Schoolplan Metis Montessori Lyceum (voorheen CML) 2012 - 2016
Inhoudsopgave Schoolplan Metis Montessori Lyceum 2012 - 2016 1. Inleiding ............................................................................................................................... 2 2. Kernwaarden, missie en visie ................................................................................................ 3 2.1 Kernwaarden ............................................................................................................................. 3 2.2. Kader......................................................................................................................................... 4 2.2.1. Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) .......................................................... 4 2.2.2. Montessorinetwerken ........................................................................................................... 5 2.2.3. Stichting Cosmicus ................................................................................................................. 5 2.3. Missie en visie........................................................................................................................... 5 2.4. Wettelijke opdracht.................................................................................................................. 7 3. Evaluatie schoolplan 2008-2012 ............................................................................................ 7 3.1 Externe evaluatie ....................................................................................................................... 7 3.2. Interne evaluatie ...................................................................................................................... 8 4. Missie en visie in de praktijk 2012-2016 ................................................................................. 9 4.1. Integraal pedagogisch concept................................................................................................. 9 4.2.Vertaling naar de onderwijspraktijk ........................................................................................ 11 5. Onderwijsorganisatie .......................................................................................................... 14 5.1. aansturing ............................................................................................................................... 14 5.2. AVO ......................................................................................................................................... 15 5.3. Onderbouw h/v ...................................................................................................................... 16 5.4. Bovenbouw............................................................................................................................. 17 5.5. Werken in dagdelen ............................................................................................................... 17 6. Begeleiding en zorg ............................................................................................................. 18 6.1. De leer- en loopbaanbegeleiding en oriëntatie ..................................................................... 19 6.2. Specialistische zorg ................................................................................................................. 20 7.Participatie .......................................................................................................................... 20 7.1. Betrokkenheid van leerlingen ................................................................................................ 21 7.2. Ouderparticipatie ................................................................................................................... 21 8. Personeelsbeleid................................................................................................................. 22 9. Kwaliteit ............................................................................................................................. 23 10. Doelen en ambities ........................................................................................................... 25
Schoolplan Metis Montessori Lyceum 2012 - 2016 1. Inleiding Het Metis Montessori Lyceum (MML) is een school voor havo en vwo die vanaf augustus 2008 operationeel is. In het schooljaar 2011-2012 zijn we – toen nog als Cosmicus Montessori Lyceum (CML)- gestart met de vierde klassen in de bovenbouw. In het schoolplan 2008 – 2012 beschreven we de inrichting en de organisatie van het onderwijs en de begeleiding. Het schoolplan 2012-2016 bouwt voort op ervaringen van de afgelopen jaren, inclusief de aanbevelingen van interne en externe evaluaties. Daarnaast biedt de adoptie van de avo (Algemeen Vormend Onderwijs)-klassen van het Amstellyceum het MML nieuwe kansen om haar onderwijsconcept verder te ontwikkelen voor een grotere doelgroep. De werkhouding van de medewerkers van het MML wordt gekleurd door de behoefte om werkprocessen en resultaten steeds te verbeteren. Daarbij zijn evaluaties een goed hulpmiddel gebleken om te reflecteren op ontwikkelingen, resultaten en verbetermogelijkheden van het MML. Interne evaluaties zijn de kwartaal – , de jaarevaluaties en de studiedagen. Een belangrijk evaluatiedocument is daarnaast de zelfevaluatie die het MML in november 2011 heeft gemaakt ten behoeve van de schoolbrede montessorivisitatie die plaats vond in februari 2012. Externe evaluaties zijn de eerder genoemde montessorivisitatie, het kwaliteitsonderzoek van de onderwijsinspectie in juni 2010, de opbrengstenkaart voor de onderbouw in 2011, de jaarlijkse CITOVas en diataaltoetsen en de tevredenheidenquêtes die zijn afgenomen onder leerlingen en ouders in het kader van Vensters Voor Verantwoording, een landelijk kwaliteitsproject van de vo-raad. Alle externe evaluaties laten een positief beeld zien van de ontwikkelingen binnen het MML. De bevindingen van de evaluaties voert het MML door in haar nieuwe plannen . Het MML zal de komende vier jaar met behulp van externe instellingen haar kwaliteitszorg verder systematiseren en verankeren op de werkvloer en het klaslokaal. Het MML is tevreden over de opbrengsten van de afgelopen drie jaar. De opbrengstenkaart voor de onderbouw leverde een score op van 5 op een vijfpuntschaal. De opbrengsten van diataal vertonen een stijgende lijn, alhoewel het taalniveau van onze doelgroep nog een punt van aandacht blijft. Ook de montessorivisitatie en tevredenheidonderzoeken onder leerlingen en ouders vallen positief uit voor de school. Het thema van dit schoolplan is de zelfstandige ontwikkeling en talentontwikkeling van leerlingen in montessoriperspectief, waar o.a. leren kiezen, ontwikkeling van hoofd, hart en handen en buitenschools leren, wereldburgerschap, erkennen van verschillen , ontwikkelen van excellentie en leveren van maatwerk geïntegreerd zijn. Het MML heeft de ambitie om de talenten van alle Schoolplan MML 2012 – 2016
2
leerlingen zodanig te ontwikkelen dat ze actieve wereldburgers worden die hun eigen ontplooiing centraal stellen en daarbij een positieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van onze stad, ons land en aan de wereld. Om bovenstaande aspecten goed in te kaderen streeft het MML naar een invulling van het onderwijs waarbij samenhang van vakken en profielen, uitdagende vormen van leren, adequate voorbereiding op het vervolg onderwijs en integere maatschappelijke participatie belangrijke aandachtspunten zijn. De komende periode zijn de ontwikkeling van de bovenbouw, de aansluiting van de onderbouw met de bovenbouw evenals de integratie van de avo-klassen van het Amstellyceum belangrijke aandachtspunten. Vanaf 2012-2013 zullen deze laatste onderdeel uitmaken van het MML , waardoor het aantal opleidingen en onderwijsniveaus toeneemt en het MML een brede school wordt. Het MML beschouwt het als een uitdaging om haar onderwijskundig concept de komende jaren zodanig te ontwikkelen dat er sprake is van een integraal pedagogisch concept dat typerend is voor alle deelscholen en voor alle doelgroepen. Concreet gaat het om een benaderingswijze die leerlingen positief en vol vertrouwen tegemoet treedt en hen alle ruimte geeft om hun capaciteiten te ontwikkelen. Het MML wil dat alle leerlingen zich ervan bewust zijn dat ze altijd welkom zijn voor een gesprek of voor (extra) begeleiding. Daarom creëert en onderhoudt het MML een schoolklimaat waarin leerlingen in een veilige en respectvolle omgeving gestimuleerd worden om te excelleren, zowel individueel als in samenwerking met anderen. Omdat het pedagogisch concept als een rode draad te zien is in de inhoud en de organisatie van het onderwijsleerproces heeft het MML ervoor gekozen om geen apart hoofdstuk te schrijven over het pedagogisch klimaat en veiligheid maar om deze aspecten te integreren in alle relevante onderdelen.
2. Kernwaarden, missie en visie 2.1 Kernwaarden Onderstaande kernwaarden staan centraal in het kader, de missie, de visie en de inrichting van het onderwijs van het MML. Vertrouwen Het MML benadert haar leerlingen en medewerkers positief en vol vertrouwen en stimuleert hen de talenten te blijven ontwikkelen. Ondernemend Het MML is een dynamische organisatie die binnen en buiten de school leersituaties ontwerpt om leerlingen te prikkelen tot initiatiefrijk gedrag om hun talenten te ontwikkelen zodat ze een positieve en verantwoordelijke rol kunnen vervullen in de wereld van nu en morgen.
Schoolplan MML 2012 – 2016
3
Betrokken Directie en medewerkers van het MML hebben hart voor hun leerlingen en voelen zich verbonden met het MML. Daarom spannen zij zich in om de organisatiedoelen te halen en kinderen het beste uit zichzelf te laten halen. Respect Directie, medewerkers, ouders en leerlingen gaan respectvol met elkaar om. Verschillen ten aanzien van etniciteit, seksuele geaardheid, religie en sociaaleconomisch niveau zien wij als verrijking en meerwaarde. Bovendien bieden ze de MML-gemeenschap een kans om met die verschillen te leren omgaan en te onderzoeken hoe die ingezet kunnen worden ten behoeve van een betere wereld. Veilig Het MML is een leef- en werkgemeenschap waarin iedereen zich veilig kan voelen door de open en respectvolle sfeer waarin leerlingen niet schromen om problemen bespreekbaar te maken.
