterwijk 800 die de meer dan 130 evenementen in het kader van acht eeuwen stadsrechten voor Oisterwijk coördineert. De stichting richt zich daarbij nadrukkelijk op de Vlaamse plaatsen (zoals Landen en Arendonk) die op grond van dezelfde oorkonde van hertog Hendrik I van Brabant eveneens acht eeuwen stadsrechten vieren. Het geografisch middelpunt van de Benelux is officieel vastgesteld door het Nederlands kadaster. pagina 17
Een Vlaamse heilige inspireerde tot een reus, bier en vrijwilligersprijs in ‘Fietsdorp’ Moergestel In de kerk van Moergestel staat een in Nederland uniek beeld (circa 1480) van de Heilige Ermelindis. Al in de late Middeleeuwen (1250-1500) bestond in Moergestel een verering van Ermelindis. Zieken offerden spijkers om te worden genezen van zweren. Het is de enige cultusplaats buiten Meldert in Vlaanderen. In dit plaatsje in de buurt van Hoegaarden zou ze in 595 zijn begraven. In Moergestel is de laatste jaren een hernieuwde belangstelling ontstaan voor deze historiche heilige. Dat is gekomen door de bouw van een reuzin in 1999 naar het evenbeeld van het beeld in de kerk. Dit initiatief is een groot succes gebleken en het inspireerde tot het brouwen van Ermelindisbier en het instellen van een vrijwilligersprijs onder auspiciën van de Stichting WieKentKunst. De winnaar krijgt een bronzen replica van de reuzin. De gedachte is dat een vrijwilliger, net als een reus, met kop en schouders boven de gemeenschap uitsteekt. Naast de kerk staat een beeld ter ere van de Moergestelse vrijwilligers die samen van dit dorp een krachtige gemeenschap maken. Moergestel maakt sinds de herindeling van 1979 deel uit van de gemeente Oisterwijk. Een fietser is in Moergestel meer dan gemiddeld welkom omdat hier jaarlijks Moergestel Fietsdorp wordt gehouden, het grootste fietsfeest van Nederland. De laatste jaren richt de organisatie zich meer en meer op Vlaanderen. Moergestel is een fraai Noord-Brabants dorp aan de rand van de Nederlandse Kempen en de Meijerij van Den Bosch. De oren is gebouwd rond 1500, de kerk dateert van de jaren ’30 van de vorige eeuw. De oorspronkelijke kerk werd gesloopt. De naamloze standaardmolen is de oudste van Noord-Brabant. De fietser passeert deze molen. pagina 18
Oisterwijk, Moergestel en Heukelom, een Parel in ‘t Groen Oisterwijk (19.524 inwoners) is een stadje en een gemeente – die verder wordt gevormd door Heukelom (264 inwoners) en Moergestel (5.959 inwoners). Oisterwijk als gemeente noemt zichzelf ‘Parel in ’t Groen’, een tamelijk recente variant op de oudere bijnaam ‘Parel van Brabant’, die Oisterwijk destijds moest delen met het Noord-Brabantse Heeze en het Vlaamse Grimbergen. De ‘parels’ zijn de zestien vennen, schilderachtig gelegen meertjes in de bossen. Al meer dan een eeuw ontleent Oisterwijk zijn faam en een deel van zijn welvaart aan de fraaie natuur. Maar de ‘parels’ kunnen ook een bredere betekenis worden toegedicht, namelijk de mensen die samen de Oisterwijkse gemeenschap vormen. Dat dit een krachtige gemeenschap is, blijkt uit de manier waarop de inwoners zijn ingesprongen op het historisch feit dat Oisterwijk net als Landen in Vlaanderen in 2012 acht eeuwen stadsrechten viert. In 2012 was het achthonderd jaar geleden dat beide plaatsen werden vermeld in een oorkonde van hertog Hendrik I van Brabant. Met de voorbereidingen van het feestjaar is drie jaar geleden begonnen. De onafhankelijke Stichting Oisterwijk 800 werd opgericht. Toen de gemeenteraad verklaarde geen geld over te hebben voor de viering van dit unieke jubileum, besloten de inwoners van de gemeente Oisterwijk om het dan volledig op eigen kracht te doen. In 2012 zijn ruim 130 evenementen georganiseerd door de inwoners, een zeer grote investering in de samenleving en in de toekomst daarvan. Deze activiteiten vertegenwoordigen een waarde van ruim 500.000 euro. Zeventig procent heeft een duurzaam karakter. De coördinerende Stichting Oisterwijk 800 maakte van de gelegenheid gebruik om met zoveel mogelijk plaatsen die in 2012 ook acht eeuwen bestonden vriendschapsbanden aan te knopen. Op Bergen op Zoom na, liggen al deze 800-stadjes in Vlaanderen. Een daarvan is Landen, een plaats in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. De gemeente Landen telt plusminus 15.000 inwoners en bestaat uit vijftien deelgemeenten. Ter gelegenheid van de viering van acht eeuwen stadsrechten werden in de gemeente Landen vijftien nieuwe reuzen gebouwd. Deze grote poppen die in optochten worden meegedragen drukken de eigenheid van al die verschillende dorpen uit. Tegelijkertijd moeten ze de coherentie en de saamhorigheid tussen de vijftien plaatsen bevorderen. pagina 19
