Samenvatting strategisch plan 2012-2016. Met het OOG op morgen. Missie van stichting OOG
Stichting OOG staat voor het in stand houden, uitbreiden en optimaliseren van openbaar onderwijs in de regio Noordoost-Brabant. Veilig en uitdagend Stichting OOG wil een veilige en uitdagende leeromgeving bieden. Wij vinden het belangrijk dat jonge kinderen zich ontwikkelen tot verantwoordelijke medeburgers. Ouders zien we als partners van ons onderwijs. Eigen identiteit Elke basisschool binnen de stichting heeft een eigen identiteit. Vanuit onze openbare identiteit is op onze scholen ieder kind, iedere ouder en iedere leerkracht welkom, ongeacht de achtergrond. De basisovertuiging is dat ieder mens gelijkwaardig is en er mag zijn. Optimale ontplooiing Wij zetten ons in voor optimale ontplooiing van en kansen voor alle kinderen. De vorming en het welbevinden van het gehele kind staan hierbij centraal. Bovendien streven wij naar een breed onderwijsaanbod en hoge leeropbrengsten. Wij werken aan kwalitatief goed onderwijs, vanuit onze overtuiging: OOG voor Ontwikkeling, Kwaliteit en voor Elkaar! Dit betekent dat wij veel waarde hechten aan een sociale en uitdagende werk omgeving. Daarin bieden wij mogelijkheden voor ontplooiing van medewerkers.
Strategische doelen van stichting OOG Op basis van deze missie hebben wij de volgende strategische doelen tot 2016: • Er is een breed onderwijsaanbod van hoge kwaliteit en er worden hoge leeropbrengsten gerealiseerd; • Er is een goede kwaliteitszorg en alle OOG scholen hebben minimaal de beoordeling “basisarrangement”; • Er is sprake een professionele cultuur; • Er wordt goede ICT ondersteuning gerealiseerd; • Er wordt adequaat geanticipeerd op wijzigingen in landelijk en regionaal onderwijskundig beleid; • Er wordt adequaat geanticipeerd op demografische ontwikkelingen.
Samenvatting strategisch plan. Met het OOG op morgen. augustus 2012 – augustus 2016
Resultaatgericht sturen op kwaliteit van onderwijs Wij staan voor kwaliteit van onderwijs. Wij streven naar maximale leeropbrengst voor onze leerlingen, waarbij vorming en welbevinden van het kind centraal staan. Bij het resultaatgericht sturen gebruiken wij vastgestelde kwaliteitsnormen, prestatie-indicatoren of kengetallen. Planning en control gaat bij OOG om: Resultaatgericht werken, verantwoordelijkheid nemen en communiceren. Doelen van verbeteren van planning en control zijn onder andere: • Het bevorderen van eenduidige sturing, koersvast en resultaatgericht; • Sturing door de schoolleiding, gericht op de verbetering van leerling prestaties en de kwaliteit van medewerkers; • Het vertalen van visie en beleid in concrete resultaatafspraken; • Het geven van inzicht in de gevolgen van beleid en het monitoren van resultaatafspraken.
Systematisch werken aan onderwijskwaliteit
Wij gebruiken INSULA voor het monitoren van resultaten en voor het systematisch verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteit is een onderwerp voor alle medewerkers binnen stichting OOG. Samen zorgen wij voor goede leerresultaten en voor goede contacten met ouders, instanties en overheden. Dit vraagt van alle medewerkers bewustzijn van hun vak en van hun eigen professionaliteit. Samen zorgen wij voor een professionele cultuur, waarin wij elkaar aanspreken op goed onderwijs.
