Plan van aanpak duurzaamheidsnota 2012-2016
samenwerken en verbinden
Gemeente Heemstede
Milieudienst IJmond September 2011
1
Inhoudsopgave
Samenvatting INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Bestuurlijke verantwoordelijkheid De thema’s Het beleidsplan 2008-2011 Doelstelling Leeswijzer
5 5 5 5 6 6
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 25
Het nieuwe beleidsplan Uitgangspunten Doelstelling duurzaamheidnota Lokaal milieu en duurzaamheidsbeleid Benadering thema’s en ambities Doelgroepen
7 7 7 7 7 9
3. 3.1 3.2 3.3
Relevante Context en Ontwikkelingen Context Ontwikkelingen Collegeakkoord 2010-2014
10 10 11 12
4. 4.1 4.2
Participatie en Communicatie Het traject Regionale afstemming
13 13 13
5. 5.1 5.2 5.3
Financiën en fasering Financieringsmogelijkheden Fasering Organisatie en management
14 14 14 15
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Bijlagen Planning Beleid en regelgeving Relevante documenten Verklarende woordenlijst
2
Samenvatting Integrale nota Voor het eerst gaan we een integrale nota duurzaamheid opstellen voor de periode 20122016. Gelet op de milieu en duurzaamheidthema’s is er sprake van een samenhang met meerdere beleidsvelden. Uitgangspunt is integrale aanpak met producten betreffende de aanpalende beleidsvelden zoals ruimtelijke ordening, economische zaken, facilitaire zaken en inkoop, bouwen, volkshuisvesting, groen en reiniging. Voor het gezamenlijk opstellen van het duurzaamheidsprogramma worden alle mogelijk denkbare betrokken disciplines uitgenodigd. Centraal uitgangspunt: hoe pakken we het aan? Met wie werken we samen en welke (innovatieve) projecten pakken we op die passen bij de schaal van Heemstede? Vernieuwing bestaand beleid Uitgangspunt is een vernieuwend duurzaamheidsbeleid, waarin aanvullend de wettelijke milieutaken zijn ondergebracht. In 2011 is de duurzaamheidsvisie al op de kaart gezet. Het kader is door het college en de raad vastgesteld. We gaan deze visie verwerken in beleid vanuit de opvatting dat de duurzaamheid een verbinding legt tussen people, planet, profit. De strategie voor duurzaamheid is in samenspraak met de klankbordgroep vastgesteld. Alle thema’s, maar wel accenten In de nota zullen we naast de wettelijke thema’s ingaan op het in de praktijk brengen van duurzame projecten die vallen binnen de thema’s: • energie en klimaat (met accent op energiebesparing bestaande bouw en CO2 reductie) • ecologie, groen en NME • duurzame mobiliteit • duurzaam inkopen De voorbeeldfunctie van de gemeente wordt bij deze thema’s zichtbaar gemaakt. Nieuwe ontwikkelingen betrekken Belangrijke ontwikkelingen worden onderscheiden die op duurzaamheid en milieu van invloed zijn: 1) de oprichting van de regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) 2) de aanscherping van de energieprestatie- coëfficiënt (EPC) 3) de trend naar een regisserende overheid die aanstuurt op het uitvoeren van collectieve projecten waarbij overheid en bedrijfsleven samenwerken, nieuwe financieringsconstructies horen daarbij. Schaarse middelen Doel van de nota is het kader bieden aan de uitvoering van projecten. We zetten in op bewezen effectieve projecten, die goed gezamenlijk kunnen worden opgepakt. Voor de uitvoering van beleid is budget nodig. Ook bij duurzaamheidsinvesteringen gaan vaak de kosten voor de baat. Investeringen in energiebesparende maatregelen verdienen zich op den duur terug. Om de doelstellingen te realiseren is medewerking van o.a. instellingen, corporaties, bewoners en bedrijven belangrijk. Nieuwe vormen van financiering zijn dan nodig. Ten slotte gaan we de financiering via (nog) beschikbare subsidies zoveel mogelijk benutten voor de inwoners en de bedrijven. Participatie en communicatie In november 2011 gaan we een werkconferentie houden waarvoor we alle betrokken partijen willen uitnodigen. Uit de deelnemers stellen we een definitieve klankbordgroep
3
samen, gebaseerd op de al bestaande duurzaamheid klankbordgroep, opdat een breed samengestelde groep ontstaat. In het gehele traject gaan we zowel burgers, instellingen, bedrijven als de klankbordgroep betrekken, onder andere door het organiseren van bijeenkomsten en met gebruikmaking van de sociale media. Via de website zal duurzaamheid voortdurend onder de aandacht worden gebracht. Bestuurlijke verantwoordelijkheid Het college zet gezamenlijk de schouders eronder en brengt milieu en duurzaamheidstaken onder bij de afdelingen. Duurzaamheid in Heemstede maakt integraal onderdeel uit van alle taakvelden van de organisatie. De portefeuillehouder duurzaamheid is weliswaar de trekker en fungeert als coördinerend wethouder duurzaamheid maar onder een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het voltallige college.