2.2. Kader Het Cosmicus Montesorri Lyceum (MML), een school voor havo en vwo, is opgericht in 2008 als onderdeel van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA). In samenwerking met de Stichting Cosmicus, een stichting die zich inzet voor wereldburgerschap in het onderwijs is het MML opgericht, een nieuwe deelschool van de MSA in Amsterdam –oost. Beide stichtingen hebben de ontwikkeling van leerlingen hoog in het vaandel staan. De MSA vanuit het gedachtegoed van Montessori waarbij het zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren centraal staat en Stichting Cosmicus vanuit het belang van wereldburgerschap in het onderwijs. De principes van de MSA en de stichting Cosmicus komen in het MML tot uitdrukking in de visie op leren, de speerpunten, de werkwijze en de manier waarop de onderwijspraktijk vorm krijgt. Als uitwerking van de ambitie voor wereldburgerschap is het MML vanaf 2011 lid van de Unescoscholen.
2.2.1. Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) Het MML maakt deel uit van de MSA. Het doel van de MSA is het verzorgen van eigentijds montessorionderwijs voor leerlingen van alle niveaus. Daarom biedt de MSA onderwijs aan op alle niveaus: vmbo, havo, atheneum en gymnasium. DE MSA bestaat uit vier scholen: het Montessori Lyceum Amsterdam, het Montessori College Oost, de IVKO en het Metis Montessori Lyceum. ( vanaf het schooljaar 2012-2013 gaat het Amstel Lyceum op in het MML). Montessori Maria Montessori is de grondlegger van een onderwijsconcept dat leerlingen de mogelijkheid biedt om hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en zelfstandig te worden. Op het MML kunt u dat zien in de begeleiding van leerlingen om zelfstandig te leren, om zelfstandig te leren kiezen en om een actieve rol te vervullen in de Nederlandse samenleving en als wereldburger. Maria Montessori erkende al in de vorige eeuw het belang van erkennen van verschillen tussen leerlingen. De door haar ontworpen “voorbereide leeromgeving” is een instrument dat kansen beidt om in te spelen op Schoolplan MML 2012 – 2016
4
deze verschillen. Op het MML zien we verschillen tussen leerlingen als uitgangspunt van iedere onderwijsleersituatie. Een instrument daarbij is de voorbereide leeromgeving die kinderen prikkelt door een gevarieerd aanbod van leermiddelen en onderwijsleersituaties.
2.2.2. Montessorinetwerken Het MML is lid van de Nederlandse Montesori Vereniging (NMV) en participeert in ‘de netwerken van deze vereniging. Het montessori netwerk Amsterdam (MNA) streeft naar een goede aansluiting tussen montessoribasisscholen en montessori voortgezet onderwijs. In het Voortgezet Montessori Onderwijs (VMO) werkt het MML samen met andere montessorischolen aan de vernieuwing en de kwaliteitsverbetering van het montessorionderwijs. Een periodieke visitatie vormt onderdeel van dit proces van vernieuwing en kwaliteitsverbetering. Het MML is in februari 2012 schoolbreed gevisiteerd met een positief resultaat.
2.2.3. Stichting Cosmicus Een andere inspiratiebron van het MML vormt het gedachtegoed van de Stichting Cosmicus die wereldburgerschap in het onderwijs stimuleert. Cosmicus betekent wereldburger. Onze school besteedt veel aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie en stimuleert een houding bij leerlingen om respectvol om te gaan met verschillen tussen mensen en binnen de maatschappij. UNESCO-netwerk In het verlengde van onze ambities over wereldburgerschap is het MML lid van de UNESCOscholen. Deze maken deel uit van een wereldwijd netwerk van meer dan 8000 scholen. Deze scholen verwerken thema’s van UNESCO in hun onderwijs zoals vrede en mensenrechten, intercultureel leren, burgerschap en duurzaamheid.
2.3. Missie en visie De ontwikkeling van jongeren tot integer en veelzijdig mens is de missie van het MML die terug te vinden is in de onderwijsvisie en de begeleiding. Maria Montessori gaf in het begin van de twintigste eeuw al aan dat het onderwijs zorg moet dragen voor de ontwikkeling van de gehele mens: niet alleen hoofd, maar ook hart en handen in onderlinge samenhang. Als uitwerking daarvan heeft het MML in het onderwijs aandacht voor verschillen tussen jongeren en voor hun sterke en minder sterke kanten. Deze elementen vormen de input om jongeren te stimuleren het beste uit zichzelf te halen door hun talenten zo goed mogelijk te ontplooien. Op deze manier kan iedere jongere op zijn eigen terrein een excellente student worden. Dit vraagt om didactiek die rekening houdt met verschillende niveaus en leerstijlen. Dit uitgangspunt heeft ook consequenties voor het functioneren van de docent. Soms moet die op de achtergrond aanwezig zijn wanneer een leerling tijd en ruimte nodig heeft voor ontwikkeling. Op een ander moment of voor Schoolplan MML 2012 – 2016
5
andere leerlingen kan het betekenen dat er gebruik gemaakt wordt van werkvormen waarbij begeleiding en aansturing accent hebben. Verschillen tussen leerlingen en medewerkers vindt het MML een normaal menselijk patroon dat benut kan worden en daarom verrijkend werkt. Als we verschillen accepteren als uitgangspunt in een menselijke samenleving betekent dit automatisch dat iedere leerlingen op maat bediend wordt. Daarom krijgen leerlingen die extra steun nodig hebben bijvoorbeeld extra lessen, extra taken of extra begeleiding. Leerlingen die een hoog tempo hebben en veel werk aankunnen worden uitgedaagd om zoveel mogelijk te doen met een toenemende complexiteit. Door ze versneld te laten werken, door ze complexe opdrachten aan te bieden of door ze te laten deelnemen aan (inter)nationale wedstrijden en evenementen. Een andere dimensie van de visie van het MML is de aandacht voor de ontwikkeling van wereldburgerschap. Door middel van vakoverstijgende projecten, het vak (wereld)burgerschap en door de invulling van maatschappelijke stages en opdrachten krijgen leerlingen de kans om te ervaren welke betekenissen (wereld)burgerschap heeft en hoe ze dat in de praktijk kunnen brengen in hun directe omgeving of verder weg. Hierbij ervaren leerlingen dat leren op school en buiten school plaats vindt. Het MML is in staat bovenstaande elementen uit haar visie zichtbaar te maken in de onderwijspraktijk. ICT is daarbij het hulpmiddel bij uitstek. Het MML gebruikt de ELO van Magister en dit hulpmiddel maakt het mogelijk om de leerstof op diverse niveaus aan te bieden. Bovendien kunnen leerlingen ook buiten de schooltijden op andere plekken werken. Alle leerlingen hebben een laptop of een Ipad en experimenteren met het leren plannen en organiseren van hun leerweg. Leeren loopbaanorganisatie en begeleiding speelt in deze een belangrijke rol. In de onderbouw heeft de mentor hier een duidelijk sturende functie terwijl in de bovenbouw de leerling steeds meer verantwoordelijkheid krijgt voor zijn eigen leerplanning. Ten slotte betekent onze visie dat het MML openstaat voor alle leerlingen met of zonder een Montessori-achtergrond. Door een didactiek te hanteren die omgaan met verschillen centraal stelt ontstaat er ruimte voor kinderen zonder montessoriachtergrond om zich te ontwikkelen tot een montessorileerling. De betekenis van de onderwijsprincipes benoemd in kader,missie en visie zijn zichtbaar in onderstaand pedagogisch didactisch model .
Schoolplan MML 2012 – 2016
6
Maatschappelijk Leren kiezen leren
Leren reflecteren
ONDERWIJSINRICHTING
ONDERWIJSINHOUD
Leerloopbaan leerling
ONDERWIJSLOGISTIEK
Hoofd, hart en handen
BEGELEIDINGSMODEL
Sociaal leren
2.4. Wettelijke opdracht Het MML verzorgt tot en met juli 2012 onderwijs voor havo en vwo. Vanaf augustus 2012-2013 worden de avoklassen van het Amstellyceum daaraan toegevoegd. Daarmee vergroot het MML het aanbod van opleidingen en de doorstroommogelijkheden van leerlingen. De inrichting van de avoklassen is gericht op doorstroom naar alle profielen van de havo. Afhankelijk van het niveau van de leerling wordt daar een flexibel tijdstraject aan gekoppeld. Havoleerlingen kunnen doorstromen naar het vwo. Elementen uit onze visie zoals talentontwikkeling en omgaan met verschillen zijn op deze wijze zichtbaar in de schoolpraktijk.