Dit alles onder het motto: ‘Eenheid in zijn diversiteit’. Het is zeer interessant om vast te stellen dat in de gemeente Oisterwijk in 1999 een exact hetzelfde cultureel project was opgezet. De nieuwe gemeente Oisterwijk was in 1997 ontstaan als gevolg van een gemeentelijke herindeling. De inwoners moesten aan elkaar wennen. Om de kloof te overbruggen ontstond in Moergestel het idee om drie reuzen te bouwen. Dit alles onder het motto: ‘Eenheid in verscheidenheid.’ De drie reuzen van de gemeente Oisterwijk werden door de Landense Reuzengilde uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de doop van de vijftien Landense reuzen; een mooi voorbeeld van dat cultuur verbroedert. In dezelfde week dat de drie reuzen van Oisterwijk, Moergestel en Heukelom in Landen te gast waren, fietsten twee inwoners van Moergestel naar Landen en terug om een fietsroute tussen beide 800-plaatsen uit te zetten. Zowel Landen als Oisterwijk richten zich sterk op het toerisme. Een van de mooiste vormen van toerisme is fietstoerisme dat door Landen en Oisterwijk wordt gepropageerd. Dankzij het jaarlijks evenement Moergestel Fietsdorp is deze plaats er zelfs in geslaagd het grootste fietsfeest van Nederland te ontwikkelen. Onderweg tussen Landen en Oisterwijk vv is veel interessants te zien en te beleven, maar de voorkeur gaat in dit geval toch uit naar een kennismaking met Oisterwijk en Landen. De route van Oisterwijk naar Landen brengt de fietser naar Moergestel en niet naar Heukelom, maar wat let de fietser om een kort ommetje te maken naar deze weliswaar kleine, maar zeer krachtige kern. De Heukelommers heten elke fietser van harte welkom.
Op bezoek in Oisterwijk Het vele groen dat Oisterwijk omringt dringt letterlijk door tot in het hart van dit acht eeuwen oude stadje. De Lind, hét centrum van Oisterwijk, geldt als een van de mooiste pleinen van Nederland. De Lind is een langgerekt plein waarlangs historische monumenten staan, waaraan een deel van de horeca zich concentreert en dat zijn fotogenieke karakter onder meer ontleent aan een paar zeldzame objecten. Een aantal daarvan zijn ‘groene’ monumenten, sowieso dé karakteristiek van de ‘Parel in ’t Groen’. Het romantische Trouwlaantje pagina 20
Recht tegenover de ingang van het voormalig raadhuis uit 1899 staat de vrijheidseik. Deze vrijheidsboom is in 1784 geplant en is de enige die er in Nederland nog bestaat. Bij deze historische boom begint het ongeveer tweehonderd meter lange Trouwlaantje. Onder dit twee eeuwen oude ‘linde-gewelf’ lopen bruidsparen naar het stadhuis. Vroeger leidde dit fotogenieke laantje naar de kapel waarin Onze Lieve Vrouw ter Lind ofwel Maria Vreugderijke werd vereerd. Deze kapel stond op de plaats van het raadhuis. Het zeer oude Mariabeeld is behouden gebleven. Het staat tegenwoordig in een eigen kapel in de Sint-Petrus’ Bandenkerk, gebouwd in 1897 de Kerkhovense molen uit 1895 op de plaats van een oude kerk. Op het grasveld tegenover de kerk staat een standbeeld van Adriaan Poirters. Hij werd in 1605 in Oisterwijk geboren. De zoon van een kastelein was dichter en prozaschrijver. Terug naar De Lind, waar aan de andere kant van het voormalig raadhuis veruit het oudste groenmonument van Oisterwijk Sint-Petrus’Bandenkerk uit 1897
staat. De majestueuze lindeboom is honderden jaren oud. Reeds in 1388 werd de boom beschreven. Het is echter niet met zekerheid te zeggen of het dezelfde boom was. Onder deze linde werd recht gesproken, vandaar de naam gerechtslinde, van oorsprong een Germaans fenomeen. De fietser tussen Landen en Oisterwijk komt in meerdere plaatsen soortgelijke lindes tegen, onder meer in Retie en Westerlo.De Oisterwijkers verdienen in het verleden de kost met het weven en verhandelen van lakense stoffen, het maken van sigaren en met leerlooierijen. De NV Lederfabriek Oisterwijk was een van de grootste leerlooierijen van Europa. De linde: sinds 1388 pagina 21
