L A N D E L I J K E D A G P S YC H I S C H E G E Z O N D H E I D , 1 0 O K TO B E R 2 0 0 6
Bsamen zoekenBnaar balans orderline ulletin
&INFORMATIE ADVIESLIJN
“Van het ene uiterste in het andere”
Op zoek naar informatie, advies of een luisterend oor? Bel 0900 – 903 903 9 (20 ct p/m). De Informatie & Advieslijn van het Fonds Psychische Gezondheid, is bereikbaar op werkdagen van 10.00 - 16.00 uur.
WIST U DAT… de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS, borderlinestoornis of kortweg borderline) officieel pas bestaat sinds 1980, toen het voor het eerst opgenomen werd in DSM-III (= overzichtshandboek psychiatrische stoornissen).
“een typisch geval van borderline”
in Nederland tussen de 150.000 en 200.000 mensen borderline hebben. iedere borderlinepatiënt anders is. Niet alle verschijnselen hoeven gelijktijdig en in dezelfde mate bij iemand aanwezig te zijn. de diagnose borderline drie tot vier keer vaker bij vrouwen dan bij mannen gesteld wordt. de stoornis meestal geleidelijk tot uiting komt tussen het 17de en 25ste levensjaar. uit tweelingstudies en familieonderzoek blijkt dat erfelijkheid van borderline en borderlinekenmerken hoog is.
Sommigen mensen menen precies te weten wat borderline is. En ze generaliseren ook: mensen met borderline manipuleren alles en iedereen, zijn agressief, snijden zichzelf en zijn eigenlijk onbehandelbaar. Andere mensen hebben geen idee wat borderline nu eigenlijk is. In deze krant zijn mensen met borderline in de eerste plaats Ellen, Ingrid, Maartje, Viola, Roos, Marianne,Tonna, Everdina en Martine. Zeer verschillende vrouwen (helaas komen er geen mannen in voor) met andere achtergronden, leefsituaties en toekomstdromen. Gemeenschappelijk hebben ze het label borderline persoonlijkheidsstoornis. Gemeenschappelijk is ook dat ze heel wat hebben meegemaakt en hun leven niet over rozen gaat. Gemeenschappelijk hebben ze ook dat ze knokken om vooruit te komen. Kenmerkend voor mensen met borderline is dat de balans (het even-
bij veel mensen met borderline de verschijnselen na hun 30ste of 40ste levensjaar geleidelijk afnemen. bij ongeveer de helft van de borderlinepatiënten er sprake is geweest van seksueel misbruik of mishandeling. uiteindelijk één op tien mensen met borderline door zelfdoding overlijdt. Bron:Trimbos zakboek psychische stoornissen 2005.
wicht) in gevoelens, stemmingen, relaties, zelfbeeld en gedrag verstoord is. Dit zorgt niet alleen voor problemen voor de persoon met borderline, maar ook voor zijn of haar omgeving, zoals ouders, partners, kinderen, vrienden en familie. Vooral de laatste jaren zijn er steeds meer manieren gevonden om ‘samen te zoeken naar balans’. Hierover leest u in dit Borderline – Bulletin meer. Ook de foto’s in dit bulletin geven een vorm van ‘balans’ weer of het zoeken ernaar. Ze staan los van de artikelen. De redaktie
De term borderline is in het begin van de vorige eeuw ontstaan. Psychologen en psychiaters wisten toen bepaalde psychische verschijnselen niet goed te duiden en plaatsten die in het grensgebied (borderline) van de psychose (wanen, hallucinaties, denkstoornissen) en de neurose (angsten, depressie, dwang). Later werd de borderlinestoornis ondergebracht bij de persoonlijkheidsstoornissen. Vanaf dat moment is borderline in feite een ongelukkige term. Er is immers niet langer sprake van een grensgebied, maar van een op zichzelf staande stoornis. Het woord borderline roept al
‘G RENSGEBIED ’
snel associaties op met ‘moeilijk behandelbaar’. Dat vooroordeel klopt allang niet meer, omdat de stoornis nu nauwkeuriger omschreven is en er betere behandelingen voor zijn ontwikkeld. In de toekomst komt er een nieuwe manier om persoonlijkheidsstoornissen in te delen. Deskundigen proberen daarover nu tot overeenstemming te komen. Door velen wordt de borderline persoonlijkheidsstoornis gezien als een stoornis in het reguleren van de emoties, een emotieregulatiestoornis. Borderline-patiënten reageren sneller en heftiger met emoties dan anderen en de emoties houden relatief langer aan.
B o rd e r l i n e
Herstel is mogelijk! Lange tijd is gedacht dat je niet kon herstellen van borderline, en dat pogingen om borderline met psychotherapie te behandelen eerder tot verslechtering dan tot verbetering zouden leiden. In combinatie met de angst die veel behandelaren voor mensen met borderline hadden, leidde dit tot een ernstige onderbehandeling van borderliners. Veel mensen met borderline kregen geen, of te weinig zorg. Ze werden bijvoorbeeld weggestuurd omdat er geen vertrouwen was dat behandeling zou helpen, of ze kregen erg veel medicijnen voorgeschreven zonder dat ze daar nu veel beter van werden. Ook was het ‘pappen en nathouden’ populair: af een toe een kort gesprek om afglijden te voorkomen, maar geen hulp die op herstel was gericht.
VERANDERING VAN INZICHTEN
Veel onderzoeken wijzen erop dat de prognose van borderline niet gunstig is. Zo’n 10% zou door suïcide overlijden. En, hoewel de problemen zouden afvlakken met het ouder worden, zouden omstreeks het 60ste jaar weer ernstige problemen optreden. Er zijn echter recente onderzoeken die erop wijzen dat de problemen in de tijd wel degelijk verminderen, zodat velen niet meer aan de diagnose borderline voldoen. Dat wil niet zeggen dat alle problemen over zijn. Het is vooral het zelfverwondend gedrag en de impulsiviteit die met het ouder worden afnemen. Maar dit onderzoek gaf wel hoop. DE EERSTE DOORBRAAK
De eerste grote doorbraak in het onderzoek naar de behandeling van borderline werd bereikt in de jaren negentig van de vorige eeuw. Marsha Linehan, een Amerikaanse psychologe, en haar groep toonden aan dat een speciale vorm van behandeling, dialectische gedragstherapie, het veel beter deed dan gebruikelijke behandelingen en leidde tot vermindering van crisisopnames, suïcidepogingen, en zelfverwondend gedrag. Niet verwonderlijk, want de therapie was speciaal daarvoor ontwikkeld. Op andere gebieden van borderline deed deze nieuwe therapie het niet beter dan wat al bekend was. Er was dus ruimte voor verbetering! DE RECENTE DOORBRAAK
Recent is duidelijk geworden dat met een gespecialiseerde vorm van cognitieve therapie, schema-gerichte therapie, mensen met borderline zo goed geholpen worden
Ik moet IN BALANS zijn...
Iedereen is wel eens uit zijn evenwicht. Maar sommige mensen zijn heel vaak uit balans. Hun gevoelens en stemmingen wisselen sterk. En ze denken vaak negatief over zichzelf. Dat maakt dat ze in relaties, opleidingen en werk vastlopen. Zeker als ze ook nog eens impulsief handelen.
dat ze op alle aspecten van hun problematiek sterk vooruitgaan. Na drie jaar is ongeveer 45% , en na vier jaar 52% volledig hersteld van de borderlinestoornis, en meer dan tweederde van de borderliners die starten met de Herkent u dit? Vraag dan de brochure ‘Borderline’ aan, behandeling profiteren er sterk van. Bij deze voor uzelf of een ander (€ 0,45 + porto). cijfers zijn ook de mensen meegeteld die om Kijk op www.psychischegezondheid.nl allerlei redenen uitvielen. Voor degenen die of bel (030) 297 11 97. de therapie afmaken liggen deze aantallen nog hoger (60% en 75%). De schema-gerich€ 0,20 p/m) Informatie & Advieslijn: 0900 903 903 9 (€ te therapie deed het duidelijk veel beter dan de psychoanalytische behandeling waarmee ze vergeleken werd. Ook op allerlei andere probleemgebieden, in persoonlijkheid, en in labiliteit van het sympathische zenuwstelsel was er sprake van een grote verbetering, zo niet normalisering. Veel deelnemers gingen al tijdens de deling kunnen krijgen (www.schematherapie.nl). behandeling minder kosten maken, omdat ze zich geholHelaas is het nog niet zo dat iedereen zo goed geholpen pen voelden. Dit maakte dat de maatschappij per herstelkan worden dat herstel bereikt wordt. Misschien dat de de patiënt meer dan 4500 Euro per jaar terugkreeg, combinatie van medicijngebruik en schema-therapie niet ondanks de intensieve behandeling! Ook betekende het goed werkt. De mensen die geen medicatie gebruikten dat veel mensen hun studie succesvol konden afronden, gingen veel meer vooruit dan degenen die medicatie of uit de WAO of bijstand konden komen en (al of niet via gebruikten, en hoe meer medicatie gebruikt werd, hoe reïntegratie traject) werk konden vinden. slechter het resultaat van de behandeling was. Maar of dit echt zo is zal nader onderzoek moeten uitwijzen. Ook blijven herstelde borderliners wel wat kwetsbaar voor WAT DIT BETEKENT stress. De positieve ervaring is dat ze met enkele opfrisgeBorderline moet niet meer worden gezien als onbehansprekken niet terugvallen. delbaar. Er is een goede behandeling beschikbaar. Er zijn al veel therapeuten getraind in die nieuwe behandeling, en er zal een register van therapeuten beschikbaar komen ■ Door Arnoud Arntz, Departement Medische, Klinische en Experimentele Psychologie, Universiteit Maastricht. zodat cliënten kunnen nagaan waar en bij wie ze behan-
Borderline is soms één minuut me gelukkig voelen, intens tevreden en dan weer die onrust. Straffen moet ik, zeer voelen, ik voel niet, ik besta niet, ik ben niet. Borderline is “laat me met rust”, “rot op” en tegelijk “bel me”, “houd van me”, “geef om me”. Borderline is niets kunnen beloven. “Ik bel je morgen” zei ik net tegen iemand, maar misschien wil ik morgen wel niemand spreken. Borderline is niet durven dromen, niet aan een opleiding durven beginnen, ik kan niet garanderen dat ik het volhoud, zelfs niet een week. Borderline is telkens maar uitleggen, verdedigen, schaamte. Borderline is het verlangen naar chaos en het tegelijk haten. Borderline is onzichtbare pijn. Borderline is denken “jaja het zal wel, wat moet je van me” als je een glimlach ontvangt. Borderline is toegeven aan iets liefs voor jezelf doen en met 20 in plaats van één plant thuiskomen en dan weer geen eten kunnen kopen. Borderline is terugtrekken bij het eerste vermoeden van verraad. Borderline is intens leven en intens dood willen om de paar minuten. Borderline is angst. Borderline is altijd zoeken naar prikkels, ruzie, alles wat me raakt en het vervolgens niet aankunnen. Borderline is “red me” “neem de verantwoording over” en “blijf van me af, ga weg” in één zin. Borderline is “unfähig zum leben”, een rare uitdrukking, “onmachtig” en “onwaardig” bedoel ik. Borderline is verlangen naar een permanent kuuroord, niet die boze buitenwereld. Borderline maakt eenzaam en rijk tegelijk. Borderline maakt me stuk en heelt me. Borderline…Ik heb het, haat het en omarm het. Borderline, dat heb ik.
2
■ Door Ellen Niewold
Bu l l e t i n
Borderline
ADVERTENTIE
…wat is dat?
In het overzichtsboek van psychiatrische stoornissen (DSM) staat de borderlinestoornis als volgt omschreven: ‘Iemand met een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en gevoelsleven, en van duidelijke impulsiviteit. Dit begint in de vroege volwassenheid en komt tot uiting in diverse situaties’. Kenmerkend is instabiliteit. Je kunt die instabiliteit merken bij de drie grote psychische functies: denken, voelen en handelen. - Je denken wisselt in uitersten (alles of niets, zwart of wit). - Je gevoelsleven is instabiel omdat er vaak sterke stemmingswisselingen zijn. - Je handelen wordt gekenmerkt door wispelturig gedrag en impulsiviteit: ‘eerst doen, dan denken’.
