RUP ‘zonevreemde bedrijven’ Toelichtingsnota Gemeente Brecht
Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 8.10.2015 Op bevel, De Secretaris,
De Voorzitter
…
..
COLOFON Opdracht: RUP ‘zonevreemde bedrijven’
Opdrachtgever: Gemeente Brecht Gemeentepark 1 2960 Brecht
Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001
Identificatienummer: 2245653048/emu/kja Datum:
status / revisie:
7 april 2014 Juni 2014 September 2014 September 2014 Januari 2015 Augustus 2015
RUP_VO_MVT_rev00 RUP_VO_MVT_rev01 RUP_VO_MVT_rev02 RUP_VO_MVT_rev03 RUP_O_MVT_rev00 RUP_O_MVT_rev01
Projectmedewerkers: Koen Janssens, Projectleider Eline Mulkens, Ruimtelijk Planner
Antea Belgium nv 2015 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
INHOUD DEEL 1
RAPPORT .......................................................................................................5
1
INLEIDING .......................................................................................................................6
1.1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3 3.1 4 4.1 4.2 4.3
OPDRACHTOMSCHRIJVING ..................................................................................................6 BELEIDSMATIG KADER .....................................................................................................11 VLAAMSE CODEX ............................................................................................................11 HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN....................................................................13 HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE ANTWERPEN (RSPA) ..........................................15 HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BRECHT (GRS) (B.D. 16/12/2004) .................16 HET GEMEENTELIJK RUP ‘BEDRIJVENTERREIN DE RING’ (2011)................................................23 ANALYSE VAN DE BEDRIJVEN .............................................................................................27 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND VAN DE BEDRIJVEN ............................................................27 OPBOUW VISIE...............................................................................................................64 RUIMTELIJK AFWEGINGSKADER ..........................................................................................64 CATEGORIEËN VAN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN ..............................................................65 CATEGORIEËN VAN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN – AFWEGING T.O.V. GRS/ RUIMTELIJKE DRAAGKRACHT ...............................................................................................................66 BEPALING ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN PER BEDRIJF........................................................67
5
5.1 CATEGORIE 1 – VERDERE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN, OPMAAK DEELRUP ...........................67 5.2 CATEGORIE 2 – BEPERKTE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN, OPMAAK DEELRUP ..........................67 5.3 CATEGORIE 3 – BEHOUD BINNEN HET BESTAANDE KADER, EVENTUEEL NABESTEMMING, OPMAAK DEELRUP ......................................................................................................................78 5.4 NIET-WEERHOUDEN DEELPLANNEN BIJ VERDERE OPMAAK RUP...............................................101 5.5 SELECTIE DEELPLANNEN ..................................................................................................101 6 MOTIVATIE AFWIJKING HAG(DEELPLANNEN 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 EN 9)......................................103 6.1 OPBOUW RUIMTELIJK AFWEGINGSKADER ...........................................................................103 7 GRAFISCH PLAN EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN .................................................108 7.1 7.2 7.3 8
PLANOPTIES EN BESTEMMING ..........................................................................................108 NABESTEMMING...........................................................................................................109 RUIMTEBALANS ............................................................................................................111 OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN .......................................................................................112
8.1 8.2 8.3 9
GEWESTPLAN ...............................................................................................................112 BPA’S ........................................................................................................................113 VERKAVELINGEN ...........................................................................................................113 REGISTER M.B.T. PLANBATEN, PLANSCHADE, BESTEMMINGSWIJZIGINGSCOMPENSATIE EN COMPENSATIE INGEVOLGE BESCHERMINGSVOORSCHRIFTEN ..................................................114
10 SCREENING PLAN-MER-PLICHT .......................................................................................121 10.1 CONCLUSIES VERZOEK TOT RAADPLEGING ...........................................................................121 10.2 PROCEDURE PLAN-MER-SCREENING EN BESLISSING DIENST MER............................................123 11 WATERPARAGRAAF – CONCLUSIE WATERTOETS ..................................................................124 5.
DEEL 2 BIJLAGEN ........................................................................................125
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 3
BIJLAGEN Bijlage 1
Fotoreportage
Bijlage 2
Vergunningen zonevreemde bedrijven
Bijlage 3
Synthese enquêtering bedrijven
Bijlage 4
Burenovereenkomst Aveve Brecht (deelplan 1)
Bijlage 5
Situering zonevreemde bedrijven basislijst
Bijlage 6
Kaarten bestaande en juridische toestand
Bijlage 7
Orhtofoto’s deelplannen
Bijlage 8
Grafische plannen
Bijlage 9
Beslissing Dienst Mer
Bijlage 10
Beslissing Dienst VR
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 4
DEEL 1
RAPPORT
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 5
1 1.1
Inleiding
Opdrachtomschrijving De gemeente Brecht geeft opdracht tot het RUP ‘zonevreemde bedrijven’. Doelstelling van het RUP is het geven van een planologische oplossing voor een aantal zonevreemde bedrijven in de gemeente. Het RUP zal worden gekaderd in de gewenste ruimtelijke structuur van het RSV, het RSPA en het GRS van Brecht.
1.1.1
Onderdelen RUP Het RUP zal worden opgemaakt volgens de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening en latere wijzigingen. Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat: Een grafisch plan, dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; De erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer; Een grafische weergave van de feitelijke en juridische toestand; Een motiveringsnota waarin volgende elementen worden opgenomen: o
Een beschrijving van de doelstelling van het gemeentebestuur.
o
Motivering en afbakening grenzen gemeentelijk RUP.
o
Situering van het plangebied in de gemeente en als deel van een groter geheel (ontsluiting, complementaire functies, landschap, …).
o
Beschrijving en analyse van de feitelijke en juridische bestaande toestand.
o
De relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is, en met de hiërarchische hogere ruimtelijke structuurplannen.
o
In voorkomend geval, beschrijving van de relatie met (ontwerp) RUP’s van gewestelijk of provinciaal niveau.
o
Een gebiedsgerichte visie.
o
Toelichting van de ruimtelijke concepten die aan de basis liggen van de inrichting van het projectgebied.
o
Motivering van concept en stedenbouwkundige voorschriften.
o
Watertoets.
o
Beschrijving van de te verwachte effecten (plan-mer-screening).
o
Ruimtebalans.
o
In voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden.
o
Register planschadevergoeding, planbatenheffing, bestemmingswijzigingen indien relevant
Een plan-MER-screening.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 6
o
1.1.2
In het kader van de wettelijke verplichting dient voor het RUP ‘zonevreemde bedrijven’ een screeningsdossier van de plan-Mer-plicht opgesteld te worden; bij voorkeur zodra er voldoende duidelijkheid is omtrent de uiteindelijke plandoelstelling. Het voeren van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor het RUP zit mee vervat in de opdracht.
Opstelling onderzoekslijst zonevreemde bedrijven De gemeente Brecht beschikte over een lijst van 12 zonevreemde bedrijven. In augustus 2012 werd in het gemeentelijk infoblad een oproep gelanceerd aan bedrijfsleiders van zonevreemde bedrijven om zich te melden. Op basis hiervan werd de lijst aangevuld zodat een basislijst van zonevreemde bedrijven bekomen werd van 22 zonevreemde bedrijven. Tabel 1 Basislijst zonevreemde bedrijven NR Naam
Aard renovatie/installatie van sanitair en verwarming detailhandel tuincentrum
Adres
1
Service Plus bvba
2 3
Stock 2000 Aveve Brecht
4
Jos Meeussen en zoon bvba
productie/aanlevering (pot)grond, boomschors, meststoffen
Molenheiken 42
5 6
Godrie Topdak
grond- en afbraakwerken dakwerken
Kattenhoflaan Oostmalsebaan 13c
7
Tankrecycling Marc Van de Berckt
8
Robert Verbiest
9
LSB-rent
10 11
Luyckx Delhaize
12
Divari
13
Gebroeders Doms
metaalwerken
Kloosterakker 4
14
Van Aerde
interieur en schrijnwerk
Wuustwezelsesteenweg 2c
15
Joosi Trans
vervoer van zeecontainers
Veldstraat 158
16
Trappen Vermeiren
trappen en binnendeuren (schrijnweker)
Vondel 35
17
De Tuin van Jos
tuincentrum
Overbroekstraat 25a
18
Groep Bolckmans
aannemer
Vaartdijk 15
19
De Bruyn
carrosserie
Oostmalsebaan 66
20
Aveve Sint-Lenaerts
tuincentrum
Hoogstraatsebaan 128b
21
Benmar
diepvriesopslag en –overslag van voedingswaren
Groot Veerle 15
22
Gunther Keysers
interieur- en binnenschrijnwerk
Hoge Mereyt 10c
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
olie, water en slib afhaling en reiniging installatie vellen en snoeien van bomen technische ondersteuning evenementen import en export kranen detailhandel verkoop houten poorten, afsluitingen, tuinhuizen
kraaienhorst 11 Bevrijdingsstraat 23 Lessiusstraat 78
Korte Nieuwstraat Korte Nieuwstraat Kanaallaan 15 Abdijlaan 33 Heiken 36 Vondel (nabij Henxbroek)
pagina 7
Tijdens de eerste fase van het onderzoeksproces werd deze basislijst gescreend op volgende aspect: –
is er effectief (nog) sprake van een zonevreemde activiteit?
Op basis van deze screening werden drie bedrijven uit de basislijst geschrapt: nl. bedrijf ‘Tankrecycling Marc Van de Berckt (nr.7), bedrijf ‘Robert Verbiest’ (nr.8) en de site van bedrijf Groep Bolckmans aan de Vaartdijk (nr.18).
De eerste twee bedrijven zijn beide gelegen in de Korte Nieuwstraat, in woongebied. Van het bedrijf ‘Tankrecycling Marc Van de Berckt’ vinden nagenoeg geen bedrijfsactiviteiten plaats in de Korte Nieuwstraat. De locatie in de Korte Nieuwstraat wordt nagenoeg enkel gebruikt voor het stockeren van de bedrijfswagens en voor het administratief werk van het bedrijf. De bedrijfsactiviteiten van Robert Verbiest gebeuren ook in hoofdzaak bij de klanten ter plaatse. Het verzagen/verhaspelen/verbranden van het hout/groenafval gebeurt wel op de site in de Korte Nieuwstraat en dit zorgt soms voor beperkte milieu overlast. Deze milieuproblemen kunnen echter niet met een RUP aangepakt worden, maar dienen met de geldende milieuwetgeving en milieuhandhavingsbeleid te worden aangepakt. Bovendien is het op deze locatie in de kern van St.Job-in’t-Goor niet wenselijk als hier een herbestemming van het woongebied zou plaatsvinden.
Het bedrijf Group Bolckmans (nr.18) blijkt niet zonevreemd te zijn gelegen zoals blijkt uit de figuur van het gewestplan (Figuur 2).
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de bedrijven Luyckx (nr. 10), Aveve Sint-Lenaerts (nr.20) en Benmar (nr.21) volgens de huidige juridische toestand ook niet zonevreemd (meer) zijn. Deze bedrijven werden reeds in het BPA zonevreemde bedrijven fase I volledig herbestemd (zie § 3.1.2). De voorschriften en bestemmingszones van het BPA blijken nu echter te beperkt voor de herstructureringswensen van de betreffende bedrijven. De drie bedrijven worden dan ook meegenomen in dit RUP om te onderzoeken of een planologische oplossing mogelijk is.
De basislijst wordt dus herleidt naar een onderzoekslijst van 19 zonevreemde bedrijven. Het is op deze 19 bedrijven dat een grondig onderzoek zal worden verricht om uiteindelijk een visie op de ontwikkelingsmogelijkheden te kunnen bepalen. Om verwarring te vermijden houden de bedrijven hun nummer uit de basislijst.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 8
Figuur 1 Marc Van de Berckt (nr. 7) en Robert Verbiest (nr.8) zijn in woongebied gelegen
Figuur 2 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf site van Groep Bolckmans (nr.18)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 9
1.1.3
Situering
1.1.3.1 Situering Brecht De gemeente Brecht is gelegen in het noordelijk deel van de provincie Antwerpen op 25 km van Antwerpen en 10 km van Hoogstraten. De gemeente maakt deel uit van het arrondissement Antwerpen. Landschappelijk en fysisch-geografisch behoort Brecht tot de Noorderkempen.1 De gemeente Brecht is een zeer uitgestrekte gemeente (ca.90km²) en zorgt voor de overgang van het randstedelijk gebied van Antwerpen tot de Antwerpse Noorderkempen. De overgang wordt ook wel de Voorkempen genoemd. De gemeente wordt doorkruist door de enkele belangrijkst lijninfrastructuren: −
de E19 Antwerpen-Breda
−
de gewestweg N115 Brechtsebaan
−
spoorlijn Antwerpen-Breda met een station in Brecht, het station voor de NoorderKempen
Deze infrastructuren lopen allen van het zuidwesten naar het noordoosten m.u.v. het kanaal DesselTurnhout-Schoten dat t.h.v. Sint-Lenaarts afbuigt richting Turnhout. Structuurbepalend voor de omringende regio zijn het militaire domein Groot Schietveld (deels op het grondgebied van de gemeenten Wuustwezel en Brasschaat) en het beschermde landschap >Brechtse Heide= (deels op het grondgebied van de gemeenten Schilde, Zoersel en Malle). 2
1.1.3.2 Situering basislijst zonevreemde bedrijven Zie ook bijlage 2 Kaart van de situering basislijst zonevreemde bedrijven. De situering van de zonevreemde bedrijven is als volgt: –
1 2
De meeste zonevreemde bedrijven situeren zich in het noordelijk deel van de gemeente. o
Een drietal situeert zich in het open landbouw gebied ten noorden van SintLenaarts (ten noorden van N115). (nrs. 12, 13 en 16).
o
Enkele bedrijven zijn langs verbindingswegen gelegen doch niet allemaal even nauw aansluitend bij een woonlint of woonkern. (nrs.2, 3, 6, 11, 14, 15, 19 en 20).
o
Dan zijn er nog enkele verspreid gelegen bedrijven (nrs. 17, 9, 1, 4, 18 en 22)
–
Drie bedrijven in/nabij de dorpskern van Sint-Job-in-‘tGoor gelegen. (nrs. 5, 7 en 8)
–
Bedrijf nr. 10 ligt centraal in de Brechtse Heide.
–
Eén bedrijf ligt in de landelijke kern van Groot-Veerle. (nr.21).
GRS Brecht, 2004 GRS Brecht, 2004
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 10
2
Beleidsmatig kader
2.1
Vlaamse Codex In het kader van de uitwerking van het onderzoek naar de zonevreemde bedrijven en de gehanteerde begrippen lijkt het wenselijk om vooreerst het begrip zonevreemdheid nader te verklaren. In de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening wordt zonevreemdheid als volgt gedefinieerd: Een zonevreemde constructie is hetzij een constructie die niet beantwoordt aan de voor het perceel geldende bestemmingsvoorschriften en die niet gelegen is binnen een niet-vervallen verkaveling, hetzij een constructie die gelegen is in een reservatiestrook en die niet behoort tot de nutswerken waarvoor de reservatiestrook is afgebakend.
2.1.1
Basisrechten zonevreemde constructies In de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening worden onder Afdeling 2 van hoofdstuk “afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften” enkele basisrechten voor zonevreemde constructies opgelijst. Deze basisrechten zijn echter slechts mogelijk op basis van een aantal voorwaarden: –
Alle onderstaande mogelijkheden zijn enkel van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden. Het voldoen aan deze voorwaarden wordt beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 ‘recent afgebroken zonevreemde woningen of andere constructies’ en 4 ‘herstelwerken bij vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak’, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.
–
Bovendien zijn al de onderstaande basisrechten enkel van toepassing in gebieden, geordend door een RUP of een plan van aanleg. Een RUP kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw.
–
Bij de afgifte van een vergunning op grond van deze afdeling geldt de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 4.3.1, §1, eerste lid, 1°, onverkort. Deze toetsing gaat in het bijzonder na of het architecturaal karakter van de verbouwde, herbouwde, uitgebreide of herstelde constructies behouden blijft.
Onder bovenstaande voorwaarden gelden volgende basisrechten: –
Verbouwen en herbouwen op dezelfde plaats: In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen of voor het op dezelfde plaats herbouwen van een bestaande zonevreemde constructie, niet zijnde woningbouw. Er is sprake van een herbouw op dezelfde plaats indien de nieuwe constructie ten minste drie kwart van de bestaande oppervlakte overlapt. Indien de herbouwingswerken betrekking hebben op milieuvergunningsplichtige inrichtingen, gelden de mogelijkheden slechts indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: 1.
de bouwheer beschikt op het ogenblik van de vergunningsaanvraag over de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke milieuvergunning;
2.
de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk uitgebaat. Deze mogelijkheden gelden niet in:
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 11
–
1.
ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2.
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.
Herbouwen op een gewijzigde plaats: De vigerende bestemmingsvoorschriften vormen op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor het op een gewijzigde plaats herbouwen van een bestaande zonevreemde constructie, niet zijnde woningbouw, op voorwaarde dat voldaan is aan alle hiernavolgende vereisten: 1.
2.
voor het herbouwen is ten minste één van volgende oorzaken aanwijsbaar: a.
de constructie is getroffen door een rooilijn,
b.
de constructie bevindt zich in een achteruitbouwzone,
c.
de verplaatsing volgt uit redenen van een goede ruimtelijke ordening, en wordt door de aanvrager uitdrukkelijk gemotiveerd vanuit een betere integratie in de omgeving, een betere terreinbezetting of een kwalitatief concept;
ten minste één van volgende voorwaarden is vervuld: a.
de herbouwde constructie dichtstbijzijnde constructie,
krijgt dezelfde voorbouwlijn als de
b.
de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en richt zich op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen.
Indien de herbouwingswerken betrekking hebben op milieuvergunningsplichtige inrichtingen, gelden de mogelijkheden slechts indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: a.
de bouwheer beschikt op het ogenblik van de vergunningsaanvraag over de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke milieuvergunning;
b.
de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk uitgebaat.
Deze mogelijkheden gelden niet in:
–
a.
ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
b.
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.
Uitbreiden: Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde constructie, niet zijnde woningbouw, is vergunbaar, op voorwaarde dat de uitbreiding noodzakelijk is omwille van: a.
milieuvoorwaarden;
b.
gezondheidsredenen;
c.
maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs die bevoegd zijn in het kader van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie;
d.
de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, de dierengezondheid of het dierenwelzijn;
e.
[infrastructurele behoeften ingevolge de uitbreiding van de werking van erkende, gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstellingen of van een erkende jeugdvereniging in de zin van het decreet van 14 februari 2003 houdende de
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 12
ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid en het decreet van 18 juli 2008 houdende het voeren van een Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid of van een erkend jeugdverblijfcentrum overeenkomstig het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’]. (gew. dec. 16/7/2010) Indien de herbouwingswerken betrekking hebben op milieuvergunningsplichtige inrichtingen, gelden de mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, slechts indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: a.
de bouwheer beschikt op het ogenblik van de vergunningsaanvraag over de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke milieuvergunning;
b.
de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk uitgebaat.
De Vlaamse Regering kan bovenstaande voorwaarden nader omschrijven. –
Aanpassen: Aanpassingswerken aan of bij een zonevreemde constructie, niet zijnde woningbouw, zijn vergunbaar, op voorwaarde dat het overdekte volume niet wordt uitgebreid. De mogelijkheden voor uitbreiden en aanpassen gelden niet in: a.
ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
b.
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren.
2.2
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
2.2.1
Visie buitengebied Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) maakt een onderscheid tussen stedelijke gebieden en buitengebieden, waarbij voor elk gebied een ander ruimtelijk beleid wordt gevoerd. Binnen stedelijke gebieden moet een beleid worden gevoerd van concentratie en stimulering van diverse functies en ontwikkelingen. In de buitengebieden daarentegen staat het behoud van de open ruimte en het landelijke karakter centraal. Brecht is volledig gelegen in het buitengebied. Het RSV geeft diverse doelstellingen voor de ontwikkeling van het buitengebied waaronder: o het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; o het tegengaan van versnippering in het buitengebied; o het bundelen van de ontwikkeling in kernen van het buitengebied; o het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gehelen; o het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; o het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; o het aandacht schenken aan de bufferfunctie van het buitengebied; o het herwaarderen van de bestaande bossen; o het ontwikkelen van agrarische bedrijvenzones voor een leefbare agrarische structuur; o het concentreren van wonen en werken in de kernen van het buitengebied;
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 13
2.2.2
Algemene principes ten aanzien van (zonevreemde) bedrijvigheid
2.2.2.1 Definitie zonevreemd bedrijf in het RSV Voor zonevreemde bedrijven wordt de volgende omschrijving gehanteerd: een bedrijf, zijnde een gebouw, activiteit of functie, kan pas dan als zonevreemd worden beschouwd, wanneer zowel de juridische toets, met name het al dan niet overeenstemmen met bestaande voorschriften, als de planologische toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies, duidelijk daartoe besluiten).
2.2.2.2 Visie economische activiteiten – algemeen Eén van de belangrijkste doelstellingen van het RSV betreffende economische activiteiten is het bundelen van deze activiteiten in economische knooppunten. In het buitengebied is lokale bedrijvigheid en/of bedrijventerrein in principe enkel mogelijk aansluitend bij hoofddorpen, bedrijventerreinen voor historisch gegroeide bedrijven zijn enkel mogelijk in de kernen.
2.2.2.3 Ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen Het is aan de gemeente om ontwikkelingsperspectieven te formuleren voor de bestaande bedrijven en economische activiteiten (ook agrarische bedrijven) buiten de bedrijventerreinen. Volgende principes staan voorop bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen. De principes mogen niet los gelezen worden van de vooropgestelde visie voor de stedelijke gebieden en voor het buitengebied. –
De ontwikkelingsperspectieven van bedrijven en economische activiteiten buiten de bedrijventerreinen worden vooral bepaald door de aard en het karakter van het bedrijf zelf en nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Ruimtelijke draagkracht is afhankelijk van de ruimtelijke structuur, van het ruimtelijk functioneren van een gebied en is eveneens afhankelijk van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en haar activiteit. De gemeente zal de ruimtelijke draagkracht van de betrokken omgeving kwalitatief moeten bepalen omdat dit niet in een algemene norm is vast te leggen.
–
Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen; voor het principe goed nabuurschap kan geen algemeen geldende objectieve en meetbare maatstaven voor heel Vlaanderen worden aangereikt. Goed nabuurschap is afhankelijk van de ruimtelijke structuur en van het ruimtelijk functioneren van een gebied. Het is eveneens afhankelijk van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en haar activiteit. De gemeente zal goed nabuurschap voor de betrokken omgeving kwalitatief moeten bepalen omdat dit niet in een algemene norm is vast te leggen.
–
Alle mogelijkheden en voorzieningen voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend;
–
De ruimtelijke implicaties bij een herlokalisatie worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie.
–
De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; de ruimtelijke draagkracht is niet in algemene regels te vatten, deze wordt gebied per gebied bepaald; historische gegroeide situaties en hinder zijn mede bepalend voor de draagkracht;
–
Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in tijd; de verwachte
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 14
ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moeten goed ingeschat worden evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiëntere organisatie van de bedrijfsgebouwen, verbeterde ontsluiting, ...), volgens het BATNEEC-principe. Een gemeentelijk RUP waarin op het volledige grondgebied of voor een deel van het grondgebied wordt aangegeven wat de uitbreidingsmogelijkheden voor de aldaar gevestigde bedrijven zijn, is voor de gemeente een mogelijk instrument. Het RUP kan betrekking hebben op zowel zonevreemde bedrijven als zone-eigen bedrijven die wensen uit te breiden in een niet-geëigende bestemming. In het RUP worden de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf met specifieke verordenende voorschriften vastgelegd. Daarbij wordt aangetoond of er uitbreidingsmogelijkheden zijn en onder welke voorwaarden dat kan gebeuren. De afgebakende oppervlakte voor uitbreiding wordt opgenomen in de ruimtebalans tussen vraag en aanbod voor bedrijventerrein voor de betrokken gemeente. Indien het bedrijf voldoende verweven is met andere functies en er geen specifieke ruimtelijke maatregelen noodzakelijk zijn (bv. werkplaats, ...), wordt deze en eventuele uitbreidingen niet opgenomen in het RUP. In dit geval wordt de oppervlakte ingenomen door het bedrijf niet opgenomen in de ruimtebalans en betekent dit een stimulans voor verweving. In principe worden alle bestemmingswijzigingen, die niet binnen het verweven van functies vallen, in rekening gebracht binnen de ruimtebalans bedrijventerreinen en in de begroting van de ruimte. Voor bestemmingswijzigingen van bestemmingen, niet geëigend voor bedrijvigheid naar bedrijfsbestemmingen, van delen van bestaande ambachtelijke of industriële bedrijven, stedenbouwkundig vergund voor 1.1.1994, worden de oppervlaktes niet gerekend tot de totale toename van 6964 ha, zoals voorzien in de totale ruimtebalans bedrijventerreinen. Deze oppervlaktes zijn immers niet in de vraag naar bijkomende bedrijventerreinen inbegrepen aangezien het bestaande bedrijvigheid betreft.
2.3
Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA)
2.3.1
Brecht in het RSPA Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA) werd definitief vastgesteld door de provincieraad op 25 januari 2001 en op 10 juli 2001 door de Vlaamse Regering. Op 27 januari 2011 heeft de provincieraad de partiële herziening definitief vastgesteld. Op 4 mei 2011 werd deze herziening gedeeltelijk goedgekeurd door de bevoegde minister. Gebiedsgerichte visie hoofdruimten en deelgebieden: –
De provincie wordt ingedeeld in verschillende deelgebieden, nl. de Antwerpse fragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke netwerken en het Netegebied. Brecht is gelegen in de hoofdruimte de Noorderkempen. Het gewenst beeld voor deze hoofdruimte is een open ruimte beleid. Volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
–
o
Steunend op het RSV worden landbouw, natuur en recreatie als hoofdfuncties van de open ruimte beschouwd.
o
Functies en bebouwing moeten geconcentreerd worden in de aangeduide verdichtingspunten.
o
Kanaal Dessel-Schoten als multifunctionele drager: conform het RSV kan het kanaal en zijn omgeving een grotere recreatieve en toeristische rol krijgen. Verder moeten de landschappelijke kwaliteiten van het gebied worden versterkt.
De Noorderkempen wordt ingedeeld in verschillende deelruimte. Brecht ligt in de deelruimte Open Kempen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 15
2.3.2
o
De provincie ziet deze deelruimte als een open gebied met grootschalige landbouw en verspreide natuurlijke gebieden.
o
Nederzettingen in het gebied zijn geconcentreerde kernen. Met name de bestaande belangrijke kernen (waaronder Brecht en Malle) versterken de open Kempen als verzorgingspolen in een open gebied zonder tussenliggende linten.
