De emigratie naar Westerse landen. Emigratie betekent zich verplaatsen van de ene plaats naar de andere waarmee wordt bedoeld het inruilen van de ene plaats voor de andere ofwel het verlaten van een grond naar een andere grond, of het verlaten van een land naar een ander land (voor verblijf) Emigratie heeft in de islamitische cultuur een tweeledige betekenis; een historische en een wetgeverlijke (Sharie). De historische betekenis is het vertrekken van een aantal moslims vanuit Mekka vluchtend voor de onderdrukking door Quraish naar Abessinië, daar verzoekend om bescherming. Dit is de eerste historische betekenis van emigratie, echter de tweede betekenis, de belangrijkste en de bekendste, is het emigreren van de profeet (SAW) naar Medina. De wetgeverlijke (Sharie) betekenis van het emigreren is “het verlaten van Dar al Kufr naar Dar al Islam”. De wetgevergeleerden hebben een grondige en diepgaande studie gedaan naar de betekenis gebaseerd op het feit zelf, de taalkundige betekenis, en bepaalde teksten gebaseerd op het wetgeverlijke (Sharie) oordeel. De studie heeft geleid tot het splitsen van de betekenis in twee hoofdcategorieën: 1. Emigratie om te vluchten 2. Emigratie ter verkrijging van zaken die samenhangen met het leven; deze is weer onderverdeeld in emigratie om reden van godsdienst en emigratie om reden van wereldse zaken. Een aantal voorbeelden: 1. Emigratie om te vluchten: het verlaten van Dar Kufr om te gaan naar Dar Islam. het verlaten van een land waar ketterij overheerst of het verlaten van een land omwille van lijfbehoud of behoud van materieel bezit. 2. Emigratie ter verkrijgen van wereldse zaken: emigratie ter verkrijgen van inkomsten wat een wereldse reden is. Opgemerkt dient te worden dat de emigratie gebaseerd op het wetgeverlijke oordeel, het verlaten van Dar Kufr om te gaan naar Dar Islam, niet meer voorkomt aangezien het Dar Islam op dit moment ontbreekt. Wat nu als emigratie geldt is niet meer gebaseerd op het wetgeverlijke oordeel ondanks dat het in de geschiedenis eerder wel is voorgekomen en er op Islamitische godsdienstige gronden onderzoek naar is verricht. Feitelijk is emigratie nu het verlaten van Dar Kufr om te gaan naar een andere Dar Kufr. Om precies te zijn vindt Emigratie tegenwoordig plaats om de volgende redenen, en betekent: Emigratie: het verlaten van mensen van hun thuisland om te gaan naar een ander land voor permanent verblijf. Deze emigratie is onder te verdelen in twee categorieën: Afgedwongen emigratie: zoals de emigratie van zwarten uit Afrika naar boerderijen van blanken in de nieuwe wereld Amerika. Vrijwillige emigratie: het verlaten van grond door individuen of een groep van mensen naar een andere grond. Interne migratie: het verplaatsen van mensen van het platteland naar de stad omwille van betere kansen en aantrekkingskracht die het stedelijke gebied heeft. Migratie (internationaal): het verplaatsen van mensen van een land naar een ander omwille van werk en verblijf. Dit is een vorm van het internationaal verdelen van arbeidskrachten veelal om economische redenen zoals betere kansen, hogere lonen, etc. Immigratie: de instroom van mensen in een land met als doel daar te verblijven. Dit is emigratie in haar verschillende vormen en betekenissen zoals we die nu kennen. Wat ons hier nu aangaat is het emigreren van Moslims vanuit Islamitische landen naar het Westen.
Redenen van emigratie en haar wetgeverlijkheid Redenen om te emigreren van een Islamitisch land naar het Westen vindt veelal hoofdzakelijk om de volgende drie redenen: om inkomsten te verkrijgen om redenen van wetenschap, om te studeren of om reden van bescherming, lijfbehoud Het emigreren vanuit een Moslimland van Moslims om reden van armoede, of om inkomsten te verkrijgen, of om reden van het drijven van handel in een westers land met als doel het maken van winst. Dit is op wetgeverlijke gronden toegestaan (Moebah: ofwel is een verrichting of onthouding waarbij noch deze verrichting noch onthouding leidt tot een beloning of straf) zoals dat vermeld is in de manier waarop inkomsten verkregen kunnen worden, of winst gemaakt kan worden. Zoals Allah (SWT) in zijn boek heeft vermeldt: Ayet Hij is het die de aarde voor jullie handelbaar gemaakt heeft. Wandelt dus over haar rug en eet van het levensonderhoud dat Hij geeft. En de herrijzenis voert naar Hem. (de Heerschappij, 15) Ook was er een groep van de volgelingen van de profeet SAW die handel dreven op Kufr gronden zonder dat dezen door de profeet SAW werden veroordeeld. De wetgever (Allah SAW) heeft geen plaats om te werken of om winst te maken vastgelegd of voorgeschreven, maar heeft alleen voorgeschreven op welke manier winst mag worden gemaakt en op welke manier mag worden gewerkt.
Het emigreren om reden van het vergaren kennis, om te studeren. Het emigreren van Moslims van een Islamitisch land naar het Westen om reden van het vergaren van kennis, het behalen van een diploma, of omwille van specialisatie. Het wetgeverlijke oordeel hieromtrent is dat het geoorloofd of een optionele verrichting (Mubah) is, zelfs een verplichte verrichting (Wadjeb) kan zijn: hadith Het vergaren van kennis is een verplichte verrichting (Farida). hadith hij die het pad van het vergaren van kennis verkiest, voor hem zal God het pad naar de hemel effenen Het emigreren om reden van bescherming / veiligheid: het verlaten van Moslims van het eigen land, vluchtend door onderdrukking van hun leiderschappen naar het Westen. Het Goddelijke oordeel hierover is dat het is toegestaan (Jaiz), welke gebaseerd is op het emigreren van de metgezellen van de profeet SAW met zijn toestemming naar Abessinië.