Stemmingsschommelingen/ emotionele instabiliteit Een borderlinepatiënt voelt zich zelden langere tijd achtereen goed gestemd of tevreden. Vaak klaagt hij of zij over leegte, verveling en suïcidaliteit (de neiging om een einde aan het leven te maken). Daarnaast kan er sprake zijn van ongecontroleerde woede-uitbarstingen. In het dagelijks leven zien we dat iemand heel vrolijk en heel somber kan zijn. De stemming kan zeer snel, zelfs binnen het tijdbestek van één uur wisselen, zonder dat de omgeving een directe aanleiding opmerkt. Of iemand reageert - in de ogen van omstanders - juist heel overdreven op een ogenschijnlijk klein voorval. Het lijkt wel ‘alles of niets’. Het zijn vooral deze grillige, wispelturige emoties waarmee naastbetrokkenen veel moeite hebben. Je weet soms gewoon niet waar je aan toe bent of wat je kunt verwachten. Dit is dus één van de meest kenmerkende aspecten: het met heftige emoties reageren op een voorval én maar langzaam terug kunnen keren naar de ‘normale’ toestand, er is een snelle piek en een relatief langzame daling. Bij de borderlinestoornis komen verder bijna alle psychische klachten en stoornissen die we in de psychiatrie ken-
nen voor. Zo komen depressieve- en angststoornissen zeer veel voor. Daarnaast kun je last hebben van bijvoorbeeld eetstoornissen, in de war zijn, wegrakingen en alcohol- of drugsmisbruik. Er zijn zoals bij de meeste aandoeningen zowel lichte als ernstige gevallen. Daarbij bén je geen borderliner, maar héb je die stoornis, naast een heleboel andere eigenschappen. En mensen verschillen onderling. Er zijn vrolijke en sombere mensen, optimisten en pessimisten, introverte en extraverte mensen. Dat geldt dus ook voor mensen met een borderlinestoornis. Sommigen hebben vooral last van depressiviteit en hebben een ingetogen aard, zijn verlegen en sociaal angstig. Anderen zijn extravert, maken veel conflicten en reageren heel impulsief. De ene borderlinepatiënt is de andere niet.
Nieuw: Borderline is be doeld voor mensen met een borderlinesto ornis of met klachten die da arop lijken. Het kan als ze lfhulp maar ook als aanvul ling op een professionele behandeling worden gebrui kt. Kennis over de stoornis, zelfhulptechnie ken en adviezen ter ve rbetering van relaties kunnen verlichting bieden. Border line bevat daarom veel pr aktische opdrachten. Deze herziene uitgave van het zeer succes volle boek van Jaap Spaa ns en Erwin van Meekeren verschijnt in een nieuwe vo rmgeving in de serie Boom Hulpboek, en bevat tevens ee n cd-rom met werkblade n.
Boom ISBN 90 8506 36 63 e2, Ook verkrijgba ar in de boekha ndel
www.uitgever ijboom.nl |
Oorzaken Het is niet goed mogelijk dé oorzaak te bepalen. Wel zijn er omstandigheden die - in complexe samenhang – de kans vergroten dat iemand borderline krijgt en / of het houdt. Vaak wordt het bio-psycho-sociale model hierbij gehanteerd:
de jeugd leiden tot een borderlinestoornis en dat niet alle borderlinepatiënten melding maken van dit soort ervaringen of ze hebben meegemaakt.
(deels) in aanleg aanwezig (genetisch).
- Sociaal: de individualisering (mensen voelen zich minder veilig en geborgen), de snelle veranderingen in de maatschappij met alle toenemende eisen die aan het individu worden gesteld.
- Psychologisch: ingrijpende ervaringen (zoals instabiele gezinssituatie, emotionele verwaarlozing, langdurig gescheiden zijn van ouders (kindertehuizen), mishandeling en seksueel misbruik). Hierbij kan overigens worden opgemerkt dat niet al dit soort ingrijpende ervaringen in
■ Door Erwin van Meekeren, psychiater en hoofd van het Centrum voor persoonlijkheidsproblematiek van PsyQ, Den Haag. Hij is voorzitter van Triade-Borderline en schreef onder meer ‘Alles of niets’ en ‘Borderline Hulpboek’.
- Biologisch: impulsiviteit en emotionele instabiliteit zijn
Leven in een wereld met een hap eruit
s
oms denk ik wel eens; kan de wereld niet even ophouden met draaien? Kan het leven, alsjeblieft, misschien even stil blijven staan? Zodat ik weer weet waar ik gebleven ben en tenminste de kans krijg om op adem te komen; om me heen te kijken en de chaos in mijn brein te ordenen. Want, weet je, ik ben een mens met een ‘foutje’. Een misdruk die de uitverkoop niet eens haalt. Een typisch DSM-geval. En dat voel ik, iedere dag opnieuw. Als ik weer eens merk dat mijn woorden totaal anders overkomen dan de bedoeling was. Als ik constateer dat mijn normen en waarden bij lange na niet dezelfde zijn als die van de buren of mijn ouders.Als mijn gedachten en ideeën zo vaak niet blijken overeen te komen met de realiteit. Dat ‘foutje’ maakt dat ik me nergens bij voel horen: niet bij de gezonden maar ook niet bij de
normalen. Dat geeft me dat echte, onvervalste Borderline-gevoel. Dat plakkaatje hebben ze me jaren geleden al gegeven, in een Brabants ziekenhuis.Toen ze naar een verklaring zochten waarom ik bepaalde dingen (niet) deed. Waar ze eindelijk een categorie dachten te hebben gevonden waarin ik thuishoorde. Als een troostvolle gedachte voor een gesjeesd mens.Alles raakt me, niets gaat effectloos aan me voorbij. Een doodgewoon liedje, ooit ergens gehoord, roept direct associaties op met een gepasseerd verleden en allang vergeten mensen. Zodat ik plotseling overloop van niet te hanteren emoties en stop waarmee ik bezig ben. Zomaar ineens, ergens midden op straat ofzo. En al die mensen! Ze schieten pijltjes op mijn hoofd en bombarderen mijn oren continu met precies de verkeerde woorden. Met hun scherpe pikhouwelen hakken ze onverbiddelijk op mijn pantser in, als ik ze langer dan
anderhalve seconde in de ogen kijk. En relaties, als ik ze al heb, verlopen bij mij flitsend, heftig en eindigen meestal in een intermenselijke ramp. Contactgestoord? Ik? Hoezo?! Welnee, ik wil alleen maar dingen die ‘niet kunnen’, zoals ruzie maken met de mensen om wie ik het meeste geef. Om ze vervolgens dood te knuffelen; het liefst allebei tegelijkertijd. En dan óók nog met de verwachting dat ze daar iets van begrijpen. Ik wil hele nachten doorhalen en grote bloemvazen wodka drinken, zonder ooit bezopen te worden. Dansen op het water van een ontdooide vijver en vrijen met die man van de overkant, die ik morgen pas tegenkom. Geld uitgeven aan dingen die bij voorkeur niet nuttig zijn, zonder me er om te bekommeren of er dan nog wel iets overblijft voor mijn op handen zijnde begrafenis. Eten zonder ook maar een gram aan te komen,
dromen terwijl je wakker bent. Maar het is een illusie, ik weet het.Want dat kan allemaal niet, het is niet realistisch om te verwachten dat zoiets mogelijk is. Dus heb ik een probleem, waarvan ik absoluut niet meer weet hoe ik dat in m’n eentje op moet lossen. Maar aangezien samenwerking ook conflicten geeft, onder andere omdat ik zo eigenwijs als een deur ben, zal ik mezelf moeten zien te redden. En dat lukt me maar niet. Daarom loop ik psychisch op krukken en donder ik regelmatig om, omdat ik ook met dié dingen niet overweg kan. En sta ik, dapper maar in mijn hart diepongelukkig, lachend en schijnbaar kwiek weer op. Om niemand, maar dan ook niémand ooit te laten merken hoe erg ik het vind om te leven in een wereld met een hap eruit. ■ Door Tonna van der Linden (uit: Met mijn hoofd in de wolken en mijn voeten in de modder. Gigaboek, 2004. ISBN 90 8548 0248).
3
B o rd e r l i n e “God zal degene straffen die mij in de weg zit” DE INVLOED VAN BORDERLINE OP SPIRITUALITEIT EN LEVENSBESCHOUWING Maartje is 25 jaar en heeft een christelijke geloofsovertuiging. Zij is gewend om tot God te bidden als zij rustig is. Maar onder druk is Maartje niet rustig. Zij voelt zich dan aangevallen en reageert agressief. Steeds opnieuw komen relaties door haar uitvallen en haar gewelddadigheid onder druk te staan. Ze heeft al meerdere keren moeten verhuizen omdat ze als kamerbewoner niet te handhaven was. Ze kreeg dan de sneer na: “Ben jij nou christen als je zo tekeer gaat?” Maartje doet keer op keer de ervaring op dat een contact stuk loopt. Maar door één iemand is zij nooit in de steek gelaten, heeft zij haar behandelaar verteld.Wat er in haar leven ook gebeurd is, zij wist zeker dat God haar niet zou verlaten.Wanneer de behandeling vordert, krijgt Maartje te maken met een medebewoner die een kapotte wasmachine op de gang heeft neergezet. Maartje moet zich er steeds langs wurmen om bij de trap te komen. Zij heeft de huisgenoot gevraagd de zooi op te ruimen, maar dat gebeurt niet. Maartje zegt tegen de behandelaar dat ze gebeden heeft of God de huisgenoot wil laten doodvallen, want zegt zij:“In de Psalmen staat:“mijn vijanden zijn Uw vijanden”. Dan zal God iemand straffen die mij in de weg zit.” De behandelaar reageert rustig:“Dat is een belangrijke stap. Je hebt deze keer niet zelf wraak genomen, maar laat het aan iemand anders, aan God over.Alleen moeten we het er wel over hebben hoe het zal zijn als God niet doet wat je van Hem verwacht.”
b. Alleen bij God is het veilig.Als iemand teleurgesteld is in relaties en een geschiedenis van verbroken contacten heeft, kan God de enig overgebleven veilige haven zijn.Alles in de wereld wordt als vijandig beleefd, alleen bij God is het helemaal goed. Maartje is daar een voorbeeld van. God is er altijd. Maar het is een ervaring van veel godsdienstige mensen dat God zich bij tijden verbergt. De ervaring dat God zich verborgen houdt, kan moeilijk te verdragen zijn, zeker bij iemand met een borderlinestoornis. Zo iemand denkt dan al snel volkomen verlaten te zijn. c. Boos zijn op God. Het kan zijn dat iemand door een tegenvaller heftig boos is op God en tot de conclusie komt dat het hele geloof waardeloos is. God blijkt ook onbetrouwbaar. Het is helemaal niets met die God. In zulke perioden kan iemand roekeloos dingen gaan doen als uiting van teleurstelling. d. Bang zijn het voor altijd verbruid te hebben. Kenmerkend voor een borderlinestoornis is de angst dat relaties stuk lopen. Dat kan iemand ook in de
omgang met God ervaren. Iemand denkt dat God niet meer geïnteresseerd is, en beleeft zich als waardeloos tegenover Hem. Het gevoel van totale verworpenheid overheerst. e. Conflicten in en met de godsdienstige gemeenschap. Net zoals iemand met een borderlinestoornis met andere mensen in moeilijk vaarwater terecht kan komen, bestaat ook de kans dat conflicten in en met de godsdienstige gemeenschap ontstaan. Mensen kunnen te dichtbij komen of juist te weinig aandacht geven. Mensen binnen een gemeenschap kunnen heftig met elkaar in aanvaring komen over de manier waarop met de problematiek van de borderlinestoornis omgegaan dient te worden. Deze ervaringen zijn op zich niet vreemd, alleen zijn ze bij iemand met een borderlinestoornis veel heftiger.Voor naastbetrokkenen en voor behandelaars kunnen deze belevingen vragen oproepen. Je kunt je voorstellen dat iemand vragen heeft bij het gebed van Maartje. Het is
agressief geformuleerd. Is God zo? Staat dat in de Psalmen? Mag je God voor je karretje spannen? Hoe ga je om met spirituele ervaringen als je zelf niet gelovig bent? Het gesprek leidt gemakkelijk tot felle en nutteloze discussies die (angst voor) afwijzing oproepen. Een andere reactie kan zijn om het gesprek over spirituele ervaringen te ontwijken. Het voorbeeld van Maartje laat zien dat het ook anders kan. De geloofsdaad wordt ingepast in de weg om op anderen te leren vertrouwen, waarbij de therapeut Maartje helpt om te gaan begrijpen dat God (en ook anderen) misschien niet reageert zoals je verwacht en daar eigen motieven voor heeft. Zo ontstaat de ruimte om na te denken over het eigen handelen en dat van anderen zonder zich afgewezen te voelen. ■ Door Arthur Hegger, Psychotherapeut bij Eleos, een landelijk werkende instelling voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg, en schrijver van het boek ‘Wat borderline met je doet’.
Spirituele ervaringen kunnen voor iemand met een borderlinestoornis steunend zijn, maar ook bedreigend. Denk daarbij aan het volgende: a. Zoeken naar warmte.Wie zich leeg en eenzaam voelt, verlangt veelal sterk naar warmte. Dat kan zich uiten in een verlangen om door Gods aanwezigheid vervuld te worden. Iemand is dan geneigd intensieve spirituele ervaringen (lezen van heilige teksten, bidden, bezoeken van emotionele godsdienstige bijeenkomsten) op te zoeken om het gevoel van leegte kwijt te raken.