–
Het kanaal Dessel-Schoten tussen Groot Schietveld en De Leeuwerik wordt aangeduid als een natuurverbinding.
–
Brecht wordt aangeduid als een structuurondersteunend hoofddorp type I (St.Lenaerts wordt ook aangeduid als woonkern)
–
De N133 tussen Malle en de E19 wordt geselecteerd als een secundaire weg type II (checken dat dit niet gewijzigd is bij de actualisatie). Deze weg verzorgt een verzamelende functie voor Malle naar de E19.
–
In Brecht, langs de noordelijke zijde van de E19 bevindt zich het treinstation Noorderkempen.
–
Het kanaal Dessel-Schoten wordt aangeduid als een structurerend hydrografisch element.
–
De Brechtse Heide wordt ingedeeld bij het complex gaaf landschap KalmthoutStabroek. In deze gave landschappen moet de open ruimte en de bestaande landschappelijke structuur maximaal worden behouden.
Bedrijvigheid in het RSPA Bij de uitwerking van de ruimtelijk-economische structuur gaat de provincie uit van een efficiënt ruimtegebruik. Sanering, hergebruik en verdichting van bestaande terreinen zijn uitgangspunten bij onder meer de verdeling van de behoefte aan bedrijventerreinen. In het buitengebied kan de behoefte aan bijkomende lokale bedrijventerreinen worden opgevangen in de bedrijfsondersteunende hoofddorpen. Lokale bedrijventerreinen sluiten in principe aan bij het hoofddorp.
2.4
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brecht (GRS) (B.D. 16/12/2004)
2.4.1
Visie diverse aspecten m.b.t. bedrijvigheid
2.4.1.1 Algemene visie zonevreemde bedrijven in de gemeente Verspreide bedrijven (of zonevreemde bedrijven) zijn de bedrijven die verspreid in het landschap voorkomt. Deze verspreide bedrijven kunnen niet op elke locatie op dezelfde manier ontwikkeld worden. Het uitwerken van een ruimtelijke visie voor de zonevreemde bedrijven baseert zich daarom op een gebiedsgerichte benadering. Hierbij wordt het beleid gekoppeld aan de specifieke eigenschappen van de open ruimtegebieden. Er wordt dus een afweging gemaakt met de verschillende deelstructuren (fysisch systeem, natuur, landbouw en landschap) die actief zijn in het buitengebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 16
Figuur 3 Gedifferentieerd beleid voor verspreide bedrijven (GRS Brecht, Arcadis, 2004)
De ruimtelijk benadering voor de verspreide bedrijven in de open ruimte resulteert in vijf ontwikkelingscategorieën naargelang het voorkomen in bos-, heide- of valleigebieden, parkgebieden, landbouwgebied met landschappelijke of natuurlijke waarden, perspectiefgebied landbouw en landbouwgebied en/of open ruimtecorridor. Hieronder wordt per deelruimte een ontwikkelingsbeleid geformuleerd voor de verspreide bedrijven. –
Bos-, heide of valleigebieden Dit zijn gebieden die door de hogere overheid tot het GEN, GENO of IVON worden gerekend, gebieden die door de provincie als natuurverbindingsgebied of gebied van bovenlokaal ecologische belang worden aangeduid. En gebieden die op lokaal niveau een belangrijke natuurlijke waarde hebben. Deze gebieden komen grotendeels overeen met de bestaande groene gebieden (natuur- en bosgebieden) op het gewestplan en de winterbekkens van de beekvalleien binnen de gemeente. In een bos-, heide of valleigebied worden geen bedrijven toegelaten. In deze gebieden ligt de nadruk op de natuurlijke ontwikkeling. Aan bestaande bedrijven kunnen instandhoudingswerken uitgevoerd worden. Deze gebouwen kunnen intern verbouwd worden. Uitbreiden of herbouwen van het bedrijf is niet mogelijk. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten toegelaten. Op termijn dienen de bedrijven te verdwijnen. Bedrijf Aveve Brecht (nr.3) en bedrijf Godrie (nr.5) zijn gelegen in dit gebied, meer bepaal in respectievelijk de beekvallei van de Weehagenbeek en de groene gordel rond St.-Job-in’t-Goor. Bedrijf Stock 2000 (nr.2) ligt op de grens van dit gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 17
–
Landbouwgebieden met landschappelijke of natuurlijke waarden Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. Het zijn gebieden met een grote samenhang, waar slechts sporadisch bebouwing in voorkomt. De natuurlijke waarde wordt bekomen door de uitdrukkelijke aanwezigheid van kleine landschapselementen. De landschappelijke waarde wordt bekomen door de belevingswaarde die aan het gebied wordt gegeven (kleinschalig, grote open ruimte, cultureel erfgoed…) In landbouwgebieden met landschappelijke of natuurlijke waarden worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Bedrijf Luyckx (nr.10) ligt in dit gebied, meer bepaald in de Brechtse Heide. Bedrijven Service Plus bvba (nr.1) en DeBruyn (nr.19) liggen ook in dit gebied. Bedrijf Benmar (nr.21) ligt in de kern van Groot-Veerle maar grenst aan het landbouwgebied met landschappelijke waarde.
–
Perspectiefgebied landbouw Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In een perspectiefgebied landbouw worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Bedrijven Divari (nr.12), Gebroeders Doms (nr.13), Van Aerde (nr.14), Joosi Trans (nr.15), Trappen Vermeiren (nr.16)en Aveve Sint-Lenaerts (nr.20) liggen in dit gebied.
–
Landbouwgebied – open ruimtecorridor Landbouwgebieden zijn gebieden waarin de landbouwfunctie overwegend voorkomt. Doch de open ruimte heeft er een lagere belevingswaarde dan in de landbouwgebieden met natuurlijke en of landschappelijke waarde en de perspectiefgebieden landbouw. De samenhang is er kleiner doordat er op vele plaatsen verspreide bebouwing voorkomt. In een landbouwgebied worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. De resterende open ruimte moet zo goed mogelijk bewaard blijven. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelings-mogelijkheden toegekend. Naast instandhoudingswerken kunnen de bedrijven beperkt uitbreiden en herbouwen. De mogelijkheden voor uitbreiding worden per bedrijf bepaald naargelang de ligging binnen zijn omgeving en de activiteiten die er plaatsvinden. Bij stopzetting
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 18
van de huidige ondergebracht.
bedrijfsactiviteiten kunnen er
nieuwe
activiteiten worden
Bedrijf LSB-rent (nr.9) en bedrijf Gunther Keysers (nr.22) ligt in dit gebied. –
Parkgebieden: niet relevant, want omvat geen zonevreemd bedrijf van de onderzoekslijst
Tabel 2 Samenvatting ontwikkelingsmogelijkheden bedrijven in de open ruimte (GRS, 2004) Categorie
Instandhouden
Uitbreiden
Herbouwen
Nieuwe bedrijfsactiviteiten
Bos-, heide- en valleigebieden
ja
nee
nee
nee
Landbouwgebieden met landschappelijke of natuurlijke waarden
ja
ja - beperkt onder voorwaarden
ja
ja agrarisch
Perspectief gebied landbouw
ja
ja - beperkt onder voorwaarden
ja
ja agrarisch
Landbouwgebied open ruimtecorridor
ja
Aansluitend op woonkern
ja
ja - beperkt naargelang omgeving en activiteit ja
ja naargelang omgeving en activiteit ja
ja ja
2.4.1.2 Visie op toenmalige gekende zonevreemde bedrijven (BPA proces) –
Voor de bepaling van de behoefte aan bedrijventerreinen in de gemeente, wordt ook de behoefte aan herlokalisatiemogelijkheden voor zonevreemde bedrijven mee in rekening gebracht. Deze laatste wordt gebaseerd op het BPA zonevreemde bedrijven fase I. Bij de goedkeuring van dit BPA werden er in totaal 6 bedrijven volledig (De Bruyn - dierenhandel, Jochems, Meeussen en zoon bvba, Service Plus, Top Dak en Vermeiren) uitgesloten en 3 gedeeltelijk (Doms, Josi Trans en Van den Heuvel-Martens). Om tegemoet te komen aan de uitbreidingswensen van deze bedrijven kunnen deze geherlokaliseerd worden binnen de eigen gemeente. De gemeente is er echter van overtuigd dat, vanwege de grote investeringskosten die bedrijven reeds op hun huidige locatie hebben gedaan en vanwege de hoge kost die aan herlokalisatie verbonden is, deze bedrijven in de eerste plaats op hun huidige locatie moeten kunnen geholpen worden. Daarom startte de gemeente met een tweede ronde sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Waarin naast een herevaluatie van deze bedrijven er ook enkele nieuwe bedrijven werden opgenomen. Zie ook §3.1.2 RUP’s en BPA’s (BPA zonevreemde bedrijven fase I en II).
2.4.1.3 Visie op lokaal bedrijventerrein voor herlokalisatie zonevreemde bedrijven en lokalisatie nieuwe bedrijven –
Lokale bedrijventerreinen zijn bedrijventerreinen die de behoefte van te herlokaliseren bedrijven (zonevreemde of uit de dorpskern) of nieuwe bedrijven dienen op te vangen. Het bedrijventerrein richt zich uitsluitend op lokale bedrijven. Dit zijn be- en verwerkende bedrijven (inclusief tertiaire dienstverlening) die een verzorgend karakter hebben ten aanzien van de omgeving (gemeentelijk en beperkt regionaal niveau omliggende dorpskernen). De oppervlakte van de bedrijven kan worden beperkt zodat het lokaal niveau niet wordt overschreden.
2.4.1.4 Mogelijke acties opmaak RUP’s –
Mogelijke actie: opmaak RUP uitbreiding bedrijventerrein De Ring
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 19
o
Doel en omschrijving: opstellen van een RUP om het agrarisch gebied tussen het huidige bedrijventerrein de Veldstraat, de autosnelweg en de aan te leggen ringweg om te zetten in bedrijventerrein, woongebied en buffergebied. Om te vermijden dat er nieuwe bedrijven zicht gaan vestigen in de bestaande zonevreemde bedrijven kan de uitbreiding voor de herlokalisatie gekoppeld worden aan een sanering van de zonevreemde bedrijven. Verder is het ook belangrijk dat de gemeente systematisch gronden aanwerft op het toekomstige bedrijventerrein zodat de gemeente zelf de ontwikkeling van het bedrijventerrein in handen houdt.
o –
Mogelijke actie: het eventueel opstellen van een RUP zonevreemde bedrijven – fase III o
2.4.2
Zie ook volgende paragraaf ‘gemeentelijk RUP bedrijventerrein De Ring’.
Voor de mogelijks niet-weerhouden bedrijven uit fase II of voor mogelijks nog niet meegenomen bedrijven wordt eventueel een oplossing gezocht via een gebiedsgericht RUP volgens de gebiedsgerichte benadering van het GRS.
Visie deelruimten gemeente
2.4.2.1 Visie noordelijke dorpen Onderverdeling in verschillende deelgebieden, waaronder: –
Het lint tussen Brecht en St.-Lenaarts. In dit lint zijn reeds verschillende bedrijven en winkels gevestigd. Dit lint kan in de toekomst ontwikkeld worden als een activiteitendreef. Binnen de bestaande concentraties van bedrijven en winkels kan gezocht worden naar bijkomende mogelijkheden om deze functies op te vangen. In de andere delen van het lint blijft de woonfunctie de hoofdfunctie. Hierbij moet voldoende aandacht worden geschonken aan de inkleding van deze activiteitendreef. Het uitbreiden van de bebouwingsmogelijkheden kan gepaard gaan met het verhogen van de transparantie in dit gebied. Hierbij wordt gestreefd naar een afwerking van de gebouwen met een volwaardig groenscherm zodat vanuit het achterliggende landelijke gebied een aangenaam zicht ontstaat op het lint. Langsheen de secundaire weg zullen bomen worden ingeplant waardoor een groene dreef ontstaat. Om het lokale karakter niet te overschrijden zal de oppervlakte van de bedrijven worden beperkt3. De bedrijven Aveve Brecht (nr.3) en Delhaize (nr.11) zijn gelegen langsheen dit lint.
–
Klein-Veerle Klein-Veerle zal zich profileren als landelijke woongemeente. De bedrijven rond de dorpskern worden behouden en er worden voldoende ontwikkelingsmogelijkheden gegeven aan de bestaande bedrijven. Bedrijf Benmar (nr.21) ligt in het landelijk dorp van Klein-Veerle
–
De woonwijk tussen Brecht en Klein-Veerle
3
De richtoppervlakte voor een perceel op een lokaal bedrijventerrein bedraagt 2 500 m². Hierop kan nog een reserve worden voorzien van 20 % voor toekomstige uitbreidingen van de bedrijven. Als het om een nieuw op te richten bedrijventerrein gaat dan moet ook 20 % extra worden voorzien voor wegenis en andere voorzieningen. Dit kan de totale bedrijfsoppervlakte op maximaal 3 500 m² brengen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 20
Deze woonwijk wordt niet verder ontwikkeld. Het doorgaand verkeer wordt geweerd uit deze wijk, waardoor de leefkwaliteit aanzienlijk zal verhogen. In deze wijk moet enerzijds gewerkt worden aan een sterke relatie tussen het wonen en de landelijke omgeving en anderzijds aan de relatie met Brecht-centrum. Het bedrijf LSB-rent (nr.9) ligt juist buiten deze woonwijk. –
Landbouwgebied met nevenfuncties Het open ruimtegebied tussen de verschillende dorpen wordt bestemd als landbouwgebied met nevenfuncties. Dit wil zeggen dat het gebied maximaal wordt gevrijwaard van bijkomende bebouwing (woningen, bedrijven, landbouwexploitatiezetels…). De hoofdfuncties in het gebied is landbouw. Belangrijke nevenfuncties zijn recreatie en natuur. Het gebied zal in de toekomst worden gebruikt voor de opvang van (zonevreemde) zachte recreatieve functies (voetbalvelden, speelbos, trapveld…). Bestaande verweefbare bedrijven en woningen zullen in dit gebied blijven bestaan. In het binnengebied moet het groene karakter worden versterkt. De doorgang van gemotoriseerd verkeer moet zoveel mogelijk worden geweerd. In de plaats zullen langzame verkeersroutes worden uitgewerkt tussen de verschillende dorpen en het kanaal. Bedrijf ‘Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4)’ is in dit deelgebied gelegen.
2.4.2.2 Visie Brecht-Zuid –
Eén van de belangrijke visie-elementen voor Brecht-Zuid het behouden en versterken van de groene gordel rond St.-Job-in’t-Goor. Bedrijf Godrie (nr.5) is gelegen in deze groene gordel rondom St.-Job-in’t-Goor
2.4.2.3 Visie Open Noorden –
De kernbegrippen voor het open noorden zijn ‘landschap’ en ‘landbouw’. Onder landschap wordt voornamelijk verstaan het behouden en versterken van het open karakter van het landschap. Het behouden van de veeteelt als belangrijkste agrarische ruimtegebruiker is hierbij een hoofddoel. Het doordacht inplanten van lijnvormige landschapselementen (laanbomen, haagkanten) langs structuurbepalende assen (invalswegen, beken…) of het versterken van structuurbepalende landschapsovergangen (bosranden) ondersteunen de dieptezichten in het landschap. Landbouw is hierbij zeer belangrijk. De landbouw is voornamelijk toegespitst op veeteelt. Hierdoor blijft het open karakter van het landschap bewaard. Een verdere toename van de bebouwing in de open ruimte is niet gewenst. Bestaande concentraties van gebouwen zullen blijven bestaan en aan bestaande landbouwbedrijven zullen voldoende ontwikkelingsperspectieven gegeven worden voor een moderne bedrijfsvoering.
–
Verhinderen van het oneigenlijk gebruik van het agrarisch areaal Ongewenste functies binnen het agrarisch areaal werken verstorend op de agrarische sector. Het opleggen van duidelijke randvoorwaarden voor zonevreemde functies in het agrarisch buitengebied zal ervoor zorgen dat de verstoring voor een groot stuk wordt ingedijkt. Voor vrijgekomen landbouwbedrijven zullen andere functies, dan agrarische, paraagrarische of wonen, worden uitgesloten. Om agrarische bedrijven economisch meer rendabel te maken zullen nevenactiviteiten in functie van de omgeving worden opgenomen (vb. beheer van de open ruimte, hoevetoerisme, hoeveverkoop…).
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 21
De bedrijven Service Plus bvba (nr.1), Stock 2000 (nr.2), Divari (nr.12), Gebroeders Doms (nr.13), Van Aerde (nr.14), Joosi Trans (nr.15), Trappen Vermeiren (nr.16) en Aveve SintLenaerts (nr.20) zijn in het Open Noorden gelegen.
2.4.2.4 Visie Brechtse Heide –
De kernbegrippen voor de Brechtse heide zijn natuurbehoud en landbouw. Onder natuurbehoud wordt het versterken van de relatie tussen de verschillende verspreide natuurgebieden binnen de gemeente bedoeld. Daarnaast wordt ook gewerkt aan een interne versterking van de kleinere verspreide bos- en vencomplexen binnen de Brechtse heide. Landbouw is in dit proces zeer belangrijk. De landbouw in de Brechtse heide is vooral toegespitst op grondgebonden veeteelt. Hierdoor bestaat ongeveer 80 % van het landbouwareaal uit weiland. Deze weilanden geven de Brechtse heide een open karakter. Het invoegen van kleine landschapselementen langsheen de weilanden brengt geen schade toe aan de gewassen. Door het inpassen van deze kleine landschapselementen zullen de natuurlijke verbindingen in de Brechtse heide worden gerealiseerd. Bebouwing moet zoveel mogelijk beperkt worden. Illegale constructies dienen te worden verwijderd zodat het landschap terug in zijn oorspronkelijke staat zal worden gebracht. Bestaande legale bebouwing moet zoveel mogelijk geïntegreerd zijn in het landschap.
–
Geen nieuwe bedrijvigheid Om het landschappelijke karakter te behouden zal, buiten landbouwbedrijven, geen bedrijvigheid worden aanvaard in dit gebied. De twee bestaande bedrijventerreinen blijven bestaan. Het bedrijf Luyckx (nr.10) is in de Brechtse Heide gelegen.
2.4.2.5 Visie Kempisch kanaal –
Rol van het kanaal binnen de gemeente Brecht Het kanaal heeft hoofdzakelijk een recreatieve rol van bovenlokaal belang in de gemeente. Hierbij wordt het kanaal gebruikt als verbindingsstructuur tussen verschillende recreatieve functies en groenstructuren die langs het kanaal zijn gelegen. De transportfunctie van het kanaal blijft over het ganse traject behouden. Naast de transportfunctie zal het kanaal voornamelijk een recreatieve rol vervullen. Enkel het bedrijventerrein D’Hoef wordt uitgebouwd op het kanaal. Dit houdt in dat alle bedrijven, ook deze die niet langs de kade liggen, gebruik moeten kunnen maken van het vrachtverkeer op het Kempisch kanaal. Bij de overige verspreide kleinere bedrijventerreinen wordt de binding met het kanaal niet versterkt of gerealiseerd. Het bedrijf Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4) is langs het kanaal gelegen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 22
2.5
Het Gemeentelijk RUP ‘Bedrijventerrein de Ring’ (2011) Het RUP ‘Bedrijventerrein de Ring’ werd op 29/03/2012 goedgekeurd door de Bestendige Deputatie.
2.5.1
Toelichtingsnota
2.5.1.1 Doelstellingen RUP Het zwaartepunt van de bedrijvigheid in de woonkern Brecht wordt geconcentreerd op deze locatie geconcentreerd, door het bestaande bedrijventerrein verder uit te bouwen tot een modern en duurzaam bedrijventerrein. Het gaat hier immers om een terrein met een uitstekende ligging aansluitend bij de dorpskern van Brecht en vlakbij de open afrit van de hoofdweg E19 en het voorstedelijk vervoersknooppunt. Het voorliggende RUP bepaalt dan ook de ordening van het volledige gebied ingesloten tussen de woonkern van Brecht, de E19 en de geplande omleidingsweg en bestemt het als bedrijvenzone met buffering naar de omgevende infrastructuren en naar het woongebied. De uitbreidingszones komen volgens het GRS in aanmerking voor het opvangen van kleine lokale ambachtelijke bedrijven die goed aansluiten bij de woonfunctie en die geen overmatige hinder veroorzaken. Verder is hier ook plaats voor de opvang van zonevreemde bedrijven die moeten herlokaliseren.
2.5.1.2 Gefaseerde realisatie bedrijventerrein en overgangsmaatregelen
Figuur 4 Gefaseerde realisatie Op korte termijn wordt in de eerste plaats werk gemaakt van de beoogde uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein zoals bepaald in het GRS. Het gaat hier om een uitbreiding van +/- 8 ha (incl. wegenis en bufferstroken). Op lange termijn ziet de gemeente ook de omvorming van de recreatiezone naar bedrijventerrein. Voor de bestaande recreatieve voorzieningen (de voetbalterreinen en aanhorigheden, zoals aangeduid met nr. 2 op Figuur 4) wordt een
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 23
overgangsbepaling uitgewerkt. Deze voorzieningen kunnen in feite ten allen tijde in stand worden gehouden. Pas als de gemeente het recreatiedomein de Merel heeft gerealiseerd en de terreinen worden geherlokaliseerd of als de vereniging uit zichzelf verhuist of haar activiteiten stopzet, kan de bestemming bedrijvigheid worden gerealiseerd. In de blauwe zone, als nr. 3 aangeduid op Figuur 4, bevindt zich momenteel de brandweerkazerne van Brecht en een verhard plein, in eigendom van de gemeente, dat als parking wordt gebruikt en waar zich ook het strijkatelier (in een prefab-unit) bevindt. Hier worden soms ook containers geplaatst voor verzameling van afval. De brandweerkazerne is hier goed gelegen en kan uiteraard blijven bestaan. De gemeente wenst deze zone op korte termijn te behouden als zone voor openbaar nut. Het verharde plein is (volgens het BPA “BPA Nr.1 Centrum A bis”) bestemd als recreatiezone, maar is momenteel in gebruik voor openbaar nut. De bestemming dient voor beide zones op het huidige gebruik te worden afgestemd, maar indien in de toekomst er bijkomende nood aan bedrijventerrein is dan kan deze zone eveneens hiervoor ingeschakeld worden. Er wordt voor deze zone dan ook met twee bestemmingen gewerkt: zone voor lokaal bedrijventerrein en zone voor openbaar nut als alternatieve bestemming.
2.5.1.3 Link met ruimtebehoefte zonevreemde bedrijven Naar aanleiding van dit RUP gebeurde een oplijsting van de kandidaat-kopers voor dit bedrijventerrein én van de ruimtebehoefte vanuit de niet-weerhouden bedrijven na fase II van het BPA zonevreemde bedrijven. De ruimtebehoefte van de niet-weerhouden bedrijven uit fase II van het BPA zonevreemde bedrijven wordt opgelijst in onderstaande Tabel 3. Bij de kandidaat-kopers bevonden zich echter ook enkele bedrijven die zijn opgenomen in de onderzoekslijst van dit RUP zonevreemde bedrijven, nl: –
Divari BVBA (nr.12);
–
Marc van de Berckt BVBA (nr.7);
–
Service Plus bvba (nr.1).
–
Gebroeders Doms (nr.13)
Verder staat ook Groep Bolckmans (enkel opgenomen in basislijst) in de lijst van kandidaat kopers, doch is het weinig waarschijnlijk dat dit gelieerd is aan de site aan de Vaartdijk die zij wensen te renoveren.
Tabel 3 Ruimtebehoefte niet-weerhouden bedrijven fase II BPA zonevreemde bedrijven naam Jozef Meeussen Jos Meeussen en zoon bvba Topdak Van Den Broeck Jochems Chapewerken NV Doms Service Plus bvba
2.5.2
adres Molenheiken 33 Molenheiken 42 Oostmalsebaan 13c Bevrijdingsstraat 52 Grensstraat 5 Kloosterakker 5 Kraaienhorst 11 Totaal
huidige oppervlakte (m²) 7053 21168 4577 2010 13973 12089 773 60870
Verordenend deel In dit RUP werd rekening gehouden met de inplanning van geherlokaliseerde zonevreemde bedrijven, zoals blijkt uit het voorschrift voor Art.1 ‘zone voor lokale bedrijven’: “Deze zone is bestemd voor bedrijven van lokaal belang met een van de volgende hoofdactiviteiten: –
productie, verwerking en recyclage van goederen;
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 24
onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; bewerking en verwerking van grondstoffen en delfstoffen; bouwnijverheid. dienstverlenende bedrijven; groothandel. De zone is eveneens bestemd voor de herlokalisatie van zonevreemde bedrijven in de gemeente. – – – – –
Volgende hoofdactiviteiten zijn niet toegelaten: – – –
–
louter kleinhandel; autonome kantoren; inrichtingen zoals bedoeld in artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. inrichtingen die als klasse 1 zijn ingedeeld overeenkomstig één of meerdere subrubrieken van de hiernavolgende rubrieken van de lijst van als hinderlijk beschouwde inrichtingen (bijlage 1 van VLAREM I): • rubriek 1 (aardolie en aardolieproducten); • rubriek 2 (afvalstoffen); • rubriek 5 (biociden); • rubriek 6 (brandstoffen); • rubriek 7 (chemicaliën); • rubriek 16 (gassen); • rubriek 17 (gevaarlijke producten) met uitzondering van subrubriek 17.3.9 (brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, zijnde installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en)); • rubriek 25 (leder (huiden, leder, pelsen, haren, veren, dons)); • rubriek 38 (springstoffen); • rubriek 44 (vetten, wassen, oliën, paraffine, glycerine, stearine, harsen).
Figuur 5 RUP Bedrijventerrein de Ring
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 25
Figuur 6 Legende RUP Bedrijventerrein de Ring
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 26
3 3.1 3.1.1
Analyse van de bedrijven Bestaande juridische toestand van de bedrijven
Het gewestplan Het gewestplan van Turnhout werd goedgekeurd op 30 september 1977. De bestemmingen van de verschillende zonevreemde bedrijven (onderzoekslijst) worden hieronder opgelijst. De meeste zonevreemde bedrijven van de onderzoekslijst zijn (deels) in agrarisch gebied gelegen.