De behoefte van het Westen aan Immigratie De mens handelt in zijn leven naar de gedachte of ideeën die hij meedraagt. Daar het wel of niet krijgen/ verwekken van kinderen een van de gedragingen van de mens is, is ook dit gedrag het resultaat van het idee of de gedachte die de mens heeft over het leven. En aangezien ideeën / gedachten die Moslims hebben over het leven verschillen, zelfs tegenstrijdig zijn aan de ideeën / gedachten die het Westen koestert, is het vanzelfsprekend dat het gedrag van Moslims in heel veel aspecten verschilt, en zo ook met betrekking tot het krijgen van kinderen of het zich vermenigvuldigen. Dit komt omdat de Moslims het vermenigvuldigen/ het krijgen van nageslacht uit twee oogpunten beschouwen:
Menselijk, instinctief oogpunt, benodigd om nageslacht te krijgen en om de menselijke soort in stand te houden. Het tweede oogpunt, religieus oogpunt; het vermeerderen van de Moslims en het vergroten van hun gemeenschappen:
Hadith De Westerling beschouwt het voortplanten uit oogpunt van zijn persoonlijke vrijheden, en de tol die hij zal moeten betalen tav zijn bezigheden en geneugten des levens, en belangrijker nog de financiële consequenties die nog wel het meest zwaarwegend zijn. Deze financiële consequenties spelen voor Moslims in het geheel geen rol in hun handelen noch in hun gedachtevoering aangezien vermeld in het boek: Ayet dat jullie je kinderen niet mogen doden uit vrees voor armoe, Wij voorzien in jullie en hun levensonderhoud (het vee, 151) Ayet God voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie Hij wil en ook met mate. Hij is over zijn dienaren goed ingelicht en doorziet hen. En jullie mogen jullie kinderen niet doden uit vrees voor armoe. Wij voorzien in hun en jullie levensonderhoud. Hen doden is een grote zonde. (de nachtreis, 30,31) Vandaar ook dat het door Westerse regeringen gevoerde beleid van aanmoediging voor westerlingen om zich voort te planten geen invloed heeft gehad, en haar beleid tav Moslims om het aantal geboorten te beperken evenmin succesvol is geweest. Zodoende is het Westen met uitsterven bedreigd na het vergrijzen van haar samenlevingen, en het afnemen van haar aantallen jongeren in vergelijking met Islamitische landen, zoals bijvoorbeeld Iran waar meer dan de helft van haar inwoners beneden de leeftijd van 15 jaar is. Om dit verder te illustreren is een tabel met een aantal cijfers bijgevoegd. tabel met cijfers omtrent de bevolkingsgroei in een aantal westerse landen Amerika 1,0 Noorwegen canada 1,1 Italië Spanje 0,4 België Duitsland 0,1 groot brittanie Denemarken 0,1 frankrijk
0,4 0,2 0,2 0,2 0,5
tabel met cijfers omtrent de bevolkingsgroei in een aantal Islamitische landen Algerije 2,8 Somalië Egypte 2,4 Jordanië Syrië 3,3 Senegal Niger 3,3 Soedan Turkije 2,3 Mauritanië
3,1 4,9 2,9 2,7 2,4
De tabellen geven duidelijk de verschillen in bevolkingsgroei aan tussen de Westerse en Islamitische landen. In ogenschouw moet ook worden genomen dat de bevolkingsgroei in het westen nog hoofdzakelijk te danken is aan de migranten. Een duidelijk voorbeeld zijn Duitsland, Canada, of Amerika dat alleen al officieel jaarlijks 600.000 immigranten verwelkomt. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat de relatie tussen het westen en de migranten een relatie is die gebaseerd is op het eigenbelang van het westen om aan de dringende vraag om mensen benodigd voor
haar economieën te voldoen, en om de benodigde bevolkingsgroei te bereiken die daarvoor benodigd is, en om de toenemende vergrijzing van haar bevolkingen af te remmen. De westerse politiek tav immigratie Het westen heeft haar begrippen en overtuigingen waarop haar beschaving is gebaseerd en aan de hand waarvan zij haar maatschappij heeft opgebouwd. Evenzo hebben migranten hun eigen begrippen, overtuigingen en maatstaven die zij hebben aangenomen en waarmee zij zijn grootgebracht. Deze realiteit dwingt zichzelf af en iedereen is zich van deze realiteit bewust, echter hoe met deze realiteit om te gaan zonder dat er confrontaties of conflicten ontstaan, en hoe moet de stabiliteit binnen de samenleving gewaarborgd worden met de toestroom van migranten? Om op deze vraag, die onlosmakelijk verbonden is met de migratie politiek, te beantwoorden heeft het westen de realiteit vanuit oogpunt van uitwisselen van culturen, acculturisatie bekeken. Het uitwisselen van culturen of acculturisatie is het veranderen van een samenleving en een cultuur, in een homogene samenleving met cultuur. Deze uitwisseling kent drie vormen: segregatie: dit betekent het isoleren van een of meer van de groeperingen (minderheden) op een maatschappelijke culturele en economische manier van de homogene rest. integratie: dit betekent het uitwisselen van identiteit tussen de verschillende groeperingen om te komen tot een situatie waarin wederzijdse acceptatie ontstaat. assimilatie: het aanpassen van een groepering aan een andere op een zodanige manier dat het haar specifieke eigenschappen en eigen kenmerken totaal verliest. Dit zijn de drie manieren die het westen als basis beschouwt voor het bepalen van haar politiek tav migranten en heeft gekozen voor de politiek van integratie.
Het begrip integratie Taalkundig: Definitie: het samenkomen van twee of meer entiteiten tot elkaar. Deze definitie kan verder worden onderverdeeld in drie categorieën: Politieke integratie: een situatie binnen een maatschappij waarin de verschillende groeperingen een hoge mate van politieke saamhorigheid betonen die waargenomen kan worden in de manier van politieke samenwerking die gebaseerd is op overleg en niet op verdrukking van een van de groeperingen. Sociale integratie: het proces van samenwerken tussen de verschillende klassen en groeperingen van verschillende afkomst of oorsprong binnen een maatschappij. Of ook wel het samenvoegen van verschillende aspecten van het leven binnen een samenleving om te komen tot een uniforme relatie of het verwijderen van alle barrières tussen de verschillende groeperingen. Culturele integratie: het overdragen of overnemen van de verschillende culturele entiteiten van culturele kenmerken op een zodanige manier dat deze beiden tot een uniforme cultuur worden omgevormd. Dit zijn de verschillende vormen van integratie zoals vermeld in "A dictionary of the social sciences" door Dr. Ahmed Zaki Badawi, en zoals vermeld in spectrum 1998. Het falen van de integratiepolitiek (de fout van de politiek van integratie) In de door het westen gevoerde integratiepolitiek naar de migranten toe zijn vele fouten geslopen, vele fouten waarvan het westen of niet op de hoogte is of fouten waarvan het wel van op de hoogte is geweest maar er
een oogje om heeft dichtgeknepen, en weer andere fouten waarnaar het westen niet heeft omgekeken. Dit zullen we in het hiernavolgende uitleggen: Ten eerste: het ondernemen van actie en het verschuilen van het doel. Wat het westen heeft gezegd en waartoe het actie onderneemt is integratie, echter de verborgen werkelijkheid en het innerlijke doel is het assimileren (het oplossen). Iedereen die in het westen heeft geleefd en gestudeerd heeft op westerse scholen, gewerkt heeft in westerse fabrieken, haar geschriften heeft bestudeerd, met haar instituties in contact is geweest, is zich ervan bewust dat de enige overheersende cultuur, de overheersende gedachten en gevoelens die de relaties vastleggen, en het regime wat deze zaken waarneemt, uitsluitend en alleen op de westerse cultuur is gebaseerd. Hoe is het dan dat het westen nog steeds beweert dat het de integratie politiek nastreeft die impliceert dat er culturele uitwisseling plaatsvindt? En heeft de westerse samenleving enigerlei normen of maatstaven van de moslims overgenomen? Ten tweede: de middenoplossing (de compromisoplossing) Integratie zoals het gepresenteerd wordt, wat inhoud het gedeeltelijk overnemen van een stukje cultuur van een ander, is een door het westen uitgeroepen middenoplossing die gebaseerd is op de manier waarop het westen tegen de dingen aankijkt. Deze middenoplossing maakt het onmogelijk om het doel te realiseren, zoals het westen zelf weet, om hoofdzakelijk de volgende drie redenen: 1 De persoonlijkheid van ieder mens wordt gevormd door de mentaliteit en de psyche. Mentaliteit wil zeggen dat de mens de feiten zintuiglijk waarneemt en verbanden legt vanuit het eigen referentiekader (voorkennis). Na deze toetsing geeft hij pas een oordeel over de waargenomen feiten op grond van de basisgedachten die hij als maatstaaf gebruikt in zijn beoordeling. De mentaliteit is dus de wijze waarop de mens het feit waarneemt of de wijze waarop de mens een verband legt tussen zijn voorkennis en het feit waarbij hij deze twee elementen op zijn basisgedachte toetst. De Islamitische mentaliteit beseft dingen en daden en oordeelt hierover op grond van de basisgedachte die voor hem als fundamentele maatstaaf is en dat is de Akiedah (Islamitische basisgedachte/ geloof). De Islamitische Akiedah bevat oordelen over dingen en daden vanuit de eigen basis gedachten, waaruit de wijze waarop de Moslim de relatie regelt tussen de Schepper, zich zelf, en medemens voort vloeit. Psyche is de wijze waarop de mens een verband legt tussen de bevredigingsdrijfveer en zijn opvattingen. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie van de mens. Wanneer deze opvattingen zijn voortgevloeid uit de Islamitische Akiedah dan heeft men een islamitische psyche, wanneer deze opvattingen zijn voortgevloeid uit een kapitalistische basisgedachte dan heeft men een kapitalistische psyche. Deze psyche doet men besluiten om bepaalde handelingen wel of niet te verrichten. Het is van zelfsprekend dat de mens een oordeel kan geven over bepaalde dingen en daden die hij beseft en op zijn basisgedachte toetst, zoals een Akiedah of geloof die hij aanhangt. En door dit besef ontstaan de concepten bij de mens, of met andere woorden, zijn gedachten krijgt betekenis in de realiteit. Hetzij zintuiglijk waarneembare gedachten of een verbeelding van het verstand waar hij in gelooft alsof het een zintuiglijk waarneembaar feit is, hierdoor worden de bevredigingsdrijfveren door dat concept beïnvloed en beheerst, waardoor neigingen bij hem ontstaan als resultaat van het verband dat gelegd werd tussen de concepten en drijfveren. In dit geval wordt er een verband tussen de mentaliteit en zijn psyche gelegd, waardoor de persoonlijkheid gevormd wordt. De vorming van een persoonlijkheid wil niet altijd zeggen dat het om een unieke persoonlijkheid gaat, maar die
persoonlijkheid kan in sommige gevallen uniek zijn en in sommige gevallen niet. Wat we hiermee bedoelen is het volgende: Een unieke persoonlijkheid is de persoonlijkheid waarvan de mentaliteit en psyche met elkaar in harmonie zijn. Dat betekent dat de neigingen van een persoon beheerst worden door zijn concepten; met andere woorden, de psyche van diegene wordt beheerst en beïnvloed door zijn mentaliteit. Hierdoor neigt de mens naar dingen en daden waar hij concepten over heeft bij de bevrediging van zijn instincten en organische behoeften, toetsend op zijn basisgedachte die hij hanteert bij zijn denkproces. Wanneer een persoonlijkheid uniek is en een bepaalde kleur heeft dan moet in dit geval de basisgedachte waaruit oordelen voortvloeien over het feit, een algemene en essentiële basis zijn waaruit alle benodigde oordelen voor de regeling van de relatie tussen de mens en zijn Schepper en met zich zelf en met zijn medemens. Dit is alleen mogelijk wanneer deze essentiële basis een compleet idee bevat over het heelal, de mens en het leven zodat de hamvraag van de mens wordt beantwoord en zijn gevoel van behoeftigheid, machteloosheid en zijn beperking worden bevredigd, en waaruit een systeem voortvloeit die alle instincten en organische behoeftes van de mens kan bevredigen. Een unieke persoonlijkheid is altijd principieel (Mabda'a= basisgedachte waaruit systemen voortkomen) zoals een Islamitische persoonlijkheid, kapitalistische en communistische persoonlijkheid, want de mentaliteit en de psyche van al deze drie genoemde soorten persoonlijkheden waarvan de maatstaf bij het denken en de neigingen een verstandelijke credo (geloofsbelijdenis) waaruit een systeem voortvloeit die alle soorten relaties van de mens regelt en organiseert, en dit is een principe. Een niet unieke persoonlijkheid is een persoonlijkheid waarvan de mentaliteit niet in harmonie is met de psyche. Een niet unieke persoonlijkheid komt bij mensen voor wiens basisgedachten waarop oordelen worden gebaseerd anders is dan hun neigingen, m.a.w. neigt hij bij de bevrediging van zijn instincten en behoeftes tot concepten die in strijd zijn met zijn eigen basisgedachte, een voorbeeld hiervan is iemand die de Islam aanhangt en dat Allah (SWT) de enige oordeelgever is, terwijl hij zich in het leven gedraagt volgens kapitalistische ideeën en concepten. Het probleem is dus dat integratie, met zijn bijbehorende menging van (twee) culturen, de migrant verplicht zich een westerse levenstijl en maatstaf voor handelen moet aanmeten, die in strijd is met zijn basisgedachte (Akiedah) wat leidt tot een persoonlijkheidsconflict en tot een niet unieke persoonlijkheid. Dit zorgt ervoor dat met name de Islamitische migrant een onrustig leven leidt in zijn zoektocht naar zijn unieke persoonlijkheid. Het resultaat kan zijn een voortdurend gevoel van ongerustheid tgv zijn zoektocht of het volledig assimileren in de westerse maatschappij. In de praktijk is het merendeel van de moslim migranten teruggekeerd naar hun Islamitische identiteit. 2 Ondanks dat het westen zich voordoet als zijnde menselijk, democratisch en anti racistisch, heeft het een eeuwenlang een diepe opgekropte rancune tegen de Islam. Vandaar dan ook dat bij het minste geringste gebeuren deze rancune zich op verschillende manieren manifesteert, zoals het lastigvallen van gesluierde vrouwen, het bespugen van bebaarde mannen, het in brand steken van scholen en moskeeën, en het uiten van dreigementen. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de geassimileerde en de niet geassimileerde moslimmigrant. Vandaar dat de integratiepolitiek geen oplossing biedt voor het probleem zoals die alleen het westen ziet, en daarom ook zijn er nog steeds barrières tussen de verschillende culturen en groeperingen binnen de samenleving. Dit alles omdat de grootste barrière, die niet door het westen wordt gezien, het westen met zijn hoogmoed over anderen en eigenwaan zelf is. Hoeveel de migrant dan ook integreert
of versmelt met de westerse samenleving; hij blijft voor de westerling Arabier, of Turk, of Afrikaan, etc, en hij blijft Moslim ook al zou hij de Islam veroordelen of verlaten. Om aan te geven hoe diep deze gevoelens liggen is het hier voldoende om de voormalige Amerikaanse president Nixon te citeren uit zijn boek "Amerika en de historische kans" pagina 187: "Vele Amerikanen hebben de neiging om de Moslims te beschouwen als een soort mensen die onbeschaafd zijn, vies zijn, verwilderd zijn, en niet verstandelijk zijn. Meestal is hetgeen onze aandacht trekt het feit dat enkelen van hun leiders het geluk hebben dat zij over gebieden heersen waar meer dan eenderde van s'swerelds olierijkdom zich bevindt. Er is geen enkel volk, zelfs niet die van de volksrepubliek China, die een negatiever beeld heeft in het denkbeeld van de Amerikanen dan de Islamitische wereld." Volgens de Nederlandse islamoloog van Koningsveld in zijn boek --------- pagina 9
VAN KONINGSVELD QUOTE Daarom is het ook niet rechtvaardig, noch subjectief, noch menselijk van het westen om van de moslims te verlangen om afstand te doen van hun cultuur en te integreren in haar samenleving met zijn waarden, ideeën en maatstaven en zijn manier van leven, terwijl het haatgevoel, en de rancune, en het hovaardige ten opzichte van de moslims zich diep in zijn ziel nestelt. 3 Het kapitalistische principe zoals door het westen aangenomen, is in wezen verbonden met de westerse volken, specifiek die van Amerika en west Europa. Daarom is dit (kapitalistische) principe niet een principe zoals andere principes een menselijk principe die het goede nastreeft voor de menselijkheid. Al zouden alle volkeren in dit principe geloven, dan nog zouden noch Amerika noch Europa afstand doen van haar koloniale en opportunistische hart, en dan noch zouden zij alle rijkdommen van de wereld, zoals ze nu doen, naar hun landen voeren, ongeacht of het rijkdommen betreft van Arabieren of Turken of Sharkas of van het gele of zwarte ras, die het democratische kapitalisme al dan niet omarmd zouden hebben.