3. Evaluatie schoolplan 2008-2012 Naast de interne evaluaties ( jaarlijkse evaluaties, evaluaties ontwikkelplannen, evaluaties van de onderwijsteams, zelfevaluatie vmo november 2010, visitatie vmo februari 2012) leveren twee documenten input voor verbeteringen van ons onderwijs in de periode 2012-2016. Dit zijn de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de inspectie in juni 2010, de opbrengstenkaart in 2011 en het oordeel van de visitatiecommissie vmo.
3.1 Externe evaluatie 3.1.1. Onderwijsinspectie Het MML kreeg een voldoende voor alle onderdelen van het kwaliteitsonderzoek van de Onderwijsinspectie in juni 2010 en kreeg op grond daarvan een basisarrangement. Verbeteracties die de inspectie benoemde, lagen op de terreinen van beleid, toetsinstrumenten en kwaliteitzorg:
Schoolplan MML 2012 – 2016
7
Beleid en kwaliteit Adviezen over het beleid waren dat alle bevindingen vastgelegd dienen te worden samenhangend beleid in plaats van verschillende losse documenten. Bovendien moet het aantal documenten terug gebracht worden tot aanvaardbare proporties. Verder moeten jaarlijkse opbrengsten goed geanalyseerd worden om verbeteracties te formuleren. Daarnaast is meer aandacht nodig voor communicatie over evaluaties en de taken voor docenten om verbeteracties door te voeren. En ten slotte is het advies om aan het einde van het jaar te vieren welke doelen het MML heeft bereikt. Toetsinstrumenten Ten aanzien van de toetsinstrumenten is de aanbeveling om samen met andere scholen via intercollegiale consultatie de kwaliteit van de toetsen te verbeteren.
3.1.2. Rapportage visitatiecommissie VMO De definitieve rapportage van de visitatiecommissie vmo is in maart 2012 ontvangen. Het MML scoorde op alle indicatoren een voldoende. De commissie was onder de indruk van de resultaten die het MML in drie jaar heeft bereikt. Verbeteracties liggen op het gebied van de rapportage en de manier van toetsen. De rapportage naar leerlingen moet meer aansluiten bij de montessoriwerkwijze. Cognitieve rapportages zijn te beperkt omdat er geen aandacht is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen . Hetzelfde geldt voor de toetsing. De aanbeveling is om niet alleen toetsen mogelijk te maken in de toetsperioden, maar flexibel toetsen mogelijk te maken, direct nadat leerlingen hun taken hebben afgerond.
3.2. Interne evaluatie Verbeteracties op basis van de zelfevaluaties van het MML betreffen Doelstellingen Binnen de kenmerkende doelstellingen van het MML zijn montessorikarakterisitieken geïntegreerd en uitgewerkt. De komende periode zal aanscherpen van Montessorikarakteristieken plaats vinden zodat ze nog meer zichtbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Een grote uitdaging bij het realiseren van doelstellingen is de groei van het aantal leerlingen en docenten van het MML. Dit vraagt grote investeringen voor het inwerken van nieuwe docenten. Alle nieuwe docenten volgen de montessoricursus en zullen het eerste jaar een begeleider krijgen die hen zal ondersteunen bij de inburgering op het MML. Ervaringen van de afgelopen drie jaar hebben het MML ervan doordrongen dat een planmatigere aanpak van de onderwijsontwikkeling noodzakelijk is en dat meer prioritering nodig is. Goede leerlingenbegeleiding en het veilige schoolklimaat zullen de komende jaren een belangrijke pijler blijven van het onderwijsconcept van het MML. Schoolplan MML 2012 – 2016
8
Doelen voor leerresultaten van leerlingen Het MML is een opleiding voor avo,havo en vwo en heeft tot doel: leerlingen op te leiden voor een diploma avo (vmbo-t), havo of vwo. Afstroom van leerlingen naar een lager niveau te beperken; Opstroom van leerlingen naar een hoger niveau te bevorderen; Voortijdige schooluitval te beperken; Leerlingen opleiden tot actieve, zelfbewuste en kritische wereldburgers. Leerlingen stimuleren om zich breed te ontwikkelen met hoofd, hart en handen. Het MML is een jonge school, dus de realisatie van doelen moet ook in dat licht gezien worden. Dit neemt niet weg dat de cognitieve resultaten hoopgevend zijn. Uit de gegevens tot en met 2010 blijkt dat afstroom zeer beperkt is, evenals het aantal zittenblijvers. Deze schoolinterne cijfers worden bevestigd door het oordeel van de inspectie over de onderbouw h/v in het najaar van 2011. Deze opbrengstenkaart laat een score zien van vijf op vijf, een hoopgevend resultaat. Na zo een kort bestaan is het moeilijk beoordelen of MML leerlingen al op weg zijn om kritische burgers te worden. We hebben wel een indicatie dat we op de goed weg zijn. Sommige projecten die geïnitieerd zijn door leerlingen tonen aan dat ze van betekenis willen zijn voor anderen die het niet zo goed hebben getroffen als zij zelf.
4. Missie en visie in de praktijk 2012-2016 4.1. Integraal pedagogisch concept Elementen van het kader, de missie en de visie heeft het MML vertaald naar een integraal pedagogisch concept. Dit concept bestaat uit twee hoofdlijnen te weten: Het leerconcept; Integraal leren. Leerconcept Het MML gaat ervan uit dat alle jongeren talenten hebben die zich ontwikkelen door hen te laten ervaren hoe ze kennis en inzicht kunnen verwerven en toepassen in bekende en nieuwe situaties. Dit leerproces wordt op het MML versterkt door leren te organiseren in realistische en authentieke situaties binnen en buiten de school. Uitvoeren van onderzoeksopdrachten, leren observeren, analyseren en conclusies trekken leveren de bouwstenen aan jongeren waarmee ze zelf kennis kunnen construeren en daar betekenis aan geven. Zo wil het MML jongeren leren creatief en kritisch te denken, te leren reflecteren en problemen op te lossen. Het MML stimuleert de talenten van jongeren verder door ze uit te dagen om versneld te leren en ook opdrachten te kiezen die niet direct bedoeld zijn voor hun leer- of leeftijdsgroep. Tijdens dit leerproces zullen jongeren merken dat er voor het maken van opdrachten en oplossen van problemen kennis uit meerdere vakken nodig is.
Schoolplan MML 2012 – 2016
9
De inrichting van het onderwijs op het MML is er daarom op gericht om jongeren de kans te geven opdrachten uit te voeren binnen en buiten de school en ze zo te laten ervaren wat actief en interdisciplinair leren inhoudt. De authenticiteit in het leerproces zal verder worden bevorderd door het inzetten van gastdocenten, opdrachten te situeren in bedrijven en instellingen. In dit proces ziet het MML ook een kans om competenties van haar eigen leerlingen verder te ontwikkelen. Dat doen we bijvoorbeeld om leerlingen uit de onderbouw een rol te geven bij 8 plusprojecten en door leerlingen uit de bovenbouw in te zetten bij projecten voor de onderbouw. Op deze wijze zal het MML door blijven werken aan een goede aansluiting met het toeleverend en vervolgonderwijs (doorlopende leerlijn po-vo-onderbouw-bovenbouw en bovenbouw-vervolgonderwijs). Integraal leren Een tweede aspect van het integraal pedagogisch concept is integraal leren. Dit houdt in dat het MML bij alle vakken en leerdomeinen leerlingen laat onderzoeken en ervaren hoe competenties als creativiteit, integriteit en innovatief vermogen verder ontwikkeld kunnen worden om de leerloopbaan van leerlingen te versterken evenals hun rol als wereldburger. In de onderbouw zal het MML daarom het vak wetenschapsoriëntatie structureel aanbieden als kapstok voor het aanleren vaneen onderzoekende leerhouding. Het vak wetenschapsoriëntatie is de kapstok daarvoor. In de bovenbouw zal dit concept als het vak onderzoeken en ontwerpen O&O)worden aangeboden als verplicht profielvak voor de profielen NG, NT, EM en CM. In de periode 2012-2016 zal het MML haar onderwijsprocessen aansturen volgens onderstaand model. Dit maakt duidelijk dat de leerloopbaan van de leerling centraal staat en dat maatwerk een belangrijk uitgangspunt is van het MML.