Tabel 4 Gewestplanbestemmingen zonevreemde bedrijven NR Naam 1 Service Plus bvba 2
Stock 2000
3
Aveve Brecht
4 5
Jos Meeussen en zoon bvba Godrie
6
Topdak dakwerken
9
LBS-rent
10
Luyckx
11
Delhaize
12 13 14 15
Divari Gebroeders Doms Van Aerde Joosi Trans
16
Trappen Vermeiren
17
De Tuin van Jos
19
De Bruyn
20
Aveve Sint-Lenaerts
21
Benmar
22
Gunther Keysers
Gewestplan agrarisch gebied woongebied met landelijk karakter/ agrarisch gebied/ ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied woongebied met landelijk karakter/ agrarisch gebied agrarisch gebied landschappelijk waardevol gebied woongebied/ agrarisch gebied agrarisch gebied ambachtelijke bedrijven en KMO's/ landschappelijk waardevol gebied woongebied/ agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied/woonuitbreidingsgebied landschappelijk waardevol gebied groengebied / stortgebied (niet-giftige stoffen) agrarisch gebied ambachtelijke bedrijven en KMO's/ agrarisch gebied/ woongebied ambachtelijke bedrijven en KMO's/ agrarisch gebied
Een aantal van bovenstaande zonevreemde bedrijven werden echter in een BPA reeds herbestemd. Daar is de gewestplanbestemming dus niet meer van kracht. Het gaat over bedrijven nr.10, nr.12, nr.20, nr.21 en nr.22.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 27
Figuur 7 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Service Plus bvba(nr.1)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 8 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Stock 2000(nr.2)
pagina 28
Figuur 9 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Aveve Brecht (nr.3)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 10 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4)
pagina 29
Figuur 11 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Godrie (nr.5)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 12 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Topdak dakwerken (nr.6)
pagina 30
Figuur 13 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf LSB-rent (nr.9)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 14 Gewestplan t.h.v. bedrijf Luyckx (nr.10)
pagina 31
Figuur 15 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Delhaize (nr.11)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 16 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Divari (nr.12)
pagina 32
Figuur 17 Gewestplan t. h.v. zonevreemd bedrijf Gebroeders Doms (nr.13)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 18 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Van Aerde (nr.14)
pagina 33
Figuur 19 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Joosi Trans (nr.15)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 20 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf Trappen Vermeiren (nr.16)
pagina 34
Figuur 21 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf De Tuin van Jos (nr.17)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 22 Gewestplan t.h.v. zonevreemd bedrijf De Bruyn (nr.19)
pagina 35
Figuur 23 Gewestplan t.h.v. bedrijf Aveve Sint-Lenaerts (nr.20)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 24 Gewestplan t.h.v. bedrijf Benmar (nr.21)
pagina 36
Figuur 25 Gewestplan t.h.v. bedrijf Gunther Keysers (nr.22)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 37
3.1.2
RUP’s en BPA’s (BPA zonevreemde bedrijven fase I en II) Het enige BPA waar sommige van de zonevreemde bedrijven in gelegen zijn/waren is het BPA zonevreemde (fase I en fase II). Er is ook geen enkel zonevreemd bedrijf in een RUP gelegen. Sommige bedrijven werden meegenomen in het proces van het BPA zonevreemde bedrijven fase I of fase II, doch weerhouden van (volledige) goedkeuring. Om terdege een ontwikkelingsvisie te kunnen bepalen voor deze bedrijven is het erg van belang om te onderzoeken waarom deze bedrijven (gedeeltelijk) werden weerhouden uit de definitief goedgekeurde plan(nen). o
De bedrijven Service Plus bvba (nr.1), Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4), Topdak (nr.6) en Gebroeders DOMS (r.13) waren opgenomen in het BPA fase I (november 2000) en het BPA fase II (mei 2004), maar werden beide keren (deels) weerhouden uit het definitieve goedgekeurde plan.
o
Het bedrijf Joosi Trans (nr.15) was enkel opgenomen in het BPA fase I (2000), maar werd deels weerhouden van goedkeuring.
o
De bedrijven Luyckx (nr. 10) en Aveve Sint-Lenaerts (nr.20) werden opgenomen in het BPA fase I en volledig goedgekeurd.
o
Het bedrijf Gunther Keysers (nr.22) werd opgenomen en goedgekeurd in het BPA fase II. Het bedrijf is echter na dit BPA uitgebreid met naastliggende percelen.
o
Het bedrijf Divari (nr.12) werd opgenomen en goedgekeurd in het BPA fase II. Het bedrijf is echter na dit BPA uitgebreid met een naastliggend perceel.
3.1.2.1 Service Plus bvba (nr.1)
Figuur 26 BPA zonevreemde bedrijven fase I - deelplan Kraaienhorst 11
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 38
Figuur 27 BPA zonevreemde bedrijven fase II - deelplan Kraaienhorst 11
Motivatie/adviezen die er toe leidden dat dit deelplan werd weerhouden uit het definitief goedgekeurde plan, zowel fase I als fase II: –
–
–
–
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase I (03/07/2002) Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: o De bestendiging van dit bedrijf te midden van een homogeen open landbouwgebied kan bezwaarlijk als een gewenste ruimtelijke ontwikkeling worden verantwoord op basis van het principes van gedeconcentreerde bundeling. Het bedrijf voldoet niet om te worden opgenomen in een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, gelet op de vergunningstoestand volgens de omzendbrief. (Verslag) plenaire vergadering (09/01/2004): o In de memorie van toelichting is geen inventaris opgenomen, zoals vermeld in de omzendbrief. Verder ontbreekt er een ruimtelijke afweging en een categorisering. o Er zijn geen fundamentele wijzigingen van het plan vergeleken met de eerste fase van het sectoraal BPA. Het betreft hier een plan ter regularisatie. o Er dient een oplossing gezocht met betrekking tot het vergunningen – of handhavingsbeleid. o Dit bedrijf wordt beter niet verder opgenomen in en sectoraal BPA. Advies van Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen op voorontwerp (12/01/2004): o Het bedrijf werd reeds opgenomen in de 1ste fase doch van goedkeuring onthouden. Het huidige dossier biedt onvoldoende weerlegging van de destijds aangehaalde argumenten. o Het bedrijf met de woning blijkt niet vergund. Een BPA ter regularisatie van een volledig onvergunde toestand kan niet het opzet zijn van de opmaak van een BPA. Enkel indien op basis van een ruimtelijke afweging blijkt dat een onvergunde situatie aanvaardbar is en leidt tot een betere ruimtelijke ordening dan de voorafgaande situatie, is de opname in een BPA per uitzondering mogelijk. Een dergelijke motivering is niet aanwezig in de toelichting. De geïsoleerde ligging in de open ruimte lijkt een dergelijke ruimtelijke verdediging evenwel in de weg te staan. Advies van Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP) op voorontwerp (14/01/2004): o Was reeds opgenomen in de eerste fase doch werd van goedkeuring onthouden.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 39
Voorliggend bestemmingsplan voldoet niet aan de argumenten die hebben geleid tot een onthouding van goedkeuring. o Voorliggend plan is en blijft de regularisatie van een onvergunde toestand voor een bedrijf dat pas in 1998 op deze locatie gevestigd werd. Een bevestiging van dit bedrijf op deze locatie kan bezwaarlijk als een gewenste ruimtelijke ontwikkeling worden verantwoord op basis van de principes van het RSV. Ongunstig advies van de provincie Antwerpen tijdens openbaar onderzoek (31/01/2005): o Gelet op de vergunningstoestand volgens de omzendbrief voldoet het bedrijf niet om te worden opgenomen in een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase II. (29/06/2005): Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: Het bedrijf was opgenomen in de 1ste fase doch werd van goedkeuring onthouden; Het bedrijf is gelegen te midden van de open ruimte op grote afstand van andere (zonevreemde) bebouwing; het gebied is volgens het GRS aangeduid als ‘landbouwgebied met natuur en/of landschapswaarde’; het bedrijf werd pas in 1998 op deze locatie gevestigd; voor de bedrijfsgebouwen kan geen verantwoording worden verschaft ten aanzien van de vergunningstoestand; een bestemmingsplan kan niet tot doel hebben een onvergunde situatie te regulariseren o
–
–
3.1.2.2 Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4)
Figuur 28 BPA zonevreemde bedrijven fase I - deelplan Molenheiken 42
Figuur 29 BPA zonevreemde bedrijven fase II - Molenheiken 42
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 40
Figuur 30 BPA zonevreemde bedrijven fase II – Molenheiken 42 bis
Motivatie/adviezen die er toe leidden dat dit deelplan werd weerhouden uit het definitief goedgekeurde plan, zowel fase I als fase II: –
–
–
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase I (03/07/2002) Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: o Het bedrijf is gelegen aan een smalle kleine landbouwweg die niet is aangepast aan de activiteiten van het aldaar gelegen bedrijf. Het bestemmingsplan legt een zone voor bedrijfsgebouwen vast die dieper op het perceel en derhalve dieper in het achterliggende open ruimtegebied komt te liggen. Voor het bedrijf wordt conform de indeling in ontwikkelingscategorieën een uitdoofscenario voorgesteld. De volledige vervanging van de bedrijfsgebouwen is in strijd met een uitdoofscenario voor dit bedrijf, bovendien wordt hiermee aangegeven dat een bestendiging van dit bedrijf op deze locatie op lange termijn niet aanvaardbaar is. Tegen het BPA werd een bezwaarschrift ingediend waarin wordt gewezen op de onjuiste voorstelling van de bestaande toestand en derhalve van de bestemmingswijziging waardoor de uitbreiding beperkter wordt voorgesteld dan in werkelijkheid is. Bovendien wordt gewezen op de ontoereikendheid van de ontsluitingsweg en de strijdigheden met het RSV (Verslag) plenaire vergadering (09/01/2004): o De Vaartweg vormt een goede ontsluitingsweg, echter de praktische haalbaarheid van deze ontsluiting kan in vraag worden gesteld. o De opname van het bedrijf in een sectoraal BPA is moeilijk te verzoenen met de ontwikkelingsvisie van “landbouwgebied met nevenfuncties”. Binnen de visie is bestendiging en uitbreiding van het bedrijf moeilijk aanvaardbaar. Advies van Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen op voorontwerp (12/01/2004): o Het bedrijf werd reeds opgenomen in de 1ste fase van het sectoraal BPA maar werd toen niet goedgekeurd. Het huidige dossier biedt onvoldoende weerlegging van de destijds aangehaalde argumenten. o De bestaande toestand blijkt niet vergund. Enkel de vergunde toestand van een varkensstal op de rechterperceelsgrens wordt aangeduid. Voor de overige gebouwen en het huidige gebruik van het geheel worden geen gegevens over de vergunningstoestand aangegeven. o Een BPA ter regularisatie van een volledig onvergunde toestand kan niet het opzet zijn van de opmaak van een BPA. Enkel indien o.b.v. een ruimtelijke afweging blijkt dat een onvergunde situatie aanvaardbaar is en leidt tot een betere ruimtelijke ordening dan de voorafgaande situatie, is de opname in een BPA per uitzondering mogelijk. Een dergelijk motivering ontbreekt volledig in de
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 41
–
–
–
toelichting. De ligging van een bedrijf met dergelijke schaal in de open ruimte tussen de drie kernen van Brecht, maar niet aansluitend bij één van de kernen of bestaan bedrijventerrein lijkt een gegronde ruimtelijke verdediging ook in de weg te staan. Advies van Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP) op voorontwerp (14/01/2004): o De enige vergunning werd verkregen als landbouwbedrijf (varkensstal) die in voorliggend plan wordt afgebroken. In voorliggend bestemmingsplan wordt voor de nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen aansluiting gezocht met de bestaande (onvergunde) gebouwen. De totale oppervlakte van het bedrijfsterrein wordt gereduceerd zij het minimaal. o Anderzijds vormt de oppervlakte van het te bouwen bedrijfsgebouw een schaalvergroting ten aanzien van de huidige toestand (x3) tot een totaaloppervlakte die de 3000m² overschrijdt. o Derhalve wordt ernstig getwijfeld aan het bevestigen en laten uitbreiding van een bedrijf met een groot verloop van grondstoffen en dus een belangrijke verkeersgeneratie op deze slecht ontsloten locatie. Ongunstig advies van de provincie Antwerpen tijdens openbaar onderzoek (31/01/2005): o De huidige activiteiten van het bedrijf kunnen blijven bestaan in deze omgeving, maar de activiteiten moeten beperkt blijven tot de huidige grondwerken. Er wordt gesteld dat een uitbreiding van de huidige activiteiten ruimtelijk problematisch is en dat het bedrijf geen bouwvergunning heeft. Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase II. (29/06/2005): Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: het bedrijf is gelegen in het landbouwgebied tussen de kernen van Sint-Lenaarts en Brecht; het bedrijf wordt ontsloten door een smalle kleine landbouwweg die niet is aangepast aan de verkeersgeneratie van het bedrijf; het bedrijf volgens de toelichtingsnota in de toekomst mogelijks gebruik zal maken van de naastliggende waterweg; dat deze optie in strijd is met de opties in het GRS waarin wordt gesteld dat enkel industriezone d’Hoef in aanmerking komt voor ontwikkeling van de transportfunctie van het kanaal ten dienste van bedrijven; dat de activiteiten van het bedrijf overigens nog steeds grote tonnages aan- en afvoer via de weg noodzakelijk maakt; dat in de 1ste fase voorzien werd om alle bedrijfsgebouwen (al of niet vergund) te vervangen ondanks het voorziene uitdoofscenario voor dit bedrijf; dat in voorliggend bestemmingsplan de bestaande bedrijfsgebouwen worden opgenomen in een zone voor bedrijfsgebouwen; dat ondanks de vergunningstoestand (geen enkele vergunning aangetoond) een verdriedubbeling van de bebouwde oppervlakte wordt voorgesteld tot een complex dat de 3000m² overstijgt; dat deze schaalvergroting niet kan beschouwd worden als een beperkte uitbreiding, dat hiermee wordt aangegeven dat een bestendiging en verdere uitbreiding van dit bedrijf op deze locatie op termijn niet aanvaardbaar is; dat tegen het bestemmingsplan een bezwaarschrift werd ingediend waarin ondermeer wordt gewezen op de aanwezigheid in het gebied van kwelwater van het naastliggend kanaal; dat grote delen van het bedrijfsterrein reeds verhard zijn of zullen worden; dat daarom in de stedenbouwkundige voorschriften het gebruik van waterdoorlatende verhardingsmaterialen wordt opgelegd doch dat deze niet kunnen worden afgedwongen met alle gevolgen vandien voor de rondom gelegen landbouwgronden; dat het gebied waarin het bedrijf gelegen is in het GRS wordt omschreven als ‘landbouwgebied met nevenfunctie recreatie en natuur’; dat voor dit gebied wordt aangegeven dat bestaande verweefbare bedrijven in dit gebied kunnen blijven bestaan, dat het groen karakter versterkt, dat het doorgaan van gemotoriseerd verkeer zoveel mogelijk wordt geweerd en dat langzame verkeersroutes tussen de dorpen worden uitgewerkt, dat de verdere ontwikkeling van een grootschalig verkeersgenererend bedrijf en de met dit doel voorziene verbreding van een smalle landbouwweg die aansluit op het recreatief jaagpad langsheen de vaart hiermee in strijd is; dat tenslotte bezwaarlijk sprake is van een behoorlijk vergund bedrijf; dat derhalve opname binnen een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven in strijd is met de omzendbrief ter zake.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 42
3.1.2.3 Topdak (nr.6)
Figuur 31 zonevreemde bedrijven fase I – deelplan Oostmalsebaan 13c
Figuur 32 zonevreemde bedrijven fase II – deelplan Oostmalsebaan 13c Motivatie/adviezen die er toe leidden dat dit deelplan werd weerhouden uit het definitief goedgekeurde plan, zowel fase I als fase II: –
–
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase I (03/07/2002) Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: o Het bedrijf is gelegen in en achter een woonlint en wordt aan de achterzijde afgesloten door de omleidingsweg rond de deelkern Sint-Lenaarts. Het bestemmingsplan voorziet in een achterontsluiting via deze omleidingsweg op geringe afstand van een belangrijk kruispunt. Deze achterontsluiting is in strijd met het karakter van de weg als omleidingsweg en niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid op deze weg. De bestendiging en uitbreiding van dit bedrijf betekent in feite een verdere uitbouw van een lint langsheen een uitvalsweg. Dit gebied sluit hierdoor niet aan bij de kern van Sint-Lenaarts en wordt bovendien ruimtelijk afgesloten van de deelkern door een beek. Gelet op de vergunningstoestand, voldoet het bedrijf niet om te worden opgenomen in een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. (Verslag) plenaire vergadering (09/01/2004): o Het betreft een niet-vergund bedrijf dat niet historisch gegroeid is. De boogloodsen zouden moeten afgebroken worden en vervangen worden door nieuwe bouwwerken. Het betreft hier dus eigenlijk een bedrijf dat niet bestaat.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 43
–
–
–
–
o Het bedrijf vestigt zich best op een lokaal bedrijventerrein. Advies van Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen op voorontwerp (12/01/2004): o Het bedrijf werd reeds opgenomen in de 1ste fase doch van goedkeuring onthouden. Het huidige dossier biedt onvoldoende weerlegging van de destijds aangehaalde argumenten. o Het bedrijf blijkt niet vergund. Een BPA ter regularisatie van een volledig onvergunde toestand kan niet het opzet zijn van de opmaak van een BPA. Enkel indien o.b.v. een ruimtelijke afweging blijkt dat een onvergunde situatie aanvaardbaar is en leidt tot een betere ruimtelijke ordening dan de voorafgaande situatie, is de opname in een BPA per uitzondering mogelijk. Een dergelijk motivering ontbreekt volledig in de toelichting. De ligging van een bedrijf in de open ruimte, maar niet onmiddellijk aansluitend bij één van de kernen of bestaande bedrijventerrein en achter een woonlint lijkt een gegronde ruimtelijke verdediging ook in de weg te staan. Advies van Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP) op voorontwerp (14/01/2004): ste o Was opgenomen in de 1 fase. o Bedrijf werd in 1993 opgericht; de enige vergunning werd verkregen voor een particuliere garage (niet als bedrijfsgebouw in plan opgenomen). Alle overige werken zijn in overtreding waarvoor een vordering tot herstel werd ingesteld. Het voorgestelde plan impliceert dus een regularisatie van een bouwovertreding en van een toestand waarvoor een herstel in oorspronkelijke staat werd gevorderd. o Ook vanuit ruimtelijk oogpunt kan de bevestiging van de feitelijke toestand en vervangende nieuwbouw met uitbreiding niet worden verantwoord. De Oostmalsebaan vormt een residentieel lint waarachter, op het onvergund bedrijfsgebouw na, geen enkele constructie staat. o In de 1ste fase werd gesteld dat indien de gemeente vanuit haar gewenste ruimtelijke structuur en vanuit een aangetoonde behoefte opteert om dit gebied als KMO-zone aan te snijden, dient zij hiervoor een globaal bestemmingsplan op te maken. In de bespreking bij de 1ste fase is reeds gebleken dat het gebied niet geschikt is o.b.v. de slechte ontsluiting, de beperkte mogelijkheden en de aanwezige waterloop. Deze visie werd ook bevestigd in het advies van de GOMAntwerpen. De alternatieve ontsluiting via een zijweg van de Ringlaan voegt in die optiek geen nieuw element toe aan de argumentatie. Ongunstig advies van de provincie Antwerpen tijdens openbaar onderzoek (31/01/2005): o Het BPA laat een volledige nieuwbouw en herinrichting van het terrein toe. Het bedrijf beschikt echter over geen enkele vergunning. Er rust een vordering tot herstel in oorspronkelijke staat op de bouwovertredingen. o De ingenomen zone is te slecht gelegen om als bedrijventerrein in te richten; de ontsluiting ervan is gevaarlijk. Het is aan te bevelen dit bedrijf te verhuizen naar een lokaal bedrijventerrein. Het woonlint en het omliggende gebied moet in zijn gehele context worden bekeken. Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase II. (29/06/2005): Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: het bedrijf was opgenomen in de 1ste fase doch van goedkeuring onthouden; ten aanzien van het ste bestemmingsplan in de 1 fase wordt enkel een aangepaste achterontsluiting voorzien; het bedrijf is gelegen in een woonlint langsheen een uitvalsweg; de bestendiging en uitbreiding van dit bedrijf, opgericht in 1993, in feite een verdere uitbouw betekent van de lintbebouwing buiten de kern van Sint-Lenaarts waarvan het ruimtelijk gescheiden is door de aanwezigheid van een beek; dat de bevestiging van dit bedrijf op deze locatie als deel van een KMO-zone niet kan worden verantwoord o.b.v. de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en de aangetoonde behoefte vanwege de slechte ontsluiting, de beperkte mogelijkheden en de aanwezige waterloop; dat de gemeente anderzijds opteert het bedrijventerrein aansluiten bij de hoofdkern Brecht uit te
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 44
breiden en te koppelen aan de nieuwe ringweg; dat het bedrijf bovendien gelet op de vergunningstoestand volgens van toepassing zijnde omzendbrief niet voldoet om te worden opgenomen in een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven; dat een bestemmingsplan niet tot doel kan hebben een onvergunde situatie te regulariseren.
3.1.2.4 Joosi Trans (nr.15)
Figuur 33 Deelplan Veldstraat 158 – BPA zonevreemde bedrijven fase I
Motivatie die er toe leidde dat dit plan deels werd weerhouden uit het definitief goedgekeurde plan: –
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase I (03/07/2002) Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat o In de visie op de deelruimte ‘open noorden’ (in het GRS) wordt een restrictief beleid voorgesteld voor de bedrijven in dit gebied. Het bestemmingsplan maakt desondanks een verdriedubbeling mogelijk van de bestaande toestand wat in strijd is met deze visie en met de categorisering voor dit bedrijf (categorie 3: geringe uitbreiding mogelijk); de vergunningen voor de bedrijfsgebouwen werden verleend i.f.v. landbouwactiviteiten.
3.1.2.5 Luyckx (nr.10) Het zonevreemde deel van het bedrijfsgebouw (in landschappelijk waardevol agrarisch gebied op het gewestplan) werd mee opgenomen in een zone voor bedrijfszone. De zone van bedrijfsgebouwen werd 200m diep ingetekend (huidige bedrijfsgebouwen zijn ca. 180m diep). De zone rondom het bedrijf werd herbestemd naar bosgebied om te kunnen fungeren als bosgebied. Twee bedrijfswoningen werden mee opgenomen binnen de contouren van het BPA.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 45
Figuur 34 BPA zonevreemde bedrijven fase I - deelplan Abdijlaan 33
3.1.2.6 Divari (nr.12) In het BPA fase II werd enkel de woning en de bedrijfsgebouwen langs Henxbroek 3 opgenomen. De loods gelegen langs Vondel werd toen niet meegenomen. (Vermoedelijk wegens nog niet in gebruik door Divari). Visie Vlaamse overheid op het voorontwerp van het BPA: “De gebouwen werden vergund als agrarische bedrijfsgebouwen doch de wijziging naar de huidige functie (schrijnwerkerij sinds 1996) werd klaarblijkelijk niet vergund. Een BPA ter regularisatie van een volledig onvergunde toestand kan hier niet het opzet zijn van de opmaak van een BPA. Enkel indien op basis van een ruimtelijke afweging blijkt dat een onvergunde situatie aanvaardbaar is en leidt tot een betere ruimtelijke ordening dan de voorafgaande situatie, is de opname in een BPA per uitzondering mogelijk. Een dergelijke motivering moet expliciet aanwezig zijn in het dossier. Louter vanuit ruimtelijk oogpunt kan het hergebruik van bestaande gebouwen (valorisatie bestaand gebouwenpatrimonium) aanvaardbaar worden beschouwd mits behoud van karakter en kleinschaligheid en mits een zeer gering mobiliteitsgenererende karakter. Gelet op de ligging in de open ruimte en niet aansluitend bij een kern of bestaande bedrijvigheid kunnen evenwel noch fysische uitbreidingen en ingrijpende verbouwingswerken van de bestaande gebouwen, noch het bouwen van een nieuw gebouwencomplexn aanvaardbaar worden geacht. Verder is het geenszins gewenst dat zich hier op termijn een bedrijf met sterker mobiliteitsgenererend karakter kan vestigen.”
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 46
Figuur 35 Situering uitbreiding t.o.v. deelplan Henxbroek 3 (Divari) in BPA fase II
3.1.2.7 Gebroeders Doms (nr.13) Uit de CRAB blijkt dat het deelplan Kloosterakker 5 uit BPA zonevreemde fase I en fase II wel degelijk bedrijf Gebroeders Doms betreft en dat het eigenlijk adres effectief Kloosterakker 4 is (verbonden aan perceel 11043B0470/00F000).
Figuur 36 Deelplan Kloosterakker 4 - BPA zonevreemde bedrijven fase I
Figuur 37 Deelplan Kloosterakker 4 - fase II
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 47
Motivatie/adviezen die er toe leidden dat dit deelplan werd gedeeltelijk werd weerhouden uit het definitief goedgekeurde plan, zowel fase I als fase II: –
– –
–
–
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase I (03/07/2002) Dit deelplan wordt gedeeltelijk uitgesloten van goedkeuring omdat: o Dit bedrijf is gelegen aan smalle landbouwwegen in een aaneengesloten open ruimte met landbouw als hoofdfunctie. Bepaalde activiteiten van het bedrijf werden reeds naar een andere locatie overgebracht. Voorliggend bestemmingsplan laat bijna een verdubbeling toe van de huidige vergunde gebouwen. Voor de bouwovertreding werd een meerwaarde betaald. De dynamiek van het bedrijf dreigt de draagwijdte van de omgeving te overschrijden. o Het bestemmingsplan wordt beperkt tot de huidige bestaande toestand. Een verdere ruimtelijke ontwikkeling van het bedrijf op deze locatie kan niet worden verantwoord. (Verslag) plenaire vergadering (09/01/2004): o Het betreft hier geen duurzame oplossing. Advies van Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen op voorontwerp (12/01/2004): ste o Het bedrijf werd reeds opgenomen in de 1 fase doch deels van goedkeuring onthouden. Er werd met name geargumenteerd dat wel de bestendiging, doch niet de uitbreiding van het bedrijf planologisch aanvaardbaar is. Het op heden voorliggende plan voorziet evenwel opnieuw een aanzienlijke uitbreiding van het bedrijfsgebouw (evenals van de verharde oppervlakte) zij het op een andere – ruimtelijk nog minder verdedigbare – plaats. Deze uitbreiding is niet aanvaardbaar omwille van de in de 1ste fase aangehaalde argumenten. Advies van Afdeling Ruimtelijke Planning (ARP) op voorontwerp (14/01/2004): o Was opgenomen in de 1ste fase doch werd deels onthouden van goedkeuring. o
Voorliggend bestemmingsplan komt niet tegemoet aan de elementen die hebben geleid tot de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring maar gaat er anderzijds in feite aan voorbij. De in 1ste fase voorziene zijdelingse uitbreiding wordt in voorliggend bestemmingsplan omgezet naar een uitbreiding in de diepte buiten het vroegere plangebied. Derhalve is dit bestemmingsplan in ruimtelijk opzicht nog minder verdedigbaar vanwege bijkomende inname van open ruimte en een duidelijk minder compacte vorm.
o
In het ministerieel besluit is duidelijk aangegeven dat het bedrijf bestaanbaar is in zijn huidige ruimtelijke context doch dat geen verdere ruimtelijke ontwikkeling van dit bedrijf op deze locatie mogelijk is; op deze basis werd de uitbreiding van goedkeuring onthouden.
o
Uit het toegevoegde uitvoerige verantwoordingsnota blijkt in feite dat de werking op de huidige locatie in de huidige gebouwen niet langer haalbaar is zonder een uitbreiding met 100% wat duidelijk een ‘schaalvergroting’ die niet kan worden verantwoordt op deze locatie.
o
Niet akkoord met het voorstel.
