SCHOLENGEMEENSCHAP ARTEVELDE
SCHOOLREGLEMENT 2013 – 2014
HOTELSCHOOL GENT 1
Beste leerling Geachte ouder
Hartelijk welkom in Hotelschool Gent! In Hotelschool Gent worden leerlingen opgeleid in de studierichtingen brood- en banketbakkerij, hotel en restaurant en keuken. De keuze voor onze school gebeurt dus in functie van het beroep dat onze leerlingen willen uitoefenen en de school wil op haar beurt jonge mensen afleveren die het waarmaken in het beroepsleven. Het verwerven van kennis en vakmanschap vormen samen met het op een vriendelijke manier omgaan met mensen, een net voorkomen hebben en een correct taalgebruik hanteren de prioriteiten in ons opvoedingsproject. Als één van de weinige voedingsscholen in de regio Oost-Vlaanderen maken we ons sterk dat we tegemoet komen aan de roep om kwalitatief hoogstaand onderwijs, door het aantrekken van gedreven leerkrachten die jongeren kunnen enthousiasmeren voor hun toekomstig beroep en hen de liefde voor het vak kunnen bijbrengen. Leerlingen van Hotelschool Gent verwerven ook voldoende technische kennis om in de bedrijfswereld te functioneren. En omdat er zich onder onze leerlingen misschien heel wat toekomstige ondernemers bevinden, worden ze via de leerondernemingen en de GIP ook vertrouwd gemaakt met het ondernemerschap. Hierdoor leren onze leerlingen wat het betekent om zelf verantwoordelijkheid te dragen en beslissingen te nemen. Zelfstandig ondernemen behelst immers meer dan technische en praktijkkennis alleen. Elke studierichting aan de Hotelschool Gent staat garant voor een boeiende en veelzijdige opleiding met optimale kansen op werk. Dit is onze garantie voor elke leerling die zich inspant om tot een geslaagd eindresultaat te komen! Hannelore Schelstraete Directeur 2
Praktische info:
Hotelschool Gent heeft 2 vestigingsplaatsen, op ongeveer 5 minuten wandelafstand. Het hoofdgebouw bevindt zich in de Lange Violettestraat 10-12. Hier zijn de didactische restaurants en de bakkerij voor de 3de graad gehuisvest. Tel. 09 269 86 00
Fax 09 269 86 10
Het bijgebouw bevindt zich in de Tweebruggenstraat 59. Hier bevinden zich de keukens voor de 1ste graad en de bakkerijen voor de 1ste en 2de graad. Tel: 09 235 24 40 Fax 09 233 47 62 Externe klanten kunnen komen eten in één van onze twee didactische restaurants: restaurant Lieven Bauwens (gastronomische maaltijden) en restaurant Keizer Karel (zakenlunch). Daarnaast beschikt de school ook over een zelfbedieningsrestaurant Jozef Plateau en een leerlingenrestaurant voor de klassen uit de eerste en tweede graad die nog geen klantendienst doen.
Meer info over de school vindt u op: www.hotelschoolgent.be
3
INHOUD
Deel I Orde- en Tuchtreglement Secundair Onderwijs
p. 5
Deel II Intern Reglement Hotelschool Gent
p. 42
Deel III Studiereglement Hotelschool Gent
p. 54
4
DEEL I
ORDE- EN TUCHTREGLEMENT SECUNDAIR ONDERWIJS
5
INHOUD ORDE- EN TUCHTREGLEMENT TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN Hoofdstuk 1: rechtsgrond en definities, artikelen 1 & 2 Hoofdstuk 2: toelatingsvoorwaarden, artikelen 3 & 4 Hoofdstuk 3: afwezigheden, artikelen 5 t.e.m. 13 Hoofdstuk 4: bepalingen i.v.m. onderwijs aan huis, artikel 14 Hoofdstuk 5: gedragsregels, artikelen 15 t.e.m. 19 Hoofdstuk 6: documenten, artikelen 20 t.e.m. 23 Hoofdstuk 7: privacy artikel 24 Hoofdstuk 8: leerlingenraad artikel 25 Hoofdstuk 9: verzekeringen artikelen 26 t.e.m. 28 Hoofdstuk 10: algemeen rookverbod artikel 29 Hoofdstuk 11: het toedienen van medicatie op school, artikel 30 TITEL II STUDIEREGLEMENT Hoofdstuk 1: de begeleidende klassenraad, artikel 31 Hoofdstuk 2: de evaluatie, artikelen 32 t.e.m. 33 Hoofdstuk 3: het evaluatiesysteem op het einde van het schooljaar, artikelen 34 t.e.m. 38 TITEL III INTERN REGLEMENT VAN DE SCHOOL, artikelen 39 t.e.m. 40 TITEL IV ORDEMAATREGELEN, artikelen 41 t.e.m. 44 TITEL V TUCHTMAATREGELEN, artikelen 45 t.e.m. 57 TITEL VI SLOTBEPALINGEN, artikel 58 t.e.m. 60 BIJLAGEN Engagementsverklaring Procedure invorderingen Klachtenmeldingsprocedure Handelsactiviteiten, sponsoring en reclame Pedagogisch project van het Onderwijs van de stad Gent ICLB Stad Gent Samenstelling van de gemeenteraad 6
ORDE- EN TUCHTREGLEMENT SECUNDAIR ONDERWIJS
TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1 - RECHTSGROND EN DEFINITIES Artikel 1 Dit schoolreglement is opgesteld in uitvoering van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs - II, zoals gewijzigd, hierna “het decreet” genoemd en het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, zoals gewijzigd, hierna “het besluit” genoemd. Artikel 2 Definities: school: een pedagogisch geheel waar onderwijs wordt georganiseerd en dat onder de leiding staat van een directeur; schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de scholen van de stad Gent, nl. de gemeenteraad. Voor daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en schepenen bevoegd; schoolgemeenschap: de gemeenschap die wordt gevormd door de leerlingen en hun ouders en het personeel van een school; regelmatige leerling: de leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden tot het leerjaar waarin hij is ingeschreven en die het geheel van de vorming van dit leerjaar werkelijk en regelmatig volgt, behoudens in geval van gewettigde afwezigheid zoals bepaald in artikel 5. Het statuut van regelmatige leerling geeft recht op het behalen van een officieel studiebewijs. Het statuut van een niet regelmatige of vrije leerling geeft dit recht niet; ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben. Vanaf zijn meerderjarigheid kan de leerling autonoom optreden. In dit schoolreglement wordt met een (*) verwezen naar de punten waarin de meerderjarige leerling autonoom kan optreden. onderwijsvorm: het algemeen secundair onderwijs (ASO), het beroepssecundair onderwijs (BSO), het kunstsecundair onderwijs(KSO), het technisch secundair 7
onderwijs (TSO), en het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO); klassenraad: het orgaan dat namens het schoolbestuur met drie functies kan worden belast, en daarom, naar gelang van het geval, gedefinieerd wordt als respectievelijk “toelatingsklassenraad”, “begeleidende klassenraad” en delibererende klassenraad; toelatingsklassenraad: het orgaan dat fungeert, in overeenstemming met de bepalingen van het besluit, als enig orgaan op het vlak van de toelating tot of overgang naar een bepaald leerjaar, onderwijsvorm en onderverdeling; begeleidende klassenraad: het orgaan dat fungeert als enig orgaan op het vlak van de vorming en de evaluatie van de vorderingen van een bepaalde groep leerlingen, met uitsluiting van de beslissingen voorbehouden aan de delibererende klassenraad en de tuchtmacht; delibererende klassenraad: het orgaan dat voor een bepaalde groep leerlingen fungeert als enig orgaan op het vlak van de beslissingen inzake het al dan niet geslaagd zijn, wat voor de regelmatige leerlingen leidt tot studiebekrachtiging en de eventuele rechten op toelating tot het volgende leerjaar; klassenleraar: één van de leraars vervult de taak van klassenleraar. Bij die leraar kan men terecht met vragen en problemen in verband met studie of persoonlijke situatie. Een klassenleraar volgt elke leerling van zijn/haar klas van zeer nabij; directeur: de directeur van de school of zijn/haar afgevaardigde; voorzitter: de directeur of zijn/haar afgevaardigde of de klassenleraar; interne reglement van de school: de bepalingen en de leefregels die gelden voor één school. jaarkalender: kalender waarin voor een schooljaar de vakanties en vrije dagen worden bepaald; rapport: het rapport is een schriftelijk verslag van ieders dagelijks werk (permanente evaluatie) en waar van toepassing de examenresultaten (productevaluatie); beroepscommissie: de commissie die bevoegd is bij de beroepsprocedure ingesteld door de ouders bij betwisting van de door de delibererende klassenraad genomen beslissing. De beroepscommissie bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. Het schoolbestuur duidt de leden van de 8
beroepscommissie aan. De commissie wordt aangeschreven, Beroepscommissie Secundair Onderwijs, Onderwijs - Stad Gent, AC Portus, Keizer Karelstraat 1, 9000 Gent. pedagogisch project: het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat door het schoolbestuur voor een school en haar werking wordt bepaald. Elke school heeft een eigen pedagogisch project; leerlingengroep: een aantal leerlingen dat samen voor een bepaalde periode eenzelfde opvoedings- of onderwijsactiviteit volgt; extramurosactiviteiten: activiteiten van één of meer schooldagen die plaatsvinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.
HOOFDSTUK 2 - TOELATINGSVOORWAARDEN Artikel 3 § 1 De inschrijving gebeurt aan de hand van één van de volgende officiële documenten: • • • • •
de identiteitskaart van de leerling; een uittreksel uit de geboorteakte; het trouwboekje van de ouders; het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister; de reispas voor vreemdelingen;
of in uitvoering van art. 2. van het eerste aanvullend protocol bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, ondertekend te Parijs op 20 maart 1952 en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955. Daarnaast wordt ook de SIS-kaart voorgelegd. § 2 Elke nieuwe leerling stelt zijn laatste schoolrapport ter beschikking van de directeur.
9
Artikel 4 § 1 De inschrijving van een leerling geschiedt in uitvoering van artikel 59 van dit ordeen tuchtreglement. § 2 De directeur kan weigeren een leerling in te schrijven indien deze bijkomende inschrijving omwille van materiële omstandigheden de veiligheid van de leerlingen in het gedrang brengt. § 3 De directeur kan de inschrijving van een leerling weigeren in de school waar deze leerling het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar werd uitgesloten. § 4 Specifieke noden Rekening houdend met het feit dat de draagkracht van gewone scholen verschillend is en in sommige gevallen ontoereikend is om een afdoend antwoord te bieden op de noden van een leerling, bestaat de mogelijkheid om leerlingen met een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs, type 8 uitgezonderd, te weigeren. Hierbij wordt rekening gehouden met het belang en het welzijn van de leerling. Als de ouders zich in de school aanbieden om de leerling in te schrijven, wordt de leerling ingeschreven onder de opschortende voorwaarde van het aantonen van onvoldoende draagkracht. § 5 Motiveringsplicht De school: • informeert de ouders over de weigering en de motivatie hiertoe; • noteert de aanmelding in het inschrijvingsregister en de reden van de weigering in de kolom “opmerkingen”; de ouders plaatsen hun handtekening in de passende kolom; • vult het standaardformulier in drie exemplaren in en bezorgt binnen de vier kalenderdagen tegen ontvangstbewijs / aangetekend één exemplaar aan de ouders én één aan de voorzitter van het Lokaal Overlegplatform - Gent Secundair Onderwijs. § 6 De leerling wordt tot een bepaald leerjaar toegelaten in overeenstemming met de toelatings- en overgangsvoorwaarden zoals vastgelegd in Hoofdstuk III van het besluit.
10
HOOFDSTUK 3 - AFWEZIGHEDEN Artikel 5 § 1 Als gewettigde afwezigheden worden beschouwd: • de afwezigheden op school wegens medische reden; • de afwezigheden wegens het bijwonen van een familieraad of begrafenis- of huwelijksplechtigheid, wegens de oproeping of dagvaarding voor een rechtbank, wegens staking van het openbaar vervoer of staking van het schoolpersoneel met onmogelijkheid tot leerlingopvang, wegens de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht, wegens het onderworpen zijn aan maatregelen opgelegd in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming; • de afwezigheden wegens tijdelijke uitsluiting als tuchtmaatregel; • de afwezigheid bij de verstrekking van de leerstof “bedrijfsbeheer”, mits de leerling al in het bezit is van een aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer of gelijkwaardig. De leerling moet aanwezig zijn op de school voor een vervangende pedagogische activiteit of studie; • de afwezigheid bij de verstrekking van het vak godsdienst of niet-confessionele zedenleer na een door de directeur toegestane vrijstelling, conform de bepalingen betreffende de keuzemogelijkheid tussen de levensbeschouwelijke vakken. De leerling moet aanwezig zijn op de school; • de afwezigheid bij verstrekking van bepaalde vakken en/of specialiteiten wanneer de leerling al houder is van een gehomologeerd of door de examencommissie van de Vlaamse gemeenschap uitgereikt diploma van het secundair onderwijs (of gelijkwaardig) of een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs (B.S.O.), of een studiegetuigschrift én kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs (of gelijkwaardig). De leerling dient de intentie te hebben een bijkomend diploma secundair onderwijs of een bijkomend studiegetuigschrift te behalen. De leerling kan enkel een vrijstelling worden verleend onder de hem door de directeur meegedeelde reglementair vastgelegde modaliteiten; • de afwezigheden op de dagen dat proeven worden afgelegd voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs, te bewijzen aan de hand van documenten uitgaande van dezelfde commissie; • andere afwezigheden wegens het niet volgen van lessen van een bepaald leerjaar van het voltijds gewoon secundair onderwijs gedurende een bepaalde periode van het schooljaar op aanvraag, mits akkoord van de directeur en na een beslissing van de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn gemachtigde; • elke afwezigheid tussen 1 september en uiterlijk 15 november wegens het volgen 11
van lessen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs of een in het kader van de deeltijdse leerplicht andere erkende vorming; • Leerlingen met aan A- of B-statuut topsport worden een aantal dagen afwezigheid toegestaan op basis van het topsportconvenant van 25 maart 1998; • leerlingen die een aantal feestdagen inherent aan de hun door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging willen beleven, worden een aantal dagen van afwezigheid toegestaan. Concreet gaat het over de volgende levensbeschouwingen en de respectieve feestdagen: voor de Islam: het Suikerfeest (1 dag) en het Offerfeest (1 dag); voor de Joodse religie: het Joods nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen) en het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het Feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen) en het Wekenfeest (2 dagen). De desbetreffende afwezigheden moeten vooraf door de ouders aan de school worden gemeld met verwijzing naar het feit dat de betrokken leerling zal deelnemen aan de beleving van de feestdag; • Leerlingen die zetelen in de raad van bestuur en de algemene vergadering van de Vlaamse scholierenkoepel v.z.w. en deelnemen aan activiteiten in toepassing van het decreet van 30 maart 1999 houdende de leerlingenraden in het secundair onderwijs komen in aanmerking voor de afwezigheden n.a.v. de bedoelde activiteiten. § 2 Door de school gewettigde afwezigheden De volgende afwezigheden die verband houden met het niet volgen van het lesprogramma gedurende een bepaalde periode van het schooljaar kunnen door de school gewettigd worden: • afwezigheid ingevolge het overlijden van een bloed- of aanverwant; • afwezigheid ingevolge individuele selectie voor een culturele of sportieve manifestatie; • afwezigheid ingevolge persoonlijke redenen; • afwezigheid ingevolge deelname aan buitenlandse reis om professionele redenen van de ouders. De afwezigheden worden gestaafd aan de hand van geldige verantwoordingsstukken die ter inzage liggen van het verificatiekorps. § 3 Bij jongeren die meer dan 10 halve lestijden in het voltijds, respectievelijk 8 halve lestijden in het deeltijds secundair onderwijs, problematisch afwezig zijn, wordt het CLB ingeschakeld en een begeleidingsdossier opgemaakt.