Ten derde: het laten verwateren van het begrip cultuur De basis in het integratieproces vormt de cultuur. Maar wat betekent het begrip cultuur nu eigenlijk? Een algemene betekenis van het begrip cultuur zou als volgt kunnen luiden; cultuur is de kennis die via overlevering, overdracht, en ontdekking door de mens spontaan wordt aangenomen zoals geloof, geschiedenis, filosofie, taal, kunst, muziek, en alle niet experimentele kennis. In het filosofische woordenboek van Jaqueline Russ (Dictionaire de philosophie, J. Russ) valt het volgende te lezen: cultuur is de totale samenstelling van kennis, technieken, en rituelen die specifiek zijn voor een bepaalde maatschappij of groep van mensen. Uit de spectrum encyclopedie Spectrum encyclopedie Om cultuur een definitie te geven die zijn realiteit en specifieke kenmerken weergeeft zeggen wij: cultuur is de kennis waarin het credo (Akiedah) een oorzaak van onderzoek is geweest. En daarom wordt er gesproken over een Islamitische cultuur en westerse cultuur. Dus de Islamitische cultuur is de totale kennis waarin het Islamitische credo een oorzaak van onderzoek is geweest, of het nu kennis betreft omtrent het credo zelf zoals het monotheïsme, ofwel kennis die daarop is
gebaseerd zoals jurisprudentie (Fiqh), het begrijpen van de Quran uitleggingen (Tafseer), het begrijpen van de overlevering van de profeet (Sira), of het begrijpen van aan het Islamitische credo ontsproten wetten (Ahkaam) zoals de instrumenten van Ijtihaad, taalkennis en fundamentele religieuze teksten . Daarentegen is de westerse cultuur de totale kennis waarin het kapitalistische credo een oorzaak van onderzoek is geweest, zoals de ontwikkeling van zeden, ontwikkeling van secularisme, ontwikkeling van liberalisme, en studies die als wetenschappen worden aangeduid zoals de psychologie, maatschappijwetenschappen, seksualiteit, beschaving, zedelijkheid, en de gedachten samenhangend met bestuur zoals het maatschappelijke contract, of gedachten die samenhangen met wetten zoals de theorie van verbintenissen en verplichtingen (ILTIZAM), of de ideeën die samenhangen met economie zoals de theorie van de vrije markt, of het idee dat samenhangt met de politiek zoals het Machiavellisme en andere ideeën. Ten vierde: het aanmeten van de algemene maatstaf Het westen heeft het Islamitische credo afgemeten aan het Christelijke credo, en heeft aangenomen dat het net als het christelijke zich zou acclimatiseren met welk systeem of principe dan ook. Het westen heeft geconcludeerd dat het christendom een spiritueel credo is die onder welk politiek credo dan ook kan voortbestaan, zoals het credo van het scheiden van de godsdienst van het leven waaronder de staat, en zag in de Islam een spiritueel credo die de zaken na het leven regelt zonder dat ze van enige invloed is op de zaken die het leven aangaan, vooral nadat haar aanhangers verslagen waren en haar staat was ingestort. En op basis van deze conclusie heeft het westen de politiek van integratie aangenomen denkend dat de moslims zullen acclimatiseren met het seculiere politieke credo. Het niet acclimatiseren is echter niet een zaak die in handen is van de Moslim, maar een zaak die ten grondslag ligt in de basisgedachte (Akiedah) van de Islam. Het Islamitische credo is een spirituele en politieke credo die zich niet toelaat te acclimatiseren met andere credo's zoals dat het geval is met het christelijke. Daarom zal de geïntegreerde, geacclimatiseerde moslim vroeg of laat op een dag in botsing komen met de realiteit van het Islamitische credo en het, of ten volle aannemen van dat credo, of ten volle verlaten van dat credo. Daarom is de integratiepolitiek door het aanmeten van de algemene maatstaf fout, en getuigt het van een gebrek aan visie om geen onderscheid te maken tussen de basisgedachte van Islam en christendom, zelfs onmogelijk om te bereiken zolang de moslim vasthoudt aan zijn basisgedachte. Ten vijfde: de menging tussen het aannemen van cultuur en het onderworpen zijn aan de heersende macht Het westen wil van de moslims meer dan alleen dat zij zijn onderworpen aan haar macht, haar systeem en wetgeving. Het westen wil van hen dat zij haar cultuur met al haar maatstaven en haar basis overnemen. Daarom haalt ze het overnemen van haar cultuur en het onderworpen zijn aan haar uitgevoerde wetten bewust door elkaar. Cultuur kan niet ongewild worden overgenomen, noch wordt deze door het uitvaardigen van een wet overgenomen, noch door het uitvoeren van pressie of terreur, echter kan alleen worden overgenomen door de verstandelijke overtuiging van de juistheid van haar basis. De uitgevoerde wetten zijn echter voor iedereen geldig die onder haar beschermheerschappij leeft, en wat niet verlangd wordt is van deze wetten overtuigd te zijn of deze te adopteren. Als moslim die verblijft in een westerse samenleving ben je bijvoorbeeld niet verplicht om overtuigd te zijn van het straffen van een dief door hem gevangen te zetten, je bent echter wel verplicht onderworpen aan deze wet. Zo is een ongelovige die zou verblijven in Dar Islam niet verplicht om overtuigd te zijn van het afhakken van een hand van een dief en zal dat ook niet van hem verlangd worden, hij is echter wel onderworpen aan deze wet. Daarom moet het westen dan ook zijn positie overwegen; Als zij zou zeggen: jullie zijn onderworpen aan mijn wetten zolang jullie bij mij verblijven dan antwoorden wij dat is uw goed recht Als zij zou zeggen: ik verplicht jullie om mijn cultuur aan te nemen dan antwoorden wij dat is niet aan u om te beslissen. Ten zesde: de menging van de begrippen beschaving en welvaart
Beschaving is de verzameling van concepten over het leven en is specifiek aan de opvattingen over het leven. Daarom wordt er gesproeken over Islamitische cultuur en westerse cultuur. Onderdeel van de westerse cultuur is het idee van scheiding van godsdienst en staat, en het (eigen)belang als maatstaaf voor daden en het realiseren van geluk, het lichamelijke genot, met nadruk op de materiele waarde alleen. De Islamitische beschaving is gebaseerd op het islamitische Akiedah als verstandelijke en spirituele politieke Akiedah, met Halaal en Haraam als norm voor de daden, en het geluk is het tevreden stellen van Allah en het behoeden van spirituele, zedelijke, en menselijke waarden bij het verrichten van handelingen. Welvaart is echter de materiele vormen van waarneembare attributen die in de zaken van het leven gebruikt worden, en welvaart kan specifiek of algemeen zijn. Specifieke welvaart is het resultaat van de beschaving, met andere woorden het resultaat van de visie op het leven. Bijvoorbeeld een beeld of een naaktfoto of een onzedelijke foto, zijn materiele vormen die passen bij de basisgedachte van het westen, en zijn kijk op het geloof. Het is toelaatbaar omdat het wordt gezien als een expressie van kunst of soms als iets symbolisch net als het Mariabeeld, Adamsbeeld van August Rodin, het beeld van Stalin of een schilderij van een naakte vrouw, wat in strijd is met de visie/ basisgedachte van de Moslim. Algemene welvaart is het resultaat van wetenschap en industrie en niet afhankelijk van de concepten en visie over het leven. Bijvoorbeeld vervoermiddelen, medicijnen, apparatuur, machines, instrumenten, meubelen, etc., dus wat niet afhankelijk is van of te maken heeft met een ideologie of een natie omdat het universeel is. Dit verschil tussen beschaving en welvaart dient in ogenschouwing te worden genomen en opgemerkt te worden bij het bepalen van wat al dan niet kan worden overgenomen of bij het bepalen van aanknopingspunten. De menging van beide betekenissen door het westen is niet onbewust gedaan, of het gevolg van zijn gebrek aan begrip tussen beide realiteiten, echter is het resultaat van het ontkennen van het bestaan van een Islamitische beschaving omdat het westen het kapitalisme beschouwt als enige succesvolle credo en systeem voor menselijke opleving, en het kapitalisme beschouwt als het einde van het tijdperk waarin meerdere beschavingen bestaan, en daarom kan de westerling zich geen andere beschaving dan zijn eigen beschaving voorstellen. Daarom beschouwt het westen de toestromende migranten als zijnde het resultaat van onbeschaafdheid, barbarisme en simplisme die omgevormd moeten worden, en uit het stadium van simplisme naar beschaving moet worden geleid, beschaving die het westen in zichzelf ziet vertegenwoordigt.