Ongunstig advies van de provincie Antwerpen tijdens openbaar onderzoek (31/01/2005): ste o Dit deelplan was reeds beperkt opgenomen in het 1 sectoraal BPA. In het ministerieel besluit werd vermeld dat het bedrijf kan beperkt blijven tot de huidige bestaande toestand maar dat een verdere ruimtelijke ontwikkeling van het bedrijf op deze locatie niet kan worden verantwoord. o Het nieuwe voorstel van bestemmingsplan voorziet een verdere uitbreiding (verdubbeling) in agrarisch gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 48
–
Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van BPA fase II. (29/06/2005): Dit deelplan wordt uitgesloten van goedkeuring omdat: Het bedrijf was ste opgenomen in de 1 fase doch werd van deels goedkeuring onthouden bij ministerieel besluit waarin duidelijk werd aangegeven dat het bedrijf bestaanbaar is in zijn huidige ruimtelijke context doch dat geen verdere ruimtelijke ontwikkeling van dit bedrijf op deze locatie mogelijk is; voorliggend bestemmingsplan zet de vroegere zijdelingse uitbreiding om in een uitbreiding in de diepte buiten het vroegere plangebied; dit bestemmingsplan is in ruimtelijk opzicht nog minder verdedigbaar vanwege bijkomende inname van open ruimte en een duidelijk minder compacte vorm; derhalve is voorliggend bestemmingsplan in strijd met de elementen die hebben geleid tot de gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan in de 1ste fase; bovendien blijkt uit de toegevoegde uitvoerige verantwoordingsnota dat in feite de werking op de huidige locatie in de huidige gebouwen niet langer haalbaar is zonder een uitbreiding met 100%; ‘deze schaalvergroting ‘ kan niet worden verantwoord op deze locatie en is in strijd met de bepalingen van het GRS; het bedrijf is volgens het GRS gelegen in een ‘perspectiefgebied landbouw’ dat getypeerd wordt als open ruimtegebied met belangrijke belevingswaarde, omschreven als een structureel landbouwgebied met een grote samenhang met sporadische bebouwing; dat als beleidsopties voor dit gebied aan de zonevreemde bedrijven een beperkte ontwikkeling en uitbreiding wordt toegestaan in overeenstemming met de bepalingen van artikel 145bis § 1.
3.1.2.8 Aveve Sint-Lenaerts (nr.20)
Figuur 38 Deelplan Hoogstraatsebaan 128b - fase I
In dit BPA werd een bufferzone aangeduid van 5m rondom de site. In het noorden werd verder een zone voor bedrijfsgebouwen met geïntegreerde woning aangeduid, met daarop aansluitend een zone voor tuinen. De bedrijfsgebouwen werden opgenomen in een zone voor bedrijfsgebouwen. In het zuiden werd een zone voor parking, opritten, laad- en losplaatsen en opslag in open lucht aangeduid. In het noorden, voor de woning, werd een zone voor voortuin en/of zijtuin met bouwverbod aangeduid.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 49
3.1.2.9 Benmar (nr.21)
e feitelijk oning w fs ij bedr kan
n tore
m ndo eige n e e l (g rcee rpe u u b rijf) bed
Figuur 39 BPA zonevreemde bedrijven fase I - Groot Veerle 15 In dit BPA werd de zone voor KMO op het gewestplan uitgebreid. Daarnaast werd de buurtweg die door het bedrijventerrein liep verlegd langs het bedrijventerrein. Het terrein van het bedrijf werd verder gedetailleerd uitgewerkt met: -
Een zone voor de bedrijfswoning met een zone voor tuinen;
-
Een zone voor parking, opritten, laad- en losplaatsen en opslag in open lucht;
-
Een zone voor bedrijfsgebouwen;
-
Een bufferzone;
-
Een zone voor voortuinen en/of zijtuin.
In dit BPA werd echter een perceel dat nog niet in eigendom is van het bedrijf verkeerdelijk herbestemd als bedrijfswoning en zone voor tuinen. De kantoren en de feitelijke bedrijfswoning van het bedrijf (perceel 191 H2) werd volledig herbestemd naar een zone voor parking en opritten.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 50
3.1.2.10
Gunther Keysers (nr.22)
Figuur 40 BPA zonevreemde bedrijven fase II – Hoge Mereyt 10c Het volledige bedrijf was opgenomen in het BPA zonevreemde bedrijven fase II. In dit BPA werd de zone voor KMO op het gewestplan uitgebreid onder de vorm van een zone voor bedrijfsgebouwen en een zone voor parking, opritten, laad- en losplaatsen en opslag in open lucht. Achteraan werd de bedrijfszone afgesloten van het open ruimte gebied door een bufferzone. Het bedrijf heeft echter recentelijk het naastliggende perceel 58h (deels gelegen in KMOzone van het gewestplan) bijgekocht in functie van uitbreiding van het bedrijf. Het bedrijf wenst de bestaande gebouwen af te breken en het atelier op het nieuwe perceel uit te breiden met eenzelfde bouwdiepte als het bestaande atelier. Hiervoor is een herbestemming van agrarisch gebied naar een bestemming bedrijvigheid noodzakelijk.
3.1.3
Eventuele overige BPA’s en RUP’s De zonevreemde bedrijven zijn niet gelegen zijn niet gelegen in ander RUP’s en BPA’s.
3.1.4
Vergunningsstatus Zie ook bijlage 3 ‘bouwvergunningen en bouwmisdrijven van de verschillende bedrijven’. NR Naam
1
Service Plus bvba
Vergunningsstatus
Bouwmisdrijven uitbaten van een loodgietersbedrijf (woning en de functie van het loodgietersbedrijf is bedrijf gelegen in landbouwgebied niet vergund, de vergunningsaanvraag --> zonevreemd bedrijf) overzijde voor het verbouwen van de boerderij was Kraaienhorst11: - perceel grond geweigerd aangelegd in betonklinkers en in gebruik genomen als parking +
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 51
NR Naam
Vergunningsstatus
2
Stock 2000
vergund
3
Aveve Brecht
de handelsfunctie is niet vergund, laatste vergunning dateert van 1994: voor het bouwen van een bergplaats voor machine- hooi en stro
4
Jos Meeussen en zoon bvba
verschillende onvergunde constructies
5
Godrie
geen enkele bouwvergunning gekend
6
9
Topdak
regularisatie van prefab-hangaar is geweigerd en dus nog steeds onvergund
LSB-rent
gebouwen vergund, regularisatie van een functiewijziging van landbouwloods naar stockage-ruimte vergund (andere functies niet vergund)
10
Luyckx
vergund
11
Delhaize
vergund
12
Divari
gebouwen vergund, functie niet
13
Gebroeders Doms
vergund (de bestaande bedrijfsgebouwen (kantoren en hallen) werden geregulariseerd in 2003
14
Van Aerde
gebouwen vergund, functie niet
15
Joosi Trans
16
Trappen Vermeiren
17
De Tuin van Jos
vergund
19
De Bruyn
merendeel gebouwen onvergund, enkel het bouwen van pompheuvel en canopij is vergund
20
Aveve Sint-Lenaerts
gebouwen vergund, functie niet
21
Benmar
vergund
22
Gunther Keysers
vergund
Bouwmisdrijven opslag materialen bouwen van een chalet ( (is ondertussen geregulariseerd)
het bouwen van verschillende onvergunde constructies
- bouwen van een metalen boogloods (15,50m x 11,50m x hoogte 5,50m). - loods- verhardingenconstructies- stallen voertuigen stallen van materiaal, materieel en afval en gebruik als parking
- caravan (9,80m x 2,90m) omgevormd tot vast zomerverblijf (Sebrechts - Kurb) en een caravan (6,70m x 2,25m) door het aanbouwen van een terras omgevormd tot vast zomerverblijf (Sebrechts - Kurb Ottelohé)
Aanbrengen van betonnen verharding achter bedrijfsgebouw.
bedrijfsgebouwen/bedrijfsfunctie niet vergund gebouwen vergund, schrijnwerkerij is niet specifiek als functie
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 52
3.1.5
HAG Van 2004 tot 2009 werkte de Vlaamse overheid in overleg met gemeenten, provincies en middenveldorganisaties een ruimtelijke visie uit op landbouw, natuur en bos in dertien buitengebiedregio’s. Voor elke regio heeft de Vlaamse Regering dat visievormingsproces afgerond met een beslissing over een actieprogramma voor de op te maken RUP’s. Voor de landbouwgebieden waar de bestemming van het gewestplan zeker behouden kan blijven, besliste de regering om de bestaande agrarische bestemmingen te herbevestigen. De Vlaamse overheid drukte in de omzendbrief RO/2010/01 nog haar bezorgdheid uit voor het integrale behoud van dit gebied voor de agrarische sector en stelt dat de mogelijkheden om dit gebied voor andere functies dan de agrarische te ontwikkelen zullen worden beperkt. Bovendien wordt in de omzendbrief RO2010/01 benadrukt dat het aansnijden van herbevestigd agrarisch gebied (HAG) uitvoerig gemotiveerd moet worden. In 2008 stelde de Vlaamse overheid een visie op voor de regio Noorderkempen die resulteerde in een Operationeel Uitvoeringsprogramma (december 2008).
Veertien van de negentien zonevreemde bedrijven van de onderzoekslijst zijn (deels) gelegen in HAG: Service Plus bvba (nr.1), Aveve Brecht (nr.3), Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4), Godrie (nr.5), Topdak dakwerken (nr.6), LSB-rent (nr.9), Delhaize (nr.11) en Divari (nr.12), Gebroeders Doms (nr.13), Van Aerde (nr.14) Joosi Trans (nr.15), Trappen Vermeiren (nr.16) en Gunther Keysers (nr.22). Bedrijf Stock2000 wordt in het operationeel uitvoeringsprogramma voor de Noorderkempen deels ingedeeld in het gebied ‘omgeving ontginningsgebied Leeuwerik-Klokkeven’. De visie voor dit gebied is het versterken van de natuurwaarden.
Figuur 41 Situering zone waar het agrarisch gebied herbevestigd wordt
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 53
3.1.6
Open ruimte
3.1.6.1 Natura2000 In 1979 werd door de Europese Gemeenschap de Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand uitgevaardigd, beter bekend als de Vogelrichtlijn. Het doel ervan is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. Volgens artikel 4 van deze Richtlijn moeten er speciale beschermingsmaatregelen getroffen worden voor de leefgebieden van een aantal vogelsoorten, vermeld in de zogenaamde Bijlage I van de richtlijn. Bovendien moet men ook de rui-, overwinterings- en rustplaatsen van geregeld voorkomende trekvogelsoorten (onder andere watervogels en ganzen) beschermen. Als belangrijkste maatregel dient elke lidstaat Speciale Beschermingszones (SBZ – V) aan te wijzen op basis van opgegeven selectienormen. In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. Ook buiten deze beschermingszones moeten de lidstaten zich inzetten om de vervuiling en verslechtering van de leefgebieden van de soorten te voorkomen. In Vlaanderen werden in 1988 in uitvoering van deze richtlijn een aantal Speciale Beschermingszones, Vogelrichtlijngebieden of kortweg SBZ-V genoemd, aangeduid. De continue achteruitgang van de natuurlijke habitats en de bedreiging voor het voortbestaan van bepaalde wilde soorten zijn een centrale zorg in het milieubeleid van de Europese Unie (EU). Op 21 mei 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (zogenoemde ‘Habitatrichtlijn’), uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding én het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Bij deze richtlijn werd een Europees ecologisch netwerk tot stand gebracht dat "Natura 2000" is genoemd. Dit netwerk bestaat uit "speciale beschermingszones" die door alle lidstaten werden aangewezen overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn (de zogenaamde ‘Habitatrichtlijngebieden’ of SBZ – H), alsmede uit de speciale beschermingszones die uit hoofde van de vogelrichtlijn zijn ingesteld (zogenaamde Vogelrichtlijngebieden). In 1996 werd een eerste voorstel van Habitatrichtlijngebieden voor Vlaanderen bij de Europese Commissie aangemeld. De evaluatie toonde echter aan dat voor een aantal habitats en soorten onvoldoende oppervlakte was aangeduid. Op 4 mei 2001 werd een herziening en uitbreiding van deze gebieden goedgekeurd door de Vlaamse regering, kwam tot stand op een wetenschappelijke wijze. Verder werden door de Habitatrichtlijn ook een reeks dier- en plantensoorten strikt beschermd en werden maatregelen genomen ten aanzien van de exploitatie en het onttrekken aan de natuur van een aantal dier- en plantensoorten.
Er is geen enkel zonevreemd bedrijf gelegen in Natura2000-gebied. Het bedrijf Stock 2000 (nr.2) ligt op ca. 170m van Habitatrichtlijngebied “Het Blak, Kievitsheide, Ekstergoor en nabijgelegen Kamsalamanderhabitats”. De bedrijven LSB-rent (nr.9) en Benmar (nr.21) liggen op respectievelijk ca. 300m en ca. 600m van ditzelfde Habitatrichtlijngebied. Bedrijf Joosi Trans (nr.15) ligt op minder dan ca.35m van het vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebied ‘Groot Schietveld”. Bedrijf “De Tuin van Jos” (nr. 17) ligt op ca.185m van ditzelfde vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebied. Bedrijf van Aerde (nr.14) ligt op ca. 500m van ditzelfde vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebied
3.1.6.2 VEN en IVON De centrale doelstelling van het Vlaams gebiedsgericht natuurbeleid is de realisatie van een voldoende omvangrijke en samenhangende ‘natuurlijke structuur’ van Vlaanderen. Om dit te bereiken dient eerst het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verweving- en Ondersteunend Netwerk (IVON) afgebakend te worden.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 54
Het VEN, dat bestaat uit Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO), wordt afgebakend door Vlaanderen in overleg met de provinciale en gemeentelijke overheden. Het IVON bestaat uit NVWG (natuurverwevingsgebieden) en NVBG (natuurverbindingsgebieden). De NVWG wordt afgebakend in het RSV. De NVBG worden echter afgebakend door de provincie, zij het in functie van de reeds door het Vlaams Gewest afgebakende GEN, GENO en NVWG en aan de hand van richtlijnen opgesteld op Vlaams niveau. De Vlaamse regering besliste op 18 juli 2003 over de definitieve afbakening van het eerste deel van het VEN. Het VEN 1e fase of Vlaams Ecologisch Netwerk staat voor 86.500 ha platteland waar natuur en natuurbescherming de belangrijkste plaats innemen. De afbakening van de NVGB werd nog niet beëindigd. Er is geen enkel zonevreemd bedrijf gelegen in GEN-gebied of natuurverwevingsgebied gelegen. Het bedrijf Stock 2000 (nr.2) grenst aan GEN-gebied “De Kempense Kleiputten”. De bedrijven LSB-rent (nr.9) en Benmar (nr.21) liggen op respectievelijk ca. 185m en ca. 500m van ditzelfde GEN-gebied.
3.1.6.3 Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart, is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO). Er werd een uniforme evaluatie van het volledige Vlaamse gewest gemaakt voor wat betreft plantengroei, grondgebruik en kleine landschapselementen.
Figuur 42 Legende biologische waarderingskaart Enkel de bedrijven Stock2000 (nr.2), Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4), Godrie (nr.5) en Luyckx (nr.10) zijn deels gelegen in biologisch waardevol gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 55
Figuur 43 BWK - Stock2000 (nr.2)
Figuur 44 BWK t.h.v. Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 56
Figuur 45 BWK bedrijf Godrie (nr.5)
Figuur 46 BWK - Luyckx (nr.10)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 57
3.1.6.4 Integraal waterbeleid Binnen Vlaanderen vormt het ‘decreet integraal waterbeleid’ van 18 juli 2003 het juridisch en organisatorisch kader waarbinnen het waterbeleid moet gevoerd worden. Het is een kaderdecreet dat de grote lijnen voor het beleid uitzet. De concretisering gebeurt via uitvoeringsbesluiten. Op 9 september 2005 keurde de Vlaamse Regering het eerste uitvoeringsbesluit bij het decreet Integraal Waterbeleid goed. Dit besluit zorgt voor de geografische indeling van de watersystemen binnen het Vlaamse Gewest door de afbakening ervan in stroomgebieden, bekkens en deelbekkens. Daarnaast omvat het de noodzakelijke bepalingen voor de formele oprichting van de overlegstructuren op de verschillende niveaus. -
Brecht ligt op de grens Benedenscheldebekken.
-
Enkel de bedrijven Delhaize (nr.11) en Benmar zijn in effectief overstromingsgevoelig gebied gelegen. De terreinen van de Delhaize (nr.11) slechts voor een beperkt deel in het oosten. De terreinen en gebouwen van Benmar (nr.21) voor een iets groter deel in het oosten. De overige bedrijven zijn niet in overstromingsgevoelig gebied gelegen, maar het bedrijf Topdak dakwerken (nr.6) grenst wel aan effectief overstromingsgevoelig gebied. Verder is bedrijf Jos Meussen en zoon bvba (nr.4) in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied gelegen.
-
Alle bedrijven zijn gelegen in een gebied matig gevoelig voor grondwaterstroming, met uitzondering van bedrijf Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4) ligt voor een deel in gebied zeer gevoelig voor grondwaterstroming.
-
De bedrijven Stock 2000 (nr.2), Godrie (nr.5), Van Aerde (nr. 14) en Aveve Sint-Lenaerts (nr.20) zijn gelegen in niet-infiltratiegevoelig. De bedrijven Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4), Joosi trans (nr.15), De Tuin van Jos (nr.17) en Benmar (nr.21) zijn gedeeltelijk in niet-infiltratiegevoelig gebied gelegen. De overige bedrijven liggen allen in infiltratiegevoelig gebied.
-
De bedrijven Aveve Brecht (nr.3), Topdak dakwerken(nr.6), Luyckx (nr.10), Delhaize (nr.11), Divari(nr.12), Gebroeders Doms (nr.13), Van Aerde (nr.14), Joosi Trans (nr.15), Trappen Vermeiren (nr.16), De Bruyn (nr.19) en Gunther Keysers (nr.22) zijn gelegen in niet-erosiegevoelig gebied. De andere bedrijven zijn grotendeels gelegen in erosiegevoelig gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
van
het
Netebekken,
het
Maasbekken
en
het
pagina 58
Figuur 47 Overstromingsgevoeligheid t.h.v. Topdak (nr.6)
Figuur 48 Overstromingsgevoeligheid t.h.v. Delhaize (nr.11)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 59
Figuur 49 Overstromingsgevoelig t.h.v. Benmar (nr.21)
Figuur 50 Grondwaterstromingsgevoeligheid t.h.v. Jos Meeussen en zoon bvba (nr.4)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 60
3.1.7
Erfgoed
3.1.7.1 Beschermd erfgoed De overheid kan de meest gave en uitzonderlijke exemplaren, sites en landschappelijk waardevolle gebieden veiligstellen voor toekomstige generaties, door ze te beschermen. Sinds 1931 bestaat die mogelijkheid voor monumenten en landschappen. In 1976 wordt het concept stads- of dorpsgezicht toegevoegd aan de bescherming als monument. Sinds 1993 kan het archeologisch patrimonium worden beschermd. Recent werd bovendien een regeling voor het varend erfgoed uitgewerkt. Bedrijf Luyckx (nr.10) is gelegen in het beschermd landschap en de definitief aangeduide ankerplaats “Brechtse Heide”. Het bedrijf Benmar (nr.21) ligt deels in deze ankerplaats. Bedrijf LSB-rent is gelegen op ca.170m van deze definitief aangeduide ankerplaats. Bedrijf Joosi Trans (nr.15) ligt op ca. 40m van de definitief aangeduide ankerplaats “Groot Schietveld”. Bedrijf De Tuin van Jos (nr.17) ligt op ca.190m van diezelfde definitief aangeduide ankerplaats.
Figuur 51 Situering definitief aangeduide ankerplaats Brechtse Heide t.h.v. Benmar (nr.21)
3.1.7.2 Landschapsatlas Het beleid zoals vooropgesteld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen benadrukt een globale en gedifferentieerde aanpak van de landschapszorg, waarbij een bijzondere aandacht gaat naar het behoud van de resterende relictlandschappen. Om een dergelijk landschapsbeleid te onderbouwen wordt een geactualiseerde gebiedsdekkende inventaris van de relictlandschappen als een belangrijk beleidsinstrument gezien. Via de aanwijzing van de relicten kan een beoordeling gemaakt worden
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 61
van de gaafheid, mede in relatie tot de ideaaltypische karakteristieken van het betrokken traditioneel landschap. Deze inventaris werd uitgewerkt in de zogenaamde ‘Landschapsatlas van Vlaanderen - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verscheen in het voorjaar van 2001. De atlas vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. Bedrijven Stock 2000 (nr.2) en De Bruyn zijn gelegen in de relictzone “Kleinontginningsgebied Klein Veerle, St.Lenaarts en St.Jozef”. Bedrijf Godrie (nr.5) is gelegen in de relictzone “Bosgebied St.Job-in‘tGoor, ‘sGravenwezel en St.-Antonius”. Bedrijf Luyckx (nr.10) is gelegen in de ankerplaats “Brechtse Heide”. Bedrijf Benmar (nr.21) ligt deels in deze ankerplaats. Bedrijf Trappen Vermeiren (nr.16) ligt deels in de relictzone “Vallei van de Weehagense beek”. Bedrijf De Tuin van Jos (nr.17) en bedrijf Gunther Keysers (nr.22) grenst aan relictzone “Meerrijt”.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 62
3.1.8
Synthese bestaande juridische toestand Tabel 5 Synthese bestaande juridische en feitelijke toestand NR Naam
Gewestplan// BPA zvr bedrijven(weerhouden)
HAG
vergunningen
overige
1
Service Plus bvba
agrarisch gebied // JA
ja
functie onvergund
omgeven door biol. waardevol gebied (BWK)
2
Stock 2000
woongebied met landelijk karakter/ agrarisch gebied/ ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied
nee
vergund
grenst aan GEN, slechts smal deel perceel is biol. waardevol (BWK)
3
Aveve Brecht
woongebied met landelijk karakter/ agrarisch gebied
ja
functie onvergund
4
Jos Meeussen en zoon bvba
agrarisch gebied // JA
ja
versch. onvergunde constructies
zuidelijk deel biol. waardevol (BWK)
5
Godrie
landschappelijk waardevol gebied
nee
geen enkele vergunning gekend
enkel meest zuidelijke deel is biol. zeer waardevol (BWK)
6
Topdak dakwerken
woongebied/ agrarisch gebied // JA
ja
onvergund
grenst aan effectief overstromingsgev.
9
LBS-rent
ja
functie deels vergund (stockage)
agrarisch gebied ambachtelijke bedrijven en KMO's/ landschappelijk waardevol gebied woongebied/ agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied agrarisch gebied
nee
vergund
ja ja ja ja
15 Joosi Trans
agrarisch gebied
ja
16 Trappen Vermeiren 17 De Tuin van Jos
agrarisch gebied/woonuitbreidingsgebied landschappelijk waardevol gebied
ja nee
vergund gebouwen vergund, functie niet vergund functie onvergund bedrijfsgebouwen en – functie onvergund functie onvergund vergund
19 De Bruyn
groengebied/ stortgebied (niet-giftige stoffen)
nee
onvergund
20 Aveve Sint-Lenaerts
agr.gebied/o.a. zone voor bedrijfsgebouwen op BPA nee
gebouwen vergund, functie niet
21 Benmar
KMO-zone/zone voor parking/ zone voor tuinen…
nee
vergund
22 Gunther Keysers
KMO-zone/bufferzone/agrarisch gebied
Ja
vergund
10 Luyckx 11 12 13 14
Delhaize Divari Gebroeders Doms Van Aerde
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 63
beschermd landschap en ankerplaats Brechtse Heide; deel aangeduid las biol. waardevol (BWK) deels in effectief overstromingsgev.
deels in relictzone “Vallei van de Weehagense beek” grenst aan relictzone “Meerrijt” in relictzone “Kleinontginningsgebied Klein Veerle, St.Lenaarts en St.Jozef” grotendeels in ankerplaats Brechtse Heide, in effectief overstromingsgevoelig gebied
4
Opbouw visie
4.1
Ruimtelijk afwegingskader
De ontwikkelingsmogelijkheden van de zonevreemde bedrijven worden bepaald door: 1.
Visie GRS: In het GRS wordt een visie vooropgesteld voor de zonevreemde bedrijven. Deze visie baseert zich op een gebiedsgerichte benadering waarbij voor verschillende deelgebieden ontwikkelingsmogelijkheden voor de bedrijven worden bepaald. Daarnaast wordt indien relevant voor bepaalde bedrijven ook gekeken of een specifieke gedetailleerde gebiedsvisie van het GRS van toepassing is voor de omgeving van het bedrijf.
2.
De ruimtelijke draagkracht van de omgeving -
De ruimtelijke draagkracht van de omgeving hangt in eerste instantie af van de eventuele aanwezigheid van juridische beschermingen, namelijk: Natura2000-gebieden; => geen enkel bedrijf is in Natura2000-gebied gelegen. ruimtelijk kwetsbaar gebied (RKG) op het gewestplan (cfr. Vlaamse Codex); •
De volgende gebieden, aangewezen op plannen van aanleg: agrarische gebieden met ecologisch belang; agrarische gebieden met ecologische waarde; bosgebieden; brongebieden; groengebieden; natuurgebieden; natuurgebieden met wetenschappelijke waarde; natuurontwikkelings gebieden; natuurreservaten; overstromingsgebieden; parkgebieden en valleigebieden.
•
Gebieden, aangewezen op RUP’s en sorterend onder één van volgende categorieën of subcategorieën van gebiedsaanduiding: bos, parkgebied, reservaat en natuur, het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en de beschermde duingebieden en de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden.
