Schoolgids Violenschool 2013-2014
Schoolgids 2013-2014
1
Schoolgids Violenschool 2013-2014
EEN WOORD VOORAF
Beste ouder(s)/ verzorger(s), Voor u ligt de schoolgids van de Violenschool te Hilversum voor het schooljaar 2013-2014. U vindt in deze gids informatie over onze school die voor u als ouders van onze (toekomstige) leerlingen van belang is. Deze informatie heeft betrekking op de doelstellingen en werkwijzen van de school, over het onderwijsaanbod, op de manier waarop extra zorg aan leerlingen wordt geboden, het contact met ouders en over resultaten van ons onderwijs. Ook vindt u informatie over een aantal praktische zaken als; schoolvakanties, overblijven, de ouderbijdrage, handige adressen en telefoonnummers. Wij vinden het belangrijk om u goed te informeren om zo een optimale betrokkenheid te creëren tussen ouders en school. Goed onderwijs is een gezamenlijk belang. Voor ouders die nog een schoolkeuze moeten maken, geeft deze gids een eerste indruk van de school. Door het lezen van de schoolgids en door een gesprek op onze school kunt U een weloverwogen keuze voor het onderwijs van uw kind maken. Ouders van onze leerlingen ontvangen de jaarlijkse bijlage van de schoolgids in de vorm van een jaarkalender. Naast de schoolgids verschijnen er gedurende het schooljaar regelmatig nieuwsbrieven. Op die manier blijft u op de hoogte van allerlei zaken zoals die zich op school afspelen. U kunt zich hiervoor inschrijven op onze website. Hier vindt u ook de schoolgids en meer informatie in digitale versie. Samen met de kinderen en de ouders hopen we er een gezellig en succesvol jaar van te maken. De schoolgids is opgesteld met instemming van de MR. Met vriendelijk groet, Namens het team van de Violenschool,
Yvonne Sneekes Directeur
2
Schoolgids Violenschool 2013-2014
INHOUD
Hoofdstuk 1
ONZE SCHOOL
Hoofdstuk 2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
Hoofdstuk 3
DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL
Hoofdstuk 4
DE ZORG VOOR KINDEREN
Hoofdstuk 5
DE LERAREN
Hoofdstuk 6
DE OUDERS
Hoofdstuk 7
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
Hoofdstuk 8
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
Hoofdstuk 9
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
Hoofdstuk 10
BELANGRIJKE ADRESSEN
3
Schoolgids Violenschool 2013-2014
HOOFDSTUK 1
ONZE SCHOOL
1.1 Naam
VIOLENSCHOOL VIOLENSTRAAT 3 1214 CJ HILVERSUM 035 - 6211703 www. violenschool.nl
IPS
International Primary School REMBRANDTLAAN 30 1213 BH HILVERSUM 035 - 6216053 (int. afd.) 035 - 6246878 (fax)
IPS
FRANS HALSLAAN 57a 1213 BK HILVERSUM 035- 6930641 ( tel.) 035 – 6565643 ( fax)
1.2. Richting De Violenschool is een openbare school voor basisonderwijs. Een basisschool voor leerlingen van 4 – 12 jaar. Een openbare school is een school die voor ieder kind toegankelijk is, ongeacht geloofsovertuiging, huidskleur, afkomst. Ouders, kinderen en leerkrachten ontmoeten elkaar op basis van wederzijds respect, daarbij ruimte biedend aan ieders persoonlijke invalshoek. Alle openbare scholen in Hilversum zijn aangesloten bij de Stichting Primair onderwijs Hilversum ‘STIP’. Binnen de Stichting is sinds 1 augustus 2010 sprake van een scheiding tussen de functies van bestuur en intern toezicht, het zogenaamde "Raad van Toezicht model". De rol van bestuurder is daarmee statutair gewijzigd van het bestuur naar de voormalige algemeen directeur. (verder te noemen "directeur-bestuurder") Het bestuur is vanaf heden een raad van toezicht en oefent intern toezicht uit op de directeur- bestuurder. Beide organen hebben elk een specifieke rol. De directeur-bestuurder is vanuit de rol van bevoegd gezag eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het besturen van de scholen. De leden van de Raad van Toezicht zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor de wijze waarop zij het toezicht op de directeurbestuurder uitoefenen. De raad van toezicht van de Stichting Openbaar Onderwijs Hilversum bestaat uit de volgende vijf personen: Dhr. J.van Westering ( voorzitter) , Mevr. M. Van Haarst, Dhr. H. Sonneveld, Dhr. H. Broeders en Mevrouw G. De Vries. De Directeur bestuurder is: Dhr. F.Teunissen Het bovenschools management bestaat uit: Dhr. A. Meindertsma Hoofd Financiën/huisvesting Dhr. E. Borst Hoofd Personeel Mevr. C. Van Veen Hoofd Kwaliteit en onderwijs Mevr. B. Cantor Beleidsmedewerker Personeelszaken/ secretariaat Mevr. H.Degen Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg/ secretariaat Op school ligt het managementstatuut ter inzage.
4
Schoolgids Violenschool 2013-2014
1.3. Directie Violenschool Mevr. Y.Sneekes Mevr. M. Spoor
Directeur Nederlandse afdeling Adjunct directeur Nederlandse afdeling
Dhr. R. Westlake Mevr. L. Rea
Directeur Internationale afdeling Adjunct directeur Internationale afdeling
1.4. Situering van de school De Violenschool ( locatie Violenstraat) bevindt zich in het centrum van Hilversum, tussen de Gijsbrecht van Amstelstraat, de Havenstraat , Koningsstraat en de Neuweg.
1.5. De grootte van de school De Violenschool bestaat uit een Nederlandse afdeling met ongeveer 400 leerlingen verdeeld over 16 groepen. Ook heeft de school een internationale afdeling , de International Primary School, kortweg de IPS. In deze afdeling wordt het onderwijs in het Engels gegeven door Engelstalige leerkrachten. Deze afdeling is bedoeld voor kinderen van ouders die tijdelijk in Nederland wonen en werken bij internationale bedrijven en voor Nederlandse kinderen van ouders die door bedrijven naar het buitenland worden gezonden. Op de Violenstraat zijn de leerlingen van groep 8 van deze internationale afdeling gehuisvest. Deze schoolgids beschrijft de locatie Violenstraat waar de leerlingen het Nederlandstalig onderwijs volgen. De internationale afdeling (IPS) verzorgt een eigen schoolgids. Door de bouwkundige opzet van het gebouw is er ondanks de grootte van de school sprake van een gevoel van kleinschaligheid. De school beschikt over: 3 kleutergroepen ( groep 1/ 2) 2 groepen 3 2 groepen 4 2 groepen 5 3 groepen 6 2 groepen 7 2 groepen 8 Op school werken in totaal 24 groepsleerkrachten. Naast de groepsleerkrachten beschikt de school over leerkrachten die worden ingezet voor BAPO-, en compensatievervanging, interne begeleiding en leerlingondersteuning. Verder beschikken wij over een conciërge en een administratief medewerkster.
5
Schoolgids Violenschool 2013-2014
HOOFDSTUK 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1. Missie, uitgangspunten, prioriteiten Onze Missie De VIOLENSCHOOL is een school WAAR IEDEREEN GOED ONDERWIJS WORDT GEBODEN WAAR DOELGERICHT EN PLANMATIG WORDT GEWERKT AAN DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN WAAR DE LESSEN EN DE LEERSTOF (WAAR MOGELIJK) WORDEN AANGEPAST AAN HET KIND WAAR PERMANENT HOGE EISEN WORDEN GESTELD AAN DE BEKWAAMHEID VAN DE LEERKRACHTEN WAAR KINDEREN WORDEN GESTIMULEERD OM SAMEN TE LEVEN EN SAMEN TE WERKEN WAAR NAAR KINDEREN WORDT GELUISTERD EN MET KINDEREN WORDT GESPROKEN WAAR CONSTANT AAN KWALITEIT WORDT GEWERKT WAAR MEN HOGE VERWACHTINGEN HEEFT VAN KINDEREN WAAR MEN KINDEREN POSITIEF BENADERT EN STIMULEERT OM AAN HUN ONTWIKKELING TE WERKEN WAAR IEDEREEN ZICH VEILIG VOELT WAAR OVERLEG EN COMMUNICATIE MET OUDERS BELANGRIJK GEVONDEN WORDT VOOR EEN OPTIMALE ONTWIKKELING VAN HET KIND. Uitgangspunten Wet op Primair Onderwijs, artikel 8 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; de leerlingen in 8 schooljaren tenminste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. Schooleigen opdrachten 1. Onze school wil de veelzijdige ontwikkeling van iedere leerling bevorderen uitgaande van zijn aanleg, kennis en behoeften, kennis overdragen en verschillende vaardigheden laten oefenen. 2. Onze school biedt elk kind een variatie aan ontwikkelingskansen en een variatie aan verwerkingsvormen, waarbij ruimte wordt geboden aan initiatieven van het kind.
6
Schoolgids Violenschool 2013-2014
3. Alle activiteiten in de school worden geplaatst in een sociaal kader. Onze school is een gemeenschap waar kinderen veilig samenleven en samenwerken ervaren. Prioriteiten De Violenschool gaat uit van de positieve gedachte dat de school met behulp van een goede organisatie, planning en doelgerichte aanpak de prestaties van leerlingen in gunstige zin kan beïnvloeden. Om tot een optimaal prestatieniveau te komen gaan we uit van de volgende punten: A. Nadruk leggen op de basisvaardigheden en basiskennis. Er is sprake van doorlopende leerlijnen. Per leerjaar staan de doelen beschreven in halfjaarlijkse en jaarlijkse doelen. B. De leerlingen motiveren en stimuleren. Binnen ons onderwijsmodel kunnen leerlingen binnen verschillende vakgebieden en langs verschillende leerwegen en werkvormen samen en zelfstandig hun leerdoelen bereiken. C. De leerresultaten bijhouden, analyseren en er een vervolg aan verbinden. Er is sprake van een leerlingvolgsysteem. 2.2. Het klimaat van de school De school als omgangssituatie: We bieden binnen onze groepen ruimte aan spontane groepsvormen tussen kinderen. Op basis van (leer)behoeften, interesses en het bieden van wederzijdse hulp. Op school gelden gedragsregels. Deze regels hebben tot doel om in de school een gezellige en rustige werksfeer te scheppen. Tegelijkertijd worden onze leerlingen, met het toepassen van de regels, bewust gemaakt van de algemeen geldende normen en waarden. De voorbeeldfunctie van de leerkrachten en ouders heeft hierbij een belangrijke rol. De school als didactische situatie: In allerlei onderwijssituaties worden vele werkvormen bewust gehanteerd, krijgt het kind de kans ook zelf te kiezen voor een bepaalde werkvorm en wordt de mogelijkheid geboden samen met anderen te werken aan een taak.
HOOFDSTUK 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1. De organisatie van de school Het onderwijs is gebaseerd op de verscheidenheid tussen kinderen, de continue ontwikkeling van elk individu en het recht van het kind op veiligheid en geborgenheid. Daarom moet het onderwijs voldoende aandacht voor elk kind garanderen. Er is sprake van een bewuste keuze bij het maken van de groepsindeling. Onze onderwijsmodellen
7
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Basisontwikkeling in de onderbouw De Violenschool heeft voor de onderbouw gekozen voor het ontwikkelingsgericht werken aan de basisontwikkeling. Dit Ontwikkelings Gerichte Onderwijs (OGO) is gericht op de brede persoonsontwikkeling. De drie basiskenmerken van kinderen, emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben, zijn binnen dit onderwijs de kern van ontwikkeling en leren. Circuitmodel in de onder- midden- en bovenbouw Vanaf groep 3 maakt de Violenschool naast de methodische aanpak van technisch lezen, rekenen en schrijven en de basisontwikkeling gebruik van het circuitmodel; een onderwijsmodel dat de school zelf heeft ontwikkeld en ingevoerd. Dit model, waarbinnen de leerlingen zelf de keuze maken in welke hoek zij willen werken, is min of meer gebaseerd op het onderwijs in de kleutergroepen waar al sinds jaar en dag in hoeken wordt gewerkt. De leerlingen kunnen in deze hoeken op verschillende manieren zelfstandig en/ of in samenwerking met andere leerlingen de leerstof verwerken. De onderwijsdoelen Het onderwijs wil zo goed mogelijk inspelen op de veranderingen in onze samenleving. Bij eigentijds onderwijs horen kerndoelen die aansluiten op de ontwikkelingen in onze samenleving. Kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van de leerlingen. Om planmatig en doelgericht te kunnen werken zijn de kerndoelen op de Violenschool over de leerjaren verdeeld in halfjaarlijkse en jaarlijkse tussendoelen, waarop de leerkracht de planning van de leerstof baseert. Kerndoelen zorgen ervoor dat leerlingen zich binnen hun periode op school blijven ontwikkelen en garanderen een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. Daarnaast dienen kerndoelen als referentiekader voor ( publieke) verantwoording. Voor kerndoelen zie: www.kerndoelen.kennisnet.nl Referentiekaders Voor het hele onderwijs, van de basisschool tot het hoger onderwijs, wordt in het ‘Referentiekader doorlopende leerlijnen’ vastgelegd wat de leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om de Nederlandse taal en rekenen/wiskunde op een bepaald moment ‘ijkmoment’ in hun schoolloopbaan, bijvoorbeeld aan het eind groep 8. In de referentieniveaus zijn twee kwaliteiten te onderscheiden: een fundamentele kwaliteit: 1F beschrijft wat een leerling minimaal aan het eind van de basisschool moet kunnen en kennen om op 16 jarige leeftijd aan 2F te kunnen voldoen. Dit betreft kennis en vaardigheden die nodig zijn om aan de geletterde samenleving te kunnen deelnemen. een streefkwaliteit: 1S beschrijft wat een leerling moet kennen en kunnen op het ‘ijkmoment’, eind groep 8 om soepel door te kunnen stromen naar VMBO-t of hoger vervolgonderwijs. Dit schooljaar gaan wij ons oriënteren op wat de invoering van de referentiekaders voor ons als school betekent: wat betekent het voor de inhoud en inrichting van ons onderwijs, waar zijn eventuele aanpassingen nodig? Tevens wordt een start gemaakt met het implementeren van de vernieuwde rekenmethode Rekenrijk, in deze methode zijn de referentiekaders al opgenomen. Op de Violenschool werken we aan specifieke vaardigheden, houdingen en kennis, maar ook aan brede ontwikkelingsdoelen die gelden voor het hele basisonderwijs. In het kader van brede ontwikkelingsdoelen willen we dat kinderen het volgende leren:
8
Schoolgids Violenschool 2013-2014
actief zijn en initiatieven nemen, goed communiceren,zich leren uiten en vormgeven, samen spelen en samen werken, een voorstellingsvermogen ontwikkelen en creatief zijn, de wereld leren verkennen, reflecteren op eigen gedrag, redeneren en problemen oplossen, zichzelf sturen en zelfstandig zijn en werken. Kinderen kunnen zich alleen maar breed ontwikkelen als ze over steeds meer kennis en vaardigheden beschikken. 3.2 De werkwijze in de onderbouw Activiteiten om de doelen te bereiken: In de onderbouw staat elke twee maanden een thema centraal. Dit thema kan afkomstig zijn uit: de dagelijkse leefsituatie (b.v. wonen, vakantie) de actualiteit (b.v. een klasgenootje in het ziekenhuis) de natuurlijke omgeving ( b.v. de boerderij) de sociaal-culturele omgeving (b.v. circus in de stad) de fantasiewereld (b.v. piraten, sprookjes) Dit thematisch aanbod zorgt voor samenhang tussen de onderwijsdoelen, activiteiten en inhouden en voor een gemeenschappelijk referentiekader. Binnen elk thema komen de volgende kernactiviteiten aan bod: spelactiviteiten, constructieve- en beeldende activiteiten, taal- en gespreksactiviteiten, lees- en schrijfactiviteiten, reken- en wiskundeactiviteiten en onderzoeksactiviteiten. Ook voor de muzikale-, bewegings- en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen worden binnen het thema activiteiten gepland. De activiteiten voor de kinderen Een belangrijke activiteit is De Kring waar de dag zowel mee geopend kan worden als onderbroken of afgesloten. In de Kring krijgen de kinderen de gelegenheid over hun belevenissen te vertellen, vragen te stellen of hun activiteiten te bespreken en te evalueren. Daarnaast gebruikt de leerkracht de kring ook voor b.v. verhalen, versjes, liedjes, spelletjes, het aanleren van begrippen en voor instructie van technieken. Tijdens het Spelen en Werken krijgen de kinderen de gelegenheid in de ‘ hoeken’ te spelen en te werken aan de kernactiviteiten. De keuze voor een hoek kan op drie manieren worden gemaakt: op initiatief van het kind op uitnodiging van de leerkracht in opdracht van de leerkracht Hoeken die in de onderbouw voorkomen zijn: de themahoek, de huishoek, de winkel, de bouwhoek, de lees- en luisterhoek, de stempel- en schrijfhoek met ICT werkplek, de zand- en watertafel, de schilder- en knutselhoek, de techniekhoek. Tevens worden er op de gang gemeenschappelijke thema- hoeken ontworpen die binnen elk thema een andere invulling krijgen en door alle groepen worden gebruikt. Al naar gelang het dagritme wordt er voor, tijdens of na het spelen en werken ( in de kring) gegeten en gedronken en krijgen de kinderen de gelegenheid om buiten te spelen of gaan ze naar het speellokaal voor een spel- of gymles. De middag kent, al naar gelang de planning van de leerkracht en de behoeften van de kinderen, ook De Kring en het Spelen en Werken. WAT LEVERT DIT ONTWIKKELINGSGERICHTE ONDERWIJS OP? Kort samengevat bewerkstelligt dit onderwijs dat het ontwikkelingsperspectief van jonge kinderen zich verschuift van doen naar denken. Aanvankelijk speelt het jonge kind impulsief