Het wetgeverlijke oordeel inzake integratie Het is voor de moslim Haraam te integreren in de westerse samenleving en wel om de volgende redenen. 1 De integratie waartoe het westen oproept en waartoe het de moslims wil aansporen betekent het afstand doen van een deel van de cultuur en de beschaving van de islam die moet worden ingeruild voor de westerse cultuur en beschaving. De islam staat niet toe gedeeld te worden, en wordt geheel aangenomen met zijn credo en systeem en het is niet toegestaan (Jaiz) om een deel van zijn wetten te verloochenen. Zoals in de koran overgeleverd: Ayet Jullie die geloven! treedt allen te zamen toe tot de overgave [aan God] en volgt de voetstappen van de satan niet, want hij is een verklaarde vijand van jullie. (Al-Baqara, 208). Ayet Of geloven jullie in een gedeelte van het boek en in een ander gedeelte niet? Wie van jullie dat doet verdient niet anders dan schande in het tegenwoordige leven en op de opstandingsdag zullen zij tot de zwaarste bestraffing veroordeeld worden. (Al-Baqara, 85). 2 Het integreren in de westerse samenleving betekent het aanpassen aan de westerse soort en manier van leven, dus de maatstaf voor handelen het (eigen)belang en de willekeur, en het uitsluiten van het wetgeverlijke oordeel. Hetgeen de islam heeft verboden (Haraam) die de maatstaf voor daden heeft beperkt tot Halaal en Haraam. Zoals in de Koran overgeleverd: Ayet Maar nee bij, bij jouw Heer, zij geloven pas [echt] als zij jou tot scheidsrechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden. (Al-Nisaa, 65). Hadith 3 Het integreren in de westerse samenleving betekent het aannemen van de gelijkenis van de Kuffar in hun specifieke kenmerken. Het imiteren van de Kuffar in zaken omtrent hun religie of hun beschaving of cultuur is haraam. Ayet Daarna hebben Wij voor jou een normatieve richting van de ordening bepaald. Volg die dus en volg niet de grillen va hen die geen kennis hebben. (Al-Djathija, 18) Hadith Dit zijn enkele aanwijzingen voor het Haraam zijn van integratie, en er zijn meerdere aanwijzingen die we hier niet vermelden (vanwege de omvang en de uitgebreide uitweiding). Vandaar dat de moslims gezamenlijk actie moeten ondernemen om integratie in de westerse samenleving te voorkomen, en weerstand moeten bieden aan deze gevaarlijke gedachte waarmee het uiterlijk van de islamitische persoonlijkheid wordt verminkt en waarmee de kenmerken voortkomend uit zijn unieke beschaving worden gewist.
De leus "integreer of vertrek' Integreer of vertrek is een leus die in de jaren negentig is opgekomen en heeft aan populariteit gewonnen na de aanval op New York op 11-9-2001. Blijkbaar zal deze leus het toekomstige beleid van het westen bepalen inzake de omgang met moslims. Vandaar dat we deze leus als onderwerp aansnijden om haar onjuistheid vanuit twee gezichtspunten aan te tonen. Het eerste gezichtspunt: het tegenspreken van het eigen principe Het westen houdt voor democratisch te zijn, democratisch in de zin dat deze democratie gebaseerd is op vrijheid van mening, vrijheid van meningsuiting, en vrijheid van credo. Echte democratie beperkt de vrijheid van iemand die in haar gelooft niet, en beperkt je niet om alleen in haar te geloven. De franse denker Voltaire (1778) drukte de geest van de democratie uit door te zeggen 'Ik ben het in geen enkel woord eens met wat je hebt gezegd, ik zal echter jouw recht van spreken en vrijheid van meningsuiting tot de dood verdedigen.' Waarom beschouwt het westen de waakzaamheid en trouw van de moslim aan zijn credo, en zijn verbintenis met, en verplichting aan de eruit voortkomende wetten, en zijn uiting van zijn mening uit islamitisch oogpunt als zijnde in strijd met de democratie? En waarom beschouwt het westen het steunen van Amerika als zijnde democratisch, en het bekritiseren van Amerika als zijnde ondemocratisch? De diepliggende concepten en wijd verspreide emoties van het westen, die worden voortgedreven door de haat tegen de islam en de minachting van zijn aanhangers, laat haar haar eigen principes vergeten en verzuimt datgene waar het toe oproept en waarmee het aan vrijheid en rechtvaardigheid en gelijkheid pronkt, en schreeuwt in het gezicht van de moslims "integreer of vertrek". 3 Geen enkele religie of principe en geen enkele mening kan worden afgedwongen Deze leus toont de ideologische zwakheid van het westen in het confronteren van een ongelijke mening en een tegengesteld idee. Omdat het tegen de wil afdwingen in het accepteren van een religie of credo of principe het wapen van de zwakke is. De geschiedenis en de praktijk getuigen van het feit dat de joden en de christenen in de landen van de moslims nog steeds joden en christenen zijn, maar hoe verkeren moslims in andalusie? Het afdwingen van religie ligt niet in de aard van de islam omdat het basisprincipe zegt " geen dwang in het aannemen van een religie", echter ligt wel in de aard van het westen waarin dit zich in verschillende vormen vertoont. En als de leus van tegenwoordig luidt "integreer of vertrek" dan luidde de oude leus in Andalusie "bekeer tot het christendom of sterf". En God was rechtschapen(Sadak): Ayet Maar de joden noch de christenen zullen met jou ingenomen zijn zolang je niet hun geloof volgt. Zeg: <de leidraad van god dat is de leidraad.> Als jij hun neigingen volgt na de kennis die je gekomen is, dan heb je tegen God geen beschermer en geen bondgenoot.