=> het bedrijf De Bruyn (nr. 19) is gelegen in groengebied -
Verder zijn er ook enkele gebieden waaraan belangrijke beleidsverbintenissen gekoppeld zijn: VEN-gebied; => geen enkel bedrijf is VENgebied gelegen. Stock 2000 grenst aan VEN-gebied. HAG: => verschillende bedrijven zijn gelegen in HAG.
-
Ten slotte wordt de ruimtelijke draagkracht mee bepaald door de ligging ten aanzien van de nederzettingsstructuur: is het bedrijf gelegen in of nabij een dorpskern en/of woonlint
3.
Aftoetsing argumenten BPA zonevreemde bedrijven: Voor de bedrijven die betrokken waren bij het proces van de opmaak van de BPA zonevreemde bedrijven fase I en/of II en die (deels) waren weerhouden van goedkeuring van deze BPA’s, zal eerst worden onderzocht of de redenen van uitsluitsel vandaag nog gelden.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 64
4.
De ruimtelijke impact van het bedrijf: De ruimtelijke impact van het bedrijf wordt bepaald door:
4.2
-
het ruimtelijk-visueel voorkomen;
-
de mobiliteitsituatie van het bedrijf (verkeersstroom, parkeerbehoefte, ontsluiting);
-
de inpasbaarheid in de omgeving,
-
eventuele significante milieueffecten (grondvervuiling, luchtvervuiling, wateroverlast, enz.)
Categorieën van ontwikkelingsmogelijkheden Op basis van het ruimtelijk afwegingskader worden de zonevreemde bedrijven ingedeeld in categorieën van ontwikkelingsmogelijkheden. Alle bedrijven worden ingedeeld in één van volgende categorieën: -
Categorie 1: verdere ontwikkelingsmogelijkheden, opmaak deel RUP Voor dit zonevreemd bedrijf is een (ruime) uitbreiding toe te staan. Een herbestemming wordt dan ook vooropgesteld.
-
Categorie 2: beperkte ontwikkelingsmogelijkheden, beperken ruimtelijke dynamiek, opmaak deel RUP Het bedrijf wordt herbestemd, doch er worden geen grote uitbreidingsmogelijkheden toegestaan. Er worden weloverwogen inrichtingsvoorschriften opgelegd voor herbouw of verbouwingen van de huidige constructies en voor lichte uitbreidingsmogelijkheden.;
-
Categorie 3: behoud binnen het bestaande kader, eventueel nabestemming, opmaak deel RUP Voor deze bedrijven is de ruimtelijke draagkracht te laag om een verdere ruimtelijke ontwikkeling toe te staan, het behoud binnen het bestaande kader wordt voorop gesteld. Er wordt echter wel een deel RUP opgemaakt voor het bedrijf waarbij het bedrijf wordt herbestemd doch in veel gevallen een nabestemming krijgt zodat de aanwezigheid van bedrijvigheid op lange termijn niet wordt bestendigd. Verder worden er zeer strikte inrichtingsvoorschriften opgelegd voor herbouw of verbouwingen van de huidige constructies.
-
Categorie 4: geen opmaak deel RUP, herlokaliseren naar ruimtelijk meer wenselijke locatie De zonevreemde bedrijven die tot deze categorie behoren, moeten naar de toekomst toe verdwijnen, of geherlokaliseerd worden. Hun voortbestaan is niet gewenst op de huidige plaats, gelet op de ruimtelijke context en het ruimtelijk functioneren van het gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 65
4.3
Categorieën van ontwikkelingsmogelijkheden – afweging t.o.v. GRS/ ruimtelijke draagkracht Tabel 6 Afweging zonevreemde bedrijven t.o.v. visie in het GRS/ruimtelijke draagkracht NR 1 2 3 4 5 6 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 20 21 22
Naam Service Plus bvba Stock 2000 Aveve Brecht Jos Meeussen en zoon bvba Godrie Topdak LSB-rent Luyckx Delhaize Divari Gebroeders Doms Van Aerde Joosi Trans Trappen Vermeiren De Tuin van Jos De Bruyn Aveve Sint-Lenaerts Benmar Gunther Keysers
Ligging volgens visie GRS in landbouwgebied met landschappelijke of natuurlijke waarde op de grens van perspectiefgebied landbouw/ bos, heide, -of valleigebied langs lint tussen Brecht en St.-Lenaarts
Categorisering volgens GRS 3 3à4 1a2
Categorisering 3 → 44 4 2
in het open ruimtegebied tussen de woonkernen, een landbouwgebied met nevenfuncties
2à3
3
in de groene gordel rond St.Job-in’t-Goor landbouwgebied met landschappelijke waarde aan de rand van de open ruimte corridor landbouwgebied met landschappelijke waarde langs lint tussen Brecht en St.-Lenaarts in perspectiefgebied landbouw in perspectiefgebied landbouw in perspectiefgebied landbouw in perspectiefgebied landbouw in perspectiefgebied landbouw in perspectiefgebied landbouw / open ruimte corridor landbouwgebied met landschappelijke waarde in perspectiefgebied landbouw op de grens van kern Groot-Veerle/landbouwgebied met landschappelijke waarde open ruimte corridor
4 2à3 2à3 2à3 1à2 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3 2à3
3 3 → 45 3 2 2 3 3 3 3 3 3 6 3→4 2 2 2
4
o.b.v. vergunningstoestand in lagere categorie ( zie 4.4.4.) o.b.v. vergunningstoestand in lagere categorie ( zie 4.4.4.) 6 o.b.v. vergunningstoestand in lagere categorie ( zie 4.4.4.) 5
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 66
5
Bepaling ontwikkelingsmogelijkheden per bedrijf
5.1
Categorie 1 – verdere ontwikkelingsmogelijkheden, opmaak deelRUP Er bevinden zich geen bedrijven in deze categorie.
5.2 5.2.1
Categorie 2 – beperkte ontwikkelingsmogelijkheden, opmaak deelRUP Aveve Brecht (nr.3 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader Het bedrijf is deels gelegen in woongebied met landelijk karakter, deels in agrarisch gebied (HAG). Gebouwen op de bedrijfsite zijn vergund, functiewijziging niet vergund Visie GRS Visie deelgebied lint tussen Brecht en St.-Lenaarts: Dit lint kan in de toekomst ontwikkeld worden als een activiteitendreef. Het uitbreiden van de bebouwingsmogelijkheden kan gepaard gaan met het verhogen van de transparantie in dit gebied. Hierbij wordt gestreefd naar een afwerking van de gebouwen met een volwaardig groenscherm zodat vanuit het achterliggende landelijke gebied een aangenaam zicht ontstaat op het lint. Om het lokale karakter niet te overschrijden zal de oppervlakte van de bedrijven worden beperkt. Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven N.v.t. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf werd opgericht op deze locatie in 1977. Het bedrijf bestaat momenteel uit een kleinschalig tuincentrum dat gelegen is in de tweede bouwlijn op ca. 15m achter een woningrij in de Lessiusstraat. De Lessiusstraat, tevens een gewestweg (N115), vormt de verbindingsweg tussen Brecht en Sint-Lenaerts en tevens een belangrijke ontsluitingsweg naar de afrit van de E19 voor de kernen van Brecht, Sint-Lenaarts en Malle. In de woningen in de eerste bouwlijn wonen de eigenaars en familie van de eigenaars van het bedrijf. De bedrijfssite omvat een bedrijfsgebouw van ca. 1100m² en een viertal parkeerplaatsen. Met uitzondering van de tuinzones horende bij de bedrijfswoningen en een beperkte groene afscheiding, is gans de bedrijfssite verhard. Het bedrijf heeft een achterontsluiting naar de Broeckhovenstraat i.f.v. de aan- en aflevering van materiaal en goederen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 67
Ruimtevraag Het bedrijf wenst het gebouw aan de inkom af te breken en te vervangen door een gebouw dat gelijkkomt met het oostelijk gebouw. Dit omhelst een uitbreiding van ca.1200m².
Figuur 52 Ruimtevraag Aveve Brecht
Toekomstvisie Het bedrijf is deels zone- eigen (woongebied). Conform de visie van het GRS zal dit deel van de Lessiusstraat worden bevestigd als activiteitendreef, mits voldaan wordt aan ruimtelijke voorwaarden. In een deelplan wordt het behoud van het bedrijf bestendigd gekoppeld aan enkele ruimtelijke concepten. Omwille van de ligging in tweede bouwlijn en omwille van de vergunningstoestand (functie niet vergund) kunnen enkel beperkte uitbreidingsmogelijkheden worden toegestaan. Dit is in overeenstemming met de vooropgestelde categorie (cat. 2). Het bedrijf vraagt effectief ook enkel beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Verder gaat er bijzondere aandacht naar buffering t.o.v. het achterliggend landschap conform de visie van het GRS. Daarnaast dient bij uitbreiding, herbouw of nieuwbouw best een bufferafstand t.o.v. zijdelingse perceelgrenzen te worden behouden. Echter voor de bedrijfsvoerder is het noodzakelijk dat bij herbouw tot op de westelijke perceelsgrens kan gebouwd worden; gezien de huidige toestand en de beschikbare ruimte. De eigenaars hebben hiervoor een overeenkomst afgesloten met de westelijke buren (Zie bijlage). Voor de overige grenzen van de zone voor bedrijfsgebouwen wordt opgelegd dat bij herbouw een groenbuffer moet worden voorzien. De bestaande achterontsluiting i.f.v. bedrijfsactiviteiten wordt wel behouden waarbij een maximale breedte wordt vastgelegd (4m). De woningen vooraan, die vandaag reeds gelegen zijn in woongebied met landelijk karakter, behouden hun woonbestemming. Omwille van de ligging langs de verbindingsas tussen Brecht en Sint-Lenaerts is het niet wenselijk voor deze twee zone-eigen woningen veel strenger te zijn dan voor de naastgelegen woningen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 68
Tabel 7 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP
5.2.2
Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Bebouwde opp. i.f.v. bedrijfsactiviteiten: ca.1100m² Hiervan ligt ca. 450m² in agrarisch gebied.
Voorste deel: gewestplanvoorschriften woongebied met landelijk karakter. Achterste deel: gewestplanvoorschriften agrarisch gebied.
Toekomstige juridische mogelijkheden Uitbreiding tot max. 1800m² mits 3m afstand t.o.v. oostelijke perceelsgrens
Luyckx (nr.10 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
bedrijf is momenteel niet zonevreemd: in het BPA zonevreemde bedrijven fase I werd de KMO-zone op het gewestplan reeds uitgebreid onder de vorm van een zone voor bedrijfsgebouwen en zone voor parking, opritten laad- en losplaatsen en opslag in open lucht, bufferzone, zone voor openbare wegenis, zone voor bedrijfswoning en tuinzone
-
volledig vergund (eerste vergunning van 1967, laatste van 2010)
-
gelegen in een beschermd landschap en ankerplaats Brechtse Heide
-
plangebied deels aangeduid als biologisch waardevol gebied op de biologische waarderingskaart
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in een landbouwgebied met landschappelijke waarde, nl. de Brechtse Heide. Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven Niet van toepassing, het deelplan van Luyckx werd in het toenmalige BPA volledig goedgekeurd. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Lucykx is een historisch gegroeid middelgroot bedrijf dat op deze locatie werd opgericht in 1952. De eerste activiteiten waren bosontginning en de verkoop van landbouwmachines. Dit werd later uitgebreid met de verkoop van graafmachines en andere machines i.f.v. burgerlijke bouwkunde. Het betreft stelt ca.140 personen te werk, hoofdzakelijk afkomstig van de nabije regio. De bedrijfssite sluit niet aan bij een woonkern, noch bij een gewestweg. De site bevindt zich langs de Abdijlaan. Ter hoogte van de oprit van Luyckx is er een apart stoplicht voorzien i.f.v. de veiligheid en de verkeersleefbaarheid. De bedrijfssite omvat één aaneengesloten bedrijfsgebouw met een oppervlakte van ca. 13.500m². Dit gebouw wordt vooral langs zuidelijke en oostelijke zijde omgeven door opslag van landbouw- en
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 69
bouwmachines. Ten noorden van het bedrijf bevindt zich een parking in open lucht. conciërgewoning en de private bedrijfswoning zijn gelegen in aansluiting met de Abdijlaan.
De
De ganse bedrijfssite is omgeven door een ruime buffer. Het bedrijf beschikt over een vergunde helihaven langs de noordzijde van de bedrijfssite.
Ruimtevraag De huidige bedrijfssite is volledig zone-eigen. Het bedrijf werd volledig herbestemd met het BPA zonevreemde bedrijven fase I. Het bedrijf wenst echter de personeelsparking in het noord-westen van de site uit te breiden met ca.6600m² Verder wenst het bedrijf de stockageplaatsen voor machines in open lucht uit te breiden in het zuid-oosten met een oppervlakte van ca. 450m²7. Visie Conform de visie van het GRS kan het bedrijf beperkt uitbreiden, bovendien is het bedrijf momenteel zone-eigen. Bij de opmaak van een grafisch plan wordt wel een ruime bufferzone behouden naar de omgeving zodat enerzijds de landschappelijke inpassing bewaard blijft en anderzijds de buffer kan fungeren als groene stapsteen in het beschermd landschap. Als de huidige bedrijfsactiviteiten hier verdwijnen, dient het aantal mogelijke (bedrijfs)activiteiten te worden beperkt. Zuivere transportbedrijvigheid en logistiek is dan niet meer toegelaten. Tabel 8 Wijziging bebouwings –en verhardingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden (BPA)
Opp. bedrijfsgebouwen: ca. 13.500m²
zone voor bedrijfsgebouwen uit BPA (100% bebouwbaar) = 15.600m²
en een verharde oppervlakte van ca.14.600m²
zone voor parking, opritten, laad- en losplaatsen en opslag in open lucht uit BPA = ca.10.950m²
7
Toekomstige juridische mogelijkheden Uitbreiding zone voor bedrijfsgebouwen (100% bebouwbaar) naar 18.860m². Uitbreiding zone voor bedrijfsgebonden buitenruimte naar ca.17.460m²
Oppervlaktes zijn een inschatting o.b.v. schetsen aangeleverd door bedrijf.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 70
5.2.3
Delhaize (nr.11 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
voor een klein deel gelegen in woongebied, voor het overige in agrarisch gebied (HAG)
-
volledig vergund
-
een deel van het onbebouwde deel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied
Visie GRS: Visie lint tussen Brecht en St.-Lenaarts :Dit lint kan in de toekomst ontwikkeld worden als een activiteitendreef. Het uitbreiden van de bebouwingsmogelijkheden kan gepaard gaan met het verhogen van de transparantie in dit gebied. Hierbij wordt gestreefd naar een afwerking van de gebouwen met een volwaardig groenscherm zodat vanuit het achterliggende landelijke gebied een aangenaam zicht ontstaat op het lint. Langsheen de secundaire weg zullen bomen worden ingeplant waardoor een groene dreef ontstaat. Om het lokale karakter niet te overschrijden zal de oppervlakte van de bedrijven worden beperkt. Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven N.v.t. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het betreft een eerder recent bedrijf. Delhaize richtte hier een vestiging op in 2007. De bedrijfssite ligt langs de Lessiusstraat - Heiken, een gewestweg (N115) en tevens belangrijke verbindingsweg tussen afrit E19, Brecht, Sint-Lenaarts, Malle. Het bedrijf is gelegen nabij de kern van Sint-Lenaarts. Op de bedrijfssite is het feitelijke bedrijfsgebouw meer achterin gelegen. Langsheen deze activiteitendreef bevinden er zich echter nog meer achterin gelegen gebouwen (bv. naastgelegen veevoederbedrijf Rombouts, de gebouwen t.h.v. Carrosserie Felix Pollet, enz.). Op de bedrijfssite van de Delhaize vinden geen echte productieactiviteiten plaats, maar enkel handel. Ruimtevraag Dit bedrijf heeft geen ruimtevraag. Visie Er wordt een deelplan opgemaakt waarbij weldoordachte inrichtingsvoorschriften gehanteerd worden voor herbouw, uitbreiding of verbouwingen van de huidige constructies (bv. zuinig en compact ruimtegebruik). Het bedrijf heeft reeds een zekere omvang. Slechts beperkte uitbreidingsmogelijkheden worden voorzien. Verder zullen specifieke voorschriften rond integraal waterbeheer worden opgenomen. Tabel 9 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.13.500m²
Voorste deel: gewestplanvoorschriften woongebied Achterste deel: gewestplanvoorschriften agrarisch gebied
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Uitbreiding zone voor bedrijfsgebouwen (100% bebouwbaar) naar ca.5320m²
pagina 71
5.2.4
Aveve Sint-Lenaarts (nr.20 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
zone-eigen: reeds herbestemd in BPA fase I naar zone voor bedrijfsgebouwen, zone voor parking, opritten laad- en losplaatsen en opslag in open lucht, bufferzone, zone voor openbare wegenis, zone voor bedrijfswoning en tuinzone
-
gebouwen vergund, functie niet
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven Niet van toepassing, het deelplan van Aveve Sint-Lenaarts werd in het toenmalige BPA volledig goedgekeurd. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf is gelegen langsheen de N115, de verbindingsweg tussen Hoogstraten en Sint-Lenaerts. Een groot deel van de bedrijfssite wordt in beslag genomen voor productie van middelen en producten ter ondersteuning van de land- en tuinbouw. Verder is er een het feitelijke land- en tuincentrum en een private bedrijfswoning. Op de site bevinden zich ook nog een achttal parkeerplaatsen. Ruimtevraag Het bedrijf wenst een herstructurering van de bestemmingsvoorschriften t.h.v. het bedrijf waarbij de voornaamste gewenste wijzigingen zijn: -
opschuiven van de zone voor bedrijfsgebouwen naar het westen (tot aan de westelijke groenbuffer) (vergroten met een oppervlakte van ca.530m²), vervolgens de (private) tuinzone in het oosten vergroten met een oppervlakte van ca.370m².
-
Zone voor bedrijfswoning beter afstemmen op de bestaande toestand
Visie => Categorie 2: opmaak deelplan. Ter hoogte van dit deelplan kan aan een uitbreidingsvraag voldaan worden als -
de uitbreiding beperkt is t.o.v. de totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen Dit is het geval met de ruimtevraag; er treedt immers voornamelijk een herstructurering op ten opzichte van het bestaande BPA. De zone voor bedrijfsgebouwen breidt beperkt uit in het
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 72
westen. Ter compensatie breiden de tuinzone en de onbebouwde zone voor bedrijfsactiviteiten uit in een ander richting; respectievelijk naar het westen voor de tuinzone en tot tegen de bedrijfswoning voor de onbebouwde zone voor bedrijfsactiviteiten. -
De bufferzone van 5m rondom de site bewaard blijft zodat een uitbreiding van bedrijfsgebouwen vanuit het landschap in feite niet zichtbaar is. In deze bufferzone wordt de realisatie van een doorsteek voor landbouwvoertuigen naar de achterliggende landbouwgronden toegelaten. Het bedrijf wil immers de piste open houden om op termijn (para-)agrarische activiteiten te realiseren op de achterliggende percelen. Op deze manier kan een verbinding met deze achterliggende activiteiten gerealiseerd worden.
-
Detailhandel zal niet worden toegestaan als hoofdfunctie. Daarenboven dient de verkoopfunctie hoofdzakelijk gerelateerd te zijn aan landbouw.
Tabel 10 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden (BPA)
Toekomstige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.3120m².
Zone voor bedrijfsgebouwen (BPA) : voor max. ca. 3580m² bebouwbaar
Totale grondopp. bedrijfsgebouwen: max. 4000m²
Ter hoogte van dit bedrijf doet zich de specifieke situatie voor dat de vergunde toestand van de gebouwen, niet helemaal overeenkomt met het grootschalig referentiebestand. Ter verduidelijking wordt in Figuur 53 het inplantingsplan van de vergunning weergegeven. Daarop is bijvoorbeeld te zien dat de woning werd vergund op meer dan 15m afstand van de oostelijke plangrens en op minder dan 8m tot de straat. Voor de afstand t.o.v. de openbare weg/zuidelijke plangrens wordt in het plan een minimale afstand van 8m conform de gehanteerde achterbouwlijnen door het Agentschap Wegen en Verkeer voor gewestwegen) opgelegd. Verder wordt de grafische plannen van de deelplannen opgemaakt o.b.v. het grootschalig referentiebestand. In de voorschriften van het RUP is een algemene bepaling opgenomen die ervoor zorgt dat dergelijk situatie geen probleem hoeft te vormen: “Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen en functies kunnen gehandhaafd blijven, ook al zijn ze niet in overeenstemming met de voorschriften van dit RUP. Verder kunnen bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen ook verbouwd worden binnen het bestaand volume voor zover minstens 60% van de dragende structuur van het gebouw behouden blijft. Indien meer dan 60% van de dragende structuur wordt verbouwd, dient het gebouw in regel gebracht te worden met de voorschriften van het RUP. Bij uitbreiding, herbouw, nieuwbouw of bij aanvraag van een functiewijziging gelden de inrichtingsvoorschriften van dit RUP.” Dit wil zeggen dat conform de verordende voorschriften van dit RUP het vergunde gebouw kan verbouwen binnen het bestaand het bestaand volume, maar bij herbouw de achteruitbouwlijn van 8m dient gehanteerd te worden.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 73
Figuur 53 Inplantingsplan vergunning
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 74
5.2.5
Benmar (nr.21 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
zone-eigen: in BPA fase I werd de KMO-zone op het gewestplan reeds uitgebreid onder de vorm van zone voor bedrijfsgebouwen, zone voor parking, opritten laad- en losplaatsen en opslag in open lucht, bufferzone, zone voor voortuinen, zone voor bedrijfswoning en tuinzone. In het BPA zonevreemde bedrijven fase I werd een perceel dat niet in eigendom is van het bedrijf verkeerdelijk reeds herbestemd als bedrijfswoning en zone voor tuinen. Daarnaast werden de kantoren (perceel 190M) en de feitelijke bedrijfswoning van het bedrijf (perceel 191/H2) volledig herbestemd naar een zone voor parking en opritten.
-
vergund
Visie GRS: -
Visie Noordelijke Dorpen: Klein-Veerle zal zich profileren als landelijke woongemeente. De bedrijven rond de dorpskern worden behouden en er worden voldoende ontwikkelingsmogelijkheden gegeven aan de bestaande bedrijven.
-
Het bedrijf ligt deels in een landbouwgebied met landschappelijke waarde, nl. de Brechtse Heide. Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten.
Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven Niet van toepassing, het deelplan van Benmar werd in het toenmalige BPA volledig goedgekeurd. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf in diepvriesopslag en –overslag van voedingswaren is gelegen in de kern van GrootVeerle, langsheen, de verbindingsweg tussen Malle, Brecht en Sint-Lenaerts (de N133). Het bedrijf werd hier gesticht op 26/02/1954. De eerder grootschalige bedrijfsgebouwen i.f.v. opslag en productie bevinden zich in tweede bouwlijn. Vooraan bevinden de administratieve ruimten ondergebracht in (voormalige) villawoningen. De huidige bedrijfswoning bevindt zich in het meest noordelijke gebouw langs de steenweg. De toekomstige bedrijfswoning zal zich in het meest zuidelijke gebouw langs de steenweg situeren. Ruimtevraag Het bedrijf wenst een herstructurering van de bestemmingszones ter hoogte van de bedrijfssite: -
De tuinzone moet worden ingekrompen i.f.v. een uitbreiding van de zone voor bedrijfsgebouwen met een oppervlakte van ca.320m².
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 75
-
in het BPA werden de twee noordelijke gebouwen in eerste bouwlijn (perceel 191/F2 en perceel 191/H), verkeerdelijk bestemd als een zone voor parking en opritten. In deze zone bevinden zich echter de kantoren en een bedrijfswoning.
Visie => Categorie 2: opmaak deelplan. Beperkte uitbreiding onder voorwaarden. Aan de ruimtevraag kan voldaan worden mits: -
De uitbreiding beperkt is t.o.v. de totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen Dit is het geval met de ruimtevraag; de inname van perceel 191/H zou slechts een uitbreiding van ca. 10% betekenen.
-
De bufferzone van 10m achteraan de site bewaard blijft. Langs de zuidzijde kan de buffer beperkter zijn, aangezien hier zich reeds andere activiteiten bevinden.
-
Vooraan een overgangszone wordt voorzien tussen de weg en de achterliggende grotere bedrijfsgebouwen. In deze overgangszone zijn enkel opritten, parking, bedrijfswoning en beperkte kantoorgebouwen toegelaten.
Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden (BPA)
Toekomstige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.19.700m²
Zone voor bedrijfsgebouwen (BPA): voor max. ca.23.880m² bebouwbaar.
Totale grondopp. bedrijfsgebouwen: max. 25.230m²
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 76
5.2.6
Gunther Keysers (nr.22 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
bedrijf is momenteel niet zonevreemd: in BPA fase II werd de KMO-zone op het gewestplan reeds uitgebreid onder de vorm van o.a. een zone voor bedrijfsgebouwen, zone voor parking, opritten laad- en losplaatsen en opslag in open lucht.
-
vergund
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in de open ruimte corridor tussen de noordelijke kernen en de kern van Brecht. Landbouwgebied – open ruimte corridor: De open ruimte heeft hier een lagere belevingswaarde dan in de landbouwgebieden met natuurlijke en of landschappelijke waarde en de perspectiefgebieden landbouw. De samenhang is er kleiner doordat er op vele plaatsen verspreide bebouwing voorkomt. De mogelijkheden voor uitbreiding worden per bedrijf bepaald naargelang de ligging binnen zijn omgeving en de activiteiten die er plaatsvinden. Aftoetsing BPA zonevreemde bedrijven Niet van toepassing, het bedrijf Gunther Keysers werd in het toenmalige BPA volledig goedgekeurd. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. De bedrijfssite sluit niet aan bij een woonkern, noch bij een gewestweg. Het huidige bedrijf is hier gevestigd sinds 1999. In voormalige landbouwgebouwen bevindt zich nu een schrijnwerkerij. De bedrijfswoning bevindt zich vooraan. Het bedrijf vormt een gebouwencluster samen met de twee naastliggende percelen (waarop telkens ook vooraan een woning bevindt en achteraan (landbouwgerelateerde) bedrijvigheid. Ruimtevraag Vandaag omvat het bedrijf een bedrijfswoning en een loods (percelen 58L, 58M, 58K). Recentelijk heeft het bedrijf het naastliggend perceel 58H, hoofdzakelijk gelegen in zone voor KMO op het gewestplan, bijgekocht in functie van de uitbreiding van de atelierruimte. Dit betreft een uitbreiding buiten de contour van het huidige BPA. De voorste strook van het naastliggend perceel is reeds in KMO-gebied gelegen op het gewestplan, dit in tegenstelling tot de zone achteraan, waar het bedrijf ook de atelierruimte wenst uit te breiden. Het bedrijf wenst de bestaande gebouwen op dit perceel af te breken en te vervangen door een uitbreiding van het atelier met vooraan een appartement op de verdieping. De uitbreiding van het atelier zal eenzelfde bouwdiepte kennen als de bestaande werkruimte. Visie => Categorie 2: opmaak deelplan, conform visie GRS kan het bedrijf beperkt uitbreiden. Daarnaast is het bedrijf momenteel zone-eigen. Er kan aan de vraag van het bedrijf voor uitbreiding van de atelierruimte worden tegemoet gekomen, op voorwaarde dat de bedrijfssite afdoende landschappelijk wordt ingepast door middel van een groenbuffer naar het achterliggende open ruimte gebied en op voorwaarde dat de beide woningen gerelateerd zijn aan de bedrijfsactiviteiten. Tabel 11 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden (BPA)
Toekomstige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.950m²
Zone voor bedrijfsgebouwen (BPA) : voor max. ca.1130 m² bebouwbaar.