Brand New Day Psychische problemen, zoals depressies, angsten, ADHD en borderline, kunnen beperkingen opleveren voor je sociale leven, studie of werk. Je kunt daardoor arbeidsongeschikt raken en in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering (= Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) of WAO-uitkering. De meeste mensen met een Wajong- of WAO-uitkering krijgen te maken met een herbeoordeling volgens nieuwe regels (sinds oktober 2004). Met de nieuwe regels zijn de criteria strenger geworden dan vroeger, met name voor psychische klachten. Dit kan betekenen dat je moet reïntegreren in het arbeidsproces.
WAARIN UIT ZICH BORDERLINE BIJ JOU?
Volgens Suzanne Unck van SUUS & CO is reïntegratie momenteel een hot item; slechte ervaringen met reïntegratiebedrijven zijn dat volgens haar helaas ook. SUUS & CO, een klein bedrijf voor coaching en reïntegratiebegeleiding, komt met een alternatief: een project waarin jonge mensen met een Wajong-uitkering een half jaar werkervaring kunnen opdoen in het bedrijf of de baan van hun ‘dromen’, om te ontdekken wie ze nu werkelijk zijn, wat echt bij hen past en wat ze nu werkelijk willen. Ze worden hierbij intensief begeleid door een professionele jobcoach.
WAAROM PAST BRAND NEW DAY BIJ JE?
Martine (25) heeft borderline. Ze doet mee aan het Brand New Day-project en loopt sinds een maand haar ‘droomstage’ bij SUUS & CO op kantoor.
4
“Mijn borderline uit zich bijvoorbeeld in de manier waarop ik sociale contacten onderhoud: ik ben snel geneigd aan iemand te gaan hangen. Of juist de tegenreactie, die uit dezelfde behoefte voorkomt: juist geen contact zoeken, omdat ik bang ben aan iemand te gaan hangen. Ik voel me vaak niet compleet als ik alleen ben, en ben op zoek naar iemand die me vertelt hoe ik moet leven. Ik weet ook wel dat dat onmogelijk is. Eigenlijk heb ik niet zoveel met borderline-eigenschappen; wanneer heet het borderline en wanneer heet het normaal?” “Met Brand New Day heb ik regelmatig iemand in mijn omgeving die me stimuleert en me op mijn valkuilen, maar ook op mijn sterke punten wijst. De stage is helemaal naar mijn behoeftes en ambities in te delen en dat past goed bij mij. Heel anders dan reïntegreren met een standaard administratieve cursus. Dat heb ik ook geprobeerd, maar daar ben ik de tweede dag weggerend. Niks voor mij.”
veel meer ben dan een borderlinepatiënt. Door de ongelijkwaardige manier waarop men met mij omging in de reguliere hulpverlening, kreeg ik iets strijdlustigs en werd ik me ervan bewust dat ik veel meer waard ben.Toen ben ik mijn eigen weg gaan bewandelen. Dit was voor mij de eerste stap om ook echt dingen te kunnen veranderen, hoewel dat af en toe behoorlijk moeilijk is en niet altijd meteen lukt.” HEB JE EEN TIP OF ‘WIJZE RAAD’ VOOR ANDEREN DIE BORDERLINE HEBBEN?
“Blijf niet hangen in de reguliere hulpverlening. Reïntegratie staat daar in de kinderschoenen en hun toon is vaak nogal kleinerend.Toen ik vroeg wat voor mij de mogelijkheden waren, kwamen ze aanzetten met de sociale werkplaats. Dat vond ik zo belachelijk; ik ben er niet eens op ingegaan! Als je meer wilt en niet tevreden bent met wat zij bieden, kunnen ze niet zoveel voor je doen en dan roepen ze: “het glas is halfvol of het glas is halfleeg”. Ze bedoelen dan: dit is wat wij te bieden hebben, wees tevreden met de stapjes die je zet. Maar zo snel ben ik niet tevreden. Dus ga zelf op onderzoek uit en geloof erin dat het beter en anders kan; gewoon googlen, maak gebruik van een IRO (= Individuele Reïntegratie Overeenkomst) bij het UWV. Wees eigenwijs.”
HOE KUN JE JE ERVARINGEN MET BORDERLINE GEBRUIKEN VOOR JEZELF EN VOOR ANDEREN?
Meer informatie over Brand New Day, Wajong en Reïntegratie: www.suusenco.nl, www.uwv.nl, www.bpv.nl (Breed Platform Verzekerden en Werk).
“Ik heb veel inzicht gekregen in mijn gedrag en ben me erg bewust geworden van mezelf. Doordat ik zo op mijn bek gegaan ben, werd ik gedwongen naar mezelf te kijken. Alle therapieën hebben ertoe geleid dat ik me realiseerde dat ik
■ Door Suzanne Unck, SUUS & CO, i.s.m. Hilke Verdijk, Fonds Psychische Gezondheid.
Bulletin
“h
Sprekende
et is begonnen tijdens mijn eerste opname. Ik was depressief en suïcidaal. Ik had een gesprek met een psychiater en die geloofde me niet over m’n vader. Hij zei: je vader kan nooit zo’n slechte man zijn als jij zegt. En ik kon het op dat moment niet bewijzen. Ik ben iemand die alles bewaard, bonnetjes, briefjes, overal maak ik kopieën van omdat ik het misschien nog eens nodig heb om iets te bewijzen. Ik ben altijd bang dat mensen me niet geloven. Omdat die psychiater me niet geloofde en ik het niet kon bewijzen, voelde ik me ontkend, ik stelde me blijkbaar aan. Na dat gesprek ben ik buiten op het gras gaan zitten. Er lag een stukje glas. Dat heb ik gepakt en ik ben gaan krassen in mijn pols. Ik was zo kwaad op die psychiater, op mijzelf en de wereld en ik reageerde het af op mijzelf. Nadien deed ik het vaker. Heel lang hebben ze het niet in de gaten gehad omdat ik altijd lange mouwen droeg.”
littekens Ingrid is 45 jaar. Ze heeft een relatie maar woont niet samen met haar partner. Ingrid is bibliothecaris maar door alles wat ze heeft meegemaakt in haar leven zit ze nu in de WAO. Ze werkt als vrijwilligster voor de Landelijke Stichting Zelfbeschadiging* en voor de Diabetesvereniging Nederland.
Waarom beschadig je jezelf?
“Ik doe het ook vaak als boetedoening, als straf voor mezelf. Omdat ik iets niet goed heb gedaan of omdat ik er eigenlijk niet mag zijn. Ik heb ook jarenlang veel haren uit mijn benen getrokken, urenlang zat ik haren uit te trekken. Ik noemde dat nog geen zelfbeschadiging maar dat is het natuurlijk wel. Ik heb diabetes en spuit al vanaf mijn twaalfde insuline. Dus ik had altijd naalden bij me. Daar kun je ook aardig mee krassen. Voor mij is het een overlevingsmechanisme, zonder dat was ik er niet meer geweest.” Wat moest je overleven?
“In mijn jeugd heb ik nooit geleerd om boosheid en verdriet te uiten. Mijn vader verliet ons van de ene op de andere dag toen ik bijna vier was. Kort daarna werd mijn moeder ernstig ziek. Ik werd van een vrolijk kind een angstig meisje. Ik voelde me verantwoordelijk voor mijn moeder en zusjes. Mijn vader stalkte ons en ik durfde nooit te laten merken dat ik me ongelukkig voelde. Ik voelde altijd dreiging hangen. Mijn vader probeerde voortdurend een reden te vinden ons bij m’n moeder weg te halen. Het was een man met twee gezichten die altijd onzichtbaar in de buurt was. Hij wist waar ik was en wat ik deed. Daar kwam bij dat ik op school veel werd gepest en buitengesloten en ik altijd het gevoel had niet goed genoeg te zijn. Ik dacht vaak dat ik liever dood zou zijn maar dat kon ik mijn moeder dan weer niet aandoen.” Kon je er met iemand over praten?
“Nee, nooit kon ik er met iemand over praten dat ik mijzelf beschadigde. Zelfs niet in therapie. Maar een paar jaar gele-
den had ik een keer een etentje van een oud-collega en een vriend van hem zag, toen mijn mouw iets omhoog was geschoven dat ik littekens had. Hij legde zijn hand erop en vroeg hoe dat kwam. “Heb ik zelf gedaan”, hoorde ik mijzelf vijandig zeggen, maar hij vond het niet gek. “Soms kun je niet anders”, zei hij. Ik was stomverbaasd dat iemand het begreep. Maar pas bij de Landelijke Stichting Zelfbeschadiging heb ik er echt over leren praten.” Hoe zou je willen dat mensen reageren?
“Er is niet één goede reactie, het hangt af van de persoon en de situatie.Wanneer een litteken nog vers is, voelt het als een vorm van negeren wanneer iemand er nadrukkelijk naar kijkt en er niets over zegt. Maar andere keren kan het heel lastig zijn wanneer iemand ernaar vraagt. Dan is de situatie er helemaal niet naar om daarover te praten.Vooral bij familie en vrienden vind ik het moeilijk als ze zien dat ik mezelf gekrast heb; ik voel me vaak schuldig dat ik ze opzadel met mijn problemen. Toch heb ik mijzelf nu wel geaccepteerd zoals ik ben. Mijn
vriend zegt iedere dag tegen mij dat ie van me houdt. Dat is ook wel nodig want anders begin ik te twijfelen. Ik heb heel veel bevestiging nodig. Hij houdt van me zoals ik ben. We hebben afgesproken alles tegen elkaar zeggen en geen geheimen te hebben. Dat gaat al heel lang goed. Ik heb wel eens een interview gegeven aan studenten over zelfbeschadiging en toen las ik later in het verslag dat ze het hadden over ‘dat soort mensen’. Dat is behoorlijk kwetsend. Ook hoor je mensen wel eens praten over ‘die snijders’. Dat geeft je een stempel. Maar je geeft het ook jezelf. Het is moeilijk positief te denken over jezelf. Laatst moest ik geopereerd worden aan mijn hand en toen was ik bang dat de dokter bij het zien van de littekens op mijn arm minder zijn best zou doen. Zo van ach, die is het toch niet waard. Wanneer ik in gezelschap vertel dat ik bij de diabetesvereniging werk zegt iedereen oh leuk en wat doe je dan.Wanneer ik vertel dat ik ook werk voor de Landelijke Stichting Zelfbeschadiging, valt het gesprek stil.” ■ Door Adrianne Dercksen, Fonds Psychische Gezondheid.
* Landelijke Stichting Zelfbeschadiging, voor en door mensen die zichzelf beschadigen. Postbus 140, 3500 AC Utrecht. Tel 030-2311473, www.zelfbeschadiging.nl.
Borderline: een nieuwe vrouwenziekte?
o
p het eerste gezicht lijkt het of borderline een typische vrouwenziekte is. Het is immers de ziekte van de emotionele wisselvalligheid, de stoornis van de heftige gevoelens, de afhankelijkheid tegenover de angst voor intimiteit. Ook de cijfers lijken dit te bevestigen. Borderline komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Inderdaad zijn er de laatste tijd veel aanwijzingen dat het echt om een vrouwenziekte gaat. Deskundigen vermoeden dat de borderline deels te maken heeft met erfelijke factoren, zoals stressgevoeligheid van het emotionele systeem in onze hersenen. Hierbij wordt gedacht aan verschillende stoffen (neurotransmitters) die wel of niet “aangaan” na bepaalde gebeurtenissen. Meisjes die van aard wat verlegen en teruggetrokken zijn, blijken later kwetsbaarder voor levensomstandigheden. Meisjes maken ook andere gebeurtenissen mee dan jongens: verhoudingsgewijs meer misbruik en geweld thuis en in de familie. 50-80 % van de vrouwen met borderline
heeft onaangename of traumatische ervaringen met seksueel misbruik, pesten, verbaal of fysiek geweld. De veilige haven die thuis had moeten zijn, was dat niet en leidde tot ervaringen van vernedering en machteloosheid, waar geen ontsnappen aan was. Daarnaast gaan jongens en meisje heel anders om met verschillende levensgebeurtenissen. Bij jongens en mannen leidt een nare gebeurtenis in de eerste plaats tot een ‘fight or flight’ reactie. Ze gaan vechten of vluchten. Ze komen hoe dan ook in beweging.Vrouwen neigen echter tot de ‘tend-andbefriend‘ reactie: ze zoeken samenwerking en kijken eerst of de ‘aanvaller’ tot vreedzamer gedrag te bewegen is.Vanuit de evolutie is dat verstandig: het vergroot de kans op overleven en het houdt de sociale netwerken in stand die daarbij behulpzaam zijn. En als er kinderen zijn is vechten noch vluchten mogelijk. Hierbij spelen hormonen (oestrogenen, oxytocine en endorfine) een belangrijke rol. Deze remmen agressie en angst. Het punt is dat bij doorgaande
agressie en gevaar de ’tend-and-befriend’ reactie omslaat in onderwerping en onbeweeglijkheid. Dissociatie krijgt dan de overhand. Dit is een overlevingsmechanisme dat de neiging heeft zichzelf in stand te houden en op termijn ervoor zorgt dat je geen andere strategieën leert en de omgeving steeds nodig hebt om tot rust te komen. Het leidt dus tot aangeleerde hulpeloosheid en het steeds afhankelijker worden van een ander die je emoties kan reguleren. Het gaat dus tegen je werken.Vrouwen zouden daarom goed gebruik kunnen maken van een beetje meer beweging: wie meer beweegt, heeft meer uitingsvormen voor stress. EN DAN DE VRAAG IS HET NIEUW?
