S…hoe CIENTOLOGY je de omstandigheden op de wereld verbetert Scientology, waarvan de grondslag werd gelegd en de ontwikkeling werd bewerkstelligd door L. Ron Hubbard, is een toegepaste religieuze filosofie die een exacte weg biedt waarlangs iedereen de waarheid en eenvoud van zijn eigen spirituele zelf terug kan winnen. Scientology bestaat uit nauwkeurig omschreven axioma’s. (Een axioma is een stelling die op grond van waarneming of ervaring als waar wordt aangenomen, niet op grond van bewijs.) Daarmee worden de aan het bestaan ten grondslag liggende oorzaken en principes en een verscheidenheid aan observaties op het gebied van de menswetenschappen gedefinieerd. Scientology vormt een filosofisch stelsel dat op letterlijk alle gebieden van het leven van toepassing is. De uitgebreide hoeveelheid kennis van dit onderwerp resulteerde in twee vormen van toepassing: de eerste is een technologie waarmee de mens zijn spirituele bewustzijn kan verhogen en de vrijheid kan bereiken die in al zo vele grote filosofische leerstelsels is nagestreefd; de tweede omvat een groot aantal fundamentele principes die de mens kan gebruiken om de kwaliteit van zijn leven te verbeteren. Door deze tweede toepassingsmogelijkheid biedt Scientology in feite niets minder dan praktische methodes om ieder aspect van ons bestaan te verbeteren – middelen om een nieuwe manier van leven te creëren. En hieruit komt het onderwerp voort dat in dit boekje volgt. De gegevens die in dit boekje worden aangeboden, zijn samengesteld uit de werken van L. Ron Hubbard; ze vormen slechts één facet van het geheel aan gereedschappen die in Het Scientology Handboek zijn te vinden. Dit handboek is een uitgebreide gids die talloze toepassingsmethoden van Scientology bevat, waarmee vele andere gebieden van het leven kunnen worden verbeterd. De redacteuren hebben aan de gegevens in dit boekje een korte introductie, wat praktijkoefeningen en voorbeelden van succesvolle toepassing toegevoegd. Om het begrip te vergroten en de kennis uit te breiden, zijn er cursussen en verdere materialen verkrijgbaar bij de dichtstbijzijnde Scientology kerk of missie. De adressen zijn te vinden op www.scientology.org. Er worden in Scientology vele nieuwe bijzonderheden over de mens en het leven beschreven en daardoor komt men wellicht op deze bladzijden woorden tegen waarmee men niet bekend is. Deze zullen zowel waar ze voor het eerst in de tekst voorkomen, als in een woordenlijst achterin het boekje, worden verklaard. Scientology is er om te gebruiken. Ze is een praktische filosofie, iets wat men toepast. Wanneer men haar gegevens gebruikt, zal men werkelijk in staat zijn om omstandigheden te verbeteren. Miljoenen mensen die iets willen doen aan de omstandigheden die ze om zich heen zien, passen deze kennis al toe. Zij weten dat de kwaliteit van het leven kan worden verbeterd. Bovendien weten ze dat Scientology werkt. Wanneer men wat men op deze bladzijden leest, gebruikt om zichzelf en anderen te helpen, zal men dat voor zichzelf kunnen vaststellen.
SCIENTOLOGY KERK INTERNATIONAAL
“I
emand is zo levend als hij kan communiceren”, schreef L. Ron Hubbard. En communicatie is een facet van het leven dat hij heel diepgaand heeft onderzocht; alles bij elkaar heeft hij honderdduizenden woorden geschreven over dit essentiële onderwerp. Communicatievaardigheden zijn van essentieel belang op elk gebied waar mensen met elkaar te maken hebben. Alles bij elkaar genomen is communicatie, op welk niveau dan ook, in feite de enige activiteit die alle mensen gemeen hebben. De verschillende manieren waarop effectieve communicatie van nut is, zijn te talrijk om op te sommen want elk aspect van het leven wordt erdoor verbeterd, zowel op het persoonlijke vlak als op het professionele. Het vermogen om te communiceren is van wezenlijk belang voor het behalen van succes bij alles waar men zich voor inzet. Uit dit boekje zult u te weten komen waaruit goede communicatie bestaat, hoe u slechte communicatie kunt herkennen, wat de componenten van communicatie zijn en hoe u ze kunt benutten, en waarom meer communicatie in plaats van minder iemand grotere vrijheid brengt. In dit boekje is ook een groot aantal door de heer Hubbard ontwikkelde oefeningen opgenomen, die iemands communicatieniveau verbeteren en een grote praktische toepasbaarheid hebben in het leven. Door een gedegen begrip van deze gegevens zult u de beschikking krijgen over hulpmiddelen die u voor altijd kunt gebruiken. n
2
WAT IS
COMMUNICATIE?
H
oe praat u op een dusdanige manier dat een ander naar u luistert en u begrijpt? Hoe luistert men? Hoe weet men dat men gehoord en begrepen is? Geen van deze punten over het onderwerp “communicatie” zijn ooit geanalyseerd of verklaard.
Het is bekend dat communicatie een belangrijk aspect van het leven is, maar tot dusver is niemand ooit in staat geweest aan iemand uit te leggen hoe hij moet communiceren. Vóór Scientology haar intrede deed, werd er op het onderwerp “communicatie” geen nadruk gelegd en was er nooit studie van gemaakt. De aandacht die eraan gegeven werd, was gericht op de mechanische aspecten ervan en deze behoorden tot het terrein van ingenieurs. Toch is alles waar de mens naar streeft er totaal van afhankelijk dat hij volledig bekend is met de werkelijke grondbeginselen van communicatie. Om te kunnen communiceren, moet je begrijpen wat communicatie is. In Scientology is een omschrijving gegeven van wat communicatie is – en dat dit tot stand is gebracht, heeft zelfs geleid tot een veel dieper begrip van het leven.
3
Communicatie is in wezen het verplaatsen van een deeltje van de ene plaats in de ruimte naar een andere plaats in de ruimte. Een deeltje is datgene wat gecommuniceerd wordt. Dat kan een voorwerp zijn, een geschreven boodschap, een gesproken woord of een idee. Dit is de meest elementaire omschrijving van wat communicatie werkelijk is. Deze simpele kijk op communicatie leidt tot de volledige definitie ervan: Communicatie is het in overweging nemen en ten uitvoer brengen van het voortbewegen van een impuls of deeltje vanuit een punt van oorsprong over een afstand naar een punt van ontvangst, met de intentie bij het ontvangstpunt duplicatie en begrip tot stand te brengen van hetgeen voortkwam uit het oorsprongspunt. Duplicatie, iets dupliceren: (mentaal) iets exact reproduceren. De formule van communicatie is: oorzaak, afstand, effect, met intentie, aandacht en duplicatie met begrip. De definitie en de formule van communicatie maken het mogelijk dit onderwerp te begrijpen. Door communicatie te ontleden in haar componenten, kunnen we de functie van elke component bekijken en daardoor het geheel beter begrijpen.
4
Bij elke vorm van communicatie is een deeltje betrokken; het deeltje kan behoren tot één van de volgende vier categorieën: een ding...
...een geschreven boodschap...
Bal
...een gesproken woord...
Bal
...of een idee.
5
DE INTENTIE DAT HETGEEN ER GEZEGD WORDT, ZAL WORDEN BEGREPEN
De heer De Gruyl kan u nu ontvangen. TIE EN T IN HT AC D N AA
Punt van oorsprong
Afstand
RECEPTIE
DUPLICATIE EN BEGRIP
Elke succesvolle communicatie bevat alle elementen die hier worden getoond. Telkens wanneer communicatie tekortschiet, kan men haar analyseren aan de hand van deze componenten om vast te stellen wat er verkeerd ging.
Punt van ontvangst
7
DE ELEMENTEN VAN COMMUNICATIE Laten we nu, om de verschillende componenten van communicatie wat grondiger te onderzoeken, eens kijken naar twee levenseenheden, van wie we de één “A” zullen noemen, en de ander “B”. “A” en “B” zijn terminals; onder terminal verstaan we een punt vanwaar een communicatie ontvangen, doorgestuurd of verzonden kan worden. Allereerst is er de intentie van “A”. Bij “B” wordt dit aandacht. Om werkelijk communicatie tot stand te brengen, moet er bij “B” duplicatie plaatsvinden van hetgeen werd uitgezonden door “A”. Natuurlijk moet “A”, om een communicatie te kunnen uitzenden, eerst aandacht hebben geschonken aan “B”, en “B” moet aan deze communicatie enige intentie hebben gegeven, op z’n minst om te luisteren of te ontvangen. Dus zien we dat zowel “oorzaak” als “effect” intentie en aandacht hebben.
Duplicatie en Begrip
A
B Duplicatie en Begrip
OORZAAK
EFFECT
Er is een ander element dat zeer belangrijk is. Dat is het element “duplicatie”. We zouden dit kunnen omschrijven als realiteit of instemming. De mate van instemming die gedurende deze communicatiecyclus wordt bereikt tussen “A” en “B”, wordt hun realiteit, en deze wordt mechanisch gezien tot stand gebracht door duplicatie. Met andere woorden, de mate van realiteit die wordt bereikt in deze communicatiecyclus, hangt af van de mate van duplicatie. Om het eerste gedeelte van de cyclus tot stand te laten komen, moet “B”, als effect, tot op zekere hoogte dupliceren wat door “A”, als oorzaak, werd uitgezonden.
8
Duplicatie
A
B
OORZAAK
EFFECT
Vervolgens moet “A”, nu als effect, dupliceren wat er door “B” wordt uitgezonden, om de communicatie af te ronden. Als dit gebeurt, is er geen nadelig gevolg.
Duplicatie
A
B
EFFECT
OORZAAK
Als er geen duplicatie plaatsvindt, eerst bij “B”, en vervolgens bij “A”, ontstaat er een onvoltooide actiecyclus. Als “B” bijvoorbeeld nauwelijks dupliceert wat door “A” werd uitgezonden, dan komt het eerste gedeelte van de communicatiecyclus niet tot stand, en dat kan tot heel wat onvoorspelbare gevolgen, uitleg en woordenwisselingen leiden. En als “A” niet dupliceert wat door “B” werd uitgezonden toen deze “oorzaak” was in de tweede cyclus, ontstaat er eveneens een onvoltooide communicatiecyclus met bijbehorend gebrek aan realiteit. Als we de realiteit afkappen, kappen we natuurlijk ook de affiniteit af (affiniteit: het gevoel iets of iemand lief te hebben, aardig te vinden, leuk te vinden). Dus wanneer de duplicatie ontbreekt, zien we dat de affiniteit daalt. Een complete communicatiecyclus resulteert in een hoge affiniteit. Als we één van de elementen ervan verstoren, krijgen we een onvoltooide communicatiecyclus en zien we dat “A” of “B” of beiden wachten op het einde van de cyclus. Op deze manier wordt de communicatie schadelijk.
9
Door een onvoltooide communicatiecyclus wordt iets opgeroepen wat je antwoordhonger zou kunnen noemen. Iemand die wacht op een teken dat zijn communicatie ontvangen is, neigt ertoe alles wat op hem afkomt te accepteren. Wanneer iemand heel lang steeds maar op antwoorden heeft moeten wachten, zonder dat die kwamen, zal hij elk soort antwoord, waar het ook vandaan komt, naar zich toe trekken in een poging de schaarste aan antwoorden op te heffen. Antwoord
Vraag
A Antwoord
B
Geen antwoord
Antwoord
Onvoltooide communicatiecyclussen veroorzaken een schaarste aan antwoorden. Het maakt niet veel uit wat voor antwoord er wordt gegeven of zou worden gegeven, zolang het maar enigszins het betreffende onderwerp benadert. Het maakt wel uit als er een totaal onverwacht antwoord wordt gegeven, zoals in het geval van dwangmatige of geobsedeerde communicatie, of als er helemaal geen antwoord wordt gegeven. Communicatie op zich is alleen schadelijk wanneer de uitgaande communicatie van “oorzaak” plotseling plaatsvindt en niet in logisch verband staat met de omstandigheden in de omgeving. Dan worden de elementen “aandacht” en “intentie” geschonden. Het element interesse speelt ook een rol, maar is veel minder belangrijk. Niettemin zegt het veel over het menselijk gedrag. “A” heeft de intentie “B” geïnteresseerd te krijgen. Om met “B” te kunnen praten, wordt B interessant.
Interessant
Geïnteresseerd
A
B
OORZAAK
10
EFFECT
Evenzo is “B”, wanneer hij een communicatie uitzendt, geïnteresseerd en dan is “A” interessant. Geïnteresseerd
Interessant
A
B
EFFECT
OORZAAK
We hebben hier als onderdeel van de communicatieformule (maar een minder belangrijk onderdeel) de voortdurende wisseling van geïnteresseerd zijn en interessant zijn van de kant van een van beide terminals “A” of “B”. “Oorzaak” is geïnteresseerd, “effect” is interessant. Van iets groter belang is het feit dat “A”, wanneer hij de intentie heeft ervoor te zorgen dat zijn communicatie ontvangen wordt, genoodzaakt is om dupliceerbaar te zijn.
