EMIGRATIE NAAR AUSTRALIË
R E D E , GEHOUDEN DOOR B. STREEFLAND
GEBR. DEN OUDSTEN - - LEKKERKERK • • 1909 t
«
fp'^
M. M. Toen ik in Augustus van het vorige jaar, de opdracht kroeg van de regeering van Ncderlandsch-lndië om verslag uit te brengen van mijne studiereis, die ik in September naar Australië zou ondernemen, rees bij raij de vraag op welke wijze ik mijn onderzoek zou instellen. De Gouverneur-Generaal wenschte ingelicht te worden omtrent de mogelijkheid van evcntueele toename van den handel tusschen Australië en JS^ederlandsch-Indië. Zoo vereerend het was aan deze opdracht te voldoen, even zoo moeilijk was het mij naar behooren van mijne taak te kwijten, te meer daar de tijd die mij beschikbaar was, zeer beperkt was^ en ik bovendien behalve de handelsbelangen, ook nog de belangen van den HoUandschen boer wilde behartigen. Een taak, die ik mezelf uit liefde voor den boerenstand had opgelegd. Immers, met het feit voor oogen dat jaarlijks eenige honderden Hollanders naar Amerika trekken om daar te trachten te vinden, wat zij in hun moederland niet vonden, was het voor mij een als van zelf sprekende behoefte om uit te vinden of Australië wellicht een betere toekomst biedt dan Amerika. Na slechts enkele dagen in het nieuwe werelddeel getoefd te hebben, kreeg ik een hoogst aangenamcn indruk van den Australiër. Doordat ik als vertegenwoordiger van onze regeering optrad, werd mij overal van regeeringswege de meest vriendelijke ontvangst bereid, en werden mij in twee maanden dat ik daar verblijf hield, de meest volledige inlichtingen verstrekt. Achtereenvolgens bezocht ik ïownsville, Brisbane, Sydney, Melbourne, Adelaide en Fremantle terwijl ik deze reis onderbrak om een uitstapje te maken naar Tasmania, de tuin van Australië. Australië is verdeeld in zes staten : t.w.t. New South Wales, Victoria, Queensland, South-Australia, Western-Australia en Tasmania. Ofschoon het niet wel mogelijk is, in de enkele uren die mij beschikbaar zijn eene beschrijving te geven van land en volk, wil ik toch in korte trekken releveeren hoe Australië
2 ontdekt werd en hoe het land in zoo'n korten tijd tot reusachtige ontwilvkeling is gekomen; terwijl ik meer speciaal wil wijzen op de schoonc toekomst die Australië aan den farmer biedt. Op den 18cn November 1605 — dat is dus nog niet eens zoo verschrikkelijk lang geleden — verliet het ITollandsche schip „Duyfken" onder commando van captain William Janez, Bantam (Java) met de opdracht van den president Jan William Verschoor om het eiland Few-Guinea en de meer zuidwaarts gelegen nog onbekende landen nader vast te leggen. In Maart 1606 zeilde de „Duyfken" de golf van Carpentaria binnen waar sommigen van de bemanning landden ^ doch ongelukkig onmiddellijk werden vermoord. Deze expeditie had dus weinig resultaat. In 1616 — tien jaren later — ontdekte Dirk Ilartoch met de „Eendracht" de Westkust, welke ontdekkingstocht werd gevolgd in 1618 door Van Edels en Nuyt met het „Gulden Zeepaerd" en „De Vlaming" die de beroemde „Swan River" ontdekten. In 1622 naderde het schip „Leeuwin" het eerst de kaap welke naar genoemd schip gedoopt werd en sinds dien „Kaap Leeuwin" heet, terwijl in 1642 A.bel Jansen Tasman het schooue, ten zuiden van Australië gelegen eiland Tasmania ontdekte. Deze zelfde zeeman ontdekte en doopte de eilanden van NieuwZeeland. Aan het tegenwoordige Australië werd in 1664 door het Ilollandsche Gouvernement de naam Nieuw-Holland gegeven en werden ruwe kaarten van de westkust en de eilanden gemaakt. William Dampier was de eerste Engelschman die den Australischen bodem betrad. Hij landde op twee verschillende tijdstippen, de eerste maal in 1688 en de tweede maal in 1699 toen hij een groot deel van de westkust bezocht. Zijn rapport over het land was echter zóó ongunstig, dat er niet over gedacht werd hot te annexeeren, en het was eerst 71 jaar latör toen captain Cook gedurende zijn alom bekende tocht, de oostkust van Australië ontdekte en deze in naam van Z.M. Koning George de Derde annexeerde. Hierdoor was de aandacht van hot Britsche Gouvernement gevestigd op de mogelijkheid van ovontuecle „settling in the new country". lil Januari 1788 landde do eerste vloot, met als het ware landverhuizers, ongeveer 1000 mannen en vrouwen, ten einde zich in de nieuwe country te vestigen. Deze landing had plaats