9
Schoolgids Violenschool 2013-2014
en experimenterend met materiaal. Een volgende fase is het imiterend en construerend spelen, gevolgd door de fase waarin spelen langzaam gretig leren wordt. In de groep 3 ligt het accent op het leren lezen, al behoren natuurlijk ook het taal- reken- en schrijfonderwijs tot het vaste aanbod. Er wordt voor het aanvankelijk leesonderwijs gebruik gemaakt van een methode, daarnaast vindt een deel van het leesonderwijs plaats binnen de thema’s. Voor het rekenen wordt een realistische methode gebruikt, naast allerlei activiteiten passend binnen het thema. Ook in deze groepen maakt De Kring een onderdeel uit van de activiteiten. In de vertelkring kunnen de leerlingen hun belevenissen vertellen en vragen stellen. In de themakring vinden gesprekken over het thema plaats: wat weten we al, wat willen we nog weten en hoe komen we daarachter en welke activiteiten willen de kinderen rond het thema plannen? Daarnaast gebruikt de leerkracht de kring voor verhalen, spelletjes, liedjes en voor instructie. Instructie kan plaatsvinden in de grote kring (de hele groep) of in de kleine kring. In de kleine kring wordt instructie gegeven aan een groepje kinderen b.v. over het aanleren van een woord/ letter, terwijl de andere kinderen zelfstandig in de hoeken of aan een opdracht werken. Na de instructie volgt een opdracht of kiezen de kinderen uit de verschillende hoeken. In de themahoek op de gang vindt thematisch spel plaats. Dit spel kenmerkt zich door de rollen die de kinderen aannemen en waarvan lees- schrijf- en rekenactiviteiten een onderdeel zijn. Rond het thema wordt regelmatig een ‘‘themadag’ gehouden. Op deze ‘ dag’ staat een prentenboek passend binnen het thema centraal. In de kring wordt het boek gelezen en besproken. Daarna kiezen de kinderen in de hoeken allerlei activiteiten zoals spelactiviteiten, constructieve- en beeldende activiteiten, taal- en gespreksactiviteiten, leesschrijf- en rekenactiviteiten en onderzoeksactiviteiten. Tijdens het proces van het leren lezen wordt het kind een steeds bekwamer lezer. Zo kan het kind steeds zelfstandiger met geschreven taal omgaan. Afhankelijk van het leesniveau van de leerlingen wordt er gewerkt in het leescircuit, het spellingscircuit en het begrijpend lezen circuit. Zo raken de kinderen bekend met de werkwijze in het circuit -model. VVE: VOOR EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE De Wet OKE (Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie, 2011) heeft tot doel om jonge kinderen een betere start te geven in het basisonderwijs. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is dat er veel jonge kinderen zijn met een taalachterstand. Dat kan allerlei oorzaken hebben: gehoorproblemen, een vertraagde taal/spraak ontwikkeling of een sociale omgeving waar bijvoorbeeld geen boeken worden voorgelezen. Ook kinderen die Nederlands als tweede taal moeten leren, gebruiken taal vaak nog niet zoals het op hun leeftijd zou moeten zijn. Om dit te realiseren dient er voor alle kinderen die dat nodig hebben een VVE aanbod beschikbaar te zijn. De vroegschoolse educatie wordt aangeboden in de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Voor deze educatie dient ‘een programma gebruikt te worden waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociale ontwikkeling’ (Besluit voorschoolse educatie, artikel 5). In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt volgens de Basisontwikkeling, een programma dat hieraan voldoet (Doeleman, 2011). De signalering dat er steeds meer jonge kinderen op school komen met een gebrek aan 4 jarige basiskennis en vaardigheden, betekent ook dat er een taak voor ouders ligt. Wat houden die basiskennis en vaardigheden van vierjarigen nu eigenlijk in?
10
Schoolgids Violenschool 2013-2014
De Violenschool verwacht in ieder geval dat een 4 jarige zindelijk is en zelf zijn billen kan afvegen. In haar boek Goed opgevoed geeft Marieke Henselmans de volgende vaardigheden aan: “van een 4-5 jarige mag je verwachten dat deze zijn eigen brood kan smeren en snijden, stoffer en blik kan hanteren, ‘bedankt voor het spelen’ kan zeggen en zijn eigen telefoonnummer kan opzeggen.” Leerkrachten uit groep 1-2 zien de laatste jaren te vaak dat een vierjarige niet gewend is een potlood vast te houden en te gebruiken, nog nooit een schaar heeft vastgehouden, het telrijtje 1-2-3-4-5 nog niet kan opzeggen en niet gewend is een boekje te bekijken. Ouders kunnen deze basale dingen al spelenderwijs aanleren. Daar hoef je niet eens altijd extra tijd voor vrij te maken want tijdens het aan- en uitkleden, het naar bed brengen, het wandelen of aan de rand van de zandbak valt een heleboel vanzelf te benoemen. Benoemen wat je kind doet (“ wat kun jij mooie zandtaartjes maken!”) of wat je samen met je kind doet (“zo, nu ga ik je veters strikken,”) levert een schat aan taal op. Op de volgende sites staan heel veel spelletjes: www.kids-start.nl/peuter-kleuter.html www.peuterspelletjes.net/knutselen www.peuteren.nl/speelhoek www.peuterplace.nl 3.3 De werkwijze in de midden- en bovenbouw Methoden en Het circuit Vanaf groep 3 is naast het werken met methoden het werken in hoeken een belangrijk onderdeel van ons onderwijs. Het circuitmodel gaat ervan uit dat je het onderwijs ordent in hoeken, waarbij het materiaal zodanig is geselecteerd, dat het zowel aan de leerstijl als aan de belangstelling van het kind tegemoet komt. De leerling kiest ook hier zelf de hoek uit en in de hoek wordt een taak gekozen. Na afronding van een opdracht gaat de leerling naar een nieuwe hoek. Echter werkt de Violenschool niet op ieder vakgebied met het circuitmodel. Via methoden wordt met het directe instructiemodel de leerstof aan de leerlingen in niveaugroepen aangeboden. Daarna vindt zelfstandige verwerking plaats in oefenboeken, op de computer of in het circuit. De belangrijkste kenmerken van het circuitmodel zijn: verantwoordelijkheid/ zelfstandigheid geven aan kinderen ( wat en hoe ga ik leren?) effectief onderwijs geven tegemoetkomen aan de vraag naar verschil in tempo, leerstijl, niveau het model biedt ruimte aan het kind dat heel veel kan, maar ook aan kinderen bij wie het leerproces niet zo soepel verloopt. De werkwijze De leerlingen kiezen zelfstandig een hoek. Op een administratieformulier geven ze aan welke hoek ze gekozen hebben. Verder wordt de datum genoteerd, evenals de opdracht die de leerling gaat maken. In de gekozen hoek gaan de leerlingen aan het werk met een door hen gekozen opdracht. In elke hoek liggen duidelijke opdrachtkaarten. Een hoek heeft zijn eigen specifieke werkvorm (o.a. luisterhoek, boekenhoek, speelhoek, computerhoek) en het materiaal is over het algemeen zelfcorrigerend. Als een leerling klaar is met een opdracht in een hoek, dan wordt de einddatum op het administratieformulier genoteerd. Na controle door de leerkracht zoekt de leerling een nieuwe hoek uit. Als de leerlingen aan het werk zijn, heeft de leerkracht de volgende taken: ingaan op hulpvragen van kinderen leerlingen observeren bij hun werk om eventuele problemen vroeg te signaleren.
11
Schoolgids Violenschool 2013-2014
de leerlingen individueel helpen, of een groepje leerlingen apart nemen voor een nieuwe instructie of extra hulp.
Zien we in de onderbouw vooral het accent liggen op een aanbod van binnen een thema geïntegreerde vakken, vanaf groep 3 zien we een aanbod in afzonderlijke vakken. Niet alle activiteiten zijn altijd in samenhang met andere vakgebieden aan te bieden. Het al eerder beschreven circuitmodel zorgt er voor dat ook de sociale en culturele vaardigheden worden ontwikkeld. Daarbij valt te denken aan: opkomen voor eigen mening, leren luisteren, zelf problemen leren oplossen, leren samenwerken en leren omgaan met nieuwe media. 3.4.Basisvaardigheden Lezen en taal Lezen is een vaardigheid die je nodig hebt voor alle vakken. En omdat het leren lezen niet bij alle kinderen ‘vanzelf’ komt, wordt er bewust vroeg gestart met het werken aan de voorwaarden. Dit betekent dat er in groep 1 en 2 structureel gewerkt wordt aan het vergroten van de letterkennis, het fonemisch bewustzijn en de woordenschat. Kleuters die de leesvoorwaarden moeilijk oppakken krijgen een herhaald aanbod. Kleuters die al hardop spellend lezen krijgen de gelegenheid vloeiend te leren lezen. Wanneer een kleuter naar groep 3 gaat is er altijd sprake van een alertheid voor kinderen bij wie de leesvoorwaarden zwak, goed of al bijzonder goed ontwikkeld zijn. Ook voor groep 3, waar het grootse deel van de leerlingen echt leert lezen, geldt dat in dit proces elke leerling zich op zijn eigen niveau verder kan ontwikkelen. Voor de zwakke lezers worden steeds vaker de nieuwste inzichten ( ‘evidence based’) als interventie ingezet. Wanneer het technisch lezen wordt beheerst verschuift de aandacht zich ook naar het stillezen, het begrijpend lezen en de leesbeleving. Vanaf groep 4 worden op het gebied van taal leerlijnen m.b.t. (werkwoord) spelling (methode Taaljournaal en het spellingcircuit) en luisteren/spreken, woordenschat en stellen en taalbeschouwing ( Methode: Taal in beeld en taalcircuits) toegevoegd. Hiermee voldoet het taal en spellingonderwijs ruimschoots aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. Zie voor dyslexie: hoofdstuk 4 onder 4.3 Rekenen In de kleuterbouw wordt vanuit het spel en met ontwikkelingsmateriaal aan de basis van het reken- en wiskundeonderwijs gewerkt. Begrippen als veel, weinig, eerste, laatste meer en minder worden ervaren en aangeleerd. Wegen, tellen passen en meten worden als activiteit in thema’s verwerkt. In de bouwhoek zijn de kinderen aan het passen en meten wat weer van belang is voor het ruimtelijk inzicht. Vanaf groep 3 werken wij met de methode “Rekenrijk”. Dit is een zogenoemde realistische methode wat betekent dat voorbeelden uit het dagelijks leven vaak uitgangspunt zijn voor rekenproblemen die kinderen leren oplossen. Het inzichtelijk maken van allerlei bewerkingen is belangrijk in plaats van het aanleren van diverse rekentrucjes. Er wordt veel aandacht besteed aan hoofdrekenen en schattend rekenen en de getallenlijn. In de hoogste groepen komt ook het rekenen met de zakrekenmachine aan bod, maar meer om eigen schattingen en oplossingen te controleren en/of te vergelijken. Regelmatig worden er toetsen afgenomen om te controleren of de kinderen voldoende vorderingen maken. Zie voor dyscalculie: hoofdstuk 4 onder 4.3
12
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Wereldoriëntatie Dit vak bestaat uit verschillende onderdelen, te weten aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuur, milieu, techniek en gezond gedrag. In de onderbouw is nog geen sprake van afzonderlijke vakken. De leerinhouden zijn hier opgenomen in diverse thema’s. Vanaf groep 4 gebruiken we verschillende methoden. Waar mogelijk wordt bij de lessen gebruik gemaakt van deskundigen (b.v. medewerkers van het Goois Natuurreservaat) of excursies (b.v. bezoek aan musea, bedrijven, instellingen) Ook wordt er via de leerlingenraad aandacht besteed aan actief burgerschap en integratie. Leerlingen uit de bovenbouw (binnen de leerlingenraad), gekozen door klasgenoten, praten mee en beslissen mee over een aantal schoolzaken. Naast de leerlijnen is er aandacht voor Prinsjesdag, verkiezingen, geestelijke stromingen en actueel nieuws. Daarnaast gebruiken we ( School)TV uitzendingen zoals Huisje, Boompje, Beestje (waar passend binnen onze thema’s), Nieuws uit de Natuur (groep 5 /6) en schoolTV weekjournaal (groep 7 /8). Actief burgerschap en integratie: In de dagelijkse praktijk van de school wordt burgerschapsvorming gezien als een algemene taak van de school. De Violenschool wil haar leerlingen voorbereiden op deelname aan een zich steeds veranderende maatschappij, waarbij de school gezien wordt als een oefenplaats voor leren samenleven en samenwerken. Houding ten opzichte van de ander en vaardigheden om met elkaar om te gaan zijn hierbij van groot belang. Deze vaardigheden worden zowel in de dagelijkse praktijk geoefend door het vreedzaam oplossen van conflicten, als planmatig en doelgericht in de lessen sociaal emotionele ontwikkeling geoefend. Het vastleggen van omgangsvormen, rekening houdend met de opvattingen en belangen van elkaar is een schoolbrede activiteit die geresulteerd heeft in : de VIJF manieren. De maatschappelijke betrokkenheid wordt geoefend en vergroot door democratische principes toe te passen in de groep en de school. Bijvoorbeeld door leerlingen in een democratisch gekozen leerlingenraad mee te laten denken en beslissen over een aantal schoolzaken. Zo hebben zij een actieve bijdrage geleverd aan het vernieuwen van ons schoolplein. In de bovenbouw hebben de leerlingen een zesde GOEDE manier bedacht. Respect. In de gangen ziet u overal foto’s hangen van onze vijf/zes GOEDE manieren. Op school is het Katern Burgerschap en sociale integratie ter inzage aanwezig. KIVA school De Violenschool is KIVa school! Dat betekent dat we in schooljaar 2012-2013 hebben meegewerkt aan de pilot van de Rijksuniversiteit Groningen mee en het Finse antipestprogramma hebben ingevoerd in groep 5 en 6. In Finland werd dankzij het preventieve programma pesten met 40% voorkomen. Als pesten toch voorkwam, zorgde een curatieve aanpak (steungroepaanpak en/of herstelaanpak) er voor dat de pestsituaties bijna zonder uitzondering werden opgelost. KiVa wordt in Finland op meer dan 90% van de scholen gebruikt. Nu ook in Nederland het pesten erg in de belangstelling staat, heeft het de goede keus om het KiVa-project in te voeren bevestigd. Daarom blijven wij KiVa inzetten om het pesten te voorkomen. ICT op de Violenschool De computer en smartphones zijn niet meer weg te denken uit de maatschappij. De Violenschool is al jaren zeer actief bezig met ICT. Computers worden steeds vaker in de les gebruikt. De leerlingen oefenen bijvoorbeeld de lesstof op de computer. Maar ze leren ook hoe ze computers kunnen gebruiken: ze maken werkstukken op de computer, ze leren hoe
13
Schoolgids Violenschool 2013-2014
ze informatie van internet kunnen halen, of hoe e-mail werkt. Computertoepassingen maken het ook mogelijk het onderwijs beter te laten aansluiten bij het niveau en het leertempo van de individuele leerling. Indien een leerling hier behoefte aan heeft, kunnen leerstofonderdelen gericht worden geoefend. Vorderingen van leerlingen kunnen systematisch worden bijgehouden.
