SCHOOLPLAN Annie M.G. Schmidtschool

SCHOOLPLAN Annie M.G. Schmidtschool 2011-2015

Annie M.G. Schmidtschool te Hilversum

Visie Annie M.G. Schmidtschool

De School voor Speciaal BasisOnderwijs (SBO) Annie M.G. Schmidt biedt alle kinderen maximale ontplooiingskansen op zowel cognitief- als sociaal-emotioneel gebied met een handelingsgerichte, positief geformuleerd onderwijs- en ondersteuningsaanbod binnen een veilige en plezierige onderwijsleersituatie waarin door kind, ouders en school wordt samengewerkt. De school stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de medewerkers in een flexibele en lerende onderwijsorganisatie.

Annie M.G. Schmidtschool

Schoolplan 2011-2015

2

Inleiding Voor u ligt het schoolplan van de Annie M.G. Schmidtschool in Hilversum (19TU) In dit schoolplan staan de beleidsvoornemens voor de periode 2011-2015 in algemene termen beschreven. Voorafgaande aan ieder schooljaar worden de voornemens voor dat schooljaar nader uitgewerkt en voorzien van een “smart”-beschrijving. De medezeggenschapsraad van de Annie M.G. Schmidtschool heeft kennisgenomen van het schoolplan en stemt in met de deelplannen zoals hierin verwoord.

Datum: Namens de school:

handtekening:

Namens de medezeggenschapsraad:

naam:

R.W.J. van Elswijk

functie:

algemeen directeur

handtekening: naam:

mevr. F. Soffers

functie:

voorzitter

Namens het bestuur van de Vereniging handtekening:


naam:

mevr. Drs. I.G.G. de Lange

functie:

voorzitter


3

Inhoudsopgave: 1. De context van de school

5

2. Evaluatie van het schoolplan 2007-2011

6

3. Het onderwijs 3.1 Het onderwijsaanbod 3.2 De zorgbreedte

7 8

4. De medewerkers

9

5. De kwaliteit

11

6. Overzicht van de voornemens

12

7. Planning per schooljaar

14



4

1. De context van de school De Annie M.G. Schmidtschool is een speciale school voor basisonderwijs voor het openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs in het Gooi en de Eem- en Vechtstreek. Het is een gespecialiseerde school waarin specifieke doelgroepen worden begeleid: jonge kinderen met ontwikkelingsproblemen (JRK), kinderen met leer- en gedragsproblemen (A-stroom) en kinderen met een beperkt leervermogen (B-stroom) worden er opgevangen en krijgen onderwijs dat is afgestemd op hun onderwijsbehoeften. De school functioneert in een complexe omgeving. Er zijn in de loop van de tijd diverse overlegcircuits ontstaan, waarin besluiten worden genomen die van invloed zijn op de school. De algemeen directeur/ bestuurder neemt deel aan deze circuits om op de hoogte te zijn van toekomstige ontwikkelingen (Passend Onderwijs). De Annie M.G. Schmidtschool kan hierdoor anticiperen op overheidsbeleid zoals de komst van Passend Onderwijs en bezuinigingen. Het bestuur van de school is georganiseerd volgens het two tier-model: een feitelijke scheiding tussen bestuur en toezicht. Het bestuur is gemandateerd aan de algemeen directeur/ bestuurder. Het dagelijks- en meerjarenbeleid is een directietaak. Door middel van een managementrapportage wordt per kwartaal door de algemeen directeur/ bestuurder verantwoording afgelegd. Het aantal leerlingen is stabiel met een lichte stijging – er zijn nu ongeveer 230 leerlingen. Dit aantal is in overeenstemming met de 2% financiering zoals de overheid dat bedoeld heeft. Bij voldoende groei in ontwikkeling van de leerling wordt ernaar gestreefd kinderen terug te plaatsen in het regulier onderwijs. Dit gebeurt in goed overleg met de ouders en de ontvangende basisschool. De leerlingen van de Annie M.G. Schmidtschool kenmerken zich als een kwetsbare groep. Voor hen is een goed pedagogisch klimaat belangrijk. De aandacht hiervoor is een van de kenmerken van de basishouding van de leraren. Het is permanent zoeken naar individuele afstemming. De school heeft een goede naam bij de ouders. De structuur en de rust zijn belangrijke kwaliteitsfactoren. Prettige omgangsvormen zijn herkenbaar binnen de school. De Annie M.G. Schmidtschool ziet ouders als kritische partner en als deskundige van hun kind. Ouders verwachten transparantie en duidelijkheid. Zij laten de inhoudelijke deskundigheid bij de school. De medezeggenschapsraad is constructief kritisch. Het initiatief tot beleidsontwikkeling wordt aan de school gelaten. Op de Annie M.G. Schmidtschool werken bijna zeventig medewerkers. Zij voelen zich sterk betrokken bij de ontwikkeling van de leerlingen en willen kwaliteit leveren. Veel leraren hebben een aanvullende opleiding op master-niveau. Een kwart van de medewerkers functioneert bovenschools en wordt extern ingezet als behandelaar, psycholoog, ambulant begeleider. De Annie M.G. Schmidtschool besteedt veel tijd aan goede contacten met de toeleverende basisscholen. De Taal- en Rekengroep hebben expertiseopbouw bij de toeleverende basisschool als opdracht. Voor het vervolgonderwijs geldt dat de school hecht aan een warme overdracht en rekent op een warme plaatsing. De ontwikkeling van de leerlingen na vertrek van de Annie M.G. Schmidtschool naar het VO is over het algemeen gedurende één jaar te volgen. De Inspectie van het onderwijs heeft de school het basisarrangement toegekend (2010). De school wordt niet gesponsord. Eind 2011 wordt een nieuw gebouw betrokken.