PRIMAIR PROCES CML ONDERWIJSINRICHTING: •Planmatige uitvoering van het onderwijs(inspectieproof) •Horizontale verantwoording •Leertijd binnen en buiten •Optimaal kunnen leren in ruimte en tijd
ONDERWIJSINHOUD: Montessoriconcept!!! •Excellentie •Wereldburgerschap •Digitaal leren •Leren binnen en buiten de school
Leerloopbaan leerling ONDERWIJSLOGISTIEK: •Pop •Pap •Beoordeling •Examinering
Schoolplan MML 2012 – 2016
Reflecteren Kiezen Sociaal Hoofd/ hart /handen In de samenleving
BEGELEIDINGSMODEL •Mentoren •Rolmodellen •Oudere jaars •Studenten •Assistenten •Docenten (excellente)
10
4.2.Vertaling naar de onderwijspraktijk 4.2.1. Onderbouw In de onderbouw starten leerlingen met een onderwijstraject gericht op doorstroom naar de bovenbouw en naar vervolgonderwijs. In deze belangrijke periode zijn het vertrouwen en de begeleiding die leerlingen ervaren belangrijke voorwaarden voor succes in de verdere schoolloopbaan. Daarom investeert het MML veel in de begeleiding van leerlingen bij het proces van wennen aan het voortgezet onderwijs(vo) en zelfstandig leren en plannen. Leerlingen worden ook goed begeleid bij het vakoverstijgend onderwijs, de roosters binnen het vo en het feit dat ze niet met één maar met meerdere docenten te maken hebben. Onze mentoren en docenten spelen een belangrijke rol bij het wennen aan de werkwijze in de onderbouw. Een ander middel dat het MML inzet om de leerlingen snel te laten wennen aan het vo, is de pedagogische en didactische aanpak. Ten eerste bieden we leerlingen een veilige en stimulerende leeromgeving waarbij we leerlingen positief en met vertrouwen benaderen. Ten tweede worden leerlingen gestimuleerd om begeleid zelfstandig te leren en zelf keuzes te leren maken. De opbouw van de lessen is een mix van instructie, opdrachten maken en bespreken, evaluatie en reflectie. In de lessen is er een gevarieerd aanbod van didactische werkvormen die inspelen op verschillende leerstijlen van leerlingen. Ook de communicatie met de ouders is in deze periode van groot belang. Huisbezoeken, informatieavonden, rapportvergaderingen en bijeenkomsten van de ouderraad zijn o.a. middelen die het MML gebruikt om ouders en kinderen te laten wennen aan de school en het vo. Er worden goede contacten opgebouwd en ouders worden gestimuleerd om te participeren in schoolactiviteiten. Bovendien kunnen ouders de vorderingen van de leerlingen volgen binnen Magister, een leerlingvolgsysteem.
Doorlopende leerlijnen Het MML onderschrijft het belang van doorlopende leerlijnen po-vo, onderbouw-bovenbouw en bovenbouw-vervolgonderwijs. In de onderbouw h/v wordt vanaf het schooljaar 2012-2013 het vak Wetenschapsoriëntatie (WO) aangeboden zodat leerlingen al jong kunnen ervaren wat een onderzoekende houding en een wetenschappelijke werkwijze en cultuur inhouden. De consequenties van wetenschappelijk onderzoek voor mens en maatschappij, de rol van wetenschap bij maatschappelijke innovatie en het belang van integer handelen zijn alle aspecten van dit onderdeel. Vanaf het eerste leerjaar in het vwo is dit vak ingeroosterd. Voor de havo-klassen vormt WO een aanbod in de keuzewerktijd (KWT). Al onderzoekend zullen leerlingen de relatie tussen wetenschap en innovatie ervaren evenals het belang van creativiteit en innovaties als leidraad voor vooruitgang in de samenleving. Daarbij komt ook de noodzaak van integer handelen ter sprake voor iedereen die een positieve bijdrage wil leveren aan een rechtvaardige samenleving.
Schoolplan MML 2012 – 2016
11
Samenwerking met hogere opleidingen, universiteiten en gastdocenten staat borg voor de kwaliteit van dit onderdeel. In de bovenbouw wordt WO in de vorm van onderzoek &ontwerp geïntegreerd bij alle profielvakken/kernvakken, bij profielwerkstukken en praktische opdrachten. Daarnaast zal het MML in de komende periode bij de KWT-uren het vak klassieke talen en cultuur aanbieden. Het vak Wereldburgerschap ( WBS) blijft een regulier vak in de onderbouw.
Model Onderbouw
Binnen & buiten leren
Integriteit Creativiteit
Vakken Theorieën
Authentieke opdrachten Interdisciplinair Begeleiding
Innovatie Leerdomeinen
Wetenschapsoriëntatie Ondernemen 4.2.2.Bovenbouw Kunst Voor alle opleidingssoorten biedt het MML volwaardige onderwijsprogramma’s aan, inclusief de wettelijk voorgeschreven eisen ten aanzien van schoolexamens en centraal schriftelijke examens en de aansluiting op hoger onderwijs. Het MML wil een brede school zijn waarin leerlingen de samenhang van vakken ervaren in praktische opdrachten en profielwerkstukken. In de toekomst wil het MML haar aanbod verbreden zodat leerlingen meer keuzevrijheid hebben en zich bovendien praktisch kunnen oriënteren op vervolgstudies en beroepen. Uiteraard voldoet het MML aan alle eisen met betrekking tot de omvang van de onderwijstijd. Het vakkenaanbod en de lesurentabel zijn opgenomen in de schoolgids. In de bovenbouw h/v kiest het MML ervoor om de onderwijsprofielen NT, NG, CM en EM te groeperen rond de leerdomeinen ‘ de fysieke wereld’ en het leerdomein ‘maatschappij, cultuur en economie. De profielen NT en NG maken deel uit van het domein ‘de fysieke wereld’ , evenals vormen van beeldende kunst zoals mode, design en architectuur. In het leerdomein ‘maatschappij, cultuur en economie’ passen de profielen EM en CM en kunstdisciplines zoals multimediale presentatie.
Schoolplan MML 2012 – 2016
12
Vanuit het kader, de visie en de missie van het MML wordt de inhoud van het onderwijs zo vorm gegeven dat in opdrachten en werkstukken een relatie zichtbaar moet zijn met begrippen als integriteit, creativiteit en het innovatieve vermogen van de mens. Daarnaast krijgen leerlingen opdrachten om competenties die ze in de onderbouw hebben geleerd bij het vak Onderzoek&Ontwerp toe te passen bij maatschappelijke stages, praktische opdrachten en profielwerkstukken. Op deze wijze integreert het MML de voorbereiding op het vervolgonderwijs in haar werkwijze. Daarnaast is bij opdrachten in de bovenbouw de link met maatschappelijke waarden als integriteit, creativiteit en innovatief vermogen zichtbaar. Het leerdomein maatschappij, cultuur en economie biedt -evenals het domein van de fysieke wereldleerlingen de mogelijkheid om talenten zoals leiderschap en ondernemerschap te ontwikkelen binnen praktische opdrachten. Daaronder vallen ook het opzetten van realistische bedrijven om te ervaren wat ondernemerschap in de praktijk behelst. Economie, ondernemerschap, handelstalen en toegepaste kunstvormen ( mode, podiumkunsten, architectuur en design). Het onderwijsaanbod van handelstalen ( Engels, Frans, Duits en mogelijk Chinees zal bestaan uit een kernaanbod en een verdiepingsaanbod (Cambridge Engels, Frans Delff, Goethe Duits ). Wanneer het aantal leerlingen toeneemt en de budgettaire situatie op grond daarvan positief verandert zal het MML haar aanbod verbreden. In de periode 2012-2016 zal het MML het concept voor het entrepenasium omarmen. Verder zullen we ons in deze periode oriënteren op de mogelijkheid om ondernemerschap verder te integreren in het onderwijsprogramma. Daarnaast zullen we ook de mogelijkheden voor TTO onderzoeken, evenals de opties die openstaan om de beginselen van het technasium te adopteren.