4
1. Inleiding Onder het Motto ‘Samen duurzaam Heemstede’ wordt de stap naar duurzaamheid kracht bijgezet en krijgt het een stevig fundament in hoe we de toekomst van onze gemeente willen vormgeven. Dat willen we doen met realistische plannen die passen bij de Heemsteedse schaal en door aan te sluiten op de inwoners en de belangen van de bedrijven. Ze moeten qua financiën haalbaar zijn. Wij willen ons niet beperken tot wat moet vanuit de wettelijke kaders. We willen ook graag aantakken op de uitkomsten van het onderzoek naar de kerntaken wat moet leiden naar een toekomstvisie over Heemstede in 2025. Uit het onderzoek straalt een ambitie uit van een vitale, gezonde en goed bereikbare plaats waar het goed wonen is, ook voor de generaties die na ons komen. Dat vraagt een inspanning van de inwoners en de bedrijven. En daarom willen we graag samenwerken met inwoners en bedrijven op het vlak van duurzaamheid. De eerder vastgestelde duurzaamheidsvisie: “Heemstede, oase in de Randstad” maakt integraal onderdeel uit van het nieuwe beleidskader. De wijze waarop het milieubeleid tot uitvoering moet worden gebracht wordt verder uitgewerkt. Nieuw ten opzichte van het bestaande Milieubeleidsplan en de duurzaamheidvisie is de integrale bestuurlijke verantwoordelijkheid, resultaatgerichtheid, de meetbaarheid van de projecten, de integrale aanpak en de borging. Om te komen tot een nieuw vierjarenplan zijn de volgende voorbereidende stappen gezet: • klankbordgroep opgericht. De klankbordgroep fungeert als adviesorgaan voor het gemeentebestuur voor beleidsinitiatieven en nieuwe ideeën op het gebied van duurzaamheid en milieu. Zie voor de samenstelling bijlage 6.3. • in een gesprek met de wethouder zijn belangrijke de uitgangspunten bepaald. Een belangrijk uitgangspunt is dat duurzaamheid breed, door de hele gemeenschap, wordt gedragen. • financiering van taken op het gebied van duurzaamheid worden voortaan zoveel mogelijk met de reguliere budgetten gedekt. 1.1 Bestuurlijke verantwoordelijkheid Met het aantreden van het huidige college is Milieu als apart beleidsveld vervallen. Het gemeentebestuur heeft gekozen voor een integrale benadering van milieuaspecten en deze dienen onlosmakelijk deel uit te maken van alle beleidsterreinen. Daarmee wordt milieu een gezamenlijke opgave en een verantwoordelijkheid van ieder collegelid. Ook bij de uitvoering en de beleidsafdelingen wordt deze werkwijze doorgevoerd. Bij deze benadering past een nieuwe naam: duurzaamheid. De portefeuillehouder duurzaamheid is de trekker en fungeert als coördinerend wethouder duurzaamheid onder een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het voltallige college. 1.2. De thema’s Er wordt gewerkt met thema’s, die invulling geven aan het principe “samenwerken en verbinden”. Daarnaast worden de wettelijke thema’s uit het MBP 2008-2012 gecontinueerd. 1.3 Het beleidsplan 2008-2012 Het beleidsplan 2008-2012 is in 2010 geactualiseerd met een duurzaamheidsvisie, als kader voor de nieuw ingeslagen weg. De uitgangspunten lef, duf en vrijheid die in de duurzaamheidsvisie zijn gepresenteerd vormen eveneens het adagium voor de
5
duurzaamheidsnota. Voorafgaand aan het opstellen van de duurzaamheidsnota wordt het milieubeleidsplan over de periode 2008-2012 geëvalueerd. 1.4 Doelstelling Het plan van aanpak beschrijft een proces met als doel een door de gemeenteraad vastgesteld duurzaamheidsbeleid. Om daar te komen, wordt een aanpak voorgesteld met een fasering, planning en aandacht voor een aantal belangrijke randvoorwaarden over inhoud, samenwerking en draagvlak. Bij het opstellen van een Plan van Aanpak wordt overleg met de wethouder en de ambtelijke organisatie gevoerd over de uitgangspunten en accenten. Ook wordt de klankbordgroep Duurzaamheid gevraagd om op het concept PVA te reageren. Het Plan van aanpak wordt door het college vastgesteld (B-stuk). 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat over het nieuwe beleidsplan en worden de uitgangspunten, thema’s en doelgroepen beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de rollen van de gemeente, van een stimulerende naar een regulerende rol. Hoofdstuk 4 gaat in op de participatie en communicatie, een onderdeel hiervan is het organiseren van een werkconferentie. Hoofdstuk 5 beschrijft de financieringsmogelijkheden, de fasering, het projectteam en het vervolg. • • • • • •
Bijlage 1 geeft de planning weer van de te maken stappen om tot een beleidsdocument te komen in medio 2012. Bijlage 2 beschrijft relevant beleid en regelgeving Bijlage 3 geeft een overzicht van de deelnemers aan de klankbordgroep Bijlage 4 geeft een overzicht van relevante documenten Bijlage 5 beschrijft de project financiën Bijlage 6 is een verklarende woordenlijst
6
2.