12
Artikel 6 § 1 Bij afwezigheden op school wegens medische reden is een medisch attest vereist voor: • een afwezigheid van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen; • elke afwezigheid nadat de leerling in datzelfde schooljaar al viermaal om medische reden afwezig is geweest zonder dat een medisch attest vereist was; • elke afwezigheid tijdens de examens. § 2 Een medisch attest kan rechtsgeldig worden ingediend door de volgende personen of instanties: • • • • • •
een geneesheer; een geneesheer-specialist; een psychiater; een orthodontist; een tandarts; de administratieve diensten van een ziekenhuis of van een erkend labo, in uitzonderlijke omstandigheden.
§ 3 Consultaties dienen normaliter plaats te vinden buiten de schooluren. §4 In de volgende 3 gevallen wordt een medisch attest door de school niet aanvaard: • het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft "dixit (zegt) de patiënt"; • het attest is geantedateerd (de datum van het attest valt buiten de ziekteperiode van de leerling) of begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst; • het attest vermeldt een reden die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft (zoals de ziekte van één van de ouders, familiale redenen, hulp in het huishouden, ...). § 5 Voor niet-deelname aan de lessen lichamelijke opvoeding geldt het medisch attest voor de lessen lichamelijke opvoeding en sportactiviteiten op school. Bij langdurige afwezigheid in deze lessen, kan de schoolarts met een specifiek formulier een revaluatie vragen aan de behandelende geneesheer. §6 Afwezigheden tijdens de examens. • Afwezigheden wegens ziekte
13
Voor elke afwezigheid wegens medische reden tijdens de examens is een doktersattest vereist, ook al betreft het slechts 1 dag. • Andere afwezigheden Enkel de gewettigde afwezigheden – artikel 5 §1 - kunnen hier aanvaard worden. Artikel 7 Wie vooraf weet dat hij wegens een geldige reden de lessen niet zal kunnen bijwonen, dient de directeur daarvan op de hoogte te brengen door middel van een door één van de ouders (*) geschreven en ondertekende verantwoording. Artikel 8 In geval van onvoorziene afwezigheid delen de ouders (*) de dag zelf aan de directeur de reden mee; de afwezigheid wordt ten laatste binnen een periode van twee werkdagen volgend op de eerste dag van afwezigheid schriftelijk verantwoord. Alle afwezigheden om medische redenen worden gewettigd wanneer de leerling terug op school komt. Indien het van bij de aanvang van de afwezigheid gaat om een periode van meer dan 10 opeenvolgende schooldagen, dan moet het attest onmiddellijk aan de school worden bezorgd. Artikel 9 Voor elke afwezigheid bezorgt de leerling een geschreven verantwoording vanwege de ouders (*) en vereiste bewijsstukken. Artikel 10 § 1 Wie zijn afwezigheid niet verantwoordt, is onwettig afwezig. Een ongewettigde afwezigheid kan de regelmatigheid van de leerling in het gedrang brengen en zal aanleiding geven tot het verlies van de studietoelage als de leerling ten minste 30 halve dagen ongewettigd afwezig is gedurende 2 opeenvolgende schooljaren. § 2 Elke afwezigheid waarvoor geen schriftelijke verantwoording werd verstrekt, wordt ter kennis van de ouders (*) gebracht. § 3 De school maakt melding aan het departement Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap van de leerlingen die in de periode vóór en/of na de schoolvakanties vroeger vertrekken of later aankomen op school.
14
§4 Problematische afwezigheden kunnen een zorgwekkend karakter krijgen. Ongeacht het feit of hier van manifeste onwil of zelfs tegenwerking van de betrokken personen sprake is, zal blijken dat alle begeleidingsinspanningen van de school vergeefs zijn. Dergelijke gevallen komen neer op een ondubbelzinnige schending van de leerplicht. Indien zich een zeer problematische afwezigheid voordoet, dan kan de betrokken school beslissen om tot uitschrijving van de leerling over te gaan. Artikel 11 § 1 Bij elke afwezigheid tijdens de examens is een attest vereist. De klassenraad beslist of de niet gemaakte examens ingehaald moeten worden en, zo ja, hoe en wanneer. § 2 De beslissing wordt aan de ouders (*) meegedeeld. Artikel 12 § 1 Lichamelijke opvoeding en alle vakonderdelen die tot het leerplan behoren, zoals turnen en zwemmen, maken deel uit van de verplichte basisvorming. Niet-deelname kan alleen in de gevallen voorzien in het artikel 5. Indien om medische redenen bepaalde oefeningen of het geheel van het vak lichamelijke opvoeding niet kunnen/kan worden gevolgd, dan blijft de verplichting dat de leerling op zijn minst de cursus theoretisch benadert op de wijze waartoe de vakleraar beslist. § 2 Schoolsportdagen, schooluitstappen, met inbegrip van meerdaagse schooluitstappen en dergelijke, behoren tot de normale schoolactiviteiten. § 3 Wie een ernstige reden heeft om niet aan een van deze aangekondigde activiteiten deel te nemen, moet dit per kerende, behalve in geval van overmacht, gemotiveerd melden aan de directeur. De directeur zal beslissen over de geldigheid van de door de ouders (*) schriftelijk aangevoerde reden. Bij niet tijdige melding zullen de hiervoor verschuldigde bijdragen worden aangerekend. Artikel 13 Leerlingen moeten tijdig aanwezig zijn.
15
HOOFDSTUK 4 - BEPALINGEN I.V.M. ONDERWIJS AAN HUIS Artikel 14 § 1 Het onderwijs aan huis is kosteloos. § 2 Om voor tijdelijk onderwijs aan huis in aanmerking te komen, moeten alle volgende voorwaarden gezamenlijk worden vervuld: 1) de jongere is een regelmatige leerling in het secundair onderwijs. Worden evenwel uitgesloten : • in het voltijds secundair onderwijs: de derde leerjaren van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, de derde leerjaren van de derde graad van het algemeen, technisch en kunstsecundair onderwijs en de leerjaren van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs; • het deeltijds beroepssecundair onderwijs; • de alternerende beroepsopleiding in het buitengewoon secundair onderwijs. 2) de jongere is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig op school wegens ziekte of ongeval (bij eventuele schoolverandering loopt deze wachttijd gewoon door); 3) de afstand tussen de school voor gewoon secundair onderwijs en de verblijfplaats van de leerling bedraagt maximaal 10 km; de afstand tussen de school voor buitengewoon secundair onderwijs en de verblijfplaats van de leerling bedraagt maximaal 20 km; 4) de ouders (*) dienen een schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest, in bij de directeur. Uit het medisch attest blijkt dat de leerling de school niet kan bezoeken, maar toch onderwijs mag volgen. § 3 De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis gebeurt door de ouders (*) bij brief of op het daartoe voorziene aanvraagformulier. Bij de aanvraag voegen de ouders (*) een medisch attest waarop wordt vermeld: • dat de leerling langer dan eenentwintig kalenderdagen afwezig is wegens ziekte of ongeval; • de vermoedelijke duur van de afwezigheid; • dat de leerling de school niet kan bezoeken, maar toch onderwijs aan huis mag volgen. § 4 Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van de afwezigheid van de leerling voor vier uren-leraar of lesuren per week onderwijs aan huis verstrekken. 16
§ 5 Bij verlenging van de afwezigheid moeten de ouders (*) opnieuw een schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest, indienen bij de directeur. § 6 Als de leerling de lesbijwoning op school hervat, maar binnen een termijn van 3 maanden opnieuw afwezig is wegens ziekte of ongeval, dan geldt er geen wachttijd, maar gaat het recht op tijdelijk onderwijs aan huis onmiddellijk in. Wel moet het onderwijs aan huis opnieuw worden aangevraagd volgens de procedure beschreven in §3, 2de en 3de punt. § 7 De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met de directeur. § 8 De directeur van de school voor buitengewoon onderwijs die de inschrijving ontvangt van een leerling die recht heeft op permanent onderwijs aan huis, moet voor de betrokken leerling het type organiseren waarnaar hij/zij georiënteerd is onder de voorwaarde dat het permanent onderwijs aan huis vier lesuren per week omvat.
HOOFDSTUK 5 - GEDRAGSREGELS Artikel 15 Wanneer het gedrag van een leerling moet worden bijgestuurd, worden meer bindende gedragregels of een begeleidingsplan afgesproken, al dan niet in samenwerking met het CLB. Artikel 16 Voor wie zich niet voldoende inspant, zich storend gedraagt of de gemaakte afspraken niet naleeft, worden passende maatregelen getroffen. Artikel 17 Wie het lesverloop of het schoolgebeuren ernstig stoort, kan uit de klas worden verwijderd en krijgt extra taken opgelegd en eventueel strafstudie. Artikel 18 De in artikelen 15, 16 en 17 genomen maatregelen worden via de schoolagenda of een speciaal formulier aan de ouders gemeld.
17
Artikel 19 Uit eerbied voor ieders filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen zal men er zich van onthouden deze opvattingen te propageren: voor indoctrinatie, discriminatie en bekeringsijver is binnen het Onderwijs - Stad Gent geen plaats.
HOOFDSTUK 6 - DOCUMENTEN Artikel 20 - Schoolagenda Tijdens elke les wordt de schoolagenda ingevuld volgens de aanwijzingen van de leraar. Elke leraar controleert voor zijn vak geregeld de agenda. Tenminste elke week wordt de agenda door één van de ouders (*) ondertekend. De klassenleraar controleert dit. Artikel 21 - Schriften De leerling noteert op aanwijzing van de leraar leerstof en oefeningen. Schriften moeten steeds nauwgezet en volledig bijgehouden zijn. Artikel 22 - Persoonlijk werk Taken en oefeningen worden zorgvuldig gemaakt en op de afgesproken dag afgegeven. Na één of meer dagen afwezigheid worden de huistaken in overleg met de leraar bijgewerkt. Artikel 23 - Rapporten In de loop van het schooljaar wordt geregeld een rapport uitgedeeld.
HOOFDSTUK 7 - PRIVACY Artikel 24 § 1 Het schoolbestuur leeft de verplichtingen na die voortvloeien uit de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, zoals gewijzigd (B.S. 18 maart 1993).
18
§ 2 Het is de leerlingen verboden om op school beelden te filmen, te fotograferen en te verspreiden (via bv. internet, e-mail, GSM), waarbij de school in het algemeen en de medeleerlingen en/of het personeel in het bijzonder centraal staan. Ook het filmen en fotograferen met behulp van een GSM valt hieronder. Een inbreuk kan aanleiding geven tot een tuchtmaatregel zoals vermeld in titel IV (tuchtmaatregelen). § 3 Er kunnen op school of naar aanleiding van schoolactiviteiten foto’s/beelden van leerlingen worden genomen/gefilmd, verveelvoudigd én gepubliceerd op de website van de school, in schoolpublicaties, in persartikelen, op TV-zenders, enz.”
HOOFDSTUK 8 - LEERLINGENRAAD Artikel 25 § 1 In elke secundaire school wordt een leerlingenraad opgericht binnen de bepalingen opgelegd door het schoolbestuur. § 2 Samenstelling en werking De samenstelling en de werking worden geregeld in het interne reglement van de school. § 3 Mandaten De leerlingenraad wordt elk schooljaar opnieuw samengesteld.
HOOFDSTUK 9 - VERZEKERINGEN Artikel 26 - Algemeen De Stad Gent heeft voor haar leerlingen een verzekering afgesloten die de burgerlijke aansprakelijkheid dekt ten gevolge van lichamelijke en/of materiële schade veroorzaakt aan derden tijdens de schoolactiviteit. Ook lichamelijke ongevallen tijdens de schoolactiviteit en veroorzaakt op de schoolweg zijn verzekerd. De schoolweg is het normale traject van de verblijfplaats naar de plaats waar de schoolactiviteit plaatsvindt en omgekeerd. Een afschrift van de verzekeringspolis ligt ter inzage in het secretariaat van de school. Artikel 27 - Vervoerskosten Indien de leerling naar aanleiding van een ongeval per taxi naar een ziekenhuis wordt vervoerd, dan wordt de rekening van het vervoer door de ouders aan de school 19
terugbetaald. Zo het ongeval onder de dekking van de verzekeringspolis valt, zal het ontvangstbewijs aan de verzekeringsmaatschappij worden overgemaakt met het oog op een terugbetaling aan de ouders Artikel 28 - Vervoer van leerlingen met eigen voertuig § 1 Verzekering van de onbezoldigde vrijwilliger-chauffeur De onbezoldigde vrijwilligers (waaronder ouders) die ingeschakeld worden bij het vervoer van leerlingen zijn verzekerd via de polis van de Stad Gent voor onbezoldigde vrijwilligers. Zij genieten een (beperkte) dekking tegen lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid. De burgerlijke aansprakelijkheid voor ongevallen met de eigen wagen moet gedekt zijn door de eigen verplichte autoverzekering. De burgerlijke aansprakelijkheid voor andere ongevallen wordt gedekt door de polis die van toepassing is op de onderwijsinstellingen. § 2 Verzekering van de passagiers De leerlingen-medepassagiers zijn voor lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid verzekerd via de polis die van toepassing is op de onderwijsinstellingen. De onbezoldigde vrijwilligers-medepassagiers zijn verzekerd door de polis van de stad Gent voor onbezoldigde vrijwilligers voor lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid. § 3 Materiële schade aan het voertuig De vrijwillige chauffeurs zijn NIET verzekerd voor de materiële schade die wordt opgelopen aan het eigen voertuig. Zij doen dit op eigen risico. De school moet de chauffeurs hierover op voorhand inlichten. § 4 Toestemming van de ouders (*) De ouder(s) (*) moet(en) zich schriftelijk akkoord verklaren met deze regeling. Dit formulier omschrijft onder meer de aard van de activiteit, het tijdstip waarop de verplaatsing plaatsgrijpt en de naam van de vrijwillige chauffeur. Deze verklaring heeft geenszins tot gevolg dat de aansprakelijkheid van de school overgaat naar de ouder(s). De toestemming van de ouder(s) (*) is niet vereist in geval van dringend vervoer.