A OORZAAK
Intentie om te worden ontvangen
B EFFECT
Als “A” niet op enigerlei wijze dupliceerbaar kan zijn, dan zal zijn communicatie natuurlijk niet bij “B” worden ontvangen, omdat “B”, die niet in staat is om “A” te dupliceren, de communicatie niet kan ontvangen. Laten we zeggen dat “A” bijvoorbeeld Chinees spreekt, terwijl “B” alleen Frans verstaat. Om zich dupliceerbaar te maken moet “A” Frans spreken tegen “B” die alleen Frans verstaat. In het geval dat “A” de ene taal spreekt en “B” de andere, terwijl ze geen gemeenschappelijke taal hebben, blijft nog de mogelijkheid over van mimiek waardoor er alsnog communicatie kan plaatsvinden. “A” zou zijn hand, als hij die
11
heeft, kunnen opsteken. Als “B” een hand heeft, zou hij de zijne kunnen opsteken. Vervolgens kan “B” zijn andere hand opsteken, en wanneer “A” dan zijn andere hand opsteekt, hebben we een voltooide communicatiecyclus met behulp van mimiek. In wezen is alles een kwestie van consideratie (consideratie: beschouwing). We considereren dat er iets is en dan is het er. Ideeën staan altijd boven de mechanismen van energie, ruimte, tijd en materie. Het is mogelijk totaal andere ideeën te hebben over communicatie dan deze. Maar dit zijn toevallig de ideeën over communicatie die in dit universum algemeen geldig zijn; dit zijn de ideeën waar de levenseenheden in dit universum van uit gaan. In de communicatieformule zoals die hier wordt gegeven, vinden we het basisprincipe waarmee ingestemd is wat communicatie betreft. Omdat ideeën hier boven staan, kan een wezen, naast de communicatieformule, nog een eigen, speciaal idee krijgen over hoe communicatie nu precies moet plaatsvinden, maar wanneer daarmee niet algemeen wordt ingestemd, kan hij tot de ontdekking komen dat hij absoluut uit communicatie is. Laten we als voorbeeld een nieuwerwetse schrijver nemen, die vindt dat de eerste drie letters van elk woord weggelaten moeten worden, of dat geen enkele zin een eind moet hebben. Zijn lezers zullen het niet met hem eens zijn. Je zou kunnen zeggen dat er een voortdurende natuurlijke selectie aan de gang is waardoor vreemde of eigenaardige ideeën over communicatie worden uitgefilterd. Om in communicatie te blijven, houden de mensen zich in principe aan de regels zoals die hier gegeven zijn, en wanneer iemand probeert daar te ver van af te wijken, kunnen anderen hem eenvoudig niet dupliceren en raakt hij tenslotte uit communicatie. We stellen nu de vraag aan de orde waartoe een levenseenheid bereid moet zijn om te kunnen communiceren. Om te beginnen moet het eerste punt van oorsprong bereid zijn om dupliceerbaar te zijn. En hij moet in staat zijn om tenminste enige aandacht aan het punt van ontvangst te geven. Het eerste ontvangstpunt moet bereid zijn om te dupliceren; hij moet bereid zijn om te ontvangen en hij moet bereid zijn om te veranderen in een punt van oorsprong om de communicatie te retourneren of te beantwoorden. En het eerste punt van oorsprong moet op zijn beurt bereid zijn om een ontvangstpunt te worden.
Intentie om dupliceerbaar te zijn
A
B Bereid te dupliceren
OORZAAK 12
EFFECT
Omdat we in wezen te maken hebben met ideeën en niet met mechanische aspecten, zien we dat er tussen het oorzaakpunt en het effectpunt een gemoedsgesteldheid moet bestaan waarbij ieder van beide bereid is naar believen oorzaak of effect te zijn, bereid is naar believen te dupliceren, bereid is naar believen dupliceerbaar te zijn, bereid is naar believen te veranderen, bereid is de tussenliggende afstand te ervaren, kortom, bereid is te communiceren. Wanneer door een individu of een groep aan deze voorwaarden wordt voldaan, hebben we te maken met geestelijk gezonde mensen.
OORZAAK
A EFFECT
EFFECT Afstand
B OORZAAK
Wanneer er geen bereidheid is om communicatie uit te zenden of te ontvangen, wanneer mensen geobsedeerd of dwangmatig communicatie uitzenden, zonder enige richting aan hun communicatie te geven en zonder te proberen dupliceerbaar te zijn, wanneer mensen na het ontvangen van een communicatie er het zwijgen toe doen en niet bevestigen of antwoorden, hebben we te maken met irrationele factoren. Voorbeelden van situaties die zich op het irrationele vlak kunnen voordoen, zijn: verzuimen dupliceerbaar te zijn voordat men een communicatie uitzendt; een intentie hebben die verhindert dat men ontvangen wordt; niet bereid zijn om een communicatie te ontvangen of te dupliceren; niet bereid zijn om afstand te ervaren; niet bereid zijn om te veranderen; niet bereid zijn om aandacht te schenken; niet bereid zijn om een intentie te laten blijken; niet bereid zijn om te bevestigen; en, in het algemeen, niet bereid zijn om te dupliceren. De gedachte zou kunnen opkomen dat de oplossing voor de problemen van communicatie moet worden gezocht in níet communiceren. Iemand zou kunnen denken dat hij, als hij om te beginnen niet was gaan communiceren, nu niet in moeilijkheden zou zijn. Daar zit misschien iets van waarheid in, maar toch is iemand net zo dood als hij niet kan communiceren. Hij is net zo levend als hij kan communiceren.
13
TWEE-RICHTINGS COMMUNICATIE Een communicatiecyclus en twee-richtings-communicatie zijn eigenlijk twee verschillende dingen. Als we de anatomie van communicatie nauwkeurig bestuderen – als we onderzoeken wat de structuur ervan is en uit welke onderdelen zij bestaat – zien we dat een communicatiecyclus geen volledige twee-richtings-communicatie is. Als je onderstaande afbeelding A bekijkt, zie je een communicatiecyclus:
AFBEELDING A
Jan
Piet
Jan’
Piet’
Jan is hier degene die een communicatie “origineert” (voortbrengt). Deze primaire impuls komt van hem en is aan Piet gericht. We zien dat Piet deze ontvangt en dat hij vervolgens als Piet’ een antwoord of bevestiging voortbrengt en terugzendt naar Jan’. Jan zei bijvoorbeeld: “Hoe gaat het met je?” Piet heeft dit ontvangen en daarop als Piet’ (waartoe hij het secundaire oorzaakpunt werd) geantwoord met: “Het gaat wel”, wat naar Jan’ terugging en zo de cyclus beëindigde.
14
Hieruit kan nu wat we een twee-richtings-communicatie cyclus noemen ontstaan, zoals het vervolg in afbeelding B hieronder laat zien:
AFBEELDING B
Jan
Piet
Jan’
Piet’
Hier origineert Piet een communicatie. Piet zegt: “Hoe staan de zaken?” Jan ontvangt dit, en als Jan’, of secundair oorzaakpunt, antwoordt hij: “Ik mag niet mopperen”. En dit antwoord wordt bij ontvangst bevestigd door Piet’. Als we naar beide afbeeldingen kijken, valt er nog te ontdekken dat in afbeelding A het secundaire oorzaakpunt (Piet’) van Jan’ een bevestiging krijgt in de vorm van een knik of een tevreden blik. Evenzo wordt in afbeelding B het “Ik mag niet mopperen” van Jan’ in feite bevestigd door Piet’ met een knik of een gelaatsuitdrukking, hetgeen betekent dat hij de communicatie heeft ontvangen. Als Jan en Piet beiden “sterke, zwijgzame types” zijn, laten ze waarschijnlijk een gedeelte van deze cyclussen weg. Het duidelijkste verschijnsel hiervan, dat heel vaak
15
wordt aangeduid met “communicatievertraging”, doet zich voor wanneer Jan in afbeelding A zegt: “Hoe gaat het met je?” terwijl Piet daar maar staat en niets terugzegt. (Met “communicatievertraging” wordt bedoeld: de tijd die verloopt tussen het moment van het stellen van een vraag en het moment waarop die specifieke vraag beantwoord wordt door degene aan wie de vraag gesteld was.) Jan is hier het oorzaakpunt van een communicatie en Piet’ verzuimt de cyclus voort te zetten. We weten niet en we vragen er niet naar, en we zijn er ook niet in geïnteresseerd, of Piet als ontvangstpunt het wel of niet heeft gehoord. We mogen aannemen dat hij op z’n minst aanwezig was, dat Jan luid genoeg sprak om gehoord te worden en dat Piet’s aandacht ergens in de buurt van Jan was. In plaats van door te gaan met de communicatiecyclus, blijft Jan nu zitten met een onvoltooide cyclus en krijgt nooit de gelegenheid om Jan’ te worden. Er zijn verscheidene situaties waarin een communicatiecyclus niet kan worden voltooid en deze kunnen als volgt worden onderverdeeld: 1. Jan verzuimt een communicatie voort te brengen. 2. Piet verzuimt de communicatie te horen. 3. Piet’ verzuimt te antwoorden op de door hem ontvangen communicatie, en 4. Jan’ verzuimt aan te geven, door middel van een bevestiging of een ander teken, dat hij de communicatie van Piet’ gehoord heeft. We zouden voor dit alles allerlei redenen kunnen aanvoeren, maar het is hier niet ons doel naar de reden te gaan zoeken waarom zij een communicatiecyclus niet voltooien. Ons doel heeft geheel en al te maken met het feit dat deze communicatiecyclus niet wordt voltooid. Laten we zeggen dat Jan in afbeelding A iemand is die voortdurend op een dwangmatige manier communicaties voortbrengt, of hij nu iemands aandacht heeft of niet en of zijn communicaties nu slaan op een of andere werkelijk bestaande situatie of niet. We zien dan dat Jan met zijn manier van communiceren te maken krijgt met een onaandachtige Piet, die hem niet hoort, en daardoor met een afwezige Piet’, die hem niet antwoordt, en daardoor met een afwezige Jan’ die nooit bevestigt. Laten we nu dezelfde situatie bekijken voor afbeelding B. We zien hier dat er een communicatie wordt voortgebracht door Piet. En we zien weer dezelfde Jan met zijn dwangmatige woordenstroom. Piet zegt: “Hoe gaat het met je?”, en de cyclus wordt niet voltooid omdat Jan, die gericht blijft op zijn eigen dwangmatige woordenstroom, niet Jan’ wordt en Piet geen enkele kans geeft Piet’ te worden en te bevestigen.