3 te Sydney, alwaar captain Philipp, aan wien de opdracht van Gouverneur- en Kapitein-Cxeneraal van New South Wales was gegeven, de nieuwe kolonie proclameerde. Dit was het begin van de ontwikkeling van Australië, dat is dus nu geleden ruim een eeuw. Thans heeft Australië eene bevolking van ruim 4 millioen zielen, waaruit blijkt dat deze voortdurend toeneemt; vooral in de laatste tien jaren is deze toename zeer belangrijk te noemen. In verhouding echter tot de oppervlakte van het land is de bevolking zeer schaars te noemen. Bij eene oppervlakte van bijna 3 millioen vierkante mijlen, dat is ongeveer 25 maal zoo groot als Groot-Brittanje en Ierland en grooter dan de Verecnigde Staten van Noord-Amerika, telt de bevolking slechts 4 millioen zielen , zoodat gemiddeld voor elke 300 H.A. slechts één bewoner is. Het is in het oog springend dit uiterst gering is. Australië is het dunst bevolkte land ter wereld. Daarom doet de regeering ook veel moeite om de bevolking te doen toenemen. Dat er in den Australiër een zeer vooruitstrevenden aard z i t , bewijzen de groote schoone steden, zooals : Brisbane, Sydney, Melbourne, Adelaide en Perth. Sydney, ongeveer 100 jaren oud, telt ruim 50000 inwoners, zoo ook Melbourne. De steden zijn zeer modern opgetrokken en er is geen stad ter wereld, met uitzondering van de jonge Amerikaansche steden, die wedijveren kan in regelmatigen aanleg, artistieken b o u w , middelen van vervoer of wat dan ook, met de Australische steden. De lichtbeelden, die ik U aanstonds zal tooncn, zeggen meer dan twee dagen gepraat van mij. Ik wil er dus niet verder over uitweiden. Uit den aard der zaak heeft het meerendeel der bevolking zich langs de kusten verspreid en zijn de binnenlanden uiterst schaars bevolkt. l i e t ligt thans in de bedoeling van de regecring om de emigratie naar Australië te bevorderen. De verschillende regeeringen getroosten zich veel moeite, welke gepaard gaat aan enornae uitgaven , om door het samenstellen en verspreiden van boekwerken, meerdere bekendheid aan hun land te geven, l i e t is dan ook opvallend zoo weinig Australië nog bekend is. Toen ik de reis zou aanvaarden heb ik getracht om eenige boekwerken aan te schaffen teneinde mij eenigermate op de hoogte te stellen van aldaar heerschende toestanden, en mij
4 aldus voor to bereiden, doch geen der boekhandelaren kon mij aan het gewenschte helpen. In Aiistralici zelf kan men dergelijke werken bij honderdtallen krijgen. Zooals gezegd, is Australië nog een zeer jong land. Vanaf 1851 tot 1860 was elke Australische Kolonie een verantwoordelijk Gouvernement, met uitzondering van WestAustralië, wat een kroondomein bleef tot 1890. In 1891 werd door Sir Henri Parker het initiatief genomen tot den Australischen Statenbond (Commonwealth). Na vele intercoloniale conferenties, werd op 1 Januari 1901 een federaal Gouvernement geschapen. Dat is een centraal orgaan aan hetwelk de zes verbonden Staten New South-Wales, Victoria, Queensland, South-Australia._, Western-Australia en Tasmania, onherroepelijk een gedeelte van hun macht hebben overgedragen. Die overdracht bevat alles wat het buitenland raakt en laat aan iederen Staat het beheer over de binnenlandsche aangelegenheden. Elke staat heeft overigens zijn eigen parlementen en aan het hoofd een Gouverneur, terwijl de Gouverneur-Generaal aan het hoofd van de Commonwealth staat. Hij is tusschenpersoon tusschen den minister van Koloniën en de federale raachthebbenden. ILj kan echter geen beslissingen nemen, dan in rade en met goedvindend advies van den ministerraad. Indien de Britsche regeering in overleg wil treden met de regeeringen der zelfstandige staten, doet zij dit rechtstreeks met het ministerie van Koloniën aan de ministers der Staten. Dit regeeringsstclsel kost do commonwealth schatten van geld, wat al direct in het oog springt, wanneer men bedenkt, dat de zes Staten, samen ruim 600 kamerleden, ongeveer 50 ministors, 6 Gouverneurs en 1 Gouverneur-Generaal hebben, terwijl Nederland mot een grooter aantal inwoners, ongeveer 150 kamerleden en slechts 9 ministors heeft. Daarbij komt nog dat elke Staat zijn reusachtige parlementsen andore gebouwen heeft. De belastingen zijn uit den aard dor zaak groot te noemen, doch de inkomsten zijn echter zoo ruim, dat de belastingplichtigen gaarne hunne penningen bijdragen tot welzijn van het land. Ieder Australiër is trotsch op zijn land en wil zich elke opoffering getroosten die maar iets tot den vooruitgang van zijn land kan bijdragen. Dat is een gelukkig verschijnsel en