20
HOOFDSTUK 10 - ALGEMEEN ROOKVERBOD Artikel 29 Het is verboden te roken binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen, de sportterreinen en andere open ruimten. Een inbreuk kan aanleiding geven tot een tuchtmaatregel zoals vermeld in titel V (tuchtmaatregelen). Ouders, bezoekers en gebruikers van de lokalen die het rookverbod overtreden, zullen aan de bevoegde instanties gemeld worden.
HOOFDSTUK 11 - HET TOEDIENEN VAN MEDICATIE OP SCHOOL Artikel 30 Het toedienen van medicatie in de school wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke. Medicatie die 's morgens en/of 's avonds moet toegediend worden, wordt door de ouders aan de leerling thuis gegeven. In sommige gevallen zal een leerling toch medicatie moeten krijgen tijdens de schooluren of het opvangmoment. De medicatie wordt zelf meegebracht en kan aan de leerling toegediend of door de leerling ingenomen worden op school mits aanbieding van een doktersattest (formulieren zijn beschikbaar op school) dat de volgende informatie bevat: - de datum; - de naam van de leerling; - de naam van de medicatie; - de dosering; - de wijze van toediening; - de duur van de behandeling. Op de fles, flacon, tube of andere verpakking wordt duidelijk het volgende vermeld (bij voorkeur door apotheker): - de naam van apotheker; - de naam van de dokter; - de naam van de leerling; - de vervaldatum; - de dosering; - de wijze van toediening; - de wijze van bewaring. Deze werkwijze is in het voordeel van de gezondheid van het kind.
21
TITEL II STUDIEREGLEMENT
HOOFDSTUK 1 - DE BEGELEIDENDE KLASSENRAAD Artikel 31 § 1 Op geregelde tijdstippen komt voor een bepaalde groep leerlingen een begeleidende klassenraad samen. Tijdens deze vergaderingen verstrekken de klassenraadsleden elkaar ruime informatie of toelichting over de studie van elke leerling. § 2 Door bespreking van de studieresultaten zoeken ze naar een passende individuele begeleiding en kan een begeleidingsplan worden afgesproken. Inhaallessen of extra taken worden opgelegd, eventueel in overleg met de (CLB)medewerker en de ouders (*). § 3 Soms is doorverwijzing naar een begeleidend (CLB)-centrum of een andere instantie noodzakelijk. De ouders (*) worden van elke voorgestelde remediëring schriftelijk op de hoogte gebracht. § 4 In het verslag van deze vergaderingen wordt het resultaat van de bespreking evenals het geformuleerde advies aan de ouders (*) opgenomen.
HOOFDSTUK 2 - DE EVALUATIE Artikel 32 - Soorten evaluatie § 1 De evaluatie van het dagelijks werk of permanente evaluatie. Ze omvat de beoordeling van klasoefeningen, persoonlijk werk, resultaten van verhoringen, leerhouding, zoals inzet in de klas, medewerking aan opdrachten, groepswerk, enz… Deze evaluatie verstrekt aan de leraar informatie over bepaalde aspecten van de studievordering en ontwikkeling. De leraar kan onaangekondigd in elke les leerstofonderdelen individueel of klassikaal overhoren. § 2 De examens of productevaluatie De bedoeling hiervan is na te gaan of de leerling wel omschreven gedeelten van de leerstof kan verwerken. De periodes worden in de jaarkalender opgenomen. 22
De school behoudt zich het recht voor om in geval van onvoorziene omstandigheden daarvan af te wijken. Spieken of andere vormen van bedrog worden bestraft. In het studieregelement van de school wordt de strafmaat beschreven. § 3 Andere evaluatievormen Naast de permanente evaluatie en de examens, waar van toepassing, bestaan in bepaalde leerjaren van het TSO, KSO, BSO en BuSO, de volgende vormen van evaluatie : • stages : stageverslagen, beoordeling van de stage door de mentor, …; • de geïntegreerde proef. Artikel 33 - Informatie aan de ouders (*) § 1 Rapport Door het rapport is het mogelijk werkzaamheden van de leerling op de school te volgen, te evalueren en bij te sturen. Het rapport wordt overhandigd op de data die vermeld staan in de jaarkalender. Elk rapport wordt door één van of beide ouders (*) ondertekend. De leerling bezorgt het de eerstvolgende schooldag terug. § 2 Informatievergaderingen Op geregelde tijdstippen organiseert de school contacten met de ouders. Individuele contacten zijn mogelijk na afspraken.
HOOFDSTUK 3 - HET EVALUATIESYSTEEM OP HET EINDE VAN HET SCHOOLJAAR Artikel 34 § 1 De delibererende klassenraad is officieel bevoegd om te beslissen over : • • •
slagen of niet slagen in een bepaald leerjaar; het toekennen van attesten, getuigschriften en diploma’s; het geven van adviezen voor verdere studie of andere mogelijkheden.
Deze vergadering van de leraars die bij de opleiding betrokken zijn, wordt voorgezeten door de directeur of zijn/haar afgevaardigde.
23
§ 2 Tijdens de beraadslaging leidt de voorzitter het gesprek over een klas in en geeft bij elke leerling: • het globale resultaat van de permanente evaluatie en/of het dagelijks werk en, waar van toepassing, de examens; • de evolutie (positief, negatief of status-quo) op basis van gegevens uit de begeleidende klassenraden (o.a. vaststellingen, adviezen, beslissingen, eventuele andere domeinen); • de resultaten van stages en de geïntegreerde proef. § 3 De eindbeslissing van de delibererende klassenraad wordt aan de ouders (*) meegedeeld via het eindrapport of per brief. De ouders (*) kunnen met hun vragen terecht bij de directeur of zijn/haar afgevaardigde, de klassenleraar, de leraar, eventueel de CLB-afgevaardigde. § 4 De delibererende klassenraad kan de volgende beslissingen nemen : 1) de leerling heeft het leerjaar met vrucht beëindigd : • de leerling ontvangt een oriënteringsattest A en wordt tot het volgende leerjaar toegelaten; • de leerling wordt geclausuleerd en ontvangt een oriënteringsattest B. Dit betekent dat de leerling tot een volgend leerjaar wordt toegelaten, behalve in bepaalde onderwijsvorm(en) en/of basisopties of studierichtingen. 2) de leerling heeft het leerjaar niet met vrucht beëindigd: • de leerling ontvangt een oriënteringsattest C en is dus niet geslaagd. § 5 De delibererende klassenraad in het BuSO beslist in uitvoering van de voor het BuSO vigerende regelgeving. Artikel 35 - Advies Een geschreven advies kan door de delibererende klassenraad zowel bij een attest A, B of C worden geformuleerd en schriftelijk via het rapport of een brief aan de ouders worden meegedeeld. Dit advies kan o.a. bevatten: • raadgevingen inzake studie en werkmethoden; • een waarschuwing voor vak(ken) waaraan de leerling het komende schooljaar 24
extra aandacht moet schenken; • concrete individuele suggesties om vastgestelde tekorten of zwakke punten weg te werken; • suggesties voor het voortzetten van de studies (bijvoorbeeld het al dan niet overzitten). Dit advies kan via het rapport of in een brief aan de ouders (*) worden meegedeeld. Een advies van de delibererende klassenraad is niet bindend. Artikel 36 - Verlenging van de evaluatietermijn De delibererende klassenraad beslist uiterlijk op 30 juni wie het leerjaar al dan niet met vrucht heeft beëindigd. Indien uitzonderlijke omstandigheden een uitgestelde beslissing verantwoorden, kan de klassenraad aanvullende gegevens verzamelen en kan hij bijkomende proeven of taken opleggen. De leerling wordt hiervan via het eindrapport of per brief verwittigd. Artikel 37 - Betwisting door de ouders (*) van de genomen beslissing § 1 Als de ouders (*) het oneens zijn met de beslissing die de delibererende klassenraad heeft genomen, kunnen uiterlijk op de derde werkdag na de uitdeling van de rapporten in een persoonlijk onderhoud met de directeur, hun bezwaren kenbaar maken. § 2 Dit onderhoud kan er toe leiden dat: • de directeur er de ouders (*) aan de hand van het dossier kan van overtuigen dat de genomen beslissing gegrond is: er is geen betwisting meer; • de directeur van oordeel is dat de redenen die de ouders (*) bij hun betwisting aandragen, het overwegen waard zijn. In dit geval wordt de delibererende klassenraad onmiddellijk opnieuw samengeroepen; de betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. Naar gelang van het resultaat van deze bijeenkomst, dat schriftelijk aan de ouders (*) wordt meegedeeld, blijft de betwisting al dan niet bestaan; • de directeur oordeelt dat de door de ouders (*) aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad rechtvaardigen, maar de ouders zijn het daar niet mee eens: de betwisting blijft bestaan. § 3 Als de betwisting blijft bestaan, hetzij na het persoonlijk onderhoud, hetzij nadat het resultaat van de nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad aan de ouders (*) werd meegedeeld, kunnen de ouders (*) binnen de drie werkdagen na de betekening van de nog steeds door hen niet aanvaarde beslissing schriftelijk beroep instellen bij de daartoe ingerichte beroepscommissie. De beroepscommissie 25
onderzoekt de klacht grondig en deelt het resultaat mee aan het schoolbestuur. De beroepscommissie beslist op grond van het door haar uitgevoerde onderzoek of de delibererende klassenraad wel of niet opnieuw moet samenkomen. § 4 Indien de delibererende klassenraad niet opnieuw moet samenkomen, deelt de beroepscommissie deze beslissing schriftelijk mee aan de ouders (*) met een aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs. Deze beslissing moet gemotiveerd zijn. § 5 Indien de delibererende klassenraad opnieuw dient samen te komen om een definitieve beslissing te nemen, dient dit te gebeuren uiterlijk op 15 september van het daaropvolgende schooljaar. De ouders (*) worden door de beroepscommissie van deze gemotiveerde beslissing zowel mondeling als schriftelijk per aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs in kennis gesteld. § 6 De beroepsprocedure wordt opgeschort vanaf de 2de week van juli en wordt hernomen de eerste werkdag na 15 augustus. Artikel 38 Het studiereglement van de school wordt door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd.
TITEL III INTERNE REGLEMENT VAN DE SCHOOL Artikel 39 Het college van burgemeester en schepenen stelt de jaarkalender en de schooluren vast. Artikel 40 § 1 De schoolgemeenschap stelt haar bepalingen en leefregels op in overeenstemming met haar eigen pedagogisch project en met de bepalingen inzake handelsactiviteiten, sponsoring en reclame op school. Ze bepaalt de bijdrageregeling. § 2 De volgende bijdragen gelden als maximumbijdrage van de ouders of van de meerderjarige leerlingen voor deelname aan meerdaagse schoolreizen: 300 euro per jaar in de 1ste en 2de graad van het secundair onderwijs; 330 euro per jaar in de 3de 26
graad van het secundair onderwijs. • In het secundair onderwijs zijn afwijkingen op de maximumbijdrage mogelijk om eindtermen te realiseren en ontwikkelingsdoelen te bereiken, indien deze afwijkingen afdoende worden gemotiveerd en meerdaagse schoolreizen aantoonbaar niet goedkoper kunnen worden ingericht. Afwijkingen zijn mogelijk wanneer kan worden aangetoond dat aan de meerdaagse schoolreizen bestede bedragen in de loop van vorige schooljaren voor de betrokken leerlingen behoorlijk onder het gestelde maximumbedrag zijn gebleven. • Meerdaagse extramurosactiviteiten behoren tot de normale schoolactiviteiten. De deelname is verplicht. Niet deelnemen is slechts mogelijk als de ouders (*) de instelling vooraf en op gemotiveerde wijze in kennis stellen van de niet-deelname en als deze reden aanvaard wordt. De volgende redenen worden niet aanvaard: financiële redenen, maatregelen genomen in het kader van de gedragsregels van de school. Maatregelen genomen in het kader van de inwendige orde of van de tuchtregeling zijn geldige redenen voor weigering tot deelname van een leerling aan de extramurosactiviteiten op voorwaarde dat deze activiteiten vallen binnen de normale uitvoeringsperiode van de orde- of tuchtmaatregel. Een tijdelijke uitsluiting als losstaande straf specifiek tijdens de extramurosactiviteit kan niet opgelegd worden. De leerlingen die niet deelnemen als gevolg van een aanvaarde reden worden op een pedagogisch verantwoorde wijze binnen de instelling opgevangen, wat betekent dat voor hen activiteiten worden opgezet die aansluiten bij de aanpak van de extramurosactiviteit. De leerlingen die niet deelnemen ondanks het feit dat hun reden tot niet-deelname niet aanvaard werd, worden als onwettig afwezig beschouwd. Voor hen worden geen activiteiten op school georganiseerd. Het schriftelijke akkoord van de ouders (*) bij elke afzonderlijke activiteit is niet vereist. • De directeur bepaalt op vraag van de ouders (*) wie een tussenkomst krijgt en het bedrag ervan. De directeur beslist op basis van de criteria gehanteerd in het decreet betreffende het gelijkeonderwijskansenbeleid: het gezin wordt ondersteund met één of meer schooltoelagen van de Vlaamse Gemeenschap; de ouders behoren tot de trekkende bevolking (binnenschippers, kermis- of circusexploitanten of –artiesten, woonwagenbewoners); het kind wordt tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsverband opgenomen door een gezin of een persoon, een voorziening of een sociale dienst. (Criterium I) Ook als geen van bovenstaande criteria toepasselijk is, kan de directeur een tussenkomst toewijzen, indien hij/zij in samenspraak met bvb de klastitularis of de CLB-medewerker van oordeel is dat dit voor een bepaalde leerling/e noodzakelijk is. (Criterium II) 27
De ouders of de meerderjarige leerlingen moeten de nodige bewijsstukken leveren om de gegrondheid van de vraag aan te tonen. § 3 Het interne reglement van de school wordt door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd.