16
Laten we nu een andere situatie nemen. We zien dat Jan communicaties origineert en dat Piet iemand is die nooit communicaties origineert. De manier waarop Jan zijn communicaties origineert is niet noodzakelijkerwijs obsessief of dwangmatig, maar Piet is geremd in het origineren van communicaties. Als Jan en Piet collega’s zijn, krijg je de volgende situatie: Jan origineert een communicatie, Piet hoort het, hij wordt Piet’, geeft antwoord en geeft Jan de kans Jan’ te worden. Dit gaat heel goed, maar het zal vroeg of laat vastlopen op de twee-richtings-cyclus; daarop wordt inbreuk gemaakt omdat Piet zelf nooit een communicatie origineert. Een twee-richtings-communicatiecyclus zou er als volgt uitzien: Jan heeft een communicatie georigineerd en voltooid, en wacht er dan misschien op dat Piet een communicatie naar hem origineert, zodat de rest van de twee-richtingscommunicatie kan worden voltooid. Piet origineert inderdaad een communicatie, Jan hoort deze, antwoordt als Jan’ en krijgt een bevestiging van Piet’. Op die manier krijgen we een normale communicatiecyclus tussen twee terminals, want in dit geval is Jan een terminal en is Piet een terminal, en kunnen we zien dat er communicatie stroomt tussen die twee terminals. De verschillende cyclussen zijn ervan afhankelijk dat Jan een communicatie origineert, dat Piet de communicatie hoort, dat hij Piet’ wordt en de communicatie beantwoordt, dat Jan’ het antwoord bevestigt, dat vervolgens Piet een communicatie origineert, dat Jan die hoort, dat hij als Jan’ de communicatie beantwoordt en dat Piet’ daarop een bevestiging geeft. Als ze het zo aanpakten, zouden ze, ongeacht waar ze het over hadden, nooit ruzie krijgen en zouden ze het uiteindelijk met elkaar eens worden, ook al waren ze elkaar vijandig gezind. Hun moeilijkheden en problemen zouden uit de weg geruimd worden en ze zouden er goed voor staan wat hun relatie tot elkaar betreft. Een twee-richtings-communicatiecyclus mislukt wanneer een van beide terminals verzuimt op zijn beurt communicaties te origineren. We kunnen constateren dat de hele samenleving op dit gebied behoorlijk grote problemen heeft. De mensen zijn zo gewend aan ingeblikt amusement en ze hebben zoveel belemmeringen ondervonden van de kant van hun ouders die zelf niet konden communiceren, en van de kant van het onderwijs en andere zaken, dat ze heel slecht in staat zijn tot het origineren van communicaties. Maar het origineren van een communicatie is om te beginnen al noodzakelijk om de communicatie op gang te brengen. Dus zien we dat mensen voornamelijk over dingen praten die hun worden opgedrongen vanuit externe bronnen. Ze zien een ongeluk, ze praten erover. Ze zien een film, ze praten erover. Ze wachten totdat een externe bron hun de gelegenheid geeft een conversatie op touw te zetten. Maar omdat dergelijke mensen van beide kanten slecht in staat zijn tot het origineren van communicaties – hetgeen ook kan
17
worden geformuleerd als weinig verbeeldingskracht hebben – waardoor ze afhankelijk zijn van externe primaire impulsen, moeten we constateren dat hun manier van communiceren min of meer dwangmatig of geremd is. Daardoor zien we hun conversatie snel en aanzienlijk wisselen van onderwerp en kan deze uitmonden in de meest vreemde animositeiten (uitingen van vijandige gevoelens) en misvattingen. Laten we eens aannemen dat het Jan als oorzaakpunt ontbreekt aan voldoende primaire of oorspronkelijke impulsen en dat dit heeft geleid tot een geobsedeerde of dwangmatige communicatie, dan zullen we zien dat hij het zo druk heeft met het uitzenden van communicaties dat hij nooit de kans krijgt te horen dat er iemand tegen hem praat; en als hij het zou horen, zou hij er niet op antwoorden. Piet daarentegen is zo verschrikkelijk, verschrikkelijk, verschrikkelijk slecht in staat om primair oorzaakpunt te zijn (dat wil zeggen, om communicaties te origineren), dat hij zelfs nooit Piet’ wordt, of als dat wel mocht gebeuren, nooit zijn eigen mening naar voren brengt, waardoor Jan steeds verder uit evenwicht raakt en steeds dwangmatiger gaat communiceren. Zoals u aan de hand van deze afbeeldingen kunt zien, kan er een aantal nieuwe situaties ontstaan. Er kunnen zich zowel gevallen voordoen van geobsedeerd blijven antwoorden, als geremd zijn wat antwoorden betreft. Iemand doet niet anders dan antwoorden, zich rechtvaardigen of uitleg geven – wat allemaal op hetzelfde neerkomt – zonder dat er een primaire communicatie zijn kant op gekomen is. Iemand anders, zoals Jan’ in afbeelding A of Piet’ in afbeelding B, doet wellicht niet anders dan bevestigen, ook al is er niets zijn kant op gekomen dat bevestigd kan worden. De meest algemene en opvallende verschijnselen zijn echter geobsedeerd en dwangmatig origineren, ontvangen communicaties niet beantwoorden, en antwoorden niet bevestigen. En op deze punten kunnen we constateren dat er communicatiestromen vastlopen. Omdat het lijkt alsof communiceren de enige “misdaad” in het universum is, terwijl communiceren iemands enige redding betekent, valt het gemakkelijk te begrijpen dat we dientengevolge kunnen rekenen op het totaal vastlopen van communicaties. Wat we tot ons door moeten laten dringen – en waar we heel tevreden over kunnen zijn – is dat er nu een oplossing voor is.
18
Bij de tweeledige communicatiecyclus kan de stroom vastlopen wanneer er tekorten optreden in: 1. het origineren van communicaties, 2. het in ontvangst nemen van communicaties, 3. het beantwoorden van toegestuurde communicaties, en 4. het bevestigen van ontvangen antwoorden. We kunnen dus constateren dat er zowel in afbeelding A als in afbeelding B slechts vier onderdelen zijn die problematisch kunnen worden, hoeveel eigenaardige verschijnselen zich als gevolg daarvan ook kunnen voordoen.
19
COMMUNICATIEOEFENINGEN Nu u de componenten en de formule van communicatie te weten bent gekomen, rijst de vraag hoe deze kennis wordt gebruikt. Hoe brengt u nu in praktijk wat u zojuist bestudeerd hebt? Hoe kunt u de wetten van communicatie zo gemakkelijk en natuurlijk toepassen dat het bijna lijkt alsof ze bij u horen? Hoe wordt u inderdaad efficiënt in uw communicatie? In Scientology bestaan er oefeningen waarmee iedereen in staat is om zijn of haar niveau van communicatievaardigheid te verbeteren. Een oefening is een leer- of trainingsmethode waarbij iemand een bepaalde procedure keer op keer herhaalt om zijn of haar vaardigheid daarin te perfectioneren. De communicatieoefeningen die nu volgen, worden Training Routines of, afgekort, TR’s genoemd; ze behandelen de verschillende onderdelen van de communicatieformule. De TR’s zijn oorspronkelijk ontwikkeld om de beoefenaars van Scientology te trainen in het toepassen van de Scientology technieken, want daarvoor is een hoog niveau van communicatieve vaardigheid onmisbaar. Maar het gebruiken van de TR’s om elk onderdeel van de communicatieformule te oefenen, kan ieders vermogen om de communicatiecyclus onder de knie te krijgen en daardoor beter met anderen te communiceren, enorm vergroten. Door deze oefeningen te doen, leert u hoe u ervoor kunt zorgen dat anderen uw communicaties begrijpen en hoe u ervoor kunt zorgen dat u zelf werkelijk begrijpt wat anderen tegen u zeggen, hoe u, wat wel genoemd wordt een “goed luisteraar”, kunt zijn, hoe u een communicatiecyclus tussen u en iemand anders in goede banen kunt leiden en hoe u fouten in de communicatiecyclussen van anderen kunt herkennen en corrigeren. Deze vaardigheden zijn stuk voor stuk van onmetelijke waarde in het leven van alledag. Welk beroep u ook uitoefent en bij wat voor activiteiten u ook betrokken bent, het vermogen om met gemak en zekerheid te communiceren is daarvoor altijd van essentieel belang. U kunt de TR’s niet in uw eentje doen; u hebt er de hulp van een ander voor nodig. De manier waarop dit gebeurt, is dat u een paar vormt met iemand anders en de oefeningen samen gaat doen. U doet dit om en om: wanneer u een oefening doet, helpt de ander u om die onder de knie te krijgen. Vervolgens is de ander aan de beurt en helpt u hem of haar om de oefening te doen. Iemand anders door een oefening heen helpen wordt coachen genoemd.
20
De oefeningen geven aanwijzingen over de rol van de student en de rol van de coach. Wanneer u de oefening doet, wordt u de student genoemd en degene die u door de oefening heen helpt wordt de coach genoemd. Het maakt geen verschil of u eerst als student begint en uw partner als coach, of omgekeerd. U bent om de beurt student en coach om elkaar door de oefeningen heen te helpen. Door elkaar zo beurtelings door de TR’s heen te helpen, kunt u beiden leren de communicatiecyclus ten volle te gebruiken. Voordat u begint de TR’s te doen, moet u dus eerst iemand anders vinden met wie u de oefeningen beurtelings als student en coach kunt doen. Het is heel belangrijk dat zowel u als uw partner al deze oefeningen doorlezen en begrijpen vóór u ze begint te doen. Op de oefeningen volgt ook nog een sectie waarin wordt uitgelegd wat de correcte manier is om iemand te coachen. Ook deze moet grondig worden bestudeerd en begrepen voordat met de oefeningen wordt begonnen, omdat coachen volgens een heel exacte procedure gaat. Het is van essentieel belang dat het coachen op de juiste wijze gedaan wordt om met de TR’s zo goed mogelijke resultaten te bereiken. Elk van de TR’s heeft een nummer en een naam; dit zijn eenvoudig aanduidingen om naar een bepaalde TR te kunnen verwijzen. De opdrachten bestaan uit de gesproken aanwijzingen die de coach moet gebruiken om de student te laten starten, doorgaan en stoppen met de oefening, en uit de vragen of uitspraken die worden gebruikt tijdens het doen van de TR. Bij elke oefening wordt ook vermeld in welke positie de coach en de student ten opzichte van elkaar moeten gaan zitten. Bij elke TR richt u zich op het verwerven van een specifieke communicatievaardigheid die iedere keer wordt vermeld onder het doel. De nadruk bij de training geeft aan hoe de oefening moet worden gedaan en op welke belangrijke punten bij het coachen de nadruk moet worden gelegd. In sommige oefeningen is de terminologie opgenomen om aan te geven hoe de verschillende opdrachten of vragen tijdens de procedure worden gebruikt. In Scientology
21
duiden we met het woord terminologie eenvoudig het speciale woordgebruik aan dat geldt voor een bepaalde oefening. Wanneer deze oefeningen worden gedaan met toewijding en exact zoals het staat beschreven, zullen ze leiden tot succesvolle communicatie – voor iedereen. De gang van zaken is als volgt: 1. Lees alle oefeningen op de volgende bladzijden door, evenals de sectie met de titel coachen.
2. Ga op zoek naar iemand die als partner met u wil samenwerken om elkaar door de oefeningen heen te helpen.
22
3. Laat uw partner alle oefeningen en de sectie over coachen doorlezen.
4. Beslis wie van u beide het eerst gaat coachen.
5. Begin dan met de eerste TR!
23
Nummer: TR 0, Er zijn Naam: Er zijn Opdrachten: De coach zegt “start” om de oefening te beginnen. De coach gebruikt “dat was ’t” om de oefening te beëindigen of om de student op een fout te wijzen. Voorbeeld: de student valt in slaap; de coach zegt: “Dat was ’t. Je viel in slaap. Start.” Wanneer de student het doel van deze oefening, of van welke oefening dan ook, heeft bereikt, zegt de coach: “Geslaagd”. Hoewel deze oefening in feite weinig coachen met zich meebrengt, zijn er toch een paar dingen vereist. De coach zorgt dat de oefening gestart wordt en dat de student ermee doorgaat totdat hij ervoor is geslaagd. Positie: De student en coach zitten met gesloten ogen op een comfortabele afstand tegenover elkaar – ongeveer 1 meter.
TR 0, ER ZIJN
Doel: De student erin te trainen er op zijn gemak te zijn. Het gaat erom de student zover te krijgen dat hij er op zijn gemak kan zijn, op 1 meter afstand tegenover een ander, er te zijn en niets anders te doen dan er te zijn. Om een communicatie te beginnen, moet je je op een plaats bevinden van waaruit je kunt communiceren. Als je er niet bent, ben je niet in staat om op een goede manier een communicatie te beginnen. “Er zijn” is een eerste vereiste voor goede communicatie; ingewikkelder dan dit is het niet.
Bij deze oefening houdt de student zijn ogen gesloten om het, voor een eerste stap, niet te moeilijk te maken er te zijn. Met gesloten ogen hoeft men niet te voldoen aan de extra eis iemand anders te confronteren, maar kan eenvoudig gewend raken er op een ontspannen wijze te zijn. Nadruk bij de training: De student en coach zitten tegenover elkaar. De student heeft zijn ogen gesloten. Er wordt niet gesproken. Deze oefening wordt in stilte
24
gedaan. Er zijn geen zenuwtrekkingen, er wordt niet bewogen, er wordt geen “systeem” of “via” gebruikt of iets anders toegevoegd om er te zijn.Wanneer de student iets doet met zijn lichaam of bijvoorbeeld zijn rug tegen de stoel duwt in een poging alert te blijven, zijn dat voorbeelden van het gebruiken van een systeem of methode in plaats van er eenvoudig te zijn. Gewoonlijk ziet men, wanneer men de ogen gesloten heeft, zwartheid of een gedeelte van het vertrek. Wees er, op je gemak. De coach heeft tot taak te zorgen dat de student alert blijft en de oefening doet. Zit rechtop in een stoel met een rechte leuning. Doe de oefening tot er geen neiging of verlangen meer is om te wiebelen, zenuwtrekkingen te hebben, te bewegen of van positie te veranderen. Als er zoiets “opkomt”, ga dan met de oefening door tot deze “flat” is. Wanneer gezegd wordt dat iets “flat” is, wordt daarmee bedoeld dat de oefening lang genoeg is voortgezet om geen reacties meer teweeg te brengen. De student dient deze oefening te doen totdat hij er volledig van overtuigd is, zonder voorbehoud, dat hij voor onbepaalde tijd stil en op zijn gemak kan blijven zitten, zonder neiging om zenuwtrekkingen te krijgen of heen en weer te bewegen of zulke neigingen te moeten onderdrukken. Wanneer hij er op zijn gemak kan zijn en een grote stabiele win heeft behaald, is hij voor de oefening geslaagd. (Met “win” wordt bedoeld “een succes” in de zin van “slagen in iets waartoe je voorheen niet in staat was”.) Mensen ervaren gewoonlijk vele verbeteringen tijdens het doen van TR’s; zij merken bijvoorbeeld dat hun vermogen om dingen onder ogen te zien en te communiceren groter geworden is, dat hun waarnemingsvermogen verbeterd is, enzovoort. Dit worden wins genoemd want de student had de wens zijn communicatievaardigheden te verbeteren en zijn bewustzijn te verhogen, en alles wat hij bereikt op de weg naar dat doel is dan op zichzelf een win. Het behalen van een grote stabiele win betekent dat de student het punt heeft bereikt waarop hij die oefening kan doen en zijn vaardigheid daarin en zijn vermogen om deze toe te passen stabiel zijn. Een grote stabiele win is een aanzienlijke, blijvende vooruitgang.