De gebouwen zijn behouden gebleven en genieten een beschermde status. Een van de vele andere bezienswaardigheden zijn de Kerkhovense molen uit 1895 en de protestantse kerk uit 1810. Deze zogenaamde Napoleonskerk wordt zo genoemd omdat Lodewijk Napoleon de bouw financieel mogelijk heeft gemaakt. Tegenwoordig heeft Oisterwijk veel andersoortige bedrijvigheid. Tot in de wijde omgeving bestaat er waardering voor de winkels. Vanouds is toerisme een belangrijke bedrijvigheid. In 1909 werd de VVV opgericht, toen de eerste in Nederland. De grootste toeristische attractie waren steeds de vennen. Tegenwoordig zijn in dit vennengebied veel horecagelegenheden, een zwembad en toeristische voorzieningen.
In Retie is Driekoningenzingen op 5 januari, in Oisterwijk en Moergestel een dag later. Een opvallende overeenkomst tussen Oisterwijk en Retie is de lindeboom die in volle glorie in het centrum van dit dorp staat. De oorspronkelijke boom is mogelijk geplant in 1332. De oudste vermelding van de lindeboom van Oisterwijk is 1388. Net als in Oisterwijk werd onder deze boom recht gesproken en werd er een botermarkt gehouden. De eeuwenoude lindeboom van Retie is een historische broer van de lindeboom van Ois terwijk.
pagina 22
De beeldbepalende Sint-Martinuskerk dateert van 1872 en is daarmee iets ouders dan de kerk van Arendonk. Ook deze kerk is neogotisch, de kenmerkende bouwstijl in Vlaanderen en Nederland van religieuze gebouwen rond 1900. De toren is overigens15de-eeuws. Oisterwijk en Moergestel delen met Retie ook een vorm van immaterieel erfgoed, namelijk het Driekoningenzingen. Kinderen trekken zingend langs de deuren, een eeuwenoude traditie. Er is echter een groot verschil: In Landen wordt Driekoningen op 5 januari gevierd, in Oisterwijk en Moergestel op 6 januari.
Niet ver van Retie steekt de fietser het Kanaal van Herentals naar Bocholt over. In dit deel van Vlaanderen ligt een uitgebreid kanalenstelsel dat model stond voor een aantal kanalen in Noord-Brabant. Daaronder het Wilhelminakanaal, dat tussen Moergestel en Haghorst is gepasseerd. Schepen die over deze NoordBrabantse kanalen varen zijn vaak van het type Kempenaar, ooit ontwikkelt voor het Belgische kanalenstelsel. ER ZIJN MEER GRATIS ‘800’ FIETSROUTES De Stichting Oisterwijk 800 heeft meerdere fietsroutes ontwikkeld. Het achterliggende idee is steeds dat mensen met de fiets bij elkaar op bezoek kunnen gaan. De routes hebben steeds een relatie met ‘800’. De ‘800’ fietsroutes naar Arendonk (B) en Chaam kunnen worden gedownload via de website www.oisterwijk800.nl. pagina 23
Naar Geel gaan en toch niet ‘gek worden’ De fietsroute van Oisterwijk naar Landen voert langs Geel – wie dit stadje wil bezoeken, moet er dus een paar kilometer voor omrijden. Maar dat is alleszins de moeite waard, al was het alleen maar om kennis te nemen van de bijzondere gevolgen van de verering van de heilige Dimpna van Geel. Deze heilige werd aangeroepen bij krankzinnigheid. De legende vertelde immers dat haar vader haar vermoordde in een vlaag van waanzin. Pelgrims die naar Geel kwamen om de heilige Dimpna te vereren, namen krankzinnige familieleden mee in de hoop van genezing. Deze mensen met een verstandelijke beperking bleven negen dagen (een noveen) in geel. Vanaf de achttiende eeuw werden ze steeds vaker opgenomen binnen de Geelse gezinnen. Hieruit ontwikkelde zich een gezinsverpleging die Geel wereldberoemd heeft gemaakt. Hieraan dankt Geel de sympathieke eretitel ‘De Barmhartige Stede’. De heilige Dimpna zou in de zesde eeuw in Geel de dood hebben gevonden. Aan haar herinnert de indrukwekkende Sint-Dimpnakerk. Een van de vele kunstschatten binnen is een schilderij uit 1688 waarop de marteldood van Dimpna wordt verbeeld. Mocht je onderweg naar geel tegen iemand zeggen dat je ‘naar Geel gaat’ bestaat de kans dat je vreemd wordt aangekeken. Dit wil namelijk zeggen dat je gek wordt!