Nee, vroeger bestond dit ook, alleen noemde men het anders. Psychiaters letten op andere klachten en klachten die wij nu belangrijk vinden kregen minder aandacht Vroeger legde men de nadruk op de lichamelijke verschijnselen, wij leggen meer nadruk
op de gevoelens.Wie een verhaal leest van een patiënte van Freud (een psychiater die honderd jaar geleden leefde) herkent zonder moeite de verschijnselen van iemand die wij nu borderline zouden noemen. Elke tijd kiest uit de enorme hoeveelheid symptomen en klachten een stramien dat in die tijd betekenis heeft. Wij leggen in onze tijd de nadruk op emotionele beheersing, zelfstandigheid en onafhankelijkheid. De individuele autonome mens, die zelfstandig beslissingen neemt, kalm de zaken afweegt. Niet boos is, maar efficiënt handelt. Zich niet bindt, maar elk moment in staat is zijn biezen te pakken, als elders meer economisch gewin valt te halen of de zaak veiliger is.Veel mensen voldoen niet aan dit eenentwintigste eeuwse ideaalbeeld en houden met hun klachten de maatschappij een spiegel voor. ■ Door Nelleke Nicolai, psychiater en psychotherapeute, Rotterdam.
5
B o rd e r l i n e Samen zoeken naar Roos (35) heeft borderline. Ze is getrouwd met Joris (38) en samen hebben ze twee kinderen. Het gaat nu goed tussen Roos en Joris, maar vooral de eerste jaren van hun relatie waren moeizaam.
JOKE, 59 JAAR, MOEDER VAN EEN DOCHTER MET BORDERLINE
“Het blijft toch je kind…” Het was verschrikkelijk. Ik kon er soms niet meer tegen. Vanaf dat Janneke in de puberteit zat zijn de problemen steeds groter geworden. Ze is al zo vaak opgenomen na een suïcidepoging. Iedere keer weer die angst als de telefoon ging, wat is er nu weer gebeurd, zal ze nog leven, wat heeft ze nu weer gedaan? Maar nog erger was het als de telefoon niet ging. Ik kon alleen nog maar denken aan Janneke, wat doet ze, hoe is het met haar? Mijn eigen leven lag eigenlijk stil. Hobby’s had ik al lang niet meer, vrienden haakten af en op vakantie gaan zat er al jaren niet meer in. Zodra we vertrokken raakte Janneke in een crisis en moesten we halsoverkop naar weer een EHBO afdeling van een ziekenhuis.We wisten nooit waar we aan toe waren, we leefden voortdurend in angst.We deden wat we konden voor haar, maar vaak leek het alleen maar erger te worden. Ik schaamde me ervoor, maar hoopte vaak dat het einde in zicht zou zijn. Ik was aan het eind van mijn Latijn. Op een gegeven moment liep de spanning echt te hoog op. Ik huilde de hele dag, de situatie liep volledig uit de hand. Janneke werd weer opgenomen na een suïcideneiging, haar vader en ik konden alleen nog maar ruziemaken, ik sliep niet meer. Toen zag ik een aankondiging voor een lezing voor familieleden van borderlinecliënten.Wat ik daar hoorde was een verademing. Er werd duidelijk gezegd dat Jannekes ziekte niet onze schuld was, ook
6
Roos: “Ik was 27 toen ik Joris leerde kennen. Hoewel ik met tijden niet zo lekker in mijn vel zat -ik wijdde dat aan spanningen in mijn familie en op mijn werk- waren de eerste maanden van onze verkering geweldig. We waren tot over onze oren verliefd. Het voelde zo goed dat we al heel snel zijn gaan samenwonen en ons verloofden. Het voelde alsof niets ons kon gebeuren. Maar het ging steeds slechter met me. Ik had voornamelijk last van depressieve gevoelens en woedeuitbarstingen, die ik afreageerde op Joris. Ook kreeg ik last van eetbuien. Die probeerde ik eerst nog voor Joris verborgen te houden, maar daar kwam hij gauw genoeg achter. In die tijd ging ik nachtenlang op stap en Joris heeft veel vriendinnen en vrienden van mij zien komen en gaan. Met baantjes die ik had was dat niet anders. Een drukke en verwarrende tijd was het, als ik er nu zo aan terug denk….een enorme chaos in mij hoofd. Joris had het zwaar te voorduren met me. Zo was ik bijvoorbeeld extreem jaloers als hij eens alleen op stap ging. Ik wilde dan precies weten waar hij naar toe ging, met wie en wie hij daar ontmoet had. Ik was erg bang dat hij mij zou verlaten voor een ander. Een vrouwelijke collega die opbelde kon aanleiding zijn voor een fikse ruzie. Ik kon me dan erg agressief gedragen. Op een gegeven moment bereikte mijn gedrag bij hem een grens. Hij had er al vaak op aan gedrongen dat ik hulp zou zoeken, maar dat weigerde ik. Joris kon dat niet begrijpen en wilde onze verloving verbreken.Toen knapte er iets in me. Ik wilde niet zonder hem maar zag eigenlijk ook wel in dat het zo niet langer ging. Een aantal dagen heb ik over straat gezworven. Ik was totaal in mezelf gekeerd en niet bereikbaar voor anderen. Ik werd uiteindelijk opgenomen en heb een aantal weken in een psychiatrische instelling doorgebracht. Daar werd duidelijk dat ik borderline had. Toen ik weer thuis kwam volgde er een zware tijd van therapieën en medicatie. Joris heeft me in die jaren gesteund en opgevangen waar hij kon. En dat was niet altijd gemakkelijk! Ik heb een flink aantal ‘terugvallen’ gekend. Het gaat nu veel beter met me en tussen Joris en mij ook. Natuurlijk is het niet altìjd koek en ei tussen ons, maar inmiddels zijn we zelfs getrouwd en hebben we twee kinderen samen. Ik ben Joris ontzettend dankbaar dat hij samen met mij wilde vechten voor onze relatie en mijn herstel. Ik denk dat veel anderen allang hadden afgehaakt.”
het verhaal dat iedere borderline cliënt seksueel misbruikt was werd weerlegd.Wat een opluchting! Ik heb me altijd geschaamd voor haar ziekte, ik durfde ook niet goed voor mezelf hulp te vragen. Altijd maar denken ‘het is mijn fout, ik ben een slechte moeder.’ Ook het kunnen praten met andere moeders heeft me goed gedaan. Ik begin te ontdekken dat ik niet de enige ben die in de problemen zit. Mijn man en ik hebben samen een cursus ‘Omgaan met borderline’ gevolgd. Het was lang niet altijd gemakkelijk, er zijn heel wat tranen gevloeid. Het moeilijkste was om mijn angst niet te laten regeren. Als Janneke weer gesneden had of met zelfmoordgedachten aankwam moest ik echt alle zeilen bijzetten om niet vanuit angst te reageren. Het blijft toch je kind. Langzamerhand merkte ik echter dat mijn nieuwe gedrag goed werkte op haar en mijn gemoedsrust. Dit gaf me moed om door te gaan. Natuurlijk zijn niet alle problemen opgelost, Janneke is onlangs nog opgenomen.Veranderd is wel mijn reactie daarop. Die avond ben ik volgens plan op bezoek gegaan bij vrienden, wat me goed heeft gedaan.Weet je, ik heb het idee weer te leven.Volgende week gaan mijn man en ik zelfs een week naar België, wie had dat vorig jaar kunnen denken?” ■ Door Marga Bijma, GGz Verpleegkundig Specialist i.o. bij de Gelderse Roos (Uit: Betrokken in de last, 2006).
balans
Joris: “Tijdens onze eerste ontmoeting, ben ik als een blok voor Roos gevallen. Ik viel vooral op haar vrolijke en spontane karakter. Ze had ook van die ‘gekke’ buien. Dan meldde ze zich ziek op haar werk en dan stond ze ineens met een ingepakte auto voor mijn deur. Een weekendje Parijs! Ik kon erg lachen om die impulsieve acties van haar. Ze was niet op haar mondje gevallen, wist precies wat ze wilde. Ik vond haar een sterke en zelfstandige vrouw. Dit beeld veranderde toen ik Roos wat langer kende. Ze had het ene na het andere baantje. Nergens voelde ze zich op haar gemak, er was altijd wel iets mis; met collega’s, met haar baas. Ook het contact met haar familie verliep moeizaam. Het ene moment was ze er niet weg te slepen, het andere moment liep ze scheldend de deur uit en verbrak ze –vaak voor korte tijd- het contact. Dit zorgde voor veel stress. Roos werd er chagrijnig van en op een bepaald moment zelfs depressief. Dan kwam ze dagen de deur niet meer uit. Dan wilde ze dat ik bij haar bleef. Maar om het minste of geringste kon de vlam in de pan slaan en dan ging ze flink tegen me tekeer. Ik heb toen vaak gedacht om bij haar weg te gaan. Het werd me allemaal teveel. De Roos waar ik eerder op was gevallen, begon me nu tegen te staan. Ze was ‘grillig’ en onberekenbaar. Je wist nooit hoe ze zou reageren. Ik begreep maar weinig van haar. Omdat ze geen hulp wilde, besloot ik dat ik definitief met onze relatie wilde stoppen. Roos ging door het lint. Toen bij Roos de diagnose borderline werd gesteld heb ik daarover veel geleerd en gelezen. Om mijn verhaal kwijt te kunnen en te kunnen ‘spuien’ ben ik zelf gaan praten met een maatschappelijk werker. Ook ben ik bij verschillende therapiesessies van Roos geweest en naar bijeenkomsten voor partners en familieleden van mensen met borderline. Een enorme steun! Nog steeds chat ik regelmatig met enkele van hen en delen we ervaringen en geven we elkaar adviezen. Met Roos gaat het nu veel beter. Ze heeft veel meer controle over zichzelf en accepteert dat ze met momenten ‘anders’ is; het even rustig aan moet doen. Daar ben ik erg blij om. Maar het blijft hard werken. Roos kan maar weinig stress en veranderingen aan. Ze kan zich enorm druk maken om –in mijn ogen- niets! Ook over de opvoeding van onze kinderen hebben we wel eens strijd. Ik ben meer consequent, terwijl Roos het niet altijd zo nauw neemt met de regeltjes. Maar desondanks houd ik veel van Roos en hebben we nu een goed en gelukkig leven. Ik heb er geen moment aan gedacht haar om haar borderline te verlaten.” * Om privacyredenen zijn de namen gefingeerd. ■ Door Hilke Verdijk, Fonds Psychische Gezondheid.
Als je moeder borderline heeft… Nederland telt jaarlijks ongeveer 1,6 miljoen kinderen en jongeren tot 22 jaar die opgroeien met een ouder met een psychisch probleem. In de hulpverlening staan deze kinderen bekend als KOPP (Kinderen van Ouders met Psychische Problemen). De psychische ziekte van vader of moeder heeft invloed op het leven van deze kinderen. Hun jeugd kenmerkt zich vaak door veel zorg en zij lopen een verhoogde kans om op latere leeftijd zelf psychische problemen te ontwikkelen. Speciaal voor deze kinderen zijn er zogenoemde KOPP preventie groepen. Daarin leren de kinderen o.a. om over hun situatie te praten en krijgen ze goede en begrijpelijke informatie. Ook voor ouders met psychische problemen zijn er groepsbijeenkomsten, waarin ze hulp krijgen bij de opvoeding van hun kind.Voor beroepskrachten is er een cursus waarin ze problemen bij KOPP leren signaleren. Voor meer informatie over KOPP en de genoemde cursussen kunt u contact opnemen met een GGz-instelling bij u in de buurt (zie telefoongids). Speciale folders (uit de Kipizivero-reeks) over KOPP voor kinderen, ouders en beroepskrachten zijn verkrijgbaar bij preventieafdelingen van de GGz of bij het Trimbos-instituut (tel. 030-2971180).