het aanleren van vaardigheden: leren over ICT het gebruik maken van educatieve software: leren met ICT het verwerven van kennis door middel van: leren door ICT
Het waarderingskader ICT in het Onderwijs is ontwikkeld binnen het ICTstimuleringsprogramma van de Inspectie van het Onderwijs. Met dit kader kan bepaald worden in hoeverre ICT geïntegreerd is in het onderwijs van de school. We onderscheiden aspecten die met het gebruik van ICT in de school te maken hebben en indicatoren die iets over de kwaliteit van een aspect zeggen. De kwaliteitsaspecten zijn afgeleid van het algemene waarderingskader van de inspectie. Het zijn: - Kwaliteitszorg - ICT-aanbod - Ondersteuning van het leren - Bevordering actief leren - Leerlingbegeleiding – Infrastructuur. Met het strategisch beleidsplan van STIP als uitgangspunt en gevoed door bovengenoemd Waarderingskader ICT en de Kerndoelen is het School specifiek ICT-plan Violenschool (zie website: www.violenschool.nl) samengesteld. Voor een periode van vier jaar worden in dit plan de ICT-doelen voor de Violenschool beschreven. Hierin zijn naast gestelde leerlingendoelen, ook de professionalisering van leerkrachten v.w.b. de gewenste minimum ICT- vaardigheden opgenomen. Ook biedt ICT de mogelijkheid om leerlingen die uitvallen onder supervisie van de IB- er en in overleg met de ICT- er en groepsleerkracht te laten werken met programmatuur die op een gevarieerde en doelmatige wijze de problemen aanpakt. Ook voor meer begaafde leerlingen kan met behulp van ICT een leerlijn worden uitgestippeld die het onderwijs voor deze leerlingen meer uitdagend maakt. Daarnaast blijft natuurlijk één van de hoofddoelstellingen van het onderwijs de kinderen voor te bereiden op de maatschappij waarvan zij later deel uit gaan maken. Daar is ICT niet meer weg te denken, ook jonge kinderen komen er dagelijks mee in aanraking. Wij willen daar op de Violenschool zeker ons steentje aan bijdragen. Een ruim aanbod van educatieve, ondersteunende software, online computerprogramma’s en ook deelname aan landelijke ICT-projecten bepalen mede een gedegen stukje ICTonderwijs op de Violenschool. Jaarlijks wordt in iedere groep een protocol computer/internet-gebruik vastgesteld. De afspraken worden duidelijk zichtbaar bij de ICT-werkplekken aangebracht. Naast deze ICT-werkplekken hebben de groepen 3 t/m 8 een digitaal schoolbord. Iedere leerkracht heeft de beschikking over een werkstation en de leerlingen kunnen gebruik maken van leerling computers. Het beheer is in handen van Heutink ICT. Expressie en muziek: Aandacht voor de creatieve en muzikale vorming zien wij als een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het kind. Voor elk schooljaar zijn de expressielessen zorgvuldig in een bepaalde volgorde geplaatst. De bedoeling is dat de kinderen telkens worden aangezet tot de volgende drie activiteiten: zelf kunst maken kijken naar de omgeving en naar beeldend werk kunst beleven
14
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Er is om het schooljaar sprake van een kunst-cultuurweek. Als het mogelijk is bezoeken de groepen een museum of tentoonstelling. Voor dans en drama worden experts uitgenodigd om schoolvoorstellingen/ workshops te verzorgen. Bij de muzikale vorming wordt gewerkt vanuit vaste thema's die in zowel de midden als bovenbouw terugkomen. De thema's zijn: toonduur - toonhoogte - instrumenten -vorm -betekenis. In samenwerking met o.a. de muziekschool /Globe of Majel Lustenhouwer worden schoolconcerten en muziekprojecten georganiseerd. Lichamelijke opvoeding: In de onderbouw gebruiken we het algemene woord bewegen. Beweging is niet los te maken van de rest van de ontwikkeling van het jonge kind. We onderscheiden 3 werkgebieden: het vrij spelen het geleide spel de kleutergymnastiekles In de groepen 3 t/m 8 is lichamelijke oefening een zelfstandig vakgebied. Zowel de gymzaal als de twee speellokalen zijn goed uitgerust. Ook voor het buiten spelen beschikt de school over gevarieerd materiaal. De gymlessen worden gegeven door de groepsleerkracht. Kinderen gaan twee keer per week naar de gymles. Verkeer: In de kleuterbouw is de dagelijkse leefsituatie een gebied waaruit de thema’s vorm krijgen. Zo wordt verkeer en het omgaan met je eigen omgeving, thematisch aangeboden. Een voorbeeld is het thema: ’van hier naar daar met de fiets’ . Ook regels en afspraken met betrekking op ‘ het verkeer in school’ zijn een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp. Voor de verkeerstheorie wordt gebruik gemaakt van de methode “ Klaar over”, de jeugdverkeerkrant en “op voeten en fietsen van VVN. Onze leerlingen van groep 8 doen mee aan het praktisch verkeersexamen. Engels: Vanaf groep 5/6 wordt er in de groepen aandacht besteed aan een vreemde taal: Engels. Hierbij gaat het vooral om mondelinge communicatie en om het lezen van eenvoudige teksten. Het schrijven beperkt zich tot het kennismaken met de schrijfwijze van een beperkt aantal vaak voorkomende Engelse woorden. Voorts leren kinderen om woordbetekenissen en schrijfwijzen van woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. De methode die gebruikt wordt is Hello world. Wij bezinnen ons op een andere Engelse methode. Omdat in schooljaar 2013-2014 de groepen 8 van de IPS zich in ons schoolgebouw vestigen, biedt het de mogelijkheid om voor het aanleren van een goede Engelse uitspraak native speakers van onze IPS in te zetten. Tevens oriënteren wij ons in schooljaar 13-14 op het opzetten van een bilingual afdeling. Schrijven: Duidelijk kunnen schrijven, ofwel de ontwikkeling van een eigen handschrift, is afhankelijk van een goed ontwikkelde fijne motoriek. De activiteiten om die ontwikkeling te bevorderen, starten al op jonge leeftijd. Tekenen, knippen, kleuren, scheuren, kleien, knutselen, werken met de kralenplank, dit zijn in groep 1-2 allemaal activiteiten die de fijne motoriek bevorderen. Als bewuste voorbereiding op het methodische schrijfonderwijs dat start in groep 3 zijn een aantal beleidsafspraken gemaakt die gebaseerd zijn op recente inzichten. Zo worden er door de kleuters op school geen stiften gebruikt maar kleurpotloden om het effect van meer of minder druk te kunnen ervaren. De gebruikte kleur/tekenpotloden zijn
15
Schoolgids Violenschool 2013-2014
zeshoekig om een goede greep te bevorderen en er worden geen opzetstukjes op potloden gebruikt; deze belemmeren namelijk het uitzicht op de punt van het potlood (alleen voor leerlingen met een aangeboren slappe spierspanning kunnen op advies van een kinderfysiotherapeut uitzonderingen gemaakt worden). Er is gerichte aandacht voor de ontwikkeling van een goede pen greep en ter voorbereiding op het echte schrijven wordt een specifieke kleur,-en arceertechniek aangeboden, op A5 papier. Ook kleurplaten worden op klein formaat aangeboden zodat de leerlingen kleine kleurvlakken krijgen aangeboden; dit voorkomt dat leerlingen blijven ‘krassen’. In de speelzaal worden spellessen aangeboden gericht op de ontwikkeling van de handmotoriek. Op 5 jarige leeftijd worden, na gegeven toestemming van de ouders, de leerlingen motorisch gescreend door onze motorische remedial teacher, Marjoke van Alphen. Het is mogelijk om na schooltijd op school, indien wenselijk voor de leerling bij haar motorische remedial teaching te volgen. Dit is geen schoolactiviteit en er zijn kosten aan verbonden. Van groep 3 tot en met 8 wordt methodisch schrijfonderwijs gegeven aan de hand van de methode Schrijven in de basisschool. In groep 3 wordt tot kerstmis de losse blokletter aangeboden en na de kerstvakantie gestart met het aanleren van de schuine lus letters. In groep 4 ligt het accent op de verbindingen van het lopend schuine schrift. In groep 5 en 6 volgt verdere bekwaming en wordt het schrijftempo verhoogd. In groep 7 en 8 verschuift het accent naar het ontwikkelen van een eigen handschrift, het vergroten van het schrijftempo en creatief schrijven. WAT LEVERT HET CIRCUITMODEL OP? Bij het werken in circuits wordt van de leerlingen verwacht dat ze grotendeels zelfstandig werken: zelf een hoek kiezen, zelf een keuze maken uit de verschillende opdrachten in een hoek. Ook leren kinderen zelf verantwoordelijkheid te dragen voor het werk en materiaal. Doordat de leerlingen zelf een keuze mogen maken, wordt er tevens tegemoetgekomen aan verschil in niveau, tempo, leerstijl en belangstelling bij leerlingen. Tevens wordt de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen gestimuleerd, doordat ze in wisselende hoeken werken waar ze rekening moeten houden met elkaar, elkaar hulp vragen of hulp bieden. Het circuitmodel heeft een positieve invloed op het pedagogisch klimaat in de groep. Binnen dit onderwijsmodel ervaart het kind dat de leerkracht vertrouwen in hem stelt. Naast het vertrouwen speelt ook de motivatie een belangrijke rol. Door de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid zijn leerlingen gemotiveerd bezig met hun taken. Het schoolbeeld achter dit onderwijsmodel is het beeld van een werkplaats, waar het kind de kans wordt geboden te reageren op uitdagingen, waarbij het kind recht heeft op hulp van medeleerlingen en volwassenen en waarbij het kind zich bewust wordt van zijn kwaliteiten en beperkingen. Dankzij het circuitmodel is er op de Violenschool sprake van: aandacht voor het individuele kind aandacht voor de sociale vorming aandacht voor het uitgangspunt: de individuele ontwikkeling van het kind volgen en er doelgericht en planmatig aan werken. We willen met onze onderwijsmodellen graag bereiken dat kinderen een positief beeld van zichzelf hebben, dat ze zelfvertrouwen hebben, dat ze zelfstandig zijn, zelf keuzes durven maken en dat je dit vertaald ziet in andere aspecten van een leerling zodat ze aan het eind van de schoolloopbaan met de benodigde bagage kunnen overstappen naar het voortgezet onderwijs.
16
Schoolgids Violenschool 2013-2014
3.5. Zittenblijven Het kan voorkomen dat het ontwikkelingsproces van een kind dwingt tot het afwijken van het reguliere programma ( = overgang naar de volgende groep in het nieuwe schooljaar) Er zijn dan twee opties: 1. Het kind blijft in de groep en krijgt leerstof aangereikt die past bij zijn of haar ontwikkeling (zittenblijven in een eigentijdse variant) 2. Het kind gaat eerder door naar de volgende groep en krijgt leerstof aangeboden die past bij zijn of haar ontwikkeling. De Violenschool streeft ernaar het aantal zittenblijvers te beperken. De schoolpopulatie geeft geen aanleiding om boven het landelijk percentage uit te komen. (2,4 leerlingen voor groep 3 t/m 8 en 5 % in groep 2 (een zgn. kleutervertrager is een leerling die voor 1 januari 6 jaar wordt en niet in de daaraan voorafgaande zomer doorstroomd). Vertragen/zittenblijven is en blijft één van de mogelijkheden binnen ons zorgaanbod. In alle groepen is dit mogelijk. Uitgesloten wordt dat een leerling vaker dan een keer een jaar vertraagd. In elk geval verlaten de leerlingen de school aan het einde van het schooljaar waarin zij maximaal de leeftijd van 13 jaar hebben bereikt. Zittenblijven is nooit de enige maatregel. Een zittenblijver krijgt altijd een individueel handelingsplan (IHP), waarin ook de afspraken met de ouders vastgelegd zijn. Het IHP beschrijft o.a. het aan het niveau van de leerling aangepaste onderwijsaanbod en de doelen die behaald moeten worden. Een beslissing tot zittenblijven wordt genomen op grond van een breed onderzoek naar leerling, - en schoolfactoren. De beslissing wordt altijd gebaseerd op (genormeerde) toets – en observatiegegevens en waar nodig op een onafhankelijk onderzoek. Zittenblijven gebeurt volgens een vaste procedure waarbij de leerkracht, de interne begeleider, de ouders en de directie betrokken worden. Gestreefd wordt naar instemming van de ouders, maar de uiteindelijke beslissing tot zittenblijven wordt genomen door de directie i.s.m. de IB ’er en de leerkracht. 3.6. De samenstelling van het team Directeur Yvonne Sneekes
[email protected]
Adjunct directeur Marian Spoor
[email protected]
Groepsleerkracht De school heeft 30 personeelsleden, waarvan 24 groepsleerkrachten. Elly Potter
[email protected] Mariska van Broekhuizen
[email protected] Kim Roos – Kruithof
[email protected] Tonkie Collee
[email protected] Karin Hoogerbrug
[email protected] Irma Wilhelmus
[email protected] Tanya Kok- van der Linden t.vanderlinden@violenschool Wendy Bakker
[email protected] Rinske Parmentier
[email protected] Saskia Prins
[email protected] Karlijn Wuisman
[email protected]
17
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Leontien de Lange Arlette v.d. Berg-Lampe Carine Wuring Karin Heerschop Anne-Marie Bakker Ellen Huveneers Ivonne Donkers Helen Helsloot Anne Logemann Annemieke Keetelaar
l.de
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Intern begeleider Lidy Peters Sanne Buisrogge-Ruijs
[email protected] [email protected]
De IB-ers Sanne Daphne Buijsrogge en Lidy Peters zijn verantwoordelijk voor de zorgstructuur binnen de school. Zij adviseren en begeleiden groepsleerkrachten als kinderen extra aan dacht en hulp nodig hebben. Zij begeleiden zorgtrajecten voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Zij initiëren nieuwe ontwikkelingen op gebied van zorg en/of onderwijs. Sanne Daphne doet dit voor groep 4 t/m 8 en Lidy voor groep 1,2,3 en 4. Samen hebben zij vier dagen om de interne begeleiding te verzorgen.