5 verzekert Ausi-ralië een schitterende toekomst. Tiet land gaat dan ook met reuzonschreden vooruit. De g'roote opzet van steden en dorpen, de ontzettend breede straten en de gereserveerde omliggende terreinen , dat alles wijst er op dat men op enorme ontwikkeling van den handel en in het algemeen op den vooruitgang van Australië is voorbereid. Do energie van het volk is groot, men durft W a t moet men er van denken als men ziet, dat kleine plaatsen, zooals men die aan do westkust van A. aantreft met ongeveer één honderd inwoners, een pier bezitten, die ruim 1000 meter in zee steekt en waaraan de grootste schepen kunnen meren en die ruim vijf ton gekost heeft! Waarom men dergelijke dwaze dingen doet, vragen wij ons af. De Australiër antwoordt, dat de reden te zoeken is in het feit, dat die plaats een groot achterland heeft, en dat, wanneer dit in de toekomst in exploitatie wordt gebracht, die pier tot haar recht zal komen Ziet, men wacht niet op de dingen die komen zullen, maar men loopt ze vooruit en maakt daardoor de komst gemakkelijker. Ik noem dat „flink" en het getuigt van een helderen, ruimen blik van den Australiër. Do plaatsen ïownsvillc, Brisbane, Sydney, Melbourne, Adelaide en Fremantle, zij alien hebben reuzenhavens en steigers en zijn voor den wereldhandel open. Vooral Sydney, welke stad „the Queen of the South Pacific" genoemd wordt, kan bogen op do grootste en schoonste haven der wereld. Zij is in hoofdzaak door de natuur gevormd en later min of meer genormaliseerd. Door den vingervorm dien zij heeft, volgt zij een groot aantal baaien, aan welker oevers op heuvelachtig terrein vroolijkdoende villatjes verrijzen. Verscheidene „beaches" in de haven geven aan jong en oud, rijk en arm des Zondags groote ontspanning. Een legio van Eerrybootjes varen den ganschen dag heen en w e e r , van de cene oeverplaats naar de andere en geven den businessman gelegenheid zijn tenten in een dier havenplaatsen op te slaan, terwijl hij zijn kantoor in het centrum der stad heeft. De Riviera is wonderschoon, doch toen ik op mijne heenreis liierheen, daar weer een bezoek bracht en eene vergelijking maakte tusschen deze streek en de schoone tnfcreelen die de haven van Sydney biedt, zou ik geschroomd hebben te constateeren welke van de twee het meest indrukwekkend is. De haven van Sydney is zooals gezegd de grootste en schoonste ter wereld. Zij kan de geheele wereldvloot bergen.
6
Australië is het eenige Averelddeel dat in zijn geheel ten zuiden van den equator ligt, en het klinkt eenigszins grappig wanneer men aan de zuidkust zijnde spreekt van het „zoele noorden" en het „gure zuiden". Het noordelijk gedeelte van Australië heeft een tropisch klimaat terwijl het zuidelijk gedeelte sub-tropisch is. Men heeft daar wel is waar winter en zomer, doch de winter is zeer zacht. Van ijs is geen sprake. Het klimaat is zeer droog, wat Australië het gezondste land van do wereld maakt. De statistieken wijzen aan, dat Australië het geringste sterftecijfer heeft van de wereld. Een verblijf aldaar doet ons dan ook hoogst aangenaam aan. Elke stad heeft magnifique museuins en prachtige theaters waaraan zeer goede krachten verbonden zijn. Het binnenland van Australië i s , zooals gezegd, zeer dun bevolkt. Do regeeringen willen al het mogelijke doen om de emigratie te bevorderen ten einde de enorme uitgestrektheden gronds die op ontginning wachten, productief te maken. Het spreekt vanzelf, dat zoodra de settling Hink toeneemt, de regeering verder eiken steun zal ontzeggen. Zij die er het eerst bij zijn, zullen dus profiteeren van den steun van de regeering, en het is buiten quaestie, dat landbouwers met eenig kapitaal die zich thans in Australië gaan vestigen zeer zeker binnen een afzienbaren tijd kapitalisten zijn. Dit nu wil niet zeggen dat een ieder die naar Australië gaat binnen enkele jaren rijk is. Het tegendeel kan waar zijn. Het is merkwaardig, maar al te waar, dat bij velen, die met emigratieplannen rondloopen de idee voorzit, dat in een vreemd land veel gemakkelijker geld verdiend wordt dan in het moederland. Dat is een zeer verkeerd begrip. Wel is waar, dat men in een jong land als Australië, meer en veel meer verdienen kan dan in dichtbevolkte landen zooals Nederland — dat is rationeel, niet waar P — maar die vele verdiensten kan men alleen krijgen door harden, zeer harden arbeid en dikwijls door vele ontberingen. Om deze redenen heb ik, in Australië zijnde, zoowel in de Indische als in de Hollandsche bladen een waarschuwend artikel geschreven. Voor degenen die dit artikel niet gelezen mochten hebben wil ik het hier nog even voorlezen.