Bu l l e t i n TIPS VOOR DE OMGEVING VAN MENSEN MET BORDERLINE Vergaar betrouwbare kennis over de stoornis middels boeken, brochures, websites, voorlichtingsavonden/dagen etc. Probeer zoveel mogelijk kennis te vergaren over de behandelmogelijkheden en -alternatieven Accepteer dat borderline een ernstige psychiatrische stoornis is waaronder mensen erg kunnen lijden. Accepteer dat u iemand met borderline niet kan dwingen om zich te laten behandelen. Accepteer dat u als familielid of partner de borderlinestoornis niet veroorzaakt maar ook niet kan genezen; u kunt wel men gedoseerde steun bieden. Laat u niet meezuigen en zorg goed voor uzelf en andere naasten. Zoek naar evenwicht in de mate van uw betrokkenheid. Mensen met borderline hebben grote problemen met afstand en nabijheid, met andere woorden:“zit niet te dicht op de huid” Wees voorzichtig met het overnemen van verantwoordelijkheden, vraag waarbij u kunt helpen. Geef niet teveel adviezen, want adviezen worden bijna nooit uitgevoerd. Wees duidelijk over uw eigen mogelijkheden en grenzen, zorg dat u niet in de rol van hulpverlener terechtkomt. In geval van conflict/ruzie, drijf het niet op de spits. Het is geen schande als u er niet mee overweg kunt. Stop op tijd en probeer op een ander tijdstip nader tot elkaar te komen. Zorg voor betrokkenheid bij de behandeling, breng vragen en problemen tijdig ter sprake en maak haalbare afspraken, ook in geval van crisis. Zorg dat u ook leuke dingen blijft doen waaruit u energie kunt putten, blijf niet thuis zitten, ga erop uit en draag zorg voor uw eigen vriendschappen. Blijf ook gericht op de behoeftes van de andere gezinsleden, ook zij hebben recht op serieuze aandacht. Zoek en vraag ook zelf (tijdelijke) steun bij een professioneel gespecialiseerd hulpverlener om bijvoorbeeld uw eigen gedachten en gevoelens te bespreken en een betere omgang te bewerkstelligen. Zoek eventueel steun middels (telefonisch) lotgenotencontact, bijvoorbeeld via Stichting Labyrint - In Perspectief of via fora op websites. Overweeg deelname aan een ondersteuningsgroep/zelfhulpgroep of trainingsgroep voor familieleden van mensen met borderline. ■ Annelies Faber, stafmedewerker Stichting Labyrint - In Perspectief. ■ Hans de Jong, Trainer /sociaal netwerkfunctionaris, Centrum voor persoonlijkheidsproblematiek, PsyQ, Den Haag.
De
spons en de spiegel
op cursus
Het leven met iemand met borderline is voor naastbetrokkenen, zoals ouders, partners, broers en zussen, niet gemakkelijk. De emoties lopen op als zij met het gedrag van iemand met borderline worden geconfronteerd. Naastbetrokkenen ervaren dikwijls schuld, boosheid, medelijden, verdriet, maar vooral ook angst voor wat er gaat komen. KWETSBAARHEID
Borderlinegedrag ontstaat onder invloed van de aangeboren kwetsbaarheid. Borderline zit in de genen. Met name de aanleg om emotioneel te reageren is sterk aanwezig, waardoor iemand snel wordt geprikkeld. Soms met extreem gedrag tot gevolg. Familieleden kunnen leren omgaan met borderlinegedrag door rekening te houden met deze kwetsbaarheid en door emoties van iemand met borderline niet op te laten lopen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het omgaan met borderline vraagt van naastbetrokkenen dat zij zich anders gaan gedragen en dat is niet gemakkelijk. SPONS- EN SPIEGELGEDRAG
Familieleden reageren op borderline vanuit hun persoonlijkheid. In de psycho-educatiecursus en in het boek ‘Borderline de baas, gids voor naastbetrokkenen’ wordt dit ook wel ‘sponsgedrag’ of ‘spiegelgedrag’ genoemd. Sponsgedrag, dat vaak gezien wordt bij de moeder en de partner, wil zeggen dat de naastbetrokkene geneigd is altijd klaar te staan voor degene met borderline en dat zij het gedrag dikwijls accepteren. Een spons past zich aan borderline aan. Spiegelgedrag, dat vaker voorkomt bij de vader, wil zeggen dat de naastbetrokkene weet wat de eigen grens is. Een spiegel laat zich minder meeslepen in emoties, maar levert wel dikwijls kritiek. Spons en spiegelgedrag zijn hele normale menselijke gedragingen, maar heeft op iemand met borderline een averechts effect. Echter, normale menselijke gedragingen zijn moeilijk te veranderen. Immers iemand reageert als spons of als spiegel omdat deze dat gewend is. Bovendien is het zo dat naarmate de spanning toeneemt iemand geneigd is nog meer te sponzen of te spiegelen, met alle gevolgen van dien. EVENWICHT
Het gedrag van iemand met borderline is met name gericht op mensen in de directe omgeving. Dit wordt veroorzaakt door de emotionele band die er is tussen leden
van het gezin. Hierdoor kan het zijn dat het gezin volop problemen ervaart, maar dat anderen hiervan niks merken. Dat borderline zich met name afspeelt in het gezin is wel verklaarbaar. Het gezin is een systeem waarin de leden elkaar over en weer beïnvloeden, waarbij normaal gesproken sprake is van evenwicht. Echter in borderlinegezinnen is dit evenwicht sterk verstoord. Een ondersteuningsgroep gericht op het omgaan met borderline kan dit enigszins herstellen. BORDERLINE DE BAAS
Het leren omgaan met borderline is leren wat borderline is, waardoor het gedrag ontstaat en leren welke invloed naastbetrokkenen zelf hebben op het borderlinegedrag. Echter het allerbelangrijkste voor het leren omgaan met borderline is het leren omgaan met de eigen emoties en deze een plek geven. Op het moment dat naastbetrokkenen hun emoties de baas zijn, zijn ze ook ‘borderline de baas’. Een ondersteuningsgroep als bijvoorbeeld ‘Borderline de baas’ en ‘Omgaan met borderline’, bestaat uit 10-14 bijeenkomsten. Tijdens deze training leren naastbetrokkenen door zelf huiswerk te doen en dit met lotgenoten uit te wisselen. Daarnaast leren ze van de hulpverleners die het programma begeleiden. Thema’s zoals hierboven beschreven aangevuld met hoe om te gaan met (eigen) kinderen, hoe om te gaan met hulpverlening en hoe om te gaan met de eigen omgeving zijn onderdeel van gesprek. De cursus is inmiddels door vele honderden gezinnen gevolgd en is een aanrader voor iedereen die betrokken is bij iemand met borderline. ■ Door Koos Krook, Onderzoeker, GGZ Midden Brabant, Tilburg.
Uitgaven: Krook, K. (2005). Borderline de baas. Ondersteuningsgroep voor naastbetrokkenen. Interne uitgave. GGZ Midden Brabant,Tilburg. Siegert, E., Krook, K., en Bransen, E. (2006). Omgaan met borderline, psycho-educatieve cursus voor naastbetrokkenen.Trimbos-instituut, Utrecht.
“Bij haar voelde ik mij de volwassene…”
t
wee maanden geleden belde mijn moeder mij op mijn werk. Ze wilde dood. Dit heeft ze vaker gezegd, maar deze keer klonk ze wanhopiger dan vorige keren.Ze voelde zich zo ellendig dat ze niet meer wist waar ze het zoeken moest. Ik kan inmiddels redelijk goed begrijpen hoe ze zich gevoeld moest hebben. Ik werk al jaren bij Stichting Borderline, waar ik veel wanhopige mensen aan de telefoon heb gehad. De gesprekken met de vrijwilligers hebben mij ook inzicht gegeven in hoe iemand met borderline zich kan voelen. Ik maakte me deze keer extra veel zorgen en heb hemel en aarde bewogen om te proberen haar te helpen. Zolang ik mij kan herinneren heb ik een moeder gehad die anders was dan andere moeders. In mijn beleving was ze altijd dronken, hadden we een heel vies huis en reageerde ze op alles als een klein kind.Bij haar voelde ik mij de volwassene, vooral toen mijn zusje werd geboren. Ze raakte met de vader aan de drugs en ik deed mijn best om een moeder voor mijn zusje te zijn.Toen ik veertien was, had ik het helemaal gehad. Ik vluchtte naar mijn vader, mijn zusje achterlatend bij mijn moeder en haar nieuwe vriend. Ik was eindelijk vrij! Jaren later kwam ik erachter dat de toenmalige vriend van mijn moeder hen mishandelde. Ik heb lang met een schuldgevoel rondgelopen omdat ik mijn zusje daar had achtergelaten. Maar wat had ik gedaan als ik het wel had geweten? Ik had zeer waarschijnlijk nog steeds willen ontsnappen, met of zonder mijn zusje. Na enkele jaren stopte mijn moeder van de ene op de andere dag met
drugs. Ik was zo trots op haar! En na veel pogingen om af te kicken van de drank, was het mijn moeder gelukt om tien jaar lang droog te staan. Dat zij van de drank en drugs af was, betekende niet dat zij de moeder werd waar ik altijd van ben blijven dromen. Het duurde lang voordat ik dat ook maar een klein beetje kon accepteren. Ik raakte zo gewend aan een nuchtere moeder en ik wilde zo graag in haar geloven, dat ik alle tekens van een terugval negeerde. Toen belde ze me op mijn werk. Ze was aangeschoten. Ik schrok erg dat ze na tien jaar weer gedronken had, maar haar wanhoop maakte dat ik haar drankgebruik accepteerde en medelijden met haar had. Ze wilde hulp. Eindelijk, dacht ik. Al die positieve verhalen over genezen van borderline, zou mijn moeder misschien ook? Nadat ze was bijgekomen van haar delirium veranderde ze van mening. Ze wilde zichzelf gaan helpen, niet in therapie.Vanaf toen wist ik dat het heel goed mogelijk zou zijn dat zij nooit zou veranderen. Gisteren belde ik haar om te vertellen dat ik eindelijk was afgestudeerd. En toen wist ik: ze is al veel langer aan de drank… Ik probeer te accepteren dat ik mijn moeder niet kan helpen en dat zij de strijd met borderline aan het verliezen is.Toch zal ik blijven hopen op een verbetering in haar situatie. En op een betere relatie met haar, maar nu even niet… ■ Door Esther Kruis
7
B o rd e r l i n e
Dialectische Gedragstherapie
Patiënten met borderline lijden in grote mate. Hoe radeloos ben je als je overgaat tot zelfbeschadiging? Hoe moedeloos ben je als je keer op keer pogingen doet om een einde aan je leven te maken? Hoe angstig ben je als je bij toenadering van dierbaren deze voortdurend van je afduwt?
De omgeving kijkt hulpeloos toe hoe een borderlinepatiënt zich te gronde richt om zich –paradoxaal genoegstaande te houden. Vaak staat de hulpverlening even machteloos en komt met de patiënt regelmatig in een schijnbaar onoplosbare impasse terecht. Daardoor worden patiënten nogal eens bestempeld als ‘onmogelijk’ en ‘ongemotiveerd’. De conclusie dat zij niet kunnen en willen veranderen is niet zeldzaam. De patiënten voelen zich onbegrepen door zowel de omgeving als de hulpverlening. Zij voelen zich afgewezen en als gevolg daarvan wijzen zij zichzelf af, kunnen zij zich niet of nauwelijks meer inzetten voor verandering en haken zij op alle gebieden af!
lijke verandering (veranderingsgerichtheid). Wanneer patiënten begrijpen (en zich begrepen voelen) dat hun gedrag niet zo onbegrijpelijk is en eigenlijk gericht is op het onder controle krijgen van heftige emotionele ontregeling, zullen zij zichzelf minder afwijzen. De veranderingsgerichtheid komt tot uitdrukking in het verwerven van vaardigheden om op een meer adequate en minder schadelijke manier met emotionele ontregeling om te gaan. Het uitgangspunt is dat borderlinepatiënten heel veel moeite hebben om hun gevoelsleven te regelen: hun emotionele thermostaat werkt niet goed waardoor zij alles veel heftiger voelen dan anderen. Daarnaast hebben zij onvoldoende geleerd met deze ‘emotionele stormen’ om te gaan. Het typische borderline gedrag zoals zelfbeschadiging is een middel om de emotionele storm onder controle te krijgen, en –vreemd genoeg- het helpt ook!