Begeleiding Rugzakkinderen Maria Aldershoff
[email protected]
Maria Aldershoff begeleidt binnen onze school de kinderen die i.v.m. speciale onderwijsbehoeften een “Rugzakje” toegewezen hebben gekregen. Verder onderhoudt ze de contacten met groepsleerkrachten, ouders en externe deskundigen die betrokken zijn bij deze leerlingen. Leerkracht Plusklas Saskia Prins
[email protected]
Saskia Prins begeleidt onze leerlingen in de plusklas.De plusklas wordt door STIP betaald uit een aanvullend formatiebudget. Daarvoor is de groepsleerkracht ongeveer anderhalve dag beschikbaar. Verder onderhoudt ze de contacten met groepsleerkrachten, ouders en externe deskundigen die betrokken zijn bij deze leerlingen.
Schakelklasleerkracht Annemiek Vreeswijk –De Jong
[email protected] Kinderen die in de Taalklas zijn geplaatst op advies van hun (vorige) groepsleerkracht, en met toestemming van hun ouders, gaan naar deze groep. Annemieke Vreeswijk is voor acht lesuren aan deze groep verbonden. Conciërge Chris Bus
[email protected]
Chris Bus heeft als conciërge een reeks uiteenlopende taken in school. ICT is een van zijn
18
Schoolgids Violenschool 2013-2014
kerntaken. Ook onderhoudt hij de tuin en de omgeving van de school. Chris is alle dagen aanwezig op school. Contactpersoon Anne Logemann Rinske Parmentier
[email protected] [email protected]
Anne Logemann en Rinske Parmentier zijn intern contactpersoon. Zij zijn aan te spreken door ouders en leerlingen over zorgen en klachten op gebied van veiligheid, pesten en geven advies over evt. te ondernemen stappen. Bouwcoördinator Annemieke Keetelaar Irma Wilhelmus
[email protected] [email protected]
De school is opgedeeld in twee clusters: de onderbouw en de bovenbouw. Elke ‘bouw’ heeft zijn eigen coördinator. Dat zijn onze groepsleerkrachten Irma Wilhelmus en Annemieke Keetelaar. Administratief medewerkster Sylvia Huijskens
[email protected] Sylvia Huijskens is administratief medewerkster en TSO coördinator. Sylvia werkt op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagochtend tot 12:00 uur. 3.7. Speciale voorzieningen in het schoolgebouw De locatie Violenstraat beschikt thans over een gebouw met 23 leslokalen, 2 speellokalen en 1 gymzaal. In de centrale ruimte midden in de school ( ontmoetingsruimte) is de mediatheek gehuisvest. Het gebouw is flexibel van opzet, zijn de lokaaldeuren gesloten, dan zien we een gebouw waarin op de gebruikelijke manier per groep onderwijs gegeven kan worden. Openen we echter de deuren en schuifwanden, dan kan het gehele schooloppervlak voor het onderwijs benut worden. De lokalen zijn twee aan twee aan een buitenterras gelegen. Deze terrassen zijn vanuit het lokaal bereikbaar. De lesruimtes in de onderbouw zijn voorzien van meerdere werkhoeken. De IB kamer De IB kamer is ingericht als ortotheek. De ortotheek bevat o.a. remediërend en diagnostisch onderzoeksmateriaal, testmateriaal en studieboeken voor het team. Speellokalen De bij de onderbouw behorende speellokalen zijn voorzien van een gymzaalvloer. Mede hierdoor kan in deze ruimte aan de kleinsten volwaardig bewegingsonderwijs gegeven worden. Wordt tussen de beide speellokalen de schuifwand geopend, dan ontstaat een ruimte waar grote groepen bijeen kunnen komen. De Mediatheek: In de mediatheek kunnen onze leerlingen terecht voor prentenboeken, jeugdboeken, informatieboeken en informatie – DVD ‘s. De boeken staan op onderwerp, op leesniveau of leeftijdsontwikkeling bij elkaar. We kunnen regelmatig nieuwe boeken aanschaffen waardoor de mediatheek groeit. De leerlingen
19
Schoolgids Violenschool 2013-2014
gebruiken de boeken op school voor boekbesprekingen, werkstukken, spreekbeurten en natuurlijk vooral om lekker te lezen in de eigen klas en er wijzer van te worden. In de mediatheek worden de leerlingen geholpen door enthousiaste hulpouders en vrijwilligers van de vrijwilligerscentrale, die de kinderen helpen en advies geven. We proberen de openingstijden zo ruim mogelijk te maken, zodat er dagelijks leerlingen terecht kunnen. We kunnen altijd hulp gebruiken! Bent u nu of binnenkort in de gelegenheid te komen helpen, meldt u aan via de e-mail:
[email protected] en zorg er voor dat we nog vaker open kunnen zijn voor klein en groot.
HOOFDSTUK 4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1. Algemeen De opvang voor nieuwe leerlingen Als er nieuwe leerlingen in de kleutergroep komen, wordt er voor de vierde verjaardag een ochtend om te wennen afgesproken, waarop de kleuters kennismaken met de andere kinderen en met de leerkracht. Ruim van te voren ontvangen de ouders een uitnodiging om deze wen-ochtend af te spreken. Een vierjarige kleuter gaat in principe net als de andere kinderen de hele dag naar school. Mocht dat teveel zijn, dan wordt in overleg met de ouders tijdelijk naar een aanpassing gezocht. Bij instroming in een hogere groep vindt altijd van te voren een kennismaking plaats met de leerkracht. Schoolreglement Richtlijnen en afspraken zijn nodig en bedoeld om met elkaar op school samen te werken en te leren. Ze zijn bedoeld voor kinderen en/of voor ouders en medewerkers. Deze afspraken dienen in het verlengde te liggen van en ondergeschikt te zijn aan het pedagogische klimaat en de doelstelling van onze school. Opvolging van de richtlijnen is daarom geen doel op zich; het kind staat centraal en elke situatie kan weer anders zijn. De richtlijnen voor volwassenen zijn altijd een leidraad ten behoeve van hun begeleidende taak van leerlingen. Daarvoor hanteert de school de voor de stichting geldende gedragscode. Omgangsregels: Leerlingen spreken volwassenen aan met meester of juf, gevolgd door voornaam of achternaam. Doet een kind dit spontaan anders, dan accepteren wij dit, als daaruit niet een gebrek aan respect blijkt. Wel zullen we dit vriendelijk corrigeren. Volwassenen spreken de leerlingen aan met hun voornaam, soms ( functioneel) gevolgd door de achternaam. Kwetsende grappen, brutaal gedrag, onbeschaafd taalgebruik, intimiderende, discriminerende, kleinerende opmerkingen of uitingen worden niet getolereerd. Correctie volgt onmiddellijk. Volledige afhandeling volgt in een rustige situatie, liefst op dezelfde dag. Daarbij kiezen we zorgvuldig onze woorden en laten ons niet meeslepen door emoties. Geen lichamelijk of verbaal geweld gebruiken. Bij keuze van (audio) visueel materiaal ( zoals bijv. video’ s, dvd’s affiches, teksten en illustraties) houden wij rekening met de gevoelens en opvattingen van groepen en personen. Het gebruik van en omgaan met mobiele telefoons, iPod en dergelijke is vastgelegd in het protocol gebruik sociale media.
20
Schoolgids Violenschool 2013-2014
In de omgang van emotionele begeleiding ( zoals troosten, belonen, straffen, verzorgen, opvangen, rustig laten worden, begroeten en afscheid nemen) houden wij rekening met de behoeften en wensen van de ander en respecteren wij grenzen van betrokkenen. Belangrijke criteria zijn leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht en ontwikkelingsniveau. Wij zijn gericht op de signalen van de ander en benadrukken gevoelens van veiligheid en acceptatie. Bij lichamelijke hulp en verzorging, indien noodzakelijk, houden wij rekening met sekse en culturele opvattingen. Alle volwassenen houden een respectvolle afstand tot leerlingen. Buiten de school en buiten de dagelijkse routine ( schoolreisjes en excursies) gelden dezelfde regels als hierboven. Kinderen houden zich aan en/ of worden aangesproken op de schoolbrede afgesproken omgangsregels: de vijf manieren Luister naar elkaar Eerst denken dan doen Help elkaar als het nodig is We zorgen samen voor alle spullen Toch ruzie? Uitpraten! Voor de bovenbouwgroepen is daar de goede manier “respect “aan toegevoegd door de leerlingen zelf. 4.2. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school In het verleden is men in het onderwijs tot de conclusie gekomen dat: geen enkel kind hetzelfde is elk kind een eigen persoonlijkheid heeft iedereen een eigen werktempo heeft de karakters van kinderen grote verschillen vertonen de vermogens van kinderen onderling verschillen De gevolgtrekking die wij als school hieruit maken is dat iedere leerling individuele aandacht verdient. Daarom wordt de individuele ontwikkeling van elk kind systematisch gevolgd en geëvalueerd. Hierbij spelen een aantal samenhangende factoren een rol: evalueren waarderen rapporteren dossiervorming leerling volgsysteem Evalueren Hiervoor maken we gebruik van toetsing en observatie. Bij toetsing hanteren wij de volgende toepassingsmogelijkheden: toetsen die informatie verschaffen over de leerprestaties of bekwaamheden van kinderen bij de aanvang van een vak of opdracht, toetsen die zwakke plekken of oorzaken van bepaalde leermoeilijkheden bij individuele leerlingen opsporen, toetsen die informatie verschaffen over leerprestaties van de leerlingen, toetsen die informatie verschaffen over toekomstige schoolkeuze ( de entreetoets groep 7 en de Cito-eindtoets groep 8).
21
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Willen wij een kind in zijn opeenvolgende ontwikkelingsfasen goed leren kennen, dan is het noodzakelijk dat wij vanaf het begin het kind observeren. Bij het observeren onderscheiden wij: observeren van een bepaalde bezigheid over een langere tijd. Wij zien dan bijv. de ontwikkelingsvoortgang van het leren lezen. het observeren van een bepaalde bezigheid in een groep kinderen. Daarbij ontstaat een beeld van de voortgang van ontwikkeling / leerlijnen. observeren van een bepaalde bezigheid. Dit is een momentopname, die belangrijk kan zijn om inzicht te krijgen in de handelwijze /houding van het kind op dat moment in die situatie. De open situatie van ons onderwijsmodel biedt de leerkracht alle mogelijkheden om de kinderen in tal van situaties te observeren. Vaak is observeren meer dan het invullen van observatielijsten. Het gaat om kijken naar kinderen die handelend bezig zijn en op grond daarvan komt een leerkracht tot begeleiding, ondersteuning en instructie. Sinds een paar jaar wordt ook gebruik gemaakt van het observatiemodel waarmee leerkrachtgedrag wordt geobserveerd in de communicatie met de leerling. Het doel hiervan is om op deze manier meer te weten te komen over de onderwijsbehoeften van de leerling. Waarderen Waarderen is in veel gevallen een subjectieve zaak. Ook binnen het onderwijs zullen we hieraan niet kunnen ontkomen, hoewel wij streven naar een zo objectief mogelijke vorm van waarderen. Wij kennen op de Violenschool twee vormen van waarderen: absoluut waarderen Hieronder verstaan we dat een geleverde prestatie van een leerling vergeleken met een vooraf vastgelegde norm. relatief waarderen Hier vergelijken we de prestatie van een kind met zijn/haar eerder geleverde prestaties. Rapporteren Vanaf groep 2, vindt schriftelijke rapportage naar de ouders plaats d.m.v. een zogenoemd (digitaal) rapport. Aan de hand van ‘de stand van zaken’ worden de vorderingen op het gebied van de diverse ontwikkelingsaspecten met de ouders besproken. De schriftelijke informatie is zo gesteld dat de ouders een goed beeld krijgen van de individuele voortgang van hun kind. Driemaal per jaar vindt een schriftelijke rapportage en een oudergesprek plaats. Tweemaal per jaar zijn deze gesprekken voor alle leerlingen gepland, de derde keer in het schooljaar is het een verzoek van leerkracht en/of ouders. Dossiervorming De leerkrachten houden van iedere leerling een leerling-administratie bij. Hierin worden gegevens opgenomen over de leerling besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets gegevens en andere relevante informatie. De interne begeleider beheert de leerling-administratie m.b.t. de extra zorg. De wet op de privacy is hierbij van toepassing. Het protocol persoonsregistratie ligt op school ter inzage. Leerlingvolgsysteem Een goed administratie en registratiesysteem om leerlingen te kunnen volgen is een belangrijk onderdeel op de Violenschool. administratie van de dagelijkse bezigheden ( dag planning)
22
Schoolgids Violenschool 2013-2014
administratie van te stellen doelen per week (weekplanning) administratie van de gegeven instructiemomenten (wie, wat, wanneer) administratie van groepsplannen administratie van de testresultaten ( methode gebonden) administratie van de activiteiten van de individuele leerlingen om ze te kunnen begeleiden bij hun activiteiten binnen het circuit en om knelpunten op te heffen. Cito leerlingvolgsysteem, administratie van methode onafhankelijke landelijk genormeerde toetsen
Op de Violenschool sluit het onderwijs aan bij de mogelijkheden van de individuele leerling. De leerkrachten volgen de vorderingen van de leerlingen zodanig dat ze in staat zijn de juiste beslissingen te nemen over de voortgang. In de kleutergroepen beschikken de leerkrachten over het digitale HOREB instrument: handelingsgericht observeren, registeren en evalueren van de basisontwikkeling. De HOREB bevat formulieren, die door de leerkrachten worden gebruikt bij de voorbereiding van het onderwijs en bij het registreren en evalueren van de ontwikkeling van de kinderen, in een persoonlijk kinderdagboek. Alle leerkrachten maken voor de verschillende vakgebieden drie keer per jaar een groepsplan. In dit groepsplan staan de doelen omschreven die de leerlingen de komende maanden moeten behalen. In het groepsplan wordt aangegeven welke kinderen een verdiepingsaanbod nodig hebben, een herhalingsaanbod of een eigen leerlijn. De doelen worden voor groep 3 t/m 8 in weekplanningen verdeeld en voor groep 1 t/m 8 in dagplanningen verfijnd. In deze planningen komt ook weer te staan welke leerlingen een aangepast aanbod behoeven. Aan het eind van elke periode worden in een groepsoverzicht de observaties van de leerkracht, de onderwijsbehoeften van de leerling en de toetsuitslagen vastgelegd. Vanuit deze evaluatie wordt voor elke leerling weer bepaald wat de doelen voor de komende periode zijn. Toetsen zijn een belangrijk signaleringsinstrument van de evaluatie. Er worden, aan de hand van de toetskalender, zowel methodegebondenals CITO toetsen afgenomen. Het digitale CITO leerlingvolgsysteem, waarin de uitslagen van de toetsen worden ingevoerd, kan zowel een beeld geven van individuele testresultaten als van groepsresultaten en schoolbrede resultaten.