De voorbeeldige (ideale) politiek. De voorbeeldige politiek die wij voorleggen is de politiek van de Islam. Het voorbeeldige wat uit deze politiek voortkomt is naar ons inzicht niet alleen omdat het islamitisch is, maar de enige politiek is die realistisch is inzake het onderwerp, die de menselijke waardigheid en de rechtvaardigheid waarborgt, en dwang uitsluit. Het is aan de moslims die in het westen leven gelegen tot deze juiste politiek op te roepen in plaats van in te stemmen met de integratiepolitiek, en druk uit te oefenen op de westerse landen om haar te overtuigen om deze politiek ten uitvoer te brengen over hen. Deze politiek vertegenwoordigt een aantal beginselen waaronder: Ten eerste: het begrip burgerschap. De burgers zijn de mensen die leven in Dar Islam en die zijn onderworpen aan de heerschappij van de Islam, ongeacht hun religie of credo of ras of huidskleur of etniciteit of minderheid. Met andere woorden het burgerschap omvat zowel de moslims als degene die niet tot de Islam behoren, deze laatsten worden ook wel Dhimi genoemd. Het permanente verblijf in de Dar Islam en het onderworpen zijn aan haar wetten en heerschappij zijn een vereiste voor het burgerschap. Vandaar dat een moslim die permanent verblijft in Dar Kufr zonder dat daar enige aanleiding voor is en op vrijwillige basis, ofwel om niet onder de heerschappij van de Islam te leven, geen burger is van de Islamitische staat ondanks dat deze persoon moslim is. Dit in tegenstelling tot een ongelovige die verblijft in Dar Islam die daarom wel als burger wordt beschouwd ondanks dat deze ongelovig is. Hem komt datgene toe wat de moslims toekomt en heeft dezelfde verplichtingen als zij. Dit valt te halen uit de hadith van Suleyman ibn Baridah waarin is overgeleverd: HADITH Ten tweede: het voldoen aan de overeenkomsten Dhimi komt voort uit het woord Al-Dhima en betekent de overeenkomst. Volgens de Arabieren betekent het overeenkomst, veiligheid, etc. Zij hebben bij de moslims een overeenkomst om hen te behandelen volgens hetwelk zij elkaar hebben verzoend, en zij en hun zaken worden behandeld naar de wetten van de Islam. Het accepteren van een Dhimi in het Dhima en het sluiten van een overeenkomst met hen betekent dat zij burgers van de staat worden, en betekent ook dat de Moslims en de staat hun overeenkomst moeten nakomen. Hun geld, hun bloed, en hun eer zijn gewaarborgd/onschendbaar en hun waardigheid is beschermd, en hun rechten zij gewaarborgd, en hun te hulp schieten in geval van oorlog en het onderhouden van hun behoeftigen is een plicht, en hun rechten in geval van misdaad blijven gewaarborgd. Ayet En komt de verbintenis na. (Al-Israa, 34) Hadith Ten derde: geen dwang in de religie De oorsprong hiervan is: In de godsdienst is geen dwang. (Al-Baqara, 256) Wie van de ongelovigen, Dhimi of Musta'min of Muahid, verblijft in Dar Islam zal niet van zijn religie worden verleid en niet ervan worden weggeleid, en is in de bescherming van Allah en zijn profeet. Hierin ligt een wijsheid die voortkomt uit de realiteit van de mens, en ligt in de aard van credo's en concepten die bestaan op basis van overtuiging. De Islam, die ondanks dat deze zou willen dat alle mensen ertoe toe zouden treden en alles doet om dat te bereiken, is zich ervan bewust dat de mensen ervan houden om te
kiezen zonder dwang. Vandaar dat degene die verblijft tussen de moslims, in bescherming, de kans heeft om kennis te maken en de Islam waar te nemen. Zo ziet hij de rechtvaardigheid van de Islam in zijn wetten, en de rust die heerst in zijn samenleving die naar zijn systeem is ingericht, de diepte en de verlichting van zijn denkbeelden, wat uiteindelijk een reden is om op basis van overtuiging en niet op basis van dwang tot de Islam toe te treden en te geloven in het Islamitische credo. Dit is de sfeer die de Islam creëert in zijn Dar, de Islam verandert de overtuiging van een ongelovige niet, echter wordt door hen wel gerespecteerd en zij zijn eraan trouw. Vandaar dat de geschiedenis getuigt van Christenen die meevechten aan de zijde van Salah-Al-Dien en getuigt van het feit dat Christenen onder de heerschappij van de Islam willen blijven. ten vierde: tot de rechten van de Dhimi behoren; Bij het ten uitvoer brengen van de wetten van de Islam in de Islamitische staat worden hun specifieke zaken op de volgende punten gewaarborgd: Zij worden gelaten in hun overtuiging en hun aanbidding Zij worden in klederdracht en spijswetten volgens de eigen religie behandelt zolang die niet in strijd zijn met de wetgeverlijke oordelen van de Islam Huwelijken en echtscheidingen tussen hen vindt plaats onder de wetten van de eigen religie.
De plichten van de Moslim de plichten van de Moslim ten aanzien van anderen De Moslim is in al zijn doen en laten en in alle situaties gebonden aan het Wetgeverlijke oordeel. Zoals in de Koran overgeleverd: Ayet Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas [echt] als zij zou tot scheidsrechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden. (Al-Nisaa, 65) Daarom zullen we een aantal Wetgeverlijke oordelen de revue laten passeren die moeten worden nageleefd en als wettelijke leidraad moeten dienen die de relatie tussen de Moslims in het westen en de westerlingen vastlegt. De basis voor deze Wetgeverlijke oordelen vormt wat in de Fiqh wordt aangeduid als Amaan (bescherming). Want zoals het is toegestaan voor een ongelovige om Dar Islam te betreden is het toegestaan (Jaiz) voor de Moslim om in staat van Amaan (bescherming) Dar Kufr te betreden. Wanneer een Moslim een westers land betreedt, dan is hij verplicht (Wajib) zich aan de Amaan te houden. Het bewijs daarvoor is de volgende Ayet: En komt de verbintenis na. Over de verbintenis wordt verantwoording afgelegd. (Al-Israa, 34) En de volgende Ayet waarin het geprezen wordt: En wie hun verbintenis nakomen. (Al-Baqara, 177) En de volgende Ayet: Komt Gods verbintenis na wanneer jullie een verbintenis aangaan (Al-Nahl, 91) En zoals de profeet heeft overgeleverd: Ahadith tot blz27 En van de Wetgeverlijke oordelen die gelden zijn de volgende: Onschendbaarheid / heiligheid van hun geld. Het is verboden (Haraam) hun geld te stelen, te ontnemen, te verduisteren of hen te bedriegen/ te zwendelen. Vandaar dat indien iemand hun iets ontneemt, dit moet vergoeden. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het reizen met de trein zonder kaartje. Onschendbaarheid / heiligheid van hun bloed. Het is Haraam hen te doden of hen te krengen. Hieronder valt bijvoorbeeld het lastigvallen of in de weg lopen, etc. Onschendbaarheid / heiligheid van hun eerbaarheid. Het is verboden hun vrouwen bloot te stellen aan toespelingen. Het is verboden in enigerlei vorm hen te mishandelen of te beledigen met woorden of daden. Onschendbaarheid / heiligheid van hun religie. Het respecteren van hun religie: het is verboden hun religie te beledigen of aanslagen te plegen op hun heiligdommen of kerken of gebedshuizen.
Op een goede manier samenleven en hen goed te behandelen, en het feliciteren bij hun feesten en deelnemen aan hun rouw zolang hierin geen verboden (Ma'sia of Ithm) worden gepleegd Het verbod (Haraam) om te liegen tegen hen of een list op te zetten of hen voor de gek houden om een bepaald belang te bereiken. Dit zijn een aantal Wetgeverlijke oordelen die de Islam heeft vastgelegd als basis voor een Moslim die een Dar betreedt met wedertrouw en garantie inzake bescherming (Amaan). Deze zijn vastgelegd en verankerd in de rechtsboeken (Fiqh) zoals door het Wetgeverlijke oordeel is bewezen en waarvan het verplicht (Wajib) is deze te volgen. Noch het eigenbelang noch het belang in zaken die het leven aangaan noch de vrees voor het westen, en vooral het laatste zijn aanleiding voor ons onderzoek naar het wetgeverlijke oordeel, omdat de vrees alleen voor Allah is en niet voor anderen: Ayet Vreest dan de mensen niet maar vreest Mij en verkwanselt Mijn tekenen niet. (Al-Maida, 44)