EMOTIONELE THERMOSTAAT
Dialectische Gedragstherapie (DGT) kan deze cirkel doorbreken. DGT is ontwikkeld door Marsha Linehan, een Amerikaanse psychologe. Het dialectische* in DGT zit onder andere in het versterken van begrip van patiënten voor hun eigen ‘onbegrijpelijke’ gedrag (de validatie) om zo te komen tot de onvermijde-
DE PIJN VAN MARIANNE
Marianne is een borderlinepatiënte die zichzelf met sigarettenpeuken brandt. De DGT therapeut van Marianne helpt haar om in te zien dat zij dat niet ‘zo maar’ doet, maar dat zij om haar negatieve gevoelens, voortkomend uit herbelevingen van een traumatisch verleden, weg te krijgen. Uit de analyses die de therapeut met haar maakt, blijkt dat het branden haar
aandacht afleidt van deze herbelevingen en de emotionele pijn die daar uit voortvloeit vermindert. In die zin ‘helpt’ het branden haar om rustig te worden. In de DGT behandeling onderzoekt de therapeut met haar wat andere en minder schadelijke manieren zijn om deze emotionele storm op te vangen. Hij moedigt haar aan om hem te bellen wanneer zij in crisis raakt zodat ze samen kunnen voorkomen dat zij gaat branden. Marianne volgt eveneens een vaardigheidstraining waarin zij vaardigheden leert die haar behulpzaam kunnen zijn. Omdat het werken met zelfbeschadigende en chronisch suïcidale patiënten moeilijk is bespreekt de therapeut van Marianne wekelijks in een team van DGT therapeuten die zaken waar hij tegen aanloopt in de behandeling van Marianne. PERSPECTIEF OP VERANDERING
In notendop is dit de DGT behandeling: individuele therapie, vaardigheidstraining, telefonische consultatie voor patiënten en teamconsultatie voor therapeuten. De effectiviteit van deze behandelmethode is in diverse onderzoeken aangetoond (b.v. van den Bosch 2003, Linehan & Comtois 2006). Na een jaar neemt het suïcide- en zelfbeschadigende gedrag af en zijn patiënten beter in staat met anderen om te gaan. Helaas voelen patiënten zich na een jaar DGT vaak niet gelukkiger, derhalve zal het van belang zijn een vervolgbehandeling te zoeken. In ieder geval geeft DGT een perspectief tot verandering bij een patiëntengroep die nogal eens, blijkt ten onrechte, als ‘niet te veranderen’ zijn bestempeld. * dialectisch (van dialectiek): kennisleer die van de dialoogvorm gebruik maakt; het denken van stelling via tegenstelling naar synthese (samenvoeging). ■ Door Steven Meijer, klinisch psycholoog/psychotherapeut, trainer Dialectische Gedragstherapie. Werkzaam bij Visie, psychologenpraktijk te Deventer. Tevens bestuurslid van Dialexis, een stichting die zich inzet voor de verspreiding van DGT in Nederland. Daarnaast is hij verbonden als DGT therapeut aan het DGT team van de Tender, een forensische polikliniek te Deventer. Schrijver van o.a. ‘Zoeken naar balans, DGT van A tot Z’
Borderline en Medicatie V
ijfentwintig jaar geleden kregen patiënten met borderline nauwelijks medicijnen voorgeschreven. Psychotherapeuten bekeken de medicijnen van de dokter met argwaan omdat ze het gevoelsleven te veel zouden onderdrukken en bovendien te verslavend zouden zijn. Tegenwoordig zijn therapeuten realistischer over medicatie. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van verschillende medicijnen op uiteenlopende klachten bij borderline heeft namelijk uitgewezen dat medicijnen de behandeling met psychotherapie of begeleidende gesprekken juist kunnen ondersteunen doordat deze psychofarmaca de neurotransmittersystemen in onze hersenen meer in balans brengen. In 2001 werden de eerste officiële behandelrichtlijnen voor borderline gepubliceerd door de vereniging van Amerikaanse psychiaters (APA), richtlijnen die momenteel toonaangevend zijn in de behandelpraktijk. Ze zijn hieronder samengevat.
De richtlijn onderscheidt de behandeling van drie probleemgebieden: 1.Verstoringen van het denken: Achterdocht, waanachtige ideeën, verwardheid en hallucinatoire belevingen horen hierbij. Een lage dosis van een antipsychoticum vormt hier de behandeling van eerste keuze . Wanneer dit helpt kan het ook de stemming doen verbeteren evenals impulsiviteit, boosheid en vijandigheid. Wanneer het onvoldoende helpt dient de dosering te worden verhoogd.
8
2. Impulsieve gedragingen: Dit omvat gedragingen zoals impulsieve agressie, suïcidaal en zelfverwondend gedrag, promiscuïteit, middelenmisbruik, roekeloos geld uitgeven. Bij deze gedragingen worden moderne antidepressiva (SSRI’s) voorgeschreven. Wanneer een patiënt gevaarlijk gedrag gaat vertonen kan toevoeging van een lage dosis van een antipsychoticum noodzakelijk zijn. Indien SSRI’s niet effectief blijken kan de psychiater andere psychofarmaca voorschrijven.
3.Verstoring van het gevoelleven: Hieronder vallen stemmingswisselingen, buitenproportionele intense boosheid, depressieve buien en woede-uitbarstingen. Volgens de APA richtlijn moeten deze symptomen behandeld worden met een modern antidepressivum (een SSRI of aanverwant middel) . In geval van aanhoudende angstklachten kan daarbij ook een kalmeringsmiddel (benzodiazepine) worden gegeven ondanks de mogelijke risico’s zoals toename van impulsiviteit en verslaving. Stemmingsstabilisatoren (Lithium, Valproaat, Carbamazapine) worden in deze richtlijn aanbevolen als alternatieve keuze. Je kunt kritiek hebben op deze richtlijnen. De aanbevelingen zijn slechts ten dele gebaseerd op goed wetenschappelijk onderzoek. Ook zouden ze dokters/psychiaters te veel uitnodigen om meerdere medicamenten gelijktijdig voor te schrijven. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat een combinatie van verschillende medicijnen zinvol zou kunnen zijn. Wel zijn er aanwijzingen dat het gebruik van meerdere medicamenten bij borderlinepatiënten juist kan leiden tot een toename van symptomen en gedragsontre-
geling. Menig borderlinepatiënt is wellicht zelfs beter af zonder medicatie. Het probleem is dat we simpelweg nog niet weten wat het beste is. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de nieuwe (atypische) antipsychotica helpen tegen verschillende symptomen van borderline. Maar deze middelen hebben veel bijwerkingen zoals gewichtstoename en seksuele stoornissen. De bijwerkingen van de moderne antidepressiva, de SSRI’s, zijn weliswaar wat milder maar het positieve effect van deze middelen lijkt daarentegen steeds meer omstreden, vooral bij vrouwelijke patiënten. Moderne stemmingsstabilisatoren komen juist goed uit de bus in recent onderzoek en lijken daarmee veel belangrijker te worden in toekomstige aanbevelingen en behandelrichtlijnen. Momenteel worden in Nederland nieuwe behandelrichtlijnen opgesteld. Daarin zullen de recente bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid en bijwerkingen van de verschillende psychofarmaca bij borderline worden meegewogen. ■ Door Theo Ingenhoven, psychiater Centrum Specialistische Psychotherapie voor Persoonlijkheidsstoornissen, De Zwaluw en de Enk, Symfora Groep Amersfoort.
Bu l l e t i n “Het is net stroom: je ziet het niet, maar voelt het wel” Op een dag belde een jonge vrouw naar het Fonds Psychische Gezondheid voor de brochure borderline. Ze had ’s morgens van haar psychiater gehoord dat ze borderline had en ze was daar erg van geschrokken. Ons telefoonnummer had gestaan in de informatie die hij haar had meegegeven. We stuurden haar de brochure en een paar maanden later ging ik bij haar op bezoek om te horen wat je doet met zo’n diagnose. Everdina is 26 jaar en woont met vriend Dennis, die elektricien is, twee katten en drie cavia’s in een klein appartement. Haar grote hobby is scrapbooking. Een baan heeft ze niet, ze is de hele dag thuis. Waarom schrok ze zo toen de psychiater zei dat ze borderline had. “Omdat je denkt, dat zijn mensen die doordraaien, die zijn niet normaal, die hebben geen zin meer in het leven. Ik voelde me al heel lang erg down en je weet wel dat er geestelijk iets mis is met je, maar je weet niet wat. Ik schrok wel maar nu weet ik tenminste wel wat er aan de hand is.” GESPREK VAN DE DAG
Everdina haalt vanonder de bank haar borderlinedoos tevoorschijn. Daarin zitten alle papieren van de psychiater, twee boeken over borderline en onze brochure. Dennis en zij hebben samen de brochure gelezen. Met roze heeft ze de passages gemarkeerd waarin ze zich herkent. Bijvoorbeeld die over zwart/wit denken. Dennis: “Bij haar is iemand meteen goed of meteen slecht. En wanneer iemand haar aankijkt op straat denkt ze meteen dat ie iets wil en wordt ze bang. Everdina: “Ik ben te vaak gekwetst, ik had een stempel dat ik in een tehuis woonde, daardoor vertrouw ik de mensen niet meer. Sommige mensen zijn hard…..Ik voel me bij heel veel mensen niet op mijn gemak. Ze zeggen dat het aangeboren is. Het komt meer voor in mijn familie. Maar ook de relatie van mijn ouders was niet goed en mijn vader mishandelde mij.” Dennis: “Ik heb ook gescheiden ouders, een moeder met borderline en een vader met losse handjes maar ik ben er goed uitgekomen. Ik vind het eigenlijk hartstikke fout zo’n diagnose. Ze zeggen er ook niet bij in welke graad je het hebt. En welke verschijnselen. Nou leest ze die boeken en herkent allerlei dingen maar ze leest ook dingen die ze niet heeft en nou denkt ze dat ze dat ook gaat krijgen
omdat dat hoort bij borderline.” En hij verzucht: “Borderline is hier het gesprek van de dag. Ik denk wel eens: Dina, probeer het eens een dagje over te slaan. Borderline is net stroom: je ziet het niet, maar voelt het wel.” TEHUIZEN
Toen Everdina negen jaar was overleed haar moeder. “Vreselijk was dat. Ik mis haar nog steeds heel erg. Na haar dood mocht er niet meer over haar worden gepraat. Mijn vader had alweer een nieuwe vriendin. Het was vreselijk bij mijn vader, ik moest alles doen, zorgen voor boodschappen en bier.” Op haar veertiende ging ze naar een tehuis en dat vond ze heerlijk. Maar in het derde tehuis ging het mis. “Ik was heel somber, toen heb ik in mijn polsen gesneden omdat ik er niet meer wilde zijn. Uiteindelijk ben ik bij Dennis ingetrokken. Dat is nu acht jaar geleden en zolang heb ik ook al geen contact meer met mijn vader.” Toen ze bij Dennis woonde ging het wel beter met Everdina maar er ging toch van alles mis. Ze werkte korte tijd in de ouderenzorg maar belandde al snel in de ziektewet. Er waren problemen met geld en ze woonde een tijdje bij haar nicht. Ze slikt al jaren antidepressiva. GOLDSTEIN-TRAINING
Kortgeleden moest ze daarmee stoppen en kreeg ze andere medicijnen. Die pillen moeten haar oppeppen en minder angstig maken. Ze heeft gesprekken met een psychiater en ze gaat naar een Goldstein-training. Daar leert ze omgaan met boosheid en dat ze zich durft te uiten. Hoe was de eerste keer? Everdina: “Ik was al dagen van te voren zenuwachtig en
angstig. We moesten verzamelen op een paarse bank. De enige die ik kende was de begeleidster. Eenmaal binnen moesten we onszelf voorstellen. Ik werd steeds zenuwachtiger en toen ik aan de beurt was kon ik alleen maar hakkelen en stotteren. De begeleidster vertelde wat de bedoeling was en we kregen een video te zien. Met situaties hoe je niet moet reageren wanneer ze je kleineren en situaties van hoe je wel moet reageren. We moeten ook rollenspellen doen. In het begin was het erg eng maar dan gaat het vanzelf. Je moet situaties spelen dat er bijvoorbeeld in de supermarkt iemand met z’n karretje tegen je aan loopt.” PINNEN
Everdina durfde de laatste tijd helemaal niet meer naar buiten, ook niet om geld te pinnen. Dennis: “Die hulpverleners praten er dagen over, over hoe het komt en wat eraan te doen is. Ik denk: pak de bron aan. Pinnen is een must, de hele wereld pint, dus moet zij ook pinnen. Daar moet je niet over praten dat moet je gewoon doen, daarom nam ik haar mee en gingen we samen pinnen. Net zolang tot ze het zelf durfde. Nou pint ze als een gek.” Everdina: “Maar de pizzalijn durf ik nog steeds niet te bellen, dan begin ik te stotteren.” Dennis: “Dat gaan we ook aanpakken.” Inmiddels is de Goldsteintraining afgelopen en heeft Everdina een certificaat gekregen. “Ik ben trots op mijzelf dat ik dit heb gedaan.” * Om privacyredenen zijn de namen gefingeerd. ■ Door Adrianne Dercksen, Fonds Psychische Gezondheid.