5

2. Evaluatie van het schoolplan 2007-2011 Het schooljaar 2010-2011 is de laatste termijn van het schoolplan 2007-2011. In januari 2010 heeft de Annie M.G. Schmidtschool een directiewisseling ondergaan. Beide zijn aanleiding om de opzet en formulering van een nieuw schoolplan te herzien, zodat het beleid aanknopingspunten biedt om 1 concrete activiteiten en verbeterplannen op te zetten (1) . De school heeft de afgelopen schoolplanperiode op veel terreinen ontwikkelingen gecontinueerd of in gang gezet. Er is gewerkt met WMK in het kader van kwaliteitsbewaking. Samen met het basisonderwijs is gezocht naar manieren om de leerling-zorg flexibel in te zetten. De communicatie met de directies van toeleverende scholen is verbeterd en bij ouders, leerlingen en medewerkers zijn de 2-jaarlijkse tevredenheidpeilingen afgenomen. De Annie M.G. Schmidtschool heeft 65 medewerkers in dienst. Gezien dit grote aantal moeten de verbetering van het onderwijs en het overleg dat daarmee gepaard gaat, goed georganiseerd worden. De directie (directeur, unit-coördinatoren en coördinator samenwerkingsverband) bespreekt zaken voor en stuurt het team aan. De unit-coördinatoren informeren de directie over “wat leeft” op de werkvloer. Op basis van die informatie stelt de directie het beleid op; de uitwerking ervan vindt plaats in de units of in werkgroepen. De directie filtert en houdt regelzaken zoveel mogelijk bij het team vandaan: die worden centraal afgehandeld. Daardoor is er voldoende tijd beschikbaar voor het gesprek op teamniveau over onderwijsinhoudelijke zaken. In een school van deze omvang is het noodzakelijk dat een deel van het beleid “top-down” ontwikkeld wordt. Niet alle medewerkers stellen dat op prijs. De school streeft naar een zo open mogelijke cultuur, waarin afwijkende meningen en commentaar een plek krijgen en benut kunnen worden. Maar dat betekent niet dat alles overal en met iedereen besproken kan worden. De grootte van de school biedt ook voordelen. Er zijn verschillende disciplines aanwezig en veel leraren hebben een bepaalde deskundigheid; de meesten zijn analytisch sterk. De combinatie van die kennis en kwaliteiten maakt de plannen en de uitvoering ervan sterker: er worden verschillende invalshoeken benut. Van dit gegeven wordt actief gebruik gemaakt: de juiste mensen worden voor de juiste plaats gevraagd. De uitvoering van de plannen moet gecontroleerd worden en vraagt veel onderhoud. Leraren zijn sterk gericht op hun werk en de omstandigheden daarbinnen maken dat vaak een “eigen draai” gegeven wordt aan afspraken. Daarom wordt gewerkt met kijkwijzers, waarin de afspraken zijn geoperationaliseerd. De unit-coördinatoren doen klassenbezoeken. Externe deskundigen worden bewust ingezet om hun kritisch vermogen te benutten. De communicatie in de school moet vooral eenduidig helder zijn, anders kunnen medewerkers hun eigen interpretatie aan het beleid geven. Dat draagt niet bij aan een effectieve uitvoering van de plannen. De aanleiding voor veranderingen moet duidelijk zijn. Men wil de achtergronden weten, de “sense of urgency”. Dat leidt meestal tot een professionele opstelling in het verandertraject. Het managementteam van de Annie M.G. Schmidtschool speelt een sleutelrol in de beleidsontwikkeling, zoekt naar kansen in plannen en voorstellen die van buiten (de overheid e.d.) komen en vertaalt dit in beleid. Daarmee is de basis gelegd voor verbeteringen. De beschikbare tijd is dan de grootste belemmering, maar enthousiasme en geloof in eigen kunnen bieden daarvoor een goed tegenwicht en zijn een belangrijk aandachtspunt voor de directie.