De Sint-Dimpnakerk is een indrukwekkend monument in het centrum van Geel. Foto: Toerisme Geel. pagina 24
Haast je langzaam naar de abdij van Tongerlo en ontmoet Leonardo da Vinci Een van de redenen dat je de abdij van Tongerlo niet links mag laten liggen, bevindt zich in een monumentaal gebouw met boven de al even monumentale ingang in het Latijn de spreuk ‘haast je langzaam’. Sedert 1545 hangt hier een kostbaar schilderij: de meest getrouwe en mooiste replica van het Laatste Avondmaal dat Leonardo da Vinci ‘Slechts’ een deel van de imposante schilderde in de eetzaal van het abdij van Tongerlo. klooster Santa Maria delle Grazie in Milaan. In het Da Vinci-museum is een uitstekende videopresentatie over dit unieke meesterwerk. Verleidelijk, zeker voor een fietser die niet al te veel extra last mee kan dragen, is een bezoek aan de abdijboekhandel. Maar bij wie van boeken houdt en zeker van boeken specifiek over religie en mystiek, loopt hier het water in de mond. De aanzet tot de abdij van de norbertijnen, naar hun kleiding ook wel ‘witheren’ genoemd, is gegeven rond 1130, dus ruimschoots voor het jaar waarin aan Landen en Oisterwijk stadsrechten werd verleend. De abdij is zeer belangrijk geweest voor de ontwikkeling van een enorm gebied dat zich uitstrekte tot Oevel, Broechem, Oelegem, Wijnegem, Ravels, Poppel en Diest in Vlaanderen en in het huidige Noord-Brabant: Alphen, Nispen, Diessen, Oirbeek, Enschot, Zundert, Hoogeloon en Tilburg. Diessen, Enschot en Tilburg liggen in de directe omgeving van Oisterwijk. In de loop van de geschiedenis is de abdij vaak speelbal geweest van politieke, militaire en religieuze verwikkelingen, maar zowel de bebouwing als het instituut heeft alles overleefd.
Boven de ingang tot het da Vincimuseum is de wapenspreuk ‘festina lente’ aangebracht. In de regel gaat ‘haast je langzaam’ niet op voor een fietser. pagina 25
Sightseeing in Westerlo en omgeving Net als in Oisterwijk en Retie staat in Westerlo een eeuwenoude linde (foto 1). Het pronkstuk van het plein is rond 1630 geplant. Onder deze ‘marktlinde’ werd markt gehouden.
De langgerekte vorm van het plein (foto 2) duidt op een Frankische oorsprong. Kort nadat Westerlo is verlaten passeert de fietser een Lourdesgrot (foto 3) uit 1874 en komt hij voorbij een in datzelfde jaar opgeleverd sluizensysteem (foto 4). Dit waterstaatkundig werk diende verschillende doelen. Door het bevloeien van de weiden kon voortaan tweemaal per jaar hooi worden geoogst. Het water van de vijver van het naburige kasteel kon worden ververst en de scheepvaart over het riviertje de Nete kreeg meer mogelijkheden. Een Lourdesgrot is een met veel fantasie nagebouwde grot waarin in 1858 Maria is verschenen aan Bernadette Soubirous. In 1860 werd in België de eerste Lourdesgrot gebouwd. De grot in Westerlo uit 1874 is dus behoorlijk oud.