Het nieuwe beleidsplan
Het mooie is dat de mensen - die zijn gaan werken aan een betere duurzame gemeente, vanuit een goede motivatie - er een mooie winst aan overhouden. Maar “duurzaam” is een containerbegrip geworden. Het wordt te pas en te onpas gebruikt. Mede daarom hebben veel mensen moeite hun werk duurzaam te doen. Er is dus behoefte aan een concrete invulling van het begrip “duurzaamheid” voor Heemstede. 2.1 Uitgangspunten “samenwerken en verbinden” Het begrip duurzaamheid gaat ver voorbij de grenzen van een gemeente. Gemeente Heemstede kan niet op eigen houtje zorgen voor een duurzame leefomgeving voor haar inwoners. Voor zaken als bijvoorbeeld schone lucht en grondstoffen is Heemstede afhankelijk van de wereld om ons heen. Andersom ontstaat er nooit een duurzame samenleving als niet iedereen daar een steentje aan bijdraagt. We concretiseren “samenwerken en verbinden” door uit te gaan van drie principes: • een goed functionerend netwerk van bedrijven en professionele organisaties • doorlopende natuur- en milieueducatie (NME) • milieubeleid als intrinsiek onderdeel van ons beleid (integraal) Duurzaamheidvisie Het volgende uitgangspunt uit de duurzaamheidsvisie 2010 is van toepassing: “Heemstede wil een duurzame gemeente zijn waar inwoners (huishoudens) en bedrijven wonen, werken, hun bedrijf uitoefenen en zich kunnen ontplooien zonder afwenteling op anderen, andere regio’s of volgende generaties en die recht doet aan de lokale flora en fauna en de onderlinge samenhang daarvan. People, Planet, Profit Bij duurzame ontwikkeling gaat het, zoals gezegd, om de samenhang tussen economische, sociaal culturele en ecologische aspecten ter voorkoming van afwenteling van ongewenste effecten naar andere beleidsvelden en/ of naar de toekomst. 2.3 Doelstelling duurzaamheidsnota De duurzaamheidsnota gaat uit van duurzame ontwikkeling en het voldoen aan de wettelijke taken. Met stakeholders wordt invulling gegeven aan het motto “samenwerken en verbinden”. De nota geeft een integrale uitwerking van de milieu –en duurzaamheidambities en doelstellingen van de gemeente. Integraal betekent dat aandacht gaat naar de beleidsvelden die van invloed zijn op duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Een vereiste is dat het milieubeleid specifiek en meetbaar wordt geformuleerd. Alleen zo kan worden nagegaan of de doelstellingen gehaald zijn. 2.3 Lokaal milieu en duurzaamheidsbeleid De gemeente Heemstede heeft voor de periode 2009-2012 een rijksbijdrage ontvangen voor Stimulering van lokale klimaatinitiatieven (SLOK). Het geld kan worden aangewend voor onderzoek en advieskosten voor het reduceren van de CO2 uitstoot. Ten behoeve van projecten gericht op de eigen organisatie, de bouw, bedrijven, mobiliteit en duurzame energie. Aan SLOK is een Rijksbijdrageregeling van € 50.000,- gekoppeld voor de periode 2009-2012. 2.4 Benadering thema’s en ambities Het nieuwe duurzaamheidsbeleid heeft een gestructureerde aanpak nodig.
7
Om de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstelling te bereiken wordt uitgegaan van een drie sporenbenadering: 1. Aanpak vanuit de beleidscyclus (gestructureerde aanpak): Plan,Do, Check, Act. Deze komen overeen met plannen, handelen, evaluatie, monitoring van de te formuleren projecten.
Deze beleidscirkel moet steeds opnieuw worden doorlopen omdat de samenleving aan verandering onderhevig is. Door het beleid op basis van evaluaties regelmatig aan te passen is het mogelijk ambities te vertalen naar één integraal uitvoeringsplan. 2. Aanpak vanuit de dynamiek binnen Heemstede en de regio. 3. Aanpak vanuit de duurzaamheidthema’s (doelstellingen, ambities en project resultaten). Deze drie sporen versterken elkaar. Binnen de beleidscyclus wordt beleid ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. 2.4.1 Aanpak vanuit de beleidscyclus De uitvoering van het duurzaamheidsbeleidsplan loopt parallel aan de begrotingscyclus. Door in het beleidsplan en –programma een financiële onderbouwing te leveren en de financiële consequenties voor de andere beleidsvelden aan te geven, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het verminderen van de vrijblijvendheid van het duurzaamheidsbeleid. Daarnaast is het voor een goede acceptatie van het beleid belangrijk dat het beleid voldoende verankerd is binnen de organisatie. Sleutelbegrippen zijn integraal beleid, samenhang en resultaatgerichtheid. 2.4.2 Aanpak vanuit de dynamiek van Heemstede en de regio In Heemstede zijn nog een aantal ontwikkelingen gaande wat betreft industriële en civiele activiteiten, nieuwbouw van woningen en bedrijventerreinen. De mogelijkheden voor nieuwe projecten zijn wel beperkt omdat de ruimte daarvoor eenvoudigweg ontbreekt. Ontwikkelingen zullen daarom vooral gericht zijn op herstructurering, vernieuwbouw, inbreiding ten behoeve van de woningbouw en herinrichting van bestaande bedrijfsterreinen. Het spreekt voor zich dat ook deze ontwikkelingen in een duurzaam kader dienen te worden geplaatst en dat het beleid moet aansluiten op de schaalgrootte en de ambities die bij Heemstede passen. Hierbij zal ook aangesloten worden op gezamenlijke initiatieven in de regio. 2.4.3 Aanpak vanuit de duurzaamheidthema’s De thema’s onderscheiden: speerpunten en de wettelijke taken.
8
De • • • • De
speerpunten zijn: energie en klimaat (met accent op energiebesparing bestaande bouw en CO2 reductie) ecologie, groen en NME duurzame mobiliteit duurzaam inkopen voorbeeldfunctie van de gemeente wordt bij deze thema’s zichtbaar gemaakt.
De wettelijke taken zetten we voort: Afval Vergunningverlening en handhaving Bodem Geluid Luchtkwaliteit Water Externe veiligheid 2.5 Doelgroepen De strategie voor duurzaamheid is samenwerking en daarom wordt de dialoog gehouden met zowel burgers, instellingen, bedrijven als de klankbordgroep (worden ook wel stakeholders genoemd). De volgende doelgroepen worden benaderd: • alle Heemstedenaren, en in het bijzonder degenen die zich inzetten voor de gemeenschap, zoals actieve wijk– en buurtbewoners. • jongeren • ouderen en zorginstellingen • bedrijven, klein en groot • woningcorporaties • verenigingen van eigenaren (vve’s) • groepen die zich inzetten voor Natuur- en Milieueducatie (NME) • sportsector
9
3.