25
Nummer: TR 0 Confronteren Naam: Confronteren Confronteren wordt gedefinieerd als “in staat zijn onder ogen te zien”. Wanneer we zeggen dat iemand iets confronteert, bedoelen we dat hij iets onder ogen ziet zonder een spier te vertrekken of het te ontwijken. Het vermogen om te confronteren is in feite het vermogen om er op je gemak te zijn en waar te nemen. Opdrachten: Coach: “Start”, “Dat was ’t”, “Flunk”. (“Flunk” betekent zoveel als “je hebt de opdracht niet uitgevoerd”, “je hebt de opdracht verkeerd uitgevoerd” of “je bent gezakt”.) De coach gebruikt verschillende termen. De eerste ervan is “start”; op dat moment begint de oefening. Iedere keer wanneer de student de positie waarin hij begonnen is niet vasthoudt, onderuit zakt, bewusteloos raakt, zenuwtrekkingen krijgt, zijn ogen laat ronddwalen of op enige wijze een incorrecte positie vertoont, zegt de coach “flunk” en corrigeert datgene waar de student moeite mee heeft. Vervolgens zegt hij weer “start” en de oefening wordt voortgezet. Wanneer de coach een opmerking wil maken, zegt hij “dat was ’t”, brengt de zaak in orde en zegt dan weer “start”. Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar – op ongeveer 1 meter. Ze kijken elkaar aan. Doel: De vaardigheid te verwerven om rustig te zitten en naar iemand te kijken zonder gespannenheid. Deze oefening is het niveau van vaardigheid dat volgt op TR 0, Er zijn. De student moet nu ook confronteren. Als iemand niet confronteert, is er geen echte communicatie mogelijk. Hebt u wel eens geprobeerd met iemand te praten die u niet aankeek? Die persoon confronteerde u niet. Gebrek aan het vermogen om te confronteren is een barrière tot echte communicatie. Zenuwtrekkingen, spanningen, al dat soort dingen komen voort uit de onwil om te confronteren. Wanneer die onwil verholpen is, zijn deze handicaps gewoonlijk verdwenen. Nadruk bij de training: De student en de coach zitten tegenover elkaar; geen van beiden praat of probeert om interessant te zijn. Ze zitten een paar uur lang elkaar aan te kijken zonder iets te zeggen of te doen. De student mag niet praten, friemelen, giechelen, in verlegenheid raken of in slaap vallen.
26
U zult merken dat de student de neiging heeft te confronteren met een lichaamsdeel in plaats van gewoon te confronteren. Dat kan tot gevolg hebben dat het lichaamsdeel in kwestie pijn gaat doen of onbehaaglijk aan gaat voelen. Dit wordt opgelost door gewoon te confronteren en er te zijn. Als basisregel geldt dat alles wat de student gespannen houdt, juist datgene is waarmee hij confronteert. Als de ogen van de student pijn beginnen te doen, is hij daarmee aan het confronteren. Als zijn buik begint uit te puilen en gespannen raakt, confronteert hij met zijn buik. Als zijn schouders of zelfs zijn achterhoofd gespannen raken, confronteert hij met zijn schouders of zijn achterhoofd. Een expert in het coachen zegt in zo’n geval “dat was ’t”, corrigeert de student en start vervolgens weer de oefening. Knipperen met je ogen is geen flunk bij TR 0 en “zonder te knipperen” is geen vereiste. De coach moet er geen aandacht aan schenken als de student met zijn ogen knippert – hij schenkt er alleen aandacht aan of de student wel of niet confronteert. Met wijd open ogen staren is echter onnatuurlijk en betekent dat de student met zijn ogen probeert te confronteren. In zo’n geval zullen de ogen van de student gaan tranen, rood worden en als hij ermee doorgaat pijn gaan doen. Een student die overmatige problemen met zijn ogen heeft, moet teruggezet worden op TR 0 Er zijn en die oefening eerst onder de knie krijgen vóór hij TR 0 Confronteren opnieuw probeert te doen. Net zoals bij TR 0 Er zijn gebruikt de student geen enkel ander systeem, geen enkele andere methode om te confronteren, dan gewoon alleen er zijn. De oefening zou een verkeerde naam gekregen hebben als confronteren zou betekenen dat je iets moet doen. Het gaat er alleen maar om dat de student eraan went om, zittend tegenover iemand anders op een afstand van één meter, er op zijn gemak te zijn, zonder zich te verontschuldigen of te bewegen of te schrikken of verlegen te worden of zich te verdedigen.
TR 0 CONFRONTEREN
Ga met de oefening door tot er geen sprake meer is van zenuwtrekkingen, terugdeinzen of andere verschijnselen, of tot dit alles niet meer hoeft te worden onderdrukt (niet meer hoeft te worden weggehouden om te zorgen dat anderen het niet weten of zien). Alles wat opkomt kan flat worden gemaakt. De student is geslaagd wanneer hij er gewoon kan zijn en kan confronteren, en een grote stabiele win heeft behaald.
27
Nummer: TR 0 Bullbaiten Naam: Gebullbait confronteren De term bullbaiten betekent “vinden door welke acties, woorden, uitdrukkingen, manieren of onderwerpen de student die de oefening doet, wordt afgeleid, omdat ze veroorzaken dat hij op de coach reageert”. Het woord bullbaiten is afgeleid van een “sport” die bedreven werd in Engels- en Spaanstalige landen, baiting (pesten) genaamd; het hield in dat honden werden opgehitst tegen een geketende stier.
TR 0 BULLBAITEN
Waar heb je dat lelijke overhemd vandaan?
STUDENT
Flunk, je lachte. Start.
COACH
1
STUDENT
COACH
STUDENT
COACH
2
Waar heb je dat lelijke overhemd vandaan?
STUDENT 3
28
COACH 4
In bovenstaande afbeeldingen vindt de coach een button (drukknop) bij de student (1) en flunkt hem omdat hij het confronteren onderbreekt (2). Ze gaat verder met de oefening en herhaalt de zin waar de student op reageerde (3); ze blijft de zin herhalen tot de student het gemakkelijk kan confronteren,
U zult merken dat er voor iedereen bepaalde dingen bestaan waar hij of zij op een of andere manier op reageert. In Scientology noemen we dit buttons (drukknoppen). Buttons zijn dingen, woorden, gezegdes, onderwerpen of gebieden die bij iemand een antwoord of een reactie ontlokken. De coach zegt bijvoorbeeld tegen de student iets als: “Wat heb jij enorme oren”. De student reageert hierop door onbedaarlijk te gaan lachen. De coach heeft dus bij die student een button gevonden. Dat is bullbaiten. Opdrachten: Coach: “Start”, “Dat was ’t”, “Flunk”. Luister nou eens, man: waar heb je dat lelijke overhemd nou vandaan?
STUDENT
COACH
5
STUDENT
HÉ, JIJ DAAR!
STUDENT 7
COACH
6
Flunk. je deinsde terug.
COACH
STUDENT
COACH
8
zonder erop te reageren (4, 5, 6). Ze gaat door met bullbaiten en probeert een andere button te vinden. Wanneer dit gebeurt (7), flunkt ze de student en vertelt hem waarom (8); dan zet ze de oefening voort met het flat maken van de nieuwe button.
29
Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar – op ca. 1 meter. Doel: Het vermogen te verwerven om rustig te zitten en naar iemand te kijken zonder gespannenheid en zonder van zijn stuk gebracht of afgeleid te worden, of op enige wijze te reageren op wat de andere persoon zegt of doet. In de voorgaande oefening leert een student te confronteren terwijl de coach er gewoon stilzwijgend zit. In TR 0 Bullbaiten wordt het vermogen van de student om te confronteren vergroot en leert hij niet van zijn stuk gebracht te worden door de acties van de coach. Dit verbetert het vermogen om er te zijn en een communicatie aan iemand anders over te brengen, in elke sociale situatie en situatie in het leven, zonder door wat dan ook te worden afgeleid. Hebt u bijvoorbeeld wel eens meegemaakt dat u met iemand stond te praten en van de wijs raakte of niet meer uit uw woorden kon komen toen hij een ander onderwerp ter sprake bracht? Hebt u wel eens onbeheerst gereageerd op iets wat een ander zei, ondanks het feit dat u dat niet wilde? Deze oefening kan uw vermogen vergroten om bij alle aspecten van communicatie het punt van oorzaak in te blijven nemen en de zaak in de hand te houden. Nadruk bij training: Nadat de leerling geslaagd is voor TR 0 Confronteren en er gewoon op zijn gemak kan zijn, kan de coach beginnen hem te bullbaiten. Alles wat er toegevoegd wordt aan er zijn, wordt scherp geflunkt door de coach. Zenuwtrekkingen, met de ogen knipperen, zuchten, onrustig bewegen, alles wat niet gewoon er zijn is, wordt onmiddellijk geflunkt, en de reden waarom wordt vermeld. Terminologie van de coach als coach: De student kucht. De coach zegt: “Flunk! Je kuchte. Start.” Dit is alles wat de coach als coach aan terminologie gebruikt. Terminologie van de coach als degene die door de student geconfronteerd wordt: De coach mag alles zeggen of doen behalve van zijn stoel opstaan. Maar de coach moet realistisch blijven bij het coachen door met situaties en omstandigheden te komen die werkelijk in het leven van alledag zouden kunnen optreden. De coach mag de student niet aanraken. De buttons van de student kunnen worden gevonden en hard worden ingedrukt, totdat ze niet langer een reactie teweegbrengen. Geen enkel woord, op de terminologie van de coach na, mag een reactie van de student tot gevolg hebben. Als de student reageert, wordt de coach onmiddellijk weer coach (en volgt de hierboven gegeven terminologie). De leerling is geslaagd wanneer hij er op zijn gemak kan zijn zonder van zijn stuk gebracht of afgeleid te worden of op enige wijze te reageren op wat de coach ook zegt of doet, en een grote stabiele win heeft behaald.
30
Nummer: TR 1 Naam: Zorgen dat je communicatie overkomt. Doel: De vaardigheid te verwerven ervoor te kunnen zorgen dat een bepaalde communicatie bij een luisteraar overkomt en door hem begrepen wordt. Hebt u wel eens iemand meegemaakt die maar bleef praten zonder dat hij ooit te weten kwam of zijn communicaties wel of niet ontvangen werden? Ervoor zorgen dat men je begrijpt is een belangrijk onderdeel van de communicatieformule. Opdrachten: De student kiest een zinnetje uit het boek De avonturen van Alice in Wonderland en leest het voor aan de coach, waarbij hij woorden als “hij zei” weglaat. De student herhaalt het totdat de coach ervan overtuigd is dat het is aangekomen op de plaats waar hij zich bevindt. Positie: De student en de coach zitten tegenover elkaar, op een gemakkelijke afstand. Nadruk bij de training: De communicatie gaat van het boek naar de student en, als van hemzelf, naar de coach; niet van het boek naar de coach. Het moet natuurlijk klinken, niet gemaakt. Uitspraak of voordracht maken er geen deel van uit. Luidheid eventueel wel. De coach moet de communicatie (of vraag) duidelijk hebben ontvangen en begrepen voordat hij “goed” zegt.
TR 1
Dat het boek De avonturen van Alice in Wonderland wordt gebruikt, heeft geen speciale betekenis. Bij deze oefening zeg je dingen uit een boek in plaats van ze zelf te verzinnen. Elk idee dat je je eigen maakt, is van jou. Wanneer je een idee uit een boek haalt, wordt het jouw idee, en vervolgens kun je het als jouw idee doorgeven aan iemand anders. Dit is de manier waarop de oefening wordt gecoacht. De
“Het is een kollumer kat.”