TITEL IV ORDEMAATREGELEN
Artikel 41 Een ordemaatregel moet de leerling helpen zijn gedrag te verbeteren, zodat een goede samenwerking met alle personeelsleden en medeleerlingen opnieuw mogelijk wordt. Ordemaatregelen kunnen worden genomen door alle personeelsleden van de onderwijsinstelling die daartoe door het schoolbestuur zijn gemandateerd. Volgende maatregelen van inwendige orde kunnen genomen worden: • • • • • •
een verwittiging (mondeling of schriftelijk in de schoolagenda); een straftaak; de tijdelijke verwijdering uit de les/studie; een strafstudie; verandering van klas (zie artikel 42); preventieve (tijdelijke) uitsluiting (zie artikel 43).
Bovenstaande opsomming is niet beperkend. . Artikel 42 In het belang van het onderwijs of van de medeleerlingen kan de directeur, na advies van de klassenraad te hebben ingewonnen, een leerling van klas veranderen. Alvorens de beslissing te nemen, hoort de directeur de leerling en de ouders (*). Van dit onderhoud wordt een verslag opgemaakt dat door de betrokkenen wordt ondertekend. De gemotiveerde beslissing houdende de verandering van klas wordt ten laatste de werkdag volgend op het nemen van de ordemaatregel aan de ouders (*) schriftelijk meegedeeld.
28
Artikel 43 De directeur kan, na het advies van de klassenraad te hebben ingewonnen, een leerling preventief (tijdelijk) uitsluiten voor ten hoogste vijftien schooldagen in afwachting van een vooropgestelde tuchtmaatregel van de definitieve uitsluiting. De ouders (*) worden op de dag van de feiten telefonisch en/of schriftelijk op de hoogte gebracht van deze beslissing, die onmiddellijk een aanvang neemt. De ouders (*) kunnen, indien gewenst, binnen de drie werkdagen een onderhoud aanvragen met de directeur of zijn afgevaardigde. Van dit onderhoud wordt een verslag opgemaakt dat door de betrokkenen wordt ondertekend. De leerling en zijn/haar ouders (*) hebben inzage in het dossier. Artikel 44 Tegen een ordemaatregel is geen beroep mogelijk.
TITEL V TUCHTMAATREGELEN
Artikel 45 Het tuchtreglement slaat op situaties die zich in een onderwijsinstelling kunnen voordoen waarbij leerlingen zich zo gedragen dat het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang wordt gebracht. Op deze situaties moet het schoolbestuur kunnen inspelen door het treffen van tuchtmaatregelen. Volgende tuchtmaatregelen kunnen worden genomen: 1. een waarschuwing; 2. een berisping; 3. de tijdelijke uitsluiting. De tijdelijke uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een periode van ten hoogste vijftien schooldagen de lessen en activiteiten van zijn/haar leerlingengroep niet mag volgen; 4. de definitieve uitsluiting. De definitieve uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school wordt verwijderd vanaf het ogenblik van de schriftelijke kennisneming van de ouders (*) van de beslissing van het tuchtcollege tot uitsluiting van deze leerling door het schoolbestuur.
29
Artikel 46 De onder artikel 45, 1, 2, 3 opgesomde maatregelen worden door de directeur genomen na het gemotiveerde advies van de klassenraad te hebben ingewonnen. Artikel 47 De tijdelijke uitsluiting heeft betrekking op een bepaalde periode in de loop van het schooljaar; na afloop herneemt de leerling de lessen en neemt deel aan examens of proeven. Artikel 48 Tegen tuchtmaatregelen is geen beroep mogelijk, behalve tegen de definitieve uitsluiting. Artikel 49 De onder artikel 45, 4, bedoelde maatregel, de definitieve uitsluiting, wordt door het tuchtcollege genomen, na de leerling en zijn/haar ouders (*) te hebben gehoord. De directeur vraagt advies aan de klassenraad die het tuchtdossier beoordeelt. De klassenraad stelt een gemotiveerd advies op. Indien de klassenraad adviseert om de tuchtprocedure in te zetten, dan deelt de directeur dit aangetekend mee aan de ouders (*) binnen de drie werkdagen. In deze brief worden zij (*) opgeroepen tot een onderhoud met de directeur over de vastgestelde feiten en de voorgestelde maatregel. Van dit onderhoud wordt een verslag gemaakt dat wordt ondertekend voor kennisneming. De zaak wordt aangebracht bij het tuchtcollege op verzoek van de coördinerende directeur van het secundair onderwijs. Het tuchtcollege is samengesteld uit vier leden: het departementshoofd van het departement Onderwijs en Opvoeding van de stad Gent, een directeur van buiten de instelling waar de leerling is ingeschreven, een juridische raadgever en een administratieve secretaris van het departement Onderwijs en Opvoeding van de stad Gent. Het tuchtcollege kan de directeur van de school waar de leerling is ingeschreven, de afgevaardigde van de klassenraad of de coördinerende directeur van het secundair onderwijs horen. De directeur, de afgevaardigde van de klassenraad of de coördinerende directeur van het secundair onderwijs kan ook op eigen verzoek door het tuchtcollege worden gehoord. De leerling en zijn/haar ouders (*) kunnen zich tijdens het verhoor laten bijstaan, maar niet door een personeelslid van de school.
30
Het tuchtcollege neemt een tuchtbeslissing binnen uiterlijk tien schooldagen, te rekenen vanaf de datum waarop de zaak wordt aangebracht bij het tuchtcollege. Elke tuchtbeslissing moet gemotiveerd zijn en wordt binnen drie werkdagen nadat de beslissing werd genomen, schriftelijk bij aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs aan de leerling en zijn/haar ouders (*) ter kennis gebracht. Artikel 50 Binnen de vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing van definitieve uitsluiting kunnen de ouders (*) door middel van een aangetekende brief gericht aan de burgemeester, beroep instellen bij het college van burgemeester en schepenen. De tuchtinstantie in beroep doet uitspraak binnen één maand na ontvangst van het beroep. Alvorens uitspraak te doen, hoort ze de leerling en zijn/haar ouders (*). Deze kunnen zich laten bijstaan. De tuchtinstantie kan de directeur van de school waar de leerling is ingeschreven, de afgevaardigde van de klassenraad of de coördinerende directeur van het secundair onderwijs horen. Deze personen kunnen ook op eigen verzoek door de tuchtinstantie gehoord worden. De beslissing wordt binnen drie werkdagen nadat ze is genomen, schriftelijk met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs aan de betrokkenen ter kennis gebracht. De beslissing dient gemotiveerd te zijn. Artikel 51 De zittingen van de tuchtinstanties zijn niet openbaar. Artikel 52 In elke fase van de procedure heeft de leerling én zijn/haar ouders (*) en/of diegene die hen bijstaat het recht het tuchtdossier in te zien alvorens zij worden gehoord. Bij uiteindelijke beslissing kan geen rekening worden gehouden met documenten en feiten die niet vooraf aan de leerling en zijn/haar ouders (*) werden bekendgemaakt en/of niet bij het tuchtdossier waren gevoegd. Behoudens uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de ouders (*) kan onder geen beding aan een derde inzagerecht van het dossier worden verleend. Artikel 53 De leerling en zijn/haar ouders (*) worden ten laatste vijf kalenderdagen voordien schriftelijk op de hoogte gebracht van de plaats en het tijdstip van de hoorzitting. 31
Deze brief vermeldt tevens de modaliteiten die het inzagerecht van het tuchtdossier regelen. Artikel 54 Van de hoorzittingen wordt door de secretaris van de tuchtinstantie in beroep procesverbaal opgemaakt dat de betrokkenen tekenen voor kennisneming. De stadssecretaris zetelt als secretaris bij de hoorzittingen van tuchtinstanties in hoger beroep.
Artikel 55 Er is geen mogelijkheid om tot collectieve uitsluitingen over te gaan. Een individuele afhandeling van een dossier is inherent aan het tuchtrecht. Als een groep leerlingen heeft bijgedragen tot dezelfde handeling, dan mag dit niet tot een collectief tuchtvoorstel leiden. Artikel 56 Een definitieve uitsluiting gaat in tijdens het schooljaar en uiterlijk op 31 augustus van dat schooljaar. Als de uitsluiting echter ingaat voor 30 juni van het schooljaar, dan blijft de leerling ingeschreven tot op het ogenblik van inschrijving in een andere school of een ander centrum. De leerling moet door de school of het centrum en door het begeleidende CLB actief worden bijgestaan bij het zoeken naar een andere school of een ander centrum. Bij elke uitsluiting die ingaat voor 30 juni van het schooljaar kunnen de ouders (*) een gemotiveerde vraag stellen tot opvang door de school of het centrum. Als op die vraag wordt ingegaan, dan maakt de school of het centrum afspraken met de ouders en de leerling over de opvangvoorwaarden. Een weigering van opvang moet door de school of het centrum schriftelijk worden gemotiveerd aan de ouders (*). Artikel 57 Tuchtmaatregelen en leerlingendossiers die ermee verband houden, zijn niet overdraagbaar naar andere onderwijsinstellingen.
32
TITEL VI SLOTBEPALINGEN Artikel 58 Iedereen kan schriftelijk aan de stadssecretaris, Stadhuis Gent, Botermarkt 1, 9000 Gent, om inzage en een afschrift vragen van de volledige tekst van het meest recente doorlichtingsverslag van de school en van het eventuele hierop door het schoolbestuur geformuleerde antwoord. Artikel 59 Een exemplaar van dit schoolreglement zal aan de ouders (*) tegen ontvangstbewijs voor akkoord worden overhandigd. Indien ouders (*) weigeren het ontvangstbewijs voor akkoord te ondertekenen, geeft dit aanleiding tot het niet inschrijven van de leerling. Elke wijziging aan het schoolreglement zal aan de ouders schriftelijk worden meegedeeld. Artikel 60 De engagementsverklaring, de klachtenmeldingsprocedure en het reglement betreffende de handelsactiviteiten, sponsoring en reclame worden als bijlagen gehecht aan onderhavig reglement en maken er deel van uit.
33
Bijlage 1
ENGAGEMENTSVERKLARING
1. Engagement in verband met oudercontact De school organiseert op regelmatige tijdstippen een oudercontact. Hiervoor worden de ouders uitgenodigd via de geëigende informatiekanalen. De ouders engageren er zich toe om op deze oudercontacten aanwezig te zijn. De school engageert er zich toe om deze oudercontacten zo toegankelijk mogelijk te maken, zowel wat plaats als tijdstip betreft. 2. Engagement inzake voldoende aanwezigheid De ouders engageren er zich toe om hun kinderen ’s ochtends en ’s middags op tijd naar school te sturen en de school te steunen in de aanpak van het spijbelen. Hiertoe nemen zij ook nota van het artikel in het schoolreglement dat de schooltoelage toelicht. De school engageert er zich toe om de ouders in te lichten over de afspraken die er zijn met betrekking tot het op tijd komen en de maatregelen die het spijbelen tegengaan. 3. Engagement in verband met deelnemen aan alle vormen van individuele begeleiding Op school is een cel leerlingenbegleiding actief. Op vraag van de klassenraad kan de leerlingenbegeleiding de leerlingen een individueel begeleidingsplan voorstellen. De ouders engageren er zich toe om positief mee te werken aan dit aanbod en in te gaan op de vragen tot overleg. De school kan tevens de nodige initiatieven nemen om de expertise zo breed mogelijk uit te bouwen en overleg te organiseren. 4. Een positief engagement ten opzichte van de onderwijstaal van de school Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Om het leerproces op school te bevorderen, engageren de ouders er zich toe om hun kind te stimuleren bij het leren van Nederlands, ook in hun vrije tijd. Wij als school engageren er ons toe alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. 34
Bijlage 2
PROCEDURE INVORDERINGEN
Het Departement Onderwijs en Opvoeding van de stad Gent hanteert het principe dat iedereen recht heeft op onderwijs en opteert ervoor om kinderen wiens ouders de factuur niet betalen het verdere onderwijs binnen het departement niet te ontzeggen omwille van de volgende redenen: Aan leerplichtige leerlingen kan geen onderwijs ontzegd worden, zelfs al worden de schoolfacturen niet betaald; In het secundair onderwijs worden sommige leermiddelen aangerekend, zoals werkschriften, beroepskledij e.a. Ouders* zullen zelf instaan voor de aankoop ervan bij externe leveranciers. Het departement hanteert het principe dat maatregelen die kunnen genomen worden t.a.v. wanbetalingen aan minimum de volgende criteria moeten voldoen: Elke ouder moet - hoe klein ook - iets bijdragen in de schoolfactuur. Aan ouders die leven in precaire leefomstandigheden (zonder geregistreerde inkomsten) kan een verminderd tarief worden toegekend via een collegebeslissing. Het totale bedrag van de wanbetalingen moet zo laag mogelijk gehouden worden. De directeur of zijn afgevaardigde heeft de mogelijkheid om een afbetalingsplan op te stellen. De cumulatie van schulden moet beperkt blijven. De procedure verloopt als volgt: 1. Indien de factuur 30 kalenderdagen onbetaald blijft, gebeurt een eerste aanzet door de school. Dit kan zijn: -
mondelinge aanmaning tot betaling; bemiddelend gesprek met ouders met mogelijkheid tot opmaak afbetalingsplan; meegeven van een herinnering van de niet betaalde factuur bij de nieuwe factuur; … 2. Bij niet betaling binnen de 14 kalenderdagen volgt een eerste schriftelijke aanmaning door de school. 3. Bij niet-betaling binnen de 14 kalenderdagen wordt het dossier doorgestuurd naar het departementshoofd.
35
4. Via het departementshoofd volgt een tweede schriftelijke aanmaning. Bij niet betaling binnen de 14 kalenderdagen wordt het dossier overgemaakt aan de Juridische Dienst van de stad Gent met het oog op een gerechtelijke invordering. Als na een strikte opvolging van de betalingstermijnen het wanbetalingsdossier voor verdere invordering wordt overgemaakt aan de Juridische dienst, zal het departement een aantal maatregelen (minimale dienstverlening) nemen ten aanzien van wanbetalers met de bedoeling om verdere schuldcumulatie tot een minimum te beperken.