pagina 26
Abdij van Averbode: maak een foto van de middeleeuwen Drie jaar na de stichting van de abdij van Tongerlo, gebeurde iets soortgelijks op deze plek. Ook dit is een abdij van de Norbertijnen, bijgenaamd de ‘witheren’. Officieel heten de volgelingen van deze orde premonstratenzers. De abdij heeft onvoorstelbaar veel strubbelingen doorstaan, maar het ergste gebeurde pas in 1942 toen het hele complex door brand werd verwoest. Alleen de kerk, de sacristie, de kapittelzaal en de poort overleefden de ramp. In de negentiende eeuw legde de abdij zich toe op het uitgeven van boeken en brochures als bron van inkomsten. Nog steeds heeft de abdij een belangrijke drukkerij en uitgeverij. De fietser komt eerst langs de drukkerij om een eindje verder door de poort het abdijterrein op te rijden. De fietsweg wordt vervolgd via het pad recht tegenover de abdij. Wie een mooie foto wil maken kan het beste over de weg een klei eindje doorrijden. Daar blijkt dat de abdij op een heuvel ligt, een ‘middeleeuwse’ aanblik. De gotische poort werd in de veertiende eeuw opgetrokken uit ijzerzandsteen, een donkerbruine ijzerhoudende steensoort dat veel in de buurt (Diest) werd gevonden. De poort biedt een doorkijk naar het binnenterrein. pagina 27
Het geboortehuis van Vlaamse schrijver Ernest (‘De Witte’) Claes ‘De heiligen van Sichem’ is een van de talrijke boeken die Ernest Claes (18851968) heeft geschreven. Vlakbij Zichem, het geboortedorp van de schrijver, passeert de fietser zijn geboortehuis. Het is een zogeheten langgevelboerderij, een typisch Brabants boerderijtype. Ernest Claes was een boerenzoon die na een mislukte opleiding tot priester niet alleen een toonaangevend schrijver werd, maar ook een belangrijke voorman van de Vlaamse beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog – hij raakte zwaargewond – protesteerde hij tegen het feit dat de Vlaamse soldaten orders kregen in het Frans. Voor veel van de verhalen en boeken die hij schreef liet hij zich inspireren door zijn geboortestreek. Hier, in de omgeving van Zichem, fiets je bij wijze van spreken door het land van De Witte. Met dit heerlijke boek werd Ernest Claes immens beroemd. Hij ligt begraven op het kerkhof van de abdij van Averbode.
In dit boerderijtje zag Ernest Claes in 1885 het eerste levenslicht. Rechts naast de deur staat zijn afbeelding op een plaquette.
pagina 28
Vestingstad beschermt bedevaartsoord Scherpenheuvel In Scherpenheuvel is de fietser van Oisterwijk naar Landen al een behoorlijk eindje van huis – of een flink stuk dichter bij Landen, zo men wil. Het besef dat al een flink stuk is gefietst, maakt de bewondering des te groter voor de koersfietsers die in 2012 van Moergestel over Arendonk naar Scherpenheuvel en weer terug naar Moergestel fietsten. Deze koers was uitgezet in het kader van Oisterwijk 800 jaar stadsrechten en de vriendschap tussen Oisterwijk en Arendonk. Fietsers uit Noord-Brabant en Vlaanderen reden de tocht, die voortaan jaarlijks zal worden herhaald. Scherpenheuvel is van oudsher een plaats waar mensen naar toe pelgrimeerden en tegenwoordig naar toe fietsen, een toeristisch bezoek afleggen en in de eerste plaats een kaarsje opsteken voor Maria. Scherpenheuvel is een bedevaartsplaats sinds in de middeleeuwen op de plaats van de barokke basiliek in een eik een Mariabeeldje hing. Begin 17de eeuw werd de eik geveld. Uit het hout werden verschillende Mariabeeldjes gesneden. Overal waar deze beeldjes terecht kwamen ontstonden nieuwe pelgrimsoorden, maar Scherpenheuvel is natuurlijk het origineel. Met de bouw van de basiliek werd in 1609 begonnen. De kerk ligt exact in het midden van een nieuwe stervormige vestingstad die rond het heiligdom is verrezen. De sfeer van Scherpenheuvel is kenmerkend voor een zuidelijk katholiek pelgrimsoord: gebed en geneugten van het leven gaan moeiteloos samen. Een grote groep koersfietsers reed in mei 2012 van Moergestel over Arendonk naar Scherpenheuvel. De sportievelingen gingen samen voor de basiliek op de foto.