WEBSITES www.samenzoekennaarbalans.nl Website van het Fonds Psychische Gezondheid over de Landelijke Dag Psychische Gezondheid 2006. Aanvullende informatie over de campagne op 10 oktober en over borderline. www.psychowijzer.nl Website van het Fonds Psychische Gezondheid met informatie over verschillende psychische ziekten, waaronder borderline. www.stichtingborderline.nl Website van de landelijke patiëntenorganisatie voor mensen met borderline en hun omgeving. Voor lotgenotencontact, informatie en advies. www.triade-borderline.nl Website van de landelijke stuurgroep ‘triade borderline’ die de activiteiten van mensen met borderline, familie en hulpverlening bundelt. Met o.a. de Sociale Kaart Borderline.
www.psychiatrienet.nl Een onafhankelijke website met een selectie van belangrijke websites door psychiaters. www.moeilijkemensen.nl Website met informatie over persoonlijkheidsstoornissen voor cliënten en hulpverleners. www.borderline.startpagina.nl Website met verwijzingen naar persoonlijke sites van ervaringsdeskundigen, behandelcentra, contact met lotgenoten, etc. www.borderline-hulpgroep.com Website van Stichting Leven met Borderline. Voor lotgenotencontact, informatie en advies. www.borderline-klup.nl Een uitgebreide startpagina voor mensen met borderline, met informatie over borderline, medicatie, lotgenotencontact, fora etc.
9
B o rd e r l i n e
Borderlinepatiënten in nood! Iedere borderlinepatiënt kent vele crises; sommigen zijn chronisch in crisis. De aanleiding voor een crisis heeft vaak met ‘verlies’ te maken. Dat kan een werkelijk verlies zijn, maar het kan ook de dreiging van verlies zijn, of de angst in de steek gelaten te worden. Dat verlies kent veel vormen: van overlijden van een naaste, de suïcide van een medepatiënt, tot scheiding van een partner. Meestal gaat het echter niet om dit soort ingrijpende ervaringen, maar zit het hem in kleinere dingen: een broer of zus die niet reageert zoals verwacht, conflicten op het werk, een telefonische hulppost die niet bereikbaar blijkt, de hulpverlener die niet op een SMS reageert. Overigens is er soms helemaal geen directe aanleiding, maar is het leven van alledag (en dat is bij een borderlinepatiënt vaak hectisch) zo enerverend dat de energie eenvoudigweg opraakt. Of de borderlinepatiënt loopt op tegen zijn of haar onvermogen alleen te zijn. GEVAAR
Borderline-crises gaan vaak gepaard met ‘gevaar’: dreigende “impulsdoorbraken”, oplopende ruzies met direct betrokkenen, maar vooral dreiging van automutilatie of suici-
daliteit. Bij suïcidedreiging is het meestal niet de bedoeling echt dood te gaan, maar is de patiënt ontredderd en weet zij zich geen raad. Mede omdat borderlinepatiënten vaak zo impulsief zijn, is het risico desalniettemin groot: tussen de 4% en 10 % van de borderlinepatiënten overlijdt door zelfdoding. Meer nog dan bij andere psychiatrische stoornissen is het steunsysteem (belangrijke mensen om de patiënt heen) vaak uitgeput, en ligt een beroep op de officiële hulpverlening voor de hand. Borderlinepatiënten in crisis zijn niet gemakkelijk: ze zijn woedend, verdrietig, voelen zich onmachtig, en worden verscheurd door innerlijke tegenstrijdigheden. Hun hulpverlener sturen ze daardoor vaak alle kanten op. AFSPRAKEN
Van een hulpverlener mag je verwachten dat hij zijn hoofd erbij houdt, dat hij niet sarcastisch doet als de patiënt cynisch is, dat hij meedenkt over wat in de betreffende situatie verstandig is, maar ook dat hij een zo groot mogelijk beroep blijft doen op wat de patiënt wèl kan.Vooral bij borderlinepatiënten
moet de hulpverlener ervoor waken zich even onmachtig als de patiënt te voelen, geïrriteerd te raken, of de patiënt meer in bescherming te nemen dan goed is. Crises zetten een behandeling vaak onder druk: in nood doen patiënten begrijpelijk een groot appèl op hun therapeut en vragen ze soms dingen die onmogelijk zijn, bijvoorbeeld om er te zijn op elk moment dat de patiënt hem nodig heeft. De kans op teleurstelling is dan groot. Daarom probeert een therapeut vaak voordat een therapie begint, al afspraken te maken over wat bij crisissituaties moet gebeuren, wat er van hem verwacht kan worden en wat niet, wat de patiënt zelf kan doen om het verder oplopen van de spanning tegen te gaan. Tijdens de crisis probeert de therapeut zich aan die afspraken te houden, en spreekt hij de patiënt erop aan als die zich bij herhaling niet aan de ‘overeenkomst’ houdt. Sommige therapeuten zijn buiten kantoortijd bereikbaar; dat geeft onmiskenbaar een gevoel van veiligheid, er niet alléén voor te staan. Therapeuten die dat doen, doen overigens tegelijkertijd een groot beroep op de eigen hulpbronnen van de patiënt: ze willen zeker niet de afhankelijkheid vergroten of het gevoel van hulpeloosheid indirect versterken. ACUTE OPNAMES
Over nut en noodzaak van acute opnames bij crises wordt nogal verschillend gedacht. Er wordt vaak gezegd dat acute opnames eigenlijk niets toevoegen en de onmacht alleen versterken. De standpunten die hierbij worden ingenomen zijn vaak stelliger dan je op basis van wetenschappelijk onderzoek zou mogen verwachten. Mijn persoonlijke standpunt is dat je van opnames niet zo’n punt moet maken. Een opnameafdeling lost weliswaar je problemen niet op, en helpt je zeker niet van je stoornis af, maar biedt soms toch het klimaat waarin je even niets hoeft (anders dan wat regelmaat), waar je je persoonlijke relaties niet beschadigt als je bijvoorbeeld woest en overprikkeld bent, en waar je in ieder geval even onder andere mensen bent. Als de eigen therapeut de hulp aanhoudt en zo snel mogelijk weer oppakt, is er m.i. geen enkele reden zo tegen opnames te zijn. ■ Door Bert van Luyn, psycholoog-psychotherapeut en hoofdbehandelaar bij de Symfora Groep in Amersfoort. Veel van zijn patiënten hebben een persoonlijkheidsstoornis.
Borderline op latere leeftijd Lange tijd werd verondersteld dat persoonlijkheidsstoornissen alleen op volwassen leeftijd aanwezig zijn en na ongeveer het vijftigste levensjaar verdwijnen. Inmiddels zijn er steeds meer aanwijzingen dat persoonlijkheidsproblematiek op oudere leeftijd wel degelijk vóórkomt en daarbij specifieke gedragingen kent.
te mogelijkheden om vast te stellen of een oudere een persoonlijkheidstoornis heeft.Terwijl een gedegen persoonlijkheidsonderzoek zeer relevant is voor de behandeling en bejegening van de patiënt en ook voor de betrokken familieleden, mantelzorgers en professionele zorgverleners. Ontwikkeling en verbetering van persoonlijkheidstesten voor ouderen is dan ook van essentieel belang.
VAGE KLACHTEN
De impulsieve en agressieve gedragingen die volwassen borderlinepatiënten kenmerken, kunnen op oudere leeftijd plaatsmaken voor depressieve uitingen. Daarnaast zijn oudere borderlinepatiënten sterker geneigd hun spanningen te uiten via allerlei vage lichamelijke klachten. Het komt regelmatig voor dat ze steeds meer kalmerende medicijnen of alcohol gebruiken. De oudere borderliner heeft, net als de volwassen borderliner, een enorme angst om in de steek gelaten te worden.Voortdurend proberen zij hechte relaties aan te gaan met anderen. Deze relaties zijn meestal van korte duur omdat ze intimiteit al snel als te bedreigend ervaren. Voor de mensen die al lange tijd optrekken met de oudere met borderline zoals partner, kinderen en huisarts is het moeilijk om begrip op te blijven brengen. Maar ook medewerkers van de thuiszorg of het personeel van het verzorgingshuis kunnen aanzienlijke omgangsproblemen ervaren. WEINIG BEKEND
Ondanks de vergrijzing en daarmee samengaand het toenemende aantal ouderen met een persoonlijkheidsstoornis, is er weinig bekend over dit thema. Er zijn nog maar beperk-
10
MEER AANDACHT
Op basis van wetenschappelijk onderzoek is onlangs de Gerontologische Persoonlijkheidsstoornissen Schaal (GPS) tot stand gekomen. Daarmee kunnen ouderen worden gescreend.Verder is er onlangs een Nederlands Expertpanel Persoonlijkheid & Ouderen (EPO) opgericht dat de huidige wetenschappelijke kennis en praktijkervaringen gaat bundelen. De leden van dit panel zijn betrokken bij diverse wetenschappelijke onderzoeken op het gebied van persoonlijkheid en ouderen en werken als psycholoog in de klinische praktijk met deze doelgroep. Gelukkig is er ook oog voor de moeilijkheden die mantelzorgers kunnen ervaren. Zo heeft het Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie (NKOP) de folder ‘De ene persoon is de andere niet: Ouder worden met een borderline persoonlijkheidsstoornis’ uitgegeven. Daarin staan zeer bruikbare omgangstips voor mantelzorgers. De huidige wetenschappelijke ontwikkelingen blijven helaas achter bij de toenemende vraag naar passende hulpverlening aan ouderen in de (geestelijke) gezondheidszorg. Een inhaalrace is noodzakelijk.
Deze folder is te bestellen op de website www.succesvolouderworden.nl of door te bellen naar het Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie: tel.030-6937610.Meer informatie over persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen is te vinden op www.ouderenpsychiatrie.nl. ■ Door dr. Bas van Alphen en drs. Judith Tummers, GZ-psychologen werkzaam bij de divisie Ouderen van de Mondriaan Zorggroep in Heerlen.
Bu l l e t i n
Samen wijs uit Borderline
Omgaan met borderline is moeilijk. Voor de mensen die het hebben, voor hun omgeving en vaak ook voor hun behandelaars. De hulpverlening is voor verbetering vatbaar, de ervaringen van cliënten kunnen daarvoor aangrijpingspunten bieden. In september 2004 nam het Steunpunt GGz Utrecht het initiatief voor wat later “Samen wijs uit Borderline” zou gaan heten. Een programma voor hulp- en zorgverleners, ontwikkeld en gegeven door mensen met borderline. De groep ervaringsdeskundigen bestaand uit 5 personen, geeft de training samen met een begeleidster. VIOLA VAN RIJNSOEVER (27) IS ÉÉN VAN DE ERVARINGSDESKUNDIGEN.
“Als je een been breekt, weet je dat je naar het ziekenhuis moet en dat je een paar weken in het gips zit. Toen ik in de GGz terecht kwam vanwege psychische problemen wist ik niet bij wie ik moest zijn, waar ik moest zijn en wat de mogelijkheden waren. Een soort van doolhof, waarin ik het gevoel had dat ik van het kastje naar de muur werd gestuurd. Een psycholoog heeft tijdens een éérste gesprek letterlijk tegen me gezegd: “Ik denk niet dat ik iets voor je kan doen…”. Toen na een lange weg de diagnose borderline uiteindelijk bij me gesteld werd, kon ik daar niet zoveel mee. Naast dat ik bijna zeven maanden thuis heb gezeten voordat ik in therapie kon, heb ik uitleg over de stoornis gemist. Ik kon zelf niet eens verwoorden wat het was. Ik kende nog één ander meisje met borderline, maar ik herkende mezelf helemaal niet in haar. Ik heb geen wisselende contacten, ik verhuis niet om de drie weken…. juist de ‘normale’ dingen maken het me moeilijk. Ik heb last van dingen waarbij anderen denken: “Waar maak je je druk om?”. En van buiten is er, anders dan bij dat andere meisje, weinig te zien. Mensen met borderline zijn allemaal anders, maar daar wordt niet altijd rekening mee gehouden. Ik heb vaak het gevoel dat we allemaal over één kam geschoren worden. Dat
MEER • Alles of Niets. Informatie en adviezen voor patiënten en betrokkenen betreffende de borderline stoornis. E. van Meekeren, 2005 (8e herziene druk). Uitgegeven in eigen beheer. Te bestellen bij Stichting Borderline en Labyrint - In Perspectief. • Borderline. Als het evenwicht zoek is. Brochure van het Fonds Psychische Gezondheid, 2006. Utrecht.Verkrijgbaar in de webwinkel op www.fondspsychischegezondheid.nl. • Borderline persoonlijkheidsstoornis. Handleiding voor training en therapie. M.M. Linehan, 2002. Swets & Zeitlinger, Lisse. ISBN 90-2651-457-3. • De Borderline – dans. Een boek van psychiater Anthony Walker over zijn huwelijk met een borderlinepatiënte. Anthony Walker, 2003. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam. ISBN 90-5712-159-x.
we in een groep allemaal dezelfde borderline verschijnselen hebben, wil niet zeggen dat de gedachten daarachter ook hetzelfde zijn. Als je mij wilt helpen, moet je eerst weten hoe mijn beleveniswereld in elkaar zit; hoe mijn borderline is. In “Samen wijs uit borderline” vertellen we, zittend tussen de deelnemers, per thema (Welkom in de GGz en Constructief omgaan met destructiviteit) over onze negatieve én positieve ervaringen met de hulpverlening en geven we de behandelaars zicht op wat voor ons wel en niet werkt. Als je alleen al bereikt dat een deelnemer opnieuw gaat nadenken over de manier waarop hij of zij met borderlinecliënten omgaat, is dat fantastisch! Het programma wordt ook ingezet als aanvulling op het bestaande scholingsaanbod. Studenten geven aan dat de verhalen die ze van ons horen zoveel meer zicht geven in de borderlinestoornis dan ze uit de boeken geleerd hebben. Eigenlijk zou je het verplicht moeten stellen dat iedereen in opleiding deze training volgt. Je moet het immers bij de ‘wortel’ aanpakken!”. ANNE OUDE EGBERINK (49) IS BEGELEIDSTER VAN DE GROEP.