1

De cijfers verwijzen naar een opsomming in hoofdstuk 6.



6

Het onderwijs 3.1 Het onderwijsaanbod De Annie M.G. Schmidtschool gebruikt bij haar onderwijs reguliere, moderne methodes. De leraren maken ook gebruik van aanvullende leerlijnen, zoals Maatwerk. Het aanbod van de school voldoet hiermee in grote lijnen aan de kerndoelen. De methodes zijn belangrijk bij het realiseren van doorgaande leerlijnen, die zorgen dat alle leerstof in de juiste volgorde wordt aangeboden. Voor ieder kind stelt de school een ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose op. Op grond van toets- en testgegevens wordt de verwachte ontwikkeling beschreven. Bij die ontwikkeling wordt de juiste leerstof gezocht. De leraren stemmen het aanbod zorgvuldig af op het niveau van de leerling. Dit gebeurt in ieder geval bij het kerncurriculum: taal, lezen en rekenen. De afstemming is regelmatig onderwerp van gesprek in bouw- en teamvergaderingen. Als afstemming met behulp van een bepaalde methode niet lukt, wordt een andere methode gezocht. De afstemming van het ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose geldt voor een periode van steeds tien weken. In die periode moet een bepaalde groei (bijvoorbeeld in DLE’s) gerealiseerd zijn. Niet alleen kerndoelen staan centraal in het onderwijs. Actief burgerschap en sociale integratie bijvoorbeeld zijn min of meer opgenomen in de methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling “Leefstijl”. De methodes moeten aansluiten bij de belevingswereld en het niveau van de kinderen. Aansluitend bij Passend Onderwijs zijn er drie niveaus van instructie. Daar wordt hoog op ingezet: de Annie M.G. Schmidtschool legt zich niet bij voorbaat neer bij mogelijke beperkingen van de leerlingen. Men wil de kinderen zoveel mogelijk mee geven en inzetten op een hoog niveau: uitdagende methodes zijn daarvoor een voorwaarde. Bij de keuze ten aanzien van het onderwijsaanbod staan steeds de ontwikkelingsmogelijkheden van deze specifieke groep kinderen centraal. Het gevolg is, dat ook de kerndoelen kritisch bezien en gewogen worden: ze zijn niet allemaal even belangrijk. Maar wat de school aanbiedt staat in een beredeneerd aanbod en is gekoppeld aan het individuele ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose. Toch gaat de afstemming niet overal en bij iedereen even soepel. De kennis van leraren van en over leerlijnen groeit. De vertaling ervan naar het ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose en het flexibel ermee omgaan, blijft een lastige opgave. De komende jaren blijft de afstemming een thema voor de school wanneer leraren binnen de 1-Zorgroute leren hun kennis van de leerlijnen te benutten (3.1.1.). In de komende jaren krijgt de sociaal emotionele ontwikkeling meer aandacht. De programma’s Leefstijl, Rots en Water, en de sociale vaardigheidstraining worden tot een consistent geheel omgevormd (3.1.2). Centrale bijeenkomsten hierover worden afgewisseld met klassenbezoeken door stafleden. De school verwacht hierdoor een eenduidig pedagogisch klimaat in de school te bewerkstelligen. De rijksoverheid staat voor grote bezuinigingsoperaties, die ook het speciaal onderwijs zullen raken. De Annie M.G. Schmidtschool verwacht dat met de komst van Passend Onderwijs een leerlingstroom van SO naar SBO zal gaan. Het onderwijsaanbod zal daardoor beïnvloed kunnen worden, bijvoorbeeld doordat er meer kinderen met gedragsproblemen komen. De school kan dat aan; kwaliteit en deskundigheid zijn voldoende aanwezig. De hulpvraag gaat veranderen en de school zal daar structureel aandacht aan moeten besteden en zich hierop moeten voorbereiden. Tenslotte zijn er nog enkele aandachtspunten die in het schoolplan moeten worden opgenomen: 3.1.3 Invoeren rekenmethode in groep 7-8. 3.1.4 Aanschaf methode wereldoriëntatie en techniek. 3.1.5 Verbeteren van het aanbod voor de creatieve vakken. 3.1.6 Verbeteren en benutten van de leerling-vaardigheden ICT. 3.1.7 Uitlijnen van het aanbod voor technisch lezen (Vlot). 3.1.8 Leren werken met referentieniveaus.