COACH
STUDENT
31
communicatie gaat niet van het boek naar de coach. Zij gaat van het boek naar de student; de student maakt zich het idee eigen en brengt het dan op zo’n manier tot uitdrukking dat het bij de coach aankomt. We weten onmiddellijk dat iemand niet kan communiceren wanneer hij niet in staat is tot het doen van deze eerste, elementaire stap: een idee op te pakken, zich dit eigen te maken en het dan aan iemand anders te communiceren. Bij het coachen willen we dat de student een zin opzoekt in De avonturen van Alice in Wonderland, hem oppakt als zijn eigen idee, en hem dan rechtstreeks communiceert aan de coach. Hij kan dezelfde zin telkens opnieuw zeggen als hij wil, op welke manier hij hem dan ook maar wil zeggen, totdat de coach hem vertelt dat hij denkt dat de communicatie bij hem is aangekomen. Het is de intentie die de communicatie overbrengt, het zijn niet de woorden. Wanneer de intentie om met iemand te communiceren overkomt, zal de communicatie aankomen. De intentie moet de communicatie overbrengen, en de communicatie moet worden overgebracht in een afzonderlijke tijdseenheid. Het is geen herhaling van de laatste herhaling. Het is nieuw, alsof het nooit eerder gezegd is, het wordt gecommuniceerd in het heden. Wanneer een communicatie eenmaal met succes is overgebracht, kan de student vervolgens een andere communicatie zoeken en die overbrengen. Terminologie: De coach zegt “start”, zegt “goed” zonder opnieuw “start” te zeggen als de communicatie ontvangen is, of zegt “flunk” als de communicatie niet is ontvangen. “Start” wordt niet opnieuw gebruikt. “Dat was ’t” wordt gebruikt om te stoppen voor een discussie of om de actie te beëindigen. Als de oefening wordt gestopt voor een discussie, moet de coach weer “start” zeggen voordat de actie wordt hervat. De student slaagt alleen voor deze oefening als hij een communicatie op natuurlijke wijze kan overbrengen, zonder gespannenheid of gemaaktheid en zonder zijn woorden kracht bij te zetten door te knikken of te gebaren, en als hij het gemakkelijk en ontspannen kan doen.
32
Nummer: TR 2 Naam: Bevestigingen. Een bevestiging is iets wat gezegd of gedaan wordt om iemand anders te laten weten dat zijn mededeling of actie opgemerkt is, en dat deze begrepen en ontvangen is. Doel: De vaardigheid te verkrijgen om een mededeling, een opmerking of commentaar geheel en al en definitief te bevestigen, en wel op dusdanige wijze dat degene van wie de communicatie afkomstig was, tot zijn tevredenheid heeft geconstateerd dat zijn communicatie volledig ontvangen en begrepen is en geen behoefte voelt om haar te herhalen of aan te vullen. Bevestigen is een element waarmee de communicatiecyclus onder controle wordt gehouden. Dit geldt voor elke communicatiecyclus in wat voor situatie dan ook. De formule van controle is starten, veranderen en stoppen. Als je iets kunt starten, het kunt veranderen en het vervolgens kunt stoppen, heb je er controle over. Een bevestiging staat gelijk aan “stoppen”. Als je de communicaties van anderen goed bevestigt, kun je dus de communicatie onder controle houden. Als je tegen iemand zegt: “Ga door”, of: “Blijf praten”, ben je niet bezig hem te bevestigen. Een perfecte bevestiging communiceert alleen maar: ik heb je communicatie gehoord. Het is een teken dat de communicatie die de persoon aan jou heeft gestuurd, is ontvangen. Het zijn niet de woorden die een communicatiecyclus beëindigen, het is de intentie die hem beëindigt.
TR2
“Ik voel me flauw, geef me een broodje ham.”
COACH
STUDENT
“Komt eraan.”
COACH
STUDENT
In het dagelijks leven heeft het in feite een heel therapeutisch effect wanneer mensen weten dat zij bevestigd zijn.
33
Opdrachten: De coach leest zinnen uit De avonturen van Alice in Wonderland op, waarbij hij woorden als “hij zei” weglaat, en de student bevestigt ze grondig. De student zegt “goed”, “prima”, “Oké”, “ik heb het gehoord”, wat dan ook, zolang het maar past bij de communicatie van de ander – op een dusdanige manier dat hij degene die daar zit er werkelijk van overtuigt dat hij het heeft gehoord. De coach herhaalt elke zin waarvan hij het gevoel heeft dat deze niet werkelijk was bevestigd. Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar. Nadruk bij de training: De student moet op een dusdanige manier bevestigen dat de coach ervan overtuigd is dat het niet nodig is zichzelf te herhalen, en dat zijn communicatie ontvangen en begrepen is, volledig en definitief. De student doet dit door de intentie te hebben dat de communicatiecyclus op dat punt eindigt en die dan ook daar te beëindigen. Alles wat de student doet om dat voor elkaar te krijgen is toegestaan, op voorwaarde dat het de coach niet van streek maakt of in de war brengt. De student bevestigt op een manier die past bij de communicatie van de coach en overtuigt de coach ervan dat hij de communicatie heeft ontvangen. Vraag de student van tijd tot tijd wat er werd gezegd. Houd te sterke en te zwakke bevestigingen binnen de perken. Laat de student er eerst alles aan doen om een bevestiging over te brengen, haal dan de scherpe kantjes eraf. Leer hem dat een bevestiging een afsluiting is, niet het begin van een nieuwe communicatiecyclus of een aanmoediging aan de ander om door te gaan, en dat een bevestiging moet passen bij de communicatie van de ander. De student moet niet de gewoonte krijgen om, als de enige manier om te bevestigen, als een robot “goed” of “dank je wel” te gebruiken. Als volgende punt van deze oefening moet u de student ook leren dat de mogelijkheid bestaat dat iemand er niet in slaagt een bevestiging over te brengen of de ander te stoppen met zijn bevestiging, of dat iemand de ander overweldigt met een te sterke bevestiging. Terminologie: De coach zegt “start”, leest een zin op en zegt “flunk”, telkens wanneer hij het gevoel heeft dat er een verkeerde bevestiging is gegeven. Telkens wanneer de coach “flunk” heeft gezegd, herhaalt hij dezelfde zin. Om te stoppen voor een discussie of om de oefening te beëindigen kan “dat was ’t” worden gebruikt. Om weer te beginnen na “dat was ’t” moet “start” worden gebruikt. De student slaagt alleen voor deze oefening wanneer hij een bewering, een opmerking of commentaar geheel en al en definitief kan bevestigen, en wel op dusdanige wijze dat degene van wie de communicatie afkomstig was, tot zijn tevredenheid heeft geconstateerd dat zijn communicatie volledig ontvangen en begrepen is en geen behoefte voelt om haar te herhalen of aan te vullen.
34
Nummer: TR 2½ Naam: Halve bevestigingen Een halve bevestiging is een manier om iemand door te laten praten door hem het gevoel te geven dat er naar hem wordt geluisterd. Doel: De vaardigheid te verkrijgen om iemand die aan het praten is, aan te moedigen te blijven praten. Het komt nogal eens voor dat je met iemand communiceert die blijkbaar aan het eind van zijn mededeling is gekomen, maar niet werkelijk alles heeft gezegd wat hij wilde zeggen. Het gevolg daarvan kan zijn dat u hem bevestigt voordat hij klaar is, waardoor u uiteindelijk zijn communicatie afbreekt. In zo’n geval dient u alert te zijn en op te merken dat de persoon nog meer te zeggen heeft; u dient dan niet alleen de communicatiestroom te laten doorgaan tot zij volledig beëindigd is, maar ook de persoon aan te moedigen om te blijven praten zodat hij zijn communicatie werkelijk kan voltooien. U kunt bijvoorbeeld in gesprek zijn met iemand en willen dat hij doorgaat met praten omdat u meer wilt weten over wat hij vertelt. Het gebruiken van een halve bevestiging is een methode om dit aan te moedigen. Opdrachten: De coach leest zinnen op uit De avonturen van Alice in Wonderland, waarbij hij woorden als “hij zei” weglaat, en de student geeft de coach een halve bevestiging op zo’n manier dat de coach doorgaat met praten. De coach moet zijn uitspraken slechts gedeeltelijk doen zodat ze vereisen dat de student een halve bevestiging geeft. De coach herhaalt elke zin waarvan hij het gevoel heeft dat er geen halve bevestiging op kwam. Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar. Nadruk bij de training: Leer de student dat een halve bevestiging iemand aanmoedigt om te blijven praten. Houd te sterke bevestigingen, die iemand zouden laten stoppen met praten, binnen de perken. Leer de student ook dat het geven van een halve bevestiging een manier is om te zorgen dat iemand blijft praten omdat het hem het gevoel geeft dat er naar hem wordt geluisterd. De student knikt of geeft een halve bevestiging op een zodanige wijze dat de coach doorgaat met praten. De student mag geen directe bewoordingen gebruiken,
35
zoals “ga door” of “ga verder” om dit doel te bereiken. Hij glimlacht, knikt en gebruikt andere middelen. De coach moet zich aangemoedigd voelen om door te praten. De student wordt geflunkt voor elke nadrukkelijke bevestiging die een einde zou maken aan de communicatiestroom, en voor elke keer dat hij er niet in slaagt om zo te kijken of te handelen dat de coach zich uitgenodigd voelt om door te praten; daarna wordt de oefening weer hervat. Terminologie: De coach zegt “start”, leest een zin op, en iedere keer wanneer hij het gevoel heeft dat er een verkeerde halve bevestiging is gegeven, zegt hij “flunk”. Iedere keer wanneer de coach “flunk” heeft gezegd, herhaalt hij dezelfde zin totdat de student een halve bevestiging heeft gegeven die past bij die zin. Om te stoppen voor een discussie of om de oefening te beëindigen kan “dat was ’t” worden gebruikt. Als er gestopt is voor een discussie, moet de coach opnieuw “start” zeggen om de oefening te hervatten.
TR 2½ “Toen ik nog jong was, hield ik me aan de wet...”
STUDENT
COACH
De student is voor de oefening geslaagd wanneer hij ervan overtuigd is dat hij iemand anders naar believen door kan laten praten.
“...en besprak elke situatie met mijn vrouw.”
“Uh-huh.”
COACH
36
STUDENT
COACH
STUDENT
Nummer: TR 3 Naam: Een vraag beantwoord krijgen Doel: Je de vaardigheid eigen maken om een op zichzelf staande, exacte vraag beantwoord te krijgen, ondanks factoren die je daarvan af zouden kunnen brengen. Hebt u wel eens een vraag gesteld zonder dat u daarop een antwoord kreeg? Dit kan iemand van streek maken omdat dan de communicatiecyclus niet voltooid is, waardoor die blijft hangen. In sociale en andere situaties is het belangrijk in staat te zijn uw vraag beantwoord te krijgen en communicatiecyclussen te voltooien. Deze oefening geeft u het vermogen daartoe. Opdrachten: “Zwemmen vissen?” of “Vliegen vogels?” Positie: De student en de coach zitten tegenover elkaar, op een gemakkelijke afstand. Nadruk bij de training: Eén vraag en één bevestiging van het antwoord door de student in één tijdseenheid die daarmee beëindigd is. Er wordt voorkomen dat de student van de vraag afdwaalt en deze in een afwijkende vorm gaat stellen. De student wordt geflunkt wanneer hij er niet in slaagt een antwoord te krijgen op een door hem gestelde vraag, wanneer hij er niet in slaagt de vraag exact te herhalen, en wanneer hij Q&A’t met afleidingsmanoeuvres van de coach. Q&A is een afkorting van “Question and Answer” (Vraag en Antwoord). Het betekent: geen antwoord op je vraag krijgen, er niet in slagen iets te voltooien, of afwijken van het geplande verloop van een actie. Voorbeeld: Vraag: “Vliegen vogels?” Antwoord: “Ik hou niet van vogels.” Vraag: “Waarom niet?” Antwoord: “Omdat ze smerig zijn.” Dit is Q&A – de oorspronkelijke vraag is niet beantwoord; men heeft die laten vallen, en degene die de vraag stelde is ervan afgeweken. Men zou kunnen zeggen dat hij “Q&A-de”. Iedere keer wanneer een bepaalde vraag wordt herhaald, bestaat deze theoretisch zuiver en alleen op zijn eigen moment in de tijd en wordt met de bijbehorende intentie in het heden gesteld. Wanneer een student zich gedraagt als een machine die gewoon een bepaalde vraag keer op keer herhaalt, is er geen sprake van intentie. Wanneer men een vraag herhaalt, moet men hem dus in het heden stellen, op zichzelf, met de bijbehorende intentie. Als een vraag steeds in het heden wordt geuit, kan hij zonder enig probleem keer op keer worden gesteld. Maar als een vraag keer op keer wordt herhaald zonder nieuwe intentie, wordt het moeilijk.