Professionele cultuur
Onze samenleving verandert en wij moeten deze veranderingen met ons onderwijs blijven volgen. Onze medewerkers krijgen daarom de ruimte om de benodigde kennis en kunde te verwerven, zowel individueel als in teamverband. Daarnaast moeten medewerkers ook de uitdaging pakken om de regie te nemen over de eigen professionele ontwikkeling. Een van de centrale thema’s van het strategisch plan is het creëren van een professionele cultuur. Deze cultuur bevat onder andere resultaatgericht werken en structureel werken aan professionalisering. Wij hebben als doel om alle scholen niet alleen op het niveau van basisarrangement te krijgen, maar ook om de scholen daarna te laten ontwikkelen richting excellente scholen. Daarnaast zullen scholen zich duidelijker moeten gaan profileren in een door hen zelf gekozen richting. Het ondersteuningsprofiel in het kader van passend onderwijs maakt hier deel van uit. Doelen op het gebied van onderwijskwaliteit zijn onder andere: • Er is een kwaliteitssysteem geïmplementeerd waardoor op klas-, school- en stichtingsniveau de kwaliteit geborgd is; • Elke school betrekt de ouders als partner actief bij de ontwikkeling van hun kind en bij beleid op de school; • Specifieke expertise van medewerkers is bekend en wordt benut; • Elke school zorgt ervoor dat de talenten van kinderen vroegtijdig worden gesignaleerd, benut en ontwikkeld; • Voor elke leerling wordt bepaald wat de maximale leeropbrengst is; • Ieder kind heeft een digitaal portfolio dat toegankelijk is voor ouders; • Iedere leerkracht heeft een digitaal portfolio van de groepen leerlingen waar hij/zij verantwoordelijk voor is.
2
Samenvatting strategisch plan. Met het OOG op morgen. augustus 2012 – augustus 2016
Samenwerking met partners
Stichting OOG werkt samen met externe partijen. In het licht van krimpende leerlingaantallen en passend onderwijs is samenwerking extra belangrijk. De daling van de leerlingaantallen heeft minder beschikbaar budget tot gevolg. We kunnen niet meer hetzelfde realiseren als voorheen. Samenwerking met externe partijen kan leiden tot effectiever werken. We werken al op een groot aantal gebieden samen, zoals in de Weer Samen Naar School verbanden (leerlingen zorg, Nobraweb (ICT) en het Regionaal Educatief Platform (professionele ontwikkeling). In de contacten met het primair en voortgezet onderwijs is er onder andere aandacht voor afstemming van onderwijsinhoud en een goede (warme) overdracht van leerlingen. Ten aanzien van samenwerking zijn de volgende doelen gesteld: • De interne samenwerking binnen stichting OOG tussen bestuur, directies en teams verloopt goed; • De scholen maken aantoonbaar gebruik van elkaars kennis en expertise; • Binnen de school wordt samengewerkt (intern, met ouders en met externe partijen) om een optimale groei van de leerling prestaties te verkrijgen; • Coöperatieve werkvormen (coöperatief leren, maatjeswerk en dergelijke) komen veelvuldig voor in iedere (OOG) klas; • Uit het medewerkers tevredenheidsonderzoek (KMPO-kwaliteitsmeter Primair Onderwijs) blijkt dat meer dan 75% van de werknemers van OOG trots is op de organisatie; • De resultaten van het ouder tevredenheidsonderzoek (KMPO) zijn op alle scholen ruim voldoende tot goed.
Personeelsbeleid
Het personeelsbeleid bij OOG hangt sterk samen met het inspelen op de krimp, maar ook met de kwaliteit van het onderwijs op OOG scholen. Stichting OOG wil niet alleen voldoen aan alle regelgeving op personeel gebied, maar wil ook een werkgever zijn die mensen bindt en boeit. Wet BIO De Wet op de Beroepen In Onderwijs (BIO) en het Besluit Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel dat daarop berust, zijn in 2006 in werking getreden. Als gevolg hiervan moet elke leerkracht een bekwaamheidsdossier bijhouden. Hierin worden afspraken gemaakt over het ontwikkelen en onderhouden van de bekwaamheid van de leerkracht. Stichting OOG wil de professionele houding van medewerkers stimuleren. Dit start met verantwoordelijkheid bij medewerkers om een goed bekwaamheidsdossier op te stellen. Mobiliteit Het mobiliteitsbeleid van stichting OOG zal gericht blijven op het opvangen van de krimpende leerlingaantallen en de effecten van de invoering van passend onderwijs. Dit betekent dat er gestuurd zal worden op behoud van een flexibele schil. Doelen ten aanzien van personeelsbeleid zijn onder andere: • Het personeelsbestand is afgestemd op de personele behoefte die de organisatie op korte en lange termijn heeft; • Er is een scholingsbeleid voor directeuren en medewerkers dat tegemoet komt aan de huidige eisen van hoogwaardig (passend) onderwijs; • Er is beleid ontwikkeld inzake de functiemix zodat naast de criteria voor LB en LC functies ook de selectieprocedures passend zijn; • De wet Beroepen in Onderwijs wordt volledig gevolgd; • Het mobiliteitsbeleid is aangepast aan de huidige situatie en het anticipeert op de toekomst.