4.3. De (speciale) zorg voor kinderen met specifieke behoeften Algemeen De Wet op het Primair Onderwijs noemt een aantal bouwstenen, dat in het onderwijsmodel van een basisschool aanwezig moeten zijn: 1. Het onderwijs moet zo georganiseerd zijn, dat elke leerling zich zonder onderbreking kan ontwikkelen en dat zij/ hij daarbij ook leert met anderen samen te werken. 2. De kinderen moeten de kans krijgen in hun eigen tempo te leren en hun eigen mogelijkheden te ontplooien. 3. De school moet op tijd zien of leerlingen problemen hebben met het leren en moet die problemen ook kunnen oplossen. Passend onderwijs Van scholen wordt verwacht ‘passend onderwijs’ ofwel ‘onderwijs op maat’ te geven aan de leerlingen. Dit betekent in de praktijk dat het onderwijs afgestemd zal moeten zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Voor zowel de gemiddelde leerling, de
23
Schoolgids Violenschool 2013-2014
bovengemiddelde leerling, de zwakke leerling, als de leerling met beperkingen zal het onderwijsaanbod moet bieden wat de leerling nodig heeft. Hoewel de Violenschool al jarenlang gewend was gedifferentieerd te werken met het circuitmodel en het ontwikkelingsgericht onderwijs, zijn er voor wat betreft de zorg voor de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen, wel veranderingen gaande. In schooljaar 2007-2009 is kennis gemaakt met de 1-Zorgroute, deze is in schooljaar 20092010 voorgezet en uitgebreid. De essentie van deze invoeringen bestaat uit de verandering van ontwikkeling volgen en uitlokken naar doelgericht en planmatige werken aan de ontwikkeling van het kind. Anders gezegd: in plaats van achteraf signaleren welk resultaat het kind wel of niet behaald heeft vooraf de doelen plannen die het kind moet bereiken. En welke activiteiten en middelen daarvoor nodig zijn. ( zie ook 4.2) In 2012-2013 lag het accent wat betreft de 1 zorgroute op vergroten van ouderbetrokkenheid en kind gesprekken voeren. Dit loopt door in schooljaar 2013-2014. In de onderbouwgroepen hangen er dan White borden waarop de leerkrachten de doelen van de week schrijven. Ze kunnen ouders hun kinderen begeleiden. In de hogere groepen gebruiken de leerkrachten het programma MAX class. Met dat programma brengen ze ouders op de hoogte wat er allemaal in de groep speelt en gevraagd wordt aan kinderen. U kunt dan denken aan toetsen, doelen en bijvoorbeeld het huiswerk of een spreekbeurt houden. Informatie hierover geven de leerkrachten op de eerste informatieavond van het schooljaar in september. 1. Leerlingenzorg op groepsniveau DE 1-ZORGROUTE Met behulp van het in 4.2 genoemde leerlingvolgsysteem stellen alle leerkrachten drie keer per jaar de groepsplannen van de verschillende vakgebieden op. Dit wordt op vaste momenten in het jaar besproken met de Intern Begeleider. Met behulp van het groepsoverzicht observaties en onderwijsbehoeften wordt een groepsplan samengesteld waarin de extra zorg wordt vastgelegd. In het groepsplan wordt er onderscheid gemaakt tussen drie soorten zorg: 1. De leerlingen die in het verwachtte tempo de reguliere leerstof aankunnen; de basisgroep, 2. De leerlingen die het nodig hebben de leerstof/instructie vaker aangeboden te krijgen; de zogenoemde weer - kinderen, 3. De kinderen die de leerstof sneller kunnen doorlopen; de zogenoemde ‘ meer – kinderen ’. De zorg wordt per vakgebied in het groepsplan omschreven door aan te geven welk doel het kind in de komende periode moet bereiken, met welk materiaal en op welke manier. Kinderen waarvoor de extra zorg uit het groepsplan geen/te weinig resultaat oplevert, krijgen een Individueel Handelingsplan. In het schooljaar 2007-2008 is er geoefend met de groepsplannen Taalontwikkeling (groep 1-2) en Spelling (groep 3 t/m 8). In schooljaar 2008-2009 zijn deze standaard uitgevoerd. In schooljaar 2009-2010 zijn daar de groepsplannen m.b.t. de ontwikkeling van Rekenen en Wiskunde (groep 1-2) en Rekenen (groep 3 t/m 8) bijgekomen. Vanaf 2010-2011 kwam daar tenslotte het groepsplan lezen bij en voor groep 1 en 2 het groepsplan spel. Nu is het een kwestie van actieve borging van de 1-zorgroute. Wanneer kinderen doorstromen naar een volgende groep wordt er voor alle kinderen een overdrachtsformulier ingevuld voor de volgende leerkracht. Op dit overdrachtsformulier
24
Schoolgids Violenschool 2013-2014
wordt o.a. ingevuld voor welk vakgebied het kind extra zorg nodig heeft. De al gegeven extra zorg uit het groepsplan en de behaalde resultaten worden toegevoegd aan het dossier van het kind. Op deze manier kan de volgende leerkracht direct met de extra zorg die het kind nodig heeft, starten. HANDELINGSGERICHT WERKEN Het gaat niet om wat het kind heeft, het gaat om wat het kind nodig heeft Sinds een paar jaar wordt er in het onderwijs op de Violenschool Handelings Gericht geWerkt HGW heeft zes belangrijke uitgangspunten die gezamenlijk tot doel hebben het kind verder te brengen in zijn ontwikkeling: 1. Pedagogische en/of didactische Onderwijsbehoeften Wat is voor het kind een realistisch doel en wat heeft het nodig om dit doel te bereiken? De leerkracht zal de aanpak moeten afstemmen op de onderwijsbehoeften van het kind en speelt hierbij dus een centrale rol. 2. Transactioneel kader ofwel: de hele omgeving Handelings Gericht Werken gaat altijd uit van dit kind in deze groep, bij deze leerkracht, in deze school en van deze ouders. Een positieve samenwerking waarbij alle betrokkenen vanuit het belang van het kind meedenken is noodzakelijk om het gestelde doel voor het kind te bereiken. 3. Het positieve benutten Binnen HGW wordt altijd gekeken naar: wanneer gaat het goed? Daarom worden de sterke kanten van kind, ouders, groep, leerkracht en school zoveel mogelijk benut bij het bepalen van de aanpak om het gestelde doel te bereiken. 4. Samenwerken Binnen de samenwerking tussen leerkracht en ouders is de leerkracht altijd de onderwijsprofessional en verantwoordelijk voor het onderwijs en zijn de ouders ervaringsdeskundigen en verantwoordelijk voor de opvoeding. Leerkracht en ouders hebben in deze samenwerking als doel de situatie te begrijpen en samen te zoeken naar oplossingen. 5. Doelgericht Om de onderwijsbehoeften voor een (zorg)leerling vast te stellen is het van belang die gegevens te verzamelen die niet alleen vertellen wat er aan de hand is, maar de situatie ook begrijpelijk maken. Pas dan kan er een goed plan worden opgesteld. Doelgericht werken betekent op deze manier: niet meer achteraf constateren wat er mis gegaan is maar vooraf bepalen welk doel het kind moet bereiken en wat het kind nodig heeft om dat doel te bereiken. Daarbij hoort ook de evaluatie: zijn de gestelde doelen bereikt? 6. Systematisch Handelings Gericht Werken houdt ook in dat er stap voor stap gekeken wordt naar de huidige en gewenste situatie. Bestaande informatie (observaties, gesprekken, schoolwerk, testresultaten) vertellen wat we al weten. Maar wat willen we nog te weten komen en waarom? Een planmatige aanpak zorgt er voor misverstanden te voorkomen en dingen over het hoofd te zien. Signaleren van Hoogbegaafdheid Een voorbeeld van specifieke leerlingenzorg is het omgaan met hoogbegaafde kinderen binnen de schoolorganisatie. Om op school te signaleren of een kind wel of niet hoogbegaafd is, wordt het “Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid ”gehanteerd.
25
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Als kinderen in aanmerking lijken te komen voor deze extra zorg wordt het volgende stappenplan gevolgd: Stap 1: Leerkracht signaleert: toetsen worden op hoog niveau (A) gescoord. Stap 2: Overleg met ouders en IB-er Stap 3: Digitale diagnose DHH Stap 4: Diagnose positief: In hoogbegaafden begeleiding! Diagnose negatief: eventueel wel compacten en verder programma volgen met verrijking. Voor (hoog)begaafde kinderen beleid maken betekent door de hele school heen rekening houden met mogelijkheden van kinderen. Deze kinderen hebben meer dan gebruikelijk behoefte aan uitdaging, zelfstandigheid, samenwerking, werken op niveau in plaats van meer werk van het gewone aanbod. Ook het leren leren, het discussiëren, het leren efficiënt plannen, ordenen en organiseren zijn belangrijke aandachtspunten bij het werken met verrijkingsstof op hun niveau. Wekelijks komt een groepje leerlingen, door toewijzen van plek via IB-ers na doorlopen van het protocol hoogbegaafdheid, bijeen in de Plusklas. Onze Plusklas is een plek waar het kind onder gelijkgestemden kan werken, samen en individueel. Het is een plek waar het kind zich gezien en geaccepteerd moet voelen, er is herkenning. De werkhouding verbetert doordat het kind hier ervaart dat er ook dingen zijn die het niet in één keer perfect kan, maar waar het zich echt voor moet inspannen. Als gevolg hiervan nemen de motivatie, het zelfvertrouwen en het plezier toe: het kind komt beter in zijn vel te zitten. De doelstelling van de Plusklas is tegemoet komen aan de specifieke behoeften van (hoog)begaafde kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, zowel op intellectueel als op sociaalemotioneel en creatief gebied, door: · ieder kind een intellectuele stimulans en uitdaging op eigen niveau te bieden; (cognitief aspect); · alle kinderen de gelegenheid te bieden met gelijkgestemde leeftijdsgenoten in contact te komen en daarmee te kunnen optrekken (sociaal aspect); · de emotionele ontwikkeling doelgericht te stimuleren en (binnen de mogelijkheden) eventuele blokkades op te heffen (emotioneel aspect); · te stimuleren dat de creatieve capaciteiten zich zo optimaal mogelijk kunnen ontplooien (creativiteitsaspect). Wanneer een kind gaat meedoen aan onze Plusklas wordt in principe een inspanning aangegaan voor het gehele schooljaar, of bij tussentijdse instroom, voor de rest van het schooljaar. De leerkracht van de plusklas is Saskia Prins,
[email protected] Het protocol Leesproblemen en Dyslexie Voor leerlingen die zwak zijn in lezen en leerlingen die mogelijk lijden aan dyslexie, is al vanaf 2001 het Protocol Leesproblemen en Dyslexie werkzaam. Zodra gesignaleerd wordt dat een leerling taalzwak is ( groep 1 en 2) of zich als een zwakke lezer ontwikkeld ( vanaf groep 3) zal hij in het groepsplan worden opgenomen voor bijvoorbeeld woordenschatuitbreiding, herhaalde instructie en/of meer leestijd. Drie tot vier procent van de kinderen in Nederland lijdt aan dyslexie; een aangeboren ( en erfelijke) stoornis. Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/vlot toepassen van het lezen en/ of spellen op woordniveau ( uit: Diagnose en behandeling van dyslexie, Stichting Dyslexie Nederland, door o.a. Kleijnen, Bosman en
26
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Struiksma). Hardnekkig betekent in dit verband dat interventies na een half jaar geen enkele verbetering opleveren en toetsen onveranderlijk op niveau IV / V wordt gescoord. Bij vermoeden van dyslexie, soms versterkt door familiare factoren, kan de IB-er een diagnostisch onderzoek uitvoeren. Dit onderzoek richt zich op de taal/leesontwikkeling vanaf groep 1, fonologische vaardigheden, benoemsnelheid, en op lezen en spellen. Indien het onderzoek het vermoeden van dyslexie bevestigt kan er bij een geregistreerde GZ psycholoog binnen het Samenwerkingsverband WSNS een dyslexieverklaring worden aangevraagd. Een dergelijke verklaring kan voor zowel het kind als de ouders een geruststellende toevoeging zijn; weten dat je drager bent van de aangeboren stoornis betekent namelijk dat je er zelf, noch de omgeving iets aan kunt doen. Het betekent dat je op school, al naar gelang de mate waarin de dyslexie stoornis zich manifesteert, kan/ mag gebruik maken van hulpmiddelen. Zo kunnen dyslectische leerlingen in groep 7 de CITO entreetoets en in groep 8 de CITO eindtoets met behulp van de computer maken. Het Protocol Rekenproblemen en Dyscalculie Sinds 2012 is er een landelijk concept protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie . De uitwerking van dit protocol is binnen ons openbaar onderwijs nog in ontwikkeling en zal een toevoeging worden aan wat nu al gedaan wordt. Zodra gesignaleerd wordt dat een leerling rekenzwak (groep 1 en 2) is of zich als een zwakke rekenaar ontwikkeld (vanaf groep 3) zal hij in het groepsplan worden opgenomen voor zijn rekenprobleem. Dat kan bijvoorbeeld zijn: automatiseren cijfers 1 t/m 10, automatiseren tafel van 6 of minsommen boven het tiental. Een rekenprobleem hoort bij de rekenontwikkeling en zal na extra aandacht en veel oefenen in de meeste gevallen verdwijnen. Een hardnekkig rekenprobleem kan duiden op een rekenstoornis en een rekenstoornis kan duiden op dyscalculie. Onder een rekenstoornis wordt verstaan: 'rekenvaardigheden die duidelijk beneden het verwachte niveau liggen, met inachtneming van de leeftijd, de intelligentie en het gevolgde onderwijs, leidend tot flinke problemen op school of in het dagelijks leven en zonder dat dit het gevolg is van zintuiglijke tekorten'. Indien een leerling via de extra aandacht en oefening volhardt in het rekenprobleem, dat wil zeggen dat zijn prestaties na een half jaar interventies niet vooruit gaan, kan er (na overleg tussen leerkracht, Intern Begeleider en ouders) deskundige hulp ingeschakeld worden voor nader onderzoek. Uitgangspunt hierbij is altijd: wat heeft de leerling nodig om verder te kunnen komen? 2. Leerlingenzorg op bovenschools niveau Ook op bovenschools niveau kan gebruik gemaakt worden van ondersteuningsmogelijkheden bijvoorbeeld via een onderwijsbegeleidingsdienst, de gezondheidszorg, speciaal onderwijs. Als de aanpassing op schoolniveau niet tot de gewenste resultaten heeft geleid, dan kan er een beroep op bovenschoolse zorg worden gedaan. De ouders spelen in deze procedure een belangrijke rol. Voor iedere stap wordt met hen overlegd en om hun toestemming gevraagd. De eventuele aanmelding van een kind op een speciale school gebeurt door de ouders. De aanvraag gaat naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) De Permanente Commissie Leerlingenzorg is onafhankelijk en de leden hebben veel kennis van het speciaal basisonderwijs. De ouders vullen een aanvraagformulier in. Deze formulieren zijn op school aanwezig. Als het aanvraagformulier binnen is, zal de PCL aan de school vragen om een onderwijskundig rapport op te sturen. In dit rapport moet de school zo goed mogelijk aangeven welke problemen er zijn en wat de school gedaan heeft om de leerling op een goede manier te helpen. De ouders hebben het recht om dit rapport in te zien. Als het onderwijskundig rapport en andere informatie binnen is, neemt de PCL een beslissing.