7 Nieuwe Eotterdamsche Courant 25 December 1908. EMIGEATIE NAAR AUSTRALIË. Ter inleiding van hetgeen ik wil gaan zeggen, dien ik eerst mode te deelen , dat ik momenteel in Australië vertoef om de belangen van mijne zaken te behartigen en tevens om aan de opdracht van de Nederlandsch-Indische Regeering te voldoen en haar rapport uit te brengen omtrent den handel tusschen Java en Australië. Om me zoo goed mogelijk van mijn taak te kwijten. heb ik , ten behoeve van dat rapport inlichting ingewonnen. niet alleen op het gebied van den handel, doch ook omtrent land en volk, wat voor een goed idee van zaken noodzakelijk was. Ik toef thans ongeveer zes weken in het nieuwe werelddeel en bezocht in dien tijd Townsville, Brisbane, Sydne^^, Melbourne, Tasmania en bevind me thans te Adelaide , om morgen de reis voort te zetten naar Fremantle , Perth en Broome en daarna de terugreis te aanvaarden. Ik kan zeggen dat ik dan Australië vrijw^el gezien heb en de indrukken die ik opdeed niet zonder waarde zoor den handel zullen zijn. De autoriteiten, zooals de ministers van de verschillende Staten , waren zeer behulpzaam in het verschaffen van inlichtingen en ik kan niet nalaten hier mijn openlijken dank te betuigen aan alle autoriteiten die ik bezocht, voor den steun, dien zij verleenden bij het verzamelen van de nóodige gegevens. Te Sydney had ik een interview met den Heer Dr. Arthur , lid van het parlement en president van The Emigrationleague of Austral ie-. Zed. is zeer ijverig werkzaam in het belang van Australië om de emigratie naar zijn land te bevorderen. Hij schreef o.a. artikelen m Indische en Hollandsche bladen, teneinde „de verhuizing" op te wekken. Toen hij mij ongeveer een zestigtal brieven liet zien . die juist met de laatste mail van Java waren gekomen, allen van personen, die d i r e c t naar Australië wilden komen , verzocht ik hem , deze niet te beantwoorden totdat ik den tijd zou hebben gevonden deze door te lezen en hem nader voor te lichten. Welwillend werd aan mijn verzoek voldaan en ongeveer een week later heb ik in het parlementshuis te Sydney met verschillende parlementsleden en ministers eene speciale vergadering bijgewoond, teneinde deze zaak nader te bespreken. Het is hier niet de plaats om het gesprokene weer te geven doch wel om in het kort het resultaat daarvan mede te deelen. Dit kwam hierop neer, dat nagenoeg geen der briefschrijvers geschikt bevonden werd om naar Australië te gaan. Ik hoop dat ik goed gelezen wordt. Deze ongeschiktheid beteekent niet dat de personen nietswaardig zijn, het tegendeel is dikwijls waar, maar om in een nieuw land te gaan werken, daar te „begmnen", daartoe behoort in de eerste plaats moed; voorts moet men een uiterst sterk gestel hebben om alle ontberingen met een glimlach op het gelaat te kunnen dragen en ten slotte (en dit is wel het voornaamste) men moet k u n n e n en w i l l e n werken. En dit is het juist wat velen, bij het lezen van een aanlokkelijk artikel over het hoofd zien. De Indische jongelui zijn niet geschikt om handenarbeid uit te oefenen. Dat zijn zij nu eenmaal niet gewoon, omdat zich daartoe het Indisch klimaat niet leent. Ik schreef daarom ook direct een artikel in de indisi-lie bladen en waarschuwde bedoelde briefschrijveis
8
ernstig tegen hun voorgenomen plannen. Ik wil hopen, en ik twijfel er niet aan, of zij zullen zich nog wel eens bedenken. Den president of the Emigration League , deelde ik mede , dat hij van .Tava niets goeds voor Australië kon verwachten , doch tegelijkertijd wees ik hem op onze Hollandsehe hoerenjongens , die Hink en krachtig zijn en in Holland niet altijd kunnen vinden wat zij wel willen. Tot mijn genoegen vernam ik . dat Zed. in de Haarlemsche , Veendammer, Delftsche, liaagsche en Kamper Courant een zelfde artikel had geschreven als in de ]ndische bladen. Gisteren nu ontving ik van Zed. de mcdedeeling dat ruim 20(J brieven waren ingekomen en verzocht hij mij