7

3.2 De zorgbreedte De Annie M.G. Schmidtschool helpt leerlingen die een specifieke hulpvraag hebben. Juist vanwege die vraag bezoeken zij de school. De Commissie van Begeleiding analyseert de hulpvraag, stelt een ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose op, beschrijft daarin de onderwijsbehoefte en bespreekt dit met de ouders. Het ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose wordt hoog ingezet. De kinderen komen op school om iets te leren en de Annie M.G. Schmidtschool wil die verwachting ook waarmaken. 2 De procedures staan beschreven in de zorgstructuur van de Annie M.G. Schmidtschool. De leraren zijn goed in staat om de hulpvraag te beantwoorden en analyseren zelf de knelpunten in de ontwikkeling van leerlingen. Vaak vinden zij zelf een antwoord. Soms is breder overleg nodig. Complexe vraagstukken worden voorgelegd aan de Commissie van Begeleiding. Deze commissie bestaat uit verschillende disciplines (orthopedagogen, unit-coördinatoren, schoolmaatschappelijk werk, schoolarts, directie) en reageert snel. Adviezen van deze commissie worden altijd geformuleerd in een handelingsperspectief: de leraar moet daarmee aan de slag kunnen. De school is continu bezig met het invoeren van verbeteringen. De aanleiding is vrijwel altijd een knelpunt in het dagelijks werk van leraren. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot het organiseren van een taal- en een rekenklas. Hier krijgen kinderen extra begeleiding in de taal- of rekenontwikkeling. Ook kinderen uit het regulier basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband kunnen hieraan deelnemen. Een dergelijke ontwikkeling wordt niet vooraf gepland: de school signaleert een probleem dat om een oplossing vraagt. De kracht van de Annie M.G. Schmidtschool is, dat die oplossing ook gevonden wordt en (in ieder geval voor de taal- en rekenklas) effectief blijkt. De school overweegt groepen samen te stellen voor kinderen met een vergelijkbare hulpvraag (3.2.1). Het onderwijs aan kinderen wordt op deze manier georganiseerd rond de onderwijsbeheofte. Niet alleen is dat een effectieve organisatievorm, het gaat er ook om dat kinderen zich in zo’n setting veilig en geaccepteerd voelen. De school is zorgvuldig in het analyseren van de hulpvraag. In het kader van de handelingsgerichte 3 diagnostiek wordt deskundigheid (waaronder het ZAT en het Samenwerkingsverband) benut bij het zoeken naar een passend antwoord op de vraag van de leerling. Een sterk punt van de Annie M.G. Schmidtschool is de actieve houding van de leraren om hulpvragen van kinderen te beantwoorden. Vier keer per jaar wordt de ontwikkeling van de leerlingen geanalyseerd. Bij sommige leerlingen is de problematiek zo complex en afhankelijk van omstandigheden, dat extra ondersteuning noodzakelijk blijft. Voor de meeste kinderen blijkt de geboden hulp effectief. Ook de sfeer op school en het pedagogisch klimaat dragen bij aan de positieve ontwikkeling van leerlingen. De Annie M.G. Schmidtschool blijft zich ontwikkelen. In de komende jaren staat in ieder geval de uitbouw van de 1-zorgroute gepland (3.2.2). Ook is nog meer kennis nodig van leer- en ontwikkelingsproblemen (3.2.3). De specifieke hulpvraag van de kinderen zorgt ervoor dat de leraar steeds meer en gespecialiseerde kennis moet hebben. Met meer kennis van de desbetreffende problematiek kun je ook het kind beter begrijpen, is de opvatting van de school. Dit leidt weer tot een gevoel van veiligheid, wat een positief effect op het leren heeft. De schoolontwikkeling wordt daarmee handelingsgericht ingevuld. 4