Schoolplan MML 2012 – 2016
13
Zelfstandig leren
Integriteit
Creativiteit
De fysieke wereld
Begeleiding
Nt + Ng
Authentieke situaties
Ontwerp, mode, architectuur Economie & Maatschappij
Interdisciplinair
Em & Cm Innovatie
Multimediale presentatie
Onderzoek & ontwerp Ondernemen Kunst/CKV CK C
5. Onderwijsorganisatie 5.1. aansturing
Kunst
Het MML zal vanaf het schooljaar 2012-2013 werken met deelscholen: een deelschool voor het avo (vmbo-t/mavo), een deelschool voor de onderbouw h/v en een deelschool voor de bovenbouw h/v. De deelscholen worden geleid door deelschoolleiders die verantwoording afleggen aan de directeur onderwijs en de algemeen directeur. De keuze voor deelscholen stelt het MML in staat om te werken met kleine onderwijseenheden en vaste onderwijsteams die goed zicht hebben op de leerlingenpopulatie en hun onderwijs- en begeleidingsbehoeften. Daarom vindt de uitvoering van de begeleiding en controle op de kwaliteit plaats onder verantwoordelijkheid van de deelschoolleiders. Naarmate de leerlingenpopulatie groeit, zal het aantal deelscholen toenemen. De vaste plek die deelscholen hebben in het gebouwd versterkt de overzichtelijkheid en het gevoel van veiligheid in de school. Op deze wijze creëert het MML een veilig pedagogisch leer- en werkklimaat waar het contact met de leerling geborgd is. Iedere deelschool is vertikaal georganiseerd. Deze organisatie biedt de mogelijkheid dat kinderen uit verschillende leeftijdsgroepen met elkaar kunnen werken en van elkaar leren. Bovendien biedt deze organisatievorm ook de mogelijkheid om leerlingen te leren omgaan met verschillen (diversiteit).
Schoolplan MML 2012 – 2016
14
Organogram MML MSA Raad van toezicht
MSA voorzitter bestuur
Algemeen directeur
Directeur onderwijs
Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB)
Onderwijs & Kwaliteitzorg
Etc.
Deelschoolleider 1
Deelschoolleider 2
Deelschoolleider 3
Deelschoolleider 4
Etc.
Sectievoorzitter 1
Sectievoorzitter 2
Sectievoorzitter 3
Sectievoorzitter 4
5.2. AVO De avo deelschool kent een tweejarige brugperiode. Desondanks plant het MML al aan het einde van het eerste leerjaar een voorlopige diagnostische determinatie die aan het einde van ieder leerjaar wordt herhaald. Niet om leerlingen uit te sluiten, maar om maatwerk te leveren op basis van resultaten. Leerlingen met veel tekorten krijgen extra aandacht en eventueel een advies om een vmbo-t- ROCtraject te volgen. Leerlingen met goede resultaten krijgen een plan van aanpak dat erin voorziet om hen te laten doorstromen naar de havo. Dit kan een zesjarig traject zijn waarbij de leerling in twee jaar na het diploma een havo-opleiding kan afronden. Snelle leerders kunnen binnen vijf jaar een havodiploma halen. Deze leerlingen kunnen overstappen van avo-3 naar havo 3. Op deze wijze stimuleert het MML de talentontwikkeling.
Schoolplan MML 2012 – 2016
15
3
4
5
Bovenbouw (leerjaar 4 en 5) De fysieke wereld (Bèta, Kappa) O&O Ondernemerschap
bovenbouw (leerjaar 4, 5 en 6) De fysieke wereld (Bèta, Kappa) O&O
bovenbouw (leerjaar 4, 5 en 6) Maatschappij en economie (Alfa, Gamma) omvang O&L Ondernemerschap
3
3
middenbouw h/v 3 leerjaar 3
middenbouw h/v 3 leerjaar 3 + avo leerjaar 2 en 3
1
2
1
2
onderbouw h/v leerjaar 1 en 2
avo-klassen leerjaar 1 en 2
onderbouw h/v leerjaar 1 en 2
avo-klassen leerjaar 1 en 2
special classes indeling deelscholen situatie 2012-2013
special classes indeling deelscholen situatie 2014-2015
5.3. Onderbouw h/v Het MML heeft een tweejarige brugperiode voor leerlingen met een h/v determinatie. Aan het einde van het tweede leerjaar wordt bepaald welke van deze leerlingen naar de havo gaan en welke naar het vwo. Het keuzeproces van de leerling wordt ondersteund door reflectiegesprekken en keuzeprocesbegeleiding, gesprekken met de mentor en met de decaan. De determinatie vindt plaats in de volgende stappen: In de eerste en de tweede klas worden de vorderingen van de leerlingen nauwgezet gevolgd en besproken met hen en hun ouders. Waar nodig sturen mentoren en vakdocenten in overleg met leerlingen het leerproces bij. Dit kan door hen te adviseren om in de keuzewerktijd meer aandacht te besteden aan bepaalde vakken, mee te doen met huiswerkbegeleiding of remedial teaching te volgen. Waar nodig worden gesprekken met de mentor en/of de decaan gepland. Bij dit proces worden de ouders in alle stadia betrokken.
Schoolplan MML 2012 – 2016
16
In de tweede klas vindt er een determinatievergadering plaats. De determinatie geeft een voorlopig advies over doorstroom naar havo of vwo. Op basis van resultaten wordt dit voorlopige advies omgezet in een definitief advies. In de derde klassen wordt het onderwijs qua werkwijze en inhoud specifiek gericht op kennis- en vaardigheidsontwikkeling om de kloof tussen onderbouw en bovenbouw te voorkomen. Naast avoklassen en gemengde h/v –klassen richt MML jaarlijks vwo-klassen in voor vwo-leerlingen die volgens de kernprocedure van Amsterdam specifiek kunnen instromen in het vwo. Voorlopige determinatie voor havo en vwo vindt plaats vanaf het tweede leerjaar. Definitieve determinatie vindt plaats in het derde leerjaar. Overstappen naar een andere stroom is altijd mogelijk op grond van resultaten.
5.4. Bovenbouw In de bovenbouw worden de profielen geclusterd in twee domeinen te weten de fysieke wereld en maatschappij en economie. In de fysieke wereld worden de profielen NT en NG geclusterd. Leerlingen die kiezen voor een kunstopleiding waarvoor een bèta-achtergond is vereist vormen onderdeel van dit cluster. In het cluster maatschappij en economie worden de profielen EM en CM gecombineerd. Leerlingen die kiezen voor kunstopleiding waarvoor geen bèta-achtergrond is vereist vallen binnen dit cluster. In beide clusters wordt de vakken onderzoek en ontwerp en ondernemerschap aangeboden. Door dit aanbod stimuleert het MML niet alleen de talentontwikkeling van de leerlingen, maar worden ook vakken aangeboden die de aansluiting met vervolgonderwijs versterken en de keuzemogelijkheden voor een maatschappelijke carrière vergroten. Zowel een wetenschappelijke carrière als zelfstandig ondernemerschap komen in het blikveld van onze leerlingen. Het mentoraat in de bovenbouw is anders van opzet dan in de onderbouw. Leerlingen kunnen hun eigen coach kiezen die ze begeleidt bij keuze- en studieprocessen. Ook in dit opzicht sluit het MML aan bij vervolgopleidingen.