eveneens een artikel in de Hollandsehe bladen te plaatsen ter „opwekking". Hoe graag ik ook aan het verzoek van Dr. Arthur wil voldoen' en hoezeer ik ook de overtuiging met me draag , dat Australië voor den Hollandschen boer het land der toekomst 'is, toch durf ik er me niet aan te wagen om hier in een paar woorden dien lieden op te wekken. Dat kan en mag ik niet doen. Het gaat niet zoomaar om in tweewoorden een volledige beschrijving van een werelddeel te 'geven. Men moet niei uit het oog verliezen , dat Australië grooter'^ is dan de Vereenigde Staten van Noord-Amorika. En nu ben ik o zoo bang, dat bij die tweehonderd l)rievon , weer 80 procent gevonden zal woi-dcn , afkomstig van personen, zonder eenige middelen, die in Holland niets meer kuimen worden on uit w a n h o o p naar Australië will(>n gaan. Die^ personen (ieder heoordeelo in dit geval zich zelf) roep ik toe : „ b 1 ij f t h u i s ". Australië' is geen paradijs , evenmin als Amerika dat is. Vergeet niet, mijn waarden , dat er g e w e r k t m e e t w o r d e n , dat er dikwijls in den beginne g e l e tl e n moet worden. Als ge daarvan overtuigd zijt en ge bezil dan nog don moed om te komen , welnu k o m d a n ! en ge zult er wèl bij varen. Voor onvermogenden staat ook een weg open , ofsclioon deze niet zoo rooskleurig is als voor lieden met een klein kapitaaltje. Van de Australische regeering en van de regeeringen van de verschillende staten werd mij een uitgezochte collectie foto's en boekw^erken verstrekt en ook een honderdtal lantaarnplaten (lichtbeelden). Het ligt in mijne bedoeling, zoo mijne zaken dit toelaten, om i]i het volgende jaar naar Holland te komen on dan zal mij niets aangenamer zijn , dan op verschillende plaatsen lezingen te houden met lichtbeelden over Australië. Ik kan U dan alle gewenschte inlichtingen verstrekken. Jk geef U dus den goeden raad -- in het belang van U zelf — wacht op mijne komst vóór U vertrekt. Dit wil ik U nog mededeelen, dat tijdens mijn verblijf te Melbourne , eene ministrieele crisis heeft plaats gehad. Het ministerie van den Anstralischen Statenbond (Commonwealth) is „o m " . Dat beteekent dat thans de laborpartij het bewind in handen heeft. Deze omstandigheid maakt het voor den emigrant niet gemakkelijker. Een onderhoud met een der leden van den Senaat. leerde mij, dat de arbeiderspartij niet „graag" emigranten ziet en het dezen daarom eenigszins bemoeilijkt. Zoo „kan" van eiken emigrant gevergd worden, dat hij een kort opstel, in het Engelsch gesteld, onmiddellijk vloeiend zal lezen. Zoo ik zoido, dit „kan" gevergd worden, tot nu toe werd dit niet gedaan, maar daar de arbeiderspartij nu eenmaal van oordeel is, dat hot beter is, zij hare gronden niet verdeelt onder
9 een groot aantal inwoners (natuurlijk bekrompen ideeën) is do mogelijkheid niet uitgesloten, dat in de toekomst hieraan de hand zal worden gehouden en ik acht het noodzakelijk er nu vast op te wijzen. Nog eens , ik hoop dat in Holland niet overhaast worde gehandeld. In het begin van 1909 hoop ik ieder Ijolangstel lende naar wensch te kunnen inlifhton. Adelaide . 19 November 1908.
Ziet, ik heb gemeend door het plaatsen van bovenstaand artikel een goed werk te hebben verricht. Immers, ik meen te mogen aannemen, dat beoogde briefKchrijvers na het lezen van mijn brief tot andere inzichten zijn gekomen.
10 Ik heb u thans een en ander van Australië verteld, naar aanleiding waarvan U nu zelf Uwe gevolgtrekkingen kunt maken. Uit eene berekening welke door den Minister of Agriculture (van Landbouw) te Perth (West-Australië) is opgemaakt, blijkt, dat iemand zonder middelen zich ook een vrij goede toekomst kan verzekeren. De landbouwbanken staan zulke lieden bij door het verstrekken van voorschotten. Gemakshalve heb ik de brochure waarin bedoelde berekening is opgesteld vertaald in het UoUandsch en laat ik haar hier onveranderd volgen. D E P A R T E M E N T VAN L A N D B O U W WEST-AUSTRALIË.