De plichten van de Moslim ten aanzien van zijn religie Zeg: <Mijn Salaat en mijn godsdienstoefening, mijn leven en mijn sterven horen behoren God toe, de Heer van de wereldbewoners. Geen metgezel heeft Hij. Dat is aan mij bevolen en ik ben de eerste van hen die zich [aan God] overgeven.> (Al-Anaam, 162/163) Wat een gegeven is uit de religie is de term noodzaak, wat betekent dat het behoud van de religie gaat voor het behoud van het leven, het behoud van het kapitaal en het behoud van de kinderen. Vandaar dat de opgave om het behoud van religie, en het ertoe oproepen, en het accentueren van de religie zoals deze is geopenbaard zonder deze te verdraaien of te vervalsen, op de schouders rust van de moslims in de westerse landen. De Moslim moet daarin geen vleierij of hoffelijkheden vertonen, en de Islam niet demonstreren op een manier zoals het westen graag wil zien, maar deze demonstreren zoals deze in werkelijkheid is, en daarbij de voldoening van God nastreven en niet de voldoening van de ongelovigen. Ayet en wees voor hen op je hoede dat zij je niet weglokken van een deel van wat God tot jouw heeft neergezonden. (Al-Maida, 49) En de emigratie van de degenen die naar Abessinië zijn geëmigreerd van de metgezellen van de profeet zijn daarin een voorbeeld toen Quraish een afvaardiging om hen terug te halen naar de Negus zond. Mohammed ibn Muslim Al-Zoehri heeft vernomen van Aboe Bakr ibn Abd Al-Rahmaan ibn Harith, dat Oemm Salama, de vrouw van de Profeet, daarover als volgt heeft verteld: toen wij in Abessinië aankwamen werden wij door de negus gastvrij ontvangen. Wij konden veilig onze godsdienst belijden en God dienen zonder dat iemand ons kwaad deed of er iets van zei. Toen de Koeraijsjieten in Mekka dat te weten kwamen, smeedden ze het plan twee standvastige mannen naar de negus te sturen en hem als geschenk de allerbeste Mekkaanse waar aan te bieden. Wat daar het meest gewaardeerd werd was het lederwerk; ze verzamelden dus een groot aantal huiden voor de negus en maakten ook voor alle generaals een geschenk gereed. Daarmee stuurden ze Abdallah ibn Rabie'a en Amr ibn Al-Aas op weg, en gaven hun de opdracht eerst alle generaals het geschenk aan te bieden, en daarna pas de negus, en dan moesten ze hem vragen hun de Moslims uit te leveren, dus voordat hij met hen zou hebben gesproken. Dat deden ze, en ze vertelden aan iedere generaal: 'Een paar jonge heethoofden uit ons land hebben toevlucht gezocht in het land van uw koning. Zij hebben met de godsdienst van ons volk gebroken, mar tot uw godsdienst zijn zij ook niet toegetreden; zij brengen een nieuwe godsdienst, die wij niet kennen en u evenmin. Onze edelen hebben ons gezonden om uw koning te bewegen hen terug te sturen. Als wij daarover spreken met de koning, geef hem dan de raad die lui aan ons uit te leveren en niet met hen te praten, want hun eigen mensen kunnen dit beter beoordelen en weten het best waarvan zij hen beschuldigen.' Dat beloofden de generaals. Daarop boden beide mannen de negus hun geschenken aan. Nadat hij die in ontvangst had genomen vertelden zij hem hetzelfde wat zij tegen de generaals hadden gezegd. Abdallah en Amr wilden tot iedere prijs voorkomen dat de negus zou horen wat de Moslims te zeggen hadden. DE generaals om hem heen zeiden: 'Zo is het, majesteit, hun eigen mensen kunnen dit beter beoordelen en weten het best waarvan zij hen beschuldigen. Lever hen dus uit aan deze twee mannen en laat hen mee terugnemen naar hun eigen land.' Maar de negus werd boos en zei: 'Nee, ik lever ze niet uit! Mensen die bescherming hebben gezocht in mijn land en mij hebben verkozen boven iemand anders worden niet verraden; eerst wil ik hen hier laten komen om navraag te doen naar wat deze twee te vertellen hebben. Als het is zoals zij zeggen, dan stuur ik hen en krijgen ze een behoorlijke behandeling zolang ze dat willen.' Vervolgens stuurde hij iemand om de gezellen van de Profeet te ontbieden. Toen de bode bij hen kwam, beraadslaagden ze wat ze tegen de negus zouden zeggen. Ten slotte zeiden ze: 'Wat er ook van komt, we zeggen wat we weten en wat onze Profeet ons opgedragen heeft.' Toen ze voor de negus verschenen zagen ze
dat hij ook zijn bisschoppen had laten komen, die hun schrifturen rondom hem hadden uitgespreid. Hij vroeg: 'Wat is dat voor een godsdienst waarom u met uw stam hebt gebroken zonder evenwel toe te treden tot mijn godsdienst of tot enig ander geloof?' Dja'far ibn abi Talib deed het woord en zei: 'Majesteit, wij waren een barbaars volk, wij aanbaden afgodsbeelden, wij aten onrein vlees en bedreven ontucht, wij verbraken bloedbanden, wij verwaarloosden de gastvriendschap en de sterksten van ons buitten de zwakkeren uit. Zo was het met ons gesteld, tot God een gezant zond uit ons midden, wiens afkomst, eerlijkheid, betrouwbaarheid en fatsoen wij kenden. Hij riep ons op de ene God te dienen en de stenen en beelden die onze voorouders hadden aanbeden af te zweren. Hij droeg ons op de waarheid te spreken, onze verplichtingen na te komen, de familiebanden te eerbiedigen, vreemdelingen te beschermen en verre te blijven van misdaden en bloedvergieten. Hij verbood ons ontucht te bedrijven en te liegen, het bezit van de wezen te verteren en deugdzame vrouwen vals te beschuldigen. God alleen moesten wij dienen en anders niets, hij stelde de salaat, de zakaat en de vasten in, en wij beleden dat hij de waarheid sprak, wij geloofden in hem en wij volgden de boodschap van God die hij bracht. Voortaan dienden wij dus God alleen en niets anders; wij hielden voor verboden wat hij verboden noemde en beschouwden als geoorloofd wat hij geoorloofd verklaarde. Onze stamgenoten begonnen ons echter vijandig te bejegenen en ons ertoe over te halen dat wij weer beelden zouden gaan dienen in plaats van God, en onze wandaden van vroeger weer als geoorloofd zouden beschouwen. Toen zij tot geweld overgingen en het ons onmogelijk maakten onze godsdienst uit te oefenen zijn wij in onze nood uitgeweken naar uw land; wij zijn liever bij u dan ergens anders, wij genieten hier van uw bescherming en wij hopen, majesteit, dat ons bij u geen onrecht zal overkomen.' De negus vroeg hem of hij iets bij zich had van die boodschap van God, en toen dat het geval bleek, droeg de negus hem op dat te reciteren. Dja'far reciteerde een stuk uit soera 'Marjam' en de negus brak in tranen uit, zodat zijn baard nat werd, en ook zijn bisschoppen huilden ervan, tot hun schrifturen doorweekt waren. Toen zei de negus tegen de twee mannen uit Mekka: 'Dit komt uit dezelfde hoek als de boodschap van Iesa. Ga weg jullie! Ik lever hen niet uit en zij worden niet verraden.' De beide mannen trokken zich terug en Amr zei tegen Abdallah: 'Morgen zal ik hem eens vertellen dat ze allemaal van hun stuk brengt!' Abdallah, die meer geneigd was ons te ontzien, zei: 'Doe dat niet, want al hebben ze zich tegen ons gekeerd, het zijn toch onze stamgenoten.' Maar Amr hield vol: 'Ik zal hem eens vertellen dat zij beweren dat Iesa de zoon van Marjam een mens is.' De volgende ochtend ging hij naar de negus en vertelde hem dat wij iets vreselijks beweerden over Iesa, en dat hij ons maar moest laten komen om er zelf naar te vragen. En zo gebeurde het. Nog nooit was ons zoiets overkomen; onze mensen kwamen weer bij elkaar en overlegden wat ze over Iesa zouden zeggen als hun daarnaar werd gevraagd. Ten slotte besloten ze: 'Wij zeggen wat God heeft gezegd en de profeet ons heeft overgebracht, wat er ook van komt.' Toen zij voor de negus verschenen en hen de vraag was gesteld, antwoordde Dja'far: 'Over Iesa zeggen wij wat onze Profeet ons heeft overgebracht, namelijk dat hij de knecht van God is, en Zijn gezant en Zijn Geest en Zijn woord, dat Hij in de maagd Marjam heeft gebracht.' De negus bukte zich voorover, pakte een stukje hout van de grond en zei: 'Iesa de zoon van Marjam is geen splinter meer dan dat!' Terwijl hij dat zei begonnen de generaals om hem heen onrustig tegen elkaar te snuiven en hij voegde eraan toe: 'Ook al staan jullie te snuiven .' En tegen ons zei hij: 'U kunt gaan; u bent sjoejoem ('veilig'). Wie u vervloekt krijgt een boete, Wie u vervloekt krijgt een boete, Wie u vervloekt krijgt een boete. Nog niet voor een dabr (berg) goud zou ik willen dat een van u iets overkwam. Geef die twee mannen hun geschenken terug; ik heb ze niet nodig. God heeft van mij ook geen omkoopsom aangenomen toen Hij mij mijn koninkrijk teruggaf; God heeft mij niet aangedaan wat de mensen wilden, dus waarom zou ik Hem aandoen wat zij willen?' De beide mannen dropen beschaamd af, met alle geschenken die zij hadden meegebracht, en wij bleven daar wonen, veilig en goed beschermd.