36
Bijlage 3
OPENBAAR ONDERWIJS KLACHTENMELDINGSPROCEDURE
In het Onderwijs Stad Gent bestaat een klachtenprocedure ter behandeling van klachten van gebruikers (of van hun vertegenwoordigers) van een school of een instelling. Klachten moeten in principe binnen de school of instelling zelf kunnen worden opgelost. De school of instelling werkt daarvoor een schooleigen procedure uit, die aan een aantal minimale voorwaarden moet voldoen, te weten: • Bij de ontvangst van een klacht wordt een dossier aangelegd; • Alle betrokken partijen worden gehoord en een schriftelijk verslag wordt opgemaakt; • Wanneer alle feiten gekend zijn, wordt de bemiddeling tussen klagers en personen tegen wie de klacht gericht is, gestart; • Wanneer de leidinggevende door de aard van de klacht niet kan bemiddelen of wanneer geen vergelijk mogelijk blijkt, zal om externe bemiddeling verzocht worden bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding – stad Gent – Interstedelijk centrum voor leerlingenbegeleiding (ICLB) of de Pedagogische Begeleidingsdienst (PBD); • Wanneer de bemiddeling slaagt, wordt de zaak als afgehandeld beschouwd. Er wordt voor een schriftelijk spoor gezorgd. Indien de klacht niet afgehandeld kan worden in de school of instelling kan men zich richten tot een centraal meldpunt van de stad Gent met als adres: Gentinfo Tel. 09 210 10 10 Fax 09 210 10 21 E-mail
[email protected] Binnen de drie werkdagen krijgen betrokkenen een bericht van ontvangst. Het dossier wordt dan bij de school of instelling opgevraagd en er wordt een onderzoek ingesteld. Om de betrokken diensten in de mogelijkheid te stellen het nodige onderzoek te voeren om een gefundeerd antwoord te geven, wordt de termijn waarbinnen de klacht wordt afgehandeld bepaald op zes weken vanaf de verzending van de ontvangstmelding. Over de ontvangen klachten en het resultaat van het onderzoek wordt verslag uitgebracht bij de schepen van Onderwijs en Opvoeding.
37
Bijlage 4
HANDELSACTIVITEITEN, SPONSORING EN RECLAME
Handelsactiviteiten Het schoolbestuur, het schoolbestuur en het Centrum voor Volwassenenonderwijs kunnen handelsactiviteiten verrichten, voor zover ze geen daden van koophandel zijn. Deze handelsactiviteiten mogen niet gericht zijn op persoonlijke verrijking. Indien zij niet rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de onderwijsopdracht, moeten zij een uitzonderlijk karakter hebben. Reclame Reclame is een openbare aanprijzing om de verkoop van goederen of diensten te bevorderen. De in de scholen of het Centrum voor Volwassenenonderwijs verstrekte leermiddelen, materialen en verplichte activiteiten blijven vrij van reclame. Niet-verplichte activiteiten blijven vrij van reclame, behalve indien deze reclame er louter de aandacht wil op vestigen dat een activiteit of een gedeelte ervan tot stand komt door middel van een gift, een schenking of een prestatie, gratis of onder de reële prijs, verricht door een bij naam genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging. Leerlingen moeten kritisch leren omgaan met informatie en daarom ook met reclame. Leerlingen worden in het basisonderwijs best niet geconfronteerd met reclame op school. Leerlingen in het secundair onderwijs moeten wel in staat zijn reclame op school te verwerken. Sponsoring. Sponsoring is het dragen van de kosten in ruil voor een tegenprestatie. In de scholen en het Centrum voor Volwassenenonderwijs kan sponsoring enkel in ruil voor de naambekendheid van de sponsor. Sponsoring van scholen mag niet in de plaats treden van de subsidies noch van de eigen middelen die het schoolbestuur voor haar scholen en het centrum moet voorzien. Basisprincipes inzake reclame en sponsoring 1. De reclame en sponsoring moeten verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school of het Centrum voor Volwassenenonderwijs. 2. De reclame en sponsoring mogen niet strijdig zijn met de objectiviteit, de 38
geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid en brengen de onafhankelijkheid van de school en het Centrum voor Volwassenenonderwijs niet in het gedrang. Middelen De middelen worden schoolgebonden of schooloverstijgend verzameld. Buurtgebonden sponsoring komt altijd de school of het centrum ten goede. Het basisonderwijs kan ook gesponsorde middelen verwerven die centraal worden beheerd. Het secundair, het deeltijds kunst- en het volwassenenonderwijs kunnen ook gesponsorde opleidingsgebonden middelen verwerven. Dit mag er niet toe leiden dat de school en het centrum afhankelijk worden van de sponsor. Tegenprestatie Buiten de school kunnen de sponsors zich uiten over hun sponsoring. Binnen de school kunnen buurtgebonden sponsors zich occasioneel bekendmaken. In het secundair, het deeltijds kunst- en het volwassenenonderwijs kunnen sponsors van opleidingsgebonden middelen zich op bescheiden wijze uiten. Controle Een begeleidingscommissie per school of centrum voor volwassenenonderwijs is belast met de controle op de toepassing van deze regeling. In de scholen van het secundair onderwijs is deze begeleidingscommissie de schoolraad. Hij heeft een overlegbevoegdheid met betrekking tot de bedoelde controle. In de scholen voor deeltijds kunstonderwijs en in het Centrum voor Volwassenenonderwijs is de begeleidingscommissie de school- of centrumraad. Hij streeft een consensus na bij de bedoelde controle. Indien geen consensus wordt bereikt, beslist het schoolbestuur.
39
Bijlage 5
Openbaar Onderwijs
OPVOEDINGSPROJECT
Het Openbaar Onderwijs ingericht door de Stad Gent is een product van de fundamenteel democratische overtuiging dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in een gemeenschap naast mekaar moeten kunnen bestaan en dat elk lid van die gemeenschap deel moet kunnen hebben aan de besluitvorming. De onderwijsinstellingen zullen zelf het democratisch gedachtegoed bevorderen. Zij zullen middelen creëren opdat iedereen aan de besluitvorming zou kunnen deelnemen. De school zal zelf ook een samenleving moeten zijn waarin democratisering, gelijkwaardigheid en openheid bestaan. Het Openbaar Onderwijs ingericht door de Stad Gent heeft tot doel de jongeren te begeleiden bij hun groei naar volwassenheid en burgerzin. Hierbij moet de verstandelijke, emotionele, morele, sociale, creatieve en lichamelijke ontwikkeling harmonisch aan bod komen. Het onderwijs ingericht door de Stad Gent behoort tot het officieel neutraal onderwijs. De stedelijke onderwijsinstellingen zijn de dragers van belangrijke waarden. Zij eerbiedigen het historisch erfgoed van de gemeenschap alsmede alle filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en hun kinderen. Ze moedigen de dialoog aan, ze indoctrineren niet en bestrijden elk vooroordeel. Ze confronteren uiteenlopende opvattingen. Ze dragen bij tot de kritische en creatieve integratie van de jongeren in de multiculturele maatschappij. Ze willen hen leren samenwerken en samenleven in harmonie. Ze willen de leerlingen in staat stellen zin te geven aan hun leven. Het Openbaar Onderwijs ingericht door de Stad Gent betracht sociale rechtvaardigheid. Het streeft naar de optimale ontplooiing van eenieders aanleg en mogelijkheden. Het houdt daarbij rekening met de verschillen tussen de leerlingen. Het bestrijdt maatschappelijk bepaalde ongelijkheden, opdat iedereen reëel gelijke kansen zou krijgen. Elke school realiseert die doelstellingen aangepast aan de eigenheid van haar leerlingen. { Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 februari 1992.)
40
Bijlage 6
ICLB Stad Gent Centrum voor leerlingenbegeleiding
Leerlingen, ouders en schoolteams kunnen een beroep doen op het CLB voor informatie, advies, hulp en begeleiding. Het CLB is actief op de volgende domeinen: • Het psychisch en sociaal functioneren van leerlingen; • De preventieve gezondheidszorg; • Het leren en studeren; • De schoolloopbaan.
In de begeleiding • staat het belang van de leerling centraal; • wordt gewerkt in teamverband; • wordt de geheimhouding van gegevens gegarandeerd; • is de dienstverlening gratis. Vanaf de leeftijd van 12 jaar is de toestemming van de leerling nodig. Het CLB-contact van de school overlegt met de leerling wat in de begeleiding gebeurt. De leerling heeft inspraak in zijn begeleiding. Meer info over de rechten en plichten in de begeleiding is te vinden op www.wvg.vlaanderen.be/rechtspositie
Het dossier: Informatie nuttig voor de begeleiding moet bijgehouden worden in een dossier op het CLB. Hierin worden alle belangrijke afspraken, gegevens en beslissingen genoteerd die verband houden met de begeleiding. De leerling en de CLB-medewerkers hebben inzage in het dossier. Wanneer de leerling van school verandert, stuurt het CLB – op vraag van het CLB van de nieuwe school – het dossier van de leerling door naar het nieuwe CLB. Als de leerling dit niet wenst, dan moet hij dit schriftelijk aan het CLB laten weten binnen de 10 dagen. Let wel: het medisch deel en het deel over de leerplicht (spijbelen) worden altijd doorgestuurd.
41
Het CLB van de laatste school bewaart het dossier van de leerling in een archief tot hij 25 jaar is, of 30 jaar in het buitengewoon onderwijs. Daarna wordt het dossier vernietigd door een gespecialiseerde firma.
Het multidisciplinair dossier: Informatie nuttig voor de begeleiding moet bijgehouden worden in een dossier op het CLB. Hierin worden alle belangrijke afspraken, gegevens en beslissingen genoteerd die verband houden met de begeleiding. De leerling en de CLB-medewerkers hebben inzage in het dossier. Wanneer de leerling van school verandert, stuurt het CLB – op vraag van het CLB van de nieuwe school – het dossier van de leerling door naar het nieuwe CLB. Als de leerling dit niet wenst, dan moet hij dit schriftelijk aan het CLB laten weten binnen de 10 dagen. Let wel: het medisch deel en het deel over de leerplicht (spijbelen) worden altijd doorgestuurd. Het CLB van de laatste school bewaart het dossier van de leerling in een archief tot hij 25 jaar is, of 30 jaar in het buitengewoon onderwijs. Daarna wordt het dossier vernietigd door een gespecialiseerde firma.
Specifiek: verplichte begeleiding
Algemene medische consulten Het centrum voert een algemeen medisch consult uit bij leerlingen uit de volgende leerjaren: 1° het eerste jaar secundair onderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, het kalenderjaar waarin de leerling dertien jaar wordt; 2° het derde jaar secundair onderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, het kalenderjaar waarin de leerling vijftien jaar wordt; 3° het eerste jaar deeltijds beroepssecundair onderwijs, erkende vorming, of het schooljaar waarin het deeltijds beroepssecundair onderwijs of de erkende vorming wordt aangevat. Het algemene consult bedoeld in het eerste lid, 3°, wordt niet uitgevoerd als bij de betrokken leerling twaalf maanden voordien al een algemeen medisch consult heeft plaats gehad. Het algemene medische consult wordt evenmin uitgevoerd bij leerlingen uit het eerste jaar erkende vorming als de leerling onderworpen is aan een gezondheidsonderzoek in overeenstemming met de bepaling van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, zoals bepaald in artikel 21 van het besluit 42
van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen. De algemene consulten worden uitgevoerd door een arts en een paramedische werker. De besluitvorming gebeurt door de arts, die tevens de eindverantwoordelijkheid draagt. Als er zich problemen voordoen of als er individuele gezondheidsrisico’s bestaan, organiseert het CLB selectieve medische onderzoeken op aanvraag van de leerling, de ouders, de school of het CLB team.
Maatregelen bij besmettelijke aandoeningen op school
Het CLB neemt preventieve maatregelen als bepaalde besmettelijke ziekten worden vastgesteld bij leerlingen en/of personeel. Het CLB informeert de scholen over die maatregelen. . 1. De directeur van de school neemt contact op met het CLB als hij verneemt of vermoedt dat een leerling of personeelslid van zijn school is aangetast door een besmettelijke ziekte. Ook als hij verneemt dat in het huis van een leerling of van een personeelslid een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, verwittigt hij het CLB. 2. Het gaat om de volgende besmettelijke ziekten: buiktyphus, hepatitis A, hepatitis B, meningococcenmeningitis en - sepsis (hersenvliesontsteking), poliomyelitis (kinderverlamming), difterie, scarlatina (roodvonk), tuberculose, shigellose (dysenterie), salmonellosen, kinkhoest, bof, mazelen, rubella (rode hond), schurft, varicella (windpokken), impetigo (huidinfectie), schimmelinfecties van de schedelhuid en van de gladde huid, mollusca contagiosa (parelwratten), hoofdluizen, HIV-infectie (AIDS).
Leerplichtbegeleiding
De begeleiding van minderjarige jongeren met leerplichtproblemen. Bedoeling is hen opnieuw in te schakelen in het onderwijsproces zodat ze voldoen aan de bepalingen inzake leerplicht, hun leerrecht niet in het gedrang komt en de kans op gekwalificeerde uitstroom verhoogt.
43
Contact: De leerling kan altijd een afspraak maken met zijn CLB-contact via de school of rechtstreeks: Interstedelijk CLB Jubileumlaan 215, 9000 Gent Tel. 09 235 09 00 Fax 09 266 19 98 e-mail:
[email protected] www.iclb.be Openingsuren: alle werkdagen 8.30 – 12u en 13u – 16u30, of na afspraak Gesloten tijdens de kerstvakantie, paasvakantie en van 15 juli tot en met 15 augustus.