pagina 29
Oranjestad Diest, Nederlandse fietsers knijpen nu in de remmen Door Diest loopt de Oranjeroute, een toeristische route langs onder meer Zichem en Scherpenheuvel. De naam van deze route is een verwijzing naar de relatie tussen Diest en Oranje-Nassau, het Nederlands koningshuis. Bijna drie eeuwen lang was Diest in handen van de graven van Nassau. De oudste zoon van Willem van Oranje ligt begraven in de Sint-Sulpitiuskerk Een Oranje-wandeling brengt de deelnemer onder meer naar het die het centrale plein van Diest begijnhof van Diest. domineert. Diest maakt deel uit van de Unie van Oranjesteden, samen met Breda in Nederland, Dillenburg in Duitsland en Oranje in Frankrijk. Diest heeft verschillende bezienswaardigheden die getuigen van de aanwezigheid van de Oranjes: een watermolen uit de 16de eeuw, het Hof van Nassau stadspark De Warande, het vroegere jachtdomein van de prinsen van Oranje-Nassau. Aan de Graanmarkt staat een historisch gebouw met dezelfde naam Hof van Nassau. Hier woonden vroeger de prinsen. Een ‘Hollandse’ herinnering van een heel andere aard vormen de resten van de stadswallen en versterkingen die tussen 1837 en 1853 werden aangelegd. Deze waren bedoeld om de stad te beschermen tegen een mogelijke inval van de Nederlanders. De stadswallen zijn hiermee de stille getuigen van de spanningen tussen beide landen na de Belgische onafhankelijkheid in 1830. Diest kreeg in 1229 stadsrechten van dezelfde hertog Hendrik I van Brabant die Landen en Oisterwijk in 1212 dit privilege schonk.
Slag der Zilveren Helmen, Belgische heroïek in de Eerste Wereldoorlog Vlakbij fietsknooppunt 355 nabij het gehucht Rotem staat in een weiland links van de weg een historisch kanon. Er is het jaartal 1914 op geschilderd. Op 12 augustus 1914 vond hier de Slag der Zilveren Helmen plaats. Deze slag is de laatste grote cavaleriecharge met de blanke sabel in West-Europa. Het gevecht werd gewonnen door de Belgen. Voor hen was dit een geweldige opsteker omdat de Duitsers kort daarvoor het land waren binnengevallen. Het is de enige Belgische overwinning op Duitse troepen zonder hulp van de geallieerden. pagina 30
Tijdens de slag sneuvelden 160 Belgen, 140 Duitsers, 400 paarden en raakten 600 soldaten gewond. Wie een ommetje maakt naar Halen kan op de militaire begraafplaats de graven van de Belgische slachtoffers bezoeken. De roemruchte naam Slag der Zilveren Helmen is ontleend aan de helmen die de Duitse kurassiers droegen en die na de slag opgeraapt Tegenover dit kanon bevindt zich het werden. Zo’n helm is te zien in het privémuseum waarin aandacht wordt besteed aan de Slag der Zilveren Helmen. museum tegenover het kanon. Op een maquette in het museum is het verloop van het historische gevecht te volgen.
Over de Kleine Gete werd zout naar Zoutleeuw gebracht Het is nog maar een kilometer of tien naar Landen als Zoutleeuw zich aandient. De Sint-Leonarduskerk op de grote Markt is van verre zichtbaar. Alleen al deze kerk is het waard om in Zoutleeuw even af te stappen. Sinds 1999 staat de kerk met de torens op de werelderfgoedlijst van de UESCO, onder meer omdat het zowat de enige kerk van België is met een intact gebleven laatgotisch interieur. Zoutleeuw ontsnapte dan ook aan de Beeldenstorm en ook de godsdiensthaat van de Franse Revolutie ging aan het stadje voorbij. Tegenover de kerk staat het stadhuis uit 1538. En er is nog veel meer fraais te bewonderen. Oorspronkelijk heette het stadje Leeuw. In de jaren ’30 van de zestiende eeuw werd leeuw uitgebreid met zout omdat over het riviertje Kleine Gete zout werd aangevoerd. Het riviertje stroomt nog steeds door Zoutleeuw dat daardoor extra schilderachtig is. Dit is het eerste zicht dat de fietser heeft op Zoutleeuw, een perfect bewaard historisch stadje. pagina 31
Fietsen brengt mensen nader tot elkaar
pagina 32