5.5. Werken in dagdelen Het MML werkt met dagdelen waarin lessen van 70 minuten zijn ingeroosterd. Deze tijdseenheid geschikt is om aandacht te besteden aan de volgende aspecten: Introductie van een thema. Activeren van voorkennis. Instructie. Kiezen van soorten opdrachten: kern, ondersteuning, excellentie. (voorbereide leeromgeving, relatie met keuzeproces, leerstijl en niveau). Plan voor de uitvoering maken (hoe ga je het aanpakken)(relatie met studievaardigheden). Schoolplan MML 2012 – 2016
17
Uitvoering (individueel of in groep). Bespreking van opdrachten (individueel of in groep). Huiswerk en nieuwe opdrachten bespreken. In iedere les van 70 minuten komen bovenstaande aandachtspunten terug, evenals de talentontwikkeling en de ondersteuning van de leerlingen. Deze krijgen vorm in excellentie- en ondersteuningsprogramma’s en maatwerktrajecten. Werken met dagdelen biedt de mogelijkheid om drie soorten leeractiviteiten te plannen: instructielessen, begeleidingslessen en tijd voor ontspanning. In het gerenoveerde gebouw aan de Mauritskade zijn de ruimten transparant, ook de ruimten voor medewerkers en deelschoolleiders en de algemene ruimten. Deze inrichting bevordert onderling contact en veiligheid. Deze manier van werken stelt eisen aan de professionaliteit van docenten om leerlingen goed te begeleiden. Docenten van het MML moeten daarom aan alle professionele eisen voldoen. Ze moeten expert zijn op hun vakgebied, inzicht hebben in het gedrag van jongeren in de onderwijssituatie( pedagogiek) en de overdracht van kennis, inzicht en vaardigheden ( didactiek) goed kunnen begeleiden. Docenten werken in teamverband samen om deze competenties steeds verder te ontwikkelen. Daarnaast biedt de MSA onze docenten de mogelijkheid om door middel van verdere scholing hun deskundigheid verder te ontwikkelen zodat ze meegroeien met ontwikkelingen binnen het beroep. Daarnaast hebben onze docenten een voorbeeldrol in de schoolcultuur. Net als bij onze leerlingen heeft het MML oog voor de diversiteit van haar personeel. Deze diversiteit biedt een rijkdom aan expertise, creativiteit en manieren van werken met een meerwaarde voor onze organisatie en voor de identificatiemogelijkheden van onze leerlingen. Profilering Het MML profileert zich vanaf het schooljaar 2012-2013 als een brede Montessorischool waarin zowel avo (vmbo-t), als havo en atheneum worden aangeboden en waar zelfstandige ontwikkeling van leerlingen, talentontwikkeling en wereldburgerschap centraat staan. Daarnaast zal het MML net als voorgaande jaren 8+ projecten voor talentontwikkeling blijven aanbieden aan montessorileerlingen van groep 8 die op een leuke en uitdagende manier kunnen wennen aan het voortgezet onderwijs. In elk vak op het MML zal er een programma-aanbod zijn voor kinderen die excelleren. Centraal bij onze schoolontwikkeling staat onze ambitie om het MML te verbeteren en duurzaam te ontwikkelen en alle leerlingen reële kansen te bieden om hun talent te ontwikkelen, zich te vormen tot wereldburgers en een positieve bijdrage te leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen.
6. Begeleiding en zorg Het MML staat voor een goede begeleiding van leerlingen. De begeleiding kent twee belangrijke pijlers: De leer- en loopbaanbegeleiding en oriëntatie; De specialistische zorg.
Schoolplan MML 2012 – 2016
18
6.1. De leer- en loopbaanbegeleiding en oriëntatie In de begeleidingsstructuur van de school ligt de nadruk op de begeleiding van het onderwijsleerproces. Deze begeleiding wordt verzorgd door alle docenten. Zij houden de resultaten van de leerlingen in de gaten en interveniëren waar nodig, bijvoorbeeld door extra aandacht en extra opdrachten te geven. Indien nodig krijgt een leerling een begeleidingsplan. De mentor De mentor vormt de spil van de begeleiding. Mentoren zijn verantwoordelijk voor de basiszorg dat wil zeggen dat ze de voortgang van het leerproces monitoren en waar nodig de sociaalemotionele begeleiding van leerlingen verzorgen. Daarnaast signaleren docenten en mentoren problemen die buiten hun expertise vallen. Deze leerlingen worden verwezen naar gespecialiseerde zorgfunctionarissen. Mentoren zijn in samenwerking met docenten ook de spil van de leer- en loopbaanbegeleiding en oriëntatie. Deze krijgt vorm tijdens de mentoruren waarin extra aandacht is voor het zelfstandig leren en voor oriëntatie op studie en beroep. Naast de mentoruren zijn er projecten waarin de studie- en beroepskeuzebegeleiding aandacht krijgt. Bij deze projecten schakelt het MML vertegenwoordigers van het vervolgonderwijs in en professionals van bepaalde beroepen. De decaan coördineert deze activiteiten en initieert scholingstrajecten om de professionaliteit van mentoren en docenten te versterken. Leerlingbegeleiding in de praktijk De leerling staat centraal bij de leerlingbegeleiding. Het doel van de begeleiding is dat leerlingen geleidelijk leren zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk te zijn voor de voortgang van hun leerproces. De leerlingbegeleiding steunt op de driehoek leerling/ouders/school. Het onderhouden van deze driehoek zorgt ervoor dat leerlingen zo goed mogelijk begeleid worden. Om dit te realiseren zorgt de school voor: Ingeroosterd regelmatig overleg tussen mentor en leerling; Mentoroverleg; Teamoverleg; Huisbezoeken aan ouders van leerlingen uit de eerste klas, waar nodig ook van de andere klassen; Voorlichting aan ouders over de werkwijze van de school; Een leerlingvolgsysteem dat zowel voor leerlingen als voor ouders openstaat; Een volwaardig begeleidingssysteem waarbij mentoren voor ouders het eerste aanspreekpunt zijn. Keuzebegeleiding De decaan is de regisseur van de keuzebegeleiding. In de uitvoering vormen de mentoren de spil van dit onderdeel. In de bovenbouw is dat een coach die leerlingen zelf kunnen kiezen. Deze coach heeft naast mentortaken, ook begeleidingstaken rond studie en beroep. Leerlingen kunnen bij deze coach terecht voor vragen rond opleidingskeuze, begeleiding van profielwerkstukken en andere studiezaken. Schoolplan MML 2012 – 2016
19
De keuzebegeleiding start gedurende de brugklassen. De Keuze Werk Tijd ( KWT) biedt leerlingen de mogelijkheid om onderdelen van het rooster zelf samen te stellen. Het keuzeproces is erop gericht leerlingen zich te laten oriënteren op diverse vakken of vakgebieden en te reflecteren op gemaakte keuzes en resultaten, met het perspectief om steeds meer inzicht te krijgen in vakken die hen aanspreken om zich langzaam een beeld te vormen welke studie en welk beroep daarbij passen. De decaan voert daarnaast individuele gesprekken met leerlingen en organiseert en coördineert projecten voor studie- en beroepskeuze. Leerlingen worden zo voorbereid op het maken van een profielkeuze of een studiekeuze en een beroepskeuze.
6.2. Specialistische zorg In gevallen die de expertise van mentoren en docenten overstijgen wordt het zorgteam van de school ingeschakeld. Problemen worden besproken met het zorgteam, bestaande uit gespecialiseerde medewerkers binnen de school, die een aanvullend plan maken en dat bespreken met de mentor. Samenwerking tussen mentor en zorgteam in de uitvoering van het begeleidingsplan is in de meeste gevallen voldoende om de zorgvraagstukken van een leerling op te lossen. Bij problemen die de expertise van het zorgteam overstijgen wordt de hulp ingeroepen van externe instanties waarmee het MML een zorgadviesteam (ZAT) vormt. Gezamenlijk wordt een plan van aanpak gemaakt om de leerling die specialistische zorg te bieden die leidt tot goed functioneren.. Remedial teaching en special classes Het MML heeft een aantal leerlingen dat behoefte heeft aan remedial teaching. Dyslectie is de meest voorkomende vorm van remedialteaching. In mindere mate komt dyscalculie voor. Daarnaast organiseert het MML trainingen voor leerlingen met faalangst of begeleiding voor leerlingen met ernstige sociaalemotionele problemen. Vanaf het schooljaar 2011-2012 heeft het MML ook special classes voor leerlingen met een autismestoornis. In de onderbouw zitten deze leerlingen in aparte kleine groepen. De begeleiding van deze leerlingen is erop gericht om ze die competenties aan te leren zodat ze in de bovenbouw kunnen instromen in reguliere klassen. In een apart zorgplan is de begeleidingsstructuur uitgebreid beschreven. Dit plan wordt ieder jaar naar de inspectie van onderwijs gestuurd.
7.Participatie Het MML hecht er veel waarde aan dat behalve de medewerkers ook ouders en leerlingen meedoen, meedenken en meebeslissen als het gaat om schoolzaken die hen betreffen. In het voorgaande is al duidelijk geworden dat medewerkers regulier en op eigen initiatief inbreng kunnen hebben bij de ontwikkeling van pedagogische en didactische teams, bij de inrichting en de organisatie van het onderwijs en bij het bedenken en vormgeven van diverse projecten. Daarnaast participeren teamleden ook in de medezeggenschapsraad. In de periode 2012-2016 zal het MML de participatie van leerlingen en ouders verder stimuleren.