Wat kan door den nederzetten op den bodem worden gedaan? (What can be done by the beginner on the Soil P) door H O N : J A S . MITCHELL. M . L . A.
M I N I S T E R VAN L A N D B O U W . (Minister of Agriculture) PERTH —
1907.
Veel is er gezegd en geschreven met betrekking tot de mogelijkheid van een succesvolle nederzetting op de gronden van dezen Staat. Willende doen uitkomen, hetgeen volbracht kan worden door hem, die in het bezit is van het vermogen van te kunnen slagen en, wat hoofdzaak is, gewillig te Averkcn, heb ik de hieraan toegevoegde tabellen samengesteld, welke zullen blijken te zijn een gids voor die nederzetters, wier middelen beperkt zijn. Verondersteld wordt, dat de nederzetter zich in het bezit gesteld heeft van 480 acres wei- en bouwland en 160 acres boerenerf. (Deze gronden worden op de eerste aanvrage verstrekt. Str.) Dat is dus samen 640 acres of precies een vierkante mijl. Eveneens wordt aangenomen dat de nederzetter per week / 12,— noodig heeft voor zijn voedsel en ƒ 240,— per jaar extra voor onvoorziene uitgaven. De te vermelden
11 opgaven in de tabellen hebben dus betrekking op bovengenoemde catagorie van nederzetters. Het spreekt vanzelf, dat in verschillende streken eenige der gegevens zullen uiteenloopen, bijvoorbeeld het ringen en Yellen der boonien is in de gegeven voorbeelden gesteld op 90 cents per acre, in sommige districten zal deze prijs minder zijn, in andere weer meer. Dit zelfde geldt voor het schoonmaken. Niettemin oefent die prijs geen invloed uit op het operatieplan, aangezien de voorschotten verstrekt door de landbouwbank, gegrondvest zijn op de hoeveelheid verrichten arbeid, terwijl de hoedanigheid van het land noodzakelijkerwijs beïnvloedt de waarde van vellen en schoonmaken, zijnde de betere grond zwaarder bedekt. Daarom wordt de ruime verdienste van den nederzetter noch verkleind noch vergroot door de wijziging in de kosten van dien eersten arbeid. Ieder die probeert, heeft nog niet direct aanspraak op slagen. Er zijn velen die zelfs teleurgesteld Avorden, ook al zijn ze in het bezit van groote hulpbronnen en het gebeurt vaak dat diegenen die het grootste kapitaal hebben, de geringste resultaten bereiken. Maar ik aarzel niet, op te merken, dat, indien de gegeven wenken, vastgelegd in den vorm der hieraan toegevoegde tabellen, worden opgevolgd, het land van den Staat aan de gestelde verwachtingen zal beantwoorden. Het werk, uitgedrukt in die tabellen, kan practisch gesproken door den meest onervaren werker ondernomen worden. Terwijl hij bezig is de aanvangsw^erken op eigen land uit te voeren; kan hij zijn levensonderhoud verdienen en terzelfder tijd de kennis verwerven welke hem in staat zal stellen, te kunnen verbouwen wanneer de tijd voor verbouwen daar is. Door zoo nabij mogelijk als de omstandigheden maar veroorlooven, het in de tabellen vermelde werk naar volgorde uittevoeren, zal de nederzetter zijn toegerust met een ideale arbeidsverdeeling en hij zal daardoor de narigheden ontgaan die zoo vaak ontstaan als de nederzetter tracht te veel dingen tegelijk aan te vatten. W a t de nederzetter doet, dient zoo volmaakt mogelijk te zijn. Ergo, hij moet dus niet terzelfder tijd beginnen met bebouAven, omheinen, bouwen en schoonmaken. De tabellen geven aan het werk, zooals dat zich voordoet in het droger en meer dunner begroeide deel van den Staat, terwijl ondersteld wordt, dat het werk is voltooid na een zesjarige periode, gedurende welken tijd, de nederzetter met behulp
12
der l a i i d b o u w b a n k iii s t a a t is zioh een v o o r t d u r e n d levenso n d e r h o u d te v e r z e k e r e n . De cijfers zijn voorgelegd a a n den r a a d van beheer der l a n d b o u w b a n k , die n a a r a a n l e i d i n g d a a r v a n o p m e r k t e : Laat
de nederzetter zich van goeden grond verzekeren en een voorschot van de Landbouv\^bank zal hem in staat stellen alles te kunnen tot stand brengen, hetgeen in de hieraan toegevoegde tabellen is aangegeven. BEGROOTING v o o r DROGE GRONDEN.