De school hanteert verscheidene protocollen . Het protocol “Vermoeden van kindermishandeling” moet opnieuw worden bezien en aangepast (3.2.4).

2 3 4

Het desbetreffende document ligt ter inzage op school. ZAT: zorgadviesteam. De protocollen liggen op school ter inzage.



8

4. De medewerkers Een goed onderwijsaanbod en een goede leerling-zorg kan alleen worden waargemaakt als de medewerkers in staat zijn daar vorm aan te geven. Dat lukt. De kwaliteit van de medewerkers op de Annie M.G. Schmidtschool is hoog, de medewerkers zijn goed in hun vak. De selectie is streng: liever (even) niemand voor een groep dan iemand aannemen waarbij twijfels zijn. Contact hebben met de leerlingen is de belangrijkste kernkwaliteit. Interactie met leerlingen en collega’s is essentieel. Nieuwe medewerkers krijgen een uitgebreid inwerkprogramma aangeboden. In dat programma zijn leerelementen opgenomen, die de genoemde kernkwaliteit aanvullen (bijvoorbeeld klassenmanagement). Nieuwe medewerkers worden ook benut om kritisch tegen de organisatie aan te kijken en een eventuele “blinde vlek” te signaleren. De Annie M.G. Schmidtschool doet erg veel aan interne scholing. De leraren komen zelf met vragen en de schoolleiding wil hier zo ruim mogelijk aan tegemoet komen. De leer- en ontwikkelbereidheid is groot. De 10%-norm uit de CAO wordt ruimschoots gehaald. “Beter worden in je vak” is op de Annie M.G. Schmidt een normaal onderdeel van het werk geworden. Deze houding is (mede) het gevolg van de instroom van jonge leraren. Bij hen leeft sterk het gevoel te willen investeren in de eigen ontwikkeling. Dit enthousiasme en het ruime beleid van de school blijken hiervoor belangrijke katalysatoren . De ambulant begeleiders zien “goede voorbeelden en ontwikkelingen” op de basisscholen en introduceren die binnen de SBO school: ook die input werkt mee. De bereidheid tot deskundigheidsvergroting is inmiddels een benoemingsvoorwaarde geworden. De Annie M.G. Schmidtschool beschouwt zichzelf als een “lerende organisatie”. De school gaat uit van de kracht van de medewerkers, waardeert die en benut die waar mogelijk. Voor de directie van de Annie M.G. Schmidtschool zijn openheid, eerlijkheid en volwassen gedrag grote thema’s. De medewerkers ervaren dit ook (jaarlijks wordt een leraren-tevredenheidonderzoek afgenomen) en dat geeft een eigen dynamiek. De school werkt volgens de principes van transactioneel leiderschap. Dit vertaalt zich in een hoge betrokkenheid en een inzet van de medewerkers buiten hun takenpakket om. Goed functioneren en het welzijn van de mensen staat centraal. Al het andere wordt er wel “omheen georganiseerd”. En daar ligt ook een valkuil: soms wordt zoveel geregeld, dat de transparantie ontbreekt. De school wil hier zorgvuldiger mee omgaan (4.1). In de komende jaren zal de Annie M.G. Schmidtschool handelingsgericht werken in het kader van de 1-zorgroute verder uitbouwen (4.2). Dit type kennis ontwikkelt zich als vanzelf. De school zal hier in de komende jaren structureel beleid op maken. De school wil een volwassen organisatie zijn (4.3). Het betekent dat medewerkers beter een balans weten te vinden tussen verantwoordelijkheid nemen voor de school als geheel en verantwoordelijkheid nemen voor de eigen groep of taak. Als die balans er is, uit zich dat bijvoorbeeld in het promoten van de school, in “staan voor je organisatie” en oog hebben voor kleine dingen als de ontvangst van ouders en de “vergeten” tas op het plein…. De Annie M.G. Schmidtschool heeft de competenties uit de Wet Bio ondergebracht in een eigen 5 document , dat regelmatig besproken wordt. De competenties worden in een 180° feedback beoordeeld en besproken in de gesprekkencyclus. Met de functiemix is een begin gemaakt. In de komende jaren wil de school werk maken van kennismanagement (4.4). De medewerkers hebben een hoog niveau en weten veel. Ambulant begeleiders en psychologen zien interessante ontwikkelingen, individuele nascholing brengt meer kennis binnen. Dat kan beter georganiseerd worden, zodat meer medewerkers van deze kennis kunnen profiteren en “weglekken” van kennis voorkomen wordt.