3
Samenvatting strategisch plan. Met het OOG op morgen. augustus 2012 – augustus 2016
Passend onderwijs
Passend onderwijs is een van de belangrijkste opdrachten voor het primair onderwijs de komende periode. Uitgangspunten van passend onderwijs zijn: • ‘Kind nabij’ bieden van ondersteuning, dit betekent kinderen zoveel mogelijk op de basisschool in de buurt opvangen en uitstroom van leerlingen naar speciale voorzieningen beperken. Daarnaast is het doel om in de regio te komen tot dekkend ondersteuningsaanbod voor alle kinderen; • Nadruk leggen bij de ondersteuningsvraag (welke ondersteuning heeft dit kind nodig) in plaats van bij de diagnose (wat heeft dit kind). Hierbij is flexibele inzet van expertise en voorzieningen noodzakelijk; • Ondersteuning vindt niet alleen plaats op school, maar als integraal onderdeel van het totale zorg- en ondersteuningssysteem rond de school en het gezin. Dit vraagt om integraal denken van alle betrokken partijen. De schoolbesturen krijgen de ‘zorgplicht’: De verantwoordelijkheid om een kind dat ondersteuning nodig heeft, een passende plek te bieden. Het betekent echter voor scholen niet dat zij ieder kind aan moeten nemen. Als zij niet in staat zijn om de juiste ondersteuning te bieden, kunnen zij een ander passend aanbod doen. Dat betekent dat zowel de samenwerkingsverbanden, als de besturen en de scholen een goed beeld moeten hebben van de expertise op de scholen in de regio. Doelen ten aanzien van passend onderwijs zijn onder andere: • Alle scholen geven kwalitatief goed onderwijs binnen de kaders van passend onderwijs; • De OOG leerkrachten beschikken over vakkennis, kennis van klassenmanagement, algemene pedagogisch-didactische vaardigheden en ondersteuningsvaardigheden waarmee ze goed onderwijs kunnen bieden aan 95% van de kinderen.
Krimpende leerlingaantallen
De financiering in het onderwijs is gebaseerd op leerlingenaantallen, dus minder leerlingen betekent minder geld. Ook in de regio waarin OOG onderwijs verzorgt, is er sprake van een sterke daling van de leerlingaantallen. In de kern streeft Stichting OOG ernaar om algemeen toegankelijk onderwijs in alle kernen en wijken te behouden of uit te breiden. Op dit moment houden we een aantal kleine scholen in stand op basis van de gemiddelde schoolgrootte. Als scholen erg klein worden, hanteren wij drie criteria voor eventuele opheffing/fusie: • • •
Blijft de school betaalbaar? Is de onderwijskwaliteit voldoende? Is het aantal groepen voldoende? (grens ligt bij minder dan 3 groepen)
Het strategisch beleidsplan in totaliteit zou ertoe moeten leiden dat het marktaandeel van de OOG scholen groeit. Dit aandeel is momenteel te klein in vergelijking met andere scholen in de regio. Dit betekent dat alles erop gericht zal moeten zijn om het imago van de OOG-scholen te verbeteren. Doelen ten aanzien van krimp zijn onder andere: • Stabilisatie of groei van het leerlingenaantal (3000 op 1 oktober 2016); • Er wordt via betrouwbare meerjarenprognoses geanticipeerd op de krimpsituatie; • Er worden de komende jaren geen nieuwe leerkrachten, directeuren en/of ondersteunend personeel benoemd (met uitzondering van personeel bij insourcing);
4
Samenvatting strategisch plan. Met het OOG op morgen. augustus 2012 – augustus 2016
Imago