37
Terminologie: De coach gebruikt “start” en “dat was ’t” zoals in de voorgaande TR’s. De coach is na de start niet verplicht om de vraag van de student te beantwoorden; hij mag, om de student van zijn stuk te brengen, een commentaarachtig antwoord geven, dat de vraag niet werkelijk beantwoordt. Maar de coach behoort de feitelijke vraag van de student wel vaak te beantwoorden. Voorbeeld: Student: “Zwemmen vissen?” Coach: “Ja.” Student: “Goed.” Iets minder vaak probeert de coach de student tot Q&A te verleiden of de student in verwarring te brengen. Voorbeeld: Student: “Zwemmen vissen?” Coach: “Heb je geen honger?” Student: “Ja.” Coach: “Flunk.” Wanneer de vraag niet beantwoord is, moet de student hem herhalen totdat hij er een antwoord op krijgt. Alles behalve het stellen van de vraag en het geven van een bevestiging wordt geflunkt. Onnodig herhalen van de vraag wordt geflunkt. Wanneer de vraag niet goed gesteld wordt (bijvoorbeeld wanneer de intentie ontbreekt) is dat een flunk. Voor een zwakke bevestiging wordt de student geflunkt. Q&A wordt geflunkt (zoals in het voorbeeld). Wanneer de student van zijn stuk raakt of in verwarring wordt gebracht, krijgt hij een flunk. Wanneer de student er niet in slaagt om de volgende vraag te stellen zonder een lange communicatievertraging wordt hij geflunkt. Een afkappende of voortijdige bevestiging wordt geflunkt. Niet (of met een duidelijke communicatievertraging) bevestigen wordt geflunkt. Wat de coach ook zegt – met uitzondering van een antwoord op de vraag, “start”, “flunk”, “goed” of “dat was ’t” – mag op de student geen andere invloed hebben dan dat hij de vraag opnieuw herhaalt. “Start”, “flunk”, “goed” en “dat was ’t” mogen niet worden gebruikt om de student van de wijs te brengen of in de val te laten lopen. Maar alle mogelijke andere bewoordingen zijn wel toegestaan. De coach mag geen introverterende opmerkingen maken, zoals: “Ik realiseerde me net iets.” Alle “afleidende opmerkingen” van de coach moeten betrekking hebben op de student, niet op de coach, en moeten bedoeld zijn om de student van zijn stuk te brengen en hem de controle te laten verliezen of in de war te brengen over waar hij mee bezig is. De taak van de student
38
is om ondanks alles met de oefening door te gaan, waarbij hij alleen maar gebruik mag maken van de vraag of een bevestiging. Als de student iets anders doet dan het bovenstaande, is het een flunk en moet de coach hem dat zeggen. Wanneer de student onveranderlijk zijn vraag beantwoord krijgt, ondanks pogingen om hem af te leiden, is hij voor de oefening geslaagd.
TR 3
? “Je haar ziet er niet uit.”
“Vliegen vogels?”
STUDENT
COACH
STUDENT
COACH
2
1
?
“Ja, vogels vliegen.”
“Vliegen vogels?”
“Dank je.”
COACH 3
STUDENT
COACH
STUDENT
4
39
Nummer: TR 4 Naam: Het behandelen van originaties Definitie: Zoals het woord originatie in deze oefening wordt gebruikt, betekent het “iets wat door iemand onverwacht uit eigen beweging wordt gezegd of gedaan terwijl dat betrekking heeft op hemzelf, zijn ideeën, reacties of moeilijkheden”.
TR 4
? “Zwemmen vissen?”
1
COACH
STUDENT
“Het is hier te warm.”
COACH
STUDENT
2
“Ik snap het. Ik zal de airconditioning aanzetten.”
“Hoe gaat het nu?” “Beter. Dank je.” “Mooi. Zwemmen vissen?”
COACH 3
40
STUDENT
COACH 4
STUDENT
Doel: De student te leren niet met zijn mond vol tanden te staan, uit het veld geslagen te zijn of in verwarring te raken door de originaties van iemand anders, en gedurende een originatie goed in communicatie te blijven. Mensen zeggen vaak de meest verbazingwekkende dingen en overrompelen je daar volkomen mee. Bijna elke onenigheid die u hebt gehad, werd veroorzaakt doordat u verzuimd had een originatie af te handelen. Als er iemand binnenkomt die u vertelt dat hij zojuist geslaagd is met de hoogste cijfers van de hele school, en u zegt dat u honger hebt, zult u in een ruzie verwikkeld raken. Hij voelt zich genegeerd. Het afhandelen van een originatie bestaat er alleen maar uit dat u de persoon laat weten dat u hebt gehoord wat hij zei. Dit zou je een vorm van bevestigen kunnen noemen, maar dat is het niet; het is een omkering van de communicatieformule. Degene tegen wie u aan het praten was, is nu het oorzaakpunt van de communicatie en praat nu tegen u. Daarom hoort u nu zijn originatie af te handelen en dan pas weer de rol van oorzaakpunt op u te nemen om de oorspronkelijke communicatiecyclus te voltooien. Opdrachten: De student vraagt aan de coach: “Zwemmen vissen?” of “Vliegen vogels?” De coach geeft antwoord, maar maakt af en toe opmerkingen die de student van zijn stuk zouden kunnen brengen; hij gebruikt daarvoor het geprepareerde originatieblad dat op bladzijde 46 staat. De student moet de originaties afhandelen naar tevredenheid van de coach. Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar. Nadruk bij de training: De student moet leren originaties te horen en drie dingen te doen: (1) de originatie begrijpen; (2) haar bevestigen; en (3) de persoon terug laten keren naar de oorspronkelijke communicatiecyclus zodat deze kan worden voltooid. Als de coach het gevoel heeft dat het abrupt gebeurt of dat het te lang duurt of dat er een gebrek aan begrip bestaat, corrigeert hij de student zodat deze leert originaties beter af te handelen. Terminologie: Alle originaties hebben betrekking op de coach, of zijn ideeën, reacties of moeilijkheden; geen ervan heeft betrekking op de student. Verder is de terminologie gelijk aan die van de eerdere TR’s. De terminologie van de student wordt door het volgende bepaald: (1) het krijgen van duidelijkheid over en het begrijpen van de originatie, (2) het bevestigen van de originatie, (3) het herhalen van de vraag. Iets anders doen is een flunk. De student moet leren om onenigheden te voorkomen en onderscheid te maken tussen een echt probleem waar de ander mee zit en een loutere poging van de ander
41
om hem van zijn stuk te brengen. De student krijgt een flunk als hij meer doet dan (1) begrijpen; (2) bevestigen; (3) de persoon terug laten keren naar de oorspronkelijke communicatiecyclus. De coach mag er tijdens TR 3 opmerkingen tussendoor gooien die over de student gaan. Als de student er niet in slaagt om onderscheid te maken tussen dit soort commentaar (dus als hij probeert het af te handelen) en originaties van de coach over zichzelf, wordt hij geflunkt. De student moet altijd, bij elke TR, geflunkt worden wanneer hij er niet in slaagt te volharden, maar bij TR 4 des te meer. Als de coach iets wil origineren, moet hij daarvoor niet altijd het originatieblad raadplegen; hij kan ook een eigen originatie verzinnen. En hij moet niet altijd naar de student kijken als hij op het punt staat commentaar te leveren. Met origineren wordt bedoeld dat de coach “een uitspraak doet of een opmerking maakt over de toestand waarin hij zogenaamd verkeert of over de zorgen, gevoelens, opvattingen, enzovoort die hij zogenaamd heeft”. Met commentaar leveren wordt bedoeld dat de coach “een mededeling doet of een opmerking maakt die alleen op de student of op de kamer slaat”. Originaties moeten door de student worden afgehandeld, commentaar moet door de student worden genegeerd. Voorbeeld: Student: “Vliegen vogels?” Coach: “Ja.” Student: “Dank je.” Student: “Vliegen vogels?” Coach: “Ik ben gisteren wezen vissen.” Student: “Bedankt dat je me dit vertelt. Vliegen vogels?” Coach: “Ja, ze vliegen.” Student: “Heel goed.” Wanneer de student originaties vlot en tactvol kan behandelen zonder met zijn mond vol tanden te staan of in verwarring te raken, en gedurende een originatie goed in communicatie kan blijven, is hij voor deze oefening geslaagd.
42
COACHEN Coachen is een technologie op zichzelf; het is een essentieel onderdeel van Scientology studies. U zowel als uw partner zouden deze technologie grondig moeten begrijpen voordat u een van de TR’s begint te oefenen. Goed coachen kan voor de student het verschil uitmaken tussen een oefening waar hij met uitstekende resultaten doorheen komt en een oefening waar hij helemaal niet doorheen komt. Om u te helpen zo goed mogelijk te coachen, treft u hieronder wat informatie aan die u daarbij tot steun zal zijn: 1. Coach doelgericht. Wanneer u een student coacht, heb dan als doel dat hij de oefening correct leert doen; werk er bewust naar toe dat dit doel wordt bereikt. Wanneer u als coach de student corrigeert, doe dit dan niet zonder reden of doel. Houd als doel voor ogen dat de student de oefening beter gaat begrijpen en dat hij haar naar zijn beste vermogen leert doen. 2. Coach met werkelijkheidszin. Wees reëel bij het coachen. Wanneer u iets origineert tegenover een student, zeg dan niet gewoon iets wat u volgens het originatieblad moet zeggen maar zorg dat het werkelijk een originatie is, zodat het net is alsof de student het op precies dezelfde wijze moet afhandelen als wanneer u het onder werkelijke omstandigheden in een echte situatie had gezegd. Maar dat wil niet zeggen dat u werkelijk alles voelt wat u tegen de student zegt, zoals wanneer u tegen hem zegt: “Mijn been doet pijn.” Dan betekent het niet dat uw been pijn moet doen; u moet het op zo’n manier zeggen dat het op de student overkomt alsof uw been pijn doet. Een ander punt hierbij is dat u geen ervaringen uit uw eigen verleden moet gebruiken om mee te coachen. Wees vindingrijk in het heden.
3. Coach met intentie. Altijd als u coacht zou u op de achtergrond de intentie moeten hebben dat de student zich aan het einde van de oefening ervan bewust is dat hij het nu beter doet dan aan het begin. De student moet het gevoel hebben dat hij met de oefening iets heeft bereikt, hoe gering dit misschien ook is. U hebt de intentie – en zo zou het bij het coachen altijd moeten zijn – dat de student die u aan het coachen bent bekwamer wordt en meer begrip krijgt van datgene waarin hij wordt gecoacht.
4. Pak bij het coachen slechts één ding tegelijk op. Als de student bijvoorbeeld bij TR 4 het doel benadert dat beschreven staat voor TR 4, ga dan één voor één de eerdere TR’s na. Confronteert hij u? Stelt hij u iedere keer de vraag alsof het een originatie van hemzelf is, en had hij werkelijk de intentie dat u zijn communicatie zou ontvangen? Maken zijn bevestigingen een einde aan de communicatiecyclussen, enzovoort. Maar coach deze punten één voor één, nooit twee of meer tegelijk. Zorg ervoor dat de student elk punt waarop u hem coacht op
43
de juiste manier doet voordat u overgaat op de volgende stap. Naarmate een student beter wordt in het doen van een bepaalde oefening of een bepaald onderdeel van een oefening, zou u als coach moeten verlangen dat hij aan een hogere standaard van bekwaamheid gaat voldoen. Dit betekent niet dat u “nooit tevreden” zou moeten zijn. Het betekent wel dat iemand altijd beter kan worden in wat hij doet; wanneer u hem op een bepaald niveau van bekwaamheid hebt gebracht, werk dan toe naar een nieuw niveau. Maar als u merkt dat de student het moeilijk heeft bij een van de oefeningen, dan is het eerste wat u moet doen: hem de tekst van de oefening door laten kijken om te zoeken naar woorden die hij niet helemaal had begrepen en hem die laten opzoeken in een woordenboek. Als de situatie hierdoor niet verbetert, ga dan na of er een eerdere oefening is waar hij in vast is blijven zitten. Als u merkt dat dit het geval is, moet u teruggaan naar die eerdere oefening en hem daar doorheen krijgen tot hij ervoor slaagt. Daarna begint u met de daaropvolgende oefening en oefent hem daarin tot hij ervoor slaagt; kom op deze wijze weer omhoog door de latere oefeningen heen. Als coach zou u altijd moeten toewerken naar beter en exacter coachen. Sta uzelf nooit toe slecht werk te leveren als coach, omdat u daarmee de student een slechte dienst bewijst, en we betwijfelen of u het op prijs zou stellen als u hetzelfde zou overkomen. Geef bij het coachen nooit uw mening als zodanig; geef uw aanwijzingen altijd in de vorm van een directe mededeling in plaats van te zeggen: “Ik denk” of “Wel, misschien moet het zo”, enzovoort. Wanneer u de coach bent, ligt de verantwoordelijkheid voor de oefening en de resultaten die de student behaalt, hoofdzakelijk bij u. Af en toe komt het voor dat een student, wanneer hij iets fout doet, begint uit te leggen wat hij aan het doen is, en het begint goed te praten. Hij gaat u allerlei “waaroms” en “omdats” geven. Maar als je lang over dit soort dingen blijft praten, bereik je niet veel. Het enige waardoor het doel van de oefening bereikt zal worden en waardoor alle meningsverschillen zullen worden opgelost is het doen van de oefening. Je komt verder door het te doen dan door erover te praten. Voor het coachen van de TR’s moet de coach de gegevens gebruiken die vermeld staan onder “Nadruk bij de training” en “Doel”. Zo nu en dan kunnen deze oefeningen de student van streek maken. De kans bestaat dat de student tijdens een oefening boos wordt of overstuur raakt. Mocht dit gebeuren, dan moet de coach de student door de ontsteltenis heen helpen in plaats van de oefening te beëindigen en hem misnoegd achter te laten. Als je hem in zo’n geval gewoon laat zitten, zal hij in feite meer overstuur raken dan wanneer je hem door de oefening heen helpt. De bedoeling van de oefening is dat de student leert communiceren en iedere ontsteltenis is zuiver een bijkomstigheid die geen rol speelt bij de oefening.