5

Dit document ligt op school ter inzage.



9

De kern van het personeelsbestand is stabiel, terwijl toch voldoende instroom is om blinde vlekken te signaleren. De sfeer in de school is goed; medewerkers werken graag bij de Annie M.G. Schmidtschool. Die sfeer wil de school graag behouden: benut de kracht van medewerkers en laat zien dat je die waardeert. Een uitdaging voor de komende periode is het spanningsveld tussen financiën (bezuinigingen en verandering in de bekostiging) en de kwaliteit van het onderwijs.



10

5. De kwaliteit Alle activiteiten van de Annie M.G. Schmidtschool zijn erop gericht om de leerlingen “verder” te ontwikkelen. Het kwaliteitsbeleid is erop gericht de doelstellingen te bereiken. De definitie van “verder” wordt voor ieder kind afzonderlijk beschreven en besproken met de ouders. De school probeert een eindniveau te realiseren en stelt reële hoge doelen. De Annie M.G. Schmidtschool wil hiermee ook het eigen bestaansrecht bewijzen: de school doet er toe. Het “extra” dat de school wil bereiken is gebaseerd op ervaring en inzicht van de betrokken leraren en deskundigen. De desbetreffende leraar heeft tot taak om het gewenste niveau te bereiken met het kind. De duidelijke en ambitieuze doelstelling geeft richting aan het werk in de klas. De leraar past hierop het aanbod aan. In de meeste gevallen lukt het ook om het gewenste niveau te bereiken (5.1). De werkwijze wordt vooralsnog alleen toegepast op de domeinen rekenen/ wiskunde en Nederlandse taal. De oriëntatie op opbrengstgericht werken is voor een belangrijk deel al aanwezig op de Annie M.G. Schmidtschool. De schoolt stelt hoge doelen voor de leeropbrengsten en heeft de organisatie daar ook op ingericht. Door groepsdoorbrekend onderwijs wordt efficiënt omgegaan met leertijd. Leraren bespreken met elkaar de ontwikkeling van kinderen en vragen feedback aan psychologen en unit-coördinator . De Annie M.G. Schmidtschool heeft uitgebreide scholingsmogelijkheden. De cultuur van de school gaat uit van de professionele leraar: eventueel niet bereiken van doelen wordt daardoor niet gezien als falen, maar als opzet naar een nieuwe aanpak. Alles is gericht op het leereffect bij kinderen. De school zou dit nog beter kunnen vastleggen en borgen (5.2). 6