Schoolplan MML 2012 – 2016
20
7.1. Betrokkenheid van leerlingen De school streeft ernaar dat leerlingen een actieve inbreng hebben bij de organisatie en inrichting van de school. De school voldoet aan de wettelijke eisen voor de inrichting van een leerlingenraad en een leerlingenvertegenwoordiging in de medezeggenschapsraad. Daarnaast staan directie, docenten en medewerkers open voor adviezen die leerlingen gevraagd en ongevraagd geven. Leerlingen van het MML zijn medeverantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Zij praten mee over allerlei schoolzaken zoals de planning van de toetsweken, het aantal herkansingen, de inrichting van het gebouw, buitenschoolse activiteiten en de kantine. Bovendien kunnen onze leerlingen zelf een deel van hun rooster invullen. ( keuzewerkuren, begeleidingsuren of het aantal herkansingen). Klassen kiezen een klassenvertegenwoordiger en deze klassenvertegenwoordigers vormen samen een leerlingenraad, die regelmatig meebeslist over onderwerpen die leerlingen of de schoolleiding inbrengen. Tijdens de mentorlessen worden deze punten besproken met de overige leerlingen. Door middel van leerlingenenquêtes wordt de tevredenheid van de leerlingen gemeten. In de landelijke tevredenheidenquêtes van Vensters Voor Verantwoording scoort het MML boven het landelijke gemiddelde wat betreft tevredenheid van leerlingen. De komende jaren zal het MML in samenwerking met leerlingen de mogelijkheden voor inspraak verder vergroten.
7.2. Ouderparticipatie In de visie van het Metis Montessori Lyceum zijn ouders een onmisbare schakel in de driehoek leerling/ouders/school. Ouders zijn medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van hun kinderen op school. Daarom neemt het MML haar verantwoordingsplicht ten aanzien van de ouders serieus. Er is intensief contact tussen mentoren en ouders, tijdens huisbezoeken, op eigen verzoek van mentor of ouder en tijdens (rapport)vergaderingen. Via de elektronische leeromgeving kunnen ouders de prestaties van hun kinderen volgen. Bovendien nodigt het MML ouders uit om de tevredenheidenquête in te vullen tijdens informatieavonden of voortgangsbesprekingen. Ouders kunnen ook meepraten over de school. Iedere klas heeft een aantal klassenouders en er is een ouderraad. Formele vertegenwoordiging van de ouders gaat via de medezeggenschapsraad. Verder zorgt de school ervoor dat ouders goed geïnformeerd worden over de werkwijze van de school en over het functioneren en de resultaten van hun kinderen. Daarom organiseert het MML kennismakings- en voorlichtingsbijeenkomsten. Verder worden er minimaal drie keer per jaar voortgangsbesprekingen gepland zodat ouders op de hoogte blijven van de resultaten van hun kinderen. Ten slotte zijn determinatiegesprekken een belangrijk middel om ouders te betrekken bij de voortgang van het leerproces. In de periode 2012-2016 zal het MML op twee manieren haar inspanningen vergroten om ouders meer te betrekken bij de school van hun kinderen. In de eerste plaats zullen we ouders nog meer
Schoolplan MML 2012 – 2016
21
stimuleren om als gastdocent op te treden. In de tweede plaats zullen we twee keer per jaar activiteiten organiseren zodat ouders en docenten elkaar op een leuke en informele manier kunnen leren kennen. Vanzelfsprekend zijn initiatieven van ouders welkom bij de school.
8. Personeelsbeleid Uitgangspunt bij het personeelsbeleid is dat docenten naast competenties die voortvloeien uit de wet BIO ook in staat dienen te zijn om montessorikarakteristieken te integreren in het onderwijs. Bovendien verwacht het MML dat docenten vertrouwen hebben in de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen. Omgekeerd benadert de schoolleiding de medewerkers ook met vertrouwen en geeft hen ruimte om zich steeds verder te ontwikkelen in hun beroep. De MSA en het MML voeren daartoe een actief beleid. Er is een heldere structuur waarin personeelsleden weten wat er van hen verwacht wordt en waar zij verantwoordelijk voor zijn. Medewerkers ervaren ook dat hun initiatieven ter verbetering van het onderwijsleerproces welkom zijn bij de schoolleiding. Bij deze benaderingswijze hoort een goede communicatie en een helder taakbeleid. Het personeelsbeleid is erop gericht personeel te ondersteunen bij hun werk en hen de kans te geven zich verder te ontwikkelen. De ondersteuning brengt met zich mee dat er zorg is voor de individuele behoeften van het personeel en dat er regelmatig in functioneringsgesprekken aandacht wordt besteed aan de evaluatie van het werk en de perspectieven op verdere ontwikkeling. Leidraad vormt het competentieprofiel voor MSA- docenten. Werving, selectie en inwerken op het MML Het MML benadrukt in de sollicitatieprocedure dat het onderwijs is ingericht volgens principes van Maria Montessori. Nieuwe docenten zonder montessoriachtegrond volgen een cursus om montessoricompetenties te ontwikkelen. Daarnaast worden nieuwe docenten begeleid door ervaren montessoridocenten. Voor sociaal leren is er eveneens een scholingstraject. Een belangrijk aspect van het inwerken en groeien in de rol van de docent is het organiseren van intercollegiale consultatie. Hierbij observeren docenten elkaars lessen en geven ze feedback aan elkaar. Functioneringsgesprekken Leidraad bij deze gesprekken is het functioneren van de medewerker. Tijdens deze gesprekken is er aandacht voor de participatie van de docent in de schoolcultuur van het MML en voor zijn ontwikkeling ten aanzien van competenties van de wet BIO ene montessoricompetenties. Indien tijdens het gesprek blijkt dat een docent behoeften heeft aan de versterking van zijn competenties krijgt hij of zij begeleiding van een coach of krijgt hij een scholingstraject. Secties en teams Vaksecties en teams van deelscholen kunnen deelnemen aan scholingstrajecten op maat. Vast element in de professionalisering van de school vormt de opleidingsschool van de MSA waarin het MML gaat participeren. Behalve de professionalising van eigen docenten valt daar ook onder het begeleiden en mede opleiden van jonge docenten.
Schoolplan MML 2012 – 2016
22
Ten slotte wil het MML voor haar personeel een plek zijn waar iedereen zich thuis voelt, gehoord en gezien wordt en het prettig met elkaar heeft. In het schoolplan 2008-2012 lezen we dat het MML verschillende rollen ziet voor haar docenten. Deze lijn zetten we voort in de periode 2012-2016. Het onderwijs en de begeleiding van het Metis Montessori Lyceum vraagt een scala aan kennis en vaardigheden van de docenten. Docenten zijn experts in hun vak en zijn ook in staat die expertise zodanige over te dragen dat zij voor leerlingen een bron van inspiratie vormen. De opbouw van het onderwijsprogramma van het MML vraagt van leraren om met collega’s samen te werken. De samenwerking betreft niet alleen de eigen secties maar ook om intersectoraal samenwerken, bijvoorbeeld om themaonderwijs en projectonderwijs te ontwikkelen en uit te voeren. In het werken met leerlingen worden verschillende begeleidingsvaardigheden van docenten gevraagd, zoals het kunnen observeren van leerlingen, inspelen op verschillen, het voeren van leerdialogen met leerlingen en het aansturen van groepswerk.