44
Er is een klein puntje dat de meeste mensen over het hoofd zien en dat is dat je het de student moet vertellen als hij de oefening op de juiste manier heeft gedaan of
als hij goed werk heeft geleverd bij een bepaalde stap. Je moet niet alleen fouten corrigeren maar iemand ook complimenteren met wat hij goed doet. Je moet de student heel beslist “flunken” voor alles wat neerkomt op “zelfcoachen” (waarbij de student gaat proberen zichzelf te corrigeren). De reden waarom dit geflunkt wordt is dat de student door zelf-coachen de neiging krijgt om te introverteren (naar binnen te kijken) en te veel zal gaan letten op wat hij doet en hoe hij het doet in plaats van het gewoon te doen. Je moet als coach je aandacht gericht houden op de student en hoe het met hem gaat, en niet zo geïnteresseerd raken in wat jezelf aan het doen bent dat je de student veronachtzaamt en je niet bewust bent van zijn vermogen of onvermogen om de oefening op de juiste manier te doen. Het is niet zo moeilijk om “interessant” te gaan doen tegenover een student, hem aan het lachen te maken en je een beetje aan te stellen. Maar je voornaamste taak als coach is in de gaten te hebben hoe ver hij het kan brengen bij elke oefening; dat is waar je aandacht op gericht moet zijn; en niet alleen dat, maar ook of het goed met hem gaat. De vooruitgang van de student wordt in hoge mate bepaald door het niveau van het coachen. Uit goede resultaten komen betere mensen voort. Zodra u en uw partner hebben begrepen wat coachen inhoudt, bent u klaar om de TR’s te gaan oefenen. Om de oefeningen met succes onder de knie te krijgen is het van het grootste belang dat u ze exact doet zoals ze staan beschreven. Het kost u uren en uren oefenen om u erin te perfectioneren, maar die tijd is goed besteed. Elk van de TR’s wordt gedaan totdat de student het doel van de oefening heeft bereikt en die TR kan doen. De student moet misschien vele uren besteden aan elke TR voordat hij zich werkelijk de vaardigheid eigen heeft gemaakt die behoort bij die TR, en die vaardigheid behoudt. Dit geldt vooral voor TR 0 Er zijn, TR 0 Confronteren en TR 0 Bullbaiten. Er is één TR waarvoor een specifieke tijdsduur geldt als vereiste om ervoor te slagen: op TR 0 Confronteren moet de student oefenen tot hij een punt heeft bereikt waarop hij de oefening gedurende twee uur aan één stuk gemakkelijk kan doen. De coach werkt met de student aan een bepaalde TR tot een punt waarop het vermogen van de student om de oefening goed te doen, groter geworden is. Het is echter beter om verscheidene keren door de TR’s heen te gaan – van TR 0 Er zijn tot TR 4, in de juiste volgorde, waarbij men iedere keer hogere eisen stelt – dan eeuwig op één oefening te blijven steken of als coach in het begin zulke hoge eisen te stellen dat de student achteruitgaat. Dank zij hard, doch eerlijk coachen, en een goede, stapsgewijze aanpak, zal de voltooiing van de TR’s voor de student betekenen dat hij zekerheid heeft verworven over zijn bekwaamheid in het toepassen van de communicatieformule in elke situatie waar hij mee kan worden geconfronteerd. En dat is een van de meest waardevolle bekwaamheden die hij zich ooit eigen zal maken.
45
Originatieblad De coach gebruikt dit van tijd tot tijd bij Training Routine Nummer 4 Het behandelen van originaties
Ik heb pijn in mijn maag. De kamer lijkt groter. Mijn lichaam voelt zwaar aan. Ik kreeg een zenuwtrekking in mijn been. Ik heb het gevoel dat ik zink. De kleuren in de kamer zijn helderder. Mijn hoofd voelt scheef aan. Ik voel me geweldig. Ik ben verschrikkelijk bang. Jij bent de eerste die ooit naar me geluisterd heeft. Ik besef net dat ik jarenlang hoofdpijn heb gehad. Dit is idioot. Ik voel me helemaal in de war. Ik heb een stekende pijn in mijn rug. Ik voel me op de een of andere manier lichter. Dat kan ik je niet zeggen. Ik voel me verschrikkelijk – alsof ik iets verloren heb, of zoiets. Hé – dat wist ik nog niet. De kamer lijkt donker te worden. Ik voel me verschrikkelijk gespannen. Je hebt hier wel een mooie werkkamer. Ik heb het overal warm. Tussen haakjes, ik heb gisteren dat tennistoernooi gewonnen. Mijn hoofd voelt aan alsof er een strakke band omheen zit. Wanneer ga je naar de kapper? Ik voel me alsof ik op de een of andere manier helemaal ingesloten ben. Wie gaat de bekerfinale winnen? Vervolg op de volgende bladzijde...
46
Deze stoel zit zo lekker dat ik hier best zou kunnen slapen. Ik moet steeds maar denken aan die agent die vanmorgen naar mij op zijn fluit stond te blazen. Hoe lang moeten we dit nog doen? Mijn gezicht tintelt. Ik krijg slaap. Ik val om van de honger. Laten we gaan lunchen. Ik voel me opeens zo moe. Alles wordt wazig. Gaat deze kamer heen en weer? Ik realiseer me net dat ik het mijn hele leven bij het verkeerde eind heb gehad. Ik heb het gevoel dat er een spinnenweb op mijn gezicht zit. Mijn linkerknie doet zeer. Ik voel me zo licht! Wordt het hier niet warmer? Ik herinner me net de eerste keer dat ik ging zwemmen. Die pijn in mijn rug heb ik al jaren. Ben je getrouwd? Ik voel me zo eenzaam. Ik heb het gevoel dat ik niet kan praten. Mijn lichaam begint helemaal te trillen. M’n ribben doen zeer. Alles lijkt wel donker te worden. Word je er niet moe van om naar iemand als ik te luisteren?
47
COMMUNICEREN IS LEVEN Iemands vermogen om te communiceren kan het verschil betekenen tussen succes of mislukking op alle terreinen van het leven. U zult merken dat diegenen die u kent die succesvol zijn in wat ze ondernemen, over het algemeen een groot vermogen tot communiceren hebben; en dat diegenen die niet succesvol zijn, dat vermogen niet hebben. Communicatie is niet alleen maar een manier om het in het leven te redden, het is de kern van het leven. Het is een factor die tientallen malen belangrijker is dan alle andere factoren in het begrijpen van het leven en in het tot een succes maken van uw eigen leven. Intuïtief bewonderen we de grote kunstenaar, de kunstschilder of de musicus, en de samenleving als geheel ziet tegen hen op alsof ze anders zijn dan anderen. En dat zijn ze ook. Maar het begrijpen en vakkundig gebruiken van communicatie is niet voorbehouden aan de kunstenaar, het is weggelegd voor iedereen. Als we het onderwerp communicatie in zijn totaliteit bekijken, ontdekken we al gauw dat er op de keper beschouwd maar heel weinig mensen om ons heen zijn die werkelijk communiceren, en dat er velen zijn die denken dat ze communiceren terwijl ze dat niet doen. Soms lijkt het dat het beter is om niet te communiceren dan wel te communiceren, maar dat is nooit werkelijk het geval. Communicatie is de oplossing voor elk probleem van de mens. Maar we beschikten vóór Scientology niet over inzicht in wat communicatie is. Grondige kennis van de communicatieformule en begrip van de mogelijkheden om alle problemen bij de toepassing ervan te herkennen en corrigeren, zijn hoogstnoodzakelijke hulpmiddelen voor een succesvol leven. Met de informatie en de oefeningen uit dit boekje kan men beginnen de weg naar succes in te slaan. En men kan op dit gebied een professioneel niveau bereiken in Scientology Kerken op de Hubbard Professionele TR Cursus. Daar is deskundige supervisie en volledige informatie over het onderwerp beschikbaar voor diegenen die hun vermogen om te communiceren willen perfectioneren. Communiceren is leven. Als we niet communiceren zijn we voor iedereen dood.
We zijn zo levend als we kunnen communiceren.
48
PRAKTIJKOEFENINGEN Hier volgen oefeningen met betrekking tot communicatie. Als u deze oefeningen doet, zal dit u helpen uw begrip van de informatie in dit boekje te vergroten.
1
Kijk om u heen en observeer voorbeelden van de verschillende componenten van communicatie; merk op welke componenten er wel worden gebruikt en welke er niet worden gebruikt in de gesprekken die u observeert (let onder andere op intentie, aandacht, duplicatie en begrip, en merk op of de betrokkenen inderdaad oorzaakpunt of ontvangstpunt zijn). Ga door met het observeren van communicaties die om u heen plaatsvinden totdat u gemakkelijk de verschillende componenten van communicatie kunt herkennen en ook kunt herkennen welke componenten afwezig zijn of niet correct worden gebruikt.
2
Merk bevestigingen op tijdens communicaties. Observeer twee mensen die met elkaar praten en let vooral op het gebruik dat ieder maakt van bevestigingen. Merk ook het ontbreken van bevestigingen op. Welke verschillen observeert u in communicaties waarbij er bevestigingen aanwezig zijn vergeleken met communicaties waarbij die niet aanwezig zijn?
3
Observeer twee-richtings-communicatie tussen twee mensen. Merk op of de communicatie wel of niet soepel verloopt en observeer de verschillende elementen van goede communicatie of de afwezigheid ervan. Observeer andere twee-richtings-communicatiecyclussen en herhaal daarbij deze oefening.
4
Doe elk van de TR’s. Werk samen met iemand anders als uw partner en doe de oefeningen, te beginnen met TR 0 Er zijn. Doe iedere oefening precies zoals in het boekje beschreven staat, waarbij u elkaar op de juiste wijze coacht, totdat u en uw partner elke oefening voltooid hebben en ervoor geslaagd zijn.
49
RESULTATEN UIT DE PRAKTIJK D
e mate van iemands succes staat in rechtstreeks verband met zijn niveau van communicatie. In de buurt van mensen die de grondbeginselen van goede communicatie begrijpen, voelen anderen zich op hun gemak, en zij voelen zich begrepen en gewaardeerd. Kortom, deze mensen geven anderen het gevoel waardevol en belangrijk te zijn. De onderstaande verhalen getuigen van het feit dat iemand net zo levend is als hij kan communiceren, en dat communicatie het universele middel is waarmee alles kan worden opgelost.
Een moeder ondervond grote problemen
in de communicatie met haar dochter van zestien. Hun verstandhouding kwam zelfs nog verder onder druk te staan toen ze
ontdekte dat haar dochter verdovende middelen gebruikte. Dit is wat ze te zeggen had over een Scientology Communicatie Cursus die ze samen met haar dochter had gevolgd als onderdeel van een programma om van de drugs af te komen: “Deze cursus vergde maar een paar uur per dag. Destijds praatten mijn dochter en ik eigenlijk niet echt met elkaar. Het was meestal alleen maar ‘hallo’ en ‘tot ziens’. De Communicatie Cursus hielp ons niet alleen weer met elkaar in communicatie te komen, maar leerde ons ook een aantal zeer waardevolle dingen over het communiceren met anderen. We leerden hoe je je op je gemak kunt voelen in de buurt van andere mensen, hoe je efficiënt kunt praten zowel als luisteren, en hoe je je eigen problemen en problemen in het algemeen onder ogen kunt zien in plaats van ervan weg te lopen. De dingen die we in die paar uren leerden, zullen ons ons leven lang bijblijven.”
E
VERBETERINGEN VAN TRAINING IN DE COMMUNICATIEFORMULE Mensen die hun Scientology training in communicatie voltooiden, werden gevraagd hun belangrijkste succes van hun cursus te beschrijven.
19%
44% Drastisch verbeterde bekwaamheid om te communiceren
Oorzakelijker in het leven
8% 7% 10% Diversen
50
5%
7%
Verhoogd vermogen het leven onder ogen te zien
Verbeterd begrip Verhoogde spirituele bekwaamheden
Verbeterde persoonlijke stabiliteit
en verpleegster die als vrijwilligster werkte, zat in een taxi met verscheidene andere mensen toen ze werden overvallen door een woedende man die met een mes zwaaide. Op dat moment vroeg ze zich af: “Welk van de gegevens die ik heb geleerd tijdens de Scientology workshops die ik heb bijgewoond, zou ik nu kunnen toepassen?” Ze had iets over communicatie geleerd en besloot dat ze alleen maar de man en de situatie hoefde te confronteren en haar communicatievaardigheden hoefde te gebruiken. Ze begon toen rustig met de man te praten; ze vertelde hem dat hij niets moest doen waar hij later spijt van zou hebben, alleen maar voor een beetje geld. Dit klonk de misdadiger logisch in de oren
en hij gaf het geld terug aan iedereen in de taxi. Ze was er trots op dat ze in staat was gebleken de situatie op te lossen door de communicatievaardigheden te gebruiken die ze had opgedaan in de Scientology workshops.