27
Schoolgids Violenschool 2013-2014
ZAT: ZORG ADVIES TEAM Het Zorg Advies Team bestaat uit de schoolarts, een vertegenwoordiger van het maatschappelijk werk (VERSA), een leerplichtambtenaar en de Intern Begeleiders van de Violenschool. Het ZAT komt ongeveer 1x in het kwartaal bij elkaar. In dit overleg kunnen leerlingen die bij de genoemde instanties gesignaleerd zijn naar aanleiding van adviezen (schoolarts), hulp in het gezin (VERSA) of ongeoorloofd verzuim (leerplichtambtenaar) in combinatie met problemen op school worden besproken. Als ouders geen toestemming verleend hebben om hun kind in dit overleg te bespreken, kan dit zonder toestemming anoniem gebeuren. Dat laatste wil zeggen dat genoemde instanties de casus mogen benoemen zonder dat de naam van de leerling bekend wordt gemaakt. Doel van dit overleg is om zorg en hulp vanuit verschillende instanties te stroomlijnen waarbij het belang van het kind altijd voorop staat. Leerling Gebonden Financiering (LGF of ‘rugzak’) Vanaf 1 augustus 2002 is de wet LGF in werking getreden en begeleidt de Violenschool zogeheten ‘rugzakleerlingen’. In het Nederlandse onderwijssysteem is het sinds augustus 2002 voor kinderen met een handicap of functiebeperking mogelijk om (na het verkrijgen van een zgn. indicatie) te kiezen voor speciaal onderwijs of regulier onderwijs met een LGF. Een speciale commissie (Commissie van Indicatie of CvI) beoordeelt of een kind met een handicap of functiebeperking in aanmerking komt voor een indicatie. Ontvangt de leerling deze indicatie dan krijgt het een Leerling Gebonden Financiering of “rugzak” toegewezen. Deze “rugzak” maakt het mogelijk om de leerling in het reguliere basisonderwijs te ondersteunen met extra individuele begeleiding, extra hulpmiddelen/methoden en met specialistische kennis in de vorm van een zgn. ambulant begeleider. Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in vier clusters te weten: Cluster 1: Scholen voor blinde of slechtziende kinderen Cluster 2: Scholen voor dove of slechthorende kinderen en voor kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden Cluster 3: Scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen, voor meervoudig gehandicapte kinderen, voor zeer moeilijk lerenden, en voor langdurig zieke kinderen (somatisch). Cluster 4: Scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen en scholen voor kinderen met psychiatrische problemen of gedragsstoornissen De scholen binnen een cluster werken samen in zogenaamde Regionale Expertise Centra (REC’s). Een van de taken van een REC is het bieden van ambulante begeleiding aan reguliere basisscholen die een rugzakleerling hebben. Het is ook mogelijk dat tijdens de schoolloopbaan van een kind ernstige problemen in de ontwikkeling geconstateerd worden. Ook deze leerling kan na een uitgebreid stappenplan op school (onder leiding van de Intern Begeleider) en indicatietoewijzing bij de CvI in aanmerking komen voor een ‘rugzak’. Op de Violenschool worden leerlingen met een rugzak enkele uren per week intensief begeleid door een remedial teacher LGF. Deze begeleiding vindt plaats in de groep of daarbuiten. In principe volgt de leerling het reguliere lesprogramma. Soms is het voor de leerling beter om (evt. tijdelijk) een aangepast of aanvullend lesprogramma te volgen als gevolg van zijn of haar handicap (bv. extra spraak,- taalontwikkelingsoefeningen).
28
Schoolgids Violenschool 2013-2014
In een zogeheten Individueel Handeling Plan worden de extra begeleiding en de leerdoelen die nagestreefd worden duidelijk omschreven door de remedial teacher LGF. Op de Violenschool is dit Maria Aldershoff.
[email protected] Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken en ondertekend. De school krijgt ook een ambulant begeleider toegewezen die verbonden is aan een REC. Deze ambulant begeleider beschikt over specifieke kennis van de handicap of functiebeperking en kan met deze kennis de leerkracht van de rugzakleerling en de remedial teacher LGF ondersteunen en adviseren. Ook onderhoudt deze ambulante begeleider nauw contact met de ouders van de leerling. De ambulante begeleider stelt een zgn. begeleidingsplan op waarin alle wensen van de ouders en school t.a.v. de begeleiding verwoord worden. Ook dit begeleidingsplan wordt met de ouders en de school besproken en ondertekend. Enkele malen per jaar vindt er overleg plaats tussen alle betrokkenen en wordt het handelingsplan geëvalueerd om de ontwikkeling van de rugzakleerling zo goed mogelijk te kunnen volgen. Schakelklas 2+ Via een subsidie uit OAB ( onderwijs-achterstanden-beleid) bieden wij op school een intensieve gestructureerde aanpak van het taalonderwijs voor ongeveer 8 leerlingen uit groep 2. Het gaat om leerlingen die vanwege een taal(lees)achterstand onder hun niveau presteren, zij komen in aanmerking om een jaar deze extra begeleiding te ontvangen. Wekelijks gaan zij 8 uur naar de schakelklas voor intensieve begeleiding bij uitbreiding van hun woordenschat, klankonderwijs, taallees- onderwijs, aandacht voor begrijpend luisteren en eventueel lezen en spelling. De leerkracht is Annemieke Vreeswijk.
[email protected] 4.4. De begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs Aan het einde van de basisschool komt voor elk kind een belangrijk moment: ‘ De stap naar het voortgezet onderwijs ( V.O.). In november/ december worden de ouders tijdens een algemene ouderavond geïnformeerd over de structuur van het voortgezet onderwijs, de diverse schoolsoorten, basisvorming enz. Ook wordt uitleg gegeven over de Cito-eindtoets en de gang van zaken m.b.t. het schooladvies. Voor de presentatie wordt een deskundige uitgenodigd. De ouders ontvangen tevens de Gooise Gids voor Voortgezet Onderwijs. Hierin staat informatie over alle mogelijkheden die het Gooi biedt m.b.t. scholen voor voortgezet onderwijs. In november worden individuele ouder- en leerling-gesprekken gevoerd, waarin het schooladvies wordt besproken. Voorafgaand wordt er eind groep zeven ook al een voorlopig advies gegeven, met m.b.v. de gegevens van de CITO 7-de groepsonderzoek. Er wordt ook een bezoek gebracht aan een scholengemeenschap. De ouders melden hun kind aan bij een school voor V.O. en stellen de basisschool op de hoogte van hun keuze. De Citouitslag wordt samen met een adviesformulier verzonden naar de scholen voor V.O. Zij berichten daarna ouders en basisschool over aanname of afwijzing. Met de scholen voor V.O. worden de aangemelde leerlingen besproken. 4.5. Verstrekken van onderwijskundige rapporten. Aan het einde van de basisschool wordt door middel van een onderwijskundig rapport een schooladvies gegeven op basis van de kennis en ervaring die de basisschool met de leerling heeft opgedaan. Het schooladvies is de verwachting van de basisschool over de geschiktheid van de leerling voor een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs. Het onderwijskundig rapport is een schriftelijke rapportage, die mondeling aan de ouders wordt toegelicht. Bij uitschrijving, b.v. door verhuizing naar elders wordt ook een onderwijskundig rapport verstrekt. Een onderwijskundig rapport met o.a. gegevens waaruit blijkt dat een leerling niet
29
Schoolgids Violenschool 2013-2014
op de school kan blijven en een beschrijving van de maatregelen die zijn getroffen om te bewerkstelligen dat de leerling wel op school zou kunnen worden begeleid, wordt verstrekt bij aanvraag voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs. 4.6 Voor en naschoolse opvang voor kinderen Omdat schoolbesturen formeel verantwoordelijk zijn voor het regelen van voor en naschoolse opvang werken wij met het zgn. Makelaarsmodel. De Stichting BINK vangt schoolgaande kinderen op voor en na schooltijd en in de schoolvakanties. Voor de leerlingen van de Violenschool gebeurt dit in ‘ Het Talud’ aan de Badhuislaan 10. Professionele leiding zorgt dat de kinderen in een gezellige sfeer worden opgevangen. Voor informatie kan men bellen naar het Centraal Bureau van BINK tel. 035- 6834499. 4.7. Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Cultuureducatie/ burgerschap In het kader van wereldoriëntatie, kunst en cultuur en burgerschapsvorming worden bijvoorbeeld door de diverse groepen excursies gemaakt. Zo worden bezoeken gebracht aan de kinderboerderij, een museum, toneel- en muziekvoorstellingen, bedrijven en instellingen, politiebureau, een moskee enz. De schoolverlaters bezoeken scholen van het voortgezet onderwijs. Schoolreis /kamp De kleutergroepen gaan ‘een dagje uit’ in Hilversum, de groepen 3, 4, 5 / 6 gaan een dag met de bus op schoolreis. De groepen 7/ 8 gaan 3 dagen op kamp. Dag van de klas Elke groep heeft jaarlijks een klassenfeest dat op eigen wijze door de leerkracht en de kinderen wordt ingevuld. Sport In het voor- en najaar kunnen de kinderen van de bovenbouw zich inschrijven voor één of meer open dagen van sportverenigingen in Hilversum. In het voorjaar ( paaszaterdag) is er voor de midden en bovenbouw een schoolvoetbaltoernooi. Bij grote belangstelling wordt ook meegedaan aan andere Hilversumse schoolsporttoernooien. Aan het eind van het schooljaar is er voor de schoolverlaters een sportdag. Deze sportdag is voor alle schoolverlaters van het openbaar onderwijs. De ouderraad van de school organiseert met het team een sport/speldag voor de hele school in het voorjaar. 4.8 Jeugdgezondheidszorg Als uw kind onze school bezoekt, dan valt het onder de jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Gooi & Vechtstreek. Bij deze organisatie werken artsen, verpleegkundigen en doktersassistenten. Zij hebben als taak de gezondheid van kinderen van 0 – 19 jaar te bevorderen en afwijkingen of ziekten vroeg op te sporen zodat vaak erger voorkomen wordt. Welke onderzoeken krijgen schoolgaande kinderen? Groep 2: Alle kinderen worden uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdarts. Er wordt uitgebreid gekeken naar de groei, ontwikkeling en de gezondheid. Gelet wordt o.a. op het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht, de spraak/taalontwikkeling, de voeding, het bewegen (grove en fijne motoriek) en het gedrag van het kind.
30
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Groep 7: Alle leerlingen uit groep 7 krijgen de mogelijkheid tot een onderzoek aangeboden. De genoemde onderzoeken vinden plaats op school of op het steunpunt van de GGD, dit staat in de uitnodiging die u van te voren krijgt. Oproep voor vaccinaties In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, ontvangt u een oproep voor twee vaccinaties; één tegen Difterie, Tetanus, en Polio (DTP) en één tegen Bof, Mazelen en Rodehond (BMR). Wanneer uw kind onvolledig ingeënt is, kunt u voor de ontbrekende inentingen bij de GGD terecht. Hebt u vragen over de ontwikkeling van uw kind? Bij vragen of problemen kunt u zich tot medewerkers van de afdeling JGZ wenden. Dit kunnen allerlei vragen zijn over de lichamelijke, geestelijke of sociale ontwikkeling van uw kind. Bijvoorbeeld voeding, leefgewoonten, moeilijk gedrag, pesten, veiligheid, sport en beweging, seksualiteit, zindelijkheid, etc. In de meeste gevallen kunnen de medewerkers u voorlichting of advies geven. In sommige gevallen verwijzen zij u door. Extra onderzoek Naar aanleiding van uw vragen en/of problemen kan er extra onderzoek van uw kind, of een extra gesprek plaats vinden. Dit kan ook op verzoek van uw kind zelf of bijvoorbeeld een leerkracht. Kinderen uit andere groepen kunnen dus ook in aanmerking komen voor een onderzoek. Voorlichting aan groepen De medewerkers van de afdeling JGZ geven naast individuele voorlichting ook advies en voorlichting aan groepen (kinderen, ouders en leerkrachten). In dat kader verzorgen zij een oudercursus Opvoeden Enzo en een pubercursus. Daarnaast wordt door schoolkrantartikelen informatie verstrekt over diverse gezondheidsonderwerpen zoals: overgewicht en bewegen, tand zorg, hoofdluis, maar bijvoorbeeld ook veilig internetgebruik.
HOOFDSTUK 5 DE LEERKRACHTEN 5.1. Wijze van vervanging bij ziekte, compensatie, verlof etc. Het bestuur beschikt over een vervangingspool. Mocht er geen vervanging beschikbaar zijn, dan wordt een interne regeling getroffen. Leerlingen worden liever niet naar huis gestuurd. Leraren in het basisonderwijs hebben compensatie-uren. Dit houdt in dat een leerkracht die volledig werkt ongeveer 12 dagen per schooljaar niet aanwezig is. Deze dagen zijn over het schooljaar verdeeld of worden collectief opgenomen. De data vindt u op de website of in de bijlage. 5.2. De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO / ROC Regelmatig lopen studenten van de PABO Hogeschool Utrecht stage bij ons op school. Een groot gedeelte van de stage bestaat uit een lesgevende taak. De groepsleerkracht draagt uiteraard de eindverantwoording. Stagiaires van de opleiding tot onderwijs –of klassen assistent lopen incidenteel stage, zij bekwamen zich in een ondersteunende taak onder begeleiding van de leerkracht.