44
Bijlage 7
SCHOOLBESTUUR: GEMEENTERAADSLEDEN
Tom Balthazar (sp.a) Zeneb Bensafia (Groen) Sigfried Bracke (N-VA) Sofie Bracke (Open Vld) Ilknur Cengiz (Pro Gent) Rudy Coddens (sp.a) Camille Daman (Open Vld) Stephanie D’Hose (Open Vld) Gabrielle De Boever (Vlaams Belang) Astrid De Bruycker (sp.a.) Isabelle De Clercq (N-VA) Mathias De Clercq (Open Vld) Martine De Regge (sp.a) Johan Deckmyn (Vlaams Belang) Elke Decruynaere (Groen) Karlijn Deene (N-VA) Paul Goossens (CD&V) Tine Heyse (Groen) Dirk Holemans (Groen) Mehmet Sadik Karanfil (Open Vld) Sara Matthieu (Groen) Bruno Matthys (sp.a) Guido Meersschaut (N-VA) Christophe Peeters (Open Vld) Fatma Pehlivan (sp.a) Guy Reynebeau (sp.a)
Greet Riebbels (spa.a) Gert Robert (N-VA) Anne Schiettekatte (spa.a) Elke Sleurs (N-VA) Sami Souguir (Open Vld) Helga Stevens (N-VA) Matthias Storme (N-VA) Annelies Storms (sp.a) Sven Taeldeman (sp.a) Resul Tapmaz (sp.a) Karin Temmerman (sp.a) Daniël Termont (sp.a) Bram Vandekerckhove (Groen) Bram Van Braeckevelt (Groen) Freya Van den Bossche, (sp.a) Filip Van Laecke (CD&V) Jef Van Pee (CD&V) Caroline Van Peteghem (Groen) Sandra Van Renterghem (N-VA) Sas van Rouveroij (Open Vld) Geert Versnick (Open Vld) Wis Versyp (Vlaams Belang) Steven Vromman (Groen) Filip Watteeuw (Groen!) Veli Yüksel (CD&V)
Meest recente lijst te raadplegen via www.gent.be.
ORDE- EN TUCHTREGLEMENT SECUNDAIR ONDERWIJS Goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 21 juni 1999. Gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 27 juni 2000, 25 juni 2001, 22 april 2002, 23 juni 2003, 28 juni 2004, 24 mei 2005, 24 april 2006, 25 juni 2007, 23 juni 2008, 22 juni 2009, juni 2010 en 27 mei 2013.
45
DEEL II
INTERN REGLEMENT HOTELSCHOOL GENT
46
PEDAGOGISCH PROJECT HOTELSCHOOL GENT Een school is in de eerste plaats een organisatie die tot doel heeft jongeren op te leiden tot individuen die hun plaats kunnen vinden in een steeds evoluerende maatschappij. Verder is de school een leer- en leefgemeenschap met een eigen stijl en filosofie, een karakter dat gedefinieerd wordt door een aantal basisgegevens die functioneren als referentiekader. De Hotelschool Gent is een school voor technisch en beroepsonderwijs. Dit betekent dat jongeren onze school kiezen in functie van het beroep dat ze willen aanleren. Het is de taak van de school deze jongeren in samenwerking met de verschillende beroepssectoren zo professioneel mogelijk op te leiden. Naast het verwerven van kennis en vakmanschap wordt ook bijzondere aandacht besteed aan het verwerven van de nodige attitudes. Binnen onze school ligt het accent van de opleiding op dienstverlening. Daarom wordt heel veel belang gehecht aan kwaliteit en stijl in het dienstbetoon. Het spreekt dan ook voor zich dat sociale vaardigheden, omgang met mensen, flexibiliteit, voorkomen en taalgebruik de nodige aandacht krijgen. In tijden waarin de elektronische communicatie een enorme ontwikkeling kent, willen we aandacht besteden aan de verbetering van de gewone en toch zo belangrijke communicatie van mens tot mens. Naast de technische vaardigheden eigen aan hun toekomstig beroep trachten we onze leerlingen bij te brengen dat het belangrijk is te luisteren naar mensen, zich behoorlijk uit te drukken, open te staan voor andere en nieuwe ideeën en bereid te zijn iets voor de anderen te doen. We brengen de leerlingen in reële werksituaties. In elke afdeling worden er stages en klantendiensten georganiseerd. De leerlingen werken er met ‘echte’ klanten. In de opleiding van onze leerlingen trachten we dan ook de volgende eigenschappen te benadrukken: eerlijkheid, beleefdheid, vriendelijkheid, voorkomendheid, respect voor de medemens, respect voor het beroep, verdraagzaamheid en respect voor de overtuiging van anderen, verzorgd voorkomen en zuiver taalgebruik. In onze taak als opvoeders streven we ernaar een sfeer van wederzijds vertrouwen te scheppen door consequent te handelen en door vriendelijk, open en correct om te gaan met onze leerlingen. Het is immers niet alleen onze bedoeling goede vakmensen op de arbeidsmarkt te brengen, maar ook jonge mensen elementen aan te reiken om een evenwichtig en gelukkig leven op te bouwen.
47
INTERN REGLEMENT HOTELSCHOOL GENT Het intern reglement bundelt de gedragsregels die specifiek gelden voor de Hotelschool Gent en die jaarlijks voor wijzigingen of aanpassingen vatbaar zijn. INHOUDSOPGAVE I.
Bindende kracht van het intern reglement
p. 49
II.
Toelatingsvoorwaarde
p. 49
III.
Administratie en documenten
p. 49
IV.
Uurregelingen, aankomst en vertrek van de school
p. 50
V.
Afwezigheden
p. 51
VI.
Lessen en pauzes
p. 51
VII.
Middagmalen
p. 52
VIII.
Gedrag en houding
p. 53
IX.
Voorkomen
p. 53
X.
Kledij
p. 54
XI.
Materieel
p. 54
XII.
Roken / alcohol / drugs
p. 55
XIII.
GSM en elektronische apparaten
p. 55
XIV.
Schoolse en naschoolse activiteiten
p. 56
XV.
Verzekering
p. 56
XVI.
Bijdrageregeling
p. 57
XVII. Leerlingenbegeleiding / leerlingenzorg
p. 58
XVIII. Leerlingenraad
p. 58
48
I.
BINDENDE KRACHT VAN HET SCHOOLREGLEMENT Door hun inschrijving verbinden de leerlingen er zich toe het schoolreglement na te leven, de lessen regelmatig te volgen en voldoende inzet aan de dag te leggen om behoorlijke resultaten te behalen. De ouders verbinden er zich toe hun zoon/dochter het schoolreglement te doen naleven. Ze verbinden zich er ook toe de inhoud van het schoolreglement aan hun kind mee te delen bij zijn/haar meerderjarigheid. Van de ouders(s)/meerderjarige leerling wordt de “ondertekening voor akkoord met” van het schoolreglement geëist. Dit ontvangstbewijs wordt op school bewaard. Zonder “ondertekening voor akkoord” van het schoolreglement is er geen inschrijving. In geval het schoolreglement niet wordt opgevolgd, worden er maatregelen genomen.
II.
TOELATINGSVOORWAARDE 1. Voor de wettiging van inschrijving aan de Hotelschool Gent is een geschiktheidsverklaring van een arts vereist, omdat de leerlingen rechtstreeks met voedingswaren en -stoffen in aanraking komen. De Hotelschool gent laat de keuze van de arts over aan de ouders/meerderjarige leerling. De kosten van dit doktersbezoek zijn voor eigen rekening. 2. De geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de ganse duur van de (ononderbroken) secundaire studies waarin rond voeding wordt gewerkt. Een verklaring die al in een vroeger of in het huidig schooljaar, bv. in een andere school, werd uitgereikt, is ook geldig.
III.
ADMINISTRATIE EN DOCUMENTEN 1. Formulieren en attesten worden bij de bevoegde opvoeders aangevraagd en door hen ingevuld. 2. Adresveranderingen, veranderingen van telefoonnummer(s), veranderingen van e-mailadres moeten onmiddellijk doorgegeven worden aan de bevoegde opvoeder. 3. Het bureau van de opvoeders is voor de leerlingen enkel open tijdens de pauze en voor en na de lessen. 4. Alle mededelingen aan de ouders worden in de agenda genoteerd door een bevoegd personeelslid. De schoolagenda is een officieel document waarin de leerlingen alle lesonderwerpen, taken, toetsen, enz... moeten noteren. Voor de leerlingen zelf is de agenda dus een nuttig instrument waardoor ze georganiseerd kunnen werken en tevens vormt de agenda het eerste communicatiemiddel tussen de school en de ouders/leerlingen door de mededelingen, opmerkingen en sancties die erin worden genoteerd.
49
Elke leerling moet steeds de behoorlijk ingevulde agenda bijhebben en op aanvraag kunnen voorleggen. 5. Voor leerlingen van de eerste graad moet de schoolagenda dagelijks worden ondertekend door de ouder(s). Voor leerlingen van de tweede en derde graad moet de schoolagenda wekelijks worden ondertekend door de ouder(s). 6. De schoolagenda wordt gratis ter beschikking gesteld van de leerlingen. Bij verlies moet een nieuw exemplaar aangekocht worden (€ 10) en volledig worden bijgewerkt vanaf het begin. 7. Op het einde van elk schooljaar worden de agenda’s van alle leerlingen door het secretariaat ingezameld. De leerlingen tekenen voor afgifte van de schoolagenda. Er worden per klas 3 leerlingen aangeduid die hun notities van alle vakken moeten afgeven. Deze notities kunnen het volgende schooljaar worden opgevraagd door de inspecteurs van de doorlichting. 8. Inlichtingen in verband met studietoelagen kunnen verkregen worden bij de opvoeder die verantwoordelijk is voor de klas. Info: www.studietoelagen.be IV.
UURREGELINGEN, AANKOMST EN VERTREK VAN DE SCHOOL 1. Er is les van 8.20 u. tot 16.20 u. Afwijkingen in het lessenrooster worden in de agenda genoteerd. De gebouwen zijn toegankelijk vanaf 7.45 u. 2. Bij het eerste belsignaal stellen alle leerlingen zich op in hun rij. Onmiddellijk na het tweede belsignaal is het stil. Nadat er een teken gegeven is, gaan de leerlingen onder begeleiding van hun leerkracht, in stilte, naar het klaslokaal. 3. De school verwacht van de leerlingen een correct gedrag en een passende houding, zowel binnen als buiten de eigenlijke schoolmuren. Door hun houding en gedrag bepalen de leerlingen voor een groot gedeelte het imago en de uitstraling van de school. 4. Er is een fietsenstalling in de vestiging Lange Violettestraat. Daar worden fietsen, bromfietsen en helmen beveiligd achtergelaten. De school is niet verantwoordelijk voor diefstal of beschadiging. Om veiligheidsredenen wordt enkel stapvoets over de speelplaats gereden. Ten laatste om 16.40 u. moeten alle fietsen en bromfietsen uit de fietsenstalling verwijderd zijn. 5. Leerlingen mogen de school niet vroegtijdig verlaten zonder schriftelijke toelating (nota in de agenda). Wie dit toch doet, riskeert niet verzekerd te zijn bij ongeval. 6. Telaatkomers melden zich verplicht aan bij het onthaal met hun agenda. Het aankomstuur wordt in de agenda genoteerd. Wie te laat komt moet een uur nablijven of een uur vroeger naar school komen.
50
V.
AFWEZIGHEDEN 1. Elke afwezigheid moet vóór 9.00 u. telefonisch gemeld worden aan de school: 09 235 24 40. 2. De reden van elke afwezigheid moet schriftelijk verantwoord worden. Dit bewijs wordt aan de opvoeder bezorgd op de eerste schooldag volgend op de afwezigheid. Te laat ingediende bewijsstukken worden niet meer aanvaard. De afwezigheid wordt dan als onwettig beschouwd en voor vooraf aangekondigde toetsen van die dag krijgt de leerling een nul. 3. Per schooljaar kunnen vier afwezigheidbriefjes worden afgegeven, telkens voor een afwezigheid van maximum 3 opeenvolgende dagen. De school aanvaardt enkel de originele briefjes uit de agenda. 4. Er is altijd een medisch attest vereist voor: - niet-deelname aan examens; - afwezigheid van meer dan 3 opeenvolgende dagen; - nadat de vier briefjes uit de agenda zijn ‘opgebruikt’.
VI.
LESSEN EN PAUZES 1. Verplaatsingen onder toezicht gebeuren in rij. Bij overgangen tussen de vestigingsplaatsen wordt altijd de route gevolgd langs de Sint-Annakerk en dit op een rustige en ordelijke manier. 2. De leerlingen kunnen slechts uitzonderlijk het klaslokaal verlaten, mits toelating van de verantwoordelijke leerkracht. De leerlingen kunnen geen toelating krijgen om tijdens de lesuren naar het toilet te gaan, dit moet tijdens de pauzes gebeuren. 3. Eten en drinken mag enkel tijdens de pauzes. De leerlingen deponeren hun afval in de vuilnisbak en laten het niet rondslingeren. 4. Tijdens de praktijklessen bergen de leerlingen hun persoonlijke bezittingen op in hun locker, die altijd afgesloten moet zijn. Dit kastje met cijferslot wordt verplicht gehuurd (zie bijdrageregeling). Elke locker heeft een eigen code, die door de leerlingen zelf wordt ingesteld. Het is best om de code aan niemand mee te delen of zichtbaar te laten voor anderen. Het is raadzaam de code regelmatig te wijzigen. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal of verlies. 5. De leerlingen mogen de liften alleen gebruiken mits toestemming van de leerkracht. 6. Na elke les lichamelijke opvoeding kunnen de leerlingen een douche nemen. De leerlingen brengen hun eigen douchegerei mee. 51
7. Alle leerlingen blijven tijdens de pauzes om 10 u. en 14.30 u. op de speelplaats. Op het einde van de pauze worden ze door hun leraar afgehaald om naar de les te gaan. In bepaalde gevallen kunnen leerlingen van de tweede en derde graad zonder begeleiding overgaan naar de andere vestigingsplaats. Tijdens de pauzes blijft keuken- en bakkersmaterieel (messensets, bakkerskoffers, …) in het praktijklokaal. VII.