De Annie M.G. Schmidtschool heeft de digitale versie van WMK aangeschaft. In de komende jaren worden de digitale “kaarten” gebruikt als spiegel voor het functioneren van de school. De kaarten zijn een hulpmiddel om in een open gesprek met elkaar vast te stellen: wat missen we nog? De school bepaalt welke kaarten hiervoor gebruikt worden en in welke volgorde (5.3). De medewerkers oordelen positief over de school. Zij zijn trots op het pedagogische klimaat dat gerealiseerd is: de school is “goed” voor deze kinderen. Betrouwbaarheid, rust en structuur zijn de belangrijkste kwaliteiten. De Annie M.G. Schmidtschool concludeert dit uit de medewerkertevredenheidpeiling. De school legt enquêtes voor aan ouders en leerlingen (vanaf groep 5). De uitkomsten zijn positief. Een belangrijk thema in de afgelopen jaren was “communicatie”. De school heeft hierin veel geïnvesteerd. De uitkomsten zijn positief. De school heeft niet vooraf vastgesteld met welke uitkomst 7 men tevreden zou zijn: de voor kwaliteit belangrijke pdca-cyclus moet beter worden benut (5.4). De Annie M.G. Schmidtschool wil meer aandacht besteden aan communicatie van behaalde doelen en successen. (5.5)

6 7

WMK: Werken met Kwaliteitskaarten. Pdca: plan – do – check – act (adopt)



11

6. Overzicht van de voornemens In de voorgaande hoofdstukken zijn suggesties gedaan voor ontwikkel- of verbeterpunten. Deze zijn hieronder per hoofdstuk gerangschikt weergegeven. 2. Het schoolplan 2007-2011 2.1 Plannen concreet formuleren. 3.1. Het onderwijsaanbod 3.1.1 Leerlijnen flexibel kunnen hanteren. 3.1.2 Uitlijnen van het programma voor sociaal emotionele ontwikkeling. 3.1.3 Invoeren rekenmethode in groep 7-8. 3.1.4 Aanschaf methode wereldoriëntatie 3.1.5 Aanschaf methode techniek. 3.1.6 Verbeteren van het aanbod voor de creatieve vakken. 3.1.7 Verbeteren en benutten van de leerling-vaardigheden ICT. 3.1.8 Uitlijnen van het aanbod voor technisch lezen (Vlot). 3.1.9 Leren werken met referentieniveaus. 3.2 De zorgbreedte 3.2.1 Uitbreiden van de taal- en rekenklas met andere vormen. 3.2.2 Verder invoeren van handelingsgericht werken en de 1-zorgroute. 3.2.3 Verbeteren van de kennis van leer- en ontwikkelingsproblemen. 3.2.4 Aanpassen en inwerkingstellen van het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. 4. De medewerkers 4.1 Transparant zijn in het toepassen van regels en procedures. 4.2 Scholing onderbrengen in handelingsgericht werken en de 1-zorgroute. 4.3 Doorgroeien naar een volwassen organisatie. 4.4 Vormgeven aan kennismanagement. 5. De kwaliteit 5.1 Onderbouwen van de bepaling van het ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose. 5.2 Vastleggen en borgen van opbrengsten en werkwijzen. 5.3 Plannen van WMK. 5.4 Toepassen van de pdca-cyclus. 5.5 Delen en vieren van successen in de school. In de bespreking en planning zijn sommige onderwerpen samengevoegd: Nr. 2.1 5.4

Oude titel Plannen concreet formuleren. Toepassen van de pdca-cyclus.

Nieuw Concreet plannen.

5.2 5.5

Vastleggen en borgen van opbrengsten en werkwijzen. Delen en vieren van successen in de school.

Borgen.

3.2.2 4.2

Verder invoeren van handelingsgericht werken en de 1-zorgroute. Scholing onderbrengen in handelingsgericht werken en 1-zorgroute.

Handelingsgericht werken.

3.1.9

Leren werken met de referentieniveaus. Omgaan met hulpvraag van leerlingen onder het school niveau.

Referentieniveau.

4.1 4.3

Transparant zijn in het toepassen van regels en procedures. Doorgroeien naar een volwassen organisatie.

Organisatie ontwikkeling.

3.2.3

Verbeteren van de kennis van leer- en ontwikkelingsproblemen.

Kennismanagement.