Totale grondopp. bedrijfsgebouwen: max. 1508m²
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 77
5.3
Categorie 3 – behoud binnen het bestaande kader, eventueel nabestemming, opmaak deelRUP
5.3.1
Jos Meussen en zoon bvba (nr.4 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
volledig gelegen in agrarisch gebied (HAG)
-
het bedrijf was reeds opgenomen in BPA zonevreemde bedrijven fase I en II, doch niet weerhouden van goedkeuring
-
groot deel (zuidelijk deel) aangeduid als biologisch waardevol op de BWK
-
niet compatibel met visie GRS
-
de zuidelijke woning is niet gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten en werd vergund als (zonevreemde) woning, op 4/02/2013
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in landbouwgebied met nevenfuncties. Het open ruimtegebied tussen de verschillende dorpen wordt bestemd als landbouwgebied met nevenfuncties. Dit wil zeggen dat het gebied maximaal wordt gevrijwaard van bijkomende bebouwing (woningen, bedrijven, landbouw-exploitatiezetels…). De hoofdfuncties in het gebied is landbouw. Belangrijke nevenfuncties zijn recreatie en natuur. Het gebied zal in de toekomst worden gebruikt voor de opvang van (zonevreemde) zachte recreatieve functies (voetbalvelden, speelbos, trapveld…). Bestaande verweefbare bedrijven en woningen zullen in dit gebied blijven bestaan. In het binnengebied moet het groene karakter worden versterkt. De doorgang van gemotoriseerd verkeer moet zoveel mogelijk worden geweerd. In de plaats zullen langzame verkeersroutes worden uitgewerkt tussen de verschillende dorpen en het kanaal. Aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: Overzicht argumenten: Diverse argumenten gerelateerd aan het toenmalig opgemaakte BPA: -
Het bestemmingsplan legt een zone voor bedrijfsgebouwen vast die dieper op het perceel en derhalve dieper in het achterliggende open ruimtegebied ligt. Het bestemmingsplan van toen is geen vaststaand feit.
-
Voor het bedrijf wordt conform de visie een uitdoofscenario voorgesteld. De opmaak van een deelplan met de volledige vervanging van de bedrijfsgebouwen is in strijd hiermee. Dit is geen vaststaand feit, maar heeft betrekking met het BPA-proces van toen. In theorie is het mogelijk dat door nieuwe gegevens, beleidsvisies, het bedrijf ditmaal in een andere ontwikkelingscategorie terechtkomt.
-
Er gebeurde een onjuiste voorstelling van de bestaande toestand en derhalve van de bestemmingswijziging waardoor de uitbreiding beperkter wordt voorgesteld dan in werkelijkheid. Dit is een opmerking over het toenmalige plan van de BJT. Nu wordt een nieuw en correct plan van de BJT opgesteld.
Het bedrijf is gelegen aan een smalle kleine landbouwweg die niet is aangepast aan de verkeersgeneratie van het bedrijf.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 78
-
er kan onderzocht worden of de ontsluiting niet op andere wijze kan gebeuren.
Er is bezwaarlijk sprake van een behoorlijk vergund bedrijf. Een BPA ter regularisatie van een onvergunde toestand kan niet het opzet zijn van de opmaak van een BPA. Dit is ook in strijd met de omzendbrief ter zake. Enkel indien o.b.v. een ruimtelijke afweging blijkt dat een onvergunde situatie aanvaardbaar is en leidt tot een betere ruimtelijke ordening dan de voorafgaande situatie, is de opname in een BPA per uitzondering mogelijk. Een dergelijk motivering ontbreekt. -
De vergunningstoestand is nog steeds dezelfde
De ligging van een bedrijf met dergelijke schaal in de open (landbouw)ruimte tussen de drie kernen van Brecht, maar niet aansluitend bij één van de kernen of bestaan bedrijventerrein lijkt een gegronde ruimtelijke verdediging in de weg te staan. -
De ligging (t.o.v. de kernen) is niet gewijzigd.
Dat een bezwaarschrift werd ingediend waarin wordt gewezen op de aanwezigheid in het gebied van kwelwater van het naastliggend kanaal; dat grote delen van het bedrijfsterrein reeds verhard zijn of zullen worden; dat daarom in de voorschriften het gebruik van waterdoorlatende verhardingsmaterialen wordt opgelegd doch dat deze niet kunnen worden afgedwongen met alle gevolgen vandien voor de rondom gelegen landbouwgronden; -
Of er nog steeds een probleem is met kwelwater moet worden nagegaan (bv. milieudienst)
Het bedrijf is volgens het GRS gelegen in een gebied dat wordt omschreven als ‘landbouwgebied met nevenfunctie recreatie en natuur’. Voor dit gebied wordt aangegeven dat bestaande verweefbare bedrijven in dit gebied kunnen blijven bestaan, dat het groen karakter versterkt, dat het doorgaan van gemotoriseerd verkeer zoveel mogelijk wordt geweerd en dat langzame verkeersroutes tussen de dorpen worden uitgewerkt; De verdere ontwikkeling van een grootschalig verkeersgenererend bedrijf en de met dit doel voorziene verbreding van een smalle landbouwweg die aansluit op het recreatief jaagpad langsheen de vaart is in strijd met deze visie van het GRS. -
Deze beleidsvisie van het GRS is nog steeds van toepassing.
Conclusie aftoetsing argumenten BPA: Verschillende argumenten waren gelinkt aan de opmaak van het toenmalige BPA zelf. De vergunningstoestand is echter nog steeds dezelfde en de ontsluiting vormt nog steeds een aandachtspunt. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het betreft een extensief bedrijf dat werd gesticht op deze locatie in 1976. Het merendeel van de bedrijfssite wordt in beslag genomen door de opslag en verwerking in open lucht van substraten.
Ruimtevraag Het bedrijf wenst de loodsen te optimaliseren door realisatie van 1 loods i.p.v. 2 loodsen op dezelfde plaats. ‘Eventueel’ willen zij nog uitbreiden naar perceel 783C, maar zij begrijpen dat dit moeilijk ligt.
Visie Algemene visie Een uitbreiding van de gebouwen wordt niet vooropgesteld. De ruimtelijke draagkracht is immers te laag (o.a. vergunningstoestand, ligging in HAG) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 79
Voor dit bedrijf wordt er deelplan opgemaakt in het kader van bieden van een ruimtelijk planologisch kader i.f.v. verbouwingen/herbouwen. Omdat het niet wenselijk is de aanwezigheid van bedrijvigheid hier op lange termijn te bestendigen, geldt een nabestemming agrarisch gebied als overdruk boven het plan. Voor een welbepaalde periode wordt de functie bedrijvigheid op deze locatie toegelaten. Deze termijn geeft het bedrijf tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe locatie. Verder wordt onderzocht hoe de ontsluitingssituatie kan verbeterd worden. (zie §Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. ). Ten slotte zal de bedrijfssite landschappelijk worden ingepast door het voorzien van een bufferzone rondom. Hoewel het behoud van de bedrijvigheid op lange termijn niet wenselijk is, wordt door het RUP juridisch zekerheid en duidelijkheid gegeven. Tevens wordt de vraag voor herstructurering van de gebouwen mogelijk gemaakt. Binnen een welafgebakende periode worden verbouwingen en herbouw i.f.v. de huidige bedrijfsactiviteit nog toegelaten. Het doel dat voor dit bedrijf wordt vooropgesteld is om een ruimtelijk meer wenselijke locatie te vinden. Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Bebouwde opp. i.f.v. bedrijfsactiviteiten: ca.110m²
Gewestplanvoorschriften agrarisch gebied
Brutobedrijfsopp.: 29.000m²
Toekomstige juridische mogelijkheden Herbouw op een gewijzigde locatie binnen de zone voor bedrijfsgebouwen, mits geen uitbreiding van de totale volumeinname. Alternatieve ontsluiting realiseren
Verfijning visie inzake ontsluiting De algemene ontsluiting van het bedrijf Jos Meeussen en zoon bvba is goed, gezien zijn ligging nabij de kernen van Sint-Lenaerts en Brecht. Op microniveau wordt het bedrijf vandaag ontsloten langs een zijstraat van de verbindingsweg tussen de N133 - Vaartstraat en de kern van Sint-Lenaerts. Langs deze kleine zijstraat bevinden zich ook enkele woningen. Deze lokale weg is niet uitermate geschikt voor het (vracht)verkeer van het bedrijf. Er ontstaat overlast voor de bewoners. In het kader van de opmaak van dit RUP wordt dan ook gezocht naar mogelijke oplossingen ter verbetering van de directe ontsluiting. Een alternatieve ontsluiting wordt gevormd door een ontsluiting langs een bestaande veldweg gelegen tegen de talud van de vaartdijk. Het betreft een veldweg die ontsluit richting het westen naar de Vaartstraat. Een ontsluiting naar het oosten naast het talud is niet mogelijk aangezien daar zou moeten worden aangesloten op de hoge brug van de N153 over het kanaal (Zie Figuur 54 en Figuur 55).
Figuur 54 Ontsluitingsalternatieven Jos Meeussen en zoon bvba (bron: google maps)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 80
Figuur 55 Zicht vanaf brug N153 (bron: Google Street View)
Langs het westen zou er een alternatieve ontsluiting kunnen voorzien worden die rechtstreeks aantakt op de N133. Hiervoor dient een afstand van ca.650m overspant te worden. Vandaag betreft het een niet verharde weg. Op onderstaande figuur wordt weergegeven hoe deze weg zich situeert t.o.v. het kanaal.
bodem kanaal
talud kanaaldijk talud landweg (jaagpad) reservatiezone kanaal
Voor het bepalen van het profiel van de aan te leggen ontsluitingsweg dient rekening te worden gehouden met volgende aandachtspunten: -
Brandweernormen: De brandweernormen vragen een minimale vrije breedte van 4m die draagkrachtig genoeg is om voertuigen van 13t te dragen, op voorwaarde dat de weg een doorsteek voorziet naar de andere weg (geen doodlopende weg voor noodgevallen).
-
Kruisend verkeer: Op een breedte van 4m kunnen auto’s kruisen aan 30km/u, maar vrachtwagens niet. Met een frequentie van 7 vrachtwagens, 11 personeelsleden, en 5 bezoekers per dag is de kans op kruisingen klein maar niet uitgesloten (bv. bezoekers en vertrek voldoende klein is om door het bedrijf ervoor te zorgen dat kruisingen (zoveel mogelijk) gemeden worden, kunnen kruisingen met bezoekers (5 keer per dag) niet uitgesloten worden. De passeermogelijkheid kan worden opgelost met passeerhavens; om de ca. 200m een lokale verbreding tot 6m (over een lengte van 20m en met uitrijhoeken van 1:3)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 81
Figuur 56 Profiel passeerhaven
Figuur 57 Foto's alternatieve weg
De nieuwe ontsluitingsweg zal aantakken aan de zuidzijde van de bedrijfssite. Een directe aansluiting op de straat Molenheiken wordt niet toegestaan om sluipverkeer te vermijden. Het RUP zal nog een toegang tot de bedrijfssite langs Molenheiken toestaan, dit hoofdzakelijk i.k.v. personenvervoer.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 82
5.3.2
Godrie (nr.5 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
gelegen in landschappelijk waardevol gebied (geen HAG)
-
volledig onvergund, bouwmisdrijf op perceel van toepassing
-
kleine strook in het zuiden aangeduid als biologisch zeer waardevol op BWK
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in de groene gordel rond St.-Job-in’t-Goor. Dit is een gebied met een belangrijke natuurlijke waarde. Deze gebieden komen grotendeels overeen met de bestaande groene gebieden (natuur- en bosgebieden) op het gewestplan en de winterbekkens van de beekvalleien binnen de gemeente. In deze gebieden ligt de nadruk op de natuurlijke ontwikkeling. Aan bestaande bedrijven kunnen instandhoudingswerken uitgevoerd worden. Deze gebouwen kunnen intern verbouwd worden. Uitbreiden of herbouwen van het bedrijf is niet mogelijk. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten toegelaten. Op termijn dienen de bedrijven te verdwijnen. Aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: N.v.t. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Dit betreft een bedrijf in grond- en afbraakwerken die deze bedrijfssite louter gebruikt voor opslag van grond. Het bedrijf vestigde zich op deze locatie in 1975. Ruimtevraag Het bedrijf wenst een uitbreiding van ca.500m² op materiaal overdekt te stallen, al dan niet op een andere locatie. Visie => Categorie 3: opmaak deelplan, doch beperken ruimtelijke dynamiek. De ruimtelijke draagkracht is laag (o.a. groene gordel rond kern rond St.-Job-in’t-Goor) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Er wordt voor de bedrijfsactiviteiten op deze locatie een uitdoofbeleid vooropgesteld. Om echter juridische rechtszekerheid te bieden aan het bedrijf, worden de bedrijfsactiviteiten toegestaan voor een zekere periode zodat het bedrijf tussentijds op zoek kan gaan naar een andere locatie. Tabel 12 Wijziging opslagmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: n.v.t. Bruto bedrijfsopp.: ca.9410m²
Gewestplanvoorschriften agrarisch gebied
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Behoud typevoorschriften agrarisch gebied + opslag als tijdelijke functie onder voorwaarden (bv. maximale hoogte opslag).
pagina 83
5.3.3
LSB-rent (nr.9 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
volledig gelegen in agrarisch gebied (HAG)
-
vergunningstoestand: gebouwen zijn vergund, functie is niet vergund bouwmisdrijf voor het omvormen van een stal voor agrarische doeleinden naar opslagruimte voor geluidslicht- en videomaterialen - verbouwingswerken: gevelwijziging, wijzigen dakbedekking, 2 laad- en lospoorten met opritten in betonverharding - overwelven van grachten geweigerde bouwaanvraag voor: bestemmingswijziging: omzetten landbouwloods naar stockageruimte tbv stockage decors, klank en lichtmaterialen. regularisatie verbouwing: - integreren van 2 poorten in voorgevel - inkuipen bestaande gracht lengte 7m - aanleggen verlaagde oprit
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen aan de rand van de open ruimte corridor tussen de noordelijke kernen en de kern van Brecht. -
Landbouwgebied – open ruimte corridor: De open ruimte heeft hier een lagere belevingswaarde dan in de landbouwgebieden met natuurlijke en of landschappelijke waarde en de perspectiefgebieden landbouw. De samenhang is er kleiner doordat er op vele plaatsen verspreide bebouwing voorkomt. De mogelijkheden voor uitbreiding worden per bedrijf bepaald naargelang de ligging binnen zijn omgeving en de activiteiten die er plaatsvinden.
-
visie woonwijk tussen Brecht en Klein Veerle: Deze woonwijk wordt niet verder ontwikkeld. In deze wijk moet enerzijds gewerkt worden aan een sterke relatie tussen het wonen en de landelijke omgeving en anderzijds aan de relatie met Brecht-centrum.
Aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: N.v.t. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. In een voormalige landbouwloods ontplooide zich activiteiten betreffende de technische ondersteuning van evenementen. Ten zuiden van de loods bevindt zich de bedrijfswoning. De bedrijfswoning en de achterste bedrijfsdelen worden langs dezelfde weg ontsloten. Verder is er ook nog een los- en laadkade langs de straatzijde. Het aantal constructies op de bedrijfssite is beperkt. Dit bedrijf heeft zich gevestigd aan de rand van de open ruimte corridor tussen de noordelijke en zuidelijke kernen, nabij de dorpskern van Brecht. Ruimtevraag Voor het bedrijf is het elementair om vooraan over een dubbele laad- en loszone te beschikken. Om deze laad- en loszone te kunnen realiseren dient een deel van de gracht (lengte van ca.10) langs de openbare weg te worden overwelfd (al dan niet met een waterdoorlatende overkappen zoals een rooster). Aangezien er momenteel geen laad- en loszone (meer) aanwezig is, gebeurt het laden en lossen op de openbare weg die hierdoor dagelijks wordt geblokkeerd. Verder wensen zij hun bedrijfsruimte uit te breiden naar ca.2000m².
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 84
Visie Een uitbreiding van de gebouwen wordt niet vooropgesteld. De ruimtelijke draagkracht is immers laag (o.a. vergunningstoestand, ligging in HAG, perifere ligging) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Er zal gewerkt worden met een nabestemming omdat het niet wenselijk is de aanwezigheid van bedrijvigheid hier op lange termijn te bestendigen. Aan de probleemstelling van de los- en laadzone zal worden tegemoet gekomen aangezien dit geen extra ruimte in beslag neemt en aangezien zo een onhoudbare situatie op het openbaar domein wordt aangepakt (blokkade van de weg). In de voorschriften zal worden voorzien dat en laad- en loszone kan worden gerealiseerd waarbij de gracht in functie daarvan overwelfd kan worden voor een max. lengt van 10m. Tabel 13 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.1140m²
Gewestplanvoorschriften agrarisch gebied
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Enkel verbouwen en herbouw binnen bestaand volume is toegestaan.
pagina 85
5.3.4
Divari (nr.12 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
Gelegen in HAG
-
Gebouwen vergund, functie niet
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het betreft een voormalige landbouwloods met vooraan een verharde oprit. Op het naastgelegen hoekperceel bevindt zich de bedrijfswoning en landbouwgebouwen. De gebouwen zijn centraal in open landbouw gebied gelegen en sluiten niet aan bij een woonkern, woonlint of uitvalsweg. Ruimtevraag
Figuur 58 Situering uitbreiding t.o.v. deelplan Henxbroek 3 (Divari) in BPA fase II Het bedrijf werd herbestemd in het BPA zonevreemde bedrijven fase II met uitzondering van de zuidelijke loods. Deze loods was toen nog niet in gebruik voor bedrijfsdoeleinden. Deze loods blijkt voor het bedrijf veel handiger i.f.v. de bedrijfsactiviteiten. Het bedrijf voerde een herstructurering van de bedrijfssite door waarbij het meest oostelijke gebouw niet meer wordt gebruikt i.f.v. bedrijvigheid, doch enkel het meest zuidelijke gebouw. Het bedrijf wenst dan ook deze zuidelijke loods en oprit te laten opnemen in het RUP. Het meest oostelijke gebouw kan hierbij voor hen herbestemd worden naar agrarisch gebied. Voor het overige hebben zij geen uitbreidingsvraag t.o.v. bestaande toestand op het terrein.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 86
Visie De ruimtelijke draagkracht is laag (o.a. ver verwijderd van woonkern) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Divari betreft één van de drie zonevreemde schrijnwerkerijen in landbouwgebied opgenomen in dit RUP. De drie schrijnwerkerijen hebben eenzelfde beperkte ruimtelijke draagkracht. Er wordt voor deze schrijnwerkerijen op lange termijn een uitdoofbeleid vooropgesteld. Dit beleid houdt in dat de functie van schrijnwerkerij slechts voor een bepaalde tijdsperiode zal worden toegelaten. Voor dit bedrijf werd reeds een deelplan opmaakt in het BPA zonevreemde bedrijven fase II. Door het bedrijf werd echter aangegeven dat het meest oostelijke gebouw niet meer gebruikt zal worden i.f.v. bedrijvigheid, maar louter nog i.f.v. landbouw. In plaats daarvan wordt nu het meest zuidelijke gebouw gebruikt i.f.v. bedrijfsactiviteiten. Dit gebouw was echter niet mee opgenomen in het BPA. Het meest oostelijke gebouw wordt dan ook geweerd uit de bestemmingszones waar tijdelijk de functie van schrijnwerkerij wordt toegelaten en het meest zuidelijke gebouw wordt aan deze zones toegevoegd. Tabel 14 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen (= zuidelijke loods): ca.1000m²
T.h.v. zuidelijkste loods: gewestplanvoorschriften agrarisch gebied
Toekomstige juridische mogelijkheden T.h.v. zuidelijke loods: behoud bedrijfsfunctie, doch enkel onderhoudswerken of verbouwingen binnen bestaand volume zijn toegestaan. (Gewijzigde inplanting bedrijfsgebouw t.o.v. BPA van het zuidoosten naar het zuidwesten)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 87
5.3.5
Gebroeders Doms (nr.13 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
In BPA zonevreemde bedrijven fase I werd de bedrijfssite herbestemd naar een zone voor bedrijfsgebouwen en zone voor parking, opritten laad- en losplaatsen en opslag in open lucht, bufferzone, zone voor bedrijfswoning en tuinzone. Een uitbreiding van de zone voor bedrijfsgebouwen werd weerhouden van goedkeuring.
-
gelegen in HAG
-
vergund: de bestaande bedrijfsgebouwen (kantoren en hallen) werden geregulariseerd in 2003
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: -
Argument fase I: Dit bedrijf is gelegen aan smalle landbouwwegen in een aaneengesloten open ruimte met landbouw als hoofdfunctie. Bepaalde activiteiten van het bedrijf werden reeds naar een andere locatie overgebracht. Het bestemmingsplan laat bijna een verdubbeling toe van de huidige vergunde gebouwen. Voor de bouwovertreding werd een meerwaarde betaald. De dynamiek van het bedrijf dreigt de draagwijdte van de omgeving te overschrijden.
-
Argument fase II: Voorliggend bestemmingsplan zet de vroegere zijdelingse uitbreiding uit fase I om in een uitbreiding in de diepte buiten het vroegere plangebied; dit bestemmingsplan is ruimtelijk nog minder verdedigbaar vanwege bijkomende inname van open ruimte en minder compacte vorm; bovendien blijkt uit de toelichtingsnota dat de werking op de huidige locatie in de huidige gebouwen niet langer haalbaar is zonder een uitbreiding met 100%; ‘deze schaalvergroting’ kan niet worden verantwoord op deze locatie en is in strijd met de bepalingen van het GRS; het bedrijf is volgens het GRS gelegen in een ‘perspectiefgebied landbouw’ dat getypeerd wordt als open ruimtegebied met belangrijke belevingswaarde, omschreven als een structureel landbouwgebied met een grote samenhang met sporadische bebouwing; dat als beleidsopties voor dit gebied aan de zonevreemde bedrijven een beperkte ontwikkeling en uitbreiding wordt toegestaan.
-
Conclusie aftoetsing argumenten BPA: Dit zijn eigenlijk in hoofdzaak opmerkingen op de wijze waarop de bestemmingsplannen indertijd werden opgemaakt. In die bestemmingsplannen kreeg het bedrijf immers ruime uitbreidingsmogelijkheden, die bovendien ruimtelijk weinig compact van vorm waren.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 88
Er dient te worden onderzocht/bevraagd of een werking op de huidige locatie effectief niet langer haalbaar is zonder een uitbreiding van de gebouwen met 100%. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het betreft een bedrijf in metaalwerken. Het bedrijf werd hier gesticht in 1981 en heeft ondertussen ook een tweede vestiging op een zone-eigen locatie waar het merendeel van de productie plaatsvindt. Het betreft een relatief grote site in open landbouwgebied die enkel bereikbaar is via smalle landbouwwegen. Op de bedrijfssite bevindt zich een ruime hoeve die onderdak biedt aan de woningen van de twee bedrijfsleiders (de Gebroeders Doms). Voor deze hoeve is er grote parking en achter de hoeve een grote tuin. De bedrijfsgebouwen bevinden zich aan de westelijke zijde van de site en beschikken ook over een aparte zijontsluiting voor de levering van goederen. Ruimtevraag In functie van de evolutie van de sector onder gaat het bedrijf een uitbreiding en herstructurering. Hierbij worden de productieactiviteiten volledig geconcentreerd op de site van Brecht en blijven deze site enkel nog voor onderzoek, bedrijfswoning en …. Hiervoor zou het bedrijf de huidige site in Sint-Lenaerts willen herschikken voor het beter laden en lossen en bijkomende verharding willen realiseren voor het opstellen van machines en proefopstelling in open lucht. Ruimtevraag: Extra verharding op eigen terrein van 550m² i.f.v. opstellen van grote constructies, machines, proefopstellen, naast de bedrijfsgebouwen. Deze verharding is momenteel niet mogelijk volgens de bestaande juridische toestand. In het BPA zonevreemde bedrijven fase I werd immers een fragment van goedkeuring weerhouden, aangezien men daar onderwijl een uitbreiding had vooropgesteld. Visie Voor dit bedrijf is de ruimtelijke draagkracht van de omgeving (visie GRS, open landbouw gebied, HAG) te laag om een verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan, uitbreiding van het bedrijf is dan ook niet mogelijk. De ruimtelijke dynamiek zal effectief verkleinen aangezien, zoals ook door het bedrijf aangegeven, de productielijnen verhuizen naar een andere locatie. Er wordt een deelRUP opgemaakt voor het bedrijf waarbij het bedrijf wordt herbestemd doch waarbij expliciet uitbreiding wordt verboden. I.f.v. de landschappelijke inpassing wordt een bufferzone opgelegd langs de zuidelijke en oostelijke zijde. Er zal gewerkt worden met een nabestemming agrarisch gebied omdat het niet wenselijk is de aanwezigheid van bedrijvigheid hier op lange termijn te bestendigen. Tabel 15 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden (BPA)
Toekomstige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca..2300m²
zone voor bedrijfsgebouwen uit BPA zonevreemde bedrijven fase I (100% bebouwbaar) = 1.910m²
Enkel onderhoudswerken of verbouwingen binnen bestaand volume zijn toegestaan.