Het behoren tot de Ummah
Het begrip Ummah betekent een groep die iets gezamenlijk delen, ofwel een religie, of een tijdperk, of een plaats. De Islamitische Ummah is de groep mensen die geloven in het Islamitische credo, en die de Islamitische wetten ten uitvoer brengen. Zij zijn dus de mensen die geloven in het credo en alle uit het credo voortkomende systemen. Er zijn vele wetegeverlijke oordelen die aantonen dat de Islamitische Ummah een unieke Ummah is ten opzichte van de andere naties in deze wereld. Net zo zijn er vele wetgeverlijke oordelen die aantonen dat de moslim ondanks dat deze ver van zijn Ummah verblijft, onlosmakelijk verbonden is met de Islamitische Ummah, en onlosmakelijk is verbonden is het Islamitische credo en haar systeem. Ayet Zo hebben wij jullie gemaakt tot een evenwichtige gemeenschap opdat jullie getuigen zullen zijn over de mensen en opdat de gezant getuige zal zijn over jullie. (Al-Baqara, 143) Ayet Jullie zijn de beste gemeenschap die er voor de mensen is voortgebracht; jullie gebieden het behoorlijke, verbieden het verwerpelijke en geloven in God. (Al-Imraan, 110) Ayet en Hadith Jullie zijn de beste gemeenschap die er voor de mensen is voortgebracht Hadith Hadith Dit zijn een aantal aanwijzingen die de realiteit aantonen van de Islamitische Ummah, en die haar uniek maken ten opzichte van anderen, en de plicht om tot haar te behoren en om haar te verdedigen. En van de idealistische en gevoelsmatige verschijnselen van het behoren tot de Islamitische Ummah is de verdediging van haar credo, en het behouden van haar eenheid, haar blijdschap te vieren, en haar droefheid te betreuren. Hadith Vandaar dat het een plicht is voor elke moslim verblijvend in het buitenland waakzaam moet zijn inzake zijn saamhorigheid met de Ummah, en om haar behoud moet handelen. Daarbij moet hij onderkennen dat hoezeer hij ook zou integreren in de westerse cultuur, hoezeer hij zou assimileren in de westerse maatschappij, en hoezeer hij loyaal en trouw zou zijn aan westen, hij beschouwt wordt als op de eerste dag dat hij het westen betrad; moslim die niet verandert hoeveel hij ook probeert te veranderen.
Aan wie is de trouw? De trouw en de alliantie betekent het steunen, eeuwigheid, trouwhartigheid (Iglaas), liefde en vriendschap. En Allah heeft de Moslim bevolen om trouwhartig te zijn aan zijn God, en zijn profeet (SAW), en de Islamitische religie, de Moslims, en heeft hen verboden om gelieerd te zijn aan het ongeloof en de ongelovigen. Ayet De gelovigen moeten de ongelovigen niet in plaats van de gelovigen als medestander nemen. Wie dat doen behoren in niets tot God, behalve als jullie uit vrees voor hen op jullie hoede zijn. God waarschuwt jullie voor hemzelf; bij God is de bestemming. (Al-Imraan, 28) Ayet Jullie die geloven! Neemt de ongelovigen niet in plaats van de ongelovigen als medestander. Wensen jullie aan God een duidelijk machtiging tegen jullie te geven? (Al-Nisaa, 144) Ayet Jullie die geloven! Neemt de joden en de christenen niet als medestanders. Zij zijn onderling medestanders. Wie van jullie zich als medestander bij hen aansluit, die behoort bij hen. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet. (Al-Maida, 51) Ayet Jullie die geloven! Neemt niet hen, die jullie godsdienst met spot en scherts bejegenen, uit het midden van hen aan wie het boek voor jullie tijd gegeven was, noch de ongelovigen als medestanders. En vreest God als jullie gelovig zijn. (Al-Maida, 57) En een van de tekenen van het gelieerd zijn aan Allah (SW) en zijn profeet (SAW) is de oprechte aanbidding, het vasthouden aan zijn wet, en het handelen naar zijn boek en Sunna. Ayet Zeg:
God is vergevend en barmhartig. (Al-Imraan, 31) En een van de tekenen van het gelieerd zijn aan de Moslims, is hun lief te hebben Om God, hun te steunen om hen de zege te doen toekomen (Nusra), hen niet teleur te stellen (gudlan), hen niet te ontkennen hen niet te bespioneren. Hadith De kwestie van de trouw aan God, zijn profeet, zijn ware religie, en aan de moslims zijn een vaststaand feit waarover niet gediscussieerd of getornd wordt enkel door een hovaardige die de bewijzen hieromtrent uit Gods boek en de overlevering van zijn profeet verwerpt, en dit enkel doet voor de belofte om vergankelijke luxe te verkrijgen of een werelds belang te behartigen. Ayet die zich de ongelovigen in plaats van de gelovigen als medestanders nemen. Zoeken zij de bij hen de macht? Welnee, de macht behoort geheel aan God toe. (Al-Nisaa, 139)
De toekomst is aan de Islam Sommigen denken dat de campagne die het westen voert tegen de Islam zijn licht zal laten doven, en zijn zon ten onder zal laten gaan. En sommigen denken weer dat de taal van haat en de taal van terreur die het westen is begonnen en de opgekropte rancune, de vastberadenheid van de Moslims zal doen verzwakken, en hun stem zal doen zwijgen, en hun vuur van verlangen naar overwinning zal doen doven. En sommigen denken dat leuzen als het goede dat het kwade confronteert, en fundamentalisme en terrorisme, in het aanzicht van de Islam met zijn diepe gedachtegoed en zijn ware boodschap, zullen standhouden of het vertrouwen van de Moslims in hun credo zal doen wankelen, of degene die voor de overwinning (majd) van hun Oemmah daden verrichten zal doen wankelen. Deze aannamen, in deze of andere vorm uitgedrukt, zijn niets meer dan fantasieën die tegengesproken worden door de realiteit, het boek (Koran), en Sunna (overlevering van de profeet). De realiteit zegt dat de Moslims zijn teruggekeerd naar hun religie, en verlangen naar de terugkeer van de Islam tot de heerschappij, de staat en het leven, en verlangen naar het trouw betuigen aan hun Khalifah en het bevrijden van hun gronden en het toe-eigenen van hun rechten. Het westen is er niet in geslaagd om met zijn principe, gedachtegoed en systeem, met zijn staal en zijn vuur, de moslims van hun credo af te laten dwalen of hun trouw of genegenheid te winnen. Zijn dit geen tekenen voor de overwinning? Zijn dit geen tekenen voor een zonnige toekomst voor de Islam? Zijn dit geen voortekenen voor de terugkeer van de Islam, en de gevraagde overwinning? Nog meer inspanning en vastberadenheid zijn vereist, en wij roepen jullie Moslims hiertoe op, en vertrouwt erop dat de overwinning aan jullie is en dat de toekomst voor jullie is. Ayet Jullie die geloven! Als jullie God helpen dan zal Hij jullie helpen en jullie voeten stevig maken. (Mohammed, 7) Ayet die zonder recht uit hun woningen verdreven zijn, alleen maar omdat zij zeggen: en als God de mensen elkaar niet had laten weerhouden dan waren kluizenaarsverblijven, kerken, synagogen, en moskeeën waarin Gods naam vaak genoemd wordt zeker verwoest. Maar God zal hen die Hem helpen zeker helpen; God is krachtig en machtig. (Al-Haddj, 40) Hadith