MIDDAGMALEN
1. Een warme maaltijd bestaat uit soep, hoofd- en nagerecht en saladbar. Water uit karaffen is gratis. De betaling van de warme maaltijden gebeurt via de maandelijkse schoolfacturatie. Enkel bij gewettigde afwezigheid wordt de maaltijd niet aangerekend. 2. Alle leerlingen van de eerste en de tweede graad blijven over de middag verplicht op school en hebben de keuze tussen het gebruiken van een warme maaltijd op school of het meebrengen van een lunchpakket. De keuze wordt in september gemaakt voor de periode september-december. Vóór de kerstvakantie kan de keuze herzien worden voor de periode januari-juni. De leerlingen van de eerste en tweede graad mogen tijdens de (middag)pauze de school niet verlaten om zich een lunchpakket aan te schaffen. Zij moeten dit meebrengen voor de aanvang van de lessen. UITZONDERING: op praktijkdagen zijn leerlingen van de tweede graad van de studierichtingen hotel en restaurant/keuken verplicht de warme maaltijd te nuttigen. Deze worden aangerekend op de maandelijkse schoolfactuur. 3. Om 11.50 u. verzamelen de leerlingen van de eerste en de tweede graad Tweebruggenstraat, die ingeschreven zijn voor de warme maaltijd, op de speelplaats. Zij zetten hun boekentassen op de voorziene rekken in het leerlingenlokaal. Daarna gaan zij onder begeleiding naar het zelfbedieningsrestaurant in de Lange Violettestraat. Na de maaltijd gaan ze onder begeleiding terug naar de Tweebruggenstraat. Leerlingen die les hebben in de Lange Violettestraat gaan rechtstreeks naar het zelfbedieningsrestaurant. 4. Leerlingen van de derde graad zijn niet verplicht om over de middag op school te blijven en hebben de keuze tussen het gebruiken van een warme maaltijd op school of het meebrengen van een lunchpakket. UITZONDERING: op praktijkdagen zijn de leerlingen van de derde graad van de studierichtingen hotel en restaurant/keuken verplicht de warme maaltijd te nuttigen. Deze worden aangerekend op de maandelijkse schoolfactuur. Indien zij op de andere dagen een warme maaltijd willen, moeten zij voor 10.10 u. reserveren aan het onthaal. Zij betalen deze maaltijd aan de kassa van het zelfbedieningsrestaurant.
52
VIII.
GEDRAG EN HOUDING
1. De leerlingen staan onder het gezag van ALLE personeelsleden van de school. 2. Wij verwachten van onze leerlingen hoffelijkheid en vriendelijkheid ten opzichte van iedereen, ook medeleerlingen. Wij tolereren geen onbeleefdheid, slecht gedrag en pesterijen. Wie zich hier niet aan houdt, wordt gesanctioneerd. 3. Op school en tijdens activiteiten in schoolverband wordt Algemeen Nederlands gesproken. Volwassenen worden in de U-vorm aangesproken en er wordt met 2 woorden geantwoord. 4. Elke vorm van vandalisme wordt streng gesanctioneerd. 5. Samenscholingen in de schoolomgeving worden door buren en voorbijgangers als zeer onaangenaam ervaren. De leerlingen mogen het voetpad niet versperren voor voetgangers en moeten er altijd voor zorgen dat hun gedrag en houding de goede naam van de school niet in het gedrang brengen. IX.
VOORKOMEN 1. Alle leerlingen komen rechtstreeks met voedingswaren of –stoffen in aanraking. Daarom geldt de reglementering conform het KB van 22 december 2005, betreffende de wet op de levensmiddelenhygiëne. Dit betekent voor onze school concreet dat voor alle leerlingen bepaalde zaken onder geen enkele voorwaarde zijn toegelaten: kunstnagels, gelakte nagels, piercings, oorringen. Een goede lichaamshygiëne is een noodzaak. De handen zijn verzorgd, met nette nagels en nicotinevrije vingers. Er wordt enkel gebruik gemaakt van discrete deodorants of parfums. 2. Tijdens de praktijklessen is het dragen van andere dan hierboven vermelde juwelen niet toegelaten. Bij schoolongevallen ten gevolge van het dragen van juwelen zijn de ouders of de meerderjarige leerling zelf verantwoordelijk en worden de kosten niet terugbetaald door de schoolverzekering. 3. Ouders en leerlingen aanvaarden het recht van de directie om over concrete gevallen inzake voorkomen een beslissing te nemen conform de stijl die in de Hotelschool Gent wordt nagestreefd. Dit betekent dat wij van onze leerlingen een verzorgd voorkomen verwachten: geen extravagante kapsels (geen inscheringen in figuurvorm, geen hanenkam, geen ‘stekelvarken’, enz …) en geen extravagante make-up. Het haar mag in geen geval in het gezicht hangen (niet voor de ogen). In de keukens en in de praktijklokalen bakkerij wordt langer haar opgestoken in een haarnetje. Bij restaurantpraktijk wordt langer haar samengebonden.
53
X.
KLEDIJ 1. Ouders en leerlingen aanvaarden het recht van de directie om over concrete toepassingen van de hier geformuleerde regels een beslissing te nemen. 2. Op school worden enkel nette, propere kledij en schoenen gedragen (geen teenslippers, geen sport- of strandkledij, geen gebleekte, uitgerafelde of gescheurde kledij, geen shorts of minirokken). 3. Sportschoenen zijn enkel toegelaten tijdens de lessen lichamelijke opvoeding (sportschoenen zonder zwarte zool). 4. Petten zijn niet toegelaten, enkel mutsen. 5. Hoofddeksels worden binnen afgezet, behalve als het gaat om beroepskledij. 6. Tijdens de lessen L.O. dragen de leerlingen het T-shirt en het sportbroekje van de school. 7. Gedurende de praktijklessen dragen de leerlingen de voorgeschreven praktijkkledij, die volgens de richtlijnen van de school moet worden aangekocht. Deze richtlijnen worden per brief meegegeven. Kledij moet proper gewassen en gestreken zijn. Leerlingen die niet in orde zijn met hun kledij mogen niet deelnemen aan de praktijklessen (conform wetgeving HACCP). Resultaat: een nul voor deze les en een nota in de schoolagenda. In voorkomend geval kan de leerling belast worden met vervangende taken 8. Leerlingen die niet in orde zijn met de kledijvoorschriften, krijgen een nota in de agenda en moeten de volgende schooldag in orde zijn. Wie volhardt in de boosheid kan een ordemaatregel krijgen. 9. Praktijkkledij en schoenen moeten netjes worden opgeborgen in de persoonlijke locker van de leerling. Dit kastje met cijferslot wordt verplicht gehuurd (zie bijdrageregeling). Na de laatste praktijkles van het schooljaar maken de leerlingen hun kastjes leeg. 10. Kledij die 3 maanden na uitschrijving of na het verlaten van de school, nog niet is afgehaald, wordt automatisch eigendom van de school. 11. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies, diefstal of beschadiging van kledij en schoenen.
XI.
MATERIEEL 1. Materieel moet volgens de richtlijnen van de school worden aangekocht. Deze worden per brief meegegeven.
54
2. De messensets en het bakkersmaterieel worden gegraveerd afgeleverd aan de leerlingen. Het graveren van de namen van de leerlingen is inbegrepen in de prijs. 3. Bakkerskoffers en messensets worden buiten de praktijkuren verplicht opgeborgen in de speciaal daartoe voorziene persoonlijke locker met cijferslot. Deze worden verplicht gehuurd (zie bijdrageregeling). Na de laatste praktijkles van het schooljaar maken de leerlingen hun kastjes leeg. 4. Materieel dat 3 maanden na uitschrijving of na het verlaten van de school, nog niet is afgehaald, wordt automatisch eigendom van de school. 5. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies, diefstal of beschadiging van materieel. XII.
ROKEN / ALCOHOL / DRUGS
1. Er geldt een rookverbod binnen de schoolmuren en tijdens overgangen onder begeleiding. 2. Bij overtreding krijgt de leerling een sanctie. Tijdens extra-murosactiviteiten is het verboden te roken tussen 6.30 u. en 18.30 u. 3. Bezit, gebruik, onder invloed zijn van of verhandelen van drugs, alcohol of oneigenlijk gebruik van medicatie zijn strikt verboden. Bij overtreding worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Naar gelang de ernst van de situatie kunnen ook het CLB of de politie worden ingeschakeld. XIII.
GSM EN ELEKTRONISCHE APPARATEN
1. Gebruik van gsm en andere elektronische apparaten zijn verboden tijdens de lesuren. Tijdens de lesuren staat het toestel uit of op stil en zit het weggeborgen. Bij leerlingen die er toch gebruik van maken tijdens de lessen, wordt het toestel door het toeziend personeelslid afgenomen. Het kan aan het eind van de dag aan het onthaal worden afgehaald. 2. De school kan nooit verantwoordelijk worden gesteld voor verlies, beschadiging of diefstal van gsm of andere elektronische apparaten. Bij verdwijning/diefstal kan de leerling/ouder aangifte doen bij de politie. De school voert geen onderzoek naar gestolen of verdwenen apparaten. Wij raden leerlingen daarom aan om goed zorg te dragen voor hun bezittingen. 3. Het is ten strengste verboden om filmpjes, foto’s of geluidsfragmenten van het schoolgebeuren op te nemen. 4. Wij raden de leerlingen aan zeer voorzichtig om te springen met het gebruik van sociale media. Dit kan immers verstrekkende gevolgen hebben. Zet nooit 55
beeld- of geluidsmateriaal van anderen, zonder hun toestemming, op Facebook, YouTube, Twitter, enz… Indien de school geconfronteerd wordt met schending van de privacy van leerlingen of personeelsleden, of met beledigingen, bedreigingen of pesterijen, zal zij niet nalaten dit door te geven aan de politie. Overtreders kunnen bovendien door de school een sanctie of een ordemaatregel krijgen. XIV. SCHOOLSE EN NASCHOOLSE ACTIVITEITEN 1. De leerling verbindt er zich toe deel te nemen aan activiteiten die door de school worden ingericht - ook indien deze buiten de lesuren vallen - zoals: het verzorgen van recepties en banketten, de medewerking aan de openklasdag, enz. 2. De school organiseert geregeld activiteiten buiten de school. Deze activiteiten sluiten aan bij de doelstellingen van de opleiding. Ze zijn een onderdeel van het lesprogramma. Deelname aan deze activiteiten is verplicht. Voor sommige van deze activiteiten, krijgen de leerlingen een forfaitaire onkostenvergoeding (bedrag is nooit hoger dan het wettelijk maximum). Dit geld wordt verrekend met het spaarplan en dient als tussenkomst ten voordele van de studiereizen voor de leerlingen die hieraan deelnemen. 3. Ook bij activiteiten buiten de school (tijdens stages, sportdagen, studiereizen, uitstappen, …) blijft het schoolreglement van kracht. Leerlingen die zich misdragen kunnen onmiddellijk teruggestuurd worden naar school. Bovendien volgt er een sanctie of een ordemaatregel. 4. Tijdens extramurosactiviteiten is het elke dag verboden te roken tussen 6.30 u. en 18.30 u. XV.
VERZEKERING
1. Het schoolbestuur heeft een verzekering afgesloten, zodat alle leerlingen tijdens de schoolactiviteiten (dus ook tijdens schooluitstappen, stages, de weg van en naar de school) verzekerd zijn. Zie Schoolreglement Secundair Onderwijs, Titel I, hoofdstuk 9, artikel 26. 2. Leerlingen van de derde graad die gedurende de middagpauze de school verlaten, zijn niet gedekt door de schoolverzekering. 3. Wie zich onttrekt aan het toezicht van de school door de school zonder toestemming te verlaten, is niet meer gedekt door de verzekering. 4. Elk ongeval moet onmiddellijk gemeld worden aan de bevoegde opvoeder. 5. Leerlingen moeten goed op hun persoonlijke bezittingen letten. De school is niet verantwoordelijk, noch verzekerd voor diefstal of beschadiging ervan.
56
XVI.
BIJDRAGEREGELING
1. In de tabel hieronder ziet u de maximumbedragen van de kosten die in de loop van het schooljaar kunnen gemaakt worden. Deze bedragen variëren naar gelang het gaat over nieuwe leerlingen (die alles nieuw aanschaffen) of over leerlingen die overgaan naar een ander leerjaar en dus al over (een gedeelte van) de kledij, materieel en hand/leerboeken beschikken. 2. Voor de financiering van de buitenlandse studiereizen in het zesde jaar organiseert de school een verplicht spaarplan vanaf het derde jaar. Voor de buitenlandse studiereis van de specialisatiejaren wordt pas vanaf het zevende jaar gespaard. 3. Om de kostprijs van de studiereizen betaalbaar te houden, organiseert de school ook activiteiten waarvan de opbrengst ten goede komt aan de leerlingen die meegaan op studiereis. verplichte warme maaltijden (2)
studiebezoeken, gastsprekers, activiteiten, uitstappen, sport, werkstukken, …
spaarplan studieict, reizen administratie 6de graad (2)
kledij, materieel
huur lockers
hand-/ leerboeken
1A
430,00
20,00
245,00
360,00
20,00
2A
435,00
20,00
225,00
260,00
20,00
1B
400,00
20,00
170,00
360,00
20,00
2 BVJ
540,00
20,00
130,00
260,00
20,00
600,00
20,00
445,00
100,00 100,00
BIJDRAGEREGELING 1ste GRAAD
2de GRAAD 3 TSO HOTEL
230,00
210,00
20,00
4 TSO HOTEL
600,00
20,00
440,00
230,00
210,00
20,00
3 TSO BB
600,00
40,00
330,00
230,00
245,00
20,00
4 TSO BB
600,00
40,00
320,00
230,00
245,00
20,00
3 BSO RK
730,00
20,00
310,00
200,00
230,00
210,00
20,00
4 BSO RK
730,00
20,00
340,00
200,00
230,00
210,00
20,00
3 BSO BB
600,00
40,00
180,00
230,00
245,00
20,00
4 BSO BB
600,00
40,00
200,00
230,00
245,00
20,00
5 TSO HOTEL
760,00
20,00
430,00
100,00
180,00
210,00
20,00
6 TSO HOTEL
760,00
20,00
430,00
100,00
180,00
210,00
20,00
5 TSO BBC
620,00
40,00
275,00
180,00
245,00
20,00
6 TSO BBC
620,00
40,00
265,00
200,00
245,00
20,00
5 BSO RK
870,00
20,00
325,00
200,00
180,00
210,00
20,00
6 BSO RK
870,00
20,00
305,00
200,00
180,00
210,00
20,00
5 BSO BBC
640,00
40,00
170,00
180,00
245,00
20,00
6 BSO BBC
640,00
40,00
140,00
200,00
245,00
20,00
3de GRAAD
spaarplan 7de jaar
SPECIALISATIEJAREN 7 BSO SR
580,00
20,00
180,00
7 BSO GR
580,00
20,00
7 BSO BBC
640,00
40,00
200,00
180,00
1260,00
20,00
70,00
180,00
1260,00
20,00
50,00
200,00
1260,00
20,00
(1) hierbij komen de bedragen voor warme maaltijden op vrijwillige basis (2) het spaarplan voor de studiereizen van het 6de jaar is opbouwend vanaf het 3de jaar (3) voor de studiereis van het 7de jaar wordt er vanaf oktober 7 maal € 180,00 per maand betaald
57
XVII. LEERLINGENBEGELEIDING / LEERLINGENZORG 1. Alle leerlingen van de school kunnen steeds terecht bij de leerlingenbegeleiding voor een gesprek of het melden van allerhande problemen. De leerlingenbegeleiding werkt in bepaalde gevallen ook samen met CLB en andere externe instanties. 2. In het kader van de leerlingenzorg worden huiswerkklassen en remediëringsuren voorzien. Er zijn ook verschillende handelingsplannen (dyslexie, dyscalculie, enz…) voor leerlingen met “leerhindernissen”. Elke leerkracht krijgt de voor hem/haar van toepassing zijnde lijst met de namen van die leerlingen zodat zij hiermee op gepaste wijze kunnen omgaan. Dit houdt echter niet in dat de school een gespecialiseerde aanpak aanbiedt. Van de ouders wordt een nauwe betrokkenheid en dagelijkse ondersteuning verwacht. 3. Gesprekken met de leerlingenbegeleiding gaan door op school en gebeuren op afspraak. XVIII. LEERLINGENRAAD 1. In de Hotelschool Gent is een leerlingenraad actief, bestaande uit leerlingen van de eerste, tweede en derde graad. Alle leerlingen krijgen de kans zich jaarlijks kandidaat te stellen voor de leerlingenraad. De leerlingen van de klas kiezen hun vertegenwoordiger(s). De gekozenen vormen de leerlingenraad. 2. Uit de leden van de leerlingenraad worden de vertegenwoordigers gekozen voor de leerlingengeleding van de schoolraad. 3. Voorstellen van de leerlingenraad worden door het directieteam besproken en de antwoorden worden gecommuniceerd naar de leerlingenraad. Dit intern reglement werd goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen in de zitting van 27 mei 2013.