Bruto bedrijfsopp.: ca. 5150m²
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 89
5.3.6
Van Aerde (nr.14 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
volledig gelegen in HAG
-
gebouwen vergund, functie niet
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Omschrijving bestaande dynamiek en ruimtelijk voorkomen Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf werd hier in 2006 gesticht in een voormalig landbouwbedrijf (van familie van de bedrijfsvoerders). De site is centraal gelegen in open landbouwgebied, ver verwijderd van woonkernen. Het bevindt zich langs een stuk van de N133 (een verbindingsweg) waar er weinig bebouwing is. De site bestaat uit twee voormalige landbouwloodsen. Ruimtevraag Het bedrijf heeft geen uitbreidingsvraag. Visie De ruimtelijke draagkracht is laag (o.a. ver verwijderd van woonkern) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Van Aerde betreft één van de drie zonevreemde schrijnwerkerijen in landbouwgebied opgenomen in dit RUP. De drie schrijnwerkerijen hebben eenzelfde beperkte ruimtelijke draagkracht. Er wordt voor deze schrijnwerkerijen op lange termijn een uitdoofbeleid vooropgesteld. Dit beleid houdt in dat de functie van schrijnwerkerij slechts voor een bepaalde tijdsperiode zal worden toegelaten als nevenfunctie van agrarisch gebied. Het RUP wordt opgemaakt om juridische zekerheid en duidelijkheid te geven. Binnen een welafgebakende periode worden verbouwingen en herbouw i.f.v. de huidige bedrijfsactiviteit nog toegelaten. Doelstelling is echter om binnen termijn een andere ruimtelijk meer wenselijke locatie te zoeken. Na de welafgebakende termijn is het gebied enkel nog bestemd voor landbouw. Tabel 16 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca.. 1200m²
Gewestplanvoorschriften van agrarisch gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Enkel onderhoudswerken of verbouwingen binnen bestaand volume zijn toegestaan. Uitbreiding en herbouw in functie van de bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan.
pagina 90
5.3.7
Joosi Trans (nr.15 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
volledig gelegen in HAG
-
niet alle gebouwen zijn vergund, functie is ook niet vergund
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: In de visie op de deelruimte ‘open noorden’ (in het GRS) wordt een restrictief beleid voorgesteld voor de bedrijven in dit gebied. Het bestemmingsplan maakt desondanks een verdriedubbeling mogelijk van de bestaande toestand wat in strijd is met deze visie en met de categorisering voor dit bedrijf (categorie 3: geringe uitbreiding mogelijk); de vergunningen voor de bedrijfsgebouwen werden verleend i.f.v. landbouwactiviteiten. Conclusie aftoetsing argumenten BPA: Op zich betreft het vooral opmerkingen op de bestemmingsplannen die indertijd werden opgemaakt en de uitbreidingsmogelijkheden die toen werden gegeven.
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf werd hier gesticht in 1998. Het bevindt zich centraal in het open landbouwgebied tussen Brecht en Loenhout. De bedrijfssite omvat een bedrijfswoning, een grote bedrijfsloods en een stelplaats voor verschillende grote vrachtwagens.
Ruimtevraag Het bedrijf wenst het logistiek magazijn te vergroten met 650m². In het goedkeuringsproces van het BPA werden enkel de bestaande bedrijfsgebouwen weerhouden. Uitbreiding van de bedrijfsgebouwen werd niet mogelijk gemaakt.
Visie De ruimtelijke draagkracht is laag (o.a. ver verwijderd van woonkern) om verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Herstructureren kan, uitbreiden niet.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 91
Er zal gewerkt worden met een nabestemming omdat het niet wenselijk is de aanwezigheid van bedrijvigheid hier op lange termijn te bestendigen. Er is onvoldoende ruimtelijke draagkracht om aan de bijkomende ruimtevraag tegemoet te komen. Een uitbreiding zal op een nieuwe locatie gerealiseerd moeten worden. Tabel 17 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang Opp. bedrijfsgebouwen: ca..2200m² Bruto bedrijfsopp.: ca.3300m²
Huidige juridische mogelijkheden (deels in BPA)
Toekomstige juridische mogelijkheden
Voorste deel: BPA zonevreemde bedrijven fase I van toepassing: maximaal een zone van 530m² kan worden bebouwd.
Onderhoudswerken of verbouwingen binnen bestaand volume zijn toegestaan. Herbouw op gewijzigde locatie binnen de zone. Uitbreiding met maximaal 100m².
Achterste (onbebouwde) deel: gewestplanvoorschriften agrarisch gebied.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 92
5.3.8
Trappen Vermeiren (nr.16 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
deels gelegen in HAG
-
gebouwen volledig vergund, functie is niet vergund
Visie GRS: Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten.
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het bedrijf werd hier in 2004 gesticht in een (deel van een) voormalig landbouwbedrijf (van familie van de bedrijfsvoerders). De site is gelegen in het open landbouwgebied ten noorden van SintLenaerts en is enkel bereikbaar via smalle landbouwwegen. Het ruimtelijk voorkomen van het bedrijf is op dit moment in grote mate nog steeds dat van landbouwgerelateerde bebouwing en om deze reden integreerbaar met zijn omgeving.
Ruimtevraag De kadastrale gegevens van het GRB en de CADMAP komen niet overeen met de huidige situatie. Perceel 550B werd recent opgesplitst. Ook werd een opslagloods niet mee opgenomen in het kadaster. Men wenst op termijn een apart oprit te voorzien op het zuidelijke perceel.
Visie Voor dit bedrijf is de ruimtelijke draagkracht (visie GRS, open landbouw gebied, HAG) te laag om een verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Er wordt echter wel een deelRUP opgemaakt voor het bedrijf waarbij de functie schrijnwerkerij tijdelijk wordt bestendigd. Hierbij zullen strikte voorschriften worden opgelegd voor de integratie van de gebouwen in het landschap. Omwille van ligging in HAG, wordt de functie schrijnwerkerij slechts tijdelijk toegestaan en is na een welafgebakende periode enkel nog de functie landbouw toegestaan. Trappen Vermeiren betreft één van de drie zonevreemde schrijnwerkerijen in landbouwgebied opgenomen in dit RUP. De drie schrijnwerkerijen hebben eenzelfde beperkte ruimtelijke draagkracht. Er wordt voor deze schrijnwerkerijen op lange termijn een uitdoofbeleid
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 93
vooropgesteld. Dit beleid houdt in dat de functie van schrijnwerkerij slechts voor een bepaalde tijdsperiode zal worden toegelaten als nevenfunctie van agrarisch gebied. De woning vooraan is vandaag gelegen in woonuitbreidingsgebied en behoud de bestemming wonen. Tabel 18 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca..700m²
Gewestplanvoorschriften agrarisch gebied.
Bruto bedrijfsopp.: ca.5200m²
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Enkel onderhoudswerken of verbouwingen binnen bestaand volume zijn toegestaan. Uitbreiding en herbouw i.f.v. bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan
pagina 94
5.3.9
De Tuin van Jos (nr.17 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied
-
volledig vergund
Visie GRS: -
Het bedrijf is gelegen in perspectief gebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten.
-
Het bedrijf is gelegen aan de rand van de open ruimtecorridor Landbouwgebieden zijn gebieden waarin de landbouwfunctie overwegend voorkomt. Doch de open ruimte heeft er een lagere belevingswaarde dan in de landbouwgebieden met natuurlijke en of landschappelijke waarde en de perspectiefgebieden landbouw. De samenhang is er kleiner doordat er op vele plaatsen verspreide bebouwing voorkomt. In een landbouwgebied worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. De resterende open ruimte moet zo goed mogelijk bewaard blijven. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Naast instandhoudingswerken kunnen de bedrijven beperkt uitbreiden en herbouwen. De mogelijkheden voor uitbreiding worden per bedrijf bepaald naargelang de ligging binnen zijn omgeving en de activiteiten die er plaatsvinden. Bij stopzetting van de huidige bedrijfsactiviteiten kunnen er nieuwe activiteiten worden ondergebracht.
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage, orthofoto en BJT in bijlage. Het betreft in hoofdzaak een plantenkwekerij, met een beperkt aandeel verkoop. Het merendeel van de bedrijfssite wordt in beslag genomen door een serre. De site is gelegen in het open landbouwgebied tussen E19 en Groot Schietveld. Het bedrijf werd hier gesticht in 1971. Ook reeds in die periode werd een serre opgericht. Ruimtevraag Het bedrijf heeft geen uitbreidingsvraag.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 95
Visie Voor dit bedrijf is de ruimtelijke draagkracht (centraal gelegen in open landbouwgebied) te laag om een verdere ruimtelijke dynamiek toe te staan. Er wordt echter wel een deelRUP opgemaakt voor het bedrijf waarbij een beperkte handelsfunctie als nevenfunctie wordt toegestaan bij deze paraagrarische activiteit als planten- en boomkweker. Specifiek voorschriften worden opgesteld m.b.t. landschappelijke inpassing (buffer, parking met groen karakter, …). Tabel 19 Wijziging bebouwingsmogelijkheden door het RUP Bestaande dynamiek en omvang
Huidige juridische mogelijkheden
Opp. bedrijfsgebouwen: ca..13.000m²
Gewestplanvoorschriften agrarisch gebied.
Bruto bedrijfsopp.: ca.23.000m²
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Toekomstige juridische mogelijkheden Behoud typevoorschriften agrarisch gebied + beperken maximale oppervlakte verkoop
pagina 96
5.3.10 Categorie 4: geen opmaak deel RUP, herlokaliseren naar ruimtelijk meer wenselijke locatie 5.3.11 Service Plus bvba (nr.1 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
Volledig gelegen in agrarisch gebied (HAG)
-
functie onvergund
-
omgeven door biologisch waardevol gebied (BWK)
Afwegingskader GRS Het bedrijf bevindt zich in landbouwgebied met landschappelijke waarde Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. Het zijn gebieden met een grote samenhang, waar slechts sporadisch bebouwing in voorkomt. De landschappelijke waarde wordt bekomen door de belevingswaarde die aan het gebied wordt gegeven (kleinschalig, grote open ruimte, cultureel erfgoed…) In landbouwgebieden met landschappelijke waarden worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven fase I en II: Overzicht argumenten: De bestendiging van dit bedrijf te midden van een homogeen open landbouwgebied kan bezwaarlijk als een gewenste ruimtelijke ontwikkeling worden verantwoord op basis van het principes van gedeconcentreerde bundeling. -
ligt nog steeds te midden van homogeen open landbouwgebied
De regularisatie van een onvergunde toestand voor een bedrijf dat zich pas in 1998 op deze locatie vestigde, is niet conform de omzendbrief. -
vandaag nog steeds onvergunde functie, nog steeds bedrijf dat hier pas is gevestigd vanaf 1998
Het bedrijf is gelegen te midden van de open ruimte op grote afstand van andere (zonevreemde) bebouwing; -
Dit is nog steeds het geval.
Het bedrijf is cfr. GRS gelegen in ‘landbouwgebied met natuur en/of landschapswaarde’; -
Dit is nog steeds het geval.
Conclusie aftoetsing argumenten BPA: Geen van bovenstaande feiten is gewijzigd, de opmaak van een deelplan voor dit bedrijf is nog steeds niet verantwoordbaar.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 97
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage in bijlage. Het bedrijf bevindt zich op deze locatie sinds 1996. Het bedrijf omvat een bedrijfswoning, kantoren (geïntegreerd in hetzelfde gebouw), opslagplaatsen in open lucht en parkeerruimte voor de bedrijfswagens en bezoekers. De site bevindt zich centraal in het open ruimte gebied tussen Malle en Sint-Lenaerts. Visie => Categorie 4: herbestemming niet wenselijk. De opmaak van een deelplan is ruimtelijk niet verantwoordbaar.
5.3.12 Stock 2000 (nr.2 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
ligt deels in woongebied met landelijk karakter deels in agrarisch gebied
-
vergund
-
grenst aan GEN-gebied
-
achterste bomenrij is aangeduid als biologisch waardevol
Afwegingskader GRS Het bedrijf is gelegen in perspectiefgebied landbouw. Dit zijn gebieden waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. In deze gebieden is de open ruimte op zich het voornaamste kenmerk. Binnen deze gebieden kunnen bouwvrije zones worden afgebakend om de open ruimte te vrijwaren van bebouwing. Daarom worden aan de bestaande bedrijven beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage in bijlage. Het bedrijf, dat gesticht werd in 1978, betreft een detailhandel en omvat geen productieactiviteiten. Het bedrijf is gelegen langs een gewestweg, nl. verbindingsweg tussen Sint-Lenaerts en Rijkevorsel (historische buurtweg). Het bedrijf is ver verwijderd van een dorpskern. Visie => Categorie 4: herbestemming niet wenselijk. De opmaak van een deelplan is ruimtelijk niet verantwoordbaar. Op deze locatie buiten de kern is kleinhandel ruimtelijk niet inpasbaar. Kleinhandel moet zich situeren in de kern of conform GRS langs de activiteitenas tussen Brecht en Sint-Lenaerts. De ruimtelijke draagkracht is te laag (o.a. ver verwijderd van woonkern, grenst aan VEN-gebied) om kleinhandel toe te staan.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 98
5.3.13 Topdak (nr.6 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
het bedrijf is voor een klein deel gelegen in woongebied en voor het merendeel in agrarisch gebied (HAG)
-
perceel grenst aan effectief overstromingsgevoelig gebied
-
onvergund
Afwegingskader GRS Het bedrijf bevindt zich in landbouwgebied met landschappelijke waarde Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. Het zijn gebieden met een grote samenhang, waar slechts sporadisch bebouwing in voorkomt. De landschappelijke waarde wordt bekomen door de belevingswaarde die aan het gebied wordt gegeven (kleinschalig, grote open ruimte, cultureel erfgoed…) In landbouwgebieden met landschappelijke waarden worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten. Aftoetsing argumenten weerhouding goedkeuring BPA zonevreemde bedrijven: Overzicht argumenten: Het bedrijf is gelegen in en achter een woonlint en wordt aan de achterzijde afgesloten door de omleidingsweg rond de deelkern Sint-Lenaerts. Het bestemmingsplan voorziet in een achterontsluiting via deze omleidingsweg op geringe afstand van een belangrijk kruispunt. Deze achterontsluiting is in strijd met het karakter van de weg als omleidingsweg en niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid op deze weg. De bestendiging en uitbreiding van dit bedrijf betekent in feite een verdere uitbouw van een lintbebouwing buiten de kern van Sint-Lenaerts langsheen een uitvalsweg. Dit gebied sluit hierdoor niet aan bij de kern van Sint-Lenaerts en wordt bovendien ruimtelijk afgesloten van de deelkern door een beek. De bevestiging van dit bedrijf op deze locatie als deel van een KMO-zone kan niet worden verantwoord o.b.v. de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en de aangetoonde behoefte vanwege de slechte ontsluiting, de beperkte mogelijkheden en de aanwezige waterloop. -
Aan deze elementen is nog niets gewijzigd.
Bedrijf werd in 1993 opgericht; de enige vergunning werd verkregen voor een particuliere garage (niet als bedrijfsgebouw in plan opgenomen). Alle overige werken zijn in overtreding waarvoor een vordering tot herstel werd ingesteld. Het voorgestelde bestemmingsplan impliceert derhalve een regularisatie van een bouwovertreding en van een toestand waarvoor een herstel in oorspronkelijke staat werd gevorderd. -
Aan de vergunningstoestand is nog niets gewijzigd.
Conclusie aftoetsing argumenten BPA: Geen van bovenstaande feiten is gewijzigd, de opmaak van een deelplan voor dit bedrijf is nog steeds niet verantwoordbaar.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 99
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage in bijlage. Het grootste deel van de bedrijfssite is gelegen in tweede bouwlijn achter het woonlint van de Oostmalsebaan (N153a). Langs de (noordelijke) Oostmalsebaan (N153a) bevindt zich enkel de bedrijfswoning. De ontsluiting van het bedrijf loopt via de N153 en doorsnijdt de onbebouwde ruimte achter het woonlint. Het bedrijf in dakwerken bevindt zich sinds 1993 op deze locatie. Visie => Categorie 4: herbestemming niet wenselijk. De opmaak van een deelplan is ruimtelijk niet verantwoordbaar.
5.3.14 De Bruyn (nr.19 - basislijst) Planologische situatie Algemeen juridisch en beleidsmatig kader -
Merendeel is gelegen in groengebied (ruimtelijk kwetsbaar gebied), rest ligt in stortgebied (niet-giftige stoffen)
-
merendeel gebouwen onvergund
Afwegingskader GRS Het bedrijf ligt landbouwgebied met landschappelijke waarde. Dit zijn gebieden die door de gemeente aangeduid worden als open ruimtegebieden met een belangrijke belevingswaarde van de open ruimte. Het zijn gebieden met een grote samenhang, waar slechts sporadisch bebouwing in voorkomt. De landschappelijke waarde wordt bekomen door de belevingswaarde die aan het gebied wordt gegeven (kleinschalig, grote open ruimte, cultureel erfgoed…) In landbouwgebieden met landschappelijke waarden worden geen nieuwe bedrijven toegelaten. In deze gebieden wordt een verweving tussen landbouw en natuur nagestreefd. Bestaande bedrijven kunnen op de huidige locatie blijven bestaan. Aan deze gebouwen worden er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Er worden geen nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten deze in de agrarische sector, toegelaten.
Beschrijving ruimtelijk voorkomen en functioneren Zie ook fotoreportage in bijlage. Het betreft een garage die gelegen is langsheen de uitvalsweg Oostmalsebaan. Het bedrijf sluit niet aan bij een woonkern (N153). Vooraan bevindt zich een grote parking. Achter de woning, in een hoge loods bevindt zich de garage. Het bedrijf bevindt zich sinds 1991 op deze locatie.
Visie => Categorie 4: herbestemming niet wenselijk. De opmaak van een deelplan is ruimtelijk niet verantwoordbaar. Voor dit bedrijf is de ruimtelijke draagkracht (volledig onvergund, verwijderd van woonkern, in nabijheid van boscomplex) te laag om een herbestemming te verantwoorden.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 100
5.4 5.4.1
Niet-weerhouden deelplannen bij verdere opmaak RUP Categorie 4: herlokaliseren naar een meer wenselijke locatie De zonevreemde bedrijven die tot deze categorie behoren, moeten naar de toekomst toe verdwijnen, of geherlokaliseerd worden. Hun voortbestaan is niet gewenst op de huidige plaats, gelet op de ruimtelijke context en het ruimtelijk functioneren van het gebied. Er wordt geen deelplan opgemaakt voor de bedrijven in deze categorie:
5.4.2
-
Service Plus bvba (nr.1 - basislijst);
-
Stock 2000 (nr.2 - basislijst);
-
Topdak (nr.6 - basislijst);
-
De Bruyn (nr.19 – basislijst).
Overige categorieën N.a.v. verder overleg en onderzoek in kader van de opmaak van het ontwerp RUP werd volgende drie bedrijven niet langer door het gemeentebestuur weerhouden. Dit mede op vraag van de bedrijven zelf omdat de ontwikkelingsmogelijkheden o.b.v. dit RUP niet in overeenstemming zijn met de behoeften van het bedrijf.
5.5
-
Jos Meeussen (nr.4 basislijst);
-
Gebroeders Doms (nr. 13 basislijst);
-
Joosi Trans (nr.15 basislijst).
Selectie deelplannen Voor de zonevreemde bedrijven van de gemeente Brecht is er nood aan een planologische oplossing. Voor het merendeel van deze bedrijven wordt een deelplan opgemaakt om aan deze planologische problemen een oplossing te kunnen bieden en om juridische zekerheid te kunnen bieden. De ontwikkelingsmogelijkheden worden daarbij afgestemd op de gewestelijke ruimtelijke structuur zoals weergegeven in het GRS Brecht en zijn afgestemd op de ruimtelijke draagkracht en het juridisch kader. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de bedrijven waarvoor een deelplan wordt opgemaakt.
Tabel 20 Selectielijst deelplannen RUP zonevreemde bedrijven NR basislijst
NAAM
Categorie
Nummer deelplan RUP
3
Aveve Brecht
2
deelplan 1
22
Gunther Keysers
2
deelplan 2
9
LBS-rent
3
deelplan 3
10
Luyckx
2
deelplan 4
11
Delhaize
2
deelplan 5
12
Divari
3
deelplan 6
14
Van Aerde
3
deelplan 7
16
Trappen Vermeiren
3
deelplan 8
17
De Tuin van Jos
3
deelplan 9
20
Aveve Sint-Lenaerts
2
deelplan 10
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 101
21
Benmar
2
deelplan 11
5
Godrie
3
deelplan 12
Figuur 59 Situering deelplannen selectielijst
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 102
6
Motivatie afwijking HAG(deelplannen 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 en 9)
6.1
Opbouw ruimtelijk afwegingskader
De deelplannen 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 en 9 zijn (gedeeltelijk) in herbevestigd agrarisch gebied (HAG) gelegen. Inzake de motivatie tot aansnijding van het herbevestigd agrarisch gebied middels het RUP “zonevreemde bedrijven” – deelplannen 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 en 9 wordt verwezen naar de omzendbrief RO 2010/01: 1.
onderzoek naar alternatieve locaties, buiten herbevestigd agrarisch gebied en een verantwoording waarom de alternatieven buiten herbevestigd agrarisch gebied niet weerhouden worden. De ontwikkeling van een visie voor de zonevreemde bedrijfsterreinen werd uitgewerkt conform de gewenste ruimtelijke structuur en deelruimten in het GRS, dat definitief werd vastgesteld op 16/12/2004. De keuze om voor een aantal de zonevreemde bedrijven een ontwikkelingsperspectief toe te kennen op de huidige locatie (zonder herlocatie) in overeenstemming met het ruimtelijk afwegingskader, is reeds op het niveau van het GRS gemaakt. De mate van ontwikkelingsmogelijkheden hangt onder meer af van de ligging in een bepaalde deelzone (bv. perspectiefgebied landbouw). Conform de omzendbrief kan er bijgevolg een differentiatie van de herbevestigde agrarische gebieden worden gemaakt in functie van de mogelijkheden zoals voorzien in de omzendbrief, aangezien binnen de doelstellingen van het GRS voor de thans geselecteerde terreinen, geen locatiealternatieven waren opgenomen. Binnen dit RUP zijn voornamelijk bestaande, vergunde zonevreemde bedrijfsactiviteiten opgenomen. Voor deelplan 1 (Aveve Brecht) en deelplan 5 (Delhaize) voorziet het GRS dat het lint tussen Brecht en Sint-Lenaerts in de toekomst kan ontwikkeld worden als een activiteitendreef. Het uitbreiden van de bebouwingsmogelijkheden kan gepaard gaan met het verhogen van de transparantie in dit gebied. Hierbij wordt gestreefd naar een afwerking van de gebouwen met een volwaardig groenscherm zodat vanuit het achterliggende landelijke gebied een aangenaam zicht ontstaat op het lint. Om het lokale karakter niet te overschrijden zal de oppervlakte van de bedrijven worden beperkt. Voor de deelplannen 2 (Gunther Keysers) en 3 (LSB-rent) wordt gesteld dat in deze zone de mogelijkheden voor uitbreiding per bedrijf worden bepaald naargelang de ligging binnen zijn omgeving en de activiteiten die er plaatsvinden. Deelplannen 6, 7 en 8 (resp. Divari, Van Aerde en Trappen Vermeiren) zijn volgens het GRS gelegen in een gebied waar de landbouw nog overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Bedrijven kunnen herbouwen en beperkt uitbreiden indien de uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van algemene, sectoriële of bijzondere voorwaarden die worden opgelegd door de milieuvergunning, de arbeidsinspectie, dierengezondheid of het welzijn van de dieren. Gezien de vergunningssituatie wordt echter louter een behoud van de bestaande dynamiek of zelfs een uitdoofbeleid vooropgesteld. Dit wordt vertaald in het verordend deel (grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften) door het opleggen van een nabestemming met een concrete termijn. Deelplan 9 (De Tuin van Jos) is gelegen volgens het GRS in een gebied waar de landbouw overwegend voorkomt en waar de open ruimte nog een hoge belevingswaarde kent. Deze gebieden worden door de gemeente als structureel aangeduid voor de landbouw. De samenhang van de open ruimte is er groot doordat de bebouwing er slechts sporadisch voorkomt. Het agrarisch karakter wordt met dit RUP ook bevestigd al wordt een beperkte handelsfunctie gekoppeld aan de (para-)agrarische activiteit als ondergeschikte nevenfunctie toegelaten.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 103
2.
Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functioneel samenhang van de agrarische structuur Volgens de landbouwimpactkaart van de landbouwimpactstudie voor de plangebieden bevinden de deelplannen 8 (Trappen Vermeiren) en 9 (de Tuin van Jos) zich in landbouwgebruik. Dit strookt echter niet helemaal met de werkelijkheid. Trappen Vermeiren (deelplan 8) is gehuisvest in een voormalig landbouwbedrijf (ouders van bedrijfsleider waren landbouwer). De Tuin van Jos (deelplan 9) kan beschouwd worden als (para)agrarisch bedrijf (kwekerij) met een beperkte handelsfunctie. Volgens de landbouwgebruikskaart is er echter geen enkel deelplan in landbouwgebruik. -
Deelplan 1: Aveve Brecht: het agrarisch gebied is ingenomen door bedrijfsactiviteiten.
-
Deelplan 2: Gunther Keysers: Het agrarisch gebied is ingenomen door private tuinen en bedrijfsactiviteiten.
-
Deelplan 3: LSB-rent het agrarisch gebied is ingenomen door bedrijfsactiviteiten.
-
Deelplan 5: Delhaize: het agrarisch gebied is ingenomen door bedrijfsactiviteiten
-
Deelplan 6: Divari: het agrarisch gebied is ingenomen door bedrijfsactiviteiten en de bijhorende bedrijfswoning. Het meest oostelijke gebouw zal echter niet meer gebruikt worden in functie van bedrijvigheid en wordt dan ook herbestemd naar agrarisch gebied.
-
Deelplan 7: Van Aerde: het agrarisch gebied is ingenomen door een voormalig landbouwgebouw waarin zich een schrijnwerkerij bevindt
-
Deelplan 8: Trappen Vermeiren het agrarisch gebied is ingenomen door een voormalig landbouwgebouw waarin zich een schrijnwerkerij bevindt
-
Deelplan 9: De Tuin van Jos: het agrarisch gebied is ingenomen door de bedrijfsactiviteiten (kwekerij met beperkte handelsfunctie)
In het RUP worden geen gronden met een feitelijk landbouwgebruik opgenomen. Er wordt dan ook geconcludeerd dat voorliggend RUP voor deze deelplannen geen fundamentele aantasting inhoudt van de ontwikkelingsmogelijkheden van de beroepslandbouw in Brecht, aangezien het in eerste instantie gaat om het zone-eigen maken van bestaande zonevreemde bedrijfsactiviteiten.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 104
Figuur 60 Landbouwimpactkaart (LIS, Dep. Landbouw en Visserij)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 105
Figuur 61 Landbouwgebruikskaart (LIS, Dep. Landbouw en Visserij) 3.
Onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen voor de landbouw Uit voorgaande paragraaf blijkt dat de er geen landbouwbedrijven fundamenteel geschaad worden in hun bedrijfsvoering door de realisatie van de planopties volgend uit dit RUP kan het huidige landbouwgebruik overal behouden blijven. Voor enkele deelplannen wordt een uitdoofbeleid vooropgesteld gezien hun ligging (centraal in landbouwgebied) en het juridisch- en beleidsmatig kader (bv. vergunningstoestand). Dit wordt vertaald in het slechts tijdelijk toelaten van een functie bedrijvigheid, waarna enkel nog agrarische functies zijn toegelaten. Dit is van toepassing voor volgende deelplannen: -
Deelplan 3 (LSB-rent) krijgt een nabestemming agrarisch gebied die ingaat uiterlijk 15 jaar na inwerkingtreding van het RUP.
-
Deelplan 6 (Divari): Enerzijds wordt hier een deel van een voormalige zone voor bedrijvigheid (in casu de oorspronkelijke landbouwschuur) herbestemd naar agrarisch gebied. Anderzijds geldt voor de overige gebouwen, nog in gebruik voor bedrijfsactiviteiten, een nabestemming agrarisch gebied. Deze nabestemming gaat in 20 jaar na de inwerkingtreding van het RUP).
-
Voor de deelplannen 7 (Van Aerde) en 8 (Trappen Vermeiren) blijft agrarisch gebied als hoofdbestemming behouden. Schrijnwerkerij wordt hier tijdelijk (voor 15 jaar) toegelaten als nevenbestemming in de zone Agrarisch gebied met tijdelijke bestemming schrijnwerkerij.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 106
-
Voor deelplan 9 (De Tuin van Jos) wordt de bestemming agrarisch gebied behouden als hoofdbestemming. Een beperkte verkoopsfunctie verbonden aan de activiteit van boomen plantenkwekerij wordt hier afgedwongen.
De deelplannen 1, 2 en 5 werden gezien hun ruimtelijke impact en/of ruimtelijke ligging toebedeeld aan een hogere categorie van ontwikkelingsmogelijkheden: -
Deelplan 1 (Aveve Brecht) en deelplan 5 (Delhaize) bevinden zich langs de activiteitenas Brecht - Sint-Lenaerts, waarvoor in het GRS duidelijk het behoud van (deze) activiteiten wordt vooropgesteld.
-
Deelplan 2 (Gunther Keysers) krijgt geen nabestemming agrarisch gebied aangezien het deelplan zich in de tweede categorie van ontwikkelingsmogelijkheden bevond. Het plangebied is voor een deel reeds in KMO-gebied op het gewestplan gelegen. Dit KMOgebied werd in het BPA zonevreemde bedrijven fase II uitgebreid voor de toenmalige percelen van het bedrijf. Het bedrijf wenst zijn terrein nu nog uit te breiden met een klein fragment agrarisch gebied (ca.750m²).
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 107
7 7.1
Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften Planopties en bestemming
De elementen van de visie worden vertaald naar een verordend grafisch plan. Dit plan geeft aan voor welke gebieden de specifieke bestemmingen van toepassing zijn. Het grafisch plan moet gelezen worden tezamen met de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer. De deelplannen worden genummerd op basis van een volgnummer, waarbij per dossier ook verwezen wordt naar de nummering van de bedrijven uit de basislijst, ingevolge het vooronderzoek. Hierbij kan op een vrij eenduidige wijze teruggegrepen worden naar gegevens uit dit vooronderzoek. (zie § 5.5 Selectie deelplannen). De stedenbouwkundige voorschriften worden weergegeven in diverse artikels. Na een aantal algemene bepalingen inzake principes van o.a. bouwen en waterhuishouding wordt de uitwerking voor de diverse bestemmingszones aan de hand van voorschriften bepaald. Verder worden ook voor een aantal deelplannen ‘nabestemmingen’ gehanteerd, die pas van kracht worden wanneer de bestaande activiteiten beëindigd worden en vanaf dan de onderliggende bestemming vervangen. De doelstelling van het algemeen voorschrift “Art.0.4 - Aantal bedrijven per deelplan” is om elke site slechts te behouden voor één bedrijf. Er dient te worden vermeden dat één bedrijfssite zich opsplitst i.f.v. verhuur of verkoop van delen van de gronden en/of bedrijfsgebouwen aan andere bedrijven die geen deel uitmaken van de dezelfde type bedrijfsactiviteit.
De zone voor bedrijfsgebouwen richt zich op de voorschriften van de bouwvolumes en de invulling ervan. Het handelt daarbij in hoofdzaak over werkplaatsen en opslagruimte met als nevenbestemmingen administratieve ruimte, ruimte voor catering voor het personeel e.d. De zone voor bedrijfsgebonden buitenruimte is bestemd als bouwvrije buitenruimte in functie van de bedrijfsactiviteiten. De gronden zijn daarbij geschikt voor opslag van materiaal het stallen van voertuigen, toegang laad- en loskades e.d. Luifelconstructies en publiciteitsinrichtingen zijn slechts beperkt toegelaten. In de zone voor buffer wordt beplanting voorzien om de bedrijfsgebouwen visueel af te schermen en landschappelijk te integreren. Nadruk ligt hier op de aanleg van een gesloten groenbuffer van streekeigen en inheemse bomen, struiken en heestermassieven. Voor een aantal deelplannen is voorzien in een zone voor bedrijfswoning ingericht als woongelegenheid voor de zaakvoerder. Het maximale bouwvolume van de bedrijfswoning bedraagt 1.000m³.
Voor een aantal deelplannen worden een aantal bijkomende of afwijkende bestemmingen opgenomen. Voor deelplan 11 (Benmar) betreft het de zone representatieve bedrijfsruimte. Deze zone vormt de overgangszone tussen de openbare ruimte en de feitelijke grootschalige industriële gebouwen. In deze overgangszone zijn enkel gebouwen i.f.v. complementaire functies aan de hoofdactiviteiten toegelaten. Dit betreffen activiteiten als administratieve ruimten, kantoren, bedrijfswoning, zones voor catering, onthaal, toonzaal, toeritten, laad- en loszones, zones voor het stallen van wagens. Voor deelplan 1 betreft het de zone voor woongebied met landelijk karakter. Hier worden de zoneeigen woningen in woongebied met landelijk karakter bestendigd in hun bestemming. Voor deelplan 4, 6 en 10 handelt het om de specifieke bestendiging van de tuinzone horende bij de bedrijfswoning. De zone is bestemd voor het behoud en de aanleg van een private tuin of groenzone bij de bestaande bedrijfswoning.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 108
Voor deelplan 3 is een zone voor groene bedrijfsgebonden buitenruimte opgenomen. De zone is bestemd als overgangszone tussen de publieke ruimte van de woonstraat en de feitelijke bedrijfsactiviteiten. De enige bedrijfsgebonden activiteiten die in deze zone zijn toegelaten is lossen en laden en ontsluiting. Verhardingen zijn niet toegelaten met uitzondering van een oprit voor een bedrijfswagen en een los- en laadzone. De rest van deze zone moet worden ingericht als een kwalitatieve groene ruimte. Deelplan 4 omvat bijkomend bosgebied en zone voor wegenis. Deze bestemmingszones waren ook reeds aanwezig op het BPA waarvan dit RUP een wijziging van is. De zone voor wegenis omvat de openbare weg die is inbegrepen in het plangebied. Het bosgebied omvat de ruime groenbuffer met belangrijke natuurwaarde die als bos wordt ontwikkeld. Het gebied wordt bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos, waarbij recreatief medegebruik een ondergeschikte functie is. Voor deelplan 6 wordt een zone die in een BPA werd omgezet naar bedrijvigheid terug omgezet naar agrarisch gebied i.f.v. de ruimtelijke herstructurering van de activiteiten. Deelplan 1 omvat nog een nabestemming zone voor buffer die ingaat bij de goedkeuring van een vergunningsaanvraag voor herbouw, structurele verbouwing en/of afbraak van een constructie/gebouw t.h.v. de onderliggende bestemming. In deelplan 9 (de Tuin van Jos) wordt de bestemming agrarisch gebied behouden, maar wordt een beperkte handelsfunctie als nevenfunctie toegestaan.
Daarnaast is voor deelplan 3 en deelplan 6 een nabestemming agrarisch gebied opgenomen. Dit wordt verder toegelicht in volgende paragraaf.
7.2
Nabestemming De deelplannen die zijn ondergebracht in de tweede categorie krijgen ruimere ontwikkelingsmogelijkheden waarbij GEEN nabestemming van toepassing is. Voor deze terreinen is er gezien hun ligging, bestemming, beleidsmatige context voldoende draagkracht om beperkte ontwikkelingsmogelijkheden mogelijk te maken. Het betreft volgende deelplannen:
7.2.1
-
Deelplan 1 - Aveve Brecht (nr.3 basislijst)
-
Deelplan 2 - Gunther Keysers (nr.22 basislijst)
-
Deelplan 4 – Luyckx (nr.10 basislijst)
-
Deelplan 5 - Delhaize (nr.11 basislijst)
-
Deelplan 10 - Aveve Sint-Lenaerts (nr.20 basislijst)
-
Deelplan 11 - Benmar (nr.21 basislijst)
Bedrijven met nabestemming Voor de bedrijven die zijn ondergebracht in de derde categorie is de ruimtelijke draagkracht te laag om meer ruimtelijke dynamiek dan vandaag toe te staan en om een behoud van het bedrijf op lange termijn te ondersteunen. In functie van enerzijds het bieden van juridische rechtszekerheid en anderzijds het bieden van duidelijkheid over de ontwikkelingsmogelijkheden wordt een herbestemming doorgevoerd voor deze bedrijven. Deze herbestemming zal echter maar van toepassing zijn voor een welbepaalde periode. Na deze periode treedt de bestemming agrarisch gebied (terug) in werking.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 109
Voor volgende bedrijven wordt de functie bedrijvigheid slechts toegestaan voor een periode van maximaal 15 jaar na de inwerkingtreding van het RUP: -
Deelplan 3 LSB-rent (nr.9 basislijst): nabestemming agrarisch gebied die geldt als overdruk bovenop de ‘tijdelijke’ bestemmingen i.f.v. bedrijvigheid. De bestaande bedrijfsactiviteiten kunnen behouden blijven, bij het beëindigen van de activiteiten en uiterlijk op 01.01.2030 wordt het gebied bestemd als landbouwgebied en gelden eigen voorschriften.
-
Deelplan 7 Van Aerde (nr.14 basislijst): Deze schrijnwerker bevindt zich in een voormalige landbouwbedrijven centraal in het open landbouwgebied. Het uitdoofbeleid voor dit type van bedrijvigheid, wordt hier dan ook vertaald door schrijnwerkerij als tijdelijke functie (tot 01.01.2030) toe te laten in het landbouwgebied.
-
Deelplan 8 Trappen Vermeiren (nr. 16 basislijst): Dit betreft eveneens een schrijnwerker in een voormalig landbouwbedrijf centraal in het open landbouwgebied. Het uitdoofbeleid voor dit type van bedrijvigheid, wordt hier dan ook vertaald door schrijnwerkerij als tijdelijke functie (tot 01.01.2030) toe te laten in het landbouwgebied.
Voor volgende bedrijven wordt de functie bedrijvigheid slechts toegestaan voor een periode van maximaal 20 jaar na de inwerkingtreding van het RUP: -
Deelplan 6 (Divari – nr.12 basislijst): dit betreft ook een schrijnwerker gelegen in het open agrarisch gebied. Deze schrijnwerker kreeg echter in ander planproces (BPA zonevreemde bedrijven fase II) beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. Het bedrijf heeft zich echter geherstructureerd buiten de toenmalige plancontour van het BPA. De bestaande bedrijfsactiviteiten kunnen behouden blijven, bij het beëindigen van de activiteiten en uiterlijk op 01.01.2035 wordt het gebied bestemd als landbouwgebied en gelden eigen voorschriften.
-
Deelplan 14 (Godrie – nr.5 basislijst): Dit betreft een erg ruimte-intensief bedrijf die gezien de aard van zijn activiteiten niet eenvoudig een nieuwe locatie kan vinden. Een grondwerker en verwerker in substraten is namelijk niet altijd even gemakkelijk integreerbaar op een bedrijventerrein. Op deze zonevreemde bedrijfsite van het bedrijf bevindt zich enkel opslag in open lucht. Er staan geen constructies noch gebouwen op het terrein. Het stockeren van grond wordt als tijdelijke ondergeschikte functie toegelaten in het agrarisch gebied voor een periode van 20 jaar na de inwerkingtreding van het RUP. Indien het bedrijf voor deze datum herlocaliseert naar een ander bedrijventerrein dienen de bedrijfsactiviteiten in de huidige zone te worden stopgezet van zodra de exploitatie op de nieuwe locatie van start is gegaan. Uiterlijk op 02.01.2035 (20 jaar na de inwerkingtreding van het RUP) moet het terrein zodanig worden hersteld (ontruiming) en gesaneerd worden, dat het van dat moment af, zijn nieuwe bestemming als agrarisch gebied kan vervullen.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 110
7.3
Ruimtebalans Onder de vorm van enkele cijfergegevens kan een overzicht gemaakt worden van de verschillende bestemmingscategorieën en hun aandeel in het ruimtegebruik binnen het plangebied. Tabel 21 Ruimtebalans RUP zonevreemde bedrijven nr
Terrein
1 Aveve Brecht 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Gunther Keysers LSB-rent Luyckx Delhaize Divari Van Aerde Trappen Vermeiren De Tuin van Jos Aveve Sint-Lenaerts Benmar Godrie
Totaal (ha)
Gewestplan
BPA plan
Land Land LijnWonen Bedrijvigheid bouw Bos Wonen Bedrijvigheid bouw Bos infrastructuur (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) 0,31 0,07 0,09 0,61 0,44 6,96 0,80 0,44 0,53 0,36 2,30 0,86 3,27 0,94
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
0,13 0,01
0,07 0,43
RUP zvr bedrijven Land LijnWonen Bedrijvig- bouw Bos infrastructuur (ha) heid (ha) (ha) (ha) (ha) 0,07 0,24
0,41
0,61 0,44 6,76 0,80 0,37 0,53
6,97 0,30
0,08
0,49 0,12 0,53 0,27 2,30
0,32 0,08 0,86 3,27
pagina 111
0,07 0,27 2,30
0,86 3,27 0,94
0,94
0,21
8
Op te heffen voorschriften
Conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 01.09.2009, wordt hieronder een limitatieve opgave gegeven van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden.
8.1
Gewestplan -
“agrarisch gebied” (cf. art. 5 KB 28/12/1972)
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. van toepassing op deelplan 1, 3, 5, 6, 7 en 8
-
“woongebied” (cf. art. 5 KB 28/12/1972)
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaalculturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. van toepassing op deelplan 5
-
“woonuitbreidingsgebied” (cf. art. 5 en art.18 KB 28/12/1972)
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor. van toepassing op deelplan 8
-
“landschappelijk waardevolle agrarische gebieden” (cf. art. 15 KB 28/12/1972)
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen. van toepassing op deelplannen 9 en 12
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 112
8.2
BPA’s -
BPA Zonevreemde bedrijven Fase I te Brecht (voor de volledige deelplannen): Deelplan Abdijlaan 33 (Luyckx) Deelplan Hoogstraatsebaan 128b (Aveve Sint-Lenaerts) Deelplan Groot Veerle 15 (Benmar)
-
BPA zonevreemde bedrijven fase II te Brecht Deelplan Grote Mereyt (Gunther Keysers)
8.3
Verkavelingen -
VK196421 van toepassing op deelplan 5
-
VK196928 van toepassing op deelplan 10
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 113
9
Register m.b.t. planbaten, planschade, bestemmingswijzigingscompensatie en compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften
Artikel 2.2.2, §1, eerste lid, 7°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verplicht in voorkomend geval de opname van een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1 van deze Codex, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van deze Codex, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. Planschade Artikel 2.6.1. van de codex stelt: “§2. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen” en “§3. Voor de toepassing van planschadevergoeding moet bovendien aan volgende criteria samen worden voldaan op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve plan: 1°het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg overeenkomstig artikel 4.3.5, §1; 2°het perceel moet stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking komen; 3°het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals bepaald in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 4°enkel de eerste 50 meter vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor planschade.”
In bepaalde gevallen is geen planschadevergoeding verschuldigd, opgesomd in artikel 2.6.1, §4.
Door het RUP “zonevreemde bedrijven” komen er een paar percelen in aanmerking voor plandschadevergoeding.
Planbaten Artikel 2.6.4 van de codex geeft de bestemmingswijzigingen aan die aanleiding kunnen geven tot een planbatenheffing: “Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op een perceel één of meer van de hiernavolgende bestemmingswijzigingen doorvoert”. In bepaalde gevallen is geen planbatenheffing verschuldigd, opgesomd in artikel 2.6.5 en artikel 2.6.6.
Door het RUP zonevreemde bedrijven komen enkele percelen in aanmerking voor planbatenheffing.
Bestemmingswijzigingscompensatie en compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften In art. 6.2.1. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid staat het volgende vermeld: “een bestemmingswijzigingscompensatie is een gewestelijke, perceelsgebonden, financiële en subsidiaire compensatie voor de kapitaalschade ten gevolge van […] een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat een zone die onder de categorie van
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 114
gebiedsaanduiding "landbouw" valt, omzet naar een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "reservaat en natuur", "bos" of "overig groen" valt.”
Door het RUP “zonevreemde bedrijven” komen enkele percelen in aanmerking voor bestemmingswijzigingscompensatie.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 115
“Onderstaande figuren zijn puur planologisch van aard: het betreft enkel de aanwijzing van percelen waarop een bestemmingswijziging of een overdruk wordt aangebracht die in beginsel zou kunnen leiden tot een planbatenheffing of één van de genoemde vergoedingen. Bij de planopmaak moet geen onderzoek worden verricht naar de eigendomsstructuur betreffende deze percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing, naar het voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake genoemde vergoedingen etc… (MvT, Parl. St., Vl. Parl., 2008-09, nr 2011/1, p.40) “
Planbaten Planschade
Kapitaal/gebruikersschade
Figuur 62 Legende grafische registers planbaten, planschade, gebruikerscompensatie RUP zonevreemde bedrijven Brecht
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 116
Figuur 63 Grafisch register deelplan 1
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 64 Grafisch register deelplan 2
Figuur 65 Grafisch register deelplan 3
pagina 117
Figuur 66 Grafisch plan deelplan 4
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 68 Grafisch plan deelplan 6
Figuur 67 Grafisch plan deelplan 5
pagina 118
Figuur 69 Grafisch plan deelplan 7
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
Figuur 70 Grafisch plan deelplan 8
Figuur 71 Grafisch plan deelplan 9
pagina 119
Figuur 72 Grafisch plan deelplan 10
Figuur 74 Grafisch plan deelplan 12 Figuur 73 Grafisch plan deelplan 11
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 120
10
Screening plan-MER-plicht
Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieve in kaart brengen. In het kader van deze wettelijke verplichting werd voor het RUP ‘zonevreemde bedrijven’ een screeningsdossier van de plan-MER-plicht opgesteld; Doelstelling van de MER-screening is het bestuderen van de verwachte milieueffecten t.g.v. de genomen basisopties in het RUP, het aangeven van mogelijke milderende maatregelen en op basis daarvan aanvullende (externe) criteria te laten voortvloeien m.b.t. randvoorwaarden, mogelijkheden en inrichting van het plangebied.
10.1
Conclusies verzoek tot raadpleging
10.1.1 Bepaling van de plan-MER-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan deze regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? >> RUP’s vallen onder deze definitie; Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM? >> dit is het geval indien: -
Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project;
-
Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.
Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Zonevreemde bedrijven’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: -
Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening”); a.
Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004 en wijziging van 1 maart 2013 én niet gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde);
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 121
b.
Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden.
-
Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht”
-
Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).
Het is niet uit te sluiten dat het RUP zonevreemde bedrijven Brecht betrekking heeft op een project vermeld in Bijlage II en/of III van het BVR van 10/12/2004 en wijziging van 1 maart 2013. Het RUP vormt alleszins het kader voor projecten onder één van de rubrieken van bijlage III van het projectm.e.r.-besluit van maart 2013, namelijk ‘10a industrieterreinontwikkeling’. Evenwel gaat de gemeente er van uit dat het plan screeningsgerechtigd is aangezien het gaat om een per deelplan klein gebied op lokaal niveau. De bedrijven hebben een lokaal karakter, zijn lokaal ontstaan en sluiten ruimtelijk aan bij bestaande functies. Verder houdt het RUP een kleine wijziging in (bestendiging en uitbreiding onder voorwaarden van bestaande zonevreemde bedrijfsactiviteiten). Het RUP kan een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004 en wijziging van 1 maart 2013. Er kan thans gemotiveerd worden dat het RUP het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau en een kleine wijziging inhoudt, omdat het handelt over reeds bestaande maar zonevreemde bedrijven zonder mogelijkheden tot de ontwikkeling van nieuwe bedrijven, en is derhalve screeningsgerechtigd. Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, of het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.
10.1.2 Bodem en grondwater Vanuit de discipline bodem zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, indien rekening gehouden wordt met de geldende milieuwetgeving omtrent bodemsaneringsplicht.
10.1.3 Oppervlaktewater Er wordt van uit gegaan dat er wordt voldaan te worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang. De opvolging van de regelgeving vindt plaats op vergunningenniveau en valt buiten het RUP Rekening houdende met de maatregelen die reeds werden genomen in het RUP, wordt er geen aanzienlijk negatief effect verwacht voor de discipline oppervlaktewater.
10.1.4 Fauna en flora Algemeen kan er gesteld worden dat omwille van het voorzien van (ruime) buffers en groenzones en de nabestemmingen ‘agrarisch gebied’ t.h.v. categorie 3-bedrijven, de uiteindelijke effecten als niet significant beoordeeld kunnen worden.
10.1.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Rekening houdende met de maatregelen die reeds werden genomen in het RUP, worden er geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 122
10.1.6 Mens Rekening houdend met de bestemmingen en voorschriften die reeds zijn opgenomen in het RUP geen aanzienlijke effecten verwacht voor de discipline Mens.
10.1.7 Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP ‘zonevreemde bedrijven Brecht’.
10.1.8 Conclusie verzoek tot raadpleging Op basis van de op dit moment beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP ‘Zonevreemde bedrijven’ te Brecht er geen aanwijzingen zijn dat er aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP ‘Zonevreemde bedrijven’, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de planMER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007.
10.2
Procedure plan-MER-screening en beslissing dienst MER Datum ontvangst advies dienst MER: 17/10/2014, dossiernummer: SCRPL14169 Datum verzending screening naar adviesinstanties: 29/10/2014 en rappel op 04/11/2014 De goedkeuringsbeslissing van de Dienst Mer bevindt zich in bijlage De ontheffingsbeslissing kan ook geraadpleegd worden op de website van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur, via de M.e.r.-databank: http://www.lne.be/themas/milieueffectrapportage/raadplegenmilieueffectrapportages/dossierdatabank/mer-databank/
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 123
11
Waterparagraaf – conclusie watertoets
-
Enkel deelplan 5 (Delhaize) en 11 (Benmar) zijn in effectief overstromingsgevoelig gebied gelegen. De terreinen van de Delhaize (deelplan 5) slechts voor een beperkt deel in het oosten. De terreinen en gebouwen van Benmar (deelplan 11) voor een iets groter deel in het oosten. De overige deelplannen zijn niet in overstromingsgevoelig gebied gelegen. (zie §3.1.6.4 Integraal waterbeleid voor figuren overstromingsgevoeligheid)
-
Alle deelplannen zijn gelegen in een gebied matig gevoelig voor grondwaterstroming.
-
De deelplannen 12 (Godrie), 7 (Van Aerde) en 10 (Aveve Sint-Lenaerts) zijn gelegen in nietinfiltratiegevoelig. Deelplan 9 (De Tuin van Jos) en deelplan 11 (Benmar) zijn gedeeltelijk in niet-infiltratiegevoelig gebied gelegen. De overige deelplannen liggen allen in infiltratiegevoelig gebied.
-
Deelplannen 1 (Aveve Brecht), 2 (Gunther Keysers), 4 (Luyckx), 5 (Delhaize), 6 (Divari), 7 (Van Aerde) en 8 (Trappen Vermeiren) zijn gelegen in niet-erosiegevoelig gebied. De andere deelplannen zijn grotendeels gelegen in erosiegevoelig gebied.
Voor de deelplannen is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang. van kracht. De opvolging van de regelgeving vindt plaats op vergunningenniveau en valt buiten het RUP. Verder worden er specifieke voorschriften opgenomen omtrent waterbeheer waaronder: Bij de inrichting van gebieden wordt rekening gehouden met de overstromingsgevoeligheid van het gebied. Inname van overstromingsgevoelig gebied kan enkel indien deze ruimte elders op het terrein wordt gecompenseerd.
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 124
5.
DEEL 2
BIJLAGEN
BIJLAGE 1
FOTOREPORTAGE
BIJLAGE 2
VERGUNNINGEN ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
BIJLAGE 3
SYNTHESE ENQUÊTERING BEDRIJVEN
BIJLAGE 4
BURENOVEREENKOMST AVEVE BRECHT (DEELPLAN 1)
BIJLAGE 5
SITUERING ZONEVREEMDE BEDRIJVEN BASISLIJST
BIJLAGE 6
KAARTEN BESTAANDE EN JURIDISCHE TOESTAND
BIJLAGE 7
ORHTOFOTO’S DEELPLANNEN
BIJLAGE 8
GRAFISCHE PLANNEN
BIJLAGE 9
BESLISSING DIENST MER
BIJLAGE 10
BESLISSING DIENST VR
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 125
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 126
Bijlage 1
Fotoreportage
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 127
Bijlage 2
Vergunningen zonevreemde bedrijven
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 129
Bijlage 3
Synthese enquêtering bedrijven
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 131
Bijlage 4
Burenovereenkomst Aveve Brecht (deelplan 1)
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 133
Bijlage 5
Situering zonevreemde bedrijven basislijst
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 135
Bijlage 6
Kaarten bestaande en juridische toestand
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 137
Bijlage 7
Orthofoto’s deelplannen
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 139
Bijlage 8
Grafische plannen
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 141
Bijlage 9
Beslissing Dienst Mer
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 143
Bijlage 10
Beslissing Dienst VR
2245653048 - RUP zvr bedrijven Brecht MVT
pagina 145