EERSTE JAAK. <>iiirtui$;steu. Landbouwbank : Opu'onnnicn fj-eldon van do bank op to verricliten wcrkzaamlu'dcn godnrondc ]iet jaar door i'igon werkkracht. (k'spc'ciliccerd als volgt: Ton Ijühüovü van hei ringen van l)üo)n(>a over (JOO acres ad ƒ (),U() ƒ ÖU). A f heining i niijkMi /os dradon : AVorkloon /'Ö-28.— Draad '„ 480.-- „ 1 0 0 8 . Watorvoorzioning: Yüorhoi niakon V. tanks
„ 300. -
Totaal ƒ 1S4S.Zog rond ƒ 1800, -
ƒ 1800,-
Aankoop gronden : 100 acres hooreirerf: Aan rccliion ƒ 12. Zogols „ 0.00 Eerste afbetaling opuietingskostcn ,, 18,— ƒ ,10.60 480 acros bouwland : E echten / 0.— Zegels '„ O.GO Eerste a,fbetaling opmetingskoston ,, 31.ÖO loon2o at betaling van ' „ 1 4 4 . - ., 185.10 Voedsel voor een jaar „ Croroedschapijen. tonton enz. „ Aan landbouwbank 1 pre. over do totaal to Iconen som ad ƒ (5000 vooruit ie betalen „ Afhoining van vior mijlen d.i. over den gclioelen omtrok met inbegrip van kosten „ Batig saldo overgeboekt op hot volgende jaar „
G24. 240, 60.-
480. — 180.30
ƒ 1800.-
13 TWEEDE JAAR. Outvaugsteii. öaldo vorig'ü jaar ƒ Jjooniiig van do bank op verdere werkzaamheden gedurende het j a a r : Voor liet schoonmaken van 100 acres „ Leening voor den aankoop van 120 schapen ., Ontvangsten van den verkoop van de wol afkomstig van de 120 schapen ad ƒ 3 per hoofd ,, Verkoop van lammereu: Zeg van de 120 schapen 90 lammeren ad ƒ 6 p. st. ,,
llitgaveu. 180.30
1200.1200.-^5
360.— 540. —
Voor aankoop gronden 160 acres boerenerf: 2e betaling opmetingskosten 480 acres bouwland : ,, 34.80 Opmotingskosten 3e en 4e afhetaling van ., 144.-landrente Aan landbouwbauk interest over de opgeno.. 9 0 . men f 1800.— 5 proc. ,. 6 2 1 . Voedsel voor een jaar •. 2 4 0 . Diversen voor een jaar Veestapel : Aankoop 120 schapen „„ 1200.Aankoop 80 schapen nadat de lammeren verkocht zijn „ 720.Aankoop varkens ,,, 1 2 0 . 60.Kippen en ander gevogelte,, 229.50 Saldo over te boeken
ƒ 3480.30
f 3480.30
§ De Lerngbetalingen van leeiiingoji ton behoeve van den aankoop van den veestapel moet in 5 jaarlijkscho termijnen geschieden. " Verdere betalingen zijn ten bohoevo van het boerenerf niet meer noodig.
])EIiDE JAAR. Vitgaveu.
Outvaugsteu. Aan batig saldo vorige jaar ^ ƒ Loening van do l)ank voor verdere werkzaamheden , a l s : Voor het schoonmaken van 100 acres slechts op te n o n e n .'; Aan ^volverkoop van 2( )0 schapen ad J"è p. hoofd Verkoop van 100 lammereu
229.r;o
900. —
Voor de gronden : öe en 6e betaling landrente over 480 acres ƒ l'l-iInterest leening groot 210.-ƒ 4200. - ad ö procent 624.Voed.sel voor een jaar 240. -DiversoJi voor een jaar 1411.50 Haldo over te brengen
600. — 900. —
ƒ 2629. -)0
ƒ 2629.50
14
VIERDE JAAR. OutTaug;»tcii. BaLig saldo vorig jaar ƒ Ull.öO Laatste opnamo van geld van de bank voor het sclioouniakeu vau 120 acres „ 000.Verkoop wol 200 schapen ,, 600.^ A'crkoop lüO hun ui eren „ 000. -
Uitgaven. ^'oo^ de gronden: 6u en 7e1androntel)otaling ƒ 144. Interest leening groot ƒ r)i0O ad 5 procent „ 255. Terugbetaling van eerste afbetaling leoning ƒ 1200 voor aauschalluig vee „ 240.Voedsel voor een jaar „ 624.Diversen over een jaar „ 2 4 0 . Saldo over te brengen ,, 2B08.50 ƒ 3811.50
ƒ 3811.50
YIJEDE JAAR. Onivaugisteu. Aan saldo vorige jaar Verkoop wol van 200 schapen Verkoop 150 lammeren Verkoop 80 schapen
ƒ 2;-!()8.-jO ,, 600. „ 000. ,, 720.—
ƒ 4528.50
Uitgaveu. Voor de gronden : 9e OU 10e landrentebctaliug ƒ Interest over ƒ5760, 5"/o )) 2e afbetaling lèening voor aankoop veestapel ,., Voedsel gedurende 1 jaar ,, Diversen over een j;iar ,, Aankoop ten belioeve van aauplant: 4 paarden met harnas ƒ 1440.386.Ploegen 240.— Karren 1 20.Eggen Paardenvoer Saldo over te l)reugon