E
en jongeman die ernstig depressief was, zocht letterlijk naar een hoog gebouw waar hij van af kon springen. Gelukkig had hij er nog geen gevonden dat hoog genoeg was toen een vriend hem adviseerde in plaats daarvan bij Scientology een Communicatie Cursus te doen. Hij nam die raad aan, en hoewel hij nauwelijks kon lezen, deed hij die cursus. In zijn eigen woorden: “Ik werd van iemand die een spijker wilde zijn tot iemand die de hamer was. Het veranderde mijn leven volkomen! Mijn vrienden konden niet geloven hoe ik zo wonderbaarlijk kon veranderen.”
E
en jonge vrouw beleefde de tijd dat zij als tiener opgroeide als heel moeilijk omdat ze niet met haar ouders kon communiceren op de manier zoals ze dat graag wilde. Ze vertelde: “Ik hield van mijn ouders, maar soms drong mijn communicatie maar niet tot hen door. Natuurlijk gaf ik de schuld daarvan aan hen. Toen ik de communicatieformule geleerd had en geleerd had wat twee-richtingscommunicatie was, ontdekte ik tot mijn grote verrassing dat het heel gemakkelijk was om met mijn ouders te praten. We kunnen nu bijna over alles praten en er bestaat nu begrip tussen ons terwijl dat er vroeger niet was. We voelen meer genegenheid voor elkaar en ik voel me daar heel goed over. Wat heeft dit mijn leven veranderd. Dank u wel, meneer Hubbard.”
Een jonge vrouw die kort daarvoor iets te
weten was gekomen over de communicatie-
technologie van L. Ron Hubbard, liep op een avond naar huis met haar man toen ze plotseling piepende remmen en een plof hoorden. Ze liepen snel naar de plaats van het ongeluk – een man was geraakt door een auto die bestuurd werd door een dronken automobilist. De vrouw zei dat ze in staat was een heleboel verwarring op te lossen, alleen maar doordat ze de communicatieformule kende en gebruikte, en doordat ze wist hoe je een situatie onder controle kon brengen: “De man had duidelijk veel pijn. Mijn man begon onmiddellijk met het toepassen van elementaire Scientology technieken om de man te helpen en zei tegen mij dat ik wat orde in de omgeving moest scheppen. Dus ik haalde de dronken bestuurder en de vier andere tegendraadse, dronken mannen uit hun auto en hield hen onder controle. Tegen die tijd was er een menigte van bijna vijftig mensen samengestroomd en binnen een paar minuten had ik deze ook onder controle met datgene wat ik over communicatie had geleerd. Toen de politiemensen verschenen, hoefden ze bijna niets meer te doen. Ik vertelde een van hen wat we tot dusverre hadden gedaan. Maar een andere agent, die ons gesprek niet had gehoord, vroeg ons achter het lint te gaan staan dat ze hadden gespannen. De agent met wie ik had gesproken zei tegen hem: “Zij niet, zij is degene die ons werk heeft gedaan!” De bestuurder werd meegevoerd en in de cel gezet, en met de aangereden man die naar het ziekenhuis werd gebracht, ging het al veel beter. Wij werden naar het politiebureau gebracht om een getuigenverklaring te schrijven; de politie bedankte ons. De brigadier zei tegen ons dat hij graag zou zien dat veel meer mensen konden doen wat wij hadden gedaan. Dit spul werkt!”
51
VERKLARENDE WOORDENLIJST actiecyclus: de verschillende stadia die een actie doorloopt. De actie wordt begonnen, wordt voortgezet zolang dat nodig is en wordt dan volgens plan voltooid. affiniteit: liefde; aardig, prettig of mooi vinden, of welke andere emotionele houding ook; de mate waarin men iemand of iets leuk vindt of mag. De basisdefinitie van affiniteit is het de consideratie van afstand, hetzij in positieve, hetzij in negatieve zin. beschouwen: overwegen en beoordelen. bevestigen: (iemand) een bevestiging geven. Zie ook bevestiging in deze Verklarende Woordenlijst. bevestiging: iets dat gezegd of gedaan wordt om een ander te laten weten dat zijn mededeling of actie is opgemerkt, en dat het begrepen en ontvangen is. bullbaiten: vinden door welke acties, woorden, uitdrukkingen, manieren of onderwerpen de student die de oefening doet, wordt afgeleid, omdat ze veroorzaken dat hij op de coach reageert. Bullbaiten is een van de acties van de coach bij bepaalde Training Routines. Het woord bullbaiten is afgeleid van een “sport” die bedreven werd in Engels- en Spaanstalige landen, baiting (pesten) genaamd; het hield in dat honden werden opgehitst tegen een geketende stier (bull). Zie ook Training Routines in deze Verklarende Woordenlijst. button: een ding, woord, gezegde, onderwerp of gebied dat bij iemand een antwoord of een reactie uitlokt. communicatie: het verplaatsen van een deeltje van de ene plaats in de ruimte naar een andere plaats in de ruimte. (Een deeltje is datgene wat gecommuniceerd wordt. Dat kan een voorwerp zijn, een geschreven boodschap, een gesproken woord of een idee.) Dit is de meest elementaire omschrijving van wat communicatie werkelijk is. communicatievertraging: de tijd die verloopt tussen het moment van het stellen van een vraag en het moment waarop die specifieke vraag beantwoord wordt door degene aan wie de vraag gesteld was. confronteren: iets onder ogen zien zonder een spier te vertrekken of het te ontwijken. Het vermogen om te confronteren is in wezen het vermogen om er op het gemak te zijn en waar te nemen. Dianetics: het woord Dianetics is afgeleid van de Griekse woorden dia, wat “door” betekent en nous, wat “ziel” betekent. Dianetics is een methodologie die ontwikkeld is door L. Ron Hubbard en die aandoeningen, zoals ongewenste gewaarwordingen en emoties, irrationele angstgevoelens, en psychosomatische ziektes kan verlichten. Zij wordt het nauwkeurigst omschreven als wat de ziel het lichaam aandoet via het verstand. duplicatie, iets dupliceren: (mentaal) iets exact reproduceren. grote stabiele win: zie win in deze Verklarende Woordenlijst.
52
het heden (de tegenwoordige tijd): de tijd die zich nu voordoet en die verleden tijd wordt zo gauw hij waargenomen is. Deze term wordt gemakshalve gebruikt om de omgeving aan te duiden zoals die op dit moment bestaat. oefening: een leer- of trainingsmethode waarbij iemand een bepaalde procedure keer op keer herhaalt om zijn of haar vaardigheid daarin te perfectioneren. Q&A: een afkorting van “Question and Answer” (Vraag en Antwoord). Het betekent geen antwoord op je vraag krijgen, er niet in slagen iets te voltooien of afwijken van het geplande verloop van een actie. Voorbeeld: Vraag: “Vliegen vogels?” Antwoord: “Ik houd niet van vogels”. Vraag: “Waarom niet?” Antwoord: “Omdat ze smerig zijn”. De oorspronkelijke vraag is niet beantwoord; men heeft die laten vallen, en degene die de vraag stelde is ervan afgeweken – dit is Q&A. Men zou kunnen zeggen dat hij “Q&A-de”. realiteit: datgene wat er lijkt te zijn. Realiteit is fundamenteel gezien overeenstemming; de mate van instemming die mensen met elkaar hebben bereikt. Iets is reëel als we met elkaar instemmen dat het reëel is. Scientology: een toegepaste, religieuze filosofie die door L. Ron Hubbard ontwikkeld is. Het is de studie en behandeling van het spirituele in relatie tot zichzelf, universa en ander leven. Het woord Scientology is afgeleid van het Latijnse scio, dat “ik weet” betekent en het Griekse woord “logos”, waarvan de betekenis is: “het woord of de uiterlijke vorm waarmee de innerlijke gedachte uitgedrukt en bekendgemaakt wordt”. Aldus betekent Scientology “weten over het weten”. terminal: een persoon, een plaats of een functie die een communicatie kan ontvangen, doorgeven of uitsturen. TR: afkorting voor Training Routine. Zie Training Routines in deze Verklarende Woordenlijst. Training Routines: oefeningen die iemand in staat stellen het niveau van zijn communicatievaardigheden te verbeteren. Ieders vermogen om met anderen te communiceren kan door het doen van deze oefeningen enorm verbeterd worden. win: de verwezenlijking van een gewenste verbetering bijvoorbeeld wanneer iemand ziet dat zijn vermogen om te communiceren groter is geworden, of wanneer hij zich beter voelt of een grotere zekerheid heeft gekregen op een bepaald gebied van zijn leven. Wanneer een student bij een van de Training Routines het punt heeft bereikt waarop hij die oefening kan doen en zijn vaardigheid daarin en zijn vermogen om het toe te passen stabiel zijn, wordt dit een belangrijke stabiele win genoemd. Een belangrijke stabiele win is een aanzienlijke, blijvende vooruitgang. Zie ook Training Routines in deze Verklarende Woordenlijst.
OVER L. RON HUBBARD L
Ron Hubbard werd geboren in Tilden, Nebraska, op 13 maart 1911. Zijn pad vol ontdekkingen en toewijding aan zijn medemens begon al op jeugdige leeftijd. Tegen de tijd dat hij negentien jaar oud was, had hij al meer dan 400.000 kilometer gereisd en de culturen van Java, Japan, India en de Filippijnen onderzocht. Bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten in 1929, hervatte Ron zijn formele opleiding en studeerde hij wiskunde, techniek en, toen een heel nieuw studiegebied, kernfysica. Elk ervan vormde een onmisbaar gereedschap voor zijn verdere onderzoek. Om dat onderzoek te financieren begon hij in het begin van de jaren dertig aan een literaire carrière en werd al gauw een van de meest gelezen schrijvers van populaire verhalen. Zijn hoofddoel verloor hij daarbij echter nooit uit het oog; zijn onderzoek in die richting zette hij voort door middel van uitgebreide reizen en expedities. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kwam hij als tweede luitenant in dienst bij de Amerikaanse Marine en diende als gezagvoerder van duikbootjagers. Ten gevolge van verwondingen die hij had opgelopen tijdens de gevechten, raakte hij gedeeltelijk blind en verlamd; in 1945 werd hij daardoor permanent invalide verklaard. Door toepassing van zijn theorieën betreffende het verstand, was hij echter niet alleen in staat om zijn medesoldaten te helpen, maar was hij ook in staat om zijn eigen gezondheid te herwinnen. Na nog vijf jaar van intensief onderzoek werden de ontdekkingen van Ron aan de
wereld aangeboden in Dianetics: De Leidraad voor het Menselijk Verstand. Dianetics, het eerste populaire handboek over het menselijk verstand dat speciaal voor de gewone man was geschreven, luidde niet alleen een nieuw tijdperk in van hoop voor de mensheid, maar ook een nieuwe fase in het leven van de schrijver. Hij hield echter niet op met zijn onderzoek en toen aan het eind van 1951 doorbraak na doorbraak zorgvuldig waren geformuleerd en gesystematiseerd, werd de toegepaste religieuze filosofie Scientology geboren. Omdat Scientology het leven verklaart, is er in het verdere werk van L. Ron Hubbard geen enkel aspect van het bestaan van de mens waaraan geen aandacht is besteed. Terwijl hij afwisselend in de Verenigde Staten en in Engeland woonde, bracht zijn voortgezet onderzoek oplossingen voort voor sociale misstanden, zoals dalende onderwijsnormen en woekerend drugsmisbruik. Alles bij elkaar omvat het werk van L. Ron Hubbard over Scientology en Dianetics, veertig miljoen woorden aan boeken, geschriften en op band opgenomen lezingen. Samen vormen deze de nalatenschap van een leven dat eindigde op 24 januari 1986. Toch leidde het overlijden van L. Ron Hubbard geen einde in, want nu er zo’n honderd miljoen van zijn boeken in circulatie zijn en er miljoenen mensen dagelijks zijn technologieën toepassen om verbeteringen tot stand te brengen, kan naar waarheid worden gezegd dat de wereld nog nooit een betere vriend heeft gekend. n
53
NEW ERA® Publications International ApS Store Kongensgade 53, 1264 Kopenhagen K, Denemarken ISBN 87-7968-238-3 © 2001 L. Ron Hubbard Library. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van ongeautoriseerd kopiëren, vertalen, dupliceren, importeren of distribueren, geheel of gedeeltelijk, op wat voor manier dan ook, inclusief elektronisch kopiëren, opslaan of verzenden, is een overtreding van de van toepassing zijnde wetten. Scientology, Dianetics, Celebrity Centre, L. Ron Hubbard, Flag, de handtekening van L. Ron Hubbard, het Scientology kruis (afgerond) en het Scientology kruis (gepunt) zijn dienst- en handelsmerken in het bezit van het Religious Technology Center en worden met permissie gebruikt. Scientoloog is de naam voor een collectief lidmaatschapskenmerk die leden van de aangesloten kerken en missies van Scientology aanduidt.
54
NEW ERA is een dienst- en handelsmerk. Bridge Publications, Inc. Is een geregistreerd dienst- en handelsmerk in Californië en is in het bezit van Bridge Publications, Inc. DUTCH EDITION
® Een L. RON HUBBARD Publicatie