12

4.4 Vormgeven aan kennismanagement. Toegevoegd zijn de keuze en invoering van een kleutervolgsysteem, het leren werken met ParnasSys en het verbeteren van het schrijfonderwijs. Ook is een tussenevaluatie gepland, waarin vooruitgeblikt wordt op de beleidsontwikkeling ter voorbereiding op het schoolplan 2015-2019. Het uitbreiden van het systeem van de taal- en rekenklas is vervallen. De Annie M.G. Schmidtschool is voor de realisatie ervan teveel afhankelijk van partners. Enkele activiteiten blijken al in het schooljaar 2010-2011 te zijn opgepakt en voldoende afgerond om niet verder te worden opgenomen als ontwikkelpunt. Een programma voor sociaal emotionele ontwikkeling (3.1.2) kan direct worden uitgevoerd in het schooljaar 2011-2012; het programma wordt aangevuld met gedragsregels voor het spelen op het plein. Een werkgroep heeft plannen al klaar om de organisatie transparanter te maken (4.1) en mede daardoor meer volwassen (4.3). Verder is afgesproken om bij de keuze en invoering van nieuwe methodes “kennis van de leerlijn” als centraal aandachtspunt mee te nemen. De verdeling van de plannen over de vier schooljaren wordt hierna beschreven. In een bijlage bij dit schoolplan zijn de onderwerpen voor het eerstkomende schooljaar nader uitgewerkt.



13

7. Planning per jaar

Concreet plannen*.8 Borgen*. Plannen van WMK. Inwerkingstellen van het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. 5 Invoeren van het programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling. 6 Leren werken met ParnasSys. 7 Handelingsgericht werken*. 8 Invoeren methode rekenen en wiskunde – groep 8. 9 Werken met WMK. 10 Leerlijnen flexibel kunnen hanteren. 11 Werken met het ontwikkelingsperspectief/ onderwijsprognose. 12 Keuze methode wereldoriëntatie 13 Verbeteren van het aanbod voor de creatieve vakken. 14 Keuze van een kleutervolgsysteem. 15 Rekening houden met nieuwbouwactiviteiten. 1 2 3 4

X X X X X X X X X X

X

X

X X X X

X

1 2 3 4

Concreet plannen*. Borgen*. Werken met WMK. Werken met het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. 5 Invoeren van de methode wereldoriëntatie. 6 Handelingsgericht werken*. 7 Invoeren leerlijn creatieve vakken. 8 leren werken met ParnasSys. 9 Referentieniveau*. 10 Invoeren van een kleutervolgsysteem. 11 Uitlijnen van het aanbod voor technisch lezen (VLOT) 12 Evaluatie organisatieontwikkeling. 13 Opstellen van een plan voor het verbeteren en het benutten van de leerling-vaardigheden voor ict.

Anders

Zorg

Bouw

Team

Directie

Omschrijving van de inhoud

Werkgroep

Welk overleg wordt belast:

2012-2013

8

Anders

Zorg

Bouw

Team

Directie


Werkgroep


2011-2012

X X X X X X X X X X X X X

Een asterisk verwijst naar een bundeling van deelplannen.



14

14 Opzetten van kennismanagement.

X

1 2 3 4 5

Concreet plannen*. Borgen*. Uitvoeren WMK. Oriëntatie op schoolplanperiode 2015-2019. Werken met het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. 6 Handelingsgericht werken*. 7 Evalueren leerling-vaardigheden ict. 8 Invoeren leerlijn technisch lezen. 9 Vaststellen van en werken met de leerlijn schrijven. 10 Leerlijnen flexibel hanteren. 11 Evalueren van het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. 12 Evalueren programma sociaal emotionele ontwikkeling 13 Kennismanagement*.

X X X X X X X X X X X X X

5 6 7 8

Concreet plannen*. Borgen*. Opstellen schoolplan 2015-2019. Werken met het protocol “Vermoeden van kindermishandeling”. Handelingsgericht werken*. Keuze leerlijn techniek. Evaluatie organisatieontwikkeling. Kennismanagement*.



Anders

Zorg

Bouw

Team

Directie


Werkgroep


2014-2015

1 2 3 4

Anders

Zorg

Bouw

Team

Directie


Werkgroep


2013-2014

X X X X X X X

15

SCHOOLPLAN Annie M.G. Schmidtschool

Recommend Documents