144 288. 240. 621.240.-
2136. 240. 616..50
./ 4528.50
15 ZE8DE JAAR. Uitgaven.
Ontvangsten. ƒ 616.Ö0 Halclo vorigü jaar Aan oogst van 200 acres 12 bushel per acre ad 3600. ƒ0.90 360.Verkoop "\vol 120 schapen Verkoop 90 lammeren 540.--ad ƒ 6 , -
Voor de gronden: H e en 12e landrentebetaliiig ƒ Interest over ƒ 5520. 5 «/o ., 3e afbetaling leening over aankoop veestapel „ Voedsel over een jaar ,, Diversen over een jaar „ Zaad voor 200 acres Paardonvoer Oogstloon ., Aankoop 600 zakken ,., öaldo voor het volgende jaar
144" 276.-240. 624.240. 360. 480.960.240. 1552.50
ƒ 5116.50
ƒ 5116.50 S T A N D V A N Z A K E N op h e t einde van het Z E S D E
JAAR.
Bezitting.
Schnlden. Schuld aan Landbouwf 5280. bank Nog te betalen aan het gouvernement voor algeheele afbetaling van 2016.de 480 acres 8260.50 Gemaakte winsten
ƒ 155-56.50
/• 3840. 640 acres ad y 6.-320 acres schoongemaakt ,, 4 1 2 8 . en geringd ad ./' 12.90 4 paarden en harnassen .. 1440.-Levende h a v e : 120 schapen Varkens Kippen 4 mijlen afheiniug Schuur voor opslag oogst Ploegen Waterreservoir 280 acres geringd ad ƒ 0.90 Karren Eggen Saldo
1200. 120.60.1008.960.336.300.252.240.120.1552.50
ƒ 15556.50
NB. Hierbij is de grond getaxeerd op f 6.-- per a c r e , terwijl de stok (voorraden) aanplantingen , macliinerieen , enz. tegen ^ den kostprijs zijn gouoteerd. 0[) deze l)asis is het resultaat van 6 jaren e e n w i n s t v a n f 8260.-50, ten-wijl de nedorzctter oen zeer goed verkoopbare hoeve he(;ft. Het is duidelijk. d;i.t iom;u\d met cenigc middelen bijv. voor dit geval f 6000. - zoodat hij in staat geweest was alles directie betalen, veel gunstiger resultaten zou hebben verkregen.
16 Met hot voronstiiiindo voor oogxMi konit men tot do conclusie dat Australië voor den pushing Kollander een goede toekomst biedt zoowel voor den onvermogende als voor h e m , die een klein kapitaaltje bezit. De eerste volgt den in de brochure aangewezen w e g , waartoe hij met een der booten van de JSTorddeutschc Lloyd, vertrekt vanaf Bremen of Antwerpen , welke hem in de derde klasse voor een belachelijk lagen prijs overbrengt. Onmiddellijk na aankomst begeeft hij zich naar den irollandschen Consul, met het verzoek hem bij den minister van Landbouw te introduceeren en zijne belangen voor te leggen. De minister zal hem dan in alle opzichten hulp verleenen en spoedig daarna heeft hij zich, wat men noemt g e s e t t l e d in de country. De meer vermogenden volgen denzelfden weg doch beginnen met direct reeds ontgonnen gronden aan te koopen en Avel zooveel mogelijk. Men heeft dan het groote voordeel het eerste jaar reeds contanten op zij te leggen. I k geloof dat ik hiermede voldoende duidelijk heb aangegeven, hoe door den emigrant moet gehandeld worden. ITct spreekt van zelf, dat ik hier niet in bijzonderheden kan afdalen. Op het eerste verzoek zal U de betrokken minister de meest uitgebreide informaties verstrekken. Ik A\il besluiten met den raad aan alle emigranten om zich te vestigen in Western Australia , welke Staat het minst bevolkt is en uit dien hoofde de sclioonste toekomst geeft. Ten slotte geef ik eiken emigrant het recht bij aankomst te Fremantle en Perth (West-Aiiatralia) bij wijze van introductie van mijn naam gebruik te maken.
.' h ^i'l
/