9. Kwaliteit Het MML hanteert een brede opvatting van het begrip kwaliteit. Kwaliteit heeft betrekking op goede onderwijsresultaten, een goede organisatie van het leerproces en een goede begeleiding. Daarnaast betreft kwaliteit de voortgaande ontwikkeling van de school en de professionaliteit van docenten. Kwaliteit betekent ook dat ouders , leerlingen en medewerkers tevreden zijn over de gang van zaken op het MML en weten dat hun inbreng gewaardeerd wordt door de school. Beleidscyclus Het schoolplan 2012-2016 is het uitgangspunt voor het beleid de komende vier jaar. Van het schoolplan worden andere documenten afgeleid zoals jaarplannen, ontwikkelplannen, scholingstrajecten formatieplannen en begrotingen. Ook de plannen van secties, teams en individuele docenten zijn gerelateerd aan het schoolplan. Aan het opstellen van de plannen zit een vaste systematiek van evaluatie en bijstelling vast: Plan Do Check Act. ( PDCA cyclus). Het format voor ontwikkelplannen dat het MML gebruikt is afgeleid van de PDCA systematiek. Alle plannen worden drie maal per jaar geëvalueerd met medewerkers en het bestuur en waar nodig bijgesteld. Leerlingen en ouders spelen eveneens een rol in het kwaliteitsbeleid (zie participatie). MML medewerkers Door middel van functioneringsgesprekken krijgt het MML team de mogelijkheid zich te uiten over de gang van zaken en overleg te voeren over de eigen ontwikkeling. Functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn tevens parameters voor hun carrièreverloop. Het MML vindt het van groot belang dat docenten zich blijven ontwikkelen en de school stelt alles in het werk om het docententeam daarbij voldoende te faciliteren.
Schoolplan MML 2012 – 2016
23
In de periode 2012-2016 zal het managementteam zich verder bekwamen in leiderschap en aansturen van innovatieprocessen. Daarnaast zullen alle docenten getraind worden in het maken van toetsen, het analyseren van resultaten en verbeteren van de toetskwaliteit op grond van de bevindingen. Deze scholingstrajecten zullen extern worden uitbesteed. (zie ook Personeelsbeleid). Individuele scholingstrajecten van medewerkers worden ingevuld op basis van leerdoelen van medewerkers in combinatie met de behoeften van de organisatie. Resultaten Bij de resultaatmeting gaat het MML niet alleen uit van haar eigen metingen/toetsen. Wij zullen ook in de periode 2012-2016 onze resultaten in kaart brengen met behulp van externe en onafhankelijke metingen. Zo doen onze leerlingen mee met de CITO VAS toetsen en met de toetsen van diataal. Deze onafhankelijke metingen bieden het MML de mogelijkheid om haar schoolresultaten te vergelijken met landelijke resultaten en haar beleid en activiteiten af te stemmen op de verkregen resultaten. MML benut verder ook de informatie die beschikbaar is in Vensters Voor Verantwoording, een landelijk kwaliteitszorgproject dat veel input geeft om de kwaliteit van de school te vergelijken met andere scholen. Ten slotte zal het MML de komende drie jaar meedoen met het project ‘Scholen aan Zet’, een project van de VO-raad waarvan de doelen naadloos aansluiten bij ontwikkelingen op het MML. Verder zal het MML ook de komende jaren andere metingen benutten om het niveau van haar onderwijs te checken. Dit doen we door o.a. mee te doen aan (inter)nationale en lokale wedstrijden bijvoorbeeld de landelijke Kangoeroetest ( wiskunde) en de internationale milieuolympiade. Ten slotte loopt de school ook mee in het beleid van de MSA waarin verschillende instrumenten voor evaluatie en resultaatmeting ontwikkeld worden. Leerlingen en ouders Het MML vindt het van belang om leerlingen en ouders te betrekken bij de school. In het hoofdstuk participatie hebben we onze activiteiten op dit gebied beschreven. Ten slotte Voor het bepalen van de kwaliteit verzamelt de school systematisch gegevens. Daarbij komen in ieder geval aan de orde: Onderwijsprestaties: IDU-gegevens, examengegevens voor zover van toepassing (SE, CSE, slagingspercentages). Schoolprestaties: Inspectiebezoeken, visitaties binnen voortgezet montessorionderwijs, extern onderzoek (universiteit). Gegevens over het functioneren van de school: van leerlingen (enquêtes, evaluaties van docenten), ouders (tevredenheidonderzoeken) en derden (gegevens van HBO en WO over functioneren van MML-leerlingen). Veiligheid Veiligheid is voor het MML een belangrijk onderdeel van haar onderwijs. Voor het MML houdt veiligheid in dat leerlingen positief benaderd worden, dat ze zich prettig en veilig voelen en dat ze Schoolplan MML 2012 – 2016
24
respectvol omgaan met medeleerlingen, medewerkers en bezoekers. Omgekeerd verwachten we van alle medewerkers en bezoekers een zelfde respectvolle houding ten aanzien van onze leerlingen. Daarbij erkent het MML dat er verschillen zijn tussen( groepen) mensen binnen en buiten de school. Als school zien we deze verschillen als een normaal menselijk verschijnsel waarmee respectvol moet worden omgegaan. In ons onderwijs en in ons schoolklimaat is daar veel aandacht voor. Daarnaast heeft veiligheid ook te maken met een aantal materiële voorwaarden waaronder: Wettelijk voorgeschreven materiële en organisatietechnische veiligheidsvoorzieningen. De veiligheid in en om de school. Bedrijfshulpverlening. In de periode 2012-2016 zal het MML haar veiligheidsbeleid aanpassen aan een nieuw gebouw. In eerste instantie gaat het weer om een tijdelijke ruimte in de van Ostadestraat in Amsterdam. Vanaf augustus 2013 zal het MML intrekken in een gerenoveerd modern ingericht schoolgebouw . Het nieuwe veiligheidsplan zal ingevuld worden volgens de wettelijk eisen. Tot dan voldoet het MML aan bovenstaande wettelijke eisen.
10. Doelen en ambities Dit is het tweede schoolplan van het Metis Montessori Lyceum. De allerbelangrijkste ambitie van de school is om uit te groeien tot een volwaardige havo/vwo-school die voldoet aan de wettelijke vereisten en die zich bovendien profileert als een kwaliteitsschool met een breed aanbod om verschillende doelgroepen te bedienen. Zowel excellente leerlingen als leerlingen die wat extra steun nodig hebben vallen onder de doelgroep van het MML. Het onderwijs en de begeleiding zijn zo ingericht dat beide groepen leerlingen geprikkeld worden het beste uit henzelf te halen. Voor de komende vier jaar zal het MML de volgende doelen realiseren: 1. Versterken van het onderwijsleerproces Op het gebied van onderwijs zullen de vaksecties worden versterkt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Dat wil zeggen dat voor de onderbouw en de bovenbouw doorlopende programma’s van toetsing en afsluiting worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Hiertoe zullen planmatig ontwikkel- en evaluatieactiviteiten in sectie en intersectoraal verband plaats vinden. Ook activiteiten om het didactisch arsenaal en de deskundigheid te versterken komen aan bod tijdens deze activiteiten. Een ander speerpunt is het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor de onderbouw en de bovenbouw. Om docenten een centrale rol te geven bij het versterken van het onderwijsleerproces zal de MMLacademie vanaf september 2012 een belangrijke rol spelen. Deze academie is een werkinstrument van docenten. In de academie worden vraaggericht relevante thema’s tweewekelijks doorgenomen. In deze academie komen sommige docenten om expertise te halen en anderen brengen expertise. Daarnaast worden in de MML academie ook zusterscholen en andere externe deskundigen betrokken. Schoolplan MML 2012 – 2016
25
Om haar profilering te versterken zal het MML zich de komende vier jaar oriënteren op mogelijke implementatie en/of adoptie van innovatieve onderwijssystemen waaronder TTO, technasium en entrepenasium. Dit proces van oriëntatie en besluitvorming zal in 2015 worden afgerond. Implementatie zal in 2016 starten. 2. Versterken van het systeem van kwaliteitszorg Een belangrijk instrument om het onderwijsleerproces te verbeteren is het systeem van kwaliteitszorg te verankeren in de gehele schoolorganisatie. Als eerste speerpunt zal het MML in het jaar 2012-2013 de deskundigheid van het personeel versterken op het gebied van toetsing. Het management en het docententeam zullen met behulp van een extern bureau systematisch werken aan toetsontwikkeling, analyseren van de kwaliteit van de toetsen, analyseren van resultaten en benoemen en uitvoeren van verbeteracties. 3. Voortgaande professionalisering van het MML-team Het MML vraagt van medewerkers een actieve bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de school. Omgekeerd biedt het MML docenten allen mogelijkheden om hun expertise verder te ontwikkelen. Vanaf het schooljaar 2012-2013 worden zowel het managementteam als het docententeam gescand om een assessment te maken van hun kwaliteiten. Op grond van de uitkomsten krijgen alle personeelsgeledingen van het MML een scholingstraject op maat.
Schoolplan MML 2012 – 2016
26