“De reacties van hulpverleners op “Samen wijs uit Borderline” zijn tot nu toe uitermate positief. Om te beginnen is er vanuit de kant van de deelnemers altijd de oprechte bewondering voor de persoonlijke moed van de ervaringsdeskundigen. Iedereen kan meevoelen dat het niet niks is om jezelf zo kwetsbaar op te stellen en een kijkje te geven in wat nou niet bepaald de kanten van jezelf zijn waar je het meest blij mee bent. Maar er is ook verbazing: aan de buitenkant is voor de deelnemers relatief weinig te merken van de heftige innerlijke strijd die mensen met borderline aanhoudend voeren. Toch is de borderline stoornis voor géén van de ervaringsdeskundigen een afgesloten hoofdstuk. In die zin zijn de ervaringsdeskundigen ‘gewone’ borderliners, geen ‘betere’ borderliners of ex-borderliners.Wel mensen die laten zien dat je bor-
LEZEN • Leven met een borderliner. Een praktische gids. Paul Mason en Randi Kreger, 2003. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam. ISBN 90-5712-162-x. • Leven met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Verschenen in de serie van A tot ggZ. Josephine Giesen – Bloo, 2005. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. ISBN 90-3133-563-0. • De Borderline stoornis. Crisis in hechten en onthechten. E. van Meekeren, 2001. Benecke NI, Amsterdam. ISBN 90-7363-743-0. • Borderliner. (ervaringsverhaal). Caroline Kraus, 2006. Uitgeverij Muntinga, Amsterdam. ISBN 90-4176-151-9. • Leven en ziektegeschiedenis van Vincent van Gogh. Een rollende steen gadert geen mos. E. van Meekeren, 2003. Benecke NI, Amsterdam. ISBN 90-7363-756-2.
DE LANDELIJKE DAG PSYCHISCHE GEZONDHEID 2006 IS FINANCIEEL MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:
derline kunt leren hanteren. De indringende boodschap is: schrijf nooit iemand af als hopeloos. Als niets lijkt te helpen betekent dat niet dat je als hulpverlener kunt ophouden met zoeken, integendeel… Wat de deelnemers ook altijd verrast is de onderlinge verscheidenheid: de ervaringsdeskundigen zijn, ondanks dat ze allemaal borderline hebben, stuk voor stuk heel
andere mensen. Dat verschil wordt in “Samen Wijs uit Borderline” ook bewust gebruikt om te laten zien hoe vreselijk belangrijk het is om in gesprek te gaan met de cliënt die voor je zit. Juist omdat mensen allemaal anders zijn, is het noodzaak de zorg op persoonlijke maat te snijden. De ervaring met het project blijft de deelnemers bij als iets dat je in je verdere leven meeneemt, een verrijking. Ze hebben niet alleen iets geleerd over borderline, maar ook breder: over helpend contact”. Het Steunpunt GGz Utrecht biedt de training “Samen wijs uit Borderline” aan als training van één dagdeel. Over inhoudelijke afstemming en specifieke wensen is overleg mogelijk.Aan de training zijn kosten verbonden. Gewerkt wordt aan een draaiboek en een overdraagbare methodiek om elders in het land zelf een dergelijke training op te zetten.Voor meer informatie kunt u terecht bij Marja de Ruiter, coördinator van het project, tel. 030-2369320, of kijken op de website www.ggzutrecht.nl. ■ Door Hilke Verdijk, Fonds Psychische Gezondheid,
i.s.m. Viola van Rijnsoever, Anne Oude Egberink en Marja de Ruiter.
C O L O F O N Het Borderline – Bulletin is een uitgave van het Fonds Psychische Gezondheid in het kader van de Landelijke Dag Psychische Gezondheid over borderline op 10 oktober 2006. Het Borderline - Bulletin is gemaakt door: Fonds Psychische Gezondheid Adrianne Dercksen, Hilke Verdijk. Postbus 5103 3502 JC Utrecht tel: 030 297 11 97
[email protected] www.fondspsychischegezondheid.nl Campagnewebsite: www.samenzoekennaarbalans.nl Werkgroep Landelijke Dag Psychische Gezondheid 2006: Fonds Psychische Gezondheid, Stichting Korrelatie, Stichting Labyrint - In Perspectief, de Cliëntenbond in de GGz,Triade – Borderline, Stichting Pandora. Strip: Ruben Libgott Illustraties: Niels Bongers Vormgeving: Prepress Wegener Nieuwsdruk Gelderland Druk: Wegener Nieuwsdruk Gelderland © Fonds Psychische Gezondheid Niets uit deze krant mag worden overgenomen, zonder (schriftelijke) toestemming van het Fonds Psychische Gezondheid.
11
B o rd e r l i n e Sociale-kaart Borderline Bent u als patiënt, familielid of behandelaar op zoek naar hulp of informatie over de borderline persoonlijkheidsstoornis?
“Ik ben nu de baas!” Drie jaar geleden spraken wij met Ellen (45). Zij vertelde toen over haar borderlinestoornis en wat dat voor haar leven betekent. In dat gesprek vertelde ze er hard aan te willen werken weer gewoon ‘Ellen’ te worden. Inmiddels gaat het een stuk beter met haar. FOTO: KAREL ZWANEVELD
Kijk dan, voor een specifiek aanbod van (hulpverlenende) instellingen en organisaties en voor behandelcentra en contactpersonen bij u in de provincie, op de Sociale-kaart Borderline op
www.triade-borderline.nl. Ook als uw organisatie of instelling hulp biedt voor of informatie over borderline en u daarvan een vermelding wilt op de Sociale-kaart Borderline, kunt u op deze website terecht.
Etiketje Mensen denken altijd dat ze me met fluwelen handschoentjes aan moeten pakken. Ze vragen aan bekenden van mij of ik bijvoorbeeld bepaalde dingen wel aankan. Of ik bijvoorbeeld een boek of een artikel wel kan lezen, of ik daar niet van ondersteboven zou raken. Dit vind ik erg vervelend. Mensen behandelen je soms alsof je van glas bent. Ik vind dat dit niet klopt. Sommige dingen zullen mij inderdaad wat eerder raken dan anderen, maar het is aan MIJ om te kijken hoe ik daarmee omga. Ik wil niet dat anderen mij in bescherming nemen tegen mezelf. Ik kan zelf bepalen wat ik wel en niet aankan. Behandel me gewoon als een gelijke, want dat ben ik, ook al staat het etiketje borderline op mijn kop! ■ Door Suzanne Engelen
TOEN (2003) “Mijn probleem is een intens gevoel van leegte en niet weten wie ik ben”, vertelt Ellen. “Een ander probleem is dat ik overgevoelig ben voor prikkels. Die prikkels zorgen voor stemmingswisselingen. Dan voel ik me doodongelukkig of krijg ik woedeuitbarstingen. Ik kan niet veel indrukken, stress of onverwachte gebeurtenissen aan. En ik heb constante angst: bij alles wat ik hoor en zie ga ik na of het veilig is. Ik wil zó graag Ellen zijn en vrij zijn van angst. Eerder sneed ik mezelf als ik bang, boos of verdrietig was. Dat deed ik uit een schreeuw om aandacht en letterlijk te voelen dat ik besta. In relaties met anderen ben ik heel kwetsbaar. Ik denk ook dat het best moeilijk zou zijn om met mij een leven te delen. Ik geef meer dan ik krijg of om vraag. Ik put mezelf daarin totaal uit”. Pas vijf jaar geleden is bij Ellen de diagnose borderline gesteld. Het heeft lang geduurd voordat er bij Ellen aan een psychische stoornis werd gedacht. “Ik leefde in twee werelden. Op mijn werk functioneerde ik goed, maar thuis was het een zooitje. Ik sliep op de bank, beschadigde mezelf en dronk veel. Uiteindelijk ging het op mijn werk ook niet meer…”.
NU (2006) Ellen: “Toen ik de diagnose borderline kreeg, was ik erg opgelucht! Nu wist ik wat er me al die jaren dwars heeft gezeten, me kapot heeft willen maken en me meermaals naar de afgrond van mijn leven heeft willen duwen. Ik ben
B
E L A N G R I J K E
• STICHTING KORRELATIE, verleent hulp bij psychische en sociale problemen.Tel. 0900 – 1450 (0,30 ct p/m, bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 – 18.00 uur). • LABYRINT - IN PERSPECTIEF, is een zelfhulporganisatie voor en door familieleden en direct betrokkenen van psychiatrische patiënten. Telefonische Hulplijn: 0900 – 2546674 (20 ct p/min).
12
• SOS,Telefonische Hulpdienst, als u ergens over wilt praten met iemand die luistert en met u meedenkt. Tel. 0900 - 0767 (5 ct p/min., bereikbaar 24 uur per, alle dagen van het jaar).
met dat borderlinestuk van me in gesprek gegaan en heb gezegd: Ik ga jou leren kennen, ik ga alles over je lezen en leren en dan bevecht ik je dag voor dag, uur voor uur”. In de jaren die volgden heeft Ellen verschillende soorten therapie gevolgd en medicijnen geslikt, maar het begin van haar redding waren structuur en orde in de vorm van een ‘vaste praatpaal’ en professionele thuishulp. Ook haalt ze veel kracht uit haar vrijwilligerswerk bij Stichting Borderline. Ze is erg actief als regiocoördinator, meedenker met diverse zorgprogramma’s voor borderline en ze geeft regelmatig voorlichting voor beroepsgroepen en/of mensen in opleiding. Daarnaast heeft ze veel steun gehad van haar geloof in God, haar vrienden, ouders, familie en lotgenoten. “Het gaat nu echt de goede kant op met me. Ik heb nog steeds borderline, maar ik ‘ben’ tegenwoordig de baas! Hoewel ik nog dagelijks de beperkingen ervan op mijn mogelijkheden, energie en leven ondervindt, kan ik er nu tegen vechten en kan ik er steeds beter mee omgaan. Ik zie nu ook in dat borderline me ook veel dingen heeft opgeleverd. Maar ik ben niet trots op mijn stoornis. Mijn borderline is niet te genezen, maar ik heb het wel leren accepteren als een onvermijdelijk deel van mijn bestaan. Ik val niet samen met mijn stoornis. Dat ik borderline heb, doet niet af aan het feit dat ik vooral Ellen ben. In de bloei van mijn leven!” ■
Door Hilke Verdijk, Fonds Psychische Gezondheid.
T E L E F O O N N U M M E R S • LANDELIJKE STICHTING ZELFBESCHADIGING, voor en door mensen die zichzelf beschadigen. Telefonische Hulplijn: 030 - 2311473 (maandag, woensdag en vrijdag van 10.00-16.00 uur). • FONDS PSYCHISCHE GEZONDHEID, voor informatie en advies over psychische ziekten. Informatie & Advieslijn: 0900 – 903 903 9 (20 ct p/min, bereikbaar op werkdagen van 10.00 – 16.00 uur). • STICHTING BORDERLINE, voor advies en contact met lotgenoten.Tel. 030 - 2767072 (maandag en donderdag van 10.30-14.30 uur) of www.stichtingborderline.nl.