31
Schoolgids Violenschool 2013-2014
5.3. Scholing van leerkrachten Scholing is één van de belangrijkste pijlers van Integraal Personeelsbeleid (IPB). Immers, er is een nauwe samenhang tussen de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van het onderwijzend personeel. Iedere leerkracht beschikt over een bekwaamheidsdossier. Naast PersoonlijkeOntwikkelingsPlannen van iedere individuele leraar schrijft de directie jaarlijks een onderwijskundig jaarplan waar per beleidsterrein aangegeven wordt welke verbeterpunten we hebben gekozen en wanneer we wat gaan doen. Dit schooljaar staan centraal: Circuitmodel; visie en missie in samenhang met het circuitmodel. Inzet van het circuit WMKPO: schoolleiding, taal en leesonderwijs, didactisch handelen, zorg en begeleiding Integraal personeelsbeleid; gesprekkencyclus vervolg Mijn Bardo Opbrengsten BHV ( bedrijfshulpverlening) Voorbereiden op passend onderwijs per 1 augustus 2014 HGW / 1 zorgroute antipest programma KiVa Positive behavior support (PBS) Schoolprofiel schrijven
HOOFDSTUK 6 DE OUDERS 6.1. Het belang van de betrokkenheid van ouders Ouders zijn welkom op school De visie van de school is dat ouders partners zijn. School en ouders hebben een gemeenschappelijk belang: dat het goed gaat met de leerling/het kind. De Violenschool gaat er van uit dat alle ouders positief betrokken zijn bij hun kind, tot het tegendeel bewezen is. In onze communicatie staat wederzijds respect centraal. Er wordt met ouders gepraat en niet over ouders. Het is duidelijk dat beide een andere verantwoordelijkheid hebben: de leerkracht is de onderwijsprofessional, de ouders zijn ervaringsdeskundigen. Kortom het onderwijs is onze verantwoordelijkheid. De opvoeding de verantwoordelijkheid van ouders. De zorgstructuur als basis voor de communicatie De zorgstructuur van de school is transparant. Ouders zijn altijd op de hoogte van de zorg die op school aan uw kind geboden wordt. Ze worden hier zo vroeg mogelijk bij betrokken. Ze worden niet alleen geïnformeerd maar hun ervaring wordt benut. Het gedrag van een kind kan op school anders zijn dan thuis De situatie op school is heel anders dan thuis. School en ouders hoeven elkaar daarom niet te overtuigen van hun gelijk. De school en ouders benoemen de overeenkomsten en verschillen en gaan samen op zoek naar factoren die het gedrag positief gaan beïnvloeden. Wij verwoorden zowel de zorgen als de positieve aspecten De school begint het gesprek met de ouders met het benoemen van de positieve kanten van hun kind. Als leerkrachten moeite hebben om deze te benoemen dan geeft dat een indicatie voor de ernst van de situatie. De IB-er benoemt ook de positieve aspecten van de leerkracht
32
Schoolgids Violenschool 2013-2014
en de groep. De zorgen worden hierdoor niet afgezwakt. Wees duidelijk over de bedoelingen van de school/ leerkracht Transparantie in de communicatie is belangrijk. Het niet kennen van het doel van een gesprek kan ouders of leerkrachten onzeker maken. Wij vragen of benoemen daarom in het kort waar het gesprek of de afspraak om gaat. 6.2. Informatievoorziening aan ouders Ouders worden regelmatig op de hoogte gehouden van ontwikkelingen, stand van zaken en activiteiten binnen de school. Dit gebeurt door: deze schoolgids de bijlage van deze schoolgids (kalender) informatieavonden bij de start van het schooljaar ouderavond van de oudervereniging werkgroepen informatie over het voortgezet onderwijs regelmatige uitgave van een nieuwsbrief drie open “Violen”ochtenden de website van de Violenschool Twitter @violenhilversum Facebook Whiteboards bij de klaslokalen van groep 1 t/m 3 Maxx class voor ouders van leerlingen uit groep 4 t/m 8 Elke ouder kan altijd terecht bij leerkrachten of bij de directie om informatie in te winnen of problemen te bespreken. De code” Informatie naar ouders” ligt op school ter inzage. 6.3. Inspraak Taken en rol van de MR/GMR De wijze waarop de medezeggenschap binnen het onderwijs dient te worden vormgegeven is wettelijk vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). In deze wetgeving is vastgelegd op welke wijze personeelsleden en ouders in staat worden gesteld hun medezeggenschap uit te oefenen op belangrijke beslissingen voor de school of de gehele stichting. Op iedere school is er een Medezeggenschapsraad (MR) die bestaat uit een gelijke vertegenwoordiging van ouders en personeelsleden. In het Medezeggenschapsreglement van de school is vastgelegd waar ouders en/of personeelsleden informatie over dienen te ontvangen, advies over kunnen uitbrengen of instemming op kunnen verlenen. De (locatie-)directeur voert periodiek overleg met de MR. Stichtingsbreed is er naast de MR ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR heeft ongeveer dezelfde bevoegdheden als de MR maar dan voor zaken die alle -of in ieder geval een merendeel van- de scholen binnen de stichting aangaan. De bevoegdheden van de GMR zijn vastgelegd in het Gemeenschappelijk Medezeggenschapsreglement. Het bovenschools management voert periodiek overleg met de GMR.
33
Schoolgids Violenschool 2013-2014
6.4. Ouderactiviteiten De ouderraad ondersteunt het team bij de organisatie van diverse jaarlijks terugkerende evenementen en zorgt voor praktische hulp bij een groot aantal schoolactiviteiten. Bij diverse activiteiten binnen de school / groep betrekken we graag ouders. We denken daarbij aan o.a. (voor) leesouders hulp bij projecten hulp in de mediatheek werkgroepen fietsbegeleiding sportactiviteiten Bij alle vormen van ouderparticipatie zijn de betrokkenen gehouden de aanwijzingen op te volgen van de schoolleiding en de teamleden, die verantwoordelijk blijven voor de gang van zaken. Ouders die binnen of buiten de school behulpzaam zijn, vallen tijdens hun hulpverlenende activiteiten onder een bestuurlijke W.A.- verzekering. Daarnaast vindt u in onze jaarlijkse bijlage andere activiteiten van de ouderraad. 6.5. Overblijfmogelijkheden De Violenschool biedt kinderen de gelegenheid om over te blijven. De kinderen eten en spelen gedurende de lunchpauze onder toezicht. De kosten voor het overblijf zijn 2,00 euro per keer. Maandelijks ontvangen ouders een factuur waarop een overzicht van alle overblijfmomenten per kind te vinden is. De tussenschoolse opvang wordt gecoördineerd door Sylvia Huijskens. Mocht u gebruik willen maken van deze opvang en uw kinderen nog niet hebben ingeschreven, vul dan z.s.m. het inschrijfformulier in. Deze is te vinden op onze website. Zonder inschrijfformulier kunnen kinderen niet overblijven. Hebt u vragen m.b.t. het overblijven dan kunt u contact opnemen met de TSO coördinator Sylvia via
[email protected] of telefonisch op 06-22188742. Wij verzoeken u een week tevoren incidentele overblijvers op te geven via de mail naar
[email protected]. Op vaste overblijvers wordt gerekend en onze leerlingen mogen niet met anderen mee naar huis. Mocht uw kind niet overblijven op zijn/haar vaste dag, wilt u dit dan een week tevoren doorgeven via de mail? Deelnemers aan het overblijven vallen onder een ongevallenverzekering. Deze verzekering is aanvullend op de verzekering die ouders hebben afgesloten. 6.6. Contact over vorderingen In het belang van het schoolsucces van de leerlingen is het contact tussen ouders en school van groot belang. Er is sprake van algemene contacten betreffende school en het kind. Dit gebeurt in de vorm van o.a. informatie- of thema-avonden, open dagen. Daarnaast zijn er individuele contacten. In november, maart en juni zijn er uitgebreide oudergesprekken op basis van rapportage van de leerresultaten en vorderingen. (zie 4.2.) Daar waar sprake is van extra zorg en werken met handelingsplannen is ook regelmatig contact met de ouders. (zie 4.3.) Natuurlijk kunt u ook op een ander moment met de leerkracht of de directie een afspraak maken. 6.7. Klachtenprocedure
34
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Binnen de Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum is een klachtenregeling van toepassing. De laatste versie is, na instemming van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, vastgesteld op 11 maart 2011. Binnen de klachtenregeling is vastgelegd waar leerlingen, ouders en personeelsleden terecht kunnen met eventuele klachten. Zo is er binnen de klachtenregeling vastgelegd dat iedere school beschikt over een ‘contactpersoon klachtenregeling’ die informatie kan verstrekken en kan doorverwijzen naar ‘de vertrouwenspersoon’. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon begeleidt de klager desgewenst bij een eventuele verdere procedure voor het indienen van een klacht en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. De Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De klachtencommissie onderzoekt de klacht en geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bestuur over (on)gegrondheid van de klacht, de te nemen maatregelen en/of overige door het bestuur te nemen besluiten.
Violenschool
Contactpersoon klachtenregeling Mevr. R. Parmentier Mevr. A. (Anne) Logemann
Vertrouwenspersoon Stichting Openbaar Mw. H. (Heleen) de Jong Basisonderwijs Hilversum
Inspectie van het onderwijs
Vertrouwensinspecteur Mw. J. (Joke) Schuur
Violenstraat 3 1214 CJ Hilversum 035-6211703
[email protected] [email protected]
Heleen de Jong advies Kleverparkweg 92 2023 CJ Haarlem Tel. 06 – 25 02 45 55
[email protected]
Inspectie van het onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht Tel. 0900-111 31 11
Klachtencommissie Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon (030) 280 95 90
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
6.8. Ouderbijdragen
35
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Vrijwillige bijdrage De oudervereniging van de Violenschool beschikt over een ouderfonds. Jaarlijks wordt u verzocht om een vrijwillige bijdrage. De ouders ontvangen bij aanvang van een cursusjaar een verzoek om een ouderbijdrage. De oudervereniging stelt in overleg met de MR een richtbedrag vast. U wordt verzocht uw bijdrage over te maken. Het ouderfonds dient om datgene aan te schaffen wat het onderwijs aan de kinderen ten goede komt en wat niet door bestuur of rijk wordt gesubsidieerd. Te denken valt onder andere aan bijzonder speelen werkmateriaal, handenarbeid materiaal Ook excursies, deelname aan sportactiviteiten en extraatjes bij festiviteiten worden uit dit fonds betaald. De code vrijwillige ouderbijdrage ligt op school ter inzage. 6.9. Sponsoring Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de overheid de scholen (financieel) in staat stelt te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Voor het verrichten van activiteiten en het treffen van voorzieningen in het belang van de leerlingen en de school, waarvoor de rijksvergoeding of andere inkomsten (ouderbijdragen) niet toereikend zijn, kan het middel van sponsoring worden gebruikt. Met betrekking tot sponsoring hebben onder andere de besturen- en ouderorganisaties een aantal uitgangspunten geformuleerd. Als belangrijkste daarbij gelden dat sponsoring: verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. geen schade mag berokkenen aan de geestelijke en/ of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. geen invloed mag hebben op de positie van de school dan wel op de onderwijsinhoud, de kwaliteit en/ of continuïteit van het onderwijsaanbod. Een beslissing over sponsoring zal door bestuur en schoolleiding worden getoetst aan de hiervoor genoemde uitgangspunten. Ouders die bezwaar hebben tegen beslissingen over sponsoring en de wijze waarop sponsoring plaatsvindt, kunnen gebruik maken van het klachtrecht. 6.10. Schoolverzekering De school heeft een collectieve schoolongevallen /schoolreisverzekering. De dekking van deze polis is bedoeld als basisvoorziening voor schade door ongevallen die leerlingen overkomen gedurende de tijd dat zij voor school actief zijn, tijdens schoolreisjes, excursies en dergelijke activiteiten. Ook het gaan naar en het komen van school en naar genoemde activiteiten vallen onder de verzekering. Deze ongevallenverzekering is aanvullend op de verzekeringen die ouders ten behoeve van het kind hebben afgesloten en wordt betaald uit de ouderbijdrage. Deze schoolverzekering is geen Wettelijk Aansprakelijkheidsverzekering in verband met schade veroorzaakt door het kind. Het afsluiten van zo'n W.A.-verzekering is de verantwoordelijkheid van ouders. 6.11.
Aandachtsfunctionarissen
De school werkt met het protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze Meldcode is terug te vinden op de site www.protocolkindermishandeling.nl De aandachtsfunctionarissen bij STIP zijn: Marga Hilhorst (OBS De Dubbeldekker) en Quini Blessing (Goudenregenschool Kerkelanden)
36
Schoolgids Violenschool 2013-2014
HOOFDSTUK 7 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Wat is kwaliteitszorg? Onder kwaliteit wordt verstaan dat scholen erin slagen hun beoogde kwaliteit naar tevredenheid van zichzelf, het team, de leerlingen, de ouders, het bovenschools management en de overheid te bereiken. Deze doelen worden bepaald door de school zelf en deels door de overheid. Binnen de rechten en plichten in de Nederlandse onderwijswetgeving bepaalt de school in samenspraak met het bovenschools management zelf welke kwaliteit zij wil leveren. Om de beoogde kwaliteit te kunnen bereiken is het van belang dat deze geformuleerd wordt in te bereiken doelen. Deze doelen moeten helder zijn en aanvaard worden. Onder kwaliteitszorg wordt verstaan de zorg voor het realiseren en behouden van deze kwaliteit. In eerste instantie zijn scholen zelf verantwoordelijk voor deze kwaliteitszorg. Dit betekent dat scholen zorgen voor samenhangend beleid, concrete doelen, goed management om de nodige acties en controles uit te voeren. Hoe wordt vorm en inhoud gegeven aan kwaliteitszorg? Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van de school noodzakelijk. Systematisch werken met betrekking tot kwaliteitszorg vraagt van de scholen dat zij weken conform de PDCA- cirkel (W.E.Deming). PDCA-cirkel
Plan
Do
Act
Check
Van de scholen binnen de Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum wordt verwacht dat zij deze PDCA-cyclus toepassen op die kwaliteitsaspecten die door de inspectie in haar toezicht worden beoordeeld. Deze kwaliteitsaspecten komen in een cyclus van vier schooljaren aan bod. Dit gebeurt door middel van het Werken Met Kwaliteitskaarten van Cees Bos. Daarnaast brengen we ieder jaar de opbrengsten in kaart. De resultaten bespreken we met teamleden en MR. Naast deze kwaliteitsterreinen wordt tweejaarlijks een sociale veiligheidsvragenlijst / tevredenheidsvragenlijst verspreid onder ouders/ leerlingen en leerkrachten.
37
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Bewaking van kwaliteit Instrumenten die wij op dit moment als school gebruiken voor het realiseren van kwaliteitsverbetering: Methode gebonden toetsen Leerlingvolgsysteem HOREB Leerlingvolgsysteem (LOVS) CITO CITO entreetoets ( groep 7) en eindtoets Basisonderwijs CITO CPS woordenschattoets groep 1 Klassenbezoeken door directie en IB Klassenconsultaties door teamleden Enquête en vragenlijsten ouders Vragenlijsten leerlingen Gesprekkencyclus onderwijspersoneel Evaluerende teamvergaderingen Ouderavonden Kwaliteitskaarten van Cees Bos Planning kwaliteitscyclus In schooljaar 2013-2014 staan de beleidsterreinen tijd, didactisch handelen, zorg en begeleiding, contact met ouders, schoolleiding en externe contacten gepland Jaarlijks beoordelen we de opbrengsten. Overige activiteiten Deelname samenwerkingsverband WSNS Annie M.G. Schmidt bij invoering per 1 augustus 2014 passend onderwijs in SWV UNITA. Binnen het samenwerkingsverband tussen de basisscholen en de school voor speciaal onderwijs is systematische, integrale leerlingenzorg het aspect van schoolverbetering. Leerkrachten en interne begeleider worden in dit kader continue geschoold. De interne begeleiders maken deel uit van een netwerk van IB-ers. 7.2. Zorg voor de relatie school en omgeving
Contacten met STIP Hilversum Contacten met directeuren openbaar onderwijs Hilversum Naschoolse opvang: BINK vooral de locatie Het Talud. Contacten met de bibliotheek. Regelmatig brengen groepen van onze school een bezoek aan de bibliotheek. Contacten met platform kunstzinnige vorming. Binnen het onderdeel expressie wordt gebruik gemaakt van de deskundigen van de muziekschool Globe en Pier K. We denken o.a. aan concerten, projecten handvaardigheid, theater. Samenwerking met scholen voor speciaal onderwijs. Dit gebeurt o.a. door ambulante begeleiding van leerlingen, her- en bijscholing. Contacten met peuterspeelzalen. Toekomstige leerlingen komen van veel verschillende peuterspeelzalen, met wie na overleg met de ouders, contacten onderhouden worden. De ouders wordt bij plaatsing een vragenformulier verstrekt met het verzoek dit te laten invullen door de leiding van de peuterspeelzaal/ kinderdagverblijf. Contacten met GGD jeugdgezondheidszorg. Via de schoolarts en jeugdverpleegkundigen volgen wij de ontwikkeling van individuele leerlingen met toestemming van de ouders. Samenwerking met scholen voor Voortgezet Onderwijs.