Relevante Context en Ontwikkelingen
3.1 Context Rollen van de gemeente De gemeente heeft verschillende rollen in het duurzaamheidsbeleid: regelgevend, verantwoordelijk en stimulerend. De rol die in een bepaalde situatie wordt gekozen is bepalend voor de beleidsruimte en mogelijkheden die de gemeente heeft. Regelgevende overheid Het merendeel van het landelijke milieubeleid is in de milieuwetgeving vastgelegd, zoals vergunningverlening en handhaving van milieuregels. De gemeente voert een belangrijke rol bij de handhaving van de milieuregels op het gebied van afval, bodem, lucht, water, ecologie en geluid en energiebesparing. Geconstateerd wordt dat deze wettelijke taken het overgrote gedeelte van het milieubeleid van de gemeente bepaalt. De beleidsvrijheid is met name gelegen in het stimuleren van een gezonde en groene woonomgeving. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid om bij de uitvoering van haar kerntaken het milieu zo min mogelijk te schaden. De gemeenten en projectontwikkelaars hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het duurzaam bouwen van woningen, kantoren en bedrijfsgebouwen. Tot slot is de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het beheer van de openbare ruimte bepalend voor de leefkwaliteit en de ecologische kwaliteit in de verschillende wijken. Van stimulerende naar regisserende overheid De gemeente vindt duurzame ontwikkeling belangrijk en pakt haar rol als regisseur en als facilitator. Hierbij gaat het om het vergroten van het milieubewustzijn van burgers en bedrijven en het geven van het goede voorbeeld in haar eigen raadhuis, zoals het isoleren van de oudbouw, energiezuinige verlichting, zonnepanelen op het dak, optimaliseren van de verwarming en koeling. Het geven van voorlichting en/of het verstrekken van incentives, zoals duurzaam inkopen, zijn belangrijke instrumenten om milieubewust handelen te stimuleren. De duurzaamheidnota geeft invulling aan die beleidsruimte waarin de gemeente eigen keuzes kan maken. Als gevolg van het dereguleringsbeleid van het Rijk, wordt de vrije beleidsruimte voor gemeenten steeds groter. Gemeenten zijn niet alleen verantwoordelijk voor duurzaamheid. Van burgers en bedrijven mag ook een inspanning worden verwacht. De gemeente heeft dan ook de intentie om burger- en bedrijvenparticipatie te stimuleren en te faciliteren. Denk aan een klankbordgroep en een werkconferentie (zie ook hoofdstuk 4). Het initiëren van projecten en optimaliseren van de samenwerking met en tussen betrokken organisaties (woningcorporaties, energiebedrijven, afvalbedrijf, bedrijven en inwoners) maakt hier deel van uit. Ter versterking van het draagvlak voor de toekomstige samenwerking is het daarom van belang dat het beleid tot stand komt in samenspraak met de doelgroepen (stakeholders). Communicatie Bij duurzame ontwikkeling gaat het om een doelgericht proces met een lange adem en een verre tijdshorizon. Continuïteit is nodig om de gestelde doelen te kunnen bereiken. Samen met duurzaamheid vormt milieu daarmee een blijvend onderdeel van de handelingen en besluiten. Milieu en duurzaamheid zijn een verbindend thema bij een
10
groot deel van de werkvelden en heeft verbanden met meerdere programma’s van de begroting. Het vraagt om een onderling samenhangende aanpak.
Monitoren en regie Monitoren is een beleidsinstrument waarmee door het bestuur en het management kan worden beoordeeld of doelstellingen zijn behaald of waarmee bepaald wordt in hoeverre de gemeente voortgang heeft geboekt. De resultaten van de beleidsuitvoering komen tot uitdrukking in het jaarverslag en kunnen leiden tot bijstelling van de doelstellingen of het gevoerde beleid, het optimaliseren van de werkwijze en/of het inzetten van verbeteracties. Monitoring is verder belangrijk om een goede afweging te kunnen maken over de in te zetten middelen en menskracht en/of de fasering van de beleidsuitvoering. Het jaarverslag wordt door de raad vastgesteld. Handhaving Voor de concrete invulling van milieu- en duurzaamheidelementen door externe partijen is het belangrijk dat op de criteria en condities van de te leveren prestaties helder zijn. Met name rondom de milieuthema’s, zoals duurzaamheid, is het nodig dat op voorhand duidelijk wordt vastgelegd wat het resultaat is, wie kan worden aangesproken en wat de consequenties zijn. Doelmatige controle en eventuele juridische vervolgstappen dragen er in belangrijke mate toe bij dat de beleidsdoelen worden behaald. Uitvoeringsprogramma De acties van de duurzaamheidsnota, o.a. de activiteiten volgens de duurzaamheidsvisie en de activiteiten in het kader van de SLOK-regeling zullen jaarlijks naar één uitvoeringsprogramma worden vertaald. Het programma wordt SMART geformuleerd zodat behaalde resultaten eenduidig zijn vast te stellen. Na afloop van ieder kalenderjaar wordt een milieu- en duurzaamheidjaarverslag gemaakt met hierin de voortgang van de projecten en activiteiten. 3.2 ontwikkelingen Regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) In alle provincies is de RUD- vorming volop in beweging, met als doel het verder optimaliseren van de kwaliteit en professionaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving en de samenwerking van de handhavinginstanties binnen het omgevingsrecht. De milieutaken voor gemeente Heemstede worden uitgevoerd door de Milieudienst IJmond. Momenteel wordt gewerkt aan de RUD “IJmond/Kennemerland” waarin Heemstede participeert. Aanscherping EPC in het Bouwbesluit In het kader van het regeringsbeleid “Schoon en Zuinig” is door de partners (Bouwend Nederland, NEPROM, NVB, ministerie van VROM) van het Lente akkoord afgesproken om in de nieuwbouw een energiebesparing te realiseren van 25% in 2011 en 50% in 2015 en energieneutraal in 2020. Dat resulteert in een energieprestatie coëfficiënt (EPC) voor nieuwbouwwoningen van 0,6 in 2011 en 0,4 in 2015 en een hele lage < 0,1 EPC in 2020. Nieuwe gebouwen in Europa mogen na 2020 slechts 'nearly zero' energie verbruiken. De energie die nog nodig is, moet afkomstig zijn uit duurzame bronnen. Dit is bepaald via de herziening van de Europese richtlijn voor energiebesparing in gebouwen. Schoon en zuinig beoogt verder te realiseren •
20 procent CO2-reductie (ten opzichte van 1990) en
11
•
14 procent duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990)."
Het kabinet beoogt een "Green Deal" met de samenleving, mede door voortzetting en versterking van de nationale aanpak van energiebesparing (was jaarlijks gemiddeld 2%). Het kabinet bevordert onderzoek naar en toepassing van nieuwe energiebronnen. De opwekking van duurzame energie moet zo snel mogelijk concurrerend worden maar verdient in de overgangsfase stimulering. Hiertoe wordt de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) geleidelijk omgevormd in een SDE+ regeling. De financiering van de SDE+ vindt plaats door een opslag op de energierekening. De opbrengst van de SDE+ wordt direct ingezet voor duurzame energieprojecten. De SDE+ wordt, zoals vastgelegd in het financiële kader, geen regeling met een open einde. Naast deze algemene maatregelen ter ondersteuning van de energietransitie, zijn ook meer gerichte, specifieke maatregelen nodig om de economie toekomstbestendiger en sterker te maken. Collectieve projecten overheid -bedrijfsleven Om de strategie te kunnen bepalen is ook een realistische kijk op de invloed en bevoegdheden van de gemeente nodig. De gemeente zal in de meeste gevallen in samenwerking met burgers, bedrijven en andere overheden moeten samenwerken aan energie- en CO2-reductie. Dat betekent ook dat de doelstellingen realistisch moeten zijn. Gemeenten geven het voorbeeld voor duurzaamheid. Van burgers en bedrijven wordt ook een inspanning verwacht. De intrede van collectieve projecten in samenwerking met consortia van marktpartijen en instellingen doen steeds meer hun intrede. Op tal van plekken in Nederland werken mensen aan een duurzame samenleving. Ondernemers, overheden, particulieren, maatschappelijke organisaties en nog vele anderen. Van elektrisch vervoer, duurzaam onderwijs, eerlijk voedsel tot duurzame mode. De koplopers achter deze duizenden initiatieven - groot en klein - vormen samen een inspirerende duurzaamheidbeweging. Nieuwe mogelijkheden voor de financiering van duurzaamheid worden ontsloten, middels collectieve aanpak, revolverende fondsen en grootschalige inkoop (van energie bv). 3.3 Collegeakkoord 2010-2014 Letterlijk uit het collegeakkoord: “Duurzaamheid gaat om de harmonieuze verbinding van de elementen 'people, planet en profit' en is een leidend principe in de organisatie en bij het beleid van de gemeente. Duurzaamheid gaat om kwaliteit en is noodzakelijk voor ons welzijn en het behoud van onze welvaart in de toekomst. In dit kader wordt de grote waarde van het groen gespaard. Het college beoordeelt duurzame initiatieven pragmatisch op kosten en baten op de lange termijn en toont inzet en leiderschap op initiatieven waar veel potentieel in zit. Ook omarmen het college energiebesparing en CO2- reductie zolang dit past in een financieel duurzaam kader.”
12
4.
Participatie en Communicatie
4.1 Het traject Het participatie- en communicatietraject bevat twee onderdelen/fasen, te weten de totstandkoming van het (concept)plan en de formele inspraakprocedure als gevolg van de Algemene wet bestuursrecht. Voor het creëren van draagvlak is een klankbordgroep Duurzaamheid ingesteld. Deze klankbordgroep bestaat uit een dwarsdoorsnede van de Heemsteedse samenleving. De klankbordgroep zal tijdens het planproces reageren op initiatieven van de gemeente en kan ook zelf voorstellen doen. Verder gaan we een werkconferentie houden waarvoor alle stakeholders worden uitgenodigd. Tijdens de conferentie worden met de stakeholders per thema voor de ambities en doelstellingen projecten bedacht. Goede informatie-uitwisseling is een voorwaarde voor het slagen van ieder beleidsproces. Draagvlak en enthousiasmeren zijn hierbij sleutelwoorden. Communicatie is daarom een constante factor in het gehele proces en dan gaat het zowel om interne communicatie met andere beleidsvelden, als communicatie gericht op externen. Milieucommunicatie is een essentieel instrument om te informeren, voor het creëren van draagvlak, om gedragsverandering te stimuleren en om de resultaten te delen. Communicatie heeft zo voortdurend aandacht onder meer op de website en andere nieuwe media. De te hanteren communicatiestrategie zal een belangrijk onderdeel van de duurzaamheidsnota vormen. 4.2 Regionale afstemming Regionaal vindt overleg en afstemming plaats met de portefeuillehouders milieu in het regio-overleg Zuid-Kennemerland en IJmond.
13
5.
Financiën en fasering
5.1. Financieringsmogelijkheden Naast menselijke capaciteit is ook budget nodig om de activiteiten en projecten tot uitvoering te brengen. Over de financiering gemeld worden dat er verschillende mogelijkheden zijn: • het budget vanuit de projectorganisatie zou kunnen voorzien in de elementen milieu en duurzaamheid. Een deel van de kosten kan dan gefinancierd worden via de grondexploitatie. De grondexploitatiewet biedt gemeenten de mogelijkheid om de gemaakte kosten voor de exploitatie van grond te verhalen op verschillende eigenaren. • regulier budget. Iedere afdeling financiert de te nemen milieumaatregelen vanuit het eigen begrotingsbudget. Bij de raming van de budgetten worden met de milieuaspecten rekening gehouden. • subsidie. Vanuit het Rijk, provincie NH en de Europese Unie zijn verschillende bijdragen beschikbaar in de vorm van subsidies. Deze kunnen een aanvulling zijn op het beschikbare budget. • de SLOK subsidie (stopt na 2012). • cofinanciering bij projecten. Cofinanciering betekent dat de ontvangende partij ook een bijdrage levert. Deze vloeit voort uit de samenwerking met partners en het streven naar gezamenlijke producten en markten. Kosten gaan voor de baten Bij investeringen in duurzame maatregelen gericht op onder andere klimaatverbetering wordt vaak de vraag gesteld of gedane investeringen opwegen tegen hetgeen ze gaan opleveren. De gedane investeringen in (duurdere) duurzame maatregelen aan de start leiden in de beheersfase vaak tot structurele reductie van kosten. Ofwel, de kosten gaan voor de baten uit en wat maakt de commerciële waarde van duurzaamheid? Door gebruik te maken van de Total Cost of Ownership analyses (TCO) kan inzichtelijk worden gemaakt wat de kosten en baten zijn van de investering over de gehele levenscyclus. Door de totale kosten en baten over de gehele levencyclus inzichtelijk te maken wordt een stuk onzekerheid bij partijen weggenomen waardoor de bereidheid mee te investeren en een bijdrage te leveren aan de milieu- en duurzaamheidambities van de gemeente wordt vergroot. Uitvoeringsprogramma In de vorige paragrafen zijn voorbeelden over de wijze waarop een bekostiging van de activiteiten kan plaatsvinden. In het meerjaren uitvoeringsprogramma 2012 – 2016 zullen de activiteiten met de financiële consequenties worden beschreven en zal helder gemaakt worden hoe de bekostiging plaatsvindt. Er zal overigens steeds nagegaan worden of er nieuwe subsidiemogelijkheden zijn. 5.2 Fasering Fase 1. Voorbereiding In deze fase wordt een projectgroep geformeerd, het PVA en de bijbehorende collegenota geschreven. Fase 2. Werkconferentie De werkconferentie wordt in een notitie voorbereid. Het doel van deze notitie is het vaststellen van de uitgangspunten en onderwerpen van de werkconferentie zodat ambities en doelstellingen voor alle thema’s in de duurzaamheidnota kunnen worden uitgewerkt. Tevens wordt aandacht besteed aan de stakeholders. In de notitie wordt het
14
gewenste resultaat van de werkconferentie genoemd: uit de werkconferentie volgen de uitgangspunten per thema voor de uit te voeren projecten. De datum voor de werkconferentie is gepland in de eerste maanden van 2012. De commissie ruimte zal over de opzet van de conferentie worden geïnformeerd. Fase 3. Opstellen nota Het opstellen van de nota bestaat uit de volgende stappen: • informatieverzameling. Deze vindt op twee manieren plaats; 1) uit de werkconferentie volgen de uitgangspunten per thema voor de uit te voeren projecten 2) er worden input gevraag van betrokkenen uit de ambtelijke organisatie en stakeholders (indien relevant). • de informatie wordt geanalyseerd. Aangeraden wordt ook hierbij de externe partij te betrekken. • de gegevens worden verwerkt in een conceptbeleidsdocument. • Het conceptbeleidsdocument wordt voorgelegd aan de klankbordgroep voor reactie Fase 4. Inspraak Het college stelt het conceptbeleidsdocument vast en legt het document voor inspraak ter visie (B-stuk). De fase van inspraak is het formele inspraak gedeelte. De inspraak is aanvullend op de inbreng van de klankbordgroep en stakeholders in de eerdere fase. Het conceptbeleidsdocument wordt ook verzonden naar de Inspecteur I&M, GS en omliggende gemeenten. De inspraakreacties worden verwerkt. Fase 5. Vaststelling nota Het beleidsdocument wordt aan de raad aangeboden ter vaststelling.
5.3 Organisatie en management Organisatie Om het plan vorm te kunnen geven is input nodig van verschillende, interne en externe partijen. Tijdens het proces zal voor het gemeentelijke, interne overleg, gebruik worden gemaakt van vergaderingen en presentaties. Persberichten zullen worden gebruikt om de bevolking te informeren en inspraak aan te kondigen. Deze laatst genoemde zullen door gemeente Heemstede worden verzorgd. De gemeente, de klankbordgroep en de Milieudienst IJmond zullen de werkconferentie en informatieavond begeleiden. Externe begeleiding wordt aanvullend voorgesteld. Verder zijn diverse medewerkers van de gemeentelijke afdelingen en de klankbordgroep betrokken die de milieudienst door middel van interviews van informatie voorzien om op deze manier een beleidsplan te creëren dat breed gedragen wordt en toegespitst is op de leefomgeving. Communicatieve ondersteuning voor advertenties in de media en ondersteuning tijdens inspraakavond en -procedure wordt vanuit de gemeente Heemstede verzorgd. De directeur Ruimte en Welzijn fungeert als ambtelijke opdrachtgever.
15
6.
Bijlagen
6.1 Planning opstellen duurzaamheidsnota Stap
Activiteit
Verantwoordelijk
planning
MDIJ / gemeente (ambtelijk opdrachtgever)
aug
MDIJ
2 sept
Fase 1: voorbereiding 1
Instellen projectgroep
2
opstellen
van
een
plan
van
aanpak
3
Doorspreken
en
aanpassen
concept PVA
4
PVA
voorleggen
aan
voorzitter
klankbordgroep
Projectgroep MDIJ gemeente (wethouder ambtelijk opdrachtgever) gemeente/MDIJ/VZ klankbordgroep
/ en
3 de week augustus – 2 de week oktober 3 de week oktober
Gemeente/VZ klankbordgroep
4 de week oktober
PVA in college brengen (B-stuk)
Gemeente/MDIJ
1 ste week november ( 1 december in Cie Ruimte)
Vaststellen datum werkconferentie
projectgroep
oktober
opstellen van
Gemeente + MDIJ (adviseur)
november
Gemeente / wethouder / klankbordgroep / MDIJ (adviseur)
3 de en 4 de week november (datum conferentie afspreken)
MDIJ/ gemeente/ klankbordgroep/wethouder/ raad
december / januari 2012 (klankbordgroep vergadert in januari)
MDIJ/ gemeente/ klankbordgroep/wethouder/ raad
1 ste week februari
MDIJ/gemeente / externe
februari
PVA inbrengen in klankbordgroep en ev. aanpassen
4 5
een
notitie voor
werkconferentie. (De werkconferentie wordt met de klankbordgroep
en
voorbereid.
kaders
gewenste
De
wethouder
eindresultaat
en
het
van
de
conferentie worden vastgelegd. )
6
Bespreken notitie werkconferentie met
ambt.
Opdrachtgever,
wethouder en klankbordgroep en medewerker communicatie
Fase 2: werkconferentie 7
Werkconferentie: en
begeleiding
gemeente
+
voorbereiding door
MDIJ
externe
+ +
medewerker communicatie
Werkconferentie
Fase 3: Fase 3. Opstellen nota 8
Input
afdelingen
Heemstede
en
gemeente
klankbordgroep
nader te bepalen.
16
9
verwerken van informatie onder 8 en
van
opstellen
werkconferentie voorstel
voor
MDIJ/ gemeente/ externe
1 ste week maart
en opzet
beleidsdocument
10
Opstellen conceptbeleidsdocument
MDIJ
2 de / 4 de week maart
11
terugkoppeling
MDIJ
April
MDIJ
Mei-Juni
MDIJ/gemeente
Juni-Juli
MDIJ
Augustus/september
MDIJ
Oktober
conceptbeleidsdocument
aan
ambtelijk werkveld, wethouder en klankbordgroep plus reacties MDIJ
12
aanbieden conceptbeleidsdocument college
B&W
voor
aan vrijgave
inspraak (B-stuk)
Fase 4. Inspraak 17
conceptbeleidsdocument inspraak, plus verzending Inspecteur I&M, GS en omliggende gemeenten
18
verwerken inspraakreacties
in naar
Fase 5. Vaststelling nota 19
aanbieden
beleidsdocument
aan
raad (A-stuk)
20
Vaststelling door raad
MDIJ
November
24
Verzenden
MDIJ/gemeente
December
van
beleidsdocument
aan Inspecteur
17
6.2 Beleid en regelgeving Met de duurzaamheidnota legt Heemstede het accent op duurzaamheid. Daarmee wordt de eigen beleidsruimte benut door zelf keuzes te maken. Zij geeft hier invulling aan met de opdracht aan alle afdelingen om duurzaamheid onderdeel te laten uitmaken van alle gemeentelijke activiteiten. Zo wordt duurzaamheid breed (uit)gedragen en door de afdelingen in de uitvoering meegenomen. Uiteraard moet de gemeente voldoen aan geldende milieuwet- en regelgeving waarop de reguliere milieutaken zijn gebaseerd. Hieronder volgt een overzicht van de bestaande beleidskaders die medebepalend zijn voor het duurzaamheidsbeleid en waarin de gemeente een regelgevende rol vervult. Beleidskaders Mondiaal Internationaal is er het besef dat de mens het klimaat beïnvloedt door de uitstoot van broeikasgassen met opwarming van de aarde en zeespiegelstijging als mogelijke gevolgen. Wereldwijd zijn er internationale milieuakkoorden nodig zijn (bijvoorbeeld het Kyoto-protocol ). De afdwingbaarheid van deze internationale regelgeving is tot op heden nog beperkt, maar toch bakent ze steeds meer de grenzen af van de milieubeleidsruimte in Nederland. Europa Normen op het gebied van water, lucht en geluid worden steeds vaker in Europese richtlijnen opgenomen. Van de lidstaten wordt verwacht dat ze deze richtlijnen omzetten in eigen wetgeving. Rijk In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 is vastgelegd wat de zeven belangrijkste milieuproblemen zijn in 2025 als het beleid niet gewijzigd wordt. Hierbij gaat het vooral om de hoeveelheid en de kwaliteit van natuur, leefomgeving, externe veiligheid en gezondheid. duurzaamheidsnota worden uitgewerkt. Het Nederlandse beleid wordt beïnvloed door
klimaatverandering, aantasting Deze thema’s zullen in de de
geschetste
internationale
ontwikkelingen. De Nederlandse klimaatdoelstellingen zijn vertaald in het nationale coalitieakkoord van februari 2007. De Rijksoverheid streeft naar: Energiebesparing verdubbelen van 1 naar 2 procent per jaar 20% minder uitstoot van broeikasgassen (CO2) in 2020 ten opzichte van 1990. Het aandeel duurzame energie van ons totale energiegebruik in 2020 verhogen van 2 naar 14 %. Het kabinet realiseert deze doelstellingen onder meer door convenanten met de
industrie, energiesector, landbouw, mobiliteit en gebouwde omgeving af te sluiten. Zij richt zich op het gebruik van juridische instrumenten, wet en regelgeving en stimuleringsregelingen in mindere mate met subsidies.
18
Provincie De provincie Noord-Holland heeft een Actieprogramma Klimaat 2007-2011. belangrijkste speerpunten zijn: • het verminderen van de CO2-uitstoot in Noord-Holland • de provincie voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering
De
• het stimuleren van duurzame energie Veel gemeenten in Noord-Holland waaronder Heemstede ondertekenden een klimaatafspraak. Deze overeenkomst met de provincie Noord-Holland gaat over de uitvoering van het klimaatbeleid. Aan deze afspraak zijn middelen van de provincie
gekoppeld. Deze middelen dienen specifiek te worden aangewend voor particuliere huiseigenaren. Bijvoorbeeld door het stimuleren van woningisolatie en de toepassing van zonne-energie. Om de uitvoering van het duurzame beleid handen en voeten te geven, kunnen we gebruik maken van het CO2-Servicepunt, dat gemeenten ondersteunt.
19
6.3 Wet en regelgeving Voor handhaving van de kwaliteit van de leefomgeving staat de overheid een breed scala aan wetten ter beschikking. De kwaliteit van onder meer bodem, water, lucht, geluid en natuur wordt middel van deze wetten bewaakt. Bij overtreding wordt handhavend opgestreden. Zo worden de bedrijven in Heemstede regelmatig gecontroleerd in het kader van de Wet milieubeheer bij geconstateerde overtredingen wordt handhavend opgetreden. Voor de uitvoering van de milieutaken is een overeenkomst met de Milieudienst IJmond gesloten. Overzicht van het vigerende wettelijk kader dat in de duurzaamheidnota wordt uitgewerkt. Wet milieubeheer Wet bodembescherming Wet luchtkwaliteit Wet geluidhinder Wet ruimtelijke ordening Woningwet Bouwbesluit Waterwet Wetgeving Externe Veiligheid Natuurwetten
20
6.4 Relevante documenten Milieubeleidsplan 2008-2011 Duurzaamheidsvisie Heemstede oase in de randstad 2010 Milieujaarverslag 2010 Collegeakkoord 2010-2014 Economische Foto kamer van koophandel 2009 Energieonderzoek van gemeentehuis Energiegebruik gemeente Heemstede TNSnipo Input voor visie 2025 concept (kerntakendiscussie) Deloitte Visie Heemstede 2025 Schoon en Zuinig
21
Verklarende woordenlijst EPC
Nieuwe gebouwen moeten aan wettelijke eisen voldoen (Bouwbesluit) op het gebied van energie. Dit wordt uitgedrukt in de Energie-prestatiecoëfficient (EPC). Hoe lager de EPC hoe zuiniger het gebouw.
GPR Gebouw
Een instrument waarmee de duurzaamheid van een gebouw visueel kan worden gedefinieerd, weergegeven en getoetst.
NME
Natuur- en milieueducatie (NME) zorgt via activiteiten en projecten voor kennis, bewustwording en gedragsverandering bij kinderen en volwassenen. Het versterkt de betrokkenheid bij hun leefomgeving en creëert draagvlak voor natuur- en milieubeleid, klimaatbeleid en duurzaamheidsbeleid
RUD
Een Regionale Uitvoerings Dienst, een professionele organisatie die taken van gemeenten en provincies uitvoert, waarbij gemeenten en provincies bevoegd gezag blijven.
SLOK
In 2008 heeft het Ministerie van VROM de subsidieregeling Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) geopend – looptijd 2009-2012. SLOK ondersteunt het met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gesloten Klimaatakkoord 20072011. De SLOK-regeling helpt gemeenten en provincies die structureel werken aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgas.
TCO
Total Cost of Ownership – de juiste balans tussen de directe (aanschaf) en indirecte (nader technisch onderhoud) kosten en de baten (energievoordelen) van de genomen maatregel. Door de totale kosten en baten over de gehele levencyclus inzichtelijk te maken wordt een stuk onzekerheid bij partijen weggenomen waardoor de bereidheid mee te investeren en een bijdrage te leveren aan de milieu- en duurzaamheidsambities van de gemeente worden vergroot.
Duurzame mobiliteit is een vorm van mobiliteit die geen gevaar vormt voor de volksgezondheid of voor de ecosystemen en toch voldoet aan de vraag naar bereikbaarheid maar op een zodanige manier dat het verbruik van hernieuwbare energiebronnen kleiner is dan de regeneratiesnelheid ervan en het verbruik aan uitputbare energiebronnen trager verloopt dan de ontwikkeling van hernieuwbare substituten”.
22