Aangezien het onderwijs een maatschappelijke opdracht heeft, zijn er veel mensen die zich een beeld vormen van een school. Niet alleen ouders, leerlingen, directeuren en leerkrachten vormen zich een beeld, ook alle andere externe betrokkenen doen dat. Het beeld dat derden van de school hebben, is van grote invloed op de instroom van nieuwe leerlingen. Het hoofddoel van alle communicatie van stichting OOG is: Alle communicatieve uitingen binnen de stichting leiden naar een sterkere verbondenheid van alle medewerkers, een sterk imago van de totale organisatie en een groei van het aantal leerlingen. De doelen ten aanzien van communicatie zijn onder andere: • Opstellen van een communicatieprotocol (interne communicatie); • Actualiseren communicatieplan (externe communicatie); • Alle scholen gebruiken de website als intern communicatiemiddel, extern communicatiemiddel en PRinstrument; • Er is een protocol sociale mediawijsheid ontwikkeld; • Afname KMPO tevredenheidonderzoek wordt centraal georganiseerd (alle scholen gelijktijdig).
Huisvesting en ICT Huisvesting en ICT zijn ondersteunend aan goed onderwijs. Dit betekent dat nadruk bij huisvesting en ICTontwikkeling ligt op het aansluiten bij onderwijskundige uitgangspunten. Ten aanzien van huisvesting zal vanaf 2015 zowel het binnen- als buitenonderhoud door ons zelf verzorgd moeten worden. Om deze overgang goed te doen zal tot 2015 de nadruk liggen op het in kaart brengen van de staat van onderhoud van de panden en op orde brengen van de panden. Dit gebeurt uiteraard in overleg met de gemeenten. Ten aanzien van ICT zal het onderwijs moeten aansluiten bij de ontwikkelingen in onze maatschappij. Ontwikkelingen in ICT hebben invloed op leren en werken, dit wordt grenzelozer en pluriformer. Leerlingen leren in toenemende mate overal, niet alleen in de school of tijdens lestijd, ook buiten school en buiten de lestijd, tijden plaats onafhankelijk. Aansluiten op wat buiten school(tijd) geleerd wordt, kan er toe leiden dat de school minder gericht hoeft te zijn op het overdragen van kennis en vaardigheden en zich juist meer kan richten op vorming en toetsen van kennis. Ons onderwijs moet in toenemende mate inspelen op individuele leervragen en hiermee direct aansluiten op de informatie- en leerbehoefte van leerlingen. Dit vraagt om een flexibele, dynamische leeromgeving die op verschillende plekken te realiseren is. Onze leerkrachten hebben de rol dit leerproces te organiseren en te begeleiden. Dit vraagt van medewerkers dat zij zelf goed kunnen omgaan met (nieuwe) technologie. De nieuwe technologieën zijn dus onderdeel van het leerproces op onze scholen. Leerlingen kunnen op elk moment beschikken over een apparaat. Echter opgroeien in het digitale tijdperk alleen is niet voldoende om doelmatig en doeltreffend te kunnen leren van en met ICT. Ze zullen moeten leren gebruik te maken van ICT als hulpmiddel bij leren. Nieuwe technologie ondersteunt tevens de bedrijfsvoering. Alle informatie is actueel en vanuit verschillende werkplekken (thuis en op school) toegankelijk voor die medewerkers die over deze gegevens dienen te beschikken.
5
Samenvatting strategisch plan. Met het OOG op morgen. augustus 2012 – augustus 2016
De doelen ten aanzien van huisvesting en ICT zijn onder andere: • • • •
In kaart brengen van staat van onderhoud van panden en overdracht buitenonderhoud realiseren; Bij de keuze van leermiddelen het uitgangspunt ‘leren kan overal’ hanteren; Realiseren van flexibele leeromgeving met voldoende mogelijkheden tot monitoren leerproces; Up-to-date systemen voor de bedrijfsvoering.
6