38
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Contacten met schoolleveranciers en uitgevers. Contacten met jeugdagent en wijkagent. Contacten met organisaties voor na, - en bijscholing. Contacten met PABO’s. In vele groepen hebben wij plaats als opleiders voor studenten van de PABO. Contacten met jeugdtheaterschool Maitta Contacten met Kunstgras, ten behoeve van de TSO- sport
HOOFDSTUK 8 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1. Inleiding Observaties, methode toetsen en toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem geven tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen informatie over de resultaten van het gegeven onderwijs. Jaarlijks worden de opbrengsten van het LOVS, de entree toets van CITO in groep 7 en de eindtoets in groep 8 door directie en IB geanalyseerd en in kaart gebracht in een speciaal Katern. We zijn gericht op vroegtijdige signalering onder andere door bij de taalontwikkeling gebruik te maken van het dyslexieprotocol, bij de rekenontwikkeling van het dyscalculie protocol. Bij het vaststellen van een passend aanbod wordt gebruik gemaakt van de expertise van de twee interne begeleiders. Ook maken we gebruik van de deskundigheid binnen ons samenwerkingsverband WSNS en de expertise van de verschillende REC’s. 8.2. Gegevens over specifieke zorg voor leerlingen Verwijzingen naar het speciaal onderwijs van de afgelopen 3 jaar. Cursusjaar 2012-2013
leerlingen naar S.B.O. 3
Percentage 0,72%
2011 – 2012
4
0,89%
2010 - 2011
1
0,18%
8.3. Gegevens over vorderingen in basisvaardigheden De schoolverlaters doen mee aan de CITO- eindtoets basisonderwijs. De onderstaande gegevens zijn de resultaten van de afgelopen 3 schooljaren.
Eindtoets basisonderwijs 2013 Eindtoets basisonderwijs 2012 Eindtoets basisonderwijs 2011
Ongecorrigeerde standaardscore 535.8 535.7 535.7
Schoolrapport (zonder correctie) 2012-2013 Per onderdeel aantal opgaven Taal 100 Rekenen -wiskunde 60 Studievaardigheden 40
39
Landelijk gem. 534.7 535.1 535.1
gem. Aantal goed 72.5 40.2 30.1
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Wereldoriëntatie
90
63.1
Bovenstaande gegevens dienen te worden gezien in de volgende context: gestreefd wordt naar een zo breed mogelijke leerlingenzorg, zodat in principe elke leerling met haar/ zijn specifieke mogelijkheden en beperkingen de basisschool in acht leerjaren kan doorlopen. elke leerling doet aan het einde van de basisschool mee aan de Eindtoets.
Waar gaan onze schoolverlaters heen? Afgelopen schooljaar 2012-2013 hadden wij 62 schoolverlaters. VWO HAVO HAVO / MAVO VMBO-T (MAVO) VMBO
27 % 24 % 2% 20 % 27 %
8.4 Een sterkte/ zwakte analyse Als je als school wilt werken aan kwaliteitszorg, dan is het erg belangrijk dat er inzicht bestaat in de interne, huidige schoolsituatie. Op basis van een sterkte/ zwakte analyse kan men dan als school kiezen voor de juiste ontwikkelingsacties. Met behulp van het WMK-PO worden in een periode van 3 tot 4 jaar terreinen van ons onderwijs onder de loep genomen. Hieruit vloeien voornemens en aandachtspunten voort die de komende jaren centraal staan bij het verbeteren van de kwaliteit en de resultaten van ons onderwijs. Specifieke aandacht in schooljaar 2013-2014 is er voor de profilering van onze school, het positief aanpakken van gedrag, didactisch handelen, leertijd en zorg en begeleiding. Jaarlijks bekijken en beoordelen we de opbrengsten en dit schooljaar ontvangen ouders en leerlingen een vragenlijst met betrekking tot sociale veiligheid. Het is voor ons ook belangrijk te weten hoe zij ons pedagogisch klimaat beoordelen. Met ‘Werken met Kwaliteitskaarten Primair Onderwijs’ van dhr. Cees Bos maken we kwaliteitskaarten. Deze schooleigen kwaliteitskaarten kunt u terugvinden op de website van school.
HOOFDSTUK 9 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9.1. Schooltijden De schooltijden zijn als volgt: 's Morgens alle groepen op woensdag 's middags alle groepen Woensdagmiddag geen school
08.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.30 uur 13.00 - 15.00 uur
De schooldeuren gaan 's morgens en 's middags voor schooltijd open. De aanvang en het einde van de lessen worden door een schoolbel aangegeven. In schooljaar 2013-2014 staat de oriëntatie op het aanpassen van onze schooltijden op de agenda.
40
Schoolgids Violenschool 2013-2014
9.2. Benutting onderwijstijd Maatregelen om op tijd te kunnen beginnen. De deuren van de school gaan om 8.15 uur open. Ouders van de kinderen van groep 1 t/m 3 begeleiden hun kind naar de groep. De ouders van de leerlingen van midden– en bovenbouw kunnen hun kinderen op maandag en vrijdag naar de groep begeleiden. Op andere dagen vindt het afscheid nemen plaats bij de voordeur. Dit bevordert de rust in gangen en lokalen, zodat er op tijd, om half negen, een rustige start gemaakt kan worden met het programma van de dag. Maatregelen ter voorkoming en bestrijding lesuitval. De Violenschool neemt deel aan een vervangingspool van het bestuur. Bij ziekte/ verlof van een leerkracht wordt daarop een beroep gedaan. Is er geen vervanging dan worden interne maatregelen genomen, zodat de lessen doorgang kunnen vinden. Bij langdurige afwezigheid van een groepsleerkracht zonder vervanging wordt ons protocol ingezet. Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim door leerlingen. Om ongeoorloofd schoolverzuim te voorkomen kennen wij de volgende maatregelen: bij twijfelgevallen (ook bij aanvragen voor minder dan tien dagen) worden ouders uitgenodigd voor een gesprek met de leerplichtambtenaar. het zorgvuldig bijhouden van een absentie/ verlofdossier Gronden voor vrijstelling: Als uitgangspunt geldt dat alle leerlingen deelnemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Een leerling kan daarvan evenwel worden vrijgesteld indien de ouders daarom verzoeken op grond van: de lichamelijke of psychische gesteldheid van de leerling, blijkend uit een verklaring van een arts of daarmee gelijk te stellen deskundige overwegende bezwaren als gevolg van de eigen godsdienst of levensovertuiging andere gewichtige omstandigheden Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘ andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren). 9.3. Vakantietijden Schooltijden en pauzes, vakantiedagen en vrije dagen. Wat betreft de vakanties houden wij ons aan de regeling voor het openbaar basisonderwijs in Hilversum. Ruim van te voren worden de vakanties schriftelijk aan de ouders kenbaar gemaakt. Er wordt verwacht dat u zich houdt aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersport of bezoek van buitenlandse leerlingen aan hun land van oorsprong. In heel bijzondere gevallen mag de directeur een leerling vrij geven om met de ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar voor een periode van ten hoogste tien dagen. Dit geldt alleen voor ouders die door hun beroep niet in de schoolvakanties vrij kunnen nemen. U kunt dan een verklaring van uw werkgever laten zien waaruit blijkt dat u niet op een ander moment op vakantie kunt. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de zomervakantie. De schoolvakanties worden vermeld in de jaarlijkse bijlage. 9.4. Aanname beleid
41
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Als openbare school staat de Violenschool open voor alle kinderen van welke godsdienst of levensbeschouwing dan ook. Soms kunnen wij leerlingen niet toelaten, omdat bepaalde groepen "vol" zijn. Ook leerlingen die om een specifieke zorg vragen kunnen wij niet altijd toelaten. De directeur zal in gesprek met ouders en intern begeleider beoordelen of de zorg die gevraagd wordt door de school geboden kan worden. Is dit niet mogelijk dan wordt een binnen het samenwerkingsverband naar een voor het kind passende school gezocht. Wij willen vragen vooral tijdig in te schrijven. Aanmelden kan door het formulier van onze website in te vullen en met ouderverklaring en kopie van het Burgerservicenummer van het kind op te sturen naar de Violenschool. De school stuurt een ontvangstbevestiging. Bij plaatsing gelden dan de volgende criteria in volgorde: 1. Broertjes/ zusjes van schoolgaande kinderen. 2. Leerlingen die dicht bij de Violenschool (gaan) wonen. ( tw. het verzorgingsgebied van de school ) 3. Leerlingen die al ingeschreven staan bij een andere basisschool in Hilversum. Binnen deze 3 categorieën wordt gesorteerd op datum van inschrijving. De school plaatst altijd broertjes en zusjes. In februari, voorafgaand aan het nieuwe schooljaar, inventariseren wij het aantal beschikbare plekken in de groepen voor het volgende schooljaar. Ouders van aangemelde leerlingen ontvangen het verzoek of ze gebruik willen maken van deze aangeboden plek. Dan wordt u met uw kind uitgenodigd voor een kennismakingsronde. Dat kan ook op een van onze open dagen zijn. Vlak voordat uw kind 4 jaar wordt, ontvangt uw kind een kaartje wanneer hij/zij op school mag komen en het verzoek aan u een wenafspraak te regelen. Per jaar worden ongeveer 50 kinderen geplaatst. 9.5. Regels van de leerplicht Bij het naleven van de leerplicht wet zijn vier partijen betrokken, met allemaal eigen taken en verantwoordelijkheden, rechten en plichten. De leerling De ouders ( ofwel feitelijke verzorgers) De school De leerplichtambtenaar De leerling Jongeren hebben recht op onderwijs, maar zolang zij leerplichtig zijn ook de verplichting tot het volgen van onderwijs. De leerplichtige leeftijd begint op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin de jongere vijf jaar is geworden. De ouders Zij zorgen ervoor dat hun zoon/ dochter op een school staat ingeschreven. Zij zorgen ervoor dat hun kind de school geregeld bezoekt, dat er geen lestijd wordt verzuimd. In voorkomend geval moeten de ouders de school in kennis stellen van ziekte van hun kind. De school De directeur dient de leerplichtambtenaar alle inlichtingen te geven die nodig zijn voor de uitvoering van de leerplichttaak. De directeur weegt bij aanvragen voor extra verlof de belangen af en blijft binnen de kaders van de leerplichtwet. De beslissingen die de directeur neemt zijn niet vrijblijvend. De leerplichtambtenaar Hij behandelt de aanvragen voor vrijstelling onder schooltijd voor meer dan 10 dagen.
42
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Verlofregeling 1. Leerplicht en verlof In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels voor zo’ n uitzondering houden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan in hieronder beschreven. 2. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van te voren bij de directeur van de school te melden. 3. Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden: in verband met een eventuele bezwaarprocedure (zie punt 6) moet de aanvraag tenminste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was; de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden. 4. Verlof in geval van ‘ Andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘ andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/ of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: een verhuizing van het gezin het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/ of de leerplichtambtenaar) overlijden van bloed- of aanverwanten viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten De volgende situaties zijn geen ‘ Andere gewichtige omstandigheden’: familiebezoek in het buitenland
43
Schoolgids Violenschool 2013-2014
vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met ( verkeer )drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn
Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘ andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren). 5. Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur van de school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘ andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord. 6. Niet eens met het besluit Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van belanghebbende de dagtekening (datum) een omschrijving van het besluit dat is genomen argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit wanneer het bezwaar niet door u maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen. 7. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er procesverbaal wordt opgemaakt. Regels voor schorsing/ verwijdering Leerlingen kunnen van school worden gestuurd, tijdelijk: time – out, schorsing, of definitief: verwijdering. Dit gebeurt alleen als het kind zich ernstig misdraagt. De beslissing tot schorsing wordt genomen door de schoolleiding, na overleg met de directeur-bestuurder en de inspectie en na melding bij de leerplichtambtenaar. Het besluit wordt genomen nadat ouders en groepsleerkracht zijn gehoord. Bij het besluit tot verwijdering ( door de directeurbestuurder) moet het bestuur proberen een andere school voor de leerling te vinden. Als een schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, dan moet er overleg
44
Schoolgids Violenschool 2013-2014
plaatsvinden met de betrokken ouders. Blijft het bestuur bij zijn besluit dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen en vervolgens eventueel in beroep gaan bij de rechter. Op alle scholen voor openbaar onderwijs in Hilversum geldt een uniform protocol “ Schorsing en verwijdering van leerlingen”. In het management statuut van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum staat beschreven dat (locatie) directeuren gemandateerd zijn een besluit te nemen over toelating en schorsing van leerlingen. Verwijderen van leerlingen is een besluit dat alleen door de directeur/bestuurder kan worden genomen. Wat mag u van de school verwachten? Dat een groep enthousiaste en bevlogen mensen met veel energie, expertise en inzet doelgericht zal werken aan de optimale ontwikkeling van uw kind. Dat de school u betrekt bij de ontwikkeling als gelijkwaardige partner, ieder vanuit zijn eigen rol. Dat de school u op de hoogte houdt van de vorderingen van uw kind. Dat de school u betrekt bij eventuele zorg voor of om uw kind. Wat verwacht de school van de u? De school verwacht van u als ouder en/ of verzorger ouderbetrokkenheid; wij verwachten van u dat u met ons samenwerkt aan en meedenkt over de ontwikkeling van uw kind. De school verwacht van u dat u zich aan regels en afspraken die op school afgesproken zijn houdt, dat u deze voorleeft voor uw kind. De school treedt kinderen en volwassenen met respect tegemoet, wij verwachten dat ook van u. U hebt gekozen voor de Violenschool, bent op de hoogte van de werkwijze, de inzet van de medewerkers en de mogelijkheden van de school, toch zal misschien niet altijd alles naar uw zin gebeuren, wij verwachten van u dat u uw zorg en / of ongenoegen op de juiste plek neerlegt en deze met de leerkracht en/of directie bespreekt. Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen heeft. Vragen over de school kunt u stellen aan een van de teamleden of aan de directie. U bent van harte welkom. Met alle leerkrachten en leerlingen maken we er samen weer een fantastisch schooljaar van! Klaar voor de start @Violenschool !
HOOFDSTUK 10
BELANGRIJKE ADRESSEN
STIP Stichting Openbaar Onderwijs Hilversum Laapersveld 59 1213 VB Hilversum 035 - 6221370 (tel) www.openbaaronderwijshilversum.nl
[email protected] Medezeggenschapsraad p.a. Violenstraat 3 1214 CJ Hilversum
[email protected] Ouderraad
45
Schoolgids Violenschool 2013-2014
[email protected] Tussenschoolse opvang:
[email protected] Coördinator Mevr. Sylvia Huijskens Interne vertrouwenspersonen : Mevr. Anne Logemann Mevr. Rinske Parmentier 035 – 6211703 Externe vertrouwenspersoon: Mevr. H. De Jong Kleverparkweg 92 2023 CJ Haarlem 06-250224555
[email protected] www.heleendejongadvies.nl Onafhankelijke klachtencommissie Mevr. R. Kiviet Postbus 3381 2001 DJ Haarlem 023 - 5319130 Inspectie van het onderwijs www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051
[email protected] Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-111 3 111 (klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d.) Leerplicht Regionaal Bureau Leerling zaken Gooi en Vechtstreek Heuvellaan 50 1217 JN Hilversum 035 - 6926620
[email protected] Schoolarts Afdeling Jeugdgezondheidszorg Heuvellaan 50 1217 JN Hilversum 035 – 6926350 www.ggdgooi.nl Naschoolse opvang BINK Het Talud
46
Schoolgids Violenschool 2013-2014
Badhuislaan 10 1217 SK Hilversum 035- 631 93 89
[email protected] Informatie/ inschrijving: Centraal bureau BINK 035 – 683 44 99
[email protected] Vragen over onderwijs in het algemeen en vragen die u liever eerst met een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, kunt u voorleggen bij 5010. 5010 is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Telefonisch op nummer 0800 5010 toets 4, op schooldagen tussen 10:00 uur en 15:00 uur. Digitaal via de website www.50tien.nl. Op de site vindt u veel vragen en antwoorden en heeft u de gelegenheid om zelf een vraag te stellen, die per e-mail wordt beantwoord.
47