58
DEEL III
STUDIEREGLEMENT HOTELSCHOOL GENT
59
STUDIEREGLEMENT Inhoudsopgave I. STUDIEAANBOD
p. 61
II. EVALUATIE
p. 62
III. VERANDERING VAN STUDIERICHTING
p. 62
IV. VERANDERING VAN SCHOOL
p. 63
V. RAPPORTERING
p. 63
VI. DELIBERATIEREGLEMENT
p. 63
VII. STAGEREGELING
p. 65
VIII. GEÏNTEGREERDE PROEF
p. 65
IX. SCHOOLKALENDER
p. 66
60
I. STUDIEAANBOD Eerste graad 1ste leerjaar A 2de leerjaar A (Hotel/Voeding) 1ste leerjaar B 2de Beroepsvoorbereidend leerjaar (Hotel/Bakkerij/Slagerij) Tweede graad TSO 1ste en 2de leerjaar Hotel 1ste en 2de leerjaar Brood- en Banketbakkerij BSO 1ste en 2de leerjaar Restaurant en Keuken 1ste en 2de leerjaar Brood- en Banketbakkerij Derde graad TSO 1ste en 2de leerjaar Hotel 1ste en 2de leerjaar Brood- en Banketbakkerij en Confiserie BSO 1ste en 2de leerjaar Restaurant en Keuken 1ste en 2de leerjaar Brood- en Banketbakkerij en Confiserie BSO Specialisatiejaren (“7de jaren”) 3de jaar Banketbakkerij en Chocoladebewerking 3de jaar Gemeenschapsrestauratie 3de jaar Specialiteitenrestaurant
61
II. EVALUATIE 1. In de eerste graad en de tweede en derde graad BSO worden er geen examens ingericht en gebeurt er permanente evaluatie. In de tweede en derde graad TSO worden er enkel examens ingericht voor de algemene en technische vakken, niet voor praktijkvakken. Voor praktijkvakken wordt het principe van permanente evaluatie gehanteerd. 2. Voor de eerste graad (A- en B-stroom), de tweede en de derde graad BSO zijn er 5 periodes dagelijks werk (DW1 t.e.m. DW5). 3. Voor de tweede en derde graad TSO zijn er 4 periodes dagelijks werk en 2 examenperiodes. 4. Voor TSO is de verhouding DW 50 % en EX 50 %. 5. Bij een gewettigde afwezigheid tijdens de periode “dagelijks werk” kan de leerkracht de leerling een inhaaltoets of inhaaltaak opleggen. Bij de beslissing spelen verschillende factoren een rol: b.v. de representativiteit van de toets, het aantal toetsen dat door de betrokken leerling al werd gemaakt, … Bij ongewettigde afwezigheid van in de agenda aangekondigde toetsen krijgt de leerling een 0. 6. Bij elke afwezigheid tijdens de examens is een medisch attest vereist. Indien leerlingen gewettigd afwezig zijn tijdens de ganse of een groot deel van de examenperiode, dan beslist de klassenraad voor welke vakken een inhaalexamen moet gemaakt worden. 7. Als bij een leerling frauduleuze praktijken - zoals spieken - worden vastgesteld, dan zal die leerling het recht ontzegd worden om zijn/haar toets of examen verder af te leggen. De leerling krijgt 0 voor de toets of het examen(-deel). 8. Taken die niet op de afgesproken en in de agenda genoteerde datum worden afgegeven, hebben als resultaat een 0, behalve bij gewettigde afwezigheid. Dan worden de taken de eerstvolgende lesdag aan de verantwoordelijke opvoeder afgegeven.
III. VERANDERING VAN STUDIERICHTING (binnen dezelfde school) 1. Leerlingen die na één of meer rapportperiodes van studierichting veranderen, worden geconfronteerd met andere vakken en/of andere verhoudingen tussen de vakken.
62
2. Voor de vakken die in de oude en nieuwe studierichting evenveel uren/week vertegenwoordigen en die hetzelfde leerprogramma hebben, blijven de behaalde punten behouden. 3. Voor de vakken die een ander aantal uren/week hebben in de nieuwe studierichting, vallen de punten weg. (Ook als hetzelfde leerprogramma gevolgd wordt!) IV. VERANDERING VAN SCHOOL 1. Voor leerlingen die uit een andere onderwijsvorm komen worden geen punten weerhouden. 2. Leerlingen uit dezelfde onderwijsvorm beginnen in eerste instantie met een nieuwe lei. Als er op het einde van het schooljaar geen problemen zijn, dan zijn deze leerlingen geslaagd. Als de leerlingen op het einde van het schooljaar niet geslaagd zijn volgens het gehanteerde deliberatiereglement, dan worden ze besproken. In dat geval kunnen/moeten de punten van de vorige school in aanmerking worden genomen: kunnen: als de leerlingen op de nieuwe school gekomen zijn voor of op 15 januari, dan kunnen er voor de nieuwe school voldoende evaluatiegegevens zijn om tot een besluit te komen. moeten: als de leerlingen in een laat stadium van het schooljaar op de nieuwe school aankomen en er onvoldoende eigen evaluatiegegevens zijn, dan moeten de resultaten van de vorige school in aanmerking worden genomen. V. RAPPORTERING 1. Indien er voor een rapportperiode voor een of meer vakken geen punten zijn ten gevolge van bovenstaande regeling, dan worden geen punten ingeschreven. Als commentaar verschijnt: “onvoldoende evaluatiegegevens”. 2. Dit zal ook gebeuren voor leerlingen die ten gevolge van ziekte of gewettigde afwezigheid een onvoldoend aantal toetsen hebben gemaakt en/of geen inhaaltoetsen hebben gemaakt. VI. DELIBERATIEREGLEMENT 1. Een leerling/e van de eerste graad en de tweede en derde graad BSO is geslaagd indien hij/zij minstens 50 % van het eindtotaal haalt voor de
63
samengetelde resultaten van dagelijks werk én hij/zij onder het aantal toegelaten buispunten uitkomt. 2. Een leerling/e van de tweede en derde graad TSO is geslaagd indien hij/zij minstens 50 % van het eindtotaal haalt voor de samengetelde resultaten van dagelijks werk en examens én hij/zij onder het aantal toegelaten buispunten uitkomt. 3. Voor de berekening van de buispunten van de leerling/e nemen we het aantal punten onder 5/10, vermenigvuldigd met het aantal uren voor het vak. 4. De strengheidsfactor wordt als volgt bepaald: -
strengheidsfactor 2,5 voor de A-stroom van de eerste graad en het TSO; strengheidsfactor 2 voor de B-stroom van de eerste graad en het BSO.
5. In de tabel hieronder (tolerantietabel) ziet u het toegelaten aantal buispunten. totaal % 50,5 % 51,0 % 51,5 % 52,0 % 52,5 % 53,0 % 53,5 % 54,0 % 54,5 % 55,0 % 55,5 % 53,0 % 56,5 % 57,0 % 57,5 % 58,0 % 58,5 % 59,0 % 59,5 % 60,0 %
BSO & B-stroom
TSO en A-stroom
factor 2
factor 2,5
0,3 0,5 0,8 1,0 1,3 1,5 1,8 2,0 2,3 2,5 2,8 3,0 3,3 3,5 3,8 4,0 4,3 4,5 4,8 5,0
0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,4 2,6 2,8 3,0 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0
totaal % 60,5 % 61,0 % 61,5 % 62,0 % 62,5 % 63,0 % 63,5 % 64,0 % 64,5 % 65,0 % 65,5 % 66,0 % 66,5 % 67,0 % 67,5 % 68,0 % 68,5 % 69,0 % 69,5 % 70,0 %
BSO & B-stroom
TSO en A-stroom
factor 2
factor 2,5
5,3 5,5 5,8 6,0 6,3 6,5 6,8 7,0 7,3 7,5 7,8 8,0 8,3 8,5 8,8 9,0 9,3 9,5 9,8 10,0
4,2 4,4 4,6 4,8 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 6,0 6,2 6,4 6,6 6,8 7,0 7,2 7,4 7,6 7,8 8,0
6. Wie meer buispunten heeft dan toegelaten komt ter bespreking in de delibererende klassenraad. 7. Bijkomende proeven worden slechts in uitzonderlijke gevallen ingericht, namelijk indien de volledige klassenraad van mening is over onvoldoende gegevens te beschikken om een eindoordeel te kunnen vellen.
64
VII.
STAGEREGELING
1. De leerlingen van de 3de graad doen per schooljaar een verplichte blokstage van 4 weken. 2. De leerlingen die stage lopen, worden in het bezit gesteld van het stagereglement van de school of van de desbetreffende studierichting. Tijdens de stage-uren moeten de leerlingen het stagereglement van de school evenals de reglementen van de stagegever, voor zover deze op hen betrekking hebben, respecteren. 3. Om op het einde van de derde graad met succes te kunnen slagen, moeten de leerlingen een vereist aantal stage-uren gepresteerd hebben. Bij gewettigde afwezigheid wordt met de stagebegeleider een inhaalstageplan uitgewerkt. 4. Er worden geen stages georganiseerd tijdens de vakantieperiodes, tenzij het om inhaalstages gaat. 5. De cijfers voor de stage tellen mee volgens het aantal uren (4 uren per week) toegekend aan de stages op de officiële lessentabellen van OVSG en worden mee verwerkt in de berekening van het aantal buispunten. VIII. GEÏNTEGREERDE PROEF (GIP) 1. Tijdens het 2de leerjaar van de 3de graad TSO en BSO en het 3de leerjaar van de 3de graad BSO wordt een GIP georganiseerd. Door middel hiervan willen we nagaan in welke mate de leerling over de nodige kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om zijn toekomstig beroep te kunnen uitoefenen. De GIP is een project dat gespreid wordt over het schooljaar. Hij mondt uit in een theoretische en een praktische realisatie. De GIP geeft een meerwaarde aan het opleidingsgebeuren. 2. De leerlingen worden op verschillende tijdstippen geëvalueerd, voor zowel het product als het proces. Dit wordt op het rapport meegedeeld. 3. Externe deskundigen kunnen deel uitmaken van de evaluatiecommissie. 4. De evaluatie van de GIP maakt deel uit van de eindbeoordeling en wordt apart gequoteerd op het rapport. 5. De wegingsfactor voor de GIP van het BSO is bepaald op 15 % (tegenover 85 % voor dagelijks werk en stage). 6. De wegingsfactor voor de GIP van het TSO is bepaald op 15 % (tegenover 85 % voor dagelijks werk, stage en examens).
65
IX. SCHOOLKALENDER Tijdstip/periode 20/09 21/10 25/10 28/10 t.e.m. 3/11 5/11 11/11 5/12 t.e.m. 18/12 19/12
20/12 23/12/2013 t.e.m. 5/1/2014 3/2 4/2 7/2 10/2 26/2 28/2 3/3 t.e.m. 9/3 10/3 t.e.m. 6/4 3/4 4/4 7/4 t.e.m. 21/4 1/5 2/5 7/5 9/5 10/5 15/5 19 t.e.m. 23 mei 19 t.e.m. 24 mei 29 t.e.m. 30 mei 4/6 5 t.e.m. 19/6 9/6 20/6 23 t.e.m. 25/6 26/6 27/6 30/6
Opmerkingen leerlingenvrije dag: pedagogische studiedag leerlingenvrije dag: klassenraden rapport DW1 voor alle leerlingen herfstvakantie oudercontact DW1 vrijaf: wapenstilstand examenperiode 1: tweede en derde graad TSO NM leerlingenvrije halve dag: klassenraden EX1 (tweede + derde graad TSO) + DW2 (eerste graad + alle klassen BSO) rapport DW2 + EX1 + oudercontact kerstvakantie klassenraad DW2 TSO Hot klassenraad DW2 TSO BB rapport DW2 TSO leerlingenvrije dag: evaluatie van het evaluatiegebeuren NM klassenraden alle lln. (niet tweede graad TSO) rapport DW2 alle lln. (niet 2de gr. TSO) + oudercontact krokusvakantie stage derde graad klassenraad DW3 tweede graad TSO rapport DW3 tweede graad TSO paasvakantie (21 april = paasmaandag) vrijaf: dag van de arbeid facultatieve vrije dag klassenraad DW4 eerste graad + alle klassen BSO rapport DW4 eerste graad + alle klassen BSO opendeurdag oudercontact eerste graad + alle klassen BSO buitenlandse studiereizen 6 BSO + 6 TSO buitenlandse studiereis 7 BSO vrijaf: hemelvaartweekend rapport DW4 tweede en derde graad TSO examenperiode 2: tweede en derde graad TSO vrijaf: pinkstermaandag rapport DW5 eerste graad + BSO leerlingenvrij: einddeliberaties proclamatie eindjaren VM: rapport + oudercontact alle overige leerjaren NM: leerlingenvrij: algemene personeelsvergadering vrijaf
Dit studiereglement werd goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen in de zitting van 27 mei 2013. V.U. schepen Elke